Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

7
ONEINDIG LAAGLAND Communities of practice als effectieve ondersteuning bij duurzame gebiedsontwikkeling Vooruitblik

Transcript of Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

Page 1: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkelingtien waardevolle aanbevelingen van een community of practice

toekomst

oneindig laagland Communities of practice als effectieve

ondersteuning bij duurzame gebiedsontwikkelingVooruitblik

Page 2: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

oneindig laagland Communities of practice als effectieve

ondersteuning bij duurzame gebiedsontwikkelingVooruitblik

Colofontekst: lidwien Reyn, senternovem/leren voor

duurzame ontwikkeling

Cees Anton de Vries, RnR group

eindredactie: nicole bronzwaer, local Color Communications

Vormgeving: Van Zandbeek Communicatie & Creatie

drukwerk: Ministerie van economische Zaken/iZ

oneindig laagland is gedrukt op:

binnenwerk – lessebo natural. lessebo is PeFC gecertificeerd.

PeFC (Program for endorsement of Forest Certification schemes)

is het international keurmerk voor duurzaam bosbeheer.

omslag – trucard, vervaardigd uit 100% elementair chloorvrije

cellulose (eCF – elementary Chlorine Free), afkomstig uit

zorgvuldig beheerde productiebossen over de hele wereld.

Page 3: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

VoorafRuimtelijke opgaven zijn complex en taai. Vaak is op voorhand

nog niet helder wat de aard van het probleem precies is, laat

staan in welke richting de oplossing gezocht moet worden.

Communities of Practice zijn gebleken productief te zijn in het

aanpakken van dergelijke ‘gemene’ problemen. niet alleen in het

uitwisselen van praktijkervaringen, maar bovenal in het creëren

van nieuwe kennis. Praktische ervaringskennis, expertkennis,

wetenschappelijke kennis worden geassembleerd tot nieuwe

praktijken van handelen.

Habiforum, expertisenetwerk Vernieuwend Ruimtegebruik,

initieert en stimuleert sinds 2000 communities of practice.

of het nu gaat om creatieve economie, stedelijke netwerken

of nieuwe woon-werk-landschappen.

Voor u liggen de opbrengsten van de community of practice

Cradle-to-cradle en gebiedsontwikkeling en een perspectief

op een vervolgtraject. deze community of practice gaat over

duurzame gebiedsontwikkeling. Velen willen concreet betekenis

geven aan het begrip duurzaamheid, niet als vrijblijvend toefje

op een nagerecht, maar als vanzelfsprekend hoofdgerecht:

gebiedsontwikkeling bestaat niet als het niet duurzaam is.

door de deelnemers aan deze CoP zijn bemoedigende stappen

gezet. we hebben echter ook nog veel kennis met elkaar te

maken. on the move!

Ab van Luin, Habiforum

inhoudsopgavesamenvatting pag. 6

Hoe geven we duurzame

gebiedsontwikkeling een impuls? pag. 7

kennis ontwikkelen met een

community of practice pag. 8

Hoe helpt een community of practice de praktijk

van duurzame gebiedsontwikkeling verder? pag. 10

Hoe maken we communities

of practice succesvol ? pag. 12

Page 4: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

in de loop van de tijd is in nederland de inrichting van gebieden

een zaak van veel partijen, meerdere bestuurslagen en talrijke

geformaliseerde processtappen. een wethouder of projectdirecteur,

die voor de uitdaging staat een gebied te ontwikkelen met

duurzame principes zoals cradle-to-cradle, zal zich de vraag

stellen of de bestaande kennis en werkwijzen bij gemeentelijke

diensten, marktpartijen en adviseurs nu succes brengen. in veel

gevallen wordt dan ook de leemte zichtbaar tussen de bestaande

en de gewenste routines. de gebiedsontwikkelingspraktijk is

immers ingesteld op een sectorale en risicomijdende aanpak én

op kostensturing. de gewenste praktijk pronkt daarentegen juist

met een samenhangende aanpak, ondernemende groepen en met

waardecreatie. daar komt nog bij dat gemeenten de afgelopen

jaren steeds vaker specifieke kennis buiten de deur inkopen,

ontwerpafdelingen hebben gesloten of drastisch zijn gaan

inkrimpen. Voor duurzame gebiedsontwikkeling betekende dat

een slechte start. in de markt is brede kennis over duurzaamheid

schaars. bovendien kan duurzame gebiedsontwikkeling alleen

praktijk worden als we de ontwerpdimensie ten volle benutten .

inhoud en kennisontwikkelingde wethouder en de projectdirecteur krijgen er een

taak bij, wanneer ze kennis over succesvolle duurzame

gebiedsontwikkeling in de praktijk willen ontwikkelen. want

Hoe geven we duurzame gebiedsontwikkeling een impuls ?

