CO2-Beleid Ketenanalyse Opheffen Snelheidsbeperkingen
Transcript of CO2-Beleid Ketenanalyse Opheffen Snelheidsbeperkingen
Snelheidsbeperkingen Opheffen
Keteninitiatief Scope 3 emissies
Energie efficiënte spoor infrastructuur
17 november 2014- Versie 1.0
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
1/22
Inhoudsopgave
Inleiding 2
1 Scope en afbakening 4
2 Beschrijving keten 8
3 Ketenpartners 10
4 Analyse (van energie en CO2 effecten) 11 4.1 Fysiek ontwerp 11
4.1.1. Snelheidsbeperking in het midden (kuil) 12 4.1.2. Snelheidsbeperking aan de rand (stoep) 14 4.1.3. Snelheidstoename in het midden (piek) 16
4.2 TSB procedure 16
5 Reductie maatregelen 18 5.1 Fysiek ontwerp 18
5.1.1. Techniek 18 5.1.2. Integratie in werkprocessen 18 5.1.3. Tools 19 5.1.4. Verbeterproject 20 5.1.5. Beheersing 20
5.2 TSB procedure 20 5.2.1. Processtappen 20 5.2.2. Beheersing 20 5.2.3. Organisatie 20 5.2.4. Tools 20
5.3 Samenvatting maatregelen 20
Colofon 22
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
2/22
Inleiding
Per 1 december 2009 is door ProRail de CO2-prestatieladder ingevoerd, een instrument
om de CO2-uitstoot van opdrachtnemers terug te dringen en de uitstoot van de sector te
verminderen. Zelf wil ProRail ook invulling geven aan de eisen van deze
prestatieladder. Als onderdeel van de eisen voor het bereiken van niveau 4 en 5 van
deze CO2-prestatieladder dient ProRail scope 3 emissies in kaart te brengen (eis 4A
handboek SKAO1) en dient uit deze scope 3 emissies tenminste 2 analyses van GHG-
genererende ketens van activiteiten te maken (eis 4A11). Scope 3 emissies zijn emissies
van andere ketenpartners waar ProRail met haar activiteiten invloed op heeft.
Movares is een erkend en onafhankelijk kennisinstituut (eis 4A31) en heeft een
ketenanalyse “Snelheidsbeperkingen opheffen” samen met ProRail uitgevoerd voor
scope 3 CO2 emissies. Snelheidsbeperkingen bepalen voor een groot deel de trein
efficiëntie. Trein efficiëntie is de grootste CO2 emissiebron van ProRail2.
Deze analyse is gericht op de keten van processen en activiteiten die leiden tot
snelheidsbeperkingen in de spoorbaan. Door deze snelheidsbeperkingen zijn de trein
minder energie efficiënt. Dit document beschrijft de ketenanalyse conform de eisen van
het GHG protocol3. De uitgevoerde stappen in de analyse zijn:
• In kaart brengen van de keten;
• Identificeren partners in de keten;
• Kwantificeren van de CO2-emissie van de keten;
• Formuleren van reductiemaatregelen (eis 4B1).
Snelheidsbeperkingen zijn fysieke beperkingen (zoals bogen, bruggen etc.) in de
spoorbaan die zorgen dat een trein extra moet afremmen en aanzetten ten opzichte van
de meest energie efficiënte rijkarakteristiek om binnen een gegeven tijd van A naar B
te rijden. Deze keten analyse is er op gericht om deze fysieke snelheidsbeperkingen zo
veel mogelijk op te heffen en daarmee het energieverbruik en bijbehorende CO2
emissie te beperken.
Leeswijzer
Eerst bakenen we de keten af (hfdst. 1) waarna we de schakels van de keten
beschrijven (hfdst. 2) met de bijbehorende ketenpartners (hfdst. 3). Daarna analyseren
we de energie effecten met bijbehorende CO2 emissies in de keten (hfdst. 4) en de
mogelijke maatregelen voor de reductie van CO2 emissies (hfdst. 5).
Verantwoording
De beschrijving van de keten voor snelheidsbeperkingen en de bijbehorende kentallen
zijn opgesteld met medewerking van Bruno van Touw en Arjan Bosma
(ProRail/Projecten PO&U), Sander Kemps en Gerald Olde Monnikhof (ProRail/ AM
V&C), Arjen van Weert (ingenieursbureau Movares), Wout Knijnenberg ( ProRail AM
1 Handboek CO2-Prestatieladder 2.2, stichting SKAO, 4 april 2014 2 Dominantie analyse scope 3 ProRail, Juli 2014. 3 Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard, World Resources Institute and World Business Council of Sustainable Development, September 2011
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
3/22
A&T), Tijs Huisman en Geraldine Woestenenk (ProRail V&D), Ralph Luijt en Freddy
Franke (NSR), Paul van der Voort en Jelle van Luipen (ProRail/innovatie).
Naast consultatie van bovengenoemde experts binnen en buiten ProRail is gebruik
gemaakt van verschillende interne documenten van ProRail. De bronvermeldingen
kunnen worden teruggevonden in de rapportage. Alle informatie is direct van
belanghebbenden verkregen behalve als dit anders staat aangegeven in de
bronvermelding.
