Chemie magazine 2009 - september

64
Samen werken aan minder inspectie Gerard van Koten: 'Innovatie kalft af' Kunnen we het proefdier missen? Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 08 30 september 2009 Het geheim van dat toefje slagroom... Magazine Chemisch Magazine 5_XL.pdf 1 Chemisch Magazine 5_XL.pdf 1 24-9-2009 6:08:51 24-9-2009 6:08:51

description

Chemie magazine september 2009

Transcript of Chemie magazine 2009 - september

Page 1: Chemie magazine 2009 - september

Samen werken aan minder inspectie

Gerard van Koten: 'Innovatie kalft af'

Kunnen we het proefdier missen?

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 08 30 september 2009

Het geheimvan dat toefje slagroom...

Magazine

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 1Chemisch Magazine 5_XL.pdf 1 24-9-2009 6:08:5124-9-2009 6:08:51

Page 2: Chemie magazine 2009 - september

Evides Industriewater

Schaardijk 150 • 3063 NH ROTTERDAM

Postbus 4472 • 3006 AL ROTTERDAM

tel. +31 (0)10 293 51 72

www.evides.nl

Als toonaangevende waterpartner voor de industrie in Nederland is Evides

Industriewater verantwoordelijk voor de productie en levering van industriewater,

gedemineraliseerd en gedestilleerd water, landbouwwater en proceswater.

Evides Industriewater heeft verschillende installaties voor industriewater- en

afvalwaterzuivering in bezit en beheer. De installaties worden intern ontworpen

en gebouwd. Daarna draagt Evides Industriewater langjarig zorg voor de

waterlevering. Kortom: Evides Industriewater neemt haar klanten de zorg voor

de watervoorziening graag uit handen!

EvidesBron van Kennis

2350 04 041 Adv IW 210x297.indd 12350 04 041 Ad IW 210 297 i dd 1 27-10-2005 11:04:3727 10 2005 11 04 37Chemisch Magazine 5_XL.pdf 2Chemisch Magazine 5_XL.pdf 2 24-9-2009 6:08:5224-9-2009 6:08:52

Page 3: Chemie magazine 2009 - september

De overheid wil inspectiediensten beter laten samenwerken.

Zodat bedrijven minder last hebben van al die delegaties en meer

tijd overhouden voor hun core business. In Limburg en Rijnmond

zijn ze al een aardig eind op weg. Wat merken ondernemers er in

de praktijk van?

Mag het iets minder!

49

20

‘ Redox-reactie in jeugdig jasje’Een redox-reactie blijft een redox-reactie en pipetteren moet je

leren. Ja, zegt prof. dr. Gerard van Koten, voorzitter van de

Stuurgroep Nieuwe Scheikunde. ‘Maar als je jongeren laat ver-

trekken vanuit de actuele context van bijvoorbeeld roestende

stalen bruggen, dan komen ze ook bij de redox-reactie uit. Dan

leren ze verbanden leggen. En dat maakt scheikunde leuker.’

Kunnen we ooit zonder proefdieren? De discussie over de toename van het gebruik van

proefdieren om chemische stoffen te testen in

verband met REACH laaide onlangs weer op.

De oorzaak: een publicatie in Nature. Er zouden

54 miljoen proefdieren nodig zijn. Kosten: 9,5 miljard.

Maken zij van een muis een olifant?

26

08 30 september 2009

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

september 2009 Chemie magazine 3

Inhoud

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 3Chemisch Magazine 5_XL.pdf 3 24-9-2009 6:08:5224-9-2009 6:08:52

Page 4: Chemie magazine 2009 - september

100 JAAR VAN WIJK & BOERMA POMPTECHNIEK EN VERDERPOMPTECHNIEK EN VERDER

Leningradweg 5, 9723 TP Groningen, T 050 549 59 00, www.wijkboerma.nl

Met een ruim pakket verdringer-en centrifugaalpompen voor elkevloeistof de juiste pompoplossing.Neem contact op voor meer info.

van der Flier B.V.Hoofdstraat 579686 VG Beertat. 0597 - 33 16 19f. 0597 - 33 12 26e. [email protected] www.vanderflierbv.nl

DE BODEM VAN NEDERLAND KOMT ALSMAAR VOLLER TE LIGGEN MET KABELS EN LEIDINGEN,ZEKER ALS WE KIJKEN NAAR DE CHEMIEPARKEN. STEEDS VAKER KOMT HET VOOR DAT KABELS EN LEIDINGEN GERAAKT WORDEN EN DAT COMPLETE INSTALLATIES PLAT KOMEN TE LIGGEN.DIT KAN GROTE GEVAREN EN KOSTEN MET ZICH MEEBRENGEN. TEVENS KAN DEZE TECHNIEK ZEER GOED GEBRUIKT WORDEN BIJ DIVERSE SANERINGSACTIVITEITEN.

GRONDZUIGTECHNIEK, VEILIGER DAN GRAVEN

“Als het om veiligheid draait”

OGREEZKEINHCET

EGETORGNAKTIDKAAREGNEGNIDIELNE

NEKJIKEWSLAREKEZ

EDENNAVVAMEDOBED

NEDROWTKIURBEGDE

TEMNETSOKNENERAV

LPMOCTAATDNENEDROWTK

TS.NEKRAPEIMEHCEDRAAN

LOVRAAMSLATMOKDNALRE

SGNIRENASESREVIDJIB

EVET.NEGNERBEEMHCIZ

MOKTAATLPSEITAATLLATTASNIETE

OVTEHTMOKKOREKAVVASDEET

SLEBAKTEMNEGGILETRELL

.NETIETIVITCAS

EZEDNAKSN

.NEGGILETNEM

SLEBAKTAATDRO

,NEGNIDIELNES

w.e

f..t69

Hv

ln.verbiflrndeav.wwwln.vbreiflrednav@ofn. i

62 23 17 - 395096 13 17 - 3950

atreeG B6 V867t 5aartsdfdoo

.V...Vr Beilr Fen da

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 4Chemisch Magazine 5_XL.pdf 4 24-9-2009 6:08:5224-9-2009 6:08:52

Page 5: Chemie magazine 2009 - september

Innovatie 11Teren we op oude glorie?

Veiligheid, gezondheid en milieu 17Samenwerken om uitstoot fijnstof te meten

Aktueel 19Balkenende prijst kunstmestfabrikant

Groene ondernemer 53NPSP in Haarlem doet het met hennep en vlas

Column 55 De geloofwaardigheid van het emissiehandelssysteem

volgens P.H Vogtländer

Productnieuws 57Den Hartogh Logistics investeert in nieuw materieel

Uitgelicht 30Professor even een popster

Opinie 32Chemie is toe aan verjonging

In beeld 36Wat heeft drijfgas met ijs te maken?

Kennis en ervaring 40Generale repetitie voor een grieppandemie

Infographic 44Nieuw: bot van afbreekbare hars

Opinie 46SABIC Nederland niet bang voor het Midden-Oosten30

19

57Nieuws 61Europarlementariërs en chemici kruisen de vorken

Personalia en agenda 62

Opinie 7 Het kabinet moet nu innovatie in de chemie stimuleren

08 30 september 2009

FO

TO: M

AA

RTE

N S

CH

UTH

/ C

OO

LPO

LITI

CS

september 2009 Chemie magazine 5

Inhoud

VNCI

Feiten en Visies

Trends

Achtergrond

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 5Chemisch Magazine 5_XL.pdf 5 24-9-2009 6:08:5524-9-2009 6:08:55

Page 6: Chemie magazine 2009 - september

SPIEeen gezamenlijke ambitie

Ass

et M

anag

emen

t

Bui

ldin

g Sy

stem

s

Con

trol

ec E

ngin

eeri

ng

Indu

stri

e

Infr

a

Met het oog op de toekomstEen onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ookduurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingendie werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend,maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedteen compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciëleen institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onzespecialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infra -structuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan.

De bundeling van onze krachtenMet het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specia-listen en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook eenberoep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE-Asset ManagementAdvies over en realisatie van de hoogst mogelijkeeconomische waarde van productiefaciliteitenvoor eigenaars en gebruikers.

SPIE-Building SystemsAdvies, ontwerp, realisatie en onderhoud vanelektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties.

SPIE-Controlec EngineeringAdvies en onafhankelijke, technische, multidisci-plinaire oplossingen op het gebied van engineering& design, procurement, project -en construction management.

SPIE-IndustrieAdvies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud,projectmanagement, processautomatisering eninspectie op het gebied van mechanische technie-ken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek,meet- en regeltechniek en analysersystemen.

SPIE-InfraOntwerp, realisatie, inspectie, service en onder-houd op de terreinen: energie, verkeer en vervoer,telecommunicatie en hoogspanningslijnen.

SPIE NEDERLANDHuifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Bredatel. +31 (0)76 544 54 44 • [email protected] • www.spie-nl.com

280443_SPIE_CORPORATE_AD:210x297 12-06-2008 13:23 Pagina 1

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 6Chemisch Magazine 5_XL.pdf 6 24-9-2009 6:08:5524-9-2009 6:08:55

Page 7: Chemie magazine 2009 - september

VNCI-directeur Colette Alma

e regering acht het niet verantwoord om de rekening van de

fi nanciële en economische crisis door te schuiven naar de

jonge en toekomstige generaties. Jongeren dreigen nu geen

werk te vinden, straks de lasten van een vergrijsde bevolking

te moeten dragen, en daarna niet meer te kunnen rekenen

op goede collectieve voorzieningen.

Net als de regering, is de VNCI van mening dat we dit niet moeten laten

gebeuren. Daarom is het essentieel dat onderwijs, kennis, innovatie en

ondernemerschap doelgerichter worden ingezet om de toekomst vorm

te geven.

Zelfs in deze crisistijd investeren bedrijven hierin. Neem bijvoorbeeld het

programma van de Regiegroep Chemie en het nieuwe technologiecen-

trum van Shell. Ook de regering ziet het belang van innovatie in, zo blijkt

uit verschillende maatregelen, waaronder de innovatiebox.

In dat kader past ook onze oproep aan het kabinet om 100 miljoen euro

per jaar te investeren zodat de innovatiekracht van de chemie versterkt

wordt. Natuurlijk beseffen wij dat de overheid de komende jaren de

tering naar de nering moet zetten. En dat iedereen – ook de chemische

industrie – een bijdrage moet leveren om de groeiende staatsschuld van

35 miljard euro per jaar naar beneden te brengen. Chemiebedrijven

weten hier alles van; ze hebben zelf drastische maatregelen moeten

nemen om zich aan de nieuwe economische realiteit aan te passen.

Toch is het essentieel dat het kabinet juist nu kiest voor een krachtige

impuls om duurzame innovatie in het sleutelgebied chemie te stimule-

ren. Alleen zo behoudt Nederland zijn verdiencapaciteit en zijn oplos-

send vermogen voor de maatschappelijke problemen waar we met z’n

allen voor staan. En alleen zo sturen we het economisch herstel in de

richting van de gewenste duurzame kenniseconomie.

Vooral op het terrein van energiebesparing, voedselvoorziening, schoon

drinkwater en gezondheidszorg is de innovatieve bijdrage van de chemie

onontbeerlijk om de groeiende wereldbevolking een redelijk welvaarts-

niveau te bieden, en de aardbol bewoonbaar te houden.

Tegelijkertijd is innoveren een economische kans bij uitstek. We kunnen

het de jonge generatie niet aandoen die kans te laten schieten. p

Nú investeren in innovatie

D

Opinie VNCI

september 2009 Chemie magazine 7

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 7Chemisch Magazine 5_XL.pdf 7 24-9-2009 6:08:5524-9-2009 6:08:55

Page 8: Chemie magazine 2009 - september

Kroonprins Willem Alexander opende onlangs het nieuwe onder-

zoekslaboratorium van Shell. In het Shell Technology Centre in

Amsterdam werken 1300 medewerkers van ruim 40 nationaliteiten

onder meer aan de verbetering van chemische processen, bio-

brandstoffen en katalysatorenonderzoek. De bijna dertig jaar oude

kantoren, laboratoria en proefhallen, verspreid over 27 hectare

grond, hebben nu plaatsgemaakt voor één nieuw gebouw.

Volgens site manager Jo Peters heeft Shell het gebouw zo laten

ontwerpen door Arcadis en Mourik dat ‘medewerkers elkaar toeval-

lig kunnen ontmoeten’. De vijf gebouwen zijn met een glazen atrium

met elkaar verbonden, niemand heeft een eigen kamer, en alle kof-

fi eautomaten staan in het centrale glazen atrium. Daardoor moet de

ontwikkeling van vernieuwende ideeën een impuls krijgen, aldus

Peters. Shell profi leert het nieuwe centrum als een duurzaam

gebouw. Er is bijvoorbeeld bijna geen aardgas nodig omdat de tem-

peratuur wordt geregeld via ondergrondse warmte/koude opslag in

combinatie met warmtepompen. Door de fl exibele mogelijkheden

kan de inrichting van proefopstellingen en laboratoria snel en een-

voudig worden aangepast op de behoeftes, nu en in de toekomst.

Het nieuwe Shell Technology Centre behoort met Houston, Rijswijk

en Bangalore tot de vier belangrijkste research centra van Shell

wereldwijd.

BroedplaatsKroonprins opent Shell Technology Centre in Amsterdam

FO

TO: E

RN

ST

BO

DE

8 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 8Chemisch Magazine 5_XL.pdf 8 24-9-2009 6:08:5624-9-2009 6:08:56

Page 9: Chemie magazine 2009 - september

Wetenswaardig

september 2009 Chemie magazine 9

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 9Chemisch Magazine 5_XL.pdf 9 24-9-2009 6:08:5824-9-2009 6:08:58

Page 10: Chemie magazine 2009 - september

VAPRO MAAKT VAN STILSTAND

VOORUITGANGM E E R W E T E N ? K I J K O P VA P R O . N L O F B E L M E T 0 7 0 – 3 3 7 8 3 0 0 .

CRISIS ?OPLEIDINGS- EN SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN ?

stilstand vooruitgang**.indd 1 17-04-2009 12:47:32Chemisch Magazine 5_XL.pdf 10Chemisch Magazine 5_XL.pdf 10 24-9-2009 6:08:5924-9-2009 6:08:59

Page 11: Chemie magazine 2009 - september

Chemie=spannend

’Monitor ook milieu en aantal banen’

Het werken met méér indica-toren is een aanbeveling van

het onderzoek ‘Chemie de maat genomen’ van twee studenten bedrijfseconomie van de Hoge-school Rotterdam. De studenten onderzochten de CBS-cijfers die de VNCI gebruikt voor de con-tacten met de buitenwacht. De achtergrond en de interpretatie van de cijfers die het CBS beschikbaar stelt, komen in het

rapport uitgebreid aan bod. Het CBS enquêteert maandelijks grote en middelgrote bedrijven. Die zijn wettelijk verplicht om hieraan deel te nemen. Voor kleinere bedrijven doet CBS een steekproef die wordt vertaald naar het totaal aantal bedrijven. De studenten concluderen in het rapport dat de cijfers van CBS een goed beeld kunnen geven van de actuele situatie.

Onbevangen blik Daarnaast merkten de studen-ten op dat de VNCI bij de jaar-lijkse mediadiscussie over de stand van zaken van de chemi-sche industrie, alleen economi-sche factoren zoals productie, omzet en toegevoegde waarde behandelt. Om ervoor te zorgen dat er een beter beeld ontstaat van de bijdrage van de chemie aan een duurzame samenleving, adviseren zij om ook milieu en maatschappelijke factoren te behandelen, zoals bijvoorbeeld de CO2-uitstoot en het aantal banen. De VNCI geeft weliswaar

voor maatschappelijke doel-groepen het Responsible Care rapport uit, maar gaat onder-zoeken of het mogelijk is om in het vervolg met extra cijfers te komen. Een van de studenten Ashwan Bissumbhar vertelt dat hij als bedrijfseconoom geen specifieke kennis had van de chemie. ‘Die onbevangen blik heeft misschien wel geleid tot de behoefte aan een genuan-ceerd beeld van de sector’, aldus Bissumbhar. p

Advies onderzoeksrapport studenten:

Naast economische gegevens zou de VNCI ook ecologische en maatschappelijke data moeten meenemen in persberichten en contacten met journalisten. Op die manier ontstaat een genuan-ceerder beeld van de sector.

Innovatie

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 11Chemisch Magazine 5_XL.pdf 11 24-9-2009 6:09:0124-9-2009 6:09:01

Page 12: Chemie magazine 2009 - september

Endress+Hauser BV

Postbus 5102

1410 AC Naarden

Tel. (035) 695 86 11

[email protected]

www.nl.endress.com

EH

20

09

-12

1

De perfecte formule voor uw procesautomatisering.

Endress+Hauser is een internationaal toonaangevende leverancier van robuuste en betrouwbare procesinstrumentatie voor

de chemische industrie. Met onze jarenlange ervaring hebben we de kennis in huis om veilige en innoverende concepten te

ontwikkelen voor de volledige levenscyclus van uw proces. Wij assisteren u in het vinden en realiseren van besparingen op

het bedrijven van uw installatie (OPEX) door het bieden van een uitvoerig portfolio aan service en engineering.

Hoe uitgebreid uw eisen ook zijn, wij hebben de perfecte formule voor uw procesautomatiseringsbehoeften.

www.nl.endress.com/chemie

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 12Chemisch Magazine 5_XL.pdf 12 24-9-2009 6:09:0824-9-2009 6:09:08

Page 13: Chemie magazine 2009 - september

Faculteiten serieus uitdagen om profiel te versterken

Meer instroom nieuwe studenten

De commissie Breimer, genoemd naar

voorzitter Douwe Breimer, is belast met

de uitvoering van het Sectorplan Natuur- en

Scheikunde. In de zeskoppige commissie

zitten ook vertegenwoordigers vanuit het

bedrijfsleven. De opdracht is om het weten-

schappelijk onderwijs en onderzoek te verbe-

teren met curriculumvernieuwing en om

verdere profilering van het onderzoeksland-

schap op de kaart te zetten. Dat zou op ter-

mijn moeten leiden tot méér instroom en

rendementen.

Voorzitter Douwe Breimer, voormalig rector

magnificus van de universiteit in Leiden, ver-

telt hoe het in zijn werk gaat. ‘We hebben de

faculteiten eind vorig jaar uitgenodigd om

voor 1 april 2009 profileringsplannen bij ons

in te dienen. Wij hebben die stuk voor stuk

bekeken en het Platform Bètatechniek heeft

de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld.

Vervolgens zijn we bij alle faculteiten op

bezoek geweest. Dat was heel informatief. De

initiatiefnemers kregen van ons terugkoppe-

ling en wij konden aanvullende vragen stel-

len. Nu kunnen de faculteiten hun plannen

aanpassen en vóór 1 december weer bij ons

aanleveren’, aldus Breimer.

Elke ton is welkomIn eerste instantie vroegen de faculteiten bij

het ministerie om een jaarlijkse bijdrage van

40 miljoen euro voor uitvoering van het Sec-

torplan Natuur- en Scheikunde. Dat werd dus

20 miljoen. Is dat bedrag wel voldoende om het

plan uit te voeren? Breimer: ‘De budgetten op

de faculteiten zijn de laatste jaren flink uitge-

hold. Elke ton is welkom.’ Voor zowel Natuur-

kunde als Scheikunde is 10 miljoen euro

beschikbaar. Daarvan wordt drie miljoen via

een NWO-competitie verdeeld. Dat betekent

dat er zeven miljoen overblijven voor negen

faculteiten. Dat geld wordt niet evenredig over

de faculteiten verdeeld, maar toegekend op

basis van de kwaliteit van de ingediende plan-

nen. Voor een heel goed plan kan maximaal

ruim anderhalf miljoen euro worden toege-

kend. Dat gebeurt dan vanaf 2011 jaarlijks,

waarbij elke twee jaar de invulling van de plan-

nen wordt gemonitord. In 2017 wordt na einde-

valuatie besloten om de gelden al dan niet

structureel toe te kennen.

Definitief adviesBreimer: ‘We willen de faculteiten serieus

uitdagen om hun profiel te versterken. De

belangrijkste kritiek op de eerste plannen

was dat de faculteiten deze te weinig op

elkaar hadden afgestemd. Wij hebben de

universiteiten dus nadrukkelijk gevraagd om

onderling overleg. Na die afstemming kunnen

zij explicietere keuzes te maken.’

Of de faculteiten in hun nieuwe plannen reke-

ning zullen houden met de wensen van de

industrie durft Breimer niet te zeggen. ‘Maar,

het is natuurlijk wel verstandig dat ze oog

hebben voor hun omgeving.’

De commissie Breimer valt binnenkort recht-

streeks onder het Ministerie van Onderwijs,

Cultuur en Wetenschappen. De stuurgroep

van de rectoren is inmiddels opgeheven.

Breimer verwacht dat de formele instelling

van de commissie in september in de Staats-

courant zal verschijnen. Het werk zal er niet

door veranderen. ‘Wij komen in maart 2010

met een definitief advies en daarop zal het

ministerie de toekenning van de gelden base-

ren’, aldus de voorzitter. p

Negen faculteiten werken hard aan voorstellen ter verbetering van het natuur- en schei-kunde onderwijs en aan de profilering van onderzoek. Minister Plasterk stelt van 2011 tot 2016 jaarlijks 20 miljoen euro beschikbaar voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Dat geld wordt nu door NWO en de commissie Breimer toegekend aan de universiteiten.

Talent kiest voor chemie dankzij studiebeurs

Sinds 2002 ontvingen 33 jon-

geren de toelage vanwege

hun uitzonderlijke prestaties

tijdens het eindexamen schei-

kunde of de Chemie Olympiade.

De VNCI heeft alle beursontvan-

gers gevraagd hoe hun studie is

verlopen en of de beurs van

invloed is geweest voor hun

loopbaan. Volgens de onder-

vraagden is de beurs niet bepa-

lend geweest voor hun keuzes.

Opvallend is dat onder de ont-

vangers relatief veel studenten

hebben gekozen voor een pro-

motietraject. Bijna iedereen is

in de chemie blijven werken,

studeren of promoveren.

Andere vormDe VNCI wil leerlingen met de

beurs aanmoedigen om een

keuze voor chemie te maken.

Ook aankomend studiejaar ont-

vangen weer negen studenten

de beurs, mits zij een scheikun-

dige studie gaan volgen. Vijf

hebben recht op de beurs van-

wege een tien voor hun centraal

schriftelijk examen, terwijl vier

anderen de toelage via de

Scheikundeolympiade in de

wacht slepen.

Op dit moment evalueert de

VNCI de studiebeurzen. Het

beloningssysteem zal ook in

2010 blijven bestaan, maar wel-

licht in een andere vorm. p

‘Motiverend. Ik heb nu meer tijd om aan de studie te besteden. Ik gebruik het om studieboeken te kopen.’ Studenten die eerder een VNCI-studiebeurs van duizend euro kregen zijn lovend over het initiatief.

Innovatie

september 2009 Chemie magazine 13

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 13Chemisch Magazine 5_XL.pdf 13 24-9-2009 6:09:1024-9-2009 6:09:10

Page 14: Chemie magazine 2009 - september

&

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 14Chemisch Magazine 5_XL.pdf 14 24-9-2009 6:09:1124-9-2009 6:09:11

Page 15: Chemie magazine 2009 - september

Meer actueel nieuws over chemie en de chemische industrie? Ga dan naar www.vnci.nl voor een dagelijkse portie chemie en schrijf u in voor onze nieuwsbrief.

Nulmeting Businessplan Chemie afgerondBranche presteert goed

De nulmeting chemie is opgeleverd. Deze meting bepaalt de positie van de Neder-landse chemie op 1 januari 2007 en op basis daarvan kunnen de Regiegroep Chemie en het Ministerie van Economische Zaken bepa-len wat de effecten zijn van het business-plan.

In 2007 presteerde de Nederlandse chemie

goed. Dat blijkt onder meer uit het aantal

publicaties in belangrijke, wetenschappelijke

tijdschriften en de grote concentratie van

(buitenlandse) bedrijven in ons land. Of de

prestaties in de toekomst verder verbeteren,

moet een nieuwe meting uitwijzen.

Van de 152 respondenten is in 2009 een groot

deel bang dat de Nederlandse chemie teert

op oude glorie en dat door de voortdurende

bezuinigingen de vooraanstaande positie van

de sector zal afkalven. De regeldruk is vaak

genoemd als belangrijkste knelpunt. Ook het

gebrek of het dreigend gebrek aan menselijk

kapitaal en de invoering van REACH baren

zorgen. Op het gebied van samenwerking

wordt de beperkte financiering genoemd als

knelpunt.

Het Businessplan Chemie stelt zich ten doel

om in tien jaar tijd (2007-2017) de bijdrage van

de chemie aan het bruto binnenlands product

te verdubbelen van 12 tot 24 miljard euro. Het

gebruik van fossiele grondstoffen moet in

2032 zijn gehalveerd. Ten slotte wil de sector

technologische competenties uitbouwen op

het gebied van industriële biotechnologie,

katalyse, polymeren en procestechnologie.

UitdagingUit de meting blijkt dat nog maar weinig res-

pondenten bekend zijn met het Businessplan

Chemie. Slechts 22 procent van de respon-

denten zegt het plan te kennen.

De respondenten kunnen zich over het alge-

meen wel vinden in de doelstellingen van het

businessplan. Maar liefst 91 procent vindt de

doelstellingen uitdagend en reëel. Overigens

moet er bij toekomstige evaluaties van de

resultaten rekening worden gehouden met de

gevolgen van de economische crisis.

SenterNovem is bezig met de voorbereidin-

gen voor de nieuwe meting. De afspraak is

dat de metingen om de twee jaar zullen

plaatsvinden. Na vier jaar zullen op basis van

deze gegevens verdere beslissingen worden

genomen. p

Eind september is het rapport nulmeting te downloaden op www.dialogic.nl

Het onderzoekDe nulmeting is uitgevoerd door Dialogic Innovatie en Interactie. De

meting bestond uit een bureauonderzoek en een online enquête. De

enquête is afgelopen voorjaar bij kennisinstellingen, lidbedrijven van

de VNCI en de Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK)

voorgelegd. Ook één omvangrijk onderdeel uit het businessplan, het

Polymeren Innovatieprogramma (PIP), is in de nulmeting opgenomen

met als peildatum 1 januari 2008. Daarvoor zijn bedrijven die hebben

deelgenomen aan programma’s van het Dutch Polymer Institute (DPI)

en het DPI Value Centre (DPI-VC) benaderd. Voor de nulmeting heeft

Dialogic in samenwerking met SenterNovem, de VNCI, DPI en DPI-VC

een set indicatoren ontwikkeld op het gebied van excellentie, samen-

werking, knelpunten, bijdrage aan economie en maatschappij, ver-

trouwen in de aanpak en effectiviteit en efficiëntie van overheids-

ingrijpen.

Innovatie

september 2009 Chemie magazine 15

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 15Chemisch Magazine 5_XL.pdf 15 24-9-2009 6:09:1124-9-2009 6:09:11

Page 16: Chemie magazine 2009 - september

De Dräger X-plore® Twinfilter serie. Flexibel. Veilig. Comfortabel.

Ontwikkeld voor enorme flexibiliteit in vele toepassingsgebieden. Tweebajonetaansluitingen zorgen voor een snelle en eenvoudige filtervervan-ging. En wij bieden vele filteropties aan – het juiste filter voor elke taak.

Geniet van uitstekend comfort met de innovatieve “FlexiFit” hoofdsluitingdie zich gemakkelijk laat verstellen. Zorgeloos ademen met onze Dräger X-plore Twinfilter serie. www.draeger.nl/twinfilter

NEEM CONTACT OP MET ONZE OFFICIËLE DEALER SECUR | TEL. 079 3444 880

A mask for

every task

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 16Chemisch Magazine 5_XL.pdf 16 24-9-2009 6:09:1324-9-2009 6:09:13

Page 17: Chemie magazine 2009 - september

Stuur uw kennis naar de TU DelftDe TU Delft zoekt bedrijven die hun boventallige onderzoekers tijdelijk willen stationeren op de universiteit. Daar kunnen zij in het kader van de kenniswerkersregeling van de over-heid onder meer onderzoek uitvoeren op het gebied van proces- en transportveiligheid.

De Adviesraad Gevaarlijke Stoffen stelde

eerder dit jaar dat het universitaire

onderwijs en onderzoek over veiligheid en

gevaarlijke stoffen afkalft. Tegelijkertijd gaf

de raad aan dat deze kennis belangrijker is

geworden met de groei van het transport en

het gebruik van gevaarlijke stoffen.

Daarom zijn hoogleraren Ben Ale (veilig-

heidskunde) en Harrie van den Akker (fysi-

sche transportverschijnselen) van de TU

Delft op zoek naar bedrijven die onder de

voorwaarden van de kenniswerkersregeling

een of meerdere van hun mensen tijdelijk bij

de universiteit onder willen brengen. Het

grote voordeel van de regeling is dat de over-

heid financieel bijspringt om talent en exper-

tise te behouden voor bedrijf en samenleving.

De beide hoogleraren zijn met name op zoek

naar mensen die hen kunnen helpen bij het

voorbereiden en opstarten van up-to-date

onderzoek en onderwijs aan veiligere chemie

en energie.

OnderwerpenZe identificeerden de volgende onderwerpen

van onderzoek:

1 Het verbeteren van modellen voor de ver-

spreiding van gevaarlijke gassen in (on-)

bebouwde omgevingen met ‘Computational

Fluid Dynamics’ (CFD) technieken

2 Het ontwikkelen van een volgende genera-

tie waarschijnlijkheidsmodellen voor

risico-analyses

3 De menselijke factor: veiligheidsmanage-

ment en veiligheidscultuur

4 Het modelleren van tijdsafhankelijke

gasconcentraties binnen gebouwen

5 Bescherming van de bevolking tegen de

gevolgen van een ernstig ongeval met

gevaarlijke stoffen

6 De relaties tussen blootstelling aan

gevaarlijke stoffen, evacuatie en crisisbe-

heersing

7 Het effect van de bemoeienis van hulpdien-

sten op onveilige situaties

Meer informatie over eisenHet mag duidelijk zijn dat verschillende types

expertise nodig zijn voor het opzetten en

uitvoeren van onderzoek en onderwijs op

deze zeven terreinen. Meer informatie over

de onderwerpen en de eisen die aan uit te

lenen kenniswerkers gesteld worden, is te

verkrijgen bij de hoogleraren Ale en Van den

Akker van de TU Delft. p

Belangstellenden kunnen zich aanmelden via Prof. Harrie van den Akker, tel. 015-2785000 of e-mail: [email protected]

Hebt u een boventallige onderzoeker?

CTGG organiseert voorlichtingsdag over spoortransport

Naast aandacht voor het

spoor vertelt de Europese

koepelorganisatie Cefic over de

praktijk van transport van

gevaarlijke stoffen. Hoogleraar

Crisisbeheersing en Fysieke

veiligheid aan de VU Amsterdam

Ira Helsloot pleit tijdens de dag

voor meer realisme en minder

symboliek in het Nederlandse

veiligheidsbeleid. Vincent van

der Vlies, promovendus externe

veiligheid en ruimtelijke orde-

ning aan de Radboud Universi-

teit, gaat in op externe veilig-

heid. Daarbij komt het tragische

ongeluk in Viareggio ter sprake.

De CTGG-dag vindt plaats in de

Rijtuigenloods in Amersfoort en

is toegankelijk voor alle geïnte-

resseerden in het vervoer van

gevaarlijke goederen. De kosten

bedragen 195 euro. p

Meer informatie en aanmelden: www.ctgg.nl

De Commissie Transport Gevaarlijke Goederen organiseert 27 november haar jaarlijkse informatiedag. Het vervoer over het spoor, waaronder het Basisnet, staat deze keer centraal.

Uitstoot fijn stof nauwkeuriger in kaart

Samenwerking met andere branches

De chemische industrie nam samen

met een aantal andere sectoren dit

initiatief omdat niemand goed weet wat de

feitelijke uitstoot van fijn stof is. De cijfers

die bedrijven rapporteren kennen grote

onzekerheidsmarges. Dat komt omdat er

nog geen goede methode is om de uitstoot

te meten. De overheid heeft echter in het

Actieplan Fijn Stof, onderdeel van het

Nationaal Samenwerkingsprogramma

Luchtkwaliteit, verschillende maatrege-

len opgenomen om de uitstoot van fijn stof

bij de industrie te reduceren.

De VNCI heeft al eerder aangegeven dat

het Actieplan Fijn Stof niet voldoende

rekening houdt met de Europese IPPC-

richtlijn. Hierdoor moeten bedrijven dure

maatregelen nemen die in de praktijk niet

leiden tot verbetering van de luchtkwali-

teit of tot relevante vermindering van de

stofemissie.

Lastig metenHet blijkt in de praktijk erg lastig om de

uitstoot en de herkomst van fijn stof goed in

kaart te brengen. Dat gebeurt met metin-

gen, berekeningen met omrekenfactoren en

schattingen. Om de betrouwbaarheid van

de cijfers te vergroten en eenheid in de

gebruikte methodes te bevorderen, is er

vorig jaar op initiatief van Nederlandse

meetinstanties een zogeheten technische

afspraak gemaakt. Daarin zijn de eisen om

fijn stof te meten verder gespecificeerd dan

de Europese standaard. De chemische

industrie gaat nu – op basis van deze tech-

nische afspraak - samen met een aantal

bedrijven uit de metaal-, en voedingsindu-

strie, raffinaderijen en opslagbedrijven de

uitstoot nauwkeuriger in kaart brengen.

‘Dan kan de overheid daar haar beleid op

aanpassen’, aldus VNCI-beleidsmedewer-

ker milieu Leantine Mulder-Boeve. p

Meer informatie: Leantine-Mulder Boeve, tel. 070-3378742, e-mail: [email protected]

De chemische industrie gaat samen met een aantal andere sectoren de uitstoot van fijn stof nauwkeuriger in kaart brengen. Daarbij maken de branches onder meer gebruik van cijfers die bedrijven voor hun milieujaarverslag aan de overheid hebben moeten leveren.

Veiligheid, gezondheid en milieu

september 2009 Chemie magazine 17

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 17Chemisch Magazine 5_XL.pdf 17 24-9-2009 6:09:1424-9-2009 6:09:14

Page 18: Chemie magazine 2009 - september

De nieuwe Z-serie olievrije schroefcompressoren

abs luutVoor een

olievrije productieolievrije productieDe eerste door de TÜV als ‘olievrij’ (ISO 8573-1 KLASSE 0) gecertifi ceerde luchtcompressorenAls uw industriële proces volledig olievrije perslucht vereist, bent u bij

Atlas Copco aan het juiste adres. De nieuwe compressorserie (Z-serie) van Atlas Copco geeft u de zekerheid van 100% olievrije perslucht.

Deze olievrije schroefcompressoren zijn de eerste op de markt die door de Duitse keurings-instantie TÜV zijn gecertifi ceerd als “klasse 0” conform ISO 8573-1. Bij de tests kon de TÜV geen enkel spoor van olieverontreiniging ontdekken.

U wilt geen risico lopen met uw productie? Vertrouw dan op Atlas Copco’s olievrije lucht-compressoren. De nieuwe norm! Voor meer informatie kijkt u op www.classzero.com

Committed to your superior productivity.

www.atlascopco.nl

60 jaar in Nederland in de lucht

Atlas Copco Compressors NederlandMerwedeweg 7, 3336 LG Zwijndrecht

Postbus 200, 3330 AE Zwijndrecht

Tel (078) 6230 230 Fax (078) 6100 670

60jr_CI_210x297.indd 1 06-01-2009 16:37:38Chemisch Magazine 5_XL.pdf 18Chemisch Magazine 5_XL.pdf 18 24-9-2009 6:09:1424-9-2009 6:09:14

Page 19: Chemie magazine 2009 - september

Beter imago voor chemie

De opgaven in Chemie Aktueel

sluiten zoveel mogelijk aan op

de belevingswereld van jongeren.

Miek werkt nu bijvoorbeeld aan

een opgave uit de Allerhande, het

blad van Albert Heijn. ‘Het gaat

om een kooktip; Fruit rijpt sneller

als je het bij elkaar op een schaal

legt. En dan is de vraag natuurlijk

of dat zo is en hoe dat komt. Ove-

rigens komen niet alle onderwer-

pen in aanmerking voor plaatsing

in het blad. Zo zullen we nooit

uitleggen hoe je ghb of een bom

kunt maken. Dat vinden we niet

verantwoord.’

Positief voor imago‘Ik merk in de klas dat de opga-

ven uit Chemie Aktueel een posi-

tieve invloed hebben op het

imago van scheikunde. Nu den-

ken veel jongeren bij chemie aan

milieurampen en stinkende

fabrieken. Die onderwerpen

schuwen we in onze opgaven ove-

rigens niet, maar we laten ook

zien dat als je alle chemie weg-

haalt, er maar bitter weinig over-

blijft van onze samenleving. En

die boodschap snappen leerlin-

gen uitstekend.’

Het concept van Chemie Aktueel

is altijd hetzelfde gebleven, ver-

telt Miek. ‘In kranten en tijd-

schriften zoeken we naar artike-

len die gebruikt kunnen worden

in een scheikundeles. We hebben

de opdrachten in de loop der tijd

wel steeds aangepast aan het

scheikundeonderwijs. Tegen-

woordig doen leerlingen meer

practicum. Het ontwikkelen van

goede proeven kost veel tijd. Je

kunt wel een idee hebben, maar

dat is niet altijd even eenvoudig te

realiseren. In het kader van de

Nieuwe Scheikunde zal er ook

Chemie Aktueel bestaat 20 jaar. Het tijdschrift met op de actualiteit gebaseerde schoolopgaven groeide uit tot een onmisbaar instru-ment in het voortgezet onderwijs. Oprichtster en hoofdredacteur Miek Scheffers-Sap (57) vertelt nog altijd vol vuur over haar passie.

Dit tijdschrift maakt de scheikundeles leuk

heel wat veranderen. Het lesge-

ven vanuit de context is com-

plexer en het maken van materi-

aal tijdrovender. Ik denk

persoonlijk dat niet alle docenten

dat makkelijk vinden.’

Alle bètavakken door elkaarDe opgaven van Chemie Aktueel,

dat drie keer per jaar uitkomt,

worden gemaakt dóór docenten

en vóór docenten. Zelf is Miek

naast aansluitingsdocent op de

TU Eindhoven, ook nog steeds

lerares scheikunde

op een middelbare

school. Volgens haar is dat nood-

zakelijk, want de redactieleden

moeten kennis hebben van

scheikunde in de klas. ‘Je merkt

bijvoorbeeld dat béta’s uit het

bedrijfsleven een hoop van hun

schoolscheikunde kwijt zijn. In

de echte wereld lopen alle bèta-

vakken door elkaar, terwijl wij

ons op school nog steeds con-

centreren op de scheikunde uit

de twintigste eeuw.’

De redactie van Chemie Aktueel

bestaat in totaal uit vijf docenten.

Twee van redactieleden zijn

intussen ook al 18 jaar bij het

blad betrokken: ‘Voor elk num-

mer brengt ieder een aantal

onderwerpen in. Vervolgens

kijken we samen of de opdrach-

ten aan de eisen voldoen. We

blijven ons verdiepen in de schei-

kunde. We willen in ieder geval

doorgaan tot het blad 25 jaar

bestaat. Daarna hopen we dat

een jongere generatie het stokje

overneemt.’ p

D e nieuwe plant vervangt twee bestaande

ureumoplossingsfabrieken en is na de

opstart in 2011 meteen de grootste ter

wereld. De investering is niet alleen econo-

misch, maar ook voor het milieu en de veilig-

heid een grote vooruitgang. Zo stijgt de jaar-

productie van ureumoplossing volgens Yara

met bijna 50 procent. Ureum wordt onder

meer gebruikt bij de productie van kunst-

mest, maar ook voegen oliemaatschappijen

het toe aan diesel, waardoor de uitstoot van

stikstofoxiden daalt.

Verder verbetert de externe veiligheid omdat

Yara een grote hoeveelheid ammoniak

voortaan zelf verwerkt. Daarover heeft het

bedrijf twee jaar geleden een convenant met

de overheid gesloten. Het betekent dat er

maar eens in de drie weken in plaats van één

keer per week een ammoniaktransport per

zeeschip over de Westerschelde gaat. De

overheid draagt, ter compensatie voor het

intrekken van een deel van de vergunning

voor het laden van ammoniakschepen, een-

malig ongeveer 13 miljoen euro bij aan de

vermindering van de ammoniaktransporten.

In het verleden zijn hier overigens nooit pro-

blemen mee geweest.

De CEO van Yara International, de Noor Jor-

gen Haslestad, prees tijdens het evenement

het vlotte verloop van de procedures voor

vergunningen en de samenwerking met de

overheid om het ammoniakvervoer te ver-

minderen. Tegelijkertijd sprak hij, net als

bedrijfsdirecteur Marc van Hijfte, zijn zorg

uit over de gevolgen van de emissiehandel

na 2012. Ondanks het feit dat de Europese

Commissie gratis rechten weggeeft aan

sectoren die blootstaan aan internationale

concurrentie, vrezen beiden dat ze in de

toekomst rechten moeten bijkopen. Op ter-

mijn kan deze ontwikkeling volgens hen

leiden tot de teloorgang van de Europese

chemische industrie, die op milieugebied

juist goed presteert. p

Grootste plant ter wereld goed voor veiligheid en milieu

FO

TOG

RA

FIE

: DU

OF

OTO

, CA

MIE

L S

CH

EL

STR

AE

TE

’Een bedrijf dat ruim 400 miljoen euro durft te investeren in deze zware economi-sche tijden, verdient alle lof’, aldus pre-mier Balkenende begin september tijdens de eerste steenlegging van de ureumfa-briek van Yara in Sluiskil.

Balkenende prijst Yara voor investering ureumfabriek

Actueel

september 2009 Chemie magazine 19

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 19Chemisch Magazine 5_XL.pdf 19 24-9-2009 6:09:1624-9-2009 6:09:16

Page 20: Chemie magazine 2009 - september

20 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 20Chemisch Magazine 5_XL.pdf 20 24-9-2009 6:09:1724-9-2009 6:09:17

Page 21: Chemie magazine 2009 - september

e kloppen allereerst aan bij Kees Boe-

kel, programmaleider Vernieuwing

Toezicht bij het ministerie van VROM.

Wat is er veranderd? ‘We proberen te

redeneren vanuit het bedrijf en soms

zelfs vanuit de wensen van een bedrijf.

Ten eerste door het toezicht te coördineren en af te

stemmen met het bedrijf, zowel inhoudelijk als qua

planning. Dat gebeurt al enige tijd op bedrijvenpark

Chemelot in Geleen, maar inmiddels ook dit jaar bij

alle chemiebedrijven in Rijnmond. Dit betekent

maatwerk. Het ene bedrijf zal zeggen: ‘Laat de

inspecteurs van alle instanties maar tegelijk

komen’. Het andere bedrijf zag zeggen: ‘Kom in een

bepaalde periode na elkaar langs’. Ten tweede wer-

ken we ook aan het verbeteren van de inhoud van de

inspecties en het verhogen van de expertise van de

inspecteurs. Tot slot willen we alles meer gaan

afstemmen op de eigen kwaliteitszorg- en compli-

ancesystemen van de bedrijven, met andere woor-

den: we gaan systeemgericht toezicht toepassen.’

Begin dit jaar hebben de landelijk betrokken toe-

W

Vernieuwd toezicht staat of valt met samenwerking

Ondernemingen tevreden over pilot, maar...

eFO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

Betere inspecties om de toezichtlast bij chemische bedrijven te verminderen. Dat is sinds 2007 de ambitie van de overheid. Limburg loopt voorop en is enthousiast over de nieuwe aanpak. Ook in de Rijnmond zijn grote stappen gezet, maar daar merken sommige chemiebedrijven in de praktijk nog weinig van. Hoe hangt de vlag erbij? Een rondgang. Erik te Roller

zichtinstanties een intentieverklaring getekend,

waarmee ze zich verplichten aan het afgestemd

toezicht mee te werken. Kees Boekel: ‘We zijn nu

bezig dit principe in alle andere provincies in te voe-

ren, waarbij de toezichtinstanties dus samenwerken

en de planning vooraf bespreken met het bedrijf. De

provincie is, als bevoegd gezag voor de Wet milieu-

beheer, de belangrijkste toezichthouder bij chemie-

bedrijven en daardoor de aangewezen coördinator.

Zij is in feite verantwoordelijk voor zo’n 70% van het

toezicht. In vrijwel alle provincies gaan het komende

jaar pilots van start. Doel is om in 2010 alle bedrijven

bereikt te hebben. De provincies hebben toegezegd

daaraan mee te werken.’

Loketten samenvoegenDe provincie Limburg heeft de inspectie nieuwe stijl

al ingevoerd in Zuid-Limburg. Vanuit het Loket

Handhaving Stein vindt gecoördineerd toezicht

plaats bij de bedrijven op Chemelot in Geleen.

DCMR Milieudienst Rijnmond coördineert het onder

de naam Front Office Chemie Rijnmond bij alle

september 2009 Chemie magazine 21

Thema

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 21Chemisch Magazine 5_XL.pdf 21 24-9-2009 6:09:2024-9-2009 6:09:20

Page 22: Chemie magazine 2009 - september

45 grote chemiebedrijven in de Rijnmond. ‘Best

kans dat sommige bedrijven daarvan nog niets

gemerkt hebben, omdat ze pas dit najaar bezoek

krijgen’, aldus Boekel.

Een van de bedrijven die nog weinig merkt, is

Huntsman. Jan van Erp, EHS-manager: ‘Huntsman

Holland heeft als proefbedrijf met plezier meege-

daan aan de introductie van de front-office-inspec-

ties. Tijdens deze proef kwamen er inspectiedien-

sten over de vloer die voorheen minder vaak langs

kwamen dan bijvoorbeeld de DCMR Milieudienst

Rijnmond, de Arbeidsinspectie, Rijkswaterstaat of

de brandweer. Dit jaar zijn de inspecties nieuwe stijl

begonnen. Daarbij bundelen de inspecties hun

krachten op bepaalde vakgebieden. De bedoeling is

bedrijven zo volledig mogelijk te bedienen en dat is

winst. Dat vraagt natuurlijk om goede communica-

tie van beide kanten. Men is nog een beetje aan het

zoeken, hoe de vernieuwde inspectie uitgevoerd

moet worden. De voorpui van de inspectie staat,

maar daarachter zijn er nog een aantal loketten. De

volgende stap is om deze samen te voegen.’

‘De ervaring, die DCMR, de brandweer, Arbeidsin-

spectie en RWS al bij gezamenlijke BRZO-inspec-

ties hebben opgedaan, helpt bij het coördineren van

het overige toezicht. Verschil is wel dat de wettelijke

basis voor de BRZO-inspectie voor deelnemende

inspecties gelijk is, wat bij de andere inspecties niet

het geval is. Maar door deze aanpak bij meerdere

bedrijven toe te passen, verwacht ik dat de samen-

werking groeit en inspecties efficiënter verlopen,

zowel voor de overheid als voor het bedrijf’, aldus

Van Erp.

Geen onderlinge afstemmingChemiebedrijf Shin-Etsu in de Rijnmond is tevreden

over de BRZO-inspectie. Directeur Jan Henk Kort:

‘De inspecties trekken hierbij al enkele jaren geza-

menlijk op in een goed gecoördineerd team. De

mensen die aan tafel schuiven zijn behoorlijk com-

petent en de inspectie wordt veel professioneler

uitgevoerd en afgehandeld dan in het verleden. Dit

is een voorbeeld van hoe het moet. Op andere

gebieden merken we nog weinig van coördinatie,

maar dat gaat binnenkort misschien veranderen. In

november krijgen we hier een inspectie in het kader

van het Frontoffice Chemie Rijnmond. We voeren nu

overleg met de DCMR Milieudienst Rijnmond over

de agenda van deze inspectie. In het afgelopen jaar

merkten we al dat er meer coördinatie was dan in

het verleden. Wel hebben de verschillende over-

heidsinstantie elk jaar hun eigen speerpunten en

stemmen die onderling nog niet af.’

‘Zo wil de Arbeidsinspectie vanwege het ongeluk bij

BP in Texas, een paar jaar geleden, weten hoe veilig

Er gebeurt al veel, maar het kan sneller

e

de plekken zijn waar onze medewerkers doorgaans

verblijven. Recentelijk heeft Arbeidsinspectie een

inspectie bij onze plant in Botlek afgerond. De kans

bestaat dat Bouw- en Woningtoezicht van de

gemeente het ook op de agenda zet, evenals DCMR

zelf. Zo’n onderwerp leent zich prima voor een

gecoördineerde aanpak. Dat is dus niet gebeurd.

Conclusie: de overheid geeft nu daadwerkelijk

invulling aan Frontoffice Chemie, maar in de prak-

tijk moet nog blijken hoe gecoördineerd dit gebeurt

en of de toezichtlast, zoals wij die ervaren, ook echt

vermindert’, aldus Kort.

Kan snellerDe DCMR Milieudienst Rijnmond is dit jaar met de

inspecties nieuwe stijl begonnen. Inmiddels hebben

22 chemiebedrijven er een achter de rug, gecoördi-

neerd vanuit het Frontoffice Chemie Rijnmond. Nog

eens 23 chemiebedrijven volgen dit najaar. Voor

2010 staan inspecties nieuwe stijl bij 52 bedrijven op

het programma. Dat zijn er meer, omdat er ook

petrochemiebedrijven en biodieselproducenten bij

zijn gekomen. Anders dan bij Chemelot werkt

DCMR Milieudienst Rijnmond niet met één fysiek

handhavingsloket, maar met een virtueel loket in de

persoon van de coördinerend toezichthouder (CT).

Elk chemiebedrijf heeft iemand toegewezen gekre-

gen, die aanspreekpunt is voor het bedrijf en die

ook de andere inspectiediensten naar het bedrijf

toe vertegenwoordigt. Deze CT-er heeft weer meer-

dere bedrijven in portefeuille.

‘Er gebeurt al veel, maar het kan sneller’, zegt Edu-

ard van der Wilt, VNCI-speerpuntmanager Veilig-

heid, Gezondheid en Milieu. ‘Ook kan de overheid de

bedrijven nog wat beter informeren over hoe ver zij

met Vernieuwing Toezicht is. In 2007 zijn de nodige

verwachting gewekt. Veel bedrijven vinden het alle-

maal wel wat lang duren. Begrijpelijk, want bij het

uitvoeren van plannen zijn bedrijven gewend in

periodes van weken en maanden te denken, bij de

overheid is dat vaak maanden of jaren. Bij het pro-

gramma Vernieuwing Toezicht hoeft dat geen ver-

wondering te wekken, omdat er zo’n twaalf ver-

schillende overheidsinstanties tot samenwerking

moeten komen. Ook werkt de overheid aan de ver-

hoging van de deskundigheid van zijn inspecteurs.

Dat heeft tijd nodig. Vanuit de VNCI dringen we er

niettemin bij de overheid op aan om het proces van

vernieuwing te versnellen.’

Verhogen deskundigheidBoekel van VROM-Inspectie: ‘Vanuit het pro-

gramma Vernieuwing Toezicht lopen inmiddels bij

een aantal chemiebedrijven ook pilots om ervaring

op te doen met systeemgericht toezicht, zoals bij

AkzoNobel Delfzijl. De provincie Noord-Brabant wil

nog een stapje verder gaan en heeft bedrijven

opgeroepen om zich te melden als ze met systeem-

toezicht willen gaan werken. Vijftien bedrijven,

waaronder ook niet-chemiebedrijven hebben zich

hiervoor aangemeld. Daarnaast zijn we van plan om

de BRZO en Frontoffice Chemie in de Rijnmond

binnen één of twee jaar aan elkaar te koppelen.

Langzamerhand is iedereen het er wel over eens,

FO

TO: A

NP

22 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 22Chemisch Magazine 5_XL.pdf 22 24-9-2009 6:09:2024-9-2009 6:09:20

Page 23: Chemie magazine 2009 - september

De VROM-inspectie is de trekker van dit programma

onder meer voor het domein Chemie. Bij dit toezicht zijn

zo’n twaalf verschillende overheidsinstanties betrok-

ken, waaronder de provincie, het waterschap, Rijkswa-

terstaat, gemeente, brandweer, Nederlandse Emissie-

autoriteit (NEA) en Arbeidsinspectie. Kern van het

nieuwe toezicht bij de chemiebedrijven is dat de over-

heidsinstanties hun inspecties onderling afstemmen,

waarbij de provincies en DCMR de coördinator zijn. Dit

‘afgestemde toezicht’ geldt vooral voor de regelgeving

voor milieu, waterlozingen, Arbo- en bouwzaken. De

BRZO-inspecties, die gericht zijn op de veiligheid bij

bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stof-

fen werken, zijn hier nog niet volledig aan gekoppeld,

maar dat gaat wel gebeuren’, aldus Kees Boekel, pro-

grammaleider Vernieuwing Toezicht bij het Ministerie

van VROM.

‘Bij het verbeteren van het toezicht kijken we naar de

kwaliteit en kwantiteit van de inspecties. In 2007 heb-

ben de chemiebedrijven bij een eerste meting aangege-

ven dat ze vooral problemen hebben met de kwaliteit

van het toezicht en minder met het aantal bezoeken en

de tijd die ze voor inspecties moeten uit trekken. Daar

houden we rekening mee. We zijn bezig een meerjarig

programma uit te voeren. Ons vertrekpunt daarbij is,

dat het chemiebedrijf centraal staat.’

Hoe zit dat nou?

september 2009 Chemie magazine 23

Thema

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 23Chemisch Magazine 5_XL.pdf 23 24-9-2009 6:09:2024-9-2009 6:09:20

Page 24: Chemie magazine 2009 - september

Ze kunnen niet leven zonder hun omgeving te beschadigen.Maar u wel. Met bewezen sustainability management software van SAS.

www.sas.com/nl

Olifanten eten duizenden bomen kaal

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 24Chemisch Magazine 5_XL.pdf 24 24-9-2009 6:09:2224-9-2009 6:09:22

Page 25: Chemie magazine 2009 - september

dat BRZO en Frontoffice niet los van elkaar staan.

Er zijn grote parallellen tussen de trajecten.’

‘Behalve meer samenwerking tussen de inspecties,

is ook het verhogen van de deskundigheid en pro-

fessionaliteit van de toezichthouders een belangrijk

punt. De inventarisatie naar de ideeën vanuit het

bedrijfsleven hierover is nagenoeg afgerond. Hier-

uit komt het beeld naar voren, dat de toezichthou-

der kennis moet hebben van de chemie en chemi-

sche technologie en van HBO- of academisch

niveau moet zijn. Dat stelt eisen aan het perso-

neelsbeleid. Een ander aandachtspunt is professio-

neel optreden. Hoe stel je je als inspecteur op bij

een bezoek aan een bedrijf? Informeer je het bedrijf

vooraf over het onderwerp van de inspectie en kop-

pel je de bevindingen snel terug? Dat zijn allemaal

dingen waarmee we de toezichtlast, zoals die door

de bedrijven wordt ervaren, moeten zien te vermin-

deren. Daarnaast moeten we onze kennis over

systeemtoezicht vergroten’, aldus Boekel.

Minder werk en kostenDe provincie Limburg heeft dus in 2007 op het

bedrijventerrein Chemelot een apart kantoor

geopend in Stein vlakbij de locatie. DSM en SABIC

zijn eigenaar van het merendeel van de daar geves-

tigde fabrieken. Het Loket Handhaving Stein draait

nu zo’n twee jaar en Fred Stadler, directeur veilig-

heid, gezondheid en milieu van Sitech Manufactu-

ring Services in Geleen is uitermate tevreden. ‘De

scherpe kantjes zijn eraf. De ervaring en proces-

kennis van de mensen in Stein is sterk toegenomen.

Zij weten waar ze over praten. Bij de BRZO-inspec-

ties van de Arbeidsinspectie, brandweer en provin-

cie is de expertise op een veel hoger niveau geko-

men. Aanvankelijk keek de brandweer vooral naar

de voorzieningen, maar nu ligt de focus ook op

beheer en borging van het noodplan, op brand-

weerscenario’s en methoden om branden te blus-

sen. En Rijkswaterstaat, het waterschap Roer en

Overmaas en de gemeente Sittard-Geleen hebben

zich met hun milieu-inspecties bij het loket aange-

sloten. Betere coördinatie aan de kant van de over-

heid betekent minder werk en kosten aan onze

kant.’

Te grote delegatie‘We profiteren van het feit dat Chemelot één terrein

is, met één milieuvergunning, één milieujaarverslag,

één bedrijfsbrandweer, één veiligheidsrapport en ga

zo maar door. Alle inspectie- en vergunningzaken

lopen via Chemelot Site Permit BV. Voor CSP zijn zo’n

drie mensen bijna continu aan de slag om als bege-

leider en tegenspeler van de mensen bij het Loket

Handhaving Stein op te treden. Op jaarbasis worden

vier tot zes reguliere, geplande BRZO-inspecties

uitgevoerd. Daarnaast zijn er nog circa 80 planma-

tige Wet-milieubeheer-inspecties bij alle fabrieken

op de site. Dat komt neer op gemiddeld twee milieu-

inspecties per bedrijf per jaar. Bouw- en woningtoe-

zicht van de gemeente Sittard-Geleen komt hier

overigens elke twee weken een dag langs.’

Stadler ervaart dat de toezichtlasten zijn afgeno-

men. ‘Onze administratieve belasting is inmiddels

met 20 tot 25% afgenomen.’ Toch moet Stadler nog

constateren dat de inspectie niet bij elk bedrijf even

efficiënt verloopt. Een nieuw intern probleem

steekt de kop op: tijdens inspecties worden veel

eigen mensen ingezet. Bij Chemelot Site Permit zijn

drie mensen permanent belast met het beantwoor-

den van vragen over het interne veiligheidsbeheer-

systeem, intern toezicht en VGM-beleidsvoering.

Aangezien het steeds over hetzelfde bedrijfsterrein

gaat, kunnen ze vragen uit Stein namens alle 50

fabrieken meestal snel, eenduidig en efficiënt

beantwoorden. Bij veel fabrieken zie je echter nog

veel te grote delegaties klaar staan om de inspec-

teurs te ontvangen. Die delegaties kunnen veel

kleiner zijn, maar dat is een kwestie van leren.’ p

Meer informatie: www.inspectieloket.nl/domeinen/chemiewww.dcmr.nl www.chemelot.nl

Het programma Vernieuwing Toezicht Chemie gaat

niet alleen over de planning en coördinatie van de

inspecties. De overheid zoekt bij het toezicht ook naar

aansluiting bij het interne zorgsysteem van een

bedrijf. Dit betekent dat een bedrijf primair zelf con-

troleert of alles volgens de regels gebeurt en zaken

zo nodig bijstelt en dat de overheid onder meer door

steekproeven controleert of het zorgsysteem solide

is. Aangezien een bedrijf inzichtelijk moet maken dat

het met zijn zorgsysteem aan de wettelijke verplich-

tingen voldoet, heeft dit nogal wat voeten in de aarde.

Bedrijven kunnen er daarom ook voor kiezen met de

klassieke inspecties door te gaan. Onderdeel van dit

systeemgericht toezicht is ook selectief toezicht op

basis van risicosturing. In 2011 moet er een uniforme

methodiek voor risicoanalyse beschikbaar zijn en de

doelstelling is om dit in 2015 bij alle chemiebedrijven

toe te passen. Het gaat erom vast te stellen hoe groot

de verschillende risico’s zijn om daarna prioriteiten te

kunnen stellen voor wat betreft het toezicht.

Systeemtoezicht

Onze administratieve belasting is nu al met

20 tot 25% afgenomen

september 2009 Chemie magazine 25

Thema

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 25Chemisch Magazine 5_XL.pdf 25 24-9-2009 6:09:2624-9-2009 6:09:26

Page 26: Chemie magazine 2009 - september

‘De sleutel voor het innovatieve vermogen van Nederland ligt in het onderwijs. Daar wordt de kiem

gelegd om creatief te kunnen omgaan met voortdurende vernieuwing. Dat besef inspireert me om me te blijven

inzetten voor de vernieuwing van het scheikunde-onderwijs.’ Aldus prof. dr. Gerard van Koten, sinds 2003

voorzitter van de Stuurgroep Nieuwe Scheikunde. Joost van Kasteren

at was er mis met het scheikunde-onderwijs op de middelbare school?‘Heel veel, maar wat

precies, dat was nog niet

helemaal duidelijk toen

we begonnen met de Verkennings-

commissie Scheikunde, de voorloper

van de Stuurgroep. Toen het Ministe-

rie van OC&W me vroeg om voorzitter

te worden, heb ik gezegd, dat is goed.

Maar dan wil ik wel eerst in kaart

brengen wat de stakeholders ervan

vinden, iedereen die bij het onderwijs

betrokken is. Niet alleen de leraren

scheikunde, maar ook anderen, zoals

de KNCV, de VNCI, de lerarenoplei-

ders bij universiteit en hbo en bij de

vakdidactici. Ook zijn we naar scholen

gegaan om met de leerlingen te pra-

ten. We hebben iedereen gevraagd

wat ze vonden van het huidige schei-

kunde-onderwijs en hoe het eruit zou

zien als zij het voor het zeggen had-

den. De belangrijkste reactie was dat

het scheikunde-onderwijs niet aan-

sloot bij het hoge tempo van vernieu-

wing in natuurwetenschap en tech-

niek en de doorwerking daarvan in de

maatschappij.’

Alles goed en wel, maar onderwijs gaat toch om het aanleren van een aantal basisbeginselen en dito vaardigheden. Een redox-reactie blijft een redox-reac-tie en pipetteren moet je leren.‘Dat klopt in zoverre dat je inderdaad

een aantal concepten moet beheer-

sen als je je havo- of vwo-examen

scheikunde wilt halen. Maar de con-

text waarin die concepten worden

aangeboden, moet volgens ons veel

beter aansluiten op de ontwikkelingen

in de samenleving. Wat wij gedaan

hebben in ons rapport ‘Chemie tussen

Context en Concept’ (2003) is die twee

dingen uit elkaar halen. Om bij het

voorbeeld van de redox-reactie te

blijven: Een actuele ontwikkeling is

dat een aantal bruggen in de Ver-

enigde Staten zijn ingestort of dreigen

in te storten vanwege jarenlang

gebrek aan onderhoud. Het gaat vaak

om stalen bruggen, waarvan de

draagconstructie is doorgeroest. Als

je jongeren laat vertrekken vanuit de

actuele context van roestende stalen

bruggen, komen ze uiteindelijk ook bij

de redox-reactie uit. Dat is het concept

dat ze moeten kennen voor hun eind-

examen. Alleen nu hebben ze dat op

zo’n manier voorgeschoteld gekregen,

dat ze een verband kunnen leggen met

een serieus probleem, namelijk cor-

rosie en wat je eraan kunt doen om

het te voorkomen.’

Moeten ze dan, bij wijze van spreken, voor een realistische context ook kunnen uitrekenen wat het draagvermogen van de brug is en hoever de pijlers kunnen roesten, zonder dat hij instort?‘Precies. Een van de conclusies uit ons

rapport indertijd, ‘Bouwen aan schei-

kunde’, was om meer samenhang aan

te brengen tussen de vakken in de

verschillende profielen. Bij schei-

kunde gaat het dan om het profiel

W

e

26 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 26Chemisch Magazine 5_XL.pdf 26 24-9-2009 6:09:2624-9-2009 6:09:26

Page 27: Chemie magazine 2009 - september

‘ Goed onderwijs is een investering in innovatie’

Gerard van Koten:

september 2009 Chemie magazine 27

Interview

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 27Chemisch Magazine 5_XL.pdf 27 24-9-2009 6:09:2724-9-2009 6:09:27

Page 28: Chemie magazine 2009 - september

Natuur & Techniek en Natuur &

Gezondheid. Samenhang en context

sluiten ook aan bij het rapport ‘Talent

voor tweede fase’ van de KNAW dat in

2003 is verschenen, waarin zoiets

wordt bepleit met als nadrukkelijk

doel mensen die een natuurweten-

schappelijk profiel kiezen, te stimule-

ren om ook te kiezen voor een ver-

volgopleiding in de exacte

wetenschappen. Niet alleen omdat ze

het een mooi vak vinden, maar ook

omdat ze een beetje gevoel hebben

gekregen voor wat je met zo’n vak

kunt doen.’

Loop je dan niet het gevaar dat het vak scheikunde zelf zijn samenhang verliest en een beetje als los zand aan elkaar hangt?‘In ons rapport ‘Chemie tussen con-

text en concept’ bepleiten we nadruk-

kelijk een samenhangende leerlijn

scheikunde van de derde tot en met

de vijfde klas havo en zesde klas vwo.

Waarbij we overigens een duidelijk

onderscheid maken tussen havo en

vwo. Het vwo-onderwijs is meer

gericht op innovatie, het omgaan met

verandering, terwijl het havo-onder-

wijs meer is gericht op toepassing. De

leerlijnen zijn opgebouwd uit modu-

les. Zo’n module biedt de leerling de

context, bijvoorbeeld het verhaal van

de doorgeroeste bruggen om zijn

interesse te wekken en bevat een of

meer concepten, die hij moet kennen.

De docent kent die concepten, maar

de leerling moet – zoals gezegd - die

zelf kunnen ontdekken. In dit geval

zijn dat de redoxreactie en de potenti-

aalverschillen tussen verschillende

metalen.

De samenhang ontstaat door de

modules in een bepaalde volgorde

aan te bieden, zodat je een doorlo-

pende leerlijn krijgt van de derde

naar de zesde klas. Momenteel ont-

wikkelen we een databank die de

docent helpt bij het samenstellen van

leerlijnen op basis van de beschik-

bare modules. De bedoeling is dat de

docent zelf kiest voor een bepaalde

leerlijn. Dat kan er een zijn die bij-

voorbeeld sterk de nadruk legt op

zelfwerkzaamheid van de leerling,

maar hij kan ook kiezen voor een

leerlijn, die veel strakker is vormge-

geven. Waar hij voor kiest, hangt af

van het type school en van het type

leerling.’

Als ik het goed begrijp krijgt de leerling in de leerlijn dus impliciet alle concep-ten voorgeschoteld, die hij op het eind-examen moet kennen? ‘Meerdere malen zelfs, want het is de

bedoeling dat in de leerlijn dezelfde

concepten in verschillende contexten

worden gepresenteerd, zodat de leer-

ling leert schakelen tussen concept

en context. En dat hij de concepten

ook in een voor hem onbekende con-

text weet te gebruiken. Als het goed

is, heeft hij geleerd om zijn scheikun-

dige kennis flexibel te gebruiken voor

‘We willen dat studenten kiezen voor een vervolg-

opleiding in de exacte wetenschappen‘

28 Chemie magazine september 2009

Interview

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 28Chemisch Magazine 5_XL.pdf 28 24-9-2009 6:09:3124-9-2009 6:09:31

Page 29: Chemie magazine 2009 - september

verschillende situaties. Op die manier

bevorder je ook de samenhang tussen

de vakken.’

Gaan we toe naar één vak science als vervanging van schei- en natuurkunde en biologie?‘Nee, daar ben ik niet voor. Het is een

vorm van verbreding die kan leiden tot

vervlakking. Je kunt de concept-in-context benadering wel prima gebrui-

ken om een verbinding te leggen tus-

sen schei- en natuurkunde en

biologie, maar dan liever door teams

die uit verschillende disciplines

bestaan. Wij hebben ervoor gepleit om

er eerst voor te zorgen dat schei- en

natuurkunde en biologie van zichzelf

weer aantrekkelijk worden. Niet

alleen door met verschillende contex-

ten aan te sluiten bij de leefwereld van

de jongeren, maar ook door gebruik

van moderne ICT. Zo kun je bijvoor-

beeld via de website 700 moleculen

ruimtelijk bekijken. Je kunt ook een

vakantiekracht spelen die een presen-

tatie moet maken voor een bedrijfje

dat spectroscopen levert.’

De VNCI heeft ook een aantal modules gemaakt. Kan dat wel, buitenstaanders die lessen maken?‘Net als de universiteiten willen we ook

de industrie betrekken bij het ontwik-

kelen van het nieuwe scheikunde-

onderwijs. Enerzijds omdat ze belang

hebben bij een goede opleiding schei-

kunde. Anderzijds omdat de industrie

bij uitstek een leverancier is van ‘con-

text’, een actuele omgeving waar

scheikunde wordt gebruikt. De modu-

les worden overigens door leraren

gemaakt, maar veel van de informatie

wordt door de industrie aangeleverd

om een zo realistisch mogelijke context

te krijgen. We zijn daar erg blij mee.

Inmiddels zijn er zes modules gemaakt

met een industriële context en zijn er

twee in ontwikkeling. Daarbij gaat het

onder meer om modules over zelfher-

stellende materialen, het gebruik van

melkzuur, nanocoatings en kunstmest.’

Nederland heeft ongeveer het laagste percentage bètastudenten van de geïn-dustrialiseerde landen. Veel mensen met scheikunde in hun profiel kiezen toch niet voor een bètastudie. Lossen we dat op met scheikunde nieuwe stijl?Van Koten: ‘Dat is inderdaad een groot

probleem. De innovatiekracht van

Nederland brokkelt af, omdat de BV

Nederland zich onvoldoende reali-

seert dat de fundamenten voor ons

innovatieve vermogen worden gelegd

in het hoger en middelbaar onderwijs.

Aan ons de taak om ervoor te zorgen

dat jonge mensen ook daadwerkelijk

kiezen voor bèta na de middelbare

school. Dat doen we door enerzijds het

scheikunde-onderwijs te vernieuwen,

door leerlingen te prikkelen om zelf-

standig over dingen na te denken en

oplossingen te zoeken. Anderzijds

door een betere aansluiting met uni-

versiteit en hbo. In het Sectorplan

Scheikunde bijvoorbeeld, dat momen-

teel gestalte krijgt, is afgesproken dat

de universiteiten gezamenlijk probe-

ren om jaarlijks 800 nieuwe studenten

binnen te halen. Tegelijkertijd zetten

de universiteiten zich in voor de bij- en

nascholing van docenten, bijvoorbeeld

door ze parttime te laten meedraaien

in het onderzoek.’

Moet je het aantal scheikunde-opleidin-gen niet verminderen om voldoende massa te krijgen?‘In het Sectorplan Scheikunde wordt

het aantal opleidingen al terugge-

bracht onder meer door samenvoe-

gen van de opleidingen aan de Vrije

Gerard van Koten was tot twee jaar geleden hoogleraar Organische Synthese

aan de Universiteit Utrecht. Als decaan stond hij aan de wieg van de Faculteit

Bètawetenschappen, waarin de vroegere faculteiten Natuur- en Sterren-

kunde, Scheikunde, Biologie, Farmaceutische Wetenschappen en Wiskunde

en Informatica zijn verenigd. Momenteel is hij honorair universiteitshoogle-

raar in Utrecht en distinguished research professor aan de Universiteit van

Cardiff (UK). Hij is auteur van een zeer groot aantal wetenschappelijke publi-

caties en octrooien. Was voorzitter van de Academiecommissie voor de Che-

mie van de KNAW en is tot 1 oktober aanstaande voorzitter van de KNCV. Wat

betreft de vernieuwing van het scheikunde-onderwijs was hij voorzitter van de

Verkenningscommissie (voorjaar 2002) en is hij voorzitter van de Stuurgroep

Nieuwe Scheikunde.

CV

Universiteit en de Universiteit van

Amsterdam. Als je louter zou kijken

naar scheikunde kan ik me ook wel

iets voorstellen bij de wens om het

aantal opleidingen nog verder terug

te schroeven, maar ik ben er geen

voorstander van. De meeste universi-

teiten hebben inmiddels hun bètawe-

tenschappen ondergebracht in één

faculteit. Scheikunde vervult daarin

een brugfunctie tussen enerzijds de

natuurkunde en anderzijds de biolo-

gie. Daarnaast vervult scheikunde

ook een brugfunctie tussen de bèta-

faculteit en de medische faculteit. Als

je de scheikunde-opleiding op zou

doeken, verlies je ook een belangrijke

pijler onder de bètafaculteit. Afgezien

daarvan zien we dat het aantal stu-

denten weer stijgt, dus ook in dat

opzicht hebben de opleidingen recht

van bestaan. p

‘ De industrie levert een realistische context aan. We zijn daar erg blij mee’

september 2009 Chemie magazine 29

Interview

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 29Chemisch Magazine 5_XL.pdf 29 24-9-2009 6:09:3424-9-2009 6:09:34

Page 30: Chemie magazine 2009 - september

Like a popst

Ruim 1500 feestgangers kwamen tijdens

het Lowlands Festival op zijn lezing af.

Ze hoorden Bert Meijer praten over

onder meer het ontstaan van het leven

op aarde. De hoogleraar macromolecu-

laire en organische chemie Bert Meijer

van de Technische Universiteit Eindho-

ven leek even op een popster. Volgens

een bericht in het universiteitsblad

Cursor had de hoogleraar nog geen

woord gezegd of klaterde er al een

staande ovatie op hem neer. En ondanks

het feit dat het merendeel van de feest-

gangers al een hele dag op Lowlands

rondliepen, waren ze verbazingwekkend

stil en vol aandacht toen Meijer met zijn

verhaal begon.

Na afloop is hij blij en opgelucht. ‘Het

geeft me een heel bijzonder gevoel en ik

ben er ook best trots op.’ Gaat hij vaker

lezingen houden voor een breed

publiek? ‘Jazeker - en andere TU/e-

onderzoekers zouden dat ook veel vaker

moeten doen. Als wetenschapper is het

je plicht om je kennis ook te delen met

de maatschappij.’ p

Professor geeft college op Lowlands

FO

TO: M

AA

RTE

N S

CH

UTH

/ C

OO

LPO

LITI

CS

30 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 30Chemisch Magazine 5_XL.pdf 30 24-9-2009 6:09:3424-9-2009 6:09:34

Page 31: Chemie magazine 2009 - september

ar

september 2009 Chemie magazine 31

Uitgelicht

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 31Chemisch Magazine 5_XL.pdf 31 24-9-2009 6:09:3624-9-2009 6:09:36

Page 32: Chemie magazine 2009 - september

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 32Chemisch Magazine 5_XL.pdf 32 24-9-2009 6:09:3724-9-2009 6:09:37

Page 33: Chemie magazine 2009 - september

e Regiegroep Chemie startte

vorige jaar met de Roadmap

Human Capital Chemie. Een

onderdeel daarvan is het

onderzoek ‘Employability in

de chemie’ om beter inzicht

te krijgen in de personeels-

samenstelling bij bedrijven in de che-

mische industrie. Het gaat daarbij om

vragen als: Wat is de huidige samen-stelling, hoe manifesteren vergrijzing en ontgroening zich de komende jaren, welke knelpunten ontstaan er en hoe kunnen bedrijven zichzelf daarop voor-bereiden?Het onderzoek toont aan dat er,

ondanks de recessie, grote tekorten

aan voldoende gekwalificeerd perso-

neel aan het ontstaan zijn. Deze tekor-

ten worden nog eens verder vergroot

door de dalende belangstelling bij

jongeren voor een opleiding in de che-

mie en de, wegens de recessie ont-

stane, uitstroom van personeel naar

andere sectoren. Kortom, de chemi-

sche sector moet vraag en aanbod

beter in balans brengen.

Verschillende functietitelsVAPRO heeft in het Employability-

project de gegevens van 7953 werkne-

mers (chemie en procesindustrie)

geanalyseerd en gevisualiseerd.

VAPRO gebruikt daarvoor Magnaview

(zie kader volgende pagina). Vervol-

gens is een benchmarkonderzoek

uitgevoerd. Op deze manier ontstaat

een duidelijker beeld van de employa-

bility binnen de sector. De kleine acht-

D

Employability-onderzoek legt vinger op de zere plekken

De komende vijf jaar stroomt er veel personeel uit in de chemische en procesindustrie. Bovendien neemt de inzetbaarheid van medewerkers met rasse schreden af door seniorendagen en ziekte. Er zijn nu concrete acties nodig om het tij te keren. Als eerste stap daartoe worden regionale bijeenkomsten georganiseerd om met betrokken partijen tot afspraken te komen.

Verjongingskuur geen overbodige luxe

duizend werknemers (tien procent van

het totaal aantal werkenden in de

chemie) zijn representatief voor de

sector. Er is een evenredige vertegen-

woordiging naar bedrijfsgrootte en

geografische spreiding.

In de analyse zijn alle voorkomende

functies binnen de bedrijven betrok-

ken. Opvallend was dat er buitenge-

woon veel verschillende functietitels

worden toegepast: meer dan 2100! Op

iedere vier medewerkers één functie-

benaming. Gezien dat grote aantal zijn

de resultaten van dit onderzoek niet

naar functies uitgesplitst. Daarnaast

was er ook sprake van een grote

diversiteit in benamingen voor afdelin-

gen (880). Deze zijn genormaliseerd

tot 11 afdelingen zodat de resultaten

wel op afdelingsniveau weergegeven

kunnen worden.

Van de bijna 8000 werknemers is

slechts 16% vrouw. 17% jonger dan 35

jaar, ruim de helft is 35 tot 50 jaar en

31% is ouder dan 50 jaar. De gemid-

delde leeftijd bedraagt 45 jaar (zie

figuur 1).

De leeftijdsopbouw verschilt in

behoorlijke mate tussen de bedrijven.

Sommige bedrijven laten een bolvorm

zien; de middencategorie is bij hen het

sterkst vertegenwoordigd, de jonge-

ren en ouderen in duidelijk mindere

mate. Bij andere bedrijven zien we een

omgekeerde piramidevorm, wat over-

duidelijk duidt op vergrijzing; hoe

60-65

55-60

50-55

45-50

40-45

35-40

30-35

25-30

20-25

Leeftijdpiramide totaalVan de bijna 8000 werknemers is

Figuur 1

261

990

1160

1639

1493

1022

715

490

182

september 2009 Chemie magazine 33

Opinie

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 33Chemisch Magazine 5_XL.pdf 33 24-9-2009 6:09:4424-9-2009 6:09:44

Page 34: Chemie magazine 2009 - september

ouder de leeftijdscategorie, hoe ster-

ker in aantal vertegenwoordigd. Hoe-

wel de leeftijdpiramiden per bedrijf

flink verschillen, zien we wel dat de

ontgroening en vergrijzing in de che-

mie een onontkoombaar feit is.

Dag- en ploegendienst

Vergrijzing treedt sterker op bij man-

nen dan bij vrouwen (zie figuur 3). Er is

relatief meer aanwas onder jonge

vrouwen dan onder jonge mannen.

Het mbo-opleidingsniveau is het

meest vertegenwoordigd. Ten aanzien

van het opleidingsniveau zien we veel

verschillen tussen de bedrijven.

Opvallend is de verdeling van mede-

werkers over de verschillende typen

roosters. 52% van de medewerkers

werkt in dagdienst (zie figuur 4).

Als er een ploegendienst is, dan is de

5-ploegendienst de meest voorko-

mende. Deze dienst is al jaren favoriet

bij de chemische bedrijven en hun

medewerkers. De vraag is echter in

hoeverre deze dienst voldoende

ruimte laat voor het aantrekken van

doelgroepen die gebaat zijn bij een

flexibel rooster. Denk hierbij aan vrou-

wen in het algemeen en mannen die

een vaste dag vrij willen hebben met

het oog op een betere werk-privéba-

lans. Het is voor deze bedrijven te

Van elkaar leren en met elkaar verder komen: regionale bijeenkomstenVAPRO organiseert dit najaar een aantal bijeen-

komsten om de resultaten en de stand van zaken in

uw regio te bespreken. Voor deze bijeenkomsten

zullen ook scholen en UWV’s uitgenodigd worden.

Door gezamenlijk concrete acties op te zetten,

willen we tot een regionale maatwerkaanpak

komen om goed voorbereid de toekomst in te gaan.

De regionale bijeenkomsten zijn als volgt gepland:

-

Drenthe

Utrecht.

Opgeven voor deze bijeenkomsten is mogelijk via

een mail aan [email protected] onder ver-

melding van de door u gewenste datum. Meer

informatie over de locaties volgt.

> 20

18-20

16-18

14-16

12-14

10-12

8-10

6-8

4-6

2-4

0-2

3227

581

316

131

261

321

477

647

329

482

1150

overwegen om de mogelijkheden tot

flexibel roosteren te verkennen.

Medewerkers zeer loyaalDe medewerkers in de chemische

industrie zijn zeer trouw, het gemid-

delde dienstverband is 17 jaar. 40% is

zelfs langer dan 20 jaar in dienst, zie

figuur 5. Blijkbaar weet de chemische

industrie mensen aan zich te binden.

Daar staat echter tegenover dat lange

dienstverbanden de doorstroom bin-

nen een bedrijf kunnen belemmeren.

Wanneer medewerkers lang op één

en dezelfde plek zitten, kan dat ten

koste gaan van hun flexibiliteit en

vitaliteit. Er loert het gevaar van ver-

oudering van competenties en ver-

minderde inzetbaarheid.

We zien in figuur 5 dat er de afgelopen

twee jaar veel nieuwe instroom heeft

plaatsgevonden. Een van de redenen

die bedrijven hiervoor aangeven is de

verwachte uitstroom als gevolg van de

vergrijzing in de komende jaren en de

toen nog groeiende economie. Daar-

entegen zijn er in de periode 2 tot 6

jaar geleden minder mensen aange-

nomen. Net voor de recessie van 2008

zien we een groeiende behoefte aan

nieuwe instroom. Onder de medewer-

kers die maximaal 2 jaar in dienst zijn,

bevinden zich zowel jongeren als

ouderen. Ruim een derde is jonger

dan 30 jaar. Maar er is ook ruimte

geweest voor nieuw personeel met

een ruime ervaring, eveneens een

derde van de nieuwe medewerkers is

ouder dan 45 jaar.

Er is een golfbeweging zichtbaar in de

verhouding dienstverband en leeftijd.

De jaren dat veel medewerkers aan-

genomen werden tekenen zich duide-

lijk af, evenals de jaren dat het met de

groei wat minder ging.

De toekomstTot 2014 stroomt – op basis van een

pensioengerechtigde leeftijd van 65

jaar – 12% van het huidige personeels-

bestand uit. Over de verschillende

afdelingen heen is een wisselend

beeld te zien.

Binnen productieafdelingen stroomt

de komende 5 jaar 8% van de mede-

werkers uit en binnen de laboratori-

umafdelingen 4%. Echte uitschieters

zien we bij afdelingen als R&D (13%),

onderhoud (17%) en technologie (20%).

Momenteel is wel de trend zichtbaar

dat steeds meer bedrijven de pensi-

oenleeftijd voor nieuwe instroom ver-

hogen in een poging de uitstroom

beter te beheersen.

Verminderde beschikbaarheidBedrijven met oudere werknemers

moeten ook rekening houden met

BR

ON

: PR

OC

ES

SIO

NA

L, S

EP

TEM

BE

R 2

009

Figuur 5

Diensttijdpiramide

Leeftijdopbouw mannen en vrouwen

60

55

50

45

40

35

30

25

20

246

894

1025

1452

1240

769

526

364

148

60

55

50

45

40

35

30

25

20

15

96

135

187

253

253

189

126

34

figuur 3

Man: 6664 Vrouw: 1288

34 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 34Chemisch Magazine 5_XL.pdf 34 24-9-2009 6:09:4524-9-2009 6:09:45

Page 35: Chemie magazine 2009 - september

ploegendienst: 262

ploegendienst: 262

ploegendienst: 1945ploegendienst: 4154

Overige: 4154

ziekte- en seniorendagen. Vooral

medewerkers bij kleine en middel-

grote bedrijven hebben recht op seni-

orendagen. Daarnaast zien we dat er

medewerkers willen doorstromen

naar een staffunctie omdat zij fysiek

de ploegendienst niet meer aankun-

nen. In de praktijk zijn er niet veel

dagdienstfuncties die een goede door-

stroommogelijkheid vormen.

Deze verminderde beschikbaarheid is

een eyeopener voor veel bedrijven.

Van de 88% aan personeel dat er nog

is in 2014, is in totaal maar liefst 490

fte (dat wil zeggen 6%) niet beschik-

baar als gevolg van ziekte en/of senio-

rendagen! Gevolg: het werk moet

verzet worden door een kleinere

groep medewerkers. Kortom: het

(tijdig) aantrekken van nieuw gekwali-

ficeerd personeel is cruciaal om het

personeelsbestand op peil te brengen

én te houden.

De meerderheid van de bedrijven

geeft aan bezig te zijn met levensfase-

bewust personeelsbeleid. In de

meeste gevallen betreft dit vooral een

oriëntatie. De stap tot een beleidsplan

is nagenoeg door geen enkel bedrijf

gemaakt.

MagnaviewMagnaview is een tool die

door VAPRO onder andere

gebruikt wordt voor het

analyseren van perso-

neelsbestanden. De tool

stelt je in staat om ver-

schillende scenario’s voor

de verandering in samen-

stelling van een perso-

neelsbestand op korte en

lange termijn door te

scenario’s kunnen de

effecten van veranderin-

gen in bijvoorbeeld pensi-

oenleeftijd, seniorenda-

gen, lengte

dienstverband, maar ook

ontslag of het vervallen

van functies, worden

gesimuleerd. Men krijgt

zo inzicht in de invloed op

de vervangingsvraag,

inzetbaarheid en produc-

tiviteit.

Diensttijd versus leeftijdGemiddelde leeftijd in 2009: 45

Gemiddeld diensttijd in 2009: 17

>20

18-20

16-18

14-16

12-14

10-12

8-10

6-8

4-6

2-4

0-2

Figuur 4

Figuur 6

Bedrijven geven aan dat ze wel met

levensfasebewust personeelsbeleid

willen starten. Helaas worden ze te

snel weer in beslag genomen door de

dagelijkse prioriteiten. Daarnaast

werd duidelijk dat het onderwerp

vooral leeft binnen HRM. HR-mana-

gers hebben moeite om concrete

acties voor levensfasebewust perso-

neelsbeleid op de MT-agenda te krij-

gen.

De volgende stapTijdens de terugkoppeling van de

onderzoeksresultaten blijkt dat de

bedrijven zichzelf herkennen in deze

cijfers. Ze zijn van plan deze analyse te

gaan gebruiken om bij OR, directie, MT

en medewerkers het bewustzijn te

vergroten. Sommige bedrijven waren

een stap verder. Voor hen waren de

resultaten een bevestiging dat ze al

goed bezig waren en dat de ingesla-

gen weg goed paste bij de knelpunten

die werden aangegeven.

Het vastleggen van competenties is

een essentiële stap, zowel voor func-

ties als voor de medewerkers. Op deze

manier wordt de inzetbaarheid van

medewerkers duidelijk, maar ook

welke gaps medewerkers nog hebben.

Bovendien kunnen bedrijven nagaan

welke competenties verdwijnen als

gevolg van uitstroom. Daarnaast is het

kwalitatief maken van de analyse van

belang. Wat heeft het ouder worden

voor effect op het fit houden van je

mensen, bijvoorbeeld bij ploegendien-

sten? Hoe zorg je ervoor dat kritische

know-how wordt geborgd of overge-

dragen? Al deze gegevens kunnen

bedrijven vervolgens aanwenden om

de inzetbaarheid van personeel op

korte en lange termijn aan te laten

sluiten op de gewenste kwantitatieve

en kwalitatieve bezetting.p

20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 60-65

september 2009 Chemie magazine 35

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 35Chemisch Magazine 5_XL.pdf 35 24-9-2009 6:09:4524-9-2009 6:09:45

Page 36: Chemie magazine 2009 - september

Dagelijks komen we drijfgassen tegen. In de cosmetische hoek, de voedingsmiddelenindustrie en ook in de chemische

industrie. Linde Gas produceert o.a. lachgas, wat ook gebruikt wordt als drijfgas voor bijvoorbeeld slagroom. Op

de volgende pagina meer over dit niet reactieve gas...

36 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 36Chemisch Magazine 5_XL.pdf 36 24-9-2009 6:09:4524-9-2009 6:09:45

Page 37: Chemie magazine 2009 - september

Om uw vingers bij af te likken

juli/augustus 2009 Chemie magazine 37

In beeld

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 37Chemisch Magazine 5_XL.pdf 37 24-9-2009 6:09:4724-9-2009 6:09:47

Page 38: Chemie magazine 2009 - september

Foto 1: Analyseruimte van het productieproces voor lachgas

Foto 2: Regeling en conditionering van gas voor analyse

Foto 3: Vullen van tankauto

Foto 4: Vervoer per tankcontainer naar vulstation voor cilinders

Foto 5: Vullen van cilinders lachgas

Foto 6: Kwaliteitsanalyse van gevulde cilinder

32

1

38 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 38Chemisch Magazine 5_XL.pdf 38 24-9-2009 6:09:5024-9-2009 6:09:50

Page 39: Chemie magazine 2009 - september

Koolzuurgas wordt ook vaak gebruikt als drijfgas, maar heeft de eigenschap dat het deels oplost in water

5

4

6

juli/augustus 2009 Chemie magazine 39

In beeld

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 39Chemisch Magazine 5_XL.pdf 39 24-9-2009 6:09:5324-9-2009 6:09:53

Page 40: Chemie magazine 2009 - september

We zijn voorbereid Draaiboeken klaar, preventiemaatregelen van kracht

inds april heeft het virus

Nieuwe Infl uenza A (H1N1),

in de volksmond de Mexi-

caanse griep, zich in snel

tempo over de wereld ver-

spreid. In juni sprak de World Health

Organisation (WHO) van een pandemie

en een maand later meldde de organi-

satie dat het aantal besmettingen niet

meer bij te houden was. Gevreesd

werd dat het virus dodelijk was en vele

slachtoffers zou maken. In het

ernstigste scenario telt Nederland 5

miljoen zieken, 80.000 doden en is er

grote economische schade. Geschat

werd dat 30 tot 50 procent van de wer-

kende bevolking zou uitvallen. Basis-

voorzieningen voor de hele bevolking

zouden in gevaar komen. Alle organi-

saties moesten zich daarom goed

voorbereiden op de pandemie.

Instellingen, overheid en bedrijfsleven

werkten deze zomer hard aan allerlei

noodplannen. Minister Ab Klink nam

geen enkel risico en kocht vaccins en

virusremmers in voor alle Nederlan-

ders. Begin augustus werd het

gevreesde virus door het RIVM gede-

valueerd tot een gewone seizoens-

griep en half augustus werd de mel-

dingsplicht voor Nieuwe Infl uenza A

(H1N1) aangepast. Nu worden alleen

nog patiënten geregistreerd die in het

ziekenhuis zijn opgenomen en patiën-

ten die aan de griep zijn overleden. Er

zijn dus geen absolute getallen meer

bekend over het aantal grieppatiënten.

Volgens het RIVM zijn er op 27 augus-

tus twee patiënten overleden en 52

patiënten opgenomen in het zieken-

huis. Het merendeel van deze patiën-

ten lijdt ook aan een andere aandoe-

ning.

Domino-effect De ernst van de pandemie lijkt begin

september dus mee te vallen, maar er

wordt nog altijd gevreesd dat de

omvang van de pandemie groot zal

zijn. Ook is niet bekend of het virus in

de loop der tijd een agressievere vari-

ant zal ontwikkelen. De H1NI-virussen

staan erom bekend dat ze snel kunnen

muteren. Bij de Mexicaanse grens met

de VS is onlangs al een variant van het

virus aangetroffen die resistent blijkt

voor de virusremmer Tamifl u. Om die

reden wordt de virusremmer in

Nederland alleen door de huisarts

voorgeschreven als het echt nodig is.

Uit onderzoek van adviesbureau

Deloitte onder 65 grote bedrijven blijkt

dat bijna de helft (45 procent) van de

grote Nederlandse bedrijven nog

steeds rekening houdt met een omzet-

daling van 3,5 procent.

Hoever zijn de vitale chemische

bedrijven met hun voorbereidingen op

de pandemie? Eduard van der Wilt

inventariseerde het, op verzoek van de

De kritische bedrijfsprocessen zijn in kaart gebracht, er liggen draaiboeken voor uitval van grote aantallen

medewerkers en er zijn allerlei preventiemaatregelen van kracht. Dat blijkt uit een telefonische rondgang

langs chemische bedrijven die onderdeel zijn van de vitale infrastructuur in Nederland. Esther Rasenberg

SF

OTO

: AN

P

40 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 40Chemisch Magazine 5_XL.pdf 40 24-9-2009 6:09:5724-9-2009 6:09:57

Page 41: Chemie magazine 2009 - september

op pandemie

september 2009 Chemie magazine 41

Kennis en ervaring

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 41Chemisch Magazine 5_XL.pdf 41 24-9-2009 6:09:5824-9-2009 6:09:58

Page 42: Chemie magazine 2009 - september

Commissie Vitale Infrastructuur. Hij is

bij de VNCI verantwoordelijk voor

Energie & Klimaat, Veiligheid,

Gezondheid & Milieu. In totaal maken

25 VNCI-lidbedrijven deel uit van de

vitale infrastructuur. Hieronder vallen

ook energie- en drinkwaterwaterbe-

drijven, telecommunicatie, voedsel-

voorziening, gezondheidszorg, finan-

ciële infrastructuur, rechtsorde,

openbaar bestuur, transport en nucle-

aire industrie. Alle vitale sectoren zijn

in meer of mindere mate van elkaar

afhankelijk. Als één product of dienst

uitvalt, kan dit een domino-effect

hebben op de andere sectoren.

TerrorismeVan der Wilt: ‘Het blijkt dat alle bedrij-

ven zich voorbereiden op de pande-

mie. In grote organisaties zijn speciale

teams samengesteld en kleinere

organisaties coördineren de activitei-

ten vanuit het managementteam. Een

aantal bedrijven gebruikt de handlei-

ding van de overheid als richtlijn.

Andere bedrijven brengen zelf hun

bedrijfskritische processen in kaart.

Van der Wilt legt uit dat de grote aan-

dacht voor de gevolgen van een pan-

demie is ontstaan vanuit terrorisme-

dreiging. In 2007 is het Nationaal

Adviescentrum Vitale Infrastructuren

(NAVI) opgericht en daaruit vloeide

overleg tussen vitale sectoren voort.

‘Na verloop van tijd is ook onder de

loep genomen wat de consequenties

zouden zijn van een pandemie. Dat

heeft geleid tot allerlei noodplannen

en die zijn nu dus in het kader van de

Mexicaanse griep in werking gesteld.

Als straks de griep inderdaad blijkt

mee te vallen, hebben we in elk geval

kunnen nagaan of alle processen wer-

ken.’

Ook Ton Heemskerk van Hexion is als

Senior Regional EHS-manager blij

met alle aandacht voor de maatrege-

len: ‘Ik vind eigenlijk dat elk bedrijf

noodplannen op de plank moet heb-

ben. Wij kijken hierbij serieus naar de

businesscontinuïteit mocht er 10, 30 of

50 procent van de medewerkers uit-

vallen. We inventariseren bij onze

mensen of we in plaats van in drie

ploegen van acht uur kunnen werken

met bijvoorbeeld twee ploegen van

twaalf uur. Ook andere aangepaste

roosters worden besproken. Of en

wanneer een dergelijke dienst in wer-

king treedt, beslist het crisisteam aan

de hand van het aantal ziekmeldingen.

Het doel van de maatregelen is voor

ons het op een veilige manier in stand

houden van de productie. Op het

gebied van onderhoud kunnen we

prioriteiten stellen. Niet alles hoeft

per se meteen te gebeuren. Verder

hebben we onderzocht welk product

het best misbaar is, als we de fabriek

onverhoopt toch moeten stoppen.’

Ook is er bij Hexion aandacht voor

preventie en de behandeling van

griep. ‘We hebben er deze zomer over

gedacht om een eigen voorraad vac-

cins en virusremmers aan te leggen.

Dat bleek niet nodig omdat minister

Klink heeft gezorgd voor voldoende

vaccins en virusremmers voor ieder-

een. De overheid raadt het aanleggen

van een eigen voorraad bovendien af

en daar houden wij ons aan. Overigens

is het niet zo dat medewerkers van

‘Bij de eerste griep-melding kan het team

meteen aan de slag’

FO

TO: A

NP

42 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 42Chemisch Magazine 5_XL.pdf 42 24-9-2009 6:10:0024-9-2009 6:10:00

Page 43: Chemie magazine 2009 - september

Belangrijkste maatregelen

‘vitale’ bedrijven eerder kunnen

beschikken over de vaccins. Preventie

en behandeling van patiënten komt bij

ons overeen met de algemene richtlij-

nen’, aldus Heemskerk.

Ver-van-mijn-bed-show‘Better safe than sorry’, zegt Jos van

Damme van Yara. ‘In eerste instantie

lijkt het misschien flauwekul, maar we

zijn toch liever goed voorbereid. Wij

zijn bezig met een draaiboek en we

hebben een algemene mededeling

aan onze medewerkers verstuurd. We

weten inmiddels dat we met een

bezetting van 60 procent veilig kunnen

blijven produceren. Met een efficiënte

indeling en het aanpassen van de

ploegendiensten kunnen we, indien

nodig, de chemische installaties

draaiend houden. Vooralsnog is bij ons

het crisisteam niet actief, maar zodra

we de eerste griepmelding krijgen

gaat het team aan de slag.’

‘ExxonMobil beschikt wereldwijd al

sinds 2007 over draaiboeken voor een

pandemie’, vertelt Ton Jeen Benelux

Environmental Advisor ExxonMobil.

‘In het kader van de Mexicaanse griep

zijn die draaiboeken uit de kast

gehaald en hebben we de scenario’s

aan de hand van actuele informatie

en ontwikkelingen geconcretiseerd.

Wat mij opvalt is dat medewerkers

zich nu veel beter dan in 2007 kunnen

voorstellen wat een pandemie kan

betekenen. Twee jaar geleden was

het voor veel mensen echt een ver-

van-mijn-bed-show. Wij hebben des-

tijds gedetailleerde procedures uit-

gewerkt voor het omgaan met een

pandemie.

Wij onderscheiden drie verschillende

alarmfasen waarbij een eigen pakket

maatregelen hoort. De eerste fase is

die van voorbereiding. Bij een toe-

name van het aantal ziektegevallen

kunnen we opschalen naar ‘hot

standby’. Het laatste stadium is de

‘critical operations fase’. In die fase

beperken we onder meer het aantal

bezoekers en kunnen wij besluiten

bepaalde afdelingen van huis uit te

laten werken. Met de huidige ICT-

infrastructuur is dat een optie gewor-

den. Ook is in die fase coördinatie met

de overheid middels verenigingen als

de VNCI van groot belang. De bran-

cheverenigingen kunnen zorgen voor

afstemming met de overheid over het

beleid en de te nemen maatregelen.

Het is belangrijk dat de overheid en

het bedrijfsleven elkaar aanvullen en

dat niet de één linksaf en de ander

rechtsaf gaat. Onze president-direc-

teur bepaalt op dit moment aan de

hand van wekelijkse rapportages over

de Mexicaanse griep of opschalen

nodig is. Bij ExxonMobil in Mexico

heeft deze zomer een dergelijke

opschaling plaatsgevonden.’

In goede conditieTon Jeen vervolgt: ‘In het kader van de

vitale infrastructuur is er in de afgelo-

pen jaren overleg geweest met andere

sectoren. We moeten er voor onze

productie natuurlijk wel van op aan

kunnen dat water, elektriciteit en alle

benodigde chemicaliën geleverd blij-

ven worden. Als dat niet zo is, valt ons

hele draaiboek in duigen. Het is overi-

gens heel belangrijk om de verant-

woordelijkheid voor de noodplannen

in de organisatie zelf neer te leggen.

Zo pakken alle bedrijfsonderdelen de

plannen actief op. Preventie en maat-

regelen behelzen daarmee meer dan

een theoretische ‘act of preparation.’’

Occupational Health Advisor Jan Sije

Huismans van AkzoNobel Industrial

Chemicals houdt zich bezig met het

uitrollen van de preventiemaatregelen

op meerdere locaties. ‘Wij hebben

onze bedrijven opdracht gegeven om

plannen te maken om zich voor te

bereiden op een pandemie. Voor ons is

het van groot belang onze processen

op een veilige en verantwoorde

manier draaiend te kunnen houden.

Onderdeel van de voorbereiding is een

voorlichtingscampagne voor onze

medewerkers. Daarin benadrukken

we bijvoorbeeld dat mensen ervoor

moeten zorgen dat ze in goede condi-

tie zijn. Daarnaast vragen we natuur-

lijk ook aandacht voor alle hygiëne-

maatregelen, zoals handen wassen,

het gebruiken van papieren hand-

doekjes en niezen in papieren zak-

doekjes. Medewerkers met meer dan

38,5 graden koorts adviseren we thuis

te blijven. Overigens zijn de plannen

die wij hebben ontwikkeld in principe

toepasbaar voor elke pandemie’,

besluit Huismans.

Het lijkt er dus op dat de Mexicaanse

griep instellingen, bedrijven en over-

heid heeft wakker geschud. Het milde

virus heeft geleid tot een generale

repetitie voor een serieuze pandemie.

Daardoor zou het weleens onze red-

der in nood kunnen blijken. p

Meer informatie: www.grieppandemie.nl

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

september 2009 Chemie magazine 43

Kennis en ervaring

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 43Chemisch Magazine 5_XL.pdf 43 24-9-2009 6:10:0224-9-2009 6:10:02

Page 44: Chemie magazine 2009 - september

Hars dat het lichaam zelf afbreekt. Dat ontwikkelden Ferry Melchels en Dirk Grijpma van de onder-

zoeksgroep Polymeerchemie en Bioma-terialen van de Universiteit Twente. Met het nieuwe type hars kunnen belangrijke lichaamsdelen exact en precies passend nagemaakt worden. Het werkt als volgt: in het ziekenhuis maakt de arts een CT-scan van bijvoor-beeld een complexe breuk. Vervolgens bewerkt een collega de foto met de com-puter tot een ontwerp voor een implan-taat. De vloeibare kunsthars hardt uit waar deze belicht wordt; zo ontstaat een precies passend implantaat. Het niet belichte - dus niet uitgeharde - deel van de hars wordt uitgewassen. Na het zaaien van botcellen of stamcellen in het poreuze implantaat wordt deze in het lichaam gezet. Na verloop van tijd breekt het lichaam het implantaat af, terwijl de cellen nieuw bot aanmaken.p

Perfect CopyBot van afbreekbaar hars

INF

OG

RA

PH

IC: A

ND

RIE

S H

OF,

IDIO

MO

RF

INF

OG

RA

PH

ICS

44 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 44Chemisch Magazine 5_XL.pdf 44 24-9-2009 6:10:0324-9-2009 6:10:03

Page 45: Chemie magazine 2009 - september

september 2009 Chemie magazine 45

Infographic

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 45Chemisch Magazine 5_XL.pdf 45 24-9-2009 6:10:0324-9-2009 6:10:03

Page 46: Chemie magazine 2009 - september

46 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 46Chemisch Magazine 5_XL.pdf 46 24-9-2009 6:10:0624-9-2009 6:10:06

Page 47: Chemie magazine 2009 - september

et ene type polyetheen is het andere niet. Dat

geldt ook voor polypropeen. Wij richten ons al

enige jaren op het ontwikkelen van types met een

hoge toegevoegde waarde en proberen die uiter-

aard zo goedkoop mogelijk te maken. Het ontwik-

kelen van die types en de toepassingen ervan

vergt zo veel tijd, kennis en samenwerking met de klant,

dat de drempel om tot deze markt toe te treden erg hoog is.

Anderen kunnen deze producten dus niet zomaar kopiëren.

Met dit soort producten concurreren wij niet alleen op kos-

ten, maar ook op kwaliteit. Daarom verwachten we onze

positie in Geleen de komende jaren te kunnen handhaven.’

Hij noemt copol-PP als voorbeeld van een hoogwaardige

productlijn. Dit polymeer bestaat uit een molecuulnetwerk

(homopolymere matrix) van gewoon polypropeen, waarin

rubberachtige bolletjes zijn ingebouwd van een copolymeer

van etheen en propeen. ‘We kunnen spelen met molecu-

laire eigenschappen, zoals de ketenlengte van polypropeen

en ook die van het copolymeer, de verhouding van het copo-

lymeer in het polypropeen, de verhouding van etheen en

propeen in het copolymeer, etcetera. Op die manier contro-

leren we de mechanische eigenschappen, waaronder stijf-

heid en slagvastheid. Van dit materiaal worden bijvoorbeeld

op grote schaal autobumpers gemaakt. Door tegelijk het

aantal bolletjes en de grootte ervan te variëren kunnen we

ook de secundaire eigenschappen van de kunststof beïn-

vloeden, zoals transparantie, textuur, geur en smaak, ter-

wijl we blijven opletten dat het polymeer goed verwerkbaar

blijft.

‘Neem bijvoorbeeld de doorzichtige drinkbeker. (zie foto,

red.) Die is gemaakt van een type copol-PP met als merk-

naam Clearpact® dat transparant is, doordat de bolletjes

vrij klein zijn. Bij grotere bolletjes is de kunststof niet meer

transparant, maar mat of ondoorzichtig. Dit materiaal is

‘H

‘ Concurreren op basis van kwaliteit’

In de komende jaren komen in het Midden-Oosten en elders in de wereld een groot aantal nieuwe petrochemische fabrieken in bedrijf. Vanwege de lagere grondstofkosten, schaalgrootte en moderne technologie zullen de kostprijzen van de producten uit die fabrieken, zoals polyetheen en polypropeen, beduidend lager zijn in Europa. Wat betekent dat voor de toekomst van SABIC in Geleen? Geert Bonte, Director Site Improvements van SABIC, maakt zich daar geen al te grote zorgen over. Erik te Roller

e

Geert Bonte van SABIC:

september 2009 Chemie magazine 47

Opinie

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 47Chemisch Magazine 5_XL.pdf 47 24-9-2009 6:10:0824-9-2009 6:10:08

Page 48: Chemie magazine 2009 - september

behalve transparant ook nog slagvast, waardoor de beker

niet meteen barst als het een keer valt’, aldus Bonte.

Hogere winstSABIC maakt in Geleen naar verhouding veel polypropeen

copolymeren en richt zich minder op de grote volumes van

eenduidig polypropeen (homopolymeren) voor tapijt- of

textiel toepassingen of voor verpakkingsfolies voor levens-

middelen en bloemen. ‘We maken tientallen verschillende

types van deze copolymeren en kunnen in ons continupro-

ces met geavanceerde procescontrole tussentijds over-

schakelen van het ene product op het andere met een mini-

mum verlies aan materiaal door off-spec-productie en met

een grote mate van reproduceerbaarheid van de productei-

genschappen’, legt Bonte uit.

Ook is SABIC al jaren specialist in het maken van dunne

polyetheen coatings voor kartonnen pakken voor melk- en

fruitsappen, en ook voor fotopapier. Bonte: ‘Onze klanten

brengen op banen van karton of aluminium een zeer dunne

laag polyetheen van ongeveer 10 micron aan en dat gebeurt

bij snelheden van enkele honderden meters per minuut.

Daarbij is het zaak dat de coating overal even dik wordt

aangebracht ook aan de randen van de banen. Dat stelt

natuurlijk hoge eisen aan de verwerkbaarheid van de poly-

etheen. Hoe sneller verwerkbaar, des te hoger de producti-

viteit per machine en de winst voor onze klanten. Ook hier

zijn de secundaire eigenschappen, zoals optiek voor bij-

voorbeeld de coating van fotopapier en organoleptiek, ofte-

wel smaak en geur voor voedseltoepassingen, van eminent

belang. Die combinatie van eigenschappen maakt onze

producten vaak uniek.’

Heilige graalSABIC maakt dit speciale type polyetheen in continu door-

stroomde geroerde reactoren die al sinds de jaren vijftig in

gebruik zijn en over enkele jaren aan vervanging toe zijn.

‘We brengen de productie dan over naar buisreactoren,

waarmee we grootschaliger kunnen opereren. Dat lijkt

simpel maar is nog nooit eerder vertoont. De technologie

die we daarvoor hebben ontwikkeld, is een soort heilige

graal binnen de polyethyleenwereld. Daarom hebben we

alle vindingen ook goed geoctrooieerd. We zijn inmiddels

uit de pilotfase. Onze klanten proberen de polyetheen nu uit

op hun productielijnen. Het is nog geen gelopen race, maar

we hebben er hoge verwachtingen van. Het gaat in dit geval

om hetzelfde product, maar gemaakt met een andere tech-

nologie. Dat maakt onderdeel uit van onze strategie: hoe

kunnen met bestaande installaties nieuwe producten

maken en hoe kunnen we de processen zo aanpassen dat

we aantrekkelijke bestaande producten op grotere schaal

kunnen maken tegen lagere kosten? Bij onze groei gaat het

overigens niet enkel om volume, maar ook om differentiatie

in kwaliteit’, verklaart Bonte.

Strenge eisenSABIC levert een ander hoogwaardig polyethyleen voor

verpakkingen van klein (melkflessen) tot groot (bulkcontai-

ners). Het bedrijf bepaalt de eigenschappen en de verwerk-

baarheid van het polyetheen door te spelen met het mole-

cuulgewicht (ketenlengte), de moleculaire

gewichtsverdeling (variatie in ketenlengtes) en de concen-

tratie en het type van de co-monomeren. Bij grote contai-

ners komt het erop aan dat de wand overal even dik en dus

sterk is. Dan is er geen extra polymeer nodig om de wand

op bepaalde plaatsen op dikte te brengen en kan dus met

een minimale hoeveelheid polymeer worden volstaan. Om

dat te bereiken maakt SABIC een polyetheen met een mix

van zeer lange en korte moleculen. De lange moleculen

omstrengelen elkaar en zorgen ervoor dat het gesmolten

polymeer tijdens de extrusiegang niet gaat uitzakken onder

invloed van de zwaartekracht. De korte moleculen zorgen

weer voor de ‘smeerwerking’ waardoor het polymeer

gemakkelijk verwerkbaar blijft. Bij voedseltoepassingen

komt daar nog bij dat het materiaal moet voldoen aan

strenge eisen voor de geur en smaak.

Fundamenteel onderzoekBij sommige van deze ontwikkelingen heeft SABIC dank-

baar gebruik gemaakt van het pre-competitieve onderzoek

van het Dutch Polymer Institute, het Nederlandse topinsti-

tuut op het gebied van kunststoffen. Bij het instituut ont-

wikkelen wetenschappers experimentele, zogenoemde

computationele en analytische technieken voor het bepalen

van de ruimtelijke oriëntatie (architectuur) van de molecu-

len. Ook doen ze fundamenteel onderzoek naar relatie

tussen moleculaire ruimtelijke oriëntatie en allerhande

eigenschappen, waaronder viscositeit, slagvastheid, stijf-

heid, krasvastheid, transparantie, smaak en geur. ‘Van dit

soort fundamentele kennis maken wij weer gebruik in onze

R&D-afdeling, waar ongeveer 100 mensen werken aan het

ontwikkelen van nieuwe producten. Ook werken we in toe-

nemende mate samen met SABIC IP in Bergen op Zoom bij

het ontwikkelen en verkopen van producten, met name

voor de automobielindustrie’, aldus Bonte. p

Bij voedsel komen daar nog strenge eisen voor de

geur en smaak bij

48 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 48Chemisch Magazine 5_XL.pdf 48 24-9-2009 6:10:0824-9-2009 6:10:08

Page 49: Chemie magazine 2009 - september

Zorgvuldig berekenen voorlopig onmogelijk

De Europese wet- en regelgeving op stoffengebied REACH bevat een groot aantal voorzieningen om proefdiergebruik te verminderen. Is dat haalbaar? En om hoeveel proefdieren gaat het eigenlijk? Zolang onduidelijk is hoeveel informatie over stoffen bekend is, zijn exacte berekeningen lastig. Adriaan van Hooijdonk

Minder proefdieren of juist meer?

september 2009 Chemie magazine 49

Maatschappij

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 49Chemisch Magazine 5_XL.pdf 49 24-9-2009 6:10:0824-9-2009 6:10:08

Page 50: Chemie magazine 2009 - september

e discussie over de toename van het

gebruik van proefdieren om chemi-

sche stoffen te testen in verband met

REACH laaide onlangs weer op. De

oorzaak: een publicatie in het tijd-

schrift Nature. Volgens de Duitse

toxicoloog Thomas Hartung en de Italiaanse

chemicus Constanza Rovida zijn er voor

REACH minimaal 54 miljoen proefdieren

nodig. Volgens hen kost het project daarom

9,5 miljard euro aan onderzoeksgeld.

De auteurs baseren deze berekeningen onder

meer op de hoeveelheid preregistraties van

chemische stoffen die vorig jaar bij het

Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

in Helsinki werden ingediend. In eerste

instantie werd volgens hen rekening gehou-

den met 27.000 bedrijven die 180.000 preregi-

straties voor 29.000 stoffen zouden aanleve-

ren. Uiteindelijk werden het ruim 65.000

bedrijven die meer dan 2,7 miljoen preregi-

straties indienden voor 140.000 stoffen.

Hartung en Rovida gaan ervan uit dat er in

totaal 68.000 stoffen geregistreerd zullen

worden. Daarvan vallen er 6300 in een cate-

gorie waarvoor uitgebreide testen noodzake-

lijk zijn. Zogeheten multigeneratietesten,

waarbij het effect van chemische stoffen op

het nageslacht van onder meer ratten wordt

getest, zorgen er vervolgens voor dat er in

totaal twintig keer zoveel proefdieren nodig

zijn als eerder werd verwacht. Bij elkaar

opgeteld: 54 miljoen proefdieren.

Informatie onbekendHet is echter niet mogelijk om nu een goede

berekening van het aantal benodigde proef-

dieren te maken, volgens Wilbert Frieling.

Frieling, directeur van contractlaboratorium

NOTOX B.V. in Den Bosch: ‘Het probleem is

dat niemand precies weet hoeveel informatie

er op dit moment over de effecten van chemi-

sche stoffen op mens en milieu beschikbaar

is. Daarvoor werken chemische bedrijven

momenteel samen in ‘Substance Information

Exchange Forums’ (SIEF). Hierin wisselen ze

informatie uit over de gegevens van stoffen.

Ook van testen waarvoor eerder proefdieren

zijn gebruikt. Bedrijven zijn verplicht deze

gegevens met elkaar te delen om het gebruik

van proefdieren zoveel mogelijk te beperken.

Wij hebben een afdeling die de hele dag bezig

is in kaart te brengen welke informatie er

beschikbaar is, wie het intellectuele eigen-

dom heeft en hoeveel er eventueel voor

betaald moet worden.’ De medewerkers van

deze afdeling richten zich maar op één vraag:

‘Hebben we genoeg informatie om aan de

registratie-eisen van het Agentschap te vol-

doen?’ Frieling: ‘Wanneer ze die vraag posi-

tief kunnen beantwoorden zijn er geen proef-

dieren nodig. In alle andere gevallen gaan we

eerst na of we de benodigde informatie ook

zonder proefdiergebruik kunnen aanleveren.

Denk bijvoorbeeld aan literatuurstudies,

computermodellen en testen met menselijke

D

e

‘ Bepaalde onderzoeken moet je nu eenmaal uitvoeren op het gehele organisme’

VNCI wil geen extra regels

De VNCI is, net als het kabinet, voorstander van het verminderen van onno-

dige proeven, het verfijnen en vervangen van bestaande testen. Dat schrijft

de vereniging in een brief aan de Kamercommissie die 24 september verga-

dert over een nieuwe Europese richtlijn voor dierproeven.

Tegelijkertijd roept de VNCI de overheid op om geen aanvullende eisen te

stellen en tekent ze bezwaar aan tegen het feit dat de minister zich er sterk

voor wil maken dat bestaande strengere maatregelen in de Nederlandse wet

gehandhaafd mogen blijven. De voorbereiding van de dossiers voor het Euro-

pees Agentschap vindt immers in internationaal verband plaats, en het werkt

niet als Nederland hiervoor andere eisen hanteert.

Verder is de VNCI bezorgd over het voorstel om aanvragen voor dierexperi-

menteel onderzoek nationaal aan een ethische richtlijn te onderwerpen. Het

zou ertoe kunnen leiden dat voor REACH vereiste testen onmogelijk worden

gemaakt. Daarom stelt de vereniging voor om ethische criteria voor regelge-

vend onderzoek (bijvoorbeeld in de REACH-testverordening) te regelen.

Tot slot pleit de VNCI ervoor om de erkenning van testresultaten internatio-

naal af te stemmen. De ontwerprichtlijn zou daarin kunnen voorzien.

cellen in reageerbuizen (in vitro). Maar het

proces om deze informatie te vergaren, is

momenteel in volle gang; dus elke schatting

over de toename van het gebruik van proef-

dieren moet je voorzichtig interpreteren.’

Daar is VNCI-stoffenexpert Dirk van Well het

mee eens. ‘Ik verwacht bovendien dat over de

stoffen die op korte termijn moeten worden

geregistreerd (hoge volumestoffen en zeer

gevaarlijke stoffen) al veel informatie bekend

is. Voor veel stoffen zullen de dossiers nage-

noeg compleet zijn. Die zijn de afgelopen

jaren al beoordeeld in het kader van de

bestaande stoffenregelgeving en het zoge-

naamde HPV-initiatief van de International

Council of Chemical Associations, waarin

veiligheids-, en gezondheidsaspecten van

belangrijke industrieproducten zijn onder-

zocht.’

Registraties overschatVan Well wijst er verder op dat de auteurs van

het Nature-artikel volgens het Agentschap

het aantal te registeren stoffen hebben over-

schat. Bovendien interpreteren ze de ver-

plichtingen niet juist. Het aantal proefdieren

valt daardoor ten onrechte tien à twintig keer

zo hoog uit. Hij benadrukt dat REACH een

groot aantal voorzieningen bevat om het

proefdiergebruik te beheersen. ‘Zo is een

beoordeling mogelijk aan de hand van

modellen die een relatie leggen tussen de

chemische structuur van een stof en zijn acti-

viteit (‘QSAR’ en ‘ReadAcross’). Maar ook het

gebruik van epidemiologische gegevens en

in-vitrotesten dragen bij aan een verminde-

ring van het gebruik van proefdieren.’

Zowel Van Well als Frieling vinden het nood-

zakelijk dat politici zich meer inzetten voor de

acceptatie van het gebruik van alternatieven

voor dierproeven. ‘Wanneer wetenschappers

een bepaalde test hebben gevalideerd, duurt

het vaak nog jaren voordat de overheid die

accepteert’, aldus Frieling. Volgens minister

Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

komt dat omdat internationale organisaties,

zoals de OECD en de WHO, hoge eisen aan de

betrouwbaarheid van testen stellen. Tweede

Kamerlid Tofik Dibi van Groen Links vroeg

onlangs om de toelating te versoepelen.

Klink antwoordde dat het gebruik van onvol-

doende ontwikkelde en gevalideerde testen

kan resulteren in grote risico’s voor de volks-

gezondheid. Tegelijkertijd gaf de minister aan

dat er internationaal veel inspanningen wor-

50 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 50Chemisch Magazine 5_XL.pdf 50 24-9-2009 6:10:1124-9-2009 6:10:11

Page 51: Chemie magazine 2009 - september

den geleverd om alternatieven te ontwikke-

len, te valideren en in te voeren. Nederland is

slechts een van de vele spelers op dit terrein,

aldus Klink.

Industrie draagt bijVolgens Dirk van Well levert de industrie

samen met overheid en wetenschap een

belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van

alternatieven, in het European Partnership for

Alternative Approaches to Animal Testing.

Bovendien financiert de Europese koepelorga-

nisatie van de chemische industrie Cefic in het

kader van een speciaal programma – het zoge-

heten Long Range Research Initiative – onder-

zoek naar alternatieven voor tests om lange-

termijneffecten van stoffen vast te stellen.

Volgens directeur Marja Zuidgeest van de

vereniging Proefdiervrij kunnen deze alter-

natieven ertoe leiden dat proefdiergebruik

binnen twintig jaar tot het verleden behoort.

Zij was onlangs op het wereldcongres voor

alternatieven voor dierproeven in Rome. Daar

werd door wetenschappers en dierenorgani-

saties gewezen op verschillende nieuwe ont-

wikkelingen in toxiciteitsonderzoek in de

Verenigde Staten, Europa en Japan. Door de

vooruitgang binnen nieuwe disciplines, zoals

toxicogenomics en computertoxicologie,

kunnen dierproeven straks onder meer wor-

den vervangen door testen in reageerbuizen.

Daarbij maken de onderzoekers bijvoorbeeld

gebruik van cellen van menselijke oorsprong.

Toch kan het volgens Zuidgeest nog wel even

duren voor overheid én wetenschap de ‘gou-

den standaard’ van de proefdieren loslaten.

‘Onderzoekers die artikelen aan wetenschap-

pelijke tijdschriften aanbieden, moeten bij-

voorbeeld hun in-vitrotesten vaak herhalen

met experimenten op proefdieren. En dat is

in onze ogen helemaal niet nodig. Wellicht

dat de start van het Nationaal Kenniscentrum

voor Alternatieven voor Dierproeven deze

ontwikkelingen kan versnellen’, aldus

Zuidgeest.

Petri-schaalWilbert Frieling van NOTOX heeft zijn twij-

fels. ‘Sommige onderzoeken met proefdieren

kunnen waarschijnlijk nooit worden vervan-

gen door alternatieven. Die moet je nu een-

maal uitvoeren op het gehele organisme. Pas

dan zie je het effect van een stof in samen-

hang met alle weefsels. Dat lukt niet als je in

een petri-schaal een test doet op een type

cel.’ Toch kan het gebruik van proefdieren

volgens hem wel omlaag. ‘En daar werken

NOTOX en de industrie in mijn ogen goed en

graag aan mee. Als we bijvoorbeeld voorstel-

len om in het kader van REACH nog eens een

extra literatuurstudie uit te voeren, reageren

bedrijven zonder uitzondering positief.’ p

september 2009 Chemie magazine 51

Maatschappij

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 51Chemisch Magazine 5_XL.pdf 51 24-9-2009 6:10:1224-9-2009 6:10:12

Page 52: Chemie magazine 2009 - september

Van 1 literflesjes tot duizenden liters per minuut.

Alle gassen voor chemie, farmacie en raffinage. Internationale knowhow

van Linde Gas als gevolg van continue research en ruim een eeuw ervaring.

Standaard gassen en gasmengsels tot hoogzuivere receptuurgassen.

In welke leveringsvorm dan ook. U zegt ’t maar.

Voor elk proces waarin gassen nodig zijn, biedt Linde Gas Benelux de

betrouwbaarste oplossing.

Linde Gas – ideas become solutions.

Naar een perfecte chemietussen u en onze gassen-portfolio.

Linde Gas Benelux B.V.

Havenstraat 1, Postbus 78, 3100 AB Schiedam

Tel. 010 246 14 70, Fax 010 246 15 06, [email protected], www.lindegasbenelux.com

Eskens Benelux B.V. T: +31 172 430181 [email protected] Eskens Poland Sp. z o.o. T: +48 61 8677208Eskens Benelux N.V. T: +32 15 451500 www.eskens.com StortEskens Ltd. T: +44 1279 756747

Hoog performance zeefmachine type WADankzij elektromagnetische trilkoppen wordt alleen het zeefdoek in trilling ge-bracht t.b.v. het classificeren van bulk materiaal tot de meest fijne zeeffracties.

Meerdeks zeefmachine type MDSLineaire werp-trilzeef met horizontalescheidingsvlakken voor het classificeren van droge stortgoederen tot in het fijnstezeefbereik.

Rhewum GmbH; fabrikant van zeefmachines voor droog, nat en optische analyse zeven.

afvullendispergeren

doserenengineren

homogeniserenmalen

mengenmixenpersen

pompenregenereren

reinigenverpakkenverwarmen

zeven

In de Benelux vertegenwoordigt Eskens o.a. exclusief:

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 52Chemisch Magazine 5_XL.pdf 52 24-9-2009 6:10:1224-9-2009 6:10:12

Page 53: Chemie magazine 2009 - september

De sluitdeuren aan de voor-

en achterkant van de Koplo-

per-intercitytreinen van de

NS. De fietspaddenstoelen

voor de ANWB. Het Haar-

lemse bedrijf maakt nog voornamelijk

vezelversterkte polyesterproducten.

Zo ook de constructie van de Nuna 1,

de zonne-auto waarmee studenten

van de TU Delft de World Solar Chal-

lenge in Australië in 2001 wonnen. Het

materiaal bestond uit een composiet

van koolstofvezel en epoxyhars.

De onderneming zoekt niet alleen

uitdaging in het ontwerp en de tech-

niek van haar producten, maar ook in

de vergroening daarvan. Lindy Hen-

sen, manager onderzoek en ontwikke-

ling: ‘Nu al is een derde van onze com-

posieten van polyesterhars versterkt

met natuurvezels, zoals hennep en

vlas. De nieuwe ANWB-paddenstoel is

daar een voorbeeld van. Deze natuur-

vezels kosten minder energie en

hechten zich aan de hars zonder dat je

daarvoor extra chemicaliën hoeft te

gebruiken. En dit composietmateriaal

kun je in de afvalfase helemaal ver-

branden. Er blijven geen vezels achter,

zoals bij glasvezels. In sterkte doen ze

niet onder voor glasvezels. Weliswaar

is glasvezel sterker, maar ook zwaar-

der. Bij eenzelfde gewicht zijn natuur-

vezels daarom toch even sterk. Maar

de kwaliteit van de combinatie natuur-

vezel en hars kan nog beter. De com-

binatie glasvezel en polyester is in de

loop van jaren al sterk verbeterd,

NPSP maakt harsen van biogrondstoffen

Op een groene paddenstoel…

Groene chemie

De fietspaddenstoelen voor de ANWB zijn gemaakt van polyesterhars, versterkt met natuurve-zels zoals hennep en vlas. Het Haarlemse bedrijf NPSP Composieten zoekt continu uitdagingen.

zodat de hechting tussen de glasve-

zels en het polyester optimaal is. Met

natuurvezels zitten we nog aan het

begin van een ontwikkelingstraject,

waarbij we zoeken naar de combina-

ties van harsen en vezels met de beste

onderlinge hechting.’

Soja-olie en suikerbietenBij NPSP Composieten lopen nu twee

onderzoeksprojecten in opdracht van

het ministerie van Landbouw, Natuur

en Voedselkwaliteit. Bij het eerste

project kijkt het bedrijf samen met

andere bedrijven naar de mogelijkhe-

den om producten van composieten te

maken die behalve natuurvezels ook

bioharsen bevatten, dus volledig

‘groen’ zijn. Bij het tweede gaat het om

producten van biocomposieten voor de

bouw. ‘Met het eerst project zijn we

het verst. We maken samen met

andere bedrijven verschillende bio-

composieten van natuurvezels en

bioharsen op basis van onder andere

lijnzaad, soja-olie en suikerbieten’,

aldus Hensen.

Dominique Vosmaer, marketing &

sales Bouw bij NPSP: ‘Het tweede

project gaat om een haalbaarheids-

studie naar de toepassing van

Nabasco binnen de bouw. Nabasco is

onze merknaam voor composietpro-

ducten met natuurvezels. We bekijken

aan welke eisen ze moeten voldoen en

aan welke testen we ze moeten onder-

werpen. Doel is om samen met de

klant een reëel product in de markt te

zetten. Het gaat om producten voor

zowel binnen als buiten en om straat-

meubilair. Voordeel is dat ze weinig

onderhoud vergen en vandaalbesten-

dig zijn. Architecten en ontwerpers

tonen er grote interesse voor vanwege

het groene karakter van deze produc-

ten. Ze zien dan ook graag dat de

bruine natuurvezels goed zichtbaar

zijn in de transparante hars, die syn-

thetisch of op biologische basis kan

zijn. De vezels kunnen eventueel wor-

den gekleurd. Natuurlijk moeten deze

producten van even goede kwaliteit

zijn als de oude vertrouwde op basis

van synthetische harsen en vezels.’

‘De nieuwe producten zijn op de korte

termijn wel wat duurder, maar wan-

neer ze op grotere schaal worden

toegepast, zakt de prijs en kunnen ze

concurreren met de conventionele

composieten’, voegt Hensen eraan toe.

Vosmaer: ‘Deze ontwikkeling is vrij

nieuw, maar kan de komende jaren

nog een enorme vlucht nemen.’ p

Meer informatie: www.npsp.nl

Composieten, oftewel vezelversterkte harsen. Materialen

die tegen weer en wind kunnen. Maar recyclen is moeilijk, dus echt

‘groen’ zijn de producten niet. Bij NPSP Composieten denken ze daar

anders over: ‘Als je natuurlijke vezels gebruikt en de harsen maakt van biogrondstoffen, heb je een 100 procent groen composiet. Dat kun

je na een lang leven verbranden. De vrijkomende warmte gebruik je om

groene stroom op te wekken.’

Erik te Roller

september 2009 Chemie magazine 53

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 53Chemisch Magazine 5_XL.pdf 53 24-9-2009 6:10:1824-9-2009 6:10:18

Page 54: Chemie magazine 2009 - september

Dé afvalverwerker

www.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289 Fax: 0168-389270

Contactpersonen:

Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)

Afvalstoffen Terminal

Moerdijk BV

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk

Verwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

ATM is een bedrijf.

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 54Chemisch Magazine 5_XL.pdf 54 24-9-2009 6:10:2124-9-2009 6:10:21

Page 55: Chemie magazine 2009 - september

Het ETS-systeem mist zijn doel wanneer de prijs van CO2-emissierech-

ten na 2012 niet snel stijgt naar een niveau van tenminste 50 euro per

ton. Bij de huidige lage prijzen gebeurt er te weinig om de uitstoot

substantieel te verlagen. Natuurlijk kan op langere termijn de prijs

dalen door technologische vooruitgang.

In het huidige systeem zitten vier belangrijke weeffouten waardoor de prijs te

laag blijft. In de eerste plaats zijn er door de lidstaten te veel rechten toebe-

deeld. Ten tweede is het systeem niet recessiebestendig. Pas als de economie

weer aantrekt en de politiek ook nog de rug recht houdt, stijgt de prijs. Ten

derde zijn de emissieplafonds niet gecorrigeerd voor andere doelstellingen,

zoals duurzame energie. Tot slot leidt het toestaan van aankoop van goedkope

externe rechten van buiten het ETS tot een druk op de prijs.

Onlangs voerde de Europese Unie wijzigingen door die (gedeeltelijk) tegemoet

komen aan de weeffouten. Zo vindt de allocatie van rechten voortaan plaats op

EU-niveau, waardoor een level playing fi eld is gegarandeerd. Voor bedrijven die

alleen op EU-niveau concurreren (zoals elektriciteitsproducenten) worden de

meeste rechten geveild. Energie-intensieve bedrijven wiens concurrentiepositie

op de wereldmarkt ernstig wordt aangetast (staal, raffi nage, basischemie) wor-

den uit de wind gehouden door ze de rechten grotendeels gratis toe te kennen.

Het gemiddeld rendement van deze industrieën in Europa is de laatste 10-20

jaar zodanig laag geweest dat, als alle rechten moeten worden aangekocht, deze

bedrijven Europa uitgejaagd worden. Dit heeft niet alleen een stijging van de

wereldwijde CO2 uitstoot tot gevolg, maar ook grote negatieve gevolgen voor de

Europese economie, hetgeen niet de bedoeling kan zijn.

De allocatie van rechten voor de genoemde bedrijven moet gebeuren met

gebenchmarkte prestatienormen per eenheid geproduceerd volume, gebaseerd

op de beste tien procent in hun categorie in de wereld. Van deze norm wordt

bijvoorbeeld 95 procent gratis toegekend. Mocht door volumegroei de totale

emissie van een sector boven het gewenste niveau uitkomen, dan stelt men dit

percentage naar beneden bij.

De herziene ETS-wetgeving is een verbetering, maar ideaal is het nog niet. Het

blijft mogelijk het ETS-systeem om te bouwen tot een geloofwaardig en effectief

systeem, wanneer nog twee verbeteringen worden ingevoerd. In de eerste

plaats moet bij het vaststellen van de plafonds rekening worden gehouden met

de effecten van andere maatregelen. Daarbij gaat het onder meer om andere

doelstellingen van het transitiebeleid, bijvoorbeeld de productie van duurzame

energie, de toegestane hoeveelheid aankoop van externe rechten van buiten

ETS en gespaarde rechten van een voorgaande periode.

In de tweede plaats moet, om ongewenste volatiliteit van de prijs te voorkomen,

overwogen worden een regulerend lichaam (bijv.een bank) op te richten. Die

moet weliswaar de markt zijn werk laat doen maar zorgt voor meer stabiliteit

van de prijs van CO2-rechten en een stabielere outlook, zodat marktpartijen

meer vertrouwen krijgen in de toekomst (vergelijkbaar met de ECB voor de

rente).

Het ideaal blijft natuurlijk een wereldwijd handelssysteem. Daarom moet het

streven blijven om het systeem uit te breiden naar andere landen buiten de EU.

Dit mag echter niet tot nieuwe contaminatie, onzekerheid en vertraging en te

lage prijzen gaan leiden.

Wanneer het niet lukt om het ETS-systeem zodanig te wijzigen dat het geloof-

waardig en effectief wordt, lijkt overgaan tot een CO2-belasting helaas de enige

aangewezen weg. Als jarenlange pleitbezorger van het concept van emissiehan-

del gaat mij deze stap zeer aan het hart. Er is geen tijd meer te verliezen met

weer nieuwe leerprocessen. Verbetering van ETS-systeem langs bovenstaande

lijnen is daarom de beste en de gemakkelijkste weg.

Deze column is geschreven op persoonlijke titel. p

Geloofwaardigheid in geding

Ir.P.H. VogtländerOud-Voorzitter Commissie CO2 emissiehandel

Voorzitter Algemene Energieraad

Ir.P.H. VogtländerColumn

september 2009 Chemie magazine 55

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 55Chemisch Magazine 5_XL.pdf 55 24-9-2009 6:10:2224-9-2009 6:10:22

Page 56: Chemie magazine 2009 - september

Vraag de Prijscatalogus 2008

aan (hard-copy en op CD-ROM

met zoekmachine)!

+31 (0)26 320 1820 of

[email protected]

PompenArmaturen Meet- en regeltechniek

Alle technische gegevensen meer vindt u op:www.asv-stuebbe.de

Partner for Solutions

ASV Stübbe Nederland B.V. Kronenburgsingel 60-02NL-6831 GX Arnhem, Nederland+31 (0)26 320 1820 tel+31 (0)26 320 1829 [email protected]

Sterke prestaties en gunstig in aanschaf

De nieuwe kunststofcentrifugaalpomp SHBMet de nieuwe SHB serie breidt ASV Stübbe haar pompengamma uit met 3 krachtige types in de maten 25-125, 32-125 en 40-125 met een pompvolume tot 38 m3 en een opvoerhoogte tot 29 m.

—=

lusttl

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 56Chemisch Magazine 5_XL.pdf 56 24-9-2009 6:10:2324-9-2009 6:10:23

Page 57: Chemie magazine 2009 - september

De logistieke dienstverlener heeft afge-

sproken dat Van Hool in België vanaf

begin volgend jaar 50 tankopleggers gaat

leveren. Welfit Oddy verzorgt in de tweede

helft van dit jaar de levering van 200 tankcon-

tainers. Den Hartogh Logistics werkte al

samen met Van Hool om tankopleggers qua

veiligheid en milieu verder te verbeteren. Het

logistieke bedrijf is gespecialiseerd in het

vervoer van vloeistoffen en gassen met weg-

tankers en tankcontainers voor de Europese

chemische en gasindustrie. Operationele

centra in Rozenburg en Oss sturen een vloot

van 4500 eenheden aan. Onlangs opende het

bedrijf vestigingen in Turkije en Rusland in

het kader van de groeiplannen. p

Meer informatie: www.denhartogh.net

Den Hartogh Logistics investeert in nieuw materieel

Den Hartogh Logistics heeft ruim 12 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe tankopleggers en tankcontainers. Daarmee wil het bedrijf vooral buiten Europa groeien.

Rota Yokogawa heeft in Wehr

in Duitsland een nieuwe pro-

ductiehal in gebruik genomen.

Daarnaast investeert de pro-

ducent van hoogwaardige

flowmeters voor industriële

toepassingen in nieuwe

apparatuur, robots en

geautomatiseerde test

platformen. Volgens

directeur Andreas Dobratz

zal de investering ‘de lei-

dende positie op het gebied

van flowmetingen veiligstel-

len en de weg vrijmaken voor

verdere winstgevende groei.’

De komende jaren wil Rota

Yokogawa nog tientallen miljoenen

euro’s investeren.

