Contouren GLB 2020 zijn uitgezet -...

4

Click here to load reader

Transcript of Contouren GLB 2020 zijn uitgezet -...

Page 1: Contouren GLB 2020 zijn uitgezet - melkveebedrijf.bemelkveebedrijf.be/wp-content/uploads/sites/3/2018/02/Contouren-GLB...met handelsblokken (CETA, TTIP, MERCOSUR) - houdt de Wereldhandels

16  | WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE  /  NR 3  /  MAART 2018  /  FOCUS OP HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

Contouren GLB 2020 zijn uitgezetTekst: Rob van GinnekenBeeld: Twan Wiermans

w F O C U S O P H E T G E M E E N S C H A P P E L I J K L A N D B O U W B E L E I D

Page 2: Contouren GLB 2020 zijn uitgezet - melkveebedrijf.bemelkveebedrijf.be/wp-content/uploads/sites/3/2018/02/Contouren-GLB...met handelsblokken (CETA, TTIP, MERCOSUR) - houdt de Wereldhandels

WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE /  NR 3  /  MAART 2018 / FOCUS OP HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID | 17

De komende maanden gaat de Europese Unie puzzelen aan het nieuwe GLB. In de huidige begroting van 1.033 miljard euro voor de periode 2014-2020 stond 400 miljard gereserveerd voor de beide pijlers in het GLB-beleid. Dat gaat veranderen, zoveel is zeker.

Wie de herkomst van het huidige gemeenschappelijk landbouwbeleid wil leren kennen, moet weten hoe het huidige beleid is ontstaan. Met de Tweede Wereldoorlog vers in het geheugen, wilde de Unie koste wat het kost een nieuwe voedselschaarste voorkomen. In de naoorlogse wederop-bouw werden er minimumopbrengstprijzen voor de producent vastgesteld om de voedselzekerheid te borgen. Dat leidde tot een flinke opschaling van bedrijven en marktoverschotten moesten door de Unie weer opgekocht worden om de minimumprijzen te garanderen. Deze zogenaamde boter-bergen en melkplassen waren voor de Europese Unie aanleiding om begin jaren 80 het melkquotum in te stellen, om op die manier de melkproductie enigszins te reguleren.

Het systeem van minimumopbrengstprijzen bleef gehandhaafd tot begin jaren 90. In die periode liberaliseerde de Unie zich en wou men zich op de wereldmarkt mengen, wat volgens de overeenkomsten van de World Trade Organisation alleen mocht wanneer er een ‘level playing field’ zou ontstaan. Dat betekende geen marktverstorende maatregelen meer, zoals interventies. Het was vervolgens de Ierse Commissaris Ray Mac Sherry die het landbouwbeleid in 1992 deed kantelen van marktondersteuning naar inkomensondersteuning, met maatregelen zoals de maispremie en de zoogkoeienpremie. Daarbij bleef wel een link met de geproduceerde hoeveelheden, maar in de daaropvolgende jaren werd die samenhang steeds verder ontkoppeld.

Agenda 2000Begin deze eeuw werd de ‘Agenda 2000’ opgesteld. De hervormingen van Agenda 2000 verdeelden het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in twee pijlers. Verschillende maatregelen voor plattelandsontwikkeling werden geïntroduceerd, waaronder natuurbeheersovereenkomsten, de oprichting van producentengroeperingen en ondersteuning van jonge landbouwers. Het nemen van agromilieumaatregelen werd verplicht voor alle lidstaten. De directe marktondersteuning voor granen, melk/zuivelproducten en rundvlees werden stapsgewijs verlaagd, terwijl de directe gekoppelde betalingen aan de landbouwers werden verhoogd. Betalingen voor belang-rijke akkerbouwgewassen zoals granen en oliehoudende zaden werden geharmoniseerd. De tweede pijler werd steeds belangrijker, althans in onze regio. Zo hevelt Vlaanderen in het huidige GLB 10 procent van het geld uit de 1e pijler over naar de 2e pijler en ook Nederland boekte 30 miljoen over van de 1e pijler naar de 2e pijler.

Hoewel de 1e pijler bij het ingaan van Agenda 2000 in eerste aanleg nog een directe link kende tussen productie en toeslag, werden deze later ont-koppeld. Van de ontvangers werd verwacht dat zij een inspanning leverden op het vlak van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn.

