Creativiteit Hoe Zo

35
Creativiteit hoe zo Voor scholen is creativiteit geen aandachts punt. Misvattingen creativiteit: - Je bent creatief of je bent het niet! Je kunt het niet leren.’ Je kan dit wel leren, het is een vaardigheid. Je verbeterd dit door er actief mee bezig te zijn. - Creativiteit, dat is schilderen op zijde of creatief met kruk. Het is zweverig en voor softies’. Creativiteit is een van belangrijkste aspecten voor ontwikkeling van individuen en organisaties. Creativiteit en resultaatgerichtheid gaan hand in hand - Mijn baas (omgeving) belet me creatief te zijn. Je bepaalt zelf hoe je je creatief potentieel zult gebruiken en ontwikkelen. Omgeving kan wel stimuleren. wees doortastend, maar ook geduldig. Dit soort veranderingsprocessen vraagt tijd. Als het niet lukt zoek andere omgeving op. - Creativiteit, daar heb ik geen tijd voor . voor creativiteit is geen tijd nodig, wel intensiteit. Creativiteit helpt om uit vicieuze cirkel te stappen. Door jezelf vragen te stellen over de huidige manier van functioneren en magen, komen nieuwe mogelijkheden binnen bereik. Nieuwe ideeën bedenken kost weinig tijd, wel aandacht. Soms moet je even afstand nemen - Brainstormen en zo, dat doen we al. Dit gebeurt soms heel amateuristisch, waarbij zelf aan elementaire spelregels als ‘uitstel van oordeel wordt gedaan. Met oefening en aandacht voor een aantal basisregels kan dit verbeteren. Oefening baart kunst Creatief denken Het menselijk denken In de loop van de evolutie heeft de mens een performant denksysteem ontwikkeld dat in zijn structuur ongelofelijk gevarieerd en verfijnd is. Denken = verwerken van informatie We zijn voortdurend omringd door allerlei informatieprikkels en via het waarnemingssysteem ( de zintuigen) kunnen we deze prikkels ‘waar’ nemen. Ons denksysteem stelt ons in staat heel simpele tot heel complexe informatie te verwerken. Een efficiënt denksysteem is in staat deze complexe informatie snel en juist te verwerken we kunnen dit goed herkennen, gebruiken en indien nodig aanpassen aan ons denksysteem.

description

samenvatting creativiteit hoezo

Transcript of Creativiteit Hoe Zo

Creativiteit hoe zo Voor scholen is creativiteit geen aandachts punt. Misvattingen creativiteit: Je bent creatief of je bent het niet! Je kunt het niet leren. Je kan dit wel leren, het is een vaardigheid. Je verbeterd dit door er actief mee bezig te zijn. Creativiteit, dat is schilderen op zijde of creatief met kruk. Het is zweverig en voor softies. Creativiteit is een van belangrijkste aspecten voor ontwikkeling van individuen en organisaties. Creativiteit en resultaatgerichtheid gaan hand in hand Mijn baas (omgeving) belet me creatief te zijn. Je bepaalt zelf hoe je je creatief potentieel zult gebruiken en ontwikkelen. Omgeving kan wel stimuleren. wees doortastend, maar ook geduldig. Dit soort veranderingsprocessen vraagt tijd. Als het niet lukt zoek andere omgeving op. Creativiteit, daar heb ik geen tijd voor . voor creativiteit is geen tijd nodig, wel intensiteit. Creativiteit helpt om uit vicieuze cirkel te stappen. Door jezelf vragen te stellen over de huidige manier van functioneren en magen, komen nieuwe mogelijkheden binnen bereik. Nieuwe ideen bedenken kost weinig tijd, wel aandacht. Soms moet je even afstand nemen Brainstormen en zo, dat doen we al. Dit gebeurt soms heel amateuristisch, waarbij zelf aan elementaire spelregels als uitstel van oordeel wordt gedaan. Met oefening en aandacht voor een aantal basisregels kan dit verbeteren. Oefening baart kunst

Creatief denkenHet menselijk denkenIn de loop van de evolutie heeft de mens een performant denksysteem ontwikkeld dat in zijn structuur ongelofelijk gevarieerd en verfijnd is.

Denken = verwerken van informatieWe zijn voortdurend omringd door allerlei informatieprikkels en via het waarnemingssysteem ( de zintuigen) kunnen we deze prikkels waar nemen. Ons denksysteem stelt ons in staat heel simpele tot heel complexe informatie te verwerken.

Een efficint denksysteem is in staat deze complexe informatie snel en juist te verwerken we kunnen dit goed herkennen, gebruiken en indien nodig aanpassen aan ons denksysteem.

Denkpatronen = clusters van gegevens die we als cluster kunnen herkennen en die we zullen opslaan als we er succes mee hebben. In een soortgelijke situatie kunnen we dat patroon snel bovenhalen en opnieuw toepassen. Na verloop van tijd gebeurt dit automatisch zodat we onze aandacht aan nieuwe of interessantere problemen kunnen wijden. Denkpatronen zijn gewoonten van denken

Ervaring is het totaal van al de patronen en gewoonten die we hebben opgebouwd in het verleden zodat we heel efficint en effectief kunnen handelen in een bepaalde context.

Je beschikt dus over een fantastisch denksysteem dat je in staat stelt via de stabiliteit van snel opgebouwde patronen heel snel te leren. Als kind leer je simpele zaken

Als iets niet lukt probeer je het op een andere manier. Een gewoonte is iets dat je doet zonder er nog bewust over na te denken.

Zo bouw je ervaring op: een geheel van succesvolle patronen van denken en handelen die je je eigen hebt gemaakt Dit alles doe je zo snel en efficint omdat je denken succesvolle patronen herkent, deze onthoudt en ze op de juiste manier weer gebruiksklaar aanbiedt. Een denksysteem haalt zijn kracht uit de stabiliteit van patronen en gewoonten en moet per definitie last hebben met het doorbreken ervan. Dit patroon doorbrekend denken ( of creatief denken) is dus van nature niet bevoordeeld. Bovendien is dit soort denken in het traditioneel onderwijs nauwelijks aan bod gekomen

Toch is creatief denken een geheel van vaardigheden en technieken die we kunnen leren. De nadruk ligt hierbij op het bedenken van nieuwe oplossingen, het maken van originele verbindingen, het ontdekken van nieuwe kansen. En het leren herkennen waar en wanneer creatief denken ons van niet is in ons werk, voor onze ontwikkeling, in het dagelijks leven

De menselijke hersenen

Onze hersenen bestaan uit 100 a 125 miljard zenuwcellen (neuronen) en een nog groter ondersteuningscellen (gliacellen). Vorm zenuwcel: een bolletje (cellichaam) met ingangen en uitgangen. De ingangen zijn dunne draadachtige takjes (dendrieten) waarvan een enken neuron er tot 100.000 van kan hebben. De uitgaande draad, waarvan er maar 1 is de axon. Dendrieten ontvangen signalen van buurcellen en geven deze door aan het cellichaam. Vanuit dit cellichaam kan een nieuw signaal worden opgewekt dat via het axon weer naar andere cellen wordt doorgegeven. Axonen variren in lengte. Kortste: gaan enkel tot dichtstbijzijnde cel. Langste: vanaf hersenen het ruggenmerg in en zijn tot 20.000 keer zo lang als het cellichaam zelf. Aan het uiteinde splitst het axon in kleinere takken die het signaal aan dendrieten van andere cellen kunnen doorgeven. De signalen (een combinatie van elektrisch en chemisch signaal) worden dus tussen de zenuwcellen doorgeseind die op duizenden manieren met elkaar in verbinding staan. De snelheid van signalen kan tot 400 km/h gaan. Elk signaal dat binnenkomt in een cel lans een dendriet concurreert met tienduizenden andere signalen die via andere dendrieten zijn binnengekomen. In het cellichaam worden dezen verwerkt tot 1 uitgaand signaal, dat op zijn beurt weer een van de tienduizenden signalen wordt richting het volgende neuron. Een signaal wordt opgebouwd uit een combinatie van verschillende stoffen (neurotransmitters) die overspringen tussen cellen. De specifieke combinatie in hoeveelheid en sterkte van deze neurotransmitters geven elk signaal van de ene naar de andere cel een ; kwalitatief verschillende kleur, wat de nuancering van communicatie verhoogt.

