conservation biology

52
conservation biology

description

conservation biology. Conservation biology. Studie van kleine , afnemende en dus vaak bedreigde populaties. Michael Soulé University of California. Conservation biology. Studie van kleine, afnemende en dus vaak bedreigde populaties. Conservation biology. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of conservation biology

Page 1: conservation biology

conservation biology

Page 2: conservation biology

Conservation biology

Studie van kleine, afnemende en dus vaak bedreigde populaties.

Page 3: conservation biology

Conservation biology

Studie van kleine, afnemende en dus vaak bedreigde populaties.

Michael Soulé

University of California

Page 4: conservation biology

Conservation biology

Studie van kleine, afnemende en dus vaak bedreigde populaties.

Omvat twee grote strekkingen die met de termen small population paradigma en declining population para-digma worden aangeduid (Graham Caughley, 1994).

Page 5: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Page 6: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Spitst zich toe op de studie van demografische en genetische gevolgen van kleine populatiegroottes op het functioneren ervan.

Page 7: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Spitst zich toe op de studie van demografische en genetische gevolgen van kleine populatiegroottes op het functioneren ervan.

Begrip zeldzame soort wordt gebaseerd op drie com-plementaire karakteristieken: geografisch areaal, loka-le populatiegrootte en habitat specificiteit.

Page 8: conservation biology

Conservation biology

Page 9: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Spitst zich toe op de studie van demografische en genetische gevolgen van kleine populatiegroottes op het functioneren ervan.

Begrip zeldzame soort wordt gebaseerd op drie com-plementaire karakteristieken: geografisch areaal, loka-le populatiegrootte en habitat specificiteit.

Kleine populaties lopen een verhoogd risico op gene-tische effecten (inteelt depressie, genetische drift) en demografische stochastische effecten.

Page 10: conservation biology

Conservation biology

Extinction vortex

Page 11: conservation biology

Conservation biology

Extinction vortex

min. 50 individuen

Page 12: conservation biology

Conservation biology

Page 13: conservation biology

Conservation biology

Page 14: conservation biology

Conservation biology

Extinction vortex

min. 500 individuen

Page 15: conservation biology

Conservation biology

Extinction vortex

min. 30-50

individuen

Page 16: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Getallen verwijzen naar effectieve populatie groottes, d.w.z. het aantal individuen dat effectief genen door-geeft aan de volgende generatie.

Page 17: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Getallen verwijzen naar effectieve populatie groottes, d.w.z. het aantal individuen dat effectief genen door-geeft aan de volgende generatie.

Ne verwijst naar de grootte van een ideale populatie die eenzelfde mate van genetische drift zou vertonen als de beschouwde populatie.

Page 18: conservation biology

Conservation biology

Small population paradigma

Getallen verwijzen naar effectieve populatie groottes, d.w.z. het aantal individuen dat effectief genen door-geeft aan de volgende generatie.

Ne verwijst naar de grootte van een ideale populatie die eenzelfde mate van genetische drift zou vertonen als de beschouwde populatie.

Ne = 4N /(2 + σ²)

Page 19: conservation biology

Conservation biology

Page 20: conservation biology

Conservation biology

Declining population paradigma

Bestudeert toegepaste manieren om populatie-afnames te detecteren, diagnoseren en remediëren.

Page 21: conservation biology

Conservation biology

Declining population paradigma

Paul EhrlichStanford University

Page 22: conservation biology

Conservation biology

Declining population paradigma

Bestudeert toegepaste manieren om populatie-afnames te detecteren, diagnoseren en remediëren.

Legt vaak de nadruk op deterministische (eerder dan stochastische) demografische factoren.

Page 23: conservation biology

Conservation biology

Declining population paradigma

Bestudeert toegepaste manieren om populatie-afnames te detecteren, diagnoseren en remediëren.

Legt vaak de nadruk op deterministische (eerder dan stochastische) demografische factoren.

Evil quartet: niet-duurzame exploitatie, habitat frag-mentatie, introducties en cascades.

Page 24: conservation biology

Conservation biology

Niet duurzame exploitatie

Page 25: conservation biology

Conservation biology

Niet duurzame exploitatie

Page 26: conservation biology

Conservation biology

Niet duurzame exploitatieK- geselecteerde

soorten

Page 27: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

Page 28: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

1831

Page 29: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

1882

Page 30: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

1902

Page 31: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

1950

Page 32: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

In een fijnkorrelig (fine-grained) landschap is dispersie tussen fragmenten nog mogelijk, in een grofkorrelig (coarse-grained) landschap treedt toenemende isolatie op.

Page 33: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

In een fijnkorrelig (fine-grained) landschap is dispersie tussen fragmenten nog mogelijk, in een grofkorrelig (coarse-grained) landschap treedt toenemende isolatie op.

Fragmentation is largely a matter of scale !

Page 34: conservation biology

Sorex araneus

Sorex caecutiens

Page 35: conservation biology

Conservation biology

Page 36: conservation biology

Conservation biology

Page 37: conservation biology

Conservation biology

randeffecten

Page 38: conservation biology

Conservation biology

randeffecten

heterogeniteit

Page 39: conservation biology

Conservation biology

randeffecten

heterogeniteit

sleutelsoorten

Page 40: conservation biology

Conservation biology

Habitatverlies en -fragmentatie

In een fijnkorrelig (fine-grained) landschap is dispersie tussen fragmenten nog mogelijk, in een grofkorrelig (coarse-grained) landschap treedt toenemende isolatie op.

Fragmentation is largely a matter of scale !

Binnen ruimtelijk gestructureerde populaties wordt veel onderzoek gevoerd naar voor- en nadelen van verhoogde connectiviteit via corridors.

Page 41: conservation biology

Conservation biology

Page 42: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

Page 43: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

Page 44: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

habitatoppervlak

Page 45: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

habitatoppervlak

heterogeniteit

Page 46: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

habitatoppervlak

heterogeniteit

Potentiële nadelen

Page 47: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

habitatoppervlak

heterogeniteit

Potentiële nadelen

genetische differentiatie

Page 48: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

habitatoppervlak

heterogeniteit

Potentiële nadelen

genetische differentiatie

lokale adaptatie

Page 49: conservation biology

Conservation biology

Potentiële voordelen

immigratie

habitatoppervlak

heterogeniteit

Potentiële nadelen

genetische differentiatie

lokale adaptatie

verspreiding ziektes,

parasieten, vuurhaarden

Page 50: conservation biology

Conservation biology

Geïntroduceerde soorten

Zijn wereldwijd verantwoordelijk voor ca. 40% van de historische extincties.

Page 51: conservation biology

Conservation biology

Geïntroduceerde soorten

Page 52: conservation biology

Conservation biology

Cascade-effecten

Optreden van secundaire extincties als gevolg van primaire extincties.

Typisch voor tropische regios, waar obligate relaties tussen soorten meer frequent voorkomen.