Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

35
Congres Finance & Sustainability in de praktijk 1 november 2012

Transcript of Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

Page 1: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

Congres Finance & Sustainability in de praktijk 1 november 2012

Page 2: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

Congres Finance & Sustainability in de praktijk 1 november 2012

Page 3: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

2 3

VoorwoordBij Avans Hogeschool is sinds anderhalf jaar het lectoraat Finance & Sustainability (F&S) actief. Avans Hogeschool wil met dit lectoraat realiseren dat de studenten Accountancy en Bedrijfseconomie, zeg maar de toekomstige financiële beroepsbeoefenaren, doordrongen zijn van de betekenis van duurzaam-heid voor de continuïteit van ondernemingen.

De betrokken lector (F&S) en docenten hebben in het congres Finance & Sustainability in de praktijk op 1 november 2012 laten zien waarmee dit lectoraat bezig is. Tijdens het congres zijn er in verschillende workshops tien verschillende thema”s en invalshoeken op het gebied van Finance & Sustainability gepresenteerd en bediscussieerd.

In dit boek vindt u de behartenswaardige toespraak van collegevoorzitter Paul Rüpp over moed, grootmoedigheid en gezond verstand en de tekst die Ewoud Goudwaard, CEO van de ASN Bank, uitsprak tijdens het plenaire deel van de bijeenkomst*. Daarnaast kunt u kennis nemen van de outline en de samenvatting van de verschillende workshops, waarmee de invulling van het lectoraat F&S concreet wordt gemaakt. De presentatie van de verschillende workshops is ook bedoeld als uitnodiging aan professionals die zich in hun dagelijkse praktijk bezig houden met finance & sustainability, om hun ervaringen met ons te delen.

Ed van SprundelDirecteur Academie voor Algemeenen Financieel Management (AAFM)Avans Hogeschool,

Breda, november 2012

*Helaas kan de presentatie van Jan Peter Balkenende hier niet worden weergegeven, omdat die gebaseerd was op interactie met de toehoorders en dus niet op papier staat.

Page 4: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

4 5

ProgrammaHet congres wordt ingeleid door prof. mr. dr. Jan Peter Balkenende, partner bij Ernst & Young, voormalig minister-president van Nederland, en Ewoud Goudswaard MBA, CEO ASN Bank. Na de plenaire bijeenkomst kunt u verschillende workshops volgen die worden gegeven door professionals die zich in hun dagelijkse praktijk bezighouden met finance & sustainability. Tijdens dit symposium staan uitwisseling van ervaringen en dialoog centraal.

13.30 uur Ontvangst met koffie, thee14.00 uur Opening door dagvoorzitter Carla van Loon 14.05 uur ‘Hoe duurzaamheid (200 jaar Avans) mij inspireert’ door drs. Paul Rüpp,

voorzitter College van Bestuur van Avans Hogeschool14.15 uur ‘Governance & Sustainability’ door prof. mr. dr. Jan Peter Balkenende14.40 uur ‘Duurzaamheid bij de ASN Bank’ door Ewoud Goudswaard MBA15.00 uur Pauze15.30 uur Eerste ronde workshops16.20 uur Wisselen van workshoplokaal16.35 uur Tweede ronde workshops17.30 uur Borrel in Grand Café

InhoudVoorwoord 3Programma 5Curriculum vitae: Prof.dr. Jan Peter Balkenende 6Welkomstspeech over moed, grootmoedigheid en gezond verstand - 1 november 2012 9Duurzaamheid bij de ASN Bank 15

WorkshopsDuurzaamheid niet voor zoete koek aannemen! 23MVO wat schuift het? 27Externe verslaggeving, GRI, Materialiteit 31Don Quichotte: de nieuwe rol van financiën in windmolenparken 35Integriteit en financiële transacties 37Rabobank in gesprek met de samenleving – Issuemanagement 43Best practice: duurzame bedrijfsvoering toegelicht 49Stimuleren van duurzaam gedrag door regionale projecten zoals het Bossche Energieconvenant 53Maatschappelijk rendement van MVO 55

Page 5: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

6 7

Curriculum vitaeProf.dr. Jan Peter Balkenende

Professor of Governance, Institutions and Internationalisation, Erasmus University Rotterdam Partner Ernst & YoungVoormalig Minister President Nederland

Prof.dr. Jan Peter Balkenende (1956) studeerde economische en sociale geschie-denis en Nederlands recht aan de Vrije Universiteit. Hij promoveerde in 1992 aan deze universiteit op het proefschrift 'Overheidsregelgeving en maatschappelijke organisaties'.

Hij was werkzaam bij de afdeling juridische zaken van het Bureau van de Academische Raad (1982-1984) en het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (1984-1998). Voorts was hij bijzonder hoogleraar Christelijk-sociaal Denken over Economie en Maatschappij aan de Vrije Universiteit (1993-2002).

Balkenende was lid van de gemeenteraad van Amstelveen (1982-1998) en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (1998-2002). Hij was minister-president van 2002 tot 2010, en in die hoedanigheid voorzitter van de Europese Raad (tweede helft 2004) en voorzitter van het Innovatieplatform.

Momenteel is hij partner bij Ernst & Young en hoogleraar Governance, Institutions and Internationalisa-tion aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Naast zijn werkkring bekleedde en bekleedt Balkenende diverse bestuurlijke functies. Hij ontving eredoctoraten van universiteiten in Boedapest, Tokio, Seoel, New York en Holland, MI.

Page 6: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

8 9

Welkomstspeech over moed, grootmoedigheid en gezond verstand - 1 november 2012Paul Rüpp (voorzitter College van Bestuur van Avans Hogeschool)

Welkom!

Dit jaar vieren we dat Avans Hogeschool opnieuw nummer 1 is van de brede hogescholen in Nederland. Al 200 jaar zijn Avans Hogeschool en haar voorgangers bezig met het opleiden van mensen tot professio-nals. Daar hoort ook bij maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.Dat is hard nodig, zie maar eens wat de financiële wereld teweeg heeft gebracht door gebrek aan moraliteit.

De schrijvers van de heilige boeken wisten dat al. De man is voor verleidingen vatbaar: de geest is gewillig, maar het vlees zwak. Vrouwen zitten daar kennelijk heel anders in: kijk naar alle recente affaires in politiek, hogescholen, woningbouwcoöperaties, banken enz enz. Allemaal mannen !

Te lang hebben we “ondeugend” gedrag misschien wel spannend gevonden. Het was geen bon ton om te spreken over deugden of waarden en normen. Jan Peter Balkenende weet dat als geen ander

En dat terwijl de deugd en deugdzaam leven tot in de 20ste eeuw een vanzelfsprekendheid waren. Deugd was wat een man tot een goed burger maakte: in het latijnse woord VIRTU (deugd) zit ook de stam VIR voor man: krachtig en noodzakelijk dus. En dat zijn we een beetje kwijtgeraakt. Vandaag willen we het daar over hebben. Maatschappelijk verantwoord ondernemen vanuit een duurzaamheidsgedachte, noodzakelijk voor de gemeenschap en niet voor één individu alleen.

De Spaanse filosoof Fernando Savatar schreef daar in 2008 een boeiend artikel over in de jubileumuit-gave van Nexus onder de titel “Deugden, als behoeften en vrijheid”. Savatar die veel heeft nagedacht en geschreven over opvoeding en onderwijs, sluit zijn artikel af met in zijn ogen drie belangrijke deugden die ook in een moderne samenleving zouden moeten gelden:

1. De MOED om te leven. Het leven is een riskante sport, “niet zwichten voor de corruptie van de sleur en de luiheid”. De angstige mens gaat altijd gebukt onder het leven, is meegaand en corrupt. Elk achtenswaardig gebaar is altijd een daad van moed, zoals een kind willen, voor een zieke zorgen of de waarheid onder ogen zien.

2. De GROOTMOEDIGHEID om in harmonie samen te leven. In het begin van onze kindertijd denken we allemaal dat we almachtig zijn, goden in een wereld die bestemd is om ONS te aanbidden en te dienen. Samenleven met medemensen is weten dat we alles moeten delen en verdelen, dat we altijd bereid moeten zijn om het centrum van de wereld te verlaten, waarvan we dachten dat het van ons was en ons in de ander te verplaatsen. Een belangrijk kenmerk van die grootmoedigheid om samen te leven is de capaciteit om te overtuigen en overtuigd te worden, om met rationele argumenten te komen en die ook te kunnen aanvaarden. Een ander kenmerk is de erkenning van de kwetsbaarheid van de ander, evenals die van onszelf, de basis van moreel verantwoord gedrag.

3. En tenslotte GEZOND VERSTAND on te overleven. Wij mensen zijn geen baas over onze toe-komst, noch over de bestemming van het universum. Te leren om onszelf te beschermen, te

Page 7: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

10 11

• IndeworkshopvanMichelBoukensvandeNationaleVerenigingDeZonnebloemkuntukennismaken met de visie van een controller op het maatschappelijk rendement van een organisatie als De Zonnebloem.

4. MVO bedrijfscontinuïteit: is de continuïteit van duurzame MKB-ondernemingen groter dan van andere ondernemingen?

De basisvragen rondom Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zijn: hoe ver ga je als organisa-tie met MVO? Wie zijn de belanghebbenden en welke informatie willen zij krijgen? Hoe rapporteer je de prestaties? Deze zaken komen aan de orde in een drietal workshops:

• MVO-adviseurRoelvanderPalenbehandeltdewijzewaarophetMVO-beleidvolgensISO26000kan worden ingericht.*

• RichardPiechockivanRabobankNederlandgeeftinzichtindewijzewaaropRabobankdedialoog met de samenleving over MVO-onderwerpen organiseert.

• NancyKampvanErnst&Younggaatinopdewijzewaaroporganisatieshunduurzaamheidrap-portage volgens de zogenaamde GRI-richtlijnen moeten inrichten en hoe gedetailleerd zij moeten rapporteren.

• TheoQuaijtaal,algemeendirecteurvanHighQ,bespreektdeintegriteitvanondernemingen,inhet bijzonder op financieel terrein.

Kortom, een boeiend pakket aan invalshoeken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Belangrijk daarbij is altijd te weten dat het mensen zijn die dit moeten doen. Daar draait het bij ondernemen om, daar draait het in de samenleving om. Bedenk wat George Soros schreef in 1998, nog voor de crisis “Het ging mis met de banken toen ze begonnen te praten over aantallen transacties in plaats van relaties”!

Paul Rüpp

*De bijdrage van Roel van der Palen was helaas niet beschikbaar.

waken over wat we lief hebben en dat alles zonder aan kracht in te boeten of onszelf te verlagen, is de top van de menselijke competentie. Uiteraard beginnend bij het lichaam, dat beweging nodig heeft om in vorm te blijven, en de tederheid van liefkozingen, evenwel zonder de geest te vergeten, waarvan we de integriteit en werking vaak lichter veronachtzamen dan de zorg voor ons eigen lichaam. Niet alleen overleeft de geest het lichaam niet, maar in veel gevallen gaat hij het lichaam voor in de dood !

Waarvan akte ! En daar gaan we het vanmiddag in allerlei varianten over hebben. De heren Balkenende en Goudswaard, CEO ASN Bank, besteden daar elk op hun eigen wijze aandacht aan in het plenaire deel.

In de workshops komen de vier onderzoekslijnen van het lectoraat Finance & Sustauinability van Hessel Abbink Spaink aan de orde.

1. MVO-scan Avans In de afgelopen anderhalf jaar hebben Avans-studenten en –docenten zich bezig gehouden met de

MVO-prestaties van de hogeschool zelf. Dit heeft geleid tot betere inzichten in MVO-scan Avans: hoe presteert Avans zelf op het terrein van MVO?

2. MVO-scan MKB: presteren duurzame MKB-ondernemingen financieel beter? Studenten en docenten van Avans Hogeschool zijn bezig met een groot nationaal en internationaal

onderzoek naar de relatie tussen MVO-inspanningen en financiële prestaties. Hogeschooldocent Oene Rozendal gaat tijdens de workshop in op de relaties die bekend zijn uit de literatuur en de eerste resultaten van het Avans-onderzoek.