Denken is bestaande verbindingen volgen en nieuwe makenHet denken gebeurt in essentie via het doorgeven van signalen tussen verschillende hersencellen en hersendelen. Deze signalen kiezen een genuanceerde weg via bepaalde verbindingen. Ze volgen dus enerzijds bestaande sporen, maar maken ook nieuwe verbindingen aan. Na onze geboorte maken we geen nieuwe hersencellen meer aan maar leggen we wel nieuwe verbindingen. mensen met ongeluk kunnen toch weer verloren vaardigheden leren. bepaalde functies nemen andere delen van de hersenen over. Het gebruik verandert in de fysieke vorm van de hersenen va het bouwen aan nieuwe verbindingen

Denkpatroon: eenmaal een verbinding gevormd, wordt ze versterkte iedere keer als een volgend signaal hetzelfde spoor volgt.

Creatief denkenAnders denken (software) benvloed de fysieke structuur (hardware) Creatief denken is een geheel van denkattitudes, denkvaardigheden, denktechnieken en denkprocessen die de kans op patroondoorbreking, het leggen van nieuwe verbindingen in onze hersenen vergroten. Iedereen kan creatief denken: je kunt het aanleren en ontwikkelen door het te oefenen. Door het oefenen word je beter in het bedenken van nieuwe oplossingen, het zien van andere invalshoeken, het ontdekken van nieuwe kansen. En in het leren herkennen waar en wanneer creatief denken van nut is in je werk, je persoonlijke ontwikkeling, in het dagelijks leven.

Creatieve basisvaardighedenBinnen het denken kun je een aantal heel elementaire vaardigheden onderscheiden die de basis vormen voor het creatief denken. Deze vaardigheden pas je onbewust en onbewust toe terwijl je denkt, handelt, problemen oplost, je ontspant. Je creatief potentieel wordt hierdoor verhoogt. Ook krijg je meer vertrouwen en motivatie

De 5 basisvaardigheden zijn: Creatief waarnemen Uitstel van oordeel Flexibel associren Divergeren Verbeeldingskracht ontwikkelen

Ze hebben een eigen toegevoegde waarde voor het creatief denken, dus ook voor het denken in het algemeen. Ze overlappen elkaar ook en maken gebruik van elkaar. Je kan ze wel onderscheiden. Dit is bedoeld voor de duidelijkheid en vooral voor het oefenen.

Creatief waarnemen We gaan af op onze waarnemingen om de wereld te verkennen. Via zintuigen ervaren we de werkelijkheid. Zij vormen de werkelijkheid mee. dit betekent dat de realiteit mee ka veranderen als de waarneming veranderd, en dat is voor creativiteit heel belangrijk.

Waarom is waarnemingsverandering niet zo makkelijk? Binnen de waarneming sluipen patronen mee binnen de waarneming zelf. Patronen die zich herhalen worden snel dominant.N onze samenleving wordt veel moeite gedaan om de waarneming te benvloeden. We zien alleen wat we denken dat er is. We raken dus gewend aan onze eigen visie van de werkelijkheid. De patronen komen niet van buitenaf (20% buitenaf 80% hersenen) controversile stelling: dat de buitenwereld een projectie is die de hersenen crerenWaarneming heeft directe invloed op het denken. nieuwe visies en concepten hebben tijd nodig om door te brengen omdat ze oude visies moeten overwinnen

Wat is nu creatief waarnemen? =het herkennen van dominanties in de eigen waarneming (en die van anderen) en het loskomen van deze overheersende visies. Als we anders leren waarnemen zijn we in staat tot fundamentele vernieuwing.

Uitstel van oordeelOordelen is heel belangrijk. Helpt bij beslissingen. Geleert toen je kind was. Later leer je een complexer oordeel te vormen. Oordelen: denken en handelen is er grotendeels door gestuurd en je oefent deze vaardigheid bijna ieder moment

Eigenlijk zijn er 3 niveaus van oordeel, die we niet altijd van elkaar kunnen onderscheiden.

Oordeel 1 wanneer je iets nieuwst tegenkomt, beoordeel je eerst f en hoe deze informatie past binnen de bestaande kennis gebeurt altijd. Lijkt op herkenning gebeurt meestal onbewust Je hebt het niet gehoord Je hebt het wel gehoord

Oordeel 2 ik verken het nieuwe idee. Ik denk door en schat dan in.

Oordeel 3 hier ga ik iets mee doen, of niet besluitvorming na verkenning. Kan snel maar ook uitgebreid.

Vernieuwende ideen hebben altijd het risico dat ze nooit tot een dergelijke beoordelingsniveau (2) kunnen opklimmen. Soms worden ze gewoon niet begrepen (1) of soms worden ze direct afgeschoten (3)

Dit komt omdat nieuwe ideen per definitie niet in de bestaande denkpatronen passen

Uitstel van oordeel: om verstandig met nieuwe ideen om te gaan zul je dus eerst een meer genuanceerde oordeel vaardigheid dienen te ontwikkelen. Je moet voor nieuwe ideen open staan en aanvaarden. Daarmee creer je de ruimte waardoor het ideepotentieel zich kan ontplooien. Het gaat om de attitude.

Dit gaat zo:De eerste drie denkactiviteiten gebeuren simultaan. Daarna ga je oordelen1. Openen: wat wordt hier bedoeld?2. Aanvaarden: aanvaard de nieuwe gedachten3. Verkennen: verken de kansen die door dit idee worden gecreerd4. Oordelen: beoordeel wat je ermee gaat doen

Uitstel van oordeel is geen afstel. In elk creatief proces hoort een expliciete face van uitstel van oordeel. Een creatieve denker die makkelijk zijn oordeel kan uitstellen staat automatisch meer open voor andersdenkende, voor andere visies, voor andere culturen. Hij is makkelijker in staat meningen te verkennen zonder de eigen waarde te verloochen en verhoogt zijn capaciteiten om verschillende facetten van de waarheid te onderkennen.

Flexibel associren. We associren als de ene gedachte de andere met zich meebrengt. Bij het associren zie je als het ware een impuls via een kanaal van de ene naar de andere cel gaan en zo voor zichzelf een weg creren doorheen de hersenstructuur. Deze impuls heeft telkens meerdere mogelijkheden om zich door de hersenstructuur te bewegen (via duizenden dendrieten). Vanuit 1 punt zijn er altijd talrijke opties. Er zijn associaties die dominanter zijn dan andere. Een associatie met een grotere kans voor realisatie noemen we een sterke verbinding, een associatie met kleinere kans een zwakke verbinding. Een sterke verbinding heeft een grotere kans om voor te komen en zal zich bij herhaling telkens versterken.

Wanneer je herhaalt gaat het ook sneller. Gebeurt in de hersenen. De kans wordt dan kleiner dat een associatie een andere weg zal nemen. Hier is het bij creatief denken wel om te doen.

2 fundamentele verschillende manieren om nieuwe verbindingen te vormen:1. Disociatie, of een patroondoorbreking realiseren2. Resociatie, of een terugkoppeling makenResociatie terugkoppelingResocieren: wanneer je een originele terugkoppeling maakt tussen enerzijds een element dat niet tot je onderwerp behoord, en anderzijds een element binnen je onderwerp.

Discociren helpt je om bestaande patronen te ontdekken en nieuwe uitwegen te vinden. Resociren helpt je om verbanden te ontdekken die andere niet zien en niet voor de hand liggende verbindingen te maken die je probleem misschien op een heel andere manier oplossen. Beide zijn goed om te oefenen.

DivergerenEerste ideen zijn gezond verstand ideen. Door meer ideen te bedenken kan je toch nieuwe invalshoeken zien. = divergeren

Waarom bevordert divergeren je creativiteit? Als je dirigeert, kom je automatisch aan de grenzen van wat je spontaan kunt bedenken. Daar voorbij ligt het interessante materiaal, de patroondoorbreking, de nieuwe ideen, Want: nieuwe ideen passen per definitie niet in je bestaande denkpatronen. Het divergeren maakt gebruik van alle andere creatieve basisvaardigheden: snelheid van associren, creatief waarnemen, disociren en resociren, het vinden van nieuwe sporen, verbeelden van nieuwe invalshoeken. De creatieve denker laat zich leiden door een basisreflex: hoe zou dit anders kunnen? Hij heeft de overtuiging en het zelfvertrouwen opgebouwd dat er vroeg of laat een andere oplossing komt.