Zie ook McDonough: design as human intention. Zie bijvoorbeeld het besluit van de Gemeenteraad in Almere om een Duurzaamheidslab in het leven te roepen.

Het eerste deel van dit boekje blikt terug op vijf bijeenkomsten van

de community of practice cradle-to-cradle in gebiedsontwikkeling.

Het geeft inhoudelijke inzichten die kunnen helpen bij de

uitvoering van de projecten. de deelnemers gaven na de

bijeenkomsten aan dat er grote behoefte is aan kennisuitwisseling

en gezamenlijke kennisontwikkeling, en dat daarvoor een

gestructureerde aanpak gewenst is. Alle leerpunten en adviezen

van het afgelopen jaar zijn verwerkt in dit tweede deel. dit deel

blikt vooruit naar een concreet ontwerp voor de communities of

practice binnen het nieuwe programma oneindig laagland.

de communities of practice bieden ondersteuning voor

bestuurders, projectleiders, beleidsmedewerkers, adviseurs en

ondernemers in hun projecten rond duurzame gebiedsontwikkeling.

in deze vooruitblik geven we antwoord op vragen als: wat is een

community of practice? Hoe gaat deze community of practice

werken? wat mag ik verwachten? Hoe kan ik me aanmelden?

samenvattingnaast het produceren van planstudies, plan- en beslisdocumenten

zullen zij de innovatie moeten organiseren . wethouders of

projectdirecteuren die duurzame gebiedsontwikkeling initiëren

én op kennissynergie en –ontwikkeling sturen, doen het goed. in

elke relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer moet er dus

steeds overeenstemming komen over de inhoudelijke resultaten en

productie, én over de bijdrage van en aan de kennisontwikkeling.

Hulpstructuurwillen we de eco-effectiviteit van ruimtelijke systemen

wezenlijk verbeteren, dan is – naast de bestaande projecten- een

zogenoemde hulpstructuur noodzakelijk. die hulpstructuur biedt

de gelegenheid om regelmatig met andere ogen naar de opgave

en de eigen inzet te kijken. dan draait het om de organisatie

van reflectie en die kan op verschillende manieren worden

georganiseerd, bijvoorbeeld door middel van teamcoaching en

intervisie. Het is echter van belang om daarbij het accent te leggen

op het ontwikkelmotief in de reflectie. Heel effectief is het om

deze hulpstructuur buitenshuis te creëren. bestaande ingesleten

patronen krijgen zo minder de kans te blokkeren en de hiërarchie

in de projectorganisatie en in de lijn doen er even niet toe.

betrokkenen begeven zich makkelijker buiten gebaande paden en

bestaande grenzen, wat nodig kan zijn voor een productief proces

van reflectie.

76

Page 5: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

een community of practice is een groep mensen die een gemeen-

schappelijk belang of passie deelt. door het vrij uitwisselen van

kennis, inzichten en ervaringen leert en ontwikkelt zij samen al

doende nieuwe manieren om met problemen en uitdagingen om

te gaan. ooit begonnen als een managementstrategie binnen

multinationale bedrijven, wordt de werkvorm community of

practice steeds meer toegepast bij complexe vraagstukken met

veel partijen en meerdere domeinen. een community of practice

is ook zeer geschikt voor gebiedsontwikkeling, omdat het een

middel is om tot een nieuw afwegingskader, nieuwe combinaties

en een nieuwe methodologie te komen. essentieel is dat relevante

belanghebbenden elkaar opzoeken en gezamenlijk op een andere

wijze gaan handelen. daardoor doorbreken zij systeemgrenzen.

een open en experimentele omgeving is van belang voor dit proces

van sociaal leren. Alleen dan kunnen mensen inspiratie opdoen,

de ruimte opzoeken om nieuwe toekomsten te verkennen, én

krijgen mensen ook zelfvertrouwen in hun ideeën. deelnemers

aan een community of practice ontwikkelen hun kennis samen met

ondernemers, ambtenaren en consumenten, en halen hun kennis

niet meer uitsluitend bij onderzoekers en wetenschappers.

