Canon digital professional software

133
1 2 3 4 5 Inleiding Inhouds- overzicht Basis- bewerkingen Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken JPEG/TIFF- opnamen bewerken Index Grote aantallen opnamen verwerken Referentie Software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAW-opnamen Digital Photo Professional Versie 3.10 Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. In deze handleiding zijn de afbeeldingen die worden gebruikt voor de instructies voor basisbediening afkomstig uit Windows 7. In sommige gedeelten worden afbeeldingen uit andere Windows-versies gebruikt. geeft de selectieprocedure in het menu aan. Bijvoorbeeld: menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten]. Verwijzingen naar menu's, knoppen of vensters die op het computerscherm worden weergegeven, staan tussen vierkante haken. Verwijzingen naar toetsen op het toetsenbord worden weergegeven tussen punthaken < >. ** verwijst naar een paginanummer. Klik hierop om naar de desbetreffende pagina te gaan. : handige informatie voor het oplossen van problemen. : tips voor geavanceerd gebruik van de software. : informatie die voor gebruik moet worden gelezen. : aanvullende informatie die voor u van nut kan zijn. © CANON INC. 2011 CEL-SR1TA281 Door de handleiding bladeren Klik op de pijlen rechtsonder in het scherm. : volgende pagina : vorige pagina : terug naar de laatst weergegeven pagina Klik op de hoofdstuktitels rechts op het scherm om naar de pagina met de inhoudsopgave van dat hoofdstuk te gaan. U kunt ook op het gewenste onderwerp in de inhoudsopgave klikken om naar de desbetreffende pagina te gaan. Help en sneltoetsen Raadpleeg Help in het menu [Help] voor meer informatie over het gebruik van DPP. Raadpleeg [Troubleshooting/Problemen oplossen] [Shortcut Key List/Lijst met sneltoetsen] in de Help voor een overzicht van sneltoetsen waarmee u bewerkingen snel kunt uitvoeren. NEDERLANDS

description

fotobewerking

Transcript of Canon digital professional software

Page 1: Canon digital professional software

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAW-opnamen

Digital Photo ProfessionalVersie 3.10

Instructiehandleiding

Inhoud van deze instructiehandleidingDPP staat voor Digital Photo Professional.In deze handleiding zijn de afbeeldingen die worden gebruikt voor de instructies voor basisbediening afkomstig uit Windows 7. In sommige gedeelten worden afbeeldingen uit andere Windows-versies gebruikt.

geeft de selectieprocedure in het menu aan.Bijvoorbeeld: menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten].Verwijzingen naar menu's, knoppen of vensters die op het computerscherm worden weergegeven, staan tussen vierkante haken.Verwijzingen naar toetsen op het toetsenbord worden weergegeven tussen punthaken < >.** verwijst naar een paginanummer.Klik hierop om naar de desbetreffende pagina te gaan.

: handige informatie voor het oplossen van problemen.

: tips voor geavanceerd gebruik van de software. : informatie die voor gebruik moet worden

gelezen. : aanvullende informatie die voor u van nut kan zijn.

© CANON INC. 2011 CEL-SR1TA281

Door de handleiding bladerenKlik op de pijlen rechtsonder in het scherm.

: volgende pagina : vorige pagina : terug naar de laatst weergegeven pagina

Klik op de hoofdstuktitels rechts op het scherm om naar de pagina met de inhoudsopgave van dat hoofdstuk te gaan. U kunt ook op het gewenste onderwerp in de inhoudsopgave klikken om naar de desbetreffende pagina te gaan.

Help en sneltoetsenRaadpleeg Help in het menu [Help] voor meer informatie over het gebruik van DPP.Raadpleeg [Troubleshooting/Problemen oplossen] [Shortcut Key List/Lijst met sneltoetsen] in de Help voor een overzicht van sneltoetsen waarmee u bewerkingen snel kunt uitvoeren.

NEDERLANDS

Page 2: Canon digital professional software

2

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Inleiding

Digital Photo Professional (hierna 'DPP' genoemd) is hoogwaardige software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAW-opnamen voor EOS DIGITAL-camera's. Vaak wordt gedacht dat het verwerken van RAW-opnamen lastig is in vergelijking met het verwerken van normale JPEG-opnamen, maar met DPP kunt u RAW-opnamen in een handomdraai op een geavanceerde manier bewerken en afdrukken.

Informatie over RAW-opnamen

Een RAW-opname bestaat uit opnamegegevens met uitvoergegevens die met een beeldverwerkingssensor zijn vastgelegd. Omdat de opnamen niet op het moment van opname in de camera worden verwerkt en de opname wordt vastgelegd in de speciale vorm van 'RAW-opnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname', is speciale software nodig om de opname weer te geven of te bewerken.* 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'.

Vergeleken met film is een RAW-opname een opname die nog niet is ontwikkeld (latente opname).Bij film is het beeld voor het eerst zichtbaar wanneer de film wordt ontwikkeld. Voor RAW-opnamen geldt ook dat de opname pas als een beeld op uw computer kan worden weergegeven als de beeldsignalen zijn verwerkt.Daarom wordt dit proces, zelfs al is het digitaal, 'ontwikkeling' genoemd.

DPP voert deze 'ontwikkeling' automatisch uit wanneer RAW-bestanden worden weergegeven in DPP.Het resultaat is dat de RAW-bestanden die worden weergegeven in DPP de beelden zijn die zijn ontwikkeld.Met DPP kunt u RAW-opnamen weergeven, bewerken en afdrukken zonder dat u het ontwikkelingsproces echt hoeft te begrijpen.

Wat is een RAW-opname?

Wat is RAW-ontwikkeling?

Wanneer is RAW-ontwikkeling gereed?

RAW-opnamen worden vastgelegd in de indeling 'RAW-opnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname'. Wanneer u een RAW-bestand in DPP opent, wordt deze automatisch ontwikkeld en kunt u de opname weergeven als een opname waarop de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname zijn toegepast.Zelfs als u verschillende aanpassingen voor de geopende opname uitvoert (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen (ontwikkelingsinstellingen) aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor verliest de opname geen kwaliteit en zijn dit ideale opnamegegevens voor gebruikers die hun opnamen op een creatieve manier willen bewerken. In DPP wordt de term 'recept' gebruikt voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden aangepast.

Wat zijn de voordelen van een RAW-opname?

RAW-opnamegegevens

Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen

Page 3: Canon digital professional software

3

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Belangrijke functies van DPPHieronder staan de belangrijkste taken die u kunt uitvoeren voor opnamen die u naar uw computer hebt gedownload.

RAW-opnamen weergeven en ordenen

Een RAW-opname in realtime aanpassen Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de

oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft Onbeperkt beeldstijlen toepassen* De oorspronkelijke en de aangepaste versie van uw opname in

hetzelfde venster weergeven

Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen

Het formaat van een opname wijzigen

Lensaberratie corrigeren

Automatisch/handmatig stofwissen

Een RAW-opname converteren naar een JPEG- of TIFF-opname en deze opslaan Grote aantallen RAW-opnamen in batches verwerken De opname overbrengen naar beeldbewerkingssoftware

Een RAW-opname afdrukken

JPEG- en TIFF-opnamen weergeven en ordenen

JPEG- en TIFF-opnamen in realtime aanpassen Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de

oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft

JPEG- en TIFF-opnamen afdrukken

Compatibel met kleurbeheersystemen CMYK-simulatie gebruiken voor commercieel drukwerk

* Picture Style is in deze handleiding vertaald als Beeldstijl.

Systeemvereisten

*1 Compatibel met 32-bits/64-bits systemen voor alle versies met uitzondering van de Starter Edition *2 Compatibel met 32-bits/64-bits systemen voor alle versies met uitzondering van de Starter Edition*3 Compatibel met Service Pack 3*4 Core2 Duo of hoger wordt aanbevolen*5 Voor Windows 7 64-bits systemen, minimaal 2 GB

Ondersteunde opnamenDeze software ondersteunt de volgende opnametypen.

*1 Compatibel met RAW-opnamen die met de EOS D6000 of EOS D2000 zijn gemaakt en met behulp van de CR2 Converter zijn geconverteerd naar RAW-opnamen met de extensie '.CR2'.Voor meer informatie over de CR2 Converter kijkt u op de website van Canon.

*2 • Alleen cameramodellen waarbij Digital Photo Professional wordt vermeld onder 'Gegevenstype' in het gedeelte 'Specificaties', achter in de gebruikershandleiding van de camera.

• Gebruik de speciale toepassing CameraWindow om opnamen van een PowerShot-camera naar een computer te downloaden. Raadpleeg de startershandleiding voor meer informatie.

• Lensaberratiecorrectie kan alleen bij bepaalde camera's en objectieven worden gebruikt.• Het automatisch wissen van stof en andere specifieke EOS DIGITAL-functies kunnen niet worden gebruikt.

• Ook RAW-opnamen die met de PowerShot Pro1 zijn gemaakt, worden ondersteund. Deze kunnen echter niet met de DPP aanpassingsfunctie voor RAW-opnamen worden bewerkt.

Besturings-systeem

Windows 7*1, Windows Vista*2

Windows XP Professional/Home Edition*3

ComputerPc met één van de bovenstaande besturingssystemen vooraf geïnstalleerd* Opgewaardeerde pc's worden niet ondersteund

Processor Pentium-processor met een kloksnelheid van 1,3 GHz of hoger*4

RAM-geheugen Minimaal 1 GB*5

Beeldscherm Schermresolutie: 1024 × 768 pixels of hogerKleurkwaliteit: medium (16 bits) of hoger

Opnametype Extensie

RAW-opnamen RAW-opnamen*1 gemaakt met EOS DIGITAL-camera's, met uitzondering van de EOS DCS1 en EOS DCS3RAW-opnamen*2 gemaakt met PowerShot-camera's

.CR2.TIF

.CRW

JPEG-opnamen Met Exif 2.2, 2.21 of 2.3 compatibele JPEG-opnamen .JPG, .JPEG

TIFF-opnamen Met Exif compatibele TIFF-opnamen .TIF, .TIFF

Page 4: Canon digital professional software

4

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Inhoudsoverzicht

Opnamen downloaden naar de computer Opnamen downloaden door de camera op de

computer aan te sluiten pag. 7

Opnamen downloaden met een kaartlezer pag. 9

RAW-opnamen weergeven en controleren Delen van een opname snel vergroten pag. 11

Opnamen sorteren (selectietekens, classificatie) pag. 18 en pag. 19

Een opname die gelijktijdig als RAW- en JPEG-opname is opgeslagen, als één opname weergeven pag. 22

De opnamen in de lijst met miniatuurweergaven met een hoge resolutie weergeven pag. 23

Opname-informatie controleren (bijvoorbeeld de opnamedatum) pag. 10 en pag. 23

RAW-opnamen bewerken (aanpassen) Helderheid/donkere tinten aanpassen Automatische aanpassing gebruiken De beeldstijl wijzigen

pag. 12 en pag. 26 pag. 33 pag. 26

De kleurovergang en het kleurcontrast verscherpen (contrast) pag. 29

Huidskleurtinten verbeteren (kleurtoon) pag. 29

De kleuren van een opname levendiger maken (verzadiging) pag. 29

Een opname verscherpen (scherpte) pag. 31

Een opname aanpassen voor een natuurlijkere kleurtoon (witbalans) pag. 27

Een opname veranderen in een zwart-witopname of een opname in sepiatinten (monochroom) pag. 30

Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen pag. 38

Een beeldverhouding opgeven die geschikt is voor het papierformaat waarop een opname wordt afgedrukt pag. 38

Stof uit een opname verwijderen pag. 69 en pag. 71

Ongewenste delen van een opname wissen pag. 73

RAW-opnamen automatisch corrigeren met Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) pag. 61

De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen pag. 57

Ruis in een opname reduceren pag. 62

Lensaberratie corrigeren pag. 63

Een beeldstijlbestand gebruiken pag. 59

Opnamen efficiënt bewerken pag. 34

Een opname bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken pag. 53

Meerdere opnamen synchroniseren pag. 54

Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) pag. 55

De instellingen van een aangepaste opname herstellen naar de instellingen op het moment van opname pag. 43

Afdrukken

Goed afdrukken met een Canon-printer pag. 43, pag. 76 en pag. 77

Onderwerpen met een getrouwe kleurreproductie afdrukken

pag. 43, pag. 76 en pag. 77

Afdrukken met de opname-informatie pag. 74

Een lijst met opnameminiaturen afdrukken pag. 75

De kleuren op het scherm en de kleuren op de afdrukken op elkaar afstemmen

pag. 82

Opnamen converteren Een RAW-opname converteren naar een JPEG-opname pag. 42 en pag. 88

Bewerken in Photoshop pag. 73 en pag. 89

Batchverwerkingen uitvoeren pag. 88

Een JPEG-opname bewerken (aanpassen) pag. 92

Page 5: Canon digital professional software

1

5

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Basisbewerkingen

In dit gedeelte komen de basisbewerkingen aan de orde: van het naar de computer downloaden van opnamen die met een camera zijn gemaakt tot het controleren, bewerken, opslaan en afdrukken van een gedownloade RAW-opname.

DPP starten ............................................................... 6Het hoofdvenster .......................................................... 6

Opnamen downloaden naar uw computer................. 7Opnamen downloaden met een kaartlezer................... 9

Een opname weergeven.......................................... 10Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster ...... 10

Het formaat van opnameminiaturen wijzigen ......... 10Een opname vergroten en weergeven in het

bewerkingsvenster...................................................... 11Een bepaald gebied vergroten en weergeven........ 11

Een opname aanpassen.......................................... 12Het toolpalet ............................................................... 12Recepten .................................................................... 12

Een opname opslaan............................................... 13Opslaan ...................................................................... 13

Een opname afdrukken ........................................... 14Afdrukken ................................................................... 14

DPP afsluiten........................................................... 14

Page 6: Canon digital professional software

6

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

DPP startenDubbelklik op het pictogram op het bureaublad.

DPP wordt gestart en het hoofdvenster (venster [Folder/Map]) wordt weergegeven.

Dubbelklik hierop

Hoofdvenster (Venster [Folder/Map])

U kunt de tabbladen in het hoofdvenster gebruiken om het venster [Folder/Map] of [Collection/Collectie] te selecteren. In het venster [Folder/Map] worden de opnamen weergegeven die zich in mappen op de computer bevinden. In het venster [Collection/Collectie] (pag. 36) worden opnamen weergegeven die de gebruiker willekeurig in verschillende mappen heeft geselecteerd en samengevoegd. Tenzij anders vermeld, wordt het venster [Folder/Map] vanaf nu aangeduid als het hoofdvenster.

Het hoofdvenster

Venster [Folder/Map]

Venster [Collection/Collectie]

Page 7: Canon digital professional software

7

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen downloaden naar uw computerSluit de camera met de meegeleverde kabel aan op de computer en download de opnamen die op de geheugenkaart in de camera zijn opgeslagen.Start vanuit DPP de camerasoftware 'EOS Utility' en download de opnamen met deze software.

1 Selecteer de opslaglocatie voor de opnamen. Selecteer de opslaglocatie voor de opnamen in de

mappenstructuur links in het hoofdvenster. Raadpleeg pag. 50 voor het maken van mappen.

2 Start EOS Utility. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start EOS Utility/EOS Utility

starten].

EOS Utility wordt gestart.

3 Sluit uw camera aan op uw computer en schakel de camera in. Sluit de camera met de meegeleverde interfacekabel aan op de

computer en schakel de camera in. Raadpleeg de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische

handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over het aansluiten van de camera op de computer.

Het venster Capture (Vastleggen) van EOS Utility wordt weergegeven.

EOS Utility

Page 8: Canon digital professional software

8

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

4 Klik op de knop [Main Window/Hoofdvenster].

Het hoofdvenster van EOS Utility wordt weergegeven.

5 Download opnamen.

Het downloaden van opnamen wordt gestart.De gedownloade opnamen worden opgeslagen in de map die in

stap 1 is geselecteerd en worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP.

De gedownloade opnamen worden op datum in mappen gesorteerd en opgeslagen.

Klik hierop

Als u opnamen downloadt met EOS Utility, kunt u de opnamen gemakkelijker ordenen omdat deze op datum in mappen worden gedownload, gesorteerd en opgeslagen.

Voordelen van het gebruik van EOS Utility voor het downloaden van opnamen

U kunt EOS Utility niet starten vanuit het venster [Collection/Collectie] (pag. 6 en pag. 36).

Wanneer EOS Utility is gestart vanuit DPP, kunt u de volgende functies niet gebruiken.• Controlevenster (pag. 16)• Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen (pag. 38 en pag. 100)

• Stofwissen (kopieerstempelfunctie) (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107)

• Bestandsnamen batchgewijs wijzigen (naamwijzigingsfunctie) (pag. 90)

• Afdrukken met opname-informatie (pag. 74)• Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) (pag. 75)

• Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint(afdrukken met plug-in) (pag. 43 en pag. 46)

• Opnamen overbrengen naar Photoshop (pag. 73)• Opnamen in een batch opslaan (batchverwerking) (pag. 88)

Page 9: Canon digital professional software

9

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt opnamen ook met een kaartlezer van een ander merk naar de computer downloaden.

1 Plaats de geheugenkaart in de kaartlezer.

2 Open [My Computer/Deze computer] [EOS_DIGITAL] en sleep de map [DCIM] naar [Desktop/Bureaublad].

De map [DCIM] wordt naar uw computer gedownload. Alle opnamen worden opgeslagen in submappen van de map

[DCIM].

Opnamen downloaden met een kaartlezer 3 Geef de opnamen die naar uw computer zijn gedownload weer. Open de map [DCIM] die u naar het bureaublad hebt gekopieerd

en selecteer de map waarin de opnamen zijn opgeslagen.

Opnamen in de map worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP.

Als u de geheugenkaartmap rechtstreeks in DPP selecteert, worden de opnamen in de map in DPP weergegeven zodat u deze kunt controleren.

Opnamen controleren voordat u ze downloadt

Wanneer de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het even duren voordat de opnamen naar uw computer zijn gekopieerd.

Raadpleeg 'Mapstructuur en bestandsnamen op de geheugenkaart' in de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over de [DCIM]-mappenstructuur en de bestandsnamen van opnamen.

Page 10: Canon digital professional software

10

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen die naar uw computer zijn gedownload, worden in het hoofdvenster als een lijst met miniaturen weergegeven. Als u dubbelklikt op een opname, wordt het bewerkingsvenster geopend. Hierin wordt de opname vergroot weergegeven.

Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster

Hoofdvenster Geselecteerde opname roteren

Klik op de opname om deze te selecteren

Miniaturen weergeven van alle opnamen in de map die in de mappenstructuur links in het venster is geselecteerd

Opnamen met het pictogram [ ] zijn videobestanden en kunnen niet in DPP worden weergegeven. Gebruik hiervoor 'ZoomBrowser EX', dat compatibel is met EOS DIGITAL-videobestanden.

Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, staan er te veel bestanden in één map. Verlaag het aantal bestanden in één map door de bestanden bijvoorbeeld te verdelen over een aantal verschillende mappen.

Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een opname die is gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname (pag. 38 en pag. 100).

Raadpleeg pag. 112 voor een overzicht van de functies van het hoofdvenster.

Het formaat van opnameminiaturen wijzigenU kunt het formaat van de opnameminiaturen die in het hoofdvenster worden weergegeven wijzigen en de miniaturen met de bijbehorende opname-informatie weergeven.

Selecteer het menu [View/Beeld] gewenste item.

Het geselecteerde item wordt weergegeven.

Een opname weergeven

Page 11: Canon digital professional software

11

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Het bewerkingsvenster wordt weergegeven.

Het kan enige tijd duren voordat de opname opnieuw is getekend. Klik op [ ] rechtsboven in het bewerkingsvenster om het

bewerkingsvenster te sluiten.

Een opname vergroten en weergeven in het bewerkingsvenster

Dubbelklik hierop

Bewerkingsvenster Toolpalet

Door het menu [View/Beeld] [AF Point/AF-punt] te selecteren in het bewerkingsvenster, kunt u de AF-punten weergeven die in de camera zijn geselecteerd bij het maken van de opnamen. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 121), afbeeldingen waarvoor u een effect hebt geselecteerd anders dan [Shot settings/Opname-instellingen] als correctie van vervorming/aberratie door een fisheye-objectief of waarvoor specifieke instellingen zijn ingesteld tijdens de ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera voor correctie van vervorming en chromatische aberratie.

Raadpleeg pag. 115 voor een overzicht van de functies van het bewerkingsvenster.

Een bepaald gebied vergroten en weergevenDubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten.

Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte). Na enkele ogenblikken wordt de weergave duidelijker.

Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave.

U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie in het toolpalet te slepen.

Dubbelklik hierop

Weergavepositie voor vergroting in het toolpalet

Wijzig de vergrotingsweergave-positie door te slepen

Selecteer het menu [View/Beeld] [200% view/200%-weergave] of [50% view/50%-weergave].

Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100%

Dubbelklik als u de vergroting wilt wijzigen (pag. 80).

Page 12: Canon digital professional software

12

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een opname aanpassenU kunt verschillende elementen van een opname, zoals de helderheid of de beeldstijl, aanpassen met het toolpalet in het bewerkingsvenster. U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname gemakkelijk herstellen met de knop [ ], zelfs als u een verkeerde aanpassing hebt gedaan. Probeer de verschillende aanpassingen uit.Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het aanpassen van de helderheid van een opname beschreven.

De helderheid van de opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de mate van aanpassing.

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opnameSleep de schuifregelaar naar links of rechts

Toolpalet

Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/Toolpalet].

Het toolpalet wordt niet weergegeven

Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet.Bij aanpassingen met het toolpalet (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opnamen keer op keer aanpassen.Zie hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over de verschillende bewerkingen die u met het toolpalet kunt uitvoeren.

In DPP worden alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die met het toolpalet zijn uitgevoerd in de vorm van een 'recept' (pag. 85) bij een opname opgeslagen.

Het toolpalet

Recepten

Raadpleeg pag. 116 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.

Page 13: Canon digital professional software

13

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een opname opslaanAls u de opname zoals hier beschreven opslaat, kunt u alle aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) opslaan bij de RAW-opname.

Selecteer het menu [File/Bestand] [Save/Opslaan].

De aanpassingsgegevens (recept) worden opgeslagen bij de opname.

Met DPP kunt u opnamen desgewenst op de volgende manieren opslaan. Raadpleeg hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over elke manier van opslaan. Save (Opslaan) (pag. 41)

De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en opgeslagen.

Save as (Opslaan als) (pag. 41)De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en de opname wordt als een aparte RAW-opname opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opname blijft ongewijzigd.

Add thumbnail to image and save (Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan)* (pag. 23)Er wordt een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster gemaakt, die bij de opname wordt opgeslagen.De kwaliteit van de opnamen in het hoofdvenster wordt verbeterd en de opnamen worden sneller opnieuw getekend.

Convert and save (Converteren en opslaan) (pag. 42)De aangepaste RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opname blijft ongewijzigd.

Batch process (Batchverwerking) (pag. 88)Meerdere aangepaste RAW-opnamen worden in een batch naar JPEG- of TIFF-opnamen geconverteerd en opgeslagen.De oorspronkelijke RAW-opnamen blijven ongewijzigd.

* Optie beschikbaar in het hoofdvenster.

Opslaan

Page 14: Canon digital professional software

14

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een opname afdrukkenU kunt opnamen afdrukken met een printer. Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het afdrukken van één opname op één vel papier beschreven.

Met DPP kunt u opnamen desgewenst op de volgende manieren afdrukken. Raadpleeg hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over elke afdrukmethode. Eén opname afdrukken (pag. 49) Afdrukken met een inkjetprinter van Canon (pag. 43 en pag. 46) Afdrukken met een professionele Canon-printer (pag. 76) Afdrukken met opname-informatie (pag. 74) Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) (pag. 75)

1 Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Afdrukken].

Het dialoogvenster met de afdrukinstellingen van de printer wordt weergegeven.

2 Druk de opname af. Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in

het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [OK].

Het afdrukken wordt gestart.

Afdrukken

DPP afsluitenSelecteer het menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten] in het hoofdvenster.

DPP wordt afgesloten.

Wanneer u DPP probeert af te sluiten zonder de aangepaste opname op te slaan, wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. Klik op de knop [Yes to all/Ja op alles] om de aanpassingsgegevens (recept) bij alle aangepaste opnamen op te slaan.

Page 15: Canon digital professional software

2

15

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Geavanceerde bewerkingen

In dit hoofdstuk worden meer geavanceerde bewerkingen beschreven, waaronder het op een efficiënte manier controleren van opnamen, verschillende bewerkingsmethoden, het afdrukken van een RAW-opname met een Canon-printer en het sorteren van opnamen.

Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren .................................................................... 16

Opnamen sorteren..................................................... 18Selectietekens toevoegen...................................... 18Classificaties instellen............................................ 18

Opnamen sorteren in het hoofdvenster ..................... 19Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster ...... 19Classificaties instellen in het hoofdvenster ............ 19

Opnamen rangschikken in het hoofdvenster ............. 20Rangschikken op soort .......................................... 20Onbeperkt rangschikken........................................ 21

Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven ....... 22De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren ..... 23Opname-informatie controleren ................................. 23

Een opname bewerken ............................................ 25Het tabblad RAW van het toolpalet............................ 25

Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvenster .......................................................... 25

Helderheid aanpassen............................................... 26Een beeldstijl wijzigen................................................ 26

Beeldstijlbestand.................................................... 27De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen ...... 27De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie................................................................ 28Contrast aanpassen................................................... 29Kleurtoon en verzadiging wijzigen ............................. 29

Monochroom aanpassen ....................................... 30

Aanpassen beeldscherpte .......................................... 31Gedetailleerde instelling van beeldscherpte........... 32

Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp).................... 33

Opnamen efficiënt bewerken................................... 34Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster ...... 34De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven .................................... 36Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie) ........................................................... 36

Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen ...... 38Aanpassingsgegevens toepassen op andere opnamen ..... 41Bewerkingsresultaten opslaan................................. 41

Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan .... 41Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen ........ 42

Opnamen opnieuw bewerken.................................. 43Een opname afdrukken ........................................... 43

Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX....................... 43Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint............................. 46Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter .................................................................... 49

Ordenen van opnamen............................................ 49Een ongewenste opname verwijderen ....................... 49Een map maken voor het opslaan van opnamen....... 50Opnamen verplaatsen ................................................ 50Opnamen in mappen verplaatsen .............................. 51Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer)..... 51

Bladwijzers ordenen ............................................... 51

Page 16: Canon digital professional software

16

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorterenU kunt opnamen die als miniaturen in het hoofdvenster worden weergegeven, vergroten en zo elke opname op een efficiënte manier controleren. Bovendien kunt u selectietekens aan de opnamen toevoegen en opnamen in vijf groepen sorteren.

1 Geef het controlevenster weer. Klik op de knop [Quick check/Controle].

Het controlevenster wordt weergegeven.

2 Klik op de knop [Next/Volgende] of [Previous/Vorige] om van de ene opname die u wilt controleren naar de andere te gaan.

Alle opnamen die in het hoofdvenster worden weergegeven, kunnen in het controlevenster worden gecontroleerd.

Controlevenster

3 Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten.

Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 50%. U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen. Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de

volledige schermweergave. Klik op de knop [OK] om te sluiten.

Dubbelklik hierop

Wanneer het selectievakje [AF Point/AF-punt] is ingeschakeld, kunt u de AF-punten weergeven die bij het maken van de opnamen in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 121) of waarvoor specifieke instellingen zijn ingesteld tijdens de ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera voor correctie van vervorming en chromatische aberratie.

Page 17: Canon digital professional software

17

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Alleen geselecteerde opnamen controlerenU kunt het controlevenster gebruiken om alleen geselecteerde opnamen te controleren door de gewenste opnamen in het hoofdvenster te selecteren en vervolgens stap 1 uit te voeren.

Door de opnamen bladeren met het toetsenbordU kunt ook door de opnamen bladeren met de knop <> of <>.

De schermweergave wijzigen met het toetsenbordU kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.

Bewerkingen uitvoeren met het contextmenuU kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op een opname klikt.

Handige functies in het controlevenster

Als u een opname vergroot, is deze vergroting de helft (50%) van 100% (ware pixelgrootte).

Wanneer een opname is vergroot, kunt u de vergroting wijzigen in 100% (pag. 80).

Raadpleeg pag. 119 voor een overzicht van de functies van het controlevenster.

Page 18: Canon digital professional software

18

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt opnamen sorteren door selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema.

Selectietekens toevoegenGeef de opname weer waaraan u een selectieteken wilt toevoegen en klik vervolgens op een van de tekens [ ] tot [ ].

Opnamen sorteren

Klik hierop

Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het venster weergegeven.

Selectieteken

Klik op de knop [Clear/Wissen] om het selectieteken te verwijderen.

De waarden van de selectietekens die zijn toegevoegd aan opnamen in DPP versie 3.8 of eerder, worden behouden zoals ze zijn.

U kunt selectietekens ook toevoegen in het menu dat wordt weergegeven door in het hoofdvenster met uw rechtermuisknop op een opname te klikken.

Classificaties instellenGeef de opname weer die u wilt classificeren en klik vervolgens op een van de [ ].

Klik (verandert in [ ] nadat u op [ ] klikt)

De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat overeenkomt met de geselecteerde [ ] links boven in het venster.(Venster weergegeven met een classificatie van drie [ ])

Om [Reject/Afwijzen] in te stellen, klikt u op de knop [Reject/Afwijzen]. Klik nogmaals op de knop [Reject/Afwijzen] om te annuleren.

Classificatiepictogram

Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ ] als toen u de instelling maakte rechts van het venster.

Omdat de bestandsstructuur van de opnamegegevens verandert wanneer er een classificatie aan een opname wordt toegevoegd, kan het zijn dat u de opname-informatie niet kunt bekijken in software van derden.

U kunt ook classificaties instellen (inclusief de instelling [Reject/Afwijzen]) in het menu dat wordt weergegeven door in het hoofdvenster met uw rechtermuisknop op een opname te klikken.

Page 19: Canon digital professional software

19

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt opnamen ook sorteren door in het hoofdvenster selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema.

Selectietekens toevoegen in het hoofdvensterSelecteer de opname waaraan u een selectieteken wilt toevoegen en klik vervolgens op een van de tekens [ ] tot [ ] op de werkbalk.

Klik nogmaals op het selectieteken op de werkbalk en verwijder de selectietekens.

Opnamen sorteren in het hoofdvenster

Maak een selectie

Klik hierop

Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het opnamekader weergegeven.

Selectieteken

Classificaties instellen in het hoofdvensterGeef de opname weer die u wilt classificeren en klik vervolgens op een van de tekens [ ] op de werkbalk.

Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ ] als toen u de instelling maakte op de werkbalk.

[Reject/Afwijzen] kan niet worden ingesteld op de werkbalk. Stel [Reject/Afwijzen] in met het menu [Label] of het controlevenster (pag. 18).

Maak een selectie

Klik (verandert in [ ] nadat u op [ ] klikt)

De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat overeenkomt met de geselecteerde [ ] in het opnamekader.(Venster weergegeven met een classificatie van drie [ ] als voorbeeld)

Classificatie-pictogram

Page 20: Canon digital professional software

20

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Houd de toets <Control> ingedrukt en klik op de gewenste opnamen. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.

U kunt een groot aantal opnamen weergeven door de grootte van de miniaturen in te stellen op klein (pag. 10). Door vervolgens het menu [View/Beeld] [Rating/Classificatie] te selecteren en de selectietekens te verwijderen zodat de classificaties niet meer worden weergegeven in het opnamekader, kunt u nog meer miniaturen in het hoofdvenster weergeven.

Meerdere opnamen selecteren in het hoofdvenster

Meerdere miniaturen weergeven in het hoofdvenster

Het menu [Label] kan ook worden gebruikt om selectietekens toe te voegen en classificaties in te stellen.

Door het menu [Edit/Bewerken] [Check mark/Selectieteken] of [Rating/Classificatie] opnameselectiecriteria te selecteren, kunt u de criteria voor geselecteerde of geclassificeerde opnamen verfijnen.

U kunt de classificatie-instellingen die zijn ingesteld in DPP weergeven of wijzigen met andere meegeleverde software of op de EOS 60D-, EOS 600D- of EOS 1100D-camera.• EOS Utility versie 2.9 of hoger:

Classificaties die zijn ingesteld in DPP, worden weergegeven op de miniaturen in het controlevenster. Maar [Reject/Afwijzen] wordt niet weergegeven en u kunt geen classificatie-instellingen wijzigen.

• ZoomBrowser EX versie 6.6 of hoger: Classificaties die zijn ingesteld in DPP, worden weergegeven in het hoofdvenster (voorbeeldmodus) en het controlevenster. U kunt ook classificatie-instellingen wijzigen.

• Op een EOS 60D-, EOS 600D- of EOS 1100D-camera:Classificaties die zijn ingesteld in DPP, worden weergegeven in het weergavescherm. U kunt ook classificatie-instellingen wijzigen. U kunt echter geen instellingen voor [Reject/Afwijzen] weergeven of wijzigen.

U kunt opnamen in het hoofdvenster rangschikken in de volgorde van de selectietekens die u aan opnamen hebt toegevoegd of op basis van de datum en tijd van opname. U kunt opnamen ook onbeperkt rangschikken door deze afzonderlijk te verplaatsen.

Rangschikken op soort

Daarentegen kunt u de classificatie-instellingen ook met DPP weergeven en wijzigen voor foto's in ZoomBrowser EX versie 6.6 of hoger of op een EOS 60D-, EOS 600D- of EOS 1100D-camera.

Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] gewenste item.

De opnamen worden gerangschikt op basis van het geselecteerde item.

Opnamen rangschikken in het hoofdvenster

Page 21: Canon digital professional software

21

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Sorteeritem Omschrijving

Rating: ascending order (Classificatie: oplopende volgorde)

Gesorteerd op volgorde van het kleinste aantal [ ].

Rating: descending order (Classificatie: aflopende volgorde)

Gesorteerd op volgorde van het grootste aantal [ ].

File name (Bestandsnaam)

De opnamen worden in alfanumerieke volgorde (0 t/m 9 A t/m Z) op bestandsnaam gesorteerd.

Shooting Date/Time (Opnamedatum/-tijd)

De opnamen worden in chronologische volgorde gesorteerd op basis van de opnamedatum en -tijd

RAW priority (RAW prioriteit)

De opnamen worden in de volgende volgorde gesorteerd: RAW-opnamen JPEG-opnamen TIFF-opnamen.

Check mark1 (Selectieteken1) - Check mark5 (Selectieteken5)

Opnamen met een selectieteken krijgen prioriteit en worden op numerieke volgorde gesorteerd.

Wanneer de selectietekens 1 t/m 5 zijn ingesteld, worden de opnamen als volgt gesorteerd:Check mark1 (Selectieteken1) geselecteerd: 12345Check mark2 (Selectieteken2) geselecteerd: 23451Check mark3 (Selectieteken3) geselecteerd: 34512Check mark4 (Selectieteken4) geselecteerd: 45123Check mark5 (Selectieteken5) geselecteerd: 51234

Sorteervolgorde van selectietekens

Onbeperkt rangschikkenSleep de opname naar de gewenste locatie.

De opname wordt naar de gewenste locatie verplaatst. U kunt ook meerdere opnamen selecteren (pag. 20) en verplaatsen. De volgorde van gerangschikte opnamen blijft behouden totdat u

DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] [File name/

Bestandsnaam] om terug te keren naar de volgorde voorafgaand aan het rangschikken.

Zelfs als u DPP afsluit of een andere map in de mappenstructuur selecteert, kunt u de volgorde van gerangschikte opnamen behouden.

De volgorde behouden zonder de bestandsnamen van opnamen te wijzigenOp het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] in [Preferences/Voorkeuren] kunt u de volgorde van de opnamen behouden zonder de bestandsnamen te wijzigen (pag. 80).

De volgorde behouden en bestandsnamen van opnamen wijzigenMet de naamwijzigingsfunctie kunt u de volgorde van opnamen behouden en in één keer alle bestandsnamen in de volgorde van de rangschikking wijzigen (pag. 90).

De volgorde van gerangschikte opnamen behouden

Page 22: Canon digital professional software

22

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt een RAW-opname en een JPEG-opname die gelijktijdig zijn gemaakt, weergeven en verwerken als één opname. U kunt ook het aantal opnamen dat in het hoofdvenster wordt weergegeven halveren en het controleren van een groot aantal opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt, stroomlijnen.

1 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/Voorkeuren].

2 Selecteer het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] en schakel [Display only CR2 images for CR2 and JPEG files of the same name/Alleen CR2-opnamen voor CR2- en JPEG-bestanden met dezelfde naam weergeven] in.

De bijgewerkte weergave in het hoofdvenster en de gelijktijdig gemaakte RAW- en JPEG-opname worden als één opname weergegeven met de markering [ ] (pag. 114).

Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven

Opnamen die als één opname kunnen worden weergegeven, zijn opnamen die zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CR2' en JPEG-opnamen gelijktijdig vastlegt. Opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CRW' of '.TIF' vastlegt, kunnen niet als één opname worden weergegeven.

Weergegeven opnameDe RAW-opname wordt in alle vensters weergegeven.

Bewerkte opnameDe inhoud die is aangepast met een functie van DPP (het toolpalet, enz.) wordt alleen toegepast op de RAW-opname. Als u echter de volgende functies hebt gebruikt, worden de aanpassingen op zowel de RAW-opname als de JPEG-opname toegepast.• Een opname verwijderen (pag. 49)• Een opname verplaatsen of kopiëren (pag. 50)• Selectietekens (pag. 18 en pag. 19)• Classificatie (pag. 18 en pag. 19) • Een opname draaien (pag. 112, pag. 119 en pag. 120)• Een miniatuur aan een opname toevoegen en opslaan (pag. 23)

Opnamen die zijn toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie]Wanneer u een opname aan het venster [Collection/Collectie] toevoegt die uit een RAW-opname en een JPEG-opname bestaat, wordt de markering [ ] bij de opname weergegeven. Omdat de RAW-opname en de JPEG-opname feitelijk afzonderlijk worden toegevoegd, neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/Collectie] met 2 toe (pag. 113).

RAW-opnamen met de extensie '.CR2' kunnen als één opname worden weergegeven.

Wanneer één opname wordt weergegeven

Als u in stap 2 [Display only CR2 images for CR2 and JPEG files of the same name/Alleen CR2-opnamen voor CR2- en JPEG-bestanden met dezelfde naam weergeven] uitschakelt, worden de RAW-opname en de JPEG-opname als aparte opnamen weergegeven.

Page 23: Canon digital professional software

23

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Maak een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster en sla de miniatuur bij de opname op. De kwaliteit van de opnamen in het hoofdvenster neemt toe en de opnamen worden sneller opnieuw getekend.

Selecteer alle opnamen en selecteer het menu [File/Bestand] [Add thumbnail to image and save/Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan].

De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren

De kwaliteit van alle JPEG- en TIFF-opnamen neemt toe. Hoewel de opnamekwaliteit ongeacht de grootte van de miniatuur toeneemt (pag. 10), is de verbetering duidelijker zichtbaar wanneer u [Large thumbnail/Grote miniatuur] selecteert dan wanneer u [Medium thumbnail/Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/Kleine miniatuur] selecteert.

De mate waarin de kwaliteit toeneemt

Het toevoegen van een groot aantal opnamen kan enige tijd duren.

1 Selecteer de opname waarvan u de opname-informatie wilt controleren.

2 Klik op de knop [Info].

Het venster met opname-informatie wordt weergegeven (pag. 24).

Opname-informatie controleren

Page 24: Canon digital professional software

24

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

3 Selecteer een tabblad en controleer de informatie.Tabblad [Shooting Information/

Opname-informatie]Tabblad [Metadata/

Metagegevens]

Opname-informatie wordt op het tabblad [Shooting Information/Opname-informatie] weergegeven. De IPTC*-informatie die met Photoshop CS3 of hoger aan de opname is toegevoegd, wordt weergegeven op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. IPTC*-informatie bestaat uit extra opmerkingen bij opnamen, zoals bijschriften en informatie over de fotograaf en de opnamelocatie. De informatie is opgesplitst in 5 categorieën en kan worden bekeken door [Description/Beschrijving], [IPTC Contact/IPTC-contact], [IPTC Image/IPTC-opname], [IPTC Content/IPTC-inhoud] of [IPTC Status/IPTC-status] te selecteren in de keuzelijst op het tabblad [Metadata/Metagegevens].* International Press Telecommunications Council (IPTC)

De inhoud van het tabblad [Shooting Information/Opname-informatie] verschilt per cameramodel.

Overschakelen op een andere weergaveAls in het hoofdvenster een andere opname wordt geselecteerd terwijl het venster met opname-informatie wordt weergegeven, wordt de opname-informatie voor die opname weergegeven.

Verschil met [Thumbnail with information/Miniatuur met informatie]Voor elke opname wordt in het venster met opname-informatie gedetailleerde opname-informatie weergegeven. Als u echter alleen de belangrijkste opname-informatie wilt bekijken, kunt u deze voor elke opname weergeven in het menu [View/Beeld] [Thumbnail with information/Miniatuur met informatie] (pag. 10).

Handige functies in het hoofdvenster

Page 25: Canon digital professional software

25

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een opname bewerkenIn dit gedeelte wordt beschreven hoe u een opname kunt aanpassen met het toolpalet in het bewerkingsvenster.U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname gemakkelijk herstellen met de knop [ ], zelfs als u een verkeerde aanpassing hebt gedaan. Probeer de verschillende aanpassingen uit.In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opnamen met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunt aanpassen en hoe u automatische aanpassingen kunt uitvoeren met het tabblad [RGB] van het toolpalet.

De opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de aanpassingen die zijn uitgevoerd met het toolpalet.

Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/Bewerken] of drukt u op de toetsen <Control> + <Z>.

Bewerkingsvenster Toolpalet

U kunt een opname roteren in het menu [Adjustment/Aanpassen]. U kunt een opname aanpassen en tegelijkertijd de onbewerkte en de

bewerkte versie van de opname met elkaar vergelijken (pag. 53). U kunt meerdere opnamen synchroniseren en bewerken en tegelijkertijd

de bewerkte opnamen met het origineel vergelijken (pag. 54). Raadpleeg pag. 115 voor een overzicht van de functies in het

bewerkingsvenster en pag. 116 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.

Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet.Met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunt u vergelijkbare aanpassingen uitvoeren als met de camera. Als de camera tijdens de opname niet goed was ingesteld of als het resultaat van de opname niet naar verwachting is, kunt u het gewenste resultaat beter benaderen met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet. De functies op dit tabblad zijn vergelijkbaar met de functies van de camera.Alle functies op de tabbladen van het toolpalet, waaronder de functies op het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO], komen aan de orde in hoofdstuk 3. De functies voor automatische aanpassing op het tabblad [RGB] komen hier echter niet aan de orde.

Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvensterAls u op de knop [Tool palette/Toolpalet] (pag. 112) klikt op de werkbalk in het hoofdvenster, wordt een toolpalet weergegeven dat gelijk is aan het toolpalet in het bewerkingsvenster. Hiermee kunt u opnamen bewerken.

Het tabblad RAW van het toolpalet

Page 26: Canon digital professional software

26

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de helderheid van een opname aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de opname helderder te maken en naar links om de opname donkerder te maken.

Helderheid aanpassen

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

Voer een numerieke waarde in

Sleep de schuifregelaar naar links of rechts

Het aanpassingsbereik is -2,0 t/m +2,0 (in stappen van 0,01 bij het invoeren van een waarde).

Als de gemaakte opname niet naar verwachting is, kunt u de beeldstijl wijzigen en zo het beoogde resultaat beter benaderen.Zelfs als u de opname hebt opgeslagen (pag. 41) terwijl [Monochrome/Monochroom] (pag. 30) was geselecteerd, kunt u de beeldstijl op elk gewenst moment wijzigen door een andere beeldstijl dan [Monochrome/Monochroom] te selecteren.

Een beeldstijl wijzigen

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opnameMaak een selectie

Ook als de RAW-opname is gemaakt met een camera zonder beeldstijlinstellingen, kunt u nog steeds een beeldstijl instellen, mits de RAW-opname compatibel is met DPP (pag. 3).

U kunt de instellingen voor [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/Onscherp masker] en [Sharpness/Scherpte] behouden, zelfs als u de beeldstijl (pag. 81) wijzigt.

[Auto] wordt alleen toegepast op opnamen die zijn gemaakt met de EOS 600D. Wanneer een beeldstijl wordt aangepast terwijl er meerdere opnamen zijn geselecteerd, kunt u [Auto] selecteren als er opnamen tussen zitten die met de EOS 600D zijn gemaakt. Maar [Auto] wordt alleen toegepast op opnamen die daadwerkelijk zijn gemaakt met de EOS 600D.

Page 27: Canon digital professional software

27

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

BeeldstijlbestandEen beeldstijlbestand is een uitgebreid beeldstijlfunctiebestand. Raadpleeg pag. 59 voor informatie over het gebruik van beeldstijlbestanden.

Beeldstijl Omschrijving

Standard (Standaard)

De opname heeft levendige kleuren.Deze instelling is doorgaans geschikt voor de meeste opnamen.

Auto (Automatisch)

De kleurtoon wordt aangepast aan het onderwerp. De kleuren zien er levendig uit, vooral bij blauwe luchten, groene gebieden en zonsondergangen in de natuur, buiten en zonsondergangssituaties.

Portrait (Portret)

Voor mooie huidskleurtinten.Gebruik deze instelling voor close-ups van vrouwen en kinderen. Door [Color tone/Kleurtoon] te wijzigen, kunt u de huidskleurtint aanpassen (pag. 29).

Landscape (Landschap)

Voor levendig blauw en groen.Deze instelling is vooral geschikt voor indrukwekkende landschapsfoto's.

Neutral (Neutraal)

Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen.Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die u later wilt aanpassen.

Faithful (Natuurlijk)

Wanneer het onderwerp wordt vastgelegd bij een kleurtemperatuur van 5200 K, wordt de kleur colorimetrisch aangepast aan de kleur van het onderwerp. Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die u later wilt aanpassen.

Monochrome (Monochroom)

Voor zwart-witopnamen.U kunt de opname ook aanpassen met [Filter effect/Filtereffect] of [Toning effect/Toningeffect] (pag. 30).

(In de camera vastgelegd

beeldstijlbestand)

Wordt weergegeven wanneer u een opname selecteert die is gemaakt met het beeldstijlbestand dat in de camera is vastgelegd.De naam van het beeldstijlbestand wordt in de lijst weergegeven tussen ( ).

[Beeldstijlbestand toegepast in DPP]

De naam van de beeldstijl die in DPP is toegepast, wordt weergegeven tussen [ ].

Als de kleurtoon van de opname niet natuurlijk oogt, kunt u de witbalans aanpassen. De kleurtoon natuurlijk laten ogen door de lichtbron in te stellen op het moment dat u bijvoorbeeld bloemen met een lichte kleur vastlegt.

De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

Maak een selectie

Als de kleurtoon van de opname nog steeds niet natuurlijk oogt nadat u de witbalans hebt gewijzigd, kunt u de witbalans aanpassen met automatische witbalanscorrectie (pag. 28).

Nadat u de witbalans hebt aangepast, kunt u de kleurtoon desgewenst verder afstellen met [Color tone/Kleurtoon] (pag. 29).

De kleurtoon wordt niet natuurlijker, ook niet als de witbalans is gewijzigd

Afstellen met kleurtoon

U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans vastleggen (pag. 87) als u [Shot settings/Opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst.

Raadpleeg de instructiehandleiding van uw camera voor meer informatie over de witbalansinstellingen.

Page 28: Canon digital professional software

28

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd.

1

2 Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen.

De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie

Klik hierop

De coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie)

Klik hieropHerstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit.

Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast.

U kunt de automatische witbalanscorrectie beëindigen door met de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te klikken.

Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert.

Als uw opname geen witte gebieden bevat

De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van 5 × 5 vanaf het punt waarop u hebt geklikt.

Page 29: Canon digital professional software

29

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de kleurovergang en de mate van contrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast.

Contrast aanpassen

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

Sleep de schuifregelaar naar links of rechts (9 stappen)

Geeft de waarde van de instelling weer

Schakel [Linear/Lineair] in als u het contrast van afzonderlijke opnamen wilt aanpassen met beeldbewerkingssoftware die over geavanceerde bewerkingsfuncties beschikt. Als het selectievakje [Linear/Lineair] is ingeschakeld, wordt de opname minder scherp weergegeven.

[Linear/Lineair] - Een functie voor geavanceerde aanpassingen

Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 61) werkt niet als u [Linear/Lineair] hebt geselecteerd.

U kunt de huidskleurtint en verzadiging in de hele opname aanpassen.Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag. 26) instelt op [Monochrome/Monochroom], veranderen [Color tone/Kleurtoon] en [Color saturation/Verzadiging] in [Filter effect/Filtereffect] en [Toning effect/Toningeffect] (pag. 30).

Color tone (Kleurtoon): Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het aanpassen van huidskleurtinten. Sleep de schuifregelaar naar rechts om huidskleurtinten geler te maken en naar links om huidskleurtinten roder te maken.

Color saturation (Verzadiging): Met verzadiging wordt de totale kleurdiepte van de opname aangepast. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte.

Kleurtoon en verzadiging wijzigen

Sleep de schuifregelaars naar links of rechts

Geeft de waarden van de instellingen weer

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

Het aanpassingsbereik is –4 t/m +4 (in stappen van 1).

Page 30: Canon digital professional software

30

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag. 26) instelt op [Monochrome/Monochroom], kunt u monochrome foto's maken met effecten die lijken op filteren. Bovendien lijkt het alsof de foto's uit één kleur bestaan.

1 Selecteer [Monochrome/Monochroom] in de keuzelijst [Picture Style/Beeldstijl].

2

Monochroom aanpassen

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

Sleep de schuifregelaars naar links of rechts

Geeft de waarden van de instellingen weer

Filter effect (Filtereffect): Hiermee maakt u een opname waarin het wit van wolken en het groen van bomen in dezelfde monochrome foto wordt benadrukt.

Toning effect (Toningeffect): U kunt een monochrome foto maken waaraan één kleur is toegevoegd.U kunt kiezen uit [None/Geen], [Sepia], [Blue/Blauw], [Purple/Paars] en [Green/Groen].

Filter Voorbeeld van effect

None (Geen) Normale monochrome opname zonder filtereffect.

