BOW/EDGE OUTPUT jackRD-plug

RDB-plug BELL OUTPUT jack

RD RDB CR1

T2 T1HH

HHC

TD-11

KIK

SNRT3

01 Stand (MDS-4V) Onderdelen van de TD-11KV

02 03

04 05

1/4” plug (mono)

Stereo 1/4” plug

Naar stopcontact

Indicator

Versterkte luidsprekers, enz.

Stereo hoofdtelefoon

AC-adapter

* Om storingen en/of beschadig-ingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume helemaal laag en zet u alle apparaten uit voordat aansluitin-gen worden gemaakt.

* Nadat u de module op het statief heeft bevestigd, draai dan de montageplaat los met de drumsleutel en regel de hellingshoek van de TD-11.

Om onverwachte stroomonderbrekingen (mocht de plug per ongeluk worden uitgetrokken) en onnodige fysieke belasting van de DC IN-plug te voorkomen, kunt u de kabel rond de kabelhaak draaien, zoals getoond in de illustratie.

Controleer de meegeleverde onderdelen

❏ Hi-hat-pedaal (FD-8)

❏ Kick pad (KD-9) ❏ Cimbaalpad voor hi-hat (CY-5)

❏ V-Cymbal voor crash (CY-12C)

❏ V-Pad voor snare/tom (PDX-8 x 2)

❏ V-Pad voor tom (PDX-6 x 2)

De stand monteren De onderdelen monteren

De pads aansluiten op de drumklankmodule De adapter en luidsprekers aansluiten

De montage en aansluitingen zijn voltooid.

MontageprocedureMonteer de stand volgens de procedure beschreven in de MDS-4V handleiding.

❏ V-Cymbal voor ride (CY-13R)

* Maak de kabels vast zodat ze u niet hinderen tijdens het spelen; gebruik kabelklemmen op de plaatsen aangeduid met , en kabelgespen op de plaatsen aangeduid met . Maak de kabelgespen vast rond de buizen.

* Om veiligheidsredenen mag u de stand niet verder openen dan 1 meter.

Vooraanzicht

1.0 m

De benodigde onderdelen om de stand (MDS-4V) te monteren, staan vermeld in de MDS-4V handleiding.Raadpleeg de handleiding en controleer of u alle onderdelen hebt.

Wanneer u de verpakking opent, controleert u of alle onderdelen aanwezig zijn. Als er iets ontbreekt, neemt u contact op met uw handelaar.* Gebruik een in de handel verkrijgbare basdrumpedaal.

Cimbaalarmen

Padhouders

Hi-hatstaaf

Padhouders

Als de stand wankelt, draai dan deze knop los en regel de hoogte bij.

De drumklankmodule (TD-11) bevestigen

De hi-hatpedaal (FD-8) monteren De basdrumpedaal (KD-9) bevestigen

Zet de basdrumpedaal stevig vast.

Lichtjes voorover kantelen.

De snare (PDX-8) en de toms (PDX-8, PDX-6) bevestigen

De hi-hat (CY-5) monteren

Los

Vast

Staaf

PDX-6 PDX-6

PDX-8

KD-9

CY-5

CY-12C

CY-13R

TD-11

FD-8

PDX-8

Zorg dat er 12–15 cm ruimte is tussen de snare en de tom.

Plaats de hi-hat ongeveer 20 cm hoger dan de snare.

Plaats deze recht onder de hi-hat.

De snare en tom 3 moeten op dezelfde hoogte staan.

01

■ KD-9 (Kick)

02Plaats de klopper zo, dat deze tegen het midden van het vel slaat. Zet dan de basdrumpedaal en de KD-9 stevig op hun plaats vast.

OPM:* Plaats de basdrumpedaal zodat hij stevig

staat.* Let op datuw vingers niet geklemd geraken.* Afhankelijk van uw speelstijl kunnen de

bouten waarmee de pedaal aan de plaat is bevestigd loskomen, zodat de pedaal gaat rammelen tijdens het spelen. Draai in dat geval de bouten weer vast. (Gereedschap in de handel verkrijgbaar.)

De verankeringsbouten afregelen.

