CNC 8055 ·MC· - Fagor Automation · CNC 8055 CNC 8055i ·7· CONFORMITEITSVERKLARING De...

158
CNC 8055 ·MC· Gebruikshandleiding Ref.1501 Soft: V01.6x

Transcript of CNC 8055 ·MC· - Fagor Automation · CNC 8055 CNC 8055i ·7· CONFORMITEITSVERKLARING De...

CNC 8055 ·MC·

Gebruikshandleiding

Ref.1501Soft: V01.6x

Voor dit product wordt de volgende broncode gebruikt, die onderhevig is aan de voorwaarden van de GPL-licentie. Detoepassingen busybox V0.60.2; dosfstools V2.9; linux-ftpd V0.17; ppp V2.4.0; utelnet V0.1.1. De bibliotheek grx V2.4.4.De kernel van linux V2.4.4. De lader van linux ppcboot V1.1.3. Als u een kopie van deze broncode op CD wenst te ontvangen,stuur dan 10 euro naar Fagor Automation om de voorbereidings- en verzendingskosten te dekken.

Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze documentatie magworden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in eengeautomatiseerd gegevensbestand of vertaald zonder de uitdrukkelijketoestemming van Fagor Automation. Kopiëren of onbevoegd gebruik van (eendeel van) de software is verboden.

De informatie in deze handleiding kan onderhevig zijn aan veranderingenwegens wijzigingen. Fagor Automation behoudt zich het recht voor de inhoud vande handleiding te wijzigen zonder de verplichting de veranderingen mee te delen.

Alle gedeponeerde handelsmerken of fabrieksmerken die voorkomen in dehandleiding, zijn eigendom van hun respectieve eigenaars. Het gebruik van dezemerken door derden voor eigen doeleinden kan de rechten van de eigenaarsSchengen.

Het is mogelijk dat de CNC meer functies kan uitvoeren dan aangegeven in debijgeleverde documentatie; Fagor Automation garandeert echter de geldigheidvan deze toepassingen niet. Tenzij uitdrukkelijke toelating van Fagor Automationmoet elke toepassing van de CNC die niet is aangegeven in de documentatiebijgevolg worden beschouwd als "onmogelijk". Fagor Automation weigert in elkgeval enige aansprakelijkheid voor verwondingen, lichamelijke of materiëleschade aan of door de CNC indien deze anders wordt gebruikt dan aangegevenin de overeenkomstige documentatie.

De inhoud van deze handleiding en de geldigheid voor het beschreven productwerden bekrachtigd. Niettemin is het mogelijk dat zich een onvrijwillige fout heeftvoorgedaan, waardoor geen absolute overeenstemming wordt gegarandeerd.De informatie van het document wordt in elk geval regelmatig nagekeken omeventuele correcties aan te brengen in een volgende uitgave. We stellen uwsuggesties voor verbetering op Prius.

De in deze handleiding beschreven voorbeelden dienen om met de machine teleren werken. Vóór gebruik in industriële toepassingen, moeten ze naar behorenworden aangepast en bovendien moet worden gewaarborgd dat aan deveiligheidsvoorschriften wordt voldaan.

PRODUCTEN VOOR DUBBEL GEBRUIK.De producten die vanaf 1 april 2014 door FAGOR AUTOMATION worden vervaar-digd, bevatten - als ze in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 428/2009 zijnopgenomen in de lijst van producten voor dubbel gebruik - in hun identificatie detekst -MDU en vereisen naargelang de bestemming een uitvoervergunning.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·3·

I N H O U D S O P G A V E

Over product ................................................................................................................................. 5Conformiteitsverklaring ................................................................................................................. 7Versieoverzicht ............................................................................................................................. 9Voorwaarden van veiligheid........................................................................................................ 11Garantievoorwaarden ................................................................................................................. 15Retourvoorwaarden .................................................................................................................... 17Aanvullende nota's ..................................................................................................................... 19Documentatie Fagor ................................................................................................................... 21

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE CONCEPTEN

1.1 Toetsenbord................................................................................................................... 231.2 Algemene punten........................................................................................................... 251.2.1 Beheer van het tekstprogramma P999997 ................................................................ 281.3 Start ............................................................................................................................... 291.4 Werk in M-modus met MC-toetsenbord ......................................................................... 301.5 Annulering van de video ................................................................................................ 301.6 Beheer van de Start -toets ............................................................................................. 30

HOOFDSTUK 2 WERKEN IN MANUELE ISO

2.1 Inleiding.......................................................................................................................... 322.1.1 Standaard scherm van de MC-werkmodus................................................................ 322.1.2 Speciaal scherm van de MC-werkmodus................................................................... 342.1.3 Standaard scherm van de MC-werkmodus. Configuratie van twee assen en half..... 362.1.4 Selectie van een programma voor de simulatie of uitvoering .................................... 382.2 Bediening van de assen................................................................................................. 392.2.1 Werkeenheden........................................................................................................... 392.2.2 Voorselectie van maten.............................................................................................. 392.2.3 Beheer van het vooruitgang van de assen (F) ........................................................... 392.3 Zoeken machinereferentie ............................................................................................. 402.4 Tabel van oorsprongverplaatsingen............................................................................... 412.5 Manueel verplaatsing van de machine .......................................................................... 422.5.1 Verplaatsing van een as naar een maat .................................................................... 422.5.2 Incrementele verplaatsing .......................................................................................... 422.5.3 Doorlopende verplaatsing .......................................................................................... 432.5.4 Jog baan .................................................................................................................... 442.5.5 Verplaatsing aan de hand van elektronisch stuur ...................................................... 462.5.6 Vooruitgangsstuur ...................................................................................................... 472.5.7 Stuur baan.................................................................................................................. 482.6 Bediening van gereedschappen .................................................................................... 492.6.1 Het wisselen van de gereedschap ............................................................................. 512.6.2 Variabel werktuigwisselpunt....................................................................................... 532.7 Werktuigkalibratie .......................................................................................................... 552.7.1 Definieer het werktuig in de werktuigentabel (niveau 1) ............................................ 562.7.2 Werktuigmeting zonder taster (niveau 1) ................................................................... 582.7.3 Calibratie of werktuigmeting met taster (niveau 2)..................................................... 602.7.4 Stuk centreren met / zonder taster (niveau 3)............................................................ 622.7.5 IJking van de tafeltaster (niveau 4) ............................................................................ 662.8 Bediening van de kop .................................................................................................... 682.9 Controle van de externe toestellen ................................................................................ 692.10 Beheer van ISO ............................................................................................................. 70

HOOFDSTUK 3 WERK MET BEWERKINGEN OF CYCLI

3.1 Bewerkingswijze van de bewerking ............................................................................... 733.1.1 Definitie van de voorwaarden van mechanische bewerking ...................................... 743.1.2 Plan veiligheid ............................................................................................................ 763.1.3 Niveau van de cyclus ................................................................................................. 773.2 Simulatie en uitvoering van de bewerking ..................................................................... 783.2.1 Cycli bewerken in background ................................................................................... 793.3 Profielfreesbewerking .................................................................................................... 803.3.1 Definitie van de gegevens.......................................................................................... 813.3.2 Definitie van het profiel (niveau 2).............................................................................. 83

·4·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

3.4 Afvlakkings- en inkervingsbewerkingen......................................................................... 843.4.1 Definitie van de afvlakkingsgegevens........................................................................ 853.4.2 Definitie van de Groefbewerkingsgegevens .............................................................. 863.5 Cyclus van bak met profiel............................................................................................. 883.5.1 Definitie van de gegevens.......................................................................................... 903.5.2 Definitie van het profiel .............................................................................................. 913.5.3 Voorbeelden van definitie van profielen..................................................................... 923.6 Cycli van rechthoekige en ronde naaf ........................................................................... 973.6.1 Definitie van de gegevens.......................................................................................... 983.7 Cycli van rechthoekige en ronde bak........................................................................... 1003.7.1 Definitie van de gegevens........................................................................................ 1023.8 Positionering (2 niveaus) ............................................................................................. 1043.8.1 Definitie van de gegevens........................................................................................ 1053.9 Kotteringsbewerking .................................................................................................... 1063.9.1 Definitie van de gegevens........................................................................................ 1073.10 Ruimingsbewerking ..................................................................................................... 1083.10.1 Definitie van de gegevens........................................................................................ 1093.11 Schroefdraadbewerking............................................................................................... 1103.11.1 Definitie van de gegevens (schroefbewerking) ........................................................ 1113.11.2 Definitie van de gegevens (schroefdraad frezen) .................................................... 1133.12 Boor- en stippelbewerkingen ....................................................................................... 1153.12.1 Definitie van de gegevens........................................................................................ 1173.12.2 Verwijdering van het instrument............................................................................... 1183.13 Meervoudige positioneringen....................................................................................... 1193.13.1 Meervoudige positionering van verscheidene punten.............................................. 1213.13.2 Meervoudige positionering in rechte lijn................................................................... 1223.13.3 Meervoudige positionering in boog .......................................................................... 1233.13.4 Meervoudige positionering in de vorm van een parallellogram................................ 1253.13.5 Meervoudige positionering in de vorm van een maas ............................................. 126

HOOFDSTUK 4 WERKEN IN ISO-MODUS

4.1 Bewerking van blokken in ISO-modus......................................................................... 1284.2 Hulp bij het programmeren .......................................................................................... 1294.2.1 Verplaatsingen en voorselecties .............................................................................. 1294.2.2 Werkzones ............................................................................................................... 1294.2.3 Etiketten aanbrengen en herhalingen van etiket tot etiket ....................................... 1304.2.4 Spiegelbeeld ............................................................................................................ 1314.2.5 Schaalfactor ............................................................................................................. 1314.2.6 Draaiing van coördinaten ......................................................................................... 1314.2.7 Vlakwissel ................................................................................................................ 132

HOOFDSTUK 5 OPSLAG VAN PROGRAMMA'S

5.1 Lijst met gememoriseerde programma's...................................................................... 1345.2 De inhoud van een stukprogramma bekijken .............................................................. 1355.2.1 Een van de bewerkingen gedetailleerd bekijken...................................................... 1365.3 Een nieuw stukprogramma bewerken ......................................................................... 1375.4 Een ISO-blok of een cyclus in het geheugen bewaren................................................ 1385.5 Een stukprogramma wissen ........................................................................................ 1395.6 Een stukprogramma in een ander kopiëren................................................................. 1405.7 Een stukprogramma wijzigen....................................................................................... 1415.7.1 Een bewerking wissen ............................................................................................. 1425.7.2 Een nieuwe bewerking toevoegen of invoegen ....................................................... 1435.7.3 Een bewerking naar een andere positie verplaatsen............................................... 1445.7.4 Een reeds bestaande bewerking wijzigen................................................................ 1455.8 Programmabeheer aan de hand van de verkenner ..................................................... 146

HOOFDSTUK 6 UITVOERING EN SIMULATIE

6.1 Een bewerking of cyclus simuleren of uitvoeren.......................................................... 1486.2 Een stukprogramma simuleren of uitvoeren ................................................................ 1496.2.1 Een deel van een stukprogramma simuleren of uitvoeren....................................... 1506.3 Een gememoriseerde bewerking simuleren of uitvoeren............................................. 1516.4 Uitvoeringsmodus ........................................................................................................ 1526.4.1 Inspectie van het werktuig ....................................................................................... 1536.5 Grafische voorstelling .................................................................................................. 154

CNC 8055CNC 8055i

·5·

OVER PRODUCT

BASISEIGENSCHAPPEN VAN DE VERSCHILLENDE MODELLEN

HARDWAREOPTIES VAN DE CNC 8055I

8055i FL EN 8055 FL8055i FL

8055 Power8055i Power

Drukknopkast 8055i FL EN 8055i FL 8055i Power

Kast ----- 8055 FL 8055 Power

USB Standaard Standaard Standaard

Tijd van het blokproces 1 ms 3,5 ms 1 ms

Geheugen RAM 1Mb 1Mb 1 Mb

Software voor 7 assen ----- ----- Optie

Transformatie TCP ----- ----- Optie

As C (in draaibank) ----- ----- Optie

As Y (in draaibank) ----- ----- Optie

Look-ahead 100 blokken 100 blokken 200 blokken

Flash geheugen 512Mb / 2Gb 512Mb Optie Optie

Analoge Digitale Engraving

Ethernet Optie Optie Optie

Seriële interface RS232 Standaard Standaard Standaard

16 digitale ingangen en 8 digitale uitgangen (I1 tot I16 en O1 tot O8) Standaard Standaard Standaard

Nog 40 digitale ingangen en 24 digitale uitgangen (I65 tot I104 en O33tot O56)

Optie Optie Optie

Ingangen van het taster Standaard Standaard Standaard

Kop (kruisstellingsingang en analoge uitgang) Standaard Standaard Standaard

Elektronische sturen Standaard Standaard Standaard

4 assen (ontvangst en toewijzing) Optie Optie - - -

Afstandsmodules CAN, voor de uitbreiding van de digitale ingangen enuitgangen (RIO)

Optie Optie - - -

Afstelsysteem Sercos, voor aansluiting met Fagor regelaars - - - Optie - - -

Afstelsysteem CAN, voor aansluiting met Fagor regelaars - - - Optie - - -

Controleer of de machine waarin de CNC wordt opgenomen, voldoet aan de bepalingen in Richtlijn89/392/EEG alvorens deze aan te zetten.

·6·

CNC 8055CNC 8055i

Ove

r pr

oduc

t

SOFTWAREOPTIES VAN DE CNC 8055 EN CNC 8055I.

Model

GP M MC MCO EN T TC TCO

Aantal assen met standaard software 4 4 4 4 3 2 2 2

Aantal assen met optioneel software 7 7 7 7 ----- 4 of 7 4 of 7 4 of 7

Elektronisch schroeven ----- Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están.

Beheer van de opslagplaats voor werktuigen ----- Están. Están. Están. ----- Están. Están. Están.

Vaste mechaniseercycli ----- Están. Están. ----- Están. Están. Están. -----

Meervoudige mechanische bewerkingen ----- Están. Están. ----- Están. ----- ----- -----

Grafiek "Lichaam". ----- Están. Están. Están. ----- Están. Están. Están.

Draadsnijden rigide. ----- Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están.

Cont ro le van de levensduur van dewerktuigen

----- Opt. Opt. Opt. Están. Opt. Opt. Opt.

Vaste tastercycli ----- Opt. Opt. Opt. Están. Opt. Opt. Opt.

DNC Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están.

Versie COCOM Opt. Opt. Opt. Opt. ----- Opt. Opt. Opt.

Profielbewerker Están. Están. Están. Están. ----- Están. Están. Están.

Radiale compensatie Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están.

Tangentiële Bediening Opt. Opt. Opt. Opt. ----- Opt. Opt. Opt.

Functie Retracing ----- Opt. Opt. Opt. Están. Opt. Opt. Opt.

Hulp bij de afstelling Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están. Están.

Onregelmatige kasten met eilanden ----- Están. Están. Están. ----- ----- ----- -----

Transformatie TCP ----- Opt. Opt. Opt. ----- ----- ----- -----

As C (in draaibank) ----- ----- ----- ----- ----- Opt. Opt. Opt.

As Y (in draaibank) ----- ----- ----- ----- ----- Opt. Opt. Opt.

Telediagnose Opt. Opt. Opt. Opt. Están. Opt. Opt. Opt.

CNC 8055CNC 8055i

·7·

CONFORMITEITSVERKLARING

De fabrikant:

Fagor Automation, S. Coop.

Barrio de San Andrés Nº 19, C.P. 20500, Mondragón -Guipúzcoa- (SPAIN).

Verklaart:

Op eigen exclusieve verantwoordelijkheid dat het volgende product in overeenstemming is:

NUMERIEKE BESTURING 8055 / 8055i

Bestaande uit de volgende modules en accessoires:

MONITOR-8055, MONITOR-55-11-USBOP-8055KS 50/55, KB-40/55-ALFA, DVD AMPLI 8055PSB-8055CPU-KEY CF 8055 FL LARGE, CPU-KEY CF 8055 Power LARGEAXES 8055 VPPI/O 8055, COVER 8055, SERCOS 8055Remote modules RIOCNC 8055i FL, CNC 8055i PowerANALOG 8055i-B, 40I/24O-8055i-B, ANALOG+40I/24O-B, COVER ANA+I/O-8055i-BETHERNET-CAN-SERCOS, ETHERNET-CAN-CAN AXES, ETHERNET-CAN AXES

Opmerking. De referenties van de hierboven vermelde modellen kunnen gevolgd worden door bepaalde extratekens. Deze voldoen allemaal aan de opgesomde Richtlijnen. Toch kan deze overeenstemming nagegaanworden op het etiket van de inrichting zelf.

Waarop deze verklaring betrekking heeft, met de volgende normen.

In overeenstemming met de bepalingen van de Communautaire Richtlijnen 2006/95/EGbetreffende Laagspanning en 2004/108/EG betreffende Elektromagnetische Compatibiliteit en deactualiseringen hiervan.

Mondragón van 27 Juli 2010.

Laagspanningsnormen.

EN 60204-1: 2006 Elektrische inrichtingen in machines — Deel 1. Algemene vereisten.

Normen voor elektromagnetische compatibiliteit.

EN 61131-2: 2007 Programmeerbare automaten — Deel 2. Vereisten en proeven vaninrichtingen.

CNC 8055CNC 8055i

·9·

VERSIEOVERZICHT

Vervolgens wordt de lijst weergegeven met de toegevoegde prestaties in elke softwareversie en dehandleidingen waarin deze worden beschreven.

In het versieoverzicht worden de volgende afkortingen gebruikt:

INST Installatiehandleiding

PRG Programmeerhandleiding

OPT Gebruikshandleiding

OPT-MC Bedieningshandleiding van optie MC

OPT-TC Bedieningshandleiding van optie TC

OPT-CO Handleiding van het model CO

Software V01.00 Oktober 2010

Eerste versie.

Software V01.20 April 2011

Software V01.08 Augustus 2011

Software V01.30 September 2011

Prestatielijst Handleiding

Open communicatie. INST

Verbeteringen van de mechanische bewerkingen met con Look ahead. INST

Blokken met spiraalvormige interpolatie in G51. PRG

G84. Schroef met messing met verplaatsing. PRG

Prestatielijst Handleiding

M.p.k. OPLDECTI (P86). INST

Prestatielijst Handleiding

Beheer van verminderingen in Sercos-koppen. INST

Verbeteringen in het beheer van de snelheidsbeperkingen (FLIMIT). INST

Nieuwe soorten doorboringen in de boorschroefcycli. PRG

Verbeteringen in de nabewerking van de schroefboor. Gedeeltelijke nabewerking. PRG

Optie MC: Vaste schroefdraad met verwijdering OPT-MC

Optie TC: Nieuwe soorten doorboringen in de schroefcycli. OPT-TC

Optie TC: Verbeteringen in de schroefnabewerking. Gedeeltelijke nabewerking van meerdereingangen.

OPT-TC

Optie TC: Ingang in het zigzag-groeven langs het beginpunt van de groef. OPT-TC

·10·

CNC 8055CNC 8055i

Ver

sieo

verz

icht

Software V01.31 Oktober 2011

Software V01.40 Januari 2012

Software V01.60 December 2013

Software V01.65 Januari 2015

Prestatielijst Handleiding

Model CNC 8055 FL Engraving. INST / OPT/ PRG

Prestatielijst Handleiding

Uitvoering van M3, M4 en M5 via PLC-merken. INST / PRG

Waarden 12 en 43 van de variabele OPMODE in conversationele bedrijfsmodus. INST / PRG

Prestatielijst Handleiding

Automatische instelling van de machineparameter van de as DERGAIN INST

Nieuwe waarde van de machineparameter van de assen ACFGAIN (P46) INST

Waarde 120 van de variabele OPMODE. INST / PRG

Prestatielijst Handleiding

Verwerkingstijd blok van 1 ms in het model “CNC 8055i FL Engraving INST / OPT/ PRG

CNC 8055CNC 8055i

·11·

VOORWAARDEN VAN VEILIGHEID.

Lees de volgende veiligheidsmaatregelen om lichamelijke verwondingen te vermijden en schade aan ditproduct en andere met dit product verbonden toestellen te voorkomen.

Het toestel mag enkel hersteld worden door bevoegd personeel van Fagor Automation.

Fagor Automation is niet verantwoordelijk voor lichamelijke of materiële schade die voortvloeit uit de niet-naleving van deze basisveiligheidsvoorschriften.

VOORZORGEN BIJ LICHAMELIJKE SCHADE

• Onderlinge aansluiting van modules.

Gebruik de verbindingskabels die bij het toestel worden geleverd.

• Gebruik geschikte netwerkkabels.

Gebruik enkel voor dit toestel aanbevolen netwerkkabels om risico's te voorkomen.

• Vermijd elektrische overladingen.

Handhaaf de elektrische spanning binnen het bereik dat in het onderste deel van de centrale eenheidvan het toestel is geselecteerd om elektrische schokken en brandgevaar te voorkomen.

• Aarding.

Verbind de aardingspolen van alle modules met het centrale aardingspunt om elektrische schokken tevoorkomen. Zorg er voordat u de aansluiting van de uitgangen en de ingangen van dit product maaktook voor dat het product geaard is.

• Zorg er voordat u het product aan zet voor dat het geaard is.

Zorg er om elektrische overladingen te voorkomen voor dat het product geaard is.

• Werk niet in vochtige omgevingen.

Werk steeds in omgevingen met een relatieve vochtigheid van minder dan 90% zonder condensatiebij 45ºC om elektrische schokken te voorkomen.

• Werk niet in explosieve omgevingen.

Werk niet in explosieve omgevingen om risico's, verwondingen of schade te voorkomen.

·12·

CNC 8055CNC 8055i

Voo

rwaa

rden

van

vei

lighe

id.

VOORZORGEN BIJ SCHADE AAN HET PRODUCT

• Werkomgeving.

Dit toestel is geschikt voor gebruik in industriële omgevingen die voldoen aan de geldende richtlijnenen normen van de Europese Economische Gemeenschap.

Fagor Automation is niet verantwoordelijk voor de schade die zich kan voordoen bij installatie onderandere omstandigheden (residentiële of huishoudelijke omgevingen).

• Installeer het toestel op de geschikte plaats.

Het is raadzaam de numerieke controle indien mogelijk ver van koelvloeistoffen, chemische producten,schokken, enz. die schade kunnen veroorzaken te installeren.

Het toestel voldoet aan de Europese richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit. Toch is hetraadzaam deze op afstand te houden van elektromagnetische storingsbronnen, zoals:

Krachtige ladingen verbonden met het zelfde net als de installatie.

Nabije draagbare zenders (Radiotelefoons, amateur-radiozenders).

Nabije radio-/TV-zenders.

Nabije booglasmachines.

Nabije hoogspanningslijnen.

Etc.

• Omhulsels.

De fabrikant heeft de verantwoordelijk te garanderen dat de omhulling van de uitrusting voldoet aanalle richtlijnen die van toepassing zijn in de Europese Economische Gemeenschap.

• Vermijd interferenties van machine-instrument.

Alle elementen van machine-werktuig die interferentie kunnen veroorzaken (relaisspoelen,schakelaars, motoren, enz.) moeten losgekoppeld zijn.

Spoelen van gelijkstroomrelais. Diode type 1N4000.

Spoelen van wisselstroomrelais. RC zo dicht mogelijk bij de spoelen aangesloten, met bijbenadering waarden R=220 1 W en C=0,2 µF / 600 V.

Wisselstroommotoren. RC aangesloten tussen fasen, met waarden R=300 / 6 W en C=0,47µF/ 600 V.

• Gebruik een geschikte voedingsbron.

Gebruik voor de voeding van de ingangen en uitgangen een externe gestabiliseerde voedingsbron van24 V DC.

• Aarding van de voedingsbron.

Het nulvoltpunt van de externe voedingsbron dient te worden verbonden met het hoofdaardingspuntvan de machine.

• Aansluiting van de analoge ingangen en uitgangen.

Het is raadzaam de verbinding te maken met geïsoleerde kabels, waarbij alle mazen op hetovereenkomstige paneel worden aangesloten.

• Milieuomstandigheden.

De omgevingstemperatuur bij werking dient tussen +5ºC en +40ºC te liggen, met een lager gemiddeldedan +35ºC.

De omgevingstemperatuur bij niet werking dient tussen -25ºC en +70ºC te liggen.

• Monitorruimte (CNC 8055) of centrale eenheid (CNC 8055i).

Houd rekening met de vereiste afstanden tussen de monitor of centrale eenheid en elke wand van debehuizing. Gebruik een gelijkstroomventilator om de ventilatie van de behuizing te verbeteren.

• Schakelaar van de voeding.

Het scheidingstoestel voor de voeding moet op een eenvoudig bereikbare plaats worden en op eenafstand tussen 0,7 m en 1,7 m van de vloer worden geïnstalleerd.

CNC 8055CNC 8055i

·13·

Voo

rwaa

rden

van

vei

lighe

id.

BESCHERMING VAN HET TOESTEL (8055) ZELF

• Modules “Assen” en “Ingangen-Uitgangen ".

Alle digitale ingangen-uitgangen beschikken over gegalvaniseerde isolatie door optische koppelingentussen de circuits van de CNC en de buitenkant.

Deze worden met 1 externe automatische zekering (F) van 3,15 A 250 V beschermd tegenoverspanning van de externe bron (meer dan 33 V DC) en tegen omgekeerde verbinding van devoedingsbron.

• Monitor.

Het type beschermingszekering hangt af van het type monitor. Raadpleeg het identificatie-etiket vanhet toestel zelf.

BESCHERMING VAN HET TOESTEL (8055I) ZELF

• Centrale eenheid.

Heeft 1 externe automatische zekering (F) van 4 A 250 V.

• Ingangen-Uitgangen

Alle digitale ingangen-uitgangen beschikken over gegalvaniseerde isolatie door optische koppelingentussen de circuits van de CNC en de buitenkant.

OUT IN

X7

X1

X8

X9

X2

X10

X3

X11

X4

X12

X5

X13

X6

+24V0V

FUSIBLEZEKERIN

·14·

CNC 8055CNC 8055i

Voo

rwaa

rden

van

vei

lighe

id.

VOORZORGEN TIJDENS DE REPARATIES

SYMBOLEN VAN VEILIGHEID.

• Symbolen die in de handleiding kunnen staan.

Niets wijzigen aan de binnenkant van het toestel. Enkel het bevoegde personeel van Fagor Automationmag de binnenkant van het toestel wijzigen.Wijzig niets aan de connectoren terwijl het toestel aangesloten is op het lichtnet. Zorg ervoor dat hettoestel niet aangesloten is op het lichtnet alvorens met de connectoren (ingangen/uitgangen, aanvoer,enz.) te werken.

Symbool van gevaar of verbodo.Geeft handelingen of bewerkingen weer die schade aan personen of toestellen kunnen veroorzaken.

Symbool van waarschuwing of voorzichtigheid.Geeft situaties weer die bepaalde bewerkingen kunnen veroorzaken en de handelingen om deze tevoorkomen.

Symbool van verplichting.Geeft verplicht uit te voeren handelingen en bewerkingen weer.

Symbool van informatie.Geeft nota's, waarschuwingen en tips weer.i

CNC 8055CNC 8055i

·15·

GARANTIEVOORWAARDEN

OORSPRONKELIJKE GARANTIE

Elk product dat door FAGOR wordt vervaardigd of op de markt gebracht, heeft een garantie van 12 maandenvoor de eindgebruiker; deze garantie kan gecontroleerd worden door het dienstennetwerk aan de handvan het garantiecontrolesysteem dat FAGOR hiertoe heeft ingevoerd.

Om de tijd tussen het ogenblik waarop een product onze magazijnen verlaat tot het ogenblik waarop hetde eindgebruiker bereikt niet in deze 12 maanden garantie te tellen, beschikt FAGOR over eengarantiecontrolesysteem dat gebaseerd is op het meedelen door de fabrikant of tussenpersoon aanFAGOR van de bestemming, de identificatie en de installatiedatum, aan de hand van het document datbij elk product in de garantie-envelop wordt gevoegd. Dankzij dit systeem kunnen we, naast het waarborgenvan het jaar garantie voor de gebruiker, de dienstencentra van het netwerk op de hoogte houden van deFAGOR-toestellen die vanuit andere landen onder hun verantwoordelijkheidsgebied vallen.

De begindatum van de garantie is de datum die als installatiedatum wordt vermeld op dit document; FAGORgeeft de fabrikant of tussenpersoon een termijn van 12 maanden voor de installatie en verkoop van hetproduct, zodat de begindatum van de garantie een jaar nadat het product onze magazijnen heeft verlaten,kan vallen, op voorwaarde dat we het garantiecontroleformulier hebben ontvangen. Dit betekent in depraktijk dat de garantie wordt verlengd tot twee jaar vanaf het ogenblik dat het product het magazijn vanFagor verlaat. Indien het vermelde blad niet werd opgestuurd, loopt de garantieperiode 15 maanden nadathet product ons magazijn heeft verlaten af.

