contractwerk niveau 2

19
Nr. Ik werk: Taak Materiaal Na- kijken Deze taak ging: Ik vond deze taak: 1 Memorie Memorie-spel 2 Kinderspelen 3 Tik tak tik tak, BOEM! Alarmklokje 4 Vraagstukken 5 Welk muziekinstrument zie jij? 6 Vind het woord 7 1 x 2 = rood! Kleurpotloden 8 Prinses Lobke 9 Muziek is voor mij 10 Woordzoeker 11 Opzoekopdracht: Piano Computer 12 Zoek de 10 verschillen 13 Vragen aan de computer Computer 14 Rijmen Contractwerk Naam:………………………………………………………………………Nr.: …………… Ik werk dit af tegen …../…../ 2015

description

 

Transcript of contractwerk niveau 2

Page 1: contractwerk niveau 2

Nr. Ik

werk: Taak Materiaal

Na-kijken

Deze taak ging:

Ik vond deze taak:

1

Memorie Memorie-spel

2

Kinderspelen

3

Tik tak tik tak, BOEM!

Alarmklokje

4

Vraagstukken

5

Welk muziekinstrument zie jij?

6

Vind het woord

7

1 x 2 = rood!

Kleurpotloden

8

Prinses Lobke

9

Muziek is voor mij

10

Woordzoeker

11

Opzoekopdracht: Piano Computer

12

Zoek de 10 verschillen

13 Vragen aan de

computer Computer

14

Rijmen

Contractwerk

Naam:………………………………………………………………………Nr.: ……………

Ik werk dit af tegen …../…../ 2015

Page 2: contractwerk niveau 2

Afspraken

1. Op dit contract staan moet- en magtaken. Je mag zelf kiezen met welke taak je graag

wilt beginnen. Let op: plan je werk eerst goed! Noteer de volgorde waarop je de taken

afwerkt (bij nr).

2. De taken van je contract moeten afgewerkt zijn tegen de afgesproken dag.

3. Werk ordelijk! Heb respect voor het materiaal! Leg alles netjes terug op de

afgesproken plaats.

4. Is de opdracht te moeilijk? Vraag eerst hulp (is niet hetzelfde als de oplossing!) aan

iemand uit de klas. Let op: staat het rode tekentje op de bank, dan mag je de leerling

niet storen. Lukt dit niet, neem dan plaats aan de instructietafel en vraag hulp aan de

leerkracht. Let op: staat het rode teken op de instructietafel? Dan mag je de

leerkracht niet storen.

5. Sommige taken moet je zelf verbeteren. Doe dit telkens na het oplossen van één

taak. Neem daarvoor plaats aan de verbetertafel. Verbeter op de afgesproken

manier. Eerlijk duurt het langst…. ☺

6. Nadat je een opdracht verbeterd hebt kleur je het juiste gezichtje.

7. De opdrachten moet je zelf ook beoordelen. (leuk/niet leuk).

8. Is alles verbeterd? Leg dan je contract + taken op de afgesproken plaats.

Symbolen:

HOED = MOET De juf/meester kijkt mijn taak

na.

VLAG = MAG

Ik kijk mijn taak zelf na met een verbetersleutel.

Ik werk samen met één of meerdere klasgenoten aan deze taak.

Ik kleur :

De taak ging vlot. (minder dan 3 fouten)

De taak ging moeizaam. (maximum 4 fouten)

De taak was moeilijk. (meer dan 4 fouten)

Ik werk alleen aan deze taak.

Ik kleur:

Ik vond de taak leuk

Ik vond de taak niet leuk

Handtekening leerling: Handtekening leerkracht:

Page 3: contractwerk niveau 2

1. Memorie

Spelen, vroeger en nu

Welke kaartjes horen bij elkaar?

Page 4: contractwerk niveau 2
Page 5: contractwerk niveau 2

2. Kinderspelen

Schilderij van Pieter Bruegel: ‘kinderspelen’ (1560).