Wanneer u de basdrumpedaal op een tapijt of op een drummat (TDM-serie) gebruikt, dan zou de anti-slipstrook op de onderkant moeten voorkomen dat de KD-9 gaat verschuiven.Als dat echter niet voldoende is om de KD-9 op zijn plaats te houden, dan kunt u de veranker-ingsbouten afregelen zodat de punten langs de onderkant uitsteken. Dat zou de KD-9 op zijn plaats moeten houden en het spelen vergemak-kelijken.

Als u een dubbele pedaal gebruikt

Plaats de twee kloppers op gelijke afstand van het midden van de pad, zoals in de figuur wordt getoond. Als één van de kloppers verder van het midden is verwijderd dan de andere, zal het geluid van de verste klopper een lager volume hebben, of anders klinken dan gewenst.Het gebruik van een dubbele pedaal in plaats van een enkele pedaal heeft een lagere gevoeligheid als gevolg. Verhoog de gevoeligheid op de geluidsmodule.Voor details kijkt u bij ‘De Pad-instellingen bewerken [F2] (BASIC)’ in de gebruikershandleiding.

OPM:* Bij gebruik op een vloer zouden de

verankeringsbouten de vloer kunnen beschadigen. Regel de verankerings-bouten correct af.

* De punten van de verankeringsbouten zijn scherp. Wees voorzichtig.

Gedetailleerde uitleg over elk onderdeel

Onderdelen van de KD-9

* Gebruik een in de handel verkrijgbare basdrumpedaal.

z.o.z.

De basdrumpedaal bevestigen.

Klopper

Zet de basdrumpedaal stevig vast.

03

Trap op de basdrumpedaal en ga na of deze goed bevestigd is en stabiel staat.

Controleer of de voet van de KD-9 en de basdrumpedaal allebei stevig op de vloer rusten.

Output jackVel

Verankeringsbouten

Voet Montageplaat voor de basdrumpedaal

Anti-slipstrook

Bij gebruik op een tapijt of een drummat

Bij gebruik op een (harde) vloer

Zorg dat het slagvlak van de kick drum ongeveer 10–12 cm voor de buis staat.

Kantel deze lichtjes naar beneden zodat de stok de rand niet raakt.

❏ Drumklankmodule (TD-11)

❏ Aansluitkabel (specifiek voor TD-11)

❏ AC-adapter

Handleidingen

❏ Installatiegids (dit document) ❏ TD-11 Handleiding

* Gebruik de drumsleutel die bij de MDS-4V wordt geleverd om de onderdelen te monteren en bij te stellen.

Installatiegids

Procedure voor aansluiting

* Zorg dat de plug goed en stevig in de aansluiting zit.

1. Sluit de kabel aan op de TD-11 zoals getoond in de illustratie. Sluit de connector aan en draai de schroeven aan om hem stevig vast te maken.

2. Labels aan de kabels duiden aan welke pad er moet worden aangesloten. Sluit de kabels aan op de OUTPUT jack van elke pad, zoals in de illustratie.

Schroef

Het crashcimbaal (CY-12C) en het ridecimbaal (CY-13R) bevestigen

Laat 10–12 cm ruimte tussen tom 1 en tom 2.

KoppelingKoppelingsvilt

(klein)

Koppelingsvilt (groot)

Onderste koppeling

Uitlijnen op inkeping

Pedaal indrukken

Vastdraaien met drumsleutel

Bolt

Copyright © 2012 ROLAND CORPORATIONAlle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestem-ming van ROLAND CORPORATION.

* Er zijn in de handel verschillende types van klopper verkrijgbaar, waaronder vilten, plastic, of houten kloppers. Als u een vilten klopper gebruikt, dan zou het vilt sporen kunnen achterlaten op het slagvlak.

Wanneer u klaar bent met de aansluitingen, zet dan de TD-11 aan zoals beschreven in de handleiding en controleer of u geluid kunt horen.

Draai los met de drumsleutel en draai weer vast na het bijregelen.

Dieper

Ondieper

Verschuif de arm

De pedaaldiepte regelen

Verankeringsbout

Bevestig de verankeringsbout (bij gebruik van een drummat)

Verankerings-bout

Veer van de verankeringsbout

* Het uiteinde van de cimbaalarmen is scherp. Wees voorzichtig.