De hele analyse is gereviewd volgens het vier ogen principe door Diederik Verheul
(Manager duurzaamheid Movares).
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
4/22
1 Scope en afbakening
ProRail heeft in haar Meerjarenplan Duurzaamheid van 2013 concrete CO2
reductiedoelstellingen gesteld.
‘ProRail wil jaarlijks 65 kton CO2 in de spoorketen besparen ten opzichte van 2010.
Hiervan betreft 15 kton aan CO2 reductie maatregelen in de keten tussen 2010 en
2020, door middel van invloed op het tractie-energieverbruik en materiaalverbruik in
de spoorketen.’
(Meerjarenplan Duurzaamheid, 2013).
Uit de CO2 voetafdruk van het Nederlandse spoor (zie grafiek hieronder) blijkt dat het
energieverbruik van de trein verreweg de grootste CO2 veroorzaker (75%) is van het
spoorsysteem.
Bron: CO2 voetafdruk Nederlandse spoorketen, Railforum, 3 februari 2011
Figuur 1.1, CO2 veroorzakers spoorsysteem (gram CO2 per reizigerskilometer)
In 2014 heeft ProRail een dominantie analyse laten uitvoeren welke systemen en
processen van ProRail de bron zijn van de grootste emissies van het spoorsysteem4.
Hieronder volgt een top 20 van de meest dominante emissiebronnen voor ProRail. Het
treinverkeer is de grootste verbruiker van energie in het spoorsysteem en zorgt daarmee
voor de grootste CO2 emissie. In de top 20 wordt onderscheid gemaakt in de
transportverliezen van de elektriciteit die aan treinen wordt geleverd (netverlies) en het
verbruik van de trein zelf (energieverbruik trein). Bovenaan staat de trein efficiency
met een bijdrage van 18,54%. Trein efficiency is hierbij de hoeveelheid energie die
4 Dominantie analyse scope 3 ProRail, juli 2014, EDMS-#3642180
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
5/22
gemiddeld nodig is om 1 ton gewicht over 1 km spoor te verplaatsen. De emissie in
tabel 1.1 is alleen dat gedeelte van de emissies waar ProRail invloed op heeft.
Tabel 1.1, Top 20 dominante emissiebronnen
ProRail heeft invloed op het energieverbruik en de bijbehorende efficiency van de
treinen via verschillende lagen van het spoorsysteem. Op basis van de huidige
infrastructuur, treinen en dienstregeling hoort bij elke laag een ketenproces:
Infrastructuur De wijze waarop de infrastructuur wordt ontworpen. Via bijvoorbeeld het
ontwerp van wissels en bogen ontstaan snelheidsbeperkingen, die effect
hebben op het energieverbruik van de trein.
Planning De wijze waarop (gegeven de aanwezige infrastructuur) de treinbewegingen
worden gepland. Dit heeft invloed op het energieverbruik, bijvoorbeeld via de
ruimte die de dienstregeling biedt voor uitrollen.
Be- en bijsturing De wijze waarop, gegeven de infrastructuur en de dienstregeling, be- en
bijsturing plaatsvindt. Bijvoorbeeld het inleggen van conflictvrije treinpaden
heeft invloed op het wel/niet remmen en dus op energieverbruik.
Informatie voor machinist De wijze waarop informatie wordt verschaft aan machinisten en informatie-
uitwisseling plaatsvindt tussen machinist en verkeersleiding. Bijvoorbeeld
contextinformatie en snelheidsadviezen aan de machinist faciliteren
energiezuinig rijden.
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
6/22
Deze ketenanalyse richt zich op de invloed die ProRail heeft op het tractie-
energieverbruik via de spoorinfrastructuur (de bovenste laag). Het energieverbruik van
de trein wordt onderverdeeld in tractieverbruik en hulpverbruik. Met tractie wordt het
aandrijfmechanisme van de trein bedoeld en met hulpverbruik wordt bijvoorbeeld
verwarming en airconditioning bedoeld. ProRail heeft geen invloed op het
hulpverbruik van de trein, hulpverbruik valt daarom buiten de scope van deze keten
analyse.
De meeste tractie-energie is nodig voor het op het snelheid brengen van een trein
(“aanzetten”), het overwinnen van de rijweerstand en energietransportverlies. Een
grove schatting geeft aan dat ca. 60% van de tractie-energie naar de rijweerstand gaat,
30% nodig is voor het aanzetten en 10% verloren gaat bij het transport van de energie5.
De spoorinfrastructuur heeft de grootste impact op de tractie-energie via
snelheidsbeperkingen in het spoor die zorgen voor extra aanzetten en remmen. Deze
keten-analyse richt zich daarom op het verminderen van de snelheidsbeperkingen.
In Nederland is de baanvaksnelheid op de vrije baan doorgaans 130 of 140 km/h.
Indien de maximum snelheid over beperkte lengte lager is dan de baanvaksnelheid,
spreken we van een snelheidsbeperking. Snelheidsbeperkingen zijn langs het spoor
zichtbaar door middel van borden en seinen aan de machinisten kenbaar gemaakt. Zie
hieronder enkele voorbeelden.
