Contactblad June 2016

24
JUBILEA ZOMER 2016

description

Dutch language magazine of the Mill Hill Missionaries

Transcript of Contactblad June 2016

Page 1: Contactblad June 2016

JUBILEAZomEr 2016

Page 2: Contactblad June 2016

HUISZEGEN VAN DE BIDAYUH

Ik vraag, ik roep u aan, 0 God, die mensen kneedt, die mensen smeedt. Water sprenkel ik om dit huis te verkoelen, te verfrissen, om gezondheid te verschaffen; krachtig water, leven-schenkend. Laat dit huis niet kinderloos zijn; dat dit huis vol leven zij: sterke jongens, gezonde meisjes, stevig uit de kluiten gewassen als olifantgras en reuzenriet. Niemand zwak en ziekelijk in dit langhuis, deze woning. Weg met wolken, weg met schaduw, weg met mazelen en griep. Laat al wat slecht is, wat verdriet brengt hier niet kleven, niet verblijven, zelfs de drempel niet betreden. Daarom sprenkel ik dit huis met zilver water, heilig water recht van berg en waterval. Komt dan, zielen van onze voorouders die allang zijn heengegaan, die onze paden bewaken en de deur van ons huis. Maakt dit huis leefbaar voor groot en klein.

(Vertaling en bewerking door Fr F. VergeerDeze bevolkingsgroep woont in het Serian district, Sarawak, Maleisisch Borneo)

Page 3: Contactblad June 2016

oNDEr oNS

3

4

8

14

18

NIEUWE PUBLICATIE: mISSIEHUIS HoorN EN DE WESTFrIESE mILLHILLErS.We vieren dit jaar het 150-jarig jubileum van de Mill Hill Congregatie – 125 jaar Mill Hill Nederland. Verschillende auteurs zijn bij gelegenheid hiervan in de pen geklommen. Paul de Schipper heeft een jubileumboek samengesteld dat op 29 juni wordt gepresenteerd. Ben Engelbertink mhm zet Twentse Millhillers in het zonnetje en Piet Korse mhm schrijft uitgebreid over opeenvolgende generaties Westfriese Millhillers.

oNZE JUBILArISSENIn dit nummer komen al onze 13 jubilarissen van dit jaar aan het woord. We vieren ze allemaal op 15 augustus, onze jaarlijkse dag van samenkomst. “Nu ik 60 jaar priester ben, wil ik vieren dat ik niet alleen ben. Met God erbij, want Hij hoort bij mijn leven. Met mijn familie, vrienden en medebewoners in Vrijland, omdat ik op deze plek weer leerde liefde te ontvangen en liefde te geven.” (Theo Beemster).

DE HINDoE moErTI Frans Baartmans mhm vervolgt zijn ontdekkingstocht langs de paden van de Hindoe-religie. ‘De Hindoe Moerti is het vervolg van het gelijknamig artikel in het vorige nummer. ”Je ontkomt bijna niet aan het woord “visarjen” in India. Om nog beter te laten weten dat de Deva’s en Devi’s geen goden of godinnen zijn, dat ze geen aanspraak maken op het Alzijn (Brahman) wordt in India een uniek feest gevierd”.

CommUNICATIE IN VELE TooNAArDEN Voor Ger mooij mhm is Kenia een tweede thuis geworden. Vijftig jaar heeft hij er gewerkt als missionaris. In juni komt hij voor goed terug naar Nederland en neemt zijn intrek in Missiehuis Vrijland.”Een van de zeer wijze beleidsnormen van de Mill Hill Congregatie was om een jonge priester eerst genoeg tijd te geven om bij een oudere persoon ‘het vak te leren’. Ik heb erg veel geleerd van mijn pastoors in de 12 jaar dat ik kapelaan/assistent was”.

Page 4: Contactblad June 2016

4

NIEUWE PUBLICATIE: mISSIEHUIS HoorN EN DE WESTFrIESE mILLHILLErS.

Ter gelegenheid van het 150 jarig jubileum van Mill Hill is Piet Korse mhm in de archieven gedoken en heeft interviews afgenomen om een volledige reeks portretten te ‘schilderen’ van Westfriese Millhillers van toen en nu. Zijn boek zal op onze jubileumdag, 29 juni, worden gepresenteerd.

In dit jubileumjaar van 150 jaar Mill Hill (2016) kijken we terug op ons verleden. Dat verleden speelde in een heel andere tijd. Dat was de tijd van ‘Mill Hills zonen, de kerels, de stoeren, met een inborst vol vlam en vol vuur.’

In dit boek is het verbazingwekkend om te lezen hoe jonge mensen in die tijd missionaris wilden worden. Ze hadden de roepstem vernomen, maar na slechts een paar jaar in Afrika moesten velen het loodje leggen ten gevolge van malaria, zwartwaterkoorts, diarree of andere tropische ziektes. Maar toch, toch gingen ze naar onbekende landen, toen nog zonder kinine en zonder antibiotica. Ze

legden bewust hun leven in Gods hand. Ze waren bezield, gedreven om goed te zijn, om goed te doen aan mensen die daar soms niet eens op stonden te wachten. Maar ze gingen. Ze wilden het evangelie vertellen, volgelingen maken. Om dat doel te bereiken openden ze de eerste scholen, de eerste seminaries. Zo openden zij een nieuwe wereld voor hele ‘volksstammen’. Ze openden mogelijkheden voor die volken om in de moderne wereld hun plaats in te nemen. Zij, die het seminarie de rug toekeerden, bezetten later dankzij hun goede opleiding vaak invloedrijke plaatsen in ondernemingen of in de regering.