Welke spelen herken jij?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Page 6: contractwerk niveau 2

3. Tik tak tik tak, BOEM

Oefeningen met tijdsdruk

847 – 233 =

485 – 466 =

846 – 245 =

976 – 849 =

754 – 432 =

128 + 640 =

345 + 344 =

580 + 376 =

704 + 215 =

124 + 257 =

Page 7: contractwerk niveau 2

4. Vraagstukken

1) De familie ‘Figaro’ wil naar een concert. Papa

Figaro gaat aan de kassa betalen. Papa en mama zijn

er heen met de kinderen, Emma is 16 jaar,

Tim is 12 jaar en Lucas is 9 jaar. Ook opa (67)

en oma (66) zijn gezellig mee. Papa betaalt

voor iedereen. Hoeveel moet hij aan de kassa betalen?

Papa: € ..... Tim: € .....

Mama: € ..... Lucas: € .....

Emma: € ..... Opa: € .....

Oma: € .....

_______________________________________ +

....................................................................................................................................

Papa moet € ..... aan de kassa betalen.

2) In de concertzaal zijn 9 rijen met stoelen. Op iedere rij is plaats voor 15 mensen.

Hoeveel stoelen heeft deze concertzaal?

In één rij staan ..... stoelen.

Er zijn ..... rijen in de concertzaal.

..... x ..... = .......

De concertzaal heeft ...... stoelen.

3) Dit concertgebouw heeft 2 zalen. De zaal van de vorige vraag is de kleine zaal. Er

is ook nog een grote zaal. Die heeft precies het dubbele aantal stoelen van de kleine

zaal. Hoeveel stoelen heeft de grote zaal?

De kleine zaal heeft ...... stoelen.

Het dubbele aantal stoelen is het zelfde als: x ...... .

..... x ....... = .......

De grote zaal heeft ...... stoelen.

Toegang concert

prijzen

Volwassenen € 8,00

Kinderen t/m 16 jaar € 6,00

Kinderen t/m 10 jaar gratis

65+ € 7,00

Page 8: contractwerk niveau 2

Op het podium staat een grote piano. De piano heeft 88 toetsen.

Er zijn 52 witte toetsen, de andere zijn zwart. Hoeveel zwarte

toetsen heeft de piano?

Totaal aantal toetsen: ......

Aantal witte toetsen: ......

...... - ...... = ....... zwarte toetsen

De piano heeft ..... zwarte toetsen.

4) Tijdens de pauze heeft de familie trek gekregen. Ze gaan naar

de bar om iets te halen. De kinderen krijgen ieder een limonade en

een zakje chips. Mama neemt een glas wijn. Papa wil een cola en

een stuk chocolade. Oma en opa nemen elk een koffie. Papa

koopt ook nog een CD van het concert. Hoeveel moet papa

betalen aan de bar?

Emma : € ..... + € .....

Tim: € ..... + € .....

Lucas: € ..... + € .....

Mama: € .....

Opa: € .....

Oma: € .....

Papa: € ..... + € ..... + € .....

_____________________________+

........................................................................................................................................

........................................................................................................................................

Papa moet € ...... aan de bar betalen.

Frisdrank € 2

Wijn € 3

Koffie € 1

Snoep € 1

CD € 15

Page 9: contractwerk niveau 2

5. Welk muziekinstrument zie jij?

Verbind de cijfers. Werk met sprongetjes van 2.

Page 10: contractwerk niveau 2

6. Vind het woord.

Los de volgende oefeningen op. Kleur het juiste antwoord en kom zo te weten

welk muziekinstrument we zoeken.

1. 470 : 10 =…. 4 = s 47 = d 4,7 = p

2. 45 x 5 =…. 225 = w 224 = h 220 = r

3. 748 + 196 = …. 844 = i 984 = o 944 = a

4. 4 x 50 = …. 200 = r 500 = l 300 = m

5. 681 – 397 = …. 428 = n 284 = s 248 = v

6. 275 + 85 = …. 360 = f 630 = p 366 = d

7. 9 x 8 = …. 75 = t 72 = l 70 = n

8. 120 : 3 = …. 400 = o 4 = e 40 = u

9. 522 – 98 = …. 431 = u 424 = i 442 = a

10. 101 x 5 = …. 50 = m 500 = p 505 = t

Muziekinstrument:

1 2 3 6 5 4 10 9 8 7

Page 11: contractwerk niveau 2

7. 1 x 2 = ROOD!

Reken de maaltafels uit. Vergeet niet om het vakje de juiste kleur te geven.