3. Invoeringsagenda MVO: hoe kan het MKB bedrijfseconomisch verantwoord in MVO investeren? Als MVO automatisch tot meer inkomsten zou leiden, dan zou het geen discussieonderwerp zijn.

De baten van MVO zijn vaak lastig te bepalen. Staan die baten in redelijke verhouding tot de kosten? Voor burgers speelt bijvoorbeeld de vraag of ze blij moeten zijn met de plaatsing van windmolens “in hun achtertuin”. Voor ondernemingen, en zeker voor kleine en middelgrote bedrijven, speelt de vraag hoe ver ze kunnen gaan met MVO-inspanningen in een concurrerende omgeving. Heel interessant is ook de vraag hoe we investeringen in zaken als veiligheid, gezond-heid en welzijn in geld of andere termen kunnen uitdrukken. Een flink aantal workshops gaat op deze vragen in:

• JaapVisservanBanketbakkerijMerbaenlectorFinance&SustainabilityHesselAbbinkSpainkbespreken ervaringen met de invoering van een duurzaamheidbarometer bij Merba en andere bakkerijen

• HenkvanHoutum,directeurvanhetbedrijfVanHoutumdatalruim75jaareenzelfstandigproducent is van wat zij zelf omschrijven als “hygiënepapier en innovatieve oplossingen voor een betere toilethygiëne”, vertelt over de positieve ervaringen met de invoering van MVO bij Van Houtum. Van Houtum is een toonaangevend bedrijf op het terrein van MVO.

• Dewijzewaaropdeacceptatievanwindmolens–aldannietindeachtertuin–kanwordenvergroot via financiële deelnemingen zullen Arjan Verheul van Agentschap NL en hogeschooldo-cent René-Pascal van den Boom behandelen.

• ErwinBoschvandegemeente’s-HertogenboschenhogeschooldocentPiotrekSwiatkowskigaanbij de workshop over het Bossche Energieconvenant in op de ervaringen met samenwerkingsver-banden voor het stimuleren van duurzaamheid bij organisaties en het uitwisselen van kennis tussen ondernemingen.

Page 8: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

12 13

Curriculum vitaePaul Rüpp ([email protected])

Functie:2009 - Voorzitter College van Bestuur Avans Hogeschool2003 - 2009 Lid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, portefeuille

Ruimtelijke ontwikkeling, landbouw en volkshuisvesting. Plaatsvervangend Commissaris van de koningin

1998 - 2003 Directielid en directeur binnen Beter Bed Holding N.V., waarvan 4 jaar in Duitsland (Beter Bed GmbH, Matratzen Concord)

1991 - 1998 Wethouder en loco-burgemeester gemeente Uden, ruimtelijke ordening, onderwijs, grondzaken, volkshuisvesting

1982 - 1991 Docent Nederlands, Gymnasium Bernrode Heeswijk-Dinther (1984-1985) en Kruisheren-college Uden

1982 - 1990 journalistiek medewerker Brabants Dagblad regio Uden/Veghel1981 - 1986 freelancer voorlichting gemeente Uden

Nevenfuncties:Nevenfuncties, samenhangend met de hoofdfunctie:• LiddagelijksbestuurRegionalDevelopmentBoardTilburg;• LidStrategischBeraadBreda;• VicevoorzitterMEC;• BestuurslidHBO-raad;• LidRaadvanToezichtDI-WCM;• LidStrategischBeraadWest-Brabant;• LidStrategischBeraad5Sterrenregio(NoordoostBrabant)Nevenfuncties, niet samenhangend met de hoofdfunctie:• LidbestuurStichtingAdministratiekantoordrukkerij/uitgeverijDeWinterB.V.;• LidbestuurWetenschappelijkInstituutCDA;• Vice-voorzitterStichtingJheronimusBosch500;• VoorzitterStichtingBoschResearchandConservationProject;• VoorzitterRaadvanToezichtSt.AnnaZorggroep;• LidRaadvanAdviesCentrumvoorhetBestuurvandeMaatschappelijkeOnderneming

Opleiding:- Gymnasium-β College van het Heilig Kruis Uden 1970-1976- Landbouwhogeschool Propedeuse natuurwetenschappelijke richting LU Wageningen (1976-1977)- KU Nijmegen Nederlandse Taal en Letterkunde doctoraal (1977-1983)- TIAS-opleiding Tilburg en Harvard University, John F. Kennedy School of Government Boston,

Masterclass Strategy, Innovation and Governance (2005-2006)

Publicaties:Diverse publicaties over onderwijs (jaren negentig), landelijk gebied, ruimtelijke ontwikkeling in vakbladen, opiniepagina’s Financieel Dagblad, Volkskrant, NRC en regionale dagbladen en CDA-bladen als Forum, CDA.nl enz.

Page 9: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

14 15

Duurzaamheid bij de ASN BankEwoud Goudwaard (CEO van de ASN Bank)

Dames en heren,

Stelt u zich de Nederlandse samenleving in 2050 voor. Welke bedrijven zijn er dan nog? Hoe maken zij hun producten? Welke economische sectoren zorgen voor werkgelegenheid? Met wie drijven we handel en welke afspraken hebben we daarover?

Het zal u absoluut niet zijn ontgaan dat banken de laatste tijd onder vuur liggen. De banken hebben het vertrouwen van het publiek, hun klanten en de politiek verspeeld. De afgelopen decennia gingen zij hun klanten zien als consumenten aan wie ze ondoorzichtige producten konden verkopen, waarvoor de klant veel te veel betaalde. De samenleving let er daardoor nu scherper op hoe zij met het geld van hun klanten omgaan. De maatschappij verwacht dat banken daar open en eerlijk over zijn.

Banken kunnen als gevolg daarvan de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid niet meer negeren. Tenminste, als zij bestaande en nieuwe klanten écht aan zich willen binden. En als zij willen investeren in een economie die ook na 2050 houdbaar is. Ook voor banken geldt immers dat duurzaam-heid de weg is naar de toekomst.

Daarom ben ik blij dat dit congres wordt gehouden, nu al voor de tweede keer. En dat het de belangstel-ling heeft van zoveel collega’s uit de financiële wereld. U zit hier omdat u duurzaamheid serieus neemt. U bent ervan overtuigd hoe belangrijk de rol is die duurzaamheid kan spelen in de relatie tussen economie en samenleving.

Dames en heren, de ASN Bank is een duurzame bank. Dat betekent dat we rekening houden met mensenrechten, natuur en biodiversiteit bij het investeren van het geld dat wij van onze spaarders in vertrouwen krijgen. We beheren daarmee de in geld gestolde idealen van onze klanten. Mensen sparen immers om idealen te kunnen verwezenlijken. Zoals een zorgeloze tijd na hun pensionering, of een bijdrage aan de toekomst van hun kinderen. Terwijl wij dat geld beheren, zetten wij het in om de duurzame idealen van onze klanten te verwezenlijken. Daarbij houden we rekening met hun wensen en meningen.

Maar duurzaam bankieren gaat veel verder. Dat banken alleen via hun balans een bijdrage kunnen leveren aan de duurzaamheid van de samenleving is achterhaald. Vandaag wil ik met u de stap naar de toekomst zetten. Ik wil aangeven welke rol de financiële wereld nog meer kan spelen bij het bevorderen van duurzaamheid. Mijn stelling is dat banken breder moeten denken dan hun balans. Een bank kan op zich op vele fronten inzetten.

Maar eerst de situatie nu. Want wat is een duurzame bank nu eigenlijk? Veel mensen denken meteen aan een groene bank, die actief is in zaken als windenergie en natuurbescherming. Voor de ASN Bank zijn dat inderdaad belangrijke onderwerpen. Maar duurzaamheid is voor ons veel breder. Daarmee sluiten we aan bij de brede definitie van de VN, waarin duurzaamheid gaat over een goede balans en samenhang tussen economie, ecologie en sociale rechtvaardigheid. Duurzaamheid betekent voor ons daarom ook dat we de armoede in de wereld bestrijden, rechtvaardigheid en solidariteit bevorderen en basale

Page 10: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

16 17

Duurzaamheid is in onze ogen ook dat we zorgvuldig omgaan met onze klanten. We zijn tegenover onze klanten helder over wat we doen met hun geld. Zo kwamen we enkele jaren geleden tot het inzicht dat we het begrip “duurzaamheid” voor onze klanten tastbaarder moeten maken. Voor ons is “duurzaam-heid” een vanzelfsprekend begrip, maar vinden onze klanten dat ook? Dat hebben we onderzocht. We vroegen onze klanten welke duurzame onderwerpen zij het meest belangrijk vinden. Uit een lange lijst kozen ze er vier: onze klanten zijn vóór duurzame energie en fair trade, en tegen kinderarbeid en wapenhandel.

Die vier onderwerpen hebben we benoemd als onze vier duurzaamheidsthema’s. Met behulp van deze thema’s brengen we duurzaamheid dichterbij. We gebruiken ze in de communicatie en koppelen ze aan onze producten. Daar betrekken we onze maatschappelijke partners bij. Bij elk thema hebben we twee partners gezocht, elk met een passend project. Namens onze klanten schenken wij geld aan die projec-ten, zonder dat het de klanten iets kost. We steunen zo bijvoorbeeld een project voor fairtradecacao in Nigeria van Oxfam Novib, en een project voor hulp aan Congolese meisjes met War Child. Samen met Natuur & Milieu hadden we een succesvolle actie met zonnepanelen.

Onze klanten vragen ook van ons dat wij duurzaamheid op andere manieren bevorderen, bijvoorbeeld door te lobbyen. In het kader van het thema “tegen wapens” hebben we bijvoorbeeld met succes actie gevoerd tegen investeren in clustermunitie. Dat deden we overigens samen met twee andere financiële instellingen: APG Asset Management en MN Services. Een mooi voorbeeld van krachtenbundeling, dat nog succes had ook. Want minister De Jager heeft besloten om Nederlandse banken te verbieden te investeren in clustermunitie. Samen met Natuur & Milieu voerden we actie om de btw op zonnepanelen te verlagen. Duizenden klanten tekenden de petitie. Helaas zonder effect, al waren we met het Lenteak-koord dichtbij.

In het kader van ons thema “tegen wapens” ondersteunden we de actie voor een sterk wapenhandelsver-drag. Amnesty International, IKV Pax Christi en Oxfam Novib voerden daarvoor stevig actie in de aanloop naar de onderhandelingen in juli. Wij lieten handtekeninglijsten circuleren op de vergadering van aandeelhouders van onze beleggingsfondsen, waar altijd honderden klanten aanwezig zijn. En we vroegen via onze website aandacht voor de campagne.

Zo zetten we ons in voor de idealen van onze klanten. We vinden het belangrijk dat dat geen éénrich-tingsverkeer is. Daarom zetten we tegenwoordig crowd sourcing in bij belangrijke aanpassingen van ons duurzaamheidsbeleid. Naar aanleiding van het werk van John Ruggie hebben we in 2011 ons mensen-rechtenbeleid herzien. Dat deden we in overleg met maatschappelijke partners als Amnesty Internatio-nal. Toen het conceptbeleid gereed was, vroegen we iedereen die daarvoor belangstelling had, mee te discussiëren over dit beleid. We legden vier dilemma’s voor en vroegen daar reacties op.

Zo vroegen we bijvoorbeeld: In hoeverre moeten we bedrijven verantwoordelijk stellen voor hun leveranciers? En hoe zwaar moet ons standpunt over wapens wegen bij de selectie van landen waarin we beleggen via staatsobligaties ? Die vragen verspreiden we via het internet en social media, waarbij onze maatschappelijke partners voor extra verspreiding zorgden.

We ontvingen ruim honderd reacties, die grotendeels inhoudelijk waren. We sloten de crowdsourcing af met een discussiebijeenkomst op ons kantoor. Bijna iedereen die reageerde was positief over de manier

maatschappelijke behoeften invullen. Zo investeren we in bijvoorbeeld betaalbaar wonen, goed onderwijs en kwaliteitszorg voor ouderen en zieken.