* Wanneer u de stand opstelt of opbergt, zorg dan dat bij het hanteren van de stand uw vingers niet geklemd geraken.

Controleer of ze stevig op de vloer rusten.

BoutVoet

Bevestig de stopper zodat de bout aan de rechterkant zit, gezien vanuit de positie van de drummer.

Draai de vleugelmoer aan tot het cimbaal de gewenste bewegingsruimte krijgt.

Draai de bout aan met een drumsleutel

StopperVleugelmoer

Vilten ring

“Roland”-logo aan de overzijde

Plaats dit een beetje lager dan het crashcimbaal.

Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’. In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Lees deze Installatiegids en de gebruikershandleiding in hun geheel door om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding ter referentie.

Onderdelen van de FD-8

Gedetailleerde uitleg over elk onderdeel

■ PDX-8 (Snare/Tom) ■ PDX-6 (Tom) * Deze uitleg toont een illustratie van de PDX-8. De PDX-8 en PDX-6 verschillen in diameter en in het aantal stembouten, maar hun werking is identiek.

Het vel vervangenOPM:

* Regel de velspanning van de PDX-8/PDX-6 vóór het gebruik.

* Het regelen van de velspanning heeft enkel effect op de respons en verandert niets aan de toonhoogte, zoals dat bij een akoestische drum het geval is. De toonhoogte kunt u aanpassen door de klank in uw drummodule te editen. Voor details, zie de handleiding van de drumklankmodule die u gebruikt.

* Door het vel aan te slaan terwijl de spanning te los is, kunnen de sensor en het vel schade oplopen.

* Oefen geen overmatige kracht uit op de sen-sor en het kussen onder het vel. Dit kan een accurate detectie verhinderen en de sensor beschadigen.

* Vanwege de aard van de materialen die in de sensor van de PDX-8/PDX-6 worden gebruikt, kunnen veranderingen in kamertemperatuur de gevoeligheid van de sensor beïnvloeden.

* Na verloop van tijd zal de werking van het vel en/of de rubberen rand afnemen. Als het vel of de rubberen rand begint te scheuren of als het vel nog los hangt nadat u de spanning hebt aangepast, of als er een storing optreedt wanneer u een rim shot speelt, vervang dan het vel of de rubberen rand. Voor een nieuw vel of voor vervanging van de rubberen rand, gelieve uw Roland dealer of een Roland service center te contacteren.

Onderdelen van de PDX-8

1. Verwijder alle stembouten en rondellen.

* Oefen geen overmatige kracht uit op de sensor en het kussen onder het vel. Dit kan een accurate detectie verhinderen en de sensor beschadigen.

2. Verwijder de hoepel.

3. Verwijder het oude vel.

4. Plaats het nieuwe vel op het frame.

5. Plaats de hoepel over het vel.

6. Bevestig de stembouten aan de hoepel en het frame.

7. Pas de spanning van het vel aan.Voor details, zie de uitleg links.

Vleugelmoer

Hoepel

Vel

Stembouten

OUTPUT jack

Rubberen rand Velsensor

Frame

Randsensor

Houder

Geschikte positie voor rimshots

Drummer

Los Vast

Drumsleutel

Stembouten

Hoepel

Vel

Rubberen rand

Frame

Velsensor

Randsensor

De spanning van het vel aanpassen

1. Draai met de hand alle stembouten aan in de volgorde getoond in de tekening. De juiste hoeveelheid spanning geeft ongeveer dezelfde slagrespons als op een akoestische drum.

2. Gebruik de drumsleutel om de spanning bij te regelen waar nodig.

4 3

2 5

6 1 4 1

2 3

5

PDX-8 PDX-6

■ CY-12C (Crash) ■ CY-5 (Hi-hat) ■ CY-13R (Ride)

Onderdelen van de CY-12COnderdelen van de CY-5 Onderdelen van de CY-13R

Bovenkant pad

Boog

Rand

OUTPUT jack

BOW/EDGE OUTPUT jack

Bovenkant pad

Boog

Rand

Bel

BELL OUTPUT jack

Bovenkant pad

Boog

Rand

BOW/EDGE OUTPUT jack

OPM:Door voortdurend spelen, kan de pad verkleuren, maar dit heeft geen invloed op de werking ervan.