De vermelde garantie dekt alle kosten van materialen en werkuren voor reparatie bij Fagor die nodig zijnom de abnormale werking van de uitrusting te verhelpen. FAGOR verbindt zich de producten te herstellenof te vervangen binnen de periode vanaf de vervaardiging tot 8 jaar vanaf de datum waarop uit de catalogusverdwijnt.

FAGOR heeft de exclusieve bevoegdheid te bepalen of de reparatie binnen het kader valt dat wordtgedefinieerd als garantie.

UITSLUITINGSBEDINGEN

De reparatie gebeurt in onze gebouwen, waardoor de verplaatsingskosten van uw technisch personeel omde reparatie van een uitrusting uit te voeren, buiten de vermelde garantie vallen, ook al is de eerder vermeldegarantieperiode nog niet verlopen.

De vermelde garantie is van toepassing op voorwaarde dat de uitrusting werd geïnstalleerd volgens deinstructies, niet fout behandeld werd, niet werd beschadigd wegens ongeval of nalatigheid en niet werdgewijzigd door personeel dat niet door FAGOR werd bevoegd. Indien na de bijstand of reparatie de oorzaakvan de schade niet hieraan is toe te schrijven, is de klant verplicht alle veroorzaakte kosten te dekkenvolgens de geldende tarieven.

Er zijn geen andere impliciete of expliciete garanties gedekt en FAGOR AUTOMATION is in geen enkelgeval aansprakelijk voor andere schade die kan worden veroorzaakt.

·16·

CNC 8055CNC 8055i

Gar

antie

voor

waa

rden

GARANTIE OP REPARATIES

Analoog met de oorspronkelijke garantie biedt FAGOR een garantie op standaard reparaties onder devolgende voorwaarden:

Indien voor de reparatie een prijsopgave is opgesteld, m.a.w. enkel het beschadigde deel werd hersteld,is de garantie van toepassing op de vervangen onderdelen en bedraagt de geldigheidsduur ervan 12maanden.

De reserveonderdelen die los worden geleverd, hebben een garantie van 12 maanden.

ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN

E ris een DIENSTENCONTRACT ter beschikking van de verdeler of fabrikant die onze CNC-systemenkoopt en installeert.

PERIODE 12 maanden.

CONCEPT Dekt onderdelen en werkuren voor elementen die hersteld (of vervangen)worden in de lokalen van het eigen netwerk.

UITSLUITINGSBEPALINGEN De zelfde die van toepassing zijn op het hoofdstuk van de oorspronkelijkegarantie.Als de reparatie wordt uitgevoerd binnen de garantieperiode, is de garantie-uitbreiding niet van toepassing.

CNC 8055CNC 8055i

·17·

RETOURVOORWAARDEN

Als u de centrale eenheid of de afstandsmodules gaat versturen, verpak deze dan in hun originelekartonnen doos met het originele verpakkingsmateriaal. Als u niet over het originele verpakkingsmateriaalbeschikt, ga dan als volgt te werk:

1. Zoek een kartonnen doos waarvan de 3 binnenafmetingen minstens 15 cm (6 duim) groter zijn dan dievan het toestel. Het gebruikte karton voor de doos moet een weerstand hebben van 170 kg. (375 pond).

2. Breng een etiket aan op het apparaat met vermelding van de eigenaar, diens adres, de naam van decontactpersoon, het type toestel en het serienummer.

3. Vermeld in geval van schade ook het symptoom en een beknopte beschrijving ervan.

4. Omwikkel het toestel met een rol polyethyleen of een gelijkaardig materiaal om het te beschermen.

5. Als u de centrale eenheid gaat versturen, bescherm dan in het bijzonder het scherm.

6. Plaats het toestel voorzichtig in de kartonnen doos en vul deze op met polyurethaanschuim.

7. Verzegel de kartonnen doos met verpakkingstape of industriële krammen.

·18·

CNC 8055CNC 8055i

Ret

ourv

oorw

aard

en

CNC 8055CNC 8055i

·19·

AANVULLENDE NOTA'S

Plaats de CNC op afstand van koelvloeistoffen, chemische producten, schokken, enz. die schade kunnenveroorzaken. Ga na of de aarding van het toestel correct is uitgevoerd alvorens het aan te zetten.

Gebruik de geschikte netwerkconnector voor de voedingsbron om het risico op elektrische schokken inde centrale eenheid van de CNC 8055 te voorkomen. Gebruik vermogenskabels met drie conductoren(waarvan 1 de aarding).

Gebruik de geschikte netwerkconnector (A) met vermogenskabels met 3 conductoren (waarvan 1 deaarding) om het risico op elektrische schokken te voorkomen in de monitor van de CNC 8055.

Controleer of de externe lijnzekering (B) de juiste is alvorens de monitor van de CNC 8055 aan te zetten.Raadpleeg het identificatie-etiket van het toestel zelf.

Schakel in geval van slechte werking of storing het toestel uit en neem contact op met de dienst technischebijstand. Niets wijzigen aan de binnenkant van het toestel.

FAGOR

I/O

X1

X2

X3

AXES

X1 X2

X3 X4

X5 X6

X7 X8

X9X10

CPU

X1 X2

CMPCTFLASH

ETH

COM1

X3

CDEF0

BA98 1

7 26 354

IN

OUT

NODE

USB

(A)

(B)

X1

W1

·20·

CNC 8055CNC 8055i

Aan

vulle

nde

nota

's

CNC 8055CNC 8055i

·21·

DOCUMENTATIE FAGOR

Handleiding OEM

Bestemd voor de fabrikant van de machine of de verantwoordelijke voor de uitvoering van de installatieen de afstelling van de numerieke controle.

Handleiding USER-M

Bestemd voor de eindgebruiker.

Geeft de handelings- en programmeerwijze in de modus M weer.

Handleiding USER-T

Bestemd voor de eindgebruiker.

Geeft de handelings- en programmeerwijze in de modus T weer.

Handleiding MC

Bestemd voor de eindgebruiker.

Geeft de handelings- en programmeerwijze in de modus MC weer.

Bevat een handboek autodidactisch.

Handleiding TC

Bestemd voor de eindgebruiker.

Geeft de handelings- en programmeerwijze in de modus TC weer.

Bevat een handboek autodidactisch.

Handleiding MCO/TCO

Bestemd voor de eindgebruiker.

Geeft de handelings- en programmeerwijze weer in de modi MCO en TCO.

Handleiding Voorbeelden-M

Bestemd voor de eindgebruiker.

Bevat voorbeelden van de programmering van de modus M.

Handleiding Voorbeelden-T

Bestemd voor de eindgebruiker.

Bevat voorbeelden van de programmering van de modus T.

Handleiding WINDNC

Bestemd voor de personen die de softwareoptie van communicatie DNC gaan gebruiken.

Wordt op informaticadrager geleverd samen met de toepassing.

Handleiding WINDRAW55

Bestemd voor de personen die het programma WINDRAW55 gaan gebruiken om schermen op testellen.

Wordt op informaticadrager geleverd samen met de toepassing.

·22·

CNC 8055CNC 8055i

Doc

umen

tatie

Fag

or

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

1

·23·

ALGEMENE CONCEPTEN

1.1 Toetsenbord

Alfanumeriek toetsenbord en bedieningstoetsen

Specifieke toetsen van het MC-model

X-teken selecteren.

A-teken selecteren.

R-teken selecteren.

Met deze toetsen kunt u het volgende doen:

• De mechanische bewerkingen selecteren en definiëren.

• De externe toestellen bedienen.

• De werkmodus van de kop selecteren.

• De uitvoeringsmodus single of automatisch selecteren.

·24·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

1.

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Toe

tsen

bord

JOG toetsenbord

Met deze toetsen kunt u het volgende doen:

• De assen van de machine verplaatsen.

• De kop bedienen.

• De vooruitgang van de assen en de snelheid van de kopwijzigen.

• De uitvoering starten en stoppen.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

1.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·25·

Alg

emen

e pu

nten

1.2 Algemene punten

Beschikt in haar interieur over alle verrichtingen van het model M plus de verrichtingen van het modelMC. Bijvoorbeeld, de afstelling van de numerieke bediening moet in M-modus gebeuren.

In de werkmodus MC zijn de programma's P900000 tot P999999 voorbehouden voor de CNC zelf;dit wil zeggen dat de gebruiker deze niet kan gebruiken als stukprogramma omdat ze een specialebetekenis hebben.

Bovendien moet het geheugen van de CNC de programma's P999997 en P999998 bevatten omin MC-modus te werken. Beide programma's houden verband met de softwareversie, waardoor zeworden geleverd door Fagor Automation. De CNC actualiseert deze programma’s telkens wanneerdeze een nieuwe softwareversie detecteert en maakt voor de veiligheid een kopie van de oudeprogramma’s in de KeyCF.

De routines 0000 tot 8999 zijn ook vrij te gebruiken en de routines 9000 tot 9999 zijn voorbehoudenvoor de CNC zelf.

Subroutines voorbehouden voor de CNC

Sommige van de routines die zijn voorbehouden voor de CNC zelf, betekenen het volgende:

Beide routines moeten gedefinieerd worden door de fabrikant van de machine, ook al moet er inhet begin en op het einde van het stukprogramma geen enkele bewerking worden uitgevoerd. Indienniet gedefinieerd, toont de CNC een fout telkens wanneer wordt geprobeerd een stukprogrammauit te voeren.

OEM-parameters (van de fabrikant)

De OEM-parameters en de subroutines met OEM-parameters kunnen enkel worden gebruikt ineigen programma's van de fabrikant; programma's die gedefinieerd zijn met het attribuut [O]. Omeen van deze parameters in de tabellen te wijzigen wordt het wachtwoord van de fabrikant gevraagd.

Wanneer de OEM-parameters worden gebruikt in de configuratieprogramma's, moet hier hetattribuut [O] aan worden toegevoegd; zo niet, zal de CNC een fout weergeven bij het bewerken vande gebruikerscycli die verwijzen naar fabrieksparameters in schrijfmodus.

De programma's P999997 en P999998 zijn programma's die overeenstemmen met de softwareversie.Fagor Automation is niet verantwoordelijk voor de werking van de CNC indien de programma'sP999997 en P999998 uit het geheugen zijn gewist of niet overeenstemmen met de softwareversie.

9998 Routine die de CNC uitvoert in het begin van elk stukprogramma.

9999 Routine die de CNC uitvoert op het einde van elk stukprogramma.

Telkens wanneer een nieuw stukprogramma wordt bewerkt, neemt de CNC in hetbegin en op het einde van het programma een oproep naar de overeenkomstigeroutine op.

Voorbeeld van definitie van routine 9998.(SUB 9998) Definitie van de routine 9998.··· Door de fabrikant gedefinieerde programmablokken.(RET) ; Routine-einde.

·26·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

1.

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Alg

emen

e pu

nten

Programma's voorbehouden voor de CNC

Sommige van de programma's die zijn voorbehouden voor de CNC zelf, betekenen het volgende:

P999998

Dit is een routineprogramma dat de CNC gebruikt om de in MC-formaat bewerkte programma's teinterpreteren en deze nadien uit te voeren.

P999997

Dit is een tekstprogramma dat het volgende bevat:

• De zinnen en teksten die op de verschillende schermen van de MC-modus wordenweergegeven.

• De hulpteksten bij de iconen die, in de werkcycli, worden weergegeven links onderaan hetscherm.

• De berichten (MSG) en fouten (ERR) die in het MC-model kunnen voorkomen.

Alle teksten, berichten en fouten kunnen naar de gewenste taal worden vertaald.

Overwegingen bij de teksten.

Het formaat van een lijn is als volgt:

;Tekstnr. – verklarende opmerking (wordt niet weergegeven) - $Weer te geven tekst

Alle programmalijnen moeten beginnen met het teken ";" en de weer te geven tekst moet wordenvoorafgegaan door het symbool "$". Indien een lijn begint met ";;", gaat de CNC er van uit dat dehele lijn een programmaopmerking is.

Voorbeelden:

;44 $M/MIN Dit is het bericht 44 en geeft de tekst "M/MIN" weer.;; Algemene tekst De CNC behandelt het als een opmerking.;;44 Vooruitgang in $M/MIN De CNC behandelt het als een opmerking.;44 Vooruitgang in $M/MIN Dit is het bericht 44, dat de verklarende opmerking "Vooruitgang" bevat, dat niet wordt weergegeven en dat de tekst "M/MIN" weergeeft.

Overwegingen bij de berichten.

Het formaat moet gehandhaafd worden. Enkel de tekst na de zin SAVEMSG kan worden vertaald:

Voorbeeld:

Oorspronkelijk bericht: N2002(MSG"SAVEMSG: BOREN 1")Vertaald bericht: N2002(MSG"SAVEMSG: 1 ZULAKETA ZIKLOA")

Dit programma mag niet worden gewijzigd. Indien dit programma wordt gewijzigd of gewist, is FagorAutomation niet verantwoordelijk voor de werking van de numerieke bediening.Indien de fabrikant eigen routines (zoekroutine, werktuigwissel, enz.) moet aanmaken en de routines9998 en 9999 opgenomen moeten worden in een ander programma, bijvoorbeeld P899999.

Het is raadzaam bij het wijzigen van het programma 999997 hiervan een reservekopie te maken,aangezien de CNC dit programma vervangt telkens wanneer een andere taal wordt geselecteerd ofde softwareversie wordt geactualiseerd.

i

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

1.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·27·

Alg

emen

e pu

nten

Overwegingen bij de fouten.

Het formaat moet gehandhaafd worden. Enkel de tekst tussen aanhalingstekens ("tekst") kanworden vertaald.

Voorbeeld:

Oorspronkelijke tekst: N1021(ERROR"TALADRADO 1: F=0")Vertaalde tekst: N1001(ERROR"1 ZULAKETA ZIKLOA: F=0")

P998000 ··· P998999

Dit zijn de profielen voor de cyclus van kasten met profiel, gedefinieerd door de gebruiker aan dehand van de profielbewerker. In de MC-modus definieert de gebruiker deze met 3 tekens (van 0 tot999) en de CNC bewaart deze intern als P998xxx.

P997000 ··· P997999

Dit zijn de profielen voor de profielfreesbewerking, gedefinieerd door de gebruiker aan de hand vande profielbewerker. In de MC-modus definieert de gebruiker deze met 3 tekens (van 0 tot 999) ende CNC bewaart deze intern als P997xxx.

·28·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

1.

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Alg

emen

e pu

nten

1.2.1 Beheer van het tekstprogramma P999997

Na het opstarten van de CNC worden de teksten van het programma P999997 in hetsysteemgeheugen opgeslagen.

• Er wordt gekeken of het programma P999997 in het geheugen van de gebruiker staat, als ditniet het geval is wordt er in KeyCF gekeken, en als dit evenmin het geval is zal hetgeen wordenaangenomen dat als standaard wordt geleverd en wordt een kopie hiervan in het programmaP999997 van het geheugen van de gebruiker geplaatst.

• Als de Chinese taal geselecteerd is, wordt er geen gehoor gegeven aan het programmaP999997, en wordt hetgeen dat als standaard instelling wordt geleverd, aangenomen.

Als bij het overschakelen van de M- modus naar de modi MC of MCO het programma P999997 nietwordt gevonden, omdat dit werd gewist, zal er opnieuw geïnitialiseerd worden zoals na hetaanzetten.

Als de teksten in het programma P999997 worden veranderd, zet dan de CNC uit en weer aan, opdatde nieuwe teksten worden aangenomen.

Bij het veranderen van een taal of softwareversie, en bij het toevoegen van conversatiemodi MC,MCO (nieuwe softwareverrichtingen) worden de volgende handelingen uitgevoerd:

• De teksten die worden gebruikt, zullen uit voorzorg als programma P999993 naar KeyCF wordengekopieerd.

• Het eventuele programma P999997 in de KeyCF wordt gewist.

• De nieuwe teksten die als standaard instelling worden geleverd, worden aangenomen enhiervan wordt een kopie in het programma P999997 van het geheugen van de gebruikergeplaatst.

Om de teksten na het modificeren van het programma P999997 te veranderen, zet men de CNCuit en weer aan, opdat de nieuwe teksten worden aangenomen.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

1.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·29·

Sta

rt

1.3 Start

Het standaard scherm van de MC-werkmodus is het volgende:

Zowel bij het opstarten van de CNC als na de toetsencombinatie [SHIFT] [RESET]toont de CNC de door de fabrikant gedefinieerde "0-pagina"; bij afwezigheidhiervan, wordt het standaard scherm van de geselecteerde werkmodusweergegeven. Druk op eender welke toets om de werkmodus te activeren.

Er zijn 2 werkmodi; de MC-werkmodus en de M-werkmodus. U kunt van eenmodus over schakelen op een andere via de toetsencombinatie [SHIFT] [ESC].

De afstelling van de CNC moet in de werkmodus M gebeuren.Sommige fouten kunnen ook in de werkmodus M worden verwijderd.

·30·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

1.

AL

GE

ME

NE

CO

NC

EP

TE

N

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

k in

M-m

odus

met

MC

-toe

tsen

bord

1.4 Werk in M-modus met MC-toetsenbord

Het MC-toetsenbord werd ontworpen om ook in M-modus te kunnen werken. In de M-modus moethet alfanumerieke toetsenbord en de toetsen die de softkeys F1 tot F7 vervangen, worden gebruikt.

1.5 Annulering van de video

Bij elk bericht (PLC, programma, enz.) gaat de CNC ook opnieuw over op de weergave.

1.6 Beheer van de Start -toets

Ter voorkoming van niet gewenste uitvoeringen bij het intoetsen van niet ondersteunde sequentiesin de MC –modus, zal de CNC de “START” -icoon die zich boven in het venster bevindt, van groennaar grijs doen veranderen, en een boodschap weergegeven waarin gemeld wordt dat het zichhandelt om een ongeldige handeling.

Als bijvoorbeeld bij het selecteren van een werkstuk programma de toets “M3 Start” wordt ingetoetst(een sequent ie d ie b i j het MC- model n iet wordt ondersteund), zal de CNC dewaarschuwingboodschap weergeven en voorkomen dat het geselecteerde werkstuk programmain werking wordt gesteld bij het detecteren van de “Start” -toets.

Er zijn 2 werkmodi; de MC-werkmodus en de M-werkmodus. U kunt van eenmodus over schakelen op een andere via de toetsencombinatie [SHIFT] [ESC].

Alfanumeriek toetsenbord:

De toetsen die de softkeys F1 tot F7 vervangen, zijn:

Met de toetsencombinatie [SHIFT] [CLEAR] wordt het videosignaal geannuleerd(de weergave van het CRT-scherm verdwijnt). Druk op eender welke toets omterug te keren naar de weergave.

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

2

·31·

WERKEN IN MANUELE ISO

Het standaard scherm van de MC-werkmodus is het volgende:

Indien de tweekleurige toets wordt ingedrukt, toont de CNC het speciale scherm van de werkmodusMC.

·32·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Inle

idin

g.

2.1 Inleiding.

2.1.1 Standaard scherm van de MC-werkmodus

Het standaard scherm van de MC-werkmodus de volgende informatie bevat:

1. Klok.

2. Dit venster kan de volgende gegevens weergeven:

SBK wanneer de uitvoeringsmodus blok per blok geselecteerd is.

DNC wanneer de DNC-modus geactiveerd is.

P..... geselecteerd programmanummer.

Boodschap "Positionering" - "Uitvoering" - "Onderbroken" - "RESET".

Berichten van de PLC.

3. In dit venster worden de berichten van de CNC weergegeven.

4. Dit venster kan de volgende gegevens weergeven:

De maten X, Y, Z van de assen.

In kleine tekens, de maten van de assen die overeenstemmen met het machinenulpunt. Dezewaarden zijn nuttig wanneer de gebruiker een wisselpunt voor het werktuig kan definiëren (ziegebied 6). De CNC toont deze gegevens niet wanneer tekst 33 van programma 999997 nietwordt gedefinieerd.

De maten van de gedefinieerde hulpassen.

De werkelijke omwentelingen S van de kop.

5. De informatie in dit venster hangt af van de positie van de linker schakelaar.

In alle gevallen wordt de vooruitgang van de geselecteerde assen "F" en het toegepaste % Fweergegeven.

Wanneer de Feed-hold is geactiveerd zal de waarde van de voeding van kleur veranderen.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·33·

Inle

idin

g.

Vervolgens worden alle mogelijke gevallen getoond.

6. Dit venster toont, in grote tekens, het geselecteerde werktuignummer "T" en, in kleine tekens,het aan het werktuig toegewezen correctornummer "D". Indien het werktuignummer en hetcorrectornummer overeenkomen, toont de CNC de waarde "D" niet.

Dit venster toont ook de maten met betrekking tot het machinenulpunt, die overeenstemmen methet werktuigwisselpunt. De CNC toont dit venster niet wanneer tekst 47 van programma 999997niet wordt gedefinieerd.

7. Dit venster toont alles met betrekking tot de kop:

De werkelijke snelheid van de kop "S".

Status van de kop. Deze wordt voorgesteld door een icoon en kan naar rechts draaien, naar linksdraaien of stilstaan.

Het % van de kopsnelheid dat wordt toegepast.

Het actieve kopsnelheidbereik. De CNC toont deze informatie niet wanneer tekst 28 vanprogramma 999997 niet wordt gedefinieerd.

8. Telkens wanneer een werkcyclus wordt geactiveerd, toont de CNC in dit venster de hulptekstdie overeenstemt met het geselecteerde icoon.

Deze hulptekst moet gedefinieerd zijn in programma P999997 en opgesteld in de gewenste taal.Zie hoofdstuk "1 Algemene concepten".

9. Voorbehouden.

Weergave van de actieve PLC-berichten

Vanuit dit scherm geeft de CNC een venster weer met alle actieve berichten van de PLC, door opde toets [+] van het alfanumerieke toetsenbord te drukken. Bovendien wordt dit venster ook steedsweergegeven wanneer een programma in uitvoering is.

Met de toetsen [] [] [PG UP] [PG DW] kunnen de berichten worden doorlopen. Met de toets [ESC]wordt het venster gesloten.

Het venster wordt enkel getoond indien er meer dan één bericht actief is.

Rechtstreekse toegang tot oscilloscoop

Vanuit het standaard scherm hebt u toegang tot de oscilloscoop door op de toetsenvolgorde 71 tedrukken, op voorwaarde u geen gegevens aan het invoeren bent in een veld.

·34·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Inle

idin

g.

2.1.2 Speciaal scherm van de MC-werkmodus

Het speciale scherm van de MC-werkmodus de volgende informatie bevat:

1. Klok.

2. Dit venster kan de volgende gegevens weergeven:

SBK wanneer de uitvoeringsmodus blok per blok geselecteerd is.

DNC wanneer de DNC-modus geactiveerd is.

P..... geselecteerd programmanummer.

Boodschap "Positionering" - "Uitvoering" - "Onderbroken" - "RESET".

Berichten van de PLC.

3. In dit venster worden de berichten van de CNC weergegeven.

4. Dit venster toont de lijnen van het geselecteerde programma.

5. De assen X, Y, Z beschikken over de volgende velden:

De kop (S) beschikt over de volgende velden:

De hulpassen tonen enkel de werkelijke maat of de huidige positie van de as.

COMMANDO Geeft de geprogrammeerde maat aan, m.a.w. de positie die deas moet bereiken.

HUIDIGE Geeft de werkelijke maat of huidige positie van de as aan.

REST Geeft de afstand aan die de as nog moet afleggen om degeprogrammeerde maat te bereiken.

OPVOLGINGSFOUT Verschil tussen de theoretische waarde en de werkelijkewaarde van de positie.

THEORETISCH Geprogrammeerde theoretische snelheid S.

RPM Snelheid in tpm.

M/MIN Snelheid in meter/minuut.

OPVOLGINGSFOUT Wanneer wordt gewerkt met gerichte stilstand van de kop geeft(M19) het verschil aan tussen de theoretische en de werkelijkesnelheid.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·35·

Inle

idin

g.

6. Dit venster toont de status van de geactiveerde functies "G" en hulpfuncties "M". Toont eveneensde waarde van de variabelen.

7. Voorbehouden.

8. Voorbehouden.

Weergave van de actieve PLC-berichten

Vanuit dit scherm geeft de CNC een venster weer met alle actieve berichten van de PLC, door opde toets [+] van het alfanumerieke toetsenbord te drukken. Bovendien wordt dit venster ook steedsweergegeven wanneer een programma in uitvoering is.

Met de toetsen [] [] [PG UP] [PG DW] kunnen de berichten worden doorlopen. Met de toets [ESC]wordt het venster gesloten.

Het venster wordt enkel getoond indien er meer dan één bericht actief is.

Rechtstreekse toegang tot oscilloscoop

Vanuit het hulpscherm hebt u toegang tot de oscilloscoop door op de toetsenvolgorde 71 te drukken,op voorwaarde dat u geen gegevens aan het invoeren bent in een veld.

PARTC Geeft het aantal opeenvolgende stukken aan die werden uitgevoerd meteenzelfde programma.

Telkens wanneer een nieuw programma wordt geselecteerd, neemt dezevariabele de waarde 0 aan.

CYTIME Geeft de verstreken tijd aan tijdens de uitvoering van het stuk. Wordt uitgedruktin het formaat "uur: minuten: seconden: honderdsten van seconde".

Telkens wanneer de uitvoering van een programma wordt aangevat, ook al is ditherhaald, neemt deze variabele de waarde 0 aan.

TIMER Geeft het door de PLC geactiveerde klokverloop aan. Wordt uitgedrukt in hetformaat "uur: minuten: seconden".

·36·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Inle

idin

g.

2.1.3 Standaard scherm van de MC-werkmodus. Configuratie van twee assenen half

Onder configuratie van twee assen en half wordt een freesconfiguratie verstaand waarbij de assenX en Y gemotoriseerd zijn en de Z-as geconfigureerd is als weergave-item. In deze configuratieworden de verplaatsingen in Z manueel uitgevoerd.

Voor dit soort configuratie ziet de interface van de CNC er als volgt uit.

Bewerking en uitvoering

De bewerking, het bewaren en de simulatie van de cycli is identiek aan die van een configuratie met3 assen.

De voornaamste wissel is in uitvoering, aangezien wanneer de Z-as gaat worden bewogen debediener manueel moet tussenkomen. De door de bediener uit te voeren bewerkingen wordenweergegeven op het standaard scherm. In elk geval wordt de status van de Z-as en de verschillendehandelingen die de bediener moet uitvoeren, aangegeven.

• Z omhoog bewegen (er wordt een icoon weergegeven naast de eindmaat op Z).

De bediener moet de as manueel naar omhoog bewegen. Wanneer de Z in positie komt,verandert het bericht.

• Z omlaag bewegen (er wordt een icoon weergegeven naast de eindmaat op Z).

De bediener moet de as manueel naar omlaag bewegen. Wanneer de Z in positie komt,verandert het bericht.

• Druk op START.

De bediener moet op [START] drukken om de beweging in X-Y in automatische modus te starten.

• Bewegen op X-Y.

De machine beweegt volgens X-Y. Wanneer in Z moet worden bewogen, stopt de machina enwordt de tussenkomst van de bediener gevraagd.

• Inspectie van het werktuig.

De werktuiginspectie werd geactiveerd.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·37·

Inle

idin

g.

Vaste cycli

Niet alle cycli kunnen worden toegepast op een configuratie van twee assen en half. De toegelatencycli zijn de volgende. In sommige van deze cycli werden sommige gegevens verwijderd om dezeaan te passen aan de configuratie van de twee assen en half. Deze gegevens verwezen naar debewerkingen van de Z-as.

• Positionering 1 en 2.

• Bezig met het frezen van profiel en profiel 1.

• Afvlakking.

• Groefbewerking.

• Profiel 2D kast.

• Rechthoekige en ronde naaf.

• Rechthoekige en ronde kast 1 en 2.

• Stippeling.

• Boren 1.

• Ruiming.

• Boring 1 en 2.

• Meervoudige positionering op punten, in lijn, in boogvorm 1 en 2, in maas en in rechthoek.

·38·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Inle

idin

g.

2.1.4 Selectie van een programma voor de simulatie of uitvoering

Telkens wanneer een stukprogramma of een als deel van een stukprogramma gememoriseerdebewerking wordt geselecteerd om te simuleren of uit te voeren, selecteert en markeert de CNC ditstukprogramma, samen met het groene symbool "start", in het venster bovenaan in het midden.

Wanneer in het venster bovenaan in het midden het stukprogramma samen met het groene symbool"start" is geselecteerd, gaat de CNC als volgt te werk:

• Indien de toets [START] wordt ingedrukt, voert de CNC het geselecteerde stukprogramma uit.

• Indien de toets [CLEAR] wordt ingedrukt, wordt de selectie van het stukprogramma ongedaangemaakt en wist de CNC het venster bovenaan in het midden.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·39·

Bed

ieni

ng v

an d

e as

sen

2.2 Bediening van de assen

2.2.1 Werkeenheden

Telkens wanneer de werkmodus MC wordt geactiveerd, neemt de CNC de via de machineparametergeselecteerde werkeenheden, «mm of duim», «milimeter/minuut of milimeter/omwenteling», enz.aan.

Activeer om deze waarden te wijzigen de werkmodus M en wijzig de overeenkomstigemachineparameter.

2.2.2 Voorselectie van maten

De voorselectie van maten moet as per as gebeuren volgens de volgende stappen:

1. Druk op de toets van de gewenste as, [X], [Y] of [Z].

De CNC omlijnt de maat van deze as, wat aangeeft dat deze geselecteerd is.

2. Toets de waarde in waarmee de as moet worden voorgeselecteerd.

Druk op de toets [ESC] om de voorselectie te sluiten.

3. Druk op de toets [ENTER] opdat de CNC het nieuwe waarde van het punt selecteert.

De CNC vraagt om bevestiging van het commando. Druk op [ENTER] om dit te bevestigen ofop [ESC] om de voorselectie te verlaten.

2.2.3 Beheer van het vooruitgang van de assen (F)

Volg de volgende stappen om een deel van het waarde van de voeding van de assen te vaststellenof uit te voeren:

1. Druk op de toets [F].

De CNC omlijnt de huidige waarde, wat aangeeft dat deze geselecteerd is.

2. Toets de nieuwe gewenste vooruitgangswaarde in.

Druk op de toets [ESC] om de selectie te sluiten.

3. Druk op de toets [START] opdat de CNC het waarde als nieuwe waarde van vooruitgang vande assen selecteert.

·40·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Zoe

ken

mac

hine

refe

rent

ie

2.3 Zoeken machinereferentie

De machinereferentie kan op twee manieren worden gezocht:

• Machinereferentie van alle assen zoeken.

• Machinereferentie van een enkele as zoeken.

Machinereferentie van alle assen zoeken

Druk op de toets [ZERO] om de machinereferentie van alle assen te zoeken.

De CNC vraagt bevestiging van de opdracht (tekst 48 van programma 999997). Druk op de toets[START], de CNC voert de routine uit om de door de fabrikant gedefinieerde machinereferentie tezoeken in de algemene machineparameter P34 (REFPSUB).

Machinereferentie van een enkele as zoeken

Druk op de toets van de gewenste as en op de zoektoets om de machinereferentie van een as tezoeken.

In beide gevallen vraagt de CNC bevestiging van de opdracht (tekst 48 van programma 999997).

Na de machinereferentie op deze manier te zoeken, bewaart de CNC het nulstuk of de actieveoorsprongverplaatsing.In deze modus moet een zoekroutine voor de machinereferentie, een andere algemenemachineparameter P34 dan 0, worden gedefinieerd. Zo niet toont de CNC de overeenkomstige fout.

i

Zoekt de machinereferentie van de X-as.

Zoekt de machinereferentie van de Y-as.

Zoekt de machinereferentie van de Z-as.

Na de machinereferentie op deze manier te zoeken, bewaart niet de CNC het nulstuk of de actieveoorsprongverplaatsing en neemt als nieuw nulstuk de positie van de machinenulwaarde aan.i

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·41·

Tab

el v

an o

orsp

rong

verp

laat

sing

en

2.4 Tabel van oorsprongverplaatsingen

Vanuit de conversationele modus kan de oorsprongtabel (G54 ... worden beheerd. G59, G159N7... G159N20). Deze tabel bevat dezelfde waarden als de tabel van de niet-conversationele modus.

Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stuklijsten te openen. Deoorsprongtabel kan op de volgende manieren geopend worden.

• Vanuit het standaard scherm, indien geen enkele as geselecteerd is. De CNC vraagt ombevestiging van het commando.

• Vanuit de ISO-modus, wanneer de verplaatsings- en voorselectiecyclus geselecteerd is.

De oorsprongtabel ziet er als volgt uit. Hierin worden de verplaatsingen, inclusief die van de PLC,en hun waarde op elk van de assen weergegeven.

Wanneer het brandpunt door de tabel wordt verplaatst, worden de elementen als volgt met eenverschillende kleur weergegeven.

Hoe de gegevens van de tabel bewerken

In de oorsprongtabel kunnen de volgende bewerkingen worden uitgevoerd. Druk op [ENTER] omenige wissel te bevestigen.

• Een oorsprongverplaatsing bewerken.

De bewerking wordt as per as uitgevoerd. Selecteer met het brandpunt een gegeven en bewerkde waarde ervan. Als het brandpunt boven een verplaatsing wordt geplaatst (G54 ... G59,G159N7 ... G159N20), begint de bewerking bij de eerste as van die verplaatsing.

• De actieve oorsprongverplaatsing laden in de tabel.

Plaats het brandpunt boven de verplaatsing die u wenst te definiëren (G54 ... G59, G159N7 ...G159N20) en druk op de toets [RECALL]. De actieve voorselectie wordt bewaard in degeselecteerde verplaatsing. Indien het brandpunt op een van de assen wordt geplaatst in plaatsvan over een verplaatsing, wordt enkel met die as rekening gehouden.

• Een oorsprongverplaatsing wissen.

Plaats het brandpunt boven de verplaatsing die u wenst te wissen (G54 ... G59, G159N7 ...G159N20) en druk op de toets [CLEAR]. Alle assen van die verplaatsing worden op nulgeïnitialiseerd.

Indien het brandpunt op een van de assen wordt geplaatst in plaats van over een verplaatsing,wordt enkel met die as rekening gehouden.

Kleur Betekenis

Groene bodem.Blanco tekst.

De werkelijke waarde van de tabel en de waarde die op het scherm wordtweergegeven zijn gelijk aan elkaar.

Rode bodem.Blanco tekst.

De werkelijke waarde van de tabel en de waarde die op het scherm wordtweergegeven zijn niet gelijk aan elkaar.De waarde van de tabel werd gewijzigd maar niet bevestigd. Druk op ENTER omhet wissel te valideren.

Blauwe bodem. De oorsprongverplaatsing is geactiveerd.Er kunnen twee herkomsten gelijktijdig actief zijn, de ene absoluut (G54 … G57,G159N7 ... G159N20) en een incrementele (G58-G59).

·42·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

2.5 Manueel verplaatsing van de machine

Bij het uitvoeren van een manuele beweging, zowel in jog als aan de hand van sturen, toont de CNCde as die wordt verplaatst in omgekeerde video.

• In het geval van gantry-assen wordt enkel de aandrijfas gemarkeerd.

• In het geval van stuur baan, wordt geen enkele as gemarkeerd; in het geval van jog baan wel.

2.5.1 Verplaatsing van een as naar een maat

De verplaatsingen van assen naar een maat gebeuren as per as, op de volgende manier.

2.5.2 Incrementele verplaatsing

Plaats de linker schakelaar op een van de JOG posities.

De incrementele verplaatsing moet as per as gebeuren. Druk hiertoe op de JOG toets dieovereenstemt met de richting van de te verplaatsen as

Telkens wanneer een toets wordt ingedrukt, wordt de overeenkomstige as verplaatst met de afstanddie is vastgelegd door de schakelaar. Deze verplaatsing wordt uitgevoerd met de geselecteerdevooruitgang "F".

[te bedienen maat]

[te bedienen maat]

[te bedienen maat]

Positie van de schakelaar Verplaatsing

1 0.001 mm of 0.0001 inches

10 0.010 mm of 0.0010 inches

100 0.100 mm of 0.0100 inches

1000 1.000 mm of 0.1000 inches

10000 10.000 mm of 1.0000 inches

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·43·

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

2.5.3 Doorlopende verplaatsing

Plaats de bewegingsselectieschakelaar op de positie doorlopende jog en selecteer met de "FEED"schakelaar het toe te passen percentage (van 0% tot 120%) van de vooruitgang.

De doorlopende verplaatsing moet as per as gebeuren. Druk hiertoe op de JOG toets dieovereenstemt met de richting van de te verplaatsen as

De as wordt verplaatst met een vooruitgang die gelijk is aan het percentage (van 0% tot 120%) vande geselecteerde vooruitgang "F".

Naargelang de toestand van de algemene logische ingang "LATCHM" wordt de beweging als volgtuitgevoerd:

• Indien de PLC dit merkteken op een logisch laag niveau plaatst, beweegt de as enkel terwijl deovereenkomstige JOG toets wordt ingedrukt.

• Indien de PLC dit merkteken op een logisch hoog niveau plaatst, begint de as te bewegenwanneer de JOG toets wordt ingedrukt en zal de as pas stoppen wanneer opnieuw op deze toetsof op een andere JOG toets wordt gedrukt.

Wanneer wordt gewerkt met vooruitgang "F" in millimeter/omwentelingen kunnen zich de volgendegevallen voordoen:

• De kop is in werking.

• De kop bevindt zich in stilstand en er is kopsnelheid S geselecteerd.

• De kop bevindt zich in stilstand en er is geen kopsnelheid S geselecteerd.

De kop is in werking.

De kop bevindt zich in stilstand en er is kopsnelheid S geselecteerd.

De kop bevindt zich in stilstand en er is geen kopsnelheid S geselecteerd.

Indien tijdens de verplaatsing de snel-toets wordt ingedrukt, wordt de verplaatsing metde maximale vooruitgang uitgevoerd, zoals aangegeven in de machineparameter vanassen "G00FEED". Deze vooruitgang wordt toegepast zolang deze toets is ingedrukt,waarbij terug wordt overgegaan op de vorige vooruitgang wanneer deze toets wordtlosgelaten.

De CNC verplaatst de assen naar de geprogrammeerde F.

De CNC berekent de vooruitgang F in millimeter/minuut die overeenstemt metde theoretische S en verplaatst de as.

Bijvoorbeeld, wanneer "F 2.000" en "S 500":

F (mm/min) = F (mm/omw) x S (mm/omw) = 2 x 500 = 1000 mm/min.

De as wordt verplaatst met een vooruitgang van 1000 in millimeter/minuut.

Indien de vooruitgang F als waarde 0 heeft, verplaatst de CNC de assen metsnelle vooruitgang.

Indien de vooruitgang F een andere waarde heeft, kunnen de assen enkelworden verplaatst indien de snel-toets en de toets van een as wordeningedrukt. De CNC verplaatst de as met snelle vooruitgang.

·44·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

2.5.4 Jog baan

De modaliteit jog baan wordt geactiveerd wanneer de schakelaar zich in een van de posities vandoorlopende of incrementele jog bevindt. Met deze eigenschap kunnen via het jog-toetsenbord detoetsen van een as worden bediend en de twee assen van het vlak tegelijkertijd worden verplaatstom afschuiningen (rechte stukken) en afrondingen (gebogen stukken) uit te voeren. De CNC neemtals jog baan de toetsen die overeenstemmen met de X-as.

In jog-modus en met de modus jog baan geselecteerd, toont de CNC de volgende informatie:

Wanneer het een lineaire beweging (bovenste afbeelding) betreft, moet de hoek van de baanworden gedefinieerd; wanneer het een boogbeweging (onderste afbeelding) betreft, moeten dematen van het boogcentrum worden gedefinieerd. Druk om deze variabelen te definiëren op de toets[F] en vervolgens op een van de toetsen [] [] [] [].

Werking in modus Jog baan.

De modaliteit jog baan is enkel beschikbaar met de toetsen van de X-as. Wanneer een van detoetsen van de X-as wordt ingedrukt, gaat de CNC als volgt te werk:

De overige jog-toetsen werken steeds op dezelfde manier, ook al is de modaliteit jog baangeactiveerd of niet. De overige toetsen verplaatsen enkel de geselecteerde as en in de aangegevenrichting.

De verplaatsingen in Jog baan kunnen afgebroken worden door op de toets [STOP] te drukken ofde jog-schakelaar op een van de posities van stuur te plaatsen.

Deze eigenschap moet vanaf de PLC worden beheerd. Deze eigenschap wordt meestal geactiveerden gedeactiveerd aan de hand van een externe drukknop of een hiertoe geconfigureerde toets, netzoals de selectie van het soort baan.

iIn het volgende voorbeeld wordt de toets [O2] gebruikt om de werkmodus met Jog baan te activeren en te deactiveren en de toets [O3] om de bewegingstijd aan te geven.Activeer / deactiveer de werkmodus Jog baan.

DFU B29 R561 = CPL M5054Selectie van het soort beweging, recht stuk of gebogen stuk.

DFU B31 R561 = CPL M5053

Positie van de schakelaar

Jog baan Soort verplaatsing

Doorlopende Jog Gedeactiveerd Enkel de as en in de aangegeven richting.

geactiveerd Beide assen in de aangegeven richting en langs deaangegeven baan.

Jog verplaatsing Gedeactiveerd Enkel de as, de geselecteerde hoeveelheid en in deaangegeven richting.

geactiveerd Beide assen de geselecteerde hoeveelheid en in deaangegeven richting, maar langs de aangegeven baan.

Stuur Houdt geen rekening met de toetsen.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·45·

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

Overwegingen bij de verplaatsingen

Deze modaliteit neemt als vooruitgang van de assen de in manuele modus geselecteerdevooruitgang en is bovendien onderhevig aan de override. Indien de waarde F0 is geselecteerd, wordtde aangegeven waarde in de machineparameter "JOGFEED (P43)" aangenomen. In dezemodaliteit wordt geen rekening gehouden met de snel-toets.

De verplaatsingen in jog baan houden rekening met de grenswaarden van het traject en van dewerkgebieden.

·46·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

2.5.5 Verplaatsing aan de hand van elektronisch stuur

Met deze optie kunnen de verplaatsingen van de machine worden bestuurd aan de hand van hetelektronische stuur. Plaats hiertoe de linker schakelaar op een van de stuurposities.

De beschikbare posities zijn 1, 10 en 100 en geven elk de vermenigvuldigingsfactor aan die wordttoegepast op de impulsen die het elektronische stuur voorziet.

De machine beschikt over een elektronisch stuur

Druk wanneer de schakelaar in de gewenste positie staat op een van de JOG toetsen dieovereenstemmen met de te verplaatsen as. Onderaan in het scherm, in kleine tekens en naast hetstuursymbool, wordt de geselecteerde as weergegeven.

Indien een elektronisch stuur FAGOR met drukknop beschikbaar is, kan de selectie van de teverplaatsen as ook als volgt worden uitgevoerd:

• Druk op de drukknop die zich vooraan op het stuur bevindt. De CNC selecteert de eerste asen geeft deze nadrukkelijk weer.

• Indien de drukknop opnieuw wordt ingedrukt, selecteert de CNC de volgende as en wordt dezeselectie rotatief uitgevoerd.

• Indien de drukknop meer dan 2 seconden ingedrukt blijft, stopt de CNC met het selecteren vandeze as.

Wanneer de as is geselecteerd, verplaatst de machine naargelang het stuur draait en wordtbovendien rekening gehouden met de draairichting hiervan.

De machine beschikt over twee of drie elektronische sturen

De machine verplaatst elk van de assen naargelang het overeenkomstige stuur draait, rekeninghoudend met de geselecteerde positie van de schakelaar en met inachtneming van de toegepastedraairichting.

Wanneer de machine over een algemeen stuur en afzonderlijke sturen beschikt (toegewezen aanelke as van de machine), hebben de afzonderlijke sturen voorrang, of m.a.w. wanneer eenafzonderlijk stuur in beweging is, houdt de CNC geen rekening met het algemene stuur.

Positie van de schakelaar Verplaatsing per ronde

1 0.100 mm of 0.0100 inches

10 1.000 mm of 0.1000 inches

100 10.000 mm of 1.0000 inches

Het is mogelijk dat, naargelang de draaisnelheid van het stuur en de positie van de schakelaar, deCNC een verplaatsing wordt gevraagd met een vooruitgang die het toegelaten maximum overschrijdt(machineparameter van assen "G00FEED"). De CNC verplaatst de as met de aangegeven afstand,maar met beperking van de vooruitgang tot deze waarde.

i

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·47·

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

2.5.6 Vooruitgangsstuur

De vooruitgangssnelheid van de machine wordt, wanneer een stuk voor de eerste keer wordtuitgevoerd (mechanisch bewerkt), meestal bediend aan de hand van de schakelaar feedrateoverride.

Het is ook mogelijk een van de sturen van de machine te gebruiken om deze vooruitgang tebedienen. Op die manier hangt de vooruitgang van de mechanische bewerking af van dedraaisnelheid van het stuur.

De CNC voorziet de impulsen die het stuur heeft gedraaid in een aantal variabelen dieovereenstemmen met de sturen.

HANPF Voorziet de impulsen van het eerste stuur.

HANPS Voorziet de impulsen van het tweede stuur.

HANPT Voorziet de impulsen van het derde stuur.

HANPFO Voorziet de impulsen van het vierde stuur.

Deze eigenschap moet vanaf de PLC worden beheerd. Deze eigenschap wordt meestal geactiveerden gedeactiveerd aan de hand van een externe drukknop of een hiertoe geconfigureerde toets.i

·48·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Man

ueel

ver

plaa

tsin

g va

n de

mac

hine

2.5.7 Stuur baan

De modaliteit jog baan wordt geactiveerd wanneer de schakelaar zich in een van de stuurpositiesbevindt. Met deze eigenschap kunnen via een enkel stuur worden bediend en de twee assen vanhet vlak tegelijkertijd worden verplaatst om afschuiningen (rechte stukken) en afrondingen(gebogen stukken) uit te voeren. De CNC neemt als stuur baan het algemene stuur of, bijafwezigheid daarvan, het afzonderlijke stuur dat overeenstemt met de X-as.

In stuur-modus en met de modus stuur baan geselecteerd, toont de CNC de volgende informatie:

Wanneer het een lineaire beweging (bovenste afbeelding) betreft, moet de hoek van de baanworden gedefinieerd; wanneer het een boogbeweging (onderste afbeelding) betreft, moeten dematen van het boogcentrum worden gedefinieerd. Druk om deze variabelen te definiëren op de toets[F] en vervolgens op een van de toetsen [] [] [] [].

Werking in modus stuur baan

Wanneer de modaliteit stuur baan wordt geselecteerd, gaat de CNC als volgt te werk.

• Indien er een algemeen stuur is, zal dit in de modaliteit stuur baan werken. De afzonderlijkesturen, indien aanwezig, blijven aan de overeenkomstige assen toegewezen.

• Indien er geen algemeen stuur is, werkt het aan de X-as toegewezen afzonderlijke stuur in demodaliteit stuur baan.

De verplaatsingen in stuur baan kunnen afgebroken worden door op de toets [STOP] te drukkenof de jog-schakelaar op een van de posities van doorlopende jog of incrementele jog te plaatsen.

Deze eigenschap moet vanaf de PLC worden beheerd. Deze eigenschap wordt meestal geactiveerden gedeactiveerd aan de hand van een externe drukknop of een hiertoe geconfigureerde toets, netzoals de selectie van het soort baan.

iIn het volgende voorbeeld wordt de toets [O2] gebruikt om de werkmodus met stuur baan te activeren en te deactiveren en de toets [O3] om de bewegingstijd aan te geven.Activeer / deactiveer de werkmodus stuur baan.

DFU B29 R561 = CPL M5054Selectie van het soort beweging, recht stuk of gebogen stuk.

DFU B31 R561 = CPL M5053

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·49·

Bed

ieni

ng v

an g

eree

dsch

appe

n

2.6 Bediening van gereedschappen

Het standaard scherm van de MC-werkmodus de volgende informatie over de gereedschap bevat:

Dit venster toont de volgende informatie:

• In grote tekens, het geselecteerde werktuignummer "T".

• Het correctornummer "D" dat overeenstemt met het werktuig.

• De maten die overeenstemmen met het werktuigwisselpunt. De CNC toont dit venster nietwanneer tekst 47 van programma 999997 niet wordt gedefinieerd.

Volg de volgende stappen om ander werktuig te selecteren:

1. Druk op de toets [T].

De CNC omlijst het nummer van het werktuig.

2. Toets het te definiëren werktuignummer in.

Druk op de toets [ESC] om de selectie te sluiten.

3. Druk op de toets [START] opdat de CNC het nieuwe werktuig selecteert.

De CNC beheert de wissel van het werktuig.

·50·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bed

ieni

ng v

an g

eree

dsch

appe

n

Informatie van het instrument in mechanische bewerkingsstations

Bij mechanische bewerkingsstations met wisselarm bestaat deze positie niet en wordt de waardevan de variabele NXTOOL weergegeven.

De variabele NXTOOL definieert het nummer van het volgende instrument. Dit instrument is hetinstrument dat geselecteerd is maar wacht op de uitvoering van M06 om actief te zijn.

De algemene machineparameter TOFFM06 (P28) geeft aan of de machine een mechanischbewerkingsstation is. Als de a.m.p. TOFFM06 (P28) = YES is, geeft de CNC de waarde van devariabele NXTOOL weer in plaats van het instrumentenwisselpunt.

Als het nummer van het instrument en van de gekoppelde regelaar verschillen, wordt ook hetnummer van de gekoppelde regelaar weergegeven.

Variabele NXTOOL

Nummer van het actieveinstrument (T1).

Nummer van het volgendeinstrument (T2).

Nummer van de aan hetvo lgende ins t r umentgekoppelde regelaar (D3).

Nummer van het actieveinstrument (T2).

Nummer van de regelaarvan het actieve instrument(D3).

Nummer van het volgendeinstrument (T3).

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·51·

Bed

ieni

ng v

an g

eree

dsch

appe

n

2.6.1 Het wisselen van de gereedschap

Naargelang het soort werktuigwisselaar, kan een beroep worden gedaan op:

• Machine met automatische werktuigwisselaar.

• Machine met manuele werktuigwisselaar.

In beide gevallen gaat de CNC als volgt te werk:

• De CNC voert de routine voor de werktuigwissel (algemene machineparameter P60"TOOLSUB") uit.

• De NCN stuurt alle nodige informatie naar de PLC om de werktuigwissel te beheren.

• De CNC neemt de nieuwe waarden van het werktuig (correctoren, geometrie, enz.) aan.

Voorbeeld van het beheer van een manuele werktuigwisselaar.

• Subroutine 55 wordt gedefinieerd als aan de werktuigen toegewezen subroutine.

Algemene machineparameter P60 "TOOLSUB" = 55.

De subroutine van de werktuigen kan de volgende informatie bevatten:

• Het werktuig wordt geselecteerd na de uitvoering van de subroutine.

Algemene machineparameter P71 "TAFTERS" = YES.

• De verplaatsing naar het wisselpunt wordt enkel uitgevoerd wanneer een bewerking of cyclusvan de MC-modus in uitvoering is.

• Wanneer de subroutine voltooid is, voert de CNC de functie T?? uit en stuurt deze alle nodigeinformatie naar de PLC om de werktuigwissel te beheren en de nieuwe waarden van het werktuig(correctoren, geometrie, enz.) aan te nemen.

(SUB 55)(P100 = NBTOOL); Wijs het geselecteerde werktuignummer toe aan P100.(P101 = MS3); Indien kop naar links P102=1.G0 G53... XP?? YP?? ZP??; Verplaatsing naar het wisselpunt.M5; Stilstand van de kop.(BERICHT "SELECTEER T?P100 EN DRUK OP START"); Bericht beheert de wissel van het werktuig.M0; Programmastop; er wordt gewacht tot de knop START wordt ingedrukt.(MSG ""); Wist het voorgaande bericht.(IF P102 EQ 1 GOTO N10); Draairichting van de kop.(IF P101 EQ 0 RET)M3(RET)N10 M4(RET)

Wanneer een cyclus geselecteerd is (CYCEXE verschillende 0)

Het programma wordt uitgevoerd (OPMODA bit 0 = 1).

·52·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bed

ieni

ng v

an g

eree

dsch

appe

n

Beheer van het bewerkingscentrum.

Wanneer een mechanische-bewerkingscentrum, algemene machineparameter "TOFFMO6 (P28)= Yes" beschikbaar is, gaat de CNC als volgt te werk:

Indien de uitvoering van een bewerking of cyclus een werktuigwissel inhoudt, zal de CNC:

• Selecteert het gewenste werktuig in de opslagplaats.

• Voert de routine van het werktuig, algemene machineparameter "TOOLSUB (P60)" uit.

• Voert functie M06 uit om de werktuigwissel uit te voeren.

Wanneer een nieuw werktuig wordt geselecteerd in manuele modus of in de M-modus, selecteertde CNC enkel het werktuig in de opslagplaats en voert de CNC de overeenkomstige routine uit. Defunctie M06 moet worden uitgevoerd door de gebruiker, ofwel door een blok in ISO-modus teprogrammeren ofwel door de PLC te personaliseren opdat deze de functie M06 uitvoert wanneereen bepaalde toets wordt ingedrukt.

In het volgende voorbeeld wordt de toets [O4] gebruikt: DFU B2 R562 = CNCEX1 (M06, M1).

In de centra van mechanische bewerkingen, mag de routine die overeenstemt met het werktuig nietover functie M06 beschikken.i

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·53·

Bed

ieni

ng v

an g

eree

dsch

appe

n

2.6.2 Variabel werktuigwisselpunt

Indien de fabrikant dit wenst, kan hij de gebruiker toelaten op elk ogenblik het werktuigwisselpuntte definiëren. Deze eigenschap hangt logischerwijs af van het soort machine en het soort wisselaar.

Met deze eigenschap kan het werktuig naast het stuk worden gewisseld, waardoor verplaatsingentot aan een ver verwijderd wisselpunt worden vermeden.

Voer hiertoe het volgende uit:

• Definieer tekst 47 van programma 999997 opdat de CNC de maten in X, Y, Z van het wisselpuntopvraagt.

Bijvoorbeeld: ;47 $WISSELPOSITIE

Deze maten moeten a l t i j d ve rw i j zen naar he t mach inenu lpun t , opda t deoorsprongverplaatsingen geen invloed hebben op het werktuigwisselpunt. Hiertoe kan de CNCsamen met de maten X, Y, Z en in kleine tekens, de maten van de assen voor demachinenulwaarde weergeven.

• Opdat de CNC de maten van de assem die overeenstemmen met de machinenulwaardeweergeeft, moet tekst 33 van het programma 999997 gedefinieerd worden.

Bijvoorbeeld: ;33 $MACHINENULPUNT

Aangezien de bediener het wisselpunt van het werktuig op elk ogenblik kan wijzigen, moet desubroutine van de werktuigen rekening houden met deze waarden. De rekenkundige parametersP290, P291 en P292 bevatten de waarden die de bediener heeft bepaald als wisselpositie oprespectievelijk X, Y, Z.

In subroutine 55 van het vorige onderdeel moet de lijn die de verplaatsing naar het wisselpuntbepaalt, worden gewijzigd.

Waar het volgende staat:

G0 G53 XP??? YP??? ZP??? ; Verplaatsing naar het wisselpunt.

Dit moet zijn:

G0 G53 XP290 YP291 ZP292 ;Verplaatsing naar het wisselpunt gedefinieerd door de gebruiker.

Definieer de maten van het wisselpunt (X, Y, Z)

1. Druk op de toets [T] om het veld «T» te selecteren.

2. Druk vervolgens op de toets [X], [Y] of [Z] van de overeenkomstige as of de toetsen [] [] [][].

3. Plaats de cursor op de te definiëren maten van de as om de gewenste waarden te definiëren.

Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat van de as bevindt, wordt de waarde op eenvan de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Rekenkundige parameter P290.Wisselpositie op X.

Rekenkundige parameter P291.Wisselpositie op Y.

Rekenkundige parameter P292.Wisselpositie op Z.

·54·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bed

ieni

ng v

an g

eree

dsch

appe

n

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·55·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

2.7 Werktuigkalibratie

De kalibratiemodus kan over drie bewerkingsniveaus beschikken. Het tweede en het derde niveauwijn enkel beschikbaar wanneer de machine over een desktop-taster beschikt.

Mogelijkheden in de modus werktuigkalibratie

De gegevens die vanuit de kalibratiecycli gewijzigd kunnen worden, hangen af van het ogenblikwaarop deze modus wordt geactiveerd. Wanneer de kalibratiemodus wordt geactiveerd terwijl eenprogramma in uitvoering is of vanuit de werktuiginspectie, moet rekening worden gehouden met devolgende beperkingen.

Zonder uitvoeringsprogramma noch bij werktuiginspectie.

Indien het actieve werktuig wordt bewerkt, is het mogelijk:

• Alle gegevens wijzigen.

• Het actieve werktuig (T?? veranderen + [START]).

Indien het actieve werktuig niet wordt bewerkt, is het mogelijk:

• Wijzig alle gegevens van de werkstukken behalve bij de afmetingen:

• Het actieve werktuig (T?? veranderen + [START]).

Programma in uitvoering of onderbroken.

Indien het actieve werktuig wordt bewerkt, is het mogelijk:

• Wijzig de gegevens I en K.

• Ander werktuig (T?? selecteren + [RECALL]) en wijzig de gegevens I en K.

Indien het actieve werktuig niet wordt bewerkt, is het mogelijk:

• De gegevens I, K en D wijzigen.

• Ander werktuig (T?? selecteren + [RECALL]) en wijzig de gegevens I, K en D.

Programma in inspectie van het werktuig.

Indien het actieve werktuig wordt bewerkt, is het mogelijk:

• Wijzig de gegevens I en K.

• Ander werktuig (T?? selecteren + [RECALL]) en wijzig de gegevens I en K.

• Het actieve werktuig (T?? veranderen + [START]).

Indien het actieve werktuig niet wordt bewerkt, is het mogelijk:

• De gegevens I, K en D wijzigen.

• Ander werktuig (T?? selecteren + [RECALL]) en wijzig de gegevens I, K en D.

• Het actieve werktuig (T?? veranderen + [START]).

In deze modus kunnen de werktuigen worden gedefinieerd en gekalibreerd. Dewerktuigen kunnen gekalibreerd worden met of zonder de hulp van een taster.

Deze modus is ook beschikbaar tijdens de uitvoering van een programma entijdens de werktuiginspectie.

Elk niveau heeft een eigen scherm en het hoofdvenster van de cyclus geeft debeschikbare niveaus en het geselecteerde niveau aan met lipjes. Gebruik de toets[LEVEL CYCLE] om van niveau te veranderen of de toetsen [Pagina omhoog] en [Paginaomlaag] om de verschillende niveaus zowel naar omhoog als naar omlaag te doorlopen.

·56·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

2.7.1 Definieer het werktuig in de werktuigentabel (niveau 1)

Wanneer dit niveau wordt geactiveerd, toont de CNC de volgende informatie.

1. Geeft de geselecteerde werkmodus aan: "Werktuigkalibratie".

2. Hulpgrafiek om de werktuigmeting uit te voeren.

3. Venster voor de werktuigmeting.

4. Actuele staat van de machine.

Werkelijke maten in X Y Z, werkelijke vooruitgang F van de assen, werkelijke snelheid S vande kop en het momenteel geselecteerde werktuig T.

5. Werktuignummer en toegewezen corrector.

6. Gedefinieerde lengte- en correctorwaarden in de correctortabel voor dit werktuig.

7. Nominale levensduur, werkelijke levensduur, familie en status van het werktuig, gedefinieerd inde werktuigtabel.

Definieer de gegevens van het werktuig

Volg de volgende stappen om een werktuig te definiëren in de werktuigtabel:

Selecteer het te definiëren werktuignummer.

1. Druk op de toets [T] om het veld "T" te selecteren.

2. Toets het te definiëren werktuignummer in en druk op de toets [RECALL].

Indien het werktuig gedefinieerd is, geeft de CNC de in de tabel opgeslagen waarden weer.Indien het werktuig niet gedefinieerd is, wijst de CNC het werktuig een corrector toe met hetzelfde nummer en worden alle gegevens met de waarde 0 geïnitialiseerd.

Selecteer het correctornummer dat aan dit werktuig moet worden toegewezen.

1. Moet geselecteerd zijn in het veld "D". Zo niet, gebruik dan de toetsen [] [] [] [].

2. Toets het aan het werktuig toe te wijzen correctornummer in en druk op de toets [ENTER].

Definieer de afmetingen van het werktuig.

De gegevens van het werktuig zijn de volgende.

Ook al is de lengte (L) van het werktuig gekend, is het raadzaam het te meten. Zie"2.7.2 Werktuigmeting zonder taster (niveau 1)" op pagina 58.

R Straal.

I Slijtagecorrector van de straal.

L Lengte.

K Slijtagecorrector in de lengte.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·57·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

Wanneer de meting is uitgevoerd, actualiseert de CNC de velden L en K. De CNC neemt (R+I) alswerkelijke straal en (L+K) als werkelijke lengte van het werktuig.

Voor het definiëren van de overige waarden, selecteer met de toetsen [] [] [] [] ga naar hetovereenkomstige venster, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Definieer de rest van de gegevens van het werktuig.

Nominale levensduur.

Tijd van de mechanische bewerking (in minuten) of aantal bewerkingen die het werktuig kanuitvoeren.

Werkelijke levensduur.

Verstreken tijd van de mechanische bewerking of aantal uitgevoerde bewerkingen.

Familiecode.

Wordt met automatische werktuigwisselaar gebruikt.

0 ... 199 normale werktuigen.

200 ... 255 speciale werktuigen.

Bij het aanvragen van een nieuw versleten werktuig ("werkelijke levensduur" langer dan"nominale levensduur") selecteert de CNC het volgende werktuig uit de tabel dat tot de zelfdefamilie behoort.

Staat van gereedschap.

Dit zijn 2 velden met interne informatie van de CNC. Kunnen niet worden gewijzigd.

N = Normaal (familie 0-199).

S = Speciaal (familie 200-255).

A = Beschikbaar.

E = Versleten ("werkelijke levensduur" langer dan "nominale levensduur").

R = Geweigerd door de PLC.

Voor het definiëren van de overige waarden, selecteer met de toetsen [] [] [] [] ga naarhet overeenkomstige venster, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Nominale levensduur.

Werkelijke levensduur.

Familiecode.

Staat van gereedschap.

·58·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

2.7.2 Werktuigmeting zonder taster (niveau 1)

Alvorens het werktuig te meten, moet deze gedefinieerd zijn in de tabel van werktuigen. Zie"2.7.1 Definieer het werktuig in de werktuigentabel (niveau 1)" op pagina 56.

De werktuigmeting kan op twee manieren worden uitgevoerd.

• Er is een afsteltafel voor de werktuigen beschikbaar.

Gebruik het venster dat de afmetingen van het werktuig bevat om deze gegevens te definiëren.

• Geen meter beschikbaar.

De metingen worden uitgevoerd met de CNC. Gebruik het venster voor de werktuigmeting.

Definieer de lengte van het werktuig of wijzig de lengtecorrectoren

Dit venster toont de aan het geselecteerde werktuig toegewezen afmetingen.

De gegevens R, L geven de afmetingen van het werktuig, straal en lengte aan. De gegeven I, K gevende corrector aan die de CNC moet toepassen om de slijtage van het werktuig te compenseren.

De CNC voegt de waarde van corrector "I" toe aan de straal "R) en de waarde van corrector "K"aan de lengte (L) om de te gebruiken werkelijke afmetingen (R+I), L+K) te berekenen.

• Telkens wanneer de waarde van de straal of van de lengte wordt gedefinieerd, wijst de CNC dewaarde 0 toe aan de velden "I" "K" respectievelijk.

• De gegevens "I" "K" zijn accumulatief. Met andere woorden, indien het veld "I" de waarde 0,20heeft en de waarde 0,05 wordt ingevoerd, wijst de CNC de waarde 0,25 (0,20+0,05) toe aanhet veld.

• Indien I=0 of K=0 wordt gedefinieerd, worden beide met de waarde 0 geïnitialiseerd.

Ga om de overige waarden te wijzigen naar het overeenkomstige venster, toets de gewenste waardein en druk op de toets [ENTER].

R Straal.

I Slijtagecorrector van de straal.

L Lengte.

K Slijtagecorrector in de lengte.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·59·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

Opmeting van het werktuig

Het rechter venster bevat de afmetingen van het werktuig en het venster links onderaan de nodigegegevens voor de meting ervan.

Om het meetvenster (venster links onderaan) te openen en bijgevolg het werktuig te meten, moethet werktuig geselecteerd zijn in de machine. Zo niet, druk dan op de toets [T], toets het te metenwerktuignummer in en druk op de toets [START].

Selecteer linker benedenvenster aan de hand van de toetsen [] [] [] []. Voer de maat in Zvan het voor de meting te gebruiken stuk in en druk op de toets [ENTER].

Werktuigmeting (enkel lengtemeting).

1. Breng het werktuig tot bij het stuk en maak er contact mee.

2. Vervolgens op de toetsencombinatie [Z] [ENTER] drukken.

Het werktuig werd reeds gekalibreerd. De CNC kent de overeenkomstige lengte (L) toe eninitialiseert het gegeven van corrector "K" met de waarde 0. De straal van het werktuig (R) moetmanueel worden ingevoerd.

Om een ander werktuig te kalibreren:

1. Selecteer deze in de machine.

2. Breng het werktuig tot bij het stuk en maak er contact mee.

3. Vervolgens op de toetsencombinatie [Z] [ENTER] drukken.

De werktuiggegevens wijz igen t i jdens de uitvoering van eenprogramma

Het is mogelijk de waarden van het werktuig (afmetingen en geometrie) te wijzigen zonder deuitvoering van het programma te onderbreken.

Druk op de toets [ESC] om deze pagina te sluiten.

Druk hiervoor op de werktuigkalibratie-toets. De CNC toont de pagina voor dewerktuigkalibratie met de gegevens die overeenstemmen met het actieve werktuig,waarbij deze gegevens of enige andere gegevens gewijzigd kunnen worden.

·60·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

2.7.3 Calibratie of werktuigmeting met taster (niveau 2)

De beschikbaarheid van dit kalibratieniveau hangt af van de aangekochte softwareopties en deaanwezigheid van een desktoptaster in de machine.

Wanneer dit niveau wordt geactiveerd, toont de CNC de volgende informatie.

A. Geeft de geselecteerde werkmodus aan.

B. Hulpgrafiek om de werktuigmeting uit te voeren.

C. Actuele staat van de machine.

D. Werktuignummer en toegewezen corrector.

E. Gegevens van de kalibratie.

F. Soort bewerking en waarden van de slijtage.

G. Positie van het taster.

Dit niveau kan worden bewaard als deel van een stukprogramma aan de hand van de toets [P.PROG]of uitgevoerd aan de hand van de toets [START].

Definieer de gegevens van de cyclus

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden: Niet alle gegevens zijn altijd beschikbaar; decyclus toont de nodige gegevens naargelang de gekozen bewerking.

• Veiligheidsafstand (Ds) voor de benaderingsfase van de taster.

• De vooruitgang (F) waarop de betasting wordt uitgevoerd.

• Het soort kalibratie of meting.

Met de cyclus kunnen de volgende afmetingen worden gekalibreerd of gemeten; enkel de lengtevan het werktuig over zijn as of over een uiteinde, enkel de straal of de lengte en de straal.

• De snelheid (S) van het werktuig en de draairichting. Kies een draairichting tegen de snijdrichtingin.

• Het aantal te meten draden (N).

• De te gebruiken tasterzijde (X+ X- Y+ Y-). Enkel wanneer de straal gekalibreerd of gemeten gaatworden.

• De afstand van het werktuigas naar het tastenpunt (d). Enkel wanneer de lengte over eenuiteinde gekalibreerd of gemeten gaat worden.

• Afstand ten opzichte van de theoretische werktuigpunt waar betasting (h) plaatsvindt. Dezeparameter kan erg nuttig zijn voor een werktuig met messen met een niet-horizontale onderkant.

A

B

C

D

E

F

G

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·61·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

Soort bewerking.

Met de cyclus kan een meting of een kalibratie worden uitgevoerd. Plaats de cursor in het veld"Meting / Kalibratie" en druk op de tweekleurige toets om de gewenste bewerking te selecteren. Omeen meting uit te voeren, moeten de volgende gegevens gedefinieerd worden.

De meting is enkel beschikbaar indien de softwareoptie "Controle van de levensduur van dewerktuigen" werd aangekocht.

Positie van het taster.

In dit gebied moet worden aangegeven of de cyclus de in de machineparameters gedefinieerdetasterpositie of de in dit gebied gedefinieerde positie inneemt. Selecteer om een van hen teselecteren het veld "Machineparameters / Geprogrammeerde parameters" met de cursor en drukop de tweekleurige toets.

Kmax Maximale toegestane lengte-slijtage.

Imax Maximale toegestane straal-slijtage.

StopChg

Gedrag van de cyclus wanneer de maximaal toegelaten slijtage wordt overschreden.Gebruik de tweekleurige toets om een van hen te selecteren.

Met de optie "Stop" wordt de uitvoering onderbroken zodat de bediener een anderwerktuig kan selecteren. Met de optie "Chg" wisselt de cyclus het werktuig voor eenander van de zelfde familie.

·62·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

2.7.4 Stuk centreren met / zonder taster (niveau 3)

De stukcentrering met / zonder taster bevindt zich op niveau 3 van de modus voor werktuigkalibratie.

Met de volgende pictogrammen hebt u toegang tot het scherm om stukken manueel te centrerenmet of zonder taster.

CENTRERING VAN STUK MET TASTER

De beschikbaarheid van dit kalibratieniveau hangt af van de aangekochte softwareopties en deaanwezigheid van een desktoptaster in de machine.

Deze cyclus aan de hand van een digitale taster berekent de werkelijke maten van het centrum,de oppervlaktemaat en de hellingshoek van een rechthoekig stuk, of de werkelijke maten van hetcentrum en de oppervlaktemaat van een cirkelvormig stuk.

Centrering van rechthoekig en cirkelvormig stuk met master.

In te voeren gegevens

Centrering van stuk met taster.

Stuk centreren zonder taster.

Als de tafeltaster niet geconfigureerd is of de tastercycli verborgen zijn (bit1 van de a.m.p. COCYF1=1),verschijnt het manueel centreren van stukken op niveau 2 van de mode instrumenten ijken. In dit gevalverschijnt het centreren van stukken met taster niet.

i

Pictogram voor het selecteren van de as en de richting (X+, X-, Y+, Y+) van de eerstetastbeweging.

Pictogram voor het selecteren van de oppervlaktemeting van het stuk.

Pictogram voor het selecteren van het te centreren type stuk (rechthoekig ofcirkelvormig).

L, H: Lengtematen van het stuk (lengte en breedte voor rechthoekig en diameter voorcirkelvormig stuk).

DZ: Afstand die de taster op Z moet stijgen voor de verplaatsingen van de taster boven hetstuk.

Ds: Benaderingsafstand tot het stuk bij het tasten voor de stukopzoeking. Indien dit nietwordt geprogrammeerd, wordt de door de operator ingestelde benaderingsafstandovergenomen.

Dr: Terugkeerafstand na het tasten voor stukopzoeking, voor het meettasten.

X: Maat op X van de tasterpositie waarop voor het eerst wordt getast. Indien dit niet wordtgeprogrammeerd, wordt de huidige positie op X van de taster overgenomen.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·63·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

STUKKEN MANUEEL CENTREREN ZONDER TASTER

Deze cyclus minimaliseert zonder een taster te gebruiken de voorbereidingstijd van een stuk, doorde werkelijke maten van het centrum en de helling van het stuk te berekenen.

Om het centrum van het stuk te berekenen, worden aan de verschillende zijden ervanaanraakbewegingen uitgevoerd.

Centrering van rechthoekig en cirkelvormig stuk zonder taster.

Y: Maat op Y van de tasterpositie waarop voor het eerst wordt getast. Indien dit niet wordtgeprogrammeerd, wordt de huidige positie op Y van de taster overgenomen.

Z: Maat op Z van de tasterpositie waarop voor het eerst wordt getast. Indien dit niet wordtgeprogrammeerd, wordt de huidige positie op Z van de taster overgenomen.

T: Werktuignummer van de taster. Indien dit niet wordt geprogrammeerd of met de waarde0 wordt geprogrammeerd, wordt het overeenkomstige foutbericht aangemaakt.

D: Correctornummer. Indien dit niet wordt geprogrammeerd, wordt de waarde van decorrector overgenomen die is toegewezen aan T in de werktuigtabel.

Fs: Tastvooruitgang voor stukopzoeking. Indien dit niet wordt geprogrammeerd of met dewaarde 0 wordt geprogrammeerd, wordt het overeenkomstige foutbericht aangemaakt.

F: Tastvooruitgang voor meting. Indien dit niet wordt geprogrammeerd of met de waarde0 wordt geprogrammeerd, wordt het overeenkomstige foutbericht aangemaakt.

Fa: Positioneringsvooruitgang van de taster naar de beginpunten van het tasten voorstukopzoeking. Indien dit niet wordt geprogrammeerd, wordt dit in snelle vooruitgang(G0) uitgevoerd.

Pictogram voor de voorselectie van maten van een referentiepunt van het stuk. Demogelijke waarden zijn:

• Geen voorselectie.

• Voorselectie in het centrum.

• Voorselectie en elk van de 4 hoeken voor een rechthoekig stuk of in elk van de 4kwadranten voor een cirkelvormig stuk.

ORGX: Maat X van de voorselectiewaarde. Indien dit niet wordt geprogrammeerd, word dewaarde 0 overgenomen.

ORGY: Maat Y van de voorselectiewaarde. Indien dit niet wordt geprogrammeerd, word dewaarde 0 overgenomen.

ORGZ: Indien de meting van het stukoppervlak werd geselecteerd, maat Z van devoorselectiewaarde. Indien dit niet wordt geprogrammeerd, word de waarde 0overgenomen.

Pictogram voor het (niet) toepassen van de gemeten coördinatendraaiing. Enkel voorrechthoekig stuk.

Z2

1

Y

X

34

5

(Xc, Yc)

Z

Y

X

1

2

3

(Xc, Yc)

·64·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

Overwegingen bij de cyclus

Bij het openen van stukken manueel centreren zonder taster wordt G73 gedeactiveerd (draaiing vanhet coördinatensysteem).

Wanneer het brandpunt in een vakje van het type "1 - RECALL", of in een vakje van de maat X ofY staat, verandert de kleur van het gekoppelde punt op de tekening.

Als u cirkelvormig stuk selecteert, moeten 3 punten aangeraakt worden en geeft het schermbijgevolg 3 punten weer. Als u rechthoekig stuk selecteert, hangt het aantal aan te raken puntenaf van het feit of u op één of op twee assen wenst te centreren, of van het feit of u de hoek wenstte berekenen of niet.

De maten X en Y van de verschillende punten kunnen te allen tijde bewerkt worden.

Wanneer het brandpunt in een vakje van het type "1 - RECALL" staat, wordt een hulpberichtweergegeven.

In te voeren gegevens

Pictogram voor het selecteren van het te centreren type stuk (rechthoekig ofcirkelvormig).

Pictogram voor selectie tussen machinematen en stukmaten.

Pictogram voor selectie van assen (enkel voor rechthoekig stuk).

Hiermee kunt u definiëren of u het stuk op twee assen of op slechts één as wenstte centreren.

Pictogram voor de voorselectie van maten van een referentiepunt van het stuk. Demogelijke waarden zijn:

• Geen voorselectie.

• Voorselectie in het centrum.

• Voorselectie en elk van de 4 hoeken voor een rechthoekig stuk of in elk vande 4 kwadranten voor een cirkelvormig stuk.

Pictogram om de coördinatendraaiing te berekenen (enkel voor rechthoekig stuk).

X Maat X van de voorselectiewaarde.

Y Maat Y van de voorselectiewaarde.R Straal van het instrument waarmee het stuk wordt gecentreerd. Dit gegeven kan

enkel worden ingevoerd als de voorselectie wordt uitgevoerd op een van dehoeken van een rechthoekig stuk.

Als deze waarde niet gewijzigd wordt, neemt het gegeven R de waarde aan vande straal van het actieve instrument. De waarde van R wordt geactualiseerdtelkens wanneer een nieuwe regelaar “D” wordt uitgevoerd.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·65·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

Werking

Volg nadat u het te centreren type stuk (rechthoekig of cirkelvormig) hebt geselecteerd, de volgendestappen:

1. Verplaats het instrument tot het gewenste punt van het stuk aanraakt.

2. Plaats het brandpunt in het vakje van het type "1 - RECALL" dat overeenstemt met het gewenstepunt en druk op de toets [RECALL]. Nu worden de maten van dit punt geactualiseerd.

3. Herhaal stap 1 en 2 voor de rest van de punten van het stuk.

4. Plaats nadat alle punten geactualiseerd zijn om het centrum en de hoek te berekenen hetbrandpunt op de toets “BEREKENEN” en druk op de toets [ENTER]. De hoek wordt enkelberekend indien het stuk rechthoekig is en u wenst te centreren op de twee assen.

5. Wanneer heel het proces is voltooid, geeft de CNC het centrum van het stuk en de hoek, indiengeselecteerd, weer op het scherm.

Als de voorselectie van maten actief is en het nieuwe nulstuk verandert, vraagt de CNCbevestiging.

6. Als de nieuwe voorselectie van maten is toegepast en u met stukmaten aan het werken bent,worden de maten van de punten geactualiseerd ten opzichte van het nieuwe referentiepunt.

Rekenparameters die de cyclus wijzigt:

Wanneer het centrum van het stuk en de hoek (enkel indien nodig) berekend is, worden de verkregenwaarden bewaard in de volgende algemene rekenparameters:

P296 Hoek van het stuk ten opzichte van de X-as ().

P298 Centrum van het stuk op de X-as (Xc).

P299 Centrum van het stuk op de Y-as (Yc).

Als u in de mode ISO van de conversationele mode, op het scherm voor draaiing van de coördinatenvan de hulp bij het programmeren, op [RECALL] drukt met het brandpunt in het veld , neemt dezeparameter de waarde aan die werd berekend in de cyclus voor manueel centreren van stukken.

Als de laatst uitgevoerde cyclus in de CNC die de algemene parameter P296 gebruikt, niet de cyclusvoor manueel centreren is, wordt de waarde van niet berekend in deze cyclus.

·66·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

2.7.5 IJking van de tafeltaster (niveau 4)

Aan de hand van de cyclus voor het ijken van de tafeltaster niveau 4, kan de taster worden geijkt.Op die manier is de voorbereidingstijd van de machine korter.

Het gebruikte instrument om te ijken, moet juist zijn geijkt in de straal en in de lengte.

In te voeren gegevens

[ T ] Werktuignummer.

Definieert het nummer van het instrument waarmee de taster wordt geijkt. Als dit niet wordtgeprogrammeerd of de waarde 0 wordt geprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmeldingweer.

[ D ] Correctornummer

Definieert het nummer van de regelaar van het instrument. Indien dit niet wordt geprogrammeerd,wordt de waarde van de corrector overgenomen die is toegewezen aan T in de werktuigtabel.

[ Ds ] Benaderingsafstand

Benaderingsafstand tot de taster bij elke aanraking. Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde0 wordt geprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

[ Dr ] Terugstelafstand

Afstand die het instrument terugkeert na aanraking met de taster, om de meting uit te voeren. Alsdit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0 wordt geprogrammeerd, geeft de CNC de volgendefoutmelding weer.

[ Fs ] Voorwaartse zoekbeweging

Voorwaartse zoekbeweging van de taster. Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0 wordtgeprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

[ F ] Voorwaartse meetbeweging

Voorwaartse meetbeweging. Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0 wordtgeprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

Type ijking

Z

Y

X

Ds

Ds

Geeft aan of het een enkele of dubbele ijking betreft:

• Enkele ijking: De ijking wordt uitgevoerd in de 4 kwadranten van de taster metde kop waarin het instrument is geplaatst op 0º.

• Dubbele ijking: De ijking wordt twee keer uitgevoerd in de vier kwadranten vande taster, met de kop op 0º en nogmaals met de kop op 180º. Op die manierworden excentriciteitsfouten van het instrument vermeden.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·67·

Wer

ktui

gkal

ibra

tie

Soort programmering van de maataanduidingen van de master

Geeft aan of de cyclus de positie van de taster zoals gedefinieerd in de machineparameters of depositie zoals gedefinieerd in de cyclus aanneemt. Selecteer om een van hen te selecteren het vakje"Machineparameters / Geprogrammeerde parameters" met de cursor en druk op de tweekleurigetoets.

Machineparameters: De cyclus neemt de positie van de taster zoals gedefinieerd in demachineparameters aan.

Geprogrammeerde parameters:De cyclus neemt de positie van de taster zoals gedefinieerd in decyclus aan (Xmax, Xmin, Ymax, Ymin, Zmax, Zmin).

[ Xmax ] Maat bij benadering, volgens de X-as, van de meest positieve zijde van de taster.

Maat bij benadering van de meest positieve zijde van de taster, volgens de abscissenas. Als dit nietwordt geprogrammeerd, wordt de waarde van de algemene machineparameters PRBXMAX (P41)genomen.

[ Xmin ] Maat bij benadering, volgens de X-as, van de minst positieve zijde van de taster

Maat bij benadering van de minst positieve zijde van de taster, volgens de abscissenas. Als dit nietwordt geprogrammeerd, wordt de waarde van de algemene machineparameter PRBXMIN (P40)genomen.

[ Ymax ] Maat bij benadering, volgens de Y-as, van de meest positieve zijde van de taster

Maat bij benadering van de meest positieve zijde van de taster, volgens de ordinatenas. Als dit nietwordt geprogrammeerd, wordt de waarde van de algemene machineparameter PRBYMAX (P43)genomen.

[ Ymin ] Maat bij benadering, volgens de Y-as, van de minst positieve zijde van de taster

Maat bij benadering van de minst positieve zijde van de taster, volgens de ordinatenas. Als dit nietwordt geprogrammeerd, wordt de waarde van de algemene machineparameter PRBYMIN (P42)genomen.

[ Zmax ] Maat bij benadering, volgens de Z-as, van de meest positieve zijde van de taster

Maat bij benadering van de meest positieve zijde van de taster, volgens de Z-as. Als dit niet wordtgeprogrammeerd, wordt de waarde van de algemene machineparameter PRBZMAX (P45)genomen.

[ Zmin ] Maat bij benadering, volgens de Z-as, van de minst positieve zijde van de taster

Maat bij benadering van de minst positieve zijde van de taster, volgens de Z-as. Als dit niet wordtgeprogrammeerd, wordt de waarde van de algemene machineparameter PRBZMIN (P44)genomen.

Rekenparameters die de cyclus wijzigt

Wanneer de cyclus voltooid is, geeft de CNC de werkelijke waarden die zijn verkregen na de metingaan in de volgende algemene rekenparameters:

P295 Werkelijke maat van de minst positieve zijde van de taster op de abscissenas.

P296 Werkelijke maat van de meer positieve zijde van de taster op de abscissenas.

P297 Werkelijke maat van de minst positieve zijde van de taster op de ordinatenas.

P298 Werkelijke maat van de meer positieve zijde van de taster op de ordinatenas.

P299 Werkelijke waarde van de gemeten zijde van de taster op de lengteas.

·68·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bed

ieni

ng v

an d

e ko

p

2.8 Bediening van de kop

Het standaard scherm van de MC-werkmodus de volgende informatie over de kop bevat:

1. Werkelijke kopsnelheid in t.p.m.

2. Theoretische kopsnelheid in t.p.m.

Druk op de toets [S] om ander snelheid te selecteren. De CNC omlijst de huidige waarde.

Nieuwe waarde invoeren en op de toets [START] drukken. De CNC neemt deze waarde aan enactualiseert de werkelijke snelheid van de kop.

De maximum snelheid van de kop wordt opgeslagen in de variabele MDISL. Deze variabelewordt geactualiseerd wanneer de functie "G92 S" via ISO wordt geprogrammeerd.

3. Toegepast percentage van de theoretische draaisnelheid van de kop.

Druk op de volgende toetsen om percentage (%) te wijzigen:

4. Status van de kop:

Druk op de volgende toetsen om de status van de kop te wijzigen:

Kop draait naar rechts,

Kop draait naar links,

Kop in stilstand.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

2.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·69·

Con

trol

e va

n de

ext

erne

toes

telle

n

2.9 Controle van de externe toestellen

De CNC laat toe via het toetsenbord tot 6 externe toestellen te activeren en te deactiveren,waaronder de koeling.

De fabrikant van de machine moet de toestellen activeren en deactiveren aan de hand het PLC-programma. De CNC brengt de PLC op de hoogte van de status van elk van de toetsen. Deovereenkomstige registerbit heeft de waarde 1 wanneer de toets is ingedrukt en de waarde 0wanneer de toets niet is ingedrukt.

De registerbit van elk van de toetsen is de volgende:

De status van het lampje van elk van deze toetsen moet gecontroleerd worden door de fabrikantvan de machine aan de hand van het PLC-programma.

Voorbeelden:

Bediening van de koeling:

DFU B28R561 = CPL TCLED1 = CPL O33

Bediening van de centerkop (O1). Om de centerkop te activeren of te deactiveren moet wordenvoldaan aan een aantal voorwaarden zoals kop in stilstand, enz.

DFU B30R561 AND (Overige voorwaarden) = CPL TCLED2 = CPL O34

·70·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

2.

WE

RK

EN

IN M

AN

UE

LE

ISO

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Beh

eer

van

ISO

2.10 Beheer van ISO

Toegang tot MDI-modus of ISO-werkmodus

Met de toets ISO kan de MDI-modus of de ISO-werkmodus geactiveerd worden.

Om de MDI-modus te activeren moet u in de manuele modus werken en op de toets ISO drukken.De CNC toont een scherm onderaan in het standaard (of speciale) scherm.

In dit venster kan een blok in ISO-code worden bewerkt en nadien uitgevoerd, zoals in MIDI in deM-werkmodus.

Weergave van de 10 laatste MDI-opdrachten

Vanuit de mode MDI wordt wanneer u op de toets [PIJL OMHOOG] of [PIJL OMLAAG] drukt, eenvenster geopend waarin de 10 laatste opdrachten worden weergegeven die werden uitgevoerd. Ditvenster wordt automatisch aangepast aan het aantal opdrachten die bewaard zijn.

Om een MDI-regel uit te voeren of te wijzigen die eerder werd uitgevoerd, volgt u de volgendestappen:

• Schakel over naar de mode MDI.

• Druk op de toets [PIJL OMHOOG] of [PIJL OMLAAG] om het venster te openen waarin de laatsteopdrachten in MDI worden weergegeven (tot een maximum van 10).

• Selecteer de gewenste opdracht aan de hand van de toets [PIJL OMHOOG] of [PIJL OMLAAG].

Druk om de geselecteerde opdracht uit te voeren op [START].

Druk om de geselecteerde opdracht te wijzigen op [ENTER]. Druk wanneer de opdrachtgewijzigd is op [START] om deze uit te voeren.

Overwegingen.

• Een MDI-opdracht wordt enkel bewaard als deze juist is en niet gelijk is aan de opdrachtonmiddellijk vóór deze opdracht in de lijst.

• De opdrachten worden zelfs na het uitzetten bewaard.

Aanmaak van een programma in ISO-code

De CNC laat toe een programma in ISO-code aan te maken in conversationele modus, vanuit eenbewerking (cyclus) of stukprogramma. Zie "6.5 Grafische voorstelling" op pagina 154.

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

3

·71·

WERK MET BEWERKINGEN OF CYCLI

Gebruik de volgende toetsen van de CNC om de verschillende bewerkingen of cycli vanmechanische bewerking te selecteren.

Gebruikerscycli

De gebruikerscyclus wordt bewerkt zoals eender welke andere standaard cyclus van de MC-modus.Wanneer alle vereiste gegevens zijn gedefinieerd, kan de gebruiker de cyclus zoals eender welkeandere standaard cyclus van de MC-modus uitvoeren of simuleren.

Cycli of bewerkingen van de CNC

Wanneer op eender welke andere toets wordt gedrukt, selecteert de CNC de overeenkomstigestandaard cyclus van mechanische bewerking, waarbij de weergave van het scherm wordt gewijzigden het lichtje van de ingedrukte toets oplicht (om de geselecteerde cyclus aan te geven).

De bewerkingen of cycli van de standaard mechanische bewerking die geselecteerd kunnen wordenmet elk van de toetsen zijn de volgende:

Wanneer de toets [PCALL] wordt ingedrukt, toont de CNC alle door de fabrikantgedefinieerde gebruikerscycli van de machine met de toepassing WGDRAW.

Kottering. Vlakdraaien en insteken

Ruiming. Kast met Profiel (2D en 3D)

Schroefdraad. Rechthoekige en ronde naaf.

Boren en stippelen. Rechthoekige en ronde kast.

Profielfreesbewerking. Positionering.

Wanneer de bewerking of cyclus van mechanische bewerking uit verscheidene niveausbestaat, moet op de toets [LEVEL CYCLE] worden gedrukt om het gewenstecyclusniveau te selecteren.

·72·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Sommige cycli kunnen worden uitgevoerd in de positie die het werktuig inneemt of ze kunnen eenmeervoudige positionering worden gegeven, zodat de cyclus zich op verscheidene punten herhaalt.De positioneringen die geselecteerd kunnen worden met elk van de toetsen zijn de volgende:

De CNC laat toe in ISO-code bewerkte blokken te combineren met standaard cycli of gebruikerscylivan mechanische bewerking om stukprogramma's uit te werken. Hoe dit moet en hoe dezeprogramma's te gebruiken, wordt uitgelegd in het hoofdstuk "5 Opslag van programma's".

Druk op de toets die overeenstemt met de geselecteerde cyclus (toets met opgelichte lampje) ofop de toets [ESC] om de selectie van de cyclus ongedaan te maken.

Meervoudige positionering van verscheidene punten.

Meervoudige positionering in rechte lijn.

Meervoudige positionering in boog.

Meervoudige positionering in de vorm van een parallellogram.

Meervoudige positionering in de vorm van een maas.

Als in conversationele mode wordt gewerkt, hoeven de globale parameters van 150 tot 299 (beideinbegrepen) niet gebruikt te worden omdat de bewerkingen of cycli deze parameters kunnen wijzigen,wat een foute werking van de machine kan veroorzaken.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·73·

Bew

erki

ngsw

ijze

van

de b

ewer

king

3.1 Bewerkingswijze van de bewerking

Wanneer de bewerking is geselecteerd, toont de CNC dit soort scherm:

1. Benaming van de geselecteerde bewerking of werkcyclus.

2. Hulpgrafiek.

3. Wanneer het een positiebepaling betreft, geeft dit de overeenkomstige bewerking aan.

4. Actuele staat van de machine. Maten en voorwaarden van mechanische bewerking.

5. Gegevens die de geometrie van de mechanische bewerking definiëren.

6. Voorwaarden van mechanische bewerking voor de bewerking.

De CNC toont een duidelijk geselecteerd icoon, een maat of een van de gegevens die de bewerkingof cyclus definiëren. Gebruik de volgende toetsen om een ander icoon, gegeven of maat teselecteren.

De CNC selecteert de vorige of de volgende.

De CNC selecteert de eerste maat die overeenstemt met deze as. Door opnieuwop deze toets te drukken, wordt de volgende maat voor deze as geselecteerd.

De CNC selecteert het overeenkomstige slijpgegeven. Door opnieuw op deze toetste drukken, wordt het afwerkingsgegeven geselecteerd.

De CNC selecteert het slijpgegeven "S". Door opnieuw op deze toets te drukken,wordt het afwerkingsgegeven "S" geselecteerd.

·74·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bew

erki

ngsw

ijze

van

de b

ewer

king

3.1.1 Definitie van de voorwaarden van mechanische bewerking

Sommige bewerkingen behouden dezelfde voorwaarden voor mechanische bewerking gedurendede volledige uitvoering (kottering, ruiming,…). Andere bewerkingen maken gebruik vanvoorwaarden van mechanische bewerking voor het slijpen en andere voorwaarden voor deafwerking (kasten, naven,…).

In dit onderdeel wordt aangegeven hoe al deze gegevens gedefinieerd kunnen worden.

Selectie van de slijpbewerking (slijpen).

Ga boven het vakje slijpen staan, selecteer of deselecteer de slijpbewerking door op de toets[BICOLOR] te drukken en druk op de toets [ENTER]. Wanneer het slijpen wordt geselecteerd,worden alle gegevens grijs.

De gegevens “Zijdeoverschot” en “Diepteoverschot” aan de afwerkingszijde wordengeactiveerd/gedeactiveerd aan d hand van het vakje slijpen.

Selectie van de afwerkingsbewerking (Afwerking).

Ga boven het vakje afwerking staan, selecteer of deselecteer de afwerkingsbewerking door op detoets [BICOLOR] te drukken en druk op de toets [ENTER]. Wanneer de afwerking wordtgedeselecteerd, worden alle gegevens grijs.

Vooruitgang van de assen (F).

Draaisnelheid van de kop (S).

Draairichting van de kop.

Werktuig voor de mechanische bewerking (T).

Ga naar boven dit gegeven, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Druk op [ESC] om de werktuigkalibratie te beëindigen en terug te keren naar de cyclus.

Koeling.

Er zijn 2 manieren om de koeling te activeren of te deactiveren.

Wanneer de bewerking of cyclus, of het stukprogramma waartoe deze behoort, voltooid is, stuurtde CNC de functie M9 naar de PLC.

Ga naar boven dit gegeven, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Ga naar boven dit gegeven, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Plaats de cursor boven dit gegeven en druk op de tweekleurige toets.

Het is ook mogelijk de modus voor werktuigkalibratie te activeren om de gegevens vanhet geselecteerde werktuig te raadplegen of te wijzigen. Hiertoe moet u zich boven hetveld "T" plaatsen en op de toets voor de werktuigkalibratie drukken.

Plaats de cursor boven dit gegeven en druk op de tweekleurige toets om het pictogramte veranderen.

Activeert de koeling. De CNC stuurt de functie M8 naar de PLC.

Deactiveert de koeling. De CNC stuurt de functie M9 naar de PLC.

*

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·75·

Bew

erki

ngsw

ijze

van

de b

ewer

king

Slijpbeurt ().

Nadraai overmaten (, z).

Ga naar boven dit gegeven, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Ga naar boven dit gegeven, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

·76·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bew

erki

ngsw

ijze

van

de b

ewer

king

3.1.2 Plan veiligheid

Voor alle bewerkingen zijn er vier werkvlakken:

• Vertrekvlak of positie van het werktuig wanneer de cyclus wordt opgeroepen. Wordt nietgedefinieerd; wordt bepaald door de CNC.

• Plan veiligheid. Wordt gebruikt voor de eerste benadering en voor het weghalen van het werktuigna de mechanische bewerking. Wordt gedefinieerd met de parameter Zs.

• Naam van het werkstuk. Dit wordt door de CNC berekend op 1 mm van het oppervlak van hetstuk.

• Oppervlakte van het werkstuk. Wordt gedefinieerd met de parameter Zs.

Het werktuig wordt snel (G00) naar het veiligheidsvlak (Zs) verplaatst, vervolgens eveneens snelnaar het benaderingsvlak (tot 1 mm van het oppervlak van het stuk) en tot slot in werkvooruitgang(G01) tot aan het oppervlak van het stuk.

Benadering aan het oppervlak van het stuk

De oppervlaktebenadering van het stuk hangt af van de positie die het werktuig inneemt.

• Indien boven het veiligheidsvlak (afbeelding links), wordt eerst in X, Y en vervolgens in Zverplaatst.

• Indien onder het veiligheidsvlak (afbeelding rechts), wordt eerst in Z verplaatst tot aan hetveiligheidsvlak, en vervolgens in X, Y en dan in Z tot aan het oppervlak van het stuk.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·77·

Bew

erki

ngsw

ijze

van

de b

ewer

king

3.1.3 Niveau van de cyclus

Alle cycli beschikken over verscheidene editieniveaus Ieder niveau heeft de beschikking over eeneigen beeldscherm waarbij het hoofdvenster van de cyclus de beschikbare niveaus en degene dieis geselecteerd door middel van randen zal weergeven.

Gebruik de toets [LEVEL CYCLE] om van niveau te veranderen of de toetsen [Paginaomhoog] en [Pagina omlaag] om de verschillende niveaus zowel naar omhoog als naaromlaag te doorlopen.

·78·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Sim

ulat

ie e

n ui

tvoe

ring

van

de b

ewer

king

3.2 Simulatie en uitvoering van de bewerking

Alle bewerkingen of cycli hebben 2 werkmodi; de uitvoeringsmodus en de bewerkingsmodus.

• Druk op de toets [ESC] om van de bewerkingsmodus over te gaan naar de uitvoeringsmodus.

• Druk op een van de volgende toetsen om van de uitvoeringsmodus over te gaan naar debewerkingsmodus .

Raadpleeg het hoofdstuk voor meer informatie over de simulatie en uitvoering van cycli"6 Uitvoering en simulatie".

De simulatie van de bewerking of cyclus kan in eender van beide modi gebeuren. Drukhiertoe op de toets [GRAPHICS].

Selecteer de uitvoeringsmodus en druk op de toets [START] om de bewerking of cyclusuit te voeren.

Bewerkingswijze Uitvoeringsmodus

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·79·

Sim

ulat

ie e

n ui

tvoe

ring

van

de b

ewer

king

3.2.1 Cycli bewerken in background

Tijdens de uitvoering van een programma of stuk kan een bewerking of cyclus gelijktijdig wordenbewerkt (bewerking in background). De nieuwe bijgewerkte bewerking kan gememoriseerd wordenals deel van een stukprogramma dat niet het uitvoeringsprogramma is.

De bewerking die wordt bijgewerkt in background kan niet worden uitgevoerd of gesimuleerd en dehuidige positie van de machine kan niet worden toegewezen aan een maat.

Gebruik de volgende toetsen om een werktuiginspectie of –wissel uit te voeren tijdens de bewerkingin background.

Indien de toets [T] wordt ingedrukt zonder de bewerking in background te beëindigen, wordt het veldT van de geactiveerde bewerking of vaste cyclus geselecteerd.

De uitvoering wordt beëindigd en er wordt voortgegaan met de bewerking inbackground.

Om het bewerken in background te beëindigen.

Om de werktuiginspectie te activeren.

De editie op de Achtergrond gedurende de uitvoering van een onafhankelijke bewerking of cycluswordt niet toegestaan. Dit zal alleen tijdens de uitvoering van een programma of werkstuk gerealiseerdkunnen worden.

i

·80·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Pro

fielfr

eesb

ewer

king

3.3 Profielfreesbewerking

Deze cyclus kan op twee verschillende manieren worden gedefinieerd:

Niveau 1.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het beginpunt (X1, Y1), de tussenliggende punten (P1 tot P12), het eindpunt (Xn, Yn) en devoorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

• Bovendien moet in het gegevensgebied van de slijpbewerking worden aangegeven of het frezenmet of zonder straalcompensatie van het werktuig gebeurt.

Niveau 2.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het beginpunt (X, Y), het nummer van het "Profielprogramma" en de voorwaarden vanmechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

• Bovendien moet in het gegevensgebied van de slijpbewerking worden aangegeven of het frezenmet of zonder straalcompensatie van het werktuig gebeurt.

Met deze toets wordt de profielfreesbewerking geactiveerd.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·81·

Pro

fielfr

eesb

ewer

king

3.3.1 Definitie van de gegevens

Maten van het beginpunt en eindpunt.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Tussenliggende punten (niveau 1).

De tussenliggende punten definieert men een voor een. Wanneer de 12 definitiepunten niet wordengebruikt, moet het eerste niet gebruikte punt worden gedefinieerd met de zelfde coördinaten alshet laatste punt van het profiel.

Op elk punt wordt het volgende gedefinieerd.

Indien een maat blanco wordt gelaten, gaat de cyclus er van uit dat het de zelfde is als het vorige punt.

De maten van elk punt kunnen ook incrementeel worden gedefinieerd. Om het gewenste teselecteren, situeert men zich boven de gewenste coördinaat en druk de toets Beide maten van hetgeselecteerde punt worden bij hun weergave voorafgegaan door het icoon "", dat de incrementelewaarde ten opzichte van het vorige punt aangeeft.

Alle punten van een profiel wissen.

Wanneer de gewenste punten geprogrammeerd zijn, is het mogelijk deze tegelijkertijd te wissen.Om alle geprogrammeerde punten te wissen, volgt u deze stappen:

• Houd de cursor boven de tekst "DEF. PROFIEL (max 12 punten)" van het venster waarin depunten worden bewerkt.

• Wanneer de cursor op deze positie wordt geplaatst, verandert de tekst in de volgende: "CLEAR– Alle punten wissen".

• Als u nu op de toets [CLEAR] drukt, wordt ere en venster geopend waarin om bevestiging wordtgevraagd om alle punten te wissen. Druk op [ENTER] om alle punten te wissen of op [ESC] omze niet te wissen.

• De maten X, Y worden een voor een gedefinieerd als maten van het begin- eneindpunt.

• Het soort zijkant. Om het soort zijkant te veranderen situeert men zich boven dezeicoon en druk de toets

Bij het definiëren van… De CNC begrijpt…

X1 25.323 Y1 26.557 Punt:X125.323Y126.557

X2 Y278.998 Punt:X225.323Y278.998

X3 67.441 Y3 83.231 Punt:X367.441Y383.231

X4 Y4 Punt: X4 67.441 Y4 83.231

X5 Y5 Er zijn geen punten meer, dit is een herhaling van het vorigepunt.

·82·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Pro

fielfr

eesb

ewer

king

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het begin- en eindpunt.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, I, Fz), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Als de gang van de uitdieping met het plusteken (I+)wordt geprogrammeerd zal de cyclus despoed opnieuw berekenen zodat alle uitdiepingen gelijk zijn, met een waarde gelijk aan of kleinerdan welke werd geprogrammeerd. Als er met het minteken (I-) wordt geprogrammeerd, zal decyclus met de gegeven stap worden bewerkt, met uitzondering van de laatste stap die het overigebewerkt.

Frezen met of zonder straalcompensatie van het werktuig.

Om het soort zijkant te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk de toets

Zonder straalcompensatie van het werktuig.

Met straalcompensatie van werktuig links.

Met straalcompensatie van werktuig rechts.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·83·

Pro

fielfr

eesb

ewer

king

3.3.2 Definitie van het profiel (niveau 2)

Het "programma van het profiel" definiëren.

Het "programma van het profiel" kan als volgt worden gedefinieerd.

• Toets rechtstreeks het nummer van het "profielprogramma" in.

Toets Indien het "profielprogramma" gekend is het programmanummer in en druk op de toets[ENTER].

• Open de bestandsmap "programma's van het profiel" om er een van te selecteren.

Druk op de toets [] . De vaste cyclus toont een venster met de gedefinieerdeprofielprogramma's. Gebruik de toetsen [] en [] om zich binnen dit venster te verplaatsen.Druk op de toets [ENTER] wanneer de cursor zich boven het gewenste programma bevindt.

Gebruik de toetsen [] en []. om dit venster te sluiten zonder een programma te selecteren.

Een nieuw “profielprogramma” bewerken.

Toets het programmanummer (tussen 0 en 999) in en druk nadien op de toets [RECALL] om eennieuw "profielprogramma" te bewerken. De CNC toont het venster van de profielbewerker(raadpleeg de gebruikshandleiding).

Wanneer het profiel is bewerkt, vraagt de CNC de aan het bewerkte "Profielprogramma" toe tewijzen opmerking. De gewenste opmerking invoeren en op de toets [ENTER] drukken. Indien u geenopmerking wenst, druk dan op de toets [ESC].

Een nieuw “profielprogramma” bewerken.

Druk op de toets []. De vaste cyclus toont de gedefinieerde profielprogramma's. Positioneer decursor boven het te kopiëren "Profielprogramma" en druk op de toets [P.PROG]. De CNC vraagthet nummer van het nieuwe profiel en laat toe de opmerking ervan te wijzigen. Indien het ingevoerdenummer overeenkomt met een reeds bestaand profiel, vraagt de CNC bevestiging om dit tevervangen.

Een reeds bestaand "Programma van het profiel" wijzigen.

Toets het programmanummer in en druk nadien op de toets [RECALL] om een "Profielprogramma"te wijzigen. De CNC toont het profiel dat momenteel gedefinieerd is in het venster van deprofielbewerker.

Met dit profiel kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd:

• Nieuwe elementen toevoegen op het einde van het huidige profiel.

• De gegevens van eender welk element wijzigen.

• Afschuiningen, afrondingen, enz. wijzigen of invoegen.

• Elementen van het profiel wissen.

Een reeds bestaand "Programma van het profiel" wissen.

Druk op de toets []. De vaste cyclus toont de gedefinieerde profielprogramma's. Positioneer decursor boven het te wissen "Profielprogramma" en druk op de toets [CLEAR]. De CNC vraagt ombevestiging.

De profielprogramma's kunnen ook geactiveerd worden in de modus "M" aangezien de CNC dezeintern bewaart als P997xxx.Voorbeeld: Het profielprogramma 123 wordt intern bewaard als P997123.Bij het opslaan van een stukprogramma, dat een kassacyclus met profiel niveau 2 bevat, op eenverwijderbare schijf, PC, diskettestation, enz. moet ook het overeenkomstige profielprogrammaP997xxx worden opgeslagen.

i

·84·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Afv

lakk

ings

- en

inke

rvin

gsbe

wer

king

en

3.4 Afvlakkings- en inkervingsbewerkingen

Afvlakkingsbewerking.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het soort afvlakking, het beginpunt (X1, Y1), de afmetingen van de afvlakking (L, H, E, ) ende voorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

• Bovendien moeten de freesafstand () in het gegevensgebied van de slijpbewerking en hetafwerkingsoverschot (z) in het gegevensgebied van de afwerkingsbewerking wordenaangegeven.

Groefbewerkingsbewerking.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het soort groefbewerkingen, het beginpunt (X1, Y1), de afmetingen van de groefbewerkingen(L, H, E, ) en de voorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

Met deze toets worden de bewerkingen afvlakking en inkerving geactiveerd.

• De freesafstand () en de richting van de mechanische bewerking definiëren inhet slijpgebied.

• De afwerkingsoverschotten ( en z), het aantal afwerkingsbeurten en de richtingvan de mechanische bewerking definiëren in het afwerkingsgebied.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·85·

Afv

lakk

ings

- en

inke

rvin

gsbe

wer

king

en

3.4.1 Definitie van de afvlakkingsgegevens

Afvlakking type.

Maten van het beginpunt (X1, Y1).

Definieer een van de hoeken van de te vlakken oppervlakte (X1, Y1). De maten definieert men eenvoor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat van de as bevindt, wordt de waardeop een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER]. Het venster rechts bovenaan toontde positie van het werktuig op elk ogenblik.

Te bewerken oppervlakte (L, H, E, ).

Definieer een van de hoeken (X1, Y1), van de te vlakken oppervlakte (X1, Y1), de lengte (L) en debreedte (H). De tekens L en H geven de oriëntatie weer ten opzichte van het punt X1, Y1.

Als men eenmaal de te bewerken oppervlakte heeft gedefinieerd, zal de icoon die rechtsonder wordtweergegeven (zone van het voor- en nadraaien) het mogelijk maken om de hoek te selecterenwaarmee bij het vlakdraaien wordt begonnen.

• De gegevens E en worden een voor een gedefinieerd. Ga naar het overeenkomstige venster,toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER]. Wanneer de parameter "E" wordtgeprogrammeerd met een lagere waarde dan de straal van het werktuig, voert de CNC deafvlakking uit met een waarde "E" gelijk aan de straal van het werktuig.

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het begin- en eindpunt.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, I, Fz), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Als de gang van de uitdieping met het plusteken (I+)wordt geprogrammeerd zal de cyclus despoed opnieuw berekenen zodat alle uitdiepingen gelijk zijn, met een waarde gelijk aan of kleinerdan welke werd geprogrammeerd. Als er met het minteken (I-) wordt geprogrammeerd, zal decyclus met de gegeven stap worden bewerkt, met uitzondering van de laatste stap die het overigebewerkt.

Freesafstand () en afwerkingsoverschotten (z).

Deze gegevens definieert men een voor een. Ga naar het overeenkomstige venster, toets degewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Afvlakking type.

Om het soort afvlakking te veranderen situeert men zich boven deze icoon en drukde toets.

·86·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Afv

lakk

ings

- en

inke

rvin

gsbe

wer

king

en

3.4.2 Definitie van de Groefbewerkingsgegevens

Soort groefbewerking.

Maten van het beginpunt.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Afmetingen van de groefbewerkingen (L, H, E, ).

Deze gegevens definieert men een voor een. Ga naar het overeenkomstige venster, toets degewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Wanneer de parameter "E" wordt geprogrammeerd met een lagere waarde dan de straal van hetwerktuig, voert de CNC de groefbewerking uit met een waarde "E" gelijk aan de straal van hetwerktuig.

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het begin- en eindpunt.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, I, Fz), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Als de gang van de uitdieping met het plusteken (I+)wordt geprogrammeerd zal de cyclus despoed opnieuw berekenen zodat alle uitdiepingen gelijk zijn, met een waarde gelijk aan of kleinerdan welke werd geprogrammeerd. Als er met het minteken (I-) wordt geprogrammeerd, zal decyclus met de gegeven stap worden bewerkt, met uitzondering van de laatste stap die het overigebewerkt.

Freesafstand () en afwerkingsoverschotten (z).

Deze gegevens definieert men een voor een. Ga naar het overeenkomstige venster, toets degewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Soort groefbewerking.

Om het soort groefbewerking te veranderen situeert men zich boven deze icoon en drukde toets

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·87·

Afv

lakk

ings

- en

inke

rvin

gsbe

wer

king

en

Mechanische bewerking van de verschillende soorten inkervingen met de wijzers van de klok mee.

·88·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

3.5 Cyclus van bak met profiel

Een kast bestaat uit een omtrek of buitenprofiel (1) en een reeks binnenomtrekken of -profielen (2).De binnenprofielen worden eilanden genoemd.

• De 2D-kasten (afbeelding bovenaan links) hebben alle wanden van het buitenprofiel en van deverticale eilanden.

• De 3D-kasten (afbeelding bovenaan rechts) kunnen een, verscheidene of alle wanden van hetbuitenprofiel en/of van de niet-verticale eilanden hebben (tot een maximum van 4).

Programmering van bak met profiel 2D.

Bij het definiëren van het profiel moet naast de buitenomtrek van de bak ook de omtrek of omtrekkenvan de eilanden worden gespecificeerd.

De mechanische bewerking in Z wordt gedefinieerd aan de hand van de volgende parameters:

Zs Maat van het veiligheidsvlak.

Z Maat van het stukoppervlak.

P Diepte van de kast.

I Stap in Z.

Fz Penetratievooruitgang in Z.

In het gegevensgebied van de slijpbewerking moet het volgende worden gedefinieerd:

De zijdelingse verdiepingshoek.

De freesafstand.

In het gegevensgebied van de afwerkingsbewerking moet het volgende worden gedefinieerd:

De zijdelingse verdiepingshoek.

Overschot op de zijwanden.

zAfwerkingsoverschot op de bodem.

N Aantal afwerkingsgangen in Z.

Met deze toets wordt de bewerking kast met profiel geactiveerd.

Er zijn twee soorten kasten met profiel; de kast met 2D-profiel en de kast met 3D-profiel.

Bak met 2D-profiel Bak met 2D-profiel

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·89·

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

Programmering van bak met profiel 3D.

Identificatienummer van de kast (CAJ. 3D).

Er zijn verscheidene 3D-kasten beschikbaar. De CNC kent elke 3D-kast alle overeenkomstigegegevens toe (oppervlakteprofiel, diepteprofielen, voorwaarden van mechanische bewerking,enz.).

Oppervlakteprofiel of profiel in het vlak X, Y. Profiel (P. XY).

Naast de buitenomtrek van de bak moet ook de omtrek of de omtrekken van de mogelijkeeilanden worden opgegeven.

Diepteprofiel van het eerst gedefinieerde profiel. Profiel (P. Z1).

Normaal gezien komt dit overeen met de buitenomtrek van de kast.

Diepteprofiel van het tweede gedefinieerde profiel. Profiel (P. Z2).

Normaal gezien komt dit overeen met de omtrek van het eerst gedefinieerde eiland.

Diepteprofiel van het derde gedefinieerde profiel. Profiel (P. Z3).

Normaal gezien komt dit overeen met de omtrek van het tweede gedefinieerde eiland.

Diepteprofiel van het vierde gedefinieerde profiel. Profiel (P. Z4).

Normaal gezien komt dit overeen met de omtrek van het derde gedefinieerde eiland.

De mechanische bewerking in Z wordt gedefinieerd aan de hand van de volgende parameters:

Zs Maat van het veiligheidsvlak.

Z Maat van het stukoppervlak.

P Diepte van de kast.

I1 Z-verloop van het slijpen.

Fz Penetratievooruitgang in Z.

I2 Z-verloop van de halfafwerking.

In het gegevensgebied van de slijpbewerking moet het volgende worden gedefinieerd:

De zijdelingse verdiepingshoek.

De freesafstand.

In het gegevensgebied van de afwerkingsbewerking moet het volgende worden gedefinieerd:

R Straal van de punt van het werktuig.

Overschot op de zijwanden.

Afwerkingsvooruitgang.

Wanneer alle profielen zijn gedefinieerd, moet de configuratie van de 3D-kastworden gevalideerd. Hiervoor moet u zich boven het icoon (a) plaatsen en op detoets [ENTER] drukken om de kast te valideren. De cyclus toont het icoon (b).

Richting afwerkingsgangen op de wanden.

(a) (b)

Het configuratieprogramma van de kast en de profielprogramma's zijn ook beschikbaar in de "M"-modus, aangezien de CNC deze intern bewaart als:P995xxx - Configuratie van de 3D-kast.P998xxx - De profielen van het vlak X,Y, zowel in de 2D- als in de 3D-kasten.P996xxx - De diepteprofielen van de 3D-kasten.

i

·90·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

3.5.1 Definitie van de gegevens

Voorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z).

Om de waarden (Zs en Z) in het overeenkomstige venster te definiëren, wordt de waarde op eenvan de volgende manieren ingegeven.

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Voorwaarden van mechanische bewerking in Z (P, Fz, I, I1, I2).

De maten definieert men een voor een.

• Voor het definiëren van de waarden (P, Fz, I, I1, I2), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Als de gang van de uitdieping met het plusteken (I+)wordt geprogrammeerd zal de cyclus despoed opnieuw berekenen zodat alle uitdiepingen gelijk zijn, met een waarde gelijk aan of kleinerdan welke werd geprogrammeerd. Als er met het minteken (I-) wordt geprogrammeerd, zal decyclus met de gegeven stap worden bewerkt, met uitzondering van de laatste stap die het overigebewerkt.

Freesafstanden () en afwerking ().

Ga naar het venster voor de slijpbewerking of afwerking, toets de gewenste waarde in en druk opde toets [ENTER].

De zijdelingse verdiepingshoeken (, ).

Ga naar het venster voor de slijpbewerking of afwerking, toets de gewenste waarde in en druk opde toets [ENTER].

Afwerkingsoverschotten: op de zijwanden () en de bodem (z).

Ga naar het venster voor de afwerkingbewerking, toets de gewenste waarde in en druk op de toets[ENTER].

Straal van de punt van het afwerkingswerktuig (R).

Ga naar het venster voor de afwerkingbewerking, toets de gewenste waarde in en druk op de toets[ENTER].

Richting afwerkingsgangen op de wanden.

Om de richting van de afwerkingsbeurten op de wanden te selecteren, moetu zich boven dit icoon plaatsen en op de tweekleurige toets drukken.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·91·

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

3.5.2 Definitie van het profiel

Het "programma van het profiel" definiëren.

Het "programma van het profiel" kan als volgt worden gedefinieerd.

• Toets rechtstreeks het nummer van het "profielprogramma" in.

Toets Indien het "profielprogramma" gekend is het programmanummer in en druk op de toets[ENTER].

• Open de bestandsmap "programma's van het profiel" om er een van te selecteren.

Druk op de toets [] . De vaste cyclus toont een venster met de gedefinieerdepro f ie lp rogramma's. Er z i jn 3 versch i l lende bestandsmappen; een voor dekastconfiguratieprofielen, een voor de profielen in het XY-vlak en een voor de diepteprofielenvan de kast. Gebruik de toetsen [] en [] om zich binnen dit venster te verplaatsen. Druk opde toets [ENTER] wanneer de cursor zich boven het gewenste programma bevindt.

Gebruik de toetsen [] en []. om dit venster te sluiten zonder een programma te selecteren.

Een nieuw “profielprogramma” bewerken.

Toets het programmanummer (tussen 0 en 999) in en druk nadien op de toets [RECALL] om eennieuw "profielprogramma" te bewerken. De CNC toont het venster van de profielbewerker(raadpleeg de gebruikshandleiding).

Wanneer het profiel is bewerkt, vraagt de CNC de aan het bewerkte "Profielprogramma" toe tewijzen opmerking. De gewenste opmerking invoeren en op de toets [ENTER] drukken. Indien u geenopmerking wenst, druk dan op de toets [ESC].

Een nieuw “profielprogramma” bewerken.

Druk op de toets []. De vaste cyclus toont de gedefinieerde profielprogramma's. Positioneer decursor boven het te kopiëren "Profielprogramma" en druk op de toets [P.PROG]. De CNC vraagthet nummer van het nieuwe profiel en laat toe de opmerking ervan te wijzigen. Indien het ingevoerdenummer overeenkomt met een reeds bestaand profiel, vraagt de CNC bevestiging om dit tevervangen.

Een reeds bestaand "Programma van het profiel" wijzigen.

Toets het programmanummer in en druk nadien op de toets [RECALL] om een "Profielprogramma"te wijzigen. De CNC toont het profiel dat momenteel gedefinieerd is in het venster van deprofielbewerker.

Met dit profiel kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd:

• Nieuwe elementen toevoegen op het einde van het huidige profiel.

• De gegevens van eender welk element wijzigen.

• Afschuiningen, afrondingen, enz. wijzigen of invoegen.

• Elementen van het profiel wissen.

Een reeds bestaand "Programma van het profiel" wissen.

Druk op de toets []. De vaste cyclus toont de gedefinieerde profielprogramma's. Positioneer decursor boven het te wissen "Profielprogramma" en druk op de toets [CLEAR]. De CNC vraagt ombevestiging.

De profielprogramma's kunnen ook geactiveerd worden in de modus "M" aangezien de CNC dezeintern bewaart als:P995xxx - Configuratie van de 3D-kast.P998xxx - De profielen van het vlak X,Y, zowel in de 2D- als in de 3D-kasten.P996xxx - De diepteprofielen van de 3D-kasten.Bij het opslaan van een stukprogramma, dat een bakcyclus met profiel bevat, op een verwijderbareschijf, PC, diskettestation, enz. moeten ook de overeenkomstige profielprogramma's wordenopgeslagen.

i

·92·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

3.5.3 Voorbeelden van definitie van profielen

Voorbeeld van definitie van een 2D-profiel zonder eilanden:

2D kast.

Configuratie.

Profiel

Hoeken.

Beëindigen.

Profiel bewaren.

Profiel 1 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Y

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 20 Y -8 Waarde aannemen

Recht X 20 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y -25 Waarde aannemen

Boog in de richting van de wijzers van de klok Xf 145 Yf 25 R 25 Waarde aannemen

Recht X 145 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 8 Waarde aannemen

Recht X 55 Y 8 Waarde aannemen

Recht X 55 Y -8 Waarde aannemen

Recht X 20 Y -8 Waarde aannemen

Linker benedenhoek [ENTER] Kant 15 [ENTER]

Linker bovenhoek [ENTER] Kant 15 [ENTER]

[ESC]

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·93·

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

Voorbeeld van definitie van een 2D-profiel met eilanden:

2D kast.

Configuratie.

Profil (buitenprofiel).

Hoeken.

Nieuw profiel (eiland).

Beëindigen.

Profiel bewaren.

Profiel 2 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Y

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 20 Y 0 Waarde aannemen

Recht X 20 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 0 Waarde aannemen

Linker benedenhoek [ENTER] Kant 15 [ENTER]

Linker benedenhoek [ENTER] Kant 15 [ENTER]

Rechter bovenhoek [ENTER] Kant 15 [ENTER]

Linker bovenhoek [ENTER] Kant 15 [ENTER]

[ESC]

Profiel

Beginpunt X 115 Y -25 Waarde aannemen

Recht X 115 Y 0 Waarde aannemen

Boog in de r ichting van dewijzers van de klok

Xf 90 Yf 25 Xc 115 Yc 25 R 25 Waarde aannemen

Recht X 50 Y 25 Waarde aannemen

Recht X 50 Y 0 Waarde aannemen

Boog in de r ichting van dewijzers van de klok

Xf 75 Yf -25 Xc 50 Yc -25 R 25 Waarde aannemen

Recht X 115 Y -25 Waarde aannemen

·94·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

Voorbeeld van definitie van een 3D-profiel zonder eilanden:

3D kast = 1

Buitenprofiel (P.XY).

Configuratie.

Profiel

Beëindigen.

Profiel bewaren.

Diepteprofiel (P.Z1).

Configuratie.

Profiel

Beëindigen.

Profiel bewaren.

P.XY= 3 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Y

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 20 Y 0 Waarde aannemen

Recht X 20 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 0 Waarde aannemen

P.XY= 3 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Z

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 20 Z 0 Waarde aannemen

Recht X 30 Z -20 Waarde aannemen

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·95·

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

Voorbeeld van definitie van een 3D-profiel met eilanden:

3D kast = 2

Buitenprofiel (P.XY).

Configuratie.

Profil (kastprofiel).

Profil (eilandprofiel).

Beëindigen.

Profiel bewaren.

P.XY= 4 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Y

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 20 Y 0 Waarde aannemen

Recht X 20 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y -40 Waarde aannemen

Recht X 145 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 40 Waarde aannemen

Recht X 20 Y 0 Waarde aannemen

Cirkel X 62,5 Y0 Xc 82,5 Yc 0 Waardeaannemen

·96·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

lus

van

bak

met

pro

fiel

Diepteprofiel (P.Z1).

Configuratie.

Profil (kastdiepteprofiel).

Beëindigen.

Profiel bewaren.

Diepteprofiel (P.Z2).

Configuratie.

Profil (eilanddiepteprofiel).

Beëindigen.

Profiel bewaren.

P.Z1= 2 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Z

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 20 Z 0 Waarde aannemen

Recht X 30 Z -20 Waarde aannemen

P.Z1= 3 [RECALL]

Abscissenas: X Ordenatenas: Z

Autozoom: Ja Waarde aannemen

Beginpunt X 77,5 Z 0 Waarde aannemen

Recht X 62,5 Z -20 Waarde aannemen

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·97·

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

naaf

3.6 Cycli van rechthoekige en ronde naaf

Cyclus van rechthoekige naaf.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het beginpunt (X, Y), de afmetingen van de naaf (L, H), de hellingshoek (), de te verwijderenhoeveelheid materiaal (Q), het soort hoek en de voorwaarden van mechanische bewerking inZ (Zs, Z, P, I, Fz).

Cyclus van ronde naaf.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• De coördinaten van het centrum (Xc, Yc), de straal van de naaf ®, de te verwijderen hoeveelheidmateriaal (Q) en de voorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

Met deze toets worden de bewerkingen ronde naaf en rechthoekige naaf geactiveerd.

• De freesafstand () en de richting van de mechanische bewerking definiëren in hetslijpgebied.

• De afwerkingsoverschotten ( en z), het aantal afwerkingsbeurten en de richting vande mechanische bewerking definiëren in het afwerkingsgebied.

• De freesafstand () en de richting van de mechanische bewerking definiëren in hetslijpgebied.

• De afwerkingsoverschotten ( en z), het aantal afwerkingsbeurten en de richting vande mechanische bewerking definiëren in het afwerkingsgebied.

·98·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

naaf

3.6.1 Definitie van de gegevens

Rechthoekige naaf. Positie van het beginpunt.

Wanneer aan de cyclus een meervoudige mechanische bewerking wordt toegewezen, geeft dit puntde positie weer waarop deze mechanische bewerkingen worden toegepast. Zie "3.13 Meervoudigepositioneringen" op pagina 119.

Maten van het beginpunt.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER]. Het venster rechts bovenaan toontde positie van het werktuig op elk ogenblik.

Rechthoekige naaf: Te verwijderen afmetingen, hellingshoek en materiaal.

De gegevens definieert men een voor een. Ga naar het overeenkomstige venster, toets de gewenstewaarde in en druk op de toets [ENTER].

Soort hoek.

Ronde naaf: Coördinaten van het te verwijderen middelpunt, straal en materiaal.

De gegevens definieert men een voor een.

• De coördinaten van het centrum (Xc, Yx) worden gedefinieerd als maten van het begin- eneindpunt.

• Voor het definiëren van de overige waarden (R, Q), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het begin- en eindpunt.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, I, Fz), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER]. Als de gang van de uitdieping met hetplusteken (I+)wordt geprogrammeerd zal de cyclus de spoed opnieuw berekenen zodat alleuitdiepingen gelijk zijn, met een waarde gelijk aan of kleiner dan welke werd geprogrammeerd.Als er met het minteken (I-) wordt geprogrammeerd, zal de cyclus met de gegeven stap wordenbewerkt, met uitzondering van de laatste stap die het overige bewerkt.

Het beginpunt van de naaf kan op een top of in het centrum worden gesitueerd. Om hetpositie te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk de toets

Het soort hoek.

Om het soort hoek te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk de toets

(X,Y)

(X,Y)

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·99·

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

naaf

Freesafstand (). Afwerkingsoverschotten op de zijwanden () en de bodem (z).Aantal afwerkingsgangen in (N).

Ga naar het venster voor de afwerkingsbewerking, toets de gewenste waarde in en druk op de toets[ENTER].

·100·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

bak

3.7 Cycli van rechthoekige en ronde bak

Cyclus van rechthoekige bak (niveau 1).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het beginpunt (X, Y), de afmetingen van de kast (L, H) en de voorwaarden van mechanischebewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

Cyclus van rechthoekige bak (niveau 2).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het beginpunt (X, Y), de afmetingen van de kast (L, H), de hellingshoek (), het soort hoek ende voorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

Met deze toets worden de bewerkingen rechthoekige kast en ronde kast geactiveerd.

• Bovendien moeten de freesafstand (), de afwerkingsoverschot () en de richting vande machinale bewerking worden aangegeven.

• In het slijpgebied moeten de zijdelingse verdiepingshoek (), de freesafstand () ende richting van de mechanische bewerking worden gedefinieerd.

• In het afwerkingsgebied moeten de zijdelingse verdiepingshoek (), deafwerkingsoverschotten ( en z), het aantal afwerkingsbeurten (N) en de richtingvan de mechanische bewerking gedefinieerd worden.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·101·

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

bak

Cyclus van ronde bak (niveau 1).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• De coördinaten van het centrum (Xc, Yx), de straal van de kast (R) en de voorwaarden vanmechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

Cyclus van ronde bak (niveau 2).

Dit is het geschikte niveau om voorgeëvacueerde kasten of kronen mechanisch te bewerken.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• De coördinaten van het centrum (Xc, Yc), de binnenstraal (Ri) en de buitenstraal (Re) van dekast en de voorwaarden van mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

• In het slijpgebied moeten de zijdelingse verdiepingshoek (), de freesafstand () ende richting van de mechanische bewerking worden gedefinieerd.

• In het afwerkingsgebied moeten de zijdelingse verdiepingshoek (), deafwerkingsoverschotten ( en z), het aantal afwerkingsbeurten (N) en de richtingvan de mechanische bewerking gedefinieerd worden.

• In het slijpgebied moeten de zijdelingse verdiepingshoek (), de freesafstand () ende richting van de mechanische bewerking worden gedefinieerd.

• In het afwerkingsgebied moeten de zijdelingse verdiepingshoek (), deafwerkingsoverschotten ( en z), het aantal afwerkingsbeurten (N) en de richtingvan de mechanische bewerking gedefinieerd worden.

·102·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

bak

3.7.1 Definitie van de gegevens

Rechthoekige kast. Positie van het beginpunt.

Wanneer aan de cyclus een meervoudige mechanische bewerking wordt toegewezen, geeft dit puntde positie weer waarop deze mechanische bewerkingen worden toegepast. Zie "3.13 Meervoudigepositioneringen" op pagina 119.

Maten van het beginpunt.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Rechthoekige kast: Afmetingen en hellingshoek.

De gegevens definieert men een voor een. Ga naar het overeenkomstige venster, toets de gewenstewaarde in en druk op de toets [ENTER].

Soort hoek.

Ronde kast: Coördinaten van het centrum en straal.

De gegevens definieert men een voor een.

• De coördinaten van het centrum (Xc, Yx) worden gedefinieerd als maten van het begin- eneindpunt.

• Ga om de straal (R, Ri, Re) te definiëren naar het overeenkomstige venster, toets de gewenstewaarde in en druk op de toets [ENTER].

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, I, Fz).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het begin- en eindpunt.

Het beginpunt van de kast kan op een top of in het centrum worden gesitueerd. Om hetpositie te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk de toets

Het soort hoek.

Om het soort hoek te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk de toets

Indien de afmetingen van de kast geen gespecificeerde afronding of afschuiningtoelaten, voert de CNC de afschuining of afronding uit met de maximum toegelatenwaarde.

(X,Y)

(X,Y)

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·103·

Cyc

li va

n re

chth

oeki

ge e

n ro

nde

bak

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, I, Fz), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Als de gang van de uitdieping met het plusteken (I+)wordt geprogrammeerd zal de cyclus despoed opnieuw berekenen zodat alle uitdiepingen gelijk zijn, met een waarde gelijk aan of kleinerdan welke werd geprogrammeerd. Als er met het minteken (I-) wordt geprogrammeerd, zal decyclus met de gegeven stap worden bewerkt, met uitzondering van de laatste stap die het overigebewerkt.

Freesafstand (). Afwerkingsoverschotten op de zijwanden () en de bodem (z).Aantal afwerkingsgangen in (N).

Ga naar het venster voor de afwerkingsbewerking, toets de gewenste waarde in en druk op de toets[ENTER].

De zijdelingse verdiepingshoeken (, ).

Bij de rechthoekige kast verloopt de verdieping vanuit het centrum van de kast langs de eerste baanvan de mechanische bewerking. Het traject wordt zo vaak als nodig doorlopen zodat opnieuw inhet centrum van de kast wordt geëindigd.

Bij de ronde kast verloopt de verdieping vanuit het centrum van de kast, in een spiraalvormige baanvan de straal die gelijk is aan die van het werktuig en in de richting van de mechanische bewerking.De verdieping eindigt altijd in het centrum van de kast.

Ga naar het venster voor de slijpbewerking of afwerking, toets de gewenste waarde in en druk opde toets [ENTER].

·104·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Pos

ition

erin

g (2

niv

eaus

)

3.8 Positionering (2 niveaus)

Niveau 1.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het bestemmingspunt (X, Y, Z), de verplaatsingsvolgorde van de assen, het soortverplaatsingsvooruitgang.

Niveau 2.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het bestemmingspunt (X, Y, Z), de verplaatsingsvolgorde van de assen, het soortverplaatsingsvooruitgang en de hulpfuncties "M" die voor en na de verplaatsing wordenuitgevoerd.

Met deze toets worden de bewerkingen positionering geactiveerd.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·105·

Pos

ition

erin

g (2

niv

eaus

)

3.8.1 Definitie van de gegevens

Maten van het beginpunt.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Verplaatsingsvolgorde van de assen.

Soort vooruitgang van de verplaatsing.

Hulpfuncties "M".

De functies worden uitgevoerd in de zelfde volgorde als ze werden ingevoegd in de lijst.

Selecteer het overeenkomstige venster aan de hand van de toetsen [][]. Gebruik de toetsen[][] om zich binnen het venster te verplaatsen.

Selecteer een functie en druk op de toets [CLEAR] om de functie te wissen.

Om het verplaatsingsvolgorde te veranderen situeert men zich boven deze icoon en drukde toets

De drie assen tegelijkertijd.

Eerst Z en dan op het vlak (assen X, Y tegelijkertijd).

Eerst op het vlak (assen X, Y tegelijkertijd) en dan Z.

Om het soort vooruitgang te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk detoets

Geprogrammeerde vooruitgang.

Snelle vooruitgang.

·106·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Kot

terin

gsbe

wer

king

3.9 Kotteringsbewerking

Kotteringsbewerking (niveau 1).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P) en detemporisering op de bodem (t).

Kotteringsbewerking (niveau 2).

Dit niveau is enkel beschikbaar wanneer wordt gewerkt met een gerichte stilstand van de kop. Indit niveau kan, na doordringing van de huls, de kop worden gericht en de huls worden terugbewogenvóór de uitgangsbeweging, waardoor wordt vermeden dat het stuk wordt gekrast.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P), de temporiseringop de bodem (t) en de oriëntatie- en teruggangsgegevens van de huls (s, x, y).

Met deze toets worden de bewerkingen kottering geactiveerd.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·107·

Kot

terin

gsbe

wer

king

3.9.1 Definitie van de gegevens

Maten van het punt van mechanische bewerking.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, t).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het punt van mechanischebewerking.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, t), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Soort uitgang op niveau 1.

De uitgangsbeweging kan op twee manieren gebeuren:

Oriëntatie- en teruggangsgegevens van de huls (s, Dx, Dy).

De gegevens definieert men een voor een. Ga naar het overeenkomstige venster, toets de gewenstewaarde in en druk op de toets [ENTER].

Eerst wordt de huls gericht, vervolgens gaat deze terug in XY en tot slot gaat deze in snel en metde kop in stilstand omhoog (G00).

Om het soort uitgang te veranderen situeert men zich boven deze icoon en druk de toets

Met de snelheid van mechanische bewerking (G01) en een draaiende kop.

In snelle modus (G00) en met de kop in stilstand.

·108·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Rui

min

gsbe

wer

king

3.10 Ruimingsbewerking

Ruimingsbewerking.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P) en detemporisering op de bodem (t).

Met deze toets worden de ruimingsbewerking geactiveerd.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·109·

Rui

min

gsbe

wer

king

3.10.1 Definitie van de gegevens

Maten van het punt van mechanische bewerking.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, t).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het punt van mechanischebewerking.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, t), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

·110·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Sch

roef

draa

dbew

erki

ng

3.11 Schroefdraadbewerking

Schroefbewerking (niveau 1).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P), de temporiseringop de bodem (t) en het soort schroefdraad.

Freesbewerking voor schroefdraad (niveau 2).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het uit te voeren type schroefbewerking (binnen of buiten), het punt van de mechanischebewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maat van het oppervlak van het stuk(Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P), de nominale diameter van deschroefdraad (), de diepte van de schroefdraad (K), de doorgang van de schroefdraad (B), debenaderingsafstand tot de ingang van de schroefdraad (Ds), de ingangshoek van deschroefdraad (), de zin van de mechanische schroefbewerking, de richting van demechanische schroefbewerking, het te gebruiken type instrument en het aantal snijkanten vanhet mes.

Met deze toets hebt u toegang tot de schroef- en freesbewerkingen.

Freesbewerking binnenschroefdraad Freesbewerking buitenschroefdraad

Zs

P

B

K

Zs

P

B

K

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·111·

Sch

roef

draa

dbew

erki

ng

3.11.1 Definitie van de gegevens (schroefbewerking)

Maten van het punt van mechanische bewerking.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, P, t).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het punt van mechanischebewerking.

• Voor het definiëren van de overige waarden (P, t), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Type schroefdraad.

Door de vaste schroefdraad met verwijdering te selecteren, verschijnen er twee velden om deuitdiepingsdoorgang en de terugkeerafstand in te stellen.

I Uitdiepingsdoorgang

B Terugstelafstand

Definitie van de schroefdraad.

De cyclus biedt twee manieren aan om de schroefdraad te definiëren:

• Bezig met het definiëren van de doorgang (p) en de snelheid van de kop (S)

• Bezig met het definiëren van de vooruitgang (F) en de snelheid van de kop (S).

Om een van de modi te selecteren kan in het gebied "Verdieping" een icoon met 2 statussen, [p,S] en [F, S] worden gebruikt. Selecteer om de gewenste modus te selecteren het icoon en druk opde tweekleurige toets; de cyclus geeft de gekozen velden weer.

Draadsnijden rigide. Zonder compensatieslinger.

Vaste schroefdraad met verwijdering

Schroefdraad niet rigide. Met compensatieslinger.

·112·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Sch

roef

draa

dbew

erki

ng

VERWIJDERING VAN HET INSTRUMENT

Tijdens de mechanische bewerking laat de CNC toe het instrument te verwijderen naar het startvlak,waarbij de kop wordt stilgezet wanneer dit vlak is bereikt.

Wanneer het merkteken PLC RETRACYC (M5065) wordt geactiveerd, worden de as en de kopstilgezet en wordt de verwijdering uitgevoerd waarbij de zin van zowel de as als van de kop wordtveranderd en de F en de S van de mechanische bewerking worden gehandhaafd.

De volgorde van stilstand en opstarten van de kop en de as bij de mannelijke schroefbewerking,handhaaft de zelfde synchronisaties en temporiseringen die er zijn tijdens de uitvoering van de vastecyclus.

Opties na het uitvoeren van de instrumentverwijdering

Wanneer de verwijdering is uitgevoerd, heeft de gebruiker de volgende opties:

• Het gat voltooien.

• Naar het volgende gat gaan.

• Een inspectieproces van het instrument uitvoeren.

Hierna geeft de CNC het volgende bericht:

"Druk om de cyclus te beëindigen op START en om naar de volgende over te gaan opSKIPCYCL".

Het gat voltooien:

Druk om het gat te voltooien op de toets [START].

Het gat wordt herhaald vanuit het startvlak, met dezelfde F- en S-voorwaarden, zonder halt tehouden op het punt waar werd gestopt.

Naar het volgende gat gaan:

Activeer om naar het volgende gat te gaan het merkteken PLC SKIPCYCL.

Nu verschijnt het volgende bericht op de CNC:

"Druk om door te gaan op START".

Nadat u op de toets [START] hebt gedrukt, sluit de CNC de cyclus af en wordt doorgegaan met hetvolgende blok.

Een inspectieproces van het instrument uitvoeren.

Als u niet wenst het gat te voltooien noch naar het volgende gat te gaan, kunt u een standaardinspectieproces van het instrument uitvoeren.

In dat geval moet u een blok en een standaard herpositionering selecteren om door te gaan methet uitvoeren van het programma.

Nadat de instrumentinspectie is uitgevoerd en de herpositionering voltooid is, hebt u de volgendemogelijkheden:

• Doorgaan met de cyclus die werd onderbroken.

• De cyclus die werd onderbroken overslaan en doorgaan met het volgende blok.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·113·

Sch

roef

draa

dbew

erki

ng

3.11.2 Definitie van de gegevens (schroefdraad frezen)

Maten van het punt van mechanische bewerking.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Type schroefdraad

[ Zs ] Veiligheidsmaat

Definieert de maat van het veiligheidsvlak op de Z-as.

[ Z ] Oppervlakte van het werkstuk.

Definieert de maat op de Z-as van het oppervlak van het stuk.

[ P ] Diepte van de mechanische bewerking

Definieert de totale diepte van het frezen. Als de waarde 0 wordt geprogrammeerd, geeft de CNCde volgende foutmelding weer.

Diameter van de schroefdraad

Definieert de nominale diameter van de schroefdraad. Als dit niet wordt geprogrammeerd of dewaarde 0 wordt geprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

[ K ] Diepte van de schroefdraad

Definieert de afstand tussen de top en het dal van de schroefdraad. Als dit niet wordtgeprogrammeerd, geeft de CNC de overeenkomstige foutmelding weer.

[ B ] Stap van schroefdraad

Definieert de doorgang van de schroefdraad. Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0wordt geprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

[ Ds ] Benaderingsafstand

Benaderingsafstand tot de ingang van de schroefdraad. Als dit niet wordt geprogrammeerd of dewaarde 0 wordt geprogrammeerd, wordt de ingang tot de schroefdraad vanuit het centrum van hetgat uitgevoerd.

[ a ] Ingangshoek van de schroefdraad

Hoek (in graden) van het segment dat wordt gevormd door het centrum van het gat en hetingangspunt van de schroefdraad naar de abscissenas. Als dit niet wordt geprogrammeerd, wordtde waarde 0 aangenomen.

Definieert het uit te voeren type schroefdraad (binnen of buiten).

·114·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Sch

roef

draa

dbew

erki

ng

Zin van de mechanische schroefbewerking

Richting van de mechanische schroefbewerking

Soort werktuig

[ N ] Aantal snijkanten van het mes

Definieert het aantal snijkanten van het mes (alleen als de mechanische bewerking wordt uitgevoerdmet een mes met n snijkanten). Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0 wordtgeprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

Definieert de zin van de mechanische schroefbewerking.

Definieert de zin van de mechanische schroefbewerking (vanaf het oppervlak vanhet stuk tot de bodem, of vanaf de bodem tot het oppervlak van het stuk).

Definieert het type instrument dat zal worden gebruikt voor de mechanischebewerking.

• Schroefbewerking in één enkele doorgang.

• Schroefbewerking van een schroefdraad per doorgang (mes met 1 snijkant).

• Schroefbewerking van n schroefdraden per doorgang (mes met n snijkanten).

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·115·

Boo

r- e

n st

ippe

lbew

erki

ngen

3.12 Boor- en stippelbewerkingen

Stippelbewerkingen.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de temporisering op de bodem (t) en het soort stippelen.

Boorbewerking (niveau 1).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P), de boordoorgang(I) en de temporisering op de bodem (t).

Boorbewerking (niveau 2).

Hiermee kan de afstand (B) van de teruggang na elke verdieping worden bepaald.

Met deze toets hebt u toegang tot de boor, prik en boorfreesbewerkingen.

·116·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Boo

r- e

n st

ippe

lbew

erki

ngen

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de totale diepte van de mechanische bewerking (P), de boordoorgang(I), de temporisering op de bodem (t) en de afstand van de teruggang na elke verdieping (B).

Boorbewerking (niveau 3).

Hiermee kan een teruggangsmaat (Zr) na elke verdieping worden bepaald.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het punt van de mechanische bewerking (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maatvan het stukoppervlak (Z), de teruggangsmaat (Zr), de totale diepte van de mechanischebewerking (P), de boordoorgang (I) en de temporisering op de bodem (t).

Boorfreesbewerking (niveau 5).

Met deze cyclus kunt u de diameter van een gat vergroten aan de hand van een spiraalvormigebeweging van het instrument. Bovendien kunt u, als het instrument dit toelaat, ook een gatmechanisch bewerken zonder dat er al een gat is.

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• Het mechanische bewerkingspunt (X, Y), de maat van het veiligheidsvlak (Zs), de maat van hetoppervlak van het stuk (Z), de diameter van de boring , de diameter van de voorboring K,de totale diepte van de mechanische bewerking (P), de zin van de spiraalloop (B) van de boringen de bijwerking van de bodem.

P

Zs

k

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·117·

Boo

r- e

n st

ippe

lbew

erki

ngen

3.12.1 Definitie van de gegevens

Maten van het punt van mechanische bewerking.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER]. Het venster rechts bovenaan toontde positie van het werktuig op elk ogenblik.

Mechanische bewerking in Z (Zs, Z, Zr, P, I, t, B).

De maten definieert men een voor een.

• De waarden Zs en Z worden gedefinieerd als de maten van het punt van mechanischebewerking.

• Voor het definiëren van de overige waarden (Zr, P, I, t, B), ga naar het overeenkomstige venster,toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Soort stippelen.

• Bezig met het definiëren van de totale diepte van de mechanische bewerking (P).

• Bezig met het definiëren van de hoek van de priem () en de diameter van het punt ().

Voor het definiëren van de waarden (P, , ), ga naar het overeenkomstige venster, toets degewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Diameter van de boring (

Definieert de diameter van de boring. Ga om deze waarde te definiëren naar het overeenkomstigevenster, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER]. Als dit niet wordt geprogram-meerd of de waarde 0 wordt geprogrammeerd, geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

Diameter van de voorboring (K).

Als u vertrekt van een eerder mechanisch bewerkt gat, definieert deze parameter de diameter vandit gat. Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0 wordt geprogrammeerd, geeft dit aan dater geen eerder gat is.

Het instrument moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

• De straal van het instrument moet kleiner zijn dan J/2.

• De straal van het instrument met groter zijn dan of gelijk zijn aan (J-K)/4.

Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, geeft de CNC de overeenkomstige foutmelding weer.