De auteur signeert

Page 5: Contactblad June 2016

5

Wat staat er allemaal in?!

In dit verhaal leest u een mozaïek van levens van Westfriese mannen en vrouwen met allerhande begaafdheden. Ieder van hen droeg een steentje bij tot de opbouw van een samenleving waarin een ieder gewaardeerd en gerespecteerd wordt, waarin iedere

cultuur een rijkdom betekent voor de hele mensheid.

Bij het lezen van de verhalen van vroeger sta ik verbaasd over de nederigheid van de missiezusters: zij werkten net als onze oma’s en moeders bijna altijd achter de schermen. Ze waren praktisch onzichtbaar. Ze schreven geen lange artikelen of boeken, maar zorgden dat zieken genazen, dat gevonden baby’s opgenomen werden, dat de vuile was weer schoon in de kast kwam te liggen en dat er elke dag weer maaltijden op tafel stonden. Van hetzelfde laken een pak de broeders. In maart 1925 werd in de Mill Hill annalen een oproep gedaan voor

missiebroeders. Zij worden genoemd de ‘nederige helden van de lastige taak.’ ‘Gelukkig de priester die beschikt over een gezonde, flinke, godvruchtige broeder aan wie hij de leiding der stoffelijke zaken kan overlaten.’ Nu bijna honderd jaar later weten we wat

broeders voor het missiewerk betekend hebben. Zij hebben zich ingezet voor al het werk dat gedaan moest worden: scholen, ziekenhuizen, kerken, kloosters en pastorieën zetten zij neer met al de infrastructuur aan elektra, water, riolering enz. Overal leidden zij vaklui op. Bij gebrek aan technische scholen waren de werklui van de broeders vaak de enige metselaars of timmerlui in uitgestrekte gebieden.

In Westfriesland waren vroeger onder de katholieken veel grote gezinnen. Het was een eer, het was een sociale promotie, als een zoon/dochter naar het seminarie of klooster ging. Het

Page 6: Contactblad June 2016

6

was een eer voor de ouders, maar het was ook een offer, omdat er financieel flink bijgedragen moest worden aan de opleiding. Ook familie en vrienden droegen bij door studenten te ondersteunen. Ook parochies droegen in bepaalde gevallen bij, als de ouders hun deel niet op konden hoesten. De hele gemeenschap stond welwillend achter de geroepenen door het leveren van zelatricen die overal missiebusjes mochten plaatsen en die missiebandjes uitnodigden op bruiloften en partijen. De Mill Hillers moesten hun eigen broek ophouden, want zij werkten zonder salaris. Gelukkig hadden zij sinds hun seminariedagen een thuisfront of achterban. Ook nationale organisatie sprongen bij om hun activiteiten te ondersteunen. U kent ze wel: Miva, Memisa, Mensen in Nood, de Vastenactie, Dreikönigsaktion van Oostenrijk of de Broederlijke Delen van België. Dankzij die hulp bleven ze in leven en konden zij hun pastorale activiteiten ontplooien en zelfs scholen, kerken en ziekenhuizen opzetten en draaiende houden. Dit boek is een hulde aan de Westfriezen van vroeger.

De Westfries staat bekend als eigenwijs. Ik zou diezelfde Westfries liever betitelen als iemand die een volhouder is, iemand die niet zomaar opgeeft, die niet bij de eerste de beste moeilijkheid zijn hoofd laat hangen. De Congolees zou zeggen: hij is als de olifant die niet achteruitloopt. Een olifant in het bos komt vaak struiken, omgevallen bomen en andere obstakels tegen. Die olifant keert dan niet op zijn schreden terug. Nee, hij zet zich schrap, ruimt het zaakje op en loopt gewoon verder. Die karaktereigenschap zult u ook in de volgende verhalen tegenkomen.

De Westfriese missionaris had nog een voordeel: hij was vlug in het oppikken van inlandse talen. Wellicht was dit te danken aan het feit dat de Westfries van huis uit tweetalig was: het Westfries

en het Nederlands. Hetzelfde zien we bij Afrikanen die vaak polyglotten zijn, omdat zij opgroeien met een stamtaal en met een streektaal en vaak nog één of meerdere landstalen. De missionaire geest leeft in Westfriesland voort in organisaties zoals de 40MM van Venhuizen, in het Jambo Koor, Stichting Oeganda (werkvoortzetting Kees Spil), Stichting Weeskinderen Rwanda en nog vele andere initiatieven die tot doel hebben om het welzijn van groepen armen in Afrika, Zuid- of Midden-Amerika te ondersteunen. Het is dezelfde geest die mensen al jarenlang aanzet om minderbedeelden in Oost-Europa gratis van kleding en schoeisel te voorzien, zoals gebeurt door Dorcas in Andijk en “Wij en onze Missionarissen” in Obdam. Het is dezelfde geest die mensen aandrijft om in hun gemeenschappen vrijwilligerswerk te verrichten. De missionaris is een uitstervend ras, maar zijn geest leeft verder en is nog springlevend. Hulde aan de Westfries van nu!

