CAHIER Elektrische No. fietsen · 2018-11-05 · CAHIER No. Elektrische fietsen. Colofon Datum van...
Transcript of CAHIER Elektrische No. fietsen · 2018-11-05 · CAHIER No. Elektrische fietsen. Colofon Datum van...
C A H I E R
No. 3Elektrische
fietsen
Colofon
Datum van publicatie
juni 2017
Auteurs
Raf Canters, Wim Billet, Wouter Pelgrims, Wout Baert
Fotografie
Stefan Dewickere, Mobiel 21
Grafische vormgeving
Studio Rufus i.s.m. Theo van Beurden
Fietsberaad Vlaanderen
Paviljoenstraat 9
B-1030 Brussel
+32 (0)2 211 55 05
www.fietsberaad.be
@FietsberaadVL
Fietsberaad Vlaanderen werkt vanuit VVSG,
het Huis van het Lokaal Bestuur.
Fietsberaad Vlaanderen is hét kenniscentrum voor fietsbeleid. Goede praktijken delen
en investeren in nieuw en praktijkgericht onderzoek vormen de focus. Zo stimuleert
en ondersteunt Fietsberaad Vlaanderen de dynamiek in steden en gemeenten die hun
fietsbeleid willen versnellen.
Deze publicatie kwam tot stand in samenwerking met Mobiel 21 vzw, beweging
voor duurzame mobiliteit. Mobiel 21 ontwikkelt, bundelt en verspreidt kennis om
mobiliteits gedrag en -beleid te beïnvloeden. In de reeks ’Dossiers’ verscheen eerder
‘Verkeersleefbaarheid’, ‘Vervoersarmoede’ en ‘Autovol, autoluw, autovrij’. Deze kan
men gratis downloaden via www.mobiel21.be.
Inhoud
De elektrische fiets, een succesverhaal 4
Terminologie en wetgeving 5
Onderverdeling volgens de Europese verordening en Belgische wetgeving 7
Verkeersregels en wegcode 10
Verkoop en onderhoud 13
Functioneel gebruik 14
Anders rijden 22
Aangepaste infrastructuur 25
De e-fiets een duwtje in de rug geven 28
Conclusie 34
3
De elektrische fiets Een succesverhaal
De elektrische fiets kent een grote opmars in Europa. De verkoop en het
gebruik ervan gaat al enkele jaren in stijgende lijn. In absolute verkoopcijfers
kunnen we niet om Duitsland en Nederland heen. Maar als we kijken naar
de procentuele verkoopcijfers, dan doen we in België zeker goed mee! Van
de ruim 450.000 verkochte fietsen in België in 2015, was een op drie een
elektrische fiets. Dat is een even groot aandeel als de stadsfietsen.
De elektrische fiets kan bovendien een gamechanger
worden op het vlak van mobiliteit. Zeker nu er uit de
transportsector in Vlaanderen een steeds grotere vraag
klinkt naar rekeningrijden voor personenwagens naast
dat voor vrachtvervoer. In dit dossier gaan we op zoek
naar de redenen van die goede verkoopcijfers en de po-
sitieve en negatieve effecten van de opmars van het elek-
trische fietsen. Daarnaast kijken we ook wat Vlaanderen
nog mist om dit vervoersmiddel als een volwaardig
vervoermiddel te kunnen beschouwen.
4
Terminologie en wetgeving
Van elk type fiets kan een elektrische variant gemaakt worden. Aangezien
de hulpmotor met zijn toebehoren technisch gezien een (geïntegreerde)
toevoeging is aan een fiets, zijn er mogelijkheden voor elk type fiets met
een wiel. Zowel stads- plooi-, sport-, en bakfietsen kunnen met een motor
uitgerust worden. Enkel voor kinderfietsen is het geen aanrader.
1 Brüsch, S., Speed pedelecs: Fahrzeuge der Zukunft” (Ruprecht-Karls-Universität Heidelberg, April 1999; Institut für Überset-zen und Dolmetschen).
Verschillende benamingen, verschillende fietsen
De elektrische fiets heeft zelf vele namen en die dekken
zeker niet allemaal dezelfde lading. Een verduidelijking
van de termen:
Elektrische fiets
Elektrische fiets is de algemene benaming die het vaakst
wordt gebruikt en duidt op het feit dat je spreekt over
een fiets met een elektrische (hulp)motor.
Pedelec1 / EPAC
Internationaal wordt de elektrische fiets pede-
lec of ook EPAC of ‘Electrically Power Assisted Cycle’
genoemd. Deze naam verwijst rechtstreeks naar het
verband tussen trappen en de ondersteuning. Bij een
pedelec mag je er dus van uitgaan dat de motor
enkel in werking zal treden als de fietser zelf ook trapt.
De begrenzing voor ondersteuning ligt op 25 km/u.
Sommige pedelecs hebben een garageknop met stap-
ondersteuning tot 6 km/u. Met pedelec wordt duidelijk
het onderscheid gemaakt met de e-bike die een echte
gashendel of gasknop heeft.
E-Bike
De e-bike is ook een veel gebruikte benaming voor een
elektrische fiets met in eerste instantie ook een ver-
wijzing naar elektriciteit als krachtbron in het gebruik
van aandrijving zoals er ook naar verwezen wordt in
e-mobility. Door de Engelstalige benaming kan die
gemakkelijk gelinkt worden aan een elektrisch brom- en
zelfs motorfiets. Daardoor ontstaat er een duidelijker
verband met de fiets met motor die ook gebruikt kan
5
worden met een gashendel of drukknop en dus zonder
trapondersteuning, waardoor je maximaal 25 km/u kan
rijden zonder trappen.
Bij het nalezen van Amerikaanse literatuur zal je eerder
voorbeelden vinden van de e-bike met gashendel of
knop om de motor te bedienen. Bij
een e-bike kan je zelfs modellen vinden die eigenlijk een
Vespa-achtige scooter zijn, maar waar pedalen op ge-
monteerd staan om aan de juiste wetgeving te voldoen
in bepaalde landen. Ook in Nederland wil men als e-bike
liever de e-snorfiets of e-bromfiets gebruiken om het
duidelijke verschil met de speed pedelec te maken.
Speed pedelec of S-Pedelec / S-EPAC
De speed pedelec is de snelle versie van de pedelec en
wordt ook vaak S-Pedelec genoemd. In België krijgt dit
type sinds 1 oktober 2016 ook officieel de naam speed
pedelec met daaraan gekoppelde wetgeving in de weg-
code. Dit is net als de pedelec een toestel waarbij een
hulpmotor ondersteuning biedt bij het fietsen. Voor die
ondersteuning zijn er twee belangrijke verschillen met
de pedelec. Ten eerste is de ondersteuning maximaal 4
keer het geleverde vermogen van de fietser zelf. Daar-
naast ligt de begrenzing voor ondersteuning niet op 25
maar op 45 km/u.
De eerste begrenzing zorgt ervoor dat de bestuurder
van de speed pedelec niet zomaar 45 km/u kan fietsen.
Omwille van de stijgende luchtweerstand bij hogere
fietssnelheid, vergt het immers een grote inspanning en
veel vermogen van de fietser zelf om aan hoge snelheid
te fietsen en vooral om dit lang vol te houden. Dit is niet
meteen weggelegd voor iemand die niet vaak fietst.
Zeker omdat de speed pedelec vooral interessant is
voor langere afstanden van + 15 km tot zelfs +40 km, is
het aanhouden van die snelheid bijzonder inspannend,
zowel fysiek als mentaal. Aan hogere snelheid is het is
immers belangrijk extra aandachtig te zijn in het verkeer.
Hoe energiezuinig is een elektrische fiets?
Een speed pedelec is in verbruik meer dan 20 keer energiezuiniger dan een gewone benzinewagen rekening houdend met de primaire energiebron (bv, gas, olie, uranium, ...). Zowel een auto als een fiets worden opgebouwd uit grondstoffen en zullen finaal gerecycleerd worden. Ook daarvoor zijn grondstoffen en energie nodig. We spreken van LevenCyclusAnalyse (LCA) om het to-taalverbruik in grondstoffen en energie van voorwerpen aan te duiden. Voor een auto ligt de LCA hoger dan voor een elektrische fiets. Bij de laatste is het belang van goede recyclage van de batterijen erg groot.
6
Onderverdeling volgens de Europese verordening en Belgische wetgeving
Op Europees niveau werd de Europese verordening EU 168/2013 opgesteld
op 15 januari 2013. Deze legt regels op aan fabrikanten en invoerders van
elektrische fietsen en andere twee- of driewielige voertuigen en vierwielers.
Ze regelt in België dus niet in detail hoe je je met een elektrische fiets in het
verkeer moet gedragen. Daarvoor heeft de Belgische wetgever, zoals de
Europese regels vragen, wetgeving opgemaakt die toegevoegd werd aan de
wegcode via het KB van 21 juli 2016.
Alvorens in te gaan op de effecten van de wegcode op
het gebruik van de elektrische fiets, geven we mee hoe
de onderverdeling volgens de Europese verordening in
mekaar zit.
→ Fietsen met een hulpmotor met ondersteuning
tot max. 25 km/u en een maximaal vermogen van
0.25 kW blijven een fiets zolang je moet trappen
om ondersteuning te krijgen en vallen buiten de
verordening.
→ Categorie L1e zijn licht gemotoriseerde voertuigen
op twee wielen. Deze categorie is op haar beurt
onderverdeeld in L1e-A, de gemotoriseerde rijwie-
len en L1e-B, de bromfiets op twee wielen. Onder-
staande tabel geeft weer aan welke voorwaarden
voertuigen moeten voldoen om tot de genoemde
categorieën te behoren.
7
Categorie Naam van de categorie Gemeenschappelijke indelingscriteria
L1e Licht gemotoriseerd voertuig op twee wielen
(4) twee wielen en aangedreven door een aandrijving als vermeld in artikel 4, lid 3,2 en
(5) cilinderinhoud ≤ 50 cm3 als een interne verbrandings-motor met positieve ontsteking deel uitmaakt van de aandrijvingsconfiguratie van het voertuig, en
(6) door de constructie bepaalde maximumsnelheid van het voertuig ≤ 45 km/u, en
(7) nominaal continu maximumvermogen of netto maximum vermogen (1) ≤ 4 000 W, en
(8) maximummassa= technisch toelaatbare massa volgens opgave van de fabrikant, en
Subcategorieën Naam van de subcategorie Aanvullende indelingscriteria voor subcategorie
L1e-A Gemotoriseerd rijwiel (9) fietsen met trappers, uitgerust met een hulpaan-drijving met als hoofddoel trapondersteuning, en
(10) aandrijfkracht van de hulpaandrijving wordt onder-broken bij voertuigsnelheid ≤ 25 km/u, en
(11) nominaal continu maximumvermogen of netto maxi-mumvermogen (1) ≤ 1 000 W, en
(12) een drie- of vierwielig gemotoriseerd rijwiel dat vol-doet aan de aanvullende specifieke indelingscriteria (9) tot (11) worden beschouwd als technisch gelijkwaardig met een tweewielig L1e-A-voertuig en dienovereenkomstig ingedeeld.
L1e-B Bromfiets op twee wielen elk ander voertuig van categorie L1e dat niet ingedeeld kan worden volgens de criteria (9) tot (12) van een L1e-A-voertuig.
Tabel 1 Bron: VERORDENING (EU) Nr. 168/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring
van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers, Bijlage I2
2 Aangedreven door een interne verbrandingsmotor, een motor met externe verbranding, een turbine of een draaizuigermotor, een motor die op perslucht werkt, een elektromotor of een hybride voertuig
Elektrische fiets:250 W < vermogen =< 1000 W
Elektrische fiets:250 W < vermogen =< 1000 W
Speed Pedelec Bromfiets (Klasse A/B)Elektrische uitvoering
Speed Pedelec
elektrische bakfiets
Bromfiets (Klasse A/B)Elektrische uitvoering
8
Volgens de Belgische wegcode kunnen we elektrische fietsen indelen in 3 categorieën
die schematisch goed worden weergegeven in de tabel hieronder van de FOD
Mobiliteit.
Fiets met elektrische hulpmotor
Gemotoriseerde fiets
Bromfiets klasse speed pedelec
Vermogen ≤ 250 W ≤ 1000 W ≤ 4000 W
Snelheidsbeperking naar bouw
≤ 25 km/u ≤ 25 km/u ≤ 45 km/u
Aandrijfkracht Enkel trapondersteuning Hoofddoel = trapondersteuning
Hoofddoel = trapondersteuning
Minimale leeftijd Nee 16 jaar 16 jaar
Helmplicht Nee Nee Fiets- of bromfietshelm
Rijbewijs Nee Nee Rijbewijs AM (bromfiets) of B (auto)
Verzekering Nee Nee: indien enkel trap-ondersteuning
Ja: indien motor auto-noom kan werken zonder trappen
Nee: indien enkel trap-ondersteuning
Ja: indien motor auto-noom kan werken zonder trappen
Inschrijving en nummerplaat
Nee Nee Ja: met verzekering → via WebDIV zonder verzekering → via DIV
Certificaat van overeenstemming (COC)
Nee Ja Ja
Verkeersregels van toepassing
Fietsen Fietsen Bromfietsen
Verordening 168/2013 Buiten toepassingsgebied L1e-A L1e-B
Bron: website FOD Mobiliteit en Vervoer http://mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer/wetgeving_en_reglementering/faq_elektrische_fietsen
De gemotoriseerde fietsen hebben een groter motor-
vermogen dat interessant is voor zwaardere fietsen
zoals cargo- en bakfietsen. Het hoofddoel van de
gemotoriseerde fiets is trapondersteuning, maar als de
fiets ook autonoom op motorkracht kan rijden zonder
trap ondersteuning, is een verzekering Burgerlijke Aan-
sprakelijkheid (BA) motorvoertuigen verplicht, ook in
het geval van de garageknop of stapondersteuning (ook
voor fietsen ≤250 W en ≤25km/u).
B
9
GarageknopGarageknop of stapondersteuning is een ondersteuningsfunctie bedoeld om de ge-
bruiker te helpen om de fiets al stappend steile hellingen te overbruggen. Voorbeelden
daarvan zijn garages beneden straatniveau, ondergrondse fietsenparkings of een brug.
Aangezien elektrische fietsen meestal zwaarder zijn dan gewone fietsen en ze ook
gebruikt worden door senioren komt die ondersteuning vaak van pas.
De FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie beschouwt fietsen met hulpmo-
tor en mét stapondersteuning tot ongeveer 6 km per uur als fietsen die mechanisch
kunnen voortbewogen worden zonder gebruik van spierkracht. Ondanks het feit
dat fietsen aan een snelheid van 6 km/u bijzonder veel stuurcorrecties vereist en dus
bijzonder lastig is, moet de gebruiker zijn fiets volgens deze interpretatie van de WAM
verzekeringswet3 verzekeren met een verplichte BA. De FOD Economie, verantwoor-
delijk voor deze wetgeving werkt momenteel aan aanpassingen in de WAM wetgeving
om dit euvel te verhelpen zoals verantwoordelijk Minister Kris Peeters gegeven heeft
als antwoord op een parlementaire vraag.
3 21 november 1989. Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Verkeersregels en wegcode
De fiets met elektrische hulpmotor wordt beschouwd
als gewone fiets en volgt dus de normale verkeersregels
van fietsen.
Ook de gemotoriseerde fiets volgt de verkeersregels
van fietsen maar stelt wel een leeftijdseis van 16 jaar en
indien de trapondersteuning autonoom kan werken ook
verzekering BA.
Bij de keuze voor de wettelijke term ‘speed pedelec’
koos de Belgische wetgever om te verwijzen naar de
trapondersteuning als verschil met de bromfietsen Klas-
se A en Klasse B. Hiermee kiest ze in haar streven naar
een modal shift met meer fietsers om de speed pedelec
een apart statuut te verlenen in de wegcode.
Plaats op de openbare weg
Als bromfiets moet de speed pedelec zich houden aan de
regels voor bromfietsers Klasse B. Dat betekent dat de
bestuurder:
→ op een weg waar de maximaal toegelaten snelheid
50 km/u is, mag kiezen voor het fietspad (tenzij
anders aangegeven) of de straat (tenzij anders
aangegeven).
→ De redenering hiervoor is dat je aan 45 km/u onge-
veer even snel rijdt als motorvoertuigen binnen de
bebouwde kom. Met fietsers op het fietspad is er
aan die snelheid waarschijnlijk wel een groter snel-
heidsverschil. Een probleem dat zich hier kan stellen
is dat gebruikers van de speed pedelec zeker niet
altijd 45 km/u halen of volhouden. De gemiddelde
snelheid van bestuurders van de speed pedelec is
10
volgens recent Duits onderzoek4 24, 5 km/u. Voor
gewone elektrische fietsen is dat 17,4 km/u en voor
niet ondersteunde fietsen 15,3 km/u. Onder de
meest gunstige omstandigheden is de kruissnelheid
van bestuurders van de speed pedelec 35,2 km/u.
Kruispunten, verkeerslichten en oversteken halen
de gemiddelde snelheid omlaag. Het is immers vaak
onveilig deze aan hoge snelheid te nemen.
→ In tegenstelling tot de bromfietsers Klasse B, blijft
er op kruissnelheid dus mogelijk nog een redelijk
verschil met motorvoertuigen op de rijbaan. In een
zone 30 is dit verschil er veel minder.
→ op een weg met een maximaal toegelaten snelheid
van meer dan 50 km/u is verplicht is het fietspad te
volgen.
→ Bij snellere regimes op de weg is het verplicht het
fietspad te volgen omdat het snelheidsverschil met
motorvoertuigen veel te groot en dus gevaarlijk
wordt. In het geval van speed pedelecs is dat zeker
het geval.
4 Schleinitz, K., Petzoldt, T., Franke-Bartholdt, L., Krems, J.F., & Gehlert, T. (in press). The German Naturalistic Cycling Stu-dy – Comparing cycling speed of riders of different e-bikes and conventional bicycles. Safety Science. dx.doi.org/10.1016/j.ssci.2015.07.02
Helm
Voor de gebruiker van de speed pedelec is de Belgi-
sche wetgever erg duidelijk. Het dragen van een helm
is verplicht. Je mag kiezen voor een bromfietshelm of
fietshelm, op voorwaarde dat er voldoende bescherming
is voor de slapen en het achterhoofd. In Nederland is de
wetgeving strikter. Daar is een bromfietshelm verplicht,
met uitzondering van een helm met de norm NTA 8776.
Sinds de zomer 2016 zijn de normen voor dit type helm
vastgelegd door een internationale projectgroep, met als
bedoeling binnen de drie jaar te kunnen dienen als Eu-
ropese norm voor dit bepaald type helm. In België is het
dus (nog) niet verplicht een fietshelm met deze norm te
dragen, maar de helmen die momenteel door fabrikan-
ten op de markt worden gebracht, voldoen alvast aan
de Belgische wetgeving en bieden daarenboven goede
bescherming.
Voor andere types van elektrische fietsen is helmdracht
niet verplicht.
Rijbewijs
Aangezien de speed pedelec valt onder de categorie van
de bromfietsen, moet de bestuurder in het bezit zijn van
een rijbewijs AM dat je nodig hebt om met een Brom-
fiets Klasse B te mogen rijden. Hiervoor kan je vanaf de
minimumleeftijd van 16 jaar het theoretische examen af-
leggen en moet je verplicht 4 uur scholing volgen in een
Omdat de speed pedelec een aparte categorie
is, stelt de wetgeving de wegbeheerders in de
mogelijkheid om door middel van borden de
speed pedelec toe te laten op de openbare weg
waar het voor bromfietsers klasse A of B niet
altijd mogelijk is. Dit zijn bijvoorbeeld bepaalde
fietspaden, jaagpaden, wegen bestemd voor
fietsers, … De lokale overheden kunnen in functie
van hun eigen behoeften aan de slag om dit type
fiets waar mogelijk te promoten. Dit vergt een
verregaande denkoefening van de lokale besturen
om hun wegen op die manier te beborden dat
het voor alle weggebruikers zinvol en veilig is de
speed pedelec te integreren.
11
erkende rijschool. Wie in het bezit is van een rijbewijs B
(auto) mag ook met een speed pedelec rijden.
Verzekering
Volgens de wet op de verplichte verzekering van
motorvoertuigen moet elk voertuig dat autonoom
aangedreven kan worden zonder dat er getrapt moet
worden verplicht een verzekering BA motorvoertuigen
afsluiten5. In het geval van de elektrische fiets gaat dat
over die fietsen die zelf kunnen rijden tot 25 km/u zon-
der trappen, speed pedelecs met een ‘boost’ functie die
aandrijft zonder trappen tot ongeveer 18 à 20 km/u en
momenteel ook de elektrische fiets met garageknop.
Dit betekent ook dat wie een BA motorvoertuigen
moet afsluiten niet meer valt onder de wetgeving op de
zwakke weggebruiker. Die wet stelt dat de lichamelijke
schade bij een verkeersongeval bij voetgangers, fietsers
en passagiers van motorvoertuigen altijd zal vergoed
worden door de verzekeringsmaatschappij van het
betrokken motorvoertuig in het ongeval, ongeacht de
aansprakelijkheid en dus ook als je als voetganger of
fietser een verkeersovertreding maakte die het ongeval
veroorzaakte. Financieel ben je dus als gebruiker van
de hierboven beschreven elektrische fietsen momenteel
minder goed beschermd bij een ongeval.
5 Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen; http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1989/11/21/1989011371/justel
Veroorzaakt een fietser een letselongeval aan derden,
dan kan de familiale verzekering hierin tussenkomen
voor het financiële gedeelte. Volgens Beroepsvereniging
voor verzekeringsondernemingen Assuralia is dat voor
ongeveer 96% van de Belgische bevolking het geval.
Kentekenplaat
Een speed pedelec moet verplicht ingeschreven worden
en een kentekenplaat voor speed pedelecs aanbrengen.
De kentekenplaat bestaat uit een combinatie van 4
letters en 3 cijfers en begint met de S van bromfietsen
bij het blok van 3 volgende letters komt steeds eerst de
P om aan te geven dat het gaat om een speed pedelec.
De tijd van gigantische kentekenplaten is voorbij. In de
plaats zijn ondertussen bordjes met de afmetingen 10
op 12 cm ingevoerd net als voor de andere bromfietsen
overigens.
Daarnaast moet de bestuurder ook het inschrijvings-
bewijs en verzekeringsbewijs op zak hebben.
Voor gebruikers van de speed pedelec en de
e-bike is het daarom zeer aan te raden om naast
een verzekering BA ook een bestuurdersverzeke-
ring af te sluiten. Een ongeval is snel gebeurd en
fietsers zijn erg kwetsbaar. Een inschattingsfout
als fietser kan ernstige lichamelijke letsels tot
gevolg hebben. De BA dekt die kosten niet als
de fietser zelf in fout is. De bestuurdersverze-
kering komt daar wel in tussen, maar het is als
zwakke weggebruiker wel een extra kost. Een
hospitalisatie verzekering kan gedeeltelijk ook
soelaas brengen.
12
Verkoop en onderhoud
6 Conebi, European Bicicle market 2016 edition, Industry and market profile 2015 statistics
Commercieel succes
De Europese fietsverkoop6 in 2015 lag op 20.751.000
fietsen. Daarvan werden 1.375.000 fietsen verkocht
met elektrische ondersteuning. De Belgische markt is
goed voor 2% van de absolute Europese cijfers, met een
verkoop van 461.000 fietsen. In België waren vorig jaar
141.000 van de nieuw gekochte fietsen elektrisch. Op het
vlak van de verkoop van de elektrische fietsen, neemt
België verhoudingsgewijs 10% van de volledige Europese
markt in. Alleen in de veel grotere landen Duitsland en
Nederland werden meer elektrische fietsen verkocht
dan bij ons. Maar liefst 30,65% van de verkochte fietsen
in België was een elektrische exemplaar. Daarmee stak
de elektrische fiets in 2015 de stadsfiets al nipt voorbij.
Veel elektrische fietsen worden in de praktijk gewoon
als stadsfiets gebruikt, maar er zijn ook erg veel sport-
modellen die verkocht worden.
België is momenteel duidelijk een Europese koploper in
de verkoop van elektrische fietsen. Het lijkt er trouwens
nog steeds op dat die groei in marktaandeel in België
ook dit jaar nog verder doorzet. In Nederland heeft
de elektrische fiets een belangrijke kaap bereikt. De
verkoopinkomsten van nieuwe fietsen was er in 2015
voor 57% toe te schrijven aan de verkoop van elektrische
fietsen en dat voor een bedrag van 514 miljoen euro
en een marktaandeel van 28% van het totaal aantal
verkochte fietsen.
Momenteel loopt de verkoop van elektrische fietsen in
België dus ook heel erg goed. Voor sommige modellen
kan de vraag zelfs zo groot zijn dat ze snel uitgeput
raken in de stock van fabrikanten. Maar het is heel erg
duidelijk dat enkel al de verkoop van elektrische fietsen
een miljoenen business is en daarbij heel erg goed is
voor de lokale handel.
Nieuwe skills bij fietsherstellers
Ingenieurs en designers zijn het er vaak over eens dat het
ontwerp van de fiets fantastisch is. Zowel het design als
de techniek zijn heel erg ingenieus. Toch is de klassieke
fiets redelijk gemakkelijk om te onderhouden met een
beperkte basis aan gereedschap. Die trend is de laatste
20 jaar behoorlijk aan het evolueren. Door keuzes voor
andere, vaak lichtere materialen en het toepassen van
andere technieken verandert de fiets op technisch vlak
bijzonder snel, zonder dat we dit als gebruiker echt
opmerken. Het onderhouden en sleutelen aan recen-
te fietsen is niet meer zomaar iedereen met een set
inbussleutels gegeven. Je ketting poetsen en smeren en
banden goed pompen blijven nog steeds een must, maar
voor meer specifieke dingen komt er steeds meer speci-
fiek gereedschap bij kijken. Meer fietsonderhoud vraagt
meer fietsherstellers. In de lokale economie worden ze
een belangrijkere schakel voor mobiliteit in steden én
plattelandsgemeenten.
De verkoop van elektrische fietsen heeft daarom een
positieve invloed op de lokale tewerkstelling.
-20%
13
Functioneel gebruik
In een niet zover verleden was de elektrische fiets een hulpmiddel voor ouderen
om nog of terug te kunnen fietsen en vooral recreatieve uitstappen te maken.
Deze functie heeft de elektrische fiets nog steeds en het aantal eigenaars
onder de oudere bevolking lijkt nog steeds te stijgen. Ondanks de mogelijke
verminderde kracht, biedt de elektrische fiets hen de mogelijkheid om met de
fiets op stap te gaan over langere afstanden, maar ook voor korte ritten.
Iedereen is een elektrische fietser
De senioren zijn de early adopters van elektrische
fietsen. Lange tijd kleefde er aan het gebruik van de
elektrische fiets een negatief imago van ‘bommafiets’.
Jongere gebruikers lieten zich hierdoor afschrikken
voor het gebruik en aanschaf van de fiets. Dit imago
heeft de elektrische fiets ondertussen volledig van
zich afgegooid. Hippe modellen staan te blinken in de
showrooms van fietsenmakers. Bak- en cargofietsen ver-
vangen auto’s in stadscentra en erbuiten. Zelfs jongeren
springen ondertussen al wat vaker op de elektrische fiets
van mama of papa om naar de stad de rijden. Bijna licht-
gevende speed pedelecers tussen 30 en 40 jaar zoeven in
het donker naar hun werk.
Ook in meer landelijke gebieden en het verkavelde
Vlaanderen kan de elektrische fiets meer mogelijkheden
op mobiliteitsvlak bieden, vooral omdat de mobili-
teitsradius van de gebruikers veel groter wordt. Met
mobiliteitsradius of bereik doelen we in deze context
niet op het bereik van de batterij en de afstand die je
met een volle batterij kan afleggen, maar wel op de
uitbreiding van potentiële bestemmingen die bereikt
kunnen worden met de elektrische fiets. Zelfs voor
geoefende fietsers wordt dit bereik met de komst van de
speed pedelec veel ruimer dan met een gewone fiets of
een sportfiets.
Een niet te onderschatten deel voor de verkoop richt
zich trouwens op sportfietsers. Veel mountainbikers en
wielertoeristen houden er van om met een club toer-
tochten te maken. Mensen die jaren meereden, maar
ondertussen wat ouder worden schakelen wel eens over
op een elektrisch model. Dat biedt hen de mogelijkheid
om mee te kunnen met de jonge snaken en ook het soci-
aal contact van het clubverband te behouden. Niemand
rijdt hen er op een helling nog af zodat ze mee kunnen
tot aan de meet.
14
Van STOP naar STOEP-principe
Elektrische fietsen bieden ons op mobiliteitsvlak nieuwe
mogelijkheden. Bij afstanden die binnen het STOP-prin-
cipe aangeraden worden per verplaatsingsmodus komen
er twee dimensies bij. Met een elektrische fiets en een
speed pedelec geraken we immers veel verder dan met
een gewone fiets.
1. Tot 700 m of 1 km is stappen het meest aangeraden.
2. Tot ongeveer 5 à 7 km is de fiets een goed vervoer-
middel. Gebruik maken van het openbare vervoer
wordt al interessant vanaf ongeveer 5 km, of korter
als het moeilijk anders kan.
3. Tegenwoordig helpt de fiets met elektrische
hulpmotor je bij de korte verplaatsingen zonder
veel tijdverlies tot ongeveer 15 km. Dat tijdverlies is
trouwens relatief. In vergelijking met het openbare
vervoer is een elektrische fiets zeker concurrentieel
tot een afstand van 15 km. In vergelijking met filevrij
autorijden, zal de auto uiteraard sneller zijn, maar
minder avontuurlijk. Ook een kinderstoeltje of zelfs
twee vormen geen probleem.
4. Het gebruik van de speed pedelec t.o.v. van de ge-
wone elektrische fiets wordt interessant vanaf een
afstand van om en bij de 15 à 20 km en meer.
pedelec / ov / auto 15 km
trap 7km
stap 1km
speed pedelec / ov / auto 20 km
Schematische voorstelling STOP principe aangevuld met pedelec
en speed pedelec
5. Verdere verplaatsingen zijn zeker mogelijk met het
openbaar vervoer of eventueel met een (elektrische)
auto.
7 http://milieuvriendelijkevoertuigen.be/sites/default/files/atoms/files/Gids%20elektrisch%20rijden%20voor%20lokale%20overheden_v2.pdf
6. In de “Gids elektrisch rijden voor lokale overheden”
van LNE wordt trouwens gesproken van het STOEP
principe om de elektrische evolutie op het STOP
principe aan te passen aan de situatie met vooral
elektrische auto’s7.
Het soort ritten bij elektrische fietsers is zeer uiteenlo-
pend, net als dat bij autogebruikers het geval is. Voor
sommige modellen van fiets is het soort rit duidelijk
gekoppeld aan het type van fiets, zoals eerder beschre-
ven in het voorbeeld van de mountainbikes. Bakfietsen
worden erg vaak gebruikt door gezinnen om dagelijkse
verplaatsingen met de kinderen te kunnen maken zon-
der daarvoor een auto te moeten gebruiken. Daarnaast
kan je die bakfiets natuurlijk ook goed gebruiken om
boodschappen te gaan doen, want ze hebben veel laad-
vermogen vaak zelfs met kinderen erbij.
De stijgende populariteit van de bakfiets is waarschijn-
lijk zelfs grotendeels te danken aan de elektrische
ondersteuning.
Ook zonder bakfiets zijn combinaties heel erg goed
mogelijk. Een fiets kan immers erg goed gecombineerd
worden met allerhande accessoires zoals kinderzitjes
voor en achter, bevestiging van tandemfietsen, verleng-
stukken, karren voor kinderen, bagage of huisdieren…
De elektrische ondersteuning zorgt ervoor dat al dat
extra gewicht niet hoeft te zorgen dat de fietstocht
moeizamer verloopt.
Het gebruik van de elektrische fiets kan voor korte en
lange verplaatsingen het duwtje in de rug zijn om te fiet-
sen. Een ritje voor een kleine boodschap gaat elektrisch
vaak even vlot en in filegevoelige steden vaak vlotter
dan met de auto. Een parkeerplaats zoeken neemt tijd in
beslag en met de fiets parkeer je gratis voor de deur.
Senioren gebruiken elektrische fietsen al jaren voor
recreatief gebruik. Bij recreatief fietsen zijn er verschil-
lende voordelen. Via de ingestelde ondersteuning kan
het tempo aangepast worden aan de traagste fietser, ook
15
als die niet elektrisch rijdt. Je kan het ondersteunings-
niveau immers netjes aanpassen zodat niemand in het
rood hoeft te gaan bij het trappen. Dat was met gewone
fietsen niet het geval. Als alle groepsleden ondersteu-
ning hebben, kunnen er grotere afstanden in minder tijd
afgelegd worden.
Bij fietsende koppels is de elektrische fiets relatie-
versterkend. Met twee klassieke fietsen moet een
partner, meestal op een sportieve fiets zich vaak inhou-
den omdat die meer kracht en een betere fiets heeft.
De metgezel moest dan heel erg vaak te hard trappen
om de partner te kunnen bijhouden, zelfs als die zich
inhield. Met elektrische fietsen hoeft niemand zich te
vergalopperen of in te houden.
Deze evolutie opent belangrijke voordelen om het fiet-
stoerisme in de (landelijke) gemeenten, maar ook in en
om de stad extra in de verf te zetten.
IN-Z vzw
Sinds juli 2015 biedt IN-Z, een organisatie voor thuis-
hulp, haar werknemers een elektrische fiets aan voor
werk- en privégebruik via een huursysteem met onder-
houdsservice. Daarnaast voorziet IN-Z een fietsvergoe-
ding voor werkverplaatsingen die aantrekkelijk hoger
ligt dan de autovergoeding vertelt Ken Steyls, stafmede-
werker bij IN-Z. Er zijn momenteel 156 actieve elektri-
sche fietsers en we voorzien een graduele aankoop van
250 fietsen.
Thuishulp vraagt dagelijks een groot aantal dienst-
verplaatsingen, vaak op plaatsen waar autoparkeren of
openbaar vervoer zich niet toe lenen. Als sociale onder-
neming tracht IN-Z haar medewerkers via deze weg ook
op het vlak van mobiliteit te ondersteunen.
“Door met de e-bike naar het werk te kunnen gaan, voel ik me fitter en blijer als ik bij de klant aankom.”
Het aantal elektrisch gefietste kilometers van juli 2015
t.e.m. juli 2016 is 124.826,51. Volgens een recente meting
gebruikt 7,7% van de werknemers de fiets als hoofdver-
voersmiddel (76% de wagen). In de nulmeting die in het
najaar van 2013 werd gedaan was dat nog 2% (en 81%
met de wagen). We stellen vast dat de bewustwording
rond duurzame mobiliteit toeneemt door het e-bikepro-
ject. Flankerende acties zoals de verkeersquiz, Week van
de Mobiliteit, het carpoolbestand, de Zuurstofbar, het
mobiliteitsspel ‘van 5 naar 4’ hebben hier ongetwijfeld
mee aan bijgedragen.
Praktijk
16
Vervanger voor de auto?
8 http://www.mobiel21.be/sites/default/files/Mobiel21_e-fietspendelaars_resultaten_online_bevraging_web_0.pdf
9 Otto van Boggelen — Fietsberaad en Jolanda van Oijen — XTNT, Fietsverkeer 32, 2013
Uit analyses van Mobiel 21 uit 20148 blijkt dat de elektri-
sche fiets in de stad vaker fietsgebruik oplevert, en op het
platteland vooral autogebruik zal vervangen. De argumen-
ten verschillen ook. In de stad is snelheid het belangrijkste
argument, terwijl op het platteland vooral het financiële
plaatje een positief effect heeft, zeker omwille van het
effect van de fietsvergoeding. Elektrisch fietsgebruik blijkt
tot nog toe bitter weinig effect op het autobezit an sich
te hebben. De auto wordt niet vaak weggedaan, maar er
wordt wel meer gefietst en minder met de auto gereden
na aankoop van een elektrische fiets.
Vervangen van gewone fietsen
Sommige mensen vrezen dat het niet de autogebruikers
zijn die overstappen op een elektrische fiets, maar gewo-
ne fietsers die overstappen naar een elektrisch model.
Uit Nederlands onderzoek blijkt dat elektrische fietsers
gemiddeld 1,7 keer meer afstand aflegden per week dan
gewone fietsers9. De gewone Nederlandse fietser legde
gemiddeld 18 km per week af, terwijl de afstand voor
elektrische fietsers op 31 km lag. In dat opzicht kunnen
we ons de vraag stellen of bovengenoemde argument
Rijden met een speed pedelec is wel degelijk sporten
De Amerikaanse oud-profrenner Paul Willerton en specia-list in elektrische fietsen Paul Willerton schreef een artikel over zijn landgenoot Adam Alter. Alter werkt in een bedrijf gespecialiseerd in het meten van lichaamsgegevens tijdens het fietsen. Willerton maakt gebruik van de gegevens die Alter registreerde bij ritten woon werkverkeer met verschil-lende fietsen, waaronder racefietsen, maar ook twee speed pedelecs. Uit die gegevens besluit Willerton dat elektrisch fietsen niet valsspelen is.de geleverde lichamelijke inspan-ning blijven immers groot.
Uit zijn persoonlijke statistieken op basis van 8.775 kilome-ters op verschillende types fietsen blijkt dat de wattage en hartslag van het fietsen bij Alter niet zo veel verschillen bij het rijden met verschillende soorten fietsen. Er zit wel een duidelijk verschil in tijd die Alter er over doet.
Voor een enkele rit heeft Alter met een racefiets onge-veer 1u25 nodig om 32 kilometer af te leggen. Dagelijks is hij op die manier ongeveer 3 u onderweg. Met de wagen neemt een enkele rit 45 minuten in beslag.
Met de speed pedelec wint Alter ongeveer 25 minuten per rit in vergelijking met de racefiets. Op die manier kan hij zijn traject in ongeveer 1 uur afleggen en is hij minder afhankelijk aan wind en ‘slechte benen’. Dat uur is een tijdsinvestering die veel Vlaamse pendelaars ook dagelijks ondernemen, zij het zonder de sportieve inspanningen. Alter neemt de extra tijdsinvestering er graag bij.
Dagelijks een half uur extra investeren in pendeltijd met de speed pedelec betekent voor hem 10 en een half uur fitness per week plus plezier en geldbesparing als je parkeerkosten, brandstof en tol meerekent.
Alter maakte ook een vergelijkende video van zijn trip naar het werk in split screen met links de rit met een-speed pedelec en rechts met zijn SUV over de tolweg.
Rekeningrijden zit er ook bij ons aan te komen, maar zelfs zonder het rekeningrijden zou je deze video ook naar de Vlaamse context kunnen vertalen.
Praktijk
http
s://e
lect
ricb
iker
epor
t.com
/ele
ctri
c-bi
ke-c
heat
ing/
#m
ore-
1891
6
17
wel klopt. Met de e-fiets gaan gebruikers hun vermogen
blijkbaar compenseren. Ze moeten minder inspanning
leveren om vooruit te komen, maar daardoor zijn ze
blijkbaar wel gemakkelijker geneigd om meer én langere
ritten af te leggen.
Vaak lijkt de elektrische fiets aan te slaan bij mensen die
al regelmatig fietsten, maar die omwille van verschillen-
de omstandigheden kiezen voor ondersteuning.
Bij woon-werkverkeer zijn er bijvoorbeeld fietsers die
jarenlang grote afstanden aflegden met een koersfiets,
maar bij het ouder worden merken dat dit steeds meer
inspanningen vergt. De keuze voor elektrisch rijden
komt dan boven en vaak in de vorm van de speed pede-
lec. Ze zijn het immers gewend stevig door te fietsen en
vooral hun traject binnen een bepaalde tijd af te leggen.
Enkel met de speed pedelec is het voor hen mogelijk om
met wat minder inspanning een gelijkaardig resultaat te
krijgen.
Vervangen van auto, trein en bus
Daarnaast zijn er mensen die in het woon-werkverkeer
de overstap van de auto of de trein naar het elektrisch
fietsen maken. De elektrische fiets biedt immers goede
mogelijkheden om bij afstanden tot 15 en soms zelfs 20
km een goed alternatief voor de auto en soms ook de
trein te bieden. Files en onvoldoende of onvoldoende
betrouwbaar openbaar vervoer lokken mensen uit om
andere manieren te vinden die voor hen haalbaar zijn.
Daarbij schijnen ze vooral te kijken naar de tijdsin-
vestering die het elektrisch fietsen zal nemen, vaak in
combinatie met de ketenverplaatsingen.
Uit het onderzoek dat Mobiel 21 in 2014 voerde bij 369
elektrische fietsers die pendelen, blijkt 9% even snel te
zijn als de auto, en 16% is zelfs sneller. De fietsers uit
Wagen
Georganiseerd door werkgever
Bromfiets
Openbaar vervoer
Carpool
Fiets
Te voet
63%
12%4%
17%
1%
2%
Modal split woon-werk verkeer: woonplaats < 10 km
Tabel op basis van cijfers van de Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 van de FOD Mobiliteit.
Elektrisch fietsen is betrouwbaar
Wie met de trein pendelt, weet dat het
minste incident het treinverkeer grondig
kan verstoren. Auto en bus zijn dan weer
filegevoelig en kunnen onverwacht in
opstoppingen terecht komen. Daar heb je
met de elektrische fiets weinig last van. Ook
technisch is het voertuig betrouwbaar, vin-
den de e-fietspendelaars uit het onderzoek
van Mobiel 21 in 2014. Bovendien kan je een
bijstandsverzekering afsluiten waarmee je
in geval van nood snel gedepanneerd wordt
door een e-fietsexpert.
18
het onderzoek legden gemiddeld 14 km af en doen daar
gemiddeld 36 minuten over. Een vijfde van hen rijd 20
km of verder. De pendelaars uit het onderzoek genoten
in de eerste plaats van het rijplezier met hun fiets en het
tweede belangrijkste voordeel dat ze er aan over houden
is een goed humeur. Dat kan alvast opwegen tegen
stressgevoelig filerijden!
Uit Diagnostiek Woon Werk verkeer 2014 van de FOD
Mobiliteit blijkt dat mensen die op minder dan 10 km
van het werk wonen meestal de auto namen naar het
werk. Zeker hier heeft de elektrische fiets een heel erg
groot potentieel omdat hij erg snel en goedkoop is.
De auto (alleen gebruikt of met een gezinslid) blijft ver-
uit het meest gebruikte vervoermiddel voor woon-werk-
verkeer, goed voor 65,6% van de verplaatsingen10.
De fiets is snel en goedkoop. Zeker voor verplaatsingen
onder 10 km heeft de elektrische fiets een heel erg groot
potentieel, ook bij ketenverplaatsingen. Dit betekent
dat voor 650.336 werknemers de elektrische fiets moge-
lijkheden biedt voor het woon-werkverkeer. Ook voor
10 https://mobilit.belgium.be/sites/default/files/final_report_nl_5.0.pdf
11 Zie http://www.mobiel21.be/nl/content/persbericht-uniek-onderzoek-rond-haasrode
afstanden boven de 10 km is er duidelijk potentieel voor
de pedelec en de speed pedelec. Voor de laatste zijn
ketenverplaatsingen minder interessant.
Bereikbare bedrijven
Recent onderzoek op het door file geteisterde bedrijven-
terrein van Haasrode11 toont het enorme potentieel van
de fiets aan: 87% van de werknemers pendelt er met de
auto, terwijl 60% van hen slechts een gemiddelde snel-
heid van 27 km/uur haalt en gemiddeld slechts 10 kilo-
meter moet afleggen. Om dit nefaste gewoontegedrag
te doorbreken, moet de overstap naar de (elektrische)
fiets zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt worden.
De belangrijkste stimulans voor woonwerk fietsen
is zonder twijfel de fietsvergoeding. Maar zelfs daar
knaagt in verschillende bedrijven het schoentje omdat
ze er niet flexibel genoeg mee (kunnen) omgaan. Regels
zoals verplicht 4/5 keer pendelen met de fiets om recht
te hebben op een fietsvergoeding zijn waarschijnlijk
niet gezinsvriendelijk voor gezinnen waar de zorg voor
kinderen gedeeld wordt door de ouders of bijvoorbeeld
in gezinnen met co-ouderschap. Dit kan zorgen voor een
Fiets sneller dan wagen tijdens spits!
bedrijvenzone
PufPuf
Zoef
19
rem op het fietsgebruik, zelfs bij de meest gemotiveerde
fietsers getuigen volgende quotes:
→ “slechts 25 km van de 34 km worden vergoed”
→ “fietsvergoeding van 0,15 cent/km”
→ “door combinatie autopendelen en fietspendelen
kom ik niet in aanmerking voor fietsvergoeding”
Er zijn daarnaast ook goede voorbeelden:
→ “Ik heb bedrijfswagen geweigerd en krijg daarvoor
in de plaats een netto premie die ik gebruik om de
onkosten van mijn fiets te financieren.”
→ “fietsvergoeding sinds 2014 voor sporadische ver-
plaatsingen - voordien was er alleen een fietsvergoe-
ding voor dagelijkse verplaatsingen.”
Individuele mobiliteitskeuzes
Volgens de BREVER-wet (wet van behoud van reistijd
en verplaatsingen) is 45 minuten ongeveer de maximale
tijdsinvestering die mensen voor een enkele verplaatsing
naar het werk of naar huis willen besteden.
Daarnaast zijn er ook wel wat toegewijde fietsers die na
een gezinsuitbreiding nieuwe mobiliteitskeuzes maken.
Een auto is bij het hebben van borelingen erg handig.
Nochtans toont het project Bambini12 aan dat er ook
andere mogelijkheden zijn.
