Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en...

33
Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) Archeologische Opgraving Amsteldijk 67 / Inventariserend Veldonderzoek Dora Tamanaplein e.o., Amsterdam (2012-2014) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 85, 2016 Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp

Transcript of Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en...

Page 1: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Buitenplaats Rust en Werk (1637-1887)

Archeologische Opgraving Amsteldijk 67 / Inventariserend Veldonderzoek Dora Tamanaplein e.o., Amsterdam (2012-2014) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 85, 2016 Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp

Page 2: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

 

Page 3: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Inhoud Inhoud ................................................................................................................................................... 3 Basisgegevens ....................................................................................................................................... 4 1 Inleiding......................................................................................................................................... 4 2 Achtergronden en vraagstellingen ................................................................................................. 6

2.1 Historische achtergronden .................................................................................................... 6

2.2 Archeologisch vooronderzoek 2009 .....................................................................................11

2.3 Vraagstellingen en methodiek onderzoek 2012-2014 .......................................................... 12

3 Sporen en structuren ................................................................................................................... 15 3.1 De ondergrond .................................................................................................................... 15

3.2 Buitenhuis Rust en Werk ..................................................................................................... 16

3.3 Houtconstructie I .................................................................................................................. 17

3.4 Houtconstructie II ................................................................................................................ 20

3.5 Riool .................................................................................................................................... 20

4 Conclusies ................................................................................................................................... 21 4.1.1 De ondergrond en poldermaaiveld .................................................................................. 21

4.1.2 Buitenhuis Rust en Werk ................................................................................................. 21

4.1.3 Kuil en poldersloot .......................................................................................................... 24

4.1.4 Grondkering clichéfabriek Van Leer ................................................................................ 24

5 Literatuur .................................................................................................................................... 26 Bijlage 1 Sporen ............................................................................................................................ 27 Bijlage 2 Vondsten ......................................................................................................................... 28 Bijlage 3 Deventer Systeem Catalogus .......................................................................................... 30

3

Page 4: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Basisgegevens Toponiem Voormalig Archiefterrein Adres Amsteldijk 67 Kadaster ASD18 V 11863 RD-coördinaten NO X. 122.212 Y. 485.185

O X. 122.225 Y. 485.155 Z X. 122.155 Y. 485.129 W X. 122.140 Y. 485.166

TOPO-code MenA AMD3 OM-nummer 54506 Opdrachtgever Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid Bevoegd gezag Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid Uitvoerder Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie Beheer en plaats documentatie Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie

1 Inleiding Na de verhuizing van het Stadsarchief Amsterdam in 2007 van de Amsteldijk naar het gebouw De Bazel in de Vijzelstraat, startte een gefaseerde herinrichting van het voormalig archiefterrein tussen de Rustenburgerstraat en Tolstraat in stadsdeel Zuid. Hier zou onder meer nieuwbouw van de IVKO school verrijzen.

Voor het plangebied gold een archeologische verwachting. Het maakt deel uit van een zone langs de Amstel waar vanaf de 16de eeuw tot in de 18de eeuw buitenplaatsen werden gebouwd. Om die reden is op verschillende momenten in het bouwprogramma archeologisch onderzoek ingepast door de afdeling Archeologie van Bureau Monumenten & Archeologie (BMA, sinds 1 januari 2015 Monumenten en Archeologie: MenA). Eerst is er in januari 2009 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) op de toekomstige bouwplaats van de school uitgevoerd, waarbij de noordwesthoek van het 17de-eeuwse buitenhuis Rust en Werk werd gelokaliseerd. Bij de daarop volgende Archeologische Begeleiding van de ontgraving van de bouwpunt in juni 2009 werd een aanvullend deel (7,6 m) van de achtergevel gedocumenteerd.1

Dit rapport heeft betrekking op het onderzoek in 2012 en 2014 op het resterende deel van het plangebied. Dit bestond uit een IVO in november 2012 (werkputten I, IIA-C en III) aansluitend op de asbestsanering ter hoogte van het basketbalveld op het aangrenzende Dora Tamanaplein en de sloop van de aanbouw achter het Asschergebouw (afb. 8). Het archeologisch programma werd in maart 2014 afgerond met Archeologische Begeleidingen in werkputten IV, VI en VII en een Archeologische Opgraving (AO) achter de huizen langs de Amsteldijk (werkput V)(afb. 8).