Yellow (Geel)Blauwe lucht wordt natuurlijker weergegeven en witte wolken zien er helder uit.

Orange (Oranje)Blauwe lucht wordt iets donkerder. De helderheid van de ondergaande zon neemt verder toe.

Red (Rood)Blauwe lucht wordt vrij donker. Herfstbladeren worden duidelijk en helder.

Green (Groen)Huidskleurtinten en lippen worden zachter. De groene bladeren aan bomen worden duidelijk en helder.

Als u de schuifregelaar [Contrast] verder naar rechts verplaatst, is het filtereffect nog groter.

De waarde van [Contrast] verhogen voor een groter filtereffect

Page 31: Canon digital professional software

31

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de algemene sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken. U kunt aanpassingen maken door een van deze twee modi te selecteren, [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/Onscherp masker].

[Sharpness/Scherpte]: Regelt de scherpte van een beeld door de hoeveelheid nadruk op de contouren van een beeld aan te passen. Hoe verder de schuifregelaar [Sharpness/Scherpte] naar rechts wordt geschoven (hoe groter de instelling), des te meer de contouren worden benadrukt voor een scherper beeld.

[Unsharp mask/Onscherp masker]: Past de scherpte van een beeld in meer detail

aan.[Strength/Sterkte]: Geeft de hoeveelheid nadruk op de contouren

van het beeld aan. Hoe verder de schuifregelaar naar rechts wordt geschoven (hoe groter de instelling), des te meer de contouren van het beeld worden benadrukt voor een scherper beeld.

[Fineness/Details]: Geeft de details weer van de benadrukte contouren. Hoe verder de schuifregelaar naar links wordt geschoven (hoe kleiner de instellen), des te meer detail kan worden benadrukt.

[Threshold/Drempel]: Bepaalt hoeveel verschil in contrast er zou moeten zijn in vergelijking met de omgeving vóór het benadrukken van de contouren.

Aanpassen beeldscherpte Selecteer [Sharpness/Scherpte] in de keuzelijst en kies een instelling.

Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname

Sleep de schuifregelaar naar links of rechts

Geeft de waarde van de instelling weer

Selecteer [Sharpness/Scherpte]

Het aanpassingsbereik is 0 t/m 10 (in stappen van 1).

Page 32: Canon digital professional software

32

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Gedetailleerde instelling van beeldscherpteSelecteer [Unsharp mask/Onscherp masker] in de keuzelijst en kies een instelling.

Sleep de schuifregelaar naar links of rechts

Geeft de waarden van de instellingen weer

Selecteer [Unsharp mask/Onscherp masker]

Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [200% view/200%-weergave], [100% view/100%-weergave] of [50% view/50%-weergave]. Als de weergave is ingesteld op [Fit to window/Aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), kan het effect van de aanpassing onnatuurlijk lijken.

De effecten van de aanpassing van de scherpte komen onnatuurlijk over

Page 33: Canon digital professional software

33

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U maakt van de opname een optimale standaardopname door de kleurtooncurve automatisch te laten aanpassen (pag. 127). U kunt de mate waarin automatische aanpassing plaatsvindt, instellen op 'Standaard' of 'Hoog'.

Klik op het tabblad [RGB] en klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing. Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor

de meeste opnamen. Hoog: Gebruik deze instelling als het effect van de standaard

automatische aanpassing niet groot genoeg is.

De kleurtooncurve wordt op basis van de ingevoerde wijzigingen aangepast.

Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)

De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld

Hoog

Standaard

Bij de volgende opnamen is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting:• Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting• Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is• Opnamen die te donker zijn• Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt

Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)

Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 96).

Page 34: Canon digital professional software

34

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen efficiënt bewerken

De weergave van miniaturen en het bewerkingsvenster worden gecombineerd en opnamen kunnen efficiënt worden bewerkt. U kunt snel wisselen tussen de opnamen die u wilt bewerken. U selecteert de opnamen die u wilt bewerken vooraf in het hoofdvenster.

1 Selecteer de opnamen die u wilt bewerken in het hoofdvenster.

2 Schakel over naar het beeldbewerkingsvenster.

In plaats van het hoofdvenster wordt nu het beeldbewerkingsvenster weergegeven.

Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster

Klik hierop

3 Bewerk de opname.

Het kan enige tijd duren voordat de opname opnieuw is getekend. Hetzelfde toolpalet als dat in het bewerkingsvenster wordt

weergegeven en u kunt de opname bewerken. Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt

maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/Bewerken] of drukt u op de toetsen <Control> + <Z>.

De grootte wijzigenBeeldbewerkings-venster

Selecteer de opname die u wilt bewerkenDe geselecteerde opname wordt midden in het venster als een vergroting weergegeven.

Door in het bewerkingsvenster het menu [View/Beeld] [AF Point/AF-punt] te selecteren, kunt u de AF-punten weergeven die op het moment van opname in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 121), afbeeldingen waarvoor u een effect hebt geselecteerd anders dan [Shot settings/Opname-instellingen] als correctie van vervorming/aberratie door een fisheye-objectief of waarvoor specifieke instellingen zijn ingesteld tijdens de ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera voor correctie van vervorming en chromatische aberratie.

Page 35: Canon digital professional software

35

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

4 Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten.

Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte).

U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie (pag. 116) in het toolpalet te slepen.

Dubbelklik nogmaals om terug te keren naar de volledige schermweergave ([Fit to window/Aanpassen aan venster]).

Klik op de knop [Main window/Hoofdvenster] op de werkbalk om terug te keren naar het hoofdvenster.

Dubbel-klik hierop

Klik op [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%-weergave] op de werkbalk.

Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100%

U kunt de weergave van het toolpalet wijzigen (pag. 81). Dubbelklik als u de vergroting wilt wijzigen (pag. 80). In het beeldbewerkingsvenster kunt u opnamen uit slechts één

map selecteren. Raadpleeg 'Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie) (pag. 36) als u opnamen in meerdere mappen wilt bewerken.

Raadpleeg pag. 120 voor een overzicht van de functies van het beeldbewerkingsvenster.

Page 36: Canon digital professional software

36

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Selecteer het menu [View/Beeld] [Change thumbnail position/Positie miniatuur wijzigen].

Als u [Change thumbnail position/Positie miniatuur wijzigen] nogmaals selecteert, worden de miniaturen weer onder elkaar weergegeven.

De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven U kunt willekeurig geselecteerde opnamen verzamelen in het venster [Collection/Collectie] om ze te bekijken, vergelijken en bewerken. U kunt opnamen uit een of meerdere mappen verzamelen, zodat u er op een efficiënte manier mee kunt werken.

1 Selecteer opnamen in het venster [Folder/Map] in het hoofdvenster en selecteer het menu [File/Bestand] [Add to collection/Toevoegen aan collectie].

De geselecteerde opnamen worden aan het venster [Collection/Collectie] toegevoegd en het aantal geselecteerde opnamen wordt op het tabblad [Collection/Collectie] weergegeven.

Wanneer u een opname toevoegt die uit een RAW- en JPEG-opname bestaat (pag. 22), neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/Collectie] met 2 toe.

U kunt verschillende opnamen selecteren en toevoegen aan het venster [Collection/Collectie].

U kunt opnamen ook aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen door opnamen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Add to collection/Toevoegen aan collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.

U kunt maximaal 1000 opnamen aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen.

Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie)

Page 37: Canon digital professional software

37

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

2 Selecteer het tabblad [Collection/Collectie].

De geselecteerde opnamen worden in het venster [Collection/Collectie] weergegeven.

3 Controleer de opnamen die in het venster [Collection/Collectie] worden weergegeven.

4 Bewerk de opnamen. U kunt de opnamen die in het venster [Collection/Collectie]

worden weergegeven nu bewerken.Opnamen in het venster [Collection/Collectie] blijven in het venster

[Collection/Collectie] staan, zelfs als DPP wordt afgesloten.

Willekeurig geselecteerde opnamen verwijderenSelecteer eerst de opnamen die u wilt verwijderen in het venster [Collection/Collectie] en vervolgens [Remove from collection/Verwijderen uit collectie] in het menu [File/Bestand]. (U kunt opnamen ook uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen door de opnamen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Remove from collection/Verwijderen uit collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u een opname uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijft de oorspronkelijke opname ongewijzigd.

Alle opnamen verwijderenSelecteer [Clear collection/Collectie wissen] in het menu [File/Bestand]. (U kunt ook alle opnamen verwijderen vanuit het venster [Collection/Collectie] door één opname te selecteren, met uw rechtermuisknop te klikken en [Clear collection/Collectie wissen] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.)Let op: ook als u alle opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijven de oorspronkelijke opnamen ongewijzigd.

Opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen

Wijzigingen in de opname worden toegepast op de oorspronkelijke opnameAlle wijzigingen die u in het venster [Collection/Collectie] in opnamen aanbrengt, worden toegepast op de oorspronkelijke opname.

U kunt opnamen die worden weergegeven in het venster [Collection/Collectie] op dezelfde manier rangschikken als in het venster [Folder/Map] (pag. 20 en pag. 21). Zelfs als u DPP afsluit, kunt u de volgorde van gerangschikte opnamen behouden door het selectievakje [Retain sort order/Sorteervolgorde behouden] in te schakelen op het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 80).

De volgende bewerkingen kunnen niet in het venster [Collection/Collectie] worden uitgevoerd.• EOS Utility starten (pag. 7) of mappen met EOS Utility

synchroniseren • De naam van opnamebestanden batchgewijs wijzigen (pag. 90)

Page 38: Canon digital professional software

38

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassenU kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt.

1 Selecteer de opname die u wilt bijsnijden.

2 Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Klik op de knop [Trimming Angle/Bijsnijden Hoek].

Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt.Er kan worden bewerkt zodra het beeld duidelijk wordt

weergegeven in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

3 Pas de hoek van de opname naar wens aan.

Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven.

Als u lensaberratie wilt corrigeren, wordt het aangeraden om [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] uit te voeren voordat de hoek van de opname wordt aangepast.

Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader.

Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie.

Venster voor bijsnijden/aanpassen hoek

Pas de hoek aan met de muis (klik op /) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden)

Klik (opname naar links of rechts roteren in stappen van 90 graden)

Slepen* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden)

Grootst mogelijk bijsnijdings-kader

* U kunt de hoek van opnamen die groter zijn dan 9999 x 6666 pixels niet aanpassen.

Page 39: Canon digital professional software

39

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

4 Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdingskader.

U kunt het bijsnijdingskader verslepen. Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept

u de vier hoeken van het kader. Overzicht van beeldverhoudingen (breedte : hoogte)

Annuleren

Selecteer een verhouding voor het bijsnijdenSleep het bijsnijdings-kader

[Free/Vrij]: U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren.

[Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding.

5 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het bijsnijdingskader wordt in de bijgesneden opname

weergegeven (pag. 114).Als de bijgesneden opname in een bewerkingsvenster of het

beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven.

Page 40: Canon digital professional software

40

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellenEen bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' (pag. 43) uit te voeren.

Weergave van de bijgesneden opname in elk venster• Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt op de opname

weergegeven (pag. 114).• Bewerkingsvenster: De bijgesneden opname wordt weergegeven.• Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het

hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster.

Een bijgesneden opname afdrukkenU kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP.

Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een bijgesneden opnameDe bijgesneden RAW-opname wordt blijvend een bijgesneden opname nadat deze als een JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen (pag. 42).

Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden opnamenWanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een RAW-opname die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D is gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen.Maar wanneer een JPEG-opname is gemaakt met een beeldverhouding van [4:3], [16:9] of [1:1] ingesteld met de EOS 60D of EOS 600D, kan het bijsnijdingskader niet worden gewijzigd noch worden teruggezet op de hoedanigheid vóór bijsnijden, omdat het beeld daadwerkelijk wordt bijgesneden en opgeslagen met de ingestelde verhouding.Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 122).

Bijgesneden opnamen

De schermweergave wijzigen met het toetsenbordU kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter> of de toets <F11>.

Bewerkingen uitvoeren met het contextmenuU kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt.

Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opnameU kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken].Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere opnamen wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere opnamen waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven.Als u meerdere opnamen wilt selecteren in het hoofdvenster, klikt u op de opnamen terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.

Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

Raadpleeg pag. 122 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

Page 41: Canon digital professional software

41

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Aanpassingsgegevens toepassen op andere opnamenU kunt de aanpassingsgegevens (recept) van een opname die is aangepast met het toolpalet kopiëren en toepassen op andere opnamen.U kunt opnamen op een efficiënte manier bewerken door één opname aan te passen en de resultaten hiervan toe te passen op meerdere opnamen die onder soortgelijke opnameomstandigheden zijn gemaakt.

1 Selecteer de aangepaste opname en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Copy recipe to clipboard/Recept naar klembord kopiëren].Het recept wordt gekopieerd.

2 Selecteer de opname waarop u het recept wilt toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Paste recipe/Recept plakken].Het recept wordt op de opname toegepast.

Het recept (pag. 85) kan los van de opname als een apart bestand worden opgeslagen en worden geladen en op een andere opname toegepast (pag. 86).

Bewerkingsresultaten opslaan

Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. 38) kan bij een RAW-opname of in een aparte RAW-opname worden opgeslagen.De aanpassingen die met het toolpalet zijn gedaan (pag. 56 t/m pag. 68) en de stofwisdata waarover wordt gesproken in hoofdstuk 3 (pag. 69 t/m pag. 73), kunnen ook bij een RAW-opname worden opgeslagen.

Selecteer het menu [File/Bestand] gewenste item.

Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen.

Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan

Page 42: Canon digital professional software

42

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Als u een RAW-opname wilt weergeven, bewerken en afdrukken met andere software dan DPP, dient u de opname naar een meer veelzijdige JPEG- of TIFF-opname te converteren en op te slaan.De opname wordt als een aparte opname opgeslagen dus de RAW-opname blijft ongewijzigd.

1 Selecteer de opname die u wilt converteren.

2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Convert and save/Converteren en opslaan].

Het venster [Convert and save/Converteren en opslaan] wordt weergegeven.

3 Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Save/Opslaan]. Standaard wordt de opname geconverteerd naar en opgeslagen als een

JPEG-opname met de hoogste opnamekwaliteit, zonder dat het formaat van de opname wordt gewijzigd. Desgewenst kunt u de instellingen wijzigen.

Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen

De RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en als een nieuwe opname op de opgegeven locatie opgeslagen.

Klik om op te slaan

Selecteer de opslaglocatie

Voer een bestandsnaam in en selecteer een opnametype

De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen.Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd.Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om opnamen te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-opnamen.

De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt

Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 38) of een opname waaruit stof is verwijderd zoals beschreven in hoofdstuk 3 (pag. 69 t/m pag. 73), blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd.

U kunt de ruis reduceren die optreedt wanneer u een opname naar JPEG converteert en opslaat (pag. 78 en pag. 79).

U kunt meerdere opnamen in een batch converteren en opslaan (pag. 88). Raadpleeg pag. 121 voor een overzicht van de functies in het

venster [Convert and save/Converteren en opslaan].

Page 43: Canon digital professional software

43

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen opnieuw bewerkenWanneer opnamen worden bewerkt met het toolpalet (pag. 25 t/m pag. 33), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Daarnaast wordt de informatie over het bijsnijdingskader van een bijgesneden opname (pag. 38) gewoon bij de opname opgeslagen.U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. 41), zoals het bijsnijdingskader, ongedaan maken en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname herstellen.

1 Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken.

2 Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] gewenste item.

De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld.

Een opname afdrukkenIn dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u foto's met een hoge resolutie gemakkelijk kunt afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint (afdruksoftware van Canon). Daarnaast komt aan de orde hoe u foto's kunt afdrukken met andere printers.

Ga naar de pagina voor de printer die u gebruikt. Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met

Easy-PhotoPrint EX (zelfde pagina) Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met

Easy-PhotoPrint (pag. 46) Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter

(pag. 49)

U kunt de volgende afdrukbewerkingen voor foto's uitvoeren met Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met Easy-PhotoPrint EX (hierna 'EPP EX' genoemd): RAW-opnamen met eenvoudige kleuren afdrukken Afdrukken met getrouwe kleuren

Voor deze afdrukbewerking moet EPP EX versie 1.1 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd.

Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX

Page 44: Canon digital professional software

44

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

1 Selecteer de opname die u wilt afdrukken.

2 Start EPP EX. Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken

met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint EX/Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX].

EPP EX wordt gestart.

3 Selecteer in het EPP EX-venster het menu [File/Bestand] [Preferences/Voorkeuren].

Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.

4 Selecteer bij [Print Quality/Afdrukkwaliteit] [Quality Priority/Hoge kwaliteit] en klik op de knop [Option/Optie]. Schakel vervolgens in het dialoogvenster dat daarna verschijnt het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.

Selecteer Quality Priority (Hoge kwaliteit)

Schakel het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.

Page 45: Canon digital professional software

45

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

5 Selecteer het tabblad [Advanced/Geavanceerd], schakel het selectievakje [Enable ICC profile/ICC-profiel inschakelen] in en klik vervolgens op de knop [OK].Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt afgesloten.

6 Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en klik op [Select Paper/Papier selecteren].

Klik hierop om meer exemplaren af te drukken.

EPP EX

Klik hierop

7 Selecteer het type papier en klik vervolgens op de knop [Layout/Print/Lay-out/afdrukken].

8Selecteer de lay-out en klik op de knop [Print/Afdrukken].

Het afdrukken wordt gestart.

Selecteer papier-formaat en -soort

Klik hierop

Klik om af te drukken

Selecteer de lay-out

Page 46: Canon digital professional software

46

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukkenU kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken.

De kleur van de afdruk is niet naar verwachtingSelecteer [Preferences/Voorkeuren] in het menu [File/Bestand] van het EPP EX-venster en klik vervolgens op het tabblad [Advanced/Geavanceerd] in het venster [Preferences/Voorkeuren] om het tabblad [Advanced/Geavanceerd] weer te geven.Selecteer [Enable ICC profile/ICC-profiel inschakelen] in [Color correction for printing/Kleurcorrectie voor afdrukken] op het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en druk af met de instelling [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 128).

Afdrukken met getrouwe kleurenAls de kleurruimte (pag. 128) is ingesteld op sRGB of Adobe RGB (pag. 73 en pag. 82), wordt deze kleurruimte automatisch van DPP naar EPP EX verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken.Als de kleurruimte is ingesteld op Apple RGB of ColorMatch RGB, wordt de opname afgedrukt met een sRGB-kleurruimte. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Wide Gamut RGB, wordt er afgedrukt met een Adobe RGB-kleurruimte.

Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductieAls u de instelling voor kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) instelt op Adobe RGB en de opname met een Canon-inkjetprinter afdrukt, wordt het kleurenreproductiebereik groter en worden vooral groen en blauw levendig gereproduceerd.

Aanvullende informatie

Voordelen van afdrukken met EPP EX

DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 76).

U kunt de volgende afdrukbewerkingen voor foto's uitvoeren met Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met Easy-PhotoPrint (hierna 'EPP' genoemd): RAW-opnamen met eenvoudige kleuren afdrukken Afdrukken van hoge kwaliteit maken met het

kleurenreproductiebereik van Adobe RGB en een Canon-inkjetprinter

Voor deze afdrukbewerking moet EPP versie 3.5 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Wanneer u gebruikmaakt van een inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX, verdient het aanbeveling af te drukken met Easy-PhotoPrint EX (pag. 43).

1 Selecteer de opname die u wilt afdrukken.

2 Start EPP. Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met

plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint/Afdrukken met Easy-PhotoPrint].

EPP wordt gestart.

Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint

Page 47: Canon digital professional software

47

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

3 Selecteer in het EPP-venster het menu [File/Bestand] [Preferences/Voorkeuren].

Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.

4 Selecteer in [Print Quality/Afdrukkwaliteit] de optie [Quality Priority/Hoge kwaliteit].

Selecteer Quality Priority (Hoge kwaliteit)

5 Selecteer het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en controleer of de opnamecompensatiefunctie van EPP is uitgeschakeld. Als de opnamecompensatiefunctie van EPP niet is

uitgeschakeld, worden de kleuren tijdens het afdrukken van de opnamen mogelijk niet juist gereproduceerd.

6 Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en klik op [Next/Volgende].

Schakel indien nodig het selectie-vakje uit

Klik om het venster te sluiten

Klik hierop

Klik hierop om meer exemplaren af te drukken.

Page 48: Canon digital professional software

48

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

7 Controleer of de opnamecompensatiefunctie is uitgeschakeld, selecteer de papiersoort en klik op [Next/Volgende].

8Selecteer de lay-out en klik op [Print/Afdrukken].

Het afdrukken wordt gestart.

Schakel indien nodig de selectievakjes uit

Selecteer de papiersoort

Klik hierop

Klik om af te drukken

Selecteer de lay-out

Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukkenU kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken.

De kleur van de afdruk is niet naar verwachtingStel [Rendering intents when using Easy-PhotoPrint/Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint] (pag. 82) in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 128) en druk de opname af.

Als u de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) instelt op Adobe RGB en de opname met een Canon-inkjetprinter afdrukt, wordt het kleurenreproductiebereik groter en worden vooral groen en blauw levendig gereproduceerd. Als de kleurruimte is ingesteld op Apple RGB of ColorMatch RGB, wordt de opname afgedrukt met een sRGB-kleurruimte. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Wide Gamut RGB, wordt er afgedrukt met een Adobe RGB-kleurruimte.

Aanvullende informatie

Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie

DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 76).

Page 49: Canon digital professional software

49

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Het is mogelijk om één opname per vel af te drukken.

1 Selecteer de opname die u wilt afdrukken.

2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Afdrukken].

Het dialoogvenster [Print/Afdrukken] wordt weergegeven.

3 Stel de optie voor het afdrukken van foto's in en druk de opname af. Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in

het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [OK].

Het afdrukken wordt gestart.

Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter

Ordenen van opnamenIn dit gedeelte wordt beschreven hoe u ongewenste opnamen kunt verwijderen, mappen kunt maken voor het opslaan van opnamen en hoe u opnamen kunt verplaatsen, kopiëren en ordenen.

Houd er rekening mee dat verwijderde opnamen niet kunnen worden teruggehaald.

1 Selecteer een ongewenste opname in het hoofdvenster.

2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Delete/Verwijderen].

Het dialoogvenster [Confirm File Delete/Verwijderen van bestand bevestigen] wordt weergegeven.

3 Klik op de knop [Yes/Ja].De opname wordt in de [Recycle Bin/Prullenbak] geplaatst en uit DPP verwijderd. De opnamen worden definitief verwijderd wanneer de bewerking

[Empty Recycle Bin/Prullenbak leegmaken] wordt uitgevoerd voor de [Recycle Bin/Prullenbak] op het bureaublad.

Een ongewenste opname verwijderen

Page 50: Canon digital professional software

50

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt een map maken waarin u uw opnamen kunt sorteren.

1 Selecteer in de mappenstructuur de locatie waar u de nieuwe map wilt maken.

2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Create new folder/Nieuwe map maken].

Het dialoogvenster [Create new folder/Nieuwe map maken] wordt weergegeven.

3 Voer een mapnaam in en klik op de knop [OK].De nieuwe map wordt gemaakt in de map die u in stap 1 hebt geselecteerd.

Een map maken voor het opslaan van opnamenU kunt opnamen naar een aparte map verplaatsen of kopiëren en de opnamen op opnamedatum of thema sorteren.

Sleep de opname die u wilt verplaatsen of kopiëren. Verplaatsen: Sleep de opname naar de gewenste map en laat

de muisknop los. Kopiëren: Houd de toets <Control> ingedrukt, sleep de

opname naar de gewenste map en laat de muisknop en de toets <Control> los.

De opnamen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.

Opnamen verplaatsen

Page 51: Canon digital professional software

51

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt mappen met opnamen verplaatsen of kopiëren en de opnamen op map sorteren.

Sleep de map die u wilt verplaatsen of kopiëren. Verplaatsen: Sleep de map naar de doelmap en laat de

muisknop los. Kopiëren: Houd de toets <Control> ingedrukt, sleep de map

naar de doelmap en laat de muisknop en de toets <Control> los.

De mappen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.

Opnamen in mappen verplaatsenU kunt mappen die u vaak gebruikt vastleggen in bladwijzers.U geeft vastgelegde mappen weer door op het menu [Bookmark/Bladwijzer] te klikken.

Bladwijzers ordenenU kunt een map die in [Bookmark/Bladwijzer] is vastgelegd verwijderen of hernoemen.

1 Selecteer de map waarvoor u een bladwijzer wilt instellen.

2 Selecteer het menu [Bookmark/Bladwijzer] [Add/Toevoegen].De map die u in stap 1 hebt geselecteerd, wordt vastgelegd in

het menu [Bookmark/Bladwijzer]. Selecteer een vastgelegde map in het menu [Bookmark/

Bladwijzer] om de opnamen in de geselecteerde map in het hoofdvenster weer te geven.

Selecteer het menu [Bookmark/Bladwijzer] [Organize/Ordenen].Het venster [Sort bookmarks/Bladwijzers sorteren] wordt weergegeven

en u kunt de naam van de map wijzigen of mappen verwijderen.

Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer)

Maak een selectie

Page 52: Canon digital professional software

3

52

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken

In dit hoofdstuk komen verschillende voorkeursinstellingen aan de orde, waaronder instellingen voor geavanceerde aanpassing van opnamen, automatisch stof wissen, verschillende afdrukfuncties en kleurbeheer. Deze functies zijn bedoeld voor gebruikers met ervaring in het gebruik van commerciële beeldbewerkingssoftware.

Opnamen bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken ......................... 53

De splitsing van het venster wijzigen......................... 53

Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijken ................................................................ 54

Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw)...... 55

Geavanceerde bewerkingen .................................... 56De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ...... 56De witbalans instellen met het kleurenwiel ................ 56Het dynamisch bereik aanpassen.............................. 57De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen ...... 57Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)........ 58

Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking........ 59Een beeldstijlbestand gebruiken................................ 59Het tabblad RGB van het toolpalet ............................ 60

Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken................ 61

Ruis reduceren......................................................... 62

Lensaberratie corrigeren .......................................... 63Compatibele camera's ............................................... 63Compatibele objectieven ........................................... 63Correcties aanbrengen .............................................. 65

Effecten van correctie van vervorming/aberratie voor

fisheye-objectieven ...................................................... 66De schuifregelaar Shooting distance information

(Informatie opnameafstand) ....................................... 68Meerdere opnamen tegelijk corrigeren....................... 68

Automatisch stof wissen .......................................... 69Compatibele camera's................................................ 69Automatisch stof wissen in het hoofdvenster...................... 70

Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) ................ 71Ongewenste delen van een opname wissen

(kopieerstempelfunctie) .............................................. 73

Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop ....... 73

De te gebruiken kleurruimte instellen ...................... 73

Afdrukken met opname-informatie .......................... 74

Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel) ................................................. 75

RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer.................................................................... 76

Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter ........ 76Afdrukken met een printer voor grote formaten van

Canon......................................................................... 77

Voorkeuren opgeven ............................................... 78General settings (Algemene instellingen)................... 78View settings (Weergave-instellingen) ....................... 80Tool Palette (Toolpalet) .............................................. 81Color management (Kleurbeheer) .............................. 82

Page 53: Canon digital professional software

53

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijkenU kunt de onbewerkte en de bewerkte versie van een aangepaste opname in één venster weergeven en aanpassingen uitvoeren waarvan u het resultaat direct kunt bekijken.

1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Before/after comparison/Voor/na vergelijking] in het bewerkingsvenster.

De opname wordt gesplitst in een linker- en een rechtervenster. In het rechtervenster wordt de bewerkte versie van de opname weergegeven.

2 Wijzig de opnameweergave. Selecteer het menu [View/Beeld] [Change up/down/left/right/

Boven/onder/links/rechts wisselen] [Up/down/Boven/onder].

De twee opnamen worden nu onder elkaar weergegeven. De bewerkte versie van de opname wordt in het onderste venster weergegeven.

Met dezelfde handeling kunnen opnamen ook in het bewerkingsvenster worden weergegeven.

U kunt één opname in tweeën gesplitst weergeven.

Selecteer in het bewerkingsvenster het menu [View/Beeld] [Display mode/Weergavemodus] [Split single image/Opname splitsen].

Eén opname wordt gesplitst en links en rechts, of onder en boven in het scherm weergegeven.

Als u wilt overschakelen van boven en onder in het scherm naar links en rechts in het scherm, voert u dezelfde bewerking uit als in stap 2 links op deze pagina.

De splitsing van het venster wijzigen

Page 54: Canon digital professional software

54

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijkenU kunt de weergavepositie van meerdere bewerkingsvensters synchroniseren en opnamen aanpassen en tegelijkertijd de bewerkte opnamen met elkaar vergelijken.

1 Geef de opnamen die u wilt vergelijken weer in het bewerkingsvenster.

2 Lijn de opnamen uit. Selecteer het menu [Window/Venster] [Arrange vertically/Verticaal

schikken] of [Arrange horizontally/Horizontaal schikken].De bewerkingsvensters worden uitgelijnd.

3 Selecteer het menu [Window/Venster] [Synchronize/Synchroniseren].

4 Vergroot de opname. Vergroot een van de bewerkingsvensters en geef dit weer.

De overige bewerkingsvensters worden ook in dezelfde positie en met dezelfde vergrotingsverhouding weergegeven.

5 Verplaats de weergavepositie.Als u in één van de bewerkingsvensters de weergavepositie

verplaatst, wordt de vergrotingsweergavepositie in de andere bewerkingsvensters ook gewijzigd.

Selecteer nogmaals het menu [Window/Venster] [Synchronize/Synchroniseren] als u het synchroniseren wilt annuleren.

Alleen de vergrotingsweergavepositie en de vergrotingsverhouding worden gesynchroniseerd. Aanpassingen in de opnamen worden niet gesynchroniseerd.

Page 55: Canon digital professional software

55

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw)U kunt in zowel het belichte deel als het schaduwdeel een waarschuwing instellen. Dit is handig voor het controleren van de lichte en donkere gebieden en om te voorkomen dat een opname te veel wordt aangepast. Op plaatsen waar de opname het ingestelde bereik overschrijdt, kunt u het belichte deel in rood en het schaduwdeel in blauw weergeven.

1 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/Voorkeuren].

2 Selecteer het tabblad [View settings/Weergave-instellingen].

3 Voer de waarschuwingswaarde voor [Highlight/Belichting] en [Shadow/Schaduw] in.

4 Klik op [OK] om het venster te sluiten.

5 Geef het bewerkingsvenster weer.

6 Selecteer het menu [View/Beeld] [Highlight/Belichting]. Selecteer op dezelfde wijze [Shadow/Schaduw].Als er op de geopende opname een gebied is dat de waarde die

u in stap 3 hebt ingevoerd overschrijdt, wordt het belichte deel van dat gebied rood en het schaduwgebied blauw weergegeven.

Met dezelfde bewerking kunt u de waarschuwing ook weergeven in het beeldbewerkingsvenster.

Page 56: Canon digital professional software

56

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Geavanceerde bewerkingenIn dit gedeelte komen de toolpaletfuncties voor geavanceerde aanpassingen in het bewerkingsvenster aan de orde.In dit gedeelte komen aanpassingen aan de orde die met de geavanceerde functies op het tabblad [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet worden uitgevoerd.

U kunt de witbalans aanpassen door een numerieke waarde voor de kleurtemperatuur in te stellen.

1 Selecteer [Color temperature/Kleurtemperatuur] in de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans aanpassen].

2 Stel de kleurtemperatuur in.

De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur

Geeft de waarde van de instelling weer

Sleep de schuifregelaar naar links of rechts

Het aanpassingsbereik is 2500 t/m 10.000 K (in eenheden van 100 K).

U kunt de witbalans instellen door de cursor te verplaatsen in de richting van de kleur die in het kleurenwiel wordt weergegeven.

1 Klik op de knop [Tune/Instellen] op het tabblad [RAW] van het toolpalet.

2 Sleep het punt om de witbalans in te stellen. U kunt uw aanpassing bovendien nog nauwkeuriger instellen

door de aanpassingswaarden rechtstreeks in te voeren.

De witbalans instellen met het kleurenwiel

Voer de gewenste waarden in

Sleep

Als u aanpassingsresultaten als een persoonlijke witbalans wilt opslaan (pag. 87), selecteert u een andere instelling dan [Shot settings/Opname-instellingen] in de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans aanpassen] en stemt u de witbalans vervolgens precies af met het kleurenwiel. U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans opslaan als u [Shot settings/Opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst en de witbalans hebt aangepast.

Het aanpassingsbereik van de kleurtoon is 0 t/m 359 (numerieke waarden in stappen van 1) en het aanpassingsbereik van de verzadiging is 0 t/m 255 (numerieke waarden in stappen van 1).

Page 57: Canon digital professional software

57

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen.

Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.

Het dynamisch bereik aanpassen

Naar links of rechts verplaatseninvoerniveau lichtpunten

Naar links of rechts verplaatseninvoerniveau schaduwpunten

Omlaag verplaatsenuitvoerniveau lichtpunten

Omhoog verplaatsenuitvoerniveau schaduwpunten

In een opname kunt u de helderheid van schaduwen en lichte delen aanpassen. Door de helderheid van schaduwen en lichte delen in een opname te beperken, kunt u het effect van afgesneden schaduwen en lichte delen verminderen.

De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen

Sleep de schuifregelaars naar links of rechts

Page 58: Canon digital professional software

58

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. 127).

1 Selecteer het tabblad [RGB] in het toolpalet.

2 Selecteer de kleurtooncurvemodus en de interpolatiemethode.

Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)

Klik met de rechtermuisknop in de grafiek om het menu weer te geven

3 Voer de gewenste aanpassingen uit.

Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.

Het maximale aantal [ ] is 8. Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets <Del> of

dubbelklikt u op de [ ].

Klik om een [ ] (punt) toe te voegenSleep [ ] om de opname aan te passen.

Hiermee wordt elk kanaal aangepast

RGB wordt batchgewijs aangepast

De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81).

De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 81).

Page 59: Canon digital professional software

59

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerkingGemiddelde kleurtonen

worden helderderGemiddelde kleurtonen

worden donkerder

Kleurtonen worden minder zacht

Kleurtonen worden zachter

Een beeldstijlbestand is een uitgebreid beeldstijlfunctiebestand. Met DPP kunt u beeldstijlbestanden op RAW-opnamen toepassen. Bijvoorbeeld beeldstijlbestanden die u van de Canon-website hebt gedownload (verschillende scènes beschikbaar) of beeldstijlbestanden die u met 'Picture Style Editor' hebt gemaakt. U moet een beeldstijlbestand op de computer opslaan voordat u het kunt gebruiken.

1 Geef in het bewerkingsvenster de opname weer waarop u een beeldstijlbestand wilt toepassen (pag. 11).

2 Selecteer het tabblad [RAW] in het toolpalet en klik op de knop [Browse/Bladeren].

Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.

3 Selecteer een op de computer opgeslagen beeldstijlbestand en klik op de knop [Open/Openen].Het geselecteerde beeldstijlbestand wordt op de opname toegepast. Als u een ander beeldstijlbestand wilt toepassen, herhaalt u de

procedure vanaf stap 2.

Een beeldstijlbestand gebruiken

U kunt alleen beeldstijlbestanden met de extensie '.PF2' toepassen op de camera. U kunt bovendien geen beeldstijlbestanden met de extensie '.PSE' toepassen op een opname. Als een dergelijk bestand echter in de camera is vastgelegd en u hebt de opname gemaakt, wordt deze goed weergegeven.

Page 60: Canon digital professional software

60

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet.Op het tabblad [RGB] in het toolpalet vindt u functies die ook met normale beeldbewerkingssoftware kunnen worden uitgevoerd. Eén van deze functies is de aanpassing van kleurtooncurve, die in dit hoofdstuk aan de orde komt en waarmee u RAW-opnamen kunt aanpassen.Omdat het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet echter groter is dan van het tabblad [RAW], is de kleur van de opname mogelijk verzadigd of neemt de kwaliteit van de opname mogelijk af als de aanpassing te groot is. Het is daarom raadzaam om voor andere functies dan aanpassing (pag. 58) van de kleurtooncurve en automatische aanpassing (pag. 33) deze functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te gebruiken.Raadpleeg hoofdstuk 5 voor informatie over de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet (met uitzondering van aanpassing van de kleurtooncurve).

Het tabblad RGB van het toolpalet

Het verdient aanbeveling RAW-opnamen standaard te bewerken met het tabblad [RAW] van het toolpalet. Als het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te beperkt is en u de speciale functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet wilt gebruiken, is het raadzaam eerst basisaanpassingen uit te voeren met het tabblad [RAW]. Vervolgens gebruikt u de laagst mogelijke aanpassingsinstellingen op het tabblad [RGB].Gebruik de aanpasfunctie van het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet (pag. 117) wanneer u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) toepast (pag. 61), ruis reduceert (pag. 62) of aberratie corrigeert (pag. 63) nadat u de gewenste aanpassingen met het toolpalet [RAW] en [RGB] hebt gemaakt.

Het toolpalet gebruiken

Page 61: Canon digital professional software

61

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Als het opnameresultaat donker of het contrast laag is, kunt u met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) de helderheid of het contrast automatisch bijstellen voor een mooiere opname.U kunt de instellingen van de gemaakte opname ook wijzigen met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera.Deze functie is alleen compatibel met RAW-opnamen die zijn gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS 5D Mark II, EOS 7D, EOS 60D, EOS 50D, EOS 600D, EOS 550D, EOS 500D en EOS 1100D.* ALO staat voor Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid).

1 Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.

2 Schakel het selectievakje in.

Voor opnamen die met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera zijn gemaakt, is het selectievakje al ingeschakeld.

3 Pas de instellingen naar wens aan.

De opname wordt automatisch op basis van de instellingen gecorrigeerd.

Voor opnamen die zijn gemaakt met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera, is het selectievakje al ingeschakeld. De instellingen op het moment van opname worden als standaardwaarden genomen.

Als u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) wilt annuleren, schakelt u het selectievakje uit.

Selectieteken

Kies uit drie niveaus: Low (Laag)/Standard (Standaard)/Strong (Sterk)

Wanneer [Lichte tonen prioriteit] in de persoonlijke voorkeuzen op de EOS 7D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 550D en EOS 1100D is ingesteld op [Inschakelen], kan de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet worden ingesteld.

Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken

Page 62: Canon digital professional software

62

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt ruis reduceren in RAW-opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt.NR is een afkorting van 'noise reduction' (ruisreductie).

1 Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.

2 Klik op de knop [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].

Het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] wordt weergegeven.

3 Pas een opname aan.

U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 20 instellen. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie.

U kunt het effect van de ruisreductie controleren wanneer een opname wordt weergegeven op 100% in het ruisreductiecontrolevenster.

U kunt de weergavepositie van het ruisreductiecontrolevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen.

Navigatie-venster

Vergrotings-weergave-positie

Ruisreductiecontrolevenster

Sleep de schuifre-gelaars

4 Klik op de knop [Apply/Toepassen].Ruisreductie wordt op de opname toegepast en de opname

wordt opnieuw weergegeven.

Ruisreductie kan niet worden toegepast als [Viewing and saving RAW images/RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) is ingesteld op [High speed/Hoge snelheid] in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Selecteer [High quality/Hoge kwaliteit] om ruis te reduceren.

Wanneer u meerdere opnamen selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de opnamen instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] (pag. 117) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen].

De functie voor ruisreductie werkt niet

Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen

U kunt het standaardniveau voor ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/Standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/Toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 81).• Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen

toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camera-instellingen afstemmen.

• Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle opnamen in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor opnamen met een hoge ISO-snelheid.

Op opnamen waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau toegepast dat in het recept is vastgelegd.

Als [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast.

Als [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast.

Raadpleeg pag. 118 voor een overzicht van de functies in het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].

Ruis reduceren

Page 63: Canon digital professional software

63

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Lensaberratie corrigerenU kunt minder heldere randen, vervormingen in het onderwerp, kleurvervaging door de fysieke eigenschappen van de lens of een resterende lichte aberratie eenvoudig corrigeren.U kunt alleen RAW-opnamen corrigeren die zijn gemaakt met de onderstaande compatibele camera's en objectieven. U kunt geen JPEG- of TIFF-opnamen corrigeren.

*1 Firmwareversie 1.1.1 vereist*2 Firmwareversie 1.0.6 vereist

EOS-1D Mark IV EOS-1Ds Mark III EOS-1D Mark III

EOS-1D Mark II N EOS-1Ds Mark II EOS-1D Mark II

EOS-1Ds EOS-1D EOS 5D Mark II

EOS 5D*1 EOS 7D EOS 60D

EOS 50D EOS 40D EOS 30D*2

EOS 600D EOS 550D EOS 500D

EOS 450D EOS 400D DIGITAL EOS 1100D

EOS 1000D _ _

Compatibele camera's

Fisheye-, ultragroothoek- en groothoekobjectieven

EF 14mm f/2.8L USM EF 14mm f/2.8L II USM*3

EF 8-15mm f/4L USM Fisheye*3 EF 15mm f/2.8 Fisheye*3

EF 20mm f/2.8 USM EF 24mm f/1.4L USM

EF 24mm f/1.4L II USM*3 EF 24mm f/2.8

EF 28mm f/1.8 USM EF 28mm f/2.8

EF 35mm f/1.4L USM EF 35mm f/2

Standaard en middelgrote teleobjectieven

EF 50mm f/1.2L USM*4 EF 50mm f/1.4 USM

EF 50mm f/1.8 EF 50mm f/1.8 II

EF 85mm f/1.2L USM EF 85mm f/1.2L II USM*5

EF 85mm f/1.8 USM EF 100mm f/2 USM

Teleobjectieven

EF 135mm f/2L USM EF 135mm f/2.8 (met Softfocus-mechanisme)

EF 200mm f/2L IS USM*3 EF 200mm f/2.8L USM

EF 200mm f/2.8L II USM EF 300mm f/2.8L II IS USM*3

EF 300mm f/2.8L IS USM EF 300mm f/4L IS USM

EF 400mm f/2.8L II IS USM*3 EF 400mm f/2.8L IS USM

EF 400mm f/5.6L USM EF 400mm f/4 DO IS USM

EF 500mm f/4L IS USM EF 600mm f/4L IS USM

EF 800mm f/5.6L IS USM*3 _

Compatibele objectieven

Page 64: Canon digital professional software

64

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

ZoomobjectievenEF 16-35mm f/2.8L USM EF 16-35mm f/2.8L II USM*3

EF 17-35mm f/2.8L USM EF 17-40mm f/4L USM

EF 20-35mm f/3.5-4.5 USM EF 24-70mm f/2.8L USM

EF 24-85mm f/3.5-4.5 USM EF 24-105mm f/4L IS USM

EF 28-70mm f/2.8L USM EF 28-90mm f/4-5.6 USM

EF 28-90mm f/4-5.6 II USM EF 28-90mm f/4-5.6

EF 28-90mm f/4-5.6 II EF 28-90mm f/4-5.6 III

EF 28-105mm f/3.5-4.5 USM EF 28-105mm f/3.5-4.5 II USM

EF 28-105mm f/4-5.6 USM EF 28-105mm f/4-5.6

EF 28-135mm f/3.5-5.6 IS USM EF 28-200mm f/3.5-5.6

EF 28-200mm f/3.5-5.6 USM EF 28-300mm f/3.5-5.6L IS USM

EF 55-200mm f/4.5-5.6 II USM EF 55-200mm f/4-5.6 USM

EF 70-200mm f/2.8L USM EF 70-200mm f/2.8L IS USM

EF 70-200mm f/2.8L IS II USM*3 EF 70-200mm f/4L USM

EF 70-200mm f/4L IS USM*4 EF 70-300mm f/4-5.6L IS USM*3

EF 70-300mm f/4-5.6 IS USM EF 70-300mm f/4.5-5.6 DO IS USM

EF 75-300mm f/4-5.6 II*3 EF 75-300mm f/4-5.6 III*3

EF 75-300mm f/4-5.6 USM EF 75-300mm f/4-5.6 II USM

EF 75-300mm f/4-5.6 III USM EF 90-300mm f/4.5-5.6

EF 90-300mm f/4.5-5.6 USM EF 100-300mm f/4.5-5.6 USM

EF 100-400mm f/4.5-5.6L IS USM _

Aberratiecorrectie is niet mogelijk bij opnamen die met een combinatie van de objectieven *3 *4 *5 en de EOS 5D of EOS 30D met de onderstaande firmwareversies zijn gemaakt.* Op de EOS 5D kunt u geen EF-S-objectief bevestigen.

*3 EOS 5D met firmwareversie 1.1.0 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.5 of lager

*4 EOS 5D met firmwareversie 1.1.0 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.4 of lager

*5 EOS 5D met firmwareversie 1.0.5 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.4 of lager

Macro-objectievenEF 50mm f/2.5 Compact Macro*3 EF 100mm f/2.8 Macro USMEF 100mm f/2.8L Macro IS USM*3 EF 180mm f/3.5L Macro USMMP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo*3 _

EF-S-objectievenEF-S 60mm f/2.8 Macro USM EF-S 10-22mm f/3.5-4.5 USMEF-S 15-85mm f/3.5-5.6 IS*3 EF-S 17-55mm f/2.8 IS USMEF-S 17-85mm f/4-5.6 IS USM EF-S 18-55mm f/3.5-5.6EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 III*3 EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IIEF-S 18-55mm f/3.5-5.6 USM EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 II USMEF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS II*3 EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS*3

EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS*3 EF-S 18-200mm f/3.5-5.6 IS*3

EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS*3 EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS II*3

U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die zijn genomen met een compatibel objectief, ook wanneer de extender is geplaatst.U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die met de combinatie van de EF 50mm f/2.5 Compact Macro fitted en de Life Size Converter EF zijn gemaakt.De functie voor aberratiecorrectie kan niet worden gebruikt bij opnamen die zijn gemaakt met andere combinaties van camera en objectief dan vermeld onder 'Compatibele camera's' en 'Compatibele objectieven'. Deze opnamen worden daarom niet weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.

Page 65: Canon digital professional software

65

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

3 Selecteer de items die u wilt corrigeren.

De opname wordt gecorrigeerd en opnieuw weergegeven. Controleer de resultaten van correcties aan de randbelichting of

vervormingen in de volledige weergave. Controleer de resultaten van correcties aan chromatische

aberratie en kleurvervaging door op het gebied van de opname te klikken dat u wilt controleren. In de rechterbovenhoek van het venster wordt het gebied met een vergroting van 200% weergegeven (pag. 123).

U kunt de mate van correctie verlagen door de schuifregelaar voor het te corrigeren item naar links te slepen.

Rode chromatische aberratie kunt u corrigeren met schuifregelaar [R] van [Chromatic aberration/Chromatische aberratie] en blauwe chromatische aberratie met schuifregelaar [B].

Voor de correctie van vervorming/aberratie in opnamen die zijn gemaakt met een fisheye-objectief (EF 8–15mm f/4L USM Fisheye of EF 15mm f/2.8 Fisheye) kan een van vier effecten worden geselecteerd in de keuzelijst [Effect] naast [Shot settings/Opname-instellingen] die normaal worden gebruikt voor de correctie van vervorming.Het niveau van een effect kan worden aangepast met de schuifregelaar onder [Distortion/Vervorming].Raadpleeg "Effecten van correctie van vervorming/aberratie voor fisheye-objectieven" (pag. 66) voor meer informatie over elk effect.

U kunt elke van de vier onderstaande aberraties corrigeren, zowel één voor één als gelijktijdig. Peripheral illumination (Helderheid randen) Chromatic aberration (Chromatische aberratie) (kleurranden in de

buitenranden van een opname) Color blur (Kleurvervaging) (vervaging van blauw of rood die soms

optreedt aan de rand van het belichte gebied van een opname) Distortions (Vervormingen)

1 Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] in het toolpalet.

2 Klik op [Tune/Afstellen].

Het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt weergegeven.

Correcties aanbrengen

Page 66: Canon digital professional software

66

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Voor opnamen die zijn gemaakt met een EF 8–15mm f/4L USM Fisheye wordt ook een verfijnende schuifregelaar weergegeven wanneer u [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken] selecteert in de keuzelijst [Effect]. Pas de hoeveelheid correctie voor vervorming/aberratie aan met de schuifregelaar en gebruik de verfijnende schuifregelaar als meer aanpassing nodig is.

Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven, selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname.

4 Klik op de knop [OK].Het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren]

wordt gesloten, het resultaat van de correcties wordt op de opname in het bewerkingsvenster toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven.

Het resultaat van de instellingen in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt ook weergegeven in het toolpalet.

In het hoofdvenster wordt op de opname de markering [ ] weergegeven om de lensaberratiecorrecties aan te geven (pag. 114).

Effecten van correctie van vervorming/aberratie voor fisheye-objectieven Shot settings (Opname-instellingen)

Wanneer u deze optie selecteert, wordt er alleen correctie voor vervorming/aberratie toegepast om optische vervorming te corrigeren.

Emphasize Linearity (Lineariteit benadrukken)Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'centrale projectie'. Deze projectiemethode wordt gebruikt bij algemene objectieven.Anders dan fisheye-objectieven geeft centrale projectie rechte lijnen weer als rechte lijnen.Door deze optie te selecteren kan een groothoekpanoramische opname worden verkregen. Maar de buitenrand wordt gerekt waardoor de resolutie afneemt.

Page 67: Canon digital professional software

67

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Emphasize Distance (Afstand benadrukken)Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'equidistante projectie'. Deze projectiemethode behoudt de relaties tussen afstanden.Equidistante projectie geeft dezelfde afstanden weer vanaf het centrum tot aan de buitenrand als dezelfde afstanden.Vooral bij opnamen van een hemellichaam zoals de hemelbol, wordt elke hoogte boven de horizon (declinatie) vastgelegd met een gelijke interval. Deze methode wordt daarom gebruikt bij fotografie van hemelobjecten (sterrenkaarten, diagrammen van het zonnepad, enzovoort).

Emphasize Periphery (Buitenrand benadrukken)Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'stereografische projectie'. Deze projectiemethode benadrukt de buitenrand.Stereografische projectie zorgt ervoor dat positionele relaties op een bol oppervlak, zoals N, Z, O, W op een kaart, juist worden weergegeven. Deze methode wordt daarom ook gebruikt voor wereldkaarten en bewakingscamera's.Met deze optie wordt de buitenrand gerekt en kan de resolutie afnemen.

