Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en...

23
Auditrapportage Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven betreffende het certificatiejaar 2015 / 2016 Vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen CKB © 21 december 2016 Stichting CKB

Transcript of Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en...

Auditrapportage

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur

en Buizenlegbedrijven

betreffende het certificatiejaar

2015 / 2016

Vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen CKB © 21 december 2016 Stichting CKB

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 2 van 23

INLEIDING Ten behoeve van de Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven worden jaarlijks de certificatieresultaten bijeengebracht en gerangschikt in de auditrapportage. Het doel van deze rapportage is om zowel de Certificaathouders als het Centraal College van Deskundigen CKB over het afgelopen jaar inzicht te verschaffen in de totale auditresultaten en in de verschillen en overeenkomsten in de resultaten van de individuele Certificatie-Instellingen die certificeren conform de CKB-regeling. De input voor de rapportage wordt aangeleverd door de Certificatie-Instellingen op basis van een daartoe vastgesteld format. Deze input wordt verwerkt en geanalyseerd in voorliggende auditrapportage. Het concept van deze rapportage is met de Certificatie-Instellingen besproken, waarna het eindconcept ter vaststelling is voorgelegd aan het Centraal College van Deskundigen. De opbouw van het rapport is zo gekozen dat allereerst de ontwikkelingen in de certificaten worden beschreven. Na het overzicht van geregistreerde klachten worden de Certificatie-Instellingen vergeleken met het aantal uitgevoerde audits en de daarbij geconstateerde afwijkingen en tekortkomingen. Bij de laatstgenoemde twee items wordt tevens aangegeven hoe deze verdeeld zijn over de verschillende onderdelen uit de CKB-regeling. In hoofdstuk 5 wordt gekeken of de constateringen uit de rapportage van het jaar daarvoor zijn opgelost en of er mogelijk nieuwe verbeterpunten zijn ontstaan. De opmerkingen in de rapportages worden per thema geanalyseerd. Van auditonderdelen die ‘rood’ kleuren worden structurele oorzaken van de tekortkomingen geïdentificeerd en wordt voor het betreffende auditonderdeel concreet aangegeven hoe certificaathouders hun score kunnen verbeteren. De oorzaken, auditspeerpunten en verbeterplannen worden via deze Auditrapportage aan Certificaathouders gecommuniceerd, teneinde continue verbetering te bewerkstelligen. Tot slot is in deze rapportage een verbeterimpuls opgenomen. Ten behoeve van het voortdurend streven naar verbetering van kwaliteit heeft het Centraal College van Deskundigen CKB sinds jaarrapportage 2008 verbeterpunten neergelegd. Deze punten betreffen de auditonderdelen uit de Regeling.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 3 van 23

Inhoudsopgave

Inleiding ....................................................................................................................................... 2

Samenvatting en conclusies .......................................................................................................... 4

1. Ontwikkeling aantal ckb-gecertificeerde bedrijven ................................................................. 7 1.1 Goedgekeurde en ingetrokken certificaten ............................................................................... 7 1.2 Ontwikkeling aantal CKB gecertificeerde bedrijven .................................................................. 7 1.3 Ontwikkelingen in het aantal scopes per certificaat ................................................................. 8 1.4 Ontwikkelingen per scope ....................................................................................................... 10 1.5 Ontwikkelingen per Certificatie-Instelling............................................................................... 10

2. Klachten .............................................................................................................................. 12 2.1 Algemeen ................................................................................................................................ 12 2.2 Overzicht 2015/2016 ............................................................................................................... 12

3. Aantal audits per gecertificeerd bedrijf ................................................................................ 13 3.1 Systeemaudits ......................................................................................................................... 13 3.2 Procesaudits ............................................................................................................................ 14

4. Geconstateerde fouten, afwijkingen en tekortkomingen ...................................................... 16 4.1 Definities ................................................................................................................................. 16 4.2 Overzicht kritische fouten ....................................................................................................... 16 4.3 Overzicht gerapporteerde afwijkingen 2015/2016 ................................................................. 17 4.4 Overzicht gerapporteerde tekortkomingen 2015/2016 .......................................................... 18

5. Verbeterpunten ................................................................................................................... 19 5.1 Evaluatie nieuwe rekenmethodiek .......................................................................................... 19 5.2 Resultaten nieuwe rekenmethodiek ....................................................................................... 20

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 4 van 23

SAMENVATTING EN CONCLUSIES Belangrijke ontwikkelingen Beperkte herziening CKB-Regeling (versie januari 2014) Ontwikkelingen in de markt en binnen de Stichting Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven (kortweg 'Stichting CKB') waren aanleiding om de Regeling in 2014 te actualiseren. Naar aanleiding daarvan zijn er in de Regeling versie 2009 in 2013 een aantal beperkte wijzigingen doorgevoerd, die hebben geleidt tot een nieuwe versie januari 2014. Met de wijzigingen is beoogd de leesbaarheid en toegankelijkheid van de Regeling te vergroten en het eenvoudiger te maken om snel wijzigende onderdelen - zoals het normenoverzicht en het Overzicht Toegelaten Opleidingen - afzonderlijk tussentijds te actualiseren, zodat de regeling zelf langer houdbaar wordt. De doorgevoerde wijzigingen betreffen vooral de structuur van de Regeling en slechts in beperkte mate de inhoud. Beperkte inhoudelijke wijzigingen zijn doorgevoerd op basis van reeds eerder door het Centraal College van Deskundigen van de Stichting CKB genomen besluiten. De herziene versie van de regeling is op 20 december 2013 vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen. Er gold een overgangsregeling tot 1 april 2015 waarin tevens de Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven versie oktober 2009 geldig was. Per 1 april 2015 is, bij besluit van het Centraal College van Deskundigen CKB, de Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven versie oktober 2009 niet meer geldig. De herziene versie van de CKB Regeling (versie januari 2014) is te downloaden via www.ckb.nl. De schriftelijke toelichting op de wijzigingen ten opzichte van de versie oktober 2009 (incl. wijzigingen d.d. 7 april 2011) is daar eveneens te downloaden. Samen voor een optimale keten - CKB in ontwikkeling

Sinds de oprichting van de Stichting CKB in 1998 heeft de markt zich in de afgelopen 18 jaar verder ontwikkeld:

• De opdrachtgever richt zich steeds meer op kerntaken; • De opkomst van de zzp’er; • Toenemende aandacht voor duurzaamheid en risicomanagement, naast kwaliteit, veiligheid,

milieuzorg en arbeidsomstandigheden. Daarnaast hebben de bedrijven het gewenste minimum kwaliteitsniveau dat met de CKB regeling wordt nagestreefd, inmiddels bereikt en is er behoefte om de lat hoger te leggen. Het bestuur van de Stichting CKB en het Centraal College van Deskundigen zijn in dat kader een verkenning gestart richting CKB 3.0. Er heeft ook een stakeholdersbijeenkomst plaatsgevonden. De aanwezige deelnemers herkenden zich in het geschetste ontwikkelingsbeeld. De missie, visie en strategische doelen van CKB zijn opnieuw vastgesteld en het traject CKB 3.0 is formeel door het bestuur in gang gezet. De missie, visie en strategische doelen zijn als volgt gedefinieerd: Missie: Het stimuleren, bevorderen en continu verbeteren van proces- en productieketens van infrastructuren voor energie, drinkwater en data op de aspecten ethiek, kwaliteit, veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu. Bijbehorend motto: 'Samen voor een optimale keten!' Visie: De markt waarin netbeheerders van infrastructuren van energie, drinkwater en data opereren, kenmerkt zich in toenemende mate door het streven naar ketenoptimalisatie. Dit uit zich in specialisatie en ketensamenwerking. Stichting CKB geeft richting aan deze ketenoptimalisatie en wil als maatstaf dienen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers in de proces- en productieketens van infrastructuren voor energie, drinkwater en data met als doel het stimuleren, bevorderen en continu verbeteren van de aspecten ethiek, kwaliteit, veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu. Stichting CKB biedt op elk moment haar deelnemers de 'best practices' voor optimalisatie van proces- en productieketens van infrastructuren voor energie, drinkwater en data gericht op het continu verbeteren van de aspecten ethiek, kwaliteit, veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 5 van 23

Strategische doelstellingen: 1. Het bieden van een ambitieus, actueel en schaalbaar referentiekader (of referentiemodel) voor

ketenoptimalisatie. Door een certificeringsstelsel te ontwikkelen, introduceren en onderhouden dat in de breedte en de diepte is doorontwikkeld, dat wil zeggen de hele matrix van voortbrengingsproces en beheer (het ketenmodel) omvat, en een modulaire structuur heeft, waarbij alle voorkomende betrokken organisaties / organisatievormen bediend kunnen worden, ongeacht hun omvang en specialisatie.

2. Het continueren van een stichting zonder winstoogmerk met een stabiel (des)kundig en representatief bestuur en college van deskundigen. Door stil te staan bij de manier waarop de Stichting CKB nu georganiseerd is (zoals werving en opvolging van leden van het bestuur, CCvD en andere gremia) en keuzes te maken of de 'directe' organisatie Stichting CKB zelf leert, of dat de focus meer ligt op het stimuleren en/of faciliteren van continu verbeteren bij de deelnemers in de keten.

3. Het inspireren van de deelnemers/leden van de Stichting CKB tot meer initiatief en interactie in het belangen– en krachtenveld tussen Stichting CKB, CI's, de markt en overige stakeholders. Door het enthousiasmeren van de deelnemers in de stichting om bij te dragen aan het professioneel uitdragen van de missie, visie en doelstellingen in de markt.

De komende jaren zal in lijn met CKB 3.0 een nieuwe Regeling worden uitgewerkt, die tegemoet komt aan de veranderende marktomstandigheden en Stichting CKB ook in de toekomst in de gelegenheid stelt haar certificaathouders de ‘best practices’ voor optimalisatie van proces- en productieketens van infrastructuren voor energie, drinkwater en data te bieden met het oog op het continu verbeteren van de aspecten ethiek, kwaliteit, veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu. Certificaten (hoofdstuk 1) Het aantal certificaten is in 2016 gedaald met 1,5% van 124 naar 122. Er werden 18 nieuwe certificaathouders geregistreerd, 16 certificaten werden op verzoek van het bedrijf zelf ingetrokken en 4 certificaten zijn wegens faillissement komen te vervallen. Het aantal certificaten met 2 scopes is flink gedaald (-12). Het aantal certificaten met 1 scope is gestegen (+3), evenals het aantal certificaten met 3 scopes (+7). Evenals vorig jaar vormen de certificaten met “Alle scopes” niet meer de grootste groep (36 stuks op 30 juni 2016). Ook dit jaar gaat die eer naar de certificaten met alleen “Kabels” (39 stuks). Het combinatiecertificaat “Kabelwerken en Buizenleggen” staat met 19 stuks op de derde plaats. Het gemiddeld aantal scopes per certificaat is dit jaar ongeveer gelijk gebleven. Dit betekent dat bedrijven sinds 2012 gemiddeld genomen minder scopes op 1 certificaat combineren (in 2016 gemiddeld 1,8) en zich dus wat minder breed georiënteerd in de markt presenteren. Net als voorgaande jaren is de scope “Kabelwerken” het grootst. Ruim 81% (99 van de 122) van de gecertificeerde bedrijven is voor deze scope gecertificeerd. De scope “Buizenleggen” volgt hier op met ruim 52% (64 van de 122). De scope “Sleufloze Technieken” staat op bijna 47% van alle certificaten (57 van 122). De verdeling van de scopes blijkt daarmee redelijk constant door de tijd heen. Certificatie-Instellingen Er zijn vijf Certificatie-Instellingen door de Stichting CKB toegelaten voor het afgeven van CKB-certificaten:

- Aboma Certificering B.V. (Aboma) - Bureau Veritas Inspection & Certification the Netherlands B.V. (BV I&C) - DNV GL Business Assurance B.V. (DNV GL) - Kiwa Nederland B.V. (Kiwa) - Lloyd’s Register Quality Assurance (LRQA)

Het aantal certificaten van Kiwa is in het afgelopen jaar gestegen van 64 naar 65 (+1). Kiwa blijft met 53% van het totaal aantal certificaten onbetwist marktleider. Aboma heeft in de afgelopen periode een lichte daling gekend en gaat van 26 naar 25 (-1). Het aantal certificaten van LRQA is eveneens licht gedaald van 8 naar 7 (-1). Het aantal certificaten van BV I&C is verder gedaald van 25 naar 22 certificaten (-3). Nieuwkomer DNV GL is van 1 naar 3 (+2) certificaten gegaan.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 6 van 23

Klachten (hoofdstuk 2) Er zijn in de afgelopen periode geen klachten ingediend over de regeling, certificaathouders en/of de Certificatie-Instellingen. Audits (hoofdstuk 3) In de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016 zijn alle geplande systeemaudits uitgevoerd. Alle CI’s, met uitzondering van DNV GL, hebben extra systeemaudits gehouden. Jaarlijks dient er per gecertificeerd bedrijf minimaal 1 systeemaudit te worden uitgevoerd. Dit is in de afgelopen periode gemiddeld genomen gehaald. Het aantal uitgevoerde systeemaudits lag iets lager dan in juni 2015 verwacht (122 ten opzichte van 133). Alle CI’s, met uitzondering van DNV GL, hebben in de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016 meer procesaudits uitgevoerd dan gepland. DNV GL heeft evenveel procesaudits uitgevoerd als gepland. Het gemiddeld aantal uitgevoerde procesaudits per gecertificeerd bedrijf is opnieuw licht gedaald van 5,52 naar 5,32 in verband met de terugloop van het aantal processen per certificaat. De planning voor volgend jaar ligt zowel voor de systeem- als voor de procesaudits in lijn met die van de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016. Kritische fouten, afwijkingen en tekortkomingen (hoofdstuk 4) In het afgelopen jaar is er één kritische fout geconstateerd. Het aantal certificaten is in de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016 met ruim 1,5% afgenomen van 124 naar 122. Het gemiddeld aantal geconstateerde afwijkingen is fors gestegen (+60%) ten opzichte van 2014/2015 (van 1,08 naar 1,73). Het totaal aantal tekortkomingen is in 2015/2016 gedaald van 100 naar 91. Het gemiddeld aantal tekortkomingen per gecertificeerd bedrijf is daarmee gedaald van 0,81 naar 0,75. Verbeterpunten (hoofdstuk 5) De nieuwe rekenmethodiek is inmiddels geëvalueerd. De methodiek lijkt goed te werken en de drempels lijken goed gekozen te zijn. Rode items

Er zijn zeven items geïdentificeerd die rood scoren en aandacht van de Certificaathouder behoeven. Auditoren zien op deze onderwerp komend jaar extra streng toe. Het betreft hierbij de volgende items: 1. Volledigheid/juistheid van de documenten (paragraaf 4.2 van de Regeling) 2. Administratieve en financiële eisen (paragraaf 5.7 van de Regeling) 3. Opleidingen/Persoonlijke certificaten (paragraaf 6.2 (Personeel) en hoofdstuk 9

(Vakbekwaamheid) van de Regeling, resp. de meest recente versies van Losse bijlage 3: Functie-eisen en het Overzicht toegelaten opleidingen, te downloaden op www.ckb.nl)

4. Arbo en milieu (paragraaf 6.4.2 van de Regeling) 5. Inkoop (paragraaf 7.4 van de Regeling) 6. Beheersing van productie/leveren van diensten (paragraaf 7.5.1 van de Regeling) 7. Beheersing van monitorings- en meetuitrusting (paragraaf 7.6 van de Regeling)

Voor meer informatie over deze aandachtspunten wordt verwezen naar paragraaf 5.2. Daarnaast zal de CI ook letten op de vier ‘oranje’ items: 8. Infrastructuur (paragraaf 6.3 van de Regeling) 9. Beheersing kwaliteitsregistraties (paragraaf 4.2.4 van de Regeling) 10. Monitoring en meting (paragraaf 8.2 van de Regeling (voorheen Bewaking en meting) 11. Verbetering (paragraaf 8.5 van de Regeling).

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 7 van 23

1. ONTWIKKELING AANTAL CKB-GECERTIFICEERDE BEDRIJVEN

1.1 Goedgekeurde en ingetrokken certificaten In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het aantal certificaten in de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016 weergegeven.

Sinds 1 juli 2015 zijn 18 nieuwe aanvragen goedgekeurd. 20 certificaten zijn ingetrokken, waarvan 16 op verzoek van het bedrijf zelf en 4 ten gevolge van faillissementen.

1.2 Ontwikkeling aantal CKB gecertificeerde bedrijven

Het totaal aantal certificaten is in het afgelopen jaar per saldo met 2 gedaald van 124 naar 122 per ultimo juni 2016.

Aantal certificaten

Aantal certificaten per 01.07.2015 124

Aantal goedgekeurde nieuwe aanvragen in 2015/2016 18

Aantal ingetrokken certificaten, waarvan -20

door faillissement 4

door niet tijdig omzetten -

op verzoek bedrijf 16

n.a.v. sancties CI -

overige reden -

Saldo groei/daling 2015/2016 -2

Aantal certificaten per 30.06.2016 122

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 8 van 23

1.3 Ontwikkelingen in het aantal scopes per certificaat Een bedrijf kan zich voor drie verschillende scopes (of een combinatie daarvan) laten certificeren:

- kabelwerken (K) - buizenleggen (B) en - sleufloze technieken (ST)

Per certificaat zijn daarmee de volgende combinaties van scopes te maken:

Combinatie van scopes op een certificaat

Afkorting Aantal scopes

Aantal 2015 (30/6)

Saldo mutaties

Aantal 2016 (30/6)

Kabelwerken K 1 38 1 39 Buizenleggen B 1 7 7 Sleufloze technieken S.T. 1 13 1 14 Kabelwerken+Buizenleggen K+B 2 28 -9 19 Kabelwerken+Sleufloze technieken

K+S.T. 2 7 -2 5

Buizenleggen+Sleufloze technieken

B+S.T. 2 3 -1 2

Alle scopes K+B+S.T. 3 28 8 36

Totaal 124 -2 122

In voorgaande tabel staan de aantallen certificaten met een bepaalde combinatie van een of meer scopes per 30-06-2015 en per 30-06-2016 vermeld, en het saldo van de mutaties. Voor het tweede jaar op rij sinds 2005 vormen de certificaten met “Alle scopes” niet meer de grootste groep (36 stuks op 30 juni 2016). Dit jaar gaat die eer naar de certificaten met alleen “Kabels” (39 stuks). Het combinatiecertificaat “Kabelwerken en Buizenleggen” staat met 19 stuks op de derde plaats.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 9 van 23

Onderstaande grafiek geeft weer hoeveel certificaten er met één, twee of drie scopes zijn uitgegeven in de periode 2007 t/m 30 juni 2016.

Het aantal certificaten met 1 scope is licht gestegen (+2). Het aantal certificaten met 2 scopes is gedaald (-12). Daarentegen is het aantal certificaten met 3 scopes is flink gestegen (+8).

Het gemiddeld aantal scopes per certificaat is dit jaar zo goed als gelijk gebleven.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 10 van 23

1.4 Ontwikkelingen per scope Het aantal certificaten waarin bijv. de scope “Kabelwerken” is opgenomen, kan worden getotaliseerd door K, K+B en K+S.T. certificaten op te tellen bij het aantal certificaten met alle scopes. Per scope is de ontwikkeling dan als volgt:

Net als voorgaande jaren is de scope “Kabelwerken” het grootst. Ruim 81% (99 van de 122) van de gecertificeerde bedrijven is voor deze scope gecertificeerd. De scope “Buizenleggen” volgt hier op met ruim 52% (64 van de 122). De scope “Sleufloze Technieken” staat op bijna 47% van alle certificaten (57 van 122). De verdeling van de scopes blijkt daarmee redelijk constant door de tijd heen.

1.5 Ontwikkelingen per Certificatie-Instelling In totaal zijn er vijf Certificatie-Instellingen door de Stichting CKB toegelaten voor het afgeven van CKB-certificaten:

- Aboma Certificering B.V. (Aboma) - Bureau Veritas Inspection & Certification the Netherlands B.V. (BV I&C) - DNV GL Business Assurance B.V. (DNV GL) - Kiwa Nederland B.V. (Kiwa) - Lloyd’s Register Quality Assurance (LRQA)

Onderstaand is de verdeling weergegeven van de uitgegeven certificaten over de CI’s gegeven sinds 2007:

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 11 van 23

Het aantal certificaten van Kiwa is in het afgelopen jaar gestegen van 64 naar 65 (+1). Kiwa blijft met 53% van het totaal aantal certificaten onbetwist marktleider. Aboma heeft in de afgelopen periode een lichte daling gekend en gaat van 26 naar 25 (-1). Het aantal certificaten van LRQA is eveneens licht gedaald van 8 naar 7 (-1). Het aantal certificaten van BV I&C is verder gedaald van 25 naar 22 certificaten (-3). Nieuwkomer DNV GL is van 1 naar 3 (+2) certificaten gegaan.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 12 van 23

2. KLACHTEN

2.1 Algemeen Een klacht is een uiting van ongenoegen over het functioneren van het certificatiesysteem betrekking hebbende op de CKB-regeling. Klachten kunnen handelen over een Certificaathouder, een Certificatie-Instelling of over de CKB-regeling zelf. Klachten over Certificatie-Instellingen kunnen ingediend worden bij de betreffende Certificatie-Instelling die deze volgens haar interne klachtenprocedure afhandelt. Bij herhaling van klachten bij een Certificatie-Instelling kan de klacht gemeld worden bij het Bestuur van de Stichting CKB die deze volgens de klachtenprocedure van de Stichting CKB afhandelt. Klachten over Certificatie-Instellingen worden jaarlijks door de betreffende Certificatie-Instelling aan de Stichting CKB gerapporteerd. Klachten over de CKB-regeling kunnen ingediend worden bij het Bestuur van de Stichting CKB, die deze volgens de klachtenprocedure van de Stichting CKB afhandelt. Klachten over een Certificaathouder kunnen worden ingediend bij de betreffende Certificatie-Instelling. De klachten, inclusief de afhandeling, worden jaarlijks gerapporteerd aan de Stichting CKB. Dit geldt ook voor klachten die de Certificatie-Instelling zelf heeft over de Certificaathouder. Daar elke klacht een mogelijkheid tot verbetering in zich herbergt, worden zowel Certificaathouders als hun Opdrachtgevers gewezen op de klachtenprocedure van de CKB-regeling. Alle klachten die door de Certificatie-Instellingen bij de Stichting CKB worden gemeld, worden samen met de klachten die bij het Bestuur CKB zijn gemeld, gerapporteerd in de Auditrapportage CKB van de Stichting CKB.