Heel veel dank aan de enkele sponsoren die me in staat stelden om dit boek te laten drukken. Jammer dat mijn Mill Hill congregatie, de Westfriese gemeentes en andere regionale organisaties mijn subsidieaanvraag hebben afgewezen. Geschiedenis en cultuur schijnen in crisistijd steeds voor de botte bijl te gaan. Jammer. Daarom is mijn dank aan die sponsoren des te groter. Westfriesland toont zich ook in hen groot. Mijn grote dank aan Hennie Scheerder en Cor Schilder van het Mill Hill archief en aan Otto Perfler voor de hulp bij computerproblemen!Zoals zo juist vermeld bestaat Mill Hill dit jaar honderdvijftig jaar. Het is het einde van een tijdperk. Daar mogen gerust even stil bij staan. Ik wens jullie allen veel leesplezier.

Piet Korse mhm

Page 7: Contactblad June 2016

7

Trotse zus Riet

Page 8: Contactblad June 2016

8

Het is intussen al weer tien jaar geleden dat ik een kort artikeltje mocht schrijven bij mijn 50-jarig jubileum in Kongo. Het waren vruchtbare jaren daar ondanks de rebellies. Wij waren onder de bescherming van God, de Allerhoogste. Het is acht jaar geleden dat de broeders terugkwamen naar Nederland en ik kreeg een plek bij mijn collega’s in Missiehuis Vrijland.

Mijn gezondheid was minder, omdat ik ver-schillende jaren al sukkelde met mijn benen en knieën. Nu werd er een goed onderzoek ge-daan en men kwam tot de conclusie dat mijn heupen waren versleten. Nu na twee nieuwe heupen is alle pijn weg en kan ik alle bewe-gingen weer maken. Ik heb nu alle tijd voor mijn hobbies: wat vegen, verven, fietsen, genieten van de natuur, ’n helpende hand bij een rolstoel, luisteren naar missieverhalen van collega’s. Er is een goeie verzorging; zo de dagen vliegen voorbij. In deze jaren wordt mijn devotie tot Maria steeds groter. Ik mocht enkele malen met de bus naar Medjugorje. Deze bedevaartplaats van Maria wordt ieder jaar groter. Moeder Maria verschijnt er dagelijks en nu al 34 jaar als ‘Moeder van Vrede’ en vraagt om boete, gebed, versterving. Er zijn veel genezingen, vooral ook innerlijke door gebed. Wat ben ik God dankbaar voor mijn levensjaren en allen die het mij mogelijk maakten, het thuisfront en jaarlijkse ‘Trap In’. Marinus de Groot mhm

Nu ik 60 jaar priester ben, wil ik vieren dat ik niet alleen ben. Met God erbij, want Hij hoort bij mijn leven. Met mijn familie, vrien-den en medebewoners in Vrijland, omdat ik op deze plek weer leerde liefde te ontvangen en liefde te geven. Ik ervaar het als een ze-gen: ook ik ben Zijn geliefd kind. Een zegen voor ieder die het hoort, voor ieder die het ziet, een zegen die ik wil delen. Ik heb in Vrijland een plek gevonden, waar ik mijn le-ven met God en met mijn medebewoners en met mijn familie en met mijn vele vrienden kan verbinden. Hierbij past heel goed het lied van Femke Soethoudt, “Ach, lieve mens, leef!” Ach, lieve mens, ik heb je gemaakt om

Dertien Nederlandse Millhillers vieren die jaar hun jubileum. Zoals gebruikelijk komt elk van hen hieronder even aan het woord. We wensen al onze jubilarissen van harte proficiat!

oNZE JUBILArISSEN

Page 9: Contactblad June 2016

9

te dansen, te zingen, te spelen, te lachen, ach, lieve mens, leef! Ik heb je gemaakt voor de liefde, de vriendschap, voor samen met men-sen, ach, lieve mens, leef! Ik heb je gemaakt tegen dood, tegen angst in, jij bent het leven, ach, lieve mens, leef! Dat het zo mag zijn! Dat het zo mag blijven! Theo Beemster mhm

Met veel plezier en dankbaarheid denk ik te-rug aan de voorbije jaren in Oeganda, Kenia en Nederland. De volgende woorden van Je-zus uit het Johannes evangelie hebben mij door de jaren veel geholpen: “ Ik ben de weg, de waarheid en het leven; wie mij volgt zal goed aankomen”. Zonder een tastend geloof in Jezus en zijn woorden, zou ik het missio-naris-leven niet volgehouden hebben. Velen in Nederland, Oeganda en Kenia hebben mij geholpen om de woorden van Jezus, in woord en daad, door te geven. Mijn hartelijke dank daarvoor. Fons Geerts mhm

Martien van Leeuwen, missionaris van Mill HillMet handen en voeten, vallen en opstaan geleerdAlles gekregen, van God.

Broeder ben je niet, dat word je door hard werken, lange uren en toewijding.Wat staat je te wachten? Toekomst? Dirigeren leren, maestro worden. Tuinman, waar blijf je? Spruiten plukken in het Huissense veld! Groenten kweken op En-gelse bodem, All rounder op school in Kenia, Administator in Nairobi, rector in Oosterbeek, Vice rector in Vrijland en ten slotte regionaal overste Nederland.