Verbeeldingskracht ontwikkelenDe vaardigheid verbeelden wordt in veel omgevingen minder hoog aangeslagen dan het verwoorden. Maar: geen enkele creatieve oplossing, hoe eenvoudig ook, kan worden bedacht, vormgegeven en gerealiseerd zonder verbeelding. Verbeelding = het vermogen zich een voorstelling voor de geest te maken van iets dat op dit moment niet fysiek waar te nemen is, beeldenken. Dit gaat niet alleen over visuele beelden. Verbeelding doet op talloze momenten van het dagelijks leven haar werk, bewust en onbewust

We kunnen zo specifiek aan onze beeldtaal denken het dit is belangrijk en nuttig voor creatief denken omdat: geheugenkracht, informatieverwerking, gevoelskracht, aantrekkingskracht van wensbeelden, communicatiekracht

GeheugenkrachtWe hebben slechts een beperkt deel van de werkelijkheid geleerd via de taak. Meer via beeldtaal. Door beeldtaal aan te scherpen kunnen we veel gebruik maken van deze informatie

InformatieverwerkingskrachtDe beeldtaak werkt veel holistische en ook sneller dan woordtaal. Door beelden worden ideen efficinter verwerkt en vormgegeven. Ze verplichten ons om duidelijker te zijn bij het vormgeven van de verbeelde werkelijkheid.

GevoelskrachtWanneer je werkt met beelden zit je altijd dicht bij het je gevoel. Via beelden kom je dichter bij je intutieve mogelijkheden

Aantrekkingskracht van wensbeeldenVan verbeelding gaat een sterke mentale aantrekkingskracht uit. Het wekt energie op.

CommunicatiekrachtBeelden hebben een sterke communicatieve kracht.

Nu snappen we ook waarom verbeeldingskracht voor de creatieve denker van cruciaal belang is. Voor alle innovatieprocessen is het ontwikkelen van deze vaardigheid een versnellende factor.

Creatief procesModellen helpen ons om greep te krijgen op de werkelijkheid, die dikwijls te complex is voor ons bevattingsvermogen.

Model creatief proces: heeft focus aan je denken en stelt je in staat om je afzonderlijk te concentreren op de aspecten van het creatief proces waar je het meest te halen hebt.

In zijn uiterste eenvoud kan je het creatief proces opsplitsen in 2 fases: De startfase De divergerende fase De convergerende fase

Startfasesoms ben je al begonnen voor je er erg in hebt. Andere keren ga je wel doelbewust op zoek naar nieuwe oplossingen voor een vraagstuk of nieuwe manieren om iets aan te pakken. Prikkel om nieuwe ideen te vinden door: Kan uit jezelf komen. Je omgeving Wanneer je wordt geconfronteerd met een onderwerp dat direct je aandacht trekt

Problemen en kansenProblemen. Je hebt een probleem als: Je niet tevreden bent met de huidige situatie. : geeft aan dat een probleem zich aandient vanuit een gevoel van ontevredenheid met de huidige situatie. Zo wordt een probleem ook wel eens gedefinieerd is het verschil tussen de bestaande en de gewenste situatie. Het ontevredenheidsgevoel maakt de nodige energie vrij om het probleem aan te pakken en op te lossen. Creativiteit kan je daarbij behulpzaam zijn. En, Als je niet direct een antwoord weet op de vraag hoe je die situatie tot tevredenheid kunt brengen : maakt onderscheid tussen een probleem en taak. Je moet veel vragen oplossen en de meeste ervan zijn taken. Kansen. Zonder ontevredenheid is onze neiging om verbeteringen aan bestaande situaties aan te brengen soms heel klein. Kansen beginnen pas te leven als iemand het ziet.

Kans denkenWe zijn voortdurend omgeven door kansen. Je moet dus niet wachten tot problemen zich aanbieden maar je moet de kansen zoeken. Dit is erg belangrijk. Is een attitude. Je kan er een proces van maken. Problemen en creativiteit kan je creativiteit stimuleren.

Bewust startenWanneer iets ingewikkeld is moet je langer bij de startfase stil staan. Verkenningscirkel: voelen denken willen. Voelen: gaat over je gevoel NU en je relatie met het onderwerp. In bedrijven vaak ongewaardeerd. Denken: gaat vooral over het onderwerp soms laat je je teveel leiden door je gevoel. Verwatering van de analyse verbindt de kwaliteit van het creatief proces. Soms is dit ook de oorzaak van onrealistische verwachtingen en dus van onontkoombare teleurstellingen Willen: gaat vooral over jezelf en de toekomst. In sommige organisaties loopt het fout op dit aspect omdat er een gebrek aan focus ligt. Men wil te veel en kan geen prioriteiten stellen. chaos.

Een onderwerp voor creativiteitCreativiteit is een modewoord, maar je kan er niet alles mee oplossen. Creativiteit maakt een verschil wanneer: Het onderwerp je ontbreekt aan nieuwe ideen Wanneer nieuwe ideen het verschil makenIn elke situatie kan creativiteit een bijdrage leveren. Maar niet altijd in dezelfde mate

Wanneer maken nieuwe ideen niet het verschil Als we het onderwerp nog niet echt begrijpen. (missen cruciale informatie, of het is te complex) Al we het onderwerp niet belangrijk genoeg vinden, niet echt willen aanpakken (missen motivatie) Als de ideen al bestaan maar we geen keuze mogen maken ( missen informatie) Als de ideen al bestaan maar we geen keuze mogen maken (missen bevoegdheden) Als de ideen al bestaan maar we geen keuze durven maken (missen motivatie) Als de oplossingsweg reeds duidelijk is, maar we de consequenties nog niet willen dragen (missen visie / en of missie) Als de oplossingsweg reeds duidelijk is, maar we niet in staat zijn de oplossing te realiseren (missen bekwaamheid en of bevoegdheid) Meestal gaat het om een combinatie.

Dus in plaats van aan nieuwe ideen ontbreekt het soms aan de nodige: Visie: om toekomstmogelijkheden te verkennen en de vernieuwede realiteit te verbeelden Informatie: om de omgeving te begrijpen of gedegen keuzes te kunnen maken Motivatie: om een probleem echt aan te pakken durf: om noodzakelijk, maar onprettige beslissingen te nemen bekwaamheden: om een traject tot een bevredigend resultaat te brengenin deze situatie kan creativiteit maar een deel oplossen.

Analysevragen:1. is de topic helder? Is dit wel een vraag? Oplossing komt binnen bereik of probleem kantelt. Via herformuleren kun je achterhalen hoe duidelijk de problematiek is en of het probleem wel het probleem is2. beschikken we over relevante gegevens? Als je informatie mist kan je het verkeerde probleem aan gaan pakken of in de divergerende fase n niet goed kunnen kiezen omdat men niet weet of de ideen het probleem oplossen. Oplossing: je vooraf afvragen welke gegevens noodzakelijk zijn om het probleem te snappen. 3. Wie is de probleemeigenaar? Een goede probleemeigenaar bezit over de 4 bs: betrokken, bereid, bevoegd, bekwaam. 4. beschikken we over voldoende tijd om dit probleem aan te pakken? Je moet ruimte en tijd maken voor een creatief proces. Druk deadlines en tijd zijn nodig.

De startformuleringJe eindigt de startfase met de starformulering voor de divergerende fase. Na het checken van je gevoel, analyse van de problematiek, bepalen van je motivatie, ben je klaar om ideen te gaan bedenken. Je formuleert het bet door: Formuleer het doel in 1 zin ( beknopt + verplicht 1 keuze) Formuleer het doel niet te breed of te algemeen, maar hou een concrete focus. Als je een probleem te hoof op de abstractieladder formuleert, krijg je ook heel algemene niet inspirerende oplossingen. Soms krijg je deelproblemen die je apart aan moet pakken. Je kan ook eerst de cruciale doen. Vermeld een probleemeigenaar in de formulering. Soms meerdere Een raag die begint met Hoe of BEDENK nodigt uit tot et aanbrengen van ideen de vragende voornaamwoorden als wie wat waar wanneer waarom ect nodigen uit tot het verzamelen van gegevens en vinden dus plaat in de briefing. Hoe: focust op het bedenken van de manier waarop je iets wilt realiseren Bedenk: focust op eindresultaat Formuleer het doel uitdagend en aantrekkelijk.

