College 3: Macro- en welvaartseconomie 160919...Een groot deel van de export is heruitvoer...
Transcript of College 3: Macro- en welvaartseconomie 160919...Een groot deel van de export is heruitvoer...
College 3: Macro- en welvaartseconomie 160919
Dr. Jaap Vleugel (vakcoordinator + docent)
TUD CiTG (T&P)
Kamer [email protected]
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Programma*
A. Macro-economie**
Pauze
B. Welvaartseconomie**
C. Overheid en vervoer
** in relatie tot (goederen)vervoer
*Overal geldt: Ik vraag op het tentamen niet naar cijfers. Leer die dus
niet uit je hoofd! Ik test jullie kennis, logica, creativiteit en interesse..
CT3366 Economie van transport en externe efecten
“In de macro-economie wordt de werking van de economie als geheel
bestudeerd. Er wordt met name aandacht besteedt aan inflatie,
geldstromen en inzicht in de geschiedenis van economie.” (1)
CT3366 Economie van transport en externe efecten
A. Macro-economie
Onderwerpen:1. Macro-economische indicatoren
2. Inkomensgroei en -verdeling
3. Bijdrage vervoerssector aan de NL economie
4. Bijdrage handel en vervoer aan de betalingsbalans
5. Vervoer in cijfers + verklaring
6. Financiële cijfers goederenvervoer
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Indicator: wordt gebruikt om een trend in iets te beschrijven, de waarde kan dus
variëren over de tijd
Economische groei indicator: som vd toegevoegde waarde / bruto
binnenlands product (bbp) (2), 3 methoden:bbp = de totale waarde van de geproduceerde goederen en diensten, minus de
waarde van wat er bij de productie is verbruikt (het zogenoemde intermediair
verbruik: grondstoffen en halffabricaten (bijvoorbeeld auto-onderdelen),
diensten en ingehuurd (uitzend)personeel)
bbp = consumentenbestedingen + investeringen + overheidsaankopen +
waarde van de export -/- de waarde van de import
bbp kan ook via optelling van alle inkomens berekend wordenCT3366 Economie van transport en externe efecten
1. Macro-economische indicatoren
CT3366 Economie van transport en externe efecten
bbp
Fig. 1:
CBS Statline
Netto nationaal inkomen (nni) = bbp – (overheid + financiële sector)
> Herverdeling 1: Overheid heft belastingen. Belastingkomsten worden
– uitgegeven: binnen de overheid, aankopen van bedrijven, uitkeringen
– geïnvesteerd: in infrastructuur, onderwijs, defensiematerieel enz.
– gebruikt om de overheidsschuld te verminderen
– betaald aan het buitenland: EU, andere landen, arme landen
> Herverdeling 2: pensioenpremies, rente op leningen enz.
CT3366 Economie van transport en externe efecten
nni
bbp en nni worden per hoofd van de bevolking berekend
->Fig. 2
*Geaggregeerde statistiek loopt altijd achter, zeker in zuidelijke landen in Europa en erkan mee gerommeld worden (Griekenland, Italië, Spanje)
CT3366 Economie van transport en externe efecten
2013
Fig. 2: Inkomen per hoofd van de bevolking
CT3366 Economie van transport en externe efecten
2013
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Fig. 3: Nationaal inkomen en verdeling
Nederland heeft een grote pensioen- en bankensector en veelmultinationals en hoge uitgaven voor zorg + onderwijs. vgl. met de VS isons onderwijs relatief zeer betaalbaar en toegankelijk Je betaalt hier meer belasting en premies, dus hou je netto minder vrijbesteedbaar inkomen over, maar je krijgt er ook meer zorg en anderediensten voor terug en pensioen/AOW (= uitgesteld inkomen). Maar, het isgeen vrij besteedbaar inkomen
In het buitenland hou je netto meer over, maar moet je ook zelf meer(bij)betalen dan in Nederland Als we de pensioenen + diensten (= verborgen inkomen) wel meetellen,dan verandert het plaatje (4e kolom in fig. 2)
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Uitleg
Inkomens van gezinnen
Rabobank: “Besteedbaar inkomen van gezinshuishoudens staat albijna veertig jaar vrijwel stil” (3) (4) → Fig. 4, 5
Vergelijk je dit met de bbp ontwikkeling, dan denk je hoe kan dat?