Vooraankondi-
ging: snelheid
verminderen tot
max. 40 km/h
Vanaf hier max.
40 km/h
(afwijkend van
baanvaksnelheid
Vooraankondi-
ging: snelheid
verminderen tot
max. 40 km/h
Vanaf hier baan-
vaksnelheid, in dit
geval max. 130
km/h
Tabel 1.2, snelheidsborden en seinen
Ongeacht de baanvak snelheid, gelden lagere maximumsnelheden voor
goederentreinen. In dit rapport gaan we alleen in op de algemene baanvaksnelheden
voor de reizigerstreinen.
Snelheidsbeperkingen zijn geen uitzondering. Op één baanvak kunnen hierdoor
meerdere maximumsnelheden elkaar opvolgen. Dit is zichtbaar in een
snelheidsdiagram, waarin is weergegeven welke snelheden een trein kan halen. De
maximum snelheden (Y-as) zijn afgezet tegen de afstanden van het baanvak (X-as), zie
in het volgende figuur een voorbeeld.
5 Energieverbruik Treinen, inzicht en maatregelen, LRRE MV/AH/002/03-448120, versie 1.0, februari 2012.
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
7/22
Figuur 1.2: Snelheidsdiagram Amsterdam – Hoorn
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
8/22
2 Beschrijving keten
We beschrijven hier alle activiteiten die leiden tot snelheidsbeperkingen en die zorgen
dat treinen minder energie efficiënt rijden.
TSB = Tijdelijke Snelheidsbeperking
Figuur 2.1, ketenstappen snelheidsbeperkingen
Fysiek ontwerp
Het “fysiek ontwerp” is het onderdeel van het kernproces van ProRail waarin de
fysieke spoorbaan wordt ontworpen en het railverkeerskundig ontwerp wordt gemaakt.
Het resultaat van dit ontwerpproces zijn o.a. de snelheden die op het spoor gereden
mogen worden. Vaste snelheidsbeperkingen (SB) zijn hier onderdeel van. In het
volgende figuur staan de stappen in het kernproces van ProRail waar de
snelheidsbeperkingen worden ontworpen en gerealiseerd.
Figuur 2.2, hoofdactiviteiten SB in kernproces ProRail
Het komt vaak voor dat ontwerp en/of realisatie door ProRail uitbesteed worden aan
een ingenieursbureau of aannemer. De wisselwerking tussen ProRail en deze partijen
valt buiten de scope van deze analyse.
TSB procedure
Wanneer door storingen, de toestand van de infrastructuur of door werkzaamheden
tijdelijk niet de voorgeschreven baanvaksnelheid gereden kan worden op bepaalde stukken
van de spoorbaan, legt ProRail een tijdelijke snelheidsbeperking (TSB) op. Dit gebeurt
vrijwel altijd om de veiligheid te waarborgen. Voor het instellen van een TSB geldt een
ProRail
Fysiek
Ontwerp
(kernproces)
ProRail
TSB
procedure
ProRail/
vervoerder
Planning
Vervoerder
Treinen rijden
Infrastructuur:
Snelheidsbeperkingen
ProRail
Be- en
bijsturing
ProRail
Informatievoorziening
machinist
Scopegrens
Voorfase - Schetsontwerp SB
Alternatievenstudie
fase
- Alternatieven SB
bepalen
- Voorkeursalternatief SB
bepalen
Planuitwerkings
Fase - Uitwerken ontwerp
SB
Realisatiefase
- Plaatsing borden en
seinen langs het spoor
Opdrachtgever
Vervoersproduct
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
9/22
TSB procedure bij ProRail. Voor een TSB plaatst ProRail meestal extra snelheidsborden
langs het spoor en informeert machinisten. De belangrijkste stappen in de TSB procedure
(PRC00085-V002) staan in het volgende figuur.
Figuur 2.3, Activiteiten in TSB procedure
Het energieverbruik van de activiteiten die vallen onder het fysieke ontwerp of de TSB
procedure is weinig en valt onder de scope 1 en 2 emissies die buiten deze
ketenanalyse vallen. Pas als treinen van een vervoerder gaan rijden zorgen de
snelheidsbeperkingen er voor dat de treinen niet energie efficiënt kunnen rijden met
scope 3 emissies tot gevolg.
Aanvraag TSB - (ATB) Formulier
invullen
Beoordeling TSB
- Locatie beoordeling
- Technische beoordeling
- Besluit TSB
Opdracht TSB - Informatie aan
machinisten
- Opdracht aan
aannemer
In dienst geven
TSB
- Plaatsing borden en
seinen langs het spoor
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
10/22
3 Ketenpartners
In onderstaande tabel staan de belangrijkste ketenpartners van ProRail met betrekking
tot de realisatie van snelheidsbeperkingen.