2.2 Overzicht 2015/2016 Onderstaand is het overzicht van de klachten sinds 2007 weergegeven.

Aantallen

Klachten 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

1e helft 2014

2014/ 2015

2015/ 2016

Over Certificatie-Instellingen 2 2 4 1 2 - - - - -

Over de CKB-regeling - - - - - - - - 2 -

Over Certificaathouders - - 2 - - - - - - -

Sancties C.I. n.a.v. klachten - - - - - - - - - -

Toelichting:

Er zijn in de afgelopen periode geen klachten ontvangen.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 13 van 23

3. AANTAL AUDITS PER GECERTIFICEERD BEDRIJF In de CKB-regeling staan richtlijnen voor het aantal audits dat per bedrijf per jaar uitgevoerd moet worden (Losse Bijlage 1). Dit aantal is afhankelijk van het aantal processen waarvoor een bedrijf wordt gecertificeerd en van de resultaten van de audits bij het bedrijf in het verleden. Bedrijven die over een bewezen goed functionerend kwaliteitssysteem beschikken, kunnen een verlaging van de standaard procesauditfrequentie krijgen (max. 1). Onderstaande grafiek geeft aan hoeveel audits gepland waren en hoeveel bezoeken de Certificatie-Instellingen daadwerkelijk bij alle gecertificeerde bedrijven hebben afgelegd.

3.1 Systeemaudits

Het aantal uitgevoerde systeemaudits lag iets lager dan in juni 2015 verwacht (122 ten opzichte van 133). De planning voor volgend jaar ligt in lijn met die van de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 14 van 23

Jaarlijks dient er per gecertificeerd bedrijf minimaal 1 systeemaudit te worden uitgevoerd. Dit is in de afgelopen periode gemiddeld genomen gehaald. Het aantal uitgevoerde systeemaudits lag iets lager dan in juni 2015 verwacht (122 ten opzichte van 133). Het komt steeds vaker voor dat de CKB-audits gecombineerd worden met andere systeemaudits, zoals ISO en VCA. In een aantal gevallen leidt dit tot verschuivingen in de certificatieperiode. Ook kan het voorkomen dat dochterondernemingen gezamenlijk geaudit worden. In de getallen worden deze gezamenlijke audits gesplitst naar het aantal CKB certificaten dat is afgegeven.

3.2 Procesaudits

Alle CI’s, met uitzondering van DNV GL, hebben in de periode 1 juli 2015 – 30 juni 2016 meer procesaudits uitgevoerd dan gepland. DNV heeft evenveel procesaudits uitgevoerd als gepland.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 15 van 23

Omdat bedrijven niet altijd op het moment van een audit werkzaamheden hebben in de voor de audit geplande processen, komt het voor dat er aanvullende procesaudits worden uitgevoerd, wanneer deze processen wel worden uitgevoerd. Daarnaast kan het voorkomen dat op een bepaald project meerdere processen beoordeeld zijn, die vervolgens als 1 proces zijn gerapporteerd en niet als losse processen (bijv. meerdere processen op 1 locatie; kabel en buis in 1 sleuf). Het werkelijke aantal procesaudits zou hoger uitkomen, wanneer deze processen wel los gerapporteerd zouden zijn. Inmiddels wordt hier door de CI aandacht aan besteed, om de gedane procesaudits zoveel mogelijk correct te rapporteren.

Het gemiddeld aantal uitgevoerde procesaudits per gecertificeerd bedrijf is opnieuw licht gedaald van 5,52 naar 5,32 in verband met de terugloop van het aantal processen per certificaat. Eind 2008 zijn door het Centraal College van Deskundigen van de Stichting CKB de regels omtrent procesaudits ten behoeve van hercertificering nader verduidelijkt, waardoor extra proces-audits ten behoeve van hercertificering zijn uitgevoerd. Dit verklaart het grotere verschil tussen geplande en uitgevoerde procesaudits tussen 2008 en 2010. Met ingang van de herziening van de CKB-regeling in oktober 2010 is het aantal processen dat op een CKB-certificaat behaald kan worden, uitgebreid. Dit leidde tot een toename van het gemiddeld aantal scopes en processen per certificaat.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 16 van 23

4. GECONSTATEERDE FOUTEN, AFWIJKINGEN EN TEKORTKOMINGEN

4.1 Definities De volgende indeling wordt gehanteerd (zie CKB-regeling, Losse Bijlage 1): Afwijking: een constatering gedurende de audit dat Certificaathouder deels niet voldoet aan de norm-

eis, omdat er iets uit de regeling incidenteel ontbreekt; Een afwijking is geen directe belemmering voor de continuïteit van het Certificaat of van de verstrekking ervan.

Tekortkoming: een constatering gedurende de audit dat Certificaathouder niet voldoet aan de norm-

eis, omdat er iets uit de regeling structureel ontbreekt; Een tekortkoming is een directe belemmering voor de continuïteit van het Certificaat of van de verstrekking ervan.

Kritische fout: een constatering gedurende de audit dat Certificaathouder niet of niet volledig voldoet

aan de eisen van artikel 5.7 (administratieve, financiële en fiscale eisen); een kritische fout is een directe belemmering voor de continuïteit van het Certificaat of van de verstrekking ervan. Tekortkomingen in de “administratieve en financiële eisen” zijn daarmee formeel altijd kritische fouten, waarbij elke overtreding direct gevaar oplevert voor de continuïteit van het certificaat. De fout moet binnen vijf werkdagen hersteld zijn, anders volgt schorsing.

In de navolgende vijf tabellen treft u de overzichten aan m.b.t. kritische fouten (4.2), afwijkingen (4.3) en tekortkomingen (4.4).

4.2 Overzicht kritische fouten

Aantal kritische fouten

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

(1e helft) 2014/ 2015

2015/ 2016

Aboma - - - - - - - - - -

BV I&C - 1 1 1 - - - - - 1

DNV - -

Kiwa - 1 - - - - - - - -

LRQA - - - - - 1 - - - -

Totaal - 2 1 1 - 1 - - - 1

Er is in het afgelopen jaar één kritische fout geconstateerd op het onderwerp administratieve, financiële en fiscale eisen.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 17 van 23

4.3 Overzicht gerapporteerde afwijkingen 2015/2016

Het gemiddeld aantal geconstateerde afwijkingen is fors gestegen (+60%) ten opzichte van 2014/2015 (van 1,08 naar 1,73).

Afwijkingen Aboma BV I&C DNV GL Kiwa LRQA Totaal CKB

Aantal certificaten 25 22 3 65 7 122

Gebruik certificaat bij opdrachtverkrijging - - - - - - - - - - - -

Technische voorschriften en normen - - - - - - - - 1 0,14 1 0,01

Documentatie-eisen (incl. technische voorschriften en normen): - - - - - - - - - - - -

- aanwezig - - 2 0,09 - - 5 0,08 1 0,14 8 0,07

- volledigheid/juistheid 2 0,08 - - 2 0,67 7 0,11 12 1,71 23 0,19

- overig - - - - - - - - 3 0,43 3 0,02

Directieverantwoordelijkheid: - - - - - - - - - - - -

- Administratieve, financiele en fiscale eisen - - - - - - - - - - - -

- Opleidingen/persoonlijke certificaten 1 0,04 2 0,09 - - 13 0,20 9 1,29 25 0,20

- Veiligheidscertificaten - - 3 0,14 - - 3 0,05 - - 6 0,05

- Infrastructuur 1 0,04 - - - - 11 0,17 1 0,14 13 0,11

- Werkomgeving/werkterrein - - - - - - 5 0,08 1 0,14 6 0,05

- Arbo en milieu - - 2 0,09 - - 16 0,25 16 2,29 34 0,28

- Bepalen van producteisen - - - - - - 1 0,02 2 0,29 3 0,02

Beheersing kwaliteitsregistraties - - 1 0,05 - - 2 0,03 6 0,86 9 0,07

- Communicatie met klant - - - - - - - - 1 0,14 1 0,01

- Inkoop - - 1 0,05 - - 9 0,14 4 0,57 14 0,11

- Beheersing van productie en het leveren van diensten - - 2 0,09 - - 6 0,09 2 0,29 10 0,08

- Beheersing bewakings- en meetapparatuur - - 1 0,05 - - 7 0,11 5 0,71 13 0,11

- Bewaking en meting - - 2 0,09 - - 7 0,11 1 0,14 10 0,08

- Beheersing afwijkende producten 1 0,04 1 0,05 - - - - 3 0,43 5 0,04

- Verbetering 1 0,04 2 0,09 - - 4 0,06 7 1,00 14 0,11

Sleufloze technieken: - - - - - - - - - - - -

- Correcte indeling processen - - - - - - - - - - - -

- Werkvoorbereiding - - - - - - - - - - - -

- Grondonderzoek - - 1 0,05 - - - - - - 1 0,01

- Obstakelonderzoek - - - - - - - - 1 0,14 1 0,01

- Berekeningen 1 0,04 - - - - - - 1 0,14 2 0,02

- Werkplan 2 0,08 - - - - - - - - 2 0,02

- Keuring materiaal - - 1 0,05 - - - - - - 1 0,01

- Veiligheid - - - - - - - - 1 0,14 1 0,01

- Keuringsplan 2 0,08 - - - - - - 2 0,29 4 0,03

- Bewaking leidingkwaliteit - - - - - - - - 1 0,14 1 0,01 #cert.

Afwijkingen Totaal 2015/2016 11 0,44 21 0,95 2 0,67 96 1,48 81 11,57 211 1,73 122

Totaal 2014/2015 6 0,23 25 1,00 7 7,00 79 1,23 17 2,13 134 1,08 124

Totaal eerste helft 2014 2 0,10 7 0,21 62 0,89 8 0,80 79 0,59 135

Totaal 2013 4 0,21 23 0,74 101 1,44 7 0,70 135 1,04 130

Totaal 2012 17 1,70 43 1,19 140 2,22 2 0,25 202 1,73 117

Totaal 2011 8 0,89 32 0,80 136 2,31 1 0,14 177 1,35 131

Totaal 2010 22 2,44 34 1,31 101 1,68 2 0,33 163 1,38 118

Totaal 2009 13 2,60 45 1,61 124 2,30 16 1,94 203 1,85 110

Totaal 2008 14 3,50 31 1,24 123 2,41 33 3,67 207 2,03 102

Totaal 2007 22 11,00 51 2,55 178 3,25 14 2,8 270 2,93 92

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 18 van 23

4.4 Overzicht gerapporteerde tekortkomingen 2015/2016

Het totaal aantal tekortkomingen is in 2015/2016 gedaald van 100 naar 91. Het gemiddeld aantal tekortkomingen per gecertificeerd bedrijf is daarmee gedaald van 0,81 naar 0,75.

Tekortkomingen Aboma BV I&C DNV GL Kiwa LRQA Totaal CKB

Aantal certificaten 25 22 3 65 7 122

Gebruik certificaat bij opdrachtverkrijging - - - - - - - - - - - -

Technische voorschriften en normen - - - - - - - - - - - -

Documentatie-eisen (incl. technische voorschriften en normen): - - - - - - - - - - - -

- aanwezig - - - - - - 3 0,05 - - 3 0,02

- volledigheid/juistheid 1 0,04 - - - - 6 0,09 - - 7 0,06

- overig - - 1 0,05 - - - - - - 1 0,01

Directieverantwoordelijkheid: - - - - - - - - - - - -

- Administratieve, financiele en fiscale eisen - - - - - - - - - - - -

- Opleidingen/persoonlijke certificaten 1 0,04 - - - - 10 0,15 3 0,43 14 0,11

- Veiligheidscertificaten - - 1 0,05 - - 1 0,02 - - 2 0,02

- Infrastructuur - - - - - - 4 0,06 - - 4 0,03

- Werkomgeving/werkterrein - - - - - - 2 0,03 - - 2 0,02

- Arbo en milieu - - - - - - 22 0,34 1 0,14 23 0,19

- Bepalen van producteisen - - - - - - - - - - - -

Beheersing kwaliteitsregistraties - - - - - - 7 0,11 - - 7 0,06

- Communicatie met klant - - - - - - 1 0,02 - - 1 0,01

- Inkoop - - - - - - - - 2 0,29 2 0,02

- Beheersing van productie en het leveren van diensten - - 1 0,05 - - 5 0,08 - - 6 0,05

- Beheersing bewakings- en meetapparatuur 1 0,04 - - - - 4 0,06 - - 5 0,04

- Bewaking en meting - - 1 0,05 - - 7 0,11 - - 8 0,07

- Beheersing afwijkende producten - - - - - - 1 0,02 - - 1 0,01

- Verbetering - - - - - - 3 0,05 - - 3 0,02

Sleufloze technieken: - - - - - - - - - - - -

- Correcte indeling processen - - - - - - - - - - - -

- Werkvoorbereiding - - - - - - - - - - - -

- Grondonderzoek - - - - - - - - - - - -

- Obstakelonderzoek - - - - - - - - - - - -

- Berekeningen - - - - - - - - - - - -

- Werkplan - - - - - - - - - - - -

- Keuring materiaal - - - - - - 1 0,02 - - 1 0,01

- Veiligheid - - - - - - - - - - - -

- Keuringsplan - - - - - - 1 0,02 - - 1 0,01

- Bewaking leidingkwaliteit - - - - - - - - - - - - #cert.

Tekortkomingen Totaal 2015/2016 3 0,12 4 0,18 - - 78 1,20 6 0,86 91 0,75 122

Totaal 2014/2015 12 0,46 8 0,32 - - 67 8,38 13 0,20 100 0,81 124

Totaal eerste helft 2014 - - - - 36 3,60 - - 36 0,27 135

Totaal 2013 15 0,79 3 0,10 66 6,60 - - 84 0,65 130

Totaal 2012 23 2,30 4 0,11 43 0,68 2 0,25 72 0,62 117

Totaal 2011 3 0,33 20 0,50 70 1,19 - - 108 0,82 131

Totaal 2010 5 0,56 19 0,73 139 2,32 - - 169 1,43 118

Totaal 2009 1 0,20 27 0,96 103 1,91 - - 134 1,22 110

Totaal 2008 12 3,00 25 1,00 120 2,35 - - 161 1,58 102

Totaal 2007 - - 44 2,20 202 4,49 - - 246 2,67 92

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 19 van 23

5. VERBETERPUNTEN

5.1 Evaluatie nieuwe rekenmethodiek Ten behoeve van de voortdurende verbetering van de kwaliteit in de sector, heeft het Centraal College van Deskundigen in 2008 een verbeteringsimpuls in de auditrapportage ingebracht. Hierbij is een “stoplichtmodel” ingevoerd, dat is gebaseerd op de totaalsom van de afwijkingen, tekortkomingen en kritische fouten. Het “stoplicht” kent een drietal situaties: ‘groen’, ‘oranje’ of ‘rood’. Vanaf 2008 werd daarbij een rekenmethodiek gehanteerd, waarbij de stoplichtscore op basis van de resultaten uit het verleden iteratief werd bepaald. In 2011 werd geconstateerd dat de hieruit resulterende drempelniveaus niet meer goed aansloten bij de praktijk: sommige onderwerpen werden te licht beoordeeld, andere te zwaar. Om die reden is er in 2012 een subcommissie ingesteld, die de gewenste rekenmethodiek heeft onderzocht. In de vergadering van het Centraal College van Deskundigen d.d. 10 oktober 2012 is besloten om een andere rekenmethodiek te gaan hanteren voor het bepalen van de grenswaarden voor het in 2008 ingevoerde “stoplichtmodel”. Het stoplichtmodel zelf wordt bij de nieuwe beoordeling gehandhaafd. Er zijn 31 items waarop bij de audits gecontroleerd wordt. Sommige van deze items zijn direct te herleiden tot het primaire CKB-proces, andere (zoals documenten en debiteurenbeheer) hebben nauwe verbanden met ISO en VCA. Deze onderwerpen worden tevens vanuit de ISO / VCA normen beoordeeld en krijgen daarmee al ruimschoots aandacht. Daarom is besloten dat het hebben van een geldig ISO resp. VCA certificaat voldoende is om aan te tonen dat voldaan wordt aan de eisen uit hoofde van ISO en VCA, waarnaar vanuit de CKB-Regeling wordt verwezen. In de CKB-audit kan daarmee optimaal gefocust worden op de aanvullende eisen die vanuit de CKB-Regeling gesteld worden. De nieuwe rekenmethodiek gaat uit van een strenge en een lichte norm, waarbij alle items die direct gerelateerd zijn aan het primaire CKB-proces volgens de strenge norm beoordeeld worden, en de overige onderwerpen volgens de lichte norm. Daarnaast leidt het item “Administratieve en financiële eisen” altijd tot een kritische fout. Afwijkingen/ tekortkomingen op dit item vereisen daarmee in alle gevallen actie. De score voor dit item is > 0 = rood. Zo komt de focus voor de continue verbetering te liggen op de voor het CKB meest belangrijke onderwerpen. De normering is in 2012 als volgt vastgesteld:

Lichte norm (ISO/VCA gerelateerd)

Strenge norm (CKB-gerelateerd)

Actie

Groen Score < 0,1 (1 op 10 afwijkingen acceptabel)

Score < 0,05 (1 op 20 afwijkingen acceptabel)

Geen actie nodig

Oranje Score 0,1 – 0,2

Score 0,05 – 0,1 Aandacht door de CI

Rood

Score > 0,2 (> 1 op 5 afwijkingen niet acceptabel)

Score > 0,1 (> 1 op 10 afwijkingen niet acceptabel)

Verbeterpunt o.b.v. oorzaak-analyse in het kader van CKB voor Certificaathouders

De nieuwe rekenmethodiek is inmiddels geëvalueerd. De methodiek lijkt goed te werken en de drempels lijken goed gekozen te zijn. Om structurele oorzaken van de afwijkingen/tekortkomingen te identificeren, wordt voor alle ‘oranje’ en ‘rode’ items vanuit het Harmonisatieoverleg een oorzaakanalyse uitgevoerd. Voor de ‘rode’ items wordt in deze auditrapportage een analyse van de mogelijke oorzaken en verbeterpunten vermeld, zodat certificaathouders hun processen aan de hand van deze informatie kunnen verbeteren. Daarmee krijgen de certificaathouders vanuit het CKB concrete handvaten voor continue verbetering, die ze kunnen gebruiken in hun managementrapportage. De ‘rode‘ en ‘oranje’ items worden tevens door de CI’s meegenomen als aandachtspunt bij de volgende audit.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 20 van 23

5.2 Resultaten nieuwe rekenmethodiek Voor alle items zijn in onderstaande tabel de grenswaarden en scores volgens de nieuwe rekenmethodiek opgenomen, sinds de invoering ervan.

* Omdat de onderliggende getallen over 2014 een half jaar betreffen, is in het belang van de vergelijkbaarheid van de resultaten de score

geëxtrapoleerd naar een volledig jaar door deze met 2 te vermenigvuldigen.

5.2.1 Rode items 2012 In 2012 waren er vijf items rood:

1. “Opleidingen/persoonlijke certificaten”: Het aantonen van vakmanschap en daarmee het voldoen aan de

gestelde opleidingseisen vormt een belangrijk onderdeel van de CKB-Regeling en de audit daarop. Ook vanuit ISO wordt nadrukkelijk getoetst op de aanwezigheid van de juiste diploma’s en certificaten. Dit item heeft over de afgelopen jaren structureel de meeste afwijkingen/-tekortkomingen van alle items. Het aantal afwijkingen/tekortkomingen op dit onderwerp leidt daarbij al jaren tot een ‘rode’ score: VERBETERPUNT VOOR CERTIFICAATHOUDERS: Elk CKB-gecertificeerd bedrijf dient ervoor te zorgen dat zowel de eigen als de ingehuurde medewerkers (zowel van onderaannemers als van inleenbedrijven en ZZP-ers) die tewerkgesteld worden in CKB-gerelateerde functies voldoen aan de in Losse bijlage 3: Functie-eisen en het bijbehorende meest actuele “Overzicht Toegelaten Opleidingen” gestelde eisen (beide documenten zijn te downloaden via www.ckb.nl). Dit dient tijdens een audit te worden aangetoond met kopieën van diploma’s en certificaten in de dossiers van de betreffende medewerkers resp. d.m.v. een kopie van het geldige CKB-certificaat van de gecontracteerde onderaannemer/ZZP-er. In bijzondere gevallen kan door de Projectgroep Opleidingen van de Stichting CKB voor individuele medewerkers vrijstelling verleend worden. Hiervoor dient de Certificaathouder een aanvraag in te dienen conform Losse bijlage 4: “Procedure voor het aanmelden van een niet in de Regeling genoemde opleiding en het aanvragen van vrijstellingen” (ook te downloaden via www.ckb.nl). Verleende vrijstellingen dienen eveneens ter bewijsvoering te worden opgeborgen in het dossier van de betreffende medewerker.

grens grens

Verbeteringstabel groen- oranje- 2012 2013 2014 1-7-2014 - 1-7-2015 -

H§ Regeling 2009/2011/2014 oranje rood 1e helft* 30-6-2015 30-6-2016

1.3 Gebruik certificaat bij opdrachtverkrijging 0,05 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

2 Technische voorschriften en normen 0,05 0,10 0,06 0,03 0,03 0,01 0,01

H§ Documentatie-eisen:

4.2 - aanwezig 0,10 0,20 0,09 0,05 0,06 0,20 0,09

4.2 - volledigheid/juistheid 0,10 0,20 0,15 0,08 0,07 0,13 0,25

4.2 - overig 0,10 0,20 0,01 0,04 0,03 0,05 0,03

H§ Directieverantwoordelijkheid: 0,05 0,10 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00

5.7 Administratieve en financiele eisen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,01 0,01

6.2/9/overzicht toegelaten opleidingen Opleidingen/persoonlijke certificaten 0,10 0,20 0,44 0,23 0,25 0,31 0,32

6.2.2 Veiligheidscertificaten 0,10 0,20 0,04 0,04 0,03 0,05 0,07

6.3 Infrastructuur 0,10 0,20 0,19 0,13 0,16 0,18 0,14

6.4/6.4.1 Werkomgeving/werkterrein 0,10 0,20 0,03 0,06 0,01 0,04 0,07

6.4.2 Arbo en milieu 0,10 0,20 0,22 0,22 0,43 0,19 0,47

7.2.1 Bepalen van producteisen 0,05 0,10 0,01 0,03 0,03 0,02 0,02

4.2.4 Beheersing kwaliteitsregistraties 0,10 0,20 0,04 0,03 0,03 0,04 0,13

7.2.3 Communicatie met klant 0,05 0,10 0,02 0,02 0,03 0,00 0,02

7.4 Inkoop 0,05 0,10 0,13 0,12 0,10 0,14 0,13

7.5.1 Beheersing van productie/leveren van diensten 0,05 0,10 0,20 0,10 0,12 0,15 0,13

7.6 Beheersing monitorings- en meetuitrusting 0,05 0,10 0,25 0,13 0,04 0,10 0,15

8.2 Monitoring en meting 0,10 0,20 0,18 0,16 0,16 0,14 0,15

8.3 Beheersing afwijkende producten 0,10 0,20 0,02 0,03 0,03 0,04 0,05

8.5 Verbetering 0,10 0,20 0,15 0,12 0,06 0,06 0,14

H§ Sleufloze technieken

10.1 - correcte indeling processen 0,05 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

10.2/10.5 - werkvoorbereiding 0,05 0,10 0,02 0,01 0,00 0,00 0,00

10.2.1/10.5.2 - grondonderzoek 0,05 0,10 0,01 0,02 0,00 0,01 0,01

10.2.2 - obstakelonderzoek 0,05 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,01