Hoe is dat mogelijk? Heb je het programma wel eens gezien van de AVRO/TROS ? Maestro?Geniaal en schitterend mooi om te zien en horen, en lachen, vooral omdat een

amateur in korte tijd leert hoe het moet. Zo is het mij vergaan, dirigeren nu, het orkest: mijn medebroeders! Het is een Mill Hill so-nate/opera die in harmonie wordt gespeeld ter meerdere eer van onze Grootmeester die wij God noemen. Ik ben Hem dankbaar voor de kansen die ik heb gekregen. Martien van Leeuwen mhm

Page 10: Contactblad June 2016

10

Vijftig jaar zijn voorbij eer je het weet. Ik kan alleen maar zeggen dat ik aan de vijftig jaren missionaris zijn veel plezier heb beleefd met dank aan mijn familie, vrienden en collega’s. Ik hoop dat al degenen voor wie ik er heb mo-gen zijn, ook die voldoening eraan gehad heb-ben. Op naar de zestig: samen zijn we sterk.Herman Wübbels mhm

50 jaren te mogen werken in Kenia. Ongeloof-lijk. Het is allemaal begonnen in Oudenbosch en daarna in Standdaarbuiten, begeleid door mijn ouders en via Fr. Boetzkens terecht geko-men in de Mill Hill familie. Mijn grote dank aan mijn familie, Mill Hill en God die zo zijn eigen wegen heeft om ieder op zijn/haar plaats te

krijgen.Mijn aanvraag om na de wijding naar Borneo te gaan om daar te werken werd mooi door de congregatie genegeerd en in plaats daarvan werd ik naar Kenia gestuurd. Ik vroeg me toen af waarom dat nodig was, aangezien Mill Hill daar al meer dan 50 jaren aanwezig was!Van die benoeming heb ik nooit spijt gehad.Te mogen werken en wonen onder de Kisii mensen, Luo’s,daarna de Bajuni, Pokomo, Gi-riama. Geweldige mensen van wie ik heel veel geleerd heb: hun samenleving, hartelijkheid, geloof. Dat God hen allen blijft zegenen. Dat is mijn gebed. Bert Buijs mhm

Dit jubileum stemt me vooral dankbaar; voor ‘t geloof dat ik heb mogen ontvangen van mijn ouders en

familie; geloof dat door de jaren heen is ver-sterkt door collega’s en vrienden. Dankbaar voor wat ik heb mogen en kunnen delen met de mensen om me heen, vooral in Basankusu-Congo; maar vooral ook dankbaar voor wat ik van ieder mocht ontvangen in vriendschap en vertrouwen. Harry Reusen mhm

Page 11: Contactblad June 2016

11

Dankbaarheid voert de boventoon. Ik ben dankbaar aan die vele mensen in parochies en opleidingshuizen, die ik heb mogen bege-leiden op hun weg door het leven. Ook een grote dankbaarheid aan familie en vrienden die met mij zijn meegelopen, mij hebben ge-inspireerd en mij gesteund hebben door al die jaren heen. Vanzelfsprekend ook dank aan God die mij vastgehouden heeft, al die jaren.Wim van der Salm mhm

Proficiat

Toen ik in 1973 naar the missie in Ndanai (Ke-nia) vertrok, kwam een droom uit. Als een jonge misdienaar had ik in de sakristie menig missieblaadje gelezen, werd aangenomen bij een broedercongregratie die in Nederland en in de missie onderwijs gaven. Toen mijn la-gere school hoofdonderwijzer dit hoorde, zei hij: “Als ik naar de missie wilde gaan, ik dan bij Mill Hill moest gaan, dat was de missiecon-gregatie, want zijn broer was ook een Mill Hill missionaris!

Page 12: Contactblad June 2016

12

Zo gedaan en met volle overtuiging en plezier voor meer dan 40 jaar in de missie in Kenia en Oeganda gewerkt, bij onderwijs en bouwprojekten en als formator en econoom op verschillende plaatsen. Vooral het samenleven en –werken met de jeugd hebben me geholpen om een belangrijk deel van me leven iets te beteke-nen voor de mensen daar, voor de kerk en congregatie. In 2000 werd ik gekozen als lid van het algemeen bestuur. Vanwege die funktie heb ik vele medemissio-narisen en landen mogen bezoeken en dat was een heel bijzonder privilege. Dit heeft ook vooral mij veel inspiratie gegeven gedurende deze jaren. Nu ook nog mag ik als de secretaris van Mill Hills financiën vele Millhillers en de kerk op vele plaatsen wereldwijd dienen.Jos Boerkamp mhm

Missionaris zijn is voor mij het bekende en vertrouwde achter willen laten om nieuwe horizonten te ontdekken, en daar het licht, de bevrijding en de vreugde van het Evangelie te belichamen. Ik ben mijn mede-missionarissen en familie dankbaar

die voor mij een belangrijke steun zijn ge-weest. Maar het meest dankbaar ben ik aan de Heer, die steeds mijn Reisgezel is geweest, ook wanneer ik twijfels had. Thaddy de Deckere mhm

Een reis die 25 jaar duurt, is een lange reis vol van genade en barmhartigheid van God en de mensen. Na aankomst in Nederland in 1980 als een bootvluchteling vanuit Vietnam landloos en thuisloos, gevestigd in Nieuwe-gein, geïnspireerd door eenvoudig missionair leven, wilde ik missionaris worden. Mijn ide-aal was om als missionaris mijn leven te delen met mensen levend in minder gelukkige om-standigheden, met hen meeleven en meewer-ken. Terugkijkend ben ik heel dankbaar voor alles wat ik

mocht meedoen, meebeleven en samen tot stand brengen als een Mill Hill missionaris. Ik wil al mijn familieleden, kennissen en alle vrienden van Mill Hill zowel in Nederland als in Vietnam en al mijn Mill Hill collega’s bedan-ken voor hun gebed, steun en vriendschap. Ook al mijn voormalige rectoren en forma-teurs, en ook alle weldoeners en gastgezinnen en heel veel mensen die met mij al die jaren hebben meegeleefd en meegereisd door de pieken en dalen van mijn leven. Ik zal aan hen blijven denken en hen blijven bedanken. Paul Pham Dinh Hien mhm

