Cultuur Van De Burgerij Lering En Vermaak V5

39
Cultuur van de Burgerij “Ter Leering ende Vermaeck”

description

Emblemata-literatuur en Theater in de Nederlanden in de zeventiende eeuw

Transcript of Cultuur Van De Burgerij Lering En Vermaak V5

Page 1: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Cultuur van de Burgerij

“Ter Leering ende Vermaeck”

Page 2: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Emblemata

Page 3: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Emblemata

Iemand die verliefd is en zijn/haar vriend of vriendin een cadeau wil geven, denkt in de eenentwintigste eeuw al gauw aan een CD. Zo’n 400 jaar geleden zou de keuze gevallen zijn op een bundel met liefdesemblemen.

Wat dat is? Dat kun je ontdekken in deze les die gaat over emblematiek, een verrassend genre uit de zeventiende eeuw.

Page 4: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5
Page 5: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het zojuist getoonde liefdesembleem werd geschreven door Pieter Cornelisz. Hooft, een van de beroemdste Nederlandse dichters uit de zeventiende eeuw. Het verscheen in 1611 in zijn bundel Afbeeldinghen van minne.

Op de volgende pagina staat hetzelfde embleem nog eens, maar de zeventiende-eeuwse tekst is vervangen door modern Nederlands en de buitenlandse teksten zijn vertaald.

Page 6: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5
Page 7: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

De emblematiek, een genre waarin literatuur en beeldende kunst samenkomen, is nergens in Europa tot zo’n grote bloei gekomen als in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

In de emblematiek worden door plaatjes met bijbehorende teksten, gedachten uitgedrukt die een les bevatten en/of een bepaalde handelwijze propageren. Die gedachten vertellen van alles over de zeventiende eeuw: hoe men dacht over liefde, religie, geld verdienen, uiterlijk vertoon, enz.; welke normen men hanteerde en hoe de maatschappij in elkaar zat. Ze laten een wereld zien die voor ons soms vreemd is, maar soms ook heel herkenbaar.

De combinatie van woord en beeld is tot op de dag van vandaag populair gebleven:

Page 8: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5
Page 9: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5
Page 10: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het idee om een tekst aantrekkelijk te maken en zodoende het leereffect te vergroten, is al heel oud. Schrijvers in de klassieke oudheid probeerden reeds hun wijze lessen op een zo boeiend mogelijke manier te brengen. De Romeinse schrijver Horatius (65 – 8 v. Chr.) verwoordde het idee om het nuttige met het aangename te verenigen in zijn boek Ars poetica als ‘utile dulci’. Dit principe vormde de grondslag van de West-Europese literatuur tot ver in de achttiende eeuw.

Page 11: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het idee om een tekst aantrekkelijk te maken en zodoende het leereffect te vergroten, is al heel oud. Schrijvers in de klassieke oudheid probeerden reeds hun wijze lessen op een zo boeiend mogelijke manier te brengen. De Romeinse schrijver Horatius (65 – 8 v. Chr.) verwoordde het idee om het nuttige met het aangename te verenigen in zijn boek Ars poetica als ‘utile dulci’. Dit principe vormde de grondslag van de West-Europese literatuur tot ver in de achttiende eeuw.

Page 12: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het idee om een tekst aantrekkelijk te maken en zodoende het leereffect te vergroten, is al heel oud. Schrijvers in de klassieke oudheid probeerden reeds hun wijze lessen op een zo boeiend mogelijke manier te brengen. De Romeinse schrijver Horatius (65 – 8 v. Chr.) verwoordde het idee om het nuttige met het aangename te verenigen in zijn boek Ars poetica als ‘utile dulci’. Dit principe vormde de grondslag van de West-Europese literatuur tot ver in de achttiende eeuw.

Page 13: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het idee om een tekst aantrekkelijk te maken en zodoende het leereffect te vergroten, is al heel oud. Schrijvers in de klassieke oudheid probeerden reeds hun wijze lessen op een zo boeiend mogelijke manier te brengen. De Romeinse schrijver Horatius (65 – 8 v. Chr.) verwoordde het idee om het nuttige met het aangename te verenigen in zijn boek Ars poetica als ‘utile dulci’. Dit principe vormde de grondslag van de West-Europese literatuur tot ver in de achttiende eeuw.