12 Cindy J, ea, Mobiel 21, Op pad met fiets en kids Infoblad voor jonge ouders Een brochure vol informatie over veilig op pad met de fiets en je kids, 2010 http://www.mobiel21.be/sites/default/files/Bambini%20Op%20pad%20met%20fiets%20en%20kids.pdf
Om verschillende redenen is een auto of een tweede
auto niet steeds een optie. De auto is duur en in stedelij-
ke omgeving met hoge grondprijzen is het niet evident
om parkeerplaatsen te vinden voor een auto en ook
garageboxen huren is duur. De keuze voor een gewone
fiets met kinderstoeltjes of een fiets met fietskar is niet
steeds evident. Net daar biedt de elektrische fiets een
verschuiving door te voorzien in ondersteuning op de
plaats waar de menselijke kracht net tekort komt. De
reden om te kiezen voor een auto of tweede auto is trou-
wens gedeeltelijk gebaseerd op een gelijkaardige reden.
Alleen is de kracht van een auto daar misschien wat over
geproportioneerd voor. De elektrische fiets biedt in ver-
schillende vormen dan ook een mogelijk antwoord op de
mobiliteitsvraag van groeiende gezinnen.
Moet je douchen na een pendelrit naar het werk?
Met een elektrische fiets kan je ook lange
afstanden afleggen zonder bezweet aan te
komen. Een Amerikaans onderzoek stelde
vast dat 77% van de elektrische fietsers het
niet nodig vindt om na de rit met de e-fiets
te douchen, terwijl 65% dat wel zou doen na
een rit met een gewone fiets.
20
Sommige gebruikers kiezen er met de (elektrische)
fiets voor om wat langer onderweg te zijn en tellen dit
mee als tijd die ze anders zouden besteden aan fitness.
Gezondheid wordt immers beschouwd als een van de
belangrijkste redenen om met de fiets naar het werk te
gaan. Op die manier wordt het gemakkelijker om voor
zichzelf een langere verplaatsing toe te staan. Voor
mensen die wonen in filegevoelige gebieden is er vaak
geen tijdsverschil in gebruik van verschillende trans-
portmodi. Ze zijn vaak even snel met de fiets als met de
auto of OV.
Elektrische fietsen als economische noodzaak
De trend in stedelijke ontwikkeling naar duurzamere
steden met duurzame mobiliteit vertaalt zich vaak in
het beperken van autoverkeer op steeds meer plaatsen
in de stad. Venstertijden voor vrachtwagens zorgen
ervoor dat leveringen niet meer zomaar om het even
op welk moment gemaakt kunnen worden. Bedrijven
als City depot en Bubble Post experimenteren net als
tientallen lokale fietskoeriers al langer met leveringen
met de (vracht-)fiets.
Maar ook grotere spelers als DHL en UPS springen graag
mee op de bakfiets. In de nabije toekomst wordt de fiets
immers het meest flexibele en snelste voertuig voor het
leveren van lichte én zware pakketten in de binnenstad.
Het groeiende aantal autoluwe straten en wijken in erg
veel Vlaamse steden heeft daar veel mee te maken. De
keuze voor de fiets wordt door deze bedrijven zeker uit-
gedragen als ecologisch, want dat is het en het verkoopt
goed, maar op economische vlak wordt het belang
van levering per fiets steeds groter. Niet omschakelen
naar fietsen zou in kernstedelijke context verlies aan
marktaandeel betekenen. Zeker in grotere steden kan en
wordt er op deze trend steeds beter ingespeeld.
Pizza deliveryTot voor enkele jaren konden we de pizza bestellers
op bromfietsers niet wegdenken uit vele stads centra.
Dankzij de elektrische fiets lijkt daar verandering in te
komen. In Nederland had Domino’s Pizza al in 2015 meer
dan 120 elektrische fietsen rijden en Dordrecht was de
eerste stad in de Benelux waar de pizza uitsluitend met
elektrische fietsen geleverd werden. Ook in de Vlaamse
steden worden de bromfietsen stelselmatig vervangen
door elektrische fietsen die meer geschikt zijn voor
de binnenstad. Voor het bedrijf geeft het hen ook de
mogelijkheid om 15-jarigen tewerk te stellen. Voor de
elektrische fietsen is immers geen rijbewijs nodig waar-
door rekruteren gemakkelijker wordt en een 15 jarige
kost uiteraard ook minder dan een 16 jarige.
Praktijk
21
Anders rijden
De manier van rijden is een beetje anders dan met een klassieke fiets. In de
volksmond klinkt vaak dat elektrische fietsen gevaarlijk zijn en zeker speed
pedelecs worden nu al afgestempeld als levensgevaarlijk. Zowel de elektrische
fietser als de andere weggebruikers zullen hun verkeersgedrag moeten
aanpassen. Sensibiliseringsacties zijn naast het geven van juiste informatie
zonder sensatie zeker op hun plaats.
13 Fietsberaad Nederland, Fietsberaadpublicatie 24, versie 1, 2013, p. 38
14 Tijdens de onderzoeksperiode 2010-2011 was ook in Nederland het aandeel speed pedelecs erg klein.
Mede dankzij de stijgende verkoop van elektrische
fietsen zal ook het fietsgebruik stijgen. Dit fietsgebruik
zal zich ook vertalen in meer fietsongevallen, meer
conflictsituaties met fietsers onderling en waarschijn-
lijk een stijgend snelheidsverschil met voetgangers,
zeker op plaatsen waar voetgangers vaak gebruik moe-
ten maken van het fietspad. Werken aan wederzijdse
hoffelijkheid tussen al deze weggebruikers is dan ook
van het grootste belang.
Als het succes van de elektrische fiets zich blijft door-
zetten, zou het autogebruik eventueel wat kunnen
dalen, wat dan weer voor minder gevaarlijke conflict-
situaties met autobestuurders zou kunnen zorgen. Net
de ongevallen met motorvoertuigen zijn vaak ernstiger
dan andere fietsongevallen. Dit aandeel zou daarom net
licht kunnen dalen bij veilig fietsgedrag.
Rijgedrag
→ Ondanks het feit dat bij steeds meer modellen,
vooral door de uitrusting met trapkrachtsensoren,
de elektrische fietsen steeds natuurlijker fiets-
gedrag vertonen, vergt het rijden met een elektrisch
fiets toch wat aanpassingen in het rijgedrag vooral
omwille van de hogere snelheid dan we van een fiets
gewend zijn. Aangepast rijgedrag en vaardigheden
op punt stellen zijn dus erg belangrijk voor de eigen
veiligheid.
→ De kruissnelheid is de snelheid die een fietser
aanhoudt als hij geen rekening moet houden met
andere weggebruikers, verkeerslichten en scherpe
bochten. Uit een onderzoek13 van 150.000 fiets-
computers van de Accell Group in Nederland blijkt
die kruissnelheid op 18,7 km/u te liggen. Deze kruis-
snelheid werd gemeten op basis van gegevens van
alle deelnemende elektrische fietsers waarschijn-
lijk inclusief een beperkt aantal speed pedelecs.14
22
Ongeveer 15 % van de gebruikers uit het onderzoek
rijdt sneller dan 21,8 km/u. Er is ook wel een verschil
in snelheid tussen jongere en oudere gebruikers. De
jongere gebruikers halen een iets hogere kruis-
snelheid. Van de speed pedelec weten we dat de
kruissnelheid op 35,2 km/u ligt. We mogen er van
uit gaan dat in de meeste gevallen gebruikers van
een elektrische fiets sneller rijden op de elektrische
fiets dan ze op een gewone fiets zouden doen. Een
hogere snelheid vergt natuurlijk aanpassing van het
rijgedrag en nieuwe of betere vaardigheden.
→ Bij letselongevallen met de fiets die in de Neder-
landse spoedafdelingen onderzocht werden, zijn er
vooral verschillen tussen jongere en oudere fietsers.
Bij de oudere fietsers zijn er een aantal opvallend
‘afwijkende kenmerken’ in de ongevallen. Het zijn
dus een specifieke soort van ongevallen die zich
vooral bij de ouderen schijnen voor te doen: enkel-
15 Fietsberaad Nederland, Fietsberaadpublicatie 24, 2013, p. 38
voudige ongevallen, evenwicht verliezen bij het
opstappen, ongevallen in een bocht (naar rechts) en
tegen iets of iemand aanrijden.
“Bijna alle afwijkende kenmerken van de e-fiets-
ongevallen zijn de overtreffende trap van de
af wijkende kenmerken bij oudere fietsers. In alle
gevallen kan een (iets) hogere snelheid een rol
gespeeld hebben.”15
Het onderzoek van Fietsberaad Nederland stelt dus dat
bij gebruikers van elektrische fietsen die afwijkende
kenmerken blijkbaar nog versterkt worden bij oudere
gebruikers.
Het organiseren van kennismakingscursussen en oefen-
momenten is voor niet regelmatige fietsers en ouderen
zeker van belang.
Belangrijke vaardigheden
→ Kijken. Kijktechniek is voor motorijders de allerbe-
langrijkste vaardigheid. De motorijder is erg kwets-
baar en rijdt aan hoge snelheid; daarom moet hij al
van ver op voorhand zijn rijlijn inschatten (vooral bij
het ingaan van bochten) en anticiperen op mogelijke
interacties met andere weggebruikers.
Gelijkaardige vaardigheden komen zeker van pas als
we wat sneller gaan fietsen dan we gewend zijn. Niet
in het minst bij het gebruik van de speed pedelec dus.
Goed kijken en anticiperen is in de eerste plaats kijken
waar je naartoe wil. Door het magnetische effect (aan-
trekken of afstoten) van onze ogen sturen we automa-
tisch waar we naar kijken of weg van datgene waar we
naar kijken. Door goed te anticiperen en goed andere
weggebruikers te leren inschatten kunnen de meeste
problemen voorkomen worden.
→ Het nemen van bochten doen geoefende fietsers
erg natuurlijk, zonder stil te staan bij de fysische
wetten die er voor zorgen dat we zonder vallen door
de bocht geraken. Aan hogere snelheid bochten ne-
men, betekent dat je iets meer ruimte moet nemen
om de bocht aan te snijden en uit te rijden en daar
23
moet je rekening mee houden en veel oefenen.
Daarom is het belangrijk voor de fietser om zeker in het
begin de snelheid sterk aan te passen aan hoe hij het ge-
wend bent om bochten te nemen met een gewone fiets.
Stoppen met trappen en eventueel flink remmen voor de
bocht zijn in het begin zeker aangewezen. Na oefening
zal het mogelijk zijn om bochten aan hogere snelheid
door te fietsen. Fietsers zorgen er best voor dat het
pedaal aan de binnenzijde van de bocht omhoog staat.
→ Verwachtingspatronen en risicoperceptie
Het verwachtingspatroon dat veel bestuurders van
motorvoertuigen hebben is nog niet aangepast
aan de realiteit. Uit ervaring weten we welk soort
fietser ongeveer aan welke snelheid op ons komt
toegereden. Die ervaring gebruiken bestuurders van
motorvoertuigen, maar ook voetgangers en andere
fietsers om in te schatten hoeveel tijd ze zelf hebben
om bepaalde manoeuvres uit te voeren.
Het gebruik van elektrische fietsen zorgt er voor dat het
verwachtingspatroon niet steeds overeen komt met de
realiteit. Ook oudere mensen op een fiets kunnen soms
sneller aankomen dan een autobestuurder verwacht.
De meeste weggebruikers hebben hun verouderde
verwachtingspatroon nog niet aangepast aan die nieuwe
realiteit. Dat kan voor problemen en ongevallen zorgen,
waar de fietsers in de eerste plaats het slachtoffer van
kan worden.
Het is dan ook belangrijk dat elektrische fietsers reke-
ning houden met het feit dat andere bestuurders de klik
met het elektrische fietsen nog niet hebben gemaakt en
verder rijden met een verouderd verwachtingspatroon.
