Chemie magazine 2009 - februari

64
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 02 25 februari 2009 Op slot Maakt VROM chloorrecycling onmogelijk? Magazine

description

Maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie magazine 2009 - februari

Page 1: Chemie magazine 2009 - februari

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 02 25 februari 2009

Op slotMaakt VROM chloorrecycling onmogelijk?

Magazine

Page 2: Chemie magazine 2009 - februari

Evvides triewate Industriewater

Schhaardijk 150k • 306330 NHNH ROTTERDTTERDAM

Postbbus 4472 • 3006 AL ROTTERDAM

tel. +31 (0(0)10 293 51 72

www.evides.nl

Als toonaangevende waterpartnertner voor de duindustrie in ederland Neddd is Evides

Industriewater verantwoordelijk voorork de tieproductie en vering leve van industriewater,

gedemineraliseerd en gedestilleerd watater, uwwater landbouwwate en proceswater.

Evides Industriewaterer heeftheeft verschillendeverschillende installaties installaties voor industriewater- en

afvalwaterzuivezuivering in bezit en beheer. beh Dee installatiesinstallatie worden intern ontworpen

en geboubouwd. Daarna draagt Evides Industri Industriewater ngjarigla zorg voor de

waterlerlevering. Kortom:Korto Evidvides iewateIndustriewater neemt haar h klanten de zorg voor

de watervoorziening watervoorz graag uuit n!handen

EvidesBron van Kennis

Page 3: Chemie magazine 2009 - februari

‘Jarenlang gold de verwerking van chloorhoudende koolwater-stoffen in de Chloor Kringloopr Installatie als recycling, nu is hetvolgensv VROM ineens afvalverwijdering.’ Jeroen Breen en TonPichel van Akzo Nobel Chemicals snappen het niet meer.Leantine Mulder-Boeve van de VNCI: ‘Weer eenr voorbeeld waar-bij de ambities op het gebied van duurzame ontwikkeling wordengefrustreerd door hetr star uitleggenr van regels. We hebben hetviav de stuurgroep Afvalstoffen van VNO/NCW aanW de ordegesteld.’

Recycling heet plotselingafvalverwijdering

44

22

Hoe ervaartchemie de crisis?0Chemiebedrijven pleiten voor soepelerr regelsr voor werktijdver-rkorting. Dit deden ze tijdens een teleconferentie met een aantalVNCI-leden over hoer bedrijven de crisis ervaren.Daarnaast kwam er eenr voorstel om via de VNCI vraag en aan-bod van operators in kaart te brengen. Directeur Coletter Almaheeft beloofd te onderzoeken of de vereniging dit kan faciliteren.

Nieuw meetapparaatnanodeeltjesPhilips Aerasense heeft een nieuw apparaatw ontwik-keld om ultrafijnstof en nanodeeltjes in de lucht temeten en daarmee gezondheidsrisico’s van werkne-mers vast te stellen. Het apparaat is inmiddels uitvoe-rig getest, onder anderer bij Bayer Technologyr Servicesyin Leverkusen door dr.r Matthias Voetz: ‘PhilipsAerasense heeft een lastig probleem opgelost.’

02 25 februari 2009

februari 2009 Chemie magazine 3

Inhoudd

Page 4: Chemie magazine 2009 - februari
Page 5: Chemie magazine 2009 - februari

Onderwijs en innovatie 11- Banenbeurs met ‘Chemie is overal-stand’

Duurzaam ondernemen 13- VNCI uit zorgen over duurzaamr inkoopbeleid overheid

Wet- en regelgeving 15- Scherpere eisen Europese milieurichtlijn

Veiligheid, gezondheid en milieu 17- VNCI bepleit afschaffen ARIE-regeling

Actueel 19- De chemie in panty’s

Het woord is aan…. 46- Drukker Ericr Damen over zijnr bijdrage aan een schonere

wereld

Column 47- Staatsscretaris van Heemskerk over belangr van

WTO-succes tijdens economische crisis

Interview 28- Marius Enthoven: ‘Als chemie doorbreekt met procesintensi-

ficatie en groene grondstoffen, krijgt ze een high-techimago.’

Uitgelicht 34- Elektrische scooter steedsr populairder

Maatschappij 36- Voor restauratier kunst meer chemicir nodig

In beeld 39- Restauratie beeld ‘De Trouw’

Infographic 42- Hoe werkt CO2-opslag op Chemelot in Geleen?

42

Chemici in het buitenland 52- Vopak-manager Leo Brons vanuit Sydney:

‘Australiërs zijn relaxt’

VNCI 57- VNCI-directeur Colette Alma: ‘In 2009 extra aandacht

besteden aan middelgrote bedrijven’

Nieuws en agenda 62

Opinie 07- Ambitieus maar zekerr nietr onrealistisch

02 25 februari 2009

28

36

februari 2009 Chemie magazine 5

Inhoudddd

VNCI

Feiten en Visies

Trends

Achtergrond

Page 6: Chemie magazine 2009 - februari

SPIEeen gezamenlijke ambitie

Ass

et M

anag

emen

t

Bui

ldin

g Sy

stem

s

Con

trol

ec E

ngin

eeri

ng

Indu

stri

e

Infr

a

Met het oog op de toekomstEen onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ookduurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingendie werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend,maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedteen compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciëleen institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onzespecialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infra -structuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan.

De bundeling van onze krachtenMet het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specia-listen en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook eenberoep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE-Asset ManagementAdvies over en realisatie van de hoogst mogelijkeeconomische waarde van productiefaciliteitenvoor eigenaars en gebruikers.

SPIE-Building SystemsAdvies, ontwerp, realisatie en onderhoud vanelektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties.

SPIE-Controlec EngineeringAdvies en onafhankelijke, technische, multidisci-plinaire oplossingen op het gebied van engineering& design, procurement, project -en construction management.

SPIE-IndustrieAdvies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud,projectmanagement, processautomatisering eninspectie op het gebied van mechanische technie-ken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek,meet- en regeltechniek en analysersystemen.

SPIE-InfraOntwerp, realisatie, inspectie, service en onder-houd op de terreinen: energie, verkeer en vervoer,telecommunicatie en hoogspanningslijnen.

SPIE NEDERLANDHuifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Bredatel. +31 (0)76 544 54 44 • [email protected] • www.spie-nl.com

Page 7: Chemie magazine 2009 - februari

VNCI-directeur Colette Alma

e chemie kreeg onlangs een dikke pluim van een evalua-tiecommissie onder leiding van KPN-topman Ad Scheepbouwer. Die was door het Innovatieplatform gevraagd om te onderzoeken of het predikaat sleutel-gebied, met de bijbehorende prikkels in de vorm vansubsidies op onderzoek en ontwikkeling, vruchten begint

af te werpen.

De commissie spreekt van een compacte en internationaal zeersterke sector en heeft veel waardering voor onder meer met over-heidsgeld opgestarte inititiatieven, zoals het polymereninnovatiepro-gramma van het Dutch Polymer Institute, de Human Capital Agendaen de Roadmap procesintensifi catie. De commissie prijst het organi-satievermogen van de chemische industrie en stelt dat andere kans-rijke sectoren, zoals de Creatieve Industrie en Flowers en Food, zichkunnen laten inspireren door de aanpak van de chemie.

Tijdens de gesprekken die de commissieleden voerden met verte-genwoordigers van de Regiegroep Chemie klonk al snel ongeloofdoor over de ambitieuze, maar in onze ogen zeker niet onrealisti-sche, doelen van de chemische industrie. Zo wil de sector onder meer de bijdrage aan het bruto binnenlands product in de periode 2007-2017 verdubbelen van 12 naar 24 miljard euro.

De commissie spreekt van een ‘evident onhaalbaar’ doel, maar daardenkt de VNCI anders over. Het zal zeker niet eenvoudig zijn, en wij realiseren ons dat de lat hoog ligt, maar de chemische industrie en de wetenschap in ons land beschikken over een uitstekende uit-gangspositie om het beoogde resultaat te behalen.

Op basis van bewezen performance moeten we door kunnen groeien en verder innoveren met bestaande operaties en technologieën.

Maar de échte vooruitgang moet komen uit nieuwe chemische pro-ducten en processen met een hogere toegevoegde waarde. De tech-nologie die daarvoor nodig is, bevindt zich nu in de laboratoria.En aan de ontwikkeling daarvan geeft de Regiegroep Chemiemomenteel aan de hand van vier actielijnen een sterke impuls. Daar-bij gaat het onder meer om de ontwikkeling van polymeermaterialen met specifi ek gewenste materiaaleigenschappen, met een minimale ecologische impact en tegen zo laag mogelijke kosten. Maar ook over de introductie van nieuwe chemische producten met een hogetoegevoegde waarde gebaseerd op biotechnologie. Daarnaast bieden katalyse en procestechnologie enorme kansen om energieverbruiken afval te verminderen.

Als we er in slagen om onze wetenschappelijke sterktes te behou-den, en de bedrijven die deze nieuwe producten met een hoge toege-voegde waarde op de markt zullen brengen in Nederland een aan-trekkelijke vestigingsplaats weten te bieden, dan kan de chemie haardoelstelling wel degelijk behalen. Buitenlandse investeerders zullen dan volop kansen zien om in Nederland nieuwe business te genere-ren. De tijd zal het leren… p

Ambitieus maar zeker niet onrealistisch

D

Opinie VNCI

februari 2009 Chemie magazine 7

Page 8: Chemie magazine 2009 - februari

FOTO: SHUTTERSTOCK

C

8 Chemie magazine februari 2009

Page 9: Chemie magazine 2009 - februari

De chemie is het beste georganiseerd van de zes sec-

toren die het Innovatieplatform de afgelopen jaren

aanwees als kansrijke, innovatieve branches in

Nederland, stelt een evaluatiecommissie onder leiding

van KPN-topman Ad Scheepbouwer. De commissie

spreekt van een compacte en internationaal zeer

sterke sector. Lof is er ook voor verschillende initiatie-

ven, zoals het polymereninnovatieprogramma van het

Dutch Polymer Institute (DPI), de Human Capital

Agenda en de Roadmap Procesintensificatie. Het

ministerie van Economische Zaken heeft er in decem-

ber 2007 in totaal ruim 52 miljoen euro aan subsidie

voor uitgetrokken: 49.55 miljoen euro voor DPI, 0.3

miljoen euro voor de Roadmap Procesintensificatie en

2.5 miljoen euro voor de Human Capital Agenda.

Andere sleutelgebieden kunnen zich laten inspireren

door de aanpak van de chemie, aldus de commissie in

haar rapport. p

Meer informatie: www.innovatieplatform.nl

innovatieplatformChemieexcelleert

februari 2009 Chemie magazine 9

Wetenswaardig

Page 10: Chemie magazine 2009 - februari

VAPRO MAAKT VAN STILSTAND

VOORUITGANGM E E R W E T E N ? K I J K O P VA P R O . N L O F B E L M E T 0 7 0 – 3 0 1 1 0 8 8 .

CRISIS ?WERKTIJDVERKORTING ?

OPLEIDINGS- EN SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN ?

Page 11: Chemie magazine 2009 - februari

Chemie is overal-stand opbanenbeurs in Amsterdam

Research-afdelingDiolen zelfstandig verder

Regiegroep Chemieonderzoekt oprichtingnieuw instituut

Het Chemistry Careery Eventr vindt tegelijk plaats met BioCareer Eventr en Food Career Eventr onder der naam BCF

Event. Het is de grootste banenbeurs voor studentenr en afgestu-deerden in de life sciences, chemie en farmacie. Vorig jaar namenr2500 mensen en 125 werkgevers deel aan het evenement. Dit jaarverwacht de organisatie een vergelijkbare opkomst. De ‘Chemieis overal-stand’ is voor hetr eerst aanwezig op de beurs. Belang-stellenden kunnen er foldersr krijgen, een film zien en in gesprekkomen met ‘ambassadeurs’ van de sector. De stand is het resul-taat van een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven, onder-wijs en onderzoek. Verder biedtr het BCF Event een uitgebreide,interactieve beursvloer metr werkgevers, onderwijsinstellingenen wervings- & selectiebureaus. Belangstellenden kunnen hierop informele wijze kennis maken met potentiële werkgevers ofwerknemers. Daarnaast is er tijdensr BCF Event een uitgebreidprogramma met bedrijfspresentaties en diverse workshops overonder anderer solliciteren en over ondernemerschap.r p

Meer informatie: www.bcfevent.nl

Het bedrijf (een stichting) bor-duurt voort op de polymeer- en

vezelkennis die in de loop van meerdan 25 jaar isr opgebouwd. Diolenzette namelijk de polyesterproduc-tie voort, die AkzoNobel eind jarennegentig afstootte. Het ging omgaren voor onderr anderer autoban-den, veiligheidsgordels, kabels,touwen en netten.‘API Emmen is nu een onafhankelijkonderzoekslaboratorium op hetgebied van kunststoffen en kunst-stofproducten, zoals kunststof ver-pakkingsmaterialen, garens,kunststoffen en vliezen’, zegt JanJager, algemeen-directeur vanr APIEmmen. ‘We beschikken over eenruitstekend ingericht laboratoriumen een pilot plant met vier spinma-rchines, waarmee we diverse onder-

zoeken kunnen uitvoeren. Verderkunnen we alle soorten kunststof-fen compounderen, ook in combina-tie met reactieve extrusie, en spuit-gieten. Daarnaast zijn ervoorzieningen aanwezig om poly-meerfilm te gieten en te blazen.’De orderportefeuille is inmiddelsredelijk gevuld, want de kennis vanAPI Emmen blijkt breed inzetbaarte zijn, bijvoorbeeld ook voornieuwe toepassingen van biopoly-meren en upcycling (hoogwaardi-ger makenr van kunststof). ‘Van-wege onze industriëleR&D-achtergrond begrijpen we snelwat onze klanten bedoelen en graagwillen. Op die manier kunnenr we henhelpen om productideeën snel innieuwe producten en nieuwe busi-ness om te zetten’, aldus Jager. p

De kennisinstituten in de Nederlandse procesindu-strie kunnen nog beter worden ingezet voor het

realiseren van doorbraakinnovaties, stelde deCommissie-Rinnooij Kan vorig jaar in een advies aanhet ministerie van Economische Zaken. De commissiebeoordeelde de verschillende projecten van het DutchSeparation Technology Institute en ProcessIntensification positief, maar adviseerde tegelijkertijdom de krachten te bundelen in een nieuw instituut.Daardoor zou er in de toekomst geen onduidelijkheidmeer moeten bestaan over de toewijzing vanresearchonderwerpen, deelname aan verschillendeonderzoekscommissies en de versnippering van deinzet van toponderzoekers. Verder zou het nieuweinstituut de contacten met de overheid en universiteitenmoeten vereenvoudigen.Tjerk Gorter, voorheen trekker van de sleutelgebiedenFood & Nutrition Delta en Scheidingstechnologie gaatde oprichting van het nieuwe instituut de komendemaanden vorm geven. p

Meer informatie: Nelo Emerencia, tel. 070-3378726 ofe-mail: [email protected]

Op het Chemistry Careery Eventr op 28 mei in Amsterdam RAI zalook dek ‘Chemie is overal-stand’ te vinden zijn. De beurs is onderandere bedoeld voor studentenr en afgestudeerden die een baanin de chemie zoeken.

Applied Polymer Innovationsr Emmen timmert sinds oktober vorigr jaaraan de weg met toegepast polymeeronderzoek. API komt voort uit devroegere researchafdeling van Diolen Industrial Fibers in Emmen, dieafgelopen juli failliet ging als gevolg van oplopende grondstofkosten,toenemende concurrentie vanuit Azië en een hoge financieringslast.Twaalf medewerkers zijn nu verder gegaanr met de R&D-afdeling, onderde naam API Emmen.

De Regiegroep Chemie en SenterNovem gaan dit jaaronderzoeken of een aantal activiteiten op het gebiedvan procestechnologie gebundeld kan worden in hetInstitute for Sustainable Process Development.

Toegepast polymerenonderzoek

februari 2009 Chemie magazine 11

Onderwijs en innovatie

Page 12: Chemie magazine 2009 - februari

Ze kunnen niet leven zonder hun omgeving te beschadigen.Maar u wel. Met bewezen sustainability management software van SAS.

www.sas.com/nl

Olifanten eten duizenden bomen kaal

Page 13: Chemie magazine 2009 - februari

Quotes

Duurzaam ondernemen

V

vorm van wetenschappelijke rapporten,niet of onvoldoende bij de afweging vancriteria betrokken. En als de overheidaangeleverd commentaar vanr hetbedrijfsleven niet in de definitieve stuk-ken verwerkt, stelt ze bedrijven daarvanniet vooraf op de hoogte. De vereniging

Criteria eenzijdigvastgesteld ‘Grote chemische fabrieken worden nu in het Mid-

den- en Verre Oosten gebouwd, dicht bij de voor-naamste markten en de grondstoffen’, aldusShell Moerdijk directeur Bram Steenks in eenartikel BN/De Stem over de verkoop van eengroot braakliggend terrein.

‘Vooral in mannensectoren, zoals de chemie en deindustrie, is de klap van de economische terug-gang hard aangekomen. Sectoren waar meervrouwen werken zijn vooralsnog minder hardgeraakt’, aldus hoofdeconoom Michiel Vergeervan het Centraal Bureau voor deStatistiek in De Volkskrant.

‘De chemische experimenten die soms tot laat inde avond plaatsvinden, zijn het beste deel vanmijn schoolopleiding’, stelt Charles Darwin in zijnbiografie. Klasgenoten noemen hem ‘Gas’, wantuit het stinkschuurtje ontsnappen de meestvreemde dampen. ‘De buurt werd geregeld opge-schrikt door explosies’, aldus een medeleerling.

‘Het is nog steeds mogelijk om werk in de chemiete vinden. Bedrijven schreeuwen nog altijd ompersoneel dat in ploegendienst wil werken.Banen in research en development zijn welschaars. Werk is er dus nog wel, maar minderleuk’, zegt Rogier Drenthe van Perkin Elmer in dePunt, de krant van de Avans Hogeschool in Breda.

‘Ik durf de stelling aan dat de industrie die brand-vertragers produceert meer levens heeft gereddan de milieubeweging die brandvertragers pro-beert uit te bannen’, stelt directeur Willem Hof-land van het Israëlische bedrijf ICL-IP dat inNederland broomhoudende vlamvertragers pro-duceert, in een artikel in Elsevier.

Meer actueel nieuws overchemie en de chemischeindustrie?Ga dan naar www.vnci.nlvoor het dagelijks nieuwsuit de sector en onze weke-lijkse nieuwsbrief.

aan de ene kant onder druk,r terwijl diein een ander VROM-proojectr juist mee-loopt vanwege de goed toepasbare her-verwerkingsmogelijkheeden. p

Meer informatie: Sjoerd Looijs.tel. 070-3378747 e-mail: [email protected]

februari 2009 Chemie magazine 13

Page 14: Chemie magazine 2009 - februari

&

Page 15: Chemie magazine 2009 - februari

Herziening Europese milieurichtlijn in volle gang

De herziening van de Europlijn (IPPC) is in volle gang. Der straksr meer onderneminrrichtlijn en krijgen ze tevenseisen te maken.

De milieucommissie van hetParlement heeft op 22 janu

over der herziening van de IPPC-richtlijn. Dezerichtlijn verplicht Europese lidstaten ombedrijven die het milieu belasten, te regule-ren met een integrale vergunning. In de ver-gunning moeten regels staan om alle soortenmilieubelasting van deze bedrijven te beper-ken met behulp van de zogenoemde ‘bestbeschikbare technieken.’ De VNCI heeft eer-der haarr bezwarenr tegen enkele aanscher-pingen en een aantal bureaucratische ele-menten uit de richtlijn bijEuroparlementariërs onder der aandachtgebracht via Cefi c,fi de Europese koepelorga-nisatie van de chemische industrie.Na de stemming door der milieucommissiezijn nu de milieuministers van de verschil-lende Europese landen aan zet. Zij moeteneen besluit nemen over der wijzigingen die hetEuropees Parlement heeft aangenomen.

ministers nog langs hetEuropees Parlement’, aldus Roosen.

Meer rapportageverplichtingenDe herziening van de milieurichtlijn vindt nietalleen plaats uit het oogpunt van vereenvou-diging, maar ookr omdat er vanuitr deEuropese Commissie behoefte bestaat aaneen strengere toepassing van de richtlijn. Dehuidige richtlijn laat veel ruimte voor hetrafwijken van BREF-waarden bij het vergun-nen van de emissie-eisen. Volgens deCommissie hebben de lidstaten hiervan teveel gebruik gemaakt, waardoor bepaalderEuropese milieudoelen niet worden gehaald.Daarom streeft de Commissie naar meerrbindende eisen.En dat zou in de praktijk kunnen betekenendat er straksr ook anders moet worden omge-gaan met de BREF’s. Dit zijn referentiedocu-

s. Deze emissiegrenswaarden wordendan de minimumeisen voor vergunningen,rwaarvan de vergunningverlener nietr kanafwijken. Bovendien is het straks vrijwel nietmeer mogelijkr om, op grond van lokale oftechnische redenen, van een BREF af te wij-ken. Overheden moeten binnen vier jaarrnagaan of ze de vergunning moeten wijzigenals de BREF is aangepast.Verder komenr er meerr rapportageverplich-rtingen. Zo moet een bedrijf onder anderer elketwee jaar gegevensr leveren om aan te tonendat het volgens de vergunningvoorschriftenwerkt. Daarbij hoort ook een vergelijkingtussen de emissies van het bedrijf en deemissies die uit een BREF volgen. Het rap-port dat hieruit voortvloeit, komt op internette staan. p

Meer informatie: Jos Roosen, tel. 070-3378724e-mail: [email protected]

Scherpere eisen en toename aantal bedrijven

Wet- en regelgeving

februari 2009 Chemie magazine 15

Page 16: Chemie magazine 2009 - februari

van der Flier B.V.Hoofdstraat 579686 VG Beertat. 0597 - 33 16 19f. 0597 - 33 12 26e. [email protected] www.vanderflierbv.nl

“Als het om veiligheid draait”

DE BODEM VAN NEDERLAND KOMT ALSMAAR VOLLER TE LIGGEN MET KABELS EN LEIDINGEN,ZEKER ALS WE KIJKEN NAAR DE CHEMIEPARKEN. STEEDS VAKER KOMT HET VOOR DAT KABELS

EN LEIDINGEN GERAAKT WORDEN EN DAT COMPLETE INSTALLATIES PLAT KOMEN TE LIGGEN.DIT KAN GROTE GEVAREN EN KOSTEN MET ZICH MEEBRENGEN. TEVENS KAN DEZE

TECHNIEK ZEER GOED GEBRUIKT WORDEN BIJ DIVERSE SANERINGSACTIVITEITEN.

GRONDZUIGTECHNIEK, VEILIGER DAN GRAVEN

Page 17: Chemie magazine 2009 - februari

VNCI pleit voor afschaffingr ARIE-regeling

Ketelwagons met gas en brandbare vloeistof scheiden?

De VNCI pleit samen met andere branche-verenigingen voor der afschaffing van deARIE-regeling. Die verplicht bedrijven diemet grote hoeveelheden gevaarlijke stoffenwerken, een aanvullende risico-inventari-satie en -evaluatie te maken.

Chemische bedrijven die met grote hoe-veelheden gevaarlijke stoffen werken,

moeten van de overheid al jaren een aanvul-lende risico-inventarisatie en -evaluatiemaken. Daarmee tonen ze aan, welke maat-regelen ze nemen om ongevallen te voorko-men. Vreemd genoeg bestaat de ARIE-regeling alleen in Nederland, terwijl ze in depraktijk ook nog eens verdacht veel op hetBesluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO)lijkt. Bij de Arbeidsinspectie is bovendiendezelfde afdeling verantwoordelijk voor derhandhaving van beide regelingen. Ook grij-

pen andere overheidsinstanties, zoals debrandweer, de ARIE-regeling aan om extraeisen te stellen aan een bedrijf. Hierdoor valtreen aantal bedrijven, als het ware, onnodigonder der zwaardere BRZO-regels.Daarom pleit de VNCI samen met anderebrancheverenigingen voor der afschaffing vande ARIE-regeling. Mocht de overheid deregeling toch in stand willen houden, dan ligthet volgens de VNCI veel meer voorr der handom bij de BRZO-regels aan te sluiten. Dezeregeling, in Europa ook wel bekend alsSeveso, moet dan wel worden uitgebreid,zodat ieder landr dezelfde eisen stelt.

Eenzijdig onderzoekDe VNCI vindt dat de Nederlandse overheidnu actie moet ondernemen, omdat de EU deSeveso-regeling op dit moment aan het her-zien is. De VNCI gaat binnenkort in kaart

brengen welke ervaringen haar ledenr met deARIE-regeling hebben. Daarmee borduurt devereniging verder opr een onderzoek in 2007in opdracht van het ministerie van SocialeZaken en Werkgelegenheid (SZW). De VNCIkan zich echter nietr aan de indruk onttrekkendat het onderzoek wel erg eenzijdig is uitge-voerd. Zo lijkt het erop dat alleen de partijendie een belang hebben bij de continueringvan de regeling, voor hetr onderzoek zijn geïn-terviewd.Minister Donnerr van Sociale Zaken enWerkgelegenheid heeft overigens bij deSociaal Economische Raad (SER) advies overde ARIE-regeling gevraagd. Dat zou in meivan dit jaar moetenr verschijnen. p

Meer informatie: Macco Korteweg Maris, tel.070-3378748 of e-mail: [email protected]

Bedrijven die gevaarlijke stoffen per spoorr vervoeren,r moetenstraks wellicht hun ketelwagons met LPG en brandbare vloeistofvan elkaar gaanr scheiden om incidenten met potentieel groteeffecten te vermijden. De VNCI wil echter eerstr de uitkomsten vanhet overheidsonderzoek afwachtenk voor dezer ingrijpende enkostbare maatregel wordt ingevoerd.

Overheid moet nu actie ondernemen

VNCI wil uitkomsten onderzoek afwachten

Een van de grotere geïdentifi-ceerde risico’s van het ver-

voer vanr gevaarlijke stoffen iseen warme ‘Boiling LiquidVapour Explosion’r (BLEVE).Overheidsbestuurders makenzich daar groter zorgen over,

vraag of de veiligheidswinst welin verhouding staat tot de inspan-ningen die daarmee zijngemoeid. Dat onderzoek is erniet voor niets;r er zittenr veellogistieke, veiligheidstechnischeen kostbare haken en ogen aanhet scheiden van ketelwagons.Daarom moet een en ander goedrin kaart worden gebracht. DeVNCI hoopt dat het onderzoekgoede aanknopingspunten biedtom tot een veilig vervoer vanrgevaarlijke stoffen te komen.

FO

TO: D

SM

AG

RO

bleek eind januari tijdens eeninformatiebijeenkomst over hetrBasisnet Spoor inr Den Haag.Momenteel loopt er eenr onder-zoek om te kijken hoe dat risicohet beste kan worden gema-naged. Met als belangrijkste

Kans zeer kleinEen BLEVE kan ontstaan wan-neer bijr een ongeval een ketel-wagon met brandbare vloeistofleegstroomt en in brand vliegt.Daardoor bestaatr de kans op eenplasbrand onder der ketelwagonmet gas waardoor der druk entemperatuur inr de gasketelwa-gon zo sterk stijgen dat de wagonbarst en het gas explodeert. Datis in het dichtbevolkte Nederlandwaar hetr vervoer vanr gevaarlijkestoffen toeneemt, een gruwelijkscenario. De VNCI begrijpt dezorgen, maar benadruktr dat dekans op zo’n ongeval zeer kleinris. Verder wilr de vereniging eerstde uitkomsten van het overheids-onderzoek afwachten voor deringrijpende en kostbare maatre-gel van het scheiden van ketel-wagons wordt ingevoerd.VNCI-directeur Coletter Almabenadrukte dat het bedrijfslevennu al verregaande maatregelenneemt om de kans op ongevallenmet gassen en brandbare vloei-stoffen te verkleinen, zoalscrashbuffers tussen wagons enregelmatige inspectie van ketel-wagons. p

Meer informatie: Macco KortewegMaris, tel. 070-3378748 of e-mail:[email protected]

Veiligheid, gezondheid en milieu

februari 2009 Chemie magazine 17

Page 18: Chemie magazine 2009 - februari
Page 19: Chemie magazine 2009 - februari

Van 3 tot 100 denier

Herschel-ruimtetelescoop binnenkort de ruimte in

In 1928 stapte de jonge hoogle-raar overr vanr Harvard naar

DuPont om leiding te geven aaneen onderzoekslaboratorium datspeciaal was opgericht voor derontwikkeling van kunststoffen.Na drie jaar vanr vallen enopstaan kon DuPont aan de slagmet de productie van neopreen,een vervanger voorr natuurrub-rber. Nog eens vier jaarr laterrpatenteerde Carothers polyester,de voorloper vanr het inmiddelswereldwijd toegepaste nylon. Hetgeheim van de uitvindingschuilde in condensatiepolymeri-satie: de synthese van twee ver-schillende monomeren (eendicarbonzuur enr een diamine) toteen polymeerketen, waarbij eenwatermolecuul wordt afgesplitst.De onverwoestbaarheid van dieketen is te danken aan de krach-ten waarmee de beide monome-

ren elkaar aantrekken.r In 1938was het nylonproduct klaar voorreen eindeloze hoeveelheid toe-passingen: van parachute totvloerbedekking en van ultra-sterke sleepkabel tot de bekenderagfijne panty. Maar Carothersrheeft al die successen niet mee-beleefd. Wrang genoeg maaktejuist een chemisch proces eeneinde aan het leven van de bril-jante, maar depressiever onder-zoeker. In 1937 pleegdeCarothers zelfmoord met eencapsule cyaankali: het kalium-zout van blauwzuur, dat zichachtmaal zo snel aan hemoglo-bine hecht als zuurstof.Meer danr 70 jaar laterr siertr depanty iny talloze kleuren, patronenen diktes – van 3 tot 100 denier– het straatbeeld. Over der vraagof ze nou wel of niet lekker zitten,rblijven de meningen verdeeld. p

Toen de Amerikaanse chemicus Wallace Carothers begin jarendertig de basis legde voor polymeerchemie,r kon hij niet vermoedendat hij daarmee verantwoordelijk zouk zijn voor hetr succes van dehedendaagse chique panty.

Half april lanceert de Europese ruimtevaartorganisatie ESA deHerschel-ruimtetelescoop. De missie van deze telescoop is om opanderhalf miljoen kilometer van de aarde vragen te beantwoor-den omtrent het ontstaan van sterren en planeten, en de levens-cyclus van complete sterrenstelsels.

De chemie in panty’s

Ontstaan van sterren en planeten meten

Een van de drie instrumentenaan boord van de satelliet is

ontwikkeld door hetNederlandse instituut voorruimteonderzoek SRON. Hetgaat om het wetenschappelijkmeetinstrument HIFI. Dit instru-ment maakt het mogelijk om defrequentie van verschillendestoffen met behulp van verinfrarood licht te meten. HIFImengt het licht uit de ruimtemet een zelfgegeneerd signaalwaardoor de verschilfrequentievan bijvoorbeeld watermolecu-len kan worden gemeten. Zowordt wellicht duidelijk wat deoorsprong is van het water opaarde. De metingen wordenmogelijk gemaakt door vaste-

stof supergeleidende compo-nenten, de zogenoemde mixers.In HIFI zitten veertien van dezemixers die zijn ontwikkeld dooronder meer SRON en de TUDelft. Het meten van de chemi-sche verscheidenheid in gebie-den ver van de aarde helpt ster-renkundigen bij het bestuderenvan de astrochemische reactiesdie bij de vorming van sterrenen planeten te vinden zijn en bijhet fysisch in kaart brengen vandeze gebieden.Meer informatie: www.esa.int/esaCP/Netherlands.html

Actueel

februari 2009 Chemie magazine 19

Page 20: Chemie magazine 2009 - februari

Terugblik op twintigjaar gendebatr

Twintig jaar Europeesr debat overgenetisch gemodificeerde gewassenheeft weinig tot niets opgeleverd,blijkt na lezing van het deze maandverschenen boek ‘Veredelingk enmanipulatie. Tumult rond bio-technologie in industrie, wetenschapen politiek’ van de in augustus vorigjaar opr 60 jarige leeftijd overledenDSM-wetenschapper Philiprvan Lelyveld.

’Zou het mogelijk zijn dat vier-honderd miljoen Europeanen

het goed gezien hebben en de overigezes miljard wereldbewoners niet?’,verzucht DSM-topman Feike Sijbesmain een van de interviews in het boek.‘Ik geloof ook niet dat er zichr buitenEuropa gezondheids- of veiligheids-problemen voordoen als gevolg vanhet gebruik van biotechnologie. Ookdaar wordtr overheden, onderzoeks-organisaties en belangengroepe-ringen goed nagedacht. Maar goed,rEuropa heeft vooralsnog besloten eenandere koers te varen dan de overigewereldregio’s.’Daar heeftr Sijbesma helemaal gelijkin. Want na twintig jaar Europeesrdebat over biotechnologier is er maarréén soort genmaïs toegestaan in

Postume uitgave vanDSM-wetenschapper

de EU, van de Amerikaanse zaden-multinational Monsanto. De Europeseinstantie voor voedselveiligheidr(EFSA) mag dan al jaren roepen datgengewassen niet schadelijk zijn voorde gezondheid of voor der omgeving,die boodschap gaat er inr Europaechter maarr moeilijkr in. Hoe komt ditnu eigenlijk? Waarom is er inr Europazo’n tegenstand tegen alles wat metbiotechnologie heeft te maken? Daarprobeert Philip van Lelyveld in eennaar eigenr zeggen ‘milde bloemlezing’de lezer eenr antwoord op te latenvinden.

Verrassende uitsprakenIn het boek van Van Lelyveld komenverschillende prominenten uit hetdebat aan het woord, afkomstig uit dewereld van de politiek, wetenschap,industrie en actiegroepen. Variërendvan de voormalige Greenpeace-activisten Benny Haerliny en Miriamvan Gool, tot DSM-topman FeikeSijbesma en Marcel Schuttelaarvan communicatieadviesbureauSchuttelaar enr Partners.En dat levert verrassende uitsprakenop over waaromr het gendebat zogepolariseerd was - en is. Neem

bijvoorbeeld de Duitse milieuactivisten tegenstander vanr het eerste uurBenny Haerliny over der ‘gouden rijst’.‘Genetische manipulatie dient deindustrie, amper der mensen omwie het gaat. Neem bijvoorbeeldde zogenaamde gouden rijst. Rijstversterkt met een beetje provitamineA doorA middelr van ingewikkeldegenetische manipulatie, bedoeld omslechts één effect van algemeneondervoeding te bestrijden, blindheidonder kinderen.r Drie wortels bevattenexact dezelfde hoeveelheid vitamineA! Het is toch krankzinnig dat we rijstmanipuleren om iets te producerenwat elders volop aanwezig is in denatuur?’, aldus Haerlin.Toch geeft het boek ook voorbeeldenvan oplossingen van problemen doorbiotechnologie. Zo is vooral de wittebiotechnologie, het industriële gebruikvan enzymen, een enorme reclamevoor gentechnologie.r Als je chemischeprocessen kunt vervangen door biolo-rgische, levert dat enorme milieuwinsten kostenbesparingen op. Wie kandaar nur tegen zijn?

Het boek is verkrijgbaar via uitgeverijBalans. Het isbn is 978 94 600 3013 0.

Philip van LelyveldPhilip van Lelyveld (1948-2008)

studeerde chemie en promo-veerde op de ontwikkeling vande dierlijke stofwisseling rondomde geboorte. Biotechnologie wasde rode draad door zijn profes-sionele leven bij TNO, bij StiPT(thans SenterNovem) gelieerdaan het ministerie van Econo-mische Zaken en ten slotte bijGist-brocoades/DSM waar hij

sinds 1993 verantwoordelijk was voor Public Affairsvoor Life Sciences Business. Het was de wens vanPhilip van Lelyveld om in de laatste maanden van zijnleven ‘zijn verhaal’ op te schrijven en zijn visie te delen.DSM heeft hem in deze wens gesteund en het hem(financieel) mogelijk gemaakt dit te doen.

20 Chemie magazine februari 2009

Page 21: Chemie magazine 2009 - februari

Een kijkje in de fabriek

Vmbo-leerlingen bezochten ROC’sen procestechnische bedrijven

waar zijr zelf aan de slag mochten metallerlei opdrachten. De procesindu-strie is vaak een onbekende richtingonder jongerenr en de komende jarenverwacht de sector groter tekorten.Dit is een reden om procestechniekflink onder der aandacht te brengen.Bij Paramelt in Heerhugowaardmochten de scholieren in het lab eenFrans kaasje in de vloeibare wasdopen om het tegen bederf tebeschermen. Daarna kregen ze eenrondleiding door der fabriek, zodat zezagen hoe de was wordt geprodu-ceerd op grote schaal.Bij het Markiezaat College in Bergenop Zoom gingen vmbo’ers aan de slagmet opdrachten over warmtewisse-rlaars, communicatievaardigheden enbierbrouwen. Zo kregen ze een beeldvan de opleiding en de werkzaamhe-den die in de procestechniek thuisho-ren. Ook in de andere regio’s warener volopr activiteiten georganiseerd,zoals bij Trespa in Weert, Verhoevenin Oss en Shell in Pernis.MIT/Procestechniek Limburg starttede Week van de Procestechniek in2002, waarna een groot aantal regio’sdit concept heeft overgenomen. Ditjaar organiseerdenr Technomatch(Groningen en Drenthe), PMR (Rotter-dam), MIT (Limburg), PZW (ZeelandWen West-Brabant), Techniek = Troef(Oss) en de RAP Noord-Hollanddiverse leerlingenactiviteiten. ROCTilburg haakte dit jaar alsr nieuweorganisator aan.rDe landelijke promotie van de pro-cesindustrie wordt uitgevoerd doorhet netwerk Promotie Proces- enlaboratoriumtechniek Nederland(PPN), waar o.a.r bovengenoemdeorganisaties en VAPRO-OVP in parti-ciperen. Stichting CommunicatieCentrum Chemie (C3) coördineert hetPPN-netwerk en stimuleert de lan-delijke uitbreiding van de Week vande Procestechniek. p

Meer informatie:www.weekvandeprocestechniek.nl enwww.c3.nl, of via Mieke van Kollenburg:[email protected] of 070 337 87 85

Van 19 t/m 23 januari heeft voor der achtste keer der jaarlijkse Week vank de Procestechniekplaatsgevonden. Maar liefstr 4.000 vmbo-leerlingen uit acht regio’s kregen de kans om ineen procestechnisch bedrijf rond te kijken en in de huid te kruipen van een procesoperator,onderhoudsmonteur ofr laborant.

Deelnemers aan de Week vank de Procestechniek dopenk kaas in de was bij Parameltj int Heerhugowaard

Bij hetj Markiezaatt Colleget in Bergen op Zoom krijgen leerlingen uitleg over hetr brouwent van bier

Vierduizend scholieren nemendeel aan de Week van de Procestechniek

Actueel

februari 2009 Chemie magazine 21

Page 22: Chemie magazine 2009 - februari

Chemie magazine februari 2009

Richting inrecyclingbeleidlijkt zoek

Opstelling VROM bij chloorverwerking is onbegrijpelijk

Page 23: Chemie magazine 2009 - februari

et verhaal van de Chloor Ketenr Installatiebegint in 1974. Kort daarvoor heeftr deregering besloten het verbranden vanchloorafval op zee te verbieden, vanwegede schade aan het zeemilieu. De verbran-dingsschepen (Matthias I en II) worden

opgelegd en chloorafval moet voortaan op het land,onder gecontroleerder omstandigheden, wordenverbrand.AkzoNobel was en is onder anderer een belangrijkeproducent van chloor enr zoutzuur. Het bedrijf zietmogelijkheden om chloorhoudend afval van haarklanten in te nemen en het chloor daaruitr terug tewinnen. Op de locatie Botlek wordt een ChloorKringloop Installatie (CKI) gebouwd, een installatiewaarin chloorhoudende reststromen bij een tem-peratuur vanr 1500 graden worden ontleed met hetdoel zoutzuur ter produceren. Veel van die reststro-men bestaan uit chloorhoudende koolwaterstoffen,

H

eFO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

Bij AkzoNobel Industrial Chemicalszijn ze – drie maanden m na dato – nogsteeds asd’. ‘verbaa Op Kerstavond gafde Raad van tate,S het ministerie van

ing,Volkshuisvesti Ruimtelijke Ordeningen Milieu OM) (VRO gelijk dat de ChloorKringloop allatieInst (CKI) in de Botlekniet primair edoeld be is voor recycling,maar voor alverwijdering. afva ‘Wijsnappen het iet n meer’, zeggen JeroenBreen en Ton PichelP van AkzoNobel.‘VROM heeft ed mond vol overrecycling en eth sluiten vankringlopen, n en tegelijkertijd maakt zeeen goed tionerendefunc

llatierecyclinginsta het werkenonmogelijk.’ e D richting in het

drecyclingbelei lijkt zoek. Joost van Kasteren

februari 2009 Chemie magazine 23

Thema

Page 24: Chemie magazine 2009 - februari

waarbij de koolwaterstoffen in feite fungeren alsbrandstof die de ontledingsreactie gaande houdt.Het procédé levert naast zoutzuur dusr ook nogwarmte op. Alles bij elkaar voldoender reden om deCKI aan te merken als een kringloopinstallatie. Eenstandpunt dat ook de DCMR ondersteunt.In de loop der jarenr ontwikkelt de CKI zich tot eenknooppunt in wat we tegenwoordig een industrieelecosysteem noemen. Chloorhoudende reststoffenworden per pijpleiding,r rail of as aangevoerd en inde CKI omgezet in zoutzuur. Eerst alleen gasvor-mig, maar inr 2003 wordt de installatie ook geschiktgemaakt voor hetr leveren van een 30 – 33 procentoplossing van zoutzuur inr water. AkzoNobelgebruikt het gerecyclede product voor eenr deel zelf,voor eenr deel gaat het per pijpleidingr of tanktrans-port naar anderer gebruikers, waaronder der chloor-klanten.

Beleid gewijzigdDe chloorhoudende reststromen – de grondstofvoor der CKI – komen niet alleen uit de Botlek, maarook van verder weg.r Uit Duitsland bijvoorbeeld, viaBayer Industrialr Services, tegenwoordig CurrentaGmbH. En uit België, waar Eurowaster NV hetV inza-melt. Als in 1993 de EVOA, de EuropeseVerordening Overbrenging Afvalstoffen, van krachtwordt, worden nieuwe regels gesteld aan hetgrensoverschrijdend vervoer vanr afvalstromen.Voor der CKI levert dat weinig problemen op. Op deverplichte kennisgeving wordt steevast R5 ingevuld,waarmee de afvalstroom onder der classificatie‘bestemd voor recycling’r valt (nuttige toepassing).Met name de afgelopen jaren is die ‘R’ steedsbelangrijker gewordenr voor der ontdoeners van dechloorhoudende reststromen. Omdat hun afval inieder gevalr voor eenr deel wordt gerecycled, voldoenze aan de eisen van bijvoorbeeld hun ISO-gecertifi-ceerde milieuzorgsysteem en/of de eisen vanResponsible Care. Die eisen zijn weliswaar boven-rwettelijk, maar hergebruikr speelt wel een steedsbelangrijkere rol in de relatie van het bedrijf metzijn klanten, met de lokale overheden en met deomgeving. Daar komtr bij dat sommige Duitse deel-staten als extra eis stellen dat een reststroom deR5-status moet hebben voordat deze de grens overmag. Heeft een reststroom de status verwijderen,(D10 in dit geval) dan moet die afgevoerd wordennaar der dichtstbijzijnde verbrandingsinstallatie.‘Een paar jaarr geledenr heeft SenterNovem, datnamens het ministerie van VROM de EVOA uitvoert,Akennelijk een beleidswijziging doorgevoerd’, zegtTon Pichel, marketing manager vanr AkzoNobelIndustrial Chemicals. ‘Werden de kennisgevingenmet R5 altijd probleemloos geaccepteerd; nu kre-gen we ze terug met de opmerking dat het D10moest zijn. Dat wil zeggen dat de reststroom vol-gens VROM niet bedoeld is voor recycling,r maarvoor verwijdering,r en dat bijgevolg de CKI eeninstallatie is voor verwijdering,r in plaats van voorrecycling.’

Geen toestemming transportOp 27 juli 2007 besloot SenterNovem geen toestem-ming te verlenen voor hetr transport van chloorhou-dend afval van Currenta GmbH in Duitsland naar derCKI in Rotterdam. Een week later gebeurder het-zelfde, maar nur ging het om chloorhoudend afvalafkomstig van Eurowaste NV inV Antwerpen. In beidegevallen gold als motivering dat op de kennisgevingde wijze van verwerking ten onrechte werd aange-merkt als nuttige toepassing (R5: recycling van eenanorganische grondstof) in plaats van verwijdering(D10: verbranden).Zowel de ontdoeners, Currenta en Eurowaste, alsAkzoNobel maakten bezwaar tegenr deze beslis-sing. Wat volgde, was een juridische procedure vanbezwaar enr beroep, die uiteindelijk uitmondde ineen zitting van de afdeling Bestuursrechtspraakvan de Raad van State op 18 november 2008.rNicolien van den Biggelaar vanr De BrauwBlackstone Westbroek NV, die de appellanten bij-stond als advocaat, is ook nu nog lichtelijk beduusdover der gang van zaken tijdens de zitting en dedaarop volgende uitspraak. ‘Een belangrijk argu-ment van de kant van VROM was dat de installatiealleen kan draaien op afvalstoffen en niet op pri-maire grondstoffen. Dat betekent volgens VROM dathet hoofddoel verwijderen is, en niet recyclen. Hetzoutzuur isr in die visie slechts een nevenproduct.Omdat het primair eenr verwijderingsinstallatie is,moet de verwerking van chloorhoudend afval alseen D10-handeling worden geclassificeerd, aldusVROM.’ In die redenering beriep het ministerie vanVROM zich op een arrest van het Europese Hof. ‘Datarrest’, stelt Van den Biggelaar, ‘sloeg op het terug-winnen van warmte door bijmengenr van brandbaarafval. Nogal wiedes dat je dat afval kunt vervangen

‘SenterNovem heeftkennelijk een beleidswijzigingdoorgevoerd’

e

De Chloor Kring-rloop Installatie van

AkzoNobel inRotterdam

FO

TO:A

KZO

NO

BE

L

24 Chemie magazine februari 2009

Page 25: Chemie magazine 2009 - februari

februari 2009 Chemie magazine 25

Page 26: Chemie magazine 2009 - februari

door aardolier of steenkool. De CKI is echter juistropgericht met het oogmerk het chloor uitr de afval-stromen terug te winnen; ik zou niet weten welkeprimaire grondstof je in de CKI zou moeten stoppenals vervanging van het chloorhoudend afval. In datopzicht is de installatie eerder ter vergelijken metpapierfabrieken die alleen oud papier alsr secun-daire grondstof kunnen verwerken, of metaalbe-drijven die alleen oude metalen kunnen gebruiken.Niemand heeft er eenr probleem mee om die aan teduiden als recyclingbedrijven.’Tijdens zijn pleidooi ging de vertegenwoordiger vanrhet ministerie van VROM ook in op het verschil tus-sen verbranden en thermisch ontleden, waaroverhij een wat merkwaardige opvatting bleek te heb-ben. In zijn pleitnota stelt hij dat bij verbranden vanorganische stoffen (= oxidatie) energie vrijkomt endat anorganische stoffen thermisch worden ontleed(= reductie) onder toevoerr vanr energie. Aangeziener inr de CKI warmte vrijkomt, zo vervolgt hij, is ersprake van verbranding van organische stoffen enkan er vanr thermische ontleding geen sprake zijn.Hoe dan in dezelfde installatie ook zoutzuur wordtrgevormd, laat hij voor hetr gemak maar overr aanr deverbeelding van de toehoorder.

Overnemen redeneringNicolien van den Biggelaar vindtr het onbegrijpelijkdat de Raad van State de redenering van het minis-terie van VROM klakkeloos overneemt. ‘Men is er arpriori vanuit gegaan dat het gaat om een verwijde-ringsinstallatie, die is opgericht als alternatief voorverbranden op zee, zonder datr men zich heeft ver-diept in de lay-out van de installatie. Daaruit blijktduidelijk dat de CKI er heelr anders had uitgezien alsterugwinnen van chloor nietr het hoofddoel zou zijngeweest. Het is ook geen eenvoudige materie, datgeef ik toe. Daarom hebben we ook gesuggereerdom de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak inte schakelen. Maar ookr dat vond de Afdeling nietnodig.’Bij AkzoNobel heerst vooral het onbegrip over deropstelling van het ministerie van VROM. Pichel:‘Jarenlang gold de verwerking van chloorhoudendekoolwaterstoffen in de CKI als recycling, nu is hetineens afvalverwijdering.’ ‘We hebben nog met demensen van SenterNovem rond de tafel gezeten omuit te leggen hoe de installatie precies werkt enwelke extra voorzieningen we hebben getroffen omzoutzuur terugr te winnen. Maar blijkbaarr werdr erhogerop, bij het ministerie, toch anders overgedacht.’Nog merkwaardiger wordtr de opstelling van hetministerie als we kijken naar hetr (concept)Landelijk Afvalbeheersplan, LAP2 in het jargon.Daarin wordt vastgesteld dat Nederland aan degrens is gekomen van wat met een sectoraal afval-beleid mogelijk is. Om de milieudruk nog verderomlaag te brengen is een andere aanpak noodzake-lijk. Geen sectoraal afvalbeleid, maar eenr beleidgericht op de materiaalketen van grondstof tot enmet de verwerking van afvalstoffen.Pichel: ‘Je zou toch zeggen dat de terugwinning vanchloor doorr onzer CKI bij uitstek een voorbeeld isvan het sluiten van de materiaalkringloop. Wenemen reststoffen in en zetten die voor hetr over-grote deel om in nuttige grondstoffen. Met deopstelling van het ministerie van VROM, voorlopiggeschraagd door uitspraakr van de Raad van State,zou de chloorkringloop wel eens verbroken kunnenworden. Dat is uiteraard niet in belang van hetmilieu.’AkzoNobel beraadt zich nog op de vervolgstappen.p

‘Duurzame intentie installatieerkennen in plaats van frustreren’‘Weer een voorbeeld waarbij de ambities op het gebied van duurzame ontwikkelingworden gefrustreerd door het star uitleggen van regels’, verzucht Leantine Mulder-Boeve. Als beleidsmedewerker van de VNCI is ze – op enige afstand – betrokken bij deperikelen rond de CKI van AkzoNobel. ‘Met de opstelling van het ministerie van VROMen de uitspraak van de Raad van State wordt niet alleen AkzoNobel gefrustreerd inzijn ambitie om iets nuttigs te doen met reststromen. Op een hoger schaalniveau isook de Nederlandse samenleving er niet bij gebaat als de chloorhoudende reststroomvoortaan naar de gewone afvalverbranding gaat. Je kunt er een levenscyclusanalyseop los laten, maar ik vermoed dat dat toch een heel stuk minder duurzaam is.’ Wehebben het via de stuurgroep Afvalstoffen van VNO/NCW aan de orde gesteld in hetoverleg over het nieuwe LAP, het Landelijk Afvalbeheerplan. De duurzame intentievan dit soort installaties moet erkend worden in plaats van gefrustreerd.’

VNCI-beleidsmedewerkerLeantine Mulder-Boeve

‘Het terugwinnen vanchloor is een uitstekend

voorbeeld van het sluiten vande materiaalkringloop’

26 Chemie magazine februari 2009

Page 27: Chemie magazine 2009 - februari

Endress+Hauser BV

Postbus 5102

1410 AC Naarden

Tel. (035) 695 86 11

[email protected]

www.nl.endress.com

Onze focus: uw doel.

Bent u op zoek naar een toegewijde partner die uitgebreide kennis en ervaring heeft op het gebied van procesautomatisering

in de life science industrie? Dan bent u bij Endress+Hauser aan het juiste adres. Wij zorgen er samen met u voor dat u uw

doelen realiseert. U kunt bij ons terecht om op een gedegen wijze uw bedrijfsrisico’s te minimaliseren. En zo helpen we u

om uw processen en uw kwaliteit op een gevalideerde manier te optimaliseren.

Endress+Hauser: uw doelgerichte partner. www.nl.endress.com/life_sciences

Page 28: Chemie magazine 2009 - februari

‘ Hightech-imago chemiedoor procesintensifi catieen groene grondstoffen’

‘ Procesintensifi catie en groene grondstoffenkunnen de chemische industrie helpen aan eenhightech-imago en daardoor aan meerwaardering vanuit de samenleving’, aldusMarius Enthoven, oud-topambtenaar van hetministerie van VROM en de EU. Erik te Roller

december gafr Marius Enthoven,als voorzitter vanr het BestuursAdvies College (BAC) van de VNCI,de hamer overr aanr Cees Veerman,oud-minister vanr Landbouw,Natuur enr Visserij. Bij de VNCI is

Enthoven vooral ook bekend als voor-zitter vanr de jury voory der ResponsibleCare-prijs. ‘Het programma is nuverbreed. g Vroeger g ggingr pResponsibleCare over der productie, maar nurspeelt het binnen het hele bedrijf enook daarbuiten in de keten. Responsi-ble Care zie ik als een grondhoudingdie je op verschillende niveaus in het

I

e

bedrijf moet innemen, vooral bij hetaangaan van nieuwe activiteiten.’

Waar is nog meer over gepraat?‘Over energier en klimaat, bijvoorbeeldover hoer de branche zich het bestekan opstellen bij de discussies overCO2-emissiereductie en handel inCO2-emissierechten. De chemischeindustrie heeft als een van de g grootsteemittenten van CO2 geworsteld met devraag: “Hoe kunnen we aan de enekant bijdragen aan de verminderingvan de CO2-uitstoot zonder datr we aande andere kant onnodig veel kosten

28 Chemie magazine februari 2009

Page 29: Chemie magazine 2009 - februari

FO

TO'S

:CA

SP

ER

RIL

A

februari 2009 Chemie magazine 29

Page 30: Chemie magazine 2009 - februari

maken; kosten die concurrenten bui-ten de Europese Unie niet hoeven temaken”. De politiek heeft hier inmid-rdels een bevredigend antwoord opgevonden. De zo gevreesde veilingvan emissierechten is naar der achter-grond verschoven. Dat neemt nietweg dat de chemische industrie weldegelijk maatregelen moet nemen,omdat de emissieplafonds geleidelijkomlaag gaan en de prijs van CO2-rechten waarschijnlijk verder zalrstijgen.’‘Ook hebben we gesproken over dervernieuwing van de chemische indu-strie langs twee sporen: via procesin-tensificatie en via het vervangen vanfossiele grondstoffen door biogrond-rstoffen. Bij procesintensificatie gaathet om het maken van producten metkleinere installaties en slimmereprocessen, die veel efficiënteromgaan met grondstoffen en energie.Daarmee kan de chemische industrienog een enorme slag maken. Verderis de productie op basis van biogrond-stoffen voor Nederlandr een kansrijkeroute, omdat we een hoog ontwik-kelde chemische industrie hebben,veel kennis van planten en agro eneen logistiek belangrijke rol spelen inde Europese Unie.’‘Verder hebbenr we gediscussieerdover der manier waaropr de chemische

industrie het beste met risico’s kanomgaan. In de beleving van de bevol-king zijn er nogalr wat risico’s aan dechemie verbonden. De afgelopen vijfjaren hebben zich gelukkig geen groteongelukken voorgedaan. De chemieheeft met alle voorzorgsmaatregelenal een hoog peil bereikt, zodat dekans op incidenten is afgenomen,maar statistischr gezien zal de kansnooit nul zijn.’

Is Responsible Care nog wel nodig?‘Responsible Care is mee geëvolu-eerd met andere ontwikkelingen. Erzijn misschien mensen die zich afvra-gen of Responsible Care niet beterkan opgaan in MaatschappelijkVerantwoord Ondernemen. MVO isechter veelr breder enr gaat ook overmensenrechten. Responsible Care isspecifiek op de chemische industriegericht en belangrijk voor haarr imago.rDe chemische industrie is voor watrbetreft het imago nu eenmaal kwets-baarder danr andere industrieën enheeft daarom zo’n programma nodig.Dankzij Responsible Care kun je demilieuprestaties van de Nederlandsechemische industrie vergelijken metdie in andere landen, en duidelijkmaken aan het publiek waar jer staat.Dat rechtvaardigt het bestaan van eenapart programma. Banken en super-marktketens hebben genoeg aan

MVO. De chemische industrie heeftmet specifieke veiligheids- en milieu-risico’s te maken, en heeft daaromResponsible Care nodig.’

Leeft Responsible Care nog?‘De VNCI stelt in elk geval de eis dat jeals bedrijf geen lid kunt zijn van devereniging als niet aan ResponsibleCare gecommitteerd bent. Als hetnodig is dan spreekt de VNCI debedrijven op Responsible Care aan.De kans dat een bedrijf zich daar nietsrvan aantrekt, is klein. Zo’n bedrijf kijktwel uit!’

Is de Responsible Care-prijs nog steedswaardevol?‘De prijs is een aanmoediging voorbedrijven om Responsible Care toe tepassen en met verrassende nieuweideeën te komen. Net als bij elkeandere prijs loop je het risico dat naenkele jaren een soort vermoeidheidoptreedt. Je moet de prijs dan bijstel-len. Dat hebben wij ook gedaan. Aan-vankelijk ging het alleen om de indivi-duele prestaties van bedrijven. Delaatste paar jaarr kijkenr we ook inhoeverre bedrijven iets in samenwer-king met andere bedrijven doen en ofdat ook van betekenis is voor deromgeving. Verder gaatr het niet meeralleen om productie, maar ookr omopleidings- en leerprojecten, bijvoor-

Marius Enthoven (1940) studeerde lucht-en ruimtevaartkunde aan de TechnischeUniversiteit Delft en de Universiteit vanPrinceton in de VS. Daarna werkte hij vijfjaar als aerodynamicus bij het NationaalLucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Ver-volgens was hij jarenlang werkzaam op hetministerie van Volkshuisvesting,Ruimtelijke Ordening en Milieu, waar hijnauw betrokken was bij de opzet van hetNationaal Milieubeleidsplan en de milieu-convenanten. In 1994 werd hij benoemd totdirecteur-generaal Milieu, NucleaireVeiligheid en Civiele Bescherming bij deEuropese Commissie in Brussel. Van 1998tot 2004 was hij executive director bij NIBCapital. In 2002 werd hij lid van deEnergieraad, waar hij een bijdrage leverdeaan de adviezen over energietransitie enenergiebesparing aan de Nederlandseregering. Bij de VNCI was hij van 2003 toteind 2008 voorzitter van het BestuursAdvies College en tot 2006 voorzitter vande jury van de Responsible Care-prijs.

Marius Enthoven

30 Chemie magazine februari 2009

Interview

Page 31: Chemie magazine 2009 - februari

beeld in samenwerking met hoge-scholen. Soms gaat het ook over derintegratie van Responsible Care in detotale bedrijfsvoering. Over hetr aantalinzendingen zijn we nog steeds tevre-den. We ontvangen elk jaar rondr detien inzendingen. Daarbij moet jebedenken dat een inzending heel watextra inspanning vraagt. Wat dat aan-gaat, is de prijs nog springlevend!’

Wat vindt u van het imagotraject van dechemiesector?‘De chemische industrie is veel veili-ger enr stoot veel minder schadelijkerstoffen uit dan in de jaren zeventig entachtig. Maar bijr een deel van debevolking is toch het idee blijven han-gen dat de chemie vies is. Nu gaat hetveel meer overr welker chemische stof-fen in producten zitten en wat datbetekent. De ketenbenadering is veelbelangrijker geworden,r maar bestrlastig uit te voeren. Het imago van dechemische industrie is nog steedskwetsbaar. Als er bijvoorbeeldr ietsmisgaat met het transport van chemi-caliën, dan heeft dat een negatiefpublicitair effectr op de hele sector.Daarom vraagt het imago veel aan-dacht.’

Is het imagotraject wel nodig?‘Zoals ik al zei, is het imago van dechemie kwetsbaar. Wat de sector

lange tijd heeft verwaarloosd, is dui-delijk te maken welke bijdrage zijlevert aan de oplossing van allerleiproblemen in de samenleving. Ze reiktook andere industriesectoren ver-schillende duurzame oplossingen aan.Technische doorbraken in de chemieleiden tot producten en diensten, diezonder chemischer knowhow nietw zou-den bestaan. “Chemie is overal”, iseen mooie slogan, maar dier moet jewel inhoud geven. De mensen moetenvan het idee af dat de chemie eennoodzakelijk kwaad is om dingengoedkoop te kunnen maken. In plaatsdaarvan moet duidelijk zijn, dat dechemie helpt om dingen slimmer,geavanceerder enr beter ter maken,zodat je er meerr goeder dingen meekunt doen. Als de chemie er inr slaagtom echt door ter breken met procesin-tensificatie en tegelijk alles goedonder controler houdt, krijgt ze meereen hightech imago. En hightechscoort veel beter inr de samenleving.’

Moeten we Responsible Care tijdelijk opeen lager pitje zetten?‘Door der economische crisis leggenchemiebedrijven sommige productie-installaties stil in afwachting vanbetere tijden. Een aantal kleine bedrij-ven zal wellicht omvallen. Dat heeftniks met Responsible Care te maken,maar metr de business die is ver-stoord. Als het slecht gaat met debusiness wordt alles een probleem,inclusief het uitbetalen van lonen.Voor groter bedrijven behoort Respon-sible Care nog steeds tot de corebusi-ness. Zij hebben er belangr bij dat hunleveranciers en afnemers zich zowelop korte als op lange termijn aan deregels houden en zullen de ketenbe-nadering zeker doorzetten.r Leveran-cier ofr afnemers die daar nietr in meekunnen gaan, krijgen het moeilijk.’

Hoe ziet u de toekomst van de chemi-sche industrie?‘In andere werelddelen is de chemi-sche industrie sterk opgekomen. Datleidt tot een andere rolverdeling.Europa is geen groeimarkt meer,

waardoor hetr logisch is om hier doorrte gaan met een overmaat aan chemi-sche productie. Zolang we echter inrstaat blijven onze kennis van de che-mie verder ter ontwikkelen en daarmeein de frontlinie te blijven, met alleinfrastructuur dier hier aanwezigr is,blijft er ruimter voor eenr geavanceerdechemie.Ik hoop dat het de chemie inde komende jaren tot 2020 lukt omeen enorme slag te maken met ener-gie-efficiency eny het verlagen van deCO2-uitstoot, en ook dat zij in de maat-schappij veel meer wordtr gezien alseen sector dier helpt om duurzaamheidte bereiken. Dus verduurzaming vande chemie zowel in eigen gedrag als inhaar bijdragenr aan andere sectoren.De grote uitdagingen voor der toekomstzijn het toepassen van ResponsibleCare, de vernieuwing van de chemie-sector enr goed omgaan met de risico’svan de chemie.’ p

‘De chemische industrieheeft met specifieke veiligheids-en milieurisico’s te maken en heeftdaarom Responsible Care nodig’

februari 2009 Chemie magazine 31

Interview

Page 32: Chemie magazine 2009 - februari

D

De VNCI pleit ervoor dat bedrijven hun investeringenversneld mogen afschrijven, waardoor ze minderwinstbelasting hoeven te betalen. Zo houden ze meergeld over voor de broodnodige investeringen in dezeeconomisch barre tijden. Adriaan van Hooijdonk

ctiecijfers in een dramatischo. Zo produceerde de chemischetrie in ons land, in decemberbijna 20 procent minder danr in

rgelijkbare maand van het jaaroor. En in vergelijking met hetaarvoor zelfsr bijna 25 procent….s een recente teleconferentieen aantal VNCI-leden, die ondere competitiewetregels werduden, werd duidelijk hoe bedrij-e crisis ervaren. En nog belang-wat ze van de overheid ver-en om door dezer moeilijke tijdente komen.it een aantal leden voor eenrepeling van de regels op hetd van werktijdverkorting. In dejk blijkt dat sommige bedrijvenen groot omzetverlies wordenfronteerd dat zich in een periode

nkele maanden heeft ontwikkeld.robleem is dat de vereiste 30nt omzetverlies in de afgelopenmaanden, in vergelijking metmaanden daarvoor, soms nietorden aangetoond. Daarom zouCI graag zien dat het ministerieociale Zaken en Werkgelegen-verantwoordelijk voor der uitvoe-de regeling voor werktijdverkor-ro aanpast dat óók ondernemersomzet in een meer glijdenderl zien teruglopen, hier aan-rk op kunnen maken.

Lonen bevriezeneden verwijzen verder naarr dere regeling voor werktijdverkor-re zogeheten Kurzarbeit. Die isrsimmer veel ruimer danr derlandseNeder variant. Waar Duitsernemerswerkn maximaal anderhalf jaarenkunne worden geparkeerd in derbeit,Kurza geldt de Nederlandse

regelingregeli voor hoogstensr vier periodenr

maand van vorig jaar eenrongekend harde dreun gehad,bleek begin februari uit cijfersvan het CBS. Niet alleen in

Duitsland en het Verenigd Koninkrijk,maarmaar ookookrr inin NederlandNederland daaldendaalden dede

Werktijdverkortingregeling VNCI pleit voor versneldeafschrijving op investeringen

32 Chemie magazine februari 2009

Page 33: Chemie magazine 2009 - februari

gens een lid uit Tilburg vrijwel onmo-gelijk om in de regio goede operatorste vinden. En dat terwijl er inr anderegebieden geschoolde vakkrachtennaarstig op zoek zijn naar eenr nieuwebaan. Een ander lidr gaf aan dat hijhierover goeder afspraken heeft kun-nen maken met een collega-lidbedrijf.VNCI-directeur Coletter Alma beloofdeom verder ter onderzoeken of, en hoede VNCI de uitwisseling van vakmen-sen kan faciliteren, bijvoorbeeld insamenwerking met de mobiliteits-centra.

Verschillende leden klaagden verderover der investeringsaftrek. De inves-teringen staan inmiddels op een laagpitje, waardoor bedrijvenr niet veel aande huidige regeling hebben. Zomaakte Huntsman begin februaribekend de geplande bouw vanw eenMDI-fabriek in Rozenburg voorlopiguit te stellen. De VNCI pleit er danr ookvoor omr ook de jaren 2007 en 2008 inde regeling mee te nemen. Wanneerbedrijven hun investeringen over dezerjaren versneld mogen afschrijven,hoeven ze nu minder winstbelastingr tebetalen. Zo houden ze meer geldr overvoor der broodnodige investeringen indeze economisch barre tijden.

Werknemers scholenHet menselijk kapitaal is een van debelangrijkste ‘assets’ van eenmoderne onderneming. En je zou ver-wachten dat chemische bedrijven diewerktijdverkorting hebben aange-

van zes weken. Als er nar die in totaal24 weken nog geen werk is, wordt deNederlandse werkgever der factogedwongen om tot ontslag over tergaan. Daarbij geldt voor der DuitseKurzarbeit geen scholingsplicht, nochde plicht tot het detacheren van werk-nemers bij de concurrent.Ook spelen de hoge kosten van dewerktijdverkortingregeling sommigeleden parten. Voor éénr lid was het alsnel duidelijk dat een aanvraag voorzijn bedrijf geen zin zou hebben.Alleen al aan accountantskosten zouhet bedrijf tussen de 10 en 15.000 eurokwijt zijn. Samen met de verplichteopleidingskosten voor hetr personeelkwam het lid er alr snel achter datr dekosten in zijn geval niet tegen de batenopwegen.Sommige leden vragen zich af of er oprcentraal niveau geen overeenkomstmet de bonden te sluiten zou zijn omde lonen de komende maanden tebevriezen. Volgens VNCI-directeurColette Alma kan de VNCI daar nietsraan doen, omdat de vereniging geencao-onderhandelingen voert. ‘Maar inrdeze uitzonderlijke situatie vind ikeigenlijk wel dat we mee moeten kun-nen praten over der maatregelen in hetcrisispakket. Daarover gaanr we metVNO-NCW inW overleg’, aldus de VNCI-directeur. Volgens hoofdeconoom JanKlaver vanr VNO-NCW, een van dedeelnemers aan de teleconferentie,wordt er overigensr ‘op de achter-grond’ hard gewerkt aan een nieuwWassenaar-akkoord.

Vraag en aanbod operatorsVNCI-bestuurslid en in het dagelijkseleven directeur vanr Latexfalt, Bert JanLommerts, suggereerde om via deVNCI vraag en aanbod van operatorsin kaart te brengen. Zo blijkt het vol-

vraagd, gebruik maken van deze peri-ode om hun personeel te laten bij-scholen. De afgelopen jaren draaidede chemische industrie immers opvolle toeren, en kan er bijr een aantalbedrijven een achterstand zijn ont-staan in bepaalde trainingsprogram-ma’s.Toch loopt het volgens Theo Seip,directeur vanr de belangrijkste bran-che-opleidingsorganisatie van socialepartners in de procesindustrie,VAPRO, zeker nietr storm met aanmel-dingen. Hoe komt dat? Seip: ‘Sommigebedrijven hebben niet de financiëlemiddelen om hun personeel te latenbijscholen. Die kiezen er voorr omr hetzelf te doen. Dan zie je bijvoorbeelddat hbo-ers hun mbo-collega’s delaatste ontwikkelingen bijbrengen.’Toch verwacht Seip dat de overheidgeld gaat vrijmaken waarmee bedrij-ven hun opleidingskosten kunnenfinancieren. Tijdens een gesprek metminister Donnerr suggereerder Seip datde overheid zou moeten onderzoeken

of ze de uitkeringen uit het EuropeesSociaal Fonds voor der jaren na 2009nu al kan krijgen. ‘StaatssecretarisKlijnsma heeft inmiddels toegezegddat ze deze mogelijkheid gaat onder-zoeken’, aldus Seip. ‘Werkgeversmoeten nu niet gaan stilzitten. Het isveel beter omr medewerkers te scho-len, eventueel met behulp van eigenpersoneel, zodat ‘achterstallig onder-houd’ wordt weggewerkt en het vak-manschap op een hoger peilr wordtgebracht. En mocht een bedrijf daarbijbehoefte hebben aan ondersteuning,zoek dan contact met organisatieszoals de VAPRO. Ze hebben kennis entools om oplossingen op het gebiedvan financiering en opleiden snel teoperationaliseren.’ Eén ding staatvolgens hem als een paal boven water:de behoefte aan vakbekwaam perso-neel in de industrie blijft onvermin-derd hoog. Zelfs een kredietcrisis kandit niet veranderen. p

ruimer toepassen

‘De behoefte aan vakbekwaampersoneel blijft hoog, zelfs dekredietcrisis kan dit niet veranderen’

februari 2009 Chemie magazine 33

Opinie

Page 34: Chemie magazine 2009 - februari

Urban Elektrischescooter rukt op

34 Chemie magazine februari 2009

Page 35: Chemie magazine 2009 - februari

Chicccccccccc

De elektrische scooter vanr producent E-MAX uitX Duitsland is steedspopulairder. Zo is de voorraad in Nederland al een aantal maandenuitverkocht, leert een telefoontje naar marketingmanagerr MarcorGolla. Binnenkort arriveren de nieuwe modellen, de E-MAX 140X L ende 190 L met lithium ion batterijen. Ze bereiken volgens de fabrikanteen snelheid van 80-100 km per uurr enr hebben een actieradius van110-120 km. De scooter moetr na een kilometer ofr 40 worden opgela-den door middelr van een gewone stekker enr een stopcontact. Wereld-wijd zijn er inmiddelsr vele modellen verkocht. De scooter isr met namepopulair inr het dichtbevolkte Singapore, waar inmiddelsr plannenbestaan om ‘Park & Charge’- stations op te zetten. Daar kunnenr deberijders hun batterijen opladen door middelr van zonnepanelen. p

Meer informatie:r www.e-max-scooter.com.

februari 2009 Chemie magazine 35

Page 36: Chemie magazine 2009 - februari

e meest bekende en omstre-den restauratie is die vanhet schilderij Who’s afraid ofred, yellow enw blue III vanBarnett Newman. Eenbezoeker vanr Rijksmuseumbewerkte het doek met een

mes. Vier jaarr later,r na een restauratievan vele duizenden guldens, hing hetschilderij weer inr het museum. Vanalle kanten kwam echter kritiekr dat derestauratie niet kundig was uitge-voerd. Technisch onderzoek wees uitdat er alkydverfr over der oorspronke-lijke olieverf aangebracht was en datdit waarschijnlijk met een verfrollerwas gedaan. Van een echte ‘Newman’was nauwelijks nog sprake.Bij een restauratie gaat het er tegen-rwoordig een stuk wetenschappelijkeraan toe. Een team van natuurweten-schappers, kunsthistorici en restau-ratoren analyseert eerst de verftech-niek, de ondergrond van deschildering en de opbouw enw samen-stelling van de verflagen. Met niet-destructieve beeldtechnieken, zoalsröntgen, ultraviolet en infrarood wordthet doek verkend. Heel subtiel nog. ‘Jemoet eerst een goed beeld van hetkunstwerk krijgen’, vindt Anne vanGrevenstein, hoogleraar Praktijkr vanconservering en restauratie aan deFaculteit der Geesteswetenschappenrvan de Universiteit van Amsterdam(UvA). ‘Daarna, afhankelijk van devraagstelling, nemen we pas mon-sters voor verderr onderzoek.’r

Hiervoor isr al veel denkwerk en litera-tuuronderzoek verricht. ‘Want welkmonster isr nodig om de vraagstellingte beantwoorden,’ vult chemicusKatrien Keune aan. ‘En welke technie-ken kan ik er allemaalr op loslaten omstraks uit die ene snipper verfr zoveelmogelijk informatie te halen? Het istenslotte wel ons cultureel erfgoedwaar wer mee werken.’

Invloed beter meetbaarVervolgens worden aan dat kleineverffragmentje ter grootter van eenspeldenknopje optische, fysische enchemische analyses verricht ominzicht te krijgen in de opbouw enwsamenstelling van het schilderij. Doornieuwe technieken en combinatiesdaarvan is steeds meer mogelijk.r‘Maar hetr gaat niet alleen om de opti-male analyse van die verfsnipper. Hetgaat ook om de interpretatie van deresultaten en de vertaalslag naar derrestauratie. Die expertise is ergbelangrijk’, benadrukt Keune,momenteel docent natuurweten-schappelijke onderzoeksmethodenverbonden aan de Reinwardt acade-mie en betrokken bij verschillendekunstonderzoeksprojecten alsparttime-onderzoeker.Door der nieuwe analysetechnieken isook de invloed die een restauratieveingreep op het werk heeft beter meet-rbaar geworden.r De restaurator kanrzien wat hij doet en het effect van deingreep volgen in de tijd.

D

Kunstrestauratie iswetenschappelijke dis

Meer chemici nodig

Op de universiteit werken kunsthistorici en restauratoren samenmet chemici en fysici aan het onderzoek en de restauratie vanoude kunstwerken. ‘Maar dat is niet genoeg,’ stelt restaurator enhoogleraar Anne van Grevenstein. ‘Voor het behoud van onscultureel erfgoed is een structurele wetenschappelijkeinfrastructuur nodig.’ Astrid van de Graaf

Van Grevenstein: ‘Een historischkunstwerk is gevoelige materie. Deingreep kun je daarom vergelijken methet werk van een chirurg die in eenlichaam moet gaan snijden. Dat gaatmet gevoel en inzicht hoe het lichaamin elkaar zit.r Pas na gedegen diagnosevoert hij de meest geschikte behande-ling uit.’

Behoud cultureel erfgoedVan oudsher werdr volgens Keunegekeken naar òfr de anorganische pig-menten òf het organische bindmiddel.‘Maar eenr verflaag is niet A enA B; hetis AB. Een verfsysteem is heel dyna-misch. Er spelenr zich allerlei reactiesaf tussen het pigment en het bindmid-

36 Chemie magazine februari 2009

Page 37: Chemie magazine 2009 - februari

scipline

e

del. Componenten migreren door derlagen heen en blijven met elkaar rea-rgeren. Zo is lang niet gedacht.’De chemicus had al van jongs af aaninteresse voor der kunstwereld en koosdaarom bewust voor scheikunder alsstudie met organische fotochemie alsspecialisatie. ‘Ik had geluk: toen ikklaar wasr met mijn studie ging hetNWO-programma De Mayerne vanstart. Het was het vervolg van hetonderzoeksprogramma MolArt waarinal veel nieuwe inzichten waren verkre-gen over der verouderingsprocessenvan verf in schilderijen. Daar kondenrwe op voortbouwen.’ Zo achterhaaldezij tijdens haar promotieonderzoekrwaarom het helderrode vermiljoenpig-

ment in een schilderij van Rubensonder invloedr van licht, zwarte en witteplekken ging vertonen.De kunstonderzoeksprogramma’sMolArt en De Mayerne hebben volgensVan Grevenstein voor groter verande-ringen gezorgd. Zo werkt de nieuwegeneratie restauratoren volgens dewetenschappelijke methode. Ook heeftzij een brede kijk op en een goedbegrip van het vak. ‘Ze zijn gewendkritisch naar hunr eigen werk te kijkenen daar vragenr over ter stellen. Zespreken ook dezelfde taal en dat isbelangrijk als uiteenlopende discipli-nes uit de alfa- en bètawetenschappensamenwerken. En ze streven bovenalhetzelfde ideaal na: het behoud en

begrip van ons cultureel erfgoed.’

Wetenschappelijke basis ontbreektKeune is volgens Van Grevenstein danook een typisch voorbeeld van de vol-gende generatie. En helaas slechtseen van de weinige chemici die na hetDe Mayerne programma een plekheeft gevonden binnen het onderzoeknaar cultuurbehoud.r De andere che-mici uit de onderzoeksprogramma’szijn weer teruggevloeidr naar der chemi-sche industrie. Zonde van al die exper-tise, vindt ze. ‘De belangrijkste oorzaakdaarvan is dat in de Nederlandsemusea en bij de openbare collecties dewetenschappelijk en technische infra-structuur voorr hetr behoud van cultu-

Keune (l.) is) een van de weinige chemici diei een plek heeftk gevondent binnen het onderzoekt naark cultuurbehoud.r Andere chemici diei betrokken waren bij dej onderzoeksprogram-ma’s zijn teruggegaan naar der industrie. ‘De belangrijkste oorzaak isk het ontbrekent van een wetenschappelijk infrastructuurk bijr musea’,j aldus professor Anner van Grevenstein (r.)

FO

TO'S

:CA

SP

ER

RIL

A

februari 2009 Chemie magazine 37

Maatschappij

Page 38: Chemie magazine 2009 - februari

reel erfgoed ontbreekt. Slechts zevenvan de ongeveer achthonderdr museabeschikken over eenr goed opgeleidteam restauratoren en onderzoekers’,aldus Van Grevenstein. ‘En dat in eenland met de hoogste museumdicht-heid in de wereld.’ Daarom is zij bezigmet een nieuwe aanvraag voor eenrNWO-programma Science for Artsr inde hoop de bèta’s en alfa’s structureelte verenigen.De Universiteit van Amsterdam (UvA)heeft de eerste aanzet gegeven doorper 1r februari naast Van Grevensteineen tweede hoogleraar aanr te stellen.Ditmaal de chemicus Norman Tennentuit Glasgow. Hij is gespecialiseerd inhet conserveren van decoratievekunst met name glas, keramiek,metaal en steen. Ook het voornemenvan het van ’t Hoff Instituut forMolecular Sciencer (HIMS) om naasthet forensisch onderzoek, ruimte tebieden aan ‘materials science’ is bij-zonder hoopgevend.r ‘Bij de UvA isA destructurele samenwerking tussenalfa’s en bèta’s al tot stand gekomen:het begin van de synergie’, aldus eentevreden Van Grevenstein.Een belangrijke stap voor eenrambacht dat lang achter geslotenrdeuren is uitgevoerd. Wanneer errtijdens de restauratie onverhoopt ietsmis ging, dan werd dat snel herstelden niemand die dat merkte. ‘Niet datrestauratoren onzorgvuldig te werkgingen of gaan. Maar err zijnr geen the-

oretische modellen om op terug kun-nen vallen. De wetenschappelijk basisontbreekt.’

Schat aan informatieDe afgeronde onderzoeksprogram-ma’s hebben veel informatie opgele-verd, maar latenr ook veel vragenonbeantwoord, zoals over hetr lange-termijneffect van een restauratie.In het voorstel Science for Artsr vor-men daarom de reconstructies en hetmaken van simulatiemodellen van deoude meesterwerken, een goed uit-gangspunt om nieuwe analysetechnie-ken te ontwikkelen en de verande-ringsprocessen in de verflagen doorkunstmatige veroudering en restaura-tieve ingrepen, te bestuderen. Mon-stername is dan voor hetr eerst geenprobleem meer enr meerdere variabe-len kunnen tegelijk worden getest. Deconditie waarin het schilderij verkeert,is altijd een combinatie van het maak-proces, de gebruikte materialen, deschildertechniek, de bewaarconditiesen de restauraties die in de loop vande tijd zijn uitgevoerd. ‘Alles heeftinvloed op elkaar. Dat maakt elk schil-derij uniek en restaureren zo complex.En juist daarom is reconstructie enbestudering van de effecten daarvanin de tijd zo belangrijk om uiteindelijkbehandelingsprotocollen op te kunnenstellen die onderbouwd zijn metwetenschappelijke resultaten’, besluitVan Grevenstein. p

Partners in ScienceHet kunstonderzoek in Nederland en dechemische industrie zijn geen vreemdenvoor elkaar als het gaat om behoud vanons rijke culturele erfgoed. De bedrijvenhebben in het verleden hun expertiseveelvuldig ingezet. ‘De chemische indu-strie kent een goede traditie van co-financiering’, memoreert restauratorAnne van Grevenstein. Zo heeft DSM hetRembrandt Research Project gesteund,dat het geschilderde oeuvre vanRembrandt op echtheid onderzocht.Sikkens, de dochteronderneming vanAkzoNobel, ondersteunde hetRijksmuseum bij de restauratie van degeschilderde decoraties van architectPierre Cuypers. Het bedrijf achterhaaldehiervoor aan de hand van schilfers vanoude verflagen de samenstelling van deoorspronkelijke kleur, zodat het werkkon worden gereconstrueerd.Momenteel zijn Shell Nederland en hetVan Gogh Museum ‘Partners in Science’.Tot 2010 zal er in samenwerking metInstituut Collectie Nederland technisch-wetenschappelijk onderzoek gedaanworden naar de chemische samenstel-ling van de materialen en de dragers dieVincent van Gogh voor zijn schilderijengebruikte.

Nieuwe generatierestauratorenHet vak van restaurator werd van ouds-her in de praktijk geleerd, van meesterop leerling. Een cultuur van rangen enstanden. Sinds een paar jaar is dezelange beroepstraditie van kunst enambacht opgenomen in een weten-schappelijke omgeving. De Universiteitvan Amsterdam biedt daarvoor de mas-teropleiding Conservering en restaura-tie van cultureel erfgoed aan. ‘Geenhiërarchie meer, gewoon interdiscipli-nair samenwerken’, vertelt restauratorvan de oude stempel professor Anne vanGrevenstein. Zij is verantwoordelijk voorde opleiding. ‘Maar met een master vantwee jaar ben je er helaas nog niet. Omeen restaurator te worden is een vijf jaardurende opleiding nodig. In de bredebachelor die de universiteiten tegen-woordig moeten aanbieden, is er demogelijkheid om een minor van een jaarrichting restaurator te doen. Samen metde duale master heb je er dan drie jaaropzitten. Pas na afronding van het twee-jarige postinitieel traject, ben je gekwa-lificeerd om toegelaten te worden tot hetuitoefenen van het beroep. Je kunt hetvergelijken met een soort basisarts diezich door het lopen van co-schappen kanspecialiseren. In de praktijk leer je hetvak tenslotte pas echt.’

‘Bij dej UvA is de structurele samenwerking tussen alfa’s en bèta’s al tot standt gekomen:d het begint van synergie’, aldus eentevreden Van Grevenstein (r.)

38 Chemie magazine februari 2009

Page 39: Chemie magazine 2009 - februari

Restauratie beeld‘De Trouw’

De Trouw (ca. 1936-1937), van Johan Polet (1894-1971) is een gipsmodel voorween van de gevelbeelden van het Raadhuis in Kampen. Alvorens de restaurator(in spe) kan overgaan tot conservatie en restauratie van het beeld, moet hijkennis hebben van de constructie en de materialen waaruit het object issamengesteld om verantwoorde keuzes te kunnen maken. Nicolas Verhulst

februari 2009 Chemie magazine 39

In beeld

Page 40: Chemie magazine 2009 - februari

40 Chemie magazine februari 2009

Veel chemie bij restauratie

5 6

43

1 2

Page 41: Chemie magazine 2009 - februari

Foto 1: Oude lijmresten op de breukvlakken van De Trouw bij het afgebroken vogeltje.Foto 2: Fluorescentie van de oude lijmresten op de breukvlakken van het model

onder ultraviolet licht.Foto 3: De oude verwijderde lijmresten zijn vermoedelijk een oude velponlijm (een

synthetische polymeer – PVAC – in een organisch oplosmiddel), aangezien deze in aceton oplost.

Foto 4: Onder Röntgenstraling (90 kilowatt) wordt het duidelijk hoe Polet de ijzer-draad van het ophangsysteem in het gips heeft aangebracht.

Foto 5: Het afschilferende gips rondom de ijzerdraad is verwijderd, vervolgens is het gips geconsolideerd met 5% Paraloid B-72 en tot slot aangevuld met synthe-tische gips (White Silky Rock). Het licht verroeste ophangsysteem (ijzerdraad)van het gipsen model is grotendeels afgeschuurd en behandeld met een acrylco-polymeer (5% Paraloid B-72 in aceton).

Foto 6: Verschillende matte en glanzende coatings op gipsen tegels worden voor dehelft bedekt met een polymeer vernis met UVLS-filter van Golden. Nadatdeze tegels in de toekomst gedurende een bepaalde periode aan daglicht zijn blootgesteld, kan een uitspraak worden gedaan over de verouderingsver-schijnselen van de verschillende afwerklagen die niet werden bedekt met eenUVLS-filter.

Foto 7, 8, 9: Bij het retoucheren worden de Golden Fluid Acrylics en Airbrush produc-ten aangelengd met demi-water tot ze de juiste consistentie hebben.

Foto 10: De met aceton schoongemaakte breukvlakken zijn beide geconsolideerd met 5% Paraloid B-72 (een acryl co-polymeer) in aceton. Het vogeltje is met een 50% Paraloid B-72 in aceton aan het beeld gelijmd. Het ontbrekende gips bijde randen en bij de afgebroken snavel is aangevuld met Polyfiller (syntheti-sche gips met cellulose).

10

7

89

In beeld

februari 2009 Chemie magazine 41

Page 42: Chemie magazine 2009 - februari

Op het industrieterrein Chemelot inGeleen gaan DSM Agro, GTI en VITO(Vlaamse instelling voor technolo-r

gisch onderzoek) onderzoek doen naar dermogelijkheid om CO2 op te slaan in de diepeondergrond. De CO2 is in pure vorm directbeschikbaar, afkomstig van de aanwezigeammoniakfabrieken en wordt geïnjecteerd inde diepe kalkzandsteenlaag onder der steen-koollagen, op ca. 1800 meter diepte.r De CO2mineraliseert in de kalkzandsteen en zaldeels gebonden worden aan de steenkool-lagen.Dit jaar beginnenr de betrokken partijen metde verschillende vergunningenproceduresen brengen ze de ondergrond nauwkeurig inkaart. In de eerste fase dient een aantal aan-names nog bewezen te worden, waarna eenproef met CO2-injectie vanuit de ammoniak-fabriek zal plaatsvinden. Het project wordtuitgevoerd als onderdeel van een tenderprocedure van het ministerie van VROM,waaraan een financiëlefi ondersteuning van30 miljoen euro is gekoppeld. Het Chemelot-terrein in Geleen is overigens niet de enigeplaats waar eenr dergelijk project wordt uit-gevoerd. Ook in Barendrecht is het debedoeling om CO2 op te slaan in de bodem. Ineen aantal olievelden in de Noordzee wordtal langere tijd CO2 geïnjecteerd.

Meer informatie:r www.co2opslaginlimburg.nl

Hoe werkt de Cbij DSM in Limb

1000 µm42 Chemie magazine februari 2009

Page 43: Chemie magazine 2009 - februari

O2-opslagburg?

februari 2009 Chemie magazine

Infographic

Page 44: Chemie magazine 2009 - februari

edrijven die nanodeeltjes opde markt brengen realise-ren zich heel goed dat zeenorme innovatiekansenbieden. Zo maakte Bayereind januari bekend dat het

ongeveer 22r miljoen euro investeertin een nieuwe fabriek voor der pro-ductie van koolstof nanobuisjes. Dezogeheten Baytubes worden ondermeer gebruiktr om extreem sterke,lichtgewicht materialen te maken.En die vinden we weer terugr in talvan producten, zoals fi etsen,fi tennis-rackets en windmolenbladen.Bayer gaatr er vanuitr dat de marktvoor der koolstof nanobuisjes dekomende jaren met 25 procent perjaar zalr groeien. Binnen tien jaar ver-rwacht het bedrijf een omzet van ruimtwee miljard dollar. Internationaleonderzoekbureaus spreken zelfs vaneen markt van vele honderden miljar-den dollars voor der meest uiteenlo-pende toepassingen, variërend vanzonnecrèmes, ‘intelligente’ medicij-nen en sensoren om chemischewapens op te sporen.Ook de verfindustriefi heeft grotebelangstelling voor nanotechnologie.rDaarbij gaat het met name om detoevoeging van nanodeeltjes aancoatings, waardoor dezer bijzondereeigenschappen krijgen. Denk bijvoor-beeld aan zelfherstellende verf enzelfreinigende, superkrasvaste ofsuperwaterafstotende coatings. Ofantibacteriële verf voor ziekenhuizen.rOok verven met zonnecellen behoreninmiddels tot de mogelijkheden.Tegelijkertijd plaatsen sommige par-tijen vraagtekens bij de gezondheids-effecten van de koolstof nanobuisjes.Zo gaf toxicoloog Paul Borm inaugustus vorig jaar inr NRCHandelsblad aan, dat bedrijven de

lange varianten (meer danr 15 micro-meter) beter nietr meer inr hun produc-ten kunnen gebruiken. Uit Schotsonderzoek, waarbij muizen werdeningespoten, zou blijken dat de langerebuisjes een ontsteking veroorzakendie op het beginstadium van asbest-kanker lijkt.r Deze en andere onder-zoeken brachten minister Donnerr vanrSociale Zaken en Werkgelegenheid ertoe om de Sociaal Economische Raad(SER) advies te vragen over hoer bloot-stelling aan nanodeeltjes op de werk-vloer ter voorkomen. Het advies zoubinnenkort moeten verschijnen.

Eerste prototypes beschikbaarOok zijn er inmiddelsr talrijke interna-tionale conferenties over nanotechno-rlogie geweest. Tijdens de NanoSafe2008 in Grenoble gaf Willem van denBrink, general manager vanr PhilipsAerasense, een presentatie ter gele-rgenheid van de lancering van hetnieuwe meetapparaat. Op een van zijnsheets liet hij een artikel uit de LosAngeles Times zien met de kop:‘Nanotech nightmares, what problemsare rising or couldr rise as a result ofnanotechnology?’Dit soort krantenkoppen zijn volgenshem kenmerkend voor hetr huidigedebat over nanotechnologie.r ‘En datterwijl de blootstelling aan nanodeel-tjes op zich helemaal niet nieuw is.w Bijverbrandingsprocessen komen nano-deeltjes vrij, bijvoorbeeld wanneer jereen sigaret aansteekt. En wat dacht jevan een uurtje in de auto in de fi le?fi Methet nieuwe apparaat hebben we eenenorme concentratie nanodeeltjes inde wagen gemeten. Een groot verschilmet een meting in de Alpen, waar wervrijwel niets tegenkwamen.’Drie jaar heeftr Philips aan de ontwik-keling van het apparaat gewerkt.

Philips Aerasense heeft een nieuw handzaam apparaat ontwikkeldwaarmee werknemers op de werkplek ultrafi jnstof ennanodeeltjes in de lucht kunnen meten. De NanoTracer kanvolgens Philips een bijdrage leveren aan een gezonde en veiligewerkomgeving. Adriaan van Hooijdonk

zijn de eerste prototypesbeschikbaar. Het gaat om een draag-baar meetinstrument,r waarmee eenwerknemer kanr zien aan hoeveelnanodeeltjes met afmetingen tussende 10 en 300 nanometer hijr wordtblootgesteld. De meetapparatuur steltrniet alleen de concentratie vast, maarook de gemiddelde diameter. Eénnanometer isr één miljoenste van eenmillimeter, oftewel een duizendstedeel van de doorsnede van een men-selijke haar. Volgens Philips kunnende data met behulp van speciale soft-ware eenvoudig worden geanalyseerd.Het is alleen niet mogelijk om deschadelijkheid van de deeltjes vastte stellen. Met het apparaat kan deblootstelling aan nanodeeltjes inkaart worden gebracht, aan de handwaarvan de gezondheidsrisico’s vanwerknemers kunnen worden vastge-steld. En vervolgens kan een bedrijfmaatregelen nemen om de werkne-mers te beschermen. Op die manierkan het apparaat bijdragen aan eenbeter inzicht voor een veilige werk-plek.

B

Bijdrage aangezonde werkomgeving

j ggDraagbaar apparaatr om nanodeeltjes te meten

44 Chemie magazine februari 2009

Page 45: Chemie magazine 2009 - februari

Lastig probleem opgelostHet apparaat is inmiddels uitvoeriggetest, onder anderer bij BayerTechnology Servicesy in Leverkusen.En volgens dr. Matthias Voetz is hetnu mogelijk om de blootstelling of deemissie van nanodeeltjes in de luchtop een eenvoudige manier ‘realr time’te meten. ‘Philips Aerasense heefteen lastig probleem opgelost’, aldusVoetz. Bestaande systemen zijnomslachtig en duur enr hebben hetprobleem dat soms dagen moet wor-den gewacht op de analyse van lucht-monsters. De metingen bij de nano-deeltjesfabriek van Bayer inrLeverkusen leverde overigens in eer-ste instantie nogal wat zorgen op. Deconcentratie nanodeeltjes bleek erghoog, maar laterr bleekr dat er eenrraam openstond, waarachter mensenrstonden te lassen…General manager vanr PhilipsAerasense Willem van den Brink zieter danr ook niet veel heil in om nu alstrenge normen voor werkgeversr testellen. ‘Daarvoor isr nog veel meeronderzoek nodig. Het apparaat kan

bijdragen aan een beter begrip.r Maarhet zou in mijn ogen vreemd zijn omstrenge eisen aan blootstelling op dewerkplek te stellen, terwijl de con-centratie in de auto op weg naar huisrvele malen hoger is.’rDat is dan ook een van de redenenwaarom ook automobielfabrikantengeïnteresseerd zijn in de nieuwe tech-nologie. Van den Brink heeft al meteen aantal belangstellende partijengesproken. Automobielfabrikantenzouden het apparaat en de technolo-gie bijvoorbeeld kunnen gebruiken om

het luchtverversingsysteem beter aanrte sturen, waardoor der concentratienanodeeltjes in de auto afneemt.Philips is inmiddels begonnen om eenaantal prototypes, zogeheten alfapro-ducten, bij een aantal mogelijke klan-ten uit te zetten. Van den Brink bena-drukt dat het niet om consumentengaat, maar omr bedrijven. VNCI-ledendie geïnteresseerd zijn in een demon-stratie, kunnen contact met PhilipsAerasense opnemen. p

Meer informatie:r www.aerasense.com .

Proces of locatie Concentratie Deeltjesgrootte (nm)(deeltjes/cm3)

buiten, kantoor tot 10.000silicium smelterij tot 100.000 280-520metaal slijpen tot 130.000 17-170solderen tot 400.000 36-64plasma snijden tot 500.000 120-180bakkerij tot 640.000 32-109vliegveldg tot 700.000 < 40lassen 100.000 – 40.000.000 40-600Tabel 1: Gemiddelde ultrafi jnfi stof niveausf gemeten op diverse werkplekken.

Met det NanoTracer kanr een werknemer der concentratie nanodeeltjes vaststellen Doorsnede van NanoTracer

hoogspanningsbron van ionen

vervuilde lucht

ultrafi jnefi deeltjes

meten vanelektrische lading

in de filterfi

ventilator

BR

ON

:BG

IA(D

UIT

SL

AN

D)

februari 2009 Chemie magazine 45

Kennis en ervaring

Page 46: Chemie magazine 2009 - februari

De belichte plaat gaat daarna naar eenrapparaat, waar der latexresten - dieniet zijn uitgehard - met behulp vanzeer weinigr vloeistof worden wegge-gomd. ‘Tegenwoordig gaat dat che-mieloos, dat wil zeggen met heel wei-nig spoelvloeistof. We gebruikenongeveer éénr tank van 20 liter perrmaand. Het spoelen zou eventueelmet water kunnen,r maar danr zou hetaluminium gaan oxideren. Daaromgebruiken we Azura WG100 van Agfaals spoelvloeistof. Dit is een was- engomoplossing met een geringe con-centratie van enkele zouten en ben-zeensulfonzuur. Vroeger gebruiktenrwe films om platen te maken en had-den we liters ontwikkelaar, fixeer enrspoelwater nodig.r Daar kwamr nog bijdat we de ontwikkelmachine één keer

per weekr moesten schoonmaken. Datgebeurde met niet al te vriendelijkechemicaliën’, aldus Damen.Voor hetr drukken gebruikt de drukke-rij verschillende soorten inkt van K+E,aangeboden door BührmannrTetterode. Damen kiest waar mogelijkrvoor K+Er Novastar Bio,r dat is gemaaktop basis van plantaardige bindmidde-len. ‘Het droogt wel langzamer danrinkt met synthetische bindmiddelen

amen Grafia is een kleineoffsetdrukkerij met tienwerknemers die briefpapier,enveloppen, folders, postersen dergelijke drukt. De fami-lie Damen begon de drukkerij

in 1899 en werkte tot 2007 in deHaarlemse binnenstad. In 2007 namDamen drukkerij Grafia over enr ver-huisde naar bedrijventerreinrWaarderpolder, waar Grafiar al wasgevestigd. Het bedrijfspand werd uit-gebreid. Eric Damen is geïnteresseerdin alles wat milieuvriendelijk en ener-giebesparend is. Hij kiest bij voorkeurmilieuvriendelijke producten. In dedrukkerij toont hij een apparaat,waarmee opgemaakte pagina’s(litho’s) vanuit de computer opr eenoffsetplaat worden overgebracht. Dealuminium Azura-plaat, die door derleverancier wordtr aangeprezen als‘chemievrij’ is bedekt met een laagthermoplastische latexbolletjes. Opde plaatsen waar zer thermisch belichtworden, versmelten ze en zo vormtzich een rubberachtige structuur vanrtekst (dianegatief) en afbeeldingen.Het apparaat, een Dai Nippon Screen,met een Agfa-label, staat in eenaparte ruimte waar hetr maximaal 30graden mag zijn, omdat het belich-tingsproces anders verstoord wordt.Damen: ‘We maken hier gebruikr vaneen zuinige warmtepomp die deruimte in de winter verwarmtr en in dezomer koelt.’r

D

Eric Damen over milieuvriendelijk drukken

‘De grafische industrie is in het verleden best wel eenvervuilende industrie geweest. Nu werken we al een stukschoner, maar kijken voortdurend naar de mogelijkhedenom nog een stapje verder te gaan’, zegt Eric Damen.Samen met zijn broer Frans geeft hij leiding aan drukkerijDamen Grafia in Haarlem. Erik te Roller

‘Bijdragen aan eenschonere wereld’

en is daarom niet zzo geschikt voordrukwerk met steunkleuren. We doener ookr niet moeilijk over. Als de bio-inkt niet geschikt iis voor eenr bepaaldsoort drukwerk, ggebruiken wegewoon nog anderre inkt. We hebbenook bio-inkten vann andere leveran-ciers getest, maarr der droging blijfteen probleem.’

Duurzaam beheerde bossenElke offsetpers geebruikt ook vochtwa-ter. Dat is een oploossing van water metrnatuurlijke of syntthetische gomharsenen andere chemicaliën om de offset-plaat te bevochtigeen, om te voorko-men dat de zogenooemde niet-druk-kende partijen inkkt aannemen. ‘Eerdergebruikten we vocchtwater metr 5%alcohol, maar nur vvochtwater zonderr

alcohol, waardoorr der mensen hier ookrminder alcoholr inaademen.’ Het vocht-water isr van het Ammerikaanse bedrijfPrisco, fabrikant vvan chemicaliën voorde grafische indusstrie, die aan de wegtimmert met milieeuvriendelijke pro-ducten. Damen zoekt op het etiket vande tank tevergeefss naar der ingrediën-ten. Normaal voeggen de leveranciervan Prisco- en Agffa-vloeistoffen deveiligheidsbladen aan elke zending

‘Droging van bio-inktblijft een probleem’

FO

TO: P

AS

CA

LES

TRIJ

BO

S

46 Chemie magazine februari 2009

Page 47: Chemie magazine 2009 - februari

februari 2009 Chemie magazine 47

Eric en Frans Damen (resp. zitten en staand)

willen zo duurzaam mogelijk werken

Het woord is aan...

Page 48: Chemie magazine 2009 - februari

toe. Op de website van de fabrikantkunnen klanten overigens veiligheids-informatiebladen downloaden.Damen Grafia gebruikt merendeelsFSC-gecertificeerd papier afkomstigruit duurzaam beheerde bossen.‘Sinds anderhalf jaar zijnr we FSC-gecertificeerd en mogen daarom hetFSC-keurmerkje op het papierafdrukken. Daarvoor moetenr we welprecies bijhouden van welke leveran-cier hetr FSC-papier komt,r voor wierhet drukwerk bestemd is en hoe heteruit ziet’, aldus Damen.

Zuinige LED-lampenVanwaar dier behoefte aan milieu-vriendelijke producten? Damen: ‘Ikheb jonge kinderen en wil dat ze noglang op deze planeet kunnen blijvenleven. Door inr de drukkerij zo schoonmogelijk te werken, dragen mijn col-lega’s en ik daar eenr stukje aan bij.’In de drukkerij hangen ook overalzuinige LED-lampen. De milieu-inspectie van de gemeente Haarlembracht hem tijdens een inspectiebe-zoek op een idee. ‘De inspecteur zei:r

“Jullie gebruiken te veel stroom.Breng automatische schakelaars aan,zodat de verlichting vanzelf aan- enuitgaat, afhankelijk van de hoeveel-heid daglicht. Dat scheelt in hetstroomverbruik”. Maar bijr de persenmoeten we ons drukwerk voortdu-rend controleren. Dan is het lastig alshet licht het ene moment aan is en hetandere moment weer uit.r Om kleurente kunnen vergelijken moet je steedshetzelfde soort licht hebben. Welkonden we natuurlijk overgaan opzuiniger verlichtingr en zo kwam ik uitbij de LED’s. Ze geven genoeg licht,maar gebruikenr veel minder stroom’,rvertelt Damen.Overal in het bedrijf zijn de tl-buizennu vervangen door tl-achtiger buizenwaarin tientallen LED-lampjes in drierijen zitten gemonteerd. De LED-tl’szijn 50 tot 60% zuiniger danr de nor-male tl-buizen, die overigens al rela-tief zuinig zijn. Ze zijn er inr allerleisoorten en maten. Vervanging van detl-buizen door LED-tl’sr levert dedrukkerij per jaarr eenr flinke bespa-ring aan elektriciteit op. Damen wijst

naar boven,r waar eenr nieuwe typeLED-tl hangt, een buis met lichtge-vende LED-vlakjes (LED-SMD) inplaats van LED-lampjes. Die geeft eenprettiger, meer diffuusr licht. Een LED-SMD-tl-buis van 1,20 meter verbruiktr22 watt, dat is ongeveer der helft min-der (46r watt) dan een gewone tl-buisvan die lengte met een voorschakel-apparaat. Voordeel is ook, dat eenkapotte LED-tl-buis geen chemischafval is.

Twee windturbinesDe kleur vanr de LED-lampen metgloeilampfitting is volgens hem tevergelijken met die van spaarlampen.In de drukkerij hangen LED-tl-buizenmet een kleurtemperatuur vanr 3500Kelvin, die een warm licht geven enLED-tl-buizen van 6500 Kelvin diedaglicht uitstralen. ‘We staan nogmaar aanr het begin van een hele ont-wikkeling. De LED-lampen wordensteeds beter.’Damen is zo enthousiast over der LED-verlichting, dat hij onlangs een nieuwebusiness is gestart: de verkoop vanLED-verlichting onder der firmanaamDamen 2. Met het laatste bedrijf is hijal vijf jaar actiefr op het gebied vanautomatisering voor der grafische sec-tor. Hier steektr hij ook 90% van zijn tijdin. Zijn broer Fransr Damen werkt vol-ledig voor hetr grafisch bedrijf. Samenmet ingenieursbureau Orteg werktEric Damen ook aan het ontwerp vannieuwe armaturen die het licht vanLED-tl’s beter verspreiden.rBij Damen Grafia staat nog een projectop stapel. ‘Over tweer maanden komenhier tweer kleine windturbines, zodatwe voor eenr deel in onze eigenstroombehoefte kunnen voorzien. Hetgaat om een hoeveelheid elektriciteitvan 3600 kilowattuur perr jaar.r Als hetbevalt dan willen we er meerr plaat-rsen, hoewel dat niet eenvoudig zal zijnvanwege alle vergunningen die jedaarvoor nodigr hebt. De investeringverdienen we snel terug, omdat wehiermee in aanmerking komen voorde Energie-investeringsaftrek van44% van SenterNovem. Via deze rege-ling hebben we ook aftrek voor derLED-verlichting en warmtepompen.Alles bij elkaar dragenr we met onzedrukkerij een stukje bij aan een scho-nere wereld’, aldus Damen. p

Eric Damen:c ‘LED-tl-buizen zijn tegenwoordig ook explosieveiligk te krijgen’

48 Chemie magazine februari 2009

Het woor

Page 49: Chemie magazine 2009 - februari

De nieuwe Z-serie olievrije schroefcompressoren

abs luutVoor een

olievrije productieolievrije productieDe eerste door deTÜV als ‘olievrij’ (ISO 8573-1 KLASSE 0) gecertificeerdefiluchtcompressorenAls uw industriële proces volledig olievrije perslucht vereist, bent u bij

Atlas Copco aan het juiste adres. De nieuwe compressorserie (Z-serie) van Atlas Copco geeftu de zekerheid van 100% olievrije perslucht.

Deze olievrije schroefcompressoren zijn de eerste op de markt die door de Duitse keurings-instantie TÜV ziV jn gecertificeerdfi als “klasse 0” conform ISO 8573-1. Bij de tests kon de TÜVgeen enkel spoor van olieverontreiniging ontdekken.

U wilt geen risico lopen met uw productie? Vertrouw dan op Atlas Copco’s olievrije lucht-compressoren. De nieuwe norm! Voor meer informatie kijkt u op www.classzero.com

Committed to your superior productivity.

www.atlascopco.nl

60 jaar in Nederland in de lucht

Atlas Copco Compressors NederlandMerwedeweg 7, 3336 LG ZwijndrechtPostbus 200, 3330 AE ZwijndrechtTeTT l (078) 6230 230 Fax (078) 6100 670

Page 50: Chemie magazine 2009 - februari
Page 51: Chemie magazine 2009 - februari

In juli vorig jaar wasr ik samen met mijn collega-ministers van Handel dicht-bij een akkoord in de onderhandelingen over der Doha-ronde van de wereld-handelsorganisatie WTO. Onder der vlag van de WTO maken 153 landenafspraken over hetr verbeteren van de internationale handelsmogelijkhe-den. Landen zijn gebonden aan die afspraken en kunnen daaraan worden

gehouden.

De bedoeling in juli was om een akkoord te sluiten voor landbouwr enw industrie-producten (o.a. tariefreducties en afbouw subsidies),w en daarmee zou eenbelangrijke stap zijn genomen richting een alomvattend Doha-akkoord dat ookdiensten, handelsfacilitatie en WTO-regels (subsidies, anti-dumping) behelst.

Het overleg mislukte helaas. Zo dichtbij, maar tochr zo ver weg.r Er wasr voornegentig procent van de onderwerpen overeenstemming binnen handbereik. Hetbelangrijkste struikelblok was de onenigheid tussen India en de VerenigdeStaten over der mogelijkheid voor ontwikkelingslandenr om hun landbouwsectorte mogen beschermen bij plotselinge stijging van de import. Tegelijkertijd sloegde kredietcrisis over naarr der reële economie, en was er spraker van een econo-mische crisis. Ook een oproep van de G20-landen in november vorigr jaar omr hetWTO-overleg voor hetr eind van het jaar verderr ter brengen, leidde helaas niet toteen akkoord. Daarnaast sprak de G20 af om geen nieuwe handelsbarrières in tevoeren. De week na de top waren er alr G20-landen die dit naast zich neer blekenrte leggen.

Voor der Nederlandse economie zou nieuw WTO-succesw een belangrijke stimu-lans zijn. We zijn een handelsland. We drijven op export. In 2007 groeide deNederlandse economie nog met 3,5 procent, de helft daarvan op conto van deexport. Het CPB becijferde dat één procent daling van de export, leidt tot 0,3procent economische krimp. Internationale handel met duidelijk spelregels isdus voor onsr land van groot belang. Recente berekening van de EuropeseCommissie van de waarde van de huidige WTO-onderhandelingen is dat dezeeen wereldwijde jaarlijkse welvaartswinst opleveren van ongeveer 160r miljarddollar. Tevens zou het vastleggen van de tarieven de mogelijkheid uitsluiten datdeze verhoogd kunnen worden. Dat maakt een succes in de WTO-ronde in dezetijd van economische crisis misschien wel belangrijker danr ooit.

Dat geldt zeker omdatr we de laatste tijd zien dat landen steeds vaker kiezenrvoor maatregelenr die iets protectionistisch hebben. Het bekendste voorbeeldis de discussie over ‘Buyr American’y in het stimuleringspakket van de nieuweAmerikaanse regering. Hierover heeftr men uiteindelijk gezegd dat ervoorwordt gezorgd dat deze bepaling niet in strijd zal zijn met hun internationaleverplichtingen, zoals de WTO-afspraken.

Een akkoord in de WTO-onderhandelingen zou een belangrijk positief signaalzijn. Het is een stap die protectionistische neigingen kan ombuigen in vertrou-wen. Ik streef ernaar –r en met mij vele landen - om het komende jaar eenr vol-ledig akkoord te sluiten.

Een succes in de WTO ondersteunt de wereldhandel die in de huidige economi-sche crisis een stevige terugval laat zien. Voor Nederlandr is een nieuw han-wdelsakkoord daarom van groot belang. Ons land drijft op export en we hebbeneen krachtig bedrijfsleven dat zich internationaal uitstekend kan meten metconcurrenten in het buitenland. Protectionisme is niet in ons belang.

Tot slot, een akkoord van de ronde betekent versterking van de WTO als orga-nisatie en van het internationale handelsstelsel. Tevens maakt dat de weg vrijvoor agenderingr van de uitdagingen van deze eeuw zoalsw klimaatbeleid. p

WTO-succes belangrijktijdens economische crisis

Frank Heemskerk is staatssecretaris vanEconomische Zaken

Staatssecretaris HeemskerkColumn

februari 2009 Chemie magazine 51

Page 52: Chemie magazine 2009 - februari

otterdam, Singapore enSydney. Expat Leo Brons (38)is alweer vijfr jaar wegr uitNederland. Hij woont enwerkt altijd in havensteden,dicht bij de terminals vanwerkgever Vopak.r De

wereldmarktleider opr het gebied vanopslag van olie en chemicaliën slaatproducten op in de grote ronde wittetanks die elk havengebied markeren.Vopak in Australië is de schakel tus-sen import van producten via schepenen de distributie naar der eindklant. Najaren gewerkt te hebben in deRotterdamse haven vertrok Bronsmet zijn vrouw naarw hetr welvarendeSingapore. Vanuit het kleinste landvan Zuidoost-Azië bereidde hij daar derbouw voorw vanr een nieuwe Vopak-terminal in Indonesië. Na drie jaarkwam er eenr aanbod voor Australiëren het gezin Brons (inmiddels metzoontje) verhuisde naar Sydney.r Degedreven Nederlander bekleedtr daar

een dubbele functie: hij is commerci-eel manager énr business developmentmanager. Zo combineert Brons hetlange- met het kortetermijnsucces endie afwisseling is welkom. ‘In Singa-pore hield ik me drie jaar langr bezigmet een enorme deal: het bouwen vaneen terminal in Jakarta. Hoe prachtigen leerzaam dat gehele proces ookwas, ik miste de momenten van suc-ces waar jer lekker opr kunt teren. Nu ikook verantwoordelijk ben voor allercontracten op de terminal geniet ikopnieuw vanw de regelmatige kick vankleine successen. De ene baan is vandag-tot-dag, de andere is vooral stra-tegisch. Die combinatie is leuk eninteressant.’

Een frisse duikHet is alweer langr geleden dat Bronseen koude Kerst vierde. Eind vorig jaarkocht hij nog een kerstboom. In kortebroek, op slippers. Over eenr verhui-zing naar Sydneyr hoefdeny de Vopak-

manager enr zijn vrouw nietw na te den-ken. ‘Australië is waanzinnig. Het ishier or zo mooi en de mensen zijnvriendelijk, maar bovenal:r relaxt.’Toch doet het zalige weer nietsr af aanhet arbeidsethos van de Australiër.‘Hier wordtr erg hard gewerkt’, verteltBrons. ‘Harder danr in Singapore endat had ik niet verwacht.’ Maar isr heter ookr lekker werken?r Is het leven erwerkelijk aangenaam, zoals iedereendie het land ooit bezocht altijdbeweert? Brons: ‘Absoluut. De balanstussen werk en leven is hier goedr endat streeft elke Australiër bewustr na.Het leven in Sydney draaity om hetstrand. Veel uitjes (menig bedrijfsuitjetrouwens ook) vinden plaats in en omde strakblauwe zee. Een standaardwerkdag duurt van acht tot zes, maarvoor dier tijd zie je al veel surfers ophet water. Wakker wordenr met eenfrisse duik, dan even douchen enhoppa, naar hetr werk. Doet managerBrons dat ook? ‘Ik ook ja. Maar helaasr

Om snell ini te burgerenbbb kun je maar beter verstand vansport hebben.bben. Daarbij koop je een barbecue, eenn paar slippers een eene surfbroek. Ook zakelijk gezienen ken ke je desportklassieken en stel je je in op de uitdrukkingdrukking She’ll beallright. Dat laatste vindt Leo Brons, commercieelommerccc managerbij opslagbedrijf Vopak, best lastig. ‘Australiërsltrrtt kunnen ookté relaxt zijn.’ Irene Herbers

R

Vopak-manager Leo r Brons overinternationaal endoen:zaken

‘ Zeg niet te veel,laat anderen praten’

52 Chemie magazine februari 2009

VNCI

Page 53: Chemie magazine 2009 - februari

niet zo vaak als ik zou willen. Het iszá-lig om de dag zo te beginnen, maarik heb twee kleine kinderen die ik ookerg graag zie.’

Stoppen voor roodHoe kan het ook anders. Dat het kolo-niale Australië ooit met Engelse kolo-nisten en immigranten volstroomde,zie je terug in de cultuur. Net alsEngeland is Australië vrij bureaucra-tisch. In elk geval zijn er meerr proce-rdures en regels dan in Nederland enze worden nog opgevolgd ook. Eentyperend voorbeeld van het verschildaarin tussen Nederlanders enAustraliërs vindt Brons het rode stop-licht. Staat dat op rood, dan blijft menin Australië – en in de meeste landentrouwens – geduldig wachten. Zij diewel oversteken bij rood zijn negen vande tien keer Nederlandser toeristen.‘Daar kunr je de klok op gelijk zetten’,grinnikt Brons en hij vertelt:‘Nederlanders beschouwen het rode

stoplicht als een richtlijn. Je zou kun-nen stoppen, maar isr er geenr verkeerdan kun je best oversteken.Australiërs zullen dat nooit doen, enook in het bedrijfsleven valt het me opdat iedereen zich strak aan de veleregels en procedures houdt. De matevan bureaucratie verschilt overigenswel per staat.r In sommige staten in delege outback gaat het er meerr bureau-rcratisch aan toe dan in het dichterbe-volkte New Southw Wales.’ De hogemate van bureaucratie is Australiërswel bekend. ‘De Engelsen hebben debureaucratie ingevoerd, wij hebbenhet verperfectionaliseerd’, zo grappenze soms ter excuus.r Maar vanr deEngelse klassenmaatschappij ont-

‘Onze directheid is shockerendvoor de meeste andere culturen’

breekt in Australië elk spoor. ‘Geluk-kig maar’, zegt Brons. ‘Een directeurkan hier heelr goede maatjes zijn meteen loodgieter. Misschien zijn de ont-spannen levenshouding en het strand-leven daar debetr aan. In je zwemklof-fie aan het strand valt wie je bent, snelweg’.

Recht voor je raapHoe vlieg je Down Under eenr deal aan?Anders dan in Nederland? Brons:‘Niet zozeer anders,r want we delendezelfde westerse cultuur. Daarbijwerk ik in een internationaal speel-veld. Mijn business is internationaal,mijn klanten ook. Vanwege het vlam-bare karakter vanr de producten die we

Vopak-manager Leor Brons voor der terminal in Australië: ‘Hier wordtr hardt gewerkt’d

februari 2009 Chemie magazine 53

Chemici in het buitenland

Page 54: Chemie magazine 2009 - februari

opslaan staat veiligheid in elke discus-sie bovenaan. Voor Vopakr zijn de pro-cedures wereldwijd uniform en dat isook wat de klant van ons verwacht.’Australiërs en Nederlanders zijn openen eerlijke mensen. En omdat wedezelfde humor delen,r is er sprakervan een band tussen de twee. Hetgrote verschil is de relaxte houdingvan de Australiërs en de Nederlandsedirectheid. Expats, ben je bewust vandat laatste, want het Hollandse rechtvoor jer raap valt in veel culturen ver-keerd. Zelfs in het ongedwongenAustralië maakt een al te directemanager weinigr vrienden. VolgensBrons zijn de Nederlandse directheiden luidruchtigheid extreem. ‘InNederland werkte ik in de haven vanRotterdam; ik denk niet dat je hetelders directer kuntr hebben. Toen ik inSingapore werkte, moest ik daaromecht schakelen. Onze directheid isshockerend voor der meeste andereculturen. Er zijnr zoveel manieren omiets te zeggen, maar veelr Nederlan-ders beheersen dat niet. Tact en diplo-matie zijn ons niet eigen. Maar datr hetbeter isr om je gematigd uit te drukken,dat heb ik bij het internationale Vopaksnel geleerd.’

Zwijgen is goudWerken en leven in een andere cultuurhoudt al te directe Nederlanders intoom. Wat Brons ook is opgevallenqua sales is dat Nederlanders vrijdicht op de bal spelen. ‘Wij hebben onsdoel goed voor ogen,r we zijn scherp enalert en reageren proactief.’ Dat geldttrouwens ook voor Chinezen.r Bronsbewondert hun scherpte en waar-schuwt dat je Aziaten niet moet onder-schatten. ‘De zwijgzaamheid vanandere culturen is onze valkuil. Wijvinden het raar alsr iemand stil is of

weinig zegt tijdens een vergadering.Aziaten vinden het echter vreemdr datwij continu praten en amper stoppenrom de ander aanr het woord te laten.Die stilte van Aziaten moeten we nietinterpreteren als “weinig inbreng”.Dat is een misvatting, zo vindt Brons.‘De persoon waar jer in Azië mee dealt,is vaak bijzonder scherp.r Al houdtiemand zich kalm, hij weet dondersgoed waar hijr mee bezig is, dat moet jeniet onderschatten.’ Sinds Zuidoost-Azië en Australië is het salesmottovan de levenslustige Brons veranderd.‘Zeg niet te veel, laat anderen maarpraten’, zo raadt hij iedereen aan.‘Iemand die anderen aan het woordlaat, komt meer ter weten dan iemanddie veel ouwehoert. Zwijgen is dusgoud. En stiltes zijn niet oncomforta-bel. Als je daarmee leert omgaan, kunje ze op het perfecte tijdstip laten val-len.’

‘She’ll be allright’Op zoek naar frappanter verschillentussen Nederlanders en Australiërsvalt op dat we best op elkaar lijken.rDankzij de westerse cultuur zijnr dezakelijke verschillen maar mondjes-rmaat en Nederlandse emigrantenhoeven in Australië geen cultuurshockte verwachten. Twee zaken typerenhet woon- en werkklimaat. Zo is hethandig – tenminste, als je van planbent om snel te integreren – dat jejezelf verdiept in sporten als: cricket,rugby eny Australian football. Uit elkgesprek, zowel zakelijk als privé, blijkthoe sportief de Australiërs zijn. De

liefde voor sportr is groot en dat betreftook de ongedwongen relaxte levens-stijl. Dat laatste hoor jer terug uit zin-netjes als ‘She’ll be allright’ en ‘noworries’. Brons houdt ervan, maarniet in een zakelijke context. Want jekunt ook té relaxt zijn. Door err altijdrmaar vanr uit te gaan dat het wel goedkomt, loopt het bedrijfsleven somsvast. Brons daarover: ‘Op vragen als:‘Halen we onze planning?’ of: ‘Is hetonderhoud aan de terminal op tijdklaar?’ krijg ik steevast het antwoord:‘She’ll be allright’. Vrij vertaald bete-kent dat: ‘Het komt wel goed’, ‘Datloopt wel los’. Maar hoer onbezorgd enrelaxt dat ook is, het is niet realistisch.Menig Australiër denktr door hetr stel-lige geloof in de goede uitkomst nietna over der volgende stap. ‘Wat als hetmisgaat? Wat kunnen we dan doen?’Nu is het niet zo dat ze hier alsr een kipzonder kopr van A naarA Br lopen, maarin Nederland denken we verder voor-ruit. Het is naïef om te denken dat hetaltijd goed gaat. Dat is niet zo en dat isook zo gebleken. Het besef dat hetloont om situaties door ter denken eneen back-up plan te hebben, dringt opde terminal langzaam door. Maar derlaidback-houding zit er bijr Australiërsingebakken. Als ik er nietr op hamer,dan gebeurt het niet.’ p

‘De zwijgzaamheid vanandere culturen is onze valkuil’

Vopak ink Sydney isy de schakel tussen import vant producten via schepen en de distributie naar der eindklant.

54 Chemie magazine februari 2009

VNCI

Page 55: Chemie magazine 2009 - februari

EnviroChemie uit Haarlem presenteert van 17 t/m 19 maart opde Aqua Nederland Beurs in Gorinchem de aerobe biolo-gische afvalwaterzuivering-installatie. Deze nieuwegestandaardiseerde Split-O-Mat® BSB 25/50 is spe-ciaal bedoeld om de vuillast, van al met een Split-O-Mat®

SOM of Lugan installatie voorgezuiverd afvalwater, verder terverlagen. Bovenin de bioreactor zijnr vullichamen ingebouwd dtioneren als een vastbed. De aan het vastbed gebonden bacteren een hoge CZV-afbraak (CZV isV Chemisch Zuurstof Verbruivastbed is een bezinkeenheid geïntegreerd waar hetr bioslib vawordt gescheiden. De installatie kan worden geleverd in tweeMeer informatie: [email protected]

Van Wijk & Boerma Pompen is de vertegenwoordiger vanrverdringerpompen van MOUVEX-Blackmer inr Nederland.Het pakket bestaat uit oscillerende zuigerpompen en schot-tenpompen. In tegenstelling tot andere soorten verdringer-pompen roteert de pompas van de MOUVEX-Blackmer zui-rgerpomp niet. De excentrisch bewegende schijf veroorzaaktslechts minimale interne beweging wat resulteert in eenzeer rustiger low-shear stromingr en een laag energiever-bruik. De uitvoeringen zijn gegarandeerd 100% lekvrij.De schottenpompen van MOUVEX-Blackmer nemenr inspecifieke markten als de transportmiddelenmarkt en devloeibaargasmarkt, een vooraanstaande positie in. Hetgrote voordeel van de het werkingsprincipe van dezeschottenpomp is de zelfstellende werking van de schotten.Meer informatie: www.wijkboerma.nl

Onlangs heeft AkzoNobel eenwereldwijd contract gesloten metYale voor der levering en het onder-houd van nieuwe magazijn- en vork-heftrucks wereldwijd. Wynmalen uitVlaardingen is als importeur vanrYale in Nederland hiervoor der part-

ner vanr alle Nederlandse Akzo-vestigingen. AkzoNobel Salt B.V. inHengelo heeft als eerste in Neder-land een kleine 30 nieuwe Yalemachines in ontvangst genomen.Meer informatie:www.wynmalen.nl

De thermografiecamera VisIR 640 isgeschikt voor industrieelr preventiefonderhoud. In een robuuste behuizing,met een in richting verstelbare optieken een helder LCD-displayr kunnenyonder aller omgevingsomstandighedenheldere en scherpe thermografischeen kleurenbeelden worden gemaakt.Naast de hogeresolutie-infraroodde-tector isr een 1,3 MP kleurencameraingebouwd met geïntegreerde LED-verlichting en flitslicht. Met de hoge

resolutie van 640 x 480 pixels kunnenvier keerr scherperer beelden wordengemaakt dan met een camera meteen resolutie van 320 x 240 pixels, enzestien keer scherperr danr met eencamera van 160 x 120 pixels.Met de software ‘condition red’,beschikt men over eenr database metautomatische beeldopslag, beeldana-lyse, routeplanning en de mogelijk-heid om rapporten te genereren.MeerMeerr informatie:informatie: www.merabenelux.nlwww.merabenelux.nl

Biologischeafvalwaterzuivering

Verdringerpomp

Contract magazijn-en vorkheftrucks

Nieuwe thermografiecamera

februari 2009 Chemie magazine 55

Page 56: Chemie magazine 2009 - februari
Page 57: Chemie magazine 2009 - februari

Chemie miste zichtbareoverheidssteun in ETS-dossier

VNCI-directeur blikt met zorg vooruit naar 2009

Driekwart van het afgelopenjaar was redelijk goed voor de

chemische industrie. Daardoor,en door de hoge

grondstofprijzen in dezomermaanden, noteerde de

branche over geheel 2008 nogeen omzetstijging van twee

procent. De vraaguitval in hetvierde kwartaal was echter

dramatisch. ‘Als we kijken naarhet volume van de productie,

dan was 2008 al belangrijkminder. Ik hoop dat we in het

eerste kwartaal van 2009 in elkgeval zicht krijgen op het niveau

waarop de productie zich gaatstabiliseren’, zegt VNCI-

directeur Colette Alma. ‘Vanafdat niveau kunnen we dan weer

eens voorzichtig gaan denkenaan enige groei.’ Een terugblik

op een bewogen jaar en eenvooruitblik op een zorgwekkend

2009. Jos de Gruiter

spannend jaar voorr der chemie’.Dat was de kop boven een artikel inChemie magazine van februari vorigjaar. Samen met VNCI-directeurColette Alma keken we terug naar2007 en vooruit naar hetr nieuwe jaar.Dat dus ‘spannend’ zou worden.En dat terwijl we toen nog niets wistenvan de ontwikkeling van olie- en degrondstofprijzen, of van een fenomeendat later datr jaar bekendr zou wordenals de ‘kredietcrisis’. Op dat moment

werd nog vooral met zorg uitgekekennaar der preregistratie van stoffen inhet kader vanr REACH en naar der uit-werking van het klimaatplan van deEuropese Commissie dat toen net wasgepresenteerd, en dat de industriemet een kostbaar veilingsysteemrwilde opzadelen.Inmiddels gaat het, na een lang jaarvan argumenteren in Brussel en DenHaag, met het veilingsysteem degoede kant op. Hoewel: ‘De beslissing

‘Ik hoopk dat wet in de eerste helft vant 2009 in9 elk gevalk zicht krijgent op het niveaut waarop de productiezich gaat stabiliseren’t

februari 2009 Chemie magazine 57

VNCI

Page 58: Chemie magazine 2009 - februari
Page 59: Chemie magazine 2009 - februari

die er nur ligt doet recht aan onze zorgdat de concurrentiepositie van de che-mische industrie in Europa verzekerdmoet worden, maar wer zijn er nogrlang niet’, waarschuwt de VNCI-direc-teur nu.r ‘Er isr ruimte gecreëerd omeen goede uitkomst te krijgen, maardie moet in 2009 nog zijn vorm krij-gen.’Het eenzijdig veilen van emissierech-ten zou de Europese industrie op ach-terstand hebben gezet ten opzichtevan de concurrentie in Amerika enAzië, continenten waar chemiebedrij-rven niet met een lastenverzwaring inde vorm van dure emissierechten temaken zouden krijgen. Verzet van denieuwe EU-lidstaten in het oosten envan het machtige Duitsland heeft dieplannen vooralsnog in de ijskast doenbelanden. Daarnaast was het een vande zeer weiniger positieve bijwerkingenvan de economische crisis dat deEuropese Commissie inzag, dat eenextra lastenverzwaring voor der Euro-

pese industrie juist op dit moment ergonverstandig was.

CurieusCurieus was het daarbij dat de Neder-landse overheid de belangen van dechemische industrie niet zichtbaarverdedigde, stelt Colette Alma vast.‘Terwijl ze wel steeds aangaf dat zezich inspande voor hetr in stand hou-den van een gelijk speelveld in dewereld, hebben we niet kunnen con-stateren dat ze dat in haar opstellingrin het ETS-dossier totr uiting bracht.Dat was teleurstellend.’

Was de Nederlandse opstelling te begrij-pen?Alma: ‘Naar mijnr mening heeft Neder-land een politiek spel gespeeld: hetheeft zich ingespannen om als kleinland zijn politieke waarde waar termaken. Daarmee is het belang van het

bedrijfsleven op de achtergrondgeraakt. Die keuze kan ik billijkenvanuit de politiek van het kleine land,maar hetr heeft het vertrouwen van hetbedrijfsleven in de manier waaropr deoverheid tegenover der bedrijfstakstaat geen goed gedaan. Onze bedrij-ven weten niet meer ofr ze er welr opkunnen vertrouwen dat de overheidpal zal staan voor der industrie, als heterop aan komt. Op lange termijn is datniet goed. De VNCI wil er aanr werkendat vertrouwen te herstellen, want datis in de huidige crisis uiterst belang-rijk. Maar err moetr ook wel iets van deoverheid komen.’

Hoe?Alma: ‘Bijvoorbeeld door meerr derbelangen te behartigen van de Neder-landse en Europese chemische indu-strie in het vervolg van de discussierond het emissiehandelssysteem enin de convenanten die we nu met deoverheid aan het sluiten zijn. We horen

steeds dat ze voorstander isr van hetcreëren van een level playing field.Het is mooi om dat te horen, maar hetrgaat uiteindelijk om de daden.’

LiquiditeitsproblemenEen jaar geledenr speelde het onder-werp nog niet, maar nur ontkomen weer nietr aan: de gevolgen van de kre-dietcrisis voor der chemische industriein Nederland. Over hetr geheel gezienlijkt 2008 nog een acceptabel jaar, meteen omzetstijging van twee procent,maar der vraaguitval in het vierdekwartaal was dramatisch. Bovendienwas de omzetstijging voor eenr deel toete schrijven aan de hoge grondstof-prijzen. Alma: ‘Als we kijken naar hetrvolume van de productie, dan was2008 al belangrijk minder. Ik hoop datwe in de eerste helft van 2009 in elkgeval zicht krijgen op het niveauwaarop de productie zich gaat stabili-

seren. Vanaf dat niveau kunnen wedan weer eensr voorzichtig gaan den-ken aan enige groei.’

Er is vanuit diverse sectoren kritiek geuitaan het adres van het kabinet dat na deredding van de financiële sector te wei-nig en te laat is gereageerd op steunver-zoeken uit het bedrijfsleven. Zelfs devoorzitter van de SER heeft het kabinettot spoed gemaand. Wat kan de overheidvoor de chemie doen?Alma: ‘Voor chemischer bedrijven ishet belangrijk dat de bouw, de elek-tronica- en de automotive-sector weerrgaan draaien. Verder moetr het functi-oneren van de financiële sector her-rsteld worden, zodat gezonde bedrijvenweer kredietr kunnen krijgen. Ze moe-ten financiële armslag hebben om nietuiteindelijk door liquiditeitsproblemenrin moeilijkheden te raken, terwijl heteigenlijk gezonde bedrijven zijn. Allemaatregelen die kosten besparen, ofuitgaven uitstellen zijn dan welkom.

Een instrument als versnelde afschrij-ving is daarvoor geschikt.r En dan nietalleen voor nieuwer investeringen:investeringen in de chemie hebbeneen lange looptijd. Investeringen uit2007 komen in 2009 on stream. Datbetekent dat de versnelde afschrijvingook met terugwerkende kracht moetgelden. Een ander instrumentr waar-mee de overheid onze bedrijven kanhelpen is verliescompensatie, zodatde verliezen over 2009r verrekend kun-nen worden met eerdere jaren. Uitein-delijk gaat het om de liquiditeit. Hetzou zonde zijn als gezonde bedrijven inmoeilijkheden komen door liquidi-rteitsproblemen.’

In hoeverre heeft de chemische indu-strie gebruik kunnen maken van deregeling voor werktijdverkorting van hetkabinet?

‘De regeling brengt voor vol-r

‘Voor chemische bedrijven is het belangrijkdat de bouw, de elektronica- en de automotive-sector weer gaan draaien’

februari 2009 Chemie magazine 59

VNCI

Page 60: Chemie magazine 2009 - februari

09000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000999909000000000000000000009999999999999999909090909099999990000009000099090909090909090909090909099999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999event

28 MAY 2009 Amsterdam RAI

accelerate your career at

accelerate your career at

Are you a highly educated student or professional in Life Sciences, Chemistry, Food or Pharma?Are you planning the next small step or giant leap in your career? Then visit BCF Event.

BCF Event off ers you:An interactive career fair; meet future employers and colleagues!Company presentations; get to know the sector!Workshops on e.g. job application and networking; improve your skills!CV checks; learn to present yourself!Career coaching by professional career coaches!

•••••

Uw logo hier?

www.bcfevent.nl

FoodFoodntntventntveeentEventntvevevenvveeerEveeeerEvenerEvenvvrEvenEveEvEvreerEvreereeareearareerareerEvEvCaCaCaCaCCaCaCCaC rEveareerCareerEvent

ChemistryChemistryeeeearearereeararareeCaCaCaCareeCareerEvent

www.bcfevent.nl

BCFeventBCFevent

DUTCH SEPARATION TECHNOLOGY INSTITUTE

BCFjobs

Host

Main BCF

Co-Sponsor

Exhibitors,

Page 61: Chemie magazine 2009 - februari

continue bedrijven wat problemen metzich mee, maar err isr mee te werken.Een flink aantal bedrijven heeft werk-tijdverkorting aangevraagd en toege-wezen gekregen. Maar err zijnr bijvoor-beeld problemen metploegendiensten, waarmee de rege-ling geen rekening houdt. MinisterDonner heeftr werktijdverkorting neer-gezet om het kortetermijnschokeffectop te vangen. Veel bedrijven voelen deeffecten pas in een iets later stadiumren daar isr de regeling niet op toege-rust. Ik denk dat een werktijdverkor-tingsregeling zo lang van toepassingmoet zijn dat bedrijven er eenr beroepop kunnen doen tot het moment dat zezicht hebben op waar der ontwikkelin-gen naar toer gaan. Het is van hetgrootste belang dat bedrijven zo veelmogelijk hun werknemers kunnenbehouden. Ontslagen kunnen in indivi-duele gevallen onvermijdelijk zijn alsde vraag structureel minder wordt,rmaar wer weten zeker datr we mensenin de bètasector opr termijn hard nodighebben. Dus moeten we maximaalgebruikmaken van uitwisseling vanmedewerkers, werktijdverkorting enbijscholing waardoor mensenr voor dersector behoudenr blijven.’

Er is een gesprek geweest tussen eendelegatie uit de chemische industrie enminister Donner. Heeft de chemie bijhem begrip ontmoet?Alma: ‘Hij heeft zeker goedr naar onsrgeluisterd. Een van de gevolgen is datde regeling voor werktijdverkortingr isverlengd tot 1 maart. Maar vanzelf-rsprekend is dat niet voldoende: ik hebniet de indruk dat de chemie op 1maart in de volle breedte weet hoe dezaken zich verder zullenr ontwikkelen.De onzekerheid is nog erg groot.’

Wat gaat dit alles betekenen voor deVNCI in 2009?‘Primair moetenr we ons uiteraardrichten op het verlenen van steun aanonze bedrijven, zodat ze de crisisdoorkomen en zo mogelijk er beterruitkomen dan ze er ínr gingen. Dat isbelangrijk, want alle ontwikkelingengaan door enr zaken als de opkomstvan nieuwe economieën, en het kli-maat- en het vergrijzingsprobleemblijven bestaan. Dat betekent dat we

hard moeten werken aan de dossiersrond de CO2-reductie, REACH – waarde registratiefase begint – het vesti-gingsklimaat, innovatie en de beschik-baarheid van gekwalificeerde mede-werkers. En dus aan het blijvenuitdragen van de chemie als een inte-ressante en winstgevende sector. Enniet te vergeten: de infrastructuur.Naast alle activiteiten rond kredietcri-sis en emissiehandel is in 2008 eenbelangrijke stap voorwaarts gezet opweg naar hetr Basisnet. Er isr een briefnaar der Kamer gestuurdr over der uit-gangspunten voor hetr vervoer vanrgevaarlijke stoffen over der weg en hetwater. De voornemens daaruit moetennog wel worden waargemaakt, maar

er isr wel een basis gelegd waardoor errzicht op is dat het vervoer vanr gevaar-lijke stoffen in de toekomst verzekerdkan zijn.’

Bedrijven die aan kostenreductie moe-ten doen willen nog wel eens snijden inlidmaatschappen. Loopt de VNCI op datvlak gevaar?‘We moeten daar uiteraardr alert opzijn en de financiële belasting beper-ken. Onder hetr motto “alle beetjeshelpen” hebben we besloten de bij-drage voor der imagocampagne op teschuiven en de contributie in termij-nen te innen. En waar bedrijvenr moe-ten bezuinigen, moeten wij ook debroekriem aanhalen. Maar wer moetennatuurlijk wel de belangrijke onder-werpen blijven doen.’‘Bovendien willen we in 2009 extraaandacht schenken aan de middel-grote bedrijven uit onze ledenkring.Een groot deel van de innovatie vindtdaar plaats,r dus het is belangrijk datdie bedrijven kunnen floreren. Wemoeten enerzijds de geluiden uit diebedrijven kunnen horen en ze ander-zijds op een voor henr geschiktemanier ondersteunen.’r

Responsible Care‘Een andere belangrijke ontwikkelinguit 2009 is dat Responsible Care zijnverificatietraject ingaat. De gegevensover 2009r moeten verifieerbaar zijn.rBedrijven uit de chemische industriehebben de zaken op het gebied vanveiligheid, gezondheid en milieu goedvoor elkaar,r maar Responsibler Care iseen belangrijk programma, omdat hetvan de industrie als geheel een stan-daard van opereren vraagt waaruit degemeenschappelijke waarde blijkt.Om daaraan invulling te geven, en hetaan de buitenwereld duidelijk eninzichtelijk te maken, wordt er nur eenverificatietraject aan gekoppeld. Detoegenomen transparantie is een van

de belangrijke kenmerken van hetGlobal Charter waarmeer ResponsibleCare vernieuwd is. Het is zaak dat dekwaliteit van opereren behouden blijft.Dat is voor onzer leden een basisvoor-waarde.’

Kortom: weer een enerverend jaar?Alma: ‘In elk geval zal de financiëlewereld worden gesaneerd. Dat zalleiden tot een hogere risicopremie.Dus risicovolle ondernemingen zullenminder makkelijkr krediet krijgen. Oplangere termijn moeten ook high risk-ontwikkelingen gefinancierd kunnenworden, zoals innovatie. Dan moet deoverheid misschien een rol spelenmet garantstellingen. Maar inr eersteinstantie moeten ten minste de min-der risicovoller activiteiten gefinan-cierd kunnen worden. Dan kan debranche weer ademen.r En waar werdan uitkomen? Ik ben er vanr overtuigddat we zullen stabiliseren op een lagerniveau dan dat van 2007/2008. Maarals we in staat zijn om een goede uit-gangspositie te creëren voor her-rnieuwde groei, dan ben ik tevreden.’ p

‘Primair moeten we ons uiteraard richtenop het verlenen van steun aan onzebedrijven, zodat ze de crisis doorkomen’

februari 2009 Chemie magazine 61

VNCI

Page 62: Chemie magazine 2009 - februari

Redactie:Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur)e-mail: [email protected] de Gruitere-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150 2491 AK Den Haag,tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie:Orbitaal Speeches & Publications

Vaste medewerkers:Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van deGraaf, drs. Ingeborg van Honschooten,ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes,ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg,dr. Annemarie Vroom ten WoldeVormgeving:Basisvormgeving, art-direction enopmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels,Joachim Mahn en Julian Huiswoud

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17, 2551 KSDen Haag, tel. 070-323 40 70Fax 070-323 71 96e-mail: [email protected] vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:ALFA BASE publicatie processors B.V.Alphen aan den Rijn

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleenschriftelijk opgeven bij: Judith van derLugt via e-mail: [email protected] alle VNCI-leden, alsmede ledenvan aangesloten lidverenigingen, isChemie magazine gratis.Abonnementen eindigen per eindfebruari. Als niet vóór 1 februari wordtopgezegd, loopt het abonnement nogeen jaar door.Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België100 euro in de overige landenChemie magazine verschijnt 11 x perjaar op woensdagOvername van artikelen en/of foto’s uitChemie magazine is alleen toegestaanna voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de redactie. In de meestegevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover:Internet: www.vnci.nlISSN: 1572-2996

4 maartWerkgroep Veiligheid,Maasvlakte (LyondellBasell)

6 maartBeleidsgroep Energie enKlimaat, Den Haag (VNCI)

10 maartWerkgroep Milieuzorg,Den Haag (VNCI)

13 maartBeleidsgroep Communicatie,Den Haag (VNCI)

18 maartWerkgroep Responsible CareGlobal Charter, Den Haag (VNCI)

15 maartBestuurs Advies Commissie,bedrijfsbezoek extern

15 aprilDagelijks Bestuur/AlgemeenBestuur, Den Haag (VNCI)

VNCI Agenda

Enkele decennia terug is de che-mische industrie in Nederlandovergestapt van kolen, naar olieren aardgas als grondstoffen. De(gedeeltelijke) overstap naargroene grondstoffen is zeker zoruitdagend. Al was het maaromdat de regering wil dat bio-massa in 2030 goed is voor 30rprocent van de grondstof- enenergiebehoefte in ons land.De VNCI wil graag samen methaar ledenr kennis uitwisselen endiscussiëren over der uitdagingenen kansen van een bio-basedeconomy. Wat voor biomassarhebben we nodig en waar halenrwe die vandaan? Conflicteert hetgebruik van groene grondstoffenmet de voedselvoorziening in dewereld? Hoe renderend zijn deinvesteringen? Welke rol speelt

de overheid? Kan, of moet er juistrgewerkt worden aan een bio-based economy iny de huidigeeconomische omstandigheden?

Responsible Care-prijsOok reikt de VNCI op de jaarver-gadering de jaarlijkseResponsible Care-prijs uit aaneen bedrijf dat een vernieuwendproject op het gebied van veilig-heid, gezondheid, milieu, duur-zaamheid, ketenbeheer enr com-municatie heeft opgezet.Aanmelden voor dezer prijs kanoverigens nog tot 1 april bijGwendola Piek, tel. 070-3378736, e-mail: [email protected] biedtr de jaarvergaderingruimte aan ervaringen van jongeentrepreneurs op het onderne-merspad. Zo vertelt de oprichter

van Peer +,r Casper vanr Oosten,over zijnr ervaringen bij het opzet-ten van het bedrijf. Peer +r maaktde schakelbare ruit SmartEnergy Glas,y dat in staat is naarwens het licht te dimmen entegelijkertijd het ongebruiktelicht om te zetten in elektriciteit.Het raam kan schakelen tussendrie standen: een donkere, eenondoorzichtige en een helderestand. De opgewekte energievloeit eenvoudig naar hetr elektri-citeitsnet zodat deze direct kanworden gebruikt of teruggele-verd aan het net. Ook directeurPeter vanr Dorpel van algenkwe-kerij Algaelink komt uitgebreidaan het woord. De bijeenkomstwordt afgesloten met een borrel.En uiteraard ontbreekt de traditi-onele haringkar niet…r p

Meer informatier en aanmelden:Cyrille Timmerman,tel. 070-3378715,e-mail: [email protected]

Aanmelden voor 18r meiDe VNCI-jaarvergadering op 4 juni in de Nieuwe Kerk in Den Haagstaat volledig in het teken van de bio-based economy. Verschillendeondernemers laten zien hoe zij in de praktijk invulling geven aan deoverschakeling van fossiele naar groene grondstoffen.

Bio-based economy centralethema op VNCI-jaarvergadering

VNCI Colofon

Page 63: Chemie magazine 2009 - februari
Page 64: Chemie magazine 2009 - februari