Page 13: Contactblad June 2016

13

Sinds mijn wijding ben ik in Sindh in Pakistan en ik ben blij dat ik daar nog steeds mag zijn te midden van de christenen daar. Een kleine minderheid, beschouwd als kastelozen, maar die zich niet er onder laten krijgen. Een ge-mengde parochie met Punjabi’s, traditioneel schoonmakers en Parkari Kolhi’s, traditioneel landloze boeren. Voorheen strikt gescheiden door het kastenstelsel, maar in het christen zijn verbonden tot een gemeenschap. Ik ben dankbaar dat ik bij die gemeenschapsvorming ben betrokken, en dankbaar voor alle steun van mijn huis- en teamgenoten, mensen van het bisdom en de mensen thuis.Nico Schipper mhm

ZintrovertHet klinkt misschien vreemd maar ik noem me zelden een Millhiller, priester of missionaris. Zulke woorden geven me een bekneld gevoel. Hoe ik mezelf dan wel zie? Een zwerver. Een vrijdenker. Een kluizenaar. Een inlever. Een kunstenaar. Een sjamaan. Een zinzoeker... Ja, dát is het: ik ben zintrovert, want ik zoek naar levenszin! Zintroversie is een sociaal gebeu-ren, want wie wil zinloos leven? “Liefhebben en dienen,” de werkwoorden van Herbert Vaughan, zijn zowel een fundamentele op-dracht als een oerbehoefte. Hij baseert zich op Jezus en van die hou ik nog steeds. Zeker, ik heb mijn eenzame momenten, maar vaak voel ik me gelukkig en bemind. Bedankt God!Dorus Wübbels mhm

Page 14: Contactblad June 2016

14

DE HINDoE moErTI In de eerste aflevering van dit artikel heeft Frans Baartmans mhm de betekenis van afbeeldingen (Moerti) in de hindoetraditie geduid en enkele taaie misverstanden betreffende hindoegoden en godinnen uit de weg geruimd. Deze tweede en laatste aflevering gaat verder in op de achtergrond van het creatieve proces dat aan de grondslag ligt van het boetseren van deze beelden.

De kunstenaar gaat aan de gangDe handboeken bevelen de kunstenaar tijd in meditatie door te brengen alvorens aan het scheppen van een beeld te beginnen. De kunstenaar mag zich niet laten inspireren door een beeld dat al geconsacreerd is en in een tempel is geïnstalleerd. Een beeld wordt geconsecreerd tijdens een plechtig ritueel wanneer de tempelpriester het beeld ‘leven inblaast’. De kunstenaar kan zich niet verlaten op een al bestaand ‘levend beeld’. Hij gaat te werk vanuit een innerlijk gekende

werkelijkheid of hij put inspiratie uit de rijke ervaringswereld van de kunst.

Na meditatie tekent de kunstenaar een cirkel die het alomvattende universum voorstelt. Dan zet hij een stip in het midden van de cirkel. De stip is Brahman, het Alomvattend Alzijn. De cirkel wordt dan in tweeën gedeeld. De mannelijke verticale lijn van vuur en de vrouwelijke horizontale lijn van water. De kunstenaar trekt dan een aantal lijnen in de cirkel. Zo ontstaan, kun je zeggen, de vele departementen in het universum,

Hindoe Deva

Page 15: Contactblad June 2016

15

de krachten in het universum. Er is de kracht van liefde, van welzijn, van water, van vuur, van geweld, van vrede, van onverzoenlijkheid, van vergeving en zoveel andere krachten. De Deva’s en Devi’s vertegenwoordigen ieder een of meer van deze krachten.

De handboeken benadrukken dat het beeld het natuurlijke organische leven moet laten zien, vooral die van planten en dieren. Ze zijn rustiger en meer trouw aan zichzelf dan de mensenwereld, hoewel die ook deel is van het organische leven van de natuur. De wereld van de mensen kan zich niet op privileges beroepen. Mensen kunnen gekunsteld gedrag vertonen. De kunstenaar laat zich inspireren door, bij voorbeeld, de broodboom (Banyan), de bergen, de lotusbloem, de schildpad, de zwaan, de olifant en de vis. Die

vertegenwoordigen, nee, ze zijn hetzelf, het pure wezen van het organisch leven van de natuur.

Omdat de Kosmische Orde als een ronddraaiende werkelijkheid wordt gezien moet het gelaat van een Deva of

Devi een zo perfect mogelijke weergave daarvan zijn, een rond-ovale vorm voortgekomen uit de organische Natuur. Er is geen perfecter rond–ovaal uit de natuur voortgekomen materie voor de kunstenaar dan het ei. Het gelaat van een Deva of Devi vertoont die vorm. De wenkbrauwen worden met de grootste zorg en precisie aangebracht. Ze verraden de natuurlijke curve van de houten boog of die van de bamboeboog. Hout en bamboe buigen zoals ze zijn. Er is niets gekunstelds in de wijze waarop hout en bamboe buigen. De ogen van het

Aan de Ganges bij Varanasi

Page 16: Contactblad June 2016

16

gelaat laten de gracieuze vorm zien van de perfect symmetrische lotusbloem of die van de vis, zoals de ogen van Devi Mienakshie, de visogige. Ze wordt gezien in gezelschap van Kamadeva, de Deva van de verleidende liefde.