Wilde ganzen: mensen die je uitnodigt omdat ze creatief zijn maar van het onderwerp niet s afweten. Bij het divergeren zijn ze dan niet belemmerd.

Creatieve ruimte: ruim, daglicht, daglucht, materialen, buiten werkomgevingTiming: enkele uren.

Creatieve sessie startfase: Verwelkoming Spelregens en opwarmingsoefeningen Briefing: de probleemeigenaar legt het probleem uit. De groep stelt vragen, eventueel aan de hand van de verkenningscirkel Herformulering: iedere deelnemer maakt een eigen startformulering. Dit wordt besproken Keuze 1 van de startformulering voor de divergerende fase Begin van de divergerende fase

Hoofdstuk 5 Divergerende FaseDivergeren = ideen genereren voor het doel. Je tracht zo veel mogelijk nieuwe ideen te vinden voor een probleem of doelstelling.

Eerste ronde, tweede ronde Je kunt het divergeren bij jezelf en anderen stimuleren door een soort denkruimte te creren waar plaats is voor spel, experiment en fantasie. Hier kan en mag meer dan in de realiteit, en dominante logische denkpatronen worden verlaten. Oordeel wordt uitgesteld In de eerste ronde ga je reeds alle ideen benomen die je spontaan kunt bedenken. tot je de grens van je spontane verbeelding bereikt. Daarna begin je de tweede ronde om de kwantiteit en vernieuwingsgraad van je ideen te verhogen. Door middel van technieken.

Regels voor creatieve sessie: Stel je oordeel uit Wees open binnen de creatieve groep Geef extra aandacht aan naeve ideen Geen hirarchie of arrogantie Lift mee op de ideen van anderen

Divergerende technieken Voorondertellingen Directe analogie De superheld Persoonlijke analogie Toevalstreffers Vrij incubatie Geleide fantasie

Alle divergerende technieken magen gebruik van 2 belangrijke denk activiteiten: verwijderen = je bewuste aandacht gaat niet langer naar de probleem of doelstelling uit maar je aandacht verlegt zich naar een element of situatie die vreemd is aan het probleem resociren. = een bewuste denkactiviteit die vanuit dat element of die situatie een terugkoppeling forceert naar de probleem- of doelstelling. Op die manier komen in je hersenen nieuwe verbindingen tot stand die kunnen leiden tot nieuwe invalshoeken. Bij technieken: de manier van verwijdering van het probleem maakt het verschil tussen de technieken uit. Resociren doe je altijd.

VooronderstellingVooronderstelling: zijn denkpatronen die automatisch optreden bij een persoon wanneer hij zich met bepaalde problematiek bezighoudt. Ze worden als vanzelfsprekend meegenomen in het nadenken over het probleem. Iemands veronderstellingen kunnen veroorzaakt zijn door de woorden waarin een problematiek is geformuleerd, door de context waarin het probleem is gesitueerd, zelf verbonden zijn met zijn ervaringen of de bredere omgeving waar hij toe behoord. Vooronderstellingen zitten van naturen ingebakken in de manier waarop het menselijk denken functioneert. Waardevol. Ze reguleren en vereenvoudigen het dagelijks leven. Ze vereenvoudigen het communiceren. Maar vooronderstellingen beperken ook bij het divergeren. Ze vertegenwoordigen een bepaalde visie en verhinderen zo om op een andere manier naar een probleem te kijken. Slaag je erin deze belemmerende vooronderstellingen te identificeren en tijdelijk te elimineren, dan kun je oude patronen doorbreken en treed er nuttige visieverandering op. Veronderstellingen kunnen bewust en onbewust aanwezig zijn.

Hoe werkt de techniek. De techniek bestaat erin tijdens de divergerende fase een moment in te lassen waarin je de (bewuste en verborgen) vooronderstellingen gaat opsporen om ze nadien, met uitstel van oordeel, tijdelijk uit te schakelen. Om vooronderstellingen te identificeren, bestaan er 2 basismethoden1. Je kijkt naar enkele cruciale termen in de startvorming --? Daarna zoek je de vooronderstellingen die met deze woorden of context verbonden zijn. Dan neem je elke vooronderstellig en stel je de vraag: wat indien deze voorondertelling niet geldig is of wat indien men de vooronderstelling omkeert? Welke nieuwe ideen komen dan binnen denkbereik? 2. Je start met de ideen van de eerste ronde. Je kijkt naar de oplossingen en zoekt gemeenschappelijke kenmerken van deze ideen. Dit zijn dan de vooronderstellingen. Deze schrijf je op. dan doe je veronderstelling en stel je dezelfde vragen als bij methode 1.

Vooronderstelingen leiden tot vernieuwende inzichten en is een goede starttechniek. Geschikt bij organisatorische en technische problemen. In een groep moeten deelnemers hun eigen denken kritisch benaderen, ze hebben discipline nodig. Omwille van de emotionaliteit is de techniek in groep moeilijker toe te passen in persoonsgerichte en psychologische context.

Directe analogie2 elementen vertonen analogie als ze (altijd gezien vanuit onze hersenen) gelijkaardige kenmerken vertonen. Deze gemeenschappelijke eigenschappen noemt men de analogiebasis. Het herkennen van analogie is een basiskwaliteit van het menselijk denken. Het is een deel van het associatief denken waarmee we een fundamenteel stuk van onze algemene kennis uitbouwen. Telkens als we iets nieuws waarnemen, maken we bevindingen met onze bestaande kennis (patronen), anders zouden we het nieuwe wellicht zelfs niet kunnen herkennen. Bij de creatieve analogie maken we gebruik van deze basisvaardigheid, maar wel op andere manieren dan gewoonlijk. We proberen verrassende verbanden te leggen tussen een element binnen de probleemcontext ( onderwerp) en een element buiten de probleemcontext (analogon). We resocieren van daar uit naar nieuwe ideen. Hoe werkt de techniek?Met de directe analogie laat je je inspireren door een thema (analogon) dat ver van je probleem af staat. Je gebuikt dit analogon als startpunt voor het resociren naar jee startformulering. Hoe gaat dit: Je kiest een concrete en cruciale term uit de startformulering als onderwerp. daarna kies je een analogon dat als inspiratiebron zal dienenmoet voldoen aan de volgende voorwaarden:concrete termver weg van het onderwerpinspirerend Je kunt dit analogon dan op 2 manieren gebruiken. Resocieren vertrekkend vanuit de analogiebasis Resociren vertrekkend vanuit de kenmerken specifiek voor het analogon Resociren.

Directe analogie:1. Startformulering2. Eerste ronde3. Kies een analogon, kies of je met de verschillen (a) of met de gelijkenissen werkt (b)a. - 4. Wat is specifiek voor dit analogon? Schrijf de eigenschappen op- Hanteer elke eigenschap als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideen. Resocieerb. 4. Wat zijn de gelijkenissen tussen het onderwerp en het analogonc. Hanteer elke gelijkenis als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideen. Resocieer. = Analogie natuur. Met de natuur wordt dan alles bedoeld dat een mens omringt of waarvan hij deel uitmaakt. Voor elk probleem is een oplossing. Bionica= een wetenschap die de organische systemen bestudeert en die de aangetroffen mechanismen op concreet technische problemen toepast. Zo vonden tal van uitvindingen hun oorsprong ergens in de natuur.

Directe analogie is een laagdrempelige techniek, breed toepasbaar en wordt door de meeste groepen als inspirerend ervaren. Tips: het analogon moet inspirerend en voldoende goed getekend zijn. Natuur kan inspirerend zijn.

De superheld De superheldtechniek brengt de helden opnieuw tot leven in concrete probleemsituaties. = fantastische analogie, vertoont gelijkenis met directe analogie maar fantastische analogie beperkt zich niet tot de realiteit. Hierdoor ontstaat een andere invalshoek om naar een probleem te kijken en kunnen nieuwe ideen worden gegenereerd.

Hoe werkt de techniek:Heem een heldin in je hoofd waar je ontzag of bewondering voor koestert. Liefst een originele. Roep nu in gedachten de gekozen held of heldin tot leven. Eenmaal de heldin voor ogen vraag je je af hoe zij zou reageren op het probleem.