Je kan dan als fietser bij een ongeval in recht zijn, in
het ziekenhuis ben je er niets mee. Elektrische fietsers
moeten autobestuurders de tijd geven rekening met
hen te leren houden. In de tussentijd is het beter even te
vertragen om conflicten te vermijden.
→ Dode hoekongevallen vermijden. Vrachtwagen-
bestuurders hebben het erg moeilijk om fietsers te
zien en hun snelheid in te schatten. Fietsers blijven
bij vrachtwagens beter weg en stoppen wat eerder
dan voorzien. Niet erg, want met ondersteuning is
weer vertrekken kinderspel!
Een hogere fietssnelheid betekent een grotere stop-
afstand. Beter kijken én anticiperen is dus van groot
belang. Elektrische fietsers zijn zich best bewust van
deze stopafstand en kunnen dat door een noodstop te
oefenen op veilig terrein. Ook ouderen moeten met de
hogere snelheid leren omgaan. Ze beseffen immers dat
hun reflexen vaak wat minder flitsend zijn.
Afhankelijk van het soort sensor dat zorgt voor het aan-
schakelen van de trapondersteuning kan dat gelijkmatig
of meer schokkerig gebeuren. Dit kan het moeilijker
maken om aan heel trage snelheid bijvoorbeeld een
U-turn te maken. De fiets kan immers de neiging hebben
om zich vooruit te stuwen of te trekken afhankelijk van
de plaats van de motor. Hoe beter bedreven de fietser is,
hoe minder problemen hij er mee zal ondervinden. Fiet-
sers moeten zich goed aanpassen aan de andere manier
van rijden en dit trap voor trap leren.
ZoefZoef
!
24
Aangepaste infrastructuur
De fietsverkoop stijgt, zeker in het elektrische segment. Er wordt dan ook
meer gefietst. Deze trend verhoogt ook de druk op de fietsinfrastructuur.
Meer auto’s, meer rijvakken, meer fietsers, meer fietspaden?
Bredere fietspaden
Bij het populair worden van het elektrische fietsen stel-
den beleidmakers zich de vraag of fietspaden niet aan-
gepast moesten worden. Fietspaden zouden misschien
breder moeten en bochten minder scherp dan nu, om te
beantwoorden aan de hogere snelheid van elektrische
fietsers. Uit het eerder vernoemde onderzoek van Fiets-
beraad Nederland werd er geen bijzonder groot verschil
in kruissnelheid tussen gewone fietsers en elektrische
fietsers gevonden. Toch blijken met de komst van de
elektrische fiets, bredere fietspaden en betere bochten
op fietspaden erg zinvol. Door de mogelijkheid om op
oudere leeftijd langer te blijven fietsen moeten we er ook
rekening mee houden dat de ‘vetergang’ en de voorziene
ruimte ervoor groot genoeg moet zijn. Zeker bij bochten
rechtsaf, moeten die ook duidelijk minder scherp voor
ouderen zoals blijkt uit de Nederlandse fietsongevallen-
cijfers. Het Belgische fietspad zoals het vroeger bestond
werd duidelijk niet aangelegd voor oudere fietsers, noch
om er sneller dan 20 km/u op te rijden.
Fietsvoorzieningen die nieuw worden aangelegd moe-
ten ondertussen al sinds 2002 rekening houden met de
aanbevelingen van het vademecum fietsvoorzieningen.
Het vademecum werd recent in april 2017 herzien.
Capaciteit voor fietsers verhogen voor
vlotter auto verkeer
Als de elektrische fiets werkelijk een omschakeling
naar meer fietsen teweeg kan brengen, dan zullen de
fietsvoorzieningen niet enkel uitgebreid en aangepast
moeten worden om de veiligheid te verhogen, maar
daarnaast zeker ook om de verhoogde capaciteit en
verschillende fietssnelheden de baas te kunnen.
25
De vraag wordt wel eens gesteld of het voor fietsers
mogelijk moet zijn om andere fietsers in te halen op het
fietspad. In een drukke straat is het voor auto’s immers
toch ook niet mogelijk dat te doen! Het antwoord draait
om veiligheid en modal shift. Als we werkelijk willen
dat de elektrische fiets mee de omslag naar duurzamere
mobiliteit waar moet kunnen maken, dan kunnen we
volmondig beamen dat inhalen op het fietspad moet
kunnen. Zeker waar het snelheidsverschil met andere
motorvoertuigen groot is.
We moeten er in dit geval ook ernstig rekening mee hou-
den dat het ook voor het groeiende aantal (elektrische)
bakfietsen, drie- en vierwielers en (elektrische) fietsen
met karren mogelijk moet zijn om in te halen, ingehaald
te worden en te kruisen op tweerichtingsfietspaden!
Het fietspad verlaten om fietsers in te halen, mag
volgens de wegcode. Het is mogelijk waar het snelheids-
verschil met motorvoertuigen minder groot is. Omwille
van de weginrichting is de overgang tussen fietspad en
rijbaan niet steeds geschikt om via de rijbaan in te halen.
Naast vele fietspaden ligt ook een parkeerstrook die
inhalen onmogelijk maakt
Wegcode artikel 9.1.2 derde lid
3° Wanneer de fietsers en bestuurders van
twee wielige bromfietsen het fietspad moe-
ten volgen, mogen zij dat verlaten om van
richting te veranderen, om in te halen of om
omheen een hindernis te rijden.
Fietsers schakelen nochtans net over op de elektrische
type fiets omdat het ook snel genoeg gaat om tijdswinst
op te leveren. Kan dat niet op het fietspad, dan zal
inhalen op straat moeten gebeuren, wat natuurlijk min-
der veilig is en waar bestuurders hen niet verwachten.
Sommige fietsers zullen uitwijken naar het voetpad waar
ze dan weer voetgangers in gevaar brengen.
Net daar zijn verhoogde capaciteit en dus bredere
fietspaden van belang. Verhoging van de capaciteit voor
fietsers zorgt voor meer fietsers. Op die manier komt er
op doorgangswegen voor wagens meer ruimte vrij.
Meer capaciteit, meer beton?
In stedelijke omgeving hoeft er niet steeds een fiets-
pad aangelegd worden om de capaciteit en het debiet
voor fietsers te kunnen verhogen. Het toepassen van
goed doordachte fietsstraten in combinatie met goede
doorstroming voor motorvoertuigen op parallelle
routes kan hier zeker een positief effect hebben. Voor
gebruikers van de speed pedelec blijft er een mogelijk
probleem omdat ze als bromfiets wettelijk gezien in een
fietsstraat geen fietsers mogen inhalen, ook niet als ze
zonder trapondersteuning zouden rijden of fietsers erg
traag rijden en er toch ruimte zat is om in te halen.Het
instellen van de zone dertig zoals in de meeste centrum-
steden het geval is, verhoogt zeker het veiligheidsgevoel
bij alle fietsers.
Regelmatig onderhoud
Goed onderhoud van fietspaden wordt van steeds
groter belang. Door bochten aan hogere snelheden aan
te snijden, wordt de kans op uitschuivers groter als er te
veel steentjes op het fietspad of op de weg liggen. Hier
kunnen steden en gemeenten een belangrijke rol spelen,
door te zorgen voor goed onderhoud en door snel te
reageren bij het signaleren van problemen door burgers.
Het lokaal promoten van http://www.meldpuntfiets-
paden.be/ kan daar alvast een goede hulp bij zijn.
Fietssnelwegen Provincie Vlaams-Brabant
26
Snelwegen voor fietsers
De Vlaamse provincies hebben alvast enkele grote
stappen gezet naar snelle fietsverplaatsingen tussen ver-
schillende steden met de fietssnelwegen. De provincies
blijken de kracht te hebben om zich volledig te scharen
achter het idee van een heus fietssnelwegennetwerk
naar analogie van de autosnelwegen met snelle en con-
flictvrije verbindingen tussen verschillende steden. Re-
creatieve knooppunten werden vroeger al ontwikkeld,
volledig toegespitst op bestaande wegen en fietspaden.
De snelle verbindingen zullen zeker nog uitgebreid wor-
den als het van de provincies af hangt. En daarvoor zal er
zeker nog heel veel nieuwe fietsinfrastructuur aange-
legd moeten worden met doorstromingsprioriteit voor
fietsers bij het kruisen van de rijweg en ten koste van de
doorstromingsprioriteit van voertuigen op de rijbaan.
Batterij laden
Her en der duiken laadpalen en laadpunten voor elek-
trische fietsen op. Ze worden gezien als een goed idee
om elektrisch fietsen te promoten. We kunnen ons de
vraag stellen of dat eigenlijk echt nodig is en zelfs de zin-
volheid in vraag stellen. De gebruiker moet in de meeste
gevallen nog steeds zijn eigen batterijlader meenemen
die dan eventueel in een afgesloten kastje kan om de
batterij op te laden. Maar is dat wel efficiënt?
→ Pendelaars kunnen waarschijnlijk gemakkelijker hun
batterij meenemen naar hun bureau en de batterij
daar opladen. Daar is ze trouwens ook niet onder-
hevig aan de koude buiten of in parkeergarages.
→ Toeristen kunnen hun batterij gemakkelijk opladen
in een horeca zaak. Dat gebeurt nu al spontaan en
wordt gezien als goede service. De horecazaken
hoeven geen dure infrastructuur aan te kopen en
geen lange procedures te starten om die paal op hun
privédomein of op de openbare ruimte te zetten.
Een bordje met de boodschap: batterijen van elek-
trische fietsen welkom, kan al voldoende zijn. Een
eenvoudig bord dat verwijst naar de mogelijkheden
in de horecazaak lokt zeker fietsers. Ze weten dat ze
welkom zijn.
→ Shoppen: Steden kunnen meer baat hebben bij
laadpalen. Het aanbieden van droge en veilige fiets-
stallingen in het centrum van de stad, gecombineerd
met een laadpaal kan alvast extra shoppers aan-
trekken die te voet shoppen en hun zware inkopen
elektrisch naar huis fietsen.
→ Is de batterij toch plat? Geen nood. In tegenstelling
tot een elektrische of hybride auto kan je nog steeds
gewoon trappen, zonder ondersteuning. Erg gezond
en duurzaam!
Veiligheid
De omslag naar fietsen wordt wel eens in de weg ge-
staan door het subjectieve gevoel van onveiligheid. Dit
subjectieve gevoel van onveiligheid kan alvast verkleind
worden door het doorgedreven aanleggen van brede
én comfortabele fietspaden. Gebruikers zullen zich
bij iets hogere snelheden nog wat meer moeten focus-
sen op wat er gebeurt op de weg in de plaats van ook
nog rekening te moeten houden met de staat van het
fietspad. Ook de realisatie van fietsvriendelijke kernen
met aangepaste snelheden (max. 30 km/u) en beperkte
intensiteiten van gemotoriseerd verkeer zullen bijdragen
aan de verkeersveiligheid.
Fietssnelwegen provincie Vlaams-Brabant
Fietssnelwegen provincie Vlaams-Brabant
27
De e-fiets een duwtje in de rug geven
Wat kan de wegbeheerder doen?
Het belang van kwalitatieve, brede comfortabele
fietspaden werd al eerder onderstreept. Richtlijnen om
die fietspaden kwalitatief en comfortabel te bouwen be-
staan al erg lang. Op één ding moet blijvend gehamerd
worden: asfalt is veel comfortabeler voor fietsers dan
eender welke andere soort bestrating. De mogelijkheid
om fietspaden breder aan te leggen dan in het vademe-
cum voor fietspaden is opgenomen, moet bestaan, zeker
op plaatsen waar goede fietsinfrastructuur extra fietsers
zal aantrekken.