Zo zorgen, om het zo te zeggen, de Deva’s en Devi’s voor de ‘departementen’ in het universum. Die van, bij voorbeeld, liefde, van welzijn, van verdriet, van troost, van water, van vuur, van vrede en, ja, wat is er niet aan de hand in het universum? Indiase getergde vrouwen bidden tot Devi Doerga die, zo zeggen de mythen, ongetrouwd bleef om zich niet aan een man te onderwerpen. Mythen zijn het oerinstinct van de volkeren.

En zo, stap voor stap, verrijst het hindoe religieuze beeld uit de Kosmische Organische Orde. Het mag nu duidelijk zijn dat de hindoe beelden Deva’s en Devi’s geen gelijkenis vertonen met de mens zoals we onszelf en anderen om ons heen herkennen. Zij lijken niet op ons, hoezeer wij ook, zeggen de handboeken, deel zijn van die orde.

In het water neergelaten, “Visarjen”. Je ontkomt bijna niet aan het woord “visarjen” in India. Om nog beter te laten weten dat de Deva’s en Devi’s geen goden of godinnen zijn, dat ze geen aanspraak maken op het Alzijn (Brahman) wordt in India een uniek feest gevierd. Wanneer het jaarlijkse feest ter ere van de meest bekende en geliefde Deva’s of Devi’s wier beelden op pleinen en in straten vereerd worden ten einde loopt, worden de met zoveel zorg geschilderde, gebeeldhouwde of geboetseerde beelden in processie naar de zee, naar

rivieren, meren en de plaatselijke vijver gebracht. Luidsprekers spuwen oorverdovende muziek. Het hoeft geen religieuze muziek te zijn. Het kan ook een Bollywood love song zijn. De beelden worden in een boot gezet en onder luid gejuich en het reciteren van mantra’s in het water neergelaten. Ze verdwijnen onder de waterspiegel, zakken weg in de bodem of smelten weg. Het is een veelzeggende en indrukwekkende gebeurtenis. Een logisch en theologische uitspraak die de hindoe geloofstraditie maakt over wie een Deva en een Devi is, is nauwelijks denkbaar.

Frans Baartmans mhm

‘Visarjen’ - te water lating. (Foto Raghubir Singh 1974)

Page 17: Contactblad June 2016

17

Page 18: Contactblad June 2016

18

CommUNICATIE IN VELE TooNAArDEN.

Midden dit jaar komt Ger Mooij mhm terug naar Nederland om zijn intrek te nemen in Missiehuis Vrijland. Een halve eeuw lang heeft hij zich met hart en ziel ingezet voor mens, kerk en maatschappij in West-Kenia. Communicatie staat hem op het lijf geschreven. Een terugblik.

Als ik zo terugkijk over de laatste 50 jaar, zie ik dat voor een groot gedeelte mijn tijd en energie gericht zijn geweest op ‘communicatie’. Natuurlijk, een missionaris komt met een boodschap, en nog wel de ‘Blijde Boodschap’ van Jezus Christus. Zijn taak is om die boodschap door te geven aan anderen; in die zin houdt elke missionaris zich bezig met communiceren.

Ik arriveerde in Kenia in 1965, het jaar dat het Vaticaanse Concilie eindigde. Het was een interessante tijd, want grote veranderingen stonden op het programma in de kerk. Was eeuwenlang de taal van de liturgie het Latijn geweest, nu moest de taal van het land, en in Afrika de taal van elke stam, gebruikt worden. In mijn geval was dat de Luo taal. De beste manier om thuis te raken in die taal is niet een boek maar het contact met de mensen. Kinderen zijn

dan je beste leraren. Je moet weer kind worden met de kinderen. In een van mijn eerste parochies werkte ik samen met een jonge Luo priester. Samen hebben we de teksten van de Mis vertaald. Maar het was niet alleen een verandering van de taal, het was een verandering van mentaliteit; de cultuur van de stam begon een rol te spelen. Hun traditionele wijze van zingen en muziekmaken kreeg nu eindelijk een kans in de liturgie.

We hebben toen niet alleen een nieuw gebedenboek uitgegeven, maar ook een boekje met nieuwe gezangen die op een bandje opgenomen waren voor wijdere distributie. De trommel, het traditionele instrument bij het zingen en dansen, deed zijn intrede. De vieringen werden levendiger en spontaner. Iedereen in de kerk begon mee te zingen en te deinen. Dansen werd geleidelijk aan

Oost-Afrika: Mill Hill groep. Ger Mooij tweede rij, 3de van rechts.

Page 19: Contactblad June 2016

19

een onmisbare uiting van de viering. Sommige leiders waren daar wat huiverig voor, maar voor de mensen was het een natuurlijke manier van samen vieren.

In Lwak was ik de assistent van Father Bernard Verheij. Hij was een expert in de Luo taal en was toen bezig met de vertaling van de Bijbel in die taal. Hij was de leider van het katholieke team dat samen met de Anglikanen dit geweldige werk was begonnen. Het heeft jaren geduurd voordat deze ecumenische bijbel klaar was om gedrukt te worden. Ik ben er trots op dat ik nu de bijbel heb die hem door de Bijbel Societeit uit erkenning gegeven is.

Een van de zeer wijze beleidsnormen van de Mill Hill Congregatie was om een jonge priester eerst genoeg tijd te geven om bij een oudere persoon ‘het vak te leren’. Ik heb erg veel geleerd van mijn pastoors in de 12 jaar dat ik kapelaan/assistent was. Verschillende vaardigheden zoals bouwen en watersystemen aanleggen en zelfs haarknippen kwamen mij goed van pas toen ik een nieuwe parochie moest beginnen in 1978.