10.2.3/10.5.3 - berekeningen 0,05 0,10 0,02 0,01 0,00 0,00 0,02

10.2.4/10.5.4 - werkplan 0,05 0,10 0,02 0,01 0,00 0,01 0,02

ISO - keuring materiaal 0,05 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,02

2/VCA/VGM/VIAG/BEI/VEWA/Hygiene (BTO)/10.2.5 - veiligheid 0,05 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,01

10.3.1/10.6.2 - keuringsplan 0,05 0,10 0,04 0,01 0,01 0,02 0,04

10.3.2 - bewaking leidingkwaliteit 0,05 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,01

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 21 van 23

Certificaathouders zijn in de Auditrapportage over 2012 nadrukkelijk gewezen op het meest recente Overzicht Toegelaten Opleidingen, dat te downloaden is via www.ckb.nl. Het Overzicht Toegelaten Opleidingen is in de afgelopen periode door de Projectgroep Opleidingen in belangrijke mate geactualiseerd, verduidelijkt en aangescherpt. Ook weten Certificaathouders met vragen steeds vaker hun weg naar de CI en de Projectgroep opleidingen van de Stichting CKB te vinden ([email protected] / 079 325 21 77). Het aantal afwijkingen en tekortkomingen op dit onderwerp is eerst gedaald en nu weer gestegen. Auditoren zullen ook in de komende periode op dit onderwerp extra streng toezien.

2. “Arbo en milieu”: Dit onderwerp wordt tevens vanuit ISO en VCA Certificering getoetst. Het geconstateerde

aantal afwijkingen/tekortkomingen is van één periode ‘oranje’ weer terug naar ‘rood’ gegaan. Auditoren zullen in de komende periode op dit onderwerp weer extra streng toezien. VERBETERPUNT VOOR CERTIFICAATHOUDERS: Ten aanzien van arbeidsomstandigheden en milieu dient te worden voldaan aan de wettelijke voorschriften, alsmede aan de eisen van het verplichte ISO en VCA Certificaat (aan te tonen door middel van een geldig ISO en VCA Certificaat). Daarnaast gelden vanuit paragraaf 6.4.2 uit de Regeling aanvullende specifiek CKB-gerelateerde Arbo en milieueisen: - de onderaannemer/inlener aan wie CKB-gerelateerde werkzaamheden zijn uitbesteed, dient tevens te

voldoen aan: o de wettelijke eisen, o ISO/VCA-certificering (o.a. in het kader van de organisatiestructuur, taken en verantwoordelijkheden, het

opstellen van een Risico-inventarisatie (RI&E), het geven van een VGM-instructie, het gebruik van Persoonlijke beschermingsmiddelen en een Brand- en ongevallenregistratie) en

o de van toepassing zijnde CKB-eisen (waaronder de vakbekwaamheids- en opleidingseisen, eventueel aan te tonen door een geldig CKB-certificaat van onderaannemer of diploma’s en certificaten van ingezette personen).

Dit dient contractueel te zijn vastgelegd. - Er moeten richtlijnen voor beheersing, scheiding, verzameling, opslag en afvoer van afvalstromen zijn

opgesteld. Deze moeten jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangepast worden. - Er moet voldaan worden aan eventuele verplichtingen voortvloeiende uit de Provinciale Milieuverordening. - Kabel- en buisleidingrestanten (incl. isolatie) moeten verwijderd worden overeenkomstig de Wet Milieubeheer.

Dit is uitgewerkt in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2). Uitgangspunt hierbij is dat de ontdoener (eigenaar) verantwoordelijk is voor het verwijderen van restanten.

- Bij een proces uit de scope Sleufloze Technieken gebruikte boorvloeistof dient op verantwoorde wijze verwerkt te worden. Bij aanleg in een verontreinigde bodem dient de overblijvende verontreinigde boorvloeistof conform de geldende eisen en normen te worden behandeld. De toegepaste wijze van behandeling moet schriftelijk vastgelegd worden.

Deze aspecten dienen door de Certificaathouder voor aanvang van de werkzaamheden op een goede wijze te worden gecommuniceerd. Dit kan door integratie in het Startwerkoverleg, dat zowel de veiligheids- als kwaliteitsaspecten dient te omvatten. Afval en milieu is daarbij een belangrijk onderwerp, mede doordat steeds meer certificaathouders ISO14001 gecertificeerd zijn of worden en vanuit de opdrachtgeverskant de regels de laatste jaren ook steeds verder zijn aangescherpt. Auditoren zullen op dit onderwerp aandacht blijven vestigen.

3. “Inkoop”: Dit item wordt gezien als een wezenlijk onderwerp in het kader van de CKB-regeling (paragraaf 7.4).

Onder Inkoop valt:

het inschakelen van onderaannemers (incl. ZZP-ers),

het inlenen van mensen,

het inhuren van materieel en

het inkopen van materiaal. VERBETERPUNT VOOR CERTIFICAATHOUDERS: Ingeschakelde onderaannemers en / of ingeleend personeel en / of gehuurd materieel dienen aan de in de CKB-regeling gestelde eisen te voldoen, wanneer zij worden ingezet op (een gedeelte van) een CKB gecertificeerd proces. Dit betekent dat ingeleende mensen en personeel van onderaannemers dienen te voldoen aan de geldende eisen (zie ook verbeterpunt 1 inzake opleidingseisen). Ingehuurd materieel en materieel van onderaannemers dat wordt ingezet bij de processen, dient in ieder geval te voldoen aan de in de CKB regeling gestelde eisen en de eisen van de opdrachtgever. Certificaathouder dient een registratie bij te houden van de ingeleende mensen en personeel van onderaannemers die voor CKB-gerelateerde werkzaamheden op gecertificeerde processen worden ingezet. Deze registratie dient minimaal de kwalificaties van de betreffende personen, een urenregistratie, het (deel van het) werk waarbij zij ingezet zijn, alsmede een accordering door een daartoe bevoegde persoon van de werkgever (het uitlenende bedrijf) te bevatten.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 22 van 23

Als het bedrijf waarvan personeel wordt ingeleend eveneens CKB-gecertificeerd is voor het betreffende proces, kan volstaan worden met een kopie van het geldige CKB-certificaat. Het geconstateerde aantal afwijkingen/tekortkomingen leidde ertoe dat het item in 2012 met de nieuwe rekenmethodiek ‘rood’ scoorde. In de Auditrapportage over 2012 is aan dit onderwerp dan ook extra aandacht besteed en auditoren hebben in de afgelopen jaren extra op dit onderwerp toegezien. Dit heeft ertoe geleid dat het onderwerp in 2014 nog net ‘rood’ scoorde. Er is in de afgelopen periode een lichte verbetering zichtbaar ten opzichte van 2015, maar extra aandacht voor dit onderwerp blijft noodzakelijk. De CI zal op het onderwerp ook de komende periode blijven toezien.

4. “Beheersing van productie/leveren van diensten”: Beheersing van productie/levering van diensten is eveneens een wezenlijk onderdeel van de CKB-Regeling (paragraaf 7.5.1). Het gaat hierbij met name om het voldoen aan:

de eisen zoals gesteld in bestek, werkinstructies en procedures (van zowel opdrachtgever als leverancier)

en (kwaliteits-)voorschriften in wet- en regelgeving (zoals de CKB-regeling (paragraaf 7.5.1) en de relevante wettelijke normen en regels, zoals deze onder andere in Losse bijlage 2: “Overzicht normen, publicaties en referenties” zijn opgenomen (het betreft hier de meest voorkomende normen, publicaties en referenties, de lijst is dus niet uitputtend).

Tevens dienen documenten, tekeningen en schetsen op het werk aanwezig te zijn (paragraaf 4.2). o Op aanwezigheid van het werkplan/V&G-plan wordt voor de scope Sleufloze Technieken nog

separaat getoetst (10.2.4/10.5.4). o Voor de Scope “Buizenleggen” wordt nadrukkelijk getoetst op de aanwezigheid van geldige

Lasmethodekwalificatie (LMK), lasmethodebeschrijving (LMB) en lasserskwalificatie (LK, ook voor ingehuurde medewerkers).