Basiselementener is veel onderzoek gedaan naar de community of practice als

succesvolle manier van werken voor professionals die willen

innoveren, bijvoorbeeld door etienne wenger. Hij onderscheidt vier

basiselementen van een community of practice:

1. Community: elkaar leren kennen en een gemeenschap vormen,

waardoor het gemeenschapsgevoel wordt versterkt;

2. Practice: deelnemers ondernemen gezamenlijke activiteiten en

leren aldoende;

3. identity: deelnemers ontwikkelen een gemeenschappelijke taal

en stralen uit waar ze trots op zijn;

4. Meaning: door uitwisseling van kennis en ervaring ontstaan

nieuwe gezamenlijke formuleringen, interpretaties, definities.

Stimuleren en faciliterende community of practice is bij uitstek een effectieve werkvorm

wanneer mensen in verschillende organisaties een innovatie tot

stand moeten brengen. in vergelijking met bijvoorbeeld projecten

en programma’s ligt de nadruk bij communities of practice nog

meer op goede ondersteuning. een gemeenschap kun je immers

nauwelijks sturen, maar wel stimuleren en faciliteren.

een goede community of practice kenmerkt zich door:

• eenduidelijkdomein

• eenonderscheidendepraktijk

• urgentie,bijvoorbeeldindevormvaneenopdracht

• eenaantrekkelijkesamenstelling

• opbrengstgerichtwerken

• goedefacilitering,focusopverbindenencommuniceren

opbouw en werkingdeze community of practice kent een bijzondere context. Ze gaat

over duurzame gebiedsontwikkeling en is opgebouwd vanuit

verschillende stedelijke centra. Ze bezit binnen elk van die centra

weer verschillende kleinere onderwerpgestuurde praktijkkringen.

Zo wordt ze dus getrapt opgebouwd. Vanuit de diverse kringen

van elk centrum neemt een vertegenwoordiging deel in de

centrale community. Uiteindelijk kent de community of practice

een gelede opbouw, maar zo begint ze niet. een kerngroep van

de meest gemotiveerde trekkers vanuit de stedelijke projecten

starten de community. Mensen die met de projecten verbonden

zijn en de drive hebben om op de grensvlakken van kennis, beleid

en praktijk met elkaar te reflecteren. die kerngroep vult zichzelf

aan met anderen, mogelijk uit het eigen plaatselijk netwerk of

uit andere steden of kenniscentra. deze groep vormt uiteindelijk

de community of practice. deelnemers vertalen de behandelde

thema’s altijd naar de eigen locatie, waar groepjes ermee aan de

slag gaan. deze groepjes kunnen op hun beurt ook weer dilemma’s

en vraagstukken voorbereiden voor de grote community of practice.

ProjectorganisatieHet mag duidelijk zijn dat deze gelede opbouw enige ondersteuning

behoeft. Het is een heel ‘project’. om dat op gang te krijgen, is een

kleine projectorganisatie of kernsecretariaat nodig die in het begin

de lijnen uiteenzet, organiseert en zorgt voor verslaglegging.

kennis ontwikkelen met een community of practice

98

Page 6: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

de community of practice biedt de generieke basis voor de

ontwikkeling van ideeën, methoden, instrumenten en toepassingen

in tenminste vijf aparte praktijkprojecten. Van elk project nemen

drie collega’s en twee stakeholders deel voor een periode

van achttien maanden. een klein team van inhoudelijke én

procesdeskundigen geeft ondersteuning.

Kerngroepde basis van de community is een centrale kerngroep die een

keer per maand een dag bijeenkomt op één van de deelnemende

locaties. tijdens deze bijeenkomsten bespreekt een externe

deskundige de specifieke vragen en dilemma’s van de community.

Vervolgens gaan de deelnemers zelf met het vraagstuk van het

gastproject aan de slag. gezamenlijk proberen zij dit tijdens de

bijeenkomst verder te brengen of op te lossen. lukt dat niet, dan

formuleert de community of practice de weg die naar een oplossing

moet leiden. elke deelnemer aan de community of practice neemt

bovendien een eigen leer- of ontwikkelvraag mee waarop hij in de

loop van de maanden een antwoord formuleert. de deelnemers

maken van de ontwikkelde inzichten en oplossingen patronen .

daarmee illustreren zij zowel de contextgebonden oplossing als de

generieke oplossing. deze patronen vormen het tweede resultaat

van de community of practice.

Samenhang projectenHet is mogelijk dat lokale projecten gebruik willen maken van de

werkwijze van de community of practice. daarnaast starten er

nieuwe communities of practice, als vervolg op de eerste. naar

verwachting gaan deze nieuwe communities aan de slag met de

volgende domeinen:

• Stedelijkeuitbreidingsgebieden

• Stedelijkeherstructurering

• Revitalisatielandelijkgebied

Het programma oneindig laagland zorgt voor de samenhang en

de kennisoverdracht tussen de verschillende lokaalgebonden

communities of practice. deelnemers aan de ene community

geven kennis door aan de andere ondermeer via patronen en

presentaties. daarnaast organiseert senternovem jaarlijks een

kennissynergiedag voor alle deelnemers.