De Coriolis flowmeters van de Rotamass

3 serie zijn momenteel de best verkopende

producten. Deze high-tech meetapparatuur

registreert rechtstreeks de richting van

massastroom, terwijl tegelijkertijd een pre-

cieze meting van de volumeflow plaatsvindt,

en de dichtheid en temperatuur van het te

meten medium wordt bepaald. Op deze

manier is het ook mogelijk om tijdens de

flowmeting de concentratie (bijvoorbeeld

suiker in water) te bepalen. Het bedrijf voert

kalibraties uit in de eigen DKD-gecertifi-

ceerde faciliteit, die deze service ook aan

andere ondernemingen aanbiedt. Rota

Yokogawa viert overigens in oktober haar

100-jarig bestaan. Het Europese hoofd-

kantoor staat sinds 1982 in Amersfoort. p

Meer informatie: www.yokogawa.com/nl

Rota Yokogawa breidt uit

september 2009 Chemie magazine 57

Productnieuws

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 57Chemisch Magazine 5_XL.pdf 57 24-9-2009 6:10:3024-9-2009 6:10:30

Page 58: Chemie magazine 2009 - september

Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: [email protected]

Tijdelijk of semi permanent

behoefte aan extra warmte

en/of energie?

Uw bron van informatie bij

het kopen of huren van

ketelinstallaties voor stoom,

warm en heet water.

Verhuur• warmwaterketels tot 8 MW• heetwaterketels tot 12 MW• automatische expansie-inrichtingen• stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st• ontgassers, voedingswatertanks, ontharders• olietanks 3, 5, 10 en 20m3• in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services• 24 uurs storingsdienst• leidingwerkmontage• onderhoud• engineering

Milieuzorg• Low-NOx installaties• geluidsbesparende omhuizingen• CE normering

www.ecotilburg.com

Bezoekons op

de vakbeurs

Energie 2009

6 t/m 8 oktober 2009

Brabanthallen

te ‘s-Hertogenb

osch

standnummer 489

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 58Chemisch Magazine 5_XL.pdf 58 24-9-2009 6:10:3324-9-2009 6:10:33

Page 59: Chemie magazine 2009 - september

Manon en Ger van Meel startten twaalf en

half jaar geleden met hun eerste wer-

ving -en selectie opdracht voor een groot lab

van Eastman Chemical. Inmiddels voorziet

Checkmark een groot aantal chemiebedrij-

ven van goed opgeleid en makkelijk inzetbaar

personeel.

‘De eerste opdracht bij Eastman zorgde voor

een vliegende start. Wij besteedden veel

aandacht aan training en betrokken de

medewerkers bij het recruitment-proces.

Die aanpak sloeg aan en via mond-tot-mond

reclame kregen we steeds meer opdrachten.

Binnen de kortste keren hadden we een pool

van 25 vaste medewerkers die voor langere

periodes gedetacheerd werden bij diverse

bedrijven. Intussen is de hoeveelheid vaste

krachten gedaald omdat veel bedrijven onze

mensen uiteindelijk toch graag wilden over-

nemen. Daarentegen is de afgelopen vijf jaar

het aantal medewerkers dat via ons op pro-

jectbasis werkt fors toegenomen. Gemiddeld

zijn er zo’n 75 mensen voor ons aan de slag.’

Perfect Engels ‘De kracht van Checkmark is dat onze recrui-

ters allemaal een chemische of biochemi-

sche achtergrond hebben. Zij zijn inhoudelijk

goed op de hoogte van de werkzaamheden,

apparatuur en de functie-eisen binnen de

verschillende laboratoria. Intussen werken

we ook niet meer uitsluitend voor de chemie

en life sciences, maar leveren we ook mensen

aan ziekenhuizen en de food sector’, aldus

Van Meel.

Enkele jaren terug nam oprichter Ger van

Meel het initiatief om over de grenzen mede-

werkers te werven. Via buitenlandse univer-

siteiten wilde hij veelbelovende studenten

naar Nederland halen. Hij deed marktonder-

zoek in heel Europa en kwam uiteindelijk

terecht bij de universiteiten van Belgrado en

Novi Sad in Servië. ‘Het Engels van deze stu-

denten is perfect, het niveau van de opleiding

is hoog en er is een economische noodzaak

om in het buitenland te gaan werken.’

Inmiddels komen er jaarlijks gemiddeld zes

tot zeven Serviërs naar Nederland. Die rou-

leren binnen het Analist Development Pro-

gram. ‘Dat biedt afgestudeerde hbo’ers de

kans om in een periode van drie jaar ervaring

op te doen bij drie verschillende bedrijven. Bij

dit programma zijn onder meer Shell, DSM,

Schering Plough, Solvay

Pharmaceuticals, SGS en

Fuji betrokken. De

ervaringen met de

Servische medewer-

kers zijn positief. Ze

passen zich makkelijk

aan. De culturele ver-

schillen zijn ook niet zo

groot.’

Samenwerking klantenHelaas kan oprichter Ger van

Meel zelf niet meer meemaken dat

zijn plannen in Nederland goed

worden ontvangen. In septem-

ber 2007 werd bij hem slok-

darmkanker geconstateerd

en 10 maanden later overleed

hij aan de ziekte. ‘Een enorm

verlies. Ger was een inspira-

tor voor het CheckMark-team

en geliefd bij klanten vanwege

zijn enthousiasme’, vertelt zijn

vrouw en zakenpartner Manon

van Meel. ‘Al lang voordat Ger ziek werd had

hij Sven Hemmink gevraagd als algemeen

directeur. Ger was meer een pionier. Hij con-

centreerde zich liever op Business Develop-

ment.’

Dat betekent overigens niet dat er bij Check-

mark geen nieuwe initiatieven meer worden

ontplooid. ‘In nauwe samenwerking met

klanten zijn we continu op zoek naar nieuwe

mogelijkheden. Checkmark draagt op die

manier haar steentje bij aan kwalitatief goed

personeel. En dat zullen we de komende 12,5

jaar ook zeker blijven doen.’ p

‘Op zoek naar nieuwe mogelijkheden’

Checkmark viert 12,5 jarig bestaan

Directeuren Sven Hemmink en Manon van Meel

Coolworld verhuurt tijdelijke

installaties voor proceskoe-

ling, koel/vriesruimte en klimaat-

beheersing. Tijdens de economi-

sche crisis kan op die manier de

investering in een nieuwe vaste

installatie even uitgesteld worden

tot een geschikter moment. Tijde-

lijke installaties zijn ook een uit-

komst als installaties plotseling

uitvallen of uitbreiding van de

capaciteit nodig is. De verhuurder

is bekend met de strenge kwali-

teitseisen die in de chemie voor

koelopslag gelden en heeft ruime

ervaring in de sector. Coolworld

heeft regionale depots in Neder-

land, België, Duitsland en Frank-

rijk, waardoor de gewenste

installaties meestal direct lever-

baar zijn. In geval van een calami-

teit kan dat enorm veel geld

besparen. Producent van fi jnche-

mische halffabrikaten Sachem

Europe BV kan daarover meepra-

ten. ‘Tijdens het onderhoud van

een proceskoelinstallatie bleek

dat die aan vervanging toe was.

Via Coolworld hebben we toen

voor vijf maanden een prima

maatwerkoplossing kunnen

regelen’, zegt Victor van de Pas

Production Manager van Sachem

Europe. p

Meer informatie:www.coolworld-rentals.com

Altijd cool!

september 2009 Chemie magazine 59

Productnieuws

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 59Chemisch Magazine 5_XL.pdf 59 24-9-2009 6:10:3724-9-2009 6:10:37

Page 60: Chemie magazine 2009 - september

What’s in the pipeline? ©

dec

real

iste

n.nl

Nederland: T +31(0)10 462 16 66

België: T +32(0)3 568 74 [email protected] www.mob-group.eu

industrial projects multidisciplinaire shutdowns prefabrication piping

construction piping construction equipment steam-tracing

Geavanceerde stortgoedtechnologie

CH-8105 RegensdorfT +41 (0)44 871 36 36

FR-95100 ArgenteuilT +33 (0)1 39 98 29 29

www.gericke.net

Singapore 787813T +65 64 52 81 33

GB-Ashton-under-LyneLancashire, OL6 7DJT +44 (0)161 344 1140

Transporteren ...

DE-78239 RielasingenT +49 (0)7731 92 90

NL-3870 CA HoevelakenT +31 (0)33 25 42 100

[email protected]

... doseren, mengen, breken, zeven: GERICKE

beschikt over de kennis en de technieken voor iedere

denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al

meer dan 115 jaar machines en complete systemen als

optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen.

Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in com binatie met

onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 60Chemisch Magazine 5_XL.pdf 60 24-9-2009 6:10:3824-9-2009 6:10:38

Page 61: Chemie magazine 2009 - september

Minister van der Hoeven liet

weten dat zij het gesprek als

‘waardevol’ en ‘nuttig’ heeft

ervaren. ‘Ik vind het zinvol om

van ondernemingen zelf te horen

hoe het binnen hun bedrijf gaat,

welke problemen zij ervaren en

welke bijdrage ik als minister

zou kunnen leveren bij het oplos-

sen daarvan. Ook wil ik graag

weten hoe de reeds getroffen

maatregelen in de praktijk uit-

werken’, aldus Van der Hoeven.

Voorzitter van de Raad van

Bestuur Gerard van Harten van

Dow Benelux kijkt tevreden

terug op de ontmoeting bij Oerle-

mans Plastics in Giessen. ‘Het

feit dat de minister tijd vrijmaakt

om met de chemische industrie

in gesprek te gaan, stel ik erg op

prijs. Zeker omdat het in een

open atmosfeer was en ik de

indruk heb dat er goed wordt

geluisterd. Na het gesprek in

maart zijn onze voorstellen door

de overheid als maatregelen

ingevoerd. Voorbeelden hiervan

zijn de verlenging van de werk-

tijdkorting, de overgang naar

deeltijd-ww, de kenniswerkers-

regeling en de verruiming van de

Wet Bevordering Speur- en Ont-

wikkelingswerk (WBSO).’

Talent behoudenNet als zijn collega Van Harten is

ook Werner Fuhrmann, Presi-

dent AkzoNobel Industrial Che-

micals en vice-voorzitter VNCI,

positief over het overleg. ‘Het

gesprek vond plaats in een ont-

spannen sfeer. De minister is

goed op de hoogte van zaken die

spelen. De overheid is, mijns

inziens, met de goede dingen

bezig. Zij probeert de financiële

sector weer op gang te brengen

en talent te behouden. Neder-

land speelde ook een positieve

rol in Brussel rondom het Emis-

sions Trading Scheme met

betrekking tot CO2’, zegt Fuhr-

mann.

Nieuwe inputVan Harten: ‘Toch blijven er nog

knelpunten in de kredietverle-

ning. Verder is een duidelijke

stimulering van innovatie- en

duurzaamheidinitiatieven nood-

zakelijk. Fuhrmann voegt toe:

‘Nederland hield jarenlang de rol

als koploper voor innovatie over-

eind. Deze positie is in gevaar.

Meer consistent beleid over

meerdere jaren is absoluut een

vereiste. En er is nog steeds

onzekerheid over het CO2-

Emmissions Trading Scheme

(ETS) voor stroomintensieve

bedrijfstakken. Dat helpt niet bij

het economisch herstel.’

De minister heeft toegezegd de

nieuwe input van de CEO’s mee

te nemen in het EZ-beleid

rondom de crisis. ‘In mijn con-

tacten met de banken zal ik blij-

ven hameren op de noodzaak van

kredietverlening aan bedrijven

die willen investeren. En ik weet

nu dat het naar voren halen van

investeringen in de infrastruc-

tuur ook voor sommige chemi-

sche bedrijven welkom is’, aldus

Van der Hoeven.

Positieve signalenDe situatie bij de chemiebedrij-

ven is nog steeds onzeker. ‘Wij

hebben gezien dat er een stabili-

sering plaatsvindt en dat er in

bepaalde sectoren een begin is

van een toename in de vraag. Dat

zijn op zich positieve signalen,

maar het algemene beeld is nog

steeds onzeker. Ook de stijging

van de olieprijzen heeft de mar-

ges voor onze producten onder

druk gezet’, zegt Dow-topman

Van Harten. Fuhrmann ziet ook

nog geen wezenlijke verbeterin-

gen: ‘De kredietcrisis is nog niet

echt opgelost. Tot september

was er sprake van een enorme

vraaguitval, de looneisen zijn te

hoog en er is meer helderheid

nodig voor energie-intensieve

bedrijfstakken. Helaas is de cri-

sis nog niet voorbij.’ p

Chemietop en Van der Hoeven toch tevreden over crisisoverlegMinister Maria van der Hoeven van Economische Zaken overlegde eind augustus voor de tweede maal dit jaar met de chemietop over de crisis. Het openhartige gesprek ging over maatregen die al geno-men zijn en actuele knelpunten.

‘De kredietcrisis is nog niet echt opgelost’

VNCI organiseert diner voor Europarlementariërs

FO

TO: R

OG

IER

BO

S

‘Europa, Chemie; de Toekomst’. Dat is het

thema van de bijeenkomst die de VNCI op 7

oktober 2009 organiseert voor de in juni

gekozen Europarlementariërs. Tijdens een

diner wisselen de aanwezigen van gedachten

over de ontwikkelingen in de chemische

industrie.

De vereniging vindt dat thema’s als klimaat-

verandering, duurzaamheid en de reductie

van emissies in toenemende mate de poli-

tieke agenda bepalen. Voor de chemische

industrie vormen deze issues een uitdaging,

waarbij Europa in toenemende mate leidend

is in de wet- en regelgeving voor de branche.

Tijdens de bijeenkomst in het Europees Par-

lement in Brussel zetten enkele prominente

sprekers hun visie over dit onderwerp uiteen

en is er ruimte voor een debat. De gastvrouw

van de avond is CDA-europarlementariër Ria

Oomen.

Leden kunnen zich tot 1 oktober aanmelden via [email protected] p

juli/augustus 2009 Chemie magazine 61

VNCI

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 61Chemisch Magazine 5_XL.pdf 61 24-9-2009 6:10:5024-9-2009 6:10:50

Page 62: Chemie magazine 2009 - september

Redactie: Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur)

e-mail: [email protected]

Jos de Gruiter

e-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150 2491 AK Den Haag,

tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie: Ingeborg Deana, Alexandra van

Geleuken, bladeren media Baarn

Vaste medewerkers:Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van de

Graaf, drs. Ingeborg van Honschooten,

ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes,

ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg,

dr. Annemarie Vroom ten Wolde

Vormgeving:Basisvormgeving, art-direction en

opmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels,

Joachim Mahn en Julian Huiswoud

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,

Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS

Den Haag, tel. 070-323 40 70

Fax 070-323 71 96

e-mail: [email protected]

Advertenties vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:ALFA BASE publicatie processors B.V.

Alphen aan den Rijn

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleen

schriftelijk opgeven bij: Judith van der

Lugt via e-mail: [email protected].

Voor alle VNCI-leden, alsmede leden

van aangesloten lidverenigingen, is

Chemie magazine gratis.

Abonnementen eindigen per eind

december. Als niet vóór 1 december

wordt opgezegd, loopt het abonnement

nog een jaar door.

Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België

100 euro in de overige landen

Chemie magazine verschijnt 11 x per

jaar op woensdag

Overname van artikelen en/of foto’s uit

Chemie magazine is alleen toegestaan

na voorafgaande schriftelijke toestem-

ming van de redactie. In de meeste

gevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover: Shutterstock

Internet: www.vnci.nl

ISSN: 1572-2996

2 oktober Beleidsgroep Communicatie,

Capelle a/d IJssel (Eastman)

15 oktober VNCI-milieudag, Utrecht

(Jaarbeurs)

23 oktober Bestuurs Advies Commissie,

Den Haag (VNCI)

29 oktober Werkgroep Energie en Klimaat,

Breda (Novotel)

10 november

Werkgroep Responsible

Care Global Charter, Den Haag

(VNCI)

10 november Beleidsgroep Energie en

Klimaat, Den Haag (VNCI)

17 november Werkgroep Milieuzorg,

Den Haag (VNCI)

17 november Werkgroep Stoffenbeleid,

Den Haag (Van der Valk Hotel)

20 november Beleidsgroep Communicatie,

Den Haag (VNCI)

Deltalinqs

Bayer

De 43-jarige Bas Janssen versterkt

vanaf 1 september de staf van Delta-

linqs als coördinator havenzaken.

Janssen is daarmee de opvolger van

Rob Bagchus, die eerder dit jaar

Deltalinqs heeft verruild voor een

functie bij containeroverslagbedrijf

ECT. Bas Janssen is afkomstig van

het Havenbedrijf Rotterdam nv. Daar

was hij onder meer werkzaam als

bedrijfsjurist, manager EU Affairs,

en manager Duitsland-desk. p

De Nederlander Marijn Dekkers (51) volgt in oktober

volgend jaar Werner Wenning (62) op als topman

van het Duitse chemie- en farmacieconcern Bayer.

De van oorsprong uit Tilburg afkomstige chemisch

technoloog treedt op 1 januari 2010 toe tot de raad

van bestuur van het concern. In een overgangsfase

zal hij ook optreden als CEO van Bayer Healthcare.

Daar volgt hij Arthur J. Higgins (52) op, die om per-

soonlijke redenen heeft besloten het bedrijf in de

eerste helft van 2010 te verlaten. Momenteel is Dek-

kers bestuursvoorzitter van het Amerikaanse

bedrijf Thermo Fischer, ’s werelds grootste produ-

cent van laboratoriumapparatuur. Eerder werkte hij

als polymerenonderzoeker bij GE Plastics in Bergen

op Zoom en Honeywell International. Daar

bekleedde hij ook verschillende managementfunc-

ties. Dekkers studeerde chemische technologie aan

de universiteiten van Nijmegen en Eindhoven. p

VNCI Agenda

Platform Groene GrondstoffenTon Runneboom is per 1 juli Paul

Hamm opgevolgd als voorzitter van

het platform Groene Grondstoffen.

Het platform, samengesteld uit ver-

tegenwoordigers van het bedrijfsle-

ven, ngo’s, universiteiten en de over-

heid, wil onder meer bereiken dat 30

procent van het energieverbruik voor

de Nederlandse energievoorziening

in 2030 wordt gecreëerd uit groene

grondstoffen, zoals reststromen van

de agrosector.

Scheikundig ingenieur Runneboom is

al 42 jaar werkzaam in de chemie,

onder andere bij Dow Chemical en

AkzoNobel. In 1999 startte hij bij het

Japanse Teijin, waar hij, als CEO van

een van de internationale activiteiten

meewerkte aan de verdere globalise-

ring van het bedrijf. Vanaf 2006 was

hij werkzaam in het hoofdkwartier

van Teijin in Tokio als vice Chief Mar-

keting Officer. Daar leidde hij Teijins

onderzoek naar biomaterialen. p

62 Chemie magazine juli/augustus 2009

VNCI Colofon

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 62Chemisch Magazine 5_XL.pdf 62 24-9-2009 6:10:5024-9-2009 6:10:50

Page 63: Chemie magazine 2009 - september

| kwaliteit | dé oplossing | maatwerk | flexibel | enthousiast | een perfecte match

serv

icesCompliance Medewerker QA

Het Nederlands Vaccin Instituut - te Bilthoven is opzoek naar een tijdelijke Compliance Medewerker.Beschik jij over overtuigingskracht en goedeoordeelsvorming? Ben je deskundig en weet jegoed te presenteren?Heb je een afgeronde HBO opleiding in eenbiomedische of procestechnologische richting?Ervaring op het gebied van GMP? Kennis van biotechnologische [productie]processen?Bezoek dan onze site www.cls-services.nl voormeer informatie over deze pro-actieve functie binnen een gerenommeerde organisatie.

en u

CLS Services - werving & selectie én detacheringin de branches chemie | farma | biotech | food

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 63Chemisch Magazine 5_XL.pdf 63 24-9-2009 6:10:5124-9-2009 6:10:51

Page 64: Chemie magazine 2009 - september

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 64Chemisch Magazine 5_XL.pdf 64 24-9-2009 6:10:5324-9-2009 6:10:53