Ketenschakels Ketenpartners
Opdrachtgever Ministerie IenM
Provincies
Gemeentes
Fysiek ontwerp ProRail/Projecten PO&U
Ingenieursbureaus (Movares, Arcadis, DHV, Grontmij)
Aannemers
TSB procedure ProRail/ AM V&C
ProRail/ AM A&T
Planning ProRail/ V&D
Treinen rijden Vervoerders (NSR, Arriva, Veolia, Connexxion)
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
11/22
4 Analyse (van energie en CO2 effecten)
Hieronder beschrijven we per ketenschakel de belangrijkste energie effecten en de
bijbehorende CO2 emissies.
Bij het fysiek ontwerp wordt de spoorbaan civiel technisch ontworpen in meerdere
fases. Als de ontworpen constructie van het spoor niet geschikt is voor hogere
snelheden of de impact op de directe omgeving/ omwonenden bij hogere snelheden te
groot is dan leidt dit tot snelheidsbeperkingen. Zie onderstaande tabel voor een aantal
mogelijke oorzaken van snelheidsbeperkingen. Deze oorzaken treden meestal op
vanwege inpassingsproblemen.
Oorzaak snelheidsbeperking
Civiele
beperkingen
Bogen
snelheidsbeperking is afhankelijk van de
boogstraal en de verkanting.
Wissels (Alleen in de afleidende, kromme stand)
Bruggen (als gevolg van tonnagebeperkingen)
Tunnels en dive unders (als gevolg van de
maximaal toegelaten bodemsnelheid)
Effect op
omwonenden
Geluid en trillingen
Externe veiligheid
Tabel 4.1, Oorzaken snelheidsbeperkingen
De grootte van het energie-effect bij een snelheidsbeperking is afhankelijk van:
Het aantal treinpassages in de uitvoering van de dienstregeling.
De hoogte van de treinsnelheid in de uitvoering van de dienstregeling.
Hoe hoger de snelheid, hoe groter de impact van snelheidsverschillen.
Onderstaande tabel illustreert dit:
Treintype Van km/h Naar km/h Energieverbruik
aanzet (kWh)
VIRM 6 0 40 6
VIRM 6 40 60 7
VIRM 6 60 80 10
VIRM 6 80 100 13
VIRM 6 100 120 16
VIRM 6 120 140 19
VIRM 6 140 160 22
Tabel 4.2, Energie verbruik trein bij aanzetten
Daarnaast zijn de energie-effecten verschillend per aard van de snelheidsbeperking.
We onderscheiden drie typen snelheidsbeperkingen:
1. Snelheidsbeperking in het midden tussen twee stations (kuil)
2. Snelheidsbeperking aan de rand vlak bij een station (stoep)
3. Snelheidsverhoging in het midden tussen twee stations (piek)
4.1 Fysiek ontwerp
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
12/22
In een snelheidsdiagram zijn deze aan de volgende patronen te herkennen:
In de volgende paragrafen volgt per patroon een analyse van de energie effecten.
Een snelheidsbeperking heeft relatief veel effect op het energieverbruik als deze verder
(>= 3 km) van een haltering ligt, omdat de trein dan zowel voor als na de
snelheidsbeperking op topsnelheid kan komen.
Bij een snelheidsbeperking in het midden (>3km van haltering), zal een machinist vóór
de snelheidsbeperking de baanvaksnelheid bereiken, bij de snelheidsbeperking de
snelheid verlagen, en na de snelheidsbeperking weer aanzetten (optrekken) tot
baanvaksnelheid. Zie ter illustratie onderstaande figuur.
Figuur 4.1, Snelheidsprofiel met snelheidsbeperking (in rood)
De manier waarop snelheid wordt verminderd, is afhankelijk van het rijgedrag van de
machinist. Indien energiezuinig rijden (EZR) wordt toegepast zal de machinist vroeger
afschakelen om uit te rollen voor de snelheidsbeperking (de blauwe lijn ipv de zwarte
lijn). De huidige praktijk is dat gemiddeld 20% van de ritten energiezuinig gereden
wordt. In 80% van de ritten wordt voor de snelheidsbeperking dus niet uitgerold maar
afgeremd. Dit komt omdat niet alle machinisten EZR toepassen en niet in alle ritten
voldoende speling is om uit te rollen. (Bron: NS reizigers)
Het opheffen van een snelheidsbeperking in het midden heeft twee potentiële energie-
effecten:
1. Minder afremmen en aanzetten (energiebesparing)
Het energieverbruik door afremmen en na de snelheidsbeperking weer
aanzetten tot baanvaksnelheid wordt bespaard.
2. Kortere netto rijtijd, meer speling voor uitrollen (extra energie)
Door het opheffen van de snelheidsbeperking wordt de netto rijtijd korter. Bij
een gelijkblijvende dienstregeling is hierdoor meer rijtijdspeling die benut kan
worden voor uitrollen bij de eerstvolgende haltering.
Effect 1 (minder aanzetten) is een blijvende energie-besparing. Effect 2 (meer speling)
is een tijdelijke energiebesparing, omdat de rijtijdwinst doorgaans in de eerstvolgende
nieuwe dienstregeling meestal geïncasseerd wordt voor een snellere dienstregeling.