27 : zwart 72 : blauw

40 : licht bruin 10 : geel

28 : donker bruin 54 : rood

12 : groen 49 : paars

7 x 7

3 x 9

3 x 9

1 x 10

6 x 2

8 x 5

6 x 2

1 x 10

9 x 8 9 x 8

7 x7

6 x 9

Page 12: contractwerk niveau 2

8. Prinses Lobke

Lees de volgende tekst en los volgende vragen op:

Wat een spannende dag is het geweest!

Mijn buik sprong op en neer en op en neer, bijna tot aan mijn keel en bijna eruit,

en het was heel erg kermis in mijn hoofd, toen de meester me naar voren riep.

(Ja, we hebben een meester. Het is de eerste in mijn leven, hij heet meester

Gerald, hij speelt piano en hij is heel erg lief).

Nu gaat het komen, dacht ik, nu gaan ze lachen.

Meester Gerald legde zijn arm om mijn schouder en keek de klas in. Hij zei niet:

‘Zeg je naam maar.’ Hij gaf me geen duw zoals al die vorige juffen waardoor ik

altijd de klas invloog (en natuurlijk over een paar boekentassen of voeten viel) en

iedereen al op voorhand begon te lachen én de juffen ook.

Meester Gerald zei: ‘Jongens en meisjes, dit is nu Lopke. Hebben wij even geluk

dat ze bij ons in de klas komt.’

Geluk, dacht ik, hoezo, geluk?

‘Welkom Lopke,’ ging hij verder. ‘We zijn heel blij met je. Nu zijn we net met 24

in de klas. Dat is een heel mooi getal. Als we in groepjes werken, klopt het vanaf

nu altijd, niemand blijft nog alleen over. Daar heb je mooi voor gezorgd, Lopke.’

Er was nog één bankje leeg in de hele klas. Het stond helemaal in het midden.

Meester Gerald had zijn arm nog steeds om mijn schouder. Met zijn andere wees

hij naar de stoel. ‘Jouw plek,’ zei hij. ‘Naast Annelies.’

Hij haalde zijn arm van mijn schouder en knikte zo vriendelijk naar me dat ik het

liefst de hele dag vooraan naast hem wilde blijven staan. Maar dat kon natuurlijk

niet, dus ik liep naar de lege plek naast Annelies.

Annelies lachte naar mij. ‘Dag Lopke,’ zei ze. ‘Ik zal je alles vertellen.’

Alles? Hoezo, alles? Zo’n zin had nog nooit iemand tegen me gezegd.

‘Gewoon, alles,’ zei ze. ‘En ik vind je naam leuk.’

Ze vond mijn naam leuk, het zou wel. Mijn buik kromp weer ineen.

‘Er zitten wel vijf Anneliezen in het vierde. Maar niemand heet Lopke.’

Ze lachte me níet uit.

‘Het komt van Lobelia,’ zei ik. ‘Mijn ene oma heet ook zo.’

Page 13: contractwerk niveau 2

‘Wow. Lobelia. Dat klinkt als een koningin.’

‘Een prinses,’ zei ik, ‘het betekent: prinses.’

Vragen:

Hoe heet het nieuwe meisje in de klas?

___________________________________________________________________

Waarom is het volgens jou zo’n spannende dag voor het nieuwe meisje?

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

Hoe komt het dat de klas van geluk mag spreken met het nieuwe meisje?

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

Juist/Fout, indien fout doorstreep je de fout en geef je het juiste antwoord.

De meester heet Geert.

___________________________________________________________________

De meester wijst het nieuwe meisje naar vaste plek aan in de klas. Haar nieuwe plek is rechts vooraan naast Annelien.

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

9. Muziek is voor mij…

Vul aan(geef je mening): muziek is voor mij…

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

Page 14: contractwerk niveau 2

10. Woordzoeker

Zoek de muziekinstrumenten.

Piano Accordeon Trombone Doedelzak Djembe

Gitaar Trompet Fluit Klarinet Harp

Drum Bas Keyboard Cello Viool

Page 15: contractwerk niveau 2

11. Opzoekopdracht piano

Zoek per twee op het internet volgende zaken over de piano op.

1) Hoeveel toetsen heeft een standaardpiano? Hoeveel witte en hoeveel zwarte?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

2) Geef 3 verschillende pianomerken.

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

3) Welk instrument is tot de piano geëvolueerd? (Tip: Het lijkt er op) (Wat is de

voorloper van de moderne piano?)