Dat sluit aan bij ons verleden. De wortels van de ASN Bank liggen in de vakbeweging. Onze bank werd opgericht op initiatief van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV, nu FNV) en verzekerings-maatschappij de Centrale (nu SNS REAAL). Doel van de nieuwe bank was leden van de vakorganisatie de kans te bieden op een maatschappelijk verantwoorde manier te sparen. Zodat hun geld niet terecht kwam bij bedrijven die slecht omgingen met hun personeel. Dat ging bijvoorbeeld over zaken als vakbondsvrijheid en arbeidsomstandigheden.

Vanuit ons streven naar een rechtvaardige maatschappij hebben we de drie pijlers van ons duurzaam-heidsbeleid gekozen. En daar zit een onderlinge samenhang in. Zo heeft klimaatverandering bijvoorbeeld grote gevolgen op het gebied van mensenrechten en biodiversiteit. Oogsten mislukken doordat het weer extremer wordt, waardoor mensen honger lijden. Dieren en plantensoorten sterven uit doordat hun leefomgeving verandert door de opwarming van de aarde. Dat heeft ook weer gevolgen voor de mensen die van deze dieren en planten afhankelijk zijn voor hun voortbestaan. Mensenrechten, klimaat en biodiversiteit hangen dus nauw samen.

We vertalen ons beleid voor deze drie duurzaamheidspijlers in concrete beslissingen over de investerin-gen en beleggingen van onze bank en onze beleggingsfondsen. Dat is immers waar het voor ons om draait. We hebben daarvoor duidelijke criteria geformuleerd voor wat volgens ons wel en niet duurzaam is. Onze afdeling Duurzaamheidsbeleid & -Onderzoek stelt die criteria op. Ook onderzoeken de mensen op deze afdeling hoe ondernemingen, instellingen en landen op onze duurzaamheidscriteria scoren. Op basis van dit onderzoek keuren we mogelijke investeringen en beleggingen goed of af.

Dames en heren, is duurzaamheid nu alleen een kwestie van beleggen en investeren in verantwoorde ondernemingen en landen? Nee, de ASN Bank vindt dat zij echt duurzaam is als duurzaamheid verder gaat dan de activiteiten die op de balans staan. Een duurzame bank kenmerkt zich door een brede maatschappelijke betrokkenheid en het nemen van verantwoordelijkheid in en voor die maatschappij. En doordat zij duurzaamheid doorvoert in alles wat zij doet, dus ook in de manier waarop zij omgaat met haar medewerkers en natuurlijk haar klanten.

Een eerste voorbeeld: de ASN Bank gaat vaak een dialoog aan met ondernemingen over hun duurzaam-heid. Vaak wordt gezegd dat banken en beleggers alleen invloed hebben op ondernemingen waarin ze investeren. Dat zou een argument zijn tegen afkeuring van bedrijven die in onze ogen grenzen overschrij-den. En een argument vóór het zogeheten “best in class”-beleggen: beleggen in bedrijven die in hun sector tot de duurzame top behoren, ongeacht of ze aan onze duurzaamheidscriteria voldoen. Onze ervaring met afkeuring is anders. Zeker Nederlandse ondernemers vinden het niet prettig als een bank met een klantenbestand van bijna 600.000 mensen hun bedrijf afkeurt. Begin dit jaar verkocht Philips zijn belang in DutchAero, mede omdat wij daar al een tijd op aandrongen. DutchAero is immers betrokken bij de Joint Strike Fighter. De ASN Bank belegt niet in wapens. Als een bedrijf actief is in wapens, keuren we het zonder meer af. We waren blij dat Philips uiteindelijk DutchAero verkocht, zodat we dit duurzame bedrijf in ons beleggingsuniversum konden opnemen. U ziet dat je dus ook als niet-belegger invloed kunt uitoefenen.

Page 11: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

18 19

waarop we deze discussie hebben opgezet en over de transparantie die we daarmee toonden.

Momenteel zijn we bezig ons klimaatbeleid te herzien. Ook daarbij hebben we de hulp van klanten en andere geïnteresseerden ingeroepen.

Dames en heren, ik ga afsluiten. De ASN Bank heeft een heldere missie: het bevorderen van de duurzaam-heid van de samenleving. We streven naar een duurzame maatschappij in 2050. Dat bepaalt onze toekomstvisie en ons dagelijkse handelen. Een rechtvaardige verdeling van de welvaart is ons uitgangs-punt. Daarom zijn we niet alleen groen, maar ook sociaal, met veel aandacht voor mensenrechten. Om in die duurzame maatschappij zelf een plek te verdienen zijn we transparant over wat we doen, en hoe we dat doen. Daarnaast kiezen we ervoor om ons ook buiten onze balans om in te zetten voor een duur-zame samenleving. Dat doen we door engagement, door lobby, door samenwerking en kennisuitwisse-ling met maatschappelijke partners, door dialoog met klanten en andere mensen en organisaties die zijn betrokkenen bij onze duurzame missie. We geven hun mening een plek in ons beleid.

Twintig jaar geleden werden wij met dit verhaal een beetje meewarig, misschien wel lacherig, aangeke-ken. Nu is het de key note speech op een succesvol congres over duurzaamheid in de financiële sector. Het kan verkeren.

U bent hier natuurlijk niet voor niets. Duurzaamheid en financiën hebben uw speciale interesse. Ik vraag u daarom mee te denken over de wijze waarop de financiële sector bij kan dragen aan een wereld waarin economie, ecologie en sociale rechtvaardigheid in balans zijn. Wij kiezen voor een toekomst waarin wij ons binnen en buiten de bank daarvoor inzetten. De ASN Bank als maatschappelijke speler. Wat gaat u doen?

Ik dank u voor uw aandacht.

Curriculum vitaeEwoud Goudswaard (email via: [email protected])

Ewoud Goudswaard (1958) is sinds 2001 algemeen directeur van de ASN Bank. Hij is verantwoordelijk voor vermogensopbouw, kredietverlening en controlling, en eindverantwoordelijk voor het operationele bedrijf waar de klantprocessen worden afgehandeld. Ewoud is ook voorzitter van de raad van commissarissen van ASN Vermogensbeheer B.V. en lid van de raad van commis-sarissen van ASN Groenbank N.V.

Ewoud begon zijn carrière bij de NMB Bank, later ING Bank, in het kredietrisico-management voor (grote) zakelijke relaties. Vanaf 1992 bekleedde hij directiefuncties in Haarlemmer-meer,AmsterdamenRotterdam;vanaf1997washijvoorzittervandedirectievanhetdistrictMidden-Holland.

Ewoud is lid van de raad van commissarissen van Triple Jump, de projectbeheerder van het ASN-Novib Microkredietfonds. Tevens is hij lid van de raad van advies van de Club van Rome Nederland en van de raad van advies van Plan Nederland, en penningmeester van de Neder-landse Museumvereniging en de stichting Museumkaart.

Page 12: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

20 21

Workshops

Page 13: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

22 23

Duurzaamheid niet voor zoete koek aannemen!Jaap P. Visser (Banketbakkerij Merba b.v.), Hessel Abbink Spaink (Avans Hogeschool)

De Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) heeft in samenwerking met Stichting Milieukeur (SMK) een Barometer Duurzame Bakkerij en Zoetwaren ontwikkeld. In mei 2011 is de barometer ingevoerd. Bij de Barometer wordt een bedrijf beoordeeld op de mate waarin sprake is van eenduurzamebedrijfsvoeringeninkoopvanduurzamegrondstoffen;descoresopdeverschillendepeople- en planetcriteria bepalen of een bedrijf het Bronzen, Zilveren of Gouden niveau krijgt toegekend.

De aanpak van duurzaamheid door een branchevereniging heeft grote voordelen omdat daarmee voorkomen kan worden dat ondernemingen extra terughoudend worden uit vrees dat hun concurren-tiepositie aanmerkelijk verslechtert als ze als enige (of een van de weinigen) extra kosten maken voor het leveren van duurzame producten.

Avans Hogeschool is betrokken bij het uitvoeren van een nulmeting bij VBZ-leden aan de hand van de Barometer. Op basis van de nulmeting kunnen ondernemingen zich voorbereiden op de ‘echte’ certifice-ring en hun duurzaamheidsbeleid inrichten. Daarbij gaat het om de vragen welk duurzaamheidsniveau van de Barometer een onderneming wil en kan bereiken. Bedrijfseconomische overwegingen spelen hierbij een belangrijke rol. Studenten kunnen via een nulmeting kennismaken met de bakkerij- en zoetwarenindustrie en ervaring opdoen met duurzaamheid in de praktijk.

Bij de eerste gesprekken over de duurzaamheidcriteria die dienen te worden toegepast bij een nulmeting is duidelijk geworden dat sommige eisen in de Barometer geen rekening houden met de soms kwetsbare onderhandelingspositie van producenten in de waardeketen of de beperkte bewegingsruimte van producenten van huismerken, zoals banketbakkerij Merba in Oosterhout (producent van o.a. American Cookies voor vrijwel alle grote retailers in Nederland en veel andere landen). De Barometer vereist bijvoorbeeld dat een producent een minimumpercentage aan duurzame, dus duurdere, cacao, soja en/of palmolie in zijn producten verwerkt. Maar hoe kan de producent de extra kosten terugverdienen als de supermarkten deze kosten niet vergoeden? Zoals de onderstaande figuur laat zien, hebben in de Nederlandse marktsituatie inkopers van supermarkten een buitengewoon sterke onderhandelingsposi-tie: de markt wordt gedomineerd door drie inkooporganisaties.

Figuur 1 - Zandloper: verschillen in onderhandelingspositie binnen de waardeketen

Ca. 7,5 miljoen huishoudens (bron: CBS sept. 2012)

Ca. 5.600 supermarkten (MKB) (bron: Hoofdbedrijfschap Detailhandel – sept. 2012)

3 inkooporganisaties 87% marktaandeel (bron: Rabobank Cijfers en Trends juni 2012)

tientallen producenten (vaak MKB)

10 duizenden tot miljoenen boeren

Page 14: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

24 25

Curriculum vitaeHessel Abbink Spaink ([email protected])

Werkervaring• LectorFinance&SustainabilityaanAvansHogeschool(vanaf2010)• SecretarisvandeAfricanFarmersChannelFoundation(vanaf2012)• DirecteurvanTheResponsibilityLabB.V.enAppliedEthicsAssociatesB.V.

(vanaf 2008)

• RabobankInternational-managerCorporateSocialResponsibility (2005 - 2008)

• RabobankInternational-directeurOXAuctionExperts(2000-2004)• AnderssonElffersFelix-senioradviseur(1999-2000)• PricewaterhouseCoopersManagementConsultants-manager(1991-1999)• BSO/ArtificialIntelligence-knowledgeengineer(1989-1991)• ShellInternationaleChemieMaatschappij-OrganisatieadviseurIT(1988-1989)• ShellInternationalePetroleumMaatschappij-BusinessConsultant(1986-1988)• EnergieonderzoekCentrumNederland-Wetenschappelijkmedewerker(1981-1985)

Opleiding1986 Promotie Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit van Amsterdam1981 Doctoraal Fysische Chemie (cum laude), Universiteit van Amsterdam1977 Eindexamen Gymnasium, Stedelijk Gymnasium Haarlem

Curriculum vitaeJaap Visser ([email protected])

• OpleidingHTSDordrechtWerktuigbouwenEconomischeBedrijfstechniek• 3jaargewerktalsproductontwikkelaarvanapparatuurvoorfysiotherapie• 7jaargewerktalsconsultantvoorindustriëlebedrijveninmidden-en

kleinbedrijf• 3jaargewerktalslogistiekmanagerbijgroteproducentvanaardappelproducten• 7jaargewerktalsproductiemanagerinvoedingsmiddelenbedrijven• 5jaaralsinterimmanagerbetrokkengeweestbijdeomzettingvanveilingen

inverbandmetdeomzettingnaarTheGreenery• Laatste12jaarwerkzaambijBanketbakkerijMerbainOosterhout,eeninternationaalopererende,

ver-geautomatiseerde producent van de bekende American Cookies. Gestart als bedrijfsleider en in die functie betrokken bij de certificering van het bedrijf naar BRC-, GMP- en IFS-standaards. Laatste jaren als manager Personeel en Organisatie ook bezig met maat-schappelijke betrokkenheid en sustainability.