De kabels bevestigen (CY-12C/CY-13R)

Verankeringsbout

Arm

Control out jack

Pedaalplaat

OPM:* De punten van de verankeringsbouten zijn

scherp. Wees voorzichtig.

* Bij gebruik op een vloer zouden de veran-keringsbouten de vloer kunnen beschadi-gen. Gebruik de verankeringsbouten niet.

* Om de bewegingsruimte van de pedaal aan te passen, draait u de bout van de arm los.

■ FD-8 (Hi-hatpedaal)

Maak de kabel vast met een kabelgesp

Geef de kabels een beetje speling

Zorg dat dit kleine plastic haakje zichtbaar is. Wind de kabelgesp

rond een buis en sluit ze zodat ze niet verschuift.

Wind een kabelgesp rond de kabel.

Duw het kleine plastic haakje in een opening om de kabel aan de cimbaalarm te bevestigen.

WAARSCHUWING

002b Het apparaat niet zelf openmaken of wijzigenMaak het apparaat niet open en voer geen interne wijzigingen uit (de enige uitzondering hierop is wanneer specifi eke instructies in de handleiding worden gegeven die opgevolgd moeten worden om door de gebruiker te installeren onderdelen te plaatsen).

003 Onderdelen mogen niet door u zelf gerepareerd of vervangen wordenTracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifi eke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.

004 Niet gebruiken of opbergen op de volgende locatiesHet apparaat mag nooit geïnstalleerd worden op plaatsen die:

• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur), of die

• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes op natte vloeren) of

• aan stoom of rook blootstaan, of• aan zout blootstaan, of• aan regen blootstaan, of die• stoffi g of zanderig zijn, of• aan een hoge mate van vibratie

onderhevig zijn.

005a Gebruik alleen de aanbevolen standaard (MDS serie)Dit apparaat dient alleen met een door Roland aanbevolen standaard (MDS serie) te worden gebruikt.

WAARSCHUWING

006a Niet op een instabiele locatie plaatsenAls het apparaat met een door Roland aanbevolen rack of standaard wordt gebruikt, moet de standaard (MDS serie) zorgvuldig geplaatst worden zodat deze waterpas staat en stabiel zal blijven. Als u geen standaard (MDS serie) gebruikt, moet de locatie die u kiest een vlak oppervlak hebben dat het apparaat goed ondersteunt, zodat het niet kan wiebelen.

011 Zorg dat er geen vreemde objecten in het apparaat terechtkomen en plaats niets dat vloeistof bevat op het apparaatPlaats niets dat vloeistof bevat op dit product. Zorg dat er geen vreemde objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of snoeren) of vloeistoff en (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. Als dit gebeurt, kan kortsluiting ontstaan, kan het apparaat een onjuiste werking vertonen of kunnen andere storingen optreden.

013 Op plaatsen waar kinderen aanwezig zijn moet een volwassenen altijd toezicht houdenWanneer het apparaat gebruikt wordt op plaatsen waar kinderen aanwezig zijn, moet u opletten dat het apparaat niet verkeerd wordt behandeld. Een volwassene dient altijd toezicht te houden en aanwijzingen te geven.

014 Niet laten vallen of aan zware schokken blootstellenBescherm het apparaat tegen sterke schokken. (Laat het niet vallen!)

OPGELET

101c Gebruik enkel de opgegeven stand(s)Dit apparaat dient enkel gebruikt te worden in combinatie met een specifi eke stand (MD-serie) geproduceerd door Roland. Bij gebruik van andere stands bestaat er risico op verwondingen wanneer dit toestel zou vallen of omkantelen door gebrek aan stabiliteit.

OPGELET

101f Let op de veiligheid alvorens een stand te gebruikenZelfs al volgt u de aanwijzigen in de handleiding en de installatiegids, toch zou bij bepaalde handelingen de stand nog kunnen omkantelen. Volg steeds alle veiligheidsvoorschrif-ten wanneer u dit product gebruikt.

104 Beheer van kabels voor de veiligheidProbeer te voorkomen dat kabels en snoeren in de war raken. Plaats alle snoeren en kabels steeds buiten het bereik van kinderen.