Zoals eerder vermeld moet de capaciteit voor fietsers
omhoog en dat hoeft niet steeds met meer beton. Er zijn
ook andere manieren om dat te doen.
Wat kunnen steden en gemeenten doen?
→ Elektrische fietsen lijken zoals boven omschreven
te verkopen als zoete broodjes. Moeten gemeenten
dan eigenlijk het gebruik van elektrische fietsen nog
meer stimuleren? Steden en gemeenten worstelen
steeds meer met mobiliteitsproblemen. Daarnaast is
het erg moeilijk om een balans te vinden tussen goe-
de mobiliteit en lokale handel. Het weren van auto’s
wordt vaak gezien als oorzaak van omzetdaling bij
handelaars. Ondanks het feit dat we niet graag met
de wagen in de file staan, vinden we structurele files
ondertussen normaal, ook op gewestwegen en in
onze dorpscentra. En ze worden ondanks de econo-
mische crisis in 2008 ook vandaag nog steeds langer.
Nochtans heeft de elektrische fiets veel potentieel
om veel vrijetijdsactiviteiten die in de spits 30% van
onze verplaatsingen met de wagen uitmaken op een
andere manier te doen. Kleine boodschappen doen,
een bezoek aan de post of de bank, het kan allemaal
heel erg gemakkelijk met een elektrische fiets. En
zelfs met zware boodschappen levert een elektri-
sche fiets voldoende vermogen om comfortabel te
blijven fietsen.
→ Gemeenten kunnen zeker een positieve inbreng
hebben door het fietsen in een positief daglicht te
stellen. Het gevoel van gemak waarmee we de auto
nemen, moeten we overdragen op de elektrische
fiets. Want het gemak is zeker hetzelfde, alleen is
fietsen in alle weersomstandigheden net dat tikkel-
tje avontuurlijker.
→ De beste manieren voor steden en gemeenten om
het (elektrisch) fietsen te promoten ligt vooral in
het verbeteren van objectieve én gepercipieerde
verkeersveiligheid. Die veiligheid is immers een van
de belangrijke drempels die mensen ervan weer-
houdt op de fiets te stappen. Fietspaden hoeven
er niet overal te zijn, zeker in kerngebied kan dit
soms voor minder ruimte zorgen. Met combinaties
van snelheidsremmende maatregelen, zones dertig,
comfortstroken voor fietsers, kwalitatieve door-
steken en trage wegen en eventueel fietsstraten kan
een gemeente al heel ver raken. En om het gemak
28
en de veiligheid te vergroten kan doorstromings-
prioriteit en voorrang voor fietsers op gemotori-
seerd verkeer de zaak een boel vooruit helpen.
→ Daarnaast is fietsvriendelijk straatmeubilair van
groot belang. Een dure elektrische fiets stal je niet
graag zomaar op straat. Een kwalitatief fietsnietje
om je fiets aan te bevestigen, dicht bij je bestem-
ming zorgt voor gemoedsrust bij de gebruiker.
Modellen genoeg die aan het straatbeeld van de
stad beantwoorden. Ook dit is trouwens een vorm
van veiligheid. Met een dak boven de fietsenstalling
blijft een fiets in topconditie, ook bij regenweer.
→ Buurtfietsstallingen voor mensen die in huis weinig
ruimte hebben om een (vuile) stadsfiets te stallen,
kan ook deze mensen gemakkelijker over de streep
helpen. Misschien is er zelfs wat plaats voor een
deelbuurtbakfiets
→ Niet voor al deze maatregelen zijn gigantische bud-
getten vereist. Werken aan goede circulatieplannen,
goed onderhoud met prioriteit voor fietspaden in
de herfst en winter in combinatie met sensibilise-
rende en communicatiecampagnes als week van de
mobiliteit, woensdag fietsdag enzoverder kunnen
het gemeentelijk fietsbeleid aardig op weg helpen
zonder subsidies voor de aankoop van fietsen te
moeten uitschrijven en ook zonder grote infra-
structuurwerken. Al blijven die laatste op heel veel
plaatsen van groot belang.
→ Het sensibiliseren van handelaars om extra inspan-
ningen te leveren voor gewone en elektrische fietsers,
zal voor hen uiteindelijk een positief effect hebben.
16 Kaart waar men door middel van lijnen verschillende punten verbindt die in een gelijke reistijd vanuit een bepaalde plaats bereikbaar zijn.
→ Ook meer landelijke gemeenten kunnen met
communicatieacties het fietsen zeker stimuleren.
Het opmaken van isochronenkaarten16 van verschil-
lende vervoersmodi binnen een gemeente naar de
belangrijkste interessepunten binnen een gemeente
kunnen bijvoorbeeld een heel duidelijk beeld geven
over de tijdswinst of het tijdsverlies van verschillen-
de modi. Voor elektrische fietsen zijn isochronen
erg constant. Er is immers minder invloed van wind
of slechte benen.
→ Snelle fietsroutes stimuleren. Ook fietsers zijn
gewoontedieren en fietsen dezelfde route als wie
voor hen fietst. Toch is dat niet steeds de snelste
of veiligste route. Elektrische fietsers willen vlot
kunnen fietsen. Communiceren rond veilige snel-
fietsroutes en nudging of stimuleren kunnen alvast
een positief effect hebben. De Nederlandse steden
Utrecht en Groningen hebben veel ervaring met het
‘nudgen’ van studenten naar betere routes dan hun
voor gangers gebruikten.
→ Het goede voorbeeld. Rolmodellen hebben een
enorme impact op mensen. Niet voor niets worden
grote sterren flink betaald om reclame te maken
voor producten. Gelukkig heeft elke gemeente zijn
eigen grote sterren: burgemeesters, schepenen,
lokale bekendheden, lokale handelaars enzovoort.
Zet hen alvast in the picture op een elektrische fiets
en hun voorbeeld zal gevolgd worden.
Kamal Kharmach comedian, boegbeeld bij Woensdag Fietsdag
Anders aankomen
Dirk De Rijdt, 20 km woon-werkverkeer,
sinds juli 2016 overgestapt van de trein op
de pedelec: “Er wordt vaak gezegd dat je
anders op je werk aankomt als je fietst. Ik
kan dat alleen maar beamen.”
29
→ De groeiende groep gebruikers van speed pedelecs
is vragende partij voor wettelijke snelle fietsroutes.
Ze gebruiken vaak snelle en toch veilige routes,
maar rijden met de bestaande wetgeving en de late-
re bebording vaak in de schemer van de onwettelijk-
heid en ze vinden dat zelf niet fijn.
→ Met een gemeentelijke elektrische fietsvloot kunnen
personeelsleden dienstverplaatsingen overdag duur-
zaam maken. ’s Avonds kunnen personeels leden de
fietsen testen voor het eigen woon-werkverkeer.
→ De bereikbaarheid van de gemeente per fiets bij
wegenwerken benadrukken. De stad Antwerpen wil
30.000 auto’s minder op de ring voor de geplande
werken. De elektrische fiets kan de stad bereikbaar
houden, zelfs vlotjes vanuit bijvoorbeeld Lier en
Mechelen.
→ Om steden en gemeenten richting te geven heeft
Fietsberaad Vlaanderen in samenwerking met
mobiliteitsambtenaren uit verschillende steden een
advies17 opgemaakt voor wegbeheerders over hoe
ze het gebruik van de speed pedelec veilig kunnen
17 Fietsberaad Vlaanderen, Advies, Welke plaats krijgt de speed pedelec op de openbare weg, december 2016 http://www.fietsberaad.be/Kennisbank/Bijlagen/20161207_advies2_speedpedelec.pdf
integreren. Dit advies gaat uit van een positieve
invalshoek van het gebruik van de speed pedelec als
bijdrager tot duurzame, gezonde verplaatsingen die
gedeeltelijk een antwoord kunnen bieden aan het
Vlaamse mobiliteitsvraagstuk.
→ Fietsberaad Vlaanderen houdt in haar advies
rekening met alle weggebruikers en dus zeker ook
met de zwaksten. Met richtinggevende snelheden
wordt afhankelijk van het type weg en de locatie
aan bestuurders van speed pedelecs gevraagd om
binnen de bebouwde kom afhankelijk van hun
snelheid gebruik te maken van ofwel het fietspad
ofwel de rijbaan.
→ Door het slim aanbrengen van plakkers op be-
staande onderborden of op de borden F99 kunnen
wegbeheerders snel, goedkoop en efficiënt speed
pedelecs toelaten in bijvoorbeeld straten met
beperkt eenrichtingsverkeer. Daarnaast sterkt het
tot aanbeveling van de wegbeheerders bij de aanleg
van fietsinfrastructuur met zorg de richtlijnen uit
het Vademecum Fietsvoorzieningen toe te passen.
Verplaatsingsefficiëntie*
Een man te voet is thermodynamisch efficiënter dan
eender welk gemotoriseerd voertuig en efficiënter dan
de meeste dieren. Hij heeft immers slechts 50 kcal nodig
om een afstand van 1 kilometer af te leggen in tien minu-
ten als we als voorbeeld een persoon van 70 kg nemen.
Een fietser is drie maal sneller dan een voetganger en
gebruikt daarbij vijf maal minder energie wat de fietser
tot het energetisch meest efficiënte wezen op aarde
maakt. Een fiets is bovendien niet enkel efficiënt maar
ook nog eens relatief goedkoop. Nemen we als derde
vergelijkingspunt een auto met een gemiddeld verbruik
van 6 liter per 100 kilometer. Over deze ene kilometer is
het resultaat dan ongeveer 530 kcal. Gesteld dat de auto
gemiddeld 30 kilometer per uur rijdt, dan legt hij de
afstand in twee minuten af en is dus 5 keer sneller dan
de voetganger met een energieverbruik dat ruim 10
keer zo hoog is. Misschien geen overtuigende redenen
om de auto meteen maar de rug toe te keren. Wel een
aanmoediging om te bekijken hoe het zuiniger kan. En
voor kortere afstanden toch maar die fiets nemen?
* Citaat: K. Somers, Energiezunig autorijden, de Koevoet, nr 123, 2003
Praktijk
30
Binnen de rijopleiding en educatie moet er aan-
dacht zijn voor het nieuwe fenomeen van de speed
pedelecs, en gebruikers wordt gevraagd om veilig
gedrag te vertonen zoals de wet voorschrijft. Indien
gebruikers geen veilig verkeersgedrag vertonen is
handhaving bij roekeloos rijgedrag nodig.
→ Daarnaast denkt Fietsberaad dat het nodig zal zijn
om de wetgeving met betrekking tot het gebruik
van speed pedelecs in sommige gevallen nog te
verfijnen, bijvoorbeeld als het gaat om “rechts vrij
voor fietsers”, inhalen van fietsers in fietsstraten en
het toelaten, mits aangepast rijgedrag, in voetgan-
gerszones en gemengde voet- en fietspaden.
Wat kunnen bedrijven doen?
→ Fietsen wordt in België als woon-werkverkeer
al lange tijd gepromoot. De fietsvergoeding met
onbelast gedeelte tot 0,23 euro biedt daar alvast
een belangrijke stimulans. Heel erg veel bedrijven
bieden ondertussen fietsvergoedingen aan en waar
het mogelijk is wordt ook steeds meer geïnvesteerd
in fietsvriendelijke infrastructuur voor werknemers
zoals douches, kleedruimte, overdekte fietsenstal-
lingen. Werkgevers zien steeds meer het belang van
deze verschillende maatregelen om het fietsen te
stimuleren omwille van het milieu, de gezondheid
van de werknemers en om te werken aan congestie-
problemen die geld kosten aan het bedrijf.