Page 14: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het idee om een tekst aantrekkelijk te maken en zodoende het leereffect te vergroten, is al heel oud. Schrijvers in de klassieke oudheid probeerden reeds hun wijze lessen op een zo boeiend mogelijke manier te brengen. De Romeinse schrijver Horatius (65 – 8 v. Chr.) verwoordde het idee om het nuttige met het aangename te verenigen in zijn boek Ars poetica als ‘utile dulci’. Dit principe vormde de grondslag van de West-Europese literatuur tot ver in de achttiende eeuw.

Page 15: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het idee om een tekst aantrekkelijk te maken en zodoende het leereffect te vergroten, is al heel oud. Schrijvers in de klassieke oudheid probeerden reeds hun wijze lessen op een zo boeiend mogelijke manier te brengen. De Romeinse schrijver Horatius (65 – 8 v. Chr.) verwoordde het idee om het nuttige met het aangename te verenigen in zijn boek Ars poetica als ‘utile dulci’. Dit principe vormde de grondslag van de West-Europese literatuur tot ver in de achttiende eeuw.

Page 16: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Het genre emblematiek

Een van de manieren om een tekst boeiender en leesbaarder te maken, is het toevoegen van illustraties. Dat gebeurde in 1531 min of meer toevallig bij het boek Emblematum liber van de Italiaanse schrijver Andrea Alciato (1492-1550).

Het was in die tijd in Italië mode om kleding, gebruiksvoorwerpen en gebouwen te voorzien van spreuken en voorstellingen met een diepere betekenis. Met zo'n devies wilde men een levensvisie naar voren brengen of een persoonlijk ideaal uitdragen.

Wij doen dat tegenwoordig ook door bijvoorbeeld opdruk op kleding...

Page 17: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Om kunstenaars in het zestiende-eeuwse Italië aan ideeën voor deviezen te helpen, schreef Alciato 104 korte gedichtjes, epigrammen genaamd. Hij voorzag elk epigram van een motto: een korte spreuk die de essentie van het gedichtje uitdrukte.

Zonder dat Alciato het wist, voegde zijn uitgever afbeeldingen bij de gedichtjes en zo ontstonden emblemen met een driedelige opbouw: een motto, een plaatje en een verklarend epigram.

Het plaatje in een embleem noemen we de “pictura” en het epigram het bijschrift of de “subscriptio”.

Page 18: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

De formule van een pictura met een motto en een subscriptio kreeg veel navolgers. In korte tijd ontstond een nieuw genre, dat populair werd in veel Europese landen. Dit succes was mede te danken aan het humanisme, een beweging die ervan uitging dat ieder mens verantwoordelijk was voor zijn eigen gedrag en medeverantwoordelijk voor het functioneren van de samenleving. Het embleem bleek een uitstekend middel om mensen op een boeiende manier te vertellen hoe ze zich volgens deze nieuwe inzichten moesten gedragen.

Page 19: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Nederlandse schrijvers, tekenaars en graveurs uit de zestiende en zeventiende eeuw deden mee aan het nieuwe genre. Vanaf 1554 verschenen in de Nederlanden vertalingen van buitenlandse embleembundels. Later volgden vele Nederlandse bundels die geïnspireerd waren door beroemde voorgangers. Dit vertalen en navolgen paste in de Renaissance, een beweging van geleerden en kunstenaars die voortgekomen was uit het humanisme. Renaissancisten bewerkten literatuur en kunst uit de oudheid en van de humanisten uit hun eigen tijd. Op die manier probeerden ze de waarden van de oude beschavingen en het ideaal van de zelfbewuste, kritische mens over te dragen op de Nederlandse samenleving.