Versnelling en verdiepingVoor de deelnemer aan de community of practice is de versnelling

en verdieping van de planontwikkeling heel belangrijk. een dag

besteed in de community of practice brengt evenveel op als een

maand op de werkplek. in een succesvolle community of practice

maken de deelnemers deze productieve werkwijze mogelijk door:

• Aanwezigtezijntijdensdemaandelijksewerksessies;

• Eenindividueleleeragendateformuleren;

• Bijtedragenaandeaanpakvandeleeragendavanandere

deelnemers; Voor een periode van achttien maanden deel te

nemen;

• Eigenleerpuntenoverdraagbaartemakenindevormvandrie

patronen;

• Eigenleerpuntentepresenterenineenanderecommunityof

practice;

• Eenbijdrageteleverenindekosten.

Hoe helpt een community of practice de praktijk van duurzame gebiedsontwikkeling verder?

10 11

Page 7: Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling oneindig laagland

Voor een optimaal effect is het belangrijk dat de communities of

practice goed verbonden zijn met toonaangevende organisaties

in gebiedsontwikkeling en duurzame ontwikkeling. tot september

2009 ondersteunt het praktijkprogramma Habiforum de eerste

communities of practice binnen het programma oneindig laagland.

senternovem/leren voor duurzame ontwikkeling, fungeert

als programmabureau en draagt zorg voor de regie, logistieke

organisatie en de uitvoering. RnR group organiseert en faciliteert

de bijeenkomsten. in de loop van 2009 komt er een kennisraad

die meedenkt over de thema’s en de ontwikkelingen en die

de opbrengsten valideert. Verder zijn het gemeenschappelijk

ontwikkelingsbedrijf (gob) van het Rijk, het ministerie van VRoM,

het interprovinciaal overleg (iPo) en de werkgroep duurzame

gebiedsontwikkeling van de g27 en de stuurgroep RuimtexMilieu

bij de opzet betrokken.

drive en beroepstrots

naast de formele inbedding van de communities of practice is het

belangrijk dat de deelnemers zich een beeld vormen hoe je een

community of practice ontwikkelt. dat gaat niet vanzelf. ook een

werkgemeenschap met mensen uit verschillende omgevingen

maar met dezelfde instelling en ambitie, heb je niet zomaar bij

elkaar. Zo’n groep heeft z’n eigen wetten, die je moet volgen om

er mee te kunnen werken. wat deelnemers aan een community of

practice bindt, is een gemeenschappelijke urgentie, een gedeeld

weerbarstig vraagstuk en de noodzaak en de ambitie om het op

te lossen. Je werkt met z’n allen aan een vraagstuk. wat mensen

verbindt, is de drive van het vak en de beroepstrots die daarbij

hoort. daarin (h)erkennen ze elkaar.

Werkagenda

Voor deelnemers aan de community of practice ziet de werkagenda

voor een periode van achttien maanden er als volgt uit:

1. elke nieuwe groep stelt de werkagenda van de community of

practice opnieuw vast. Het onderliggende ritme van werksessies

is als volgt: oriëntatie, contractering en uitwerken van de focus;

2. in een startbijeenkomst maken deelnemers kennis met elkaar,

maken ze werkafspraken en stellen doelen vast;

3. gedurende vijf maanden is er maandelijks een bijeenkomst van

anderhalf dagdeel bij een (wisselend) gastheerproject;

4. er zijn twee themabijeenkomsten bij een kenniscentrum of

overheidsorganisatie.

5. tenslotte zijn er twee afrondende themabijeenkomsten bij een

kenniscentrum of overheid. Hierbij tonen de deelnemers de

resultaten aan de opdrachtgevers en andere betrokkenen.

deelnemers kunnen ook nog kleinere themasessies organiseren.

in het hele traject werken zij door aan de beantwoording van hun

leervraag, individueel of in groepjes, met of zonder begeleiding.

Hoe maken we communities of practice succesvol ?

Meer weten?

Voor meer informatie over deelname aan de community

of practice cradle-to-cradle in gebiedsontwikkeling

kunt u contact opnemen met Lidwien Reyn, Leren voor

Duurzame Ontwikkeling, tel. 030-2393434, e-mail:

[email protected]. Of kijk voor informatie op

www.lerenvoorduurzameontwikkeling.nl.

12