Producenten verkeren in deze keten in een tamelijk afhankelijke positie. Is het dan terecht om de verantwoordelijkheid voor verduurzaming bij de producent te leggen? De branchevereniging zou uit naam van alle producenten kunnen onderhandelen met de supermarkten zolang de mededingingswet-geving dit niet beschouwt als het maken van prijsafspraken. Interessant zijn ook de eisen die de Barometer aan de informatie van de verpakking stelt: deze wordt door de afnemer (supermarkt) bepaald, maar de producent wordt erop beoordeeld.

Kortom, een instrument als de duurzaamheidbarometer van de VBZ is zeer zinvol om de hele sector qua duurzaamheid op een hoger plan te brengen, maar zou meer rekening moeten houden met de positie van producenten in de waardeketen.

Page 15: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

26 27

MVO wat schuift het?Oene Rozendal (Avans Hogeschool)

Hebben MKB’ers baat bij investeringen in MVO? Zijn Brabantse bedrijven ook op MVO-gebied bourgon-disch? Is een bepaalde governancestructuur succesvoller bij de implementatie van MVO?

In deze workshop worden de bevindingen gepresenteerd van een onderzoek naar de relatie tussen duurzaamheid en financiële prestaties in het MKB dat afgelopen half jaar is uitgevoerd door het lecto-raat. Bij het onderzoek zijn de Avans School for International Studies (ASIS) en de twee financiële academies in ‘s-Hertogenbosch en Breda betrokken.

Het onderzoek is in belangrijke mate geïnspireerd door het onderzoek van Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou,GeorgeSerafeim:“TheImpactofaCorporateCultureofSustainabilityonCorporateBehaviorand Performance”. In dit onderzoek wordt een indeling gemaakt tussen duurzame en niet- duurzame bedrijven. Vervolgens worden de financiële prestaties gedurende 15 jaar gevolgd. Het onderzoek van Eccles c.s. heeft betrekking op beursgenoteerde bedrijven. Uit de analyse van de prestaties blijkt dat duurzame bedrijven ook financieel beter scoren.

Bron: “The Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior and Performance”, Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafeim, Working Paper 12-035, November 25, 2011.

Het onderzoek van het lectoraat wordt gedaan bij bedrijven in binnen- en buitenland en richt zich vooral op het MKB. Aan het onderzoek is een belangrijke bijdrage geleverd door studenten die stage liepen in Nederland en het buitenland. Zij hebben een enquête afgenomen en de verkregen resultaten zijn vervolgens door het lectoraat verzameld en geanalyseerd. Aan studenten is tevens gevraagd om op basis van de enquête een persoonlijk oordeel te geven over de MVO-inspanningen van het stageverle-nende bedrijf. De studenten is ook gevraagd om, indien mogelijk, zelf een relatie te leggen tussen het MVO-beleid en de financiële prestaties. Op deze manier wordt met het onderzoek ook een onderwijs-kundig doel nagestreefd, namelijk het vergroten van de bewustwording bij studenten voor MVO-beleid

Evolution of $1 invested in the stock market in value-weighted portfolios

0.00

5.00

10.00

15.00

20.00

25.00

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Low

High

Page 16: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

28 29

Curriculum vitaeOene Rozendal ([email protected])

Oene Rozendal is sinds 1995 als docent financiële markten verbonden aan de opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy van de Avans Hogeschool te Breda. Daarnaast is hij als docent algemene economie en financiering sinds 2001 verbonden aan Business Universiteit Nyenrode. Hij is daar tevens lid van de kerngroep financiering.

Oene studeerde macro-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens zijn studie hield hij zich bezig met de “economie van het genoeg”. Hij studeerde af op het onderwerp consumptiepatroon en werkgelegenheid. Daarna is Oene gedurende vijf jaar werkzaam geweest in het middelbaar onderwijs in Hoogeveen en Hoogezand-Sappemeer. Vervolgens heeft hij diverse onderwijsfuncties gehad bij verschillende hogescholen in Nederland. Ook was hij van 1998 tot 2005 lid van de redactiecommissie financiering AA van het AC-scholenoverleg.

Sinds 2010 participeert hij in de kenniskring van het lectoraat Finance & Sustainability. Binnen het lectoraat is hij betrokken bij het project financiële participatie bij windmolenprojecten en bij het onderzoek naar de relatie tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en financiële prestaties.

en het opdoen van ervaring met onderzoek. Tevens kan het onderzoek een bijdrage leveren aan het vergroten van het MVO-bewustzijn van (MKB-)ondernemers.

De eerste resultaten laten zien dat de grote MKB-bedrijven beter scoren op MVO-criteria. Ook bedrijven die de overheid als een belangrijke stakeholder zien, doen het beter. Als naar regionale herkomst wordt gekeken scoren bedrijven in Duitsland en Australië het best op MVO-criteria. Duurzame bedrijven blijken ook oververtegenwoordigd te zijn in de groep van de hardst groeiende en meest winstgevende bedrijven. Dit komt overeen met de resultaten van internationaal onderzoek. In de komende anderhalf jaar zullen meer enquêtes en interviews worden gehouden om een stevigere onderbouwing voor deze bevinding te verkrijgen en op een statistisch verantwoorde wijze aanvul-lende analyses te kunnen uitvoeren.

Page 17: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

30 31

Externe verslaggeving, GRI, MaterialiteitNancy Kamp-Roelants en Rob Wortelboer (Ernst & Young)

In de workshop materialiteit worden de meest actuele ontwikkelingen in maatschappelijke en geïnte-greerde verslaggeving kort besproken. We gaan in het bijzonder in op de keuze van de onderwerpen, die in het verslag moeten komen, de zogenaamde materiële onderwerpen. Dit is namelijk een van de grootste uitdagingen bij het schrijven van een verslag. Wat voor aanknopingspunten vind je in de richtlijnen en hoe pak je een dergelijk keuzeproces aan? Aan de hand van een praktijkcasus wordt vervolgens in discussie met u het materialiteitsproces doorlopen.

Ontwikkelingen in verslaggevingAandeelhouders, consumenten en andere belanghebbenden van een onderneming verlangen steeds meer openheid van ondernemingen over milieu en sociale aangelegenheden. Daarnaast raken ook regelgevers, toezichthouders en investeerders in toenemende mate geïnteresseerd in de maatschappe-lijke prestaties van een onderneming. Deze toenemende belangstelling heeft verschillende oorzaken. Een belangrijk deel van de marktwaarde van een onderneming wordt bepaald door niet-financiële indicatoren, zoals innovatiekracht, kwaliteit van het management, tevredenheid van cliënten, behoud van kwalitatief hoogwaardig personeel. Maar ook de mondiale uitdagingen zoals het tekort aan grond-stoffen, de klimaatverandering, de energietransitie, het respecteren van goede werkomstandigheden en internationale mensenrechten leiden ertoe dat steeds meer niet-financiële informatie nodig is om een getrouw beeld te kunnen geven van de onderneming, de huidige prestaties, maar ook de capaciteit om in de toekomst nog toegevoegde waarde te kunnen blijven genereren. Dit leidt ertoe dat steeds meer ondernemingen een maatschappelijk verslag of een uitgebreide toelichting in hun jaarverslag publiceren.

Deze ontwikkeling is zo’n twintig jaar geleden begonnen. Inmiddels rapporteren vrijwel alle beursgeno-teerde en grote ondernemingen informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Deze informatie geeft aan hoe MVO in de organisatie is verankerd. Er wordt informatie gegeven over de strategie, de doelstellingen, risico’s en kansen en de inbedding in de organisatie en de behaalde resulta-ten. Prestatie-indicatoren en voorbeelden geven inzage in de feitelijke prestaties van de onderneming. Voorbeelden van projecten, en initiatieven op het gebied van MVO geven contextinformatie. De transparantie over dilemma’s zorgt voor een gebalanceerd beeld, zodat het verslag geen PR-folder is. Er is geen verplichting voor een maatschappelijk verslag, wel moeten grote en beursgenoteerde ondernemin-gen, voor zover relevant, informatie opnemen over niet-financiële aspecten van hun bedrijfsvoering.

Ook is er een beleidsinstrument dat de transparantie over MVO bevordert, de Transparantiebenchmark. Dit is een beleidsinstrument van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. In totaal worden 500 bedrijven beoordeeld op hun transparantie. Dit zijn de beursgenoteerde ondernemin-gen(AEXenAMX)endegroteondernemingen.

De ondernemingen die een maatschappelijk verslag publiceren kunnen gebruik maken van verschillende richtlijnen. De meest toonaangevende zijn de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (hierna GRI). In Nederland heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving in 2003 op verzoek van het ministerie van Economische Zaken een handreiking gepubliceerd voor maatschappelijke verslaggeving. Deze handrei-king vormt de basis voor de Transparantiebenchmark. De criteria hierin worden regelmatig verder aange-scherpt om de actuele ontwikkelingen in verslaggeving te volgen.

Page 18: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

32 33

Financiële en niet-financiële verslaggeving groeien naar elkaar toe. Sinds een paar jaar zien we de eerste geïntegreerde jaarverslagen verschijnen. De richtlijnen hiervoor zijn nog volop in beweging, onder meer in het initiatief van de International Integrated Reporting Council (IIRC). Kernvraag is welke informatie relevant is om over te rapporteren. Hierbij komen vragen aan de orde als: Wat is het doel van het verslag? Wie zijn mijn belanghebbenden? Op welke gebieden kan ik de grootste toegevoegde waarde leveren? Hoe kan ik laten zien dat het leveren van toegevoegde waarde aan mijn stakeholders ook mijn financiële prestaties ten goede komt?

Voor de keuze van de onderwerpen wordt een materialiteitsanalyse gebruikt. Een onderwerp is materieel als het zo relevant is voor wat betreft aard en/of omvang dat het de beoordeling en besluitvorming van de gebruikers van informatie kan beïnvloeden. Het aantal onderwerpen dat van belang kan zijn voor stakeholders kan heel uiteenlopend zijn. Daarom is het van belang goed inzicht te krijgen in waar onderwerpen zowel relevant zijn voor stakeholders als voor de strategy en waardecreatie van de onderneming. Voor het vaststellen van de materialiteit kunnen kwantitatieve factoren, zoals omvang van de impact, een rol spelen, maar ook afwegingen als de impact op de reputatie, impact op de toekomstige financiële prestaties, wat doen peers?

Om de analyse inzichtelijk te maken wordt gebruik gemaakt van een matrix, waarin de verschillende onderwerpen die uit een stakeholderdialoog naar voren komen worden geplot. Op die manier kan worden vastgesteld dat iets zo relevant is dat dit minimaal in beleid, doelstellingen en uitgebreide toelichting moet terug komen, wat aanvullend kan worden gerapporteerd in de contextinformatie en wat in het geheel niet wordt gerapporteerd. Dit laatste kan bijvoorbeeld dan beter in een-op-een-com-municatie met een bepaalde stakeholdergroep worden gedeeld.

In de workshop hopen we u hier een ‘snapshot’ van dit proces te hebben gegeven.

Page 19: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

34 35

Don Quichotte: de nieuwe rol van financiën in windmolenparkenArjan Verheul (Ministerie van Economische Zaken, AgentschapNL) en René-Pascal van den Boom (Avans Hogeschool)

Burgers accepteren gemakkelijker de aanleg van windmolenparken als zij betrokken worden bij planont-wikkeling en een aandeel kunnen hebben in de financiering ervan en kunnen profiteren van de zo opgewekte duurzame energie.

Gaat Nederland de Europese doelstellingen op het gebied van duurzaamheid halen? We zullen in elk geval nog een flinke investering moeten doen om de EU-Richtlijn voor Hernieuwbare Energie (14% in 2020) te halen. Dit betekent een flinke investering in (grootschalige) windmolenparken. Anno 2012 staan er ongeveer tweeduizend windturbines op land die samen met het vermogen op zee voorzien in een kleine4%vandetotaleNederlandseelektriciteitsbehoefte;ditisnogteweinig.Onzekerhedenomtrentsubsidies, knelpunten rondom ruimtelijke inpassing en drempels bij het verkrijgen van vergunningen zijn hier mede debet aan. Terwijl uit onderzoek blijkt dat vrijwel iedereen wel begrijpt dat we meer gebruik moeten gaan maken van energie uit wind en andere duurzame energiebronnen, is er bij betrokkenen behoefte aan meer transparantie over de (financiële) voordelen.