Spiraalvormige verdiepingsdoorgang (B).

Definieert de spiraalvormige verdiepingsdoorgang (enkel in geval van boorfreesbewerking). Ga omdeze waarde te definiëren naar het overeenkomstige venster, toets de gewenste waarde in en drukop de toets [ENTER]. Als dit niet wordt geprogrammeerd of de waarde 0 wordt geprogrammeerd,geeft de CNC de volgende foutmelding weer.

Zin van de mechanische bewerking van de boring.

Bijwerking van de bodem.

Om het soort schroefdraad te veranderen situeert men zich boven deze icoon en drukde toets Het soort stippelen kan op 2 verschillende manieren worden gedefinieerd.

Definieert de zin van de spiraalvormige baan van de boring.

Definieert of de bodem van de boring wordt bijgewerkt (blinde boring) of niet (openboring)

·118·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Boo

r- e

n st

ippe

lbew

erki

ngen

3.12.2 Verwijdering van het instrument

Tijdens de mechanische bewerking van een boring, laat de CNC toe het instrument te verwijderennaar het vertrekvlak, waarbij de kop wordt stilgezet wanneer dit bereikt wordt.

Wanneer het merkteken PLC RETRACYC (M5065) wordt geactiveerd, wordt de hoofdas stilgezeten wordt de verwijdering uitgevoerd onder de kop stil te zetten. De kop wordt stilgezet wanneer deverwijdering is uitgevoerd, wanneer het vertrekvlak is bereikt.

Opties na het uitvoeren van de instrumentverwijdering

Wanneer de verwijdering is uitgevoerd, heeft de gebruiker de volgende opties:

• Het gat voltooien.

• Naar het volgende gat gaan.

• Een inspectieproces van het instrument uitvoeren.

Hierna geeft de CNC het volgende bericht:

"Druk om de cyclus te beëindigen op START en om naar de volgende over te gaan opSKIPCYCL".

Het gat voltooien:

Druk om het gat te voltooien op de toets [START].

Gaat G0 omlaag met de kop in werking tot één millimeter vóór de maat waarop het gat werd stilgezet.Van hier uit wordt doorgegaan naar de in de cyclus geprogrammeerde F en S.

Naar het volgende gat gaan:

Activeer om naar het volgende gat te gaan het merkteken PLC SKIPCYCL.

Nu verschijnt het volgende bericht op de CNC:

"Druk om door te gaan op START".

Nadat u op de toets [START] hebt gedrukt, sluit de CNC de cyclus af en wordt doorgegaan met hetvolgende blok.

Een inspectieproces van het instrument uitvoeren.

Als u niet wenst het gat te voltooien noch naar het volgende gat te gaan, kunt u een standaardinspectieproces van het instrument uitvoeren.

In dat geval moet u een blok en een standaard herpositionering selecteren om door te gaan methet uitvoeren van het programma.

Nadat de instrumentinspectie is uitgevoerd en de herpositionering voltooid is, hebt u de volgendemogelijkheden:

• Doorgaan met de cyclus die werd onderbroken.

• De cyclus die werd onderbroken overslaan en doorgaan met het volgende blok.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·119·

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

3.13 Meervoudige positioneringen

Sommige cycli kunnen worden uitgevoerd in de positie die het werktuig inneemt of ze kunnen eenmeervoudige positionering worden gegeven, zodat de cyclus zich op verscheidene punten herhaalt.De CNC laat toe meervoudige positioneringen toe te kennen aan de volgende cycli.

• Kotterings-, ruimings-, schroefdraad-, boor- en stippelbewerkingen.

• Kasten ( met kasten 2D en 3D).

• Naven.

Gebruik de volgende toetsen om de meervoudige positioneringen te selecteren. De positioneringendie geselecteerd kunnen worden met elk van de toetsen zijn de volgende:

Wanneer een van deze toetsen wordt ingedrukt, selecteert de CNC de overeenkomstigepositionering en wordt de weergave van het scherm veranderd. De CNC houdt het lampje van detoets die overeenstemt met de bewerking die geselecteerd was (kast, naaf, kottering, ruiming, enz.)opgelicht en toont onderaan in het scherm de gegevens van deze bewerking.

Een meervoudige positionering toewijzen aan een cyclus

Een meervoudige positionering kan als volgt aan een cyclus worden toegewezen.

1. Definitie van de cyclus van mechanische bewerking, inclusief de positie van het beginpunt.

2. Selectie van het soort positionering waaraan moet worden toegewezen.

3. De verschillende positioneringspunten programmeren.

De cyclus neemt als eerste punt voor de positionering het beginpunt van de mechanischebewerking. Dit punt kan worden gewijzigd bij het definiëren van de positionering.

Bij 2D- en 3D-kasten is het referentiepunt voor de positioneringen het beginpunt van het vorigeprofiel.

Druk op de toets die overeenstemt met de geselecteerde cyclus (toets met opgelichte lampje) ofop de toets [ESC] om de selectie van de cyclus ongedaan te maken.

Meervoudige positioneringen in kasten en naven

Op de schermen van de kasten en naven wordt aan de hand van iconen aangegeven welkepositionering ze hebben of dat ze alleen staan.

In de positioneringen wordt met een icoon de te herhalen kast of naaf aangegeven en wordengegevens met betrekking tot de geometrie weergegeven onderaan in het scherm (behalve bijprofielkasten). In de rechthoekige kasten en naven kan de positie van het beginpunt worden

Meervoudige positionering van verscheidene punten.

Meervoudige positionering in rechte lijn.

Meervoudige positionering in boog.

Meervoudige positionering in de vorm van een parallellogram.

Meervoudige positionering in de vorm van een maas.

·120·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

gewijzigd; de positioneringen zullen verschillen als het beginpunt zich op een top of in het centrumbevindt.

Bij de mechanische bewerking van de kasten en de naven in de verschillende posities, wordt alsvolgt te werk gegaan:

• Geen slijp- of afwerkingsbewerking.

De mechanische bewerking wordt punt per punt uitgevoerd; op elk punt wordt de cyclus in eenkeer uitgevoerd (er is geen werktuigwissel).

• Slijpbewerking en afwerkingsbewerking met hetzelfde werktuig zonder mogelijkheid "M"-functies tussen hen te programmeren.

De mechanische bewerking wordt punt per punt uitgevoerd; op elk punt wordt de cyclus in eenkeer uitgevoerd (er is geen werktuigwissel).

• Slijpbewerking en afwerkingsbewerking met verschillende werktuig of er zijn mogelijkheid "M"-functies tussen hen te programmeren.

Eerst worden alle slijpbewerkingen uitgevoerd en nadien alle afwerkingsbewerkingen (eenenkele werktuigwissel).

Rechthoekige kast in verschillende meervoudige positioneringen.

De beschikbaarheid van de functies "M" in de cycli wordt bepaald aan de hand van de a.m.p."CODISET (P147)".i

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·121·

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

3.13.1 Meervoudige positionering van verscheidene punten

Er kunnen tot 12 punten (X1, Y1) ··· (X12, Y12) worden gedefinieerd. Wanneer de 12 definitiepuntenniet worden gebruikt, moet het eerste niet gebruikte punt worden gedefinieerd met de zelfdecoördinaten als het laatste punt.

Definitie van de gegevens.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Indien een maat blanco wordt gelaten, gaat de cyclus er van uit dat het de zelfde is als het vorige punt.

De maten van elk punt kunnen ook incrementeel worden gedefinieerd. Om het gewenste teselecteren, situeert men zich boven de gewenste coördinaat en druk de toets Beide maten van hetgeselecteerde punt worden bij hun weergave voorafgegaan door het icoon "", dat de incrementelewaarde ten opzichte van het vorige punt aangeeft.

Met deze toets worden de bewerkingen positionering geactiveerd.

Bij het definiëren van… De CNC begrijpt…

X1 25.323 Y1 26.557 Punt:X125.323Y126.557

X2 Y278.998 Punt:X225.323Y278.998

X3 67.441 Y3 83.231 Punt:X367.441Y383.231

X4 Y4 Punt: X4 67.441 Y4 83.231

X5 Y5 Er zijn geen punten meer, dit is een herhaling van het vorigepunt.

·122·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

3.13.2 Meervoudige positionering in rechte lijn

Definitie van de gegevens.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Voor het definiëren van de overige waarden (I, N, , L), ga naar het overeenkomstige venster, toetsde gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Met deze toets worden de bewerkingen positionering geactiveerd.

De positionering kan op 5 verschillende manieren worden gedefinieerd. Om hetgewenste type te selecteren, situeert men zich boven de icoon en druk de tweekleurigetoets. Het icoon toont de geselecteerde optie en het totale aantal beschikbare opties.

1) De coördinaten van het beginpunt. (X1, Y1)

De coördinaten van het eindpunt. (Xn, Yn)

De afstand tussen mechanische bewerkingen. (I)

2) De coördinaten van het beginpunt. (X1, Y1)

De coördinaten van het eindpunt. (Xn, Yn)

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

3) De coördinaten van het beginpunt. (X1, Y1)

De hellingshoek. ()

De af te leggen afstand. (L)

De afstand tussen mechanische bewerkingen. (I)

4) De coördinaten van het beginpunt. (X1, Y1)

De hellingshoek. ()

De af te leggen afstand. (L)

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

5) De coördinaten van het beginpunt. (X1, Y1)

De hellingshoek. ()

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

De afstand tussen mechanische bewerkingen. (I)

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·123·

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

3.13.3 Meervoudige positionering in boog

Meervoudige positionering in boog (niveau 1).

Met deze toets worden de bewerkingen positionering geactiveerd.

De positionering kan op 6 verschillende manieren worden gedefinieerd. Om hetgewenste type te selecteren, situeert men zich boven de icoon en druk de tweekleurigetoets. Het icoon toont de geselecteerde optie en het totale aantal beschikbare opties.

1) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De coördinaten van het centrum (Xc, Yc)

De hoek van het eindpunt ()

De hoekafstand tussen mechanische bewerkingen. ()

2) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De straal (R)

De hoek van het beginpunt ()

De hoek van het eindpunt ()

De hoekafstand tussen mechanische bewerkingen. ()

3) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De coördinaten van het centrum (Xc, Yc)

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

De hoek van het eindpunt ()

4) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De coördinaten van het centrum (Xc, Yc)

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

De hoekafstand tussen mechanische bewerkingen. ()

5) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De straal (R)

De hoek van het beginpunt ()

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

De hoek van het eindpunt ()

6) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De straal (R)

De hoek van het beginpunt ()

Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan (N)

De hoekafstand tussen mechanische bewerkingen. ()

·124·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

Meervoudige positionering in boog (niveau 2).

De volgende gegevens moeten gedefinieerd worden:

• De coördinaten van het centrum (Xc, Yc).

• Het beginpunt in poolcoördinaten; Straal (R) en hoek ().

Van de volgende gegevens moeten er 2 gedefinieerd worden. Indien de 3 worden gedefinieerd(indien ze verschillen van 0), neemt de cyclus de gegevens aan (N) en ().

(N) Het aantal punten dat een mechanische bewerking moet ondergaan.

() De hoekafstand tussen mechanische bewerkingen.

() De hoek van het eindpunt.

Definitie van de gegevens.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Voor het definiëren van de overige waarden (R, N, , , ), ga naar het overeenkomstige venster,toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

3.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·125·

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

3.13.4 Meervoudige positionering in de vorm van een parallellogram

Definitie van de gegevens.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Voor het definiëren van de overige waarden (Lx, Ly, Ix, Iy, , , Nx, Ny), ga naar het overeenkomstigevenster, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Met deze toets worden de bewerkingen positionering geactiveerd.

De positionering kan op 3 verschillende manieren worden gedefinieerd. Om hetgewenste type te selecteren, situeert men zich boven de icoon en druk de tweekleurigetoets. Het icoon toont de geselecteerde optie en het totale aantal beschikbare opties.

1) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)Lengten op X-Y (Lx, Ly)

De afstand tussen mechanische bewerkingen in X en Y (Ix, Iy)

De draaihoek ()De hoek tussen banen ()

2) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

Lengten op X-Y (Lx, Ly)Het aantal mechanische bewerkingen in X en Y (Nx, Ny)

De draaihoek ()

De hoek tussen banen ()

3) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De afstand tussen mechanische bewerkingen in X en Y (Ix, Iy)

Het aantal mechanische bewerkingen in X en Y (Nx, Ny)De draaihoek ()

De hoek tussen banen ()

·126·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

3.

WE

RK

ME

T B

EW

ER

KIN

GE

N O

F C

YC

LI

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Mee

rvou

dige

pos

ition

erin

gen

3.13.5 Meervoudige positionering in de vorm van een maas

Definitie van de gegevens.

De maten definieert men een voor een. Wanneer de cursor zich boven de te definiëren maat vande as bevindt, wordt de waarde op een van de volgende manieren ingevoerd:

• De waarde manueel invoeren. Toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

• De huidige positie van de machine toekennen.

De as tot op het gewenste punt verplaatsen aan de hand van het stuur of de JOG-toetsen. Drukop de toets [RECALL] om de waarde die wordt weergegeven in het venster rechts bovenaantoe te kennen aan het gegeven en druk op de toets [ENTER].

Het venster rechts bovenaan toont de positie van het werktuig op elk ogenblik.

Voor het definiëren van de overige waarden (Lx, Ly, Ix, Iy, , , Nx, Ny), ga naar het overeenkomstigevenster, toets de gewenste waarde in en druk op de toets [ENTER].

Met deze toets worden de bewerkingen positionering geactiveerd.

De positionering kan op 3 verschillende manieren worden gedefinieerd. Om hetgewenste type te selecteren, situeert men zich boven de icoon en druk de tweekleurigetoets. Het icoon toont de geselecteerde optie en het totale aantal beschikbare opties.

1) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)Lengten op X-Y (Lx, Ly)

De afstand tussen mechanische bewerkingen in X en Y (Ix, Iy)

De draaihoek ()De hoek tussen banen ()

2) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

Lengten op X-Y (Lx, Ly)Het aantal mechanische bewerkingen in X en Y (Nx, Ny)

De draaihoek ()

De hoek tussen banen ()

3) De coördinaten van het beginpunt (X1, Y1)

De afstand tussen mechanische bewerkingen in X en Y (Ix, Iy)

Het aantal mechanische bewerkingen in X en Y (Nx, Ny)De draaihoek ()

De hoek tussen banen ()

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

4

·127·

WERKEN IN ISO-MODUS

De ISO-werkmodus wordt via de toets [ISO] geactiveerd.

• Druk bij het werken met bewerkingen of cyclus een maal op de toets [ISO].

• Druk bij het werken in manuele modus 2 maal op de toets [ISO]; de eerste maal wordt de MDI-modus geactiveerd en de tweede maal de ISO-modus. Zie "2.10 Beheer van ISO" op pagina 70.

Niveaus van de cyclus

de ISO-modus beschikt over verscheidene editieniveaus. Ieder niveau heeft de beschikking overeen eigen beeldscherm waarbij het hoofdvenster van de cyclus de beschikbare niveaus en degenedie is geselecteerd door middel van randen zal weergeven.

De ISO-cycli simuleren, uitvoeren of memoriseren

Druk op de toets [ESC] wanneer de bewerking van de blokken of de gegevens van de cyclus isuitgevoerd. Bovenaan rechts verschijnt het symbool "start". Vanaf dit ogenblik kunnen de bewerkteblokken gesimuleerd, uitgevoerd of gememoriseerd worden als eender welke bewerking of cyclus.

• De blokken te simuleren druk hiervoor op de toets [GRAPHICS].

• De blokken te uitvoeren druk hiervoor op de toets [START].

• Druk op de toets [P.PROG] om bewerkte blokken te memoriseren.

De CNC laat toe in ISO-cycli bewerkte blokken te combineren met standaard cycli of gebruikerscylivan bewerkingen of cycli om stukprogramma's uit te werken. Zie hoofdstuk "5 Opslag vanprogramma's".

Gebruik de toets [LEVEL CYCLE] om van niveau te veranderen of de toetsen [Paginaomhoog] en [Pagina omlaag] om de verschillende niveaus zowel naar omhoog als naaromlaag te doorlopen.

Bewerking van blokken. Werkzones

Ver p laa ts ingen envoorselecties

Spiegelbeeld

Et i ke t ten aanbrengen enherhalingen van etiket tot etiket

Draaiing van coördinaten

Schaalfactor Vlakwissel

·128·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

4.

WE

RK

EN

IN IS

O-M

OD

US

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Bew

erki

ng v

an b

lokk

en in

ISO

-mod

us

4.1 Bewerking van blokken in ISO-modus

Wanneer de ISO-werkmodus wordt geactiveerd, toont de CNC een speciaal scherm waarin tot 6programmablokken in ISO-code of in hoogniveau-taal bewerkt kunnen worden. Druk na hetbewerken van een blok op de toets [ENTER] om dit te bevestigen.

Wanneer het gewenste blok of blokken is bewerkt, druk dan op de toets [ESC]. Bovenaan rechtsverschijnt het symbool "start". Vanaf dit ogenblik kunnen de bewerkte blokken gesimuleerd,uitgevoerd of gememoriseerd worden als eender welke bewerking of cyclus.

G95 G96 S120 M3

G0 Z100

G1 X30 F0.1

Voorbeeld:

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN IS

O-M

OD

US

4.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·129·

Hul

p bi

j het

pro

gram

mer

en

4.2 Hulp bij het programmeren

4.2.1 Verplaatsingen en voorselecties

4.2.2 Werkzones

De volgende opties kunnen geselecteerd worden aan de hand vande iconen.

• Machinenulpunt. Annuleert elke verschuiving aan de bron enneemt als referentie het machinenulpunt.

• Absolute verplaatsing. Hiermee kunnen de absoluteoorsprongverplaatsingen (G54 … worden gedefinieerd,geactiveerd of gedefinieerd + geactiveerd. G57, G159N7 ...G159N20).

• De verplaatsing wordt aan de hand van een icoon geselecteerd.

• Incrementeel verplaatsing: Hiermee kunnen de incrementeleoorsprongverplaatsingen (G58 of G59) worden gedefinieerd,geactiveerd of gedefinieerd + geactiveerd. De te activerenverplaatsing wordt aan de hand van een icoon geselecteerd.

• Voorselectie: In het scherm kan de waarde van de voorselectievoor de actieve assen worden bewerkt. Laat indien geen enkelehiervan voorgeselecteerd moet worden, hun veld blanco.

De cyclus maakt intern tot een blok aan met de functie G53,G54...G59, G159N7...G159N20 of G92.

Door op de toets [ZERO] te drukken, kan de tabel vooroorsprongverplaatsingen worden geopend.

Aan de hand van de iconen kunnen de volgende opties wordengedefinieerd:

• Selecteer het werkgebied waarin gehandeld moet worden. Erkunnen tot vijf verschillende gebieden worden gedefinieerd.

• Soort uit te voeren handeling met het gebied. Een gebied kanworden gedefinieerd, geactiveerd, gedefinieerd + geactiveerdof gedeactiveerd.

• Definieer het soort gebied. Deze kunnen allemaal wordengedefinieerd als niet-ingangsgebied of niet-uitgangsgebied

Met de numerieke velden kunnen de onderste en bovenstegrenswaarden van het gebied worden bewerkt. De grenswaardenworden gedefinieerd op de assen X, Y, Z. Indien enkel de ondersteof bovenste grenswaarde gedefinieerd moet worden, laat dan dewaarden van de andere grenswaarden.

De cyclus maakt intern tot drie blokken aan met de functies G20,G21 en G22.

·130·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

4.

WE

RK

EN

IN IS

O-M

OD

US

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Hul

p bi

j het

pro

gram

mer

en

4.2.3 Etiketten aanbrengen en herhalingen van etiket tot etiket

Deze cyclus laat toe etiketten en herhalingsblokken tussen tweeetiketten te bewerken. De selectie gebeurt aan de hand van eenicoon.

• Bewerken etiketten. Er is een veld om het bloknummer in tevoeren en een ander om een opmerking toe te voegen.

De cyclus maakt een blok aan van het type: N10; ->Commentaar.

• Herhaling van blokken. De herhaling wordt uitgevoerd tussenhet geprogrammeerde begin- en eindetiket, zo vaak als wordtaangegeven.

De cyclus maakt intern een blok RPT.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

WE

RK

EN

IN IS

O-M

OD

US

4.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·131·

Hul

p bi

j het

pro

gram

mer

en

4.2.4 Spiegelbeeld

4.2.5 Schaalfactor

4.2.6 Draaiing van coördinaten

De volgende opties kunnen geselecteerd worden aan de hand vande iconen.

• Selecteer de uit te voeren handeling. Het actieve spiegelbeeldkan worden geannuleerd, een nieuw spiegelbeeld kan wordengedefinieerd door de vorige de annuleren of een nieuwspiegelbeeld kan worden gedefinieerd en aan het reeds actieveworden toegevoegd.

• Selecteer de assen waarop het spiegelbeeld moet wordenuitgevoerd. Voor een nieuw spiegelbeeld kunt u kiezen tussende assen X, Y of X-Y. Voor een extra spiegelbeeld kun tu kiezentussen de assen X en Y. Indien werd geselecteerd hetspiegelbeeld te annuleren, wordt dit pictogram nietweergegeven.

De cyclus maakt intern een ISO-blok aan dat een combinatie vande functies G10, G11 en G12 bevat.

Aan de hand van een icoon wordt aangegeven of de bestaandeschaalfactor geannuleerd moet worden of een nieuwe geactiveerdmoet worden. In dit laatste geval verschijnt een numeriek veld omde waarde van de schaalfactor te definiëren.

De cyclus maakt intern tot een blok aan met de functie G72.

De uit te voeren handeling wordt geselecteerd aan de hand van heticoon. De actieve draaiing van coördinaten kan wordengeannuleerd, een nieuwe draaiing kan worden gedefinieerd doorde vorige te annuleren of een nieuwe kan worden gedefinieerd enaan de reeds actieve worden toegevoegd.

Wanneer het draaien van coördinaten moet worden gedefinieerd ofgeactiveerd, worden drie numerieke velden weergegeven om dedraaihoek en het draaicentrum te bewerken.

De cyclus maakt intern tot twee blokken aan met de functie G73.

·132·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

4.

WE

RK

EN

IN IS

O-M

OD

US

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Hul

p bi

j het

pro

gram

mer

en

4.2.7 Vlakwissel

Aan de hand van een pictogram is het mogelijk het vlak teselecteren waarin de cyclus (G16, G17, G18 ó G19) uitgevoerdmoet worden. Op die manier kunnen de cycli in elk van de drievlakken uitgevoerd worden.

Als u G17, G18 of G19 selecteert, worden automatisch de namenvan de overeenkomstige assen ingevuld in de vakjes. Bovendienwordt het geselecteerde vlak gemarkeerd in het hoofdvlak.

Door G16 te selecteren, kan de gebruiker de namen van de as diehij wil in de vakjes invullen. In dat geval wordt geen enkel vlakgemarkeerd op de hoofdtekening.

Indien enkel de assen XYZ aanwezig zijn, verschijnt de optie voorvrije configuratie niet in het selectiepictogram (G16).

Als een blok met een vlakwissel wordt geprogrammeerd, kunnenvan daar uit alle freescycli in het nieuwe vlak uitgevoerd worden.

Wanneer de CNC wordt uit- en aangezet, gaat het vlak waarin u aanhet werken was verloren en is het werkvlak het vlak dat wordtaangegeven door de machineparameter IPLANE (XY of ZX).

Dit pictogram geeft het actieve vlak in de cyclus aan, als het geselecteerde vlak nietovereenstemt met het vlak dat wordt aangegeven door de algemenemachineparameter IPLANE (P11). Dit pictogram verschijnt enkel voordat u op[START] drukt nadat u op [ESC] hebt gedrukt.

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

5

·133·

OPSLAG VAN PROGRAMMA'S

De CNC laat toe stukprogramma's te bewerken, te simuleren en uit te voeren.

Elk van deze programma's bestaat uit de aaneenschakeling van bewerkingen of elementaire cyclien/of in ISO-code bewerkte blokken. In het hoofdstuk "3 Werk met bewerkingen of cycli" wordtuitgelegd hoe deze bewerkingen of cycli bewerkt of gedefinieerd kunnen worden.

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe met deze stukprogramma's te werken, aan de hand van devolgende onderdelen en subonderdelen:

• Lijst met gememoriseerde programma's.

• De inhoud van een stukprogramma bekijken.

• Een nieuw stukprogramma bewerken.

• Een ISO-blok of een cyclus in het geheugen bewaren.

• Een stukprogramma wissen.

• Een stukprogramma in een ander kopiëren.

• Een stukprogramma wijzigen.

• Programmabeheer aan de hand van de verkenner.

·134·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Lijs

t met

gem

emor

isee

rde

prog

ram

ma'

s

5.1 Lijst met gememoriseerde programma's

De CNC toont de volgende informatie:

Druk op een van de volgende toetsen om de bestandsmap of de lijst met stukprogramma's te sluiten:

Lijst met stukprogramma's.

Links wordt de lijst van de in het CNC-geheugen opgeslagen stukprogramma's getoond. Gebruikde toetsen [][] om de aanwijzer over de programmalijst te bewegen. Gebruik om pagina perpagina vooruit te gaan of terug te keren de toetsencombinaties [SHIFT][] en [SHIFT][].

U kunt een programma selecteren door rechtstreeks het nummer ervan te bewerken. Indien het telokaliseren programma niet bestaat, plaatst de cursor zich op het eerste voorgaande programma.Bijvoorbeeld, om het programmanummer "123" te lokaliseren, moet de toetsencombinatie "1", "2"en "3" worden ingedrukt. Het tijdsinterval tussen toets en toets moet minder zijn dan 1,5 seconden.Een langer interval, er begint een nieuwe sequentie.

Cycli waaruit het stukprogramma bestaat.

In de rechter kolom worden de in ISO-code bewerkte cycli en/of blokken waaruit dit stuk bestaat,weergegeven. Wanneer de programmalijst is geselecteerd, laat de CNC toe de volgendebewerkingen uit te voeren:

• Een nieuw stukprogramma bewerken.

• De inhoud van een stukprogramma bekijken.

• Een stukprogramma wissen.

• Een stukprogramma in een ander kopiëren.

• Een stukprogramma wijzigen.

Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stuklijsten te openen.

Indien de modus "Werktuigkalibratie" geselecteerd is, kan de lijst met stukprogramma'sniet rechtstreeks worden geopend. Eerst moet deze modus worden uitgeschakeld,m.a.w. druk op de toets [ESC] en nadien op de toets [P.PROG].

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

5.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·135·

De

inho

ud v

an e

en s

tukp

rogr

amm

a be

kijk

en

5.2 De inhoud van een stukprogramma bekijken

Selecteer het stukprogramma met de aanwijzer in de linker kolom om de inhoud ervan te zien.Gebruik hiervoor de toetsen [][]. In de rechter kolom worden de cycli waaruit dit stuk bestaat,weergegeven.

Wanneer een bewerking is geselecteerd, laat de CNC toe het volgende uit te voeren:

• De bewerking gedetailleerd bekijken.

• De bewerking wissen.

• De bewerking naar een andere positie verplaatsen.

• De bewerking wijzigen.

Indien de toets [ENTER] of een van de toetsen [][] worden ingedrukt, gaat deaanwijzer naar de rechter kolom. Nu kan de aanwijzer over de blokken of cycli waaruithet stuk bestaat, worden bewogen met de toetsen [][].

Kort samengevat, gebruik de toetsen [][] om naar boven en naar beneden te bewegen in elke kolomen de toetsen [][] om van kolom te veranderen.i

·136·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

De

inho

ud v

an e

en s

tukp

rogr

amm

a be

kijk

en

5.2.1 Een van de bewerkingen gedetailleerd bekijken

Op dit ogenblik is het mogelijk:

• De bewerking simuleren. Zie hoofdstuk "6 Uitvoering en simulatie".

• De bewerking uitvoeren. Zie hoofdstuk "6 Uitvoering en simulatie".

• De bewerking wijzigen.

• De bewerking memoriseren. Door de vorige te vervangen of deze toe als nieuwe toe te voegen.

Druk wanneer de gewenste bewerking is geselecteerd met de aanwijzer op de toets[RECALL]. De CNC toont alle gegevens met betrekking tot deze bewerking.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

5.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·137·

Een

nie

uw s

tukp

rogr

amm

a be

wer

ken

5.3 Een nieuw stukprogramma bewerken

Volg de volgende stappen om een stukprogramma te bewerken:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's teopenen.

2. Met de aanwijzer de optie "Nieuw stuk aanmaken" selecteren in de linker kolom.

3. Druk op de toets [P.PROG]. De CNC vraagt onderaan het aan het nieuwestukprogramma toe te wijzen nummer en biedt het eerst beschikbare nummer aan.

4. Het gewenste programmanummer invoeren en op de toets [ENTER] drukken.

Dit moet een nummer tussen 1 en 899999 zijn. Beide nummers kunnen wordengebruiken.

5. De CNC vraagt de aan het stukprogramma toe te wijzen opmerking.

Het is niet verplicht een opmerking toe te wijzen.