Ik heb 15 jaar lang met veel plezier gewerkt in de parochie Sega, die langs de grote weg naar Oeganda ligt. Misschien was dat wel de mooiste tijd voor mij, ofschoon ik in alle plaatsen waar ik geweest ben, heel tevreden was, en eigenlijk niet weg wilde. In Sega zijn we de 40MM, een wandeling van 40 km, begonnen te lopen. Ook nu nog wandelen daar zo’n 3000 mensen elk jaar met veel plezier deze tocht. Ze krijgen er wat voor van de organisatie in Hem/Venhuizen, en zijn daar dankbaar voor, maar de voornaamste reden is toch gewoon de gezelligheid van het evenement. Er zijn een stuk of tien startplaatsen, ieder met een eigen route. De deelnemers komen zo elkaar onderweg tegen, met veel dansen en zingen. Geweldig!

Na 15 jaar op dezelfde plek voelde ik dat het tijd werd om te vertrekken. Dat was beter voor mij maar ook voor de mensen. Ik verliet hen met pijn in mijn hart. Ik heb een sabbatjaar aangevraagd om in stilte en gebed verschillende opties te overwegen. Het werd tenslotte weer een parochie, maar nu in de stad Kisumu. Deze parochie was meer dan 100 jaar geleden door de Mill Hill missionarissen gesticht. Ik heb daar tien goede jaren gehad. Het was nu ook mogelijk voor mij om een computer aan te schaffen (ik had tenslotte AOW). Er was hier electriciteit, maar nog belangrijker, er waren hier mensen die mij de eerste beginselen van de computer bij konden brengen. Na een paar jaar werd mij gevraagd of ik de redacteur van de ‘Friends of Mill Hill’ wilde worden. Dat

is een publicatie gericht op mensen in Oeganda en Kenia, met een oplage van 3000+. Met de nieuwe technologie was het nu veel makkelijker om foto’s en teksten te bewerken. Dat werk heb ik 10 jaar gedaan, met veel voldoening mag ik zeggen.

Ofschoon ik met veel plezier in deze parochie heb gewerkt, begon ik er over te denken om daar weg te gaan. Na enig wikken en wegen heb ik nu besloten om definitief terug naar Nederland te gaan.Ik dank God en al die goede mensen die ik ontmoet heb in deze 50 jaar voor al de goede dingen aan mij gegeven.

Ger Mooij mhm

Page 20: Contactblad June 2016

20

oNTmoETINGSDAG IN ooSTErBEEK: EEN HooPVoL PErSPECTIEF Voor oNZE GELooFSGEmEENSCHAPPEN

Deze keer was Jeroen Goosen uitgenodigd, sinds twee jaar directeur van Mensen met een Missie, de organisatie van de samenwerkende missiecongregaties. Hij komt met een persoonlijk verhaal. Hij vertelt hoe

Rapporteur John Jorna

Jeroen Goosens, Jan van Breemen, Martien van Leeuwen

hij tot een dieper geloof is gekomen, dat God er is voor ons kleine mensen. Zo zien wij dat Paus Franciscus ook steeds weer opkomt voor de armsten in de wereld. Dat klinkt sterk door in zijn nieuwste encycliek Laudato si. Het lot van de aarde, onze woning van ons mensen loopt gevaar. Er moet in onze manier van leven echt iets veranderen. Niet langer moeten presteren, status en rijkdom van jou als individu voorop staan, maar de zorg voor de ander en voor Gods Schepping. Dit inzicht werd in Jeroens leven sterk beïnvloed door ingrijpende gebeurtenissen, zoals het overlijden van één van zijn vier kinderen en de houding van een dochtertje daarna. Een faillissement dwong het gezin tot een veel eenvoudiger leven.

Jeroen werkte aanvankelijk bij een grote zuivelcoöperatie en verdiende goed. Toch vroeg hij zich steeds af of hij op de goede weg was en dat liet

Page 21: Contactblad June 2016

21

Levendige discussie

hij ook merken. Na een luxe galadiner in Huis ter Duin in Noordwijk sloeg de twijfel echt toe. Midden in de nacht reed hij naar huis en was er, toen zijn kinderen de cadeautjes voor Vaderdag kwamen geven. Hij nam ontslag en begon een eigen bedrijf. Na tien jaar ging hij failliet. Vier jaar werkte hij als directeur van het Katholiek Nieuwsblad en trachtte het meer op het kerkelijk midden gericht te krijgen. Daar vertrok hij ook om directeur van Mensen met een Missie te worden.

Intussen raakte hij ook betrokken bij het kerkelijk jeugdwerk. Een dochter schreef in het parochieblad over haar deelname aan de Wereld Jongeren Dagen in Keulen. Daarna gebeurde

er niets. Ze voelde zich aan haar lot overgelaten. Een pastoraal werker vroeg toen of Jeroen iets met de jeugd wilde gaan doen. Er vormde zich een groep met jongeren van allerlei snit, gelovig en ongelovig, orthodox en vrijzinnig. Ze gingen opnieuw naar Wereld Jongeren Dagen en naar Taizé. Jeroen ging begrijpen, dat het geloof doorgeven in zijn gezin een belangrijke taak was. In Heiloo zag hij een spreuk: “Als gij mij gaat eren, zal de wind

gaan keren.” Nu bij Mensen-met-een-Missie ziet hij hoe religie een sterke kracht kan zijn om gemeenschappen te versterken. Dan kunnen mensen ook gaan bouwen aan lotsverbetering. Die boodschap wil hij uit gaan dragen. Honderd ambassadeurs bezoeken de verschillende projecten van Mensen met een Missie. Ze getuigen in hun eigen omgeving en via hun eigen netwerk van hun ervaringen. Zo worden duizenden bereikt met de boodschap, dat het anders kan en beter.