Page 21: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Hetzelfde embleem met een moderne tekst:

Page 22: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

De meeste mensen zullen het eerst naar de pictura kijken. In dit geval staat er een handeling op afgebeeld. Het motto dat zowel boven de tekst als boven de tekening staat, onthult iets over de diepere betekenis van de pictura en de subscriptio. De subscriptio is de uitleggende tekst, die helpt de betekenis van het embleem te ontdekken. Deze drie onderdelen brengen samen op een verhullende manier een boodschap over. De lezer kan de diepere betekenis ontdekken door motto, pictura en subscriptio goed te bestuderen en met elkaar in verband te brengen. Roemer Visscher zelf zegt het in zijn voorwoord zo:

“Een zinnepop is een korte spitsvondige mededeling, die niet meteen door Jan en alleman begrepen wordt, maar die ook weer niet zo moeilijk is dat je alleen maar kunt raden naar de betekenis. Het vereist enig nadenken en overleggen om de zoetheid van de kern of pit te proeven.”

Met enige moeite moet dus ook de betekenis van dit embleem te achterhalen zijn.

Page 23: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Op de pictura duwt een hand een fles in een bak water. De hand, die uit de wolken komt, werd door de zeventiende-eeuwer vanuit zijn christelijke achtergrond, geïnterpreteerd als de hand van God. Wat Roemer Visscher verder met deze pictura wil zeggen is zonder de tekst te lezen, niet duidelijk.

Opmerkelijk aan het motto is, dat het in het Latijn geschreven is: ‘Iovis omnia plena’. In zijn voorwoord verklaarde Roemer Visscher een voorstander te zijn van het gebruik van de moedertaal . Dat is tegenwoordig niets bijzonders, maar in de zeventiende eeuw was het dat wèl. Van oudsher werd er veel in het Latijn geschreven. Roemer Visscher vond echter, net als veel van zijn renaissancistische tijdgenoten, dat het Nederlands prima geschikt was voor het schrijven van boeken. Ook wilde hij een daadwerkelijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de landstaal. Daarom schreef hij Sinnepoppen in het Nederlands.

Page 24: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

In de tweede zin geeft Roemer Visscher zijn verklaring voor dit verschijnsel: de fles lijkt leeg, maar is gevuld. Op de pictura is de zon met de Hebreeuwse letters JHWH een teken dat God in de lege fles aanwezig is.

Het motto 'Iovis omnia plena' is een zinnetje uit het boek Bucolica van de Romeinse dichter Vergilius. De vertaling luidt: 'Jupiter is overal'. Jupiter was in de oudheid de hoogste God van de Romeinen. Roemer Visscher nam de zin letterlijk over en bracht hem in dit embleem op de pictura in verband met JHWH, de God uit het Oude Testament, en in de subscriptio met de God van de christenen. Daarmee realiseerde hij de hoogste vorm van aemulatio.

Page 25: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Tenslotte volgt in de subscriptio de Latijnse zin ‘Nihil est in rebus inane’. Dit betekent: ‘Er is niets leegs of ijdels in de dingen’. De woorden ‘leeg’ en ‘ijdel’ betekenen letterlijk ‘zonder inhoud’. Figuurlijk betekenen ze ‘zinloos’ of ‘zonder innerlijke waarde’. De fles die hier in het water gedompeld wordt, lijkt leeg maar heeft dus toch een inhoud. Bovendien is de fles niet zinloos; God heeft met ieder onderdeel van de schepping een bedoeling. Zelfs zoiets eenvoudigs als deze fles bevat een boodschap van God.

In het openingsembleem van Sinnepoppen toont Roemer Visscher dus aan dat in alle dingen om ons heen een boodschap van God verborgen zit. Een schrijver had als taak om die boodschappen te onthullen. In de rest van zijn bundel doet Roemer Visscher dat dan ook.

Page 26: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Translatio

Als iemand schrijver wilde worden, begon hij met translatio. Dat was het vertalen van beroemde voorgangers uit het Latijn, Grieks, Italiaans, Spaans, Frans, enz.