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

4) In welk land is de piano uitgevonden?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

5) Zoek de naam van de pianospelende kip in Honolulu. Wat kan ze nog meer?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

6) Welk soort instrument is een piano? (snaar,…)

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

7) Hoeveel pedalen heeft een normale piano?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Page 16: contractwerk niveau 2

12. Zoek de 10 verschillen:

Page 17: contractwerk niveau 2

13. Vragen aan de computer

Opdracht 1 : Zijn deze uitspraken WAAR?

Surf naar: www.schooltv.nl

- in het paarse zoekvak typ je ‘muziekinstrumenten’.

- bekijk het tweede filmpje van de bovenste rij om de vragen op te

lossen.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is. Je hebt veel verschillende soorten muziekinstrumenten. Het geluid van een snaarinstrument ontstaat omdat de snaren gaan trillen. Een marimba is een snaarinstrument. Blaasinstrumenten maken geluid door je eigen adem. Alle blaasinstrumenten zijn van hout. Slaginstrumenten geven geluid, door er met stokken of je handen op te slaan. Toetsinstrumenten hebben rode, zwarte en witte toetsen. Het meest bekende toetsinstrument is de piano.

Surf naar: www.schooltv.nl

- in het paarse zoekvak typ je ‘hoorn’.

- Bekijk het eerste filmpje in de bovenste rij om de vragen op te lossen.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is. De hoorn is een koperen blaasinstrument. Door de ventielen in te drukken ga je hard of zacht spelen. Als je de hoorn zou uitrollen zou het een buis van wel 6 meter worden. De ene kant van de hoorn heet het mondstuk, het eind heet de beker. Korte klanken blazen heet staccato Van zacht naar hard heet crescendo

Surf naar: www.schooltv.nl

- In het paarse zoekvak typ je ‘percussie’.

- Bekijk het eerste filmpje in de bovenste rij om de vragen op te lossen.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is. Percussie is de verzamelnaam voor alle slagwerkinstrumenten in een orkest. De snaartrommel is de laagst klinkende trommel. Toms zijn trommels met een enkel vel en met een droge klank. Maracas worden door mensen ook wel sambaballen genoemd. Een beatring en een tamboerijn zijn precies hetzelfde. Claves zijn gemaakt van hardhout en geven het ritme aan: 1-2-3-4 , 1-2-3-4

Page 18: contractwerk niveau 2

Surf naar: www.schooltv.nl

- In het paarse zoekvak typ je ‘viool’.

- Bekijk het eerste filmpje in de bovenste rij om de vragen op te lossen.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is. Zoals de viool er nu uit ziet, ziet hij er al uit sinds 1564. Op een viool zitten 6 snaren. Het stemmen van een viool gebeurt op 2 plaatsen: bij de krul en onderaan. De snaren van een viool zijn gemaakt van de haren van een paard. Snaren van een viool kun je plukken, laten trillen, laten glijden en laten trommelen. Opdracht 2: Kruiswoordraadsel Surf naar: www.tiptileonline.com

- Rechts bovenaan de pagina zie je een zoekvak.

- Typ ‘muziekinstrumenten’ en klik op zoeken:

- Klik op de zwarte tegel waar ‘muziekinstrumenten Jack Nowee’ op staat.

- Je ziet nu een kader met verschillende tegels waar je op kan klikken, als je op

een tegel klikt krijg je informatie over een muziekinstrument.

- De informatie op de tegels heb je nodig om het kruiswoordraadsel op de

volgende pagina in te vullen.

- Let op de ‘ij’ staat in één hokje!

Page 19: contractwerk niveau 2

14. Rijmen

Maak het rijmpje af met behulp van muziekinstrumenten.

Rettekettetteketet, zaterdags speelt Jantje graag op zijn …………………………………………… Misschien klinkt het wat raar, maar op zondag speelt hij steeds ……………………………………………….. Maandagavond zorgt hij voor achtergrondgeluid, mama kookt het eten en Jantje speelt op zijn …………………………….. Dinsdag is het de beurt aan de …………………................................... Maar eerst maakt hij zijn taak van fysica. Op woensdag speelt hij met zijn vrienden een hockeyspel, daarna gaan ze jammen op het …………………………………………………… Donderdags is Jantje steeds drukbezet, want ’s avonds geeft hij een concert met zijn …………………………….. Elke vrijdagavond na de school, speelt hij een vrolijke melodie op zijn …………………………………………..