Chemie Magazine november 2014

56
Winnaars essaywedstrijd ‘Veiligheid en leiderschap’ Anton van Beek nieuw boegbeeld Veiligheid Voorop Suikerunie wil samenwerken met chemie ‘WE BESTRIJKEN NU HET HELE CHEMIEVELD’ Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie jaargang 56 11 13 november 2014 GERARD VAN HARTEN OVER NIEUWE TOPSECTOR CHEMIE

description

Het maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie Magazine november 2014

Page 1: Chemie Magazine november 2014

Winnaars essaywedstrijd ‘Veiligheid en leiderschap’

Anton van Beek nieuw boegbeeld Veiligheid Voorop

Suikerunie wil samenwerken met chemie

‘ We bestrijken nu het hele chemieveld’

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 56 • 11 • 13 november 2014

Gerard van Harten oVer nieuWe TopSecTor chemie

CM1411_01_A_Cover.indd 1 06-11-14 15:39

Page 2: Chemie Magazine november 2014

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

Loire 150 Postbus 24090 2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86 E [email protected] I www.vapro-trainingen.nl

Maak je ambities waar met VAPRO trainingen!

De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend.

Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden:

1. HRD/personeelsontwikkeling

2. Persoonlijke effectiviteit

3. Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4. Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5. Procesoptimalisatie

6. Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7. Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl

voor actuele data en locaties

409559_ADV.indd 2 07-11-14 11:23

Page 3: Chemie Magazine november 2014

INHOUDINHOUD

november 2014 Chemie Magazine 3

De Topsector Chemie werkt sinds kort met een nieuwe organisatiestructuur. Bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen kunnen nu slagvaardiger samen-werken bij onderzoek en innovatie. Gerard van Harten, voorzitter en boegbeeld van het Topteam Chemie, is blij met de nieuwe structuur. De Topsector bestrijkt nu het hele onderzoeksveld van de chemie, waarbij alle chemiebedrijven aanslui-ting vinden.18

11 | 13 november| 2014

SLAGVAARDIGER SAMENWERKEN BIJ ONDERZOEK EN INNOVATIE

De veiligheidsborden bij de bedrijfspoort kunnen beter weg. Louis van Gaal kan als goed voorbeeld van een authentieke leider dienen. En ja-maar-denkers kunnen bijdragen aan meer veiligheid. Het zijn enkele ingrediënten uit de drie prijswinnende essays over veiligheid en leiderschap in de chemiesector. De wedstrijd was uitgeschreven door het ministerie van IenM en Veiligheid Voorop.

WINNAARS ESSAYWEDSTRIJD ‘VEILIGHEID EN LEIDERSCHAP’

32CM1411_03-05_inhoud.indd 3 06-11-14 15:37

Page 4: Chemie Magazine november 2014

clear insight

Be responsible

Be the best

Be valuable

Be interested

Be open

T +31 10 716 60 00 E [email protected] www.ApplusRTD.com

Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet Destructief Onderzoek, inspecties en certificatie.

Onze mensen zullen u, met onze innovatieve technieken, helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficiëntie en het verminderen van risico’s te behalen.

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

409559_ADV.indd 4 07-11-14 11:23

Page 5: Chemie Magazine november 2014

INHOUD

november 2014 Chemie Magazine 5

Caprolactamfabriek DSM bespaart energie door isolatieproject

Coöperatie van suikerbietentelers lonkt

naar de chemische industrie

De droombaan van Lineke Pelleboer: fl ying doctor voor defecte fabrieken

28

48

Anton van Beek enthousiast aan de slag als boegbeeld van Veiligheid Voorop

44

22

7

7

89

111315

17

18

22

26

28

32

36

38

42

44

48

505052 54 5454

Voorwoord Colette AlmaBoegbeeldEvenementen

NIEUWSNieuwe Cefi c-voorzitter ClamadieuOCI Nitrogen genomineerd voor milieuprijsZorgen over inspectie drukapparatuurMinder verzuimongevallen in de chemieEmerald Kalama en Latexfalt winnen Europese RC-prijsCDI verbetert inspectie tankopslagbedrijven

ACHTERGRONDTopsectorNieuwe organisatiestructuur Topsector ChemieGrondstoffenSuikerunie wil samenwerken met de chemieWetenswaardigTsunami-waterkering van DyneemaArbeidsmarktLineke Pelleboer over haar werk bij SanquinVeiligheid Prijswinnende essays over veiligheid en leiderschapArbeidsmarktSectorplan Procesindustrie heeft nog ruimte Duurzaamheid‘Duurzaam’ dreigt leeg containerbegrip te wordenUitgelichtBioBased Innovations Garden opent bioraffi naderij Veiligheid VooropAnton van Beek nieuw boegbeeld VVEnergie en klimaatEnergiebesparing dankzij isolatieproject

BedrijvenColumn: Edwin de RoijVNCI NieuwsMensenVolgende maandColofon

11 | 13 november| 2014

CM1411_03-05_inhoud.indd 5 06-11-14 15:37

Page 6: Chemie Magazine november 2014

www.abb.com/800xA

It’s a great feeling — the feeling that you get when you are in complete control of your cyber security, costs, and productivity.

Take control with System 800xA version 6.

System 800xAIt’s all about control

ABB 800xA v6 A4 adv.indd 1 09/05/2014 07:51:24409559_ADV.indd 6 07-11-14 11:23

Page 7: Chemie Magazine november 2014

Voorwoord

EVENEMENTEN

e benaming ‘boegbeeld’ lijkt de laatste jaren weer in zwang te komen. In de chemie hebben we tegenwoordig zelfs twee formele boegbeelden. In dit num-mer komen ze allebei aan het woord:

Anton van Beek als boegbeeld van Veiligheid Voorop en Gerard van Harten als boegbeeld van de Topsector Chemie. De twee interviews lezend kwam bij mij de vraag op of die benaming werke-lijk recht doet aan de rol die beiden vervullen.De letterlijke betekenis van het woord boegbeeld is volgens Van Dale een ‘beeld dat ter versiering aan de boeg van een schip is aangebracht’. De fi guurlijke betekenis luidt: ‘een persoon of zaak met een zekere uitstraling of naamsbekendheid die een organisatie (…) vertegenwoordigt of pro-moot’. Daarmee zou de voornaamste functie van het boegbeeld zijn om zijn eigen kwaliteiten (zoals naamsbekendheid) af te stralen op de organisatie waar hij zijn naam aan verbonden heeft.Maar daarmee doe je volgens mij zowel Van Beek

als Van Harten te kort. Beiden brengen veel meer in dan dat alleen. Van Beek heeft bijvoorbeeld een ruime ervaring in verschillende (top)functies in de chemiesector, bij bedrijven die veiligheid zeer hoog in het vaandel hebben staan. Van Har-ten kent als onder meer ex-topman van Dow Benelux en voormalig bestuurslid van de VNCI de sector als geen ander en is daardoor perfect in staat de verbindende rol in de topsectorsa-menwerking te vervullen.We zijn kortom enorm blij met deze twee boegbeelden. Natuurlijk is hun naamsbe-kendheid belangrijk voor Veiligheid Voorop en de Topsector Chemie. Maar of dat hun enige of zelfs belangrijkste bijdrage is? Ik zou zeggen: lees beide interviews en trek uw eigen conclusie.

Colette Alma, directeur VNCI

D

17/18.11 CHAINS 2014 - Chemistry as innovating science

Grootste chemieconferentie van Neder-land laat zien hoe belangrijk chemie is in ons dagelijks leven en voor toekomstige generaties. Meer dan vijftienhonderd wetenschappers komen bij elkaar om kennis te delen, elkaar te inspireren en te netwerken. Naast lezingen voorziet de conferentie in workshops, innovatieses-sies en een innovatiemarkt. Locatie: NH Conference Center Konings-hof, VeldhovenOrganisatie: NWO, Topsector Chemie, VNCI en KNCV

19.11 IndustriepoortDe wereld verandert in razend tempo. Concurrentie kent geen grenzen, klanten stellen steeds hogere eisen en technolo-gische ontwikkelingen gaan steeds snel-ler. Wat bekent dit voor de industrie en de overheid?Locatie: Perscentrum Nieuwspoort, Den HaagOrganisatie: FME-CWM

26.11 PHOV SymposiumSymposium ter gelegenheid van 25 jaar Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV). Nieuwe inzichten, veranderende markten, nieuwe technologieën, het vak-gebied Veiligheidskunde/Arbeidshygiëne is aan vele veranderingen onderhevig. Met onder meer Dirk van Well, VNCI-beleidsmedewerker Stoffen en Arbeids-hygiëne. Locatie: Media Plaza, UtrechtOrganisatie: Stichting PHOV

28.11 CTGG dag 2014Hét evenement voor de professional die zich bezighoudt met gevaarlijke stoffen. Op het programma staan onder andere de wijzigingen in de vervoerswetgeving (RID/ADR/ADN/IMDG), het nieuwe omge-vingsbeleid en ketenverantwoordelijk-heid. Daarnaast is er aandacht voor de voortdurende zorg voor veiligheid bij de werkzaamheden met gevaarlijke stoffen in bedrijven.Locatie: Louwman Museum, Den HaagOrganisatie: Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG) en SDU

9.12 Cleantech Business Day 2014Dé landelijke ontmoetingsplek voor ont-wikkelaars, producenten, afnemers en fi nanciers van Cleantech. Met onder meer VNCI-speerpuntmanager Energie en Klimaat Reinier Gerrits over de duur-zaamheidsuitdagingen voor de chemi-sche industrie. VNCI-leden kunnen zich aanmelden als ‘Relatie partner’ en krij-gen korting. Locatie: WTC Rotterdam Organisatie: FME en Euroforum

BOEGBEELD

VERGADERINGEN VNCI18.11 WG Arbeidshygiëne19.11 WG Security21.11 BG Communicatie25.11 BG Innovatie26.11 BG Veiligheid Gezondheid en Milieu28.11 Algemeen Bestuur28.11 Dagelijks Bestuur10.12 BG Onderwijs12.12 WG Logistieke Veiligheid17.12 WG Arbeidsveiligheid

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN

november 2014 Chemie Magazine 7

CM1411_07_Voorwoord-agenda.indd 7 06-11-14 15:36

Page 8: Chemie Magazine november 2014

AKZONOBEL VERBETERT STROOIZOUTAkzoNobel heeft een toevoegingsmid-del voor wegenzout ontwikkeld dat helpt om vorstschade aan wegen te voorkomen. Het middel vertraagt het bevriezingsproces en vormt zacht in plaats van hard ijs.

Het gaat volgens AkzoNobel om een volledig biologisch afbreek-bare toevoeging voor pekel. Die

doorbreekt de herhalende bevriezings- en dooicyclus die het asfalt beschadigt. Water dat in het asfalt opgesloten zit zet bij bevriezing zo’n 9 procent uit. Dit veroorzaakt schade aan het wegdek. Het voorbijgaande verkeer verergert deze schade vervolgens.Volgens het bedrijf kan schade aan wegen door vorst met het toevoegings-middel worden gehalveerd. Daardoor zullen er minder fi les ontstaan en neemt de CO2-uitstoot af. Dat laatste voordeel ontstaat mede doordat wegen langer meegaan, waardoor het onder-houd minder energie en materiaal kost. p

CEFIC-VOORZITTER CLAMADIEU:

WEG NAAR DUURZAME ECONOMIE MOET BETAALBAAR ZIJNJean-Pierre Clamadieu, CEO van Solvay, is tijdens de algemene verga-dering van Cefi c op 17 oktober benoemd als nieuwe voorzitter van de Europese chemiekoepel. In zijn eerste toespraak benadrukte hij dat het voor de 29.000 Europese chemiebedrijven en hun 1,2 miljoen werkne-mers van vitaal belang is om concurrerend te blijven.

De Europese chemiesector heeft te maken met een ver-lies aan concurrentiekracht door hoge energie- en grondstofprijzen en een inconsistent EU-energie- en

industriebeleid. Ondertussen liggen er nieuwe uitdagingen in het verschiet met betrekking tot de ambitieuze kli-

maat- en energiedoelstellingen. Daarnaast belemme-ren de toenemende kosten van regelgeving de innova-

tie. “Wij ondersteunen en delen het doel van de EU om te komen tot een meer duurzame en bloeiende eco-nomie,” zei Clamadieu, “maar onze industrie kan alleen ten volle deelnemen als de weg naar dit doel betaalbaar is. Wij roepen de EU op om prikkels te creëren om de cruciale rol van de chemische industrie bij het bedenken van innovatieve producten en technologieën te waarborgen. Dit zal de inno-

vatie stimuleren, leiden tot nieuwe banen en de groei een nieuwe impuls geven.” Clamadieu, die het voorzittersstokje overneemt van BASF-topman Kurt Bock, is blij met de prio-riteiten van de nieuwe Europese Commissie voor groei en werkgelegenheid. “Wij hopen dat die worden ondersteund door de Euro-pese Raad en het Europees Parlement.” p

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

8 Chemie Magazine november 2014

zullen er minder fi les ontstaan en neemt de CO2-uitstoot af. Dat laatste voordeel ontstaat mede doordat wegen langer meegaan, waardoor het onder-houd minder energie en materiaal kost. p

CEFIC-VOORZITTER CLAMADIEU:

WEG NAAR DUURZAME ECONOMIE MOET BETAALBAAR ZIJNJean-Pierre Clamadieu, CEO van Solvay, is tijdens de algemene verga-dering van Cefi c op 17 oktober benoemd als nieuwe voorzitter van de Europese chemiekoepel. In zijn eerste toespraak benadrukte hij dat het voor de 29.000 Europese chemiebedrijven en hun 1,2 miljoen werkne-mers van vitaal belang is om concurrerend te blijven.

De Europese chemiesector hlies aan concurrentiekracht door grondstofprijzen en een inconsistent EU-

industriebeleid. Ondertussen liggen er nin het verschiet met betrekking tot de

maat- en energiedoelstellingen. Daarnaast belemme-ren de toenemende kosten van regelgeving

tie. “Wij ondersteunen te komen totnomie,” zei Clamadieu, “alleen ten vollebetaalbaar is.creëren om de cruciale rol van de chemische industrie bij het bedenken vantechnologieën te waarborgen. Dit zal

vatie stimuleren, leiden totde groei een nieuwe impuls geven.Clamadieu, die het voorzittersstokje overneemt van BASF-topman Kurt Bock, is blij met deriteiten van devoor groei en werkgelegenheid. “Wij hopendat die pese

Chemie Magazine november 2014

CM1411_08-11_D_actueel.indd 8 06-11-14 16:03

Page 9: Chemie Magazine november 2014

Plaatsing van de koelers bij OCI Nitrogen.

Actueel

CRODA WINT MVO AWARD Chemiebedrijf Croda is de winnaar van de MVO Award 2014 van de Stichting Fairtrade Gouda. Het bedrijf, dat wereldwijd op de 28ste plaats staat op de lijst van duur-zame bedrijven, ontving deze prijs voor maatschappelijk verantwoord ondernemen uit handen van Gouda’s bur-gemeester Milo Schoenmaker.

Volgens de jury wordt bij Croda het maatschappelijk verantwoord ondernemen ‘door de hele organisatie gedragen en geborgd’ en heeft het bedrijf ‘grote

stappen gezet in de eigen bedrijfsvoering, zowel voor de omgeving als op het gebied van duurzame energie’. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot verbeteringen in de leefbaar-heid van de wijk Korte Akkeren en dat leidde weer tot een grotere acceptatie in de buurt van de aanwezigheid van het bedrijf. Het Goudse publiek, dat Croda kent onder de naam Uni-qema (voorheen de Kaarsenfabriek), kon (digitaal) mee-stemmen. Uiteindelijk heeft deze publieksstemming de doorslag gegeven in het voordeel van Croda. Tweede werd transportbedrijf Stubbe en derde was softwarebedrijf Centric. p

OCI NITROGEN GENOMI-NEERD VOOR EUROPESE MILIEUPRIJS

Het innovatieve koelsysteem van OCI Nitrogen, waarmee het bedrijf vorig jaar de Responsible Care-prijs van de VNCI won, is een van de drie genomi-neerde projecten voor de European Business Awards for the Environment (EBAE) in de categorie duurzame pro-cessen.

Dankzij de nieuwe techniek, die de kunstmestkorrels koelt met indi-recte waterkoeling, heeft OCI

Nitrogen in Geleen de stofemissie teruggebracht van 174 ton fi jnstof naar nul. Bovendien is het energieverbruik fors gereduceerd en is de productie toegenomen. OCI Nitrogen is, samen met het Duitse Daimler AG en het Luxemburgse Paul Wurth, genomi-neerd voor de categorie duurzame pro-cessen, die 49 inzendingen telt. De fi na-listen zijn geselecteerd uit 152 inzendingen uit 22 EU- en kandidaat-lidstaten. “De ondernemingen op de shortlist hebben bewezen dat ze bedrijfssucces en respect voor het milieu kunnen combineren”, aldus Europees commissaris voor Milieu Janez Potocnik.De European Business Awards for the Environment worden toegekend aan eco-innovatieve ondernemingen die met succes innovatie, concurrentiever-mogen en milieuprestaties combineren. De winnaars worden bekendgemaakt tijdens Pollutec, de tentoonstelling van milieutechnologieën op 1 december in Lyon. p

Site director Hubert Legius ontvangt uit han-den van b urgemeester Milo Schoenmaker van Gouda de oorkonde en wisseltrofee.

november 2014 Chemie Magazine 9

CM1411_08-11_D_actueel.indd 9 06-11-14 16:03

Page 10: Chemie Magazine november 2014

Bereken nu zelf úw besparing opwww.idsnl.com/besparing

Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is.

ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF:

• Maak een account aan via www.magzine.nu• Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op

Abonnementen en vervolgens op Nu kopen• In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder• Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis

MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte

account• Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie

Magazine via de knop Mijn Magazines

VRAGEN OF OPMERKINGEN?Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, [email protected]

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS

CM1302_advert.indd 10 13-03-13 10:03

409559_ADV.indd 10 07-11-14 11:23

Page 11: Chemie Magazine november 2014

Actueel

TWITTER

Colette Alma@ColetteALMA NLchemie scoort hoog op

#innovatie #duurzaamheid: Europese #Responsible Care prijs voor @Latex-falt @Emerald Kalama

Chemie Is Overal @chemieisoveralDe chemie van herfstkleuren:

hoe een groen bos verandert in een palet van fonkelende kleuren. http://www.chemieisoveral.nl/de-chemie-van-herfstkleuren …

Victorine de Graaf @VictorineGraaf Ik geniet weer erorm van de

Diplomering. Mooie jonge professio-nals voor de chemie en biologie! #Hanze #ILST http://ow.ly/i/7iDh9

Euroforum @euroforumOok @ReinierGerrits van @VNCI

zal aanwezig zijn op de CleanTech Busi-ness Day

Jan Henk Verburg @JHV40526Gijsbrecht Gunter presenteert

de @yara #N_Sensor als innovatie uit de chemische industrie in @trouw @vnci #duurzaam

ChemieNieuws @chemienieuws #chemie #nieuws: Wijnwork-

shop en ontbijtsessie tijdens CHAINS: Op de grootste chemieconferentie van Nederland ... http://bit.ly/1qAnGG1

† Banríon † �@De_Wolf_SorchaWaarom mogen wij onze vak-

ken niet kiezen moesten chemie, fysica en wiskunde niet bij humane weten-schappen zijn dan kon ik dat perfect aan

ZORGEN OVER INSPECTIE DRUKAPPARATUURVeel kleine bedrijven weten niet dat ze drukapparatuur volgens de wet regelmatig moeten laten keuren. Grote bedrijven uit de procesindustrie hebben hierover hun zorgen geuit tegenover de Inspectie SZW. Ze wil-len dat overheid en bedrijfsleven de zorgplicht voor drukapparatuur beter onder de aandacht van kleine bedrijven brengen. Dit is een van de thema’s die aan bod komen tijdens het jaarcongres van PRDA (Praktijk-regels voor drukapparatuur).

Bij drukapparatuur gaat het om leidingen, vaten, ketels, kolommen en dergelijke die een ontwerpdruk van meer dan 0,5 bar hebben. “Onder de Stoomwet was precies bekend welke bedrijven risico-

volle drukapparatuur in huis hadden, omdat de Dienst voor het Stoomwe-zen hiervoor een vergunning gaf en de inspecties uitvoerde”, zegt Dolf van der Kamp, manager Inspections van Sitech Services in Geleen. Hij is voor-zitter van de Werkgroep Eigen Inspectie Diensten (WEID), een werkgroep met vertegenwoordigers van grotere bedrijven met een eigen inspectie-dienst voor drukapparatuur, opgezet volgens de wet. “Onder de nieuwe wetgeving hebben overheid, brancheorganisaties noch de keuringsinstel-lingen een totaaloverzicht van de drukapparatuur die bedrijven in huis hebben en is dus ook niet bekend of ze de wet naleven. We vermoeden dat veel bedrijven onbekend zijn met de wet- en regelgeving voor drukappa-ratuur”, aldus van der Kamp.

Periodieke keuringAnton Tol, inspecteur van de directie Major Hazord Control van de Inspectie SZW, erkent het probleem en roept alle bedrijven op de risico’s van hun drukapparatuur in kaart te brengen. “Als ik bij een bedrijf een willekeu-rige leiding of drukvat aanwijs, moet het bedrijf mij kunnen vertellen of die een periodieke keuring behoeft vanwege het Warenwetbesluit Druk-apparatuur, het Arbobesluit, of onder die omstandigheden – aantoonbaar onderbouwd – geen inspectie nodig heeft. Zo kan het bedrijf een schifting maken en voor de risicovolle drukapparatuur een inspectieregime door-voeren op basis van heldere, vastgestelde criteria. Bij te veel bedrijven ontbreekt dit overzicht”, aldus Tol.Nieuwe drukapparatuur moet volgens het Warenwetbesluit Drukappara-tuur in veel gevallen van een CE-markering zijn voorzien en daarna perio-diek worden gekeurd. Drukapparatuur die vóór een bepaalde datum is gebouwd en waaraan destijds geen eisen volgens de Stoomwet zijn gesteld, valt niet onder dit besluit. Hiervoor hebben de bedrijven in het kader van het Arbobesluit wel een zorgplicht.

Gevaar”Bedenk goed wat er kan gebeuren”, zegt Tol. “Een vat met perslucht lijkt onschuldig, maar bevat geaccumuleerde energie. Als het vat door bij-voorbeeld corrosie bezwijkt, komt die energie vrij, met alle gevolgen van dien. Ook bij lage druk kan er gevaar zijn in het geval van zeer giftige stof-fen die weglekken. Zelfs een leiding en een vaatje die niet onder druk staan kunnen gevaar opleveren. Denk aan het risico van een runaway-reactie in een reactorvat, waar in geval van nood een stof kan worden toegevoegd die de reactie meteen stopt. Als de toevoer vanuit een vaatje en een leiding hapert, heb je een probleem. In dit geval is de beschikbaar-heid van het geheel essentieel.” p

Meer over het Jaarcongres PRDA en de Praktijkregels voor drukapparatuur: www.prda.nl

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

november 2014 Chemie Magazine 11

CM1411_08-11_D_actueel.indd 11 06-11-14 16:02

Page 12: Chemie Magazine november 2014

Havep moet je hebben...

Bescherming

Draagcomfort

Duurzaam

Visitekaartje voor bedrijf

TEL MAAR OP!

Visitekaartje voor bedrijf

T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E [email protected]

JohnSenior operator

PaulShiftleader

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?KIJK OP WWW.HAVEP.COM/CHEMIE

Voor ons is er geen twijfel

mogelijk als het om werkkleding

gaat. Wij werken er elke dag in,

dus wij weten waar we het over

hebben. Als je alle kwaliteiten

van HaVeP bij elkaar optelt en

je kijkt ook naar prijs, service

en levering, kom je tot maar één

conclusie: HaVeP moet je hebben.

APPR

OVED BY

PROFESSIONA

LS

Adv A4 Havep Chemie-2014-V1-II.indd 1 10-03-14 17:04409559_ADV.indd 12 07-11-14 11:23

Page 13: Chemie Magazine november 2014

Veiligheid

In de chemie komen nog steeds weinig ongevallen voor die tot lichamelijk letsel leiden. Sterker nog: sinds de VNCI in 2006 gestart is met het systematisch in kaart brengen van het aantal ongeval-len die leiden tot verzuim, heeft het niveau voor zowel eigen per-soneel als voor contractors nooit eerder zo laag gelegen. Dat en meer blijkt uit de VNCI Responsi-ble Care-enquête voor 2013, waar vrijwel alle VNCI-leden aan heb-ben meegedaan. Tekst: Inge Janse

Wat kerncijfers over veiligheid: bij 49 bedrijven vonden opgeteld 89

incidenten plaats, goed voor een Lost Time Injury (LTI, het aantal ongevallen dat zorgde voor arbeidsverzuim) per miljoen gewerkte uren van 1,28 bij eigen medewerkers en 1,49 voor personeel van contractors. 35 bedrijven hebben bovendien voor 68 incidenten nauwkeurig in kaart gebracht wat er precies gebeurd is. Zij deden dit aan de hand van de Basis Risico Factoren (BRF), de onderliggende oorzaken die ervoor zorgden dat de gevaarlijke situatie of handeling ontstond. Onderzoekers gaan hierbij uit van elf BRF’s.Jammer genoeg, zegt Hay Jans- sen, worden nog niet alle inciden- ten op deze manier geanalyseerd. Als safety & health officer bij de divisie Industrial Chemicals van verf- en coatingfabrikant PPG en meelezend lid van de VNCI-werk- groep Arbeidsveiligheid zag hij

bovendien dat veel BRF-analyses meer op aannames dan op onderzoek berusten. Dat is geen goede zaak, vindt hij. “BRF’s komen voort uit wetenschappelijk onderzoek en gaan over latente fouten in je veiligheidsmanage-mentsysteem. Om die fouten boven water te krijgen moet je het inci- dent onderzoeken en analyseren.”

Blinde obsessieWat Janssen verder stoort is de blinde obsessie voor het aantal incidenten. “We meten ons succes af aan het tellen van dingen die zich niet voordoen. Heb je geen onge- vallen, dan zou je veiligheidsbeleid goed zijn. Die methode van denken

is achterhaald.” Want, zo bena- drukt hij meermaals: of een inci- dent wel of niet leidt tot een LTI is gebaseerd op toeval. Bovendien is het ene ongeval het andere niet. “Stel dat iemand bij een chemie- bedrijf zich snijdt bij het openen van een pak papier om de printer bij te vullen. Wat zegt dat over je bedrijf?” Maar deze problemen doen zich volgens hem in alle sectoren voor. “Het is goed nieuws dat we in de chemie over dit soort zaken praten. In sommige sectoren zijn ze veel minder ver.” p

Minder verzuiMongevallen

‘Leren van de structurele oorzaken heeft de hoogste toegevoegde waarde’

Wat VINDt De expeRt? Chris Pietersen is eigenaar en directeur van Safety Solutions Consultants en heeft meer dan dertig jaar ervaring met industriële en procesveiligheid. Hij richt zijn pijlen juist op het belang van de achterlig- gende, structurele oorzaken van incidenten. “De trends en cijfers, dat zal allemaal wel, want die zien er niet slecht uit. Het gaat mij om het leeraspect.” Volgens Pietersen wordt daar te weinig onderzoek naar gedaan. Het gevolg: mensen wijzen naar de man op de werkplek als veroorzaker van het probleem, bijvoorbeeld omdat hij de werkinstructie niet heeft opgevolgd. “Maar vraag je door, dan blijkt soms dat deze en andere werkinstructies niet goed in elkaar zitten. Dan heb je een achterliggende oorzaak te pakken. Die moet je aanpakken, want dan voorkom je alle toekomstige incidenten die daarmee te maken hebben. Het kost meer tijd, het is niet altijd makkelijk, maar leren van de structurele oorza- ken heeft de hoogste toegevoegde waarde.”

Fo

to: S

Hu

tte

rS

toC

k

NiVeau Lost time injury lag Nog Nooit zo laag

november 2014 Chemie Magazine 13

CM1411_13_Veiligheid.indd 13 06-11-14 15:57

Page 14: Chemie Magazine november 2014

www.m-tech-nederland.nl

Milieu en Omgevings-vergunning vergt kennis

Roermond Produktieweg 1g6045 JC Roermond

T +31 475 420 [email protected]

Breda Reduitlaan 33 - Unit 0.104814 DC Breda

T +31 767 630 661 [email protected]

Nederland België

Brussel Clovislaan 821000 Brussel

T +32 2 734 02 65 [email protected]

Hasselt Maastrichtersteenweg 2103500 Hasselt

T +32 11 223 240 [email protected]

Gent Industrieweg 118 / 49032 Gent

T +32 9 216 80 00 [email protected]

Namen Route de Hannut 555004 Namur

T +32 81 226 082 [email protected]

m-tech is gespecialiseerd in :– Omgevingsvergunningen– Managementsystemen– Veiligheidsrapportages en -studies– Milieue� ectrapportages en -studies– Ruimtelijke ordening– Waterwet– IPPC– ADR-regelgeving– Afval- en bodemwetgeving– Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie– Bestuursrechtelijke procedures– Natuurbescherming

m-tech_2014_scm_adv180x132_final.indd 1 12/02/14 15:41

Stilstand kan geld opleveren. Heeft uw onderneming een duidelijke piek in de energievraag of heeft u signifi cant vermogen binnen uw bedrijfsproces dat op verzoek tijdelijk opgeschakeld of verminderd kan worden? Dan is EnCharge van GDF SUEZ waarschijnlijk interessant voor u. Kijk op www.encharge.nl voor meer informatie.

www.gdfsuez.nl/zakelijk

MIJN PRODUCTIEPROCES STAAT STIL, WAT LEVERT DAT OP? MET ENCHARGE VAN GDF SUEZ PROFITEERT U VAN UW FLEXIBILITEIT IN ENERGIEVERBRUIK

409559_ADV.indd 14 07-11-14 11:23

Page 15: Chemie Magazine november 2014

Responsible Care

‘Mensen verwachten niet altijd dat er zo veel innovatie uit zo’n klein bedrijf komt’

Wie nog twijfelde aan de innovatiekracht van de Nederlandse chemie, kan nu gerust slapen. Twee van de drie hoofd-prijzen van de Europese Responsible Care-award gingen namelijk naar leden van de VNCI. Latexfalt ontving halver-wege oktober de Product Stewardship Award voor zijn verjongingscrème voor asfalt, terwijl Emerald Kalama Chemicals project voor groene stoom de Energy Effi-ciency Award opleverde. Tekst: Inge Janse

De Rotterdamse vestiging van Emerald kreeg de hoofdprijs mee naar huis vanwege het project

Greener Steam. John Mol, als HSE&Q-manager van Emerald Kalama Chemical nauw betrokken bij de stoomleiding, is trots op zijn bedrijf. “Voor ons is dit de bekroning voor onze jarenlange inspanning, samen met AVR en Stedin, om dit resultaat te bereiken.” Hoogtepunt van de feedback op de Europese prijs: de hoofdvestiging in de Verenigde Staten die ‘ontzettend trots’ is. “Zij vinden dit geweldig! Wij zijn de enige vestiging van Emerald buiten Amerika, en juist die heeft een prijs gewonnen!” De HSE&Q-manager is niet verrast dat Nederland het zo goed doet bij de Europese RC-prijzen. “De innovatie van de chemische industrie wordt goed gestimuleerd door de VNCI en de overheid. Bovendien is de technologie in Nederland vooruitstrevend en hebben we goede universiteiten. Wat dat betreft is de chemie in Nederland dus op de goede weg.”

Goed marketinginstrumentLatexfalt won eerder dit jaar de Neder- landse Responsible Care-prijs voor het project Increasing Motorway Lifetime en mag daar nu ook de Europese Product Stewardship Award naast zetten. Vanuit Latexfalt reageert Irina Cotiuga, een van de onderzoekers die het bindmiddel ontwikkeld hebben. Het winnen van de Europese prijs ervaart zij als een enorme erkenning. “We krijgen er zo meer vertrouwen in dat we het goed doen. We zagen deze prijs namelijk helemaal niet aankomen.” Via LinkedIn en e-mail hebben Cotiuga en haar collega’s veel leuke reacties

NederlaNdse chemie wiNt europese hoofdprijzeN

gekregen. “Maar wat ons het meest blij maakte, was dat na de uitreiking veel mensen naar me toekwamen om te vragen naar het product en het bedrijf.” Ze ziet de Europese RC-prijs dan ook als een erg goed marketinginstrument. “Dit is precies de aandacht die we nodig hebben om de juiste klanten te vinden. Mensen verwachten namelijk niet altijd dat er zo veel innovatie uit zo’n klein bedrijf komt.”Dat Nederland twee van de drie hoofdprij- zen wint, verrast haar daarentegen niet. “Ik was vorig jaar bij een conferentie in Liverpool over autowegen in Europa, en van de tien gepresenteerde innovaties kwamen er zeven uit Nederland. We leven in een enorm innovatief land, waarin veel mensen hun ideeën in de praktijk brengen. Daar mogen we echt heel trots op zijn.” p

Via een leiding ontvangt Emerald Kalama Chemical stoom van afvalverwerker AVR/Van Gansewinkel. Omdat het bedrijf hierdoor geen stoom meer opwekt, stoot het bedrijf fors minder CO2 uit.

Hollands Glorie

november 2014 Chemie Magazine 15

CM1411_15_Responsible care.indd 15 06-11-14 15:09

Page 16: Chemie Magazine november 2014

Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | [email protected]

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod:

• Procesveiligheid

• Procestechnologie en installaties

• Processchema’s, P&ID’s

• Mechanische veiligheid, PED

• Maintenance

• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)

• Instrumentele beveiliging

• Uitvoering grote projecten/turn arounds

• Externe veiligheid/BRZO/PGS6

• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s

• Explosies

• Gevaarlijke stoffen

• Incidentenonderzoek

• ATEX

Data: 18 en 25 maart, 1, 8, 15 april, 20, 27 mei en tentamen op 10 juni 2015.

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, [email protected]

Wil jij werken een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid!

Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan

nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid,

maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Heb je het al gehoord?PHOV bestaat 25 jaar!

PHOV_141002_adv_ProcesVeiligheid_185x130_wt.indd 1 27-10-14 11:53

409559_ADV.indd 16 07-11-14 11:23

Page 17: Chemie Magazine november 2014

Veiligheid

In februari 2015 komt de Stich-ting Chemical Distribution Institute (CDI) met de zesde editie van haar aanpak van vei-ligheidsinspecties bij tankop-slagbedrijven. De inspectie-aanpak bevat een aantal nieuwe elementen waardoor een che-miebedrijf als klant nog beter inzicht krijgt in de veiligheidssi-tuatie bij een tankopslagbedrijf. Tekst: Erik te Roller

Het CDI is een internatio-nale organisatie opgezet vanuit de chemische

industrie met 73 chemiebedrij-ven als lid. Elk tankopslagbedrijf kan een geaccrediteerde CDI-inspecteur vragen een audit uit te voeren. De inspecteur contro-leert installaties op de locatie en loopt een lijst met zo’n tweedui-zend vragen door, waarop hij of zij alleen met ja, nee of niet van toepassing kan antwoorden. Bij ‘nee’ licht de inspecteur het ant-woord toe. Samen met de bevin-dingen komen de antwoorden in een rapport te staan. Na bespre-king hiervan met het manage-ment om eventuele feitelijke onjuistheden eruit te halen, komt het rapport in de CDI-data-base te staan. Daar kunnen che-miebedrijven het alleen met toestemming van het tanktermi-nalbedrijf inzien.

Zesde editieNieuw in de zesde editie is dat de

CDI-inspecteur voortaan zal vragen naar zogenoemde non-confirmatives, documenten waarin externe auditors of inspecteurs van de overheid verklaren dat iets op het gebied van veiligheid, security of milieu niet in orde is en binnen een bepaalde tijd opgelost moet zijn. Ook vraagt de inspecteur het bedrijf aan te tonen dat installa-ties, zoals met name blusinstal-laties, nat zijn getest, om er zeker van te zijn dat ze bij brand functioneren. Verder zal de inspecteur vragen naar de ver-gunningen om te controleren of het bedrijf binnen de voorwaar-den opereert. Alle relevante

documenten worden als bijlage in het auditrapport opgenomen. Ten slotte zal de inspecteur de conditie van apparatuur die bij-voorbeeld onderhevig is aan corrosie, voortaan volgens stan-daardrichtlijnen beoordelen.Algemeen-directeur Howard Snaith van CDI verklaart dat de vragenlijst van het Terminal Inspection Report met tweehon-derd nieuwe vragen tot in totaal tweeduizend vragen is uitge-

breid. Daarnaast zijn er een dui-zendtal kleine dan wel substan-tiële wijzigingen opgenomen in de bestaande vragen.

Geen oordeelDe nieuwe elementen komen niet uit de lucht vallen. Om de drie jaar houdt het CDI zijn au-ditaanpak tegen het licht aan de hand van een enquête onder de chemiebedrijven en tankopslag-bedrijven, de bevindingen van CDI-inspecteurs en incidenten die in de afgelopen drie jaar overal ter wereld hebben plaats-gevonden. Bij de jongste herzie-ning van het Terminal Inspection Report is bijvoorbeeld goed gekeken naar het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2012 over de veiligheidssitu-atie bij Odfjell Terminals Rotter-dam, die volgens de Raad lang-durig onbeheerst was. Snaith benadrukt dat CDI-inspecteurs alleen registreren wat ze tegenkomen. Ze geven geen oordeel over de veilig-heidssituatie. Dat oordeel is voorbehouden aan de chemie-bedrijven, die na het lezen van het rapport als klant zo nodig extra eisen kunnen stellen aan het tankopslagbedrijf waarmee ze zaken doen of willen doen. “Het tankopslagbedrijf krijgt geen certificaat dat het door een keuring is gekomen, maar alleen een verklaring dat de terminal geïnspecteerd is.” p

Beter Beeld veiligheidssituatie

‘Nieuw is dat de CDI-inspecteur vraagt naar zogenoemde non-confirmatives’

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

CDI VERNIEuwT AANpAk INSpECTIES TANkOpSlAgBEDRIjVEN

november 2014 Chemie Magazine 17

CM1411_17_Veiligheid.indd 17 06-11-14 15:35

Page 18: Chemie Magazine november 2014

fo

to: p

au

l va

n b

ue

re

n

18 Chemie Magazine november 2014

‘ We bestrijken nu het hele chemieveld’De Topsector Chemie werkt sinds begin okto-ber met een nieuwe organisatiestructuur, waardoor bedrijven, universiteiten en kennis-instellingen slagvaardiger kunnen samenwer-ken bij onderzoek en innovatie. Gerard van Harten, voorzitter en boegbeeld van het Topteam Chemie, is blij met deze structuur waarmee de Topsector nu het hele onderzoeks-veld van de chemie bestrijkt en waar-bij alle chemiebedrijven aansluiting vinden. Tekst: Erik te Roller

nieuwe organisatiestructuur topsector chemie is een feit

Gerard van Harten: ‘Onder het motto “laten we alles in één keer goed doen” hebben we voor de vier onderzoekslijnen en één TKI Chemie gekozen’

CM1411_18-21_Gerard.indd 18 06-11-14 15:46

Page 19: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 19

Topsector

Op 8 oktober zijn de pro-grammaraden, die ver-antwoordelijk zijn voor de inhoud van het onderzoek in de Topsector Chemie,

voor het eerst bijeen geweest om kennis te maken en om door het Topteam Chemie bijgepraat te wor-den over de nieuwe structuur. Die bestaat uit één TKI Chemie, een gemeenschappelijke TKI Biobased Economy met andere Topsectoren en vier hoofdlijnen voor onderzoek: ‘advanced materials’, ‘chemical nano-technology & devices’, ‘chemical con-version, process technology & synthe-sis’ en ‘chemistry of life’. Dit vormde meteen de aftrap voor het opstellen van de roadmaps, die de raden in het eerste kwartaal van 2015 zullen presenteren. “Deze bijeenkomst was heel inspirerend en heeft ons veel energie gegeven”, zegt Gerard van Harten, boegbeeld van de Top-sector Chemie.

Beslist het Topteam Chemie uiteinde-lijk over hoeveel geld er voor elk onderzoek beschikbaar is? Gerard van Harten: “De program-maraden leggen hun roadmaps straks ter goedkeuring voor aan het Topteam Chemie. Maar die heeft geen pot met geld om te verdelen. De afspraak met het ministerie van Economische Zaken is dat NWO en TO2 (de toegepaste onderzoeksor-ganisaties) met een deel van hun publieke middelen de onderzoeks-projecten financieren van de negen Topsectoren, waaronder die van de Topsector Chemie. Anders dan in het verleden komt het geld niet meer rechtstreeks van EZ, maar loopt het via NWO en TO2. Alleen de TKI-toeslag, een bonus van 25 pro-cent op de bijdrage van bedrijven aan onderzoek, komt rechtstreeks van EZ. Het Topteam Chemie beslist dus niet over de onderzoeksprojec-ten, maar geeft hierover advies aan NWO en TO2 op basis van de road-

maps van de programmaraden.”

Oorspronkelijk kende de Topsector Chemie vier TKI’s. Werkte dat niet goed? “Elke TKI was actief op een deelter-rein van de chemie, maar samen bestreken zij niet het hele terrein van de chemie. Zo waren ‘chemistry of life’ en ‘chemical nanotechnology & devices’ witte plekken op de kaart. Aangezien de chemie de indu-stry of industries is was dat geen goede zaak. Voor samenwerking met bijvoorbeeld de Topsector Life Sciences & Health hadden wij niets te bieden. Dat hebben we met de onderzoekshoofdlijn ‘chemistry of life’ wel, evenals met ‘chemical nanotechnology & devices’ voor samenwerking met de Topsector High Tech Systems & Materials.”

Dat is voor de wetenschap wel belangrijk. “Ook voor het bedrijfsleven. Som-mige ondernemers vroegen aan ons ‘waar moet ik aansluiten?’ Dat heb-ben we bij de overgang naar een nieuwe structuur opgelost. We bestrijken nu het hele chemieveld en zijn hierdoor ook goed gepositio-neerd om met andere Topsectoren nauwer samen te werken. De inten-tie is namelijk dat de Topsector Che-mie er niet alleen voor de chemie is, maar ook voor de rest van de industrie.”

Wat was de aanleiding voor de nieuwe organisatie? “Dat de EZ-subsidies op basis van onder andere aardgasbaten ophou-den te bestaan. Aangezien de tech-nologische topinstituten, zoals het DPI (Dutch Polymer Centre) en het ISPT (Institute for Sustainable Pro-cess Technology), die het publiek-private onderzoek sinds jaren coör-dineren, van deze geldstroom sterk afhankelijk zijn, hebben we een oplossing moeten vinden om met

minder middelen zo veel mogelijk publiek-privaat onderzoek te kun-nen blijven doen. Tijdens het opstel-len van het Transitieplan voor de Topsector Chemie kregen we feed-back over de witte plekken op de kaart van de chemie. Onder het motto ‘laten we alles in één keer goed doen’ hebben we voor de vier onderzoekslijnen en één TKI Che-mie gekozen.”

Wat gebeurt er met DPI en ISPT? “De activiteiten van het DPI en ISPT komen waarschijnlijk onder dak bij Centres of Innovation, samenwer-kingsverbanden van industrie en universiteiten op bepaalde terreinen van de chemie. Mogelijk vindt het DPI onderdak bij een nieuw centrum voor materialenonderzoek op Che-melot in Geleen, maar dat plan is nog niet uitgekristalliseerd. Overi-gens zijn DPI en ISPT onafhankelijke stichtingen, waarvan de besturen beslissen wat er op de korte termijn gebeurt. We spreken met deze besturen over hoe de overgang het beste kan plaatsvinden.”

Wat is een Centre of Innovation?“In een Centre of Innovation doen bedrijven, universiteiten en kennis-instellingen voorstellen voor onder-zoek, zodat hun thema in de road-maps terechtkomt en er middelen van NWO en TO2 voor het gewenste onderzoek beschikbaar komen. De bedoeling is natuurlijk dat de bedrij-ven daar zelf ook geld in steken, variërend van 5 procent bij funda-menteel onderzoek tot 50 procent bij sterk toegepast onderzoek. Hier-voor gelden bepaalde spelregels. Het Topteam kan aan zo’n samen-werkingsverband het predicaat Centre of Innovation geven, maar gaat niet over benoemingen en kan ook geen rapportages verlangen, behalve als er onderzoek met publiek geld wordt gedaan.”

e

CM1411_18-21_Gerard.indd 19 06-11-14 15:46

Page 20: Chemie Magazine november 2014

20 Chemie Magazine november 2014

Komen mkb-bedrijven ook aan hun trekken? “Absoluut! Wij zien het mkb als een belangrijke bron van innovatie. Om hen bij innovatie te ondersteunen beschikken we over het MKB Steun-punt, voortgekomen uit het DPI Value Centre, dat zowel voor de Top-sector Chemie als de Topsector Energie werkt in zes regio’s. Via het MKB Steunpunt kunnen mkb’ers gemakkelijk in contact komen met de juiste onderzoeksgroepen en adviseurs. Het steunpunt onder-houdt ook contact met iLabs aan universiteiten, waar onderzoekers innovatieve ideeën kunnen uittes-ten, en Centres of Open Innovation (COCI’s) op bedrijvenparken, waar startende ondernemers processen kunnen opschalen. Met het MKB Steunpunt erbij kunnen startende ondernemers gemakkelijk hun weg binnen de Topsector vinden. De iLabs en COCI’s zijn al langer bestaande initiatieven die we nu in een logische structuur hebben ondergebracht.”

In hoeverre zijn bedrijven bij de Top-sector Chemie betrokken? “Ze kunnen rechtstreeks invloed

uitoefenen op de onderzoekskeuzes. De programmaraden bestaan namelijk voor de helft uit vertegen-woordigers van zowel grote als kleine bedrijven en voor de rest uit vertegenwoordigers van de weten-schap en onderzoeksorganisaties. Ook het Topteam Chemie bestaat voor de helft uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Verder kent de Topsector Chemie een sectorraad met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, universiteiten en ken-nisinstellingen. Deze raad fungeert als klankbord en geeft advies over jaarplannen. Het bedrijfsleven is hierin vertegenwoordigd door men-sen uit de algemene besturen van de brancheverenigingen VNCI, NRK en VVVF. Het bedrijfsleven is dus in de Topsector zowel inhoudelijk als bestuurlijk goed vertegenwoor-digd.”

Hoe is de VNCI bij de Topsector betrokken? “De VNCI is als belangenbehartiger van de chemische industrie een belangrijke partner. Een deel van de sectorraad bestaat uit vertegen-woordigers vanuit het algemeen bestuur van de VNCI, de beleids-

groep Innovatie is nauw betrokken bij de programmaraden en de op te zetten roadmaps, de VNCI coördi-neert de Human Capital Agenda en de communicatie over de Topsector Chemie en is vertegenwoordigd in de diverse gremia van de Topsector Chemie. Ook coördineert zij samen met het ministerie van EZ, net als vorig jaar, het rondetafelgesprek met de minister van EZ in het kader van clusterversterking en concur-rentievermogen.”

Zijn de bedrijven nu aan zet? “Ja, als ze hun behoefte aan kennis en innovatie aanreiken aan het Top-team en de programmaraden, dan kunnen we goede plannen maken in het belang van het bedrijfsleven. Daar is het ook allemaal om begon-nen: de Topsectoren zijn er om door innovatie de economie aan te jagen. Of de bedrijven meer in publiek-privaat onderzoek investeren zal blijken als we volgend jaar een nieuw innovatiecontract met EZ opstellen voor 2016 en 2017. Nederland is aan-trekkelijk voor publiek-privaat onderzoek, omdat hier veel kennis aanwezig is. Daar kunnen bedrijven goed gebruik van maken.” p

nieuWe Organisatie tOpsectOr chemiehet topteam chemie, dat is aangesteld door de minister van eZ en (met uitzondering van Jasper wesseling) het bestuur van de tKi chemie vormt, telt vier leden: hoogleraar bert weckhuysen als chief science officer, latexfalt-directeur bert Jan lommerts als vertegenwoordiger van het mid-den- en kleinbedrijf, eZ-topambtenaar Jasper wesseling als vertegenwoordiger van de overheid en gerard van harten, voorzitter van de raad van commissarissen van Dow benelux, als vertegen-woordiger van het grotere bedrijfsleven. het bureau van het tKi chemie, onder leiding van directeur oscar van den brink, ondersteunt activi-teiten, verzorgt de communicatie voor de topsec-tor, onderhoudt internationale contacten en orga-niseert de activiteiten op het gebied van human capital. De programmaraden bestaan uit verte-genwoordigers van bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen, zoals tno en ecn.

TOPTEAM/RAAD VAN BESTuuRIndustrie, Wetenschap, MKB (3 leden)

STRATEGy BOARD (INDuSTRIE EN WETENSCHAP)Voorzitters & vice-voorzitters programmaraden, TS Energie, Agri & Food, HTSM, LSH

MKB-STEuNPuNT TOPSECTOREN ENERGIE-CHEMIE + ILAB/COCI + BBE

ProgrammaraadCHEMISTRy OF

ADVANCED MATERIALS

ProgrammaraadCHEMICAL

NANOTECHNO-LOGy &

DEVICES

ProgrammaraadCHEMISTRy OF

LIFE

ProgrammaraadCHEMICAL

CONV. PRO-CESS TECH. &

SyNTHESIS

TKI-BuREAuOndersteuning TKI Chemie, Comm., Internationaal, HCA

VNCIRandvoorwaarden, Clusterversterking

CM1411_18-21_Gerard.indd 20 06-11-14 15:46

Page 21: Chemie Magazine november 2014

Technip-EPG B.V.Postbus 85683009 AN RotterdamTel: 010 220 70 70Email: [email protected]: www.technip-epg.nl

Technip Benelux B.V.Technip Benelux B.V. voert wereldwijd complexe EPC projecten uit op het gebied van o.a. ethyleen- en waterstof/synthesegasprojecten, raffinaderijprojecten, gasbehandeling, alsmede, CO2-verwijdering en bio-energie. Onze activiteitengaan van de haalbaarheidsstudiefase tot de ingebruikname, dus inclusief plant ontwerp, engineering, inkoop, bouw enmanagement op basis van eigen technologie en onder licentie van derden.

Technip-EPG B.V.Technip-EPG levert, als multidisciplinair ingenieursbureau, al ruim 30 jaar haar diensten en services aan de Nederlandse markt.Om onze dienstverlening verder te optimaliseren en uit te breiden, werken we binnen de Technip Groep intensief samen.Hierdoor wordt onze ervaring op het gebied van olie & gas, (petro)chemie, offshore, bouw & infra, HVAC en energy & watergecombineerd met de uitstekende project- en constructiemanagement expertise van Technip.

www.technip.com

Technip is een wereldwijd leider in design, engineering, levering enbouw van installaties in de olie & gas en (petro)chemie.Met vertegenwoordigingen in 48 landen en 40.000 medewerkers kanTechnip projecten van elke omvang en op elke locatie uitvoeren. In Nederland werken 500 mensen bij Technip.

Technip Benelux B.V.Postbus 862700 AB ZoetermeerTel: 079 3293 600Email: [email protected]: www.technip.nl

Technip: a leader in plantdesign and construction

Pub TP Benelux & TP-EPG BV_A4_March 2014 15/04/2014 16:11 Page 1

409559_ADV.indd 21 07-11-14 11:23

Page 22: Chemie Magazine november 2014

22 Chemie Magazine november 2014

Suiker unie lonkt naar de chemieHet toekomstbeeld van Frank van Noord, directeur R&D bij Suiker Unie, is dat de huidige suikerfabriek zich ontwikkelt tot een bioraffinaderij waarin de suikerbiet wordt ontleed in verschillende componenten. Deze componenten kunnen naast (dier)voeding ook dienen als grondstof voor chemiefabrieken, die er allerlei producten uit maken. Maar voor het zover is moeten agro en chemie elkaar eerst beter leren kennen. Tekst: Igor Znidarsic

Coöperatie van suikerbietentelers (aspirant-)lid van de vnCi

Ze leefden tot voor kort gescheiden, de boer en de chemicus. De een teelde gewassen voor voedsel, de ander maakte uit aard-

olie chemicaliën. Twee totaal ver-schillende werelden, met weinig raakvlakken. Maar dat verandert. Aan de verre horizon gloort onver-mijdelijk de biobased economy, waarin fossiele grondstoffen (gro-ten)deels zijn vervangen door her-nieuwbare grondstoffen en agro en chemie elkaar dus hard nodig heb-ben. De eerste toenaderingen vin-den daarom al plaats. “De sectoren gaan ook steeds meer door elkaar lopen”, weet Frank van Noord,

CM1411_22-24_Suikerunie.indd 22 06-11-14 15:45

Page 23: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 23

nie lonkt

Grondstoffen

ken nu chemiebedrijven, gaan naar VNCI-bijeenkomsten, ook hebben we veel aan de informatie die de VNCI verstrekt. Dan hoor je bijvoor-beeld dat schaliegas een issue is, en dat daardoor de chemie misschien een tekort krijgt aan bepaalde che-mische stoffen, die wij samen mis-schien op een andere manier kun-nen maken. Zo raak je met elkaar aan de praat, en kun je samenwer-kingsverbanden aangaan.”

RasverbeteringVan Noord is ervan overtuigd dat Suiker Unie de chemische industrie veel te bieden heeft. Aan de volumes zal het niet liggen. Als in 2017 het Europese suikerquotum wordt afge-schaft, kan de productie van suiker-bieten fors omhoog. Volgens Van Noord is dat makkelijk haalbaar door meer areaal en door intensie-vere productie. Waar de afgelopen jaren 1 hectare suikerbieten 13 ton suiker opbracht, is de verwachting voor dit jaar 15 ton, en volgens des-kundigen is uiteindelijk theoretisch 22 ton haalbaar. “Door rasverbete-ring, nauwkeuriger tijdstip van zaaien, sneller ingrijpen bij ziektes, de campagnes langer maken waar-door het suikergehalte per biet toe-neemt en beter oogstmanagement.”Het mooie van de biobased economy is dat deze altijd lokaal is, want gebaseerd op de gewassen die in de regio het beste gedijen. Suikerriet e

directeur R&D bij Suiker Unie. “Uit suiker bijvoorbeeld wordt al lang ethanol gemaakt. Dat kun je opdrin-ken of gebruiken voor brandstoffen. Ziehier de verweving tussen agro, voeding en brandstoffen. Als je uit die alcohol ethyleen maakt, zie je een verweving van agro, brandstof-fen en materialen. En toch kennen deze sectoren elkaar nauwelijks. Dat geldt ook voor ons. Als suiker-producent kennen we de agrosector goed, maar de chemische industrie was tot voor kort onbekend terrein.”Om die reden is Suiker Unie (aspi-rant-)lid geworden van de VNCI. Van Noord: “Je moet beginnen met elkaar te leren kennen. We bezoe-

Suiker unietoen de aanvoer van rietsuiker uit Zuid-amerika stagneerde vanwege ruzie met de engelsen, ging napoleon op zoek naar een vervanger, en dat werd suiker uit de suikerbiet. als reactie op de steeds rijker wordende suikerbaronnen, gingen de boeren zelf suiker uit hun bieten produceren. Zo ontstond een aantal coöperaties, die werden samengevoegd tot de coöperatie suiker unie, waaruit royal Cosun is ontstaan. de particuliere suikerfabrieken ver-enigden zich tot CsM (nu Corbion). de suikeractivi-teiten van CsM hadden een steeds kleiner aandeel in het bedrijf en werden in 2007 verkocht aan royal Cosun. royal Cosun is het moederbedrijf van: sui-ker unie (in de top-10 van grootste bietsuikerpro-ducenten in europa), aardappelverwerker aviko, inulineproducent sensus, svZ (groente- en fruit- ingrediënten) en duynie (reststromen). suiker unie heeft twee suikerfabrieken in nederland, in din-teloord en vierverlaten, en één in anklam (duits-land).

gedijt niet in het Nederlandse kli-maat, suikerbieten juist wel. Boven-dien heeft het vanwege de logistieke kosten weinig zin om rietsuiker uit Zuid-Amerika te importeren. Nederland heeft daarnaast als voor-deel dat de productiekosten laag zijn. Van Noord: “We hebben hier in West-Europa de hele suikerbieten-keten geoptimaliseerd, van het zaad, de rassen en de oogstmethoden tot de fabrieken en de logistiek. In Nederland staan de grootste en daardoor zeer kostencompetitieve suikerfabrieken van Europa.”En er is bij suiker geen discussie over ‘food versus chemicals’. “De suikerconsumptie in het Westen is al tientallen jaren stabiel. We kun-nen veel meer produceren dan die behoefte.”

Biogas’Het zo goed mogelijk tot waarde brengen van de suikerbiet’, die opdracht hebben de eigenaren van coöperatie Suiker Unie, de telers van de bieten, het bedrijf gegeven. “En dat is wat we doen”, vertelt Erik van Hellemond, projectleider Bio-based Technology. “Tot voor kort haalden we alleen suiker uit de biet, maar nu kijken we er veel integraler naar, om ook de andere componen-ten eruit te halen en te verwaarden. Dat doen we ook met onze reststro-men. Zo verwerken we de bietresten in onze biomassa-vergisters tot

fo

to: s

hu

tte

rs

toC

k

CM1411_22-24_Suikerunie.indd 23 06-11-14 15:45

Page 24: Chemie Magazine november 2014

24 Chemie Magazine november 2014

http://linkd.in/1xsRfxU

biogas.” Suiker Unie is de grootste producent van groen gas in Neder-land en werkt in Delfzijl samen met Gasterra en VNCI-lid BioMCN, die er bio-methanol uit produceert.Een interessante grondstof voor de chemie of de fermentatie-industrie is volgens Hellemond diksap, geconcentreerd suikersap waar via kristallisatie witsuiker van wordt gemaakt. “Bestaande klanten die bijvoorbeeld suiker gebruiken zou-den die kunnen vervangen door dik-sap. Je kan het gebruiken voor toe-passingen zoals materialen, bioplastics, vezels en chemicaliën.”Daarbij dienen zich allerlei nieuwe mogelijkheden aan om de grondstof om te zetten. Van Noord ziet de technologische ontwikkelingen snel gaan: “Vroeger werd er uit suiker voornamelijk alcohol en penicilline gemaakt, en dat was het wel zo’n beetje. Door innovaties op het gebied van chemie en biotech komen er steeds meer toepassingen waarbij de omzetting van suikers naar eindproducten plaatsvindt via micro-organismen of katalyse.”

PrijsVolgens Van Noord zit Suiker Unie nu in het stadium van verkenning. “Op de achterkant van een sigaren-doosje uitrekenen of het uitkan. Je moet samen met partners naar de toegevoegde waarde kijken. Wij weten niet welke chemische stoffen meer waarde hebben en welke min-der, de chemische industrie wel. Hoe kunnen we daar zo goed moge-lijk bij aansluiten? Er zijn inmiddels wat projecten geweest. Maar die hebben nog niet geleid tot concrete nieuwe business.” Wel werkt Suiker

Unie al samen met de clusters in de regio, zoals ‘Agro meets chemistry’ in Zuidwest-Nederland, waarbij ook bedrijven als Dow en SABIC zijn aangesloten. “Die contacten zijn er ook in Noord-Nederland.”Uiteindelijk is het natuurlijk een economisch verhaal. Renewables worden pas interessant bij een bepaalde prijs, weet Van Noord. “De consument heeft best wat extra’s over voor een groen product, maar die prijs moet niet te hoog worden. Dat geldt voor deze producten ook. Als fossiele grondstoffen goedkoop zijn, is het lastig. Daarom moet je andere wegen zoeken. Specialties. Of producten maken die beter zijn. Avantium is daar een mooi voor-beeld van. Hun PEF-fl es is niet alleen gemaakt uit suikers, maar heeft ook betere eigenschappen dan de uit aardolie gemaakte PET-fl es.”

AlliantiesIn de (nabije) toekomst levert Suiker Unie dus behalve suiker aan de voe-dingsmiddelenindustrie ook suikers aan klanten in de chemie. Helle-mond: “Je ziet nu veel ontwikkelin-gen in organische zuren, barnsteen-zuur, azijnzuur. Daar worden weer andere stoffen van gemaakt. Of bepaalde alcoholen: ethanol, butha-nol, isobutanol. Bioplastics zijn al gemeengoed, via melkzuur en poly-melkzuur. Uit de restproducten die we overhouden kun je arabinose en galacturonzuur halen, waar je kunststoffen van kunt maken. En vergeet de vezels uit bieten niet, ter versterking van papier of glasvezel. Er zijn al skateboards gemaakt van bietenvezel.”Volgens van Noord duurt het nog

‘De sectoren agro en chemie gaan steeds meer door elkaar lopen. En toch kennen ze elkaar nauwelijks’

deloitte: Groeiende Fermen-tatieSector Biedt kanSenhet onlangs gepresenteerde deloitte-rapport laat er geen twijfel over bestaan: nederland kan een sterke positie opbouwen als leverancier van grondstoffen voor de wereldwijde fermentatiesec-tor en de suikerbiet is daarbij een interessant gewas. “de wereldwijde markt voor fermentatie-producten groeit snel”, aldus Willem vaessen, director Chemical Value Chain bij deloitte. “door integratie in de keten kan er zelfs nog meer winst behaald worden dan in de studie wordt aangeven. het is een interessante markt voor bedrijven om in nederland te investeren.” deloitte deed onderzoek naar de concurrentieposi-tie van gewassen in noordwest-europa op de internationale afzetmarkt van producten die door fermentatie zijn verkregen. volgens deloitte groeit het aantal toepassingen. steeds meer chemische producten, zoals citroen- en melkzuur, ethanol, vitamines en antibiotica, kunnen door middel van fermentatie worden geproduceerd. volgens ton runneboom, voorzitter van het biorenewables business platform (bbp), kan de grondstoffenpro-ductie investeringen ter waarde van 5 tot 10 miljard euro aantrekken. het onderzoek is een initiatief van het bbp.

zo’n tien, vijftien jaar voor een en ander in een stroomversnelling komt. “Er wordt heel veel gepraat over de biobased economy. Wij wil-len het gewoon gaan doen, business maken, allianties aangaan. Afhanke-lijk van de toepassing doen we dan een deel zelf, samen met een part-ner of we organiseren het zo dat iemand anders de vervolgstap doet.” Om de mogelijkheden van de suiker-biet voor de biobased economy ver-der te onderzoeken start binnenkort (waarschijnlijk vlak bij de fabriek in Dinteloord) de bouw van een nieuw Cosun-innovatiecentrum. Van Noord ziet die toekomst duide-lijk voor zich: “Zoals in de petroche-mie aardolie in een raffi naderij wordt gescheiden tot stoffen waar-uit allerlei producten worden ge- maakt, die weer als grondstof die-nen voor andere fabrieken, zo zal dat ook gaan met de suikerbiet. De suikerbiet wordt in een bioraffi na-derij ontleed in verschillende com-ponenten, en die zijn weer grondstof voor andere producenten.” p

CM1411_22-24_Suikerunie.indd 24 06-11-14 15:45

Page 25: Chemie Magazine november 2014

ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijkwww.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289Fax: 0168-389270

Contactpersonen:Rick Leerink (06-53698983)& Ron van Verk (06-51124004)

Dé afvalverwerkerVerwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

409559_ADV.indd 25 07-11-14 11:23

Page 26: Chemie Magazine november 2014

26 Chemie Magazine november 2014

Tsunami-waTerkering van Dyneema houDT

20 meTer waTer Tegen

CM1411_30-31_Wetenswaardig.indd 26 06-11-14 15:41

Page 27: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 27

Wetenswaardig

De waterkering wordt achter het strand, langs de kust opgeslagen en verankerd in een geul.

Fo

to: d

sm

De Dyneema-vezel van Dsm heeft er, naast medische hechtin-gen, snijbestendige handschoenen en kogelwerende vesten, een nieuwe toepassing bij. uit een proef bij Deltares blijkt dat het supersterke en lichte materiaal geschikt is voor een doekvor-mige waterkering die bij een tsunami vanzelf uitklapt tot een hoge muur die het water tegenhoudt.

De waterkering wordt achter het strand, langs de kust opgesla-gen en verankerd in een geul. Als er een tsunami komt, klapt het doek uit door de kracht van het water en komt door een drijver omhoog. De drijver is met Dyneema-kabels verankerd. Zo ont-staat er snel een hoge muur die zelfs 20 meter water tegenhoudt.

Dit is een groot verschil met bestaande mobiele waterkeringen, die maar 1 meter water blokkeren. Deltares, DSM en de TU Delft rekenden het concept door. Senior scientist Roel Marissen van DSM: “Vervolgens hebben wij op kleine schaal een proef uitgevoerd in de golfgoot van Deltares. Daaruit bleek dat de waterkering onder de meest extreme omstandigheden functioneert.” DSM heeft het idee geoctrooieerd en is nu op zoek naar bedrijven of overheden die de tsunami bar-rier in de praktijk verder willen uitwerken.

De testen zijn te zien op: http://www.youtube.com/watch?v=0eFU4KIezSc

CM1411_30-31_Wetenswaardig.indd 27 06-11-14 15:41

Page 28: Chemie Magazine november 2014

28 Chemie Magazine november 2014

Lineke Pelleboer HOOFD AD INTERIM bij Sanquin

fo

to: c

aS

pe

r r

ila

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

Lineke Pelleboer: ‘Ik ben bang dat het als een cliché klinkt, maar ik ben er trots op dat ik een bijdrage lever aan het maken van medicijnen en zo de wereld kan verbeteren. Een efficiënte vorm van idealisme dus!’

CM1411_32-35_P_werken in chemie.indd 28 06-11-14 15:41

Page 29: Chemie Magazine november 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 29

‘StilStand iS achteruitgang, zeker weten’Ze is nog maar 32, maar laat dat je niet op het verkeerde been zetten: biotechnoloog Lineke Pelleboer heeft al bij vijf verschillende werkgevers gewerkt. Haar droombaan: flying doctor voor defecte fabrieken. Tekst: Inge Janse

Arbeidsmarkt

1 Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam?Ik ben Lineke Pelleboer en werk sinds begin dit jaar als

projectmanager bij bedrijven in de biotechnologie en farma via het consultancy- en detacheringsbu-reau Progress-PME. Mijn eerste project is bij Sanquin als ad-inte-rim-hoofd van de afdeling trending. En dat is heel erg leuk! Sanquin Plasmadivisie maakt geneesmid-delen uit bloedplasma door de eiwitten die in het plasma voorko-men te scheiden. Mijn afdeling kijkt op verschillende punten of het pro-ductieproces nog goed is. Plasma is biologisch materiaal dat uit een mens komt, dus het vertoont nooit een constante lijn. Via statistische analyses monitort mijn afdeling de variatie in het proces. Wijkt het af, dan geven we dat door aan de ver-antwoordelijke afdeling, die kijkt waar de afwijking door veroorzaakt wordt. Is het nodig, dan kunnen we ook actie ondernemen. Mijn afde-ling bestaat uit vijf academici die allen hun eigen producten monito-ren. Als leidinggevende zorg ik ervoor dat zij hun werk goed kun-nen uitvoeren.

2 Wat vertel je tegen een kind als dat vraagt wat voor werk je doet?Ik heb toevallig net een

familiefeestje gehad, dus ik heb mijn uitleg al uitgeprobeerd (lacht). Ik help bij het maken van medicij-nen die onder andere werken tegen een ziekte waarbij je bloed niet goed kan stollen, hemofilie. Nor-maal krijg je een korstje op een wond als je je stoot. Maar mensen met hemofilie krijgen geen korstje, waardoor de wond langer blijft bloeden. Ook krijg je heel veel blauwe plekken. Dat is heel gevaar-lijk. Daarom halen we uit bloed dat door gezonde mensen gedoneerd is de stoffen waarmee we een medi-cijn maken. Mijn rol daarbij is om te controleren dat de kwaliteit van de medicijnen zo goed is dat deze veilig e

CM1411_32-35_P_werken in chemie.indd 29 06-11-14 15:41

Page 30: Chemie Magazine november 2014

30 Chemie Magazine november 2014

eerder ook al door in mijn studen-tentijd een studievereniging op te richten en in het bestuur van de KNCV te zitten. Ik vind dat mensen uit een vakgebied met elkaar ver-bonden moeten worden. Die verbin-ding zorgt ervoor dat je samen tot nieuwe ideeën komt. Waar ik persoonlijk trots op ben, is dat ik mijn Green Belt van Lean Six Sigma heb gehaald voor de optimali-satie van processen. Daarnaast ben ik bezig met mijn Black Belt. Ik vind dat zo’n mooie techniek! Het is geen hogere wiskunde, maar gewoon logisch boerenverstand. En het is visueel, iets waar ik als dyslectica op ben ingesteld.

6 Wat drijft je in je werk?Ik ben bang dat het als een cliché klinkt, maar ik ben er trots op dat ik een bijdrage

lever aan het maken van medicijnen en zo de wereld kan verbeteren. Ik reis veel en vraag me altijd af waarom er zo veel ongelijkheid in de wereld is. Ik dacht eerst dat ik naar Ghana moest om kindertjes te hel-pen. Tijdens mijn studie heb ik daar twee maanden vrijwilligerswerk gedaan, maar ik merkte dat ik daar geen meerwaarde kan creëren. Bij het maken van medicijnen, wat ik ook heel leuk vind, merk ik dat ik iets toevoeg. Een efficiënte vorm van idealisme dus!

7 Wat levert je werk je op?Ik verdien goed. Maar dat is niet de reden dat ik doe wat ik doe. Mijn werk levert

namelijk vooral veel energie op. Ik kijk uit naar morgen, want er is vol-doende te doen. Ik heb ook altijd gezocht naar werk dat me energie oplevert. Dat moet ook wel, want ik vind werk belangrijk. Andere men-sen worden juist gelukkig als ze in hun moestuin zijn, ik word gelukkig van het werk dat ik doe. Ik word door mijn werk ook een rijker mens. Dat lukt doordat ik mezelf uitdaag en me laat uitdagen.

‘Ik kIjk uIt naar morgen, want er Is voldoende te doen’in de stad ging wonen, realiseerde ik me dat ik op een boerderij te een-zaam zou worden. Op de boerderij heb ik te veel koeien en te weinig mensen om me heen. Ik word gelukkig van mensen. Ook vond ik wat ik tijdens mijn studie deed leu-ker dan het werk op de boerderij. Ik ben mijn carrière gestart met een traineeship voor high potentials bij het recruitmentbureau Checkmark, waarin ik in drie jaar drie bedrijven aandeed. Dat past heel goed bij mij, de diversiteit, het brede scala van onderzoek en de kans om verschil-lende bedrijven van binnen te zien. Ik begon bij DSM als technician, toen ging ik naar Abbott Laboratories als bioprocess developer, en bij Janssen Pharmaceutica werkte ik als engi-neer. Hierna ben ik bij Janssen gebleven op de afdeling productie: eerst als teamleader met veertien mensen onder me en toen als shift supervisor voor de gehele proces-voortgang en productieplanning. Vooral vanwege de onregelmatige dag- en nachtdiensten bij Janssen heb ik na 3,5 jaar de overstap gemaakt naar Progress-PME. Bovendien was ik toe aan een nieuwe stap. Dat heb ik al snel.

4 Wat vind je zo leuk aan wat je doet?Doordat ik voor Progress-PME steeds nieuwe opdrach-

ten doe, kan ik mezelf constant ver-beteren en ontwikkelen. Dat is belangrijk voor mij. Daarom ben ik nu ook bezig voor mijn Black Belt van Lean Six Sigma. Stilstand is achter-uitgang, zeker weten.

5 Op welke eigen prestatie ben je het meest trots?Bij Janssen Biologics heb ik samen met collega’s een

jongerenvereniging opgezet. Want waar ik in de techniek écht het ver-schil kan maken, dat is in het orga-nisatorische. De rode draad door mijn kleine carrière heen is het ver-binden van mensen. Dat deed ik

het lichaam ingespoten kunnen worden.

3 Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?Ik heb echt een héél erg lange route afgelegd, waar-

bij mijn dyslexie een rode draad vormt. Op de lagere school had ik havo/vwo-advies, maar ik ging naar de mavo. Ik kom nu eenmaal van een behoudende plattelandsge-meenschap. De mavo heb ik mak-kelijk gehaald en de havo daarna ook. Daarna volgde mbo voedings-technologie in Leeuwarden. Daar koos ik voor omdat ik van een boer-derij afkom. Wij produceren melk en ik was benieuwd wat er met de melk gebeurt nadat het van ons erf afgaat. Ook heb ik erover gedacht om de boerderij van mijn vader over te nemen, dus dan is een agrarische studie handig. Maar toen ik eenmaal

CuRRICuluM VITAE

NaaM: Lineke PelleboerleeftiJD:32WooNplaatS:UtrechtHUWeliJKSe Staat:Samenwonend (“Ik woon al zes jaar samen met een man die even ambitieus is als dat ik ben.”)KiNDereN:GeenopleiDiNGeN:Mavo (IJsselmuiden), havo (Kampen), mbo voe-dingstechnologie (Leeuwarden), hbo biotechnolo-gie (Groningen), postbachelor bedrijfskunde (Amsterdam) en Green Belt Lean Six Sigma.NeVeNactiViteiteN:Zat jarenlang in het bestuur van de KNCV, maar haar termijn is net verlopen. Lineke is daarom op zoek naar een uitdagende bestuursfunctie. Mail naar [email protected] voor meer informatie.WerKGeVerS:Lineke startte in 2006 als trainee bij Checkmark Labrecruitment en kwam zo bij DSM, Abbott Bio-logicals en Janssen Biologics. Bij die laatste bleef zij werken als shift supervisor. Sinds 2014 werkt Lineke namens Progress-PME bij Sanquin als ad-interim-hoofd van de afdeling trending.

CM1411_32-35_P_werken in chemie.indd 30 06-11-14 15:41

Page 31: Chemie Magazine november 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 31

8 Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage?Aan best veel! Ik ben betrok-

ken bij alle geneesmiddelen die San-quin maakt. Uit 309 duizend kilo plasma produceren we elf medicij-nen voor meer dan honderd aandoe-ningen. Die middelen zijn bijvoor-beeld voor patiënten met hemofilie, maar we maken ook medicijnen voor mensen met afweerstoornissen. En wat ook een mooie is, is het plasma dat we maken voor mensen met massaal bloedverlies, bloedvergifti-ging of brandwonden. Voor die urgente toestand waarbij de weef-seldoorstroming slecht is, bieden wij een antwoord.

9 Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet?Reizen! Meer van de wereld zien! Ik zou dat het liefst wil-

len combineren met werk. Reizen klinkt heel leuk, maar ik kan niet zon-der doel een beetje rondlopen. Ik zou wel een flying doctor voor de trouble-shooting bij fabrieken willen zijn. Dat er een probleem is met een fabriek in India en dat iemand zegt: kom, laten we Lineke overvliegen. Maar ik zit nu goed bij Progress-PME. Ik kan mijn rugzakje op een effectieve manier vullen en verschillende facetten van de farma zien. Ik zal hier alleen niet tot mijn pensioen blijven.

10 Hoe zie je jezelf over tien jaar?Ik vind het gevaarlijk om heel erg grote

uitspraken te doen, maar ik zou graag plantmanager willen worden van een productiefaciliteit in de farma of in de voeding. Ik wil sowieso generiek gaan, waarbij ik de achtergrond die ik nu opbouw met me meeneem. En heel ver daarna, als ik met pensioen ben, wil ik in een paar raden van toezicht (lacht). Dat is altijd mijn ideaal geweest, de kennis die ik heb opgebouwd doorgeven aan anderen. p

Arbeidsmarkt

fo

to: c

aS

pe

r r

ila

WIE IS LINEKE PELLEBOER NAAST HAAR WERK?lineke zegt altijd heel stoer dat ze sport, maar verder dan een abon-nement bij de sportschool gaat dat niet. Ze leest graag vakliteratuur (“Nu lijk ik wel erg werkverslaafd, hè?”), gaat regelmatig uit eten (“ik zie koken vooral als tool om lekker te eten, dus dat outsource ik graag.”) en zit vaak in het theater. Daarnaast reist ze veel: van week-enden weg tot een zomervakantie van drie weken in een ver, tropisch oord.

?CM1411_32-35_P_werken in chemie.indd 31 06-11-14 15:41

Page 32: Chemie Magazine november 2014

32 Chemie Magazine november 2014

‘Als Van Gaal chemiebedrijven zou trainen, in veiligheid, zou hij meer op de spitsen gaan zitten, op het creëren van een win-naarsmentaliteit.’

CM1411_26-28_Essays.indd 32 06-11-14 16:07

Page 33: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 33

‘ Authentiek leiderschAp (à la Van Gaal) werkt Altijd’

Winnaars essayWedstrijd vertellen hoe het anders kan

De veiligheidsborden bij de bedrijfspoort kunnen beter weg. Louis van Gaal kan als goed voorbeeld van een authentieke leider dienen. En ja-maar-denkers kunnen bijdragen aan meer veiligheid. Het zijn enkele ingrediënten uit de drie prijswinnende essays over veiligheid en leiderschap in de chemiesector. Op 6 november, de landelijke Veiligheidsdag voor BRZO-bedrijven, namen zij hun prijs (een studiebeurs) in ontvangst. Ze lichten hun inzending toe. Tekst: Marloes Hooimeijer

Met de essaywedstrijd beogen het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) en bran-cheverenigingen uit de

chemiesector, verenigd in Veiligheid Voorop, de veiligheidscultuur in de sector opnieuw onder de aandacht te brengen. Staatssecretaris Mans-veld zei destijds: “Met deze prijs-vraag hopen we de leiders van mor-gen uit te dagen hun ideeën over veiligheid en leiderschap uiteen te zetten.” De schrijvers van de tien

beste inzendingen hebben hun essays in september gepresenteerd aan de jury, waarin bedrijfsleven, wetenschap en ministerie vertegen-woordigd waren en onder meer Anton van Beek (CEO Dow Benelux en voorzitter van Veiligheid Voorop) zitting had. De drie winnaars ont-vangen een studiebeurs ter waarde van 25.000 euro voor de opleiding Management of Safety, Health and Environment (MOSHE) aan de TU Delft. Ze starten in januari met de opleiding.

lees de essAys

alle 9 ingezonden essays zijn te vinden in een bundel die naar aanleiding van de prijs-vraag is uitgegeven.

de bundel is te down-loaden op www.veilig-heidvoorop.nu

Veiligheid

e

fo

to: h

ol

la

nd

se

ho

og

te

CM1411_26-28_Essays.indd 33 06-11-14 16:07

Page 34: Chemie Magazine november 2014

34 Chemie Magazine november 2014

Jos Villevoye (42 jaar)Senior adviseur industriële veiligheid bij Antea Group

“Authenticiteit werkt altijd”, schrijft Jos Villevoye in zijn essay, dat een pleidooi is voor natuurlijk leiderschap. Hij verwijst naar Louis van Gaal tijdens het WK, die volgens hem ‘hoog scoort op authentici-teit’ en zijn team daarmee ‘de mentale winnaars’ heeft gemaakt (ondanks een derde plek). Leiderschap in veiligheid is net zo goed mensenwerk als in de voet-ballerij, meent hij: goed leiderschap doet volgen en zorgt voor een groepsdy-namiek die veiligheid tot een gezamen-lijk doel maakt. Stel dat Van Gaal geen voetballers maar chemiebedrijven zou trainen, in veiligheid, waarop zou hij zich dan richten? Villevoye: “Hij zou meer op de spitsen gaan zitten, op het creëren van een winnaarsmentaliteit. Er wordt nu veel reactief countervoetbal gespeeld in de chemie, waarin bedrijven meer reageren op inspectie-uitkomsten dan anticiperen. Terwijl de kunst is om een voorsprong te pakken. Dat je tegen de inspecteur die een veiligheidsaspect aan de orde stelt kunt zeggen: daar zijn we zelf ook al mee bezig.”

Rol-offersEen authentiek leider neemt volgens Villevoye zijn verantwoordelijkheid, blijft bij zichzelf, houdt het simpel, vertrouwt op zijn intuïtie, denkt na als het nodig is en accepteert verandering. Een mana-ger heeft niet vanzelfsprekend de natuurlijke gave als leider (“Wie Covey leest is nog geen leider.”), terwijl een operator die gave misschien wel heeft. “Bedrijven kunnen veel meer gebruik-maken van dit ‘informeel leiderschap’, dus los van functies. Door die operator bevoegdheden te geven die de gezamen-

‘Ja-maar-denkers koesteren via georganiseerde tegenspraak’

lijke inzet voor meer veiligheid naar een hoger plan kan tillen, bijvoorbeeld. Maar daar zijn rol-offers voor nodig. Een mana-ger die zegt: eigenlijk kan die operator dat beter dan ik. Zoals Van Gaal Robben zijn gang liet gaan toen hij het woord nam voor de verlenging Nederland-Costa Rica.” Villevoye benadrukt dat het delegeren van bevoegdheden niet verward moet worden met de in de chemie veelgehoorde kreet van ‘verantwoordelijkheden laag in de orga-nisatie leggen’, die vaak weerstand oproept. “Je kunt bevoegdheden delegeren en de kracht van medewerkers benutten. Om snel te kunnen acteren op veiligheid is het han-dig als besluitvorming niet eerst over zeven schijven hoeft. Maar wie delegeert blijft wel zélf eindverantwoordelijk.”

Goed volgerschapNog even terug naar het begin: ‘authentici-teit werkt altijd’, maar de start van Van Gaal bij Manchester United was toch niet zo flo-rissant? “Die vraag had ik van de jury ver-wacht, maar kwam toen niet. Mijn antwoord zou zijn: bij goed leiderschap speelt ook goed ‘volgerschap’ een rol. Bij het WK klopte het hele team. Geef die man een jaar.”

‘Meer gebruikmaken van informeel leider-schap’

Daan van Wieringen (38 jaar)

Veiligheidskundige bij advies- en ingenieursbureau Tauw

Daan van Wieringen valt in zijn essay maar gelijk met de deur in huis: “Veiligheid en leiderschap begint voor mij bij het wegha-len van veiligheidsborden bij de poort, omdat de borden geenszins een betrouw-baar beeld geven van de werkelijke veilig-heidsprestaties van bedrijven.” Je kunt er wel opschrijven hoeveel dagen het bedrijf inmiddels incidentvrij is, of de datum van het laatste incident, maar daarmee werp je volgens hem eerder barrières op dan dat het bijdraagt aan een gezonde veiligheids-cultuur. “Het is toch geen wedstrijd?”

Eric Savelberg (44 jaar) BRZO-inspecteur voor RUD Zuid-Limburg

‘ Veiligheidsborden geven geen betrouwbaar beeld’

CM1411_26-28_Essays.indd 34 06-11-14 16:07

Page 35: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 35

Wat is er mis met ja-maar-denkers, vraagt Eric Savelberg zich in zijn essay af. Hij ver-wijst naar een opmerking van Louis van Gaal in het programma College Tour, waarin hij het verschil benoemde tussen Duitsers en Nederlanders: een Duitser voert uit wat je zegt, een Nederlander zegt steeds ‘Ja, maar…’. En daar is dus niks mis mee, in tegendeel, stelt Savelberg met Van Gaal: “Het komt misschien negatief over, zeker als je zelf enthousiast bent over een idee, maar het is juist een waardevol onderdeel van onze cultuur. Het zegt iets over betrokkenheid in het bedrijf en kan de veiligheidscultuur alleen maar verster-ken.”

Georganiseerde tegenspraakGoed leiderschap in veiligheid ‘koestert’ dit ja-maar-denken. Sterker nog, zegt Savel-berg: zorgt voor ‘georganiseerde tegen-spraak’. “Organiseer klankbordgroepen, met een grote diversiteit aan medewerkers

‘Ik vind het verdacht als managers, zoals in de punktijd, buttons dragen met teksten als: We werken veilig of we werken niet’

Incidentenpiramide “Bedrijven moeten stoppen met de inci-dentenpiramide van Heinrich, die de relatie beschrijft tussen incidenten met en zonder (ernstig) letsel, en de verheerlijking van de ongevalstatistiek”, zegt hij. “Tachtig jaar geleden hebben we al geconcludeerd dat 88 procent van de ongevallen te wijten is aan menselijk falen. Maar die 88-procent-regel kunnen we ook omdraaien en ‘de mens als oplossing’ als uitgangspunt nemen, als laatste preventie om ongeval-len te voorkomen.” De leidinggevende heeft daarin een voor-beeldrol te vervullen, want die ‘ligt altijd onder een vergrootglas’. Maar er moet volgens Van Wieringen ook sprake zijn van een veiligheidscultuur waarin medewer-kers en contractors gebreken durven te melden en erop kunnen vertrouwen dat hun melding vlot opvolging krijgt. “Veilig-

heid discrimineert niet en dus zijn we in het streven naar het voorkomen van incidenten sowieso gelijkwaardig; we zijn partners.” Hij refereert aan een verhaal over een lei-dinggevende die voor zichzelf veiligheids-schoenen had gekocht die eruitzagen als nette schoenen. “De medewerkers waren verontwaardigd omdat het leek alsof hij geen veiligheidsschoenen droeg in de fabriek, maar niemand die hem ernaar durfde te vragen. Een gevoel van partner-ship en gelijkwaardigheid ontbrak.”

Persoonlijk gesprekGoed leiderschap betekent met enige regelmaat tijd inruimen voor een persoon-lijk, open gesprek met medewerkers, om te horen welke veiligheidskwesties er spe-len op de werkvloer. “Nu komt het voor dat managers hun verplichte VCA-veiligheids-rondjes met medewerkers vrijwel allemaal

in november en december plannen. Maar het afstrepen van een verplichting heeft niets te maken met veiligheid. Waarom niet in januari al een aantal dagen door het jaar heen hiervoor inplannen? Ik heb gehoord van een bedrijf waar de manager iedere vrijdag-middag een uur in de controlekamer zit, zó kom je te weten wat er speelt.”Tot slot, moet er misschien iets in de plaats komen van die veiligheidsbor-den? “Van mij mogen er borden komen waarop staat hoeveel onveilige situaties er met elkaar zijn opgemerkt en opge-lost. Of hang er spiegels op, waarin men zichzelf recht in de ogen kijkt en afvraagt: wat heb ik vandaag bijgedra-gen aan een veilige werkdag?” p

en een goede leider. Laat ze met elkaar in gesprek gaan over veiligheidsthema’s. Neem als management de punten die daaruit komen serieus en koppel terug wat en wanneer je ermee gaat doen.” Een basisvoorwaarde is dat medewerkers zich veilig voelen om hun tegenspraak te uiten: “Medewerkers moeten niet de angst heb-ben, ook al is die onterecht, aan de hoogste boom te worden opgehangen als zij kriti-sche noten uiten.”Is hij zelf eigenlijk een ja-maar-denker? Is dat inherent aan zijn vak? “Jazeker,” zegt Savelberg, “ik ben altijd kritisch op wat bedrijven mij vertellen. Of dat wel klopt. Ik vraag altijd door.” Helemaal als hij pr-uitingen tegenkomt die iets zouden zeggen over hoe veilig het bedrijf werkt, gaan de alarmbellen bij hem rinkelen. “Ik vind het verdacht als managers, zoals in de punk-tijd, buttons dragen met teksten als ‘We werken veilig of we werken niet’. Het per-soneel weet vaak wel beter, zo blijkt als ik

daarnaar doorvraag op de werkvloer. Je krijgt een averechts effect: medewerkers beschouwen het management niet als goed voorbeeld als het met die buttons rondloopt maar niet snel en adequaat rea-geert als zij ongewone voorvallen melden.”

Zorgwekkende situatiesSavelberg benadrukt dat de veiligheidscul-tuur zeker niet bij alle organisaties slecht is, maar hij komt wel degelijk situaties tegen waarin medewerkers zich niet veilig voelen. “Ook bij een aantal grote chemie-bedrijven. Ik ken BRZO-bedrijven waar medewerkers aangeven dat niet alle onderdelen zijn ‘getagd’ – terwijl dat essentieel is om niets te vergeten tijdens het onderhoud. En waar een onderhouds-chef ons dan bedankt dat we zijn bedrijf verplichten alle relevante apparatuur te taggen, omdat hij dat zelf ondanks her-haaldelijk aandringen niet voor elkaar had gekregen bij het management. Te duur.”

Veiligheid

CM1411_26-28_Essays.indd 35 06-11-14 16:07

Page 36: Chemie Magazine november 2014

36 Chemie Magazine november 2014

Het Sectorplan Pro-cesindustrie vindt zijn oorsprong in het sociaal akkoord van april 2013.

Daarin spraken kabinet en sociale partners af om zo veel mogelijk mensen een eerlijke kans te geven op werk en eco-nomische zelfstandigheid, waarbij werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid centraal staan. Het Opleidings-fonds Procesindustrie (OVP) heeft het sectorplan destijds namens de sociale partners (waaronder de VNCI) opgesteld en is ook verantwoordelijk voor de uitvoering. Het plan voorziet in acht maat-regelen met één gezamenlijk doel: de brede procesindustrie (onder meer chemische indus- trie, voedings- en genotmidde-lenindustrie, textiel- en papier-industrie en de metallurgische industrie) vooruit helpen en toekomstbestendig maken. Daarin is ook aandacht voor het dreigende personeelste-kort, wegens vergrijzing en (te) lage instroom van nieuwe werknemers. Er is totaal circa 13 miljoen euro aan subsidie beschikbaar voor de maatre-gelen. De looptijd is 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2016.Directeur Colette Alma van de VNCI zei eerder in Chemie Magazine al het ‘fantastisch’ te vinden dat het sectorplan er is. “In het zware weer waarin de chemische industrie zich momenteel bevindt kost het wat moeite om te investeren in nieuwe mensen.” Herm Hen-drikx, senior consultant Labor-market & education bij DSM, destijds: “De knelpunten en issues beschreven in het sec-torplan zijn voor DSM heel herkenbaar. We hebben een relatief hoge gemiddelde leef-tijd van bijna 46 jaar. De vraag is: hoe houd ik deze mensen fit en inzetbaar? En aan de andere kant: hoe zorgen we dat op lange termijn voldoende jong talent beschikbaar is.”

Het Sectorplan Procesindustrie is al bijna tien maanden onderweg. Bedrijven kunnen gebruikmaken van aantrekkelijke financiële bijdragen om te investeren in nieuwe en bestaande medewerkers. Wat is er ondertussen allemaal in gang gezet? Het Opleidings- fonds Procesindustrie (OVP) geeft een overzicht en benadrukt: er is nog ruimte voor bedrijven om aan te haken. Tekst: Marloes Hooimeijer

Bedrijven Bepalen Het succes

Sectorplan proceSinduStrie al goed op weg, maar het kan nog beter

Fo

to: t

ec

hn

iek

be

el

db

an

k.n

u

CM1411_36-37_Sectorplan.indd 36 06-11-14 15:40

Page 37: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 37

Arbeidsmarkt

Nog ruimte voor deelnemerser zijn inmiddels al aardig wat stappen gezet ten aanzien van de acht maatregelen, maar er is nog voldoende ruimte voor nieuwe deelnemers. de bedrijven bepalen met hun deelname zelf het succes van het sectorplan. de maatrege-len en hun huidige status:

1 intersectorale Bemidde-ling van werk naar werk Een consultant van Kennis-

centrum PMLF bemiddelt bij het invullen van vacatures bij bedrijven binnen de technische sectoren. Naast diens expertise wordt ook optimaal gebruikgemaakt van het uitgebreide netwerk binnen de tech-nische branches en de reeds bestaande initiatieven.

StAtuS: al 37 bedrijven hebben een vacature aangemeld, waarvan een-derde inmiddels is ingevuld. bedrij-ven die op zoek zijn naar technisch personeel kunnen nog vacatures aanmelden of cv’s insturen van boventallig personeel.

2 versneld opleiden van werkloze jongeren met Baangarantie

Werkloze jongeren (tot en met 27 jaar) worden in één jaar opgeleid tot crebo-gekwalificeerde operators op niveau 2 of 3 en krijgen een jaarcon-tract. Het traject omvat werving van jongeren, het afnemen van een intredetoets en een versneld oplei-dingstraject. Het wordt afgesloten met een jaarcontract.

StAtuS: Verschillende uitvoerders zijn trajecten gestart en leiden inmiddels 170 jongeren versneld op. er zijn hierbinnen nog veel plekken beschikbaar voor geïnteresseerde jongeren. de kandidaten volgen circa 25 weken les, gevolgd door een stage van 15 weken. oVp zoekt nog nieuwe uitvoerders, bijvoor-beeld detacheerders, voor soortge-lijke trajecten. ook kunnen bedrij-ven zich aanmelden om de jonge afgestudeerden een stageplaats te bieden. na de (succesvol afgeronde) stage, heeft het bedrijf eerste keus om de jongere in dienst te nemen.

3 extra stageplaatsen Door de crisis en de toename van het aantal BOL-studenten

(beroepsopleidende leerweg) is het steeds lastiger stageplaatsen in procesindustrie en laboratoria te vinden. Er zijn extra stageplekken nodig.

StAtuS: Sinds de introductie van het sectorplan zijn er slechts enkele nieuwe stageplaatsen aan-gemeld. terwijl bedrijven die stage-plekken bieden meebouwen aan een sterk toekomstperspectief voor de procesindustrie.

4 extra BBl-plaatsen Voor bedrijven die nieuwe medewerkers via een BBL-

traject (beroepsbegeleidende leer-weg, een combinatie van werken en leren) willen opleiden om bijvoor-beeld oudere werknemers op ter-mijn te vervangen, is er loonsubsidie beschikbaar. Hiervoor geldt geen leeftijdsgrens.

StAtuS: er zijn subsidies aange-vraagd voor ongeveer 150 nieuwe bbl-trajecten. er is nog voldoende subsidie beschikbaar voor nieuwe trajecten.

5 Bevorderen instroom medewerkers sw-Bedrijven

In pilots worden vijftien bedrijven gekoppeld aan SW-bedrijven in de regio. Een Quick Scan Bedrijfsad-vies brengt in kaart welke functies, werkzaamheden of taken geschikt kunnen zijn voor mensen met een arbeidsbeperking.

StAtuS: de Quick Scan bedrijfsad-vies is bij enkele bedrijven uitge-voerd. er is nog voldoende plaats voor andere bedrijven om mee te doen aan de pilots.

6 toekomstgericHte scHo-ling voor medewerkersBedrijven kunnen subsidie

ontvangen (50 procent van externe opleidingskosten tot een bepaald maximum) voor scholingstrajecten via brancheopleidingen en opleidin-gen via de ‘derde leerweg’. Deze maatregel moet bedrijven stimule-ren om te (blijven) investeren in duurzame inzetbaarheid.

StAtuS: er is subsidie aangevraagd voor het opleiden van 350 mede-werkers en er is nog volop ruimte voor nieuwe subsidieaanvragen. bedrijven kunnen nu ook subsidie krijgen voor het inzetten van meet-instrumenten om competenties en kennisniveau van medewerkers te analyseren en te bepalen of bijscho-ling nodig is.

7 loopBaancHeck Allereerst worden een metho-diek en instrumentarium ont-

wikkeld voor een loopbaancheck gericht op individuele werknemers. De loopbaancheck vormt vervolgens voor de individuele werknemer een basis om met zijn leidinggevende in gesprek te gaan over zijn duurzame toegevoegde waarde voor het bedrijf.

StAtuS: de ontwikkeling van de methodiek en het instrumentarium is inmiddels afgerond. er kan gestart worden met afnemen van loopbaanchecks. aanmelden is vanaf nu mogelijk (deelname is gratis).

8 experiment metHodiek duurzame inzetBaarHeid De methodiek voor het ver-

sterken van duurzame inzetbaar-heid in de industrie omvat een vijf-fasen-plan. De eerste fase (diagnose) wordt in het experiment bij vijftien bedrijven toegepast, daarna doorlopen vijf bedrijven ook de overige vier fasen (herkenning, oplossing, uitvoering, vervolg).

StAtuS: drie bedrijven hebben zich aangemeld voor het doorlopen van de diagnosefase. er zijn dus nog genoeg plaatsen beschikbaar. p

informatie en aanmeldenbedrijven die geïnteresseerd zijn in deel-name aan een van de acht maatregelen, vragen hebben over het sectorplan of meer informatie willen, kunnen terecht bij het opleidingsfonds procesindustrie (oVp): www.ovp.nl/[email protected] 3378 367

CM1411_36-37_Sectorplan.indd 37 06-11-14 15:40

Page 38: Chemie Magazine november 2014

38 Chemie Magazine november 2014

‘ Mijd het begrip, vertel concreet wat je bedoelt’

Consument sCeptisCher over term ‘duurzaam’

Geen bedrijf kan het zich tegenwoordig permitteren om niet ‘duurzaam’ te zijn. Maar door ongebreideld gebruik van die term dreigt devaluatie tot een leeg containerbegrip. Een project nieuwe garageboxen waar ledverlichting wordt toegepast, heet al ‘duurzaam’. De consument wordt sceptischer. “Gebruik de term daarom zo weinig mogelijk”, adviseert marketingdeskundige Bart Brüggenwirth. Tekst: Jos de Gruiter

of maatschappelijk verantwoord is. Bij driekwart van de merken kunnen consumenten geen enkele associ-atie noemen met duurzaamheid. Alleen bij de grotere, bekendere merken, zoals Toyota of Rabobank, kunnen mensen aangeven wat het merk aan duurzaamheid doet. Dat geldt ook voor groene nichespelers, zoals Triodos Bank en Max Havelaar.

Vijf tinten groenDuurzaamheid is een veelgebruikt begrip dat op veel sympathie zou moeten kunnen rekenen, maar door het ontbreken van een sluitende, algemeen aanvaarde definitie dreigt verwarring over de betekenis en dat is riskant. “Kritische factoren bij het al of niet slagen van duurzaam-heidsactiviteiten zijn de houding en de rol van het Nederlandse publiek”, schreef marktonderzoeksbureau Motivaction een jaar geleden in het rapport Vijf tinten groen, input voor effectieve duurzaamheidsstrategieën. “Duurzaamheid is een complexe materie. Dat komt mede doordat

politiek, non-gouvernementele organisaties en media elkaar tegen-spreken en onduidelijke informatie geven. De discussie wordt boven-dien beheerst door de extremen: de milieusceptici aan de ene kant en de klimaatvoorhoede aan de andere kant. Met het gevolg dat de bevol-king in verwarring is.”De term duurzaamheid wordt te pas en te onpas gebruikt en is de afgelo-pen jaren enorm opgerekt, consta-teert het rapport. Mede daardoor staat duurzaamheid onder druk. De groep die duurzaamheid belangrijk vindt en ernaar handelt, is relatief kleiner geworden en de groep waar-voor duurzaamheid geen prioriteit heeft, wordt groter, zo stellen de onderzoekers. “Aangezien jongeren vooral vertegenwoordigd zijn in de groep waar duurzaamheid geen prioriteit heeft, verwachten wij dat deze trend de komende jaren door-zet. Dat zou betekenen dat het belang van duurzaamheid in de samenleving blijft afnemen.”Motivaction geeft ook de weg aan

het percentage consumen-ten dat aandacht heeft voor duurzame aspecten bij de aanschaf van pro-ducten of diensten is ten

opzichte van een jaar geleden geste-gen van 30 naar 42 procent. Dat is te lezen in Dossier Duurzaam 2014, een grootschalig marktonderzoek van marktonderzoeker GfK (ex Into-mart), marketingadviesbureau b-open en marketingcommunicatie-bureau DDB & Tribal Amsterdam. Zij onderzoeken jaarlijks de houding van consumenten ten aanzien van duurzaam of maatschappelijk ver-antwoord ondernemen. De helft van de consumenten heeft meer vertrouwen in een bedrijf waarvan wordt aangenomen dat het maatschappelijk verantwoord onderneemt. Toch zijn consumenten sceptisch: 48 procent wantrouwt claims als ‘duurzaam’ en ‘maat-schappelijk verantwoord’. Een jaar geleden was dat nog 39 procent. Van de consumenten weet 60 procent niet in hoeverre een merk duurzaam

CM1411_38-40_Duurzamheid_NEW.indd 38 06-11-14 15:51

Page 39: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 39

Duurzaamheid

e

om uit de impasse te komen. “Be- leidsmakers, producenten en con-sumenten moeten elkaar opzoeken en gaan samenwerken op basis van gedeelde waarden. Dat begint bij een heldere kijk op de vertrekpun-ten: weten welke houding de ver-schillende segmenten ten opzichte van het onderwerp hebben om ver-volgens argumenten en een toon te vinden die aansluit bij de doelgroep.”

Wederzijds afhankelijk“Er bestaat geen algemeen aan-vaarde definitie van het begrip duur-zaamheid”, erkent Bart Brüggen-wirth, oprichter en mede-eigenaar van marketingadviesbureau b-open. “De consument heeft ook verschil-lende interpretaties: voor de een gaat het om ethisch handelen, voor de ander om groene energie en voor een derde om zorgvuldig gebruik van grondstoffen. En relevante onderliggende thema’s verschillen ook per sector. De meest gehan-teerde definitie is die van de drie p’s: people, planet, profit. Die elementen

Een moeder en dochter bij een duurzame natuurvoedingswinkel in Amstelveen.

fo

to: h

ol

la

nd

se

ho

og

te

Zonder schuldgevoel consuMerener mag verwarring zijn rond het hanteren van de term duurzaamheid, inhoudelijk is er niets mis mee, benadrukt Brüggenwirth. “duurzaamheid blijft op de agenda. groepen mensen willen zonder schuldgevoel consumeren en zijn zich bewust van de keuzes die ze kunnen maken: er zijn meer duur-zame producten, duurzame producten zijn beter zichtbaar in de winkels, het aantal keurmerken is gegroeid en er is meer publiciteit, bijvoorbeeld over de omstandigheden waarin textiel wordt gefa-briceerd in fabrieken in Bangladesh, over plofkip-pen en over gerommel met paardenvlees. veel mensen willen gewoon nette consumenten zijn.”als mensen wordt gevraagd naar belemmeringen om ‘duurzaam bezig te zijn’, wordt de prijs altijd genoemd als eerste excuus, ook als het gaat om een aanschaf die op termijn tot lagere kosten leidt. “misschien ligt er een uitdaging voor bedrijven om meer vormen te bedenken waarbij de uitgave niet meteen wordt gedaan, maar wordt meegenomen in de financiering”, denkt Brüggenwirth. “dat kan bijvoorbeeld als het de aanschaf betreft van een product dat tot lager energieverbruik leidt. denk bijvoorbeeld aan energiebesparende maatregelen in de woning, die via de maandtermijn van het energiebedrijf worden gefinancierd. een mooi voorbeeld in de business-to-businessmarkt biedt dsm, dat gratis een folie aanbrengt die het rende-ment van zonnepanelen met 10 procent vergroot. als tegenprestatie krijgt dsm de helft van de extra opbrengsten.”

moeten met elkaar in balans zijn. In de vertaling daarvan zie je echter een verschuiving: het gaat steeds minder alleen om het afleggen van verantwoording, maar ook om het vermogen van bedrijven om hun strategie af te stemmen op maat-schappelijke ontwikkelingen, de samenleving laten zien welke oplos-singen het bedrijf kan bieden voor maatschappelijke problemen. Her-man Wijffels noemde het ooit ‘de kwaliteit van relaties, tussen bedrij-ven en klanten, medewerkers, de natuur, aandeelhouders en in alge-mene zin de maatschappij’. Je maakt duidelijk dat je deel uitmaakt van een groter systeem en dat er dus sprake is van wederzijdse afhankelijkheid.”Bedrijven als DSM of Unilever gaan daarmee goed om, vindt hij. “Ze la- ten zien wat ze in 2020 bereikt willen hebben op de verschillende onder-werpen die onder duurzaamheid vallen. Overigens zonder nu al exact in te kunnen vullen op welke wijze die doelen worden bereikt, maar er

CM1411_38-40_Duurzamheid_NEW.indd 39 06-11-14 15:51

Page 40: Chemie Magazine november 2014

40 Chemie Magazine november 2014

http://linkd.in/1xsRfxU

wordt een perspectief geschetst en de ontwikkelingen worden op trans-parante wijze gemonitord.”Meer moeite heeft hij met het gebruik van het begrip duurzaam in campagnes. Het risico is dan dat mensen niet begrijpen wat er onder wordt verstaan. Bij Eneco’s cam-pagne ‘Samen gaan we voor duur-zaam’ ligt de relatie met energie en milieu voor de hand, maar bij een campagne als ‘Doe maar lekker duurzaam’ van Albert Heijn, Unile-ver en de Postcodeloterij is de bete-kenis voor de consument minder evident. “Het ‘bekt’ lekker, maar wat houdt het in? Gaat het over biologi-sche groente, over mensenrechten, over het milieu, of allemaal?”Brüggenwirth pleit voor heldere terminologie en concretisering en een terughoudend gebruik van de term duurzaamheid. “Laat zien wat je doet binnen de kaders van duur-zaamheid. Houd het dicht bij jezelf, geef handelingsperspectief door producten of adviezen, maak het concreet en breng het dicht bij de consument. Een claim dat het ver-derop in de keten goed geregeld is, interesseert mensen niet.”

Pijnlijke keuzesDe term duurzaam wordt ook vaak ten onrechte op een product of dienst geplakt. Een projectontwikkelaar bijvoorbeeld die een complex van veertig garageboxen laat bouwen en het project aanprijst als duurzaam omdat ledverlichting wordt toege-past. “Daardoor wordt de consument steeds kritischer”, zegt Brüggen-wirth. “Op termijn schaadt dat het bedrijf dat de claim neerlegt, maar uiteindelijk ook het collectief. Pro-bleem is dat je duurzaamheid als containerbegrip niet kunt certifi ce-ren, hooguit de verschillende onder-delen die er deel van uitmaken, zoals fair trade. Ik pleit er daarom voor duidelijk te vertellen waar jouw rol

ligt als bedrijf of merk. Vertellen wat er voor jou schuilgaat achter het begrip duurzaamheid. Dat kan het milieu betreffen, de gebruikte grond-stoffen, het klimaat, maar ook the-ma’s als gezondheid, mensenrechten of de lokale leefomgeving. Als het maar aansluit bij de eigen competen-ties. De kern is dat je duidelijk maakt wat jij concreet toevoegt aan de samenleving. Een goed voorbeeld is van AkzoNobel, dat favela’s in Rio de Janeiro kleur heeft gegeven door verf beschikbaar te stellen. Het draagt daarmee bij aan verbetering van de leefomgeving en blijft dicht bij zijn corebusiness.”Een bedrijf dat een duurzaamheids-claim op tafel legt, moet ook conse-quent handelen, benadrukt hij. “Wanneer je zowel Max Havelaar-koffi e als plofkippen in je winkel-schappen legt, zal de kritische con-sument je daarop aanspreken. Dat kan tot onvermijdelijke, maar pijn-lijke keuzes leiden. Een goed voor-beeld is een Amerikaanse drogiste-rijketen die duurzaam wilde zijn op het thema gezondheid. Het concern heeft de verkoop van sigaretten gestaakt. Dat kost omzet, maar het níet doen kost geloofwaardigheid.”Uiteindelijk, zo stelt Brüggenwirth, is het bedrijfsleven de belangrijkste schakel naar meer duurzaamheid. “De overheid kan fi scaal stimuleren en daarmee massa creëren, maar het bedrijfsleven kan concreet tot gedragsverandering aanzetten, bij-voorbeeld door innovaties op de markt te brengen, zoals Unilever met zijn droge shampoo, die leidt tot ver-mindering van het watergebruik. De drijvende kracht voor duurzaamheid moet echt uit de industrie komen, in eerste instantie van de marktleiders, maar uiteindelijk komen ook kleinere bedrijven er niet mee weg als ze geen duurzaamheidsverhaal heb-ben.” p

bart brÜggenwirth:

‘ De kern is dat je duidelijk maakt wat jij concreet toevoegt aan de samenleving’

discussieer Mee!de chemische industrie werkt aan oplossingen voor een verdere verduur-zaming van onze samenleving. ze doet dat met concrete doelstellingen die ze bij voorkeur samen met burgers en de overheid opstelt. maar de term ‘duur-zaam’ wordt te pas en te onpas gebruikt, ook voor zaken die nauwelijks dat predi-caat verdienen, en dreigt een leeg con-tainerbegrip te worden. het beeld dat burgers hebben van duurzaamheid in de industrie is vaak wantrouwend.

het is terecht dat een deel van de samenleving duurzaamheidsclaims van de industrie wantrouwt.

Mee eens? of juist niet? discussieer mee op linkedin!

http://linkd.in/1Gscp55

Meer inForMatie:www.dossierduurzaam.nlwww.duurzaam-ondernemen.nl/whitepa-per-motivaction-vijf-tinten-groen

CM1411_38-40_Duurzamheid_NEW.indd 40 06-11-14 15:51

Page 41: Chemie Magazine november 2014

AdvertentieInduvac_PompNL_definitief.indd 2 21/August/12 10:35 AM

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

SAMSON REGELTECHNIEK B.V.Signaalrood 10 · 2718 SH ZoetermeerTel. 079 361 05 01 · Fax. 079 361 59 [email protected] GROUP · www.samsongroup.net

A01

149N

L

Cavitatie (g)een probleem ?

Cavitatie in regelventielen kan leiden tot ongewenste onder-houdskosten en - in het uiterste geval - uitval van uw productie-proces.

De door de R&D-afdeling van SAMSON AG op maat ontwik-kelde AC-trim voorkomt schade en geluid ten gevolge van hoge drukval in uw proces.

409559_ADV.indd 41 07-11-14 11:23

Page 42: Chemie Magazine november 2014

42 Chemie Magazine november 2014

Fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

Zeeuwse proeftuin Zoekt CheMiebedrijven die willen vergroenen

bioraffinage opkleine schaal

we hebben ook exoten die hier nor-maal niet groeien.” van oers baseert zijn keuzes voor de planten op kennis uit de markt en literatuur-onderzoek. “wij bepalen zo welke planten potentieel interessant zijn en laten die groeien. de daaropvol-gende analyses voeren we niet zelf uit. dat laten we doen door onze partners in de chemische industrie of het Center of expertise biobased economy.”

van oers denkt dat vooral fijnche-miebedrijven kunnen profiteren van de mogelijkheden die de biobased innovations garden biedt. eén partij heeft zich al prominent aangesloten bij het initiatief: Arkema. dit bedrijf wil namelijk graag weten welke fos-siele grondstoffen vervangbaar zijn door biomassa. omdat de proeftuin nog maar één seizoen groeit en bloeit, zijn er alleen nog geen grote doorbraken geweest. wel vonden de projectleider en zijn collega’s kans-rijke aanknopingspunten, zoals een stof uit aardappelen die gebruikt kan worden als insecticide. “ook zijn we bezig met een kansrijk project om verfstoffen uit reststromen te halen”, vervolgt van oers.de tweede fase van de Zeeuwse proeftuin werd op 16 oktober sym-bolisch gestart door ben de reu, lid van de gedeputeerde staten in Zee-land. hij zette een bioraffinaderij in gebruik zodat de biobased innovati-ons garden vanaf 2015 zelf op kleine

halverwege oktober was het feest bij de biobased innovations garden in noord-beveland. De proeftuin voor groene grondstoffen nam namelijk zijn bioraffinaderij in gebruik. hierdoor kunnen de initia-tiefnemers, waaronder DlV plant, proefboerderij rusthoeve, impuls Zeeland, Wageningen Ur en ZlTo, de tientallen kansrijke gewassen die zij kweken zelf splitsen in nut-tige onderdelen.

c or van oers is projectleider van de proeftuin, die mede mogelijk wordt gemaakt door

financiële steun van de rabobank, het europees fonds voor regionale ontwikkeling, het rijk en de provin-cie Zeeland. niet zonder trots vertelt hij over de mogelijkheden van de lap grond. “wij zoeken hier naar nieuwe toepassingen voor de biobased eco-nomy. uit onze 64 veldjes met daar- op vijftig gewassen halen we zo veel mogelijk informatie om afnemers te interesseren.” daarnaast organise-ren van oers en zijn collega’s inspi-ratiesessies, zoals over vetzuren en aardappelreststromen. bedrijven horen daarbij welke biogebaseerde alternatieven er aanwezig zijn voor hun fossiele grondstoffen.

de aanwezige planten zijn in Zee-land voor een deel oude bekenden en voor een deel nieuwe inwoners, weet de projectleider. “vlas is hier al langer een belangrijke teelt, maar

CM1411_42-34_Uitgelicht.indd 42 06-11-14 15:52

Page 43: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 43

Uitgelicht

Een van de geteelde gewassen is olifants-gras (miscanthus), dat als grondstof kan dienen voor bouwmaterialen, papier, bio-plastics en biobrandstoffen.