106 Ga niet op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten bovenopGa nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op.

118d Bewaar kleine onderdelen buiten het bereik van kinderenOm te voorkomen dat de hieronder genoemde onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, bewaart u deze altijd buiten het bereik van kleine kinderen.

• Verwijderbare onderdelen:moeren, rondellen, schroeven, verankeringsbouten, veren

40

HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN

WAARSCHUWINGDemonteer het apparaat niet zelf en breng er geen wijzigingen in aanOpen het apparaat of de netstroomadapter niet (en voer er geen wijzigingen aan uit).

Repareer het apparaat niet zelf en vervang geen onderdelen ervanProbeer het apparaat niet te herstellen of onderdelen ervan te vervangen (behalve als deze handleiding specifieke instructies geeft om dat te doen). Laat het onderhoud over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een bevoegde Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina “Informatie”.

Gebruik het apparaat niet en sla het niet op op plaatsen die• aan extreme temperaturen worden

blootgesteld (bv. rechtstreeks zonlicht in een gesloten voertuig, in de buurt van een verwarmingsleiding, op materiaal dat warmte produceert);

• nat zijn (bv. bad, wasruimte, op natte vloeren);

• aan damp of rook worden blootgesteld;

• aan zout worden blootgesteld;

• vochtig zijn;

• aan regen worden blootgesteld;

• stoffig of zanderig zijn;

• aan hoge trillingsniveaus en schokken worden blootgesteld.

Plaats het apparaat niet op een instabiele ondergrondZorg ervoor dat het apparaat altijd horizontaal en stabiel is geplaatst. Plaats het nooit op een standaard die kan wankelen of op aflopende oppervlakken.

WAARSCHUWINGGebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter en de juiste spanningGebruik alleen de netstroomadapter die bij het apparaat is geleverd. Zorg er ook voor dat de netspanning van de installatie overeenstemt met de invoerspanning die op de netstroomadapter is vermeld. Andere netstroomadapters kunnen een andere polariteit hebben of bedoeld zijn voor een andere spanning, zodat deze schade, defecten of elektrische schokken kunnen veroorzaken.

Gebruik alleen het meegeleverde netsnoerGebruik alleen het meegeleverde netsnoer. Gebruik het meegeleverde netsnoer niet met andere apparaten.

Verdraai of buig het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware voorwerpen opVerdraai of buig het netsnoer niet te sterk en plaats er geen zware voorwerpen op. Dit kan het snoer zowel inwendig als uitwendig beschadigen en kortsluitingen veroorzaken. Beschadigde snoeren kunnen brand of schokken veroorzaken!

Vermijd overmatig gebruik aan een te hoog volumeniveauDit apparaat kan, apart of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers, geluidsniveaus produceren die permanente gehoorschade kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet langdurig aan een hoog volumeniveau of aan een niveau dat oncomfortabel is. Als u gehoorverlies of oorsuizingen ervaart, moet u onmiddellijk stoppen met het gebruik van het apparaat en een audioloog raadplegen.

WAARSCHUWINGLaat geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het apparaat komenZorg ervoor dat er geen voorwerpen (bv. brandbare voorwerpen, munten, draden) of vloeistoffen (bv. water, fruitsap) in het apparaat terechtkomen. Op die manier vermijdt u kortsluitingen, een verkeerde werking of andere defecten aan het apparaat.

Schakel het apparaat uit als het afwijkend reageert of er een defect optreedtSchakel het apparaat onmiddellijk uit, trek de netstroomadapter uit het stopcontact en vraag onderhoud aan bij uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een bevoegde Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina “Informatie” als:• de netstroomadapter, het netsnoer

of de stekker beschadigd zijn;• er rook of ongewone geuren uit het

apparaat komen;• voorwerpen of vloeistoffen in het

apparaat zijn terechtgekomen;• het apparaat aan regen werd

blootgesteld (of op een andere manier nat is geworden);

• het apparaat niet normaal lijkt te werken of opmerkelijk anders functioneert.