4.1.1. Snelheidsbeperking in het midden (kuil)
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
13/22
Dit betekent dat het opheffen van een snelheidsbeperking bijdraagt aan twee doelen:
een blijvend lager energieverbruik en een verkorting van de reistijd.
In een MKBA worden de reistijd-baten doorgaans gekwantificeerd, maar de energie-
baten in veel gevallen niet. De energiebaten van het opheffen van een
snelheidsbeperking in het midden kunnen vrij eenvoudig worden berekend op de
volgende manier:
Energie SB snelheid -/- Energie aangrenzende snelheid
Beide energiewaarden kunnen met de volgende formule worden berekend op basis van
snelheid en treingewicht:
De verklaring van de variabelen staat in onderstaande tabel.
Variabele toelichting
E Kinetische energie in kWh:
De bewegingsenergie die een bepaalde
massa op een bepaalde snelheid in zich
heeft, omgerekend naar de benodigde
elektriciteit (kWh) om deze snelheid te
bereiken.
m Massa (gewicht) van de trein / aantal
treinen in kilogram
v Snelheid in meter per seconden
1,1 Gecombineerde correctie voor
treinverkeer:
Netverlies: ca. 10%
Verlies tractie-motor: ca. 10%
Recuperatie ca. -10%
0,8 Percentage niet-EZR ritten
Uitgangspunt dat gemiddeld 20% van de
ritten uitrolt voor de snelheidsbeperking. In
deze gevallen wordt de kinetische energie
niet verspild via remmen.
3.600.000 Omrekening van Joules naar kWh:
3.600.000 Joules per kWh.
Tabel 4.3, Verklaring van de variabelen
Deze formule is de basis voor een tractie-energie rekentool (Excel formaat), welke
beschikbaar is via: EDMS # 3502951 Tractie-energie rekentool dec2013
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
14/22
Top 10 – snelheidsbeperkingen in het midden
In samenwerking met VACO en AM-V&C zijn de snelheidsbeperkingen met het
grootste energie-effect geïnventariseerd. Zie onderstaande lijst.
Tabel 4.4, Snelheidsbeperkingen met grootste energie-effect
Voor de conversie van de tractie/energieverbruik naar de CO2 emissie gebruiken we de
conversiefactor voor grijze stroom (455 gr CO2 eq. /kWh stroom) zoals aangegeven in
het handboek CO2 prestatieladder versie 2.2.
Door het opheffen van de snelheidbeperkingen uit tabel 4.4 kan in totaal ca.
12.020.000 Kwh energie bespaard worden. Hiermee is een besparing van 5,5 kton
CO2 per jaar gemoeid.
Voor snelheidsbeperkingen Dedemsvaart en Zaandam wordt opheffing nader
onderzocht (MT AM 1 oktober 2013, besluit AM-174).
Voor meer informatie over de Top10 snelheidsbeperkingen, zie:
EDMS #3502954 Top10 vaste snelheidsbeperkingen in het midden (stoep).
Indien een snelheidsbeperking vlakbij een haltering ligt (of eraan grenst), is er geen
sprake van remmen en opnieuw aanzetten zoals hiervoor beschreven (bij
snelheidsbeperking in het midden). Snelheidsbeperkingen vlakbij een haltering worden
relatief vaak veroorzaakt door wissels.
INVENTARISATIELIJST SNELHEIDSBEPERKINGEN
Permanente snelheidsbeperkingen
Baanvak Locatie Snelheids-
beperking van -
naar (km/h)
Rijtijdverlies
(sec.)
Extra tractie-
energieverbruik
(kWh per jaar)
Cargo NSR Cargo NSR
Zl-Mp Dedemsvaart - 140-120 - 18 1.370.000
Amf-Zl Harderwijk - 140-110 - 18 830.000
Zl-Asn Hoogeveen 90-80 140-80 n.t.b. 48 1.220.000
Utg-Hwd Castricum - 130-110 - 12 0
Hvs-Asd Naarden-Bussum 90-80 130-80 18 54 2.100.000
Asdz - Wp Zuidas 90-80 100-80 n.t.b. 12 720.000
Zd-Hn Purmerend 90-80 140-80 n.t.b. 126 350.000
Zd-Hn Hoorn - 140-120 - 12 0
Asd-Hn Zaandam - 80-40 - 66 280.000
Asd-Hn Zaandam 90-80 120-80 n.t.b. 132 830.000
Had-Ledn Lisse - 140-130 - 6 560.000
Ehv-Btl Best - 140-80 - 84 1.400.000
Ehv-Wt Geldrop - 140-130 - 6 430.000
Dv-Aml Wierden - 130-110 - 12 720.000
Dv-Aml Rijssen - 130-120 - 6 370.000
Amf-Apd Barneveld - 130-110 - 6 840.000
4.1.2. Snelheidsbeperking aan de rand (stoep)
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
15/22
Bij een snelheidsbeperking direct vóór een haltering zal een machinist eerst op
topsnelheid rijden, vervolgens voor de snelheidsbeperking vaart minderen, en op deze
snelheid blijven cruisen tot aan de haltering (zie figuur hieronder). Indien de
snelheidsbeperking over beperkte lengte is, zal een uitrollende trein (EZR) er mogelijk
geen hinder van ondervinden (blauwe lijn). EZR is een programma van de vervoerder
NSR waarmee machinisten door het uitrollen van de treinen het tractie-energie
verbruik verminderen. Een snel rijdende trein heeft wel hinder hiervan (ca. 80% van de
ritten), deze zal hier tijd verliezen.