Superheld 1. Startformulering2. Eerste ronden3. Neem een held of heldin in gedachten4. Maak de heldin levend. Welke eigenschappen kun je hem of haar toeschrijven?5. Hoe zou je held of heldin jouw probleem aanpakken?6. Vertaal de suggesties naar concrete oplossingen voor het probleem. Resocieer.

Sprookjes etten aan om creatief te durven denken

Creatieve sessie: mensen vinden dit leuk. Meer diversiteit als iedereen een andere held kiest.

Persoonlijke analogieDeze techniek is ontstaan vanuit de vaststelling dat technici en uitvinders zich sterk identificeren met het onderwerp van hun aandacht. De persoonlijke analogie doet een sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding. De nieuwe ideen ontstaan bij de techniek doordat je je gaat inleven, niet ineen persoon, maar in een voorwerp van de probleemcontext.

Hoe werkt de techniekje selecteert een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext en vraag je af hoe je je zou voelen als je dit was. Dan vraag je je af wat je zou doen. Daarna ga je bedenken wat voor ideen je had.

Persoonlijke analogie1. Startformulering2. Eerst ronde3. Selecteer een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext4. hoe zou ik mij voelen als ik dit voorwerp wat in die specifieke situatie?5. Hoe zou ik reageren vanuit dit gevoel?6. Welke actie zou ik ondernemen7. Resocieer

Creatieve sessie: Persoonlijke analogie vergt veel inlevingsvermogen en verbeelding. niet iedereen vind dit leuk. Ideaal bij technische problemen.

ToevalstreffersDeze techniek vloeit voor uit de overtuiging dat je alles met alles kan verbinden in je hoofd. En als je dat zelf ook gelooft, werkt het ook. Vertrekkend van elk willekeurig gegeven zal je brein met meer of minder moeite dit gegeven kunnen terugkoppelen naar de probleemsituatie. Techniek is efficint voor mensen die de basisvaardigheden al onder de knie hebben

Toevalstreffer1. Startformulering2. Eerste ronde3. Kies lukrake informatie: een beeld, of foto, voorwerp, geluid4. Associeer rond de lukrake informatie5. Resocieer

Creatieve sessie, Soms komen volgende ragen naar boven: Hoe lang moet je resociren vanuit een term? Tot je er een aantal ideen uit hebt gehaald. Hoe minder lukrake term het probleem heeft, hoe beter. Dan verplicht je je brein echt nieuwe verbindingen te maken Kan je verschillende woorden na elkaar nemen? Ja, maar maak het jezelf niet te makkelijk Wat is slechte lukrake informatie? Wanneer het binnen je probleemgebied valt, want dan brengt dit geen nieuwe informatie mee kies nieuw woord Wanneer pas je deze techniek toe? Voor alles soorten problemen. Vaak handig om als laatste te gebruiken uitsmijter.

Vrije incubatieIncubatie stemt overeen met een verwijdering uit de logische context van het probleem. De verwijdering kan mentaal of fysiek zijn. Incubatie slaat op de periode van het proces waarin je met je aandacht niet bij de problemen bent. Je aandacht is dan op iets anders gevestigd. Je hersenen zijn echter nog steeds met het probleem bezig en later de informatie sudderen en rijpen in het onderbewuste. Dit kan leiden tot een Eureka moment = de hersenen reiken een oplossing aan voor een probleem waar je op dat moment niet bewust mee bezig was. Je moet de incubatie de vrije loop laten en niets forceren. Je moet bewust afstand nemen. Doet kwaliteit creativiteit ten goede. Vooral bij taaie problemen.

Vrije incubatie1. Startformulering2. Eerste ronden3. (eventueel tweede ronde)4. Leg het probleem naast je neer, neem afstand (mentaal fysiek)5. Wacht af

Incubatiemethodes: Je metaal wijden aan een andere werkopdracht Relaxen. Het brengt de hersenen in een ander ritme dan het dagritme. Via oosterse Mediatieve en ontspanningstechnieken. Fysieke inspanning, kan mentale ontspanning bevorderen In nieuwe omgeving zitten die prikkelt tot anders denken. Beweging. ( zich voortbewegen, verplaatsing)Je moet je eigen mix van incubatiemethodes vinden

Creatieve sessie: wanneer je tijdens een creatieve sessie plaats wilt maken voor incubatie, kun je ook een ludieke tussen brainstorm houden. Hierbij zoek je oplossingen voor een ludiek probleem. Dit zorgt niet alleen voor verwijdering maar biedt bovendien de kans om het groep creatieve denken en de spelregels voor divergentie in te oefenen. Dankbare opwarmer van 5 minuten. Zorgt voor positieve sfeer. Bij incubatie moet je wel de opdracht geven terug te komen met ideen. Notitieboekje.

Geleide fantasieBij geleide fantasie laat je de incubatie niet langer vrij maar stuur je deze via een scenario. Het scenario zorgt voor de verwijdering van het probleem, voor elementen van inspiratie en voor momenten van terugkoppeling. Geleide fantasie maakt gebruik van beelddenken. . Beelddenken staat hier voor het denken in geesten beelden die ontstaan uit de diepere lagen van ons denksysteem. Dit vermogen doet op talloze momenten van het dagelijks leven zijn werk, veelal onbewust. Zo dromen wij bijvoorbeeld in beelden. Bij geleide fantasie maken we echter bewust gebruik van denkbeelden. Je moet je aan dit proces kunnen overgeven en er op vertrouwen dat je in je brein meer goede dingen hebt dan waar je vat over hebt. Je hebt hier tijd voor nodig.Beeldenken kun je op verschillende manieren inzetten. Geleide fantasie kan je toepassen met onderwerpen als visieontwikkeling en productontwikkeling. Ook voor korte termijnproblemen werkt geleide fantasie. Zo kun je het ook inzetten om te bepalen welke richting je uit wilt rond een bepaald thema.

Geleide fantasie0. Vooraf heb je een scenario geschreven1. Startformulering2. Eerste ideen3. Ontspanning4. Start scenario5. Open je voor de innerlijke beelden6. Na de geleide fantasie: resocieer vanuit de beelden en symbolen

Creatieve sessie: voorzichtigheid is geboden indien je met een andere persoon of met een groep oefeningen met geleide fantasie gaat uitvoeren. Bereidt dit goed voor en test vooraf de scenariosVooronderstellingenDirecte analogieDe superheldPersoonlijke analogieToevalstreffersVrij incubatieGeleide fantasie

IncubatietijdSnelSnelSnelSnelHeel snelTraagMedio

DrempelLaagLaagLaagHoogMedioLaagHoog

DiepgangBreedBreedBreedDiepBreedDiepDiep

Specifieke vereistenEigen denken kunnen bevragenMinimun aan speelsheidMinimum aals speelsheidSterk inlevingsvermogenErvaring met resocirenVoldoende tijd nemenOpenheid

Wanner wel of beter niet Niet bij heel persoonlijke of emotionele topicsKan altijd Kan altijdBest bij technische topicsBest in combinatie met andere techniekenAls je tijd ebtBest niet met onervaren groepen

. Niet iedereen staat er open voor. Hoge drempel.

Welke techniek?je voorkeur is het meest belangrijk.

Creatieve sessie: Wat je graag doet zal je goed doen. Incubatietijd: trage techniek omdat hij wacht op oplossing. Ook andere vormen wenden vorm van incubatie. Ze laten de incubatie echter niet zijn vrije beloop maar trachten deze in te korten door op een gestuurde wijze te verwijderen en terug te koppelen. Geleidde fantasie is een tussenvorm waarbij wel gepoogd wordt de diepere lagen van het enken te betrekken bij het zoeken naar oplossingen. De vijf andere zijn eerder snelle technieken waardoor de incubatie niet dezelfde diepgang zal hebben. Het komt er hier op aan snelle nieuwe verbindingen te maken, van deze vijf technieken is vooronderstelling e meest rationeleLaag versus hoogdrempelig technieken: persoonlijke analogie en geleide fantasie hebben de hoogste drempel. Ze zijn wel efficint voor de creatieve denkers met een grote hoeveelheid gevoelsmatige verbeelding en inlevingsvermogen. De direct analogie is daarentegen voor velen toegankelijk en is zeer geschikt voor grote groepenToepasbaar De techniek van de vooronderstellingen is breed toepasbaar en vooral zinvol bij technische en organisatorische opdrachten. Men kan beter vermijden deze techniek toe te passen op persoonsgerichte of psychologische problemen. De directe analogie en de superheld zijn breed toepasbaar voor een waaier aan opdrachten en groepen. De persoonlijke analogie is ideaal voor topics met een sterke technische component en als de deelnemers er open voor staan. Voor vrij incubatie speelt vooral de tijdsfactor en de betrokkenheid mee. Geleide fantasie vergt een ervaren begeleider als je deze techniek succesvol wilt gaan toepassen in een groep Kwaliteit versus kwantiteit, of diep versus breed. Kwaliteit staat hier niet voor betere ideen, maar voor meer doorvoelde ideen. Ofwel kies dus voor een techniek die snel vl ideen beoogt: vanuit de kwantiteit moet dan de kwaliteit komen. Ofwel kies je voor een techniek die een beperkt aantal, maar dan ook kwalitatief reeds sterk doorgevoerde ideen genereert.De techniek van vooronderstellingen leidt zeer vlug tot nieuwe, doorbrekende inzichten, en gaat stapsgewijze breed. De directe analogie is zeker de makkelijks divergerende techniek. De superheld en toevalstreffers kiezen voor breedte en zullen iets minder ideen geven met onervaren groepen. Persoonlijke analogie, vrije incubatie en geleide fantasie kiezen resoluut voor minder kwantiteit maar meer diepgang. Ze leveren meer doorvoelde, emotioneel gedragen ideen.