De sterk geseculariseerde ambtenarij begrijpt er weinig van. Ze zitten opgesloten in het ego-denken. Dat mensen in een gemeenschap veel meer kunnen bereiken en dat inspiratie

daarbij belangrijk is ontgaat ze. Dat God daarbij helpt kunnen ze niet geloven. Er blijkt geen bereidheid dit werk met subsidies te steunen. Voor Mensen met een Missie betekent dit ontslagen. Als directeur is het geen aangename taak dit de medewerkers mee te delen. De Nederlandse maatschappij heeft een ommekeer van ik naar wij hard nodig.

John Jorna

Page 22: Contactblad June 2016

22

oNTmoETINGSDAGDe volgende Ontmoetingsdag is op zaterdag 24 september 2016. Schrijf die datum in uw agenda. Deze keer gaan we wat meer horen over de Moderne Devotie, een beweging die ontstond in Deventer en omstreken in de 14de eeuw en bedoeld was om de misstanden onder de geestelijkheid van de kerk en in de wereld tegen te gaan. Het was bedoeld als een vernieuwing van het christelijk gemeenschapsleven: hervorming van kerk en maatschappij. Geert Grote is de grondlegger van de Moderne Devotie. Thomas a Kempis heeft in zijn boek ‘De Navolging van Christus’ vele gedachten van Geert Grote verwoord. De spreker voor deze ontmoetingsdag is Mink de Vries, ook de schrijver van het boek ‘Mystiek aan de IJssel’. Hij houdt zich volop bezig met

deze beweging die van zoveel invloed is geweest op het kerkelijk gebeuren in heel Nederland en noordwest Europa. Ook voor onze tijd kan het gedachtegoed en vooral het streven naar meer gemeenschapsleven heel relevant zijn. Het belooft een boeiende dag te worden. Als u graag wilt deelnemen, geef het a.u.b. even door aan ons. U bent van harte uitgenodigd en welkom.

Wim van der SalmTel: 026-3397555Email: [email protected]

Onderonsje

Page 23: Contactblad June 2016

23

Maak uw legaat voor Mill Hill aldus:“Ik legateer, vrij van rechten, aan

De Nederlandse Regio van de Mill Hill MissionarissenJohannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”

UW TESTAmENT IS NoG BETErWANNEEr DE mISSIE DAArIN BEDACHT IS

omslag: Long Singut, Borneo, maleisië – Fons Eppink, Huub de Bij, raghubir Singh (The Perennial Press, Hong Kong 1974), Ger mooij, Paul Hien.

FoToGrAFIE

WAArHEEN mET UW BIJDrAGEN?

oNZE oVErLEDEN VrIENDEN

Hoofdredacteur: Fons Eppinkredactieraad: Hans Boerakker, Huub de Bij, Jan Appelman, Frans BaartmansCorrectie: Piet Korse. Administratie: Theo Geurtsen. Verzending: Harry Reusen4 nummers per jaarTel. 026 339 7567 Email: [email protected]

CoNTACTBLAD NEDErLANDSE rEGIo VAN DE mILL HILL mISSIoNArISSEN

Ulft Mw. Aleida Meulenman-Hendriks, zus van Fr. Jan Hendriks mhm†

Hengelo Dh. Hans Boomers, vader van Frank Boomers, ex-associate

Hengelo Mw. Annie Boomers-Egberink, moeder van Frank Boomers, ex-associate

Hengelo Mw. Gezina Weusthuis-Haarhuis, zus van Zuster Nicola Haarhuis fmsj

Bemmel Dh. Wilhelmus Hendrikus Maria van ’t Hullenaars, zwager van Fr. Arie Linsen mhm

Emmen Mw. Maria Regina Heller-Wehkamp, zus van Fr. Hennie Wehkamp mhm

Blackburn (Engeland) Zr. Anna Maathuis fmsj

Bunnik Mw. Ans Copray-Tielen, schoonzus van Fr. Jac Copray mhm

Wolfheze Dhr. Petrus Gerardus Wilhelmus Maria Genevase

Reewijk Mw. Alida Maria Theresia van der Werf-Spruit, zus van Fr. Ko Spruit mhm†

Geel (België) Pastoor Stuart Allan, ex-Mill Hill student

Burnley (Engeland) Zr. Francis Teresa Martin fmsj

Persoonlijke giften voor missionarissenNL52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek.

NL 39 ABNA 0400 2363 11 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek.

Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië:NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur Mill Hill Oosterbeek.

De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de groepsbeschikking van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften

zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden. Ons fiscaal RSIN nummer 006583489

Bij voorbaat hartelijk dank.

Page 24: Contactblad June 2016

Retouradres:

Johannahoeve 46861 WJ Oosterbeek.

Contactblad van mill HillAdministratie & redactie.Johannahoeve 4,6861 WJ Oosterbeek.Telefoon : (026) 339 80 82E-mail : [email protected] : www.millhillmissionaries.co.uk

Zomer 2016Jaargang 50 - nummer 2Verschijnt 4 keer per jaarDrukkerij voor de Poort - Oosterbeek