Fig 4.2, snelheidsprofiel met beperking vlak voor haltering (in rood)
Bij een snelheidsbeperking direct na een haltering zal een machinist slechts aanzetten
tot de beperkte snelheid, blijven cruisen op deze snelheid tot einde snelheidsbeperking
en vervolgens aanzetten tot topsnelheid (zie figuur hieronder).
Fig 4.3, snelheidsprofiel met beperking vlak na haltering (in rood)
Het opheffen van een snelheidsbeperkingen aan de rand, heeft als energie-effect voor
een halterende trein:
1. Kortere netto rijtijd / langer uitrollen (tijdelijke energiebesparing)
Opheffing van de snelheidsbeperking leidt tot verkorting van de netto rijtijd.
Bij een gelijkblijvende dienstregeling leidt dat tot meer rijtijdspeling, die benut
kan worden voor extra uitrollen voor de volgende haltering.
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
16/22
Deze energiebesparing treedt alleen op bij EZR ritten (momenteel ca. 20%) en
vervalt zodra de rijtijd wordt geïncasseerd in de dienstregeling.
2. Snelheid passerende goederentreinen (energiebesparing)
Goederentreinen passeren de meeste stations. Voor hen is wenselijk dat ze met
80 km/u kunnen passeren. Dit komt ten goede aan hun reistijd en aan hun
energieverbruik.
Het opheffen van een snelheidsbeperking aan de rand (stoep) is dus in beperkte mate
interessant voor reizigerstreinen, maar wel interessant voor passerende
goederentreinen.
Op sommige locaties in het spoor wordt over een beperkte lengte van een baanvak
(enkele kilometers) een hogere snelheid toegestaan ten opzichte van het aangrenzende
spoor. Dit leidt tot pieken in het snelheidsprofiel. Ter illustratie.
Fig 4.4, snelheidsprofiel met piek (rode cirkel)
Machinisten die primair op tijd rijden, zullen vaak de hogere toegestane snelheid
benutten en dus aanzetten en vervolgens remmen. Dit heeft twee effecten:
1. Een kortere rijtijd.
2. Een hoger energieverbruik
Bij een korte piek (enkele km lang) op hoge snelheid (>100 km/u) is de rijtijdwinst
relatief klein en het extra energieverbruik relatief groot.
Er is sprake van een TSB (Tijdelijke Snelheids Beperking) procedure als een tijdelijke
civiele situatie leidt tot een snelheidsbeperking voor beperkte duur. Dit gebeurt vrijwel
altijd om de veiligheid te waarborgen. Een tijdelijke civiele situatie kan bijvoorbeeld
optreden tijdens spoorvernieuwing, spooronderhoud of een verzakt spoor.
Uit eerder onderzoek6 blijkt dat bij het verkorten en opheffen van een TSB tussen de
10.000 en 30.000 kWh energie per maand kan worden bespaard, dus gemiddeld 20.000
kWh. Voor de conversie van de tractie/energieverbruik naar de CO2 emissie gebruiken
we de conversiefactor voor grijze stroom (455 gr CO2 eq. /kWh stroom) zoals
aangegeven in het handboek CO2 prestatieladder versie 2.2.
De 20.000 kWh per maand energiebesparing bij het opheffen van een TSB levert een
besparing van 9,1 ton CO2 per maand.
6 Onderzoeksrapport Duurzaam inzetten van TSB (EDMS-#3308041), Sander Kemps, oktober 2012.
4.1.3. Snelheidstoename in het midden (piek)
4.2 TSB procedure
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
17/22
In 2011 was nog sprake van 18 TSB’s. Ondertussen is in 2013 het aantal TSB’s gedaald
naar 11 door acties vanuit risico en incident management. Hiermee is 1680 MWh energie
per jaar en 764 ton CO2 per jaar bespaard. Naar verwachting is met extra maatregelen het
aantal TSB’s nog terug te brengen naar 7 TSB’s in 2020. Met deze extra maatregelen (zie
hfdst. 5) kan nog 960 MWh en 437 ton CO2 extra bespaard worden. De berekening van de
besparing is het aantal opgeheven TSB’s (per jaar) maal 20.000 kWh (gemiddeld per
TSB) maal 12 (maanden). De ontwikkeling van de energiebesparing over de jaren staat
weergegeven in figuur 4.5.
Figuur 4.5 Energiebesparing door opheffen TSB's over de jaren
2011 2012 2013 2015 2020
Besparing extra energieverbruik
0 480 1680 2160 2640
Totaal extra energieverbruik
4320 3840 2640 2160 1680
0
1000
2000
3000
4000
5000 (M
Wh
) Energiebesparing door vermindering TSB's
ten opzichte van 2011
Bron: V&C, Milieu
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
18/22
5 Reductie maatregelen
Een energiezuinige infra ontwerp is een infra ontwerp die het energiezuinig rijden van
de treinen mogelijk maakt. Een zo constant mogelijke maximum snelheid op een
baanvak draagt hieraan bij: zo weinig mogelijk ‘kuilen’ en ‘pieken’ in het
snelheidsdiagram.