1 Vindplaats AMD2, zie Gawronski en Veerkamp 2009a + b.

4

Page 5: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

1 Het plangebied Voormalig Archiefterrein in stadsdeel Zuid

5

Page 6: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden

Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied ‘voormalig Archiefterrein’ aan de Amsteldijk ligt in de voormalige Binnendijkse Buitenveldersche polder. Deze polder in het Amstelland had na de ontginning in de late middeleeuwen vooral een agrarische functie met landerijen in eigendom van kloosters en stedelijke instellingen. Vanaf het einde van de 16de eeuw kreeg het buitengebied rond Amsterdam naast een agrarische ook een recreatieve functie. Er verrezen herbergen, speeltuinen en kolfbanen waar stedelingen vertier of juist rust zochten. Rijke Amsterdammers investeerden in de aanleg van een buitenplaats, die in eerste instantie vooral een combinatie was van een agrarisch bedrijf en een buitenhuis. In deze boerderijen/buitenhuizen werd een luxe kamer ingericht voor het geval dat de eigenaar buiten de stad wilde verblijven. Gaandeweg kreeg de recreatieve functie van deze complexen de overhand en moesten bestaande boerderijen zelfs wijken voor nieuwe buitenplaatsen. Hierdoor nam het aantal stedelingen dat poldergrond in eigendom had sterk toe. Rond Amsterdam ontstonden buitenplaatsen langs de Amstel, de Bullewijk en de Holendrecht, de Haarlemmertrekvaart, de Overtoomsevaart en Schinkel, de Sloterweg en in de Watergraafsmeer.2 In sommige polders rond Amsterdam was de helft van de grond in handen van Amsterdammers die daarmee invloed kregen op het gebruik en de inrichting van het polderlandschap.3

Bij de statige buitenhuizen, vaak gebouwd naar een ontwerp van beroemde architecten, werden grote symmetrische tuinen aangelegd met fonteinen, beelden, theekoepels, exotische planten in kassen en bijzondere vogels in volières. Vandaag de dag zijn in Amsterdam nog twee 18de-eeuwse buitenplaatsen over die een beeld geven van de omvang van deze huizen (afb. 2). Het huis Amstelrust aan de Amsteldijk dat ca. 14 m bij 11,5 m meet en het huis Frankendaal aan de Middenweg in de Watergraafsmeer van ca. 12 m bij 9 m. Hiermee zijn deze buitenhuizen bijna. 2,5 tot 3 keer breder dan een gemiddeld 18de-eeuws huis in de stad.

2 Amsterdam kent nog twee buitenplaatsen: Amstelrust langs de Amsteldijk en Frankendaal aan de Middenweg

2 Zie kaart p.42 in: Abrahamse, Kosian en Schmitz 2012. 3 Abrahamse e.a. 2012, 43.

6

Page 7: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

De rust en frisse lucht die de welgestelde Amsterdammer zocht in de polder buiten de stad stond op gespannen voet met het feit dat dit buitengebied ook de uitgelezen locatie was voor de vestiging van gevaarlijke en overlast veroorzakende industrieën. Kruitmolens, loodwitmolens, kalkovens en traankokerijen werden bewust buiten de stadswallen geplaatst. Ook veranderde het landschap bij de rand van de stad door de vestiging van allerlei kleinschalige bedrijvigheid, tuinen en woningen en de aanleg van steeds meer paden. Toen eind 18de eeuw de welvaart in Holland sterk terugliep werden veel buitenplaatsen afgebroken en vervangen door boerderijen en tuinderijen.

In de 19de eeuw werden met de komst van het spoor grote delen van het land beter bereikbaar. De heuvelachtige zandgronden in het midden en oosten van het land raakten bij de stedelijke elite steeds meer in trek. In de eerste helft van de 19de eeuw werd het buitenhuis bij de stad verruild voor een villa langs de bosrand, “in den zin, dien men thans heeft om zich, in de aangenaame streken van Utrecht en Gelderland te verlustigen”.4 Door de stadsuitbreiding in de tweede helft van de 19de eeuw vielen de overgebleven buitenplaatsen rond Amsterdam, op Amstelrust en Frankendaal na, onder de sloophamer. Buitenplaats Rust en Werk Het land ter hoogte van het voormalig archiefterrein was oorspronkelijk eigendom van het St Claraconvent in Amsterdam. Na de Alteratie in 1578, toen de katholieke instellingen in de stad werden ontbonden, werd het kloosterbezit langs de Amstel toegewezen aan de ‘regenten van de arme weeskinderen’ van Amsterdam. Deze verhuurden de grond, in totaal 8 morgen en 319 roeden (bijna 7 hectare)5 aan particulieren. De eerste huurster, de weduwe van Maarten Boon, kreeg in 1592 toestemming van de regenten om een huis op het land te bouwen. In 1603, toen Dirck Hendriksz. het land huurde, verkocht de toenmalige huiseigenaar Jan Pietersz. Boon het huis aan de regenten.6 Het is niet bekend wanneer het buitenhuis Rust en Werk precies is gebouwd. Volgens bouwhistoricus R. Meischke vond de bouw in 1620 plaats, naar een ontwerp van Hendrick de Keyser (afb. 3). Het pand had het langwerpige grondplan dat gangbaar was in het begin van de 17de eeuw met een voorhuis met twee zijkamers op de begane grond.7

3 Het buitenhuis Rust en Werk kort voor de sloop in 1887 door E. W Geerling (links) en Adriaan W. Weissman (rechts) (Stadsarchief)

4 Abrahamse e.a. 2012, 73. 5 1 Amsterdamse roede = 13,52 m2, 1 morgen = 600 roeden = 8112 m2. 6 Ram 1964, 167. 7 Meischke 1958, 134.

7

Page 8: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

In 1637 werd het landgoed verkocht aan Elbert Spiegel, secretaris van de Admiraliteit te Amsterdam. Volgens de transportakte ging het om het gebied vanaf de Amstel tot aan de Boerenwetering tussen het Kuiperspad (de huidige Kuipersstraat) in het noorden en herberg de Bergenvaarderskamer in het zuiden (afb. 5).8 Dit omvangrijke bezit werd kort na overdracht door Elbert Spiegel opgesplitst. Hij liet dwars over het landgoed een pad aanleggen vanaf de Amstel naar de Boerenwetering. Langs dit Rust en Werkspad (afb. 4), de tegenwoordige Rustenburgerstraat, werd het landgoed heringericht en verkaveld in meer dan 50 tuinen en bedrijfjes. In 1642 verkocht hij een smalle strook grond langs de Amsteldijk tussen het Rust en Werkspad en zijn eigen huis Rust en Werk aan Jacob Symonsz. die er de herberg De Bonte Koe vestigde. De Bonte Koe wisselde een aantal malen van eigenaar tot in 1684 de herberg op hield te bestaan. Daarna werd de tuin met opstallen regelmatig doorverkocht. In 1773 werd Jan Pekstok eigenaar en hij doopte De Bonte Koe om in Amstellust of Amstelrust. Dit buitenhuis zou hier in ieder geval tot 1840 hebben gestaan.9 Buitenhuis Rust en Werk hield iets langer stand, maar moest uiteindelijk in 1887 ook wijken voor de stedelijke modernisering.10

Rust en Werk wordt samen met buitenhuis Amstelrust afgebeeld ten zuiden van het Rust en Werkspad op een kaart van landmeter Evert Florijn uit 1778 die de verschillende buitenplaatsen en herbergen langs de Amsteldijk aangeeft (afb.4). Ten zuiden van Rust en Werk aan het Ververspad (de huidige Tolstraat) was de Bergenvaarderskamer gelegen (afb. 5). Deze herberg was sinds de 17de eeuw gevestigd in het voormalige gildehuis van de Bergenvaarders of Stokvisverkopers. Tussen de herberg de Bergenvaarderskamer en het landgoed Rust en Werk stond een limietpaal aan de Amsteldijk (afb. 4). Limietpalen gaven in de 17de en 18de eeuw de 100-gaardengrens (= 367 m) van de stad aan. Anders dan de stadswal, die de fysieke begrenzing van de stad vormde, markeerden de 100 gaarden de juridische grens. De limietpaal stond op de overgang van Amsterdam naar het grondgebied van de ambachtsheerlijkheid Nieuwer-Amstel. Deze grens, dwars over het plangebied, bleef tot 1819 in stand. In dat jaar werd een wijziging doorgevoerd en iets noordelijker een nieuwe gemeentegrens ter hoogte van de huidige Sint Willibrordusstraat en Ceintuurbaan uitgelegd, waarmee Nieuwer-Amstel grond van Amsterdam kreeg toegewezen. Stedelijke uitbreiding van Amsterdam Door de economische opleving van Amsterdam in de tweede helft van de 19de eeuw was de vraag naar woningen in de stad sterk toegenomen. In 1877 werd een begin gemaakt met het uitbreidingsplan van Amsterdam naar een ontwerp van de directeur van Publieke Werken ingenieur Kalff. Het plan betrof een vergroting van de stad in zuidelijke richting over de Singelgracht richting de Ceintuurbaan. Zijn plan was snel uitvoerbaar en betaalbaar omdat de bestaande polderverkaveling in grote lijnen werd gevolgd. Over het midden van de oorspronkelijke middeleeuwse polderkavels werden de straten aangelegd. De voormalige poldersloten werden vervangen door een polderriool. Dit riool werd gebruikt voor vuilwaterafvoer en functioneerde tevens als drainage systeem.11 Om de nieuw aangelegde wegen en bebouwing te laten aansluiten op de infrastructuur van de bestaande stad werd het maaiveld van de polder conform de Amsterdamse bouwverordening ter hoogte van de wegen opgehoogd tot 70 cm boven Amsterdams Peil (0,70 m + NAP) en ter hoogte van bouwterreinen tot 20 cm boven Amsterdams Peil (0,20 m + NAP).12 Er werd in hoog tempo aan de uitbreiding gewerkt.