Volwassenen dienen toezicht te houden op plaatsen waar kinderen aanwezig zijnAls het apparaat wordt gebruikt op plaatsen waar kinderen aanwezig zijn, dient u erop te letten dat het apparaat correct wordt behandeld. Er moet altijd een volwassene in de buurt zijn om toezicht te houden en advies te geven.

Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokkenBescherm het apparaat tegen zware schokken.(Laat het niet vallen!)

Plaatsing

354a

• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan extreme temperaturen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.

355b

• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.

356 • Zorg dat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet lang op het apparaat blijven liggen. Dit soort objecten kunnen de afwerking doen verkleuren of op andere wijze beschadigen.

361 • Plaats niets dat water bevat op dit apparaat. Vermijdt tevens het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen enz. in de buurt van het apparaat. Veeg op het apparaat gemorste vloeistof direct met een droge, zachte doeg weg.

Onderhoud

401a

• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet-schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek af.

(KD-9)Bij een gewone schoonmaakbeurt veegt u het slagvlak af met een droge, zachte doek.

402 • Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen. Dit om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.

Aanvullende voorzorgsmaatregelen• Het rubberen gedeelte van het slagvlak is behandeld met

een beschermproduct om de prestaties te behouden. Na verloop van tijd kan dit beschermproduct zichtbaar worden als een witte vlek op het slagvlak, of tonen hoe de pads werden aangeslagen bij het testen. Dit heeft geen enkele invloed op de prestaties of de werking van het product, dus u kunt het zonder zorgen verder gebruiken.

• Doorlopend spelen kan verkleuring van de pad veroorzaken, maar dit is niet van invloed op de werking van de pad.

• Steek geen handen of vingers in de locaties die in de illustraties met pijlen worden aangegeven. Anders loopt u het risico van verwondingen of kan het product beschadigen.

553 • Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.

556 • Tijdens het loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.

559a

• Wanneer het apparaat vervoerd moet worden, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal), indien mogelijk. Anders dient u soortgelijk verpakkingsmateriaal te gebruiken.

926a

• Als u aansluitkabels met weerstanden gebruikt, dan kan het volumeniveau van de apparatuur die is aangesloten op de ingangen (MIX IN jack), laag zijn. Gebruik in dat geval aansluitkabels zonder weerstanden.

962a

• In het belang van productverbetering kunnen de specifi caties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen.

Copyrights/Licenties/Trademarks

C-01-1

• Het maken van een geluidsopname, video-opname, kopie of revisie van een auteursrechtelijk beschermd werk van een derde partij, (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering of ander werk), in zijn geheel of gedeeltelijk, en het verdelen, verkopen, verhuren, uitvoeren of uitzenden ervan zonder toestemming van de auteursrechthebbende, is bij wet verboden.

C-01-2

• Gebruik dit product niet voor doeleinden die het auteursrecht van een derde partij kunnen overtreden. We nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot overtredingen van derde partij auteursrechten, die uit uw gebruik van dit apparaat voortkomen.

C-03-4

• Het auteursrecht van inhoud in dit product (de geluidsgolfvorm data, stijldata, begeleidingspatronen, frasedata, Audio Loops en beelddata) is aan Roland Corporation voorbehouden.

C-03-5

• Kopers van dit product mogen genoemde inhoud gebruiken voor het creëren, uitvoeren opnemen en distribueren van originele muziekwerken.

C-03-6

• Kopers van dit product mogen genoemde inhoud, in oorspronkelijke of gewijzigde vorm, NIET gebruiken voor het distribueren van opgenomen media van genoemde inhoud of het daarvan beschikbaar maken binnen een computer netwerk.

2a • MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich bezighoudt met microprocessor architectuur, die door Technology Properties Limited (TPL) werd ontwikkeld. Roland heeft een licentie voor deze technologie van de TPL groep.

• MPEG Layer-3 geluidscompressietechnologie is onder licentie van Fraunhofer IIS Corporation en THOMSON Multimedia Corporation.

• ASIO is een handelsmerk van Steinberg Media Technologies GmbH.

3a • Roland, SuperNATURAL, V-Drums, V-COMPACT zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en/of andere landen.

T-01 • Bedrijfsnamen en productnamen die in dit document verschijnen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.

For EU CountriesFor China

BELANGRIJKE OPMERKINGENHET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN