Beroepskenmerkende situaties

Omschrijving van de beroepskritische elementen

Musiceren onder artistieke leiding:

-musicus/performer in een klassiek orkest (tutti of solistisch);-sideman in een band;-musicus in eentheaterorkest;-ensemblerol in productie;-solistische rol;-begeleidende rol.

De musicus:-past zich aan de verschillende werkwijzen en artistieke visies van dirigent/muzikaal leider/regisseur/choreograaf/solist aan;-kan en wil precieze aanwijzingen hoe iets gespeeld moet worden, opvolgen;-kan invulling geven aan indicaties of muzikale verbeeldingen die een dirigent/regisseur/choreograaf/solist geeft;-interpreteert op aanwijzingen van de dirigent/regisseur/choreograaf/solist zijn spel op artistiek onderscheidende wijze (solistische rol);-kan onderdeel zijn van een groep en stelt het groepsbelang boven het individuele belang.

Interpreterend en creërend musiceren

-De musicus staat alleen, met een begeleider of met meer begeleiders op het podium. Is solist, begeleidt of maakt deel uit van een ensemble (begeleidend en/of solistisch);-Als solist staat hij individueel in de aandacht van het publiek en is aangewezen op zijn persoonlijke interpretatie van de muziek en afhankelijk van de eigen muzikale vermogens;-Als ensemblelid of begeleider draagt de musicus bij aan het creërend invullen van een bestaand of nieuw te ontwerpen raamwerk van een muziekstuk (inclusief het uitvoeren van een solo).

Lesgeven en coachen De musicus kan:-het muzikale en speeltechnische vermogen van leerlingen/ musici in een lessituatie respectievelijk amateurensemble of workshop inschatten;-in aansluiting daarop lessen, een les-, cursus- of workshopcyclus ontwerpen en uitvoeren die de leerlingen inspireren en verder brengen in hun ontwikkeling op het gebied van speeltechniek, muzikaal en theoretisch inzicht, muzikale expressie en ensemblespel;-ensembles of groepen leiding geven en coachen;-speel- en oefenmateriaal ontwerpen en/of arrangeren voor verschillende bezettingen in diverse lessituaties.

Ondernemen De musicus is in staat om zelfstandig en met anderen producties, projecten en concerten te initiëren, organiseren en uit te voeren.

Beroepskenmerkende situaties Muziek

NB: lees ook ‘zingen’ waar ‘spelen’ staat en ‘stem’ bij ‘instrument’, ‘zij’ bij ‘hij’.

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 1.Visie en creativiteit Muziektheater niveau 1

competentie 1. Visie en creativiteitOmschrijving Zie document BKSbeheersingsniveau 1

prestatie-indicatoren Beroepskenmerkende situaties (BKS) 1 en 2 Realiseert de interpretatie van het door de docent/dirigent/regisseur/choreograaf gekozen repertoire op aanwijzingen. Kan en wil aanwijzingen hoe iets gespeeld moet worden, opvolgen De student past zich aan de werkwijze en artistieke visie van de dirigent/regisseur/choreograaf aan. Vertolkt de stilistische kenmerken van het repertoire. Geeft blijk van inleving in het repertoire. Geeft een interpretatie op basis van voorbeelden en op aanwijzingen van de dirigent/regisseur/choreograaf

EC Zie OERBody of Knowledge o.a. stijlkennis, repertoirekennis, uitvoeringspraktijk in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrix

Onderwijsactiviteiten zang, zangensemble, acteurstraining, liedinterpretatie, improvisatie, De Nacht, masterclasses en workshops, theateratelier

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 2. Communicatie Muziektheater niveau 1

competentie Communicatieomschrijving Zie doc. BKSbeheersingsniveau 1

prestatieindicatoren Beroepskenmerkende situatie 2 Brengt zijn boodschap verstaanbaar in een zaal voor publiek. Brengt zijn boodschap kernachtig over op zijn medespelers Kan het eigen programma presenteren. Schrijft stilistisch, grammaticaal en spellingtechnisch correct Nederlands.Beroepskenmerkende situatie 4 Geeft aan wat kenmerken zijn van degenen tot wie hij zich richt en op welke wijze hij dit verwerkt in de boodschap

EC Zie OERBody of Knowledge in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrix

Onderwijsactiviteiten acteurstraining, theateratelier, de Nacht

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 3. Vermogen tot samenwerken Muziektheater niveau 1competentie Vermogen tot samenwerkenomschrijving Zie document BKSbeheersingsniveau 1prestatieindicatoren BKS 1

Komt afspraken na. Levert de gevraagde bijdrage. Stelt het groepsbelang boven het eigen belang . Toont zich zichtbaar betrokken bij het proces en de presentatie. Repeteert effectief.BKS 2 Komt afspraken na. Levert de gevraagde bijdrage. Kan het groepsbelang boven het eigen belang stellen. Toont zich zichtbaar betrokken bij het proces en de presentatie. Doet zelf voorstellen over de eigen bijdrage. Doet suggesties wat anderen kunnen inbrengen. Repeteert effectief.BKS 4 Komt afspraken na. Levert de gevraagde bijdrage. Kan het groepsbelang boven het eigen belang stellen. Doet voorstellen over de eigen bijdrage. Doet suggesties wat anderen kunnen inbrengen. Werkt effectief.

EC Zie OERBody of Knowledge o.a. kennis van groepsprocessen en teamrollen in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrixOnderwijsactiviteiten zangensemble, koor, acteurstraining, improvisatie, theateratelier, Nacht

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 4. Het ambacht Muziektheater niveau 1competentie Het ambachtomschrijving Zie doc BKSbeheersingsniveau 1prestatieindicatoren BKS 1

Speelt de niveaustukken die horen bij zijn instrument/zingt de niveaustukken (zie studiehandleiding). Opbouw repertoire in complexiteit en benodigde virtuositeit.

Fysieke criteria (zie studiehandleidingen). Muzikale criteria (zie studiehandleidingen). Kan zijn klank voegen in de klank van het ensemble Kan door effectief samenspel zijn spel inzetten in het geheel van het ensemble Transformeert naar een geloofwaardig personage Kan geloofwaardig handelen in een verbeelde situatie Is in staat de inhoud van een tekst emotionele lading te geven d.m.v. inzet van stem en fysiek Kent de oorzaken die blessures kunnen veroorzaken en neemt zelf maatregelen om deze te voorkomen. Geeft –als aankomend professional - blijk te beschikken over de parate muziektheoretische basiskennis en daarop gebaseerde toepassingen

die noodzakelijk zijn om als musicus in het professionele werkveld te kunnen functioneren en communiceren (‘body of knowledge’). Geeft –als aankomend professional - blijk te beschikken over een ontwikkelbaar klankvoorstellingsvermogen.BKS 2 Speelt het niveaustuk dat hoort bij zijn instrument (zie studiehandleiding). Opbouw repertoire in complexiteit en virtuositeit. Fysieke criteria (zie studiehandleidingen). Muzikale criteria (zie studiehandleidingen) Speelt prima vista. Kent de oorzaken die blessures kunnen veroorzaken en neemt zelf maatregelen om deze te voorkomen.

EC Zie OERBody of Knowledge o.a. muziektheoretische, muziekhistorische en cultuurhistorische basiskennis (referentiekader)

Kennis van houding en bewegingRepertoirekennis in ontwikkeling

Bewijsmateriaal Zie assessmentmatrixOnderwijsactiviteiten zang, zangensemble, zangtechniek, koor, acteurstraining, improvisatie, spreekstemtechniek, practische harmonie ad piano, klassieke dans,

jazzdans, repertoirekennis, ritmische workshop, solfege, theateratelier, masterclasses en workshops, de Nacht

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 5. Analytisch vermogen Muziektheater niveau 1competentie Analytisch vermogenomschrijving Zie doc. BKSbeheersingsniveau 1prestatieindicatoren BKS 1 & 2

Beschikt over relevante (muzikale) kennis en vaardigheden m.b.t. het repertoire. Analyseert een muziekstuk op minimaal zijn beheersingsniveau op vorm, frasering, harmonie. Voor elk instrument zijn er stukken die het

beheersingsniveau aangeven. Analyseert een theatertekst op minimaal zijn beheersingsniveau op inhoud en de uiteindelijke vormgeving en toont dit door zelfstandig

een scène te presenteren

EC Zie OERBody of Knowledge (Muziek)theoretische basiskennis in ontwikkeling

Bewijsmateriaal Zie assessmentmatrix

Onderwijsactiviteiten liedinterpretatie, repertoirekennis, solfege, practische harmonie ad piano, theateratelier, theaterbezoek

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 6. Omgevingsgerichtheid Muziektheater niveau 1competentie Omgevingsgerichtheidomschrijving Zie doc. BKSbeheersingsniveau 1prestatieindicatoren BKS 2 en 4

Geeft aan welke eisen er aan musici gesteld worden in de (inter)nationale muziekwereld. Noemt ideeën van toonaangevende vakgenoten. Geeft aan wie/wat zijn bronnen van inspiratie zijn. Geeft aan wie belangrijk zijn voor het eigen netwerk.

EC Zie OERBody of Knowledge Vakliteratuur, biografieën, muziekhistorisch en cultureel referentiekader

in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrixOnderwijsactiviteiten repertoirekennis, theaterbezoek, masterclasses en workshops, overige projecten en opdrachten aangestuurd vanuit SLB, zang en drama

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 7. Ondernemerschap Muziektheater niveau 1competentie Ondernemerschapomschrijving Zie doc. BKSbeheersingsniveau 1prestatieindicatoren BKS 4

Kan aangeven wat markt- mogelijkheden en –kansen zijn op basis van oriëntatie. Geeft aan wat er voor nodig is om een productie/project te realiseren. Presenteert de eigen competenties effectief door middel van een o.a. een c.v. en website.

EC Zie OERBody of Knowledge Kennis van zakelijke aspecten rond (cultureel) ondernemerschap

in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrix

Onderwijsactiviteiten Ondernemerschap, theateratelier, overige projecten en opdrachten aangestuurd vanuit SLB, zang en drama

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 8. Innovatie Muziektheater niveau 1

competentie Innovatieomschrijving Zie doc BKSbeheersingsniveau 1

prestatieindicatoren BKS 2 Spoort zelf vernieuwingen op en bepaalt houding t.o.v. de betreffende vernieuwing. Formuleert kenmerken van vernieuwing.

EC Zie OERBody of Knowledge in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrixOnderwijsactiviteiten Kunstenproject, projecten en opdrachten aangestuurd vanuit SLB, zang en drama

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015

Competentiekaart 9. Methodisch en reflectief handelen Muziektheater niveau 1competentie Methodisch en reflectief handelenomschrijving Zie doc. BKSbeheersingsniveau 1prestatieindicatoren BKS 2 en 4

Maakt op basis van een ingevulde 360º feedbacklijst een analyse van de eigen sterkten en zwakten en formuleert op basis daarvan ontwikkeldoelen.

Ontvangt zowel de positieve als negatieve kritiek en geeft beargumenteerd aan wat hij van de feedback gebruikt om het handelen te verbeteren.

Formuleert SMART-ontwikkeldoelen en verwerkt die in het persoonlijk ontwikkelingsplan en persoonlijk actieplan..

EC Zie OERBody of Knowledge

in ontwikkelingBewijsmateriaal Zie assessmentmatrix

Onderwijsactiviteiten SLB opdrachten, zang en drama

Competentiekaarten muziektheater 2014-2015