Fo

to: A

no

uk

Wit

te

schaal planten kan raffineren. daar-naast gaat van oers zich de komende tijd richten op vetzuren voor de chemie, vezels voor con-structiematerialen en groene oplos-singen voor de voedingsindustrie. het doel is daarbij duidelijk: vóór oktober 2015 moeten er drie busi-nesscases zijn die samen met het bedrijfsleven opgepakt worden.

de biobased innovations garden hoopt daarom dat de chemie zich nog nauwer gaat betrekken bij dit project, zegt de projectleider. “we willen met name de fijnchemie meer betrekken. we horen daarom graag alle vragen, suggesties en ideeën voor groene grondstoffen!” p

CM1411_42-34_Uitgelicht.indd 43 06-11-14 15:52

Page 44: Chemie Magazine november 2014

44 Chemie Magazine november 2014

‘ We moeten Wel de kans grijpen om van incidenten te leren’Na Gerard van Harten en Willem Huisman is Anton van Beek de derde Dow-topman die het actieprogramma Veiligheid Voorop gaat trekken. Hij is doordrongen van het belang ervan. “Een key performance indicator, net als winst en groei.” Kennismaking met het nieuwe ‘boegbeeld’ (al gruwt hij van de term).Tekst: Jos de Gruiter

Anton vAn Beek (Dow) enthousiAst AAn De slAg Als ‘BoegBeelD’ veiligheiD voorop

v eiligheid is geen onder-handelbaar issue, bena-drukt Anton van Beek. Het nieuwe gezicht van Veiligheid Voorop noemt

veiligheid een vanzelfsprekendheid. “De samenleving mag verwachten dat een bedrijf zich aan de regels houdt en geen gevaar vormt voor medewerkers, klanten en omge-ving. Er is niet mee te sjoemelen: met veiligheid kun je niet winnen; alleen verliezen. Daarom moet het onderwerp permanent op de agenda van het management staan.”Van Beek werd dit jaar benoemd tot president voor Dow in de Benelux en voorzitter van de raad van bestuur van het bedrijf. Hij volgde in die functie Willem Huisman op, die ver-trok om president van Dow Duits-land te worden. Van Beek volgde Huisman niet alleen op als topman van Dow, hij nam ook het estafette-stokje van hem over als ‘boegbeeld’ van het actieprogramma Veiligheid Voorop. Hij ziet het als een missie: “Als je met slechte prestaties op veiligheidsgebied in de pers komt, dan laten lokale en regionale amb-tenaren en bestuurders je vallen als

een baksteen, en wordt het moeilijk toptalent aan te trekken. Mensen willen er niet op worden aangespro-ken dat ze in een bedrijf werken waar slordig wordt omgesprongen met veiligheid. Als je het op dit vlak niet goed regelt, dan zijn er heel veel down sides, en als je het goed doet hoef je geen lof te verwachten: veiligheid wordt geacht vanzelfspre-kend te zijn. En terecht.”Van Beek heet het nieuwe ‘boeg-beeld’ van Veiligheid Voorop te zijn. Hij hikt aan tegen de benaming (“Ik zal binnenkort maar eens aan de orde stellen of we er niet iets anders van kunnen maken, gewoon voorzit-ter of zo.”) maar is enthousiast over de inhoud van zijn rol. “Naast het neerzetten van een goed onderne-mingsresultaat is veiligheid een van de uitdagendste onderwerpen die je kunt oppakken. Het is voor de che-mische industrie van wezensbe-lang.”

Smoel gevenHet actieprogramma Veiligheid Voorop is een initiatief van VNO-NCW, de chemische industrie (VNCI), de petroleumindustrie

(VNPI), de tankopslagbedrijven (VOTOB) en de handelaren in chemi-sche producten (VHCP). Inmiddels hebben ook andere organisaties zich aangesloten, zoals de branche-organisaties van onderhoudsorgani-saties (VOMI, NVDO en Profion) en van verf- en drukinktbedrijven (VVVF). Veiligheid Voorop wordt ondersteund door NVVK, de beroepsvereniging van veiligheids-kundigen. Het programma richt zich op verdere verbetering van veilig-heid in de aangesloten sectoren. Het uitwisselen van kennis en ervaring tussen bedrijven is een belangrijk element van het programma. Daar-naast pleit Veiligheid Voorop bij de overheid voor minder gefragmen-teerd, proportioneel en deskundig toezicht en handhaving. Na Gerard van Harten en Willem Huisman is Anton van Beek de derde achtereenvolgende Dow-topman die het initiatief ‘smoel’ moet geven. Hij heeft niet lang geaarzeld toen hij voor de functie werd benaderd, vertelt hij. “Ik heb bij andere bedrijven gewerkt voor ik bij Dow terechtkwam. Mijn ervaring is dat veiligheid bij Dow hoog in het

CM1411_44-46_Anton.indd 44 06-11-14 15:49

Page 45: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 45

Veiligheid Voorop

e

vaandel staat, het zit in het DNA van het bedrijf. In feite is het de belang-rijkste performance indicator. Een trekkersrol bij Veiligheid Voorop is ons dus op het lijf geschreven. Ik denk dat we veel te bieden hebben.”De Dow-topman denkt niet dat zijn marketingachtergrond (zie kader CV) maakt dat hij anders tegen het begrip veiligheid aankijkt dan een in de chemie geschoold manager. “De tijd is voorbij dat een chemicus op basis van zijn technische kennis bepaalde of een situatie veilig was of niet en in dat proces weinig oog had voor de perceptie van veiligheid bij anderen. Iedereen is ervan door-drongen: of je nou een chemie-ach-tergrond hebt, een economische of een commerciële, veiligheid mag niet ter discussie staan. Het enige verschil is misschien dat een mar-ketingman anders communiceert dan een chemicus. Wat mijzelf betreft hoop ik vanuit de marketing- en businesskant het netwerk rond veiligheid uit te breiden en de inter-actie tussen producenten en klanten naar een hoger plan te tillen. Daar-naast is het natuurlijk van belang dat bedrijven in de chemie elkaar

CVvan Beek heeft een brede commer-ciële achtergrond en ruime erva-ring in het management van ver-schillende business-divisies. in 2009 kwam hij bij Dow in dienst door de fusie met rohm en haas, waar hij als general manager ver-antwoordelijk was voor het bedrijfsonderdeel primary materi-als. voor zijn overstap naar rohm en haas werkte hij negen jaar bij BAsF in verschillende manage-mentfuncties in marketing en sales.hij behaalde een bachelor chemie aan de technische hogeschool in Arnhem en een master manage-ment en marketing aan de universi-teit van Amsterdam. ook volgde hij een executive programma aan de erasmus universiteit rotterdam.

Anton van Beek: ‘ Veiligheid wordt gezien als een vanzelfsprekendheid. En terecht.’

Fo

to: j

er

oe

n m

oe

rD

ijk

CM1411_44-46_Anton.indd 45 06-11-14 15:49

Page 46: Chemie Magazine november 2014

46 Chemie Magazine november 2014

helpen om betere prestaties te rea-liseren.”Op basis van zijn ruime internatio-nale ervaring durft Van Beek de stelling aan dat het met de aandacht voor veiligheid in Nederland goed is gesteld. “In de Scandinavische lan-den en in Duitsland ligt het denken over veiligheid op een met ons ver-gelijkbaar niveau. Maar ik ben ook actief geweest in Dubai, Zuid-Afrika, Turkije, Italië en Rusland. Dan zie je andere dingen. In het Westen zijn we duurder uit dan wanneer we iets bouwen in een land als Turkije. Voor een deel heeft dat te maken met de kosten van arbeid, maar de short cuts die ze er maken op veiligheids-gebied, spelen zeker een rol. In het Westen kijken we niet alleen naar de veiligheid van de plant, maar ook naar die van onze mensen. En we doen meer dan waartoe de wetgever ons verplicht, zoals audits bij onder-nemingen waarmee we zaken doen.

Minder vrijblijvendZijn kennismaking met Veiligheid Voorop is hem goed bevallen (“De structuur is goed, opgezet door vak-bekwame professionals.”) en hij was blij verrast te kunnen constate-ren dat het werken aan verdere ver-betering van de veiligheid ook in kleinere en middelgrote onderne-mingen prominent op het netvlies staat. “Begin november werden tijdens de Veiligheidsdag de prijzen uitgereikt van de essaywedstrijd over veiligheid. Ik vond het opval-lend te zien dat de deelnemers vooral uit het mkb kwamen en zich intensief hadden gebogen over de vraag hoe veiligheid naar een vol-gend niveau kan worden getild. Ik was er blij mee, want voor mij is dat een van de belangrijke uitdagingen: hoe krijgen we het onderwerp op de agenda van het mkb? En verder: hoe gaan we elkaar helpen in de keten? Ik heb het idee dat het denken over veiligheid in de chemie goed veran-kerd is, maar in de opslag- en distri-butiesector kunnen nog slagen wor-den gemaakt. In de vorm van

gespreksronden tussen experts uit de grotere chemiebedrijven en ver-tegenwoordigers van opslag- en distributiebedrijven, is een dialoog gaande. We zouden kunnen overwe-gen die dialoog minder vrijblijvend te maken. Er is veel kennis bij bedrijven waar distributeurs van kunnen leren. Dat is niet alleen goed voor de veiligheid, maar ook voor hun business. Per slot van rekening is het een aanbeveling als een groot chemiebedrijf je kwalificeert om zaken mee te doen.”Transparantie en elkaar aanspreken op veiligheidsgebied zijn belangrijke onderdelen van het actiepro-gramma Veiligheid Voorop. Volgens Van Beek gaat het daarmee de goede kant op, al ervaart hij ook terughoudendheid. “Er is een drem-pel als het erom gaat een groot, goed bekend staand bedrijf aan te spreken als er een incident heeft plaatsgevonden. Vaak is de gedachte: het is al gestraft door publiciteit, dus er zal al een verbe-terslag op gang zijn gekomen. Dat is begrijpelijk, maar we moeten wel de kans grijpen om van incidenten te leren.”

Blijvend platformIn elk geval zal het een uitdaging zijn om ‘scherp’ te blijven als zich lan-gere tijd geen incidenten voordoen. “Daar komt leiderschap om de hoek kijken”, zegt hij. “De top van elke onderneming moet uitstralen dat het niet uitsluitend om groei en winst gaat. Het onderwerp veilig-heid moet telkens op de agenda staan en er moet benadrukt worden dat het net zo belangrijk is als de andere key performance indicators.”Het actieprogramma Veiligheid Voorop is in zijn ogen een blijvend platform. “Er zijn voortdurend ver-anderingen die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid. Het is een dynamisch proces. Dan is het goed om een platform te hebben waar bedrijven en overheden met elkaar in gesprek blijven.” p

‘duidelijke afspraken over (naleving) uniforme normen’veiligheid voorop werd in het leven geroe-pen kort na de brand bij Chemie pack op industrieterrein moerdijk. het incident had tot gevolg dat de chemische industrie geweldig schrok en enige tijd onder het ver-grootglas van de politiek lag. inmiddels lijken de verhoudingen genormaliseerd. wel is er nog kritiek op de deskundigheid en de werkwijze van inspecties, die zich, zo luidt de kritiek, in een aantal gevallen te veel richten op zaken die niet in directe zin een relatie hebben met de veiligheid van het productieproces. De deskundigheid van inspecteurs is van groot belang, benadrukt van Beek: “inspecties moeten hun mensen opleiden, net zoals bedrijven dat doen. Als de kennis niet op niveau is, dreigt al snel het gevaar van nieuwe wetgeving. Dan ben je niet met veiligheid bezig, maar met regel-tjes.”evenzeer hecht hij aan het in samenwerking met overheid en inspecties ontwikkelen van uniforme regels rond veiligheidsissues en het maken van afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden. Zijn overwe-ging: “ik denk dat we moeten voorkomen dat we allebei het wiel uitvinden. Als een bedrijf voldoet aan de normen van de over-heid, zou ik niet gedwongen moeten worden zelf ook nog een assessment uit te voeren, met het risico dat ik erop word aangespro-ken als het fout gaat. we moeten duidelijke afspraken maken over de vraag hoe de nor-mering eruitziet en vervolgens zouden zowel de overheid als bedrijven moeten kunnen controleren of de uniforme normen worden nageleefd. Dat is efficiënter dan dat we dat allebei gaan doen.”

‘ De top van elke onderneming moet uitstralen dat het niet uitsluitend om groei en winst gaat’

CM1411_44-46_Anton.indd 46 06-11-14 15:49

Page 47: Chemie Magazine november 2014

The + in your logistics

WWW.VERSTEIJNEN.NL

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)•

DIRECTE DISTRIBUTIE•

GECONDITIONEERD TRANSPORT•

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN•

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD•

Wat is de + voor uw bedrijf?

(GECONDITIONEERD) TRANSPORTHANDLINGOPSLAG

Safe, sustainable enterprise software solutions

• Realize a 10% cost reduction in product development with powerful, industry-specific business applications that enable stronger relationships with customers and suppliers.

• Infor’s intuitive user interface and flexible architecture provide agility to respond swiftly to changes in the marketplace.

• Automotive coatings producer AkzoNobel uses Infor Optiva to reduce waste and costs, gain global operational efficiency, and improve development quality across all sites.

Copyright 2014 © Infor. www.infor.com. All rights reserved.

70.000 customers in 200 countries & territories supported by 13.000 employeesTel: +31 (0)342-42 88 88 infor.com/industries/chemicals

Infor goes the whole way for us by delivering useful, practical solutions for our industry. Infor understands how we think.” Dr. Luc Turkenburg Director R&D Services and Regulatory Affairs AkzoNobel Automotive and Aerospace Coatings

409559_ADV.indd 47 07-11-14 11:24

Page 48: Chemie Magazine november 2014

48 Chemie Magazine november 2014

IsolatIe loontEen studie van adviesbureau Ecofys en de Routekaart Chemie 2012-2030 Energie en Klimaat van de VNCI tonen aan dat de industrie energie kan besparen door isolatieprojecten uit te voeren. DSM nam de caprolactamfa-briek onder de loep. Resultaat: een jaarlijkse energiebesparing van 112.000 euro door niet of slecht geïsoleerde delen van de fabriek te isoleren. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

CaprolaCtamfabriek DSm beSpaart veel op energie met kleine inveStering

boekt DSM door de energie-efficiën-tie te vergroten en processen te innoveren. Zoals het gebruik van restwarmte en de inzet van nieuwe technologieën. Tegelijkertijd valt er ook door ‘good housekeeping’ nog steeds energie te besparen, zoals via isolatieprojecten. Borsje bezoekt regelmatig sites van DSM in binnen- en buitenland om de vorderingen met energiebesparing in kaart te brengen. De kwaliteit en kwantiteit van het isolatieniveau in de fabrie-ken zijn volgens hem in het alge-meen goed. “Maar dat wil niet zeg-

gen dat wij geen kansen meer zien. Gelukkig zijn ze alleen niet zo groot.”

SluitpostBorsje benadrukt het belang van goed gekozen en geïnstalleerde isolatie bij nieuwbouwprojecten, waar isolatie soms letterlijk de sluitpost is die ontstaat als het einde van de projecttijd en het budget in zicht zijn. En als de isolatie er wél is, dan kan het nog steeds verkeerd gaan, zoals in de gebruikersfase. “Soms raakt isolatiemateriaal, zoals minerale wol, beschadigd doordat

energiebesparing staat bij DSM hoog op de agenda, stelt Martin Borsje, com-petence leader Energy & Utilities van DSM Corpo-

rate Operations & Responsible Care. “Zo streven wij ernaar om in 2020 wereldwijd 20 procent minder energie te verbruiken ten opzichte van 2008. DSM geeft jaarlijks een fors bedrag uit aan energie. Bespa-ring levert dus niet alleen geld op, maar is ook beter voor het milieu, omdat de CO2-uitstoot afneemt.” De meeste energiebesparingswinst

’Soms raakt isolatiemate-riaal beschadigd, of hetverdwijnt na een onder-

houdsjob’.

fo

to’S

: He

rte

l

CM1411_48-49_DSM.indd 48 06-11-14 15:48

Page 49: Chemie Magazine november 2014

november 2014 Chemie Magazine 49

mensen over leidingen lopen, zware dingen erop leggen of er met een heftruck tegenaan rijden. Of het verdwijnt na een onderhoudsjob. Dan komen er gaten in de bescher-mende laag, waardoor er vocht bij kan en condens ontstaat. De isole-rende werking neemt dan af. Ook kan zo corrosie ontstaan.” Dat isolatieprojecten voor een aar-dige energiebesparing kunnen zor-gen, bleek eerder uit een studie van adviesbureau Ecofys in opdracht van de European Industrial Insulation Foundation. Volgens Ecofys kan de gehele Europese industrie jaarlijks 620 petajoule besparen. Dat staat gelijk aan het verbruik van tien mil-joen huishoudens of vijftien kolen-gestookte energiecentrales van 500 megawatt. Ter vergelijking: het jaar-lijkse energieverbruik van de Nederlandse chemische industrie is 335 petajoule. Ook de Routekaart Chemie 2012-2030 Energie en Klimaat van de VNCI wijst erop dat door isola-tieprojecten energie valt te besparen.

Oude fabriekMede daarom ging Borsje in op de uitnodiging van Peter Stulen, isola-tiespecialist en manager plant inte-grity bij Hertel, om de caprolactam-fabriek van DSM in Geleen onder de loep te nemen. Borsje: “De oudste

‘ BlIjkBaar accepteert de IndustrIe het verlIes’

isolatiespecialist en manager plant integrity peter Stulen van Hertel is er nog altijd verbaasd over: “in de industrie is het gebruikelijk om isolatiesystemen uit te rekenen met een verlies van maximaal 150 watt per vierkante meter. bij huizen maken wij ons al druk over een verlies van 3 watt per vierkante meter. blijkbaar accepteert de industrie het verlies. geen idee hoe dat komt. isolatie is kennelijk een ondergeschoven kindje.” De grote klappers met energiebe-sparing maak je door nieuwe tech-nologieën te gebruiken en proces-sen te innoveren. Dat neemt volgens Stulen niet weg dat ook isolatieprojecten voor interessante besparingen kunnen zorgen. “Dat kan niet alleen met minerale wol, maar ook met innovatieve materia-len zoals aerogel.” Stulen heeft inmiddels twee presentaties gege-ven tijdens workshops over ener-gie-efficiëntie voor chemiebedrij-ven in de regio eemsdelta en de regio Zuidoost-nederland. “Deel-nemers reageerden positief op mijn verhaal dat isolatie eenvoudig is aan te brengen, niet heel veel geld kost, energie bespaart en snel is terugverdiend.”