6. Druk op de toets [ENTER] of [ESC].

De CNC voegt het nieuwe stukprogramma toe aan de lijst met stukprogramma's(linker kolom).

Vanaf dit ogenblik kunnen alle gewenste bewerkingen in de gewenste volgorde wordengememoriseerd.

·138·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Een

ISO

-blo

k of

een

cyc

lus

in h

et g

eheu

gen

bew

aren

5.4 Een ISO-blok of een cyclus in het geheugen bewaren

Het blok of de cyclus kan op het einde van het programma, na de laatste bewerking, wordentoegevoegd, of tussen 2 bestaande bewerkingen worden ingevoegd.

Volg de volgende stappen om het blok of de cyclus te memoriseren:

1. Het gewenste blok of cyclus definiëren en de overeenkomstige gegevens toekennen.

2. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

3. Met de aanwijzer het gewenste programmanummer selecteren in de linker kolom en dit naarde rechter kolom verplaatsen.

4. Positioneer de cursor boven de bewerking na het te memoriseren blok of cyclus en druk op detoets [ENTER].

Voorbeeld:

Om de bewerking "Boren 1 + Positionering in lijn" in te voegen wanneer de bewerking gedefinieerdis, moet u zich boven de bewerking "Ronde kast" plaatsen en op de toets [ENTER] drukken.

Om de bewerking "Profiel 1" in te voegen wanneer de bewerking gedefinieerd is, moet u zich bovende laatste bewerking "Schroefdraad + Positioneren in maas" plaatsen en op de toets [ENTER]drukken.

Actuele programma Gewenste programma

Bidirectionele afvlakking in X Bidirectionele afvlakking in X

Rechthoekige kast Rechthoekige kast

Ronde kast Ronde kast

Boren 1 + Positionering in lijn

Boren 1 + Positionering in maas Boren 1 + Positionering in maas

Schroefdraad + Positionering in maas Schroefdraad + Positionering in maas

Profiel 1

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

5.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·139·

Een

stu

kpro

gram

ma

wis

sen

5.5 Een stukprogramma wissen

Volg de volgende stappen om een stukprogramma te wissen:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

2. Met de aanwijzer het te wissen stukprogramma selecteren in de linker kolom.

De CNC toont onderaan een bericht waarin de bevestiging van de wisbewerking wordt gevraagd.

• Indien de toets [ENTER] wordt ingedrukt, wist de CNC het geselecteerde programma en wordtde lijst met gememoriseerde stukprogramma's geactualiseerd.

• Indien de toets [ESC] wordt ingedrukt, wordt het programma niet gewist en wordt dewisbewerking afgesloten.

3. Druk op de toets [CLEAR].

·140·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Een

stu

kpro

gram

ma

in e

en a

nder

kop

iëre

n

5.6 Een stukprogramma in een ander kopiëren

Volg de volgende stappen om een stukprogramma in een ander te kopiëren:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

2. Met de aanwijzer het te kopiëren stukprogramma selecteren in de linker kolom.

3. Druk op de toets [P.PROG].

De CNC toont onderaan een bericht waarin het nummer wordt gevraagd dat u aan de kopiewenst toe te kennen.

4. Het gewenste programmanummer invoeren en op de toets [ENTER] drukken.

Dit moet een nummer tussen 1 en 899999 zijn. Beide nummers kunnen worden gebruiken.

5. Indien er reeds een stukprogramma met dit nummer bestaat, toont de CNC onderaan een berichtmet de vraag dit stukprogramma te vervangen of de bewerking te annuleren.

Indien de toets [ENTER] wordt ingedrukt, vraagt de CNC een nieuw programma. Indien de toets[ENTER] wordt ingedrukt, wist de CNC het huidige programma en wordt de kopie van hetprogramma aangemaakt.

6. De CNC vraagt de aan het nieuwe stukprogramma (de kopie) toe te wijzen opmerking.

Het is niet verplicht een opmerking toe te wijzen.

7. Druk op de toets [ENTER] of [ESC]. De CNC actualiseert de lijst met gememoriseerdestukprogramma's.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

5.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·141·

Een

stu

kpro

gram

ma

wijz

igen

5.7 Een stukprogramma wijzigen

Volg de volgende stappen om een stukprogramma te wijzigen:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

2. Met de aanwijzer het te wijzigen stukprogramma selecteren in de linker kolom.

Wanneer het programma is geselecteerd, laat de CNC toe de volgende bewerkingen uit te voeren:

• Een bewerking wissen.

• Een bewerking naar een andere positie verplaatsen.

• Een nieuwe bewerking toevoegen of invoegen.

• Een reeds bestaande bewerking wijzigen.

·142·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Een

stu

kpro

gram

ma

wijz

igen

5.7.1 Een bewerking wissen

Volg de volgende stappen om een bewerking te wissen:

1. Met de aanwijzer de te wissen bewerking selecteren in de rechter kolom.

2. Druk op de toets [CLEAR].

De CNC toont onderaan een bericht waarin de bevestiging van de wisbewerking wordt gevraagd.

• Indien de toets [ENTER] wordt ingedrukt, wist de CNC het geselecteerde programma en wordtde rechter kolom geactualiseerd.

• Indien de toets [ESC] wordt ingedrukt, wordt de bewerking niet gewist en wordt de wisbewerkingafgesloten.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

5.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·143·

Een

stu

kpro

gram

ma

wijz

igen

5.7.2 Een nieuwe bewerking toevoegen of invoegen

Volg om een bewerking toe of in te voegen de zelfde stappen als om een bewerking te memoriseren.

1. Het gewenste blok of cyclus definiëren en de overeenkomstige gegevens toekennen.

2. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

3. Positioneer de cursor boven de bewerking na het te memoriseren blok of cyclus en druk op detoets [ENTER].

·144·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Een

stu

kpro

gram

ma

wijz

igen

5.7.3 Een bewerking naar een andere positie verplaatsen

Volg de volgende stappen om een bewerking naar een andere positie te verplaatsen:

1. Met de aanwijzer de te verplaatsen bewerking selecteren in de rechter kolom.

Voorbeeld:

De bewerking "Ronde kast" selecteren en de tweekleurige toets indrukken. Plaats vervolgens decursor boven de bewerking "Schroefdraad + Positioneren in maas" en druk op de knop [ENTER].

2. Druk op de tweekleurige toets.

De CNC toont deze bewerking nadrukkelijk.

3. Plaats de cursor boven de bewerking waarachter de te verplaatsen bewerking moetkomen en druk op de toets [ENTER].

Actuele programma Gewenste programma

Bidirectionele afvlakking in X Bidirectionele afvlakking in X

Rechthoekige kast Ronde kast

Ronde kast Boren 1 + Positionering in lijn

Boren 1 + Positionering in lijn Boren 1 + Positionering in maas

Boren 1 + Positionering in maas Schroefdraad + Positionering in maas

Schroefdraad + Positionering in maas Rechthoekige kast

Profiel 1 Profiel 1

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

5.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·145·

Een

stu

kpro

gram

ma

wijz

igen

5.7.4 Een reeds bestaande bewerking wijzigen

Volg de volgende stappen om een bewerking te wijzigen:

1. Met de aanwijzer het te wijzigen blok of cyclus selecteren in de rechter kolom.

2. Druk op de toets [RECALL].

De CNC toont de bewerkingspagina die overeenstemt met deze bewerking.

3. Aanpassen alle gewenste gegevens.

Doe het volgende om de gewijzigde bewerking opnieuw te memoriseren:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

De CNC toont de aanwijzer over de zelfde bewerking. Gebruik de toetsen [][] om een anderepositie te selecteren, de nieuwe bewerking wordt vervolgens uit de geselecteerde bewerkingingevoegd.

2. Druk op de toets [ENTER].

Indien de gewijzigde bewerking op de vorige positie moet komen, toont de CNC een bericht metde vraag de vorige bewerking te vervangen of te bewaren waarbij de nieuwe vervolgens wordtingevoegd.

In het volgende voorbeeld wordt de bewerking "Rechthoekige kast" gewijzigd.

Actuele programma Optie "Vervangen" Optie "Invoegen"

1.- Rechthoekige kast 1.- Rechthoekige kast 1.- Rechthoekige kast

2.- Ronde kast 2.- Ronde kast 2.- Rechthoekige kast

3.- Ronde kast

U kunt een bestaande bewerking selecteren, deze wijzigen en deze vervolgens invoegen op eenandere positie en zelfs in een ander stukprogramma.i

·146·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

5.

OP

SL

AG

VA

N P

RO

GR

AM

MA

'S

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Pro

gram

mab

ehee

r aa

n de

han

d va

n de

ver

kenn

er

5.8 Programmabeheer aan de hand van de verkenner

Via het scherm PPROG hebt u toegang tot de verkenner, door de cursor boven“gebruikersprogramma’s” te plaatsen en op de toets [RECALL] te drukken. Wanneer u op de toets[ESC] drukt, keert u terug naar het scherm PPROG.

Wanneer u de verkenner opent, verschijnt er een venster op het scherm dat in twee delen is verdeeld(linker paneel en rechter paneel), zoals aangegeven op de onderstaande afbeelding:

Wanneer de verkenner geopend is, kunt u alle programma’s van de Ram-apparaten of Harde Schijf(KeyCF) selecteren om te bewerken of uit te voeren. Wanneer u het apparaat Harde Schijf selecteert(KeyCF), selecteert de CNC de bestandsmap PRG automatisch daar dit de enige bestandsmap iswaarin het toegelaten is programma’s uit te voeren.

Wanneer u nadat u het apparaat veranderd hebt van de verkenner terugkeert naar het schermPPROG, geeft de CNC een bericht weer om aan te geven dat het nieuwe apparaat geselecteerdis en om bevestiging te vragen.

Wanneer u de verkenner verlaat, geeft de CNC met een teken aan welk apparaat momenteelgeselecteerd is. Dit teken verschijnt links van het geselecteerde programma.

Wanneer u programma’s van de Harde Schijf selecteert (KeyCF), kunt u enkel programma’s van debestandsmap PRG selecteren.

De subroutes en de profielen die gedefinieerd zijn in de profielcycli (zowel de in de cyclus gedefinieerdeprofielen als de gekoppelde profielprogramma’s), moeten zich in de gebruikersram bevinden, hoewelde oproep naar de cyclus zich in een programma van de Harde Schijf bevindt (KeyCF).Programma’s op USB en DNC (oneindig programma) kunnen niet bewerkt noch uitgevoerd worden.Het geselecteerde apparaat wordt zelfs nadat u het toestel uitzet of na een Shift/Reset gehandhaafd.

CNC 8055CNC 8055i

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

6

·147·

UITVOERING EN SIMULATIE

Met de simulatie kan een stukprogramma of een bewerking grafisch worden gereproduceerd metde gegevens die werden gedefinieerd. Op deze manier kan aan de hand van de simulatie hetstukprogramma of de bewerking worden nagegaan alvorens deze uit te voeren of te memoriserenen bijgevolg kunnen de gegevens ervan worden gecorrigeerd of gewijzigd.

Het volgende kan worden gesimuleerd of uitgevoerd:

• Een bewerking of cyclus.

• Een stukprogramma.

• Een als deel van een stukprogramma gememoriseerde bewerking.

Selectie van een programma voor de simulatie of uitvoering

Telkens wanneer een stukprogramma of een als deel van een stukprogramma gememoriseerdebewerking wordt geselecteerd om te simuleren of uit te voeren, selecteert en markeert de CNC ditstukprogramma, samen met het groene symbool "start", in het venster bovenaan in het midden.

Wanneer in het venster bovenaan in het midden het stukprogramma samen met het groene symbool"start" is geselecteerd, gaat de CNC als volgt te werk:

• Indien de toets [START] wordt ingedrukt, voert de CNC het geselecteerde stukprogramma uit.

• Indien de toets [CLEAR] wordt ingedrukt, wordt de selectie van het stukprogramma ongedaangemaakt en wist de CNC het venster bovenaan in het midden.

De CNC laat toe een stukprogramma of eender welke bewerking uit te voeren of tesimuleren. Deze simulatie of uitvoering kan van begin tot einde plaatsvinden of druk opde toets [SINGLE] om stap voor stap uit te voeren of te simuleren

·148·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Een

bew

erki

ng o

f cyc

lus

sim

uler

en o

f uitv

oere

n

6.1 Een bewerking of cyclus simuleren of uitvoeren

Alle bewerkingen of cycli hebben 2 werkmodi; de uitvoeringsmodus en de bewerkingsmodus.

Simulatie

Uitvoering

Een bewerking of cyclus kan enkel worden uitgevoerd in de uitvoeringsmodus van de cyclus.

Men kan de bewerking of cyclus niet uitvoeren wanneer men de editiemodus van de cyclus heeftgeselecteerd. Druk op [ESC] om de bewerkingsmodus te beëindigen en over te gaan naar deuitvoeringsmodus.

De bewerking of cyclus kan worden gesimuleerd in beide werkmodi. Druk hiervoor opde toets [GRAPHICS]. De CNC toont de pagina voor grafische voorstelling van het modelM.

Druk op de toets [START] om een bewerking of cyclus uit te voeren.

Bewerkingswijze Uitvoeringsmodus

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

6.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·149·

Een

stu

kpro

gram

ma

sim

uler

en o

f uitv

oere

n

6.2 Een stukprogramma simuleren of uitvoeren

Om een stukprogramma te simuleren of uit te voeren, moet u steeds de volgende stappen volgen:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

2. Te simuleren of uit te voeren stukprogramma selecteren in de linker kolom.

Druk op de toets [GRAPHICS] om het stukprogramma te simuleren en op de toets [START] om hetuit te voeren. Wanneer een programma wordt uitgevoerd, voert de CNC de beginroutine 9998 ende eindroutine 9999 uit.

Indien er zich tijdens de simulatie of uitvoering een fout voordoet in een cyclus, plaatst de cursorzich boven deze cyclus wanneer de programmalijst opnieuw wordt geopend. Wanneer hetprogramma 999998 zichtbaar is of de fout geen uitvoeringsfout is, gaat de cursor naar het beginof het einde van het programma, naargelang de lengte ervan.

·150·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Een

stu

kpro

gram

ma

sim

uler

en o

f uitv

oere

n

6.2.1 Een deel van een stukprogramma simuleren of uitvoeren

Volg de volgende stappen om een deel van het stukprogramma te simuleren of uit te voeren:

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

2. Selecteren in de linker kolom van het programma en in de rechter kolom van de bewerking vanwaaruit het stukprogramma moet worden uitgevoerd of gesimuleerd.

Druk op de toets [GRAPHICS] om het geselecteerde deel te simuleren en op de toets [START] omhet uit te voeren. Wanneer een deel van een programma wordt uitgevoerd, voert de CNC debeginroutine 9998 niet uit; wel wordt de eindroutine 9999 uitgevoerd. Indien het programma wordtuitgevoerd vanaf de eerste bewerking, voert de CNC beide routines uit.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

6.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·151·

Een

gem

emor

isee

rde

bew

erki

ng s

imul

eren

of u

itvoe

ren

6.3 Een gememoriseerde bewerking simuleren of uitvoeren

Volg de volgende stappen om een als deel van een stukprogramma gememoriseerde bewerkingte simuleren of uit te voeren.

1. Druk op de toets [P.PROG] om de lijst met gememoriseerde stukprogramma's te openen.

2. Selecteren in de linker kolom van het programma en in de rechter kolom van de bewerking vanwaaruit moet worden uitgevoerd of gesimuleerd.

3. Druk op de toets [RECALL].

Druk op de toets [GRAPHICS] om het bewerking te simuleren en op de toets [START] om het uitte voeren.

·152·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Uitv

oerin

gsm

odus

6.4 Uitvoeringsmodus

Op beide schermen toont de CNC tijdens de simulatie in het venster bovenaan in het midden hetnummer van het programma en het nummer van de cyclus die wordt uitgevoerd. Toch laat de CNChet cyclusnummer niet meer zien wanneer een RPT- of GOTO-instructie wordt gedetecteerd.

Wanneer de toets [START] wordt ingedrukt om een bewerking of stukprogramma uit tevoeren, toont de CNC het standaard scherm van de werkmodus MC.

Indien de tweekleurige toets wordt ingedrukt, toont de CNC het speciale scherm van dewerkmodus MC.

Wanneer de bewerking of het stuk is geselecteerd, kan deze zo vaak als gewenst wordenuitgevoerd; druk hiertoe opnieuw op de toets [START] na beëindiging van de uitvoering.

Druk op de toets [STOP] om de uitvoering te beëindigen. Wanneer de uitvoering isstopgezet, laat de CNC toe een werktuiginspectie uit te voeren. Zie "6.4.1 Inspectie vanhet werktuig" op pagina 153.

Tijdens de uitvoering van de bewerking of het stuk is het mogelijk de knop [GRAPHICS]in te drukken om de modus van grafische voorstelling te activeren.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

6.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·153·

Uitv

oerin

gsm

odus

6.4.1 Inspectie van het werktuig

Het teken M5050 "TOOLINSP" van de PLC legt vast wanneer de inspectie van het werktuig wordtgeactiveerd.

Wanneer de werktuiginspectie is geselecteerd, is het volgende mogelijk:

• De assen verplaatsen tot op het werktuigwisselpunt.

• Ander werktuig selecteren.

• De waarden van het werktuig wijzigen.

• De uitvoering van het programma voortzetten.

De assen verplaatsen tot op het werktuigwisselpunt.

De assen verplaatsen tot op het punt waar het werktuig wordt gewisseld, aan de hand van het stuurof het jog-toetsenbord.

Ander werktuig selecteren.

Om een werktuigwissel uit te voeren, moet het standaard scherm van de werkmodus MCgeselecteerd zijn.

Druk op de toets [T]. De CNC omlijst het nummer van het werktuig.

De waarden van het werktuig (afmetingen en geometrie) wijzigen.

De afmetingen van het werktuig (correctoren I, K om de slijtage te compenseren) of de waardenvan de werktuiggeometrie kunnen worden gewijzigd.

Druk op de toets [ESC] om deze pagina te sluiten en terug te keren naar de vorige (wordt gevolgdbij inspectie).

De uitvoering van het programma voortzetten.

Er kunnen zich 2 vallen voordoen; ofwel is er maar één as verplaatst ofwel zijn er verscheidene assenverplaatst.

• Slechts één van de assen werd verplaatst.

De CNC geeft het een nieuwe positie en gaat door met de uitvoering.

• Er werden 2 of meer assen verplaatst.

De CNC toont een venster, met de volgende opties, om de herpositioneringsvolgorde van deassen te kiezen.

PLANO De beweging van de assen van het vlak X-Y gebeurt tegelijkertijd.

Y-X Bij het bewegen van de assen van het vlak, wordt eerst de Y-as en dan de X-as verplaatst.

X-Y Bij het bewegen van de assen van het vlak, wordt eerst de X-as en dan de Y-as verplaatst.

Z De Z-as verplaatsen.

Bijvoorbeeld, om eerst de Z-as, dan de Y-as en tot slot de X-as te verplaatsen, moet [Z] [Y-X] wordengeselecteerd.

TOOLINSP=0 Het werktuig kan geïnspecteerd worden nadat u op de toets [STOP]heeft gedrukt.

TOOLINSP=1 Indien de toets [STOP] wordt ingedrukt, wordt de uitvoering van hetprogramma beëindigd. Druk wanneer de uitvoering van hetprogramma is gestopt op de toets [T] om de assen te verplaatsen ende werktuiginspectie uit te voeren.

Toets het nummer van het te selecteren werktuig in en druk op de toets [START] opdatde CNC het nieuwe werktuig selecteert. De CNC beheert de wissel van het werktuig.

Druk op de toets voor de werktuigkalibratie. De CNC toont de pagina voorwerktuigkalibratie.

Druk op de toets [START] om door te gaan met de uitvoering van het programma. DeCNC gaat over op de herpositionering van het werktuig door dit te verplaatsen tot op hetpunt waar de werktuiginspectie begon.

·154·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Gra

fisch

e vo

orst

ellin

g

6.5 Grafische voorstelling

In de gebruikshandleiding, model M, onderdeel "Grafieken" van het hoofdstuk "Uitvoeren /Simuleren", wordt de handelswijze tijdens de grafische voorstelling uitgelegd. Toch wordtvervolgens een beknopte beschrijving van de softkeys gegeven.

Afbeelding type

Weer te geven gebied

Hiermee kan het weergavegebied worden gewijzigd door de minimum en maximum maat van elkeas te definiëren.

Gebruik deze toetsen [][] om de maximum en minimum maat te selecteren. Druk wanneer allegegevens gedefinieerd zijn op de toets [ENTER].

Telkens wanneer een nieuw weergavegebied wordt geselecteerd, wist de CNC het scherm waaropde assen of het mechanisch te bewerken stuk worden weergegeven.

Uitvergroten

Met deze functie kunt u het gebied van grafische voorstelling vergroten of verkleinen.

Toont een venster over de voorgestelde grafiek en een venster over de afbeelding onderaan rechtsvan het scherm. Deze vensters geven het nieuwe gebied van grafische voorstelling dat wordtgeselecteerd aan.

Gebruik de toetsen [][][][] om het venster te verplaatsen, gebruik de softkeys "ZOOM+" en"ZOOM-" om het venster te vergroten of te verkleinen en druk op de toets [ENTER] om deze waardenin de CNC te bevestigen.

Wanneer de toets [GRAPHICS] wordt ingedrukt, toont de CNC de pagina voor degrafische voorstelling van het model M. Om de modus van grafische voorstelling teverlaten, moet de toets [GRAPHICS] of de toets [ESC] worden ingedrukt.

Tijdens de simulatie, toont de CNC in het venster bovenaan in het midden het nummervan het programma en het nummer van de cyclus die wordt uitgevoerd. Toch laat de CNChet cyclusnummer niet meer zien wanneer een RPT- of GOTO-instructie wordtgedetecteerd.

3D Geeft een driedimensionale voorstelling van het stuk.

XY, XZ, YZ Geven een grafische voorstelling van het geselecteerde vlak.

GEZAMENLIJK Verdeel het scherm in vier delen, met de grafische voorstelling die overeenstemtmet elk van de vlakken XY, XZ, YZ en de driedimensionale voorstelling (3D).

BOVENAANZICHT

Geeft een voorstelling in bovenaanzicht (vlak XY) met verschillende grijstonen diede diepte van het stuk aangeven.

Ook de vakken XZ en YZ die overeenstemmen met de door de indicatorengetoonde gebieden worden weergegeven in de voorstelling in bovenaanzicht(vlak XY).

SOLIDE Toont een driedimensionaal blok en bij de uitvoering of simulatie van hetprogramma wordt het stuk dat uit deze bewerking resulteert, getoond.

Het zone kan niet worden wijzigen tijdens de simulatie of de uitvoering van het stuk. Zoja, onderbreek dan de uitvoering of simulatie door op de toets [STOP] te drukken.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

6.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·155·

Gra

fisch

e vo

orst

ellin

g

Telkens wanneer een nieuw weergavegebied wordt geselecteerd, behoudt de CNC de huidigegrafische voorstelling. Wordt niet gewist.

Grafische parameters

• Simulatiesnelheid.

Rechts bovenaan in het scherm het percentage van de toe te passen simulatiesnelheidselecteren.

Gebruik de toetsen [][] om het percentage te selecteren en druk op de toets [ENTER] omdeze waarde in de CNC te bevestigen.

• Kleuren van de baan.

Heeft enkel zin in de lijngrafieken (niet in de solide grafiek). Hiermee kunnen kleuren wordengeselecteerd om de snelle vooruitgang, de baan zonder compensatie, de baan met compensatieen de schroefdraad voor te stellen.

Rechts in het scherm met de toetsen [][], het soort baan en met de toetsen [][] de toete passen kleur selecteren.

Druk op de toets [ENTER] om deze waarden in de CNC te bevestigen.

• Kleuren van het lichaam.

Heeft enkel zin in de solide grafiek (niet in de lijngrafieken). Hiermee kunnen kleuren wordengeselecteerd om het mes, het stuk, de assen en de klemmen voor te stellen.

Rechts in het scherm met de toetsen [][], het soort baan en met de toetsen [][] de toete passen kleur selecteren.

Druk op de toets [ENTER] om deze waarden in de CNC te bevestigen.

Scherm wissen

Telkens wanneer deze optie wordt geselecteerd, wist de CNC het scherm waarop de assen of hetmechanisch te bewerken stuk worden weergegeven.

Grafische simulatie opstarten

Tijdens de grafische simulatie houdt de CNC rekening met de snelheid van de simulatie en de positievan de FEED schakelaar (0%-120%).

Wanneer een nieuwe simulatiesnelheid wordt geselecteerd, past de CNC deze voor 100% toe,ongeacht de positie van de schakelaar. Wanneer de schakelaar wordt geactiveerd, begint de CNChet geselecteerde % toe te passen.

Druk op de toets [STOP] om de simulatie te onderbreken.

Wanneer de toets [START] wordt ingedrukt om de uitvoering of simulatie voort te zettenof opnieuw op te starten, wordt de huidige grafische voorstelling gewist en begint devolgende met de nieuwe waarden.

De functie uitvergroten kan niet uitvoeren tijdens de simulatie of de uitvoering van hetstuk. Zo ja, onderbreek dan de uitvoering of simulatie door op de toets [STOP] te drukken.

Het scherm kan niet worden gewist tijdens de simulatie of de uitvoering van het stuk. Zoja, onderbreek dan de simulatie door op de toets [STOP] te drukken.

Druk wanneer de soort grafiek, het weer te geven gebied, de grafische parameters, enz.zijn geselecteerd, op de toets [START] om de grafische simulatie op te starten.

Druk op de toets [GRAPHICS] of [ESC] om de simulatiemodus te beëindigen.

·156·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

UIT

VO

ER

ING

EN

SIM

UL

AT

IE

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

Gra

fisch

e vo

orst

ellin

g

ISO

De CNC laat toe een programma in ISO-code met enkele elementaire G-functies en M- en T-functiesaan te maken in conversationele modus, vanuit een bewerking (cyclus) of stukprogramma.

Om deze functie te gebruiken moet de algemene machineparameter ISOSIMUL (P183) wordengepersonaliseerd met een andere waarde dan nul. Deze parameter identificeert het nummer vanhet ISO-programma dat wordt aangemaakt in het RAM-geheugen van de gebruiker.

Het programma dat wordt aangemaakt vanuit het conversationele programma is een programmain ISO-code dat wordt aangemaakt in het RAM-geheugen. Dit programma kan nadien wordenbewerkt, gekopieerd of uitgevoerd in de CNC zelf.

Om het ISO-programma aan te maken, wordt een simulatie gebruikt in conversationele mode aande hand van de toets "GRAPHICS". Dit kan in een volledig programma in het PPROG-scherm ofin eender welke van de bijzondere TC- of MC-cyclus.

Op het scherm voor grafische simulatie kan de aanmaak van <ISO> worden geselecteerd met desoftkey ISO. Hierna wordt door op [START] te drukken samen met de grafische simulatie hetprogramma aangemaakt dat wordt gedefinieerd door de machineparameter ISOSIMUL en dat enkelISO-instructies bevat.

Bij het aanmaken van dit programma, worden de parametrische programmering, afronding (G36),tangensingang (G37), tangensuitgang (G38), afschuining (G39) en de baan die de vorige baan raakt(G8) opgelost en worden ze enkel aangemaakt aan de hand van blokken van G1, G2 en G3.

Indien het programma reeds bestaat, wordt het gewist zonder om bevestiging te vragen. Indien hetaangemaakte programma het beschikbare gebruikersgeheugen overschrijdt, toont de CNC hetovereenkomstige foutbericht, maar wordt het deel van het aangemaakte ISO-programma in hetgeheugen bewaard.

Beschrijving van alle functies die worden gebruikt bij het aanmaken van een programma inISO-code:

Het programma met ISO-instructies wordt speciaal aangemaakt om de assen te bedienen. Levertinformatie over de verplaatsingsomstandigheden en aanwijzingen over de vooruitgang aan de handvan de volgende functies:

• Functies G: Voorbereidingsfuncties voor de beweging om de geometrie en dewerkomstandigheden te bepalen.

De vaste schroefdraadcycli G84 (frees) en G86 (draaibank) maken enkel het equivalente ISO-blok aan.

• Functies F en S: Functies voor de controle van de vooruitgang van de assen en de draaisnelheidvan de kop.

• Functies T en D: Controlefuncties voor het werktuig.

Indien de functie T over een toegewezen subroutine beschikt, worden de blokken van dezesubroutine genegeerd bij het aanmaken van het door de a.m.p. ISOSIMUL (P183) gedefinieerdeprogramma.

• Functies M: Aanvullende of hulpfuncties.

Indien de functies T over een toegewezen subroutine beschikken, worden de blokken van dezesubroutine genegeerd bij het aanmaken van het door de a.m.p. ISOSIMUL (P183) gedefinieerdeprogramma.

Functie Betekenis

G2 (G3) G6 X Y I J Bij de cirkelvormige interpolatie is het centrum geprogrammeerd tenopzichte van de oorsprong en niet ten opzichte van het beginpunt van decirkel.

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X

·157·

·158·

Gebruikshandleiding

CNC 8055CNC 8055i

6.

OPTIE ·MC·SOFT: V01.6X