Hoofdstuk 6 Convergerende faseBij convergentie inspanning: selecteren, uitwerken, verfijnen, toetsen, verbeteren, uitvoeren. Nadelen divergentie: Door vrijheid van denken kan je de focus op het doel kwijtraken Je komt los van de realiteit en je kan vergeten dat de ideen gerealiseerd moeten worden Ideen te vaag Je wilt niet terug naar de werkelijkheidNa e divergerende fase heb je nog niets. Dit komt in de convergerende fase. Bij convergentie: voel je aan waar grootste potentie in zit. Je ontwikkelt ideen tot beloftevolle concepten. Je verbeeld de realisatie en deze verbeelding kun je op andere overbrengen en daarvoor de gepaste acties ondernemen. Dit deel van het creatief proces boort andere aspecten van je creatieve vermogen aan. : focussen, kiezen, concepten bouwen, syntegreren, activeren

Deze fase valt uit een in kiezen, ontwikkelen en activeren.

KiezenHoe kies je:1. Eerst focussen. Op doel en afvragen waar het om ging. 2. Ratio en gevoel. Beide kanten zijn belangrijk. Ratio brengt beperkingen gevoel houdt contact met minder tastbare aspecten die voor vernieuwende zaken wel een belangrijker kunnen zijn Het is essentieel te beseffen dat hoe meer radicaal vernieuwend ver verzonnen ideen zijn, hoe meer de gevoelsmatige aspecten bij de keuze de doorslag zullen geven. Als het om radicale innovatie gaat zijn er weinig of geen gegevens voorhanden waarmee de ratio kan werken. Grondstof. Ideen zijn grondstof voor oplossing. Kies de ideen op basis van de waarde die ze bijdragen tot het realiseren van je doelstelling. Pas op voor de valkuil van de creadox. je wilt iets nieuws, je bedenkt nieuwe ideen, maar je kiest voor het oude..Niet de haalbaarheid is in deze fase het eerste criterium, wel de bijdrage die een idee of een groep van ideen kan leveren ter verwezenlijking van het doel dat je je hebt vooropgesteld. Loslaten. Van ideen die je niet verder gaat ontwikkelen. Focus op de verschillen. Mensen zijn geneigd eerder te kijken naar de gelijkenissen omdat men het nieuwe als wil inpassen in wat men al kent. Intutie. Gislaine bromberger definieert: een direct weten waarbij ervaring en gevoel een koppeling maken. Dit lever geconcentreerde inspiratie op. Volg je intutie. Keuzetechnieken. Zie later. COCD box helpt je je eigen innovatieve ideen beter te begrijpen en er doelmatiger over te communiceren.

Creatieve sessie: Kiezen met groepen kan je verdelen in 2 verschillende soorten keuzeprocessenTijdens creatieve sessies word je gevraagd als je deelnemer binnen deze groep ten diensten te stellen van de probleemeigenaar. Via de probleemformulering is er een doel opgesteld. Je kijkt als groepslid natuurlijk zelf, maar als het ware vanuit de situatie van de probleemeigenaar naar de ideen, en kiest en ontwikkelt deze ideen die in dat kader de meeste toegevoegde waarden hebben.Een heel andere situatie van kiezen met groepen is die waarbij verschillende partijen binnen een groep een eigen standpunt innemen (verdedigen), en toch gezamenlijk tot een gezamenlijk besluit (keuze) moeten komen. Je zou dit onderhandelend kiezen kunnen noemen. Het doet zich voor in tal van politieke situaties. Dit proces staat niet in het boek omschrevenKiezen met groepen heeft diverse procesmatige en psychologische kanten. Bij de keuze van je keuze model kan je je het best laten leiden door de volgende overwegingen: De betrokkenheid van de groep Het aantal ideen waarmee je start, en hoeveel je er wilt overhouden De mate van innovatie die je nastreeft De gewoontes in de omgeving waarin je actief bent

Techniek 1: de COCD boxbest in het begin van de convergentie in creatieve sessies en innovatieprocessen. Je maakt direct selectie voor beloftevolle ideen, richt de focus op vernieuwing en verhoog je de emotionele betrokkenheid. De cocd box is ontstaan vanuit frustratie met de creadox. Hoe kan je vermijden dat bij de eerste selectie van de beloftevolle ideen weer vervalt in de oude patronen zodat de innovatiepotentie hierdoor wordt weggesnoeid.

Bij selecteren 2 basiscriteria: Realiseerbaarheid vernieuwingskracht.

Hoe: iedereen krijgt 8 blauwe 8r rode 8 gele stickers bekijk idee lijst in stilte schrijf nummers van ideen op iedereen pakt stickers COCD wordt getekend Meest 6 ideen met bijv. meer dan 3 stippen worden in dominante kleur geplaats Je kan je verdedigen Ontwikkelfase

Tips coach:1. Jet in stilte kiezen voorkomt dat er gestuurd wordt door enkele deelnemers2. Verschillende deelnemers kunnen verschillende kleuren geven dan:a. Meest voorkomende wintb. Gelijke stippen: blauw wint over rood, rood over geelc. Bij 1 blauw 1 rood 1 geel: rood. Want 2 vinden het haalbaar een 2 origineel.

Techniek 2: hits per doelgroepAls in je team verschillende subgroepen aanwezig zijn laat je hen stippen zetten. Zo zie je welke ideen in de smaak liggen bij welke subgroepDit doe je als: de betrokkenheid van diverse (vertegenwoordigde) groepen heel belangrijk is bij de verdere uitwerking van een idee. Als bij een innovatieproject duidelijk is wie het project zal gaan uitvoeren kun je dit belangrijke aspect meenemen in je besluitvormingsprocedure.Nigel Maclennan. Slaagkans: Kwaliteit van idee Kwaliteit van de persoon of team die het idee gaat realiseren De kwaliteit van de betrokkenheid van deze mensen. Is belangrijkste factor. Techniek Dr. Love speelt op

Techniek 2. Dr. LoveElk groepslid kiest een idee. Deze keuze vormt het startpunt van de ontwikkelingsfase waarin je mensen precies deze ideen laat uitwerken en uitvoeren die ze zelf leuk vinden. Het kan in verschillende fase van het proces maar is gebruikelijk bij de realisatie. Is in combinatie met andere technieken mogelijk.

Je moet je techniek aanpassen aan de groep, het onderwerp en de specifieke omstandigheden

OntwikkelenNieuwe ideen zijn nooit direct af. Als je er energie aan toevoegt wordt de waarde verhoogt. Ideen moeten evolueren van het abstracte, conceptuele niveau naar het concrete, praktische niveau. Anders blijven het slechts ideen. Dit vereist inspanning en ontwikkelvaardigheden van de creatieve denker. Er zijn hier veel technieken voor. De vraag die je stelt is: wat staat er nog tussen het huidige idee en de realisatie van dit idee in? Waarom is het er nog niet? Sommige van deze antwoorden hebben rechtstreeks betrekking op het idee zelf, andere op de context waarbinnen het idee gerealiseerd zal worden. Bij het ontwikkelen van een idee ga je eerst kijken naar de idee specifieke elementen. Dit zijn de aspecten die je moet verbeteren aan het idee zelf. Daarna werk je aan de omgevingsfactoren.