Daarnaast is van belang dat voorafgaand, tijdens en bij oplevering van de werkzaamheden de juiste toestemmingen van de opdrachtgever verkregen zijn.

Tenslotte wordt ook gecontroleerd of het opleveringsrapport voldoet aan de in paragraaf 7.5.2 van de regeling gestelde eisen.

VERBETERPUNT VOOR CERTIFICAATHOUDERS: Op dit onderwerp is de afgelopen periode door auditoren extra toegezien. Het onderwerp is nog steeds ‘rood’, maar er is een daling in het aantal afwijkingen en tekortkomingen te zien. Auditoren zullen ook in de komende periode op dit onderwerp extra streng toe blijven zien.

5. “Beheersing van monitorings- en meetuitrusting (voorheen bewakings- en meetapparatuur)” betreft paragraaf 7.6 van de CKB Regeling en verwijst voor een nadere uitleg naar de ISO 9001-regeling. Tijdens de CKB-audit wordt met name getoetst of de juiste keurings-, meet- en beproevingsmiddelen beschikbaar en gekeurd zijn en voor het juiste doel worden ingezet resp. voor het gebruiksdoel geschikt zijn. Hierbij geldt tevens dat zorgvuldig moet worden omgegaan met eigendommen van derden. Dit onderwerp viel in 2012 ‘rood’. Auditoren hebben in de afgelopen periode op dit onderwerp extra streng toegezien, waarbij tevens nadrukkelijk is gelet op het voorkomen van dubbele audits met ISO, met als resultaat dat het aantal afwijkingen en tekortkomingen een dalende lijn vertoonde en in 2014 ‘groen’ is gevallen. In 2014 was het resultaat dus significant verbeterd, maar in 2015 was sprake van een verslechtering -net ‘rood’- en deze verslechtering heeft doorgezet in de afgelopen periode. Auditoren zullen ook in de komende periode op dit onderwerp streng toe blijven zien.

5.2.2 Oranje items 2012 Daarnaast waren er in 2012 vijf items oranje: 1. “Technische voorschriften en normen”: In 2011 is geconstateerd dat de oorzaak van de afwijkingen en

tekortkomingen vaak niet CKB-, maar ISO-gerelateerd is. Onder de nieuwe berekeningsmethodiek valt dit item daarmee onder de lichte norm. Sinds de invoering van de nieuwe rekenmethodiek en het voorkomen van de dubbele audits met ISO, is het aantal geregistreerde afwijkingen/tekortkomingen op dit onderwerp vanuit de CKB Regeling teruggebracht, waardoor het onderwerp inmiddels van ‘oranje’ ‘groen’ is gevallen.

2. Documentatie-eisen – “volledigheid/juistheid”: Dit onderwerp wordt deels via ISO-certificering beoordeeld, maar er zijn ook specifieke CKB-gerelateerde documentatie-eisen (zie paragraaf 4.2). Doordat bij de audit in de afgelopen anderhalf jaar specifieker op de CKB-gerelateerde eisen is gelet, is het aantal afwijkingen en tekortkomingen teruggebracht, waardoor ook dit onderwerp van ‘oranje’ in 2013 en 1e helft 2014 ‘groen’ is gevallen. In 2015 was het aantal afwijkingen en tekortkomingen weer gestegen en was sprake van ‘oranje’. De afgelopen periode is het aantal afwijkingen en tekortkomingen nog verder gestegen en is weer sprake van ‘rood’. Een belangrijk punt van aandacht.

Auditrapportage certificatiejaar 01/07/2015-30/06/2016 Pagina 23 van 23

3. “Infrastructuur”: Het onderwerp “Infrastructuur” wordt via ISO-certificering beoordeeld, maar er zijn ook specifieke CKB-gerelateerde eisen (paragraaf 6.3 van de regeling). Door het relatief hoge aantal afwijkingen/tekortkomingen op dit item, scoort het onderwerp nog steeds ‘oranje’, maar is wel een verbetering zichtbaar. De auditor zal aan dit onderwerp komend jaar opnieuw extra aandacht besteden.

4. “Monitoring en meting”: De gerapporteerde tekortkomingen op dit onderwerp zijn veelal direct te herleiden tot

het ontbreken van het keuringsplan (aanvullende CKB-gerelateerde eis uit paragraaf 8.2.3). Op dit onderwerp wordt voor de scope ‘Sleufloze technieken’ vanuit CKB ook nog apart getoetst, waarbij specifieker wordt ingegaan op de inhoud van het keuringsplan. De oorzaak van diverse afwijkingen en tekortkomingen is daarnaast gelegen in onvoldoende traceerbaarheid van meetresultaten (bijv. in geval van afpersingen):

- doordat bijv. meetresultaten direct worden afgegeven aan de opdrachtgever, zonder hiervan een kopie in het

eigen dossier op te nemen, of; - door het ontbreken van projectnummers op de schijven waarop de meetresultaten zijn opgeslagen, waardoor

de koppeling met het project in een latere fase niet meer te maken valt. Naar verwachting leiden VIAG/BEI-eisen tot een toename in het aantal metingen. Dit onderwerp vereist dan ook - mede in het belang van de aannemer - de aandacht met het oog op bewijslast in geval van problemen. Het onderwerp heeft de afgelopen periode extra aandacht gekregen (‘oranje’), om zo bij de gecertificeerde bedrijven meer bewustwording van de risico’s te creëren. Het is licht verslechterd en zal ook in de komende periode extra aandacht blijven krijgen.

5. “Verbetering”: Dit onderwerp viel in 2012 ‘oranje’. De Regeling verwijst in dit kader rechtstreeks naar paragraaf 8.5 uit de ISO norm. Er worden geen aanvullende specifiek CKB-gerelateerde eisen gesteld. Afwijkingen en tekortkomingen op dit onderwerp, worden sinds 2012 met het oog op het voorkomen van de dubbele audits met ISO dan ook niet meer bij de CKB-audit geregistreerd, tenzij ze heel specifiek CKB-gerelateerd zijn (of er geen geldig ISO-certificaat kan worden overlegd, waaruit blijkt dat aan de ISO-eisen voldaan wordt). Het onderwerp viel in 2014 en 2015 ‘groen’, maar in 2016 is helaas een verslechtering opgetreden en scoort dit onderwerp nu opnieuw ‘oranje’.

Samengevat zijn de extra aandachtspunten voor 2017: Voor de Certificaathouder (‘rood’): 1. Volledigheid/juistheid van de documenten (paragraaf 4.2 van de Regeling) 2. Administratieve en financiële eisen (paragraaf 5.7 van de Regeling) 3. Opleidingen/Persoonlijke certificaten (paragraaf 6.2 (Personeel) en hoofdstuk 9 (Vakbekwaamheid) van de

Regeling, resp. de meest recente versies van Losse bijlage 3: Functie-eisen en het Overzicht toegelaten opleidingen, te downloaden op www.ckb.nl)

4. Arbo en milieu (paragraaf 6.4.2 van de Regeling) 5. Inkoop (paragraaf 7.4 van de Regeling) 6. Beheersing van productie/leveren van diensten (paragraaf 7.5.1 van de Regeling) 7. Beheersing van monitorings- en meetuitrusting (paragraaf 7.6 van de Regeling) Voor de CI’s (‘rood’ en ‘oranje’): 8. Infrastructuur (paragraaf 6.3 van de Regeling) 9. Beheersing kwaliteitsregistraties (paragraaf 4.2.4 van de Regeling) 10. Monitoring en meting (paragraaf 8.2 van de Regeling (voorheen Bewaking en meting) 11. Verbetering (paragraaf 8.5 van de Regeling).