DraagvlakDraagvlak moet zorgen voor minder tegenwerking en meer initiatieven. AgentschapNL probeert in vanuit een makelende en schakelende rol partijen bij elkaar te brengen. Er blijkt onder meer onduidelijk-heid omtrent de financiële aspecten van de windmolens. “Wat levert het nou echt op?” en “Wat levert het op in het slechtste geval?” Een analyse van een vijftal parken heeft bijgedragen aan het begrijpen van de businesscase. Docenten en studenten hebben op basis van dit inzicht een rekenmodel opgesteld waarmee de financiële prestaties inzichtelijk kunnen worden gemaakt bij diverse inschattingen.

In deze workshop wordt het model gepresenteerd. Wat zijn de uitkomsten? Wat leren we hiervan? Is het model toepasbaar voor andere duurzame energiebronnen?

Curriculum vitaedr. Nancy Kamp-Roelands RA MA ([email protected])

dr. Nancy Kamp-Roelands RA MA is directeur Cleantech & Sustainability Services en de Integrated Reporting leader voor Ernst & Young. Zij is ruim 20 jaar werkzaam op het gebied van maatschappelijke verslaggeving en was een pionier op dit gebied. Naast cliëntwerk is zij onder meer voorzitter van het panel van deskundigen van de Transparantiebenchmark, was zij betrokken bij de oprichting van het International Integrated Reporting Council en neemt zij deel aan het pilotprogramma. Daarnaast is zij inhoudelijk verantwoordelijk voor het Corporate Responsibility beleid van Ernst & Young zelf.

Curriculum vitaedrs. Rob Wortelboer RA ([email protected])

drs. Rob Wortelboer RA werkt ruim 10 jaar voor Ernst & Young, waarvan de laatste 8 acht jaar op het gebied van maatschappelijke verslaggeving. Hij is onder meer verantwoordelijk voor de controle van maatschappelijke verslagen van internationale en nationale cliënten, de advisering over de inhoud en kwaliteit van maatschappelijke verslagen en de onderliggende verslaggevings-processen. Ook geeft hij bij cliënten regelmatig workshops over de selectie van Key Performance Indicatoren.

Page 20: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

36 37

Curriculum vitaeArjan Verheul ([email protected])

Arjan Verheul is adviseur Windenergie en Duurzame Gebiedsontwikkeling bij Agentschap NL. Agentschap NL zorgt ervoor dat overheidsbeleid voor duur-zaamheid en innovatie snel, goed en effectief wordt gerealiseerd.

In opdracht van de ministeries Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Infrastructuur en Milieu ondersteunt het Agentschap initiatiefnemers van grootschalige windenergieprojecten. Nadruk ligt daarbij op kennisontwikkeling en –verspreiding en procesadvisering met een accent op draagvlakontwikkeling voor de inpassing van windenergie.

Na zijn studie Sociale Geografie was Arjan in diverse functies actief in het bedrijfsleven. Voor Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs was hij als Projectmanager verantwoordelijk voor de European Market for Infrastructural Projects (EMIP), gericht op matchmaking tussen Nederlands bedrijfsleven en opkomende economieën in Oost-Europa. In 1999 stapte hij over naar de publieke sector. Bij het Nationaal Centrum voor Duurzaam Bouwen (NDC) was Arjan nauw betrokken bij een breed palet van activiteiten en projecten gericht op verduurzaming van de gebouwde omgeving. In 2005 is het NDC overgegaan in SenterNovem, het latere Agentschap NL.

Arjan Verheul (1963) is getrouwd en heeft twee dochters.

Curriculum vitaeRené-Pascal van den Boom ([email protected])

René-Pascal van den Boom is sinds 1998 als hogeschooldocent financiering actief bij de opleiding bedrijfseconomie van Avans hogeschool te Breda. Een vakgebied waar de gevolgde studies, wiskunde en bedrijfseconomie, samenko-men. Als deeltaak heeft René-Pascal een aantal jaren geparticipeerd in het landelijk overleg orgaan van bedrijfseconomie opleidingen op HBO niveau, met een belangrijke bijdrage in de positionering van de opleidingen sinds 2006. Sinds de start van het lectoraat Finance & Sustainability in 2010 is hij tevens actief als onderzoeker op het gebied van duurzaamheidsvraagstukken vanuit een financiële bril. In de periode 2010-2011 heeft dit, mede door de inzet van studenten in de rol als projectgroeplid, geleid tot een mvo-scan van de Avans organisatie. Een vervolgtraject in de vorm van een stakeholdersanalyse is thans gestart.

Vanaf januari 2011 heeft René-Pascal onderzoek gedaan naar de financiële resultaten van windmolenexploita-ties. Een eerste onderzoek, voor de Gemeente Breda, heeft inzicht gegeven in de rendementen en risico’s voor de gemeente bij verschillende participatievormen en organisatiestructuren. Zeer recent heeft een onderzoek naar verschillende participatiemodellen voor omwonenden, geleid tot een algeheel financieel rekenmodel toepasbaar bij discussies voor het creëren van draagvlak bij (nieuwe) windmolenprojecten. Dit onderzoek is uitgevoerd voor en in samenwerking met AgentschapNL. Het doen van onderzoek heeft ertoe geleid dat hij recent is gestart met een promotieonderzoek naar (de mate van) risicobeheersing bij het middenbedrijf in Nederland.

Integriteit en financiële transactiesTheo Quaijtaal (directeur van HighQ financieel interim bv)

Financials worden regelmatig geconfronteerd met ethische dilemma’s. De materie is nooit zwart of wit, goed of slecht en dat is soms best lastig. Morele moed en karaktervorming met betrekking tot deze thematiek zijn daarom interessante items.Het is belangrijk dat er een cultuur heerst, waarin professionals staan voor hun eigen verantwoordelijk-heid. In een cultuur van verantwoordelijkheid spreken collega’s elkaar aan op professionaliteit en ondersteunen elkaar bij het aanpakken van lastige vraagstukken. Op die manier krijgen financials praktische handvatten voor het omgaan met ethische dilemma’s. De oplossing ligt niet in het toevoegen en handhaven van nog meer regels (compliance).

Relatie van ethiek - integriteit met duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemenEthiek is één van de negen kernonderwerpen van de internationale richtlijn voor maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties (ISO 26000). De MVO-Wijzer en de MVO-prestatieladder zijn nu algemeen geaccepteerde meetinstrumenten die deze “ethiek” voor een organisatie in kaart brengen.

MVO KernonderwerpenNEN ISO 26000

Goed bestuur

Soc.omgeving

Consument

Ethiek

Milieu

Personeel

Mensenrechten

Mensenrechten

Omgang met personeel

Milieu

Ethiek in de keten

Consumenteninspraak

Ontwikkeling socialeomgeving

Goed bestuur /governance

Page 21: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

38 39

Relatie ethiek - integriteit met de controller (financiële functie)De controller van “NU” heeft vijf belangrijke kernwaarden: Integriteit is één van die waarden.

Kernwaarden Kerncompetenties

Life Long Learning De attitude om zich nieuwe vaardigheden en kennis eigen te willen maken.

Communicatie & leiderschap

Vermogen om informatie uit te wisselen binnen een betekenisvolle context en met gebruikmaking van goede interpersoonlijke vaardigheden. Vermogen om medewerkers resul- taatgericht te motiveren, dirigeren en inspireren.

Vakmanschap Hoog kwaliteitsniveau van het werk, efficiënte, capabele wijze van opereren.

Strategisch en kritisch denken

Vermogen om data, kennis en inzicht te combineren om op hoog niveau strategische besluitvorming te ondersteunen.

Integriteit Naleven van beroepsregels en beroepsethiek.

Klant en marktfocus Vermogen om in te spelen op de veranderende behoef-ten van stakeholders.

Betrokkenheid Betrokkenheid bij de businessomgeving waarin men werkt.

Vermogen tot combine-ren

Vermogen om financiële en niet- financiële informatie in een bredere context te interpreteren en te presenteren.

Objectiviteit Onafhankelijkheid, ongekleurd en zonder persoonlijk belang.

Technologie weten in te zetten

Vermogen om met de inzet van technologie waarde toe te voegen aan klanten en werknemers.

Bron: World Class Finance in de praktijk Fred Conijn, Edward Koops, Rob Uiterlinden

Curriculum vitaeTheo Quaijtaal ([email protected])

TheoQuaijtaalisdirecteurvanHighQfinancieelinterimbvteWoerdenenBreda. Hij heeft een (hbo- en post-hbo) financiële opleiding gevolgd, die hij heeft aangevuld met een master in HR-management. Ook volgde hij diverse leiderschapsprogramma's. Hij zet zich al geruime tijd in voor de rol van de financiële kolom met betrekking tot Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en de relatie met governance en risk & compliance. Hij geeft bovendien regelmatig gastcolleges en verzorgt workshops op het snijvlak van ethiek en financiën op Avans Hogeschool. Verder is hij lid van de Raad van Toezicht van een grote welzijnsorganisatie in Amsterdam, Dynamogenaamd.Theoheeftgroteinteressevoordeontwikkelingvanjong-volwassenenleiderschaps-ontwikkeling. Dit is ook een van de redenen dat hij als facilitator betrokken is bij de Foundation for Natural Leadership (FNL) waarin hij zich vooral sterk maakt om deelnemers klaar te stomen voor het "nieuwe natuurlijke leiderschap", waarin ethiek en integriteit een belangrijke rol spelen.

Page 22: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

40 41

Page 23: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

42 43

Rabobank in gesprek met de samenleving – Issuemanagement Richard Piechocki (Rabobank Nederland)

In de visie van de Rabobank gaat issuemanagement om wederzijdse beïnvloeding. De Rabobank zet issuemanagement in om nieuwe maatschappelijke trends in een vroeg stadium te signaleren en daarop met gepast beleid op te anticiperen. De verschillende vormen van dialoog die de Rabobank daartoe gebruikt, hebben we samengebracht onder de noemer ‘Multi-stakeholderdialoog’. De denkbeelden en ideeën beïnvloeden het denken en handelen van bankmedewerkers en zorgen voor aanpassingen van beleid. Het gaat daarbij om risico’s te beheersen en te verminderen en kansen voor de bank te benutten, die uit de gesignaleerde maatschappelijke issues voortkomen. Het in de Rabobankorganisatie brengen van bruikbare, nieuwe trends, denkbeelden en ideeën leidt tot een verandering in houding en gedrag die passen in wat er in de samenleving leeft en aansluiten op nieuwe financiële behoeften van klanten. Het denken, beslissen en handelen van bankmedewerkers - in termen van financiële/imago risico’s en commerciële kansen – krijgt zo maatschappelijk reliëf en inkleuring. Zij worden in staat geacht tijdens klantcontacten en beoordelingen maatschappelijke issues te herkennen, aan klanten de juiste vragen daarover te stellen en hen daarin te adviseren. Nieuw gedrag gebaseerd op duurzaamheidsdenken verandert de identiteit van de Rabobank. Een identiteit met een hoger duurzaamheidsgehalte versterkt het imago van de bank.

Met issuemanagement managet de Rabobank ook verwachtingen bij stakeholders door helder aan te geven wat de bank wel en wat zij niet kan realiseren in de betreffende omstandigheden waarin zij opereert. In de dialoog met stakeholders geldt hier zeker het adagium “belofte maakt schuld”. In deze context gaat het er niet alleen om, het oor te luisteren te leggen bij stakeholders, maar hen ook uit te leggen hoe een bank werkt, waarom een bank voor een bepaalde aanpak gekozen heeft en waar de invloed van een bank mogelijk is en waar die ophoudt. Hierbij gaat het om het voorbereiden, formuleren en uitdragen van een helder standpunt met als doel begrip en waardering bij onze stakeholders te kweken voor onze aanpak van maatschappelijke kwesties. Door naar een oplossing te zoeken voor vraagstukken die klanten, NGO’s of andere maatschappelijke belangengroepen aandragen, wordt veel potentieel reputatierisico voor de ‘poort’ van de bank weggevangen (managen van reputatie) en omgezet in een reputatiekracht.