Alfa, beta, gamma ideen. Ideen heb je in verschillende stadia van uitwerking. Een idee dat pas is ontstaan, als een spontane inval tijdens een gesprek, is er slechts in zijn geestelijke vorm, vluchtelijke vorm. = alfa idee. Je geeft dus de graad aan van ontwikkeling waar een idee zich bevindt. Wat Wanneer

Alfa ideeKreet, woord, titel, zin schets,Tijdens de divergerende fase van een creatieve sessie / plotselinge inval / kan op ieder moment

Beta ideeHet idee heeft een naam, is beschreven, beoordeeld, verrijkt vb: ideeformulier is ingevuldHalverwege de convergerende fase

Gamma ideeEr is nagedacht over omgeving en implementatie. Klaar voor beslissing en actieVlak voor de uitvoering.

V 3 cirkel Je hebt het idee uitgekozen. Je vind het waardevol en je wilt het idee voeden, sterker maken. V3 is een ontwikkel cirkel, ook wel een stappenmodel, drietrapsraket, waar je meerdere keren doorheen gaat. Dit levert sterkere meer levensvatbare ideen.

StapWat doe je Technieken

V1 VormgevenEerst ga je zo goed mogelijk vormgevenIdeeformulier, moodboard, spiegel, cartoon

V2 Het vonnusJe gaat beoordelenGe Vo Na, prefer, multicriteria- analyse

V3 VerrijkenVerrijken van ideePMO, schaven, alle zintuigen, usp ump

Ten slotte ga je het in de verrijkte vorm opnieuw beschrijven V4=V1Methodes voor het vormgeven van ideen. Voor jezelf en anderen

Techniek 1 Idee formulierFormulier met krachtlijnen van idee. Geeft structuur aan de diversiteit van ideen zodat zowel de beoordeling als ontwikkeling vlotter verloopt. Vaak gebruikt: na de beste alfa ideen, met de COCD box, om deze beter te beschrijven.

Techniek 2 Moodboard En collage om de sfeer uit te dragen. Vaak gebruikt: bij verschrijven van ideen met een hoge gevoelsfactor. (reclame)

Techniek 3 De spiegelVerwoord je idee tegenover een gesprekspartner die als enige taak heeft verduidelijkende vragen te stellen. De toehorende oordeelt niet, maar vraagt door als iets niet duidelijk is. Dit geeft de bedenker van het idee de kans het idee verder vorm te geven tijds het gesprek. Dit kan op ieder moment. Het is ook een methode om het idee te testen.

Techniek 4 cartoonidee vormgeven door eigenaar. Vooral bij: creatieve sessies met groot budget.

Methodes voor vonnis. Het vonnis moet genuanceerd zijn. Het kan soms leiden tot een emotioneel conflict: als je een idee zelf hebt bedacht en vormgegeven, heb je vaan niet veel zin om de nadelen te bekijken. Je moet dan onderscheid kunnen maken tussen de gevoelsmatige en de rationele beoordeling. Bij een creatief proces zijn meestal meerdere uitgewerkte ideen te beoordelen. Een reden te meer om zorgvuldig je oordeel te vellen maar ook efficint te handelen. Hoe innovatiever het idee, hoe moeilijker deze traditionele managementinstrumenten te hanteren zijn. Innovatieve ideen hebben in dit stadium nog veel onbekende aspecten. Meetel ontbreken de nodige gegevens om er uitgebreide rationele analyses op uit te kunnen voeren. Daarom hebben we technieken nodig die ruimte laten voor verkenning, voor het gevoel voor het zoeken naar potentieel.

Techniek 1 GeVoNa (gevoel, voordelen, nadelen)Je geeft zowel je gevoel als je ratio een duidelijke plaats bij het beoordelen Je begint bij gevoel. Verstand schakel je uit. Geen verklaring nodig Verstand. Je beschrijft voordelen, eventueel met commentaar Verstand. Je zoekt nadelen. Je moet de stappen volgen. Je gebruikt het als je een beoordeling voor je beta ideen wil geven. Kan goed in groep

Techniek 2 PreferJe beoordeeld de ideen op basis van 4 parameters: potentie, risico, moeite, gevoel (potentiol, risk, effort, feeling). Je plaatst ze in een schaalverdeling van laag naar hoog (1-10). Je kunt de parameters met gewogen gemiddelden laten meespelen in het eindresultaat. Je gebruikt het bij een grote reeks innovatieve concepten om een snelle selectie te kunnen maken.

Techniek 2 Multi Criteria analyseEen meer gestructureerde en planmatige keuzemethode waarbij je eerst de criteria van de beoordeling uit de briefing haalt, en daarna de belofte volste ideen uit de ideenlijst naast deze criteria legt. Je gebruikt het bij complexere en soms meer technisch georinteerde keuzeprocessen, of wanneer je een groep mensen wil betrekken bij besluitvorming. Soms vinden mensen het moeilijk waardoor er veel tijd in gaat zitten. Verrijken V3Als je je idee hebt wil je dat de buitenwereld het ook goed vind. Je moet de ideen sterker maken, meer facetten toe voegen en de min punten aanpakken en oplossen. Een verrijkt idee staat stevig. Een idee kan ook nog afvallen. Je hebt technieken om de kwaliteit van een idee te verbeteren

Techniek 1 PMO (plus min ontwikkelen)Veel ideen beoordelen en verrijken. Snelheid is belangrijke factor. Beperk je dus enkel tot belangrijke opmerkingen Pluswat zijn de 2 a 3 belangrijkste pluspunten van het idee? MinWat zijn de 2 a 3 belangrijkste min punten van het idee? Ontwikkelenbedenk manieren om de minpunten aan te pakken zodat het idee sterker wordtJe gebruikt het wanneer je weinig tijd hebt (10 min / idee) of je een versterkingsoefening wilt doen waarna bijvoorbeeld een 2e selectie kan gebeurenTechniek 2 SchavenGefocust naar verschillende elementen van je onderwerp kijken met telkens de vraag wat je aan het idee zou kunnen veranderen om het sterken te makenS:substitueren, vervangenC:CombinerenH:HerschikkenA:AanpassenVv:vergroten, verkleinenE:EliminerenN:Nut gevenJe gebruikt het als je ka het beoordelen van het idee niet overtuigd bent van de kracht en je toch verrijkingspotentieel aanvoelt. Je kunt het verrijken gericht doen met de minpunten als startpunt, of gewoon intutief en zien waar je uitkomt

Techniek 3, alle zintuigenAls een idee appelleert aan meerdere zintuigen tegelijk verhoogt de impactwaarde. Je geeft het idee meer body en je voegt aspecten toe waar je eerst niet aan had gedacht wordenZicht, gehoor, smaak, reukzin, tastzin, beweging, orintatie, levensritmeJe gebruikt het als je een idee beter wil aankleden

Techniek 4 USP UMPBekende marketingtechniek waarbij je bij een nieuw concept op zoek gaat naar: De unieke reden waarom iemand jouw product koop ipv die van iemand anders (unique selling proposition) Het onderscheidende marketingimago waarmee klanten zich zullen willen identificeren als ze jou idee zullen aankomen (unique marketing propositions)Je gebruikt dit vooral als je veel concurrentie hebt.

Bij het verrijken van ideen ontstaat een neiging om ideen steeds complexer te maken. Dit gebeurt spontaan omdat je idee vaak vertrekt van een basisgedachte, en je dit uitgangspunt bij het verrijken zoveel mogelijk intact wil houden. Dit is een verdedigbare houding. Toch zal blijken dat de basisgedachte niet sterk genoeg is en dat de obstakels niet zijn op te lossen zonder heel ingewikkelde constructies. Meestal is dit het signaal om een idee los te laten. Eenvoud is een eigenschap van de grootste ideen.

