chemische elementen rangschikken

23
Thema 5: Classificatie Thema 5: Classificatie 1. 1. Opdracht Opdracht

Transcript of chemische elementen rangschikken

Page 1: chemische elementen rangschikken

Thema 5: ClassificatieThema 5: Classificatie

1. Opdracht1. Opdracht

Page 2: chemische elementen rangschikken

2. Waarom classificeren?2. Waarom classificeren?

Voorbeelden van classificeren

ledenlijst vereniging overlijdensprentjes klasseren

partituren van een zangkoor

Waarom zaken classificeren?

om bepaalde zaken vlugger terug te vinden

Waarop moet je letten bij het classificeren?

Welke criteria moet je aanwenden bij het groeperen van gegevens?

Page 3: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.1 Opdracht3.1 Opdracht

Groepjes van 3 personen9 kaartjes met daarop een aantal eigenschappen van chemische elementen

Taak Probeer de kaartjes te ordenen.

Volgens welke criterium heb je de kaartjes geordend?

Page 4: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.2 De tabel van Mendeljev3.2 De tabel van Mendeljev

De tabel van Mendeljev

Page 5: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.2 De tabel van Mendeljev3.2 De tabel van Mendeljev

Hoe ordende Mendeljev de elementen?

Page 6: chemische elementen rangschikken

1 2

3 4 5 6 7 8 9 10

11 12 13 14 15 16 17 18

19 20

12

Mg

Si

N

He

Ca

B

H

Li

Na

K

Al

Be

Mg

Ne

Cl Ar

O

P S

FC

1

1

1

1

22 2

2

28

88

2

28

2

2

88

2

82

28

288

287

286

27

26

25

285

24

284

23

283

2

K

K

K

K

L

L

LM

MN

1

2

3

4

Ia

IIa IIIa IVa Va VIa VIIa

O

atoomnummer

element/symbool

elektronenconfiguratie

3 rijen = periode 3

P P e r i o d i e k e r i o d i e k S S y s t e e y s t e e mm

d e r d e r E E l e m e n t e nl e m e n t e n

periode

=aantal p+ aantal e-

2

laatste cijfer 2 = groep 2

groep

1 2 3 4 5 6 71 88

K

L

M

NM

1 2

1

1

81

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Page 7: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Page 8: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

perioden = horizontale rijen in het PSE

= geeft informatie over het aantal schilen

groepen = verticale kolommen in het PSE

= geeft informatie over het aantal valentie-elektronen

= elementen in zelfde groep vertonen gelijkaardige chemische eigenschappen

Page 9: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Opmerkingen

hoofdgroepen (a-groepen)

en nevengroepen (b-groepen)

Page 10: chemische elementen rangschikken

3 categorieën categorie 1: de metalen categorie 2: niet – metalen categorie 3: edelgassen

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Opmerkingen

metalen

edelgassen

niet - metalen

Page 11: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Experiment

Probleemstelling

Welke metalen (Na, K, Mg) vertonen gelijkaardige eigenschappen?

Page 12: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Experiment

Wat kan je waarnemen? Kalium reageert zeer fel met water natrium reageert fel met water magnesium reageert niet met water

Page 13: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Experiment

Wat kan je concluderen?Na en K vertonen gelijkaardige chemische eigenschappen

Was je voorstelling juist? Hoe kon je dit met zekerheid voorspellen?Na en K staan in dezelfde groep

Page 14: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.4 Oefeningen3.4 Oefeningen

1. In welke groep en welke periode staat het element kalium?

2. Welk element staat in het periodiek

• in de 2de groep, 4de periode

• precies boven het element met atoomnummer 15:

3. De atoomsoorten fluor, chloor, broom en jood hebben gelijkaardige chemische eigenschappen. Hoe kan je dit verklaren?

Kalium staat in groep I A en periode 4

Calcium

Stikstof

Ze staan allen in groep VII A

Page 15: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.4 Oefeningen3.4 Oefeningen

4. Vul de onderstaande tekst verder aan. Je kan kiezen uit de volgende antwoorden: je mag éénzelfde antwoord meerdere malen gebruiken.atoomnummer

metalen

valentie-elektronen

niet - metalen

protonen groep

atoommassa edelgassen

neutronen periode

schillen

elektronen

Fosfor, zwavel en chloor bevinden zich in dezelfde

groep

van het PSE.

Ze hebben dus een zelfde aantal

Waterstof, lithium en natrium bevinden zich in dezelfdevan het PSE. Deze elementen bezitten dus een zelfde aantalHelium en argon zijn beide

Waterstof en stikstof daarentegen behoren tot de

In groep III bevindt zich slechts 1

namelijk het element (naam van het element geven)

valentie-elektronen

periode

schillen

edelgassen

niet - metalen

niet - metalen

boor

Page 16: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.5 Atoomnummer (Z) en massagetal (A)3.5 Atoomnummer (Z) en massagetal (A)

3.5.1 Atoomnummer (Z)

Mg

12

geeft informatie over het aantal protonen van het atoomgeeft informatie over het aantal elektronen van een atoom

Page 17: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.5 Atoomnummer (Z) en massagetal (A)3.5 Atoomnummer (Z) en massagetal (A)

3.5.2 Massagetal (A)

Mg

12

geeft informatie over het aantal protonen van het atoom

24,3

= aantal protonen + aantal neutronen

Afspraak

Cijfer na komma ≥ 5 dan afronden naar boven

Cijfer na komma < 5 dan afronden naar benedenDus hier is A = 24

Page 18: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.6 Oefeningen3.6 Oefeningen

1. Geef het atoomnummer en het massagetal van zwavel. Formuleer je antwoord volledig in symbolen.

2. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bezit een atoom argon?

Z = 16

A = 32

Z = 18 aantal e- = 18

aantal p+ = 18

A = 40 aantal n0 = A - aantal e- = 40 - 18 = 22

3. Welk element bezit 50 elektronen? Geef naam en symbool

Sn tin

Page 19: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.6 Oefeningen3.6 Oefeningen4. Vul de onderstaande tabel verder aan

Symbool element Na Cl

Atoomnummer

Massagetal 16

Nummer groep V

Nummer periode 3

Aantal protonen

Aantal neutronen

Aantal elektronen 2

Aantal valentie-elektronen

Metaal (M), niet-metaal (nM) of edelgas E

11

23

I A

3

11

11

12

1

M

17

35

VII A

3

17

17

18

Aantal n0 = A – aantal p+ = 23 – 11 = 12Aantal n0 = A – aantal p+ = 35 – 17 = 18

7

nM

P

15

31

15

15

Aantal n0 = A – aantal p+ = 31 – 15 = 16

16

5

nM

O

8

VI A

2

8

8

Aantal n0 = A – aantal p+ = 16 – 8 = 8

8

6

nM

He

2

4

0

2

2

2

Aantal n0 = A – aantal p+ = 4 – 2 = 2

2

E

Page 20: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.6 Oefeningen3.6 Oefeningen

5 a) Zoek op in de tabel:

hoeveel schillen een atoom koolstof heeft:

hoeveel valentie-elektronen een atoom koolstof heeft:

b) Noteer de elektronenconfiguratie van koolstof

6 Het element magnesium heeft als atoomnummer 12 en als massagetal 24:a) Hoeveel elektronen heeft een atoom magnesiumb) Noteer de elektronenconfiguratie van magnesium

c) Voorspel (zonder in je tabel te kijken !!!!)

in welke periode Mg staat in het PSE

in welke groep Mg staat in het PSE

2

4

K – schil: 2 e-

L – schil: 4 e-

12

K – schil: 2 e-

L – schil: 8 e-

M – schil: 2 e-

3

II A

Page 21: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.6 Oefeningen3.6 Oefeningen

7 Lees artikel “Rus in zijn element” op blz 80. Kan je zelf een antwoord geven op de gestelde vragen van deze mensen uit Zolder? Controleer bij het lezen van het artikel of je ze goed beantwoord hebt.

Page 22: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.6 Oefeningen3.6 Oefeningen

8 Lees artikel “Het abc van de scheikunde” op blz. 80. Kijk op de website www.periodieksysteem.com en zoek op waarvoor onderstaande stoffen gebruikt worden

het edelgas helium

het metaal kwik

het niet-metaal koolstof

een stof naar keuze (= …………… )

Page 23: chemische elementen rangschikken

3. Classificatie van de chemische elementen?3. Classificatie van de chemische elementen?

3.3 Het periodiek systeem der elementen3.3 Het periodiek systeem der elementen

Li H