41211071

Issuemanagement & merk Rabobank

Verwachtingen managen

Issue Management

Erkenning trends

Identiteit inspelenop trends

Reputatie voldoet aan verwachtingen

Page 24: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

44 45

MaterialiteitsmappingMaterialiteitsmapping is het in kaart brengen van de issues die relevante stakeholders (zie figuur hieronder) belangrijk achten en die ook voor de Rabobank relevant zijn. Issues met de grootste ‘match’ tussen stakeholders en Rabobank zijn het meest materieel. Bij een structurele issue-analyse gebruiken we een aantal bronnen voor het identificeren van de issues die het meest materieel zijn voor onze stakeholders en voor de Rabobank Groep. De geselecteerde issues worden in het jaarverslag behandeld. Bronnen die we voor het verzamelen van issues gebruiken zijn:• gesprekken,consultatiesenschriftelijkverkeermetverschillendestakeholders;• researchnaarbelangrijksteissuesindemediaenwetenschappelijkestudies;• issueswaarmeedeRabobankGroepindedagelijksebancairepraktijkgeconfronteerdwordt;• internationalestudiesenbeoordelingen(vanonderandereratingbureaus)overmaatschappelijke

ontwikkelingenentrends;• bijwonenvanconferentiesovermaatschappelijkeissuesentrends.

Materialiteitsmapping: prioriteitsbepaling van issues op basis van relevantie

Om de belangrijkheid van de maatschappelijke issues uit de bovenstaande bronnen te kunnen bepalen, stellen we eerst een ‘long list’ van maatschappelijke issues samen. Vervolgens worden in meerdere sessies de issues gescoord op relevantie voor de stakeholders en impact op de Rabobank Groep. De issues worden in een matrix gezet, waarbij de verticale as de mate van relevantie weergeeft voor stakeholders en de horizontale as de mate van relevantie voor de Rabobank Groep. Criteria voor het vaststellen wat als relevant kan worden aangemerkt zijn (1) de bijdrage aan duurzame ontwikkeling, (2) de uitdagingen die het issue met zich meebrengt voor de samenleving en de bank, (3) de relevantie voor de commerciële eenheden van de Rabobank wat betreft de sensitiviteit van het issue en het marktaandeel en (4) kwesties waar de Rabobank vanuit haar dienstverlening bijzondere verantwoordelijkheid voor heeft.Vak 1 geeft de hoogste mate van relevantie aan en vak 9 de laagste. De issues die in de vakken 1 - 4 zijn geplaatst, zijn voor de Rabobank Groep materieel. De uitkomst van het mappingsproces is een selectie van materiële trends en issues voor de Rabobank Groep:

Uit de trends en issues die door het multi-stakeholderdialoog en deskresearch verzameld worden, selecteert de Rabobank elk jaar de meest relevante of materiële issues aan de hand van ‘materialiteits-mapping’. Ook brengen we periodiek in kaart tot welke stakeholders de als materieel vastgestelde issues in verhouding staan. Dit duiden we aan met ‘Issue/stakeholder mapping’.

MultistakeholderdialoogEen van de pijlers van het issuemanagementbeleid van de Rabobank is de ‘multistakeholdersdialoog’. Daarin brengen we relevante stakeholders bij elkaar die betrokken zijn bij een of meer maatschappelijke issues die in een sector of productieketen spelen. Het doel van die benadering is vooral het opbouwen van onderling vertrouwen en kennisuitwisseling, teneinde gezamenlijk betere en duurzamer oplossingen voor een vraagstuk te kunnen realiseren. Wij gebruiken hierbij gelijktijdig verschillende werkvormen en benaderingen:• hethoudenvaneenperiodiekestakeholdersconsultatiemeteengroepstakeholdersuithetmaat-

schappelijkmiddenveld,depolitiek,dewetenschapenhetbedrijfsleven;• hetactiefdeelnemenaansectorbreedoverleg,onderandereaan(inter)nationalerondetafelbijeen-

komsten’, zoals de Round Table on Responsible Soy (RTRS) en de Round Table on Sustainable Palmoil (RSPO),BetterCottonInitiative(BCI),enBonsucro(suikerriet);

• hetorganiserenvangesprekkenmetdebelangrijkstestakeholdersinéénsectorovereenbepaaldMVO-issue. Dit kan zowel op ons verzoek gebeuren als op dat van een stakeholder zelf. Zo voert de Rabobank met internationale wetenschappers en met NGO’s, zoals Solidaridad, Oxfam Novib en WWF,gesprekkenoverbeleidsdocumenteninzakesensitievesectoren;

• overlegvoerenmetdeoverheidenbeleidsvoorstellendoenopmaatschappelijkeensociaaleconomi-scheenfinanciëleonderwerpeninhetbelangvandeklantenenledenvandeRabobank;

• hetaangaanvaneenvergaandesamenwerkingmethetWNFindevormvaneenpartnerschapwaarbinnen projecten worden opgezet, gericht op het transformeren van productieketens in duurzame waardeketens, Aan deze projecten kunnen ook derden meedoen die relevante kennis of middelen kunnen inbrengen. Dit is de ultieme vorm van stakeholderdialoog, namelijk ‘multipartner-ship’. Zie hieronder de vier vormen van stakeholderdialoog die momenteel bestaan.

Dialogue quadrant

bilateral

multilateral

reactive proactive

Partnership

Multi- Partnership

Defensive

Multi-stakeholders dialogue

2 Relevance for Rabobank Group

Rel

evan

ce fo

r st

akeh

olde

rs

1 3 7

8 4 2

9 6 5

Page 25: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

46 47

De missie van de Rabobank en WNF in het partnerschap is aansprekende praktijkvoorbeelden (best practice) te creëren van hoe te komen tot een duurzame voedselvoorziening, waarbij natuurgebieden worden beschermd of hersteld, die een rijkdom aan biodiversiteit en vitale ecosystemen bevatten. Hierbij gaat het om projecten waar binnen een keten wordt samengewerkt met vooruitstrevende lokale boeren, grote bedrijven (handelaren, productiebedrijven, retailers), overheden, non-gouvernementele organisaties en private fondsen. De nadruk bij de projecten ligt op het testen van innovatieve duurzame landbouwmethoden (zoals precisielandbouw) gericht op het verbeteren van agrarische productie in termen van opbrengstverhoging, winstgevendheid en duurzaamheid. Een belangrijke nevendoelstelling is dat – indien gepast – accountmanagers en kredietanalisten van Rabobank een training krijgen in het identificeren en analyseren van issues op het gebied van biodiversiteit en ecosysteemdiensten waar klanten mee te maken kunnen krijgen. De succesvol afgeronde projecten worden in communicatie gebruikt als inhoud (bewijsvoering) voor het transformeren van een gangbaar productieproces naar een duurzaam proces. Een belangrijke doelstel-ling voor de Rabobank is, dat met de projecten de relatie met de deelnemende klanten commercieel wordt versterkt en verdiept.

Schone technologie & biobased-economy-initiatievenEen duurzame voedselvoorziening kan niet zonder duurzame energie en schone technologie. De Rabobank en het WNF gaan jaarlijks studies uitbrengen over onder andere schone technologie en biobased economy en zij organiseren samen seminars voor klanten (ondernemers) van de bank om de uitkomsten van een studie te bediscussiëren. Daarnaast kijken beide partners naar de mogelijkheid om een project op te zetten met klanten van Rabobank waarbij de resource efficiency van hun bedrijfsvoering wordt gebenchmarkt met die van concurrenten en op basis daarvan naar gepaste schone-technologie-oplossingen wordt gezocht.

ConclusieGeconcludeerd kan worden, dat duurzaam ondernemen alleen kan gedijen als verschillende partijen in een productieketen willen samenwerken en elkaar vertrouwen. Dit vertrouwen kan groeien in een sfeer van wederzijds respect en een open dialoog. Deze sfeer kan ontstaan met behulp van moderne dialoog-vormen als multistakeholder-partnerships en multistakeholder- samenwerkingsvormen.

Twaalf Trends1. Toenemendegroeiwereldpopulatie;2. Stijgende welvaart wereldwijd (inclusief secondaire effecten zoals verandering van voeding-

patronen);3. Enkele sterke regionale demografische trends (zoals vergrijzing, vlucht van het platteland

naardesteden);4. Maatschappelijke bewegingsvrijheid wordt beperkter: constante druk van belangengroe-

pen: duurzaamheid wordt voor klanten de norm en niet duurzaam gedrag wordt een dissatisfierenredenomovertestappen;

5. Meer schaarste van natuurlijke hulpbronnen (water, natuur en biodiversiteit) en daaraan gerelateerdeconsequenties(zoalsfinanciëleensocialeinstabiliteit);

6. Verergerenvanmilieudegradatievanwegevervuilingenklimaatverandering;7. Structureel hogere marktprijzen in de toekomst door toenemende behoefte aan én afname

vangrondstoffen;8. Grotereonzekerheidmetbetrekkingtotlandbouwproductie-enopbrengstniveaus;9. Vanlineairenaarschonecirculaireproductieketens;10. LatenteontevredenheidenvertrouwenscrisisindeNederlandsesamenleving;11. Door kredietcrisis terugkeer naar het Rijnlandse model met meer oog voor alle relevante

stakeholders.Ooktoezichtfinanciëleautoriteitenwordtstrenger;12. Toenemende vraag om kwetsbare klanten te ‘onderwijzen’ in het leren omgaan met geld

(financial literacy).

De bovengenoemde trends en issues vormen samen belangrijke uitgangspunten bij het vaststellen van het duurzaamheidsbeleid en strategie richting 2020.

Partnerschap Rabobank en WNFAls coöperatieve bank deelt de Rabobank graag haar kennis en ervaringen met klanten en relevante stakeholders. Het vierjarig partnerschap dat de bank met het WNF in april 2011 is gestart, past daarin. Volgens de Rabobank en het WNF kunnen waardevolle natuurgebieden en de biodiversiteit beter beschermd en versterkt worden door de milieudruk te verminderen, die de agrarische productie en verwerking veroorzaken. Een rijke biodiversiteit rondom en van landbouwgronden is namelijk ook een belangrijke leverancier van ecosysteemdiensten waarvan de landbouwproductie afhankelijk is. Hieruit volgt dat het verbouwen van voldoende, gezonde en veilige landbouwgewassen en de efficiënte verwerking daarvan, dient te gebeuren met zorg voor de natuurlijke en sociale omgeving. Op deze wijze leveren de partners een bijdrage aan het creëren van een balans tussen voedselproductie en de bescher-ming van waardevolle natuurgebieden in de nabijheid daarvan.

De samenwerking richt zich dan ook op het verduurzamen van food- & agribedrijven door hun milieu-voetprint te verlagen via het introduceren en stimuleren van duurzame productiesystemen, waaronder schone technologie. De Rabobank zal, als internationale food- & agribank, haar (financiële) kennis van deze sectoren inzetten. Het WNF levert expertise over biodiversiteit, ecosystemen en duurzaamheids-vraagstukken.

2 content clusters partnership

Building together a Sustainable supply chain

Clean Technology, Resources Efficiency & Biobased Innovations

Food & Agri Projects

Permanent knowledge sharing

Dutch Green Tech Fund

Studies Marketing & communication Infotainment programme

Cluster 1: upstream Cluster 2: downstream

Page 26: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

48 49

Best practice: duurzame bedrijfsvoering toegelichtDe case Van Houtum

Veel bedrijven streven naar het reduceren van hun negatieve impact op het milieu. Van Houtum daarentegen wil een positieve impact hebben op mens en milieu. In onze organisatie bepaalt dan ook een natuurlijk en diepgevoeld respect voor mens en milieu de bedrijfsvoering. Deze visie op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen brengen we in de praktijk met evenredige aandacht voor People, Planet en Profit.