V1 = v4 vormgevenje bent weer vooraan. Een verrijkt idee geef je ook weer vorm zodat de communicatieve waarde vergroot. Hoe presenteer je je idee vergroot slaagkansdit kan op verschillende manier en is afhankelijk van het idee en de context waarin het wordt gepresenteerd. Je moet presentatie creatief maken

syntegreren op niveau van de ideenlijstsyntegreren = het combineren van losse ideen van verschillende aard die individueel niet de oplossing bieden maar in de juiste combinatie wel. Dit is een cruciale denkactiviteit voor superieure convergentie. Het is belangrijk en niet makkelijksyntegreren speelt zich af om het niveau van alle ideen. Het is gelijk aan clusteren. Clusteren is het samenvoegen van ideen onder dezelfde titel. Bij syntegreren neem je verschillende soorten ideen en maak je er een nieuw overkoepelend voorstel tot oplossing van. Hoe: de creatieve denker heeft het doel voor ogen, overziet de beloftevolle ideen van de COCP box en maakt combinaties. Hij voegt elementen samen. Kun je oefenenDit is de moeilijkste fasen. Het mysterie van de creativiteit behoudt zijn mystiek in het syntegratieproces. Het bundelen, samenvoegen, combineren van losstaande ideen laat zich niet zomaar sturen

Techniek: the big 4Is syntegratiemethode. Je vertrekt van de ideen in de COCD bos. Je geeft jezelf de opdracht om met deze ideen als basisingredinten 4 verschillende totaaloplossingsvoorstellen te bedenken. Je doet dit aan het einde van de convergentie van ideen.

ActiverenRedenen waarom ideen de realisatie niet bereiken: Het is makkelijker om ideen te bedenken dan er een succes van te maken Je vind je idee goed en je gaat er van uit dat het zichzelf realiseertNa het kiezen en ontwikkelen gaan we activeren. Dit vereist: Goed voelen en nadenken De reacties van de buitenwereld inschatten Een strategie kiezen Motivatie checken, eventueel opvoeren Maatjes vinden Argumenten bedenken om collegas, bazen, klanten te overtuigen En uiteindelijk ageren: doen, lopen praten ectEr zijn technieken om te activeren

De MBA van het activerenMotivatieje begint bij jezelf. Komt de hoogte van je motivatie overeen met het te realiseren doelBuitenwereldhoe reageert de buitenwereld, bedenk oplossingen voor eventuele weerstandActiepadje gaat na hoe je jezelf en andere kunt ondersteunen bij het realiseren.

MotivatieAltijd eerst het gevoel. Je kunt blij zin met het idee maar niet met de realisatie. Motivatie is de belangrijkste factor om innovatie succesvol te volbrengen.Technieken:

Techniek 1: verken je gevoel. Ga na welke aspecten van dit idee je energie geven en welke aspecten je als obstakels beschouwt. Het bedenken van ideen geeft altijd een goed gevoel. Daar schuilt het gevaar in. Beslis of je er voor gaat. Je doet dit voor je in actie komt

Techniek 2 visualiseer de realisatie Visualiseer het eindresultaat. Je bekijkt de aspecten zo gedetailleerd mogelijk. Visualiseren helpt om sneller bij je echte gevoelens te komen, en los te komen van de emotie van het moment Visualiseer het actiepad. je begint bij de gerealiseerde toestand. Dan kun je visualiserend de weg ernaartoe stelselmatig teruglopen tot je bij het huidige moment terug bent. Zo zie je welke obstakels je hebt moeten opruimen om et idee te realiseren.Het is een extra techniek als motivatiecheck bij het nagaan hoe sterk je je committeert aan de realisatie van dit idee om de weg naar de realisatie beter in beeld te krijgen

Techniek 3 vind de kanseigenaar, de productkampioenHeel vaal zijn de mensen ie een idee bedacht en ontwikkeld hebbe niet degene die het best gepast zijn om het te realiseren. De kanseigenaar is de beste persoon in de organisatie of erbuiten om het idee te realiseren. Je gebruikt deze techniek bij de overgang van de creatieve fase naar de innovatie of implementatiefase.

MBA buitenwereldElke verandering die je initieert brengt haar omgeving in beroering. Besef ook dat je wereldbeeld is veranderd tijdens en door de voorgaande stappen van het creatief proces, zowel je visie als je emotionaliteit. Je ziet nu mogelijkheden en oplossingen die je voorheen niet zag. Je dreigt te vergeten dat voor de buitenwereld nog niet is veranderd. Weerstand is nuttig. Gebruik je tegenstanders als consultants. Zij vertegenwoordigen (verdedigen) waarden die (zoals zij ervaren) door de innovatie worden aangevallen. Tegenstand is altijd een interessant signaal. Het kan duiden op iets wat je niet goed had ingeschat of geen aanwijzingen over hoe je anders moet gaan communiceren

Techniek 1: weerstandsanalyse en waarden- antwoord Ga na welke weerstanden je ervaart. Soms zijn ze heel expliciet en duidelijk, soms verborgen. Achterhaal welke waarden achter deze weerstanden schuilgaan Formuleer je antwoorden op basis van de verdedigde waarden en niet van de weerstandJe doet dit als blijkt dat bij verandering bepaalde partijen overgevoelig reageren

Techniek 2 Energizers en resistersEnergizers = alles dat je kan aanwenden om de realisatie te bespoedigenResisters = alle factoren in de omgeving en in jezelf die de realisatie kunnen tegenhoudenDivergeer rond alle energizers en resisters voor je actie. Schrijf ze op. Gebruik ze voor het schrijven van je actiepad

Techniek 3: de indien techniekEen manier om de voorwaarden voor succes op een rij te zetten. Zo kom je divergerend achter de voorwaarden bij de realisatie van je idee. clusteren of rangschikken actie kiezen. Dit die je voor het schrijven van een actiepad

MBA ActiepadAls de buitenwereld in kaart is gebracht kan je het actiepad in kaart brengen. Dit kan je doen op de traditionele manier via het actie plan. Hier staat minstens in wie wat doet en wanneer. Er zijn ook andere vormen will doe matrix:DoenWil ik niet / doe ikVerminderNeem afscheid DelegeerWil ik / doe ikBehoudGenietIntensiveer

Niet doenWil ik niet / doe ik nietAccepteerCommuniceerZeg neenWil ik / doe ik nietCreerOntwikkelinvesteer

Niet willenwillen

Gebrek aan (priori) tijd is de grootste faalfactor voor vernieuwing. Nieuwe ideen moeten vaak naast andere activiteiten worden gerealiseerd. Daarnaast vraagt vernieuwing veel moet dat je het echt moet willen. De will do matrix is een krachtig instrument om vernieuwing ook werkelijk te realiseren. Voor organisatorisch vlak naar ook op het niveau van persoonlijke actie. Geeft aan hoe je je middelen op dit moment benut en geeft inzicht in wat je zult moeten doen, en vooral ook wat je zult moeten laten om de verandering te realiseren. Je gebruikt het wanneer je nadenkt over de realisatie van de oplossing die je wil gaan invoeren (aan het einde van de convergentie). De matrix geeft je de kans de innovatie in een breder perspectief te zien en in te passen in de brede waaier van activiteiten die aan de gang zijn. Bovendien is het een strategisch instrument dat je kan vertellen welke volop dienen voor te gaan, en welke afgebouwd of juist verder ontwikkeld moeten worden.

Techniek 2: buddy checkKan je helpen met innovatie activiteiten. Kies een persoon die genoeg van je verschilt om een echter sparring partner te kunnen zijn voor je innovatieambitie. Deze persoon kan een puur adviserende rol hebben of een meer actieve rol. Je kan dit op vele momenten gebruiken

Techniek 3: barometerDit is een instrument waarmee je tijdens de implementatie voeling houdt met de afgelegde weg in verhouding tot het doel, en het gevoel van het team op de innovatietocht. Je vraagt elke deelnemer vragen te beantwoorden. Eerst schrijft iedereen het antwoord voor zichzelf op. Daarna worden ze met de rest van de groep gedeeld. 1. Als we dit innovatietraject als een toch beschouwen, wat is dan je huidig gevoel op dot moment van de reis? Beschrijf je gevoel. Geef dit het liefst weer in een beeld of een metafoor2. Indien een succesvol gerealiseerde innovatie 100% is en we gestart waren bij 1% op hoeveel procent van onze relatie zijn we dan nu aanbeland. Geef weer in 1 tot 100Na het beantwoorden van de vragen kan er een gesprek ontstaan over de algemene trend of de specifieke verschillen in appreciatie tussen de deelnemers. Ja kan dit gebruiken op regelmatige basis tijdens het innovatietraject, of op cruciale momenten wanneer het gevoel optreedt dat je even moet checken waar je staat.