Chemie magazine september 2010

56
CO 2 -opslag commerciële business? BV Nederland zoekt bedrijven Doelwit: chemische industrie Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 09 • 22 september 2010 KUNSTSTOF PATIëNT: ZEGEN VOOR DE ZORG Magazine

description

Maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie magazine september 2010

Page 1: Chemie magazine september 2010

CO2-opslag commerciële business?

BV Nederland zoekt bedrijven

Doelwit: chemische industrie

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 09 • 22 september 2010

Kunststof patiënt:ZegeN VOOr De ZOrg

Magazine

x-CM1008_cover.indd 2 15-09-10 13:50

Page 2: Chemie magazine september 2010

VAPRO_College adv CHEMIE 2010-061 1 11-6-2010 11:16:53

Page 3: Chemie magazine september 2010

Specialisten in opleiding leren zonder risico’s omgaan met complicaties en de procedures die erbij horen door te oefenen op een kunststof patiënt.

26

32

Wetenschappelijke status Green Chemistry ter discussie Sinds begin jaren ‘90 groeit het gebruik van de term Green Chemistry. Een eenduidige defi nitie blijkt niet te bestaan, ontdekte Arjan Linthorst in zijn promotieonderzoek.

Klimaat vraagt om hogere CO2-prijsEen hogere CO2-emissieprijs zal de concurrentiepositie van de Europese chemische industrie niet in gevaar bren-gen. De industrie moet zich dan wel goed beschermen tegen landen waar de emissie niets kost. Een interview met Jan Berends, tot voor kort directeur Responsible Care & Product Safety bij DSM.

36

09 22 september 2010F

OTO

: GE

TT

Y IM

AG

E

Oefenen op kunststof patiënt

september 2010 Chemie magazine 3

Inhoud

x-CM1008_inhoud.indd 3 15-09-10 13:56

Page 4: Chemie magazine september 2010

ERIKS biedt een keurcorps aan specialisten met een ware passievoor technologie. Specialisten die u met een rationele benaderingter zijde staan bij het bereiken van milieu- en energiebesparingen,kostenreductie en vermindering van downtime. Voor de industrie is ERIKS een betrouwbare leverancier die denkt in duurzame (ensnelle) oplossingen en besparingen.

Een samenwerking met ERIKS levert u gegarandeerd concrete kostenbesparingen op die wij kwantificeren én realiseren. Daarkunt u ons op afrekenen!

Vraag nu om een verhelderend gesprek met ERIKS,bel T (072) 514 15 14.

Bespaar op onderhoud vanuit een passie voor technologie

AfdichtingenSlangenAfsluitersInstrumentatieKunststof leidingsystemenKunststoffenAandrijftechniekGereedschappen Onderhoudsproducten

ERIKS bv I Postbus 280 I 1800 BK Alkmaar I T 072 514 18 22 I E [email protected] I eriks.nlERIKS bv I Postbus 280 I 1800 BK Alkmaar I T 072 514 15 14 I F 072 515 56 45 I E [email protected] I www.eriks.nl

aarpseB

hbijstaanzijdeterStechnologie.voorkeenbiedtERIKS

op onderhoud

eneenmilieu-vanbereikenhetratioeenmetudieSpecialistenmetspecialistenaankeurcorps

aeen panuitvd

kunt u onskostenbesp

sameEen

rgiebesparingenbenaderingonele

passiewareeen

hecoor tviessa

op afrekenen!kwantificewijdieopparingen

ulevertERIKSmetnwerking

logiehno

Daarrealiseren. énerenconcrete gegarandeerd

snelle) oplossingenbetroeenERIKSisenkostenreductie

hbijstaanzijdeter

b2IPvI P stusobPtPsoPostbIE bvSbKSSIKKIRREEERIKS bv

n en besparingen.idenktdieleverancierouwbare

Vdowntime.vanverminderingeneenmilieuvanbereikenhet

1I5r2I008 5I0 a7ma0mTlIArKaKaBmk00Al8K1B0 1800 BK Alkmaa0I012Is0us82us 280

bel T (072raag nu oV

kunt u ons

(enduurzameinindustrie deoorV

rgiebesparingen,

noI656 efgenginElIE5E46 E slangenI5252125182174014F5I2471051T41 T 072 514 18 22

) 514 15 14.m een verhelderend gesprek me

op afrekenen!

.IwI lnw ns.ksiksrkei.erweww eriks nlInl.ns.kssikkrierree@@non@eriks nl

et ERIKS,

Uw proces verdient...

...een fit hartVan harte aanbevolen

Excentrische wormpompenSlangenpompenTandwielpompenRondselpompenSchottenpompenSchroefkanaalwaaierpompen

DoseerpompenOscillerende zuigerpompenMembraanpompenLobbenpompenImpellerpompenEén-kanaal waaierpompenZijkanaalpompen

Versnijders

Centrifugaalpompen:- Open-waaier- Water- en chemienorm- Magneetgedreven- ZelfaanzuigendService en skidbouw

Kijk voor ons complete fitness programma opwww.wijkboerma.nl of bel 050 549 59 00

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:07 Pagina 1

Page 5: Chemie magazine september 2010

Wetenswaardig 8- Struviet is dé oplossing voor kunstmestcrisis

Innovatieenonderwijs 11- Chemie uitverkoren voor pilot

Veiligheidenmilieu 13- Modelovereenkomst ‘hoogspanning’ voor bedrijven

Energieenklimaat 17- Ministerie van Economische Zaken moet condities voor WKK verbeteren

Actueel 19- 2011: International Year of Chemistry

YoungProfessionals 51- Plant Engineer Jeroen Borggreve

Groenechemie 53- Valenceen nu ook chemisch geproduceerd

Maatschappij 24- CO2-opslag en -afvang commercieel interessant

Opinie 30- Chemie in Nederland goed verankerd

Maatschappij 38- Kans op double dip volgens hoofdeconoom Han de Jong

niet hoger dan vijftien procent

Economie 42- Nieuwe Strategische Acquisitie Unit voor de chemie doelgericht

Maatschappij 44- Meningen over de Nieuwe Scheikunde verdeeld

Maatschappij 46- Alerteringsoefening leerzaam voor chemische industrie

13

38

44

Personaliaenagenda 54

Opinie 07- Bedrijven vormen samen een ecosysteem, meent VNCI-directeur Colette Alma

09 22september 2010

september2010Chemie magazine 5

Inhoud

VNCI

FeitenenVisies

Trends

Achtergrond

x-CM1008_inhoud.indd 5 15-09-10 13:56

Page 6: Chemie magazine september 2010

SPIE-Industrie I Schrijnwerkerstraat 30 I 3194 AE Hoogvliet I T +31(0)10 472 63 00 De Brauwweg 74-82 I 3125 AE Schiedam I T +31(0)10 409 04 00 I www.spie-nl.com

SPIEeen gezamenlijke ambitie

SPIE-Industrie stelt uw opslag-, productie- en bedrijfszekerheid veilig in elke fase waarin u deze nodig acht.Of het nu gaat om de nieuwbouw, of onderhoud inclusief de inbedrijfstelling, of het opstellen en managen van uw werkprocedures, u kunt altijd rekenen op ons team. Met respect voor veiligheid en het milieu bieden wij een duurzame oplossing voor elk industrieel probleem.

Met SPIE-Industrie haalt u een ervaren partner in huis als het gaat om werktuigbouw, elektro-, meet- en regel-techniek, procesautomatisering, piping, apparatenbouw, skid-bouw, betonbouw, HVAC en analysertechniek. Wij bouwen en verbeteren technische installaties voor (petro)chemische bedrijven, olie- en gasbedrijven, op- en overslagbedrijven, de staalindustrie, energiecentrales en de voedingsmiddelen, farmaceutische en papierkartonnage industrie. Vanzelfsprekend nemen wij de zorg op ons over alle onderdelen die extra aandacht vereisen. Steeds vaker krijgen wij daarom de verantwoordelijkheid over het volledige ontwerp, installatie- en onderhoudtraject.

SPIE Nederland biedt een compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciële en institutionele branche. De divisie SPIE-Industrie kan ook een beroep doen op de kennis en ervaring van een van de andere divisies van SPIE Nederland: SPIE-Asset Management, SPIE-Building Systems, SPIE-Controlec Engineering en SPIE-Infra.

SPIE-Industrie

290591_SPIE_A4_ADV_INDUSTRIE.indd 1 29-07-2009 11:24:39

Page 7: Chemie magazine september 2010

VNCI-directeur Colette Alma

en ecosysteem wordt gevormd door de wisselwerking tussen alle levende organismen en hun omgeving. Dat is de omschrijving die Wikipedia gebruikt om een eco-systeem toe te lichten. Mijns inziens maken bedrijven tegenwoordig ook deel uit van zo’n systeem.

Kijk maar eens goed. Een groep verwante bedrijven deelt voorzie-ningen op het gebied van transport, veiligheid en energie. Via pijp-leidingen leveren deze ondernemingen producten aan elkaar, door samen te werken, maken ze van bijproducten nuttige toepassin-gen en samen zorgen ze ervoor dat de benodigde grondstoffen zo effi ciënt mogelijk worden gebruikt. Zo wordt samengewerkt aan het verminderen of elimineren van afvalstromen en de overtollige warmte van het ene bedrijf levert energie voor een ander bedrijf.

Maar de ondernemingen in het ecosysteem zijn niet alleen fysiek met elkaar verbonden. In toenemende mate zijn er verbindingen op het gebied van immateriële zaken, zoals kennis en innovatie. Samen gaan de bedrijven contacten aan met scholen en universi-teiten zodat opleidingen kwalitatief goede en passend opgeleide mensen leveren. De bedrijven wisselen best practices uit op niet-concurrentie-gevoelige terreinen, zoals veiligheid en milieu. Vaak nemen ze ook samen deel in publiek-private onderzoeksprogram-ma’s, ondersteunen ze het ontstaan van open en nieuwe, innova-tieve bedrijvigheid en vormen ze een inspiratiebron voor elkaar.

De synergie met andere bedrijven, zowel materieel als immateri-eel, draagt tegenwoordig wezenlijk en signifi cant bij aan de kracht van de individuele onderneming. Voor een nieuw te vestigen onderneming is de kwaliteit van het ecosysteem een belangrijk element geworden in de keuze van de vestigingsplaats. En voor een bedrijf dat hier al gevestigd is, bepaalt het ecosysteem mede de winstgevendheid en het perspectief op lange termijn.

Logisch dus dat we de kwaliteit van het ecosysteem bewust willen managen. Het is van te groot belang om aan het toeval over te laten. Naast het organiseren van gezamenlijke innovatieprogram-ma’s, open innovatie, vruchtbare campussen en infrastructurele voorzieningen, moet de samenstelling van het ecosysteem wor-den geoptimaliseerd.

He optimaliseren van de Nederlandse ecosystemen is één van de taken van de Strategische Acquisitie Unit (zie pagina 42) die sinds 1 augustus actief is. Het doel is om buitenlandse bedrijven naar Nederland te halen die van onze ecosystemen kunnen profi teren, maar ze tegelijkertijd ook kunnen versterken.

Als Nederland een goede mix van chemische bedrijven heeft, met onderling een hoge mate van synergie, vergroot dat onze innova-tiekracht en ons concurrerend vermogen. Het zou voor de hele sector prachtig zijn als de Strategische Acquisitie Unit de komende jaren succes zal boeken. Ik stel voor om hen daarbij zoveel moge-lijk te ondersteunen. Ons ecosysteem wordt er zonder meer beter van. p

Ecosysteem E

maart 2010 Chemie magazine 7

Opinie VNCI

september 2010 Chemie magazine 7

x-CM1008_Voorwoord.indd 7 15-09-10 14:03

Page 8: Chemie magazine september 2010

Struvietvoor kunstmest crisis

8 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_wetenswaardig.indd 2 15-09-10 14:04

Page 9: Chemie magazine september 2010

Kunstmest wordt steeds schaarser en raakt uiteinde-lijk op. Een ware ramp want de grondstoffen voor kunstmest, zoals fosfaat, kalium en stikstof, zijn niet te vervangen. Zonder kunstmest zijn we niet in staat in de wereldwijde behoefte aan voedsel te voorzien.

´Maar, het is nog niet te laat, zegt Kees Langeveld van ICL Fertilizers. ´Er zijn goede mogelijkheden voor de recycling. We kunnen bijvoorbeeld fosfaten en schade-lijke stikstofverbindingen terugwinnen uit huishoudelijk afvalwater. Die kunnen we bewerken tot het mineraal struviet dat een uitstekende grondstof is voor kunst-mest. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld (kippen)mest te vergisten en daarna te verbranden. De assen kun je verwerken tot een normale, schone kunstmest.

Risico’s´Merkwaardig genoeg komen recyclingprojecten in

Nederland niet van de grond. Er zijn veel kleine partijen bij betrokken en die kunnen vaak geen grote risico s nemen. Naar mijn idee zou de overheid meer onder-steuning moeten bieden door bijvoorbeeld langeter-mijngaranties te geven. Ook de bestaande subsidiëring is nu vaak onvoldoende. In een periode van acht jaar kun je geen miljoeneninvestering afschrijven.

Exportartikel´Economisch is recyclen nu ook aantrekkelijk, want fosfaat is fors duurder geworden. Het is opvallend dat we nu as aangeboden krijgen van de verwerkers van biomassa in Engeland. Wij geven de voorkeur aan Nederlandse leveranciers, maar die zijn er dus niet. Jammer, want als we zouden investeren in de technolo-gie voor recycling van grondstoffen, creëren we een belangrijk exportartikel voor de toekomst voor de BV Nederland, besluit Langeveld. p

Struviet is dé oplossing voor kunstmest crisis

Wetenswaardig

september 2010 Chemie magazine 9

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

x-CM1008_wetenswaardig.indd 3 15-09-10 14:05

Page 10: Chemie magazine september 2010

Bekijk alle vacatures op:www.labrecruitment.nl | Tel: 0182-590210

Recruitment specialist in Life Sciences(Bio) Chemistry & Pharmacy

11320 Experimental Chemist11430 (Assistant) Technician NMR

11240 Assistant/Associate Scientist(s) Applied Biochemistry

11245 Teamleader Bio Tech Operations

11330 Jr. Technician/ operator BTO

11420 Operator Manufacturing

11350 Laboratoriummanager Mineral Services

11325 Chemisch Analist HLO/MLO+

11195 General Technician

11360 Laboratory Manager 11150 Research Analist

11020 Validatie Expert11060 Quali�ed Person Teva Europe

11405 Manager QA Review

11175 - Recruiter Chemie

Voor de versterking van ons team zijn wij met spoed op zoek naar een Recruiter Chemie.

Je komt te werken in een hecht team van ambitieuze professionals. In deze veelzijdige en dynamische functie

kun je jouw brede vakkennis, mensenkennis en communicatieve vaardigheden optimaal benutten.

Je hebt een afgeronde HLO/WO opleiding in (bij voorkeur) Chemie, minimaal 2 jaar

labervaring en interesse in W&S.

www.bakkersliedrecht.com

Bakker Repair B.V.

Tel.: (0184) 410555

Bakker Sliedrecht Electro Industrie B.V.Tel.: (0184) 436666

24-UURS SERVICE

DIAGNOSE METINGEN

LAAGSPANNING WIKKELEN

BALANCEREN

HIJSCAPACITEIT100 TON

PROEFVLOER0-13KV

ISO 9001 : 2000

VCA** 2004/04

ATEX IEC 60079-19

WERKPLAATS 5.650 M2

Reparatie van elektrische roterende machines

HOOGSPANNING WIKKELEN

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:07 Pagina 2

Page 11: Chemie magazine september 2010

Om de resultaten van de investeringen die in de periode 2004–2010 in de bèta-techniek zijn gedaan voort te kunnen

zetten en uit te bouwen, zijn het afgelopen jaar sectorinvesteringsplannen voor hbo en mbo geschreven in opdracht van het Plat-form Bèta Techniek en de hbo- en mbo-Raad. Deze investeringsplannen – ‘Sectorinveste-ringsplan hbo 2011–2016 Meer studenten hbo-techniek via Centre of Expertise’ en ‘Sectorinvesteringsplan mbo 2011–2016 Meer mbo-techniek studenten op topniveau door Centra voor Innovatief Vakmanschap’ – zijn zowel in het onderwijsveld als door het bedrijfsleven en de overheid zeer goed ont-vangen.

Pilot De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken hebben budget vrijgemaakt om een start te kunnen maken met de Centres of expertise (drie cen-tra kunnen gedurende vijf jaar worden ondersteund met jaarlijks één miljoen euro) en de Centra voor innovatief vakmanschap (zes Centra kunnen gedurende vijf jaar worden ondersteund met jaarlijks 400.000 euro). Gezien het beschikbare budget wordt gestart met een pilot binnen drie sleutelgebieden, waarvoor de ministeries voor Water, Chemie en High-tech automotive systems (HTAS) hebben gekozen. ‘Het gaat als volgt,’ vertelt Annemarie Knottnerus van het Platform

Bèta Techniek. ‘Consortia van onderwijsin-stellingen, bedrijven en andere partners kunnen tot 15 oktober een plan indienen. Deze businesscases voor een centra worden beoordeeld en de beste moeten uiterlijk 8 december een definitief businessplan indie-nen.’ Voor beide type centra geldt dat de con-sortia een gelijkwaardige investering doen.

Meer informatie: www.centresofexpertise.nl, www.centravoorinnovatiefvakmanschap.nlp

CentresofExpertiseenCentravoorInnovatiefVakmanschap

VNCIanalyseertaantalstudentenchemie

ChemieuitverkorenvoorpilotBusinessplannen voor Centres of Expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap kunnen nu bij het Platform Bèta Techniek worden ingediend voor Chemie, High-tech automotive systems en Water. Chemie is één van de drie sleutelgebieden voor de sectorinvesterings-plannen mbo en hbo die in aanmerking komt voor een pilot.

V NCI-speerpuntmanager Onderwijs & Innovatie Nelo Emerencia vroeg bij gebrek aan betrouwbaar cijfer-

materiaal alle gegevens op van de Infor-matie Beheer Groep (nu DUO). Hij analy-seerde in overleg met de betrokken opleidingsinstellingen de aanmeldingen chemie sinds het jaar 2000. En dat leidt tot een aantal interessante conclusies.