Al ruim 75 jaar ligt onze focus op het respect voor alle stakeholders. Onze medewerkers bieden we een veilige en gezonde werkplek waarin ze kunnen groeien. Een werkplek om trots op te zijn. Een inspirerende werkplek ook, waarin ruimte is om ideeën te ontwikkelen en uit te voeren. Wij stimuleren ondernemer-schap op elk niveau. Louter met de enthousiaste inzet van medewerkers kun je als bedrijf echte duurzaam-heidswinst boeken. Daarom heeft onze organisatie een platte structuur, waardoor beslissingen snel genomen kunnen worden en leidinggevenden en medewerkers nauw met elkaar samenwerken.

Innovatieve oplossingen voor betere toilethygiëne Als producent van hygiënepapier ontwikkelen wij innovatieve oplossingen voor betere toilethygiëne met uitzonderlijke milieuprestaties. We bieden onze klanten unieke servicegaranties, waardoor we een betrouwbare en betrokken partner zijn. Dat gaat verder dan het perfect afleveren van producten, wij helpen klanten graag in het bereiken van hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen. Samen laten we dan een positieve voetafdruk achter op sociaal en ecologisch gebied.

Innovatie vinden wij erg belangrijk en we werken dan ook constant aan de ontwikkeling van onze producten. Dat doen we zoveel mogelijk samen met klanten en eindgebruikers. Van hen kunnen we het meeste leren over hun behoeftes en perceptie. Dit doen we door de hele keten en levenscyclus van de producten te analyseren en door de mensen te raadplegen die daarbij betrokken zijn. Dit gaat van het moment dat de producten de fabriek verlaten tot het inrichten van een toiletruimte, het bijvullen van dispensers, het gebruik van onze producten, tot ze aan het einde van hun levensduur komen.

Certificaten en erkenningenBij Van Houtum hebben we kwaliteit ver doorgevoerd in onze organisatie, onder andere door te werken volgens verschillende gecertificeerde managementsystemen. Ons beleid is verankerd in de management-systemen ISO 9001 (kwaliteit), ISO 14001 (milieu), OHSAS 18001 (Arbo), ISO 50001 (energie) en ISO 26000 (MVO). Alle managementsystemen worden effectief gebruikt om onze MVO-prestaties in alle facetten continu te verbeteren met inzet van alle betrokkenen. Aan de hand van managementreviews en rapportages van interne en externe audits heeft de directie een helder en duidelijk beeld van de MVO-prestaties. Daarnaast wordt jaarlijks een financiële controle uitgevoerd door externe accountants.

Wij hebben de vaste overtuiging dat wegwerpproducten alleen met gebruikte vezels mogen worden geproduceerd. Als grondstof voor ons hygiënepapier gebruiken wij al ruim 45 jaar 100% gerecycled papier. Wij mogen dan ook het FSC-Recycled keurmerk op al het door ons geproduceerde papier vermelden.

Daarnaast voldoen onze productieprocessen aan strenge milieucriteria. Ons hygiënepapier is sinds 2008 gecertificeerd volgens het Europese Ecolabel, het keurmerk van de Europese Unie voor non-foodproduc-ten die gemaakt worden met milieuvriendelijke bedrijfsprocessen.

Curriculum vitaeRichard Piechocki ([email protected])

Richard Piechocki (afgestudeerd Neerlandicus Universiteit Utrecht) werkt sinds 1996 in verschillende functies voor Rabobank Nederland. Na afronding van de studie Nederlands. Hij heeft als communicatiemanager onder meer de intro-ductie van de girale euro voor de bank begeleid waarna hij in 1999 verantwoor-delijk werd voor de communicatie rondom het thema duurzame ontwikkeling bij de stafgroep Duurzame Ontwikkelingen, destijds een volledig nieuw werkgebied binnen de bank. Vanwege zijn brede ervaring en kennis van duurzaam ondernemen en de daarbij behorende vraagstukken, werd hij vanaf januari 2006 verantwoordelijk voor het opzetten van de nieuwe discipline ‘Issuemanagement’ binnen de Rabobank, inclusief de strategie op het gebied van stakeholderdialoog en de ontwikkeling van beleids-stukken (CSR policies) die voortkwamen uit die dialogen over maatschappelijke issues wereldwijd. In 2011 werd hij gevraagd als senior programme manager Sustainable Business Development het partner-schap met het WNF te leiden. Daarbij ligt de nadruk op het opzetten van projecten samen met het WNF en klanten gericht op de duurzame transformatie van bedrijfsvoeringen en productieketens. Andere ‘sustainable business’ onderwerpen waar hij zich op richt zijn de circulaire economie en de biobased economy.

Page 27: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

50 51

Satino Black – duurzaam concept voor het toiletIn 2010 zijn we nog een stap verder gegaan. Onder de naam Satino Black hebben we als eerste tissuepro-ducent ter wereld een nieuwe generatie hygiënepapier ontwikkeld die volledig biologisch afbreekbaar is zonder schadelijke sporen in het milieu achter te laten. Daarvoor hebben we alle chemicaliën die normaal tijdens de productie van tissuepapier gebruikt worden, onderzocht en waar nodig vervangen door natuurlijke en/of biologisch afbreekbare stoffen. Voor de productie van Satino Black worden 100% groene stroom en groen gas gebruikt. Hiermee wordt fossiele brandstof bespaard en uitstoot van CO2 vermeden, waardoor het papier volledig CO2-neutraal geproduceerd wordt.

Satino Black hygiënepapier is gecertificeerd volgens de cradle-to-cradle-Silver-criteria. Het papier is een eersteklas product dat net zo zacht en wit is als ander hygiënepapier.

Met Satino Black is echter niet alleen een product op de markt gezet, maar een compleet cradle-to-cradle-concept. Steeds meer bedrijven en organisaties stellen duurzaamheidsdoelstellingen en staan tegelijkertijd voor de uitdaging om betrokkenheid rondom duurzaamheid bij medewerkers te creëren. Daarom ondersteunt Van Houtum de klant met een gedurfde marketingcampagne bij de communicatie van zijn duurzaamheidsbeleid, waardoor de eindgebruiker niet alleen makkelijk zijn duurzaamheiddoel-stellingen behaalt, maar ook bewustzijn en betrokkenheid op het gebied van duurzaamheid creëert bij zowel medewerkers als bezoekers.

Naast toiletpapier en papieren handdoekjes, verzorgen we ook Satino Black-handzepen, -toiletbrilreini-ger, -luchtverfrissers en de bijbehorende dispensers. Satino Black verandert het toilet van een kostenpost in een duurzaamheidsicoon.

Cradle to cradle Wij leveren onze producten uitsluitend aan de ‘business to businessmarkt’, via groothandels die de producten zelf verder verkopen. Wel gaan we steeds meer met de eindgebruiker in gesprek om de kwaliteit van onze producten en diensten en de bekendheid van cradle to cradle te vergroten. De groothandels waaraan wij leveren bevinden zich in Europa, waarbij we ons focussen op de Benelux om vooral lokaal te kunnen leveren. Op verzoek van consumenten bevindt zich daaronder een Nederlandse groothandel voor biologische winkels, waardoor ook consumenten Satino Black kunnen aanschaffen.Leveranciers worden door middel van ons inkoopbeleid getoetst op hoe zij omgaan met milieu en arbeidsomstandigheden. Hierbij komt 98% van onze inkoop uit Europa. Voor de ontwikkeling van de Satino Black-producten hebben we een aantal van onze bestaande leveranciers uitgedaagd om daarin een rol te spelen. Al velen zijn hier enthousiast ingestapt en werken mee om alternatieve producten te leveren die voldoen aan de cradle-to-cradle-criteria.

Page 28: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

52 53

Stimuleren van duurzaam gedrag door regionale projecten zoals het Bossche Energieconvenant Presentatie: Piotrek Swiatkowski (docent Avans Hogeschool),

In iedere stad liggen er volop kansen voor duurzame energieopwekking en energiebesparing. Het Bossche Energieconvenant wil ervoor zorgen dat de Bossche bedrijven elkaar inspireren en ondersteunen bij de omschakeling naar een duurzame energievoorziening. Vrijwel alle grote bedrijven en instellingen in de stad nemen deel aan het convenant, o.a. Heineken, Heijmans, Enexis, Omron, Avans Hogeschool, het water-schap, de gemeente, BrabantWater, SAP, Ricoh etc. In totaal doen ruim 40 bedrijven en instellingen mee.

De energiebesparing moet versnellen. Er moet veel meer duurzame energie opgewekt worden. Kleine maatregelen zoals energiezuinig gebruik van verlichting en verwarming kunnen hand in hand gaan met grote maatregelen zoals een biomassa-energiecentrale, een dak vol zonnepanelen of elektrische bedrijfs-wagens op duurzame elektriciteit. In ’s-Hertogenbosch gebeurt al veel. Er is o.a. gerealiseerd een windturbine, een biomassacentrale, een aantal zonnedaken en vele wko-systemen. Om duurzaam energieverbruik te bereiken heeft iedere deelnemer aan het convenant een eigen doelstelling bepaald, die binnen het bedrijf haalbaar is. De gezamenlijke doelstelling is om in een periode van drie jaar minimaal 10% energie te besparen en/of duurzaam op te wekken ten opzichte van 2009. Hiermee kan een jaarlijks uitstoot van 40.000 ton CO2 voorkomen worden, wat vergelijkbaar is met het energieverbruik van ca. 4.500 huishoudens.

De resultaten van het Bossche Energieconvenant zijn door de studenten van Avans Hogeschool en leden van de kenniskring geanalyseerd. Tijdens de workshop worden de resultaten van 2 jaar Bossche Energie-convenant besproken en geanalyseerd. Wat zijn de successen van het convenant? Wat levert samenwer-king op het gebied van energiebesparing en duurzame energie op voor bedrijven en de overheid? Wat voor problemen komt de organisatie van het convenant tegen? Wat moet in de toekomst verbeterd worden om meer besparingen te realiseren?

Curriculum vitaeHenk van Houtum ([email protected])

Henk van Houtum is Directeur Strategie en Innovatie van Van Houtum BV, een onafhankelijke producent van tissueproducten en oplossingen voor de toiletruimte in de zakelijke markt.

Van Houtum ontwikkelt innovatieve oplossingen voor betere toilethygiëne met uitzonderlijke milieuprestaties. Van Houtum is de eerste tissueproducent in de wereld, die cradle-to-cradle-zilvergecertificeerde tissueproducten produceert onder het Satino Black-merk. Van Houtum wil een cradle-to-cradle-bedrijf worden met een positieve bijdrage voor alle stakeholders. Het innovatieve bedrijf heeft vele awards voor zijn koploperspositie gekregen.

Na zijn studie werktuigbouwkunde heeft Henk 10 jaar in de VS gewoond. Hij haalde daar een MBA in international marketing aan de universiteit van Georgia, en hij werkte voor Cincinnati Milacron in CincinnatienUMACorp.inHouston,TX.alsVicePresidenttot1987.

Henk heeft meerdere bestuursfuncties, waaronder het voorzitterschap van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier-en Kartonfabrieken (VNP), Voorzitter van Stichting Kinderopvang Roermond (SKR), Voorzitter van Stichting Pedagogisch Sociaal Werk Midden Limburg (PSW), Bestuurslid Milieufe-deratie Limburg, en Lid Raad van Advies Economie & Concurrentiekracht voor de Provincie Limburg.

Page 29: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

54 55

Maatschappelijk rendement van MVOMichel Boukens en Ans Verstraeten (Nationale Vereniging de Zonnebloem)

De laatste jaren staat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) steeds vaker op de agenda van bedrijven. Volgens de definitie van de Sociaal Economische Raad betekent MVO: rekening houden met de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. De rol van bedrijven in de maatschappij verandert, zij moeten meerdere belangen behartigen. Naast de aandeelhouders wordt het belang van werknemers, afnemers, leveranciers en toezichthouders groter.

De doelstelling van maatschappelijke ondernemingen is het bereiken van een bepaald positief effect voor mens of milieu (doelgroep en maatschappij). De laatste jaren worden zij echter kritisch bekeken door hun stakeholders die zich openlijk afvragen of dat positieve effect op een maatschappelijk verant-woorde wijze bereikt wordt.