Een energiebewuste ontwerper zal dus onderzoeken of de ‘kuilen’ kunnen worden
gedicht en de ‘pieken’ kunnen worden afgevlakt.
Oorzaak snelheidsbeperking Evt. maatregel
Civiele
beperkingen
Bogen
snelheidsbeperking is afhankelijk
van de boogstraal en de
verkanting
Boog verruimen /
verkanten
Wissels (Alleen in de afleidende,
kromme stand)
Wissels wegnemen /
ander type met een
grotere hoekverhouding
Bruggen (als gevolg van
tonnagebeperkingen)
Tunnels en dive unders (als
gevolg van de max.toegelaten
bodemsnelheid)
Effect op
omwonenden
Geluid en trillingen
Geluidsmaatregelen
nemen
Externe veiligheid
Tabel 5.1, oorzaken snelheidsbeperkingen
In sommige gevallen is de oorzaak van de snelheidsbeperking in het verleden al
weggenomen maar bestaat de snelheidsbeperking nog steeds. In dat geval kan de
snelheidsbeperking mogelijk opgeheven worden door aan te tonen dat met de huidige
infra de snelheid hoger mag zijn.
Het energiebewust omgaan met snelheidsbeperkingen kan in het Kernproces van
ProRail worden geïntegreerd door de ontwerpregels uit te breiden en door energie-
effecten mee te nemen in de afweging van ontwerpvarianten / alternatieven.
In de huidige ontwerpregels (Regels voor het functioneel ontwerp van
railinfrastructuur, Klaas Hofstra, 2013) zijn al een aantal regels opgenomen die hieraan
bijdragen:
5.1 Fysiek ontwerp
5.1.1. Techniek
5.1.2. Integratie in werkprocessen
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
19/22
# Regel Omschrijving
3.3.1 Baanvaksnelheid constant Om het energiegebruik te beperken wordt de snelheid op een baanvak zo
constant mogelijk gehouden
3.3.2 Realistische
baanvaksnelheid
De maximum snelheid moet in overeenstemming zijn met de snelheid die
treinen werkelijk bereiken. Snelheden boven de 130 km/u bijvoorbeeld alleen
op baanvakken met grote halteafstanden, met homogeen verkeer, en met lage
frequenties. Of bij enkelspoor.
3.3.3 Geen snelheden onder de
80 km/h
Snelheden onder de 80 km/u dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden. Dit
draagt bij aan een korte rijtijd en een hoge capaciteit.
3.2.2 Standaardwissels zijn
1:15 en 1:18.
Het standaardwissel is een wissel voor 80 km/u: een 1:18 wissel voor
zwaarbelaste infra en 1:15 voor minder zwaar belaste infra. Onder bepaalde
voorwaarden kunnen ook wissels voor andere snelheden worden gebruikt:
Wissels voor 140 km/u (1:29) als het nodig is voor rijtijd of opvolgtijd.
Wissels voor 60 km/u (1:12) als dit door de geografische lay-out van een
emplacement de enige reële optie is.
Gewone en Engelse wissels voor 40 km/u (1:9) op opstelterreinen en
nevensporen, waar de snelheid toch al niet boven de 40 km/u ligt. NB: 1:9
wissels zorgen voor meer geluidsoverlast dan wissels met ruimere boogstralen.
Er worden géén symmetrische of gebogen wissels toegepast
3.1.5 Hoofdroute = rechtdoor
Op emplacementen gaan de hoofdroutes zo veel mogelijk recht door de wissels.
Krom door een wissel gaan zorgt voor extra slijtage
3.1.6 Kruisingsstations op
enkelspoor: recht
binnenkomen, krom
vertrekken
Op kruisingsstations aan enkelsporige baanvakken waar alle reizigerstreinen
stoppen, komen treinen in beide richtingen recht door het wissel binnen en
vertrekken krom. Deze lay-out minimaliseert zowel de rijtijd als de
overkruistijd.
Tabel 5.2, energiebewuste ontwerpregels
Met name ontwerpregels 3.3.1. en 3.3.2 dragen bij aan het voorkomen van ‘kuilen’ en
‘pieken’. Deze ontwerpregels kunnen worden aangescherpt door hieraan toe te voegen:
Kuilen dichten
Voorkom zoveel mogelijk snelheidsverlaging in het midden van een traject (>3 km
van een haltering).
Pieken afvlakken
Voorkom zoveel mogelijk snelheidsverhoging boven 100 km/u over een beperkte
lengte (enkele km).
Bij ProRail is een tractie-rekentool (in Excel) ontwikkeld waarmee de energie-effecten
van snelheidsverschillen vrij eenvoudig kunnen worden berekend. Advies is om deze
rekentool als standaard hulpmiddel bij LCM berekeningen toe te passen. Daarnaast kan
deze tool verbeterd worden op een aantal punten: toevoegen van meer
(goederen)materieeltypen, toevoegen van het energie-effect van de lengte van de
snelheidsbeperking (beiden in prototype beschikbaar).
