CHIRURGISCHE TECHNIEKEN - bast.be · complicatie een ulcus cruris venosum. Definitie. Anatomie....
Transcript of CHIRURGISCHE TECHNIEKEN - bast.be · complicatie een ulcus cruris venosum. Definitie. Anatomie....
CHIRURGISCHE TECHNIEKEN
1. Varicectomie
2. Plaatsen katheter – PAC
3. Controle van bloeding
4. Ballon thrombo- embolectomie
5. Dij amputatie
6. Vasculaire suturen
Interuniversitair Postgraduaat – 12 maart 2018 - Prof. I. Van Herzeele
UGent – Thoracovasculaire Heelkunde
1. Varicectomie
-Definitie
-Anatomie
-Indicatie ingreep
-Behandeling
-Technieken
Chronische veneuze insufficiëntie (CVI): chronische veneuze afvloedstoornis door verminderde klepfunctie met reflux en stuwing in de aderen, oedeem en diverse huidveranderingen met als belangrijkste complicatie een ulcus cruris venosum.
Definitie
Anatomie
Anatomie
Indicaties ingreep
-Esthetische bezwaren
-Subjectieve bezwaren• Vermoeide, zware benen
• Krampen
• Tintelingen
• Jeuk
• Locale pijn of branderig gevoel
• Vochtopstapeling, zwelling
-Huidveranderingen- Eczeem
- Bruinverkleuring huid okerdermatitis
- Verharding huid (lipo en dermatosclerose-
- Witte littekenhuid (atrofie blanche)
- Veneuze ulcera
- Oppervlakkige tromboflebitis
- Bloeding spatader
Behandeling
1. Conservatief : Expectatief / Compressietherapie (kousen klasse II)
2. Operatief • Crossectomie + stripping VSM of VSP (cave n.suralis letsel bij VSP)
3. Minimaal Invasief • Sclerotherapie (Zijtakvarices, Besemreiser, Reticulaire venen )
• Flebectomie volgens Muller.
• Foam echosclerotherapie (FOAM).
• Endoveneuze laser (EVLT)
• Radiofrequente ablatie (RFA / VNUS)
CROSSECTOMIE - Incisie 1 cm boven/onder de liesplooi mediaal van de pulsaties- Opzoeken, afbinden en doorhalen van de 5 zijtakken en de safenofemorale junctie
2. Klassieke open heelkunde
STRIPPINGInbrengen stripper in de VSM en opvissen van deze via contraincisie thv de
knie(short strip) of thv de malleolus medialis(long strip)
Opzoeken, afbinden of doorhalen van vooraf gemerkte insufficiënte perforanten
Mülleren van convoluten
3. Minimaal invasieve techniek - VNUS/ LASER
• Aanprikken VSM onder echogeleide met garrot
• Plaatsen 7F sheath
• Opschuiven tip probe via sheath tot 1-2 cm distaal vd cross onder echogeleide
• Trendelenburg
• Tumescentie rondom de te behandelen vena Fysiol 500 cc, Lidocaine met adrenaline 10 cc, 10mEq Nabicarbonaat
• Terugtrekken van de probe volgens IFU
• Dauerbinders / compressiekous klasse II tot aan de lies 3 weken
3. Minimaal invasieve techniek-Foam echosclerose
• Onder echogeleide ader aanprikken
• Schuimvloeistof = aethoxysclerol + lucht
• Kan herhaald worden
2. Plaatsen PAC
Indicatie
• IV chemotherapie
• Langdurige IV antibiotica
• IV antivirale middelen
• Toediening bloed(derivaten)
• Langdurige pijnmedicatie
• Frekwente bloedafname
Contra-indicatie
• Continue TPN-toediening
• Veneuze trombose thv implantatieplaats
• Radiotherapie thv implantatieplaats
• Uitruiming lymfeklieren ipsilateraal
Voordelen
• Lange termijn, intermittent gebruik
• Gebruiksvriendelijk
• Minder infectierisico dan bij gebruik uitwendige katheters
• Sparen van perifere vaten
• Comfortabel
• Via dagziekenhuis
Techniek
• Denudatie vena cephalica- VJI
• Punctie vena subclavia- VJI
Nadeel : risico op pneumothorax
• Lokale of algemene anesthesie
Denudatie• Incisie 2 cm onder de clavicula (punctie) of
thv de deltoido-pectorale groeve• Doorhalen subcutis tot op de spier• Opzoeken en denudatie van de vena cefalica
(m. deltoïdeus – m. pectoralis = loge van Morrisson)
• Proximaal en distaal vene met Vicryl 4-0 omteugelen
• Venotomie• Katheter opschuiven via de vena subclavia
naar de vena cava superior – overgang rechter atrium
• Maken van pocket met coagulatie• Fixatie van de poort op de m.pectoralis met 3
niet resorbeerbare hechtingen
Voorbereiding
Huidincisie en doorhalen subcutis
Denudatie en afbinden vena cefalica
Proximaal en distaal omteugelen cephalica
Venotomie dwars + gebruik venehaakje
Inbrengen katheter
Controle positie kathetertip
Controle vlotte aspiratie bloed
Pocket maken
Afknippen katheter en bevestiging van poort
Vasthechten poort op de pectoralisspier, goed mediaal
‘Dubble check’,
Opnieuw scopiecontrole
Flushen en afsluiten onder positieve druk Sluiten wonde
PUNCTIE VENA SUBCLAVIA
3. Controle bloeding
IATROGEEN (angio, coronaro, vasculaire sutuur…)
• Nagenoeg alle uitwendige bloedingen kunnen gestopt worden door directe druk
• Open bloedvaten gaan meestal in spasme
• Bij spuitend bloedvat: plaatsen klem
• Definitief herstel door vaatsutuur/ coiling
TRAUMA
• Direct pressure
• Garrot– NOTEER het tijdstip
TRAUMA
• Direct pressure
• Garrot– NOTEER het tijdstip
• REBOA = resuscitative endovascular balloon occlusion of the aorta
4. Thrombo-embolectomie
-Procedure en ballon ontworpen door Thomas Fogarty
- 1963 : 1ste Fogarty trombo-embolectomie bij de mens
- +/- 650 000 interventies per jaar wereldwijd
Indicaties
-Arterieel : acute ischemie OL
* embool
* in situ thrombose
- Veneus: gecompliceerde uitgebreide iliofemorale DVT (phlegmasie cerulea dolens)
Venous gangrene !
Lokalisatie embolen
Femoral junction 60%
Iliac junction 18%
Popliteal artery 11%
Brachial artery 10%
Aortic 2%
Types Fogarty catheter
Klassieke ballonopblaasbare ballon op de tip v/e catheter
Over the wire Fogarty met lumen voor GW -contrast - thrombolyse
Graft catheter -voor ruwere thrombi vnl in greffes
Techniek1. Dissectie arterie2. Proximaal en distaal dubbel omteugelen3. Arteriotomie (dwars/longitudinaal) 4. Opschuiven lege ballonkatheter voorbij
thrombus/embool5. Ballon vullen (water+ contrast) en de ballon
terugtrekken onder manuele controle van de vulling/ fluoroscopie
6. Herhaal 4 en 5 tot geen klonter meer verwijderdkan worden
7. Controle angiografie8. Bij resttrombus: lokale thrombolyse of bij
stenotisch letsel: endovasculaire behandeling9. Sluiten arteriotomie10. Finale angio (onder flow)
Arteriotomie
1. Dwars 2. Longitudinaal
vermoeden embolie
voorwaarde : soepel bloedvat
vermoeden thrombose
nut : mogelijkheid tot revascularisatie
Toegangswegen
1. Femoralisbifurcatie
2. Arteria poplitea infragenuaal (P3)
- Thrombus onderbeensarteriën
-Noodzaak tot volledig vrijleggen van de trifurcatie (TTF, ATP, AF, ATA)
-Al dan niet gebruik met locale thrombolytica
3. Arteria brachialis
thv de oksel thv de elleboog
Fogarty = meest gevaarlijke instrument in de vaatchirurgie !!
Complicaties
• Wanddissectie - perforatiethrombose – occlusie - vals aneurysma –AV fistel
• Breken catheter-scheuren ballonocclusie - thrombose
• Lostrekken van atheroomplaquedissectie- occlusie - thrombose
• Impactie thrombus distaalperifere thrombose, embolisatie naar distaal
Preventie
• Correcte arteriotomie
• Voorzichtige manipulaties van de catheter (onder fluoroscopie)
• Met beide handen (vullen ballon en terugtrekken door 1 persoon !! )
• Correct vullen balloncatheter, “gentle” opblazen
• Heparine postoperatief gezien vaatwandbeschadiging
5. Amputaties
Indicatie amputatie
- Acute / chronische ischemie (PAD, Diabetes ) zonder revascularisatiemogelijkheden
- Ernstige traumata
- Acute / chronische infecties
- Maligne bot- en weke delen tumoren
Cave : hoge mortaliteit + morbiditeit vooral bij vaatpatienten !
Algemene basisprincipes
-Beperkte amputaties met behoud volledige lengte lidmaat boven OB- of BB-amputaties
- Voordeel beperkte amputaties= behoud van gewrichtsdragend oppervlak, normale proprioceptie, behoud zelfbeeld
- Voetvernauwende boven voetverkortende amputaties
- Bevordering primaire wondheling door zeer nauwkeurige amputatietechniek zonder beschadiging van de huidranden
- Geen gebruik van garrot (bij vaatproblematiek)
-Preoperatief dubbel check + aanduiden zijde amputatie !!
Bovenbeenamputatie• Visbekincisie zo distaal mogelijk, met gelijke anterieure en posterieure flap
• Doorhalen van de 3 spiergroepen tot op de femur • anterieure groep (sartorius, quadriceps femoris,tensor fasciae latae)
• mediale groep (gracilis, pectineus, adductor longus, brevis, and magnus)
• posterieure groep (biceps femoris, semitendinosus, semimembranosus)
• Identificatie en afbinden van de AFS-VF-NF (posterieur femur)
• Identificatie van de nervus ischiadicus , kort en scherp afsnijden , lokale infiltratie
• Doorzagen femur paar cm distaal van huidrand en raspen van cortex
• Wonde uitgebreid spoelen
• Heup in flexie voor sluiten (cave tractie)
• Sluiten fascia en spieren aparte hectingen (Vicryl 1, 2-0)
• Huid met aparte hechtingen (Flexocrin, Ethilon 2-0)
6. Vasculaire suturen• Instrumentarium
• Dwarse Arteriotomie
• Sluiten longitudinale arteriotomie
• Patchplastie
• End-to-end anastomose
• End-to-side anastomose
• Parachute techniek
• Inlay techniek
INFORMATIEF
Teendesarticulatie
1/ Interphalangeale desarticulatie- Grote teen: behoud MTP-gewricht, visbekincisie
- Teen 2: doorheen P1 (voorkomt hallux valgus)
- Andere tenen: niveau (fig), transversale incisie
2/ MTP- desarticulatie- Grote teen: door P1, distaal FHB-aanhechting
- Niet bij teen 2 , straalamputatie voorkeur
- Teen 3- 4: ok
- Teen 5: MT-kop behouden, laterale condyl verwijderen, pulpaire flap
Transmetatarsale straalamputatie
- Nooit > 1 straal owv stabiliteit
- Zoveel mogelijk straallengte behouden
- 1 straal: enkel invloed op breedte voet
- Straal V: schuin amputeren voor behoud van peroneus brevis pees
Straal 5 Straal 2
Transmetatarsale amputatie
- Indicatie: gangreen, infectie meerdere tenen
- Nood aan huid van goede kwaliteit tot aan de MT-koppen
-Contra-indicatie: voorvoetinfectie, cellulitis, lymfangitis, necrose plantair proximaal van de metatarsofalengeale plooi
- Sparen van MT1 en proximale kop van MT5 (schuine transsectie)
Majeure voetamputaties
Onderbeenamputatie: posterior of skew flap
A/ Posterieure flaptechniek (Burgess)
-Posterieure flap = beter gevasculariseerd
-Huidflappen iets langer dan nodig, bij sluiten gepaste lengte
-Incisie anterieure flap : horizontaal , hand onder tuberositas tibiae, lengte 2/3 onderbeen
-Incisie posterieure flap: boogvormig, 3 cm langer dan AP diameter OB waar bot wordt doorgehaald
-Huid- subcutis doorhalen tot fascie
-VSM- VSP klemmen en afbinden
-Anterieur alle weefsels doorhalen tot op bot
-Identificeren van de anterieure neurovasculaire bundel (tss musculus tibialis anterior en extensor hallucis longus
- Incisie vervolledigen doorheen lateraal compartiment met afbinden n. peroneus superficialis
-Doorhalen fibula 2 cm boven niveau tibia
-Doorzaken tibia 1 cm distaal van de huidrand, afvlakken anterieure cortex (45°)
-Posterieure spiermassa doorhalen met afbinden ATP- en AF- bundel
-Doorhalen nervus tibialis + afbinden
-Losmaken en verwijderen m. soleus (enkel m. gastrocnemius )
-Huid met enkelvoudige hechtingen
B/ Skew flap
-Vascularisatie van ischemisch been verloopt via zijn laterale delen
-Incisie 10-15 cm onder tibiaal plateau
-Kortste niveau= 3 cm stomp onder de flexorpezen bij 90° gebogen knie
- Markeren punt 2.5 cm lateraal crista tibia = punt waar beide flappen aan de voorzijde samenkomen
-Merken posterieure junctie met meetlint
-Rest procedure identiek posterieure flaptechniek
Transgenuale amputatie
Heupdesarticulatie