Emphasize Center (Centrum benadrukken)Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'orthografische projectie'. Met deze projectiemethode wordt het centrum meer benadrukt.Omdat een orthografische projectie het mogelijk maakt dat een onderwerp met dezelfde helderheid wordt weergegeven alsof het hetzelfde gebied in de opname inneemt, kan deze methode goed worden gebruikt in fotografie voor hemelhelderheiddistributie en fotografie van centraal gesitueerde dieren.Met deze optie wordt het centrum gerekt en kan de resolutie afnemen.

Elk van de opties [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken], [Emphasize Distance/Afstand benadrukken], [Emphasize Periphery/Buitenrand benadrukken] of [Emphasize Center/Centrum benadrukken] zal tot resultaten leiden die lijken op elk van de projectiemethoden. Maar de conversie zal de projectiemethoden niet precies zo toepassen als in hun werkelijke betekenis.Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat deze opties niet geschikt zijn voor wetenschappelijk gebruik of soortgelijke doeleinden.

Page 68: Canon digital professional software

68

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Wanneer u RAW-opnamen corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt en waarbij informatie over de opnameafstand is opgeslagen in de opname, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op basis van deze opnameafstand. Als er echter geen informatie over de opnameafstand bij de opname is opgeslagen, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op oneindig en verschijnt er een [<!>] boven de schuifregelaar. Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt.

Wanneer u RAW-opnamen corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt, wordt de schuifregelaar automatisch op oneindig ingesteld (helemaal rechts). Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt.

Bij RAW-opnamen die met een MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of EF 50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in [Magnification factor/Vergrotingsfactor].

De instelling voor de schuifregelaar [Shooting distance information/Informatie opnameafstand] wordt op alle geselecteerde correctie-items toegepast.

EOS-1D Mark IV EOS-1Ds Mark III EOS-1D Mark III

EOS 5D Mark II EOS 7D EOS 60D

EOS 50D EOS 40D EOS 600D

EOS 550D EOS 500D EOS 450D

EOS 1100D EOS 1000D _

EOS-1D Mark II N EOS-1Ds Mark II EOS-1D Mark II

EOS-1Ds EOS-1D EOS 5D

EOS 30D EOS 400D DIGITAL _

De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand)Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt corrigeren. Geeft het toolpalet weer door op de werkbalk op de knop [Tool palette/Toolpalet] (pag. 112) te klikken. Als u correcties aanbrengt (pag. 65) wanneer het toolpalet wordt weergegeven, kunt u dezelfde correcties toepassen op alle afbeeldingen die u hebt geselecteerd in het hoofdvenster.U kunt dezelfde correcties ook toepassen door het recept van de gecorrigeerde opname te kopiëren en in meerdere opnamen te plakken (pag. 41).

Na het corrigeren van [Peripheral illumination/Helderheid randen] is er ruis verschenen in de randen van een opname U kunt de ruis verminderen door luminantieruisreductie en/of chromatische ruisreductie te gebruiken (pag. 62). Als u echter een hoge correctiewaarde voor [Peripheral Illumination/Helderheid randen] hebt ingesteld voor opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt, wordt de ruis mogelijk niet gereduceerd.

Na het corrigeren van de [Distortion/Vervorming] wordt de opname met een lagere resolutie weergegevenU kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie door de opname scherper te maken met de functie voor scherpteaanpassing (pag. 31).

Na het corrigeren van de [Color blur/Kleurvervaging] is de kleurdiepte afgenomenU kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie door de kleurtoon (pag. 29) en/of de kleurverzadiging (pag. 96) aan te passen voor diepere kleuren.

Het resultaat van de correctie van [Color blur/Kleurvervaging] kan niet worden waargenomenBij het corrigeren van [Color blur/Kleurvervaging] wordt blauwe of rode vervaging aan de randen van het belichte gebied gecorrigeerd. Als instellingen niet met elkaar overeenkomen, is correctie niet mogelijk.

Aanvullende informatie

Meerdere opnamen tegelijk corrigeren

De randen van de opname worden mogelijk afgekapt wanneer u de [Distortion/Vervorming] corrigeert.

Raadpleeg pag. 123 voor een overzicht van de functies in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren].

Page 69: Canon digital professional software

69

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Automatisch stof wissenDe stofwisdata die aan opnamen worden toegevoegd die met een camera zijn gemaakt die deze data kan toevoegen, kunnen worden gebruikt voor het automatisch wissen van stofvlekken.

EOS-1D Mark IV EOS-1Ds Mark III EOS-1D Mark III

EOS 5D Mark II EOS 7D EOS 60D

EOS 50D EOS 40D EOS 600D

EOS 550D EOS 500D EOS 450D

EOS 400D DIGITAL EOS 1100D EOS 1000D

1 Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata.

2 Klik op de knop [Stamp/Stempel].

Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.

Compatibele camera's

3 Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].

Stofvlekken worden in één bewerking gewist.

4 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen

waaruit stofvlekken zijn verwijderd.

Page 70: Canon digital professional software

70

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellenEen opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 43).

Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvensterControleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren.

Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukkenU kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP.

De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actiefAls er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij opnamen waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd.

Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderdBij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 71) of de kopieerstempelfunctie (pag. 73).

Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderdDe RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 42).

Aanvullende informatie

Plekken waaruit stof is verwijderd controlerenNadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.)

Het wissen van één specifieke stofvlek annulerenNadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren.

Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelenU kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.

Het stofwisresultaat toepassen op een andere opnameU kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken].

In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd.

Handige functies in het kopieerstempelvenster

Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.

Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in één

bewerking gewist.

Automatisch stof wissen in het hoofdvenster

Page 71: Canon digital professional software

71

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren.

1 Selecteer in het hoofdvenster de opname waarin u stofvlekken wilt wissen.

2 Klik op de knop [Stamp/Stempel].

Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.

3 Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof.

De opname wordt in de 100%-weergave weergegeven. U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen.

Dubbel-klik hierop

4 Klik op de knop die bij de stofvlek hoort die u wilt verwijderen. Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur is en

klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van kleur is. Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het

stofwisbereik als [ ] weergegeven.

5 Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik.

De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken

in de opname wilt wissen. Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met

de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3.

Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven.

6 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen

waaruit stofvlekken zijn verwijderd.

Klik hierop

Page 72: Canon digital professional software

72

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewistAls ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken.

Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctieStofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 73).

U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellenEen opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 43).

Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvensterControleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren.

Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukkenU kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP.

Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderdDe RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 42).

Aanvullende informatie

Plekken waaruit stof is verwijderd controlerenNadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.)

Het wissen van één specifieke stofvlek annulerenNadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren.

Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelenU kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.

Het stofwisresultaat toepassen op een andere opnameU kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken].Om in verschillende andere opnamen op dezelfde plaats stof te verwijderen, kunt u efficiënt stofvlekken verwijderen door op de opnamen te klikken terwijl u de toets <Control> in het hoofdvenster ingedrukt houdt. U bereikt dit ook door meerdere opnamen te selecteren door op de eerste opname te klikken en vervolgens op de laatste terwijl u de toets <Shift> ingedrukt houdt en vervolgens het kopieerstempelvenster weer te geven.

Handige functies in het kopieerstempelvenster

Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.

Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.

Page 73: Canon digital professional software

73

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken.

1 Volg stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' (pag. 71).

2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. Houd de toets <Alt> ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als

kopieerbron wilt gebruiken. Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de

bovenstaande bewerking nogmaals uit. Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u

[Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron vastzetten] in.

3 Corrigeer de opname. Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt

corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan.

Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept.

Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).

4 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op een

gecorrigeerde opname.

Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie)

Een RAW-opname overbrengen naar PhotoshopU kunt een RAW-opname naar een TIFF-opname (16-bits) converteren en deze overbrengen naar Photoshop.

U kunt slechts één opname tegelijk overbrengen. Raadpleeg pag. 89 als u meerdere opnamen tegelijk wilt overbrengen.

De te gebruiken kleurruimte instellenU kunt voor elke opname een andere kleurruimte (pag. 128) dan de standaardkleurruimte instellen (pag. 82).

Als u voor een opname een andere kleurruimte instelt dan de standaardkleurruimte en vervolgens de instelling van de standaardkleurruimte wijzigt (pag. 82), wordt deze standaardinstelling niet toegepast en blijft de apart ingestelde kleurruimte behouden.

Aangezien alleen de beeldverwerkingsgegevens worden aangepast, kan de kleurruimte van een RAW-opname op elk gewenst moment worden gewijzigd.

Selecteer het menu [Tools/Extra] [Transfer to Photoshop/Overbrengen naar Photoshop].Photoshop wordt gestart en de overgebrachte opname wordt weergegeven.

U kunt één opname tegelijk overbrengen.

Compatibele versies van Photoshop zijn versie 7.0 en hoger. Overgebrachte opnamen worden automatisch geconverteerd naar TIFF-

opnamen (16-bits) waaraan een ICC-profiel (pag. 127) is toegevoegd. Het ICC-profiel bevat informatie over [Preferences/Voorkeuren] (pag. 82) of de kleurruimte die voor elke opname is ingesteld (zie hieronder). De juiste kleurgegevens worden aan Photoshop doorgegeven.

Wanneer u Photoshop afsluit, blijft alleen de originele RAW-opname achter en verdwijnt de overgebrachte opname. Het wordt ten zeerste aanbevolen om de overgebrachte opname als een aparte opname op te slaan in Photoshop.

Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] [Work color space/Te gebruiken kleurruimte] de kleurruimte die u wilt instellen.

Een apart ingestelde kleurruimte blijft ongewijzigd, ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd.

U kunt de kleurruimte van een RAW-opname onbeperkt en zo vaak u maar wilt aanpassen.

Page 74: Canon digital professional software

74

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Afdrukken met opname-informatieU kunt zonder beperkingen één opname op één pagina plaatsen en deze afdrukken met titels, opname-informatie, enz.

1 Selecteer één opname die u wilt afdrukken.

2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Print with detailed setting/Afdrukken met detailinstellingen].

3 Geef de gewenste instellingen voor het afdrukken op en klik op de knop [Print/Afdrukken].

U kunt een opname verplaatsen door de opname te slepen. Sleep de vier hoeken van de opname om het formaat van de

opname te wijzigen. Als u de opname-informatie wilt weergeven, klikt u op [ ] op

het tabblad [Text/Tekst] en selecteert u de gewenste items in het venster dat wordt weergegeven.

Afdrukvoorbeeld

Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen

De instellingen voor elk tabblad in stap 3 (behalve de inhoud van het tabblad [Text/Tekst]) worden onthouden wanneer u op de knop [Apply/Toepassen] klikt. De instellingen kunnen bij het afdrukken op een andere opname worden toegepast.

De instellingen behouden

U kunt printerprofielen instellen (pag. 82). Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de

ingestelde kleuren afgedrukt (pag. 82).

Page 75: Canon digital professional software

75

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel)U kunt verschillende opnamen in rijen op één vel papier afdrukken.

1 Selecteer de opnamen die u als lijst met miniaturen wilt afdrukken.

2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Contact Sheet Prints/Afdrukken op één vel].

3 Geef de gewenste instellingen voor het afdrukken op en klik op de knop [Print/Afdrukken].

Afdrukvoorbeeld

Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen

De instellingen voor elk tabblad in stap 3 (behalve de inhoud van het tabblad [Text/Tekst]) worden onthouden wanneer u op de knop [Apply/Toepassen] klikt. De instellingen kunnen bij het afdrukken op een andere opname worden toegepast.

De instellingen behouden

U kunt printerprofielen instellen (pag. 82). Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de

ingestelde kleuren afgedrukt (pag. 82).

Page 76: Canon digital professional software

76

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer

U kunt met DPP afdrukken via professionele Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met de afdruksoftware Easy-PhotoPrint Pro. Dit is eenvoudig en geschikt voor de volgende afdrukbewerkingen: RAW-opnamen met eenvoudige kleuren afdrukken Afdrukken met getrouwe kleuren Afdrukken maken van hoge kwaliteit, met een uitgebreide kleurruimte

(bijvoorbeeld Adobe RGB) en het grote kleurenreproductiebereik van een professionele Canon-inkjetprinter

Als u met DPP wilt afdrukken, moet Easy-PhotoPrint Pro versie 1.3 of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd.

1 Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint Pro/Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro].Easy-PhotoPrint Pro wordt gestart.

2 Stem kleuren op het scherm en afdrukkleuren op elkaar af. Selecteer [Custom/Aangepast] in [Print Quality/Afdrukkwaliteit],

klik op de knop [Set/Instellen], sleep de schuifregelaar in het venster dat wordt geopend naar [1] aan de rechterzijde en klik vervolgens op [OK] om het venster af te sluiten.Klik daarna op de knop [Color Adjustment/Kleuraanpassing] om het tabblad [Color Management/Kleurbeheer] weer te geven. Stel [Color Mode/Kleurmodus] in op [Enable ICC Profile/ICC-profiel instellen] en [Printer Profile/Printerprofiel] op [Auto] en klik vervolgens op [OK] om het venster [Color Adjustment/Kleuraanpassing] af te sluiten.

3 Geef eventuele andere gewenste afdrukinstellingen op en druk de opname af.

Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukken

U kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken.

In DPP ingestelde functie die niet wordt toegepast op afdrukkenOpgegeven CMYK-simulatie (pag. 82) wordt niet toegepast.

De kleur van de afdruk is niet naar verwachtingKlik in het venster Easy-PhotoPrint Pro op de knop [Color Adjustment/Kleuraanpassing] om het tabblad [Color Management/Kleurbeheer] weer te geven. Stel [Rendering Intent/Aanpassingsmethode] in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 128) en druk af.

Afdrukken met getrouwe kleurenAls er een kleurruimte is ingesteld (pag. 73 en pag. 82), wordt deze automatisch van DPP naar Easy-PhotoPrint Pro verzonden, zodat u kunt afdrukken met getrouwe kleuren.

Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductieAls de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) is ingesteld op een kleurruimte die breder is dan sRGB (bijvoorbeeld Adobe RGB), wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenpalet dan een opname die wel een sRGB-kleurruimte heeft. Groen en blauw worden bijzonder levendig gereproduceerd.

Aanvullende informatie

Voordelen van het afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro

Page 77: Canon digital professional software

77

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Met DPP kunt u afdrukken via de DPP-compatibele imagePROGRAF-printer van Canon voor grote formaten. Als u met DPP wilt afdrukken, moet u eerst de imagePROGRAF Print Plug-In voor Digital Photo Professional op uw computer installeren.

U kunt één opname tegelijk afdrukken.U kunt één opname tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meerdere opnamen wilt afdrukken, moet u elke opname apart afdrukken.

In DPP ingestelde functies die niet worden toegepast op afdrukkenDe ingestelde uitvoerresolutie (pag. 78) en CMYK-simulatie (pag. 82) worden niet toegepast.

1 Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met plug-in] de plug-in voor de printer die u gebruikt.De plug-in wordt gestart.

2 Geef de gewenste instellingen voor het afdrukken van foto's op en druk de opname af.

Aanvullende informatie

Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon

Afdrukken met getrouwe kleurenAls er een kleurruimte is ingesteld (pag. 73 en pag. 82), wordt deze automatisch van DPP naar de plug-in verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken.

Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductieAls er een kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) is ingesteld die breder is dan sRGB (zoals Adobe RGB), wordt optimaal gebruikgemaakt van het kleurenreproductiebereik van de imagePROGRAF-printer en wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenspectrum dan een opname die is gemaakt met een sRGB-kleurruimte. Vooral groen en blauw worden levendig gereproduceerd.

Voordelen van het afdrukken met de imagePROGRAF Print Plug-In

Page 78: Canon digital professional software

78

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Voorkeuren opgevenU kunt de verschillende functies van DPP wijzigen in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Controleer de inhoud van elk venster en geef de gewenste instellingen op.Afhankelijk van het item is er mogelijk ook een uitgebreide uitleg beschikbaar. Controleer daarom elk venster.

1 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/Voorkeuren].Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.

2 Selecteer het tabblad, geef de instellingen op en klik op de knop [OK].

U kunt onder andere de map opgeven die wordt geopend wanneer DPP wordt gestart en de opnamekwaliteit van weergegeven en opgeslagen RAW-opnamen.

General settings (Algemene instellingen)

Page 79: Canon digital professional software

79

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Viewing and saving RAW images (RAW-opnamen weergeven en opslaan)U kunt een keuze maken uit twee opties voor de opnamekwaliteit waarmee RAW-opnamen worden weergegeven en opgeslagen: hoge opnamekwaliteit, waarbij reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd (pag. 62), of hoge snelheid, waarbij geen reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd.

[High quality/Hoge kwaliteit] Valse kleuren worden automatisch gereduceerd en de opname kan als een

opname van hoge kwaliteit en met gereduceerde valse kleuren worden weergegeven en opgeslagen. U kunt bovendien de functie voor ruisreductie (pag. 62) gebruiken om luminantie- en kleurtoonruis te reduceren.

Omdat de effecten van valsekleurreductie en ruisreductie nauwelijks zichtbaar zijn in de weergave [50% view/50%-weergave] of [Fit to window/Aanpassen aan venster] van het beeldbewerkingsvenster, kunt u deze effecten beter controleren in de [100% view/100%-weergave] of [200% view/200%-weergave].

Het is raadzaam om standaard [High quality/Hoge kwaliteit] in te stellen voor een evenwichtige verhouding tussen de opnamekwaliteit en weergavesnelheid.

[View images at high speed (moiré reduction off)/Opnamen op hoge snelheid weergeven (moiréreductie uitgeschakeld)] van [High quality/Hoge kwaliteit] Als u [View images at high speed (moiré reduction off)/Opnamen op

hoge snelheid weergeven (moiréreductie uitgeschakeld)] selecteert wanneer de opname wordt weergegeven in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster, worden valse kleuren niet gereduceerd. U kunt de functie voor ruisreductie echter niet gebruiken.

Omdat de instelling dezelfde is als [High quality/Hoge kwaliteit] behalve voor beeldweergave, worden valse kleuren gereduceerd wanneer het beeld wordt opgeslagen.

[High speed/Hoge snelheid] Aangezien valse kleuren niet worden gereduceerd, neemt het

weergeven en opslaan van een RAW-opname in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster minder tijd in beslag dan bij [High quality/Hoge kwaliteit].

U kunt de functie voor ruisreductie niet gebruiken (pag. 62). Afhankelijk van de opname, wordt deze mogelijk weergegeven of

opgeslagen met valse kleuren of ruis.

Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik is het verschil in beeldkwaliteit tussen [High quality/Hoge kwaliteit] en [High speed/Hoge snelheid] opmerkelijk. Om de beeldkwaliteit te controleren van opnamen die zijn gemaakt met ISO-snelheidsbereik, dient u ervoor te zorgen dat [High quality/Hoge kwaliteit] is ingesteld en de opnamen in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster te controleren.

JPEG image quality (JPEG-opnamekwaliteit)[Remove block noise and mosquito noise/Blokruis en Gibb-effect verwijderen] U kunt de kwaliteit van een JPEG-opname verbeteren door de ruis te

reduceren die eigen is aan JPEG-opnamen.Deze instelling is ook effectief voor RAW-opnamen die zijn geconverteerd naar JPEG en met een andere naam zijn opgeslagen (pag. 42 en pag. 88) en voor JPEG-opnamen die met een andere naam zijn opgeslagen.

Hoe hoger het JPEG-compressieniveau, hoe meer ruis wordt gereduceerd. Wanneer het compressieniveau laag is, is het effect van ruisreductie nihil.

Default value of output resolution (Standaardwaarde voor de uitvoerresolutie)

U kunt de resolutie instellen voor RAW-opnamen die zijn geconverteerd naar en opgeslagen als JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 42 en pag. 88).

De mate van verbetering in ruisreductie

Page 80: Canon digital professional software

80

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt weergave-instellingen opgeven.

View settings (Weergave-instellingen) Sort order in main window (Sorteervolgorde in hoofdvenster)

U kunt instellen of u de volgorde van geordende opnamen in het hoofdvenster wilt behouden of niet (pag. 21).Als u het selectievakje inschakelt, blijft de volgorde van de geordende opnamen behouden, ook als u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur.Als u het selectievakje uitschakelt, blijft de volgorde van de geordende opnamen niet behouden en wordt de vorige volgorde gebruikt wanneer u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur.

Highlight/shadow warning (Waarschuwing belichting/schaduw)

Gebieden met belichting/schaduw die het ingestelde bereik overschrijden, kunnen op de opname worden weergegeven als waarschuwingsindicators (pag. 55).

Page 81: Canon digital professional software

81

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt instellingen opgeven voor het toolpalet.

Default settings of RGB tool palette (Standaard-instellingen van het tabblad RGB van het toolpalet)

U kunt de instellingen pas wijzigen nadat u de map opnieuw hebt geopend.

Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan.

Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname

Tool Palette (Toolpalet) Modified Picture Style settings (Gewijzigde beeldstijlinstellingen)Wanneer u de beeldstijl wijzigt, kunt u selecteren of u de instellingen [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/Onscherp masker] en [Sharpness/Scherpte] wilt wijzigen of behouden. Als u het selectievakje inschakelt, worden de instellingen [Color tone/

Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/Scherpte] aangepast aan de instellingen van de camera wanneer u de beeldstijl wijzigt.

Als u het selectievakje uitschakelt, blijven de instellingen [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/Scherpte] behouden, ook als u de beeldstijl wijzigt.

Default noise reduction settings (Standaardinstellingen voor ruisreductie)U kunt vooraf een standaardniveau instellen voor de ruisreductie.

RAW-opnamen• Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is

geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camera-instellingen afstemmen.

• Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven.

JPEG-/TIFF-opnamen• U kunt vooraf een gewenst ruisreductieniveau opgeven als

standaardinstelling.De hier ingestelde standaardwaarde voor ruisreductie wordt toegepast op opnamen waaraan geen recept is toegevoegd. Als u echter instellingen wilt toepassen op opnamen in de geopende map, dient u de map opnieuw te openen nadat u hier instellingen hebt gewijzigd. Als er een recept aan opnamen is toegevoegd, blijft het ruisniveau van het recept ongewijzigd. Het hier ingestelde niveau voor ruisreductie wordt niet toegepast.

Wanneer het ruisniveau hetzelfde is in verschillende opnamen, zoals opnamen die zijn gemaakt met een hoge ISO-snelheid, kunt u met een geschikte standaardinstelling voor ruisreductie de ruis batchgewijs reduceren in alle opnamen die in DPP worden weergegeven (met uitzondering van opnamen waaraan een recept is toegevoegd). Zo hoeft u de ruis niet in elke afzonderlijke opname te reduceren. Als u altijd onder dezelfde omstandigheden opnamen maakt, kunt u ervoor kiezen om hetzelfde niveau voor ruisreductie op alle opnamen toe te passen.

Voordelen van het instellen van een standaardniveau voor ruisreductie

Page 82: Canon digital professional software

82

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt instellingen opgeven voor kleurbeheer, zoals instellingen voor de kleurruimte, kleurovereenstemming, enz.

Color management (Kleurbeheer) Default settings of Work color space (Standaardinstellingen van de te gebruiken kleurruimte)

U kunt kiezen uit vijf typen kleurruimten (pag. 128). De gekozen kleurruimte wordt als standaardinstelling in RAW-opnamen toegepast. De ingestelde kleurruimte wordt als kleurruimte toegepast wanneer een RAW-opname wordt geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 88) of afgedrukt (pag. 43, pag. 46, pag. 49 en pag. 74 t/m pag. 77). Als u de instelling hebt gewijzigd en DPP opnieuw start, wordt de nieuwe

instelling toegepast als de standaardinstelling voor kleurruimte. U kunt de kleurruimte die is ingesteld in een opname controleren in

het hoofdvenster (pag. 112 en pag. 113), het bewerkingsvenster (pag. 115) en het beeldbewerkingsvenster (pag. 120).

Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan.

Weergave-instelling (kleurinstelling van de monitor)Als een profiel (pag. 127) is gekoppeld aan het beeldscherm dat u gebruikt, kunt u een opname met meer natuurlijke kleuren weergeven door het profiel in te stellen. Als u [Use the OS settings/Instellingen van besturingssysteem

gebruiken] selecteert, wordt het kleurenprofiel dat is ingesteld in Windows ook toegepast in DPP.Als u meerdere beeldschermen gebruikt, wordt alleen het profiel van het primaire beeldscherm toegepast op DPP.

Selecteer [Monitor profile/Beeldschermprofiel], klik in het dialoogvenster dat wordt weergegeven op de knop [Browse/Bladeren] en selecteer een profiel voor uw beeldscherm.

Als u een profiel gebruikt dat is gemaakt met een beeldschermkleurlezer van een ander merk, kunt u de opnamen in nog nauwkeurigere kleuren weergeven.

Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname

U kunt voor elke opname een kleurruimte instellen die afwijkt van de standaardinstellingen (pag. 73).

Nauwkeurige kleuren weergeven met een beeldschermkleurlezer van een andere leverancier

Page 83: Canon digital professional software

83

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Printing profile (Afdrukprofiel) (kleurinstelling van de printer) instellen

Als een profiel (pag. 127) is gekoppeld aan de printer die u gebruikt voor het afdrukken van opnamen, kunt u een opname afdrukken en de kleuren die worden weergegeven op het scherm simuleren door het profiel in te stellen. Het ingestelde profiel wordt op alle afdruktaken toegepast (pag. 49, pag. 74 en pag. 75), behalve op taken die met een Canon-inkjetprinter (pag. 43 en pag. 46) of via een netwerkprinter (pag. 76 en pag. 77) worden afgedrukt.

Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt.

Als u afdrukt met een Canon-inkjetprinter (pag. 43 en pag. 46) of een netwerkprinter (pag. 76 en pag. 77), wordt automatisch een profiel ingesteld, ook wanneer u [Printing profile/Afdrukprofiel] niet hebt ingesteld. Hierdoor kunt u gemakkelijk met getrouwe kleuren afdrukken.

Gebruik de aanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma niet

Automatische instellingen voor afdrukken met EPP EX en EPP en afdrukken via een netwerk

CMYK simulation profile (CMYK-simulatieprofiel) instellen

Als u afdrukt in de CMYK-omgeving van een afdrukapparaat, kunt u de kleur selecteren uit vier profieltypen (pag. 128) en simulatie op het scherm uitvoeren. Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt [CMYK] onder in het

hoofdvenster, het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster weergegeven (pag. 112, pag. 113, pag. 115 en pag. 120) en kunnen kleuren worden gecontroleerd.

Druk op de toetsen <Control> + <Y> als u CMYK-simulatie tijdelijk wilt uitschakelen.

Rendering intents when using Easy-PhotoPrint (Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint)

U kunt een rendering intent (aanpassingsmethode) (pag. 128) instellen voor afdrukken met Easy-PhotoPrint (pag. 46). De rendering intent is doorgaans ingesteld op [Relative Colorimetric/

Relatief colorimetrisch]. Als de kleuren bij de instelling [Relative Colorimetric/Relatief

colorimetrisch] niet naar wens zijn, wijzigt u de instelling in [Perceptual/Volgens waarneming].

Page 84: Canon digital professional software

4

84

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Handige functies voor het verwerken van grote aantallen RAW-opnamen

In dit hoofdstuk komt de handige functie voor het batchgewijs verwerken van grote aantallen RAW-opnamen aan de orde. Het hoofdstuk is vooral nuttig voor gebruikers die veel RAW-opnamen maken.

Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken .............. 85Recepten opslaan als een bestand ............................ 86Recepten laden en toepassen.................................... 86Een recept kopiëren en toepassen op een andere

opname....................................................................... 86

Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) ........................................... 87

Persoonlijke witbalans vastleggen.............................. 87Persoonlijke witbalans toepassen .............................. 87

Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking) ....................... 88

Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware ........................................ 89

De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen .......................................................... 90

Bestandsnamen wijzigen van de opnamen

in de volgorde in het hoofdvenster ............................. 90

Page 85: Canon digital professional software

85

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Aanpassingsgegevens (recept) gebruikenDe gegevens van alle aanpassingen (recept) die zijn uitgevoerd met het toolpalet kunnen als een apart receptbestand (met de extensie '.vrd') worden opgeslagen en worden geladen en toegepast op een andere opname.U kunt opnamen op een efficiënte manier bewerken door één opname te selecteren uit opnamen die in dezelfde opnameomgeving zijn gemaakt en deze opname aan te passen. Vervolgens past u de aanpassingsresultaten via een batchbewerking toe op een groot aantal opnamen.

Inhoud die is aangepast met het toolpalet, kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd').

RAW-opnamegegevens

Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen

De aangepaste inhoud van JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 92) kan worden opgeslagen als een receptbestand (met de extensie '.vrd') en worden geladen en toegepast op een andere opname, op dezelfde wijze als bij RAW-opnamen.

Tot de receptgegevens behoort de inhoud van het toolpaletTot de receptgegevens behoren aanpassingen die zijn uitgevoerd via de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet. Andere bewerkingsgegevens, zoals gegevens over bijsnijden of stof wissen (kopieerstempel) maken dan ook geen deel uit van de receptgegevens.

Recepten die zijn aangepast op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunnen alleen worden toegepast op RAW-opnamenAanpassingen in het tabblad [RAW] van het toolpalet kunnen alleen worden uitgevoerd voor RAW-opnamen en niet voor een JPEG- of TIFF-opname, ook niet als ze worden geplakt.

Aanvullende informatie

Page 86: Canon digital professional software

86

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Als de inhoud van een receptbestand onbekend is, plakt u deze in een opname en controleert u de instellingen in het toolpalet. Als u slechts enkele instellingen wilt aanpassen, is het raadzaam om een bestandsnaam te gebruiken die de inhoud beschrijft of om de aanpassingen apart vast te leggen in een tekstbestand.

1 Selecteer een bewerkte opname en selecteer het menu [Edit/Bewerken] [Save recipe in file/Recept opslaan in bestand].Het dialoogvenster [Save recipe in file/Recept opslaan in

bestand] wordt weergegeven.

2 Selecteer de doelmap, voer een bestandsnaam in en klik op de knop [Save/Opslaan].

Controleer de inhoud van een receptbestand door deze in een opname te plakken

1 Selecteer de opname waarop u een recept wilt toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Read and paste recipe from file/Recept lezen uit en toepassen op bestand].Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.

2 Selecteer een recept en klik op de knop [Open/Openen].Het recept wordt op de opname toegepast.

Recepten opslaan als een bestand

Recepten laden en toepassen

U kunt een recept van een bewerkte opname kopiëren en dit vervolgens op een andere opname toepassen.

1 Selecteer de opname waarvan u een recept wilt kopiëren en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Copy recipe to clipboard/Recept naar klembord kopiëren].Het recept wordt gekopieerd.

2 Selecteer de opname waarop u het recept wilt toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Paste recipe to selected image/Recept toepassen op geselecteerde opname].Het recept wordt op de opname toegepast.

Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname

Page 87: Canon digital professional software

87

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans)Witbalansaanpassingen die zijn toegepast op een RAW-opname die is gemaakt in een specifieke opnameomgeving, kunnen worden vastgelegd als een persoonlijke witbalans. U kunt de witbalans vervolgens op efficiënte wijze aanpassen door deze persoonlijke witbalans toe te passen op een groot aantal RAW-opnamen die zijn gemaakt in dezelfde opnameomgeving.

1 Pas de witbalans aan (pag. 27, pag. 28 en pag. 56). Als u de witbalans wilt aanpassen, selecteert u een andere instelling dan

[Shot settings/Opname-instellingen] in de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans aanpassen] (pag. 27). U kunt de aanpassingen niet opslaan als u [Shot settings/Opname-instellingen] selecteert.

2 Klik op de knop [Register/Vastleggen] op het tabblad [RAW] van het toolpalet.Het dialoogvenster [Register personal white balance/

Persoonlijke witbalans vastleggen] wordt weergegeven.

3 Selecteer in de lijst het nummer waaronder u de instelling wilt opslaan en klik op de knop [OK].

Persoonlijke witbalans vastleggen

1 Klik in stap 3 op de knop [Export/Exporteren] om de witbalans als een bestand op te slaan.2 Kopieer het bestand naar een andere computer.3 Geef in DPP op de andere computer het venster van stap 3 weer.4 Klik op de knop [Import/Importeren] en selecteer het gekopieerde

bestand in het venster dat wordt weergegeven.

De vastgelegde persoonlijke witbalans gebruiken op een andere computer

1 Selecteer in het hoofdvenster de opname waarop u de witbalans wilt toepassen.

2 Klik op de knop [Tool palette/Toolpalet] op de werkbalk.Het toolpalet wordt weergegeven.

3 Klik op het nummer van de persoonlijke witbalans die u wilt toepassen.

De persoonlijke witbalans wordt op alle geselecteerde opnamen toegepast.

Persoonlijke witbalans toepassen

Page 88: Canon digital professional software

88

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking)U kunt bewerkte RAW-opnamen in een batch converteren naar en opslaan als uiterst veelzijdige JPEG- of TIFF-opnamen.De opnamen worden als aparte opnamen opgeslagen dus de RAW-opnamen blijven ongewijzigd.

1 Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt converteren.

2 Klik op de knop [Batch process/Batch verwerken] op de werkbalk (pag. 112).Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt weergegeven.

3 Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Execute/Uitvoeren].

Het batchverwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en de opnamen worden opgeslagen.

Als alle opnamen zijn opgeslagen, wordt de knop [Exit/Afsluiten] weergegeven in het batchverwerkingsdialoogvenster.

4 Klik op de knop [Exit/Afsluiten] in het verwerkingsdialoogvenster.

In het venster [Batch settings/Batchinstellingen] kunt u bewerkte RAW-opnamen niet opslaan met de opdracht [Save/Opslaan] of [Save As/Opslaan als] (pag. 41 en pag. 107).

De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen.Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd.Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om opnamen te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-opnamen.

Terwijl de opname wordt opgeslagen, kunt u doorgaan met uw werk in een ander vensterAangezien de functie voor het opslaan onafhankelijk op de achtergrond werkt, kunt u tijdens het opslaan doorgaan met bewerkingen in andere vensters, zoals het hoofdvenster of het bewerkingsvenster.

Selecteer geen opname in het hoofdvenster als u alle opnamen wilt converteren en opslaanAls u stap 1 overslaat en stap 2 uitvoert zonder dat u een opname hebt geselecteerd in het hoofdvenster, worden alle opnamen in het hoofdvenster geconverteerd en opgeslagen.

De opdracht [Save/Opslaan] kan niet worden uitgevoerd

De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt

Handig opslaan in een batch

Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden.

Als u [New file name/Nieuwe bestandsnaam] hebt geselecteerd in [File name/Bestandsnaam], dient u [Sequence number/Volgnummer] in te stellen.

Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 38 en pag. 100) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107) permanent een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd.

Raadpleeg pag. 125 voor een overzicht van de functies in het venster [Batch settings/Batchinstellingen].

Page 89: Canon digital professional software

89

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftwareU kunt meerdere opnamen naar beeldbewerkingssoftware overbrengen. In tegenstelling tot bij [Transferring a RAW Image to Photoshop/Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop] (pag. 73), brengt u opnamen over die eerst zijn geconverteerd en opgeslagen als een aparte opname. De overgebrachte opname verdwijnt dus niet nadat u de bewerkingssoftware hebt afgesloten. De software die in het voorbeeld wordt gebruikt is Adobe Photoshop CS.

1 Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt overbrengen.

2 Klik op de knop [Batch process/Batch verwerken] op de werkbalk (pag. 112).Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt weergegeven.

3 Geef de instellingen voor de overdracht op (bijvoorbeeld de bestandsindeling).

4 Klik op de knop [Browse/Bladeren].

Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven.

5 Selecteer Photoshop CS. Selecteer in het dialoogvenster [Open/Openen] een Photoshop CS-

bestand of een snelkoppeling en klik op de knop [Open/Openen].Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt gesloten en [Image

transfer settings/Beeldoverdrachtsinstellingen] in het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt ingesteld op Photoshop CS.

6 Selecteer [Open image using software/Opname openen met software].

7 Klik op de knop [Execute/Uitvoeren].Het verwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en het

overbrengen van de batch wordt gestart.Als de eerste opname is overgebracht, wordt Photoshop CS

gestart en worden de overgebrachte opnamen in chronologische volgorde weergegeven.

Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden.

Page 90: Canon digital professional software

90

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen

1 Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen.

2 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename tool/Naam wijzigen starten].Het naamwijzigingsvenster wordt weergegeven.

3 Geef de gewenste instellingen op (pag. 126) en klik op de knop [Execute/Uitvoeren].

De verwerking wordt gestart en de bestandsnamen worden gewijzigd.

Als de bestandsnaam rood wordt weergegeven in [Modified File Name/Gewijzigde bestandsnaam], is er sprake van een dubbele bestandsnaam. Zelfs als er slechts één dubbele bestandsnaam is, kunnen de wijzigingen niet worden doorgevoerd. Wijzig de instellingen zodat er geen dubbele bestandsnamen zijn.

U kunt geen wijzigingen aanbrengen bij dubbele bestandsnamen

De naam van de videobestanden kan niet in DPP worden gewijzigd.

U kunt de naamwijzigingsfunctie niet starten vanuit het venster [Collection/Collectie] (pag. 36 en pag. 113).

Raadpleeg pag. 126 voor een overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster.

Wanneer u de volgorde van de opnamen in het hoofdvenster wijzigt, kunt u in één keer de namen van de opnamebestanden wijzigen in de volgorde waarin deze zijn geordend.

1 Wijzig de volgorde van de opnamen in het hoofdvenster (pag. 21).

2 Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen.

3 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename tool/Naam wijzigen starten].

4 Selecteer [Fit to main window/Aanpassen aan hoofdvenster].

5 Geef de gewenste instellingen op (pag. 126). Schakel [Copy Rename/Kopiëren met nieuwe naam] in als u een

opname wilt kopiëren.

6 Klik op de knop [Execute/Uitvoeren].De bestandsnamen worden gewijzigd en de volgorde in het

hoofdvenster blijft behouden.

Bestandsnamen wijzigen van de opnamen in de volgorde in het hoofdvenster

Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden.

Page 91: Canon digital professional software

5

91

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

JPEG- en TIFF-opnamen bewerken

DPP is software die vooral geschikt is voor geavanceerde bewerking van RAW-opnamen. De software kan echter ook worden gebruikt voor het bewerken van JPEG- en TIFF-opnamen. In dit hoofdstuk komen het bewerken en opslaan van JPEG- en TIFF-opnamen aan de orde.

JPEG- en TIFF-opnamen bewerken........................ 92Het tabblad RGB van het toolpalet ............................. 92Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp).................... 93Helderheid en contrast aanpassen............................. 94De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie.......................... 95Tint, verzadiging en scherpte aanpassen................... 96Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)........ 97Het dynamisch bereik aanpassen .............................. 98

Ruis reduceren ........................................................ 99

Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen .... 100

Automatisch stof wissen ........................................ 103Compatibele camera's......................................... 103Automatisch stof wissen in het hoofdvenster ....... 104

Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) .............. 105Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) ............................................ 107

Bewerkingsresultaten opslaan............................... 107Bewerkingsgegevens opslaan in een opname......... 107De opname opslaan als een aparte opname............ 108

Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opname...... 108

Afdrukken .............................................................. 108

Opnamen opnieuw bewerken................................ 108

Page 92: Canon digital professional software

92

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

JPEG- en TIFF-opnamen bewerkenMet DPP kunt u JPEG- en TIFF-opnamen op dezelfde manier aanpassen als RAW-opnamen met de tabbladen [RGB] en [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet.Bij aanpassingen die worden uitgevoerd met het toolpalet (recept) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opnamen keer op keer aanpassen.

In DPP kunt u alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die zijn uitgevoerd met het toolpalet, opslaan in de opname als een 'recept' (pag. 107). U kunt de aanpassingen ook opslaan, downloaden en toepassen op andere opnamen als een apart receptbestand (dat de extensie '.vrd' heeft) (pag. 85 en pag. 108).

Inhoud die is aangepast met het toolpalet, kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd') (pag. 85 en pag. 108).

Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen

JPEG- of TIFF-opnamegegevens

Met de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet kunt u JPEG- en TIFF-opnamen aanpassen met functies die ook beschikbaar zijn in normale beeldbewerkingssoftware.Omdat het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet echter groter is dan van het tabblad [RAW], is de kleur van de opname mogelijk verzadigd of neemt de kwaliteit van de opname mogelijk af als de aanpassing te groot is. Pas uw opnamen dus niet te veel aan.U kunt RAW-opnamen aanpassen met de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet. Het is echter raadzaam om voor andere functies dan aanpassing van de kleurtooncurve (pag. 97) en automatische aanpassing (pag. 93), de functies die ook beschikbaar zijn op het tabblad [RAW] van het toolpalet te gebruiken.

Het tabblad RGB van het toolpalet

Page 93: Canon digital professional software

93

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U maakt van de opname een optimale standaardopname door de kleurtooncurve automatisch te laten aanpassen (pag. 127). U kunt de mate waarin automatische aanpassing plaatsvindt, instellen op 'Standaard' of 'Hoog'.

Klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing. Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor

de meeste opnamen. Hoog: Gebruik deze instelling als het effect van de standaard

automatische aanpassing niet groot genoeg is.

De kleurtooncurve wordt op basis van de ingevoerde wijzigingen aangepast.

Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)

De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld

Hoog

Standaard

Bij de volgende opnamen is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting:• Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting• Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is• Opnamen die te donker zijn• Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt

Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)

Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 96).

Page 94: Canon digital professional software

94

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de helderheid en het contrast van een opname aanpassen.

Helderheid en contrast aanpassen

Sleep de schuifregelaars naar links of rechts

Voer numerieke waarden in

Brightness (Helderheid): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname helderder te maken en naar links om een opname donkerder te maken.

Contrast: Hiermee kunt u de kleurovergang en de mate van kleurcontrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast.

Het aanpassingsbereik is -100 t/m +100 (in te stellen in stappen van 1).

Page 95: Canon digital professional software

95

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd.

1 Klik op de knop [ ].

De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie 2 Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen.

De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit.

Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast.

U kunt de automatische witbalanscorrectie beëindigen door met de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te klikken.

De coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie)

Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert.

Als uw opname geen witte gebieden bevat

De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van 5 × 5 vanaf het punt waarop u hebt geklikt.

De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81).

Page 96: Canon digital professional software

96

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt kleurtinten en de verzadiging aanpassen en de algehele sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken.

Tint, verzadiging en scherpte aanpassen

Voer numerieke waarden in

Sleep de schuifregelaars naar links of rechts

Hue (Tint): Sleep de schuifregelaar naar rechts om kleurtonen geler te maken en naar links om kleurtonen roder te maken.

Saturation (Verzadiging): Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte.

Sharpness (Scherpte): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname minder zacht te maken en naar links om een opname zachter te maken.

Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [100% view/100%-weergave], [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%-weergave]. Als u de weergave instelt op [Fit to window/Aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), lijkt de scherpte onnatuurlijk.

Onnatuurlijke scherpte

Het aanpassingsbereik voor tint is –30 t/m 30, voor verzadiging 0 t/m 200 en voor scherpte 0 t/m 500 (in te stellen in stappen van 1).

Page 97: Canon digital professional software

97

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. 127).

1 Selecteer de kleurtooncurvemodus en de interpolatiemethode.

Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)

Klik met de rechtermuisknop in de grafiek om het menu weer te geven

2 Voer de gewenste aanpassingen uit.

Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.

Het maximale aantal [ ] is 8. Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets <Del> of dubbelklikt

u op de [ ].

Klik om een [ ] (punt) toe te voegenSleep [ ] om de opname aan te passen.

Hiermee wordt elk kanaal aangepast

RGB wordt batchgewijs aangepast

De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81).

De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 81).

Page 98: Canon digital professional software

98

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen.

Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.

Het dynamisch bereik aanpassen

Naar links slepeninvoerniveau lichtpunten

Herstelt de oorspron-kelijke instellingen van de opname

Naar rechts slepeninvoerniveau schaduwpunten

Numerieke waarde uitvoerniveau lichtpunten

Omlaag verplaatsenuitvoerniveau lichtpunten

Numerieke waarde uitvoerniveau schaduwpunten

Omhoog verplaatsenuitvoerniveau schaduwpunten

Numerieke waarde invoerniveau schaduwpunten

Numerieke waarde invoerniveau lichtpunten

Het bereik voor schaduwpunten ligt tussen 0 en 247 (in te stellen in stappen van 1).

Het bereik voor lichtpunten ligt tussen 8 en 255 (in te stellen in stappen van 1).

De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81).

Page 99: Canon digital professional software

99

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Ruis reducerenU kunt ruis reduceren in JPEG- en TIFF-opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt.

1 Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.

2 Klik op de knop [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].

Het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] wordt weergegeven.

3 Pas een opname aan.

U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 20 instellen. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie.

U kunt het effect van de ruisreductie controleren wanneer een opname wordt weergegeven op 100% in het ruisreductiecontrolevenster.

U kunt de weergavepositie van het ruisreductiecontrolevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen.

Navigatie-venster

Vergrotings-weergave-positie

Ruisreductiecontrolevenster

Sleep de schuif-regelaars

4 Klik op de knop [Apply/Toepassen].Ruisreductie wordt op de opname toegepast en de opname

wordt opnieuw weergegeven.

Wanneer u meerdere opnamen selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de opnamen instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ALO] (pag. 117) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen].

Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen

Als [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast.

Als [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast.

U kunt de instellingen voor batchgewijze ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/Standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/Toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 81). Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle opnamen in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor opnamen met een hoge ISO-snelheid. Op opnamen waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau van het recept toegepast.

Raadpleeg pag. 118 voor een overzicht van de functies in het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].

Page 100: Canon digital professional software

100

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassenU kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt.

1 Selecteer de opname die u wilt bijsnijden.

2 Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Klik op de knop [Trimming Angle/Bijsnijden Hoek].

Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt.Er kan worden bewerkt zodra het beeld duidelijk wordt

weergegeven in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

3 Pas de hoek van de opname naar wens aan.

Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven.

Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader.

Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie.

Venster voor bijsnijden/aanpassen hoek

Pas de hoek aan met de muis (klik op /) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden)

Klik (opname naar links of rechts roteren in stappen van 90 graden)

Slepen* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden)

Grootst mogelijk bijsnijdings-kader

* U kunt de hoek van opnamen die groter zijn dan 9999 x 6666 pixels niet aanpassen.

Page 101: Canon digital professional software

101

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

4 Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdingskader.

U kunt het bijsnijdingskader verslepen. Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept

u de vier hoeken van het kader. Overzicht van beeldverhoudingen (breedte : hoogte)

AnnulerenSelecteer een verhouding voor het bijsnijden

Sleep het bijsnijdings-kader

[Free/Vrij]: U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren.

[Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding.

5 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het bijsnijdingskader wordt in de bijgesneden opname

weergegeven (pag. 114).Als de bijgesneden opname in een bewerkingsvenster of het

beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven.

Page 102: Canon digital professional software

102

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellenEen bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' (pag. 108) uit te voeren.

Weergave van de bijgesneden opname in elk venster• Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt op de opname

weergegeven (pag. 114).• Bewerkingsvenster: De bijgesneden opname wordt weergegeven.• Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het

hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster.

Een bijgesneden opname afdrukkenU kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP.

Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend bijgesnedenNadat de bijgesneden JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen als een aparte opname (pag. 108), is deze blijvend bijgesneden.

Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden opnamenWanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een RAW-opname die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D is gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen.Maar wanneer een JPEG-opname is gemaakt met een beeldverhouding van [4:3], [16:9] of [1:1] ingesteld met de EOS 60D of EOS 600D, kan het bijsnijdingskader niet worden gewijzigd noch worden teruggezet op de hoedanigheid vóór bijsnijden, omdat het beeld daadwerkelijk wordt bijgesneden en opgeslagen met de ingestelde verhouding.Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 122).

Bijgesneden opnamen

De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter> of de toets <F11>.

Bewerkingen uitvoeren met het contextmenuU kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt.

Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opnameU kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken].Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere opnamen wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere opnamen waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven.

Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

Raadpleeg pag. 122 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

Page 103: Canon digital professional software

103

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Automatisch stof wissenDe stofwisdata die aan opnamen worden toegevoegd die met een camera zijn gemaakt die deze data kan toevoegen, kunnen worden gebruikt voor het automatisch wissen van stofvlekken.

EOS-1D Mark IV EOS-1Ds Mark III EOS-1D Mark III

EOS 5D Mark II EOS 7D EOS 60D

EOS 50D EOS 40D EOS 600D

EOS 550D EOS 500D EOS 450D

EOS 400D DIGITAL EOS 1100D EOS 1000D

1 Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata.

2 Klik op de knop [Stamp/Stempel].

Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.

Compatibele camera's

3 Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].

Stofvlekken worden in één bewerking gewist.

4 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen

waaruit stofvlekken zijn verwijderd.

Stofwisdata worden niet aan opnamen toegevoegd met instellingen voor correctie van vervorming, correctie van chromatische aberratie enzovoort, die zijn gespecificeerd tijdens de RAW-ontwikkeling op de camera. Daardoor kunt u niet automatisch stof wissen op dit soort opnamen.

Page 104: Canon digital professional software

104

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellenEen opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 108).

Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvensterControleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren.

Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukkenU kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP.

De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actiefAls er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij opnamen waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd.

Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderdBij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 105) of de kopieerstempelfunctie (pag. 107).

Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderdNadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. 108), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd.

Aanvullende informatie

Plekken waaruit stof is verwijderd controlerenNadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.)

Het wissen van één specifieke stofvlek annulerenNadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren.

Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelenU kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.

Het stofwisresultaat toepassen op een andere opnameU kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken].

In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd.

Handige functies in het kopieerstempelvenster

Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.

Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in één

bewerking gewist.

Automatisch stof wissen in het hoofdvenster

Page 105: Canon digital professional software

105

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren.

1 Selecteer in het hoofdvenster de opname waarin u stofvlekken wilt wissen.

2 Klik op de knop [Stamp/Stempel].

Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.

3 Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof.

De opname wordt in de 100%-weergave weergegeven. U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen.

Dubbelklik hierop

4 Klik op de knop die bij de stofvlekken hoort die u wilt verwijderen. Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur is en

klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van kleur is. Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het

stofwisbereik als [ ] weergegeven.

5 Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik.

De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken

in de opname wilt wissen. Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met

de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3.

Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven.

6 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen

waaruit stofvlekken zijn verwijderd.

Klik

Page 106: Canon digital professional software

106

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewistAls ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken.

Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctieStofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 107).

U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellenEen opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 108).

Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvensterControleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren.

Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukkenU kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP.

Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderdNadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. 108), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd.

Aanvullende informatie

Plekken waaruit stof is verwijderd controlerenNadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.)

Het wissen van één specifieke stofvlek annulerenNadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren.

Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelenU kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>.

Het stofwisresultaat toepassen op een andere opnameU kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken].Om in verschillende andere opnamen op dezelfde plaats stof te verwijderen, kunt u efficiënt stofvlekken verwijderen door op de opnamen te klikken terwijl u de toets <Control> in het hoofdvenster ingedrukt houdt. U bereikt dit ook door meerdere opnamen te selecteren door op de eerste opname te klikken en vervolgens op de laatste terwijl u de toets <Shift> ingedrukt houdt en vervolgens het kopieerstempelvenster weer te geven.

Handige functies in het kopieerstempelvenster

Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.

Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.

Page 107: Canon digital professional software

107

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken.

1 Volg stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' (pag. 105).

2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. Houd de toets <Alt> ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als

kopieerbron wilt gebruiken. Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de

bovenstaande bewerking nogmaals uit. Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u

[Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron vastzetten] in.

3 Corrigeer de opname. Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt

corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan.

Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept.

Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).

4 Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster.Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op een

gecorrigeerde opname.

Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie)

Bewerkingsresultaten opslaan

Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet (pag. 92 t/m pag. 99) en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. 100) en het wissen van stof (pag. 103 t/m pag. 107) kan worden opgeslagen in een JPEG- of TIFF-opname of in een aparte JPEG- of TIFF-opname.

Selecteer het menu [File/Bestand] gewenste item.

Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen.

Bewerkingsgegevens opslaan in een opname

Page 108: Canon digital professional software

108

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Als een JPEG- of TIFF-opname is aangepast met het toolpalet (pag. 92 t/m pag. 99) en, net als een RAW-opname, op de onderstaande wijze wordt opgeslagen, kan de opname worden opgeslagen als een aparte opname waarop de aanpassingen zijn toegepast.En als een bijgesneden opname (pag. 100) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 103 t/m pag. 107) ook op deze wijze wordt opgeslagen, wordt deze blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 42) Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen

(batchverwerking) (pag. 88)Door de opname op de bovenstaande wijze als een aparte JPEG- of TIFF-opname op te slaan, worden de aanpassingen die zijn uitgevoerd met het toolpalet toegepast. De opnamekwaliteit is iets lager nadat de opname is bewerkt/opgeslagen, net als bij normale beeldbewerkingssoftware.

Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opnameU kunt de aanpassingsgegevens (recept) van JPEG- en TIFF-opnamen die zijn aangepast met het toolpalet op dezelfde wijze als bij RAW-opnamen kopiëren en toepassen op andere opnamen. Hieronder vindt u de bijbehorende procedure. Aanpassingsgegevens toepassen op een andere opname (pag. 41) Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken (pag. 85)

AfdrukkenNet als RAW-opnamen kunt u bewerkte JPEG- en TIFF-opnamen afdrukken aan de hand van de onderstaande instructies. Afdrukken (pag. 43) Afdrukken met opname-informatie (pag. 74) Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) (pag. 75) RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer

(pag. 76)

De opname opslaan als een aparte opname

Opnamen opnieuw bewerkenWanneer opnamen worden bewerkt met het toolpalet (pag. 92 t/m pag. 99), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Bovendien wordt de informatie over het bijsnijdingskader of het wissen van stof van een bijgesneden opname (pag. 100) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 103 t/m pag. 107), gewoon bij de opname opgeslagen.U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. 107), zoals informatie over het bijsnijdingskader en het wissen van stof, ongedaan maken en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname herstellen.

1 Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken.

2 Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] gewenste item.

De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld.

Page 109: Canon digital professional software

109

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

ReferentieDit referentiegedeelte is toegevoegd om uw gebruikservaring van DPP te verbeteren.Dit hoofdstuk bevat verschillende oplossingen voor problemen, instructies voor het verwijderen van DPP van uw computer, een overzicht van de functies in de verschillende vensters en een verklarende woordenlijst.Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een index waarmee u gemakkelijk informatie kunt vinden.

Problemen oplossen.............................................. 110De software verwijderen (installatie ongedaan maken).... 111Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Folder (Map))..... 112Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collection (Collectie)) .................................... 113Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster ...................................... 114Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster....... 115Overzicht van de functies in het toolpalet.............. 116Overzicht van de functies in het venster NR Preview (Ruisreductievoorbeeld) .................... 118Overzicht van de functies in het controlevenster ....... 119Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster ..... 120Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van één opname................ 121Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek ..................................... 122Overzicht van de functies in het venster Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren).................................. 123Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster ..... 124Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere opnamen (batchverwerking)............. 125Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster...... 126Verklarende woordenlijst ....................................... 127Index...................................................................... 129

Over deze instructiehandleiding ........................... 133Handelsmerken .................................................... 133

Page 110: Canon digital professional software

110

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Problemen oplossenRaadpleeg de onderstaande onderwerpen als DPP niet correct werkt.

Selecteer een gebruikersinstelling op beheerdersniveau ([Computer administrator/Beheerder van deze computer], [Administrator/Beheerder], enzovoort). U kunt de software niet installeren als er een andere gebruikersinstelling dan die van beheerder is geselecteerd. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw computer voor meer informatie over het selecteren van de gebruikersinstelling op beheerdersniveau.

DPP werkt niet correct op een computer die niet voldoet aan de systeemvereisten voor DPP. Gebruik DPP op een computer die voldoet aan de systeemvereisten (pag. 3).

Zelfs als uw computer de geheugencapaciteit (RAM) heeft die in de systeemvereisten (pag. 3) wordt aangegeven, is er mogelijk onvoldoende geheugen (RAM) beschikbaar als een andere toepassing tegelijk met DPP wordt uitgevoerd. Sluit alle andere toepassingen af.

Afhankelijk van de kaartlezer en het gebruikte besturingssysteem van de computer worden SDXC-kaarten mogelijk niet correct gedetecteerd. In dat geval moet u uw camera en de computer met de meegeleverde interfacekabel op elkaar aansluiten en de opnamen overbrengen naar uw computer met behulp van EOS Utility (meegeleverde software).

Opnamen die niet worden ondersteund door DPP, kunnen niet worden weergegeven. Er bestaan verschillende soorten JPEG- en TIFF-opnamen. JPEG- en TIFF-opnamen die niet compatibel zijn met Exif 2.2, 2.21 of 2.3, worden mogelijk niet goed weergegeven (pag. 3).

Als een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107) wordt weergegeven in een ander venster dan het kopieerstempelvenster, wordt de opname weergegeven zoals deze was voordat het stof werd verwijderd. Controleer opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster.

De installatie kan niet correct worden voltooid

DPP werkt niet

De kaartlezer detecteert de SD-kaart niet.

Opnamen worden niet goed weergegeven

JPEG- en TIFF-opnamen kunnen niet worden aangepast met de aanpassingsfunctie voor opnamen op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Gebruik voor het aanpassen van deze opnamen het tabblad [RGB] in het toolpalet (pag. 116).

RAW-opnamen die zijn gemaakt met de PowerShot Pro1 kunnen niet worden aangepast met de functie voor het aanpassen van opnamen op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Gebruik voor het aanpassen van deze opnamen het tabblad [RGB] in het toolpalet (pag. 116).

U kunt het roteren (pag. 10, pag. 25, pag. 112, pag. 119 en pag. 120), bijsnijden (pag. 38 en pag. 100) en stofwisdata (kopieerstempel) (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107) van een opname niet als een recept in een andere opname plakken (toepassen). Snijd de opname bij of verwijder stof uit de opname met de functie kopiëren/plakken die u in elk venster kunt vinden en roteer de opnamen een voor een.

De aanpassingsgegevens (recept) van RAW-opnamen die zijn aangepast met het tabblad [RAW] van het toolpalet, kunnen niet worden toegepast op JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 116).

Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 61) is een functie die alleen beschikbaar is voor RAW-opnamen die zijn gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS 5D Mark II, EOS 7D, EOS 60D, EOS 50D, EOS 600D, EOS 550D, EOS 500D en EOS 1100D. U kunt de aanpassingen van Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet toepassen op RAW-opnamen die zijn gemaakt met andere camera's.

Als een RAW-opname een andere kleurruimte heeft dan sRGB (pag. 73 en pag. 82) en de opname vervolgens wordt geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname, zijn de kleuren in de opname vaag wanneer de opname wordt weergegeven in software die alleen compatibel is met de sRGB-kleurruimte. Stel in dat geval de kleurruimte van de RAW-opname in op sRGB, converteer de opname opnieuw naar een JPEG- of TIFF-opname, sla de opname op en geef deze nieuwe opname weer.

Een opname kan niet worden aangepast

Een recept kan niet in een andere opname worden geplakt (toegepast)

Kleuren in de opname zijn vaag wanneer ze met andere software worden weergegeven

Page 111: Canon digital professional software

111

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Als de kleurweergave van het beeldscherm niet goed is ingesteld of als geen profiel is ingesteld voor de printer waarop u opnamen wilt afdrukken, kunnen er grote verschillen bestaan tussen de kleuren van de opname op het scherm en de kleuren van de afgedrukte opname. Als de kleurweergave van het beeldscherm wordt aangepast (pag. 82) en het juiste profiel voor de printer wordt ingesteld (pag. 82), liggen de kleuren van een afgedrukte opname en die van de opname op het scherm dichter bij elkaar. Als u afdrukt met een Canon-printer (pag. 43 en pag. 46) of een netwerkprinter (pag. 76 en pag. 77), worden automatisch printerprofielen ingesteld. U hoeft zo alleen de kleurweergave van het beeldscherm in te stellen om te zorgen dat de kleuren nader met elkaar overeenkomen.

Wanneer wordt afgedrukt met Easy-PhotoPrint, worden kleuren niet goed afgedrukt als de functie voor automatische compensatie in Easy-PhotoPrint en de verschillende soorten aanpassingsfuncties voor opnamen zijn ingeschakeld. Schakel alle aanpassingsfuncties voor opnamen in Easy-PhotoPrint uit (pag. 47).

Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt. Gebruik de kleuraanpassingsfunctie voor opnamen van het printerstuurprogramma niet.

Als een groot aantal bestanden in batches wordt afgedrukt, is het mogelijk dat het afdrukken halverwege de afdruktaak wordt gestopt of dat de opnamen niet worden afgedrukt. U kunt dit probleem oplossen door een kleiner aantal opnamen af te drukken of door het geheugen in uw computer te vergroten.

Verwijder [CRW_YYYY.THM] (het beeld voor de weergave van de camera-index) als dit bestand achterblijft in de map waaruit opnamen zijn verwijderd (pag. 49).* [YYYY] in de bestandsnaam geeft een getal aan.

Bij een JPEG-opname die is ingesteld op Adobe RGB en die is gemaakt met de EOS 10D of EOS 300D DIGITAL of PowerShot Pro1, wordt mogelijk geen opname-informatie weergegeven (pag. 10 en pag. 23).

Er bestaan verschillen tussen de kleuren van de opname op het scherm en de kleuren van de afgedrukte opname

Er kunnen geen grote aantallen opnamen in batches worden afgedrukt

Een bestand blijft achter in de map nadat opnamen zijn verwijderd

De opname-informatie wordt niet weergegeven

De software verwijderen (installatie ongedaan maken) Sluit alle toepassingen af voordat u de software verwijdert. Meld u aan als beheerder wanneer u de software verwijdert. Start de computer opnieuw op nadat u de software hebt verwijderd.

Zo vermijdt u mogelijke computerproblemen. Computerproblemen zullen vooral optreden als u de computer niet opnieuw opstart voordat u de software opnieuw installeert.

1 Selecteer de knop ([ ] ([Start] in Windows XP) [All Programs/Alle programma's] [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's] [Digital Photo Professional] [Digital Photo Professional Uninstall/Digital Photo Professional verwijderen].

2 Volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen.De software wordt verwijderd.

Page 112: Canon digital professional software

112

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Folder (Map)) (pag. 10)

*1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Toolbar/Werkbalk] om de werkbalk weer te geven of te verbergen.

*2 De opnamen in de geselecteerde mappen worden als een lijst met miniaturen rechts op het scherm weergegeven.

*3 Hier worden de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet.

*4 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven.

*5 U kunt tussen de vensters [Folder/Map] en [Collection/Collectie] wisselen.

Selecteert alle opnamenSchakelt over naar het beeldbewer-kingsvenster (pag. 120)

Werkbalk*1

Mappenstructuur*2

Annuleert de selectie van alle opnamen

Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)

Converteren/opslaan in een batch (pag. 88, pag. 89 en pag. 125)

Statusinformatie over recept (pag. 85)Aantal weergegeven opnamen

Aantal geselecteerde opnamen

Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 82)

Het toolpalet tonen/verbergen (pag. 116)

Weergavemodus*4

Tabblad [Collection/Collectie]*5

Tabblad [Folder/Map]*5

De mappenstructuur weergeven/verbergen

Pad van map

Kleurruimte van de opname en de gebruikte kleurruimte*3 (pag. 73 en pag. 82)

Geef het controlevenster weer (pag. 119)Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven (pag. 124)

Geeft het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek weer (pag. 122)

Opname-informatie (pag. 23)

Classificatie (pag. 19)

Selectieteken (pag. 19)

Page 113: Canon digital professional software

113

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Selecteert alle opnamenSchakelt over naar het beeldbewerkingsvenster

Werkbalk

Annuleert de selectie van alle opnamen

Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)

Converteren/opslaan in een batch

Statusinformatie over recept Aantal weergegeven opnamenAantal geselecteerde opnamen

Weergave van de CMYK-simulatie

Het toolpalet tonen/verbergen

Weergavemodus

Tabblad [Collection/Collectie] *1

Tabblad [Folder/Map]

*1 Het totale aantal opnamen dat is toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] wordt weergegeven tussen de ( ) op het tabblad [Collection/Collectie]. Als er een opname wordt toegevoegd die wordt weergegeven als een enkele opname (pag. 22), is het totaal aantal weergegeven opnamen twee keer zo groot.

*2 Hier worden de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet.

Kleurruimte van de opname en de gebruikte kleurruimte*2 (pag. 73 en pag. 82)

Geeft het controlevenster weer

Geeft het kopieerstempelvenster weer

Geeft het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek weer

Opname-informatie

Classificatie

Selectieteken

Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collection (Collectie)) (pag. 36)

Page 114: Canon digital professional software

114

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

*1 Wordt niet weergegeven bij [Small thumbnail/Kleine miniatuur].*2 Wordt weergegeven in RAW- en JPEG-opnamen die als één opname

worden weergegeven (pag. 22).[RAW] wordt weergegeven in RAW-opnamen. (Bij [Small thumbnail/Kleine miniatuur] (pag. 10) wordt [R] weergegeven.)In RAW-opnamen die zijn gemaakt met de PowerShot Pro1 wordt [RAW] niet weergegeven.

*3 Wordt niet weergegeven bij [Medium thumbnail/Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/Kleine miniatuur].

*4 Wordt weergegeven in een opname die is bewerkt met het tabblad [RAW] van het toolpalet in het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster.

*5 Wordt weergegeven in een opname die is bewerkt met het tabblad [RGB] van het toolpalet in het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster.

*6 Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een opname die is gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname.

Informatie die wordt weergegeven als [Large thumbnail/Grote miniatuur] (pag. 10) is geselecteerd

Selectieteken (pag. 18 en pag. 19)

Aanpassingswaarde voor de helderheid*1 (pag. 26)

Pictogram voor de witbalans*1 (pag. 27)

Symbool voor de kopieerstempel (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107)

Bijsnijdingskader*6

(pag. 38 en pag. 100)

Diafragma*3

Sluitertijd*3

Bestandsnaam

Opnametype*2

Aanpassingsteken voor RAW*1 *4

Aanpassingsteken voor RGB*1 *5

Teken voor niet-opgeslagen bewerkingsgegevens

Markering voor correctie van lensaberratie (pag. 65)

Classificatieteken (pag. 18 en pag. 19)

Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster (pag. 10 en pag. 34)

Page 115: Canon digital professional software

115

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster (pag. 11 en pag. 25)

*1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/Toolpalet] om het toolpalet weer te geven of te verbergen.

*2 Geeft de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) weer.

*3 RAW-opnamen worden weergegeven met [RAW].*4 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/

RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven.

Pad en bestandsnaam van de opname Toolpalet*1 (pag. 116 en pag. 117)

Weergave van informatie*2 Weergavemodus*4

Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 82)Kleurruimte van de opname*3 en de gebruikte kleurruimte (pag. 73 en pag. 82)

Page 116: Canon digital professional software

116

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het toolpalet

* Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/Docking-weergave] (pag. 81) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. 120) is vergroot.

Tabblad RAW van het toolpalet (pag. 25)

Brightness adjustment (Aanpassing van de helderheid) (pag. 26)

Tabblad RGB van het toolpalet (pag. 60)

Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) (pag. 33 en pag. 93)

White balance adjustment (Aanpassing van de witbalans) (pag. 27, pag. 28 en pag. 56)

Beeldstijlinstellingen (pag. 26 en pag. 59)

Aanpassing van het dynamische bereik (pag. 57)

Aanpassing van de kleurtoon en verzadiging (pag. 29)

Aanpassing van de scherpte (pag. 31)

Aanpassing van het contrast (pag. 29)

Automatische witbalanscorrectie (pag. 95)

Aanpassing van het dynamische bereik (pag. 98)

Aanpassing van de helderheid en het contrast (pag. 94)

Aanpassing van de tint en verzadiging (pag. 96)

Aanpassing van de scherpte (pag. 96)

Vergrotingsweergavepositie*

Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) (pag. 58 en pag. 97)

Instelling Linear (Lineair) (pag. 29)

Aanpassing schaduwen/lichte delen (pag. 57)

Vergrotingsweergavepositie*

Page 117: Canon digital professional software

117

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

* Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/Docking-weergave] (pag. 81) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. 120) is vergroot.

NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO), tabblad in toolpalet

Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 61)Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 62)

Vergrotingsweergavepositie*

NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO), tabblad in toolpalet

Kleurtoonruisreductie voor JPEG- en TIFF-opnamen (pag. 99)

(Als een RAW-opname is geselecteerd) (Als een JPEG- of TIFF-opname is geselecteerd)

Knop voor het afstemmen van lensaberratiecorrectie (pag. 65)

Vergrotingsweergavepositie*

Lensaberratie corrigeren (pag. 65)

Luminantieruisreductie voor JPEG- en TIFF-opnamen (pag. 99)

Luminantieruisreductie voor RAW-opnamen (pag. 62)Kleurtoonruisreductie voor RAW-opnamen (pag. 62)

Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 99)

Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductie-voorbeeld] weergegeven (pag. 62 en pag. 118)

Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. 99 en pag. 118)

Page 118: Canon digital professional software

118

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het venster NR Preview (Ruisreductievoorbeeld) (pag. 62 en pag. 99)

Knop voor het toepassen van ruisreductie

Vergrotingsweergave-positie

* Wanneer u een JPEG- of TIFF-opname selecteert en het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] opent, wordt [TIFF/JPEG] weergegeven en kunt u de luminantieruis en de kleurtoonruis reduceren voor JPEG- en TIFF-opnamen.

Navigatievenster

Luminance noise reduction (Luminantieruisreductie)

Chrominance noise reduction (Kleurtoonruisreductie)

Opnametype*

Ruisreductiecontrolevenster

Page 119: Canon digital professional software

119

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het controlevenster (pag. 16 en pag. 18)

Selectietekens (pag. 18)

Weergave van selectietekens

Verwijdert selectietekens (pag. 18)

Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)

Door de weergegeven opnamen bladeren

Pad en bestandsnaam van de opname50% view (50%-weergave)/100% view (100%-weergave) (moiréreductie uitgeschakeld)/volledige weergave*1

*1 U kunt 50% view (50%-weergave)/100% view (100%-weergave) (moiréreductie uitgeschakeld) selecteren door [Preferences/Voorkeuren] in het menu [Tools/Extra] te selecteren en [Quick check tool display/Weergave controlevenster] in het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] te gebruiken. U kunt de weergavepositie in de vergrote weergave ook verplaatsen door de opname te slepen.

*2 Druk op de toets <Esc> om terug te keren naar de normale schermweergave.

Hiermee geeft u het weergavevenster weer (pag. 24)

Geeft de opname op het volledige scherm weer*2

Hiermee worden de AF-punten weergegeven (pag. 16)

Classificatie (pag. 18)

Weergave van classificatietekens Classificatie (Reject/

Afwijzen) (pag. 18)

Page 120: Canon digital professional software

120

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster (pag. 34 en pag. 36)

*1 RAW-opnamen worden weergegeven met [RAW].*2 Geeft de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden

(8-bits conversie) weer.*3 Geeft in het hoofdvenster geselecteerde opnamen weer. De hier

geselecteerde opname is vergroot en wordt rechts weergegeven.

*4 U kunt de tussenruimten van het raster instellen met [Grid pitch/Tussenruimte raster] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 80).

*5 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) van het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.

Het weergavegebied voor de miniaturen tonen/verbergenHet toolpalet tonen/verbergen

Pad en bestandsnaam van de opname

De vergrotingsverhouding van de weergegeven opname

Het hoofdvenster weergeven (pag. 112)

Door de weergegeven opnamen bladeren

Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)

Converteren/opslaan in een batch(pag. 88, pag. 89 en pag. 125)

Werkbalk

Weergavegebied voor miniaturen*3

Weergavemodus*5

Weergave van informatie*2

Opname-informatie (pag. 23)

Kleurruimte van de opname*1 en de gebruikte kleurruimte (pag. 73 en pag. 82)

Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 82)

Toont/verbergt het raster*4

Toolpalet (pag. 116)

Geeft het kopieerstempelvenster weer (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107 en pag. 124)

Geeft het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek weer (pag. 38, pag. 100 en pag. 122)

Page 121: Canon digital professional software

121

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van één opname (pag. 42)

*1 Het instellingsbereik is 1 t/m 60.000 dpi.*2 Informatie over de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) die in een opname

is ingesteld, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd.Ook als u het selectieteken verwijdert voor opnamen die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 73 en pag. 82), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten.

*3 Het instellingsbereik is 1 t/m 10. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit.

*4 De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen.

Bestandsnaam

Resolutie*1

ICC-profielen insluiten*2 (pag. 127)

Formaat wijzigen*4

Opslaglocatie

Opslaan

JPEG-compressieniveau*3

Opnametypen

Type opname Extensie

Exif-JPEG .JPG

Exif-TIFF 8-bits .TIF

TIFF 16-bits .TIF

Exif-TIFF 8-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG

TIFF 16-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG

Page 122: Canon digital professional software

122

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek (pag. 38 en pag. 100)

Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave

Verhouding van bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren als u [Custom/Aangepast] hebt geselecteerd)*1

Coördinaten van de linkerbovenhoek van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren)Formaat van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren)

Hiermee kopieert u het bijsnijdingskader en past u dit toe op (plakt dit in) een andere opname*2

Geeft randen rond een bijsnijdingskader weer

Door de weergegeven opnamen bladeren*2

Mate van opaciteit buiten een bijsnijdingskader

*1 Als u [Free/Vrij] hebt geselecteerd in de keuzelijst [Aspect ratio/Beeldverhouding], kunt u het bijsnijdingskader ook aanpassen door de randen van het bijsnijdingskader te slepen.

*2 Kan worden gebruikt als meerdere opnamen zijn geselecteerd en het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven.

Bijsnijdingskader

Past het gekopieerde bijsnijdingskader toe op alle andere opnamen*2

De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld

Annuleert alle informatie over het bijsnijdingskader (beeldverhouding)

Hoek van opname aangepast(Sleep de balk, klik met de muis op / of voer numerieke waarden in om een hoek in te stellen)

Geeft rasterlijnen weer of verbergt ze(Sleep de balk om de afstand tussen rasterlijnen in te stellen)

Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)

Geeft het bijsnijdingskader in het midden van het venster weer

Page 123: Canon digital professional software

123

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het venster Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren) (pag. 65)

*1 Het gebied op de opname waarop u hebt geklikt (Positie voor vergrotingsweergave), wordt weergegeven op 200%.

Correctie helderheid randen

Chromatische aberratie corrigeren

Kleurvervaging corrigeren

Schuifregelaar Shooting distance information (Informatie over opnameafstand)*2 (pag. 68)

Sectie voor vergrotingsweergave*1

Rasterweergave

De positie van de sectie die vergroot wordt weergegeven tonen/verbergen

De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld

Hiermee corrigeert u blauwe chromatische aberratie

Hiermee corrigeert u rode chromatische aberratie

Positie voor vergrotingsweergave (Navigatieweergave)

Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren], selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname.

Vervorming corrigeren

Voor de correctie van vervorming/aberratie van opnamen die zijn gemaakt met een fisheye-objectief, kan een van vier effecten worden geselecteerd in de keuzelijst [Effect] naast [Shot settings/Opname-instellingen] wat normaal wordt gebruikt bij vervormingscorrectie.

*2 Bij RAW-opnamen die met een MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of EF 50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in de zoomvergroting.

Page 124: Canon digital professional software

124

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107)

* Kan worden gebruikt als meerdere opnamen zijn geselecteerd en het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.

Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave

Hiermee stelt u het stofwisbereik (pag. 71 en pag. 105) of het kopieerbereik (pag. 73 en pag. 107) in op een waarde tussen 5 en 100 (in eenheden van één pixel) (u kunt ook een numerieke waarde invoeren)Herstellen/opnieuw uitvoeren

Door de weergegeven opnamen bladeren*

Kopieert het stofwisbereik of het kopieerbereik en past dit toe op (plakt dit in) een andere opname

Typen stof die moeten worden gewist (pag. 71 en pag. 105)

Past stofwisdata toe (pag. 69 en pag. 103)

Stempeltypen (pag. 73 en pag. 107)

Geeft de kopieerbron aan (pag. 73 en pag. 107)

Zet de positie van de kopieerbron vast (pag. 73 en pag. 107)

Page 125: Canon digital professional software

125

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere opnamen (batchverwerking) (pag. 88)

*1 Het instellingsbereik is 1 t/m 60.000 dpi.*2 Informatie over de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) die in een opname

is ingesteld, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd.Ook als u het selectieteken verwijdert voor opnamen die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 73 en pag. 82), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten.

*3 Het instellingsbereik is 1 t/m 10. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit.

*4 De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen.

*5 Wordt weergegeven wanneer u op de knop [Batch process/Batch verwerken] (pag. 112 en pag. 120) klikt zonder dat een opname is geselecteerd in het hoofdvenster of het beeldbewerkingsvenster. Als u alleen RAW-opnamen wilt converteren, kunt u op deze knop klikken in plaats van op de knop [Execute/Uitvoeren].

Namen van de opnamebestanden die in een batch moeten worden opgeslagen

ICC-profielen insluiten*2 (pag. 127)

Resolutie*1

Formaat wijzigen*4

Alleen RAW-opnamen worden geconverteerd*5

Opslaglocatie

JPEG-compressieniveau*3

Bestandsnaam

In een batch overbrengen naar andere beeldbewerkingssoftware (pag. 89)

Opslaan

Opnametypen

Type opname Extensie

Exif-JPEG .JPG

Exif-TIFF 8-bits .TIF

TIFF 16-bits .TIF

Exif-TIFF 8-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG

TIFF 16-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG

Page 126: Canon digital professional software

126

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster (pag. 90)

Volgorde waarin opnamen worden gesorteerd

Stelt de nieuwe bestandsnaam in

Stelt de opmaak van de gegevens in de bestandsnaam in

Schakel het selectievakje in om dezelfde naam toe te passen op gelijktijdig vastgelegde RAW- en JPEG-opnamen

Schakel het selectievakje in om de opnamen te kopiërenKlik op de knop [Browse/Bladeren] en geef op waar u de opnamen wilt opslaan

Page 127: Canon digital professional software

127

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Verklarende woordenlijstRAW-opnameRAW-opnamen die zijn gemaakt met EOS DIGITAL-camera's, worden vastgelegd in een niet-gecomprimeerde 14-bits of 12-bits indeling.Aangezien RAW-opnamen speciale, niet-ontwikkelde opnamen zijn, hebt u software met ontwikkelingsfuncties, zoals DPP, nodig om deze opnamen weer te geven. Niet-ontwikkelde RAW-opnamen hebben als voordeel dat u een groot aantal aanpassingen in deze opnamen kunt maken, waarbij vrijwel geen kwaliteitsverlies in de opnamen optreedt.* 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'.

JPEG-opnameDe meest algemene opname in niet-omkeerbare, gecomprimeerde 8-bits indeling. Een JPEG-opname wordt met een hoog compressieniveau opgeslagen zodat de bestanden klein zijn, zelfs wanneer sprake is van opnamegegevens met een groot aantal pixels. Tijdens het opslaan en comprimeren wordt een deel van de gegevens verwijderd, waardoor de bestanden kleiner worden. Dit betekent echter wel dat de kwaliteit van de opname bij elke bewerking of opslaghandeling afneemt.Met DPP worden alleen de receptgegevens aangepast en de opname zelf wordt niet overschreven of gecomprimeerd. De kwaliteit van het origineel neemt dus niet af, zelfs niet als u de opname verschillende malen bewerkt en opslaat.* JPEG is een afkorting van 'Joint Photographic Experts Group'.

TIFF-opnameDit is een bitmapopname in een niet-gecomprimeerde 8-bits/16-bits indeling.Aangezien TIFF-opnamen niet worden gecomprimeerd, blijft bij het opslaan van deze opnamen de hoge kwaliteit van het origineel behouden.* TIFF is een afkorting van 'Tagged Image File Format'.

ReceptVoor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden bewerkt in DPP, wordt de term 'recept' gebruikt.In DPP kunt u JPEG- en TIFF-opnamen bewerken die net als RAW-opnamen een 'recept' gebruiken.

BitwaardeBinaire eenheid voor het gegevensvolume in de kleur van een opname. Met de waarde wordt het aantal bits per pixel aangegeven.Hoe groter het aantal bits, hoe geleidelijker de overgang tussen de kleuren en de gradaties. Een 1-bits opname is een zwart-witopname.

Kleurbeheersystemen (kleurovereenstemming)Op elke digitale camera waarmee opnamen worden vastgelegd, elk beeldscherm waarop opnamen worden weergegeven en elke printer waarop opnamen worden afgedrukt, worden kleuren op een verschillende manier gecreëerd. Daarom kan er een verschil zijn tussen de kleur van een opname waneer deze wordt bekeken op een monitor en wanneer deze wordt afgedrukt.Een kleurbeheersysteem is een systeem waarmee kleuren worden beheerd en zo beter op elkaar worden afgestemd. Met DPP kunt u kleuren op verschillende apparaten beter op elkaar afstemmen met behulp van ICC-profielen op de verschillende apparaten.

ICC-profielenICC-profielen zijn bestanden die kleurgegevens bevatten, zoals de kleureigenschappen en de kleurruimte van verschillende apparaten, die zijn ingesteld door het ICC (International Color Consortium). Vrijwel alle apparaten, zoals het beeldscherm waarmee opnamen worden weergegeven of de printer waarmee opnamen worden afgedrukt, kunnen worden beheerd (kleurbeheer) met behulp van deze ICC-profielen. De kleuren op de verschillende apparaten kunnen zo nauwkeuriger op elkaar worden afgestemd.DPP beschikt over kleurbeheer waarin deze ICC-profielen worden gebruikt.

KleurtooncurveEen kleurtooncurve geeft de waarden vóór aanpassing aan (invoer) als de horizontale as van een grafiek en de waarden na aanpassing (uitvoer) als de verticale as. Omdat de waarden vóór aanpassing en na aanpassing gelijk zijn als nog geen aanpassingen zijn uitgevoerd, wordt de kleurtooncurve weergegeven als een rechte lijn die van links onder naar rechts boven in de grafiek loopt. Door deze kleurtooncurve te wijzigen, kunt u de helderheid, het contrast en de kleur van een opname in detail aanpassen. Hoe verder naar rechts op de horizontale as, hoe hoger de plus-waarde, en hoe hoger op de verticale as, hoe hoger de plus-waarde.

Page 128: Canon digital professional software

128

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

KleurruimteEen kleurruimte is een reproduceerbare kleurenreeks (kenmerken van een kleurenspectrum). DPP ondersteunt de onderstaande vijf soorten kleurruimten.sRGB: Standaardkleurruimte voor Windows. Wordt

algemeen gebruikt voor de standaardkleurruimte van beeldschermen, digitale camera's en scanners.

Adobe RGB: Een bredere kleurruimte dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving.

Apple RGB: Standaardkleurruimte voor Macintosh. Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB.

ColorMatch RGB: Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving.

Wide Gamut RGB: Een kleurruimte die breder is dan Adobe RGB.Raadpleeg het onderstaande kleurdiagram voor het kleurgebied van

elke kleurruimte.

Kleurdiagram met kleurruimten die worden ondersteund door DPP

Kleurbereik dat met het oog waarneembaar is

Gamma-waarde

Wit punt (kleurtemperatuur)

sRGB 2,2 6500 K (D65)Adobe RGB 2,2 6500 K (D65)Apple RGB 1,8 6500 K (D65)ColorMatch RGB 1,8 5000 K (D50)Wide Gamut RGB 2,2 5000 K (D50)

CMYK-simulatieprofielenEen profiel dat kleuren simuleert wanneer wordt afgedrukt in een CMYK-omgeving (afdrukapparaat, enzovoort). Met DPP kunt u kleuren simuleren met vier profieltypen.Euro Standard: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken

van boeken in Europa; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Europese norm.

JMPA: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van onder andere boeken in Japan; geschikt voor simulatie van het in kleur afdrukken van tijdschriftreclame volgens de Japanse norm.

U.S.Web Coated: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van boeken in Noord-Amerika; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Noord-Amerikaanse norm.

JapanColor2001 type3: Profiel dat zich ontwikkelt tot de meest gebruikte norm voor afdrukken in Japan; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de JapanColor-norm.

Rendering intentRendering intents zijn methoden voor het omzetten van kleuren bij het afdrukken van een opname. De omzetmethode van elke rendering intent wordt hieronder beschreven.Perceptual (Volgens waarneming): Voor en na het converteren worden alle kleuren

geconverteerd om de verhouding tussen kleuren te handhaven. Zelfs als kleuren in enige mate zijn gewijzigd, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de kleurverhoudingen behouden zijn gebleven. Afhankelijk van de opname wordt de verzadiging echter mogelijk in de hele opname gewijzigd.

Relative Colorimetric (Relatief colorimetrisch): Er is geen sprake van een grote conversie bij kleuren die

voor en na het converteren niet veel van elkaar afwijken, maar kleuren die niet op elkaar lijken worden naar ratio geconverteerd. Omdat er weinig wijzigingen worden aangebracht aan kleuren die op elkaar lijken en waaruit het grootste deel van een opname bestaat, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de verzadiging niet in hoge mate is gewijzigd. Afhankelijk van de opname zijn er echter gevallen waarin de algemene kleurtoon van een opname in enige mate wordt gewijzigd, aangezien de kleuren en lichte delen die niet op elkaar lijken worden gewijzigd.

Page 129: Canon digital professional software

129

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

IndexAAanpassen (JPEG- of TIFF-opname)

Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) ..... 93Automatische witbalanscorrectie.................................................. 95Contrast........................................................................................ 94Dynamisch bereik......................................................................... 98Helderheid .................................................................................... 94Scherpte ....................................................................................... 96Tabblad RGB van het toolpalet .................................................. 116Tint ............................................................................................... 96Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)................. 97Verzadiging .................................................................................. 96

Aanpassen (RAW-opname)Aanpassingen kopiëren................................................................ 86Aanpassingen opslaan ................................................................. 86Aanpassingen toepassen ............................................................. 86Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) ..... 33Automatische witbalanscorrectie.................................................. 28Beeldstijl ....................................................................................... 26Beeldstijlbestand .......................................................................... 59Contrast........................................................................................ 29Dynamisch bereik......................................................................... 57Filtereffect..................................................................................... 30Helderheid .................................................................................... 26Helderheid van lichte delen .......................................................... 57Helderheid van schaduwen .......................................................... 57Kleurenwiel................................................................................... 56Kleurtemperatuur.......................................................................... 56Kleurtoon ...................................................................................... 29Monochroom ................................................................................ 30Persoonlijke witbalans.................................................................. 87Tabblad RAW van het toolpalet.................................................. 116Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)................. 58Toningeffect.................................................................................. 30Toolpalet............................................................................. 116, 117Verzadiging .................................................................................. 29Witbalans...................................................................................... 27

Aanpassen van JPEG-opnamen......................................................... 92Aanpassen van RAW-opnamen.......................................................... 25Aanpassen van TIFF-opnamen .......................................................... 92Aanpassingsgegevens (recept) .................................................. 85, 127Adobe RGB....................................................................................... 128

AfdrukkenAfdrukken met Canon-inkjetprinters........................................ 43, 46Afdrukken met Easy-PhotoPrint .................................................... 46Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX .............................................. 43Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro ............................................. 76Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon.......... 77Afdrukken met een professionele Canon-printer .......................... 76Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) ..................................................................................... 74Afdrukken met printer van een ander merk dan Canon ................ 49Afdrukken op één vel papier ................................................... 14, 49Lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op één vel) ................. 75Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint........... 82, 83

Afdrukken met Canon-inkjetprinters .............................................. 43, 46Afdrukken met Easy-PhotoPrint .......................................................... 46Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX..................................................... 43Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro.................................................... 76Afdrukken met een printer van een ander merk dan Canon................ 49Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon ................ 77Afdrukken met een professionele Canon-printer ................................. 76Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) ...... 74Afdrukken op één vel (lijst met miniaturen afdrukken)......................... 75Afdrukken op één vel papier.......................................................... 14, 49Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel)........... 75Apple RGB......................................................................................... 128Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)...................... 61Automatisch stof wissen ................................................ 69, 70, 103, 104Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)....................................... 33, 93Automatische witbalanscorrectie ................................................... 28, 95

BBatch settings (Batchinstellingen), venster............................ 88, 89, 125Batchgewijs converteren/opslaan van opnamen (batchverwerking)...... 88Batchgewijs overbrengen van opnamen ............................................. 89Batchverwerking (JPEG- en TIFF-opnamen in een batch opslaan) .................................................................. 88, 125Batchverwerking van meerdere opnamen

Bestandsnaam wijzigen ................................................................ 90Converteren/opslaan (batchverwerking) ............................... 88, 125

Page 130: Canon digital professional software

130

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Overbrengen ................................................................................ 89Persoonlijke witbalans.................................................................. 87Receptgegevens .......................................................................... 85

Beeldbewerkingsvenster............................................................. 34, 120Beeldstijl.............................................................................................. 26Beeldstijlbestand................................................................................. 59Belicht gebied, waarschuwing............................................................. 55Bestandsnaam wijzigen ...................................................................... 90Bestandsnamen wijzigen van de opnamen in de volgorde in het hoofdvenster...................................................... 90Bewerken.......................................................................................... 129Bewerkingsvenster...................................................................... 11, 115Bijsnijden/aanpassen hoek, venster voor ........................... 38, 100, 122Bitwaarde.......................................................................................... 127Bladwijzer............................................................................................ 51

CCamera's die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie ......................................................... 63Chromatische aberratie corrigeren ..................................................... 65Classificatie........................................................................... 18, 19, 119CMYK-simulatie .................................................................... 82, 83, 128Collection (Collectie), venster ................................................. 6, 36, 113Color Management (Kleurbeheer) (voorkeuren) ................................. 82ColorMatch RGB............................................................................... 128Contrast ........................................................................................ 29, 94Controlevenster........................................................................... 16, 119Converteren naar JPEG- of TIFF-opname en opslaan ..... 42, 88, 121, 125Converteren/opslaan van één opname, venster voor ................. 42, 121Corrigeren van opnamen (kopieerstempelfunctie)...................... 73, 107

DDe naam van opnamebestanden in een batch wijzigen ..................... 90Detailinstellingen voor afdrukken (afdrukken met opname-informatie)........ 74Downloaden van een opname naar uw computer

Downloaden van opnamen met een kaartlezer.............................. 9Downloaden van opnamen van een camera.................................. 7

Downloaden van opnamen ................................................................... 7Downloaden van opnamen met een kaartlezer .................................... 9

Downloaden van opnamen van een camera ......................................... 7DPP afsluiten....................................................................................... 14DPP starten ........................................................................................... 6Dynamisch bereik .......................................................................... 57, 98

EEen opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen................. 38, 100EOS Utility ............................................................................................. 7

FFiltereffect............................................................................................ 30Folder (Map), venster .................................................................... 6, 112

GGeneral Settings (Algemene instellingen) (voorkeuren)...................... 78

HHandmatig stof wissen (reparatiefunctie) .................................... 71, 105Helderheid ..................................................................................... 26, 94Helderheid randen corrigeren.............................................................. 65Help ....................................................................................................... 0Hoofdvenster ............................................................................... 10, 112

IICC-profielen ..................................................................................... 127

JJPEG-opname................................................................................... 127

KKleurbeheer (kleurovereenstemming) ............................................... 127

ICC-profielen............................................................................... 127Kleurinstelling van de printer (profielen) ................................. 82, 83Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen) ............................ 82Kleurruimte.................................................................................. 128

Kleurdiagram ..................................................................................... 128Kleurenwiel .......................................................................................... 56Kleurinstelling van de printer (profielen) ........................................ 82, 83Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen)................................... 82Kleurruimte ........................................................................................ 128

Adobe RGB................................................................................. 128Apple RGB .................................................................................. 128ColorMatch RGB......................................................................... 128

Aanpassen

Voorblad

Page 131: Canon digital professional software

131

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Kleurruimte instellen voor elke opname ....................................... 73sRGB.......................................................................................... 128Standaardinstelling van kleurruimte ............................................. 82Standaardinstelling voor kleurruimte ............................................ 82Wide Gamut RGB....................................................................... 128

Kleurruimte die wordt gebruikt ............................................................ 73Kleurruimte instellen voor elke opname.............................................. 73Kleurtemperatuur ................................................................................ 56Kleurtoon............................................................................................. 29Kleurtooncurve.................................................................................. 127Kleurtoonruisreductie (JPEG- en TIFF-opnamen) .............................. 99Kleurtoonruisreductie (RAW-opnamen) .............................................. 62Kleurvervaging corrigeren................................................................... 65Kopieerstempel (opnamen corrigeren) ....................................... 73, 107Kopieerstempelvenster ......................................... 69, 71, 103, 105, 124Kopiëren en plakken (toepassen) van recepten ................................. 86Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster) ........................ 23

LLaden en plakken (toepassen) van recepten...................................... 86Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren), venster...... 65, 123Lensaberratie corrigeren..................................................................... 63Lineair ................................................................................................. 29Luminantieruisreductie (JPEG- en TIFF-opnamen) ............................ 99Luminantieruisreductie (RAW-opnamen)............................................ 62

MMappen als bladwijzers vastleggen .................................................... 51Mappen maken ................................................................................... 50Miniatuurweergave (hoofdvenster) ............................................. 10, 112

Weergave aanpassen .................................................................. 10Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster)................................................................... 34Miniatuurweergave van opnamen (hoofdvenster)............................... 10

Weergave aanpassen .................................................................. 10Monochrome (Monochroom)............................................................... 30Monochroom

Filtereffect..................................................................................... 30Toningeffect.................................................................................. 30

NNaamwijzigingsvenster................................................................ 90, 126NR Preview (Ruisreductievoorbeeld), venster....................... 62, 99, 118NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO), tabblad in toolpalet ............. 117

OObjectieven die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie.......................................................... 63Ondersteunde opnamen........................................................................ 3Onscherp masker ................................................................................ 32Opnamekader, informatie over (tekens in opname) .......................... 114Opnamekwaliteit

Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster) .................. 23RAW-opnamen weergeven en opslaan .................................. 78, 79Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ....................................................... 99Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ....... 62Standaardinstellingen voor ruisreductie ........................................ 81Valse kleuren reduceren ......................................................... 78, 79

Opnamen downloaden naar uw computer............................................. 7Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware .................................................................... 89Opnamen sorteren

Classificaties ........................................................................... 18, 19Opnieuw aanpassen van een opname........................................ 43, 108Opnieuw bewerken van een opname.......................................... 43, 108Opslaan

Converteren naar JPEG- of TIFF-opnamen en opslaan ....... 42, 121JPEG- of TIFF-opname opslaan als aparte opname .................. 108Opnamen in een batch converteren/opslaan (batchverwerking)....... 88, 125Opslaan................................................................................. 41, 107Opslaan als ........................................................................... 41, 107RAW-opnamen weergeven en opslaan .................................. 78, 79

Opslaan als.................................................................................. 41, 107Opslaan van recepten ......................................................................... 86Ordenen van opnamen........................................................................ 49

Mappen als bladwijzers vastleggen .............................................. 51Mappen maken ............................................................................. 50Mappen verplaatsen of kopiëren................................................... 51

Page 132: Canon digital professional software

132

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Opnamen verplaatsen of kopiëren ............................................... 50Opnamen verwijderen .................................................................. 49

OverbrengenOpnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware............................................................. 89Opnamen overbrengen naar Photoshop ...................................... 73

Overbrengen van opnamen naar Photoshop...................................... 73

PPersoonlijke witbalans ........................................................................ 87

RRangschikken van opnamen......................................................... 20, 21RAW-opname ................................................................................... 127RAW-tabblad van het toolpalet ......................................................... 116Recept......................................................................................... 85, 127Receptbestand.................................................................................... 85Rendering intent (aanpassingsmethode) .......................................... 128

Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint .......... 82, 83Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint................. 82, 83Repareren (handmatig stof wissen) ............................................ 71, 105RGB-tabblad van het toolpalet.......................................................... 116Roteren van opnamen .................................. 10, 25, 112, 113, 119, 120Ruisreductie (JPEG- of TIFF-opname) ............................................... 99Ruisreductie (RAW-opname) .............................................................. 62Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)....... 99Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)........ 62

SSchaduwgebied, waarschuwing.......................................................... 55Scherpte........................................................................................ 31, 96Selecteren van opnamen........................................................ 10, 16, 34Selectieteken ................................................................ 18, 19, 114, 119Sneltoetsen........................................................................................... 0Sorteren van opnamen

Selectietekens ........................................................................ 18, 19sRGB ................................................................................................ 128Standaardinstelling voor kleurruimte................................................... 82Standaardinstellingen voor ruisreductie.............................................. 81Stof wissen

Automatisch stof wissen ....................................................... 69, 103Handmatig stof wissen (reparatiefunctie).............................. 71, 105Opname corrigeren (kopieerstempelfunctie)......................... 73, 107

Stofwisdata .................................................................... 69, 70, 103, 104Synchronisatie (bewerkingsvenster).................................................... 54Synchroniseren van bewerkingsvensters ............................................ 54Synchroniseren van opnamen............................................................. 54Systeemvereisten .................................................................................. 3

TTekens in opname (informatie over opnamekader)........................... 114TIFF-opname..................................................................................... 127Tint....................................................................................................... 96Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) .................. 58, 97Tone Curve Assist (Kleurtooncurvehulp) (automatische aanpassing) ........................................................... 33, 93Toningeffect......................................................................................... 30Tool Palette (Toolpalet) (voorkeuren).................................................. 81Toolpalet

Tabblad NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO) van het toolpalet.......................................................................... 117Tabblad RAW van het toolpalet .................................................. 116Tabblad RGB van het toolpalet ................................................... 116

VValse kleuren reduceren................................................................ 78, 79Vergelijkingsfunctie, weergave met ..................................................... 53Vergrote weergave (bewerkingsvenster)..................................... 11, 115Vergrote weergave (controlevenster) ................................................ 119Verplaatsen of kopiëren van mappen.................................................. 51Verplaatsen of kopiëren van opnamen................................................ 50Vervorming corrigeren ......................................................................... 65Verwijderen

Opnamen verwijderen................................................................... 49Software verwijderen .................................................................. 111

Verwijderen van DPP (installatie ongedaan maken) ......................... 111Verwijderen van opnamen................................................................... 49Verzadiging.................................................................................... 29, 96View Settings (Weergave-instellingen) (voorkeuren) .......................... 80

Voorblad

Page 133: Canon digital professional software

133

12345

Inleiding

Inhouds-overzicht

Basis-bewerkingen

Geavanceerde bewerkingen

Geavanceerde beeldbewerkingen

en afdrukken

JPEG/TIFF-opnamen bewerken

Index

Grote aantallen opnamen verwerken

Referentie

Voorkeuren ......................................................................................... 78Color Management (Kleurbeheer)................................................ 82General Settings (Algemene instellingen) .................................... 78Tool Palette (Toolpalet) ................................................................ 81View Settings (Weergave-instellingen)......................................... 80

WWeergave

Bewerkingsvenster synchroniseren.............................................. 54Miniatuurweergave (hoofdvenster) ....................................... 10, 112Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster) .................................................... 34, 120Vergrote weergave (bewerkingsvenster).............................. 11, 115Vergrote weergave (controlevenster) ................................... 16, 119Weergave als één opname .......................................................... 22Weergave met opname-informatie ......................................... 10, 23Weergave met vergelijkingsfunctie............................................... 53

Weergave als één opname................................................................. 22Weergave met opname-informatie................................................ 10, 23Weergave van opnamen met opname-informatie......................... 10, 23Weergave van RAW- en JPEG-opname als één opname.................. 22Wide Gamut RGB ............................................................................. 128Witbalans ............................................................................................ 27

Automatische witbalanscorrectie............................................ 28, 95Kleurenwiel................................................................................... 56Kleurtemperatuur.......................................................................... 56Persoonlijke witbalans.................................................................. 87

Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) ...................................................................... 87

Over deze instructiehandleiding De inhoud van deze instructiehandleiding mag niet zonder

toestemming geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd. Canon kan de softwarespecificaties en inhoud van deze

instructiehandleiding zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen. De softwareschermen en afbeeldingen in deze instructiehandleiding

kunnen enigszins afwijken van de feitelijke software. De inhoud van deze instructiehandleiding is met zorg samengesteld.

Mocht u desondanks eventuele fouten of weglatingen tegenkomen, neem dan contact op met uw Canon Service Center.

Ongeacht het bovenstaande, aanvaardt Canon geen aansprakelijkheid voor de resultaten van het gebruik van de software.

Handelsmerken Microsoft en Windows zijn handelsmerken of geregistreerde

handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of geregistreerd handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Overige namen en producten die hierboven niet worden vermeld, kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van hun respectieve ondernemingen.