CT3366 Economie van transport en externe efecten
2. Inkomensgroei en -verdeling
Ontwikkelingen 1970 (1977)-2015- Huishoudens: Aantal huishoudens is sterker gegroeid dan het
nationaal inkomen, dus gemiddeld minder per huishouden.Kleinere huishoudens, dus duurder uit per persoon (samen etenis goedkoper)
- Veel minder inkomen naar gezinnen, veel meer naar bedrijven:Loonmatiging, verlaging vennootschapsbelasting (50% -> 25%)
- En de overheid (26% ->28%) door hogere (zorg)premies eneigen bijdragen → vergrijzing
- Gevolg: Afnemend arbeidsinkomensaandeel. NL: 78,5% -> 73%
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Oorzaken
CT3366 Economie van transport en externe efecten
30% in 40 jaar = 0,75% per jaar
Fig. 4 Fig. 5
- We hadden per gezinshuishouden 40% meer te besteden gehadzonder de herverdeling van arbeid naar kapitaal en naar de zorg
- M.n. middeninkomens kenden sterke inkomensdaling
- Machines zijn veel goedkoper geworden, dus loont automatisering
- Minder banen + dreiging met automatisering en uitbesteding naar lagelonenlanden drukt de loonontwikkeling (van de middeninkomens).
- Hogere inkomens zijn beter opgeleid en kunnen dit effect voorkomen(voorlopig..)
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Zijn deze herverdelingen goed of slecht?
Voor bedrijven prima: meer winst en investeringsruimte Voor de werkgelegenheid: divers beeld Lage en middeninkomens consumeren een groter deel van hun inkomendan hoge(re) inkomens Voor de economische groei: Gezinnen consumeren minder, groei komtdan van de export, dus de loonmatiging moet doorgaan (vicieuze cirkel)- Stijgende zorgkosten zijn een probleem (vergrijzing m.n.)
> Open grenzen en investeringsmobiliteit tussen landen dwingt tot dit soort beleidskeuzes. Tegelijk: gevolg van keuzes door de overheid
CT3366 Economie van transport en externe efecten
8,5% (2015) bbp 2015: 698,6 mld
Dit percentage is vrij stabiel in de tijd
CT3366 Economie van transport en externe efecten
3. Bijdrage vervoerssector aan het bbp
Betalingsbalans: saldo export -/- import (in euro)(goederen, diensten, financiële stromen)
Nederlandse export draagt voor 77% bij aan het bbp
Een groot deel van de export is heruitvoer (doorvoer), netto 29%
Import draagt voor 68% bij aan het bbp
Er is een (oplopend) uitvoeroverschot van 10% bbp
CT3366 Economie van transport en externe efecten
4. Bijdrage handel en vervoer aan de betalingsbalans
Heruitvoer levert weinig toegevoegde waarde (TW) op, dus verdient NLer relatief gezien zeer weinig aan (‘dozen schuiven’)
Zelf produceren en dan exporteren levert veel meer TW opKnelpunten:– hoge loonkosten, daarom automatiseren– lukt niet altijd, want robots zijn (nog steeds) minder flexibel dan mensen
CT3366 Economie van transport en externe efecten
(2013, mld euro, goederen en diensten)
Invoer: 466 (voor consumptie en productie)Uitvoer: 533Wederuitvoer: 210 (doorvoer)
Uitvoer vervoerssector: 41Aandeel in uitvoeroverschot: rond de 50%
CT3366 Economie van transport en externe efecten
(2015)Binnen Nederland 625 mln ton: 80% weg, 18% binnenvaart, 2% spoorImport 565 mln ton: 70% per zeeschip, rest m.n. weg en binnenvaartExport 420 mln ton: 35% per zeeschip, 33% binnenvaart, 20% over deweg, rest per spoor, pijpleiding of lucht
Spoor: import 10 mln ton, export 26 mln tonVliegtuig: import 0,9 mln ton, export 0,8 mln ton
Gemiddelde vervoersafstand: 300 kmSpoor m.n. boven de 500 kmBinnenvaart voor diverse afstanden, afhankelijk van de producten
CT3366 Economie van transport en externe efecten
5. Vervoer in cijfers
Vrachtauto: snel, op tijd, flexibel: gemiddeld duurdere producten
Binnenvaart: langzaam, maar continu; bulkproducten/laagwaardig encontainers
Trein: sneller, maar wacht- en overslagtijden; bulk, containers
Trein en binnenvaart zijn vaak afhankelijk van vracht- of bestelautovoor voor- en natransport: dit heet intermodaal transport. Extra tijdvoor rijden en overslag = extra kosten = nadeel t.o.v. vrachtauto
Binnenvaart is afhankelijk van begaanbare vaarwegen
Spoor van beschikbare treinpaden (capaciteit); conflict personen- engoederentreinen
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Uitleg
Modal split: verdeling vervoersvolume over vervoerswijzen
Stel 70%:20%:10% voor weg/binnenvaart/spoor
Dat lijkt scheef
Vragen: Is dat zo? Is het verklaarbaar? is het goed of slecht?> Blijkbaar economisch efficiënt?> Verhouding positieve en negatieve effecten (geld, milieu)?> Wat is jouw belang als je beoordeelt?
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Modal shift: verschuiving van vervoersvolume tussen vervoerswijzen(in de tijd)
Stel beleid: minder over de weg en meer via binnenvaart en spoorHoe?
- Door de marktpartijen vb vanwege congestie, kosten of groen imago- Door modal shiftbeleid overheid: subsidie en/of regels kunnen
sommige bedrijven kiezen voor intermodaal vervoer
Kan voordelen hebben: Goedkoper, leverbetrouwbaarheid, lageremilieubelastingVoorwaarden: afhankelijk van de beladingsgraad en beschikbareretourlading → Volle trein heen, lege trein terug → slecht voor milieuOplossing werkt situatie-afhankelijk, dus niet generaliseren
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Nadelen intermodaal vervoer: lastiger te organiseren en kan(daardoor) een langere doorlooptijd (levertijd goederen) hebben
Spoor: ingewikkelde techniek, spoorboekje met weinig ruimte voorextra treinen; maatwerk is vaak niet mogelijk, weinig bedrijven hebbennog een spooraansluiting, dus vaak brengen naar intermodaalknooppunt met vrachtauto (extra kosten en tijd)
Binnenvaart: niet overal vaarwegen en soms niet bruikbaar (hoog enlaag water, ongevallen, brughoogtes, dichtslibben vaarweg)
Succes modal shift beleid: ja, onder voorwaarden
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Alternatief voor modal shift van weg naar rail of binnenvaart:
- Verhogen transportefficiency van trucks of bestelwagens doorslimmere logistiek: goedkoper, minder km's, mindermilieubelasting
Spoor en binnenvaart kunnen hun efficiency ook vergroten
Conclusie: Niet onnodige tegenstellingen tussen weg-rail, weg-binnenvaart creëren, maar elkaars sterke punten gebruiken
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Vervoersvolumes: Totaal
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Fig. 6
Vervoersvolumes: Wegvervoer totaal
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Fig. 7
Vroeger was Nederland de grootste vervoerder in EuropaDe economische crisis en sterke concurrentie (Oost-Europa) hebbenhun marktaandeel en omzet sterk verlaagd
Nederlandse wegvervoerders rijden daardoor minder kilometers enhebben ook minder vrachtauto’s
Die zijn wel heel modern (euro 6) en dus weinig luchtvervuiling,maar wel veel CO
2
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Uitleg
Vervoersvolumes: Binnenvaart
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Fig. 8
Vervoersvolumes: Spoorwegen
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Fig. 9
Binnenvaart stagneert:Overcapaciteit; teveel geïnvesteerd toen het economisch goedging (“varkenscyclus”), veel verouderde schepen,verliesgevend
Spoor groeit:(Beperkte) modal shift, openen markten, meer aanbieders,meer concurrentie, verbeterde dienstverlening en groteinvesteringen in nieuwe infrastructuur (Betuweroute e.a. TEN-projecten)Vaak verliesgevende operators, dus ofwel subsidies of andersuitdunnen netwerken (lagere frequenties, minder stops,opheffen diensten), prijsstijgingen vb. NS met IC-netwerk
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Uitleg
(2014)
Investeringen vervoerssector: 8 mld (CPB)
Werkgelegenheid vervoer: 800.000 mensen
Totale werkgelegenheid NL: ruim 6 mln banen
Export: 2 mln banen (incl. indirecte banen)
CT3366 Economie van transport en externe efecten
6) Financiele cijfers vervoer
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Omzetontwikkeling: Vervoer en opslag
Fig. 10
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Goederenvervoer over de weg
Fig.11
Omzet hele transportsector is met 1% gedaald tussen 2008 en 2014:economische crisis, stagnatie op huizenmarktNa 2014 verbetering omzet
Toegevoegde waarde vervoer en opslag in 2014: 4.9% van 579 mldeuro w.v. 40,8% door wegvervoer
[TW = verkoopprijs -/- inkoopkosten, Σ alle bedrijven => bbp]
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Uitleg
Paradox: NL verdient veel dankzij transport, maar transportzelf is niet bepaald winstgevend
Vraag: Bestaansrecht transport?
- Geen winst, wel directe werkgelegenheid- Indirecte economische effecten op andere sectoren
Tweezijdige relatie tussen economie en transport:- Gaat het economisch beter, dan is meer transport nodig,
gaat het slechter, dan minder- Transport draagt bij aan de economie
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Vragen, opmerkingen?
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Referenties
Macro-economie (1)http://www.financielebegrippen.com/macro-economie, 120919.
bbp (2)https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/in-de-klas/conjunctuurbekerstrijd/te-voorspellen-indicatoren/bruto-binnenlands-product—bbp--
Inkomensontwikkeling (3)Rabobank, 2015, economie.rabobank.com/publicaties/2015/mei/nederland-hoog-inkomen-maar-weinig-te-besteden/.Rabobank, 2018, economie.rabobank.com/publicaties/2018/februari/besteedbaar-inkomen-huishoudens-nederland-staat-vrijwel-stil/.
CBS datahttps://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/navigatieScherm/thema?themaNr=82540
CT3366 Economie van transport en externe efecten
CBS, 2012, www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2012/06/export-draagt-29-procent-bij-aan-nederlandse economie.CBS, 2014, www.cbs.nl/NR/rdonlyres/BE897E7F-2689-4A98-A7E5-B47D7B060E74/0/2014p2pub.pdf.CBS, 2014, www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2014/16/een-derde-werkgelegenheid-door-export.CBS, 2015, Transport en mobiliteit, Den Haag.CLO, 2015, Bron: http://www.clo.nl/indicatoren/nl2066-werkgelegenheid -en-verhouding-wonen-en-werken?i=36-175.DNB, 2014, www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2014/dnb314277.jsp#.
Wikipedia, 2019, https://nl.wikipedia.org/wiki/Toegevoegde_waarde_(economie.) Wikipedia, 2019, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bruto_binnenlands_product.
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Pauze
CT3366 Economie van transport en externe efecten
CT3366 Economie van transport en externe efecten
B. Welvaartseconomie
Brug naar colleges Annema
Welvaartseconomie:
– bestudeert de voorwaarden waaronder de welvaart kan worden
gemaximaliseerd;
– verdeling van inkomen en vermogen over individuen en de
samenleving;
– verandering in de tijd en de gevolgen daarvan.
Welvaart wordt zoveel mogelijk in geld uitgedrukt
vb economische groei is verbonden met stijgende welvaart (voor
bepaalde groepen mensen)
> Individuele mensen, bedrijven, maatschappij, rol overheid, buitenland
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Definitie
Welzijn is wat anders, dan gaat het er om hoe mensen hun
leven ervaren vb. Ben/voel je je gezond of niet? Hoe voelt het
om wel of geen werk te hebben? -> Relatieve waarde van
inkomen en vermogen
Welvaart of welzijn?
vb Je hoeft niet rijk te zijn om je goed te voelen. Rijke mensen
zijn niet per se gelukkiger dan arme(re): Hoe meer je van iets
hebt, hoe minder het nut er van wordt (afnemend marginaal
nut), je kunt ook meer verliezen, etc.
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Ref: https://www.economielokaal.nl/welvaart/
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Samenhang
Lorenz curve
Verdeling nationaal inkomen (~welvaart) over alle burgers
Gini-coefficient: Mate van inkomensgelijkheid
Hoge Gini-coefficient = hoge inkomensongelijkheid, economie met
weinig zeer rijke en zeer veel arme mensen
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Meten van welvaart
Lorenzcurve, Gini-coefficiënt
G = A/(A+B) 45 gradenlijn : ginicoeff = 0, wereld = ongeveer 0,6
A B Gini50 50 0,540 60 0,480 20 0,8
CT3366 Economie van transport en externe efecten
CT3366 Economie van transport en externe efecten
(Scheve) welvaartsverdeling in de wereld
De 5 rijkste families in Nederland bezitten ruim 32,5 miljard euro, bijnaevenveel als de 3,2 miljoen armste Nederlanders samen (2017)
Verschil arm-rijk wordt groter, nu vergelijkbaar met VS en Polen
CT3366 Economie van transport en externe efecten
(Scheve) verdeling vermogens in Nederland
De afgelopen decennia zien we een zeer sterke herverdeling van
inkomen en vermogen binnen consumenten en van consumenten naar
bedrijven:
De hoogste inkomens en internationale bedrijven betalen vrijwel geen
belasting dankzij belastingontduiking/ontwijking en verlaging van
belastingen
Middeninkomens betalen het meeste belasting, hun besteedbaar
inkomen is afgenomen en deze groep wordt ook kleiner in veel landen
De collectieve voorzieningen en regelingen zijn sterk verminderd vb je
moet veel langer werken
De vermogens van pensioenfondsen zijn heel groot, maar je moet langer
werken en de uitkeringen zijn niet meer zeker CT3366 Economie van transport en externe efecten
Herverdeling tussen huishoudens
Belastingverlaging: minder belastinginkomsten
Consequenties: overheidstaken afstoten, aanpassingskosten en lange
termijn gevolgen (economische groei etc.)
vb. Amerika kent lage belastingen en een totaal verouderde fysieke
infrastructuur: wegen met gaten, bruggen die instorten, zwakke dammen
Bezuinigen op ziektekosten: Kun je alleen nog naar een dokter als je geld
hebt?
Bezuinigen op natuurbeleid: Wie beschermt het milieu?
Bezuinigen op toezichthouders: Wie bewaakt de voedselveiligheid?CT3366 Economie van transport en externe efecten
Keuzes en consequenties
vb. Beloning voor werk
Onderzoek: Mensen presteren niet beter als ze een (veel) hoger
inkomen krijgen. Zeer hoge salarissen gaan nu naar mensen die zich
volledig indekken tegen elk risico vb topmanagers die bij ontslag
wegens slecht functioneren meer geld meekrijgen dan toen ze nog in
dienst waren en extreme pensioenregelingen hebben
De kosten van falend management worden dus betaald door andere
stakeholders (belastingbetalers, werknemers en leveranciers) ipv
door degenen die falen
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Wat is een rechtvaardige verdeling?
Om externaliteiten zoals milieuvervuiling tegen te gaan, kan Pigouviaanseworden toegepast. Door een vervuiler een heffing op te leggen wordtzijn/haar voordeel gecompenseerd in de hoop dat dit bedrijf dan niet ofminder gaat vervuilen in de toekomst> zie college Annema
Kijk je bij de belastingheffing naar welvaart of ook welzijn? Wat is dan eenacceptabel voorzieningenniveau (volgens wie?) en wat betekent dat voorde belastingheffing?
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Optimale belastinghoogte?
Iedereen gelijk behandelen of voordelen voor bepaalde groepenbelastingbetalers (waarom?)?
Hoe worden belastinginkomsten herverdeeld?
Minimale belastinginkomsten garanderen; bij hele hoge belasting gaansommigen emigreren vb popsterren of tennissers wonen in Monaco
Praktijk: Vaak mix van economische en politieke overwegingen.Theoretisch optimale belasting verschilt van praktisch optimale situatie
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Optimale belastinghoogte?
Reference (vergelijken) en preference drift
Mensen willen zich van elkaar onderscheiden. Als je iets koopt,dan heeft dat product een bepaald nut voor je. Als een kennishetzelfde product heeft gekocht (vb. een nieuwe smartphone),dan ga je vergelijken en wordt het nut van je aankoop minder. Jereageert door wat anders te kopen. Je kennis doet hetzelfde →drift.
Nut en afnemende meeropbrengst: als je 10 paar schoenen hebt,dan is de “waarde” van het 11e paar minderdan toen je vanpaar 1 naar paar 2 ging
Welvaart en psychologie
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Redenen waarom de overheid zich met vervoer bemoeit:
1) Infrastructuur als basisvoorziening
2) Economie
3) Financiën
4) Sociaal beleid
5) Veiligheid
6) Milieu- en natuurbehoud
7) Juridisch
8) Politiek
9) Overheids- en marktfalen
C. Overheid en vervoer
CT3366 Economie van transport en externe efecten
1) Infrastructuur als basisvoorziening
Doel: Bereikbaarheid en ontsluiting garanderen
Hoe: (Overheids)bedrijf beheert weg-, vaar-, spoorwegen,
havens en luchthavens. Zorgt voor aanleg, onderhoud,
reguleert gebruik en recycling van infrastructuur
Gebruikers betalen een gebruikersvergoeding voor
infrastructuur: Wegenbelasting, havengeld, brugpassagegeld,
luchthavenbelasting, spoorgebruiksheffin (ProRail)
CT3366 Economie van transport en externe efecten
2) Economie:NL handelsland m.n. afhankelijk van goede infrastructuur envervoersdiensten en werkgelegenheid (direct en indirect)
3) Financieën: vb vervoer leidt tot belastinginkomsten
4) Sociaal beleidvb openbaar vervoer of speciaal vervoer voor ouderen en zieken> Prijzen, subsidies en regels
CT3366 Economie van transport en externe efecten
5) Veiligheid:
vb van verkeersdeelnemers, omwonenden, van mensen (arbo)
vb. Investeringen in onderhoud en vervanging infrastructuur
Als infrastructuur veroudert, dan kunnen de investeringen voor
vervanging groter worden dan die voor uitbreiding
6) Milieu- en natuurbehoud
vb. Groenvoorzieningen langs infrastructuur, ecoducten en duikers
voor wildpassage
CT3366 Economie van transport en externe efecten
7) Juridisch
Rechtvaardigheid (toegang tot vervoersdiensten)
Aansprakelijkheid voor schade door gebrek aan onderhoud
Internationale verdragen vb EU-wetgeving
Regulering markt:
vb concessies in openbaar vervoer met eisen aan kwaliteit en prijs van
voorzieningen, personeel, voertuigtechniek. Looptijd: 10-20 jaar
Openbare inschrijving (concurrentie), daarna monopolie op
lijn of netwerk. Tussentijdse evaluatie. Verlenging mogelijk
CT3366 Economie van transport en externe efecten
8) Politiek
Overheidsinvesteringen zijn afhankelijk van de samenstelling van het
parlement
Politieke partijen kijken niet objectief naar verkeer en vervoer
Er zijn politieke partijen die het openbaar vervoer belangrijk vinden en
andere die de auto belangrijk vinden
De motivatie voor beleid kan dan soms heel subjectief worden
Dit heeft ook invloed op economische effectstudies (zoals MKBA):
– Bij keuze: Wordt er wel of geen studie uitgevoerd?
– Doel en inhoud van een planstudie
– Uitleg van de uitkomsten
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Overheidsbeleid kan beperkend of verruimend werken in/op een markt:
Verandering wetten en regels, subsidies, of iets van algemeen belang
verklaren en beschermen tegen buitenlandse concurrenten
vb Airbus en Boeing worden gesteund door hun overheden
vb EU harmonisering normen, co-financiering van infrastructuur of
-onderzoek
vb. Vrij verkeer van mensen, goederen en kapitaal = creëren
“level playing field”
CT3366 Economie van transport en externe efecten
9) Overheid en markt: Falen en successen
Overheidsfalen: Teveel of te weinig regulering, bij subsidies, bijInfrastructuurprojecten: duurder, te weinig effectvb. Betuweroute 2x zo duur als begroot? Is dat falen? Nee: nieuwetechnieken, slecht functionerende bouwbedrijven, dure en complexetunnels als politieke deal om weerstand van D'66 in Gelderland wegte masseren
> Overheidsfalen kan leiden tot andere beleid van de overheid vb.beter financieel toezicht op projecten
Overheidssucces: Milieubewustzijn groeit, informatiecampagnes omzuiniger met energie om te gaan helpen (ook omdat de gasprijs sterkis verhoogd)CT3366 Economie van transport en externe efecten
Markt succes: Groeiend aanbod van milieuvriendelijker producten,innovatie, werkgelegenheid
Marktfalen: Financiële en economische crises; toenemendeinstabiliteit en onzekerheid. Milieu- en klimaatproblematiek
> Marktfalen kan leiden tot (nieuwe) spelregels, meer toezicht dooroverheden en boetes
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Referenties
Psychologie en economisch gedragBarnett, V., Keynes and the Psychology of Economic Behavior: From Stout and Sully to TheGeneral Theory, History of Political Economy (2015) 47 (2): 307-333, https://doi.org/10.1215/00182702-2884345.
Welvaartsverdeling Wikipedia, Gini coëfficiënt, https://en.wikipedia.org/wiki/Gini_coefficient. 140919.Oxfamnovib, Verdeling welvaart ook in Nederlands steeds schever,http://www.oxfamnovib.nl/persberichten/verdeling-welvaart-ook-in-nederland-steeds-oneerlijker, 140919.
BelastinghoogteMankiw, N.G., Weinzierl, M., and Yagan, D., Optimal Taxation in Theory and Practice,https://dash.harvard.edu/bitstream/handle/1/4263739/Mankiw_OptimalTaxationTheory.pdf?sequence=2, 140919.
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Heathcote, J. and Tsujiyama, H., Optimal Income Taxation: Mirrlees Meets Ramsey,Federal Reserve Bank of Minneapolis Research Department Staff Report 507, January2015 Wikipedia, Laffercurve, https://en.wikipedia.org/wiki/Laffer_curve, 140919.
Overheidsfalen
Omgevingsweb | Beerput Nederland en de Omgevingswet.pdf → artikel op Brightspace.
Marktfalen
Ha-Joon Chang, 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme, 2010, Nw. A’dam
uitgevers.
Management
Stiglitz, J., Opinion: Do CEOs really mean it when they say they’ll consider more than
just profit?, MarketWatch, 280919.
CT3366 Economie van transport en externe efecten
Vragen?
CT3366 Economie van transport en externe efecten