5.1.3. Tools
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
20/22
De kuilen en pieken hebben het meeste effect op tractie-energie. Advies is om voor de
belangrijkste kuilen en pieken (de top10’s) te onderzoeken wat nodig is om deze op te
heffen, en vervolgens besluitvorming te organiseren incl. de energie-baten. Voor de
kuilen is dit al gebeurd (door AM V&C). Voor de pieken moet nog een Top10
opgesteld en onderzocht worden.
Om te sturen op energie-efficiënte snelheidsprofielen zijn als KPI’s mogelijk:
Aantal vaste snelheidsbeperkingen (aan begin en einde jaar)
Aantal vaste snelheidsbeperkingen uit de top10 die zijn opgeheven (in een
jaar).
Aantal snelheids-pieken uit de top10 die zijn afgevlakt (in een jaar).
Zoals beschreven in hoofdstuk 4 heeft een TSB bijna altijd een forste impact op de
energie-efficiëntie van de trein. Hier volgen maatregelen die er voor kunnen zorgen dat
TSB’s zo kort mogelijk ingesteld zijn.
In de TSB procedure van 2013 is er geen enkele processtap die trein efficiëntie meeneemt
in afwegingen. Deze keten analyse stelt een aantal maatregelen voor om trein efficiëntie
mee te nemen in de TSB processtappen:
1. Trein efficiëntie meewegen in de afweging voor de snelheid van het opheffen van
een TSB.
2. Grotere differentiatie van snelheidstappen toe staan voor TSB’s.
3. Trein efficiëntie meewegen in de afweging of een TSB permanent wordt.
Om het aantal TSB’s, de doorlooptijd en het extra energieverbruik te beheersen, bij te
sturen en te verbeteren gaat de Manager Infra Beschikbaarheid, dit monitoren met behulp
van een eenvoudig TSB- dashboard. Hierbij wordt gebruik gemaakt een kritieke prestatie
indicator (KPI) en een prestatie indicator (PI), te weten:
KPI voor het landelijk gemiddelde aantal (ongeplande) TSB’s met als norm 10
in 2014.
PI voor het gemiddelde tractie-energieverlies ten gevolge van het gemiddeld
aantal TSB’s.
ProRail-AM is verantwoordelijk voor de TSB procedure. In de situatie van 2013 is echter
onduidelijk wie binnen ProRail verantwoordelijk is om de duur van TSB’s zo kort
mogelijk te laten zijn. Deze ketenanalyse adviseert om de betreffende Tracémanager van
ProRail te laten fungeren als aanspreekpunt voor alle TSB’s in zijn/haar gebied.
Er is een (T)SB- Energie Rekentool ontwikkeld voor het doorrekenen van het tractie-
energieverbruik als gevolg van inzet TSB. De Plancoördinatoren in de regio zijn
verantwoordelijk voor het doorrekenen van het energieverbruik van een TSB.
Hier volgt een samenvatting van de maatregelen
5.1.4. Verbeterproject
5.1.5. Beheersing
5.2 TSB procedure
5.2.1. Processtappen
5.2.2. Beheersing
5.2.3. Organisatie
5.2.4. Tools
5.3 Samenvatting maatregelen
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
21/22
Ketenschakel Maatregel
nummer
Beschrijving maatregel
Fysiek ontwerp 1.1 Techniek
Civiele ontwerp maatregelen nemen om
snelheidsbeperkingen te verminderen.
1.2 Integratie in werkprocessen
Ontwerpregels uitbreiden door energie-effecten
mee te nemen in de afweging van
ontwerpvarianten / alternatieven.
1.3 Tools
(T)SB energietool uitbreiden en standaard
gebruiken bij LCM analyse.
1.4 Verbeterproject
Top 10 kuilen en pieken maken, analyseren en
waar mogelijk op te heffen.
1.5 Beheersing
Voer KPI in voor energieverlies SB’s.
TSB procedure 2.1 Processtappen
Drie elementen toevoegen aan TSB procedure
2013:
1. Trein efficiëntie meewegen voor opheffen
TSB.
2. Grotere differentiatie van snelheidstappen
TSB’s.
3. Trein efficiëntie meewegen voor
permanent maken TSB.
2.2 Beheersing
Voer KPI en PI in voor energieverlies door
TSB’s.
2.3 Organisatie
Maak tracémanager van ProRail verantwoordelijk
voor TSB’s in zijn/haar gebied.
2.4 Tools
Gebruik (T)SB energie rekentool voor gevolgen
TSB op tractie energieverbruik trein.
A40-AWE-KA-1400077 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
22/22
Colofon
Opdrachtgever ProRail B.V.
M. Ubink
Uitgave Movares Nederland B.V.
Utrecht
Telefoon 030-2653462
Ondertekenaar A. van Weert
Adviseur Duurzaamheid
Projectnummer RM002653
Opgesteld door A. van Weert
2014, Movares Nederland B.V.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V.