→ Voor sommige werknemers is fietsen naar het werk
nog letterlijk te ver. Het opzetten van programma’s
om elektrische fietsen uit te proberen kan hier
18 http://www.agoria.be/nl/De-Grote-fietsenquete-steeds-meer-met-de-elektrische-fiets-naar-het-werk
oplossingen bieden. Bij het uitwerken van persoon-
lijke mobiliteitsoplossingen voor werknemers, kan
de elektrische fiets centraal staan. Projecten als
de Testkaravaan in West-Vlaanderen en Fietstest
in Vlaams-Brabant hebben hun deugdelijkheid al
bewezen bij vele bedrijven.
→ Via het pendelfonds kunnen bedrijven een flink deel
van de investeringen in elektrische fietsen terug
krijgen. Terugverdienen doet het bedrijf sowieso
op verschillende vlakken als er meer gefietst wordt
door de werknemers. Bijvoorbeeld minder absentie
door ziekte, minder kosten voor parking en beter
geconcentreerde werknemers.
→ De manier om werknemers op de fiets te krijgen
is echter de werknemers een (elektrische) fiets
bezorgen. Zeker voor bedrijven die op lokaal niveau
diensten verrichten aan huis biedt de elektri-
sche fiets belangrijke voordelen t.o.v. de auto.
Voorbeelden daarvan zijn: geen filekosten, geen
parkeer problemen en boetes, geen parkeerkosten,
goedkoop voor werknemers en werkgevers, gezond-
heidsvoordelen voor werknemers en financieel dus
voordelig voor werkgevers, …
→ Uit onderzoek18 van mobiliteitsclub VAB en Bike to
Work van de fietsersbond bij Janssen Pharmaceutica
blijkt dat 48 % van de werknemers meer de fiets zou
nemen naar het werk als de werkgever een elektri-
sche bedrijfsfiets ter beschikking zou stellen aan
de werknemer. Fietsers zouden de elektrische fiets
daarna zelfs kunnen verwerven door terugbetalin-
gen aan de werkgever via de fietsvergoeding.
→ Bedrijven kunnen via hun sector ook druk uitoe-
fenen op de overheid om fiscale regels te helpen
aanpassen in het voordeel van de (elektrische) fiets
en het nadeel van de auto.
Wat kan de overheid doen?
→ De financiële regels die gelden voor de fiets gelden
ook voor de elektrische fiets. De speed pedelec
vormt hier omwille van het bromfietskarakter
afhankelijk van de werkgever een uitzondering op.
Fietsgebruik stimuleren door dit op zijn minst finan-
31
cieel even voordelig en liefst voordeliger te maken
dan autorijden zou een eerste stap moeten zijn. Ook
het gebruik van de speed pedelec moet financieel
voordelig zijn en vallen onder de regeling voor
elektrische fietsen, zowel op het vlak van fiscaliteit
als voor de fietsvergoeding.
→ De fietsvergoeding is zowat de belangrijkste in-
centive19 om fietsbeleid te stimuleren. Fietsers wor-
den op die manier beloond voor hun goed gedrag
en krijgen via deze vergoeding de mogelijkheid om
hun fiets aan te kopen en/of te onderhouden, ook
in het geval van elektrisch fietsen. In tegenstelling
tot de verplaatsingsvergoeding voor auto’s, die vaak
hoger ligt, is de fietsvergoeding fiscaal en sociaal
(RSZ) onbelast tot 0.23 euro per gereden kilometer.
De werkgever is vrij om te kiezen of hij een fiets-
vergoeding uitbetaalt en hoe groot die vergoeding
is, tenzij de uitbetaling is vastgelegd in een CAO.
Dit betekent dat noch de werknemer noch de werk-
gever belastingen en sociale lasten moeten betalen
op de fietsvergoeding, zolang ze niet hoger is dan
€ 0.23.
19 Fietsberaad Nederland, Fietsberaadpublicatie 24, 2013, p. 72
→ Gratis of goedkoop laten uitproberen. Een testrit en
beter zelfs langdurige testen zijn erg belangrijk voor
potentiële kopers. De provincie West-Vlaanderen
was de voorloper met de Testkaravaan, Vlaams-Bra-
bant en Limburg zijn al gevolgd met dit succesvolle
project voor bedrijven. Ook op autovrije zondagen
worden elektrische fietsen nog steeds massaal uit-
geprobeerd met een aanbod van fietshandelaars die
op alle mogelijke manieren promotie willen maken.
→ De mogelijkheden van de bedrijfsfiets en de fiscale
aftrekbaarheid voor fietsen. De wetgever wil zoveel
mogelijk het fietsgebruik stimuleren. Dat doet ze
door het fiscaal interessant maken van de bedrijfs-
fiets. De aankoop van een elektrische fiets door
de werkgever voor de werknemer of bedrijfsleider
wordt fiscaal niet belast. Niet voor de werkgever en
niet voor de werknemer. Daarnaast worden er sinds
2009 ook geen voordelen van alle aard aangerekend
voor het privégebruik van de bedrijfsfiets. Je mag
er dus onbelast privé gebruik van maken zolang je
maar kan aantonen dat je op regelmatige basis naar
het werk fietst. De fiets blijft steeds eigendom van
de werkgever.
Is een (elektrische) fiets efficiënt?
Zowel in vergelijking met wandelen als in vergelijking
met autorijden is fietsen vanuit energetisch perspectief
heel efficiënt. In vergelijking met wandelen (50 kcal voor
1 km) gebruik je bij fietsen niet alleen minder energie
(10 kcal voor 1 km), je geraakt op dezelfde tijd ook drie
keer verder. Een auto heeft – vergeleken met de fiets
– ongeveer 50 keer meer energie nodig voor dezelfde
afstand (530 kcal, bij een verbruik van 6l/100 km). De
tijd is uiteraard sterk afhankelijk van de omstandig-
heden. In een stedelijke omgeving is de fiets vaak sneller.
In een zone 30 heeft een auto – gesteld dat hij over de
afstand 30km/u kan aanhouden – voor het snelheids-
voordeel en bijzonder grote energie-impact. Over de
energie-impact van een elektrische fiets, zowel op de
fietser als op de batterij, is nog niet veel bekend. Maar
door het vrij lage gewicht van de fiets (in vergelijking
met een auto) tegen relatief lage kost, ligt de efficiënte
van een elektrische fiets dichter bij die van een fiets dan
die van een auto. Zeker op afstanden tot 10 à 15 km. Fiets
je zonder trapondersteuning, dan komen er ook nog
eens belangrijke gezondsheidsvoordelen bij.
Praktijk
32
Een beetje contradictorisch blijft de verschuldigde RSZ,
die bij aankoop van een bedrijfsfiets wel nog betaald
moet worden door werknemer en werkgever. Fietsen
levert immers een extra gezondheidsvoordeel op. Toch
moet er op basis van de prijs en het mogelijke percenta-
ge privégebruik een RSZ bijdrage berekend worden van
het voordeel in natura.
De werkgever moet een fiets op minstens drie jaar af-
schrijven. De fietsvergoeding mag cumulatief uitbetaald
blijven per effectief gereden kilometer, verklaard op eer
door de werknemer, ook voor dienstverplaatsingen.
→ De fietsvergoeding
De speed pedelec staat hier wel ter discussie. Sinds de
invoering van het KB van 21 juli 2016 zijn er werkgevers
die voor fietsers met een speed pedelec geen fietsver-
goeding meer uitbetalen omdat hij onder de wetgeving
voor bromfietsen valt. Andere werkgevers gaan hier wel
flexibel mee om. Het snel uitwerken van fiscale regels
zoals minister Bellot eind september 2016 beloofde in
het kader van betere mobiliteit en gezondheid is dus van
groot belang.
→ Investeringen die de werkgever doet om het
woon-werkverkeer van fietsers, ook elektrisch, te
stimuleren zijn zelfs voor 120% aftrekbaar voor
de werkgever. Het gaat over de aankoop, huur,
onderhoud en herstelling van bijvoorbeeld fietsen,
helmen, beschermende kledij en fietssloten en in-
vesteringen in bijvoorbeeld fietsenstallingen, kleed-
kamers, douches, maar ook een goede fietspomp
hoort daar zeker bij.
33
Conclusie
De elektrisch fiets heeft duidelijk veel potentieel. Door
het toevoegen van de hulpmotor hebben fietsen tal van
nieuwe mogelijkheden gekregen. Een eerste belangrijke
groep adopteerde de elektrische fiets omdat ze niet meer
de kracht hadden om zelf te fietsen. Vaak ging het daarbij
om tegenwind of hellingen. Een grote groep mensen blijft
op die manier langer zelfstandig mobiel.
Een tweede, meer recente groep gebruikt de elektrische fiets om met eenzelfde
inspanning sneller of met meer gemak afstanden af te leggen. Deze groep doet ook de
actieradius van het functioneel fietsen toenemen. Het zorgt ook voor een reëel concur-
rentievoordeel ten opzichte van personenwagens en het openbare vervoer.
Ten derde zorgen de ontwikkelingen binnen het elektrisch fietsen er ook voor dat mid-
dels trapondersteuning grotere lasten met de fiets transporteerbaar worden. Zowel ge-
zinnen (bakfietsen met kinderen of boodschappen) als koeriersbedrijven (pakjesleve-
ring, diensten aan huis, straatonderhoud,…) spelen in op deze nieuwe evoluties. Vooral
in een stedelijke omgeving zijn ze uitermate wendbaar en bieden ze veel voordelen ten
opzichte van traditionele vervoerswijzen zoals de auto of een lichte vrachtauto.
De elektrische fiets combineert vooral alle voordelen van de klassieke fiets zoals ge-
bruiksgemak, compact, gezondheid, plaats besparend, file-ongevoeligheid, flexibel,…
34
met een groter bereik van aantal bestemmingen, kortere verplaatsingstijd en meer
fietscomfort.
Wegbeheerders kunnen hierop inspelen door met nog meer zorg de normen uit het
vademecum Fiets voorzieningen te hanteren bij de aanleg van fietsinfrastructuur. De
eisen die de elektrische fiets stelt aan wegbeheerders verschillen niet van een gewone
fiets, maar door een toenemende interesse én oplopende snelheidsverschillen worden
de bestaande normen wel dwingender. In de eerste plaats moet het dan gaan over het
fietscomfort en het materiaalgebruik voor fietsinfrastructuur, de breedte van fiets-
paden, het respecteren van bochtstralen, ruimte geven voor inhaalbewegingen, capa-
citeit, naadloze aansluitingen bij kruisingen, aangepaste verkeerslichtenregelingen die
rekening houden met fietsers,… Uiteraard dienen ook parkeervoorzieningen aangepast
te worden aan het groeiend gebruik van de duurdere elektrische fiets. Stallingen met
aanbindmogelijkheid of afgesloten fietsparkeergarages met toegangscontrole en het
gebruik van fietskuizen kunnen hierop inspelen.
Daarnaast kunnen ook de juiste fiscale en financiële stimulansen ervoor zorgen dat de
toegang tot het elektrische fietsen breder én aantrekkelijker wordt. Die stimuli kunnen
ook een bijdrage leveren aan de gezondheid en productiviteit van werknemers en het
ruimtegebruik op bedrijventerreinen.
Ook stads- en dorpskernen kunnen aantrekkelijker worden wanneer meer ruimte voor-
zien wordt voor de (elektrische) fiets.
Tot slot, mensen met een elektrische fiets hebben meestal één belangrijke conclusie:
elektrisch fietsen is heerlijk en we kunnen het niet meer missen.
35
Paviljoenstraat 9
B-1030 Brussel
+32 (0)2 211 55 05
www.fietsberaad.be
@FietsberaadVL