‘Isolatie is eenvoudig aan te brengen, kost niet heel veel geld, bespaart energie en is snel terugverdiend’

spIce3: europese aandacht voor energIeBesparIngDe Nederlandse en Europese chemiesector ver-keert mondiaal in zwaar weer vanwege de relatief hoge energieprijzen ten opzichte van met name de VS en Azië. Het is ook mede om die reden dat juist daar momenteel veel nieuwe installaties verrijzen. Daarom is in Europees verband het Spice3-plat-form opgericht, waarin bedrijven kennis uitwisse-len om onnodig hoge energiekosten te vermijden via soms eenvoudige maatregelen. Voorbeelden hier-van staan ook op de bijbehorende website, aange-vuld met een lijst best practices op isolatiegebied en verslagen van de workshops die in Nederland zijn gehouden.

Meer informatie: http://www.spice3.eu/index.php/NL/

Met een warmtebeeldca-mera worden de energie-

verliezen opgespoord.

delen van de fabriek zijn zo’n vijftig jaar oud. De kans dat je hier isolatie-problemen tegenkomt, is daarom groter dan bij een nieuwe plant.”Om de verliezen in kaart te brengen, voerde Hertel een Technical Insula-tion Performance Check (TIPCHECK) uit. Hierbij worden met een warmte-beeldcamera de energieverliezen opgespoord en gevisualiseerd. Het resultaat was een rapport van Her-tel met daarin de actuele warmte-verliezen, mogelijke maatregelen, een schatting van de benodigde investeringen en terugverdientijden. Borsje: “Door een relatief kleine investering in de caprolactamfa-briek kunnen wij op jaarbasis 112 duizend euro aan energie besparen. De terugverdientijden variëren van een maand tot ruim twee jaar. Dat hebben wij ook zelf nagerekend. Bij de eerstvolgende onderhoudstop gaan wij ermee aan de slag.” De isolatiescan was aanleiding voor Borsje om Hertel uit te nodigen voor een presentatie in het Global Energy Network van DSM, een team ener-giespecialisten van de business-groepen van DSM. Borsje, die hier-van voorzitter is: “Binnenkort komen wij weer bij elkaar. Dan bespreken wij de mogelijkheid om op andere plants vergelijkbare scans uit te voeren.” p

Energie & klimaat

CM1411_48-49_DSM.indd 49 06-11-14 15:48

Page 50: Chemie Magazine november 2014

bedrijven

Akzonobel verkoopt 50 procent aandelen in de joint venture met Eka Synthomer Oy aan Synthomer. “Na de verkoop van Paper Chemi-cals aan Kemira eerder dit jaar hebben we na de voltooiing van deze transactie geen belangen meer in deze markt”, aldus Niek Stapel, managing director Pulp and performance chemicals. “Dit stelt ons in staat zowel op onze sterke chemische platformen als op onze leidende posities in bleekmiddelen, colloidal silica, Kromasil en micro-bolletjes te concentreren.”

dSM en roquette willen met hun joint-venture Reverdia wereldwijd marktleider worden op gebied van biobarnsteenzuur. Volgens Rever-dia-directeur Marcel Lubben is het vooral de technologie die het bedrijf geen windeieren zal gaan leggen. Inmiddels is Reverdia al ruim anderhalf jaar aan het produceren in het Italiaanse Cassano. De keuze voor deze locatie is vooral gemoti-veerd door de aanwezigheid van een fabriek van Roquette voor maiszetmeelhydrolysaat.

duPont verkoopt zijn belang in de joint venture Speciality Polymers Antwerp aan Borealis. Met de over-name van het belang van 67 pro-cent wordt Borealis volledig eige-naar van de fabriek in Zwijndrecht, waar onder andere acrylaatcopoly-meren en ethyleenvinylacetaat worden gemaakt. Vooral de acry-laatcopolymeren zijn belangrijk voor Borealis, als bouwstenen voor een aantal van zijn producten.

bayer wil zich in de toekomst geheel gaan richten op zijn life sci-ence-activiteiten HealthCare en CropScience. De huidige divisie MaterialScience wordt afgesplitst en omgezet in een zelfstandige beursgenoteerde onderneming. Bayer wil zich in de toekomst posi-tioneren als wereldleider op het gebied van gezondheid voor mens, dier en plant.

n mijn diverse HSE-functies in het bedrijfsleven en bij de overheid op het gebied van milieuver-gunningverlening en handhaving was de milieu-regelgeving de rode draad. Die heeft in de loop der jaren een enorme ontwikkeling doorge-

maakt. Bij elke wetswijziging was het hogere doel verbetering van de kwaliteit, vereenvoudiging van de regels en vermindering van de regeldruk. Ondanks alle inspanningen om te dereguleren heeft een che-miebedrijf vandaag de dag toch al snel met tweehon-derd regels en wetten te maken. Mag het ook een onsje minder zijn?Een verklaring hiervoor is dat in Nederland maar moeilijk keuzes worden gemaakt. De geschrapte regelgeving betrof veelal ‘dood hout’. Bij vernieuwing van wetgeving wordt vaak voortgeborduurd op bestaande regelgeving. Implementatie van EU-regel-geving vindt zelden één-op-één plaats. Getracht wordt de EU-regelgeving in te passen in de Neder-landse, wat vaak lastig is omdat de scope niet altijd gelijk is, waardoor meerdere wetten simultaan moe-ten worden gewijzigd.Een grondige herziening van het stelsel is nodig. Ik hoop dat met vorming van de Omgevingswet flinke stappen worden gezet. We moeten ook beseffen dat niet alles in regelgeving te vangen is. Nul risico bestaat niet. Het is goed dat de WRR en de Rli recent hebben gepleit voor een nieuw risicobeleid met meer samenhang in de risicobeoordeling en -afweging, waarin rekennormen minder bepalend zijn.De uitvoeringspraktijk moet ook op orde zijn en ook hier past een meer risicogerichte benadering. Helaas zie ik daar nog weinig van. De regelgeving wordt juist meer centraal gesteld. Vergunningverleners en hand-havers mogen vooral geen zaken missen: is alles gedekt (dichtgeregeld in de milieuvergunning) en zijn bij controle geen zaken over het hoofd gezien? Alles wordt vastgelegd, voor de verantwoording achteraf. Tegen afwijkingen wordt opgetreden, hoe onbedui-dend soms ook. Een ongewenste bijkomstigheid is dat algemene regels steeds vaker de bepalingen van ver-leende milieuvergunningen overrulen. We zijn gebaat bij heldere, eenduidige regelgeving en bij een consistente uitvoering, met zo veel mogelijk aansluiting bij de Europese kaders. De snelheid van besluitvormingsprocessen moet flink omhoog en de administratieve rompslomp moet aanzienlijk minder. Het is mij een doorn in het oog dat veel bevoegde geza-gen de proceduretermijnen bij Wabo-vergunningen standaard met zes weken verlengen, een mogelijkheid die primair bedoeld is voor complexe aanvragen. Het verminderen van de regeldruk is een speerpunt van de VNCI. Bovenstaande problematiek is voor mij dagelijks werk. In de werkgroepen Milieuzorg en Pro-cesveiligheid delen we de ervaringen en bedenken we oplossingen. Mag het alsjeblieft een onsje minder zijn? Ik hoop dat we die vraag ooit bevestigend zullen kunnen beantwoorden. p

Edwin dE Roij

MAg het een onSje Minder zijn?

Column/bedrijven

I

50 Chemie Magazine november 2014

‘Chemiebe-drijf heeft al

snel met tweehonderd regels en wet-ten te maken’

Edwin de Roij is beleidsmedewerker Milieu en

Procesveiligheid bij de VNCI.

CM1411_50__column-bedrijven.indd 50 06-11-14 15:47

Page 51: Chemie Magazine november 2014

DigitaalDigitaal veiligheids- veiligheids-paspoortpaspoort ingevoerd ingevoerd

Lignine: de grondstof van de toekomstVisiedocument basis voor dialoog onderwijs en industrie

‘ OVERSTAP NAAR BIO GAAT TE TRAAG’

JOHAN SANDERS (WAGENINGEN UR)

MaandbladMaandblad van van de de VerenigingVereniging van van de de Nederlandse Nederlandse Chemische Chemische Industrie Industrie •• 03 03 •• 19 19 maart maart 2014 2014

NEEM EEN GRATISABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Digitaal veiligheids-paspoort ingevoerd

Genomineerden

Responsible Care-prijs

BRZO-inspectierapporten

openbaar

Wat beloven de

Europese verkiezingen?

EEmsdElta focust op biobasEd

ActieplAn voor chemiecluster

positief ontvAngen

MaandbladMaandblad van van de de VerenigingVereniging van van de de Nederlandse Nederlandse Chemische Chemische Industrie Industrie •• 04 04 •• 24 24 april april 2014 2014

Genomineerden

Responsible Care-prijs

Croda hergebruikt eigen proceswater

Veilig werken in besloten ruimte Opleiding Applied Science in lijn met transitieplan

Chemieopleidingen doen het goed

MaandbladMaandblad van van de de VerenigingVereniging van van de de Nederlandse Nederlandse Chemische Chemische Industrie Industrie •• 05 05 •• 21 21 mei mei 2014 2014

doen het goed

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) h Chemie magazine abonnementh Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Bedrijfsnaam/OrganisatieNaamFunctieAdresWoonplaatsE-mail

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: [email protected] Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

Stopper Chemie 105x148.indd 1 15-05-14 14:54

phone (31) 10.7541 600 | [email protected] | www.leschaco.com

Leschaco Nederland B.V.Hoogvlietsekerkweg 164NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet

Forwarding is our passion.Since 1879.

Leschaco –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

409559_ADV.indd 51 07-11-14 11:24

Page 52: Chemie Magazine november 2014

VNCI

RONDE TAFEL CHEMIEMinister Kamp van Economische Zaken spreekt op 17 november met twaalf CEO’s uit de chemische industrie, Gerard van Harten als boegbeeld van de Topsector Che-mie en VNCI-directeur Colette Alma over de concurrentiekracht van de industrie. Belangrijke onderwerpen zijn energie- en grondstoffenproblematiek, innova-tie en clusterversterking. Meer hierover in het decembernummer.

SPICE3-WORKSHOPTijdens de SPiCE3-workshop op 30 september op Chemelot kregen de deelnemers praktische informatie over technologieën en methodie-ken die chemiebedrijven kunnen toepassen voor energie-effi ciëntie. De bijeenkomst, mede georgani-seerd door de VNCI, was bedoeld voor chemiebedrijven in de regio Zuidoost-Nederland.

VEILIGHEIDSDAG BRZO-BEDRIJVENOp 6 november organiseerde Vei-ligheid Voorop de Veiligheidsdag BRZO-bedrijven, met als thema ‘Leiderschap en communicatie’. Daarbij werd Anton van Beek voor-gesteld als de nieuwe voorzitter van Veiligheid Voorop. Ook zijn de prijzen uitgereikt aan de winnaars van de door het ministerie van IenM en Veiligheid Voorop uitge-schreven essaywedstrijd over ‘Vei-ligheid en leiderschap’ voor jonge professionals.

CLEANTECH BUSINESS DAYTijdens CleanTech Business Day op 9 december, een ontmoetingsplek voor ontwikkelaars, producenten, afnemers, mkb-bedrijven, start-ups en fi nanciers van CleanTech, verzorgt VNCI-speerpuntmanager Energie en Klimaat Reinier Gerrits een presentatie over de duur-zaamheidsuitdagingen voor de chemische industrie.

IN DE MEDIANaar aanleiding van de Europese Raad van 23 en 24 oktober zei VNCI-directeur Colette Alma tegen ICIS NEWS dat Brussel meer chemievriendelijke regelgeving zou kunnen overwegen om de sector te helpen het ‘structurele nadeel’ ten opzichte van de VS, waar de schaliegasrevolutie voor een boost heeft gezorgd, te overwin-nen. Zij zei ook dat de nieuwe Europese Commissie meer geneigd is om rekening te houden met de eisen van de chemische industrie, en dat ze blij is dat energie en klimaat nu onder één eurocommissaris vallen. “We hebben nu een kans om een beter Europees beleid te krijgen voor de regio als geheel. Hoewel de nood in de chemische industrie nu groot is, denk ik nog steeds dat Europa een zeer goede technologische positie en een goede logistiek heeft, en dat het nog steeds een grote markt is.”In SC benadrukte VNCI-speerpuntmanager Energie en Klimaat Reinier Gerrits naar aanleiding van de nieuwe Europese Commissie dat de prijsverschillen binnen de EU en vooral met de regio’s daarbuiten omlaag moeten. Hij pleitte ervoor dat de lidsta-ten hun besluiten onderling afstemmen om de ‘totale systeemtekorten’ te beperken en te voorkomen dat men elkaar in de weg zit.

In DE VOLKSKRANT zei Colette Alma dat het negatieve effect van de lage energie-prijzen vele malen groter is dan het huidige Europese energiebeleid. “Dat in Ame-rika de marktprijs voor gas eenderde is van hier komt door het schaliegas, niet door Europese maatregelen. Maar het komt er natuurlijk wel bovenop.”

‘De Nederlandse chemische industrie moet de jaarlijkse investeringen in innovatie met 1 miljard euro verhogen om de wereldwijde concurrentie aan te kunnen, aldus brancheorga-nisatie VNCI. “Als we niet iets doen zal de chemische indus- trie verslechteren en krimpen, en uiteindelijk verdwijnen uit Europa”, aldus Colette Alma, directeur van de VNCI.’ Dit schreef BLOOMBERG.COM naar aanleiding van een persbijeen-komst van de VNCI op 14 okto-ber over ‘Innovatie in de chemie is de toekomst’. Hierin gaven Colette Alma en Bert Jan Lom-merts, die het mkb vertegen-woordigt binnen het Topteam Chemie, inzicht in de laatste stand van zaken op het gebied

van innovatie in de chemische industrie in Nederland. Daarnaast presenteerden de twee start-ups Pectcof en E-stone Batteries, het mkb-bedrijf Ursa Paint en che-miebedrijf Yara hun innovaties. De grote opkomst van journalisten leverde een reeks publicaties op, in onder meer TROUW (‘De chemie snakt naar snelle innova-ties’), AD (‘Kleine chemiebedrijven krijgen hulp bij innovatie’), EUROPOORT KRINGEN en C2W. In het BNR-radioprogramma DE OCHTENDSPITS kwam Colette Alma aan het woord.

52 Chemie Magazine november 2014

VNCI NIEUWS

CM1411_52_VNCI.indd 52 06-11-14 15:47

Page 53: Chemie Magazine november 2014

BHT2012-005 adv BHT NL Automatie.indd 2 16-02-2012 17:27:35

www.hiltra.com

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen

RUIM 30 JAAR EXPERTISE

[email protected] - 0342-404160

Verkoop en Verhuur

09MOB03 chemie B.indd 1 01-03-2010 10:40:24

409559_ADV.indd 53 07-11-14 11:24

Page 54: Chemie Magazine november 2014

Service

MENSEN

Chemie Magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemi-sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Marloes Hooimeijer (eindredactie)Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected]

MedewerkersJoost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

VormgevingCurve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoordelijk-heid van de redactie

DrukMediaCenter Rotterdam

AbonnementenWie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via [email protected] of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: [email protected] of 070 337 87 28. OvernameOvername van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverPaul van Bueren

ISSN 1572-2996

COLOFON

VNCI ONLINEWWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laat-ste nieuws, vacatures en reac-

tiemogelijkheden op alle berichten

WW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemi-

sche industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

TKI BBE Ed de Jong, vice president development bij Avantium, is toegetreden tot de directie van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie voor de Biobased Economy (TKI BBE). De Jong zal zich vooral bezighouden met het extra verstevigen van de band met de chemische industrie. Hij neemt de plaats in van Jos Keurentjes, die is toegetreden tot de raad van toezicht van TKI BBE.

DOMEIN APPLIED SCIENCENiek Persoon is benoemd tot voorzitter van Domein Applied Science (DAS), het samen-werkingsverband van hbo-opleidingen die bachelordiploma’s applied science afgeven. Biochemicus Persoon is manager van het cluster Life Sciences & Chemistry van Hoge-school Inholland en al vier jaar bestuurslid bij DAS. Hij neemt de taken over van Ellen Hilhorst. De VNCI en DAS werken samen met een aantal Topsectoren en andere bran-cheorganisaties aan de uitwerking van een Kennisinfrastructuurplan Applied Science.

AVANTIUM Dr. Gert-Jan Gruter, CTO van Avantium, ontving op 8 oktober de prijs voor beste CTO van Europa in 2014. De prijs wordt gegeven aan een bij-zondere technologieleider van een innovatief bedrijf: iemand die inspire-rend is, een manager met visie die bijdraagt aan de ontwikkeling en duurzaamheid van zijn of haar industrie en ook voor de maatschappij als geheel. Na een carrière bij DSM Research en als deeltijdprofessor poly-

meerkatalyse bij de TU/e werkt Gruter sinds de oprichting in 2000 bij Avantium.

KOFFIEKRINGLOOP SLUIT ZICHWERKEN IN DE CHEMIE: BERT JAN LOMMERTS, LATEXFALTPAN EUROPEAN SURVEYTHEO STIJNEN, NIEUWE DIRECTEUR PLASTICS EUROPESABIC GECERTIFICEERD VOOR GROENE KUNSTSTOFFEN EN NOG VEEL MEER…

VOLGENDE MAAND (10 DECEMBER)

54 Chemie Magazine november 2014

CM1411_54_service.indd 54 06-11-14 15:46

Page 55: Chemie Magazine november 2014

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefi t from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certifi cation.

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Overview of production capabilities

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags)

Possibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso ContainersPossibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Production capabilities

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | [email protected]

serv

ices

Validation Engineer requiredSynCo Bio Partners BV is a biopharmaceutical organization in Amsterdam. As a global player they offer development and manufactural services supporting biotech industry worldwide. From the earliest stages in process development, through preclinical trails, approval and market supply.

As (Senior) Validation Engineer you will be responsible for performance of commissioning and qualification, performing hands on validation activities and cleaning validation.Do you have at least a BSc. degree and work experience? Are you excelling in problem solving and trouble shooting? Do you have experience in Computer System Validation and regulatory inspections?

Then visit our website for more information.

SynCo Bio Partners - Amsterdam

matching the best in chemistry & life sciences

www.cls-services.nlrecruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

Dedicated to Excellence

409559_ADV.indd 55 07-11-14 11:24

Page 56: Chemie Magazine november 2014

www.sgs.com

sgs gRoUP NETHERLANDsMalledijk 18P.O. Box 200NL-3200 AE Spijkenisset +31 (0)181 69 33 33e [email protected]

sgs gRoUP BELgiUmSGS HouseNoorderlaan 87B-2030 Antwerpent +32 (0)3 545 44 00e [email protected]

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world.

SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive - Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification - Governments & Institutions.

mAkiNg THE DiffERENcE

409559_ADV.indd 56 07-11-14 11:24