Het lijkt erop dat beide soorten organisaties door de invloed van hun omgeving moeten laten zien hoe zij aan deze maatschappelijke verantwoordelijkheid invulling geven en wat zij bereikt hebben.

In dit artikel worden een aantal thema’s omtrent MVO in beide sectoren kort belicht om een bewust-wordingsprocesopgangtebrengen;‘Hetnemenvanmaatschappelijkeverantwoordelijkheidisnietietsvoor ‘erbij’’.

Strategisch themaUit het jaarlijkse trendrapport van MVO Nederland blijkt dat MKB-bedrijven steeds meer te maken krijgen met vragen van klanten naar MVO. Dit is voor deze bedrijven een belangrijk motief om met MVO aan de slag te gaan. Daarnaast spelen bij MKB-bedrijven de volgende motieven ook een rol:- kostenbesparing- competitief voordeel bereiken door middel van duurzame innovatie - groeiende vraag naar duurzaamheid vanuit het grootbedrijf en de overheid

Bij grote bedrijven zijn ketenvraagstukken, imagoschade en publieke belangstelling belangrijke motieven om aandacht aan MVO te besteden. Als gevolg van de toenemende schaarste van fossiele hulpbronnen en grondstoffen wordt MVO steeds meer een onderdeel van de langetermijnstrategie van bedrijven. Dit heeft als consequentie dat MVO een belangrijker aspect wordt bij het nemen van managementbeslissingen.

Een voorbeeld van een bedrijf dat MVO onderdeel van haar groeistrategie heeft gemaakt, is Unilever:“Duurzaam leven wordt voor ons het uitgangspunt bij alles wat we doen. Het Unilever Sustainable Living Plan is de blauwdruk om onze onderneming duurzaam te laten groeien.Als bedrijf kunnen we niet kiezen tussen groei en duurzaamheid. We moeten groeien als we willen beschikken over de middelen om te investeren in hernieuwbare energie, duurzame landbouw en productinnovatie.”Uit: Unilever sustainable; living plan Progress report 2011.

Unilever is ervan overtuigd dat groei van haar omzet alleen gerealiseerd kan worden door het verhogen van de duurzaamheid van de organisatie.

Curriculum vitaePiotrek Swiatkowski ([email protected])

Piotrek Swiatkowski is docent bij Avans Hogeschool van vakken zoals het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen aan de Academie voor Financieel Management in Den Bosch. Daarnaast begeleidt hij ook een leerroute, die gericht is op het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en participeert in de kenniskring van het lectoraat Finance and Sustainability. Naast zijn werk-zaamheden aan Avans Hogeschool is hij een parttime docent filosofie op de Universiteit van Nijmegen en Universiteit Utrecht. Hij promoveert binnenkort als filosoof op de Universiteit in Nijmegen. Piotrek heeft Algemene Economie en Filosofie op de Erasmus Universiteit in Rotterdam gestudeerd.

Voor informatie over het Bossche Energieconvenant kunt u contact opnemen met Erwin Bosch, [email protected]

Page 30: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

56 57

men uit de activiteiten ten behoeve van de doelgroep van de organisatie. De uiteindelijke effecten die de output weet te bewerkstelligen bij de doelgroep of in de maatschappij vormen de ‘outcome’ (te vertalen als de ‘uitwerking’). Wat verandert er bijvoorbeeld in gedrag, functioneren, mogelijkheden of kennis van de doelgroep? Dit wordt ook wel de ‘theory of change’ genoemd en verbindt output met outcome.

Outcome kan direct gerelateerd zijn aan de output, maar kan ook indirect en op langere termijn zichtbaar worden. Een ander onderscheid is dat niet alle outcome bedoeld hoeft te zijn. Soms treden onverwachte maatschappelijke effecten op of is de geconstateerde outcome (mede) het gevolg van projecten van andere organisaties of van externe factoren.Bovendien is ook niet alle outcome per definitie positief. Maatschappelijke effecten van een maatregel of een project kunnen ook negatief uitpakken.

Inzicht en dialoogOm het maatschappelijk rendement inzichtelijk te maken kan gebruik gemaakt worden van het ‘vliegwiel van maatschappelijk rendement’. Dit model gebruikt de bouwstenen van maatschappelijk rendement om inzicht te krijgen in de effecten die de organisatie op de doelgroep en maatschappij heeft. In het model worden ook de redenen voor verantwoording meegenomen omdat het vliegwiel intern begint (leervermogen, reflectie en verantwoording) en met dezelfde bouwstenen de omgeving infor-meert en betrekt (stakeholderstheorie en legitimiteit) bij het inzichtelijk maken van rendement.

Voor maatschappelijke organisaties geldt dat zij duurzaamheid en verantwoord ondernemen vaak al verwoord hebben in de missie van de organisatie. Zij leveren goederen en diensten om een maatschap-pelijk nut te vervullen en om zo een positief effect op de doelgroep en maatschappij te realiseren. Anders dan organisaties in de profit-sector kennen zij geen winstoogmerk en zijn zij voor de financiering afhankelijk van meerdere soorten stakeholders.

Tot voor kort dachten maatschappelijke organisaties dat het presenteren van het financiële rendement voldoende was om aan te tonen dat zij hun maatschappelijk doelstellingen hadden bereikt. Maar de diverse stakeholders lijken minder geïnteresseerd in het financiële rendement en meer in het effect van hun bijdrage op de doelgroep en samenleving. En daarmee in de maatschappelijke prestatie van de maatschappelijke organisatie.

Een gevolg van de toegenomen aandacht van stakeholders voor maatschappelijke activiteiten is dat de stakeholders ook inzicht willen krijgen in de effecten van maatschappelijke investeringen. Hiervoor dienen organisaties hun verantwoording aan te passen. Naast de reguliere rapportage over het financiële rendement moet dan ook over het maatschappelijk rendement van MVO-activiteiten verantwoording worden afgelegd. Vertellen wat je doet, is immers niet gelijk aan wat je bereikt.

Meer dan getallenHet belangrijkste verschil tussen de definitie van het financiële en maatschappelijke rendement is de manier waarop dat rendement tot stand komt. Maatschappelijk rendement kan niet met behulp van alleen formules en getallen bepaald worden. De invloed van de omgeving en tijd zorgen er voor dat de maatschappelijke waarde steeds weer anders door de stakeholders beoordeeld wordt.

Naast de invloed van de omgeving en de factor tijd spelen ook de marktwerking en het attributiepro-bleem een rol waardoor de maatschappelijke prestatie niet eenvoudig bepaald kan worden.Vooral voor een maatschappelijke instelling is marktwerking moeilijk na te streven. De begunstigde (de klant) kan veelal de kosten van de producten en diensten van de instelling niet zelf opbrengen. Om haar doelstellingen te realiseren komen bij een maatschappelijke organisatie gelden uit diverse bronnen: publieke middelen, donaties, fondsen en overheidssubsidies. Organisaties in beide sectoren worden uitgedaagd om de gerealiseerde inspanning toe te kennen aan de bereikte effecten. Deze zijn niet altijd het directe gevolg van de uitgevoerde projecten of activiteiten. Onbedoelde neveneffecten van andere projecten of activiteiten van andere organisaties kunnen het beoogde resultaat positief of negatief beïnvloeden. Dit zogenoemde attributieprobleem wordt in het volgende voorbeeld weergegeven.

‘Muskietennetten verminderen het aantal malariapatiënten dramatisch, maar wie had kunnen voorzien dat diezelfde (zeer fijnmazige) netten door de lokale bevolking ook voor de visvangst zouden worden gebruikt, met ronduit desastreuze gevolgen voor het onderwaterleven in sommige Afrikaanse regio’s’. (Vereniging voor Fondsenwervende Instellingen, 2011)

Van output naar resultaatHet maatschappelijk rendement wordt bepaald in de waardeketen: input – activiteiten – output - out-come. De input bestaat uit de middelen (financieel/niet-financieel, materieel/niet-materieel) waarmee de maatschappelijke organisatie haar activiteiten ontplooit. De output omvat resultaten die voortko-

Page 31: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

58 59

Literatuur- MVO-trends in het Nederlandse bedrijfsleven – MVO Nederland - januari 2012 - Maatschappelijke prestaties van organisaties - Proefschrift Karen Maas - ESE - december 2009 - Weten van renderen – SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) - 2005- Sustainable living plan - Progress report 2011- Unilever- Effectieve maatschappelijke ondernemingen – BTMO december 2009- Verantwoorden over maatschappelijk rendement – Ans Verstraeten 2011

Het zichtbaar maken van het maatschappelijk rendement is een cruciaal onderdeel in de ontwikkeling van MVO. Maatschappelijk rendement geeft namelijk een beeld van de geleverde prestatie, in verhou-ding tot de benodigde investering. Door te laten zien dat de organisatie op een efficiënte wijze toege-voegde waarde levert aan de maatschappij, krijgt zij draagvlak en specifieke condities voor haar activiteiten (een ‘license to operate’).

Maatschappelijke onderneming maatschappelijk verantwoord?Een eenduidig antwoord op deze vraag is niet te geven. De mate waarin een organisatie maatschappelijk verantwoord is, wordt niet alleen bepaald door de missie en doelstellingen.De inspanningen om tot een positief effect te komen voor de doelgroep en maatschappij kan tot (on)voorziene niet gewenste effecten leiden. Zelfs als we ervan uitgaan dat een maatschappelijke organisatie bewust in haar strategie en activiteitenplanning de ‘theory of change’ opneemt, kunnen deze onbe-doelde negatieve effecten optreden.Daarnaast kan het op enig moment positief gewaardeerde effect voor mens en milieu in een ander tijdsbestek een andere, minder positieve waarde toebedeeld krijgen door de stakeholders van een organisatie.

Door als organisatie te laten zien wat je bereikt, wordt een stakeholder in staat gesteld om over de maatschappelijke verantwoordelijkheid een mening te vormen. De dialoog tussen organisatie en stakeholder maakt het voor de organisatie mogelijk om erachter te komen welke waarde op enig moment belangrijk is. Bewust zijn van de wijze waarop maatschappelijke prestaties tot stand komen en hoe de stakeholder hier bij te betrekken zijn de eerste stappen tot een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid voor zowel de maatschappelijke onderneming als de profit-organisatie. En daarmee kan de metafoor van het vliegwiel dat langzaam op gang komt, maar eenmaal op gang moeilijk af te remmen is, in de praktijk gebracht worden.

Page 32: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

60 61

Curriculum vitaeAns Verstraeten ([email protected])

Ans Verstraeten studeerde Gezondheidswetenschappen. Na deze studie werkte ze in verschillende functies op het gebied van Informatiemanagement en Bedrijfsvoering. In 2011 heeft ze de Executive Master voor Non-profit en Public Management afgerond met masterthesis over ‘Verantwoorden over maatschap-pelijk rendement door fondsenwervende instellingen’. Tegenwoordig werkt ze bij de Nationale Vereniging de Zonnebloem als Hoofd Bedrijfsvoering.

Curriculum vitaeMichel Boukens ([email protected])

Michel Boukens is na zijn studie Bedrijfseconomie werkzaam in diverse financiële functies in de automatisering en consultancy. In 2006 heeft hij de Register Controller opleiding van TiasNimbas Business School afgerond. Sinds 2007 is hij Controller bij Nationale Vereniging de Zonnebloem.

Page 33: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

62 63

Page 34: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

64

Colofon

Dit is een uitgave van:

Avans HogeschoolAcademie voor Algemeen en Financieel ManagementLectoraat Finance & SustainabilityDecember 2012

www.avans.nlKlik op Onderzoek > naar lectoraten> Finance & Sustainability

Fotografie: A3V Fotografie

Vormgeving / opmaak: K&K Associates, Zevenbergen

Drukwerk: OBT bv, Den Haag

Bij de productie van deze uitgave is gebruik gemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende.

Page 35: Congresboek, gepresenteerd op het Finance & Sustainability ...

Avans HogeschoolAcademie voor Algemeen en Financieel ManagementHogeschoollaan 14818 CR Breda

www.avans.nl

66