Page 27: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

ImitatioDaarna ging hij over tot imitatio: het navolgen van beroemde voorgangers. Tegenwoordig is dat idee helemaal uit den boze. Originaliteit is in onze tijd een van de eisen die aan literatuur gesteld worden. Wij zijn gewend dat een schrijver zijn gevoelens uitdrukt en we vinden dat hij origineel moet zijn, maar in de Renaissance was men er juist trots op beroemde voorbeelden te imiteren. De schrijver baseerde zich op een bekende voorganger en deelde zo in diens onvergankelijke roem. Hij volgde het werk niet slaafs na, maar legde er iets van zichzelf in. Het werd een creatieve imitatie, waarin de bron duidelijk herkenbaar was. Ook het aanbrengen van variatie was belangrijk; hoe meer verschillende bewerkingen een schrijver van zijn voorbeeld kon maken, hoe beter het was.

Page 28: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

AemulatioSoms ging een schrijver nog een stapje verder en wilde zijn voorgangers overtreffen. Dat heet aemulatio. Dat kon door bijvoorbeeld mooiere taal te gebruiken of het verhaal te verbeteren. Het hoogst bereikbare was een christelijke parallel aanbrengen ten opzichte van het klassieke origineel. Dat kon de zeventiende-eeuwse schrijver doen omdat hij – in tegenstelling tot zijn klassieke voorgangers – de bijbel en de ware God kende.

Page 29: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Toneel:

Tableau VivantLevend schilderij, bestaande uit één of meerdere personen.Bewegingsloze voorstellingen door mensen waarin een verhaal of gebeurtenis wordt uitgebeeld. Meestal betrof het een verhaal uit de klassieke oudheid, de bijbel of de geschiedenis. (Vergelijkbaar met historiestukken en dergelijke genrestuken uit de Nederlandse schilderkunst uit die tijd)

Page 30: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Toneel:Drama:Aan het begin van de 17de eeuw wordt de toneel– en dichtkunst beoefend door de rederijkers. Het zijn verenigingen van burgers die in een apart lokaal avonden organiseren met toneel– en dichtkunst. De rederijkers vonden het spel met de taal leuk en sieren hun gedichten en toneelstukken vaak met allerlei spitsvondigheden.

Page 31: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Toneel:

SchouwburgVanaf 1617 beschikt Amsterdam over een schouwburg. In 1637 wordt er een nieuw stenen gebouw gebouwd, naar klassiek Italiaans model. De zaal is een amfitheater met aan de korte zijde een toneel.

Page 32: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Schouwburg Amsterdam:

Page 33: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Toneel:

Belangrijke toneelschrijvers:

Brederoo: kluchten

Joost van den Vondel: tragedies

Page 34: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Toneel:KluchtKomisch toneelstuk over het ‘dagelijks leven’. Het verhaal en de gesproken taal zijn vaak grof en volks [zie Brederoo]. Een klucht is een vermakelijk stuk “ter leering”.

Page 35: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Toneel:

Tragedie(Ook wel treurspel). Voldoet aan de regels van het klassieke drama.

Toneelspel met ernstige inhoud, ontstaan in de klassieke oudheid. Bestaat uit een proloog, gevolgd door vijf bedrijven. De inhoud is mythologisch. Vaste regels zoals eenheid in tijd, plaats en handeling.

Page 36: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Gysbreght van Aemstel:

Op 3 januari 1638 wordt de schouwburg met een opvoering van Gysbreght van Aemstel van Joost van den Vondel (1587 – 1679). Het stuk is geschreven als een Griekse tragedie. Het verhaal speelt zich af binnen een etmaal en is – naar klassiek voorbeeld – verdeeld in vijf bedrijven, waarvan de eerste vier worden afgesloten met een gezongen rei.

Page 37: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5

Gysbreght van Aemstel, 4e bedrijf, 1e scène: Gozewijn en de nonnen,

Waarschijnlijk de acteur Willem Bartolsz. Ruyter, die de rol vertolkte. De nonnen worden door jongens gespeeld. 

Tekening van Rembrandt van Rijn

Page 39: Cultuur Van De Burgerij  Lering En Vermaak V5