WoEmerencia: ‘Sinds het jaar 2000 is de belangstelling voor traditionele, universi-taire chemieopleidingen, zoals scheikunde en scheikundige technologie, gestaag afgenomen. Van 1855 in 2000-2001 naar 1351 in 2009-2010. Dat is een afname van 27 procent. Daarentegen groeit in diezelfde periode de populariteit van wetenschappe-lijke opleidingen met chemische compo-

nenten explosief. Van 121 leerlingen voor vier oplei-dingen in 2000-2001 naar 3028 leerlingen voor 12 opleidingen in 2009-2010. Een stijging van maar liefst 162%.’

HboEmerencia: ‘Het aantal hbo-leerlingen groeit sinds 2007-2008 gestaag. Het gaat om een stijging 11 %, van 8258 in 2007-2008 naar 9156 in 2009-2010. Absoluut gaat het om een stijging van in totaal 898 leer-lingen. Cijfers van voor 2007 zijn niet beschikbaar.’

Afgestudeerden‘Al met al zijn wij blij met de toename van

het aantal leerlingen/studenten in bètaop-leidingen en in de chemie in het bijzonder. Er zijn veel jongeren met bèta-aanleg en het is verheugend te zien dat ze daar nu ook iets mee doen,’ zegt Emerencia. ‘Nu ga ik kijken of de leerlingen ook allemaal zijn afgestudeerd en of zij uiteindelijk in de sector terechtkomen.’ p

In het schooljaar 2009-2010 kozen aanzienlijk meer leerlingen voor een opleiding chemie aan een hbo-instelling (9156 leerlingen) dan voor een studie aan de universiteit (4676 leerlingen). Dat blijkt uit de VNCI-ana-lyse van de aantallen leerlingen chemie sinds het jaar 2000.

Hbo populairder dan wo

september 2010 Chemie magazine 11

Innovatie en onderwijs

x-CM1008_onderwijs.indd 11 15-09-10 13:59

Page 12: Chemie magazine september 2010

Systemenen die uw prestaties verbeteren

Test nu zelf de nieuwe dispensers. Tel: 030 – 69 84 666 of ga naar www.tork.nl

de perfecte combinatie van design en functionaliteitSamen met de diverse Tork poetsrollen en werkdoeken is er nu eindelijk de optimale combinatie van dispenser en product die samenwerken voor het beste resulaat.

SCA22554E_A4_Dispenser_Ad_NL.ind1 1 6/4/10 15:58:08

Page 13: Chemie magazine september 2010

VEMW adviseert bedrijven met een directe aansluiting op een hoogspan-ningsnet om op basis van de model-

overeenkomst een nieuwe aansluit- en transportovereenkomst (ATO) met TenneT te sluiten. De nieuwe ATO was nodig nadat per 1 januari 2008 de regionale netten van 110 en 150 kV (HS-netten) onderdeel werden van het landelijk hoogspanningsnet. TenneT kreeg toen het beheer over deze elektriciteitsnet-ten en nam bij wijze van overgangsmaatregel de bestaande aansluit- en transportovereen-komsten tussen de regionale netbeheerders en aangesloten bedrijven over. Door de zeer uiteenlopende overeenkomsten werd een standaardovereenkomst wenselijk, alleen al om discriminatie te voorkomen.

InhoudNa uitgebreid en constructief overleg tussen TenneT en VEMW is er nu zo’n standaard aansluit- en transportovereenkomst die recht doet aan de wederzijdse belangen van zowel netbeheerder TenneT als de aangeslo-ten bedrijven. De modelovereenkomst bestaat uit een standaard aansluit- en trans-portovereenkomst en standaard algemene voorwaarden. De overeenkomst bevat onder meer de afspraken over de hoeveelheid elek-triciteit die het bedrijf kan aanleveren of afnemen, het onderhoud van de aansluiting, de facturering, de betaling en ook de aan-sprakelijkheid. p

Modelovereenkomst ‘hoogspanning’ voor bedrijven De Vereniging voor Energie Milieu en Water (VEMW) en landelijk netbeheerder elektriciteit TenneT hebben een modelovereenkomst opgesteld voor bedrijven die aangesloten zijn op een elektriciteitsnet van TenneT. Hierover benadert TenneT de komende maanden een tien-tal chemiebedrijven die zijn aangesloten op een HS-net.

‘Een belangrijk probleem is dat bedrijven in eerste instantie fouten maken bij de registra-

tie. Ik adviseer bedrijven die nog geen registratie hebben ingediend dan ook met klem om nu ervaring op te doen met de registratie door in oktober een eerste registratie te doen. Anders kunnen zij in novem-ber voor onaangename verrassin-gen komen te staan. De ervaring leert dat bij het doorlopen van de registratieprocedure geregeld din-gen mis gaan. Door het onjuist of onvolledig invullen van registratie-dossiers en door fouten bij het doorlopen van andere administra-tieve procedures worden regelma-tig dossiers afgewezen. Het is belangrijk dat bedrijven vooraf checken of dossiers compleet zijn en of is voldaan aan de zogenaamde business rules van het European Chemical Agency (ECHA),’ zegt VNCI-stoffenexpert Dirk van Well.

Problemen‘Ook door praktische zaken, zoals het niet tijdig voldoen van registra-tievergoedingen aan het ECHA, kunnen bedrijven in de problemen komen,’ waarschuwt Van Well. Hij voegt toe: ‘De VNCI helpdesk wordt de laatste weken overspoeld met vragen. Door middel van circu-laires worden de VNCI-leden op de hoogte gehouden van laatste ontwikkelingen.’

REACHCentrum, het REACH-dien-stencentrum van Cefic, en TNO verzorgen op 7 oktober een work-shop over de registratieprocedure. Meer informatie over deze training opwww.tno.nl/jointsubmission

Meer informatie: Dirk van Well, [email protected], 070-337 87 40 p

Op 1 december 2010 verloopt de deadline van de eerste REACH-registratie. Niet-geregistreerde stoffen moeten dan van de markt verdwijnen. Wie nu nog wil begin-nen met de registratie van stoffen is veel te laat. Maar door nú oplet-tend te blijven, kunnen bedrijven problemen in de toekomst voor-komen.

REACH: De spanning stijgt

Veiligheid en milieu

september 2010 Chemie magazine 13

x-CM1008_veiligheid.indd 13 15-09-10 14:01

Page 14: Chemie magazine september 2010

Ons kernwoord: klanttevredenheid. Onze kerncompetenties: vuurvaste bekledingen, grootschalige

industriële staalgerelateerde projecten, sluizen en bruggen, olie- en gasplatforms, drukvaten,

warmtewisselaars, opslagtanks, kelderbierinstallaties, systemen voor filtratie en separatie,

luchttechniek, bovenleidingsystemen voor het spoor, service en onderhoud. Nationaal en

internationaal gecertificeerd, werkend volgens de hoogste veiligheidsnormen.

Kennismaken? Graag. Belt u even of kijk op www.andusgroup.com.

Serving the industry

ANDUS Group

Beukenlaan 117

5616 VC Eindhoven

Tel. +31 (0)40 - 211 58 00

[email protected]

Andus Construction

HSM Steel Structures

Intersteel Nigeria

Intersteel Slovakia

Lengkeek IJmond

Lengkeek Staalbouw

Mebra Metaalbewerking

P&K Rail

RijnDijk Engineering

RijnDijk Steel Contracting

RijnDijk Technical Services

WVL Staalbouwers

Andus Oil & Gas

HSM Offshore

Andus Process

Asselbergs Ventilatoren

FIB Industriële Bedrijven

Andus Refractories

Gouda Refractories

Gouda Projects

Gouda Vuurvast Services

Gouda Vuurvast Belgium

Gouda Feuerfest

GFD Services

Page 15: Chemie magazine september 2010

T ijdens de informatiemiddag staan de gevolgen van de Europese Kaderricht-lijn Water (KRW) centraal. Sinds half

maart 2010 is de KRW in de Wet Milieube-heer opgenomen als het Besluit Kwaliteits-eisen en Monitoring Water (Bkmw). De nieuwe regels hebben gevolgen voor de vergunningverlening en handhaving. Zo is de invoering van de absolute 0-eis met het Bkmw van de baan.

De invoering van het Bkmw is voor de indus-trie een belangrijke mijlpaal. Na jaren waarin de overheid vooral beleidsplannen maakte, kregen de Europese eisen voor waterkwali-teit een wettelijke status. Het doel van de

Bijeenkomst Kaderrichtlijn WaterDe implementatie van de Europese Kader-richtlijn Water is makkelijker gezegd dan gedaan. Daarom organiseren Vereniging Energie Milieu en Water (VEMW) en de VNCI op donderdag 4 november een informatie-bijeenkomst in het Postillionhotel in Bunnik.

C ursisten krijgen inzicht in de wijze waarop het BRZO in een onderne-ming kan worden uitgevoerd. Daar-

naast staat de opzet van een veiligheidsma-nagementsysteem en het begeleiden van BRZO-inspecties tijdens de tweedaagse cursus op het programma.

Bestaande kennisHet lesmateriaal is afkomstig uit de BRZO Academie, een bestaand opleidingstraject van het ministerie van SZW - Arbeidsin-spectie, voor overheidsmedewerkers die zijn belast met het handhaven van het BRZO, zoals de arbeidsinspectie, het bevoegd gezag Wet milieubeheer en de

brandweer. Met de opleiding coördinator BRZO komen de kennis en de expertise van de BRZO Academie ook beschikbaar voor chemische bedrijven.

Noodzakelijke competentiesWillem Wagemakers, opleidingscoördina-tor bij de VNCI, is betrokken bij de opzet: ‘Nu hebben bedrijven eindelijk een goede mogelijkheid om in korte tijd de noodzake-lijke competenties voor de opzet van een veiligheidsmanagementsysteem te ontwikkelen.’De goede aansluiting tussen de overheids- en bedrijfsopleiding zal leiden tot een betere uitvoering van de regels. Wagema-

kers: ‘De cursisten krijgen dezelfde instructeurs als de ambtenaren.’

KwaliteitEen waarborgcommissie met vertegen-woordigers van de chemische bedrijven, de VNCI en de VNPI houdt toezicht op de kwa-liteit. De disciplines veiligheidskunde, pro-cestechnologie en milieutechnologie zijn binnen de commissie aanwezig. De cursus is toegankelijk voor medewerkers van bedrijven die lid zijn van de VNCI en andere ondernemingen die onder het BRZO vallen.

Meer informatie: www.phov.nl of www.chorda.nl p

Dit najaar start een nieuwe opleiding op het gebied van veiligheidsmanagement voor bedrijven. Het betreft de opleiding tot coördinator ‘Besluit Risico’s Zware Ongevallen’ (BRZO). De opleiding is ontwikkeld door het Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV) in samenwerking met veiligheidsadviesbureau Chorda.

Veiligheidsmanagement voor bedrijven

Naast de opleiding voor ambtenaren

Europese Kaderrichtlijn Water is de kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater in Europa verbeteren. VEMW en de VNCI steu-nen dit doel, mits de economische ontwikke-ling niet onnodig wordt beperkt.

Europees speelveld Volgens Edwin de Roij, manager milieuzaken en regelgeving op het gebied van stoffen bij AkzoNobel Industrial Chemicals, vormt het Bkmw het nieuwe beleidskader voor alle

waterplannen van de overheid. De Roij is tevens voorzitter van de VEMW Taakgroep Lozingseisen: ‘Belangrijk voor de internatio-nale concurrentiepositie van bedrijven is dat de regelgeving in Nederland niet uit de pas loopt met de rest van Europa. Dankzij de bemoeienis van VEMW is een level playing field dichterbij gekomen.’

Meer informatie en inschrijven: www.vemw.nl p

Cursisten van de overheid tijdens de BRZO-opleiding

Veiligheid en milieu

september 2010 Chemie magazine 15

x-CM1008_veiligheid.indd 15 15-09-10 14:02

Page 16: Chemie magazine september 2010

Met de Energie Index van Essent ziet u in één

oogopslag alle ontwikkelingen op de energiemarkt

en bepaalt u zelf het optimale inkoopmoment.

De Energie Index is voor iedereen toegankelijk en

bovendien geheel kosteloos. Maak vandaag nog

een account aan op essent.nl/grootzakelijk.

De Energie Index. Essent levert.

08601087_1-1 ad Energieindex 210x297_WT.indd 108601087_1-1 ad Energieindex 210x297_WT.indd 1 08-09-10 12:0408-09-10 12:04

Page 17: Chemie magazine september 2010

In 2009 liet de VNCI een studie uitvoeren naar het potentieel voor nieuwe warmtekrachtcentrales in de chemiesector. Chemiebedrijven beschikken op dit moment over warmte-

krachtcentrales met een gezamenlijk vermogen van 1900 megawatt. Uit een studie van PricewaterhouseCoopers blijkt dat er tot 2020 technisch nog potentieel is voor 1500 mega-watt. Daarmee zou meer dan een half miljoen ton CO2-uit-stoot worden bespaard. Vanwege de onzekerheden over de prijs voor aardgas en elektriciteit en de waardering van CO2-emissierechten is er echter weinig animo om te investeren in WKK.

Meer zekerheid ‘Onder de huidige economische omstandigheden is investe-ren in nieuwe WKK vrijwel niet te motiveren,’ zegt Jan Berends, interim-manager Energie & Klimaat van de VNCI. ‘Zelfs voor bestaande installaties kan een verlieslatende situatie ontstaan bij een hoge gasprijs en veel aanbod van wind- en kolenstroom. Hierdoor komt de doelstelling voor verbetering van de energie-efficiency in het gedrang. Samen met de overheid wordt nu bekeken hoe chemiebedrijven meer zekerheid kunnen krijgen. Het doel is dat investeren in WKK weer aantrekkelijk wordt. Dat kan dan ook gaan om flexibele installaties waarvan de elektriciteitsproductie kan variëren. Zo kan de industrie een bijdrage leveren aan een optimale en efficiënte elektriciteitsvoorziening,’ aldus Berends. p

Stimulering warmtekracht nodig Warmtekrachtkoppeling (WKK) is een relatief goedkope manier om energie te besparen en CO2-uitstoot te vermij-den. Daarom is het jammer dat deze mogelijkheid niet opti-maal wordt benut. Oorzaak daarvoor is onzekerheid over de rentabiliteit. De VNCI en andere betrokken brancheorgani-saties doen een beroep op het ministerie van Economische Zaken om de condities voor WKK te verbeteren.

Op aandringen van de VNCI en de Ver-eniging voor Energie Milieu en Water (VEMW) heeft het ministerie van Eco-

nomische Zaken opdracht gegeven voor het KEMA-KIWA onderzoek. Voor de industrie kan dat ernstige gevolgen hebben.

Op 17 oktober 2009 kondigden de gasnetbe-heerders aan dat zij een toename van de diversiteit van de aardgassamenstelling voorzien. Dat komt doordat de import van gas gaat toenemen als gevolg van markt-werking en om de teruglopende productie in

Nederland te compenseren.

VeiligheidDe VNCI en VEMW hebben na een inventari-satie onder hun leden vastgesteld dat ver-andering van de aardgassamenstelling grote consequenties voor bedrijven kan hebben. Het gaat dan onder meer om de veiligheid van installaties, de economie van de bedrijfsvoering en de milieu- en klimaat-afspraken die zijn vastgelegd in vergunnin-gen en convenanten. De belangrijkste ver-anderingen hebben betrekking op de

Wobbe-range (oprekken bovengrens H-gas), de samenstelling van het gas (bij-voorbeeld minder methaan en meer hogere koolwaterstoffen) en de fluctuaties van de samenstelling binnen afgesproken band-breedtes.

Het onderzoek zal de gevolgen van – en remedies voor – de veranderende samen-stelling en kwaliteit van het in Nederland te leveren gas onderzoeken. VEMW zal met inschakeling van de kennis van VEMW- en VNCI-leden aan het onderzoek meewerken en heeft hiervoor een Werkgroep Gaskwali-teit opgericht.

Meer informatie: www.hoezoandergas.nl en bij VEMW’s beleidsadviseur Jacques van de Worp ([email protected]) p

Vanaf medio 2011 wordt meer gas uit het buitenland ingevoerd en wordt biogas geïntro-duceerd. Dat heeft gevolgen voor de kwaliteit van het aardgas. KEMA en KIWA inventari-seren op dit moment de consequenties voor burgers en bedrijven. Half oktober presen-teren zij hun bevindingen en eind 2010 zal blijken of er maatregelen nodig zijn.

Onderzoek naar gaskwaliteit

september 2010 Chemie magazine 17

Energie en klimaat

x-CM1008_energieklimaat.indd 17 15-09-10 13:52

Page 18: Chemie magazine september 2010

Dé afvalverwerker

www.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289 Fax: 0168-389270

Contactpersonen:

Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)

Afvalstoffen Terminal

Moerdijk BV

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk

Verwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

ATM is een bedrijf.

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Page 19: Chemie magazine september 2010

AkzoNobel nam onlangs in Delfzijl een nieuwe zoutfabriek in gebruik. De investering van 25 miljoen euro werd officieel geopend door General Manager van AkzoNobel Indus­trial Chemicals en VNCI­voorzitter Werner Fuhrmann.

Na de opening schakelden alle zoutfa-brieken op de locatie Delfzijl over naar de productie van het milieuvriendelijke

mTA-industriezout. Door het biologisch afbreekbare mTA aan zout toe te voegen, wordt het klonteren van zout voorkomen. Bij mem-braantechnologie in de chloorindustrie ver-lengt mTA de levensduur van membranen en elektroden en zorgt door een lager energie-

verbruik voor een verminderde CO2-uitstoot.

InnovatieBinnen enkele jaren zal mTA wereldwijd de standaard zijn voor de chloorindustrie. Werner Fuhrmann: ‘De additieven die nu nog worden gebruikt bij membraanelektrolyse hebben duidelijk negatieve effecten, omdat afzettingen op en in de membranen ervoor zorgen dat het energieverbruik toeneemt. Door mTA te gebruiken gaan de onderhoudskosten omlaag, ligt het energieverbruik tot wel vijf procent lager en is daardoor sprake van minder CO2-uitstoot. De chloorindustrie en de samenleving in het algemeen zullen zeker profiteren van onze innovatie.’ p

QuotesElementaire kennis‘�Als�chemicus�stoort�het�mij�dat�collega-journalisten�zo�weinig�van�chemie�weten.�Wanneer�ergens�een�stof�wordt�aangetroffen,�staat�er�al�snel�in�de�krant�dat�de�grond�vervuild�is�met�gif,�terwijl�het�van�belang�is�in�welke�concentratie�die�stof�aanwezig�is.�De�pers�mist�elementaire�kennis�over�chemie.’�(Elsevier Wetenschapsredacteur Simon Rozendaal in Villamedia van 24 september)

Hemelse geuren‘�Parfum�heeft�het�imago�van�puur�natuur,�van�rozengeur�en�lente-wind.�Maar�een�parfumerie�is�een�chemisch�laboratorium�waar�hemelse�geuren�zijn�gebrouwen.’(Journalist en filosoof Jaffe Vink in HP/De Tijd van 6 augustus)

Amber‘�Amber�is�een�stolsel�uit�de�dar-men�van�een�potvis.�Het�is�een�veelgebruikt�ingrediënt�bij�de�bereiding�van�parfums.�Daar�heb-ben�ze�die�potvissen�voor�nodig.�Maar�tegenwoordig�kunnen�che-mici�dit�natuurproduct�perfect�namaken.�En�dan�kunnen�die�pot-vissen�gewoon�doorzwemmen.�Chemie�kan�echt�geweldig�zijn.’(Journalist en filosoof Jaffe Vink in HP/De Tijd van 6 augustus)

Hoog niveau‘�Verf�is�een�hightech�chemisch�product,�waarin�tegenwoordig�allerlei�eigenschappen�worden�toegevoegd.�Je�hebt�zelfhelende�autolakken�die�de�krassen�weg-werken,�verven�voor�schepen�die�aankoekende�schelpen�tegen-gaan,�superlichte�verven�voor�vliegtuigen�en�antibacteriologi-sche�verven�voor�operatiekamers.�Daarin�is�AkzoNobel�wereldleider.�Het�is�innovatie�op�hoog�niveau.’

(Hoogleraar Innovatie Dany Jacobs van de Universiteit van Amsterdam in de Volkskrant van 3 augustus)

AkzoNobel�opent�nieuwe�zoutfabriek

Onderdeel van de nieuwe fabriek van AkzoNobel.

FOTO

: Ak

zON

OB

el

Actueel

september�2010�Chemie magazine 19

x-CM1008_actueel.indd 19 16-09-10 10:38

Page 20: Chemie magazine september 2010

Geavanceerde stortgoedtechnologie

CH-8105 RegensdorfT +41 (0)44 871 36 36

FR-95100 ArgenteuilT +33 (0)1 39 98 29 29

www.gericke.net

Singapore 787813T +65 64 52 81 33

GB-Ashton-under-LyneLancashire, OL6 7DJT +44 (0)161 344 1140

Transporteren ...

DE-78239 RielasingenT +49 (0)7731 92 90

NL-3870 CA HoevelakenT +31 (0)33 25 42 100

[email protected]

... doseren, mengen, breken, zeven: GERICKE

beschikt over de kennis en de technieken voor iedere

denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al

meer dan 115 jaar machines en complete systemen als

optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen.

Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in com binatie met

onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:07 Pagina 3

Page 21: Chemie magazine september 2010

Volgend jaar is het Internationale Jaar van de Chemie. Wereldwijd zullen er speciale activiteiten plaatsvinden. Ook in Neder-land zijn de voorbereidingen in volle gang. De projectgroep “Jaar van de Chemie” organiseert evenementen rondom het thema “Chemie – ons leven, onze toe-komst.”

 De projectgroep bestaat uit verte-genwoordigers van de Neder-landse belangenverenigingen,

waaronder de VNCI. Op dit moment wordt er een speciale website gemaakt waarop alle activiteiten staan die gedurende het jaar plaatsvinden. De VNCI richt zich op de organisatie van een zomertentoonstelling, de Chemieloop en “De dag van de chemie”.

Zomertentoonstelling‘In science center NEMO komt een zomer-tentoonstelling over innovaties en alle-daagse toepassingen van de chemie. De VNCI zal samen met NEMO de kosten voor deze tijdelijke tentoonstelling voor haar rekening nemen,’ vertelt ‘Chemie is over-al’-projectleider Christine Smittenaar.

ChemieloopZij vervolgt: ‘De VNCI organiseert verder

de Chemieloop, een unieke hardloopwed-strijd met twee afstanden: 10 en 20 kilo-meter. Het parcours loopt door een natuur-gebied, maar ook over het terrein van Dow Terneuzen. Onlangs bezegelden Dow-bestuursvoorzitter Gerard van Harten en VNCI-directeur Colette Alma de samen-werking. Doel is om uit te dragen dat che-mie veilig, indrukwekkend en schoon is. Een gespecialiseerd sportbureau zal de loop organiseren. Voor bedrijven worden er aantrekkelijke sponsorpakketten ontwik-keld.’

Dag van de ChemieOok de Dag van de Chemie vindt plaats in het kader van International Year of Chemis-try. Tijdens dit tweejaarlijkse evenement openen chemiebedrijven en betrokken instellingen hun deuren voor het grote publiek. Normaal zou de dag in 2010 plaatsvinden, maar vanwege het Interna-tionale Jaar van de Chemie in 2011 is de Dag van de Chemie een jaar uitgesteld. Het evenement vindt plaats op zaterdag 21 mei 2011.

Meer informatie: www.jaarvandechemie.nl

FO

TOG

RA

AF:

WIM

KO

OYM

AN

Gerard van Harten en Colette Alma

2011: International Year of Chemistry

Met wie heb jij chemie? Met die slogan startte in het kader van het imagotraject ‘Chemie is overal’ onlangs een virale cam-pagne voor jongeren op de sociale netwerksite Hyves. Met behulp van een gadget kunnen jongeren nagaan hoeveel chemie zij met hun vrienden hebben.

 De jongeren kiezen wie van hun vrienden zij het best vinden passen in een

bepaalde categorie. Het gaat in totaal om negen categorieën, zoals sexy, sportief en grappig. Zo kun-nen de jongeren dus nagaan met wie zij op een bepaald vlak de meeste overeenkomsten ofwel chemie hebben. Per categorie vertelt de gadget ook wat er écht chemisch aan is, zodat duidelijk wordt dat chemie écht overal is. p

Chemie start jongerencampagne op Hyves

Actueel

x-CM1008_actueel.indd 21 16-09-10 10:38

Page 22: Chemie magazine september 2010

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nlwww.johncrane.nl

Mechanical Seals Power Transmission Couplings Filtration Systems Engineered Bearings Fluid Control Systems

John Crane Holland B.V. Bergen 9-17 2993 LR Barendrecht Tel: +31 (0)180 656500 Fax: +31 (0)180 611464 Email: [email protected]

Cartridge seals snel leverbaar

Gunstige kwaliteit-/prijsverhouding

Sublieme service

De ultieme combinatie van techniek en service

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:07 Pagina 4

Page 23: Chemie magazine september 2010

Directeur Fred Hoogeland van Equi-con: ‘We kijken naar de haalbaar-heid van drie mogelijke nieuwe

fondsen: een fonds gericht op doorgroei van projecten die hun bestaansrecht heb-ben bewezen, een fonds voor bedrijven die willen investeren in het verlengen van de levensduur van hun installaties. Tot slot wordt de mogelijkheid onderzocht van een fonds voor innovatieve projecten, waarbij met bestaande faciliteiten nieuwe produc-ten op de markt kunnen worden gebracht.’

Diverse participatiemaatschappijen, pen-sioenfondsen, enkele banken en het ministerie van Economische Zaken zijn de afgelopen weken gepolst over de oprich-ting van investeringsfondsen. Volgens Fred Hoogeland reageren de financiële partijen vooralsnog terughoudend op de plannen. De eindresultaten zijn nog niet bekend, maar in het volgende nummer meer hierover. p

Indorama Polymers Rotterdam bv breidt haar site in Europoort Rotterdam uit met een nieuwe PET-productielijn, nieuwe silo’s en verlaadstations voor de logistieke afhandeling. De jaarlijkse capaciteit van 200.000 ton wordt daarmee verhoogd naar 390.000 ton. Het Thaise moederbedrijf Indorama Ventures Public Company (IVL) besloot tot de uitbreiding omdat zij

haar marktaandeel in Europa wil vergroten. Op de productielocatie in Europoort werken 200 medewerkers. Indorama ver-wacht in 2012 te starten met de verhoogde productie. p

Chemie op zoek naar nieuwe investeerdersDe VNCI rondt deze maand een onder-

zoek af naar de bereidheid van de financiële markt om extra te investe-

ren in de chemie. Het onderzoek vloeit voort uit de wens van chemische

bedrijven naar meer investerings-ruimte. Financieel bureau Equicon

voert het onderzoek uit

Indorama breidt PET-productie in Rotterdam uit

Actueel

september 2010 Chemie magazine 23

x-CM1008_actueel.indd 23 16-09-10 10:38

Page 24: Chemie magazine september 2010

D

CO2-opslag wordt commerciële business

CCS op den duur overbodig

Met het ondergronds opslaan van CO2 kan worden voorkomen dat dit broeikasgas in de lucht komt. Dit is een tijdelijke oplossing om de overgangsfase naar de duurzame samenleving te overbruggen. Blijft CO2-afvang en -opslag een subsidiekwestie of wordt het ook commercieel interessant? Tekst: Gerard van Nifterik

e doelstellingen om de komende jaren de CO2-uit-stoot te verminderen, liegen er niet om. Europa wil 20% emissiereductie vanaf 2020, Nederland 30% en de regio

Rotterdam zelfs meer dan 50% vanaf 2025. Minder gebruik van fossiele brandstoffen ligt voor de hand, maar de afbouw daarvan gaat langzaam.

Hergebruik van CO2 is een optie, maar die hoeveelheden zijn relatief gering. Vandaar dat de overheid heeft gekozen voor een tussenoplossing om haar doelen te halen: CO2 Capture & Storage, kortweg CCS. Dit is een tijde-lijke maatregel. ‘Door de ontwikkeling van duurzame energie en besparen te stimuleren, zal CCS op den duur over-bodig worden,’ schrijft het ministerie van VROM op haar website. ‘Door gebruik te maken van onze opslaglo-caties, zowel op zee als op land, is de verwachting dat de ontwikkeling van duurzaam zo’n 40 tot 50 jaar vooruit geholpen kan worden.’ Maar CCS is duur en de vraag is of Den Haag een halve eeuw lang CCS wil en moet sub-sidiëren.

Prijs‘Nee,’ zegt Jaap Verhoeff van Energy Valley. ‘CCS en CO2-opslag zal niet altijd door de overheid moeten worden geholpen, tenminste, als het internati-onaal emissiehandelssysteem Emis-sions Trading Scheme (ETS) goed gaat werken. De prijs van CO2 is nu nog een factor twee á drie te laag. Geluk-kig heeft de politiek nu min of meer geborgd dat over de periode 2013-2020 de CO2-prijs zal stijgen. Met een prijs tussen de 30 en 45 euro per ton

Platform, 20 kilometer uit de kust. In de demonstratiefase denkt men ten-minste 4 megaton CO2 te kunnen opslaan. Veel subsidie dus, maar in het betreffende Kamerstuk van 12 mei spreekt minister Van der Hoeven van Economische Zaken de verwachting uit dat CCS na 2020 zonder overheids-steun kan.

Mooi begin‘Subsidie wordt absoluut overbodig,’ zegt econoom Ger van Tongeren. ‘Sterker nog, CO2 is langzaam maar zeker een commodity aan het worden. Het is geen afval; je gaat er iets mee doen, zoals in de tuinbouw, maar ook in de industrie. Die trend, hergebruik van CO2, zal toenemen. Er valt bij-voorbeeld heel veel te verwachten van de combinatie LNG, CO2 en waterstof, met name in de richting van liquified fuels en nieuwe grondstoffen voor de chemie. Maar er is zo veel CO2 dat het hergebruik onvoldoende mogelijkhe-den biedt. Gelet op de enorme reduc-ties die wereldwijd worden voorge-steld, is CCS gewoon hard nodig.’

Sinds 2007 is Van Tongeren Board Member in het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Hij is voorzitter van het Deltalinqs Energy Forum, waaronder het CCS Business Platform valt, een samenwerkingsverband van circa vijftig bedrijven en organisaties die zich buigen over de mogelijkheden van CCS. Volgens hem zijn er drie factoren die kritisch zijn: de CO2-prijs, de aard van de CO2-stroom casu quo de bijbe-horende afvangtechniek en vooral van het beschikbare volume. Van Tonge-ren: ‘Subsidie zal voorlopig afhangen van de CO2-prijs. De meeste kosten

kunnen we een aardig eind komen. Ik verwacht echter niet dat dat niveau tegen 2020 het geval zal zijn.’Jaap Verhoeff is specialist CCS bij Energy Valley en verbonden aan het programma CO2-Afvang, Transport en Opslag (CATO2). Het gaat om een breed opgezet, nationaal programma bedoeld om een kennisnetwerk op te bouwen op het gebied van transport, opslag en gebruik van CO2. Hoofd-vraag is hoe CO2-verwijdering en -opslag op een economisch en maat-schappelijk verantwoorde wijze duur-zaam kan worden toegepast. Energy Valley van haar kant wil ken-nisinstellingen en overheidsinstanties stimuleren samen projecten te ont-wikkelen en concreet werk te maken van schone, betrouwbare en innova-tieve energie, met een centrale rol voor Noord-Nederland. En dat lijkt te lukken, want op 25 juni maakte het Rijk een aantal voorkeurslocaties bekend voor CO2-opslag, waaronder de gasvelden Boerakker (Groningen), Eleveld (Drenthe) en Sebaldeburen (Groningen). Opslag zou daar vanaf 2015 mogelijk kunnen zijn.

De nationale CCS-activiteiten beper-ken zich niet tot Noord-Nederland. Al op 12 mei stelde de overheid 150 mil-joen euro ter beschikking voor het Rotterdam Opslag en Afvang Demon-stratieproject (ROAD), overigens in aanvulling op een subsidiebedrag van 180 miljoen euro van de Europese Commissie. Daarbij zijn de bedrijven E.ON en Electrabel betrokken. De bedoeling van dat project is om CO2 af te vangen bij de nieuwe E.ON kolen-centrale op de Maasvlakte, en die per pijpleiding af te voeren naar het P18-A

24 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_CO2opslag.indd 24 15-09-10 13:49

Page 25: Chemie magazine september 2010

zitten in de afvangtechnieken, maar ook in transport en opslag. Het zou bijvoorbeeld helpen CCS verplicht te stellen voor nieuwe kolencentrales. De basis is echter dat voor de lange termijn volume is gegarandeerd. We hebben inmiddels met een aantal marktpartijen een jaarafzet van 1,2 miljoen ton afgesproken. Dat is een mooi begin. Er is nu met verschillende partijen een Letter of Corporation afgesproken en dat moet uitgroeien tot een gegarandeerde aanvoer van 12 miljoen ton in 2020.’

Volume‘Dit slaat enorm aan,’ zegt Van Tonge-ren. ‘Bedrijven zien in dat als ze tradi-tionele brandstoffen blijven gebruiken er grote problemen ontstaan. Ieder-een neemt de CO2-reductie serieus. Nu moet er misschien nog subsidie bij, maar de industrie ziet er steeds meer business in. Wat kritisch is, is het volume. Wij willen in de regio Rotter-dam in 2025 20 miljoen ton CO2 kun-nen bergen; in 2015 zal dat dus al tus-sen de 5 en 6 miljoen ton zijn. Hoe dat precies moet, met opslaglocaties, pijpleidingen, logistiek enzovoorts, wordt nu onderzocht. Maar het gaat hard. Ik verwacht dat er voor het einde van het jaar al heel wat infrastructuur staat.’

Geleidelijk‘Of het snel genoeg gaat?’ zegt Ver-hoeff van Energy Valley. ‘Europa sti-muleert demonstratieprojecten en heeft allerlei maatregelen genomen die ertoe leiden dat de CO2-prijs lang-zaam zal oplopen. Dat helpt, maar het mag voor mij wel wat vlotter. Aan de andere kant, niemand is er bij gebaat

CO2-opslag Barendrecht

Diepte in meters

P

WaterstoffabriekShell Pernis

Afvang van bijproduct CO2

Compressorperst CO2samen

Meetinstrumenten voor CO2

Compressorbrengt CO2 verderonder druk

TransportGasvormige CO2 wordt vervoerd door ondergrondse leiding van 17 km

1 2 3

4

Injectieputbrengt CO2 diep onder de grond

5

OpslagCO2 zit opgesloten in poreus gesteentevan leeg gasveld

8

Afdekkende laagvan kleisteen is ondoor- laatbaar voor CO2

7

Observatieputbevat drukmeet-instrumenten voor CO2-opslag

6

600

300

0

900

1200

1500

1700

ontwikkeld moet worden, zegt direc-teur Colette Alma. ‘De suggestie dat de CCS-kosten maatgevend zouden moeten zijn voor de CO2-prijs verwer-pen wij echter. De CO2-prijs moet op een niveau komen waarbij maatrege-len om CO2 te besparen, worden ondersteund. Uiteindelijk moeten andere methoden voor CO2-besparing goedkoper worden dan CCS. Dus hoe lang CO2-opslag nodig is en hoeveel er uiteindelijk opgeslagen zal worden, is mede afhankelijk van de ontwikke-ling van andere technologieën voor CO2-emissiereductie.’ p

dat de prijs in een klap op 40 euro komt. Laat het proces maar gewoon geleidelijk voortgaan. We zitten eigen-lijk nog aan het begin van de ontwik-keling. We weten nu hoeveel er wordt geëmitteerd en ook hoeveel we tegen welke condities kunnen afvangen en opslaan. Het proces heeft tijd nodig. Bovendien gaat het helemaal niet slecht. Kijk maar naar CATO. Neder-land loopt hiermee internationaal toch mooi voorop.’

‘De VNCI ziet CCS ook als een veelbe-lovende interim-maatregel die verder

Ook Shell wil CO2 ondergronds gaan opslaan, in het kader van een door de rijksoverheid geïnitieerd demonstratieproject. In Barendrecht is een project in voorbereiding en de vergun-ningverlening is in gang gezet. De afspraak is dat het volgende kabinet een defi nitief oordeel geeft of de CO2-opslag op die locatie kan doorgaan (Illustratie: Shell)

CO2-opslag Barendrecht

september 2010 Chemie magazine 25

Maatschappij

x-CM1008_CO2opslag.indd 25 15-09-10 13:49

Page 26: Chemie magazine september 2010

‘�Voor�het�klimaatis�een�hogereCO2-prijs�nodig’

‘Een hogere CO2-emissieprijs in Europa levert een enorme stimulans op voor investeringen in energiebesparing en

duurzame opwekking van energie. Uitdrukkelijke voorwaarde is wel dat de industrie zich tegelijkertijd goed

beschermd weet tegen concurrentie uit landen waar de CO2-emissie niets kost.’ Tekst: Erik te Roller, Foto’s: Casper Rila

‘�Voor�het�klimaat Jan Berends, ex-milieudirecteur van DSM:

enigeen in de chemische industrie en ook de milieu-beweging zal bij deze uit-spraak (om verschillende redenen) de wenkbrauwen fronsen. Maar Jan Berends,

tot voor kort directeur Responsible Care & Product Safety bij DSM, is er de man niet naar om zomaar wat te zeggen. Wie hem kent, weet dat zijn uitspraken altijd stevig gefundeerd zijn. Hij is ervan overtuigd, dat het mogelijk is de CO2-emissieprijs geleidelijk op te trekken van de huidige vijftien euro per ton tot minstens vijftig euro per ton zonder dat dit de concurrentiepositie van de Europese chemische industrie in gevaar hoeft te brengen.

M

26 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_Jan Berends2.indd 26 16-09-10 10:35

Page 27: Chemie magazine september 2010

‘�Het�is�niet�reëel�te�verwachten�dat�het�publiek�van�de�chemische�industrie�zal�gaan�houden’

e

De chemische industrie gebruikt nog steeds veel energie. Kan dat niet omlaag?‘Met méér warmtekrachtkoppeling valt op de korte termijn nog een hogere energie-efficiency te bereiken. Op langere termijn zal de procesinten-sificatie energiezuiniger processen opleveren, maar ik denk dat we dan al gauw twintig tot dertig jaar verder zijn. We moeten voorzichtig zijn met ver-wachtingen uit te spreken over door-braken op het gebied van het energie-gebruik van onze productieprocessen. Ik verwacht op korte termijn veel meer effect van de besparingen die klanten met onze producten kunnen bereiken. Teijin Aramid levert bijvoorbeeld nieuwe vezels voor vrachtwagenban-den, waardoor energie wordt bespaard bij het vrachtvervoer. DSM levert hoogwaardige kunststoffen voor de Tata Nano, een goedkope en zuinige lichtgewicht auto. De mensen in India zijn er blij mee en je zult zien dat wij op een dag ook in zo’n lichtgewicht auto rijden. Denk ook aan de enzymen die DSM levert voor veevoer, waardoor dieren het voer beter kunnen verteren. Dat bespaart veevoer, scheelt in de hoeveelheid mest en levert al met al meer voedsel met minder CO2-emis-sie op.’

Welke intentie heeft de chemiesector om de energie-efficiency de komende jaren te verhogen?‘Op het ogenblik werk ik in opdracht van de VNCI aan het uitvoeren van het nieuwe convenant dat in de plaats komt van het convenant Benchmarking Energie-efficiency. Het gaat om het MEE, voluit het convenant Meerjaren-plan Energie-efficiency. De VNCI en andere brancheverenigingen hebben toegezegd dat de industrie in de peri-ode tot 2020 alle mogelijkheden zal benutten die een verbetering van de energie-efficiency opleveren tegen een redelijk rendement.’

Is dat niet al te vrijblijvend?‘De afspraak is dat de bedrijven bij AgentschapNL periodiek een Energie

gaan van de werkelijke productie of iets wat daar dichtbij komt. Anders straft het systeem bedrijven die groeien en beloont het degenen die hun productie inkrimpen. Over het n prijsbeleid voor CO2 zijn de meningen nog sterk verdeeld. Veel bedrijven zien een hoge prijs als bedreigend. Maar ik denk dat dit alles te maken heeft met de gebrekkige bescherming tegen oneerlijke concurrentie op de wereld-markt. Als de commissie op dit punt geen effectieve maatregelen neemt, dan leidt een hoge CO2-prijs tot lagere rendementen en verlies van werkgele-genheid in de EU in plaats van investe-ringen in innovaties.’

Hoe denkt de milieubeweging hierover?‘Het idee van gratis emissierechten spreekt de milieubeweging niet aan, omdat ze vinden dat dit afwijkt van het principe van de vervuiler betaalt. Het is moeilijk om bij hen begrip te krijgen voor een vrijstelling, ook al zijn daar voorwaarden aan verbonden. Toch zie ik de combinatie van een verhoging van de CO2-prijs en een vrijstelling voor de industrie als dé manier om investeringen in duurzame technologie op gang te brengen. Zorg dat de CO2-prijs op niveau is, dan zoeken de inves-teerders de beste technologieën uit

om de CO2-doelstellingen te realise-ren. En bescherm tegelijkertijd de Europese producenten tegen oneer-lijke concurrentie door hen een vrij-stelling voor de aankoop van CO2-emissierechten te geven als ze goed presteren. Zo stimuleer je schone productie en voorkom je dat de pro-ductie verdwijnt naar landen met min-der stringente milieunormen.’‘Bij een prijs van vijftig euro per ton CO2 zal het kosteneffectief zijn om CO2 af te vangen en ondergronds op te slaan, warmtekrachtkoppeling (WKK) uit te breiden, biobrandstoffen te pro-duceren en wind en zon te benutten. Dan kunnen we als Nederland bv de schaarse middelen besteden aan onderzoek en ontwikkeling in plaats van aan exploitatiesubsidies.’

Maar de Europese chemiesector maakt toch bezwaar tegen een drastische ver-hoging van de CO2-emissieprijs?‘Ze doet dat, omdat de Europese Commissie verzuimt om bedrijven te beschermen tegen oneerlijke con-currentie uit landen buiten Europa waar de concurrenten veel minderof niets hoeven te betalen voor hun CO2-emissies.’Hoe moet het dan?‘Door aan bedrijven voldoende emis-sierechten gratis ter beschikking te stellen, die gerelateerd zijn aan strenge maar haalbare normen voor de CO2-uitstoot per ton product. Als een bedrijf met zijn CO2-uitstoot op de norm zit, hoeft het geen rechten bij te kopen en heeft het dus geen last van een hoge CO2-prijs en dus ook niet van concurrentie uit landen waar bedrijven niets voor hun CO2-uitstoot betalen. En als het bedrijf met slimme technie-ken de CO2-emissie verder terug-dringt, blijven er rechten over die het bedrijf kan verkopen. Bij een hoge CO2-prijs verdient een bedrijf de investering dan sneller terug. Bedrij-ven die meer emitteren dan de norm kunnen kiezen: rechten bijkopen of zich verbeteren.’‘Het Europese handelssysteem (ETS) voor CO2-emissierechten dat in 2005 is ingevoerd, zie ik als een goede ont-wikkeling, maar het systeem is jam-mer genoeg slecht georganiseerd. Van het begin af aan heeft DSM gepleit voor het toewijzen van gratis rechten op basis van enerzijds benchmarks ofwel normen voor de CO2-uitstoot per een-heid product en anderzijds de werke-lijke productie van een bedrijf. Dus gratis emissierechten zolang een bedrijf produceert volgens de bench-mark. Daarnaast hebben wij ook gepleit voor een goed prijsbeleid voor CO2. Bedrijven hebben voor investe-ringsbeslissingen immers een voor-spelbare CO2-prijs nodig.’

Wat vinden anderen van dit idee?‘De Europese industrie en de Europese Commissie hebben zich inmiddels achter het idee van productnormen, oftewel benchmarks geschaard. De commissie stelt nu benchmarks op voor de belangrijkste producten voor de periode 2013 tot 2020. Maar de Europese Commissie wil nu de pro-ductie van bedrijven in de jaren 2005 – 2009 als uitgangspunt nemen voor het toewijzen van het aantal rechten tot 2020. Dat is niet goed. Je moet uit-

InterviewInterview

september Chemie magazine 27

x-CM1008_Jan Berends2.indd 27 16-09-10 10:35

Page 28: Chemie magazine september 2010

verantwoording afleggen over de vei-ligheids- en milieuprestaties.’

Responsible Care zou toch ook meer waardering opleveren?‘Het is niet realistisch om te verwach-ten dat het publiek van de chemische industrie zal gaan houden. Maar men-sen geven ons wel de ruimte om te produceren als we geen hinder, over-last of ongelukken veroorzaken. Hun waardering kunnen we verdienen door hoogwaardige werkgelegenheid te bieden en nuttige producten te maken. Uiteindelijk draait alles om wat we als sector bijdragen aan het duurzaam voeden, kleden en huisvesten van straks negen miljard mensen op deze aardbol. Uit een onderzoek van McKin-sey in opdracht van de internationale koepel van de chemische indus trie, de ICCA, blijkt dat tegenover elke ton CO2 die de chemiesector uitstoot een ver-mijding van 2,6 ton CO2 elders in de keten staat. Hiervoor hoeven we ons niet op de borst te kloppen. We moeten hard aan het werk om nog meer te bereiken. Dan komt de waardering vanzelf.’ p

Loopbaan in milieu van A tot ZNa zijn studie levensmiddelentechnolo-gie aan de Wageningen Universiteit trad Jan Berends in 1975 in dienst bij DSM Research. Eerst was hij betrokken bij de ontwikkeling en troubleshooting van de IAZI bij de locatie in Geleen, destijds de grootste indus triële afvalwaterzuive-ringsinstallatie ter wereld. Deze instal-latie kon als eerste ook stikstofhou-dende verbindingen afbreken. Later werkte Berends als milieudeskundige bij diverse businessunits van DSM. In de jaren tachtig was hij nauw betrokken bij het opstellen en uitvoeren van het DSM Milieuactieplan, de voorloper van het Milieuconvenant Chemie, waarbij het vooral ging om het terugdringen van de luchtverontreiniging. Van 1999 tot 2010 werkte hij bij de concerndienst voor Vei-ligheid, Gezondheid, Milieu en Manufac-turing, waarvan de laatste jaren als directeur Responsible Care & Product Safety. Binnen de VNCI heeft hij zich vooral ingezet voor de uitvoering van het milieuconvenant, de ontwikkeling van de milieurapportages, verbetering van de industriële veiligheid en energie-effi-ciency. Momenteel is hij nog actief met diverse projecten van DSM en de VNCI. Daarnaast wil hij meer tijd besteden aan het landbouwbedrijf nabij de Eemshaven in Groningen, waarvan hij samen met zijn broer eigenaar is.

Efficiency Plan (EEP) indienen met een lijst van alle maatregelen die ze gaan nemen of onderzoeken om het ener-giegebruik te beperken. Het Agent-schapNL controleert die plannen. De eerste EEP’s zijn inmiddels ingediend en worden nu geëvalueerd. Het is ver-schrikkelijk belangrijk, dat we in de chemiesector alle mogelijkheden tot energiebesparing serieus nemen. Dat bepaalt onze geloofwaardigheid in het openbare klimaatdebat. En daar hangt weer vanaf of de overheid ons bijvoor-beeld zal blijven vrijstellen van belas-ting op energie.’

Wat als een bedrijf een investering in bijvoorbeeld WKK uitstelt?‘Het bedrijf zal moeten uitleggen waarom zo’n investering te duur of te onzeker is. Vervolgens moeten Agent-schapNL en de VNCI zich de vraag stellen: ‘Wat kunnen wij eraan doen om te zorgen dat het bedrijf wèl kan investeren’? Dat kan uitmonden in een voorstel om het overheidsbeleid aan te passen. De overheid heeft namelijk toegezegd haar uiterste best te zullen doen om de juiste condities te scheppen voor bedrijven om renda-bel in energie-efficiency te kunnen investeren.’

Wat kan de chemische industrie doen om haar imago te verbeteren?‘In de eerste plaats ervoor zorgen dat de milieu-impact van de chemiesector in Nederland acceptabel is, dat wil zeggen geaccepteerd door de overheid en de mensen die in de omgeving van onze locaties wonen. Vanuit de Res-ponsible Care-gedachte is het belang-rijk dat bedrijven doorgaan met open communiceren over veiligheid en milieu, goed luisteren naar wat de mensen over hen te zeggen hebben en

‘�Het�is�belangrijk�dat�de�chemie�alle�mogelijkheden�voor��energiebesparing�serieus�neemt’

28 Chemie magazine september 2010

Interview

x-CM1008_Jan Berends2.indd 28 16-09-10 10:35

Page 29: Chemie magazine september 2010

MC

2010

-306

De perfecte formule voor uw procesautomatisering

Hal 3, standnummer 28

Endress+Hauser BVPostbus 51021410 AC Naarden

Tel. (035) 695 86 [email protected]

Endress+Hauser is een internationaal toonaangevende leverancier van robuuste en betrouwbare procesinstrumentatie voor de chemische industrie. Met onze jarenlange ervaring hebben we de kennis in huis om veilige en innoverende concepten te ontwikkelen voor de volledige levenscyclus van uw proces. Wij assisteren u in het vinden en realiseren van besparingen op het bedrijven van uw installatie (OPEX) door het bieden van een uitvoerig portfolio aan service en engineering. Hoe uitgebreid uw eisen ook zijn, wij hebben de perfecte formule voor uw procesautomatiseringsbehoeften. www.nl.endress.com/chemie

Tijdens de Industriële Week 2010 staan wij op Industry & Automation, hal 3 standnummer 28 (Jaarbeurs Utrecht). Kom langs voor een vrijblijvende kennismaking!

Page 30: Chemie magazine september 2010

et nieuws hakte er flink in: afgelopen zomer maakte het Amerikaanse far-maciebedrijf MSD bekend de onder-

zoek- en ontwikkelingsacti-viteiten van de Nederlandse vestiging in Oss te sluiten. De werkgelegenheid van meer dan duizend onderzoe-kers en de reputatie van Nederland als vestigings-plaats van hoogwaardige kennisontwikkeling stonden op het spel. Het – inmiddels uitgestelde – besluit leidde tot verontwaardigde verha-len in de pers. Het innovatie- en investeringsbeleid van de Nederlandse overheid zou gefaald hebben en minister Van der Hoeven van Econo-mische Zaken werd gebrek aan daadkracht verweten.

Bij die kritiek kunnen kant-tekeningen geplaatst wor-den. Een goed innovatiebe-leid houdt in dat er keuzes

gemaakt worden voor de meest kansrijke sectoren. In Nederland is dat rond 2005 gebeurd door de aanwijzing van zes zogenoemde ‘sleu-telgebieden’: creatieve industrie, flowers & food, high-tech systemen en materialen, water, chemie en pensioenen & sociale verzekeringen. Zij moesten gaan fungeren als de “parels van de Nederlandse economie”. De gebieden onderscheiden zich door de aanwezigheid van hoog-waardige kennis en techno-logie, beschikken over zelf-organiserend vermogen en leveren nu en naar ver-wachting in de toekomst een belangrijke bijdrage aan de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. De farmacie is niet tot sleutel-gebied benoemd. De farma-ceutische industrie in Neder-land is op mondiale schaal een relatief kleine speler.

H

Geen angst voor ‘scenario Organon’

Jacques Joosten, lid van de Regiegroep Chemie, is niet geschrokken van de voorgenomen sluiting van de R&D-activiteiten van MSD in Oss. De kans dat in de chemische industrie iets vergelijkbaars gebeurt, acht hij klein. ‘De kernspelers in de Nederlandse chemie zijn hier uitstekend verankerd.’Tekst: Jos de Gruiter

‘ Chemie is in Nederland uitstekend verankerd’

KeuzesDr. ir. Jacques Joosten oud- voorzitter en nog steeds lid van de Regiegroep Chemie, en directeur van het DutchPolymer Institute (DPI). Hij heeft zich verbaasd over de kritiek op het innovatiebeleid van de overheid. ‘Misschien was het wel verstandig om niet al te veel geld in farma te stoppen. Een klein land als Nederland moet keuzes maken en dan kiezen voor die gebieden die op lange termijn uitzicht bieden op duurzame economische ontwikkeling. Dat biedt geen garanties, maar kiezen voor honderd sectoren en al die sectoren een klein beetje stimuleren, zal zeker niet slagen.’

Joosten: ‘De eerste resulta-ten van de sleutelgebieden zijn, zeker in de chemie, bemoedigend. We hebben de aandacht gekregen die we verdienen. De trots op het vakgebied is groeiende en initiatieven zijn gefinancierd. Zo is er twintig miljoen euro extra in het universitaire onderzoekcircuit gegaan. Dat zijn mooie resultaten. Ik vind echter dat we te weinig geld krijgen, zeker in verge-lijking met sectoren die soms niet eens tot sleutel-gebied zijn benoemd.

Uitstekend verankerdHoe groot is het gevaar van

een ‘scenario Organon’ in de chemie? ‘Niet groot,’ denkt Joosten. ‘De kernspelers in de Nederlandse chemie zijn hier goed verankerd. We hebben hier, als gevolg van veel investeringen uit het verleden, een stevige infra-structuur. Een bedrijf als Teijin Aramid, dat een stuk van de garendivisie van AkzoNobel heeft overgeno-men, investeert in Neder-land omdat hier de kennisin-frastructuur beschikbaar is en er mensen worden opge-leid die het bedrijf nodig heeft voor zijn R&D. Met hetzelfde argument heeft Dow een deel van het kataly-seonderzoek in Nederland ondergebracht. Ook het feit dat van oorsprong Neder-landse bedrijven, zoals DSM, AkzoNobel, en Dow, in Nederland actief zijn, is van belang voor de instandhou-ding van het netwerk; voor de bedrijven onderling, maar ook voor de overheid. In de achterhoofden van beleids-makers zal het meespelen dat die bedrijven hier niet zomaar de knop omdraaien.’

Om de huidige positie te handhaven, is het van belang dat er voldoende gelden naar de op chemie gerichte universitaire wereld stro-men, meent Joosten. ‘Je leidt er de mensen op die aantrekkelijk zijn als werk-nemers voor R&D-afdelin-

30 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_opinie.indd 30 15-09-10 14:00

Page 31: Chemie magazine september 2010

Chemie is in Nederland uitstekend verankerd’

Opinie

‘Nederland zou vooral aandacht

moeten besteden aan doorbraak-

innovaties’

gen van bedrijven, maar het geeft je ook in algemene zin exposure. In Azië en de Ver-enigde Staten is bekend dat Nederland belangrijk is in onderzoek en ontwikkeling in de chemie. Katalyse, pro-cestechnologie, polymeren en biotechnologie zijn hier sterk ontwikkelende kennis-gebieden. Dat is een erg belangrijk onderdeel van onze vestigingsvoorwaar-den. We versterken dat door de vorming van campussen, zoals Chemelot.’

Zorgpunten Joosten benoemt echter ook zorgpunten. Eén ervan is de afnemende mogelijkheid van bedrijven om deeltijdhoogle-raren beschikbaar te stel-len, die vanuit hun achter-grond in de industrie doceren en onderzoek aan-sturen. ‘Bedrijven bieden steeds minder ruimte om te werken aan langetermijn-projecten waarbij resultaten worden gepubliceerd en gepresenteerd. In de com-petitieve wereld waarin we verzeild zijn geraakt, speelt het kostenniveau een belangrijke rol. We concur-reren mondiaal en de druk om te presteren, is hoog. Concurrenten in andere landen hebben lagere kos-ten, dus wij moeten efficiënt omgaan met mensen en middelen. Maar één van de gevolgen is wel een vermin-

derde bereidheid om hoog-gekwalificeerde mensen af te staan voor werk aan de universiteit. Ik weet dat uni-versiteiten best bereid zijn om zaken soepel te beoor-delen, maar een beoogde hoogleraar die nooit een wetenschappelijke presen-tatie geeft of publiceert, kan niet volhouden dat hij acteert op academisch niveau. Ik vind dat een ver-lies ten opzichte van een aantal jaren geleden.’

DoorbraakinnovatiesHet tweede zorgpunt van Joosten ligt in het verlengde van het eerste. ‘Met de inno-vaties die gedreven worden door vragen uit de markt, zit het wel snor. Maar Neder-land zou vooral aandacht moeten besteden aan door-braakinnovaties. Ontwikke-lingen waarop niemand zit te wachten, zoals ooit de tran-sistor, maar die wel op lan-gere termijn voor een krach-tige nieuwe groeicurve zorgen. Researchers bij universiteiten en kennisin-stellingen, maar ook bij bedrijven moeten de ruimte hebben voor de ontwikkeling van eigen ideeën. Niet alle onderzoek moet ingericht zijn op aansturing door de industrie. Dan lopen we het gevaar dat echte vernieu-wende innovatie terugloopt en dat we innovatie-activitei-ten richten op de vraag wat

bestaande klanten aan bestaande producten willen verbeteren. Dat is gevaar-lijk: de vroegere afnemers van Philips waren best tevreden met de lampenra-dio. Als het aan hen had gelegen, was er nooit een transistor ontwikkeld.’ En natuurlijk zijn bedrijven bang om onnodig geld uit te geven, realiseert Joosten zich: ‘DSM geeft jaarlijks zo’n 300 miljoen euro uit aan R&D. Als je terugkijkt, kun je zeggen dat met een deel daarvan op de korte termijn hetzelfde resultaat was bereikt. Probleem is dat je vooraf niet weet welk deel dat is. De overige investerin-gen hebben een langeter-mijnkarakter.’

VisieDe vraag is hoe lang Neder-land de wedloop met China als kenniseconomie aankan. Joosten is niet pessimis-tisch. ‘Anders dan bij ons zijn Chinese schoolverlaters ook echt schoolverlaters. Ik bedoel: de wisselwerking tussen universiteit en bedrijfsleven is er nog slecht ontwikkeld. Hetzelfde geldt voor opkomende econo-mieën als India en Brazilië. Dat gaat zeker veranderen, maar we hebben nog een voorsprong en die moeten we optimaal benutten. ’Het stoort hem daarbij dat het soms lijkt of de Haagse poli-

tiek met de rug naar de omgeving en naar de toe-komst staat, vooral waar het gaat over de snelheid van besluitvorming en keuzes maken. We hebben geen tijd te verliezen! ‘We houden ons bijvoorbeeld bezig met de vraag of we een paar hon-derd miljoen moeten beste-den aan de organisatie van het wereldkampioenschap voetbal, maar ik hoor nie-mand over hoe we de onont-koombare daling van onze

welvaart gaan ombuigen. Het is niet tegen te houden dat het economisch zwaar-tepunt van de wereld ver-schuift naar Azië. Om een rol van betekenis te blijven spelen en onze economische positie daarmee structureel te versterken, zullen we zwaar moeten blijven inves-teren in innovatie. Dat vraagt visie, keuzes en leiderschap. Ik zie deze elementen op het ogenblik nog onvoldoende.’ p

september 2010 Chemie magazine 31

Opinie

x-CM1008_opinie.indd 31 15-09-10 14:00

Page 32: Chemie magazine september 2010

32 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_inbeeld.indd 32 15-09-10 13:54

Page 33: Chemie magazine september 2010

Oefenen op een

kunststof patiënt

Vanuit de controlekamer arrange-ren docenten een complicatie. Monitoren beginnen te piepen en de tong en luchtpijp van de patiënt zwellen op. Het blijkt te gaan om een allergische reactie. Het team in de operatiekamer onderneemt direct actie. Zulke situaties doen zich in de praktijk gelukkig slechts zelden voor, maar in het simulatie-onderwijs van het VU Medisch Cen-trum zijn ze aan de orde van de dag.

BabyDick van Groeningen, coördinator van het simulatieonderwijs, legt uit dat het oefenen op een kunststof patiënt van cruciaal belang is. ‘Specialisten in opleiding kunnen zo zonder risico’s leren omgaan met complicaties en de procedures die daarbij horen.’ De kunststof patiënt heet ADAM (AmsterDam Anesthesie Mannequin). Hij kan binnen een handomdraai worden omgebouwd tot vrouw. Sinds kort beschikt het VU Medisch Centrum ook over een plastic baby van een half jaar. Compleet met MP3-opnames van huilende baby’s. Zo kunnen de anesthesisten in opleiding nu ookin realistische omstandigheden complicaties op heel jonge kinderen oefenen. p

De kunststof patiënt op de operatietafel reageert zoals een

patiënt van vlees en bloed. Hij ademt, reageert op medicijnen,

heeft een bloeddruk en een hartslag. Een ‘chirurg’ zet een

scalpel op de plastic huid en begint te snijden.

Er wordt een beademings-buis (4 mm doorsnede) in de luchtpijp ingebracht bij de baby

In beeld

september 2010 Chemie magazine 33

x-CM1008_inbeeld.indd 33 15-09-10 13:54

Page 34: Chemie magazine september 2010

Oefenen op een kunststof patiënt is van cruciaal belang

1

4

2

34 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_inbeeld.indd 34 15-09-10 13:54

Page 35: Chemie magazine september 2010

Foto 1: Vanuit de controlekamer worden complicaties gesimuleerd. Van achter een spiegelruit bekijken de trainers hoe de anesthesisten in opleiding reageren

Foto 2: De kunststof baby wordt geleverd met een set reserveonderdelen

Foto 3: De baby krijgt anesthesie toegediend

Foto 4: Een anesthesist in opleiding luistert naar de longen tijdens het beademen van de kunstpatiënt

Foto 5: Dick van Groeningen voorziet ADAM van anesthesie

Foto 6: Na het inbrengen van de beademingsbuis in de luchtpijp wordt nauwkeurig gekeken of beide longen ontplooien

3

56

In beeld

september 2010 Chemie magazine 35

x-CM1008_inbeeld.indd 35 15-09-10 13:54

Page 36: Chemie magazine september 2010

rjan Linthorst voert zijn onderzoek onder andere uit in de Verenigde Staten en Engeland omdat de chemische historie daar goed gedocumenteerd is. Net terug uit Washington vertelt Linthorst vol enthousiasme over zijn bevindingen: ‘In

de archieven van de American Chemical Society wordt begin jaren ‘90 voor het eerst melding gemaakt van Green Chemistry. Sinds dat jaar groeit het gebruik van de term explosief, maar een een-duidige defi nitie blijkt er niet te zijn. Naast Green Chemistry worden ook de termen Clean Chemistry, Sustainable Chemistry en Environmental Chemistry gebruikt.’‘Ik kom na uitgebreid bronnenonderzoek in de Ver-enigde Staten en Engeland tot de conclusie dat Green Chemistry verschillende betekenissen kan hebben. Het kan gerelateerd zijn aan duurzame ontwikkeling, milieuproblematiek en/of het imago van chemie,’ vertelt Linthorst. ‘Ik wil nu ook in mijn onderzoek vaststellen hoe het in Nederland popu-laire Groene Chemie zich tot al deze onderwerpen verhoudt, want in feite staat de wetenschappelijke status van Green Chemistry ter discussie.’

A

Promovendus zoekt wortels Groene Chemie Green Chemistry of Groene chemie, veel chemici hebben er de mond vol van. Maar wat is het eigenlijk? Arjan Linthorst duikt in zijn promotieonderzoek in de chemische historie op zoek naar antwoorden. Wat blijkt? Een eenduidige defi nitie bestaat niet. Tekst: Esther Rasenberg

ModetermLinthorst voert voor zijn onderzoek tal van gesprekken met experts uit de chemische sector. ‘Sommigen zijn van mening dat Green Chemistry niet meer is dan een modeterm, anderen menen dat het gaat om een innovatieve vorm van chemisch onderzoek. ‘De waarheid ligt in het midden,’ zegt Linthorst. ‘Green Chemistry bungelt ergens tus-senin.’

‘Over twee jaar wil ik klaar zijn met mijn promotie-onderzoek. En dan zal ik met aanbevelingen en beleidsadviezen komen. Wat is nu eigenlijk Green Chemistry? En welke term kunnen we in Nederland het best gebruiken? Op dit moment wordt veel (overheids-)geld besteed aan iets waarvan we niet precies weten wat het is. Ik kan me ook voorstellen dat er naar aanleiding van mijn onderzoek een keurmerk kan worden opgetuigd. Het verkrijgen van zo’n keurmerk zou een drijfveer kunnen zijn voor innovatie.’

‘Bij chemiebedrijven merk ik tot dusver enige gere-serveerdheid ten opzichte van de term Green Che-

36 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_Arjan Linthorst.indd 36 15-09-10 13:48

Page 37: Chemie magazine september 2010

mistry. Hoe dat komt, weet ik niet. Problemen ont-staan vaak door nieuwe maatschappelijke inzichten. Misschien worden bedrijven onzeker omdat er zo veel verschillende discussies door elkaar lopen. Organisaties moeten daarop anticipe-ren, maar zij hebben geen kompas. Je kunt de che-mie in elk geval niet verwijten dat er geen goede wil is ten opzichte van de milieuproblematiek. Mis-schien hebben de bedrijven last van koudwater-vrees?’

ImagoArjan Linthorst is naast onderzoeker ook een begeesterd docent. Hij staat inmiddels zeven jaar voor de klas en de liefde voor zijn vak brengt hij graag over op jongeren. Het gaat hem aan het hart dat tegenwoordig maar weinig leerlingen voor scheikunde kiezen. Dat ligt in zijn beleving aan twee zaken. De chemie heeft een slecht imago en het Nederlandse onderwijssysteem deugt niet.

‘Imago en onderwijs zijn sterk met elkaar verbon-den. In Amerika doen daarom alle divisies van de American Chemical Society mee aan de National Chemistry Week en de Amerikanen hebben daar grote belangstelling voor. Ik ben daarom ook blij dat de Regiegroep Chemie zich inzet voor een beter imago. Ik heb de Regiegroep Chemie echter nog niet kunnen betrappen op een fundamentele aan-pak om de public understanding van chemie bij het algemene publiek te verbeteren.’

Onderwijs‘De kwaliteit van het onderwijs in Nederland vind ik ronduit zorgelijk. Dankzij toegewijde leerkrachten is het onderwijs nu nog in redelijk veilige handen. Ook al is het de taak van de overheid; ik zou de Regiegroep Chemie willen adviseren om het onder-wijssysteem in Nederland eens kritisch tegen het licht te houden. Natuurlijk biedt Nieuwe Schei-kunde voordelen. Als docent kun je het onderwijs op die manier attractiever maken. Het gevaar is dat we de balans uit het oog verliezen. Zo is nog niet zo heel lang geleden de hoofdwet over entropie uit het onderwijs verdwenen. Dat had uiteraard nooit mogen gebeuren. Het onderwijsmanagement is niet voldoende deskundig.’

‘Nog zorgelijker dan de kwaliteit van het onderwijs vind ik de onderwijsstructuur. Docenten kunnen aan een hbo-instelling hun tweedegraads lesbe-voegdheid halen. Een eerstegraads bevoegdheid haal je aan de Universiteit of via een hbo-master. De docenten die lesgeven aan docenten die een

eerstegraads opleiding volgen, zijn naar mijn mening niet voldoende opgeleid. Op dat niveau zou je les moeten krijgen van professoren en doctoren die praktijkervaring in het voortgezet onderwijs hebben en ook een goede lijst met publicaties. In de praktijk wordt er regelmatig lesgegeven door doc-torandussen die zelf weinig tot geen ervaring voor de klas hebben. Dat is toch ongelofelijk. Zeker als je bedenkt dat docenten in het onderwijs cruciaal zijn. De leraar is voor de studiekeuze van groot belang. Daar moet je toch in investeren?’

‘Ik denk dat veel jongeren niet weten hoe leuk che-mie kan zijn. Het vraagt om een bepaald voorstel-lingsvermogen. Een chemicus moet een beeldden-ker en een fantast zijn. Met een brede public understanding en goed onderwijs kan het aantal studenten chemie fors groeien. Ik zou ook graag zien dat er jaarlijks een uitgave komt van Chemie Magazine die speciaal is bedoeld voor het onder-wijs. Zo kunnen de docenten meer feeling met de praktijk houden.’

Of Linthorst na zijn promotie in het onderwijs zal blijven werken, weet hij nog niet. ‘Voorlopig heb ik ook geen tijd om daar over na te denken, want ik heb mijn handen vol aan het onderzoek.’ p

Arjan Linthorst (32)Arjan Linthorst (6 maart 1978) houdt niet van stil-zitten. De promovendus is niet alleen onderzoe-ker, maar ook al zeven jaar fulltime docent schei-kunde. Sinds 2008 geeft hij les aan de scholengemeenschap Dingstede in Meppel. Hij studeerde in Groningen, Tilburg, Zwolle, Maas-tricht en Utrecht. Hij doceerde als vrijwilliger tij-

delijk scheikunde in Thailand en stond van 2005 tot 2008 voor de klas in Curaçao. In zijn schaarse vrije tijd werkt hij nu aan zijn promotieon-derzoek. Dit voorjaar ontving Linthorst van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem een toelage van 15.000 euro uit het Pieter Langerhuizen Lambertuszoon Fonds. Hij werd tij-dens die gelegenheid geroemd om zijn vele publicaties. Linthorst publiceerde in toonaangevende tijdschriften zoals Foundations of Che-mistry en Annals of Science. Hij verwierf beurzen van de Chemical Heritage Foundation en van het Descartes Centre (Universiteit Utrecht).

‘Op dit moment wordt veel geld besteed aan iets waarvan we niet

precies weten wat het is.’

september 2010 Chemie magazine 37

Maatschappij

x-CM1008_Arjan Linthorst.indd 37 15-09-10 13:48

Page 38: Chemie magazine september 2010

eursgenoteerde chemiebedrijven maakten de afgelopen weken mooie cijfers bekend over het tweede kwartaal van 2010. AkzoNobel realiseerde een omzetstijging van dertien procent en DSM zag de omzet met maar liefst een derde toenemen ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2009. Het

bedrijfsresultaat ging bijna drie keer over de kop: van 85 miljoen in 2009 naar 246 miljoen dit jaar. Cijfers die ver boven de verwachting van analisten uitstegen.Tot zo ver het goede nieuws. Want ondanks die positieve ontwikkeling houden beide bedrijven slagen om de arm voor wat betreft de nabije toekomst. Onzekerheid is nog troef. Zo spreekt DSM de verwachting uit dat 2010 in zijn geheel een ‘sterk jaar’ zal worden, met een verder herstel van de eindmarkten. Het risico van een vertraging van het economisch herstel blijft volgens het concern echter ook nog aanwezig. En AkzoNobel zegt behoedzaam te blijven over de snelheid en duurzaamheid van het economisch herstel.Kernvraag voor de komende periode is dan ook: zet het herstel door of moeten we alsnog rekening houden met wat in de volksmond is gaan heten de double dip, een tweede recessie die optreedt na een korte periode van herstel. Eind augustus joeg het spook van een tweede recessie beleggers weer de stuipen op het lijf. Met een ferme daling van een paar dagen werd in augustus nagenoeg alle koers-winst van juli verspeeld.Het Economisch Bureau van ING voorspelde afgelopen maand een afzwakking van de productiegroei als gevolg van minder uitbundige export- en voorraadgroei en een zwakke binnenlandse vraag. De bank ziet voor dit jaar een productiegroei van zes procent bij de Nederlandse fabrie-

B

‘�Risico�double dip�niet�groter�dan�15�procent’

Hoofdeconoom�Han�de�Jong�(ABN�AMRO):

Moeten we nog bang zijn voor een double dip of is dat gevaar te verwaarlozen? Die vraag houdt economen, beleggers en topmensen uit het bedrijfsleven bezig. Hoofdeconoom Han de Jong sluit een tweede conjuncturele dip niet uit, maar de kans erop taxeert hij niet hoger dan vijftien procent. Tekst: Jos de Gruiter

ken, voor 2011 verwacht ING echter een daling tot twee procent groei. Volgens de bank merken zogenoemde vroegcyclische industrietakken als de olie en basischemie nu al dat de groei vertraagt. Dat komt onder meer doordat de gewenste voorraadniveaus zijn bereikt.De groei van de consumptie blijft zwak. Die is volgens ING dit jaar 0,5 procent en gaat in 2011 naar 0,7 procent. Het gedrag van consumenten is essentieel voor de industriële productiegroei, schrijft de bank. ‘Zolang de eindvraag zwak is, zal een golf aan nieuwe bestellingen uitblijven.’

Voorspelbaar�patroonHan de Jong is hoofdeconoom van ABN AMRO in Amster-dam. Met regelmaat publiceert hij economische analyses, onder meer in het Financieele Dagblad. Hij begrijpt de voorzichtigheid van bedrijven, zegt hij, maar hij relativeert ook. ‘Als Akzo en DSM zeggen dat ze voorzichtig zijn, dan lig ik daar niet wakker van. Het wordt anders als ze binnenkort vertellen dat ze daadwerkelijk aan de business merken dat het terugvalt. Dan moet je eerst nog wel even goed kijken welke oorzaken dat heeft, maar dat zou geen goed signaal zijn.’ Met andere woorden: er zijn geen aanwijsbare rede-nen om bezorgd te zijn. Volgens De Jong ontwikkelt de conjunctuur zich volgens een voorspelbaar patroon, waar-bij de eerste opleving uit de recessie wordt veroorzaakt doordat bedrijven geen voorraden meer hebben en ‘op bestelling’ gaan leveren. Vervolgens durven ze het aan om hun voorraden weer op peil te brengen. ‘Als die eerste impuls van het aanvullen van voorraden is uitgewerkt, gaat de groei wel door, maar in een lager tempo,’ legt hij uit. ‘De mid cycle slow down noemen we dat in vakkringen. Ik denk

38 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_economie.indd 38 15-09-10 13:51

Page 39: Chemie magazine september 2010

dat die zo langzamerhand begonnen is. Dus als bedrijven laten weten dat hun groeitempo omlaag gaat, dan is dat geen verrassing. Het is dan wel zaak dat een andere aanja-ger het groeitempo oppakt en structureel maakt. Consu-mentenbestedingen kunnen zo’n aanjager vormen. De han-dicap is wel dat de consument de laatste tijd veel geld heeft verloren of het niet durft uit te geven. De overheid is een andere potentiële aanjager, maar overheden hebben onge-kend ingrijpende maatregelen getroffen om de gevolgen van de crisis te dempen, dus die hebben vrijwel allemaal met enorme tekorten te kampen. Blijft de export over. Dat lijkt een mogelijkheid, maar de wereld als geheel kan zich niet uit een crisis exporteren. En we worden daarbij niet geholpen door maatregelen in opkomende economieën, die hun eigen groei moeten afremmen omdat het anders te hard gaat. We moeten dus hopen dat de bedrijfsinvesterin-gen aantrekken en daardoor als aanjager fungeren. Als bedrijven nieuwe productiemachines kopen, trekken ze misschien ook extra mensen aan om die machines te bedienen. En vervolgens moeten we hopen dat de consu-ment weer gaat meedoen. Er zijn dus negatieve factoren die de overgang van de eerste fase van aantrekkende groei naar de tweede fase, die van structurele groei, bemoeilij-ken, maar als zowel bedrijven als consumenten om die reden op hun handen gaan zitten, dan lopen we het risico van een self fulfi lling prophecy, dan zakken we alsnog in een tweede dip.’

Niet�waarschijnlijkDat klinkt zorgwekkend, maar in de scenario’s van ABN AMRO wordt niet serieus rekening gehouden met een tweede terugval. ‘We achten de kans dat we terugzakken in

een recessie op niet meer dan vijftien procent,’ aldus De Jong. ‘We zeggen niet dat het risico te verwaarlozen is, maar we zien het niet als het meest waarschijnlijke scenario.’Dat roept de vraag op wat er zou moeten gebeuren om dat onwaarschijnlijke scenario zich zeker niet te laten ontvou-wen. De Jong: ‘Ik houd er normaal gesproken niet van om economische waarschijnlijkheden van vertrouwen te laten afhangen, want meestal is er een goede verklaring voor dingen. Maar in de huidige omstandigheden speelt vertrou-wen wel een belangrijke rol. Je ziet bijvoorbeeld dat de inkomens in Nederland niet wezenlijk zijn aangetast door de crisis, maar mensen zijn wel voorzichtiger geworden. Dat lees je af aan de besparingen, die zijn gegroeid. Dat heeft te maken met vertrouwen. In de Verenigde Staten is meer werk, maar bedrijven kiezen ervoor om personeel te laten overwerken in plaats van extra mensen aan te nemen. Je hebt natuurlijk liever dat meer mensen aan een baan geholpen worden, want dan stijgt het inkomen van die groep. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat mensen

‘Terugzakken�in�recessie�niet�het�meest�

waarschijnlijke�scenario’

Het economisch verkeer neemt toe (Foto: Bayer)

september 2010 Chemie magazine 39

Maatschappij

x-CM1008_economie.indd 39 15-09-10 13:51

Page 40: Chemie magazine september 2010

Maatschappij

die uit een positie van werkloosheid een nieuwe baan vinden meer van hun verdiende dollars spenderen dan mensen die extra dollars verdienen met overwerken. Er treedt dus een groter vliegwieleffect op. De groei moet dus nog iets doorzetten en bedrijven moeten het vertrouwen krijgen dat die groei structureel is. Het grote gevaar van dit moment is dat iedereen, bedrijven en gezinnen, niet bewegen omdat er onzekerheid is. Meer dan anders hangt de economische ontwikkeling nu af van vertrouwen.’

Dit lijkt een a-typische crisis te zijn: gezien de diepte van de recessie zijn bedrijven en werkgelegenheid redelijk overeind gebleven, maar de overheids-schulden zijn geweldig opgelopen. ‘Er is in onze waarneming een groot verschil tussen bedrijven. Sommige zijn de crisis goed doorgekomen en laten nu een fors herstel van de omzet en de winst zien. Ze beschikken bovendien over grote hoeveelheden cash, zodat ze weer op overnamepad

kunnen. Daar staat een groep bedrijven in het MKB tegen-over, waar de situatie minder rooskleurig is. Voor ons als bank is dat een punt van zorg. Een tweede economische dip kan tot gevolg hebben dat veel van die bedrijven dan alsnog het loodje leggen.’

Waardoor is de werkgelegenheid redelijk op peil gebleven?‘Er zijn diverse verklaringen genoemd, zoals het toegeno-men aantal eenmanszaken, overheidsregelingen zoals de deeltijd-WW en Oost-Europese werknemers die teruggin-gen naar hun vaderland, maar er is ook een positieve ver-klaring: veel bedrijven gingen met redelijk wat vlees op de botten de crisis in en ze hebben alert gereageerd op de veranderende omstandigheden. De kostenbesparingen zijn niet uitsluitend in afslanking van het personeelsbestand gezocht. Je mag best eens zeggen dat het bedrijfsleven dat goed gedaan heeft.’

Geldt dat ook voor de overheden?‘De Nederlandse economie is in een jaar vier procent gekrompen, maar dat had veel meer kunnen zijn als de overheid niet had ingegrepen. Het opmerkelijke is wel dat overheden in sommige andere landen agressiever hebben ingegrepen dan de Nederlandse, maar dat het resultaat niet altijd beter was. Omgekeerd heeft de overheid in Duits-land relatief weinig gedaan, maar draait de economie er goed en zijn de overheidsfinanciën redelijk op orde. De Duitse economie heeft ook in een diepe recessie gezeten, maar ze maakt nu een snel herstel door.’

Is daar een verklaring voor?‘Mijn persoonlijke mening is dat Duitsland met een te dure D-Mark de Europese Monetaire Unie ingegaan. Dat ver-plichtte Duitse bedrijven ingrijpend te herstructureren, waardoor ze nu veerkrachtig zijn. Een andere verklaring is misschien het feit dat de Duitse overheidsfinanciën op orde zijn. Dat schept vertrouwen. In een land waar grote tekor-ten zijn, weet je dat er op enig moment iets moet gebeuren. Duitse ondernemers en consumenten weten dat er geen draconische maatregelen nodig zijn.’

En hoe hebben de banken zich gedragen tijdens de crisis? Er is veel kritiek geweest op het restrictieve kredietverleningbeleid.‘Ik denk niet dat de banken hun voorwaarden ernstig heb-ben aangescherpt, maar aanvragers voldeden er opeens niet meer aan. Voorheen kreeg een projectontwikkelaar zijn financiering rond als hij voldeed aan de eis van de bank dat zestig procent vooraf was verkocht. Nu financiert de bank niet meer. Niet omdat de eisen zijn verhoogd, maar omdat de ontwikkelaar geen zestig procent kan verkopen. Banken zien ook dat de economie een recessie induikt en het zijn geen charitatieve instellingen. Daarnaast hebben ook banken klappen gekregen en moesten ze hun liquiditeit opkrikken.’

De beurs volgt uw positieve analyse nog niet. ‘Inderdaad, de belegger is nog erg voorzichtig. Ik denk dat we de komende zes tot twaalf maanden heftige koersbewe-gingen zullen zien. Als er signalen zijn dat we naar een tweede dip gaan, kan de AEX nog twintig procent zakken, maar hij kan ook snel stijgen als het goed blijft gaan. De beurs heeft de goede bedrijfsresultaten niet beloond. Ik denk dat het waarderingsniveau vrij bescheiden is en dat er veel upside potential is als de onzekerheid verdwijnt.’

Kan een goedkope dollar het economisch herstel in Europa nog beïnvloeden?‘De verhouding tussen de dollar en de euro bepaalt onze concurrentiekracht. De euro is de laatste jaren structureel te duur geweest. De koopkrachtpariteitwaarde wordt geschat op 1,10 tot 1,15 en we hebben heel lang geleefd met een veel duurdere euro, tot wel 1,60. Ik denk dat de effecten redelijk neutraal zijn. Er is wel een gevaar als de Ameri-kaanse economie gaat krimpen. Door de enorme tekorten en de historisch lage rente kunnen de beleidsmakers nau-welijks meer iets doen om de economie te stimuleren. Amerika kan alleen op grote schaal staatsleningen kopen. Dan moet je vrezen voor een zwakkere dollar.’

Goedkopere grondstoffen.‘Dat is het voordeel, maar onze concurrentiekracht vermin-dert. Importeren wordt goedkoper en exporteren duurder. Het is de vraag welke bedrijfstakken daarbij baat hebben en welke niet. Voor een sector als de chemie zal het neu-traal uitpakken, lijkt me’. p

‘Je�mag�best�eens�zeggen�dat�het�bedrijfs-leven�het�goed�gedaan�heeft.’�Han De Jong (ABN AMRO)

40 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_economie.indd 40 15-09-10 13:51

Page 41: Chemie magazine september 2010

Op zoek naar

een unieke

locatie voor uw

proces industrie?

Valuepark Terneuzen beschikt over 140 hectare ideaal gelegen terrein. Als

bedrijf profi teert u van de nabijheid van gevestigde proces industrie waaronder

Dow Benelux BV, de ondersteuning van Zeeland Seaports en diensten van

service bedrijven die zich hier al gevestigd hebben.

Waarom Valuepark Terneuzen kiezen?

- In het hart van de Noord/West-Europese

industrialisatie;

- Diepzeehaven met directe toegang tot de

Noordzee (100.000 dwt);

- Uitstekende verbindingen met het achter-

land via weg, spoor en binnenwateren;

- Rail en shortsea container terminal;

- Granulaatopslag en -overslag;

- Opslagtanks en verwerking;

- Diverse utiliteiten inclusief centrale

brandbluswatersystemen.

NOG 80 HECTARE BESCHIKBAAR!

park your added value where it can grow

www.vpterneuzen.com

Valuepark Terneuzen is een gezamenlijke onderneming van Zeeland Seaports en Dow Benelux.

Page 42: Chemie magazine september 2010

‘H

BV NederlaNchemieBedrij

Binnen drie jaar acht chemiebedrijven naar Nederland halen. Dat is het doel van de nieuwe Strategische Acquisitie Unit voor de chemie, een initiatief van het Innovatie Platform, het ministerie van Economische Zaken, de Regiegroep Chemie en de VNCI. Tekst: Erik te Roller

et gaat om een pilot met een klein team van vier mensen, dat voor de werving van buiten-landse chemiebedrijven een onorthodoxe aanpak

gaat volgen en net van start is gegaan,’ verklaart Roderick van Schreven, directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen (BEB) van het ministerie van Economische Zaken. ‘Daarnaast is er ook een pilot met een team voor food & nutrition. Met deze pilots willen we ervaring opdoen met een nieuwe vorm van acquisitie op voorstel van het vroegere Inno-vatie Platform. Later willen we de nieuwe aanpak mogelijk toe-passen op drie andere sleutel-sectoren van de Nederlandse economie: hightech systemen, life sciences en duurzame energie. Hierbij werken het NFIA (Nether-lands Foreign Investment Agency, onderdeel van BEB-red.) en het bedrijfsleven nauw samen. Eén van de topacquisi-teurs in het team voor de chemie is ßRein Coster, speerpuntmana-ger ondernemingsklimaat en dienstverlening van de VNCI.’

Nederland raakt achteropMcKinsey stelt in een analyse uit

2008 dat de NFIA jarenlange ervaring heeft met het werven van bedrijven uit het buitenland, maar dat het beter kan. Neder-land heeft volgens McKinsey de laatste tien jaar vooral kleinere bedrijven aangetrokken en geen grotere bedrijven die hoogwaar-dige werkgelegenheid en een hoge toegevoegde waarde bie-den. Andere landen, zoals Duits-land, Frankrijk, Engeland, Ier-land en Zwitserland zijn daar succesvoller mee geweest. Nederland dreigt steeds verder achterop te raken. Tijd voor actie dus. Naar verwachting zullen de komende tien jaar zeker 450 bedrijven uit China, India, Malei-sië, Taiwan, Zuid-Korea, Japan en het Midden-Oosten met een gemiddelde omzet van rond de 1 miljard euro doorstoten naar de wereldtop en op zoek gaan naar een vestigingsplaats in Europa, voor een hoofdkantoor, verkoop-kantoor, productiefaciliteit of R&D-centrum. Met een uitge-kiende strategie moet het lukken om een deel van die bedrijven naar Nederland te halen.

dubbele aanpakVan Schreven: ‘Tot nu toe organi-seren de kantoren van de NFIA in bijvoorbeeld Zuid-Korea, Japan

Roderick van Schreven

42 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_acquisitie.indd 42 15-09-10 13:45

Page 43: Chemie magazine september 2010

BV NederlaNd werft edrijVeN

en China bijeenkomsten voor lokale bedrijven om ze te infor-meren over de mogelijkheden om zich te vestigen in Nederland en van daaruit de Europese markt te bewerken. Doorgaans zijn er zo’n tweehonderd mensen van bedrijven op die bijeenkom-sten aanwezig. Diegenen die meer willen weten, halen we naar Nederland, zodat ze hier alles met eigen ogen kunnen zien en goed geïnformeerd worden. Dat is bij wijze van spreken de trechteraanpak. Daar gaan we gewoon mee door. Maar tegelij-kertijd gaan we met de nieuwe aanpak van start, die precies andersom is. De komende maan-den gaan Coster en zijn collega’s de chemiebedrijven langs om antwoord te krijgen op vragen als welke clusters van bedrijven zijn er, wat hebben die aan bui-tenlandse bedrijven te bieden, welke schakels ontbreken nog in die clusters, welke buitenlandse bedrijven kunnen die schakels aanbrengen, zodat uiteindelijk de hele chemiesector met haar producten en diensten internati-onaal toonaangevend kan zijn.’

hulp van politiek‘Rond de jaarwisseling moet er een aanvalsplan op tafel liggen dat in overleg met specialisten uit de sector is opgesteld. In dat plan staat welke schakels ont-breken en welke bedrijven uit Azië of andere werelddelen door vestiging in Nederland voor de ontbrekende schakels kunnen zorgen. Kortom: bedrijven die goed aansluiten bij de rest van de bedrijven in een bepaalde sleu-telsector en die we dus specifiek moeten benaderen. We benade-ren zo’n bedrijf via het acquisitie-team, het plaatselijke kantoor van de NFIA en we zetten politiek

hoog in. Als minister Jan Kees de Jager van Financiën bijvoorbeeld toevallig in Zuid-Korea is, vragen we hem om bij een kandidaatbe-drijf op bezoek te gaan. Ook kun je denken aan een bekende per-soon uit het Nederlands bedrijfs-leven. Die bespreekt vooral ook de voordelen van Nederland in het algemeen: de mensen spre-ken de Engelse taal vrij goed, hoogopgeleide managers en kenniswerkers, internationale scholen, Parijs en Londen zijn dichtbij, et cetera. Dat allemaal om de leiding van het bedrijf te verlokken om ook naar de moge-lijkheden in Nederland te kijken en daarover in gesprek te gaan. Uiteraard zullen de kantoren van de NFIA hierbij ondersteuning bieden. Het inzetten van politici en hoge diplomaten is ook belangrijk, omdat de overheden in opkomende industrie- en energielanden nu eenmaal een stevige greep hebben op het bedrijfsleven. Zaken worden op hoog niveau gedaan.’Het team voor de chemie start volgens Van Schreven met een blanco vel papier. Eerst maken de specialisten de ronde langs diverse chemiebedrijven, stellen vast wat nodig is en maken op basis daarvan een lijst met kan-didaten. Het chemieteam bestaat voor de helft uit specialisten uit het bedrijfsleven en voor de helft uit mensen van de NFIA.

Nederland sterker makenDe Strategische Acquisitie Unit mikt op bedrijven met activiteiten die leiden tot duurzame investe-ringen, zoals een Europees hoofdkantoor, een R&D-centrum, vestiging voor marketing & sales en een Europees distributiecen-trum (dus geen juridische hoofd-kantoren en callcenter). ‘Ook een

vestiging voor het beheer van octrooien en licenties in Europa zien we graag komen. Dat levert in het begin misschien maar vijf banen op, maar de ervaring leert dat de Raad van Commissarissen een aantal keren naar zo’n kan-toor komt om te vergaderen, bijvoorbeeld in Amsterdam. Als ze dan gaan praten over uitbrei-ding, komt Nederland automa-tisch in beeld’, stelt Van Schre-ven. ‘Doel van de werving is om Nederland economisch en stra-tegisch sterker te maken. Het is

ons niet alleen om de banen en extra belastingopbrengsten te doen, maar ook om hoogwaar-dige activiteiten en innovaties waar de rest van de industrie van kan profiteren. Buitenlandse bedrijven die zich hier komen vestigen zijn meestal innovatief, productief en sterk concurre-rend. Dit soort bedrijven houden je scherp.’Momenteel zijn vooral de Kore-aanse bedrijven bezig internatio-naal uit te breiden. Ons kantoor in Seoel doet hierbij goede zaken, ook voor de regionale ontwikke-lingsmaatschappijen. Maar het gaat niet alleen om Azië. Ook de Golfstaten zijn interessant. En de acquisitie in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Sta-ten brengt nog steeds veel op en moet zeker behouden blijven. Maar bij de Aziatische landen moeten we er nu bovenop zitten’, aldus Van Schreven. p

‘rond de jaarwisseling moet er een aanvals-

plan op tafel liggen’

september 2010 Chemie magazine 43

Economie

x-CM1008_acquisitie.indd 43 15-09-10 13:46

Page 44: Chemie magazine september 2010

et examenprogramma Nieuwe Scheikunde is in opdracht van het minis-terie van OC&W ontwik-keld door de Vernieu-wingscommissie

Scheikunde. Het vernieuwde scheikundeonderwijs bestaat uit modules, waarbij vanuit context naar concept wordt gewerkt. Scheikundige toepassingen en producten worden in maatschap-pelijke, experimentele, theoreti-sche en beroepsgerichte situa-ties geplaatst. In augustus 2007 is een examenexperiment van start gegaan met als doel te onderzoeken of het examenpro-

H

groepjes moet leerlingen boven-dien aansporen om dieper in de stof de duiken. Bij elke periode hoort een module die een bepaald thema behandelt. De onderwerpen variëren van het ontwerpen van een onbreekbare beker en het berekenen van de hoeveelheid CO2-uitstoot bij een wereldreis tot het brandwerend maken van een brandbare stof.

Op het Berlage Lyceum in Amsterdam-Zuid werken de leerlingen tijdens de les in groepjes van drie of vier zelf-standig aan hun opdrachten. Docent Frank Muylaert loopt rond en helpt de leerlingen als ze vragen hebben. De meningen over Nieuwe Scheikunde zijn verdeeld onder de leerlingen vijf havo en zes vwo. Kübra (havo 5) vindt de lesmethode leuk en handig. ‘De onderwerpen zijn interessant en goed te begrijpen

‘ Nieuwe Scheikunde’ valt goed in de klas

Scheikunde wordt aantrekkelijker

Het nieuwe examenprogramma scheikunde voor havo en vwo wordt op

dit moment in de praktijk getest. De eerste examenresultaten van de

Nieuwe Scheikunde voldoen aan de verwachtingen. Tekst: Emma van Laar

gramma Nieuwe Scheikunde onderwijsbaar, haalbaar en toetsbaar is. Twaalf scholen wer-ken mee aan het examenexperi-ment havo, voor het vwo zijn dat er acht. Het eerste centraal exa-men Nieuwe Scheikunde vwo is afgelopen mei afgenomen. Voor havo was het de tweede keer. Beide examens leverden een gemiddeld eindcijfer van 6,2 op, vergelijkbaar met het resultaat van het reguliere scheikunde-examen. De vernieuwingscom-missie zal in december met een eindadvies voor het ministerie van OC&W komen. Naar ver-wachting zal de nieuwe methode in 2012 landelijk worden inge-voerd.

Leuk maar moeilijkNieuwe Scheikunde werkt vanuit concepten en beperkt het leren uit boeken. Ook is er meer ruimte voor practica. Het werken in

44 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_Nieuwescheikunde.indd 44 15-09-10 13:59

Page 45: Chemie magazine september 2010

vriendin Irene minder blij is. ‘Het is leuk om zelf dingen uit te zoe-ken en te werken aan de hand van concrete voorbeelden. En als je in de klas doorwerkt, hoef je uiteindelijk minder te leren,’ vertelt Julia. ‘Doordat je ideeën uitwisselt en elkaar dingen uit-legt, neem je de stof beter op,’ vult Victoria aan. ‘Ik heb leesdys-lexie waardoor ik dingen wat minder snel opneem. Ik heb lie-ver een leraar die de stof uitlegt en een boek dat overzicht geeft,’ zegt Irene.

KwaliteitMartie Kwaks, scheikundeleraar op de openbare scholengemeen-schap Erasmus in Almelo die ook deelneemt aan het examenexpe-riment en Frank Muylaert, zijn positief over de nieuwe methode. Volgens Kwaks zal de kwaliteit van het scheikundeonderwijs er op vooruit gaan. ‘Dat de maat-schappelijke relevantie nu meer naar voren komt, is een meer-waarde. Het wordt makkelijker om op de huidige stand van zaken in te spelen. De cijfers van de pilotexamens laten bovendien zien dat de leerlingen die hebben gewerkt met concepten niet slechter scoren.’ Of landelijke implementatie ook succesvol zal zijn, vraagt Muylaert zich wel af. ‘Dat hangt af van de docenten. Je merkt dat docenten die niet mee-doen aan de pilot sceptisch zijn. Docenten zullen er extra tijd en moeite in moeten steken. Het gevaar is dat je ook met de oude manier van lesgeven naar het examen kunt toewerken. Nieuwe Scheikunde is vooral een verschil in didactiek, niet zozeer in eind-termen.’De splitsing van havo en vwo vinden beide docenten een goede zaak. ‘Met een apart programma voor havo en vwo wordt meer recht gedaan aan de kwaliteiten van beide groepen leerlingen. Leerlingen worden zo beter

‘ Nieuwe Scheikunde’ valt goed in de klas

Het aantal leerlingen dat een profi el met scheikunde kiest, daalt al jaren. Ook de keuze voor een vervolgop-leiding in de chemie loopt terug. Namens het minis-terie van Onderwijs, Cul-tuur en Wetenschap (OC&W) bracht de Verken-ningcommissie Schei-kunde de problematiek in het scheikundeonderwijs in kaart. Op grond van de bevindingen van deze com-missie is in 2002 besloten tot een herziening van het scheikundeprogramma op havo en vwo. Uit de evalu-atie kwam onder meer naar voren dat de maat-schappelijke relevantie van de chemische industrie niet zichtbaar is. Leerlin-gen zien onvoldoende wat het schoolvak scheikunde met hun dagelijkse wereld te maken heeft. Het beeld dat schoolscheikunde geeft van de chemie is geen goede weerspiegeling van de huidige stand van het zaken. Tevens werd gesignaleerd dat het schei-kunde onderwijs van de derde klas niet goed aan-sluit op scheikunde in de Tweede Fase. Als een apart probleem werd geconstateerd dat het havo-programma te veel een aftreksel is van het vwo-programma.

Bij de ontwikkeling van het lesmateriaal Nieuwe Scheikunde zijn scholen, didactici en vakexperts betrokken. Onder andere de projectgroep Nieuwe Scheikunde, het nationaal expertisecentrum leerplan ontwikkeling SLO, maar ook het bedrijfsleven, universiteiten, hbo’s, het Platform BètaTechniek, de Regiegroep Chemie en de VNCI werken mee. De VNCI helpt bij de ontwikke-ling van modules en bij de evaluatie van het nieuwe onderwijsprogramma.

omdat je leert aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Het is leuk om in een groep te wer-ken en samen tot een uitkomst te komen. Veel beter dan de hele les luisteren. Ik denk dat je meer leert door dingen aan elkaar uit te leggen op je eigen manier.’ Groepsgenoot Dorothée heeft juist moeite met deze manier van werken. ‘Ik luister liever. Het is toch een stap om uitleg te vra-gen, of het nou aan een klasge-noot of de leraar is. Bovendien leren we vanuit onze eigen opga-ven, en die vertrouw ik niet hele-maal.’ Ook klasgenoot Bilal vindt het moeilijk. ‘Het werken vanuit voorbeelden maakt het minder overzichtelijk. En doordat je leert uit een soort opgavenboekje in plaats van uit een leerboek moet je zelf hoofd- en bijzaken van elkaar scheiden.’ Ook de zesde-klassers zijn verdeeld. Julia en Victoria zijn positief, terwijl hun

voorbereid op hun vervolgoplei-ding binnen hbo of wo. Het nieuwe havo-onderwijs is toe-passingsgericht. In de vwo-modules wordt juist uitgelegd welke modellen aan bepaalde fenomenen ten grondslag liggen. Het enige nadeel van dit grotere verschil tussen het havo en vwo scheikundeonderwijs is dat over-stappen tussen beide leervor-men waarschijnlijk lastiger wordt.’ Muylaert: ‘Ik denk overi-gens wel dat het nog beter kan. De eindtermen lijken nog op elkaar.’Over de kloof tussen onder- en bovenbouw zijn de leraren min-der positief. ‘De overgang tussen onder- en bovenbouw wordt door de Nieuwe Scheikunde modules niet anders. In de Tweede Fase gaat het tempo omhoog en wordt meer zelfstandigheid van leerlin-gen gevraagd,’ vertelt Kwaks. ‘Bij ons ligt het wat anders omdat wij in de onderbouw met dezelfde methode werken. Het tempo is inderdaad soms een probleem. Dat houd je ook niet tegen, Schei-kunde staat nou eenmaal in de tweede en derde klas voor alle leerlingen op het programma,’ meent Muylaert.

HindernisbaanVolgens Kwaks was de ontwikke-ling van de nieuwe scheikunde-methode een “hindernisbaan”. ‘Veel dingen zijn onafhankelijk van elkaar ontwikkeld en moeten een geheel gaan vormen. Het is daarnaast lastig om voor leerlin-gen geschikte concepten te vin-den. Er is vaak achtergrondken-nis nodig om de relevantie te kunnen zien. Maar de samen-werking met collega’s en de aan-sturing van SLO heb ik als heel positief ervaren. Door de bege-leiding van coaches, de interesse vanuit de universiteiten en che-mische sector konden we aan alle benodigde informatie komen.’ p

Vernieuwing Scheikunde-onderwijs

’Je leert meer doordingen aan elkaaruit te leggen op je

eigen manier’

Maatschappij

45

x-CM1008_Nieuwescheikunde.indd 45 15-09-10 13:59

Page 46: Chemie magazine september 2010

Doelwit:

46 Chemie magazine september 2010

x-CM1008_rampenoefening.indd 46 15-09-10 14:01

Page 47: Chemie magazine september 2010

E

Alerteringsoefening leerzaam

‘In de chemische industrie zijn we gewend om om te gaan met risico’s en incidenten, maar dit is toch van een andere orde,’ zegt Harry Jasken, communicatiemanager van AkzoNobel Industrial Chemicals in Delfzijl. Onlangs werd op het bedrijf een Alerteringsoefening gehouden.Tekst: Joost van Kasteren, Illustraties Maki Maki

e

en mooie zomerse dag eind juni. Via de Provincie Groningen komt het bericht binnen op het Chemie-park Delfzijl dat het Alerteringsniveau is verhoogd van ‘basis’ naar ‘matige dreiging’. Uit informatie van de AIVD is gebleken dat leden van een terroristi-sche organisatie het terrein willen binnendringen.

Waarom is niet bekend. Het kan zijn dat ze een aanslag willen plegen; het kan ook zijn dat ze op zoek zijn naar che-micaliën om elders een aanslag te plegen. Vrij zeker is in ieder geval dat ze weinig goeds in de zin hebben.

Beveiliging toegangHarry Jasken: ‘Als je zoiets te horen krijgt, dan is het de bedoeling dat je, samen met de bevoegde autoriteiten, poli-tie en brandweer passende maatregelen neemt. Passend wil in dit geval zeggen, maatregelen die horen bij het betreffende Alerteringsniveau. In dit geval betekende dat, dat we de toegangsbeveiliging hebben verhoogd. Dat vergt nogal wat, want je hebt het wel over een locatie waar dage-lijks veel bezoekers komen. Ook rijden er iedere dag gemiddeld honderd vrachtwagens in en uit. Dan heb je het alleen nog maar over de offi ciële toegangspoorten. We zitten hier op een terrein van honderd hectare met aan een kant het kanaal naar de zeehaven en aan de andere kant de openbare weg. Het is helemaal omgeven met hekken, maar het blijft een groot terrein.’Om ook het bewustzijn van de medewerkers te vergroten, werd de Alerteringsoefening gekoppeld aan een interne campagne om mensen te stimuleren hun badge zichtbaar te dragen. ‘In principe is dat verplicht,’ vertelt Jasken, ‘zowel voor de eigen medewerkers als voor bezoekers. Tot

voor kort was dat niet het geval; mensen stopten hem in hun binnenzak of hij zat onder hun jasje. De campagne bestond er uit dat we alle medewerkers hebben gevraagd om ten eerste zelf hun badge zichtbaar te dragen en ten tweede mensen aan te spreken, wiens badge niet zichtbaar was. Als ze de zaak niet vertrouwden, moesten ze niet zelf optreden, maar de beveiliging bellen.’

TerrorismeDe oefening bij AkzoNobel in Delfzijl maakte onderdeel uit van het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding, een waarschuwingssysteem voor overheden en bedrijfsleven. Edmond Messchaert, woordvoerder van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb): ‘Anders dan het Dreigingsbeeld Terrorisme, dat een inschatting geeft van het algemene dreigingniveau voor Nederland, is het Alerte-ringssysteem ontwikkeld om specifi ek te kijken naar een potentiële of concrete dreiging binnen bepaalde bedrijfs-sectoren of gebieden met als doel om in geval van ver-hoogde dreiging snel beveiligingsmaatregelen te kunnen nemen. Daarom is het ook alleen gericht op professionals bij overheden en bedrijven, niet op de burger.’Het Alerteringssysteem houdt in dat de Nationaal Coördi-nator Terrorismebestrijding in beginsel tweemaal per jaar een dreigingsanalyse opstelt voor een van de vijftien bedrijfssectoren die op het systeem zijn aangesloten. De chemische industrie is er daar een van omdat een bedrijf zelf doelwit van een aanslag kan zijn of omdat er stoffen aanwezig kunnen zijn die bruikbaar zijn om elders een aan-slag te plegen. Op basis van informatie van inlichtingen-diensten wordt, in overleg met de sector, een pakket maat-regelen ontwikkeld dat past bij de verschillende alerteringsniveaus: basis, lichte dreiging, matige dreiging en hoge dreiging.

Chemie vitaalDe deelnemende bedrijfssectoren doen vrijwillig mee, op basis van afspraken die zijn overeengekomen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Een mooi voorbeeld van publiekprivate samenwerking. De chemische industrie is erbij betrokken, omdat het, aldus Messchaert, ‘gaat om een vitale sector voor de Neder-landse economie. Naast de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, die gebruikt kunnen worden voor aanslagen, beschikken bedrijven ook over kennis en informatie die voor terroristische organisaties interessant kunnen zijn.’ Doet er zich een concrete of potentiële dreiging voor dan

Chemische industrie

september 2010 Chemie magazine 47

Maatschappij

x-CM1008_rampenoefening.indd 47 15-09-10 14:01

Page 48: Chemie magazine september 2010

Maatschappij

kan het pakket maatregelen dat hoort bij het betreffende Alerteringsniveau uit de kast worden gehaald. Bij lichte of matige dreiging moet je denken aan maatregelen zoals extra toezicht, fouillering en beperkte toegang tot delen van het bedrijf of gebied. Bij hoge dreiging worden die maatrege-len verscherpt en kan bijvoorbeeld de toegang tot bepaalde gebouwen of terreinen worden afgesloten. Ook kan het bedrijf te maken krijgen met de inzet van bepaalde politie-eenheden of delen van de krijgsmacht.

Papier is geduldig als het gaat om het voorkomen of bestrijden van milieu- of arbo-incidenten in de chemische industrie. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor het omgaan met de dreiging van terrorisme. Wil dat effectief zijn, dan moet er geoefend worden. ‘Dat gebeurt ook,’ vertelt Mes-schaert. ‘De oefening bij AkzoNobel maakte deel uit van een oefening Alerteringssysteem Zeehavens en Chemische Industrie. Elke vijf jaar proberen we minimaal eenmaal een oefening per sector te houden. Inmiddels hebben we bijna alle bedrijfssectoren gehad en zijn we begonnen met een nieuwe ronde.’De oefeningen kunnen verschillende vormen aannemen. Het kan gaan om een ‘table top’ oefening, waarbij betrok-ken partijen virtueel de afspraken en procedures oefenen om te controleren of alles nog op elkaar aansluit, telefoon-nummers nog kloppen, et cetera. Allemaal zaken die van

‘Bij hogeterroristische

dreigingkunnen politie of krijgsmacht

worden ingezet’

belang zijn als je in een crisissituatie snel beslissingen moet nemen. ‘Daarnaast worden ook fysieke oefeningen gehouden om te controleren of en zo ja hoe de afspraken in de praktijk uitwerken,’ vertelt Messchaert. ‘De oefening bij AkzoNobel was bedoeld om te kijken of alle procedures correct werden uitgevoerd en om na te gaan of het bedrijfs-terrein voldoende was afgesloten om indringers tegen te houden.’

LeerpuntenDankzij de verhoogde alertheid bij zowel de beveiliging als bij de medewerkers werden er op die zomerse dag ver-schillende ‘verdachte’ personen of situaties gemeld. ‘We hebben het nodige geleerd van deze oefening,’ vertelt Jas-ken. ‘Om te beginnen hebben we onze toelatingsprocedu-res nog eens onder de loep genomen. De normale proce-dure is dat iedere externe bezoeker zijn paspoort of rijbewijs moet laten zien. Maar als die bezoeker tien minu-ten van tevoren wordt aangekondigd, heeft de Beveiliging geen tijd meer om zijn of haar antecedenten te controleren. Een van de leerpunten is dat bezoekers langer van tevoren moeten worden gemeld bij de Beveiliging.’Een ander leerpunt is dat er meer trainingen komen voor zowel de gewone medewerkers als de medewerkers van de Beveiliging en de plant managers die bij toerbeurt ver-antwoordelijk zijn voor het afhandelen van incidenten. ‘Er zijn natuurlijk allerlei afspraken en procedures, maar pas bij een dergelijke oefening kom je erachter dat de praktijk anders is dan de theorie. Zeker als het de eerste keer is dat je hier op oefent. Het was kortom een buitengewoonnuttige en leerzame ervaring, die ik iedereen kan aanbevelen.’ p

48 Chemie magazine september 2010

VIER vragen voor de ondernemer

Bedrijven kunnen niet alleen het doelwit van terroristen worden, ze kunnen ongewild ook de producten leveren die terroristen nodig hebben voor hun aanslagen. Elke ondernemer zou zich daarom vier vragen moeten stel-len, schrijft de NCTb op haar website:

1 Is mijn bedrijf een aantrekkelijk doelwit voor terroristen?

2 Zijn mijn producten en informatie interessant voor terroristen?

3 Heb ik mijn bedrijf voldoende beschermd tegen een terroristische aanslag/dreiging?

4 Welke maatregelen kan mijn bedrijf nemen om mijn producten en informatie te beveiligen?

Op de site worden de vragen nader uitgewerkt.www.nctb.nl/onderwerpen/wat_te_doen/bedrijven

x-CM1008_rampenoefening.indd 48 15-09-10 14:01

Page 49: Chemie magazine september 2010

Günter Meier kent de risico’s van zijn vak. Bij zijn werk in een

chemische fabriek in het Ruhrgebied kan hij de veiligheids-

kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen van Wenaas

niet meer missen. Dat zijn Nederlandse collega’s geen Wenaas

dragen, is voor Günter dan ook völlig undenkbar.

Wereldwijd vertrouwen werkgevers en werknemers in de bouw,

industrie- en transportsector op de beschermende kleding,

persoonlijke beschermingsmiddelen en serviceconcepten van

Wenaas. Sinds kort biedt deze wereldspeler ook Nederlandse

organisaties totale ontzorging op het gebied van veiligheid.

Met behulp van professionele tools zoekt Wenaas de best

passende oplossing voor iedere situatie. Kijk voor meer informatie

op wenaas.nl. Wenaas. Leading the world in workwear and safety

solutions.

“Hey tough Dutch guy, why don’t you wear Wenaas?”

Günter Meier, Duitsland

www.wenaas.nl

WENA2920125 Adv Gunther 210x297.indd 1 03-09-10 09:52

Page 50: Chemie magazine september 2010

I N H E T L A B O R A T O R I U M | I N H E T O N D E R W I J S | I N D E I N D U S T R I E | I N D E Z O R G I N S T E L L I N G

Christiaan Huijgensweg 4ANL-2408 AJ Alphen a/d RijnTel. (0172) 50 64 66

Fax (0172) 50 61 89E-Mail: [email protected]

DENIOS NIEUWS

Nu als bijlage in Chemie Magazine. Heeft u de bijlage gemist, vraag ‘m aan via:

www.denios.nl

Meer actueel nieuws over chemie en de chemische industrie?

Ga dan naar www.vnci.nl voor het dagelijks nieuws uit de sector en onze wekelijkse nieuwsbrief.

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:08 Pagina 5

Page 51: Chemie magazine september 2010

Wat doe je voor werk?‘Ik werk als Plant Engineer op een productielocatie van DSM in Schoone-beek. We maken hier harsen voor poedercoatings en composiet-harsen voor constructiematerialen. Alles draait hier om duurzame en sterke materialen.’

Waaraan besteed je je tijd?‘De helft van de tijd ben ik bezig met troubleshooting. Operators en mon-teurs kunnen mij bellen als ze vastlo-pen. De andere helft van de tijd inves-teer ik in structurele verbeteringen. Ik houd me bezig met de begeleiding van projecten en de vervanging van syste-men. De locatie bestaat al meer dan dertig jaar dus een aantal onderdelen is aan hun end of life.’

Wat vind je het leukst aan je werk?‘Het verbeteren van het proces en de contacten met de productie en techni-sche dienst vind ik het leukst. En bezig zijn met duurzaamheid. In alle projec-ten let ik daarop. Bij vervangingspro-

‘ De crisis heeft er fl ink ingehakt’

YPN mobiel

jecten kijken we standaard naar energiebesparende opties ook al isde aanschaf van het materiaal vaak duurder.’

Wat voor opleiding heb je gevolgd?‘Ik heb Chemische Technologie gestu-deerd aan de Universiteit in Twente. Na mijn studie ben ik direct begonnen bij DSM in Zwolle. Inmiddels werk ik bijna drie jaar bij DSM. In Zwolle hield ik me bezig met een project voor het bouwen van een nieuwe harsfabriek in Rusland. Helaas zijn die plannen niet doorgegaan.’

Hoe zie je je verdere loopbaan?‘Het werk op een productielocatie bevalt me prima. In de toekomst zou ik ook wel een leidinggevende functie willen. Daar maak ik geen geheim van. En ik zou graag een periode naar het buitenland willen. Mijn coach zegt dat je in het buitenland een plant eigen-handig moet kunnen opbouwen. Je moet alle ins en outs kennen. Daar ben ik nog niet klaar voor.’

Hoe gaat het na de crisis bij DSM?‘Ik merk dat de economische situatie fors is verbeterd, maar de crisis heeft er fl ink ingehakt. Hier in Schoonebeek zijn ook mensen ontslagen. Ik vond het rot om zo’n moeilijke periode bin-nen het bedrijf mee te maken. Maar gelukkig zijn intussen al die mensen weer aan het werk.’

Wat verwacht je van YPN?‘Ik vind het belangrijk om inhoudelijk

aan de slag te gaan. En daarnaast is het leuk om samen iets te eten of te drinken. Voor het early career profes-sional netwerk DSM Next heb ik een aantal workshops over duurzaamheid gegeven. Daarin lieten we zien dat duurzaamheid binnen ieders moge-lijkheden ligt. Het hoeft allemaal niet zo groots. Met kleine stapjes kun je ook heel wat bijdragen. Het geplande bedrijfsbezoek bij Shell vind ik ook een goed voorbeeld. Hier in Schoonebeek kan ik trouwens ook wel een groep rondleiden.’

Aan wie geef je YPN mobiel door?‘Ik wil de mobiel graag doorgeven aan Sara Barbera van Kolb Nederland bv. Het is voor mij een onbekend bedrijf. Ik ben benieuwd wat zij doen en wat voor werk Sara doet.’ p

In de rubriek YPN mobiel stellen leden van het Young Professionals Netwerk (YPN) zich voor. Vervolgens geven zij de mobiel door aan iemand van wie zij graag iets meer willen weten. Tekst: Esther Rasenberg

Even voorstellen: NAAM

Jeroen Borggreve (28)FUNCTIE

Plant EngineerBEDRIJF

DSM Composite Resins Nederland bv

LinkedinOp LinkedIn is er een groep Young Professional Network. Ruim zestig Young Professionals hebben zich al aangemeld. De VNCI is daar gestart met een voorstelronde waar enthousiast gebruik van wordt gemaakt. Zie LinkedIn VNCI Young Professionals.

september 2010 Chemie magazine 51

heeft er fl ink

Netwerk (YPN) zich voor. Vervolgens geven zij de mobiel door aan iemand van wie zij graag iets meer willen weten.

Even voorstellen:

x-CM1008_young prof.indd 51 15-09-10 14:06

Page 52: Chemie magazine september 2010

De opleiding start 4 november 2010 in Utrecht en duurt 8 maanden.

MELD JE AAN VOOR 22 SEPTEMBER ENEN ONTVANG GRATIS HET “SPEL VAN DE EEUW”!

Opleiding Veiligheid en Duurzaamheid in de Procesindustrie

Meer weten? Kijk snel op www.phov.nl, bel naar 030 231 82 12 of stuur een e-mail naar [email protected]

Voor wie: Technologen, stafmedewerkers, plantmanagers, processengineers, veiligheidskundigen,medewerkers ingenieursbureaus, vergunningverleners en handhavers inspectiediensten.

Onderwerpen: Regelgeving, het onderkennen van gevaren, kwalificeren en kwantificerenvan risico’s, risicobeheersing, instrumentatie, ATEX, PED, externe veiligheid, gedrag en cultuur,incidentenanalyse, milieuaspecten, duurzaamheid en gezondheidsrisico’s.

OP NAAR EEN VEILIGE ENDUURZAME PROCESINDUSTRIE!

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:08 Pagina 6

Page 53: Chemie magazine september 2010

In de Spaanse stad Valencia is men ooit begonnen met het winnen van sinaasappelgeur en -smaak uit sinaasappelschillen door extractie en destillatie, vandaar de naam

valenceen. Daarvoor zijn heel wat sinaasappels nodig: 1 kilo sinaasap-pels levert slechts enkele grammen valenceen. Nadeel is dat de kwaliteit en hoeveelheid van valenceen varieert per oogst. Isobionics is in staat om natuurlijke valenceen het hele jaar door tegen een constante kwaliteit te produceren en mikt hiermee op een markt van 15 miljoen euro per jaar. Het fermentatieproces voor valenceen is oorspronkelijk een vinding van DSM, die drie jaar geleden is opgepakt door Isobionics, gevestigd op het bedrijven-park Chemelot in Geleen. DSM zag in het produceren van valenceen name-lijk geen kernactiviteit, maar wilde Isobionics wel als spin-off bedrijf op gang helpen. Directeur Toine Janssen van Isobionics: ‘De afgelopen drie jaar zijn we voornamelijk bezig geweest om het productieproces te vervolma-ken: de micro-organismen aan te zetten tot een hogere productie en de fermentatie en scheidingsstappen te optimaliseren. Hoewel valenceen een zuivere stof is, kunnen verontreinigin-gen van de apparatuur of te hete des-tillaties leiden tot afwijkingen in de geur en smaak. Hoe het ruikt is super-belangrijk. Bij een minimale afwijking keuren klanten het af.’

Parfum‘Bij toepassing in parfums luistert het natuurlijk heel nauw. Het moet net zo ruiken als valenceen uit sinaasappels. Het optimaliseren van het productie-proces heeft nog heel wat voeten in de aarde gehad, maar het is ons toch gelukt om valenceen binnen de

Echte sinaasappels niet meer nodig

Groene chemie

gestelde tijd op de markt te brengen. Vanaf mei hebben we monsters valen-ceen naar potentiële klanten gestuurd om ons product te kunnen testen. De orders komen nu binnen. Of ons pro-duct Valencene Pure™ binnenkort in de sinas van bekende merkfabrikan-ten zit, weten we niet. Dat houden ze geheim. In elk geval zul je geen ver-schil proeven.’De marktprijs van valenceen varieert momenteel van 600 tot 1200 dollar per kilo, afhankelijk van het aanbod en de kwaliteit. Isobionics kan valenceen goedkoper maken, maar is niet van plan op prijs te concurreren. ‘De klan-ten vinden stabiliteit belangrijk. Daar-mee zijn we in het voordeel,’ aldus Janssen. Isobionics laat valenceen produceren bij de vestigingen van

DSM in Grenzach (Duitsland) en Capua (Italië). Aan de ontwikkeling van het commerciële proces voor valenceen hebben zo’n 30 à 35 R&D-medewer-kers van DSM in opdracht van Isobio-nics meegewerkt. Bij het bedrijfje zelf staan slechts vijf mensen op de loonlijst.

Smaak grapefruitMet behulp van de technologie met aangepaste bacteriën kan Isobionics in principe nog meer geur- en smaak-stoffen (isoprenoïden) maken. ‘De eerstvolgende op ons lijstje is nootka-tone, de stof die verantwoordelijk is voor de smaak en geur van grapefruit. Daarna bepalen we in overleg met onze klanten welke geur- en smaak-stoffen vervolgens aan bod zullen komen,’ aldus Janssen. p

De sinaasappelgeur en -smaak voor producten als parfum, zeep en sinas was tot nu toe altijd afkomstig van echte sinaasappels. Isobionics is het eerste bedrijf ter wereld, dat deze geur en smaak met behulp van micro-organismen maakt op basis van suiker. Tekst: Erik te Roller

Of ons product binnenkort in sinas zit, is geheim. In elk geval zul je geen verschil proeven

september 2010 Chemie magazine 53

x-CM1008_Groenechemie.indd 53 15-09-10 13:53

Page 54: Chemie magazine september 2010

Folkert Oosting (40) zal bij de VNCI tijdelijk aanspreekpunt voor commu-nicatie zijn. Hij vervangt interim com-municatiemanager Ingeborg van Hon-schooten, die vanaf 7 oktober met zwangerschapsverlof gaat. Folkert Oosting werkt als interimmer en advi-seur voor bedrijven en brancheorga-

nisaties. Hij geeft regelmatig gastcol-leges en is procesbegeleider voor organisaties die nieuw communicatie-beleid ontwikkelen. Folkert was al sinds april voor de VNCI werkzaam en is tot 1 januari 2011 het aanspreekpunt voor communicatie. p

Frank Schnitzeler (44) is benoemd tot strategic business development mana-ger van de H2 Energy Systems Group Europe van Air Products. Schnitzeler is verantwoordelijk voor het uitbou-wen van de betrokkenheid van Air Products bij grote waterstofprojecten voor mobiele toepassingen zoals per-sonenauto’s en bussen. Schnitzeler

zal vooral actief zijn in Nederland en Duitsland. Hiervoor werkte hij bij Shell, in zijn laatste functie voor Shell Hydrogen. Daar was Schnitzeler ver-antwoordelijk voor de ontwikkeling van proefprojecten voor waterstoftoe-passingen in de automobiel- en trans-portsector. p

HoofdredacteurSinds 1 september is Igor Znidarsic (53) hoofdredacteur van Chemie Magazine. Hij is de opvolger van Adri-aan van Hooijdonk, die ruim twaalf jaar verantwoordelijk was voor het blad. Igor is zijn carrière gestart als journalist. Daarna was hij eind- en hoofdredacteur van verschillende

vakbladen, voor onder meer foodser-vice-management en facilitair management in de gezondheidszorg. Zijn laatst functie was hoofdredacteur van Food Hospitality, een vakmedium voor management van eten en drinken in de zorg. p

Air Products

VNCI

Communicatie

Redactie: Esther Rasenberg (hoofdredacteur a.i.) e-mail: [email protected] de Gruiter e-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150, 2491 AK Den Haag,tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie: Marieke Moraal (Bladeren Media bv)

Vaste medewerkers:drs. Ingeborg van Honschooten, drs.ing. Inge Janse, ir. Joost van Kasteren, drs. Emma van Laar, ir. Marlies Lukkes, Gerard van Nifterik , Casper Rila, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, Marga van Zundert

Vormgeving:Basisvormgeving, art-direction en opmaak: Curve, Haarlem, Joachim Mahn

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17, 2551 KSDen Haag, tel. 070-323 40 70Fax 070-323 71 96e-mail: [email protected] vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:Ten Brink, Meppel

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleenschriftelijk opgeven bij: Judith van der Lugt via e-mail: [email protected]. Voor alle VNCI-leden, alsmede leden van aangesloten lidverenigingen, is Chemie magazine gratis.Abonnementen eindigen per eind maart. Als niet vóór 1 december wordt opgezegd, loopt het abonnement nog een jaar door.

Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België100 euro in de overige landenChemie magazine verschijnt 11 x per jaar op woensdagOvername van artikelen en/of foto’s uitChemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover: Chris Bonis

Internet: www.vnci.nlISSN: 1572-2996

OKTOBER1 oktoberWerkgroep Responsible Care CharterDen Haag, (VNCI)

11 oktoberWerkgroep Logistieke VeiligheidDen Haag, (VNCI)

13 oktober Dagelijks bestuurDen Haag, (VNCI)

13 oktoberStoffen en ArbodagZeist, (Woudschoten)

14 oktoberWerkgroep Energie en KlimaatBreda, (Novotel)

28 oktoberSuschem NederlandDen Haag, (VNCI)

29 oktoberBestuurs Advies CommissieDen Haag, (VNCI)

NOVEMBER9 novemberWerkgroep Security Den Haag, (VNCI)

9 novemberBeleidsgroep Energie en KlimaatAmsterdam, (Air Products)

11 novemberWerkgroep Responsible CareDen Haag, (VNCI)

11 novemberWerkgroep MilieuzorgDen Haag, (VNCI)

12 novemberBeleidsgroep CommunicatieNootdorp, (Van der Valk)

16 novemberBeleidsgroep OnderwijsDen Haag, (VNCI)

17 novemberWerkgroep StoffenbeleidDen Haag, (VNCI)

VNCI Agenda

54 Chemie magazine september 2010

VNCI Colofon

x-CM1008_VNCI.indd 54 15-09-10 14:02

Page 55: Chemie magazine september 2010

PRODUCTIE IN OPTIMA FORMA

AD PRODUCTIONS BV - CHEMISTRY, BLENDS & KNOWLEDGE

Markweg Zuid 27 Tel. +31 (0)167 - 526 9004794 SN Heijningen Fax +31 (0)167 - 526 969Postbus 102 [email protected] ZJ Fijnaart www.adinternationalbv.com

AD Productions isgespecialiseerd in hetformuleren en mengenvan chemische vloeistoffen en poeders.

l ADR-klasse: 3, 4.1,5.1, 6.1, 8 en klasse 9

l Meng en opslag-faciliteiten conformCPR 15-2

l ISO 9002-gecertificeerd

l Eigen R&D enlaboratorium

l Wereldwijd transportl Meer dan 30 jaar

ervaring

Wilt u uw productieoutsourcen? Wij makengraag kennis met u.

serv

ices

Process EngineerDSM NeoResins+ richt zich op de ontwikkeling van milieuvriendelijke techno-logieën die toepassing vinden op het gebied van water-gebaseerde coatings en inkten. Tevens produceren zij standaard resins.

Voor de Process Technology groep in Waalwijk, onderdeel van Research en Technology, zijn wij op zoek naar een Process Engineer. Als Process Engineer breng je je expertise in bij investeringsprojecten en ondersteun je het dage-lijkse productieproces. Je voert SHE studies uit en brengt advies uit aan de organisatie. Je beschikt over een MSc. in proces technologie en hebt enkele jaren ervaring op het gebied van SHE studies en bij voorkeur ook resins. Je bent communicatief sterk en beschikt over de capaciteit om moeiteloos zowel in teamverband als solo te kunnen werken.Meer weten? Op onze site www.cls-services.nl vind je uitgebreide informatie over bovenstaande functie of een volledig overzicht van onze vacatures.

CLS Services - werving & selectie én detachering in de branches chemie | farma | biotech | food

zoekt voor

Chemisch:Chemisch 16-09-2010 19:08 Pagina 7

Page 56: Chemie magazine september 2010