8 Groesbeek 1966, 180-181.

9 Groesbeek 1966, 182, Heijdra 2002, 14.

10 Meischke 1958, 134.

11 Abrahamse e.a. 2012, 75 en Hogenes 1997, 74. 12

Afdeling Gereedmaken Terreinen 1967, 292.

8

Page 9: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

4 Opmeting van de Amsteldijk in juni 1778 door landmeter Evert Florijn. Het detail zoomt in op het gebied tussen het Rust en Werkspad (Rustenburgerstraat) en het Verwerspad (Tolstraat)(zie ook afb. 5) met de buitenhuizen Amstellust en Rust en Werk en de Herberg Bergenvaarderskamer. De limietpaal markeert de toenmalige grens tussen Amsterdam (linksboven) en Nieuwer-Amstel

5 De omgeving van het buitenhuis Rust en Werk op een detail uit de kadastrale minuutplan van gemeente Nieuwer Amstel uit ca. 1850-1860. In rood het plangebied van het archeologisch onderzoek in 2009, in blauw het plangebied van het onderzoek uit 2012-2014

9

Page 10: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

6 Kaartblad uit Atlas van Loman (1903). Rode lijn = deel van het landgoed dat Elbert Spiegel in 1637 aankocht en dat vanaf de Amstel tot aan de Boerenwetering liep. 1 = Ververspad / Tolstraat, 2 = Rustenburgerpad / Rustenburgerstraat, 3 = Kuiperspad / Kuiperstraat. 4 = Rustenburgerdwarsstraat, 5 = Eerste de Ruijterstraat, a = Gemeentehuis Nieuwer-Amstel / Gemeentearchief, b = Clichéfabriek Van Leer & Co, c = Remise Amsterdamse Omnibus Maatschappij, d = weiland op polderniveau

Enkele jaren na het opstarten van het uitbreidingsplan had Amsterdam haar zuidelijke

gemeentegrens bereikt. In het aangrenzende Nieuwer-Amstel hadden speculanten, aangemoedigd door de snelle groei van de nabij gelegen stad, landbouwgrond gekocht om huizen op te bouwen. Voor de bouw werd tot 1881 uitgegaan van het polderniveau (waterniveau) van 2 m – NAP. Het aan dit peil gerelateerde maaiveld lag dan op ca. 1,50 m – NAP, bijna 2 m lager dan het stedelijk maaiveld van Amsterdam.13 Naast woonhuizen kwamen er ook fabrieken en bedrijfsgebouwen in het noordelijke deel van Nieuwer-Amstel. Op de hoek van de Amsteldijk met de Rustenburgerstraat 14 werd in 1881 de remise van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij gevestigd (afb. 6c) en in 1889 kwam langs de Rustenburgerstraat de inrichting voor chromolithografie Clichéfabriek Van Leer & Co (afb. 6b). In 1892 had het bestuur van Nieuwer-Amstel de voormalige herberg de Bergenvaarderskamer, waar zij sinds 1824 vergaderde, laten vervangen door een nieuw raadhuis (afb. 6a).

Op 1 mei 1896 werden bij Koninklijk Besluit grote delen van Nieuwer Amstel bij Amsterdam gevoegd. Met deze vergroting werd de stad aan haar zuidgrens geconfronteerd met een chaotische stedenbouwkundige situatie. Straten die in Nieuwer-Amstel waren aangelegd sloten niet aan op het stratenplan in het Amsterdamse deel van de polder, en de bebouwing was op verschillende niveaus gerealiseerd. Onteigening van reeds gebouwde woningen op polderniveau was te kostbaar en Amsterdam besloot om de aanpassing van de verschillende bouwniveaus op haar beloop te laten en te

13 Mulder 2012, 102, 103. Zie ook Stadsarchief Amsterdam / Centraal Tekeningen Archief CTA 19171 en 19978. 14 In 1878 werd ter hoogte van het Rustenwerkerspad de huidige Rustenburgerstraat aangelegd, zie: De Ridder 1985, 88.

10

Page 11: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

vertrouwen op particulier initiatief. Overlast van grondwater in de woningen zou eigenaren er toe bewegen aanpassingen te verrichten. Het straatbeeld in de Pijp werd in die tijd dan ook gedomineerd door hellingbanen, trappen en beschoeiingen.15 Het stratenplan werd niet direct heringericht: uit de buurtatlas van Loman blijkt bijvoorbeeld dat de Rustenburgerdwarsstraat (afb. 6-4) uit 1903 niet aansloot op de Eerste De Ruyterstraat (afb. 6-5) uit 1890 (toen nog gemeente Nieuwer-Amstel). Wel werden de reeds bestaande straten in de geannexeerde gebieden uiteindelijk hernoemd. Zo werd de Verversstraat kort na de annexatie