Invloed WTOOok in het huidige GLB, dat is ingegaan in 2014, worden aan de ontvangers resultaatverplichtingen opgelegd en is het ontvangen van premie niet meer vrijblijvend. Wie aanspraak wil maken op zijn basisbetaling uit pijler 1, is verplicht te voldoen aan de vergroeningseisen die elke lidstaat heeft opgesteld. De maatregelen die de EU heeft genomen in de opeenvolgende GLB-programma’s zijn echter niet alleen tot stand gekomen vanuit agro-milieumotieven. Ook de WTO speelt een rol bij de maatregelen. Ofschoon de intercontinentale handelsambities van de WTO niet helemaal van de grond zijn gekomen - er worden tegenwoordig meer afspraken gemaakt met handelsblokken (CETA, TTIP, MERCOSUR) - houdt de Wereldhandels-organisatie nog altijd een dikke vinger in de pap in het GLB. Maatregelen die mogelijkerwijs de markt verstoren, worden door de WTO resoluut afge-keurd. Eén van de laatste maatregelen die de EU nog heeft is interventie, maar aangezien er momenteel 350.000 ton melkpoeder in interventieop-slagen ligt - die waarschijnlijk met een groot verlies gedumpt wordt - ligt het voor de hand dat ook die interventiemogelijkheid in het nieuwe GLB wordt teruggedrongen.

Nieuw GLBVanaf 2021 gaat het nieuwe GLB gelden. De EU is momenteel drukdoende met een invulling daarvan. Naast de eisen van de WTO houdt men bij de totstandkoming rekening met nog vier aspecten; samenstelling van de lidstaten, budget, maatschappelijke aspecten en actualiteiten.Eind vorig jaar verschenen de contouren van dit plan, waarin duidelijk werd gemaakt dat de EU nieuwe uitdagingen wacht en dat de geldstroom naar de landbouw niet zonder meer vanzelfsprekend is. De EU ziet zich namelijk geconfronteerd met migratievraagstukken en een financiële reorganisatie dankzij de Brexit. Als nettobetaler aan de EU zal het vertrek van het Ver-enigd Koninkrijk uit de EU ook een wissel trekken op het landbouwbeleid. Een verandering van het GLB als gevolg van de samenstelling van het bestand aan lidstaten is niet nieuw. Nu heeft de Brexit een effect op het GLB, maar eerder waren de uitbreidingen aan de oostzijde van de EU aan-leiding om het GLB-programma anders in te richten. De directe betalingen

Page 3: Contouren GLB 2020 zijn uitgezet - melkveebedrijf.bemelkveebedrijf.be/wp-content/uploads/sites/3/2018/02/Contouren-GLB...met handelsblokken (CETA, TTIP, MERCOSUR) - houdt de Wereldhandels

18  | WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE  /  NR 3  /  MAART 2018  /  FOCUS OP HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

w F O C U S O P H E T G E M E E N S C H A P P E L I J K L A N D B O U W B E L E I D

op basis van oppervlakte zijn daar een voorbeeld van. De oostelijke lid-staten zullen in hun lobby vasthouden aan dat verworven ‘recht’.

KlimaatprogrammaOok de maatschappelijke aspecten spelen een rol bij de ontwikkeling van een nieuw GLB. In het verleden was dat biodiversiteit, waardoor de vergroeningseisen zijn doorgevoerd. Dit instrument wordt echter als bij-zonder ingewikkeld en niet-effectief ervaren binnen de Unie. De Europese rekenkamer concludeerde dat eind 2017 in een onderzoek.

Volgens de Europese Rekenkamer (ERK) passen agrariërs hoofdzakelijk vergroeningsmaatregelen toe die zich onderscheiden op productiviteit en die passen in een regulier bouwplan, zoals stikstofbindende gewassen en vanggewassen. Juist deze gewassen leveren volgens ERK geen signifi-cante voordelen op voor de biodiversiteit en maken vaak al deel uit van de normale landbouwpraktijken.

De ERK stelt in haar onderzoek dat het in de EU ontbreekt aan specifieke, meetbare streefdoelen en aanzien van de vergroeningsmaatregelen om vast te kunnen stellen in welke mate deze maatregelen bijdragen aan de bredere EU-doelstellingen voor milieu (o.a. biodiversiteit) en klimaat. Volgens de ERK zou de Europese Commissie (EC) een systematiek moeten ontwikkelen voor milieu- en klimaatacties van de EU op het gebied van landbouw. De EC moet specifieke prestatiestreefdoelen vaststellen voor de bijdrage van het GLB aan de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU, zo wordt geconcludeerd. Volgens de Europese Rekenkamer heeft het huidige vergroeningsprogramma te veel weg van een inkomensondersteuning. De ERK stelt daarom voor om landbouwers pas toegang te geven tot de GLB-betalingen wanneer zij voldoen aan een reeks basismilieunormen, waarmee vergroeningsmaatregelen geen bonus meer vormen, maar een verplichting om sowieso GLB-toeslag te ontvangen, waarmee een eenvou-diger GLB-beleid tot stand komt.

Vereenvoudiging GLBHet voorstel van de ERK om een vereenvoudigd GLB-beleid op te stellen, wordt breed gedragen. Het huidige beleid is tot stand gekomen dankzij het jarenlang aanpassen van het bestaande beleid. Mocht men vandaag vanaf een wit vel papier een nieuw GLB-beleid wegzetten, dan zou het er heel anders uitzien, met een voorname rol voor klimaatplannen. Wie het woord ‘klimaat’ zoekt in het document Toekomst van voedsel en landbouw, gepubliceerd op 29 november 2017, ziet liefst 50 hits, tegenover 4 hits op vergroening. De ambitieuze doelstelling dat klimaatmaatregelen leidend worden in het nieuwe GLB, is ongetwijfeld ingegeven door de publieke consultatie die in 2017 plaatsvond. Op de stelling dat het nieuwe landbouwbeleid meer voor-delen op het gebied van milieu en klimaatveranderingen moet opleveren, antwoordde 92 procent van niet-agrarische respondenten ja, tegenover 64 procent van de agrarische respondenten. De stemverhouding op de stel-ling dat landbouwers rechtstreekse inkomenssteun nodig hebben, werd overigens door 53 procent van de niet-agrariërs positief beantwoord. 79 procent van de landbouwers was het eens met die stelling.

Maar ook de EU vindt dat de landbouwers baat hebben bij een GLB waarin klimaatdoelstellingen zijn vastgelegd, vooral omdat de landbouw sterk beïnvloed wordt door het klimaat. Anders dan de meeste andere eco-nomische sectoren wordt landbouw sterk beïnvloed door het klimaat. De sector wordt eveneens geconfronteerd met volatiele prijzen, natuur-rampen, plagen en ziekten, waardoor elk jaar minstens 20 procent van de landbouwers meer dan 30 procent van hun inkomen verliezen in ver-gelijking met het gemiddelde van de afgelopen drie jaar. Tegelijkertijd is de druk op natuurlijke hulpbronnen nog steeds duidelijk aanwezig, deels als gevolg van bepaalde landbouwactiviteiten. Klimaatverandering dreigt alle bovengenoemde problemen nog verder in de hand te werken. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid moet daarom richting geven aan de overgang naar een duurzamere landbouw”, zo schrijft de EU in haar Position Paper ‘De toekomst van voedsel en landbouw’.

Besluitvorming nieuw GLB.

Page 4: Contouren GLB 2020 zijn uitgezet - melkveebedrijf.bemelkveebedrijf.be/wp-content/uploads/sites/3/2018/02/Contouren-GLB...met handelsblokken (CETA, TTIP, MERCOSUR) - houdt de Wereldhandels

WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE /  NR 3  /  MAART 2018 / FOCUS OP HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID | 19

Hoe groot is de EU-landbouw?

De EU is een van ‘s werelds grootste voedselproducenten, die de voedselzekerheid van meer dan 500 miljoen Europese burgers waarborgt.

De landbouwers van de EU zijn ook de belangrijkste beheerders van het milieu, aangezien zij op 48 procent van het landoppervlak van de EU waken over natuurlijke hulpbronnen zoals de bodem, het water, de lucht en de biodiversiteit (bosbouwers over een bijkomende 36 procent) en zorgen voor essentiële koolstofputten en de aanbreng van hernieuwbare bronnen voor industrie en energieopwekking. De landbouwers zijn ook rechtstreeks afhankelijk van deze natuurlijke hulpbronnen.

De landbouw vertegenwoordigt een groot aantal banen, zowel binnen de sector zelf (die vast werk biedt aan 22 miljoen mensen) als in de bredere voedingssector (landbouw, voedselverwerking, en de daarmee samenhangende kleinhandel en diensten zorgen samen voor zo’n 44 miljoen banen).

In heel de EU wonen meer dan 55 procent van de burgers in plattelands gebieden, die tegelijk ook belangrijke plaatsen zijn voor werkgelegenheid, recreatie en toerisme.

Hoe de klimaatvriendelijke landbouw zich moet ontwikkelen, wordt bij de lidstaten neergelegd. De EU zal streefwaarden vooropzetten waarop elke individuele lidstaat zelf beleid moet maken. Voorwaarde is dat de maatregelen meetbaar en controleerbaar zijn en niet - zoals bij de vergroeningsmaatregelen - verzanden in goede bedoelingen. Concrete maatregelen noemt de EU in haar document slechts beperkt. Oplossingen zoals mestvergisting als CO2-vriendelijke energieopwekking worden vooralsnog niet voorgedragen. Op dit moment volgt de EU nog de lijn van precision farming waarin productie met een kleine ecologische voetafdruk en minimaal waterverbruik gepaard gaat.

BudgetParallel met de budgetbegroting van de EU lopen komend voorjaar de discussies over de invulling van het GLB. De invulling van het meerjarig financieel kader is bepalend in hoe het Gemeenschappelijk Landbouw-beleid na 2020 eruit komt te zien. Ruim 400 miljard werd er voor het huidige GLB (2014-2020) uitgetrokken, waarvan 300 miljard euro werd uitgeven aan directe inkomensondersteuning en 100 miljard stond gere-serveerd voor plattelandsontwikkeling.

Die verhouding gaat veranderen, zoveel is zeker. De inkomenssteun aan de boeren staat meer ter discussie dan de middelen die voor plat-telandsontwikkeling ingezet worden. De Commissie zegt dat sleutelen aan het systeem van inkomenssteun - los van het geld dat de bezuiniging oplevert - de mogelijkheid biedt om subsidies meer resultaatgericht in te zetten. Nu gaat 80 procent van de inkomenssteun naar 20 procent van de bedrijven. Een andere verdeelsleutel biedt mogelijkheden om de landbouw in bepaalde regio’s te handhaven of boeren te stimuleren naar meer duur-zame productiemethoden.

Dat zal nog tot wat discussies leiden in Brussel. De meer oostelijk gelegen lidstaten zullen koste wat kost willen vasthouden aan directe beta-

lingen aan de landbouwers. De politieke wind in het westen stelt dat er agromilieu maatregelen genomen moeten worden om in elk geval te voldoen aan de klimaatdoelstellingen van het Verdrag van Parijs. Geza-menlijk hebben de lidstaten de lijn dat het van belang is dat er voldoende ontwikkeling op het platteland komt, er voldoende jonge boeren blijven en dat er meer ruimte moet komen voor landbouwers om zich te verenigen in zogenaamde producentenorganisaties.Wat de waarde is van die ambitie, is onduidelijk omdat voedselzekerheid tegen een betaalbare prijs de grondgedachte is van het GLB. Daarnaast prijkt het toestaan van producentenorganisaties al langer op het lijstje van EU-ambities, maar is er in de praktijk nog maar weinig van terechtgekomen.

Hoe het GLB er na 2020 uit komt te zien, wordt grotendeels bepaald door politieke argumenten. De bescherming van de buitengrenzen om de migratiestroom te stoppen gaat maximaal 150 miljard euro extra kosten en per 29 maart 2019 vindt de Brexit plaats, waardoor er 12 miljard uit de begroting geschrapt wordt. Deze politieke kwesties hebben ongetwijfeld hun invloed op het landbouwbudget. Als het meerjarig financieel kader bekendgemaakt wordt in het najaar van dit jaar, weten we meer.

Drie scenario’s

De EU schreef begin 2018 drie scenario’s van budgettering met het effect op het inkomen van de landbouwer.

Bij consolidatie van het huidige budget blijven de effecten logi-scherwijs beperkt, maar blijft er 80 procent van de inkomenssteun ontvangen worden door 20 procent van de landbouwers, een situatie die de EU wil veranderen.

In scenario 2 wordt er 120 miljard weggesneden uit het landbouw-budget, wat een inkomensdaling van de gemiddelde landbouwer van 10 procent zal betekenen. In sectoren die erg afhankelijk zijn van de inkomenssteun, zoals de vleesveehouderij, kan de inkomensdaling nog groter zijn.

In een derde scenario wordt 60 miljard euro weggehaald uit het land-bouwbudget, wat leidt tot een kleine daling van het inkomen. Hoe groot die daling is, maakt het onderzoek dan weer niet bekend.

Invloed van EU-commissaris

Bij de totstandkoming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid spelen argumenten als WTO-eisen, budget, maatschappelijke aspecten en actualiteit een rol. De actualiteit is nu nog niet bekend, al speelt nu wel het sentiment mee dat er melkpoeder in opslag ligt waar flink op afgeschreven moet worden. Welke invloed dat heeft op het uiteindelijke GLB weten we in de loop van 2019.

Ook de invloed van de EU-commissaris is van belang bij de totstand-koming van het GLB. De Roemeen Dacian Cioloș wist directe betalingen voor Oostbloklanden veilig te stellen; de Oostenrijker Franz Fischler introduceerde de plattelandsontwikkeling. Dat momenteel Phil Hogan uit het zuivelland Ierland aan het bewind staat, kan op het scheiden van de markt nog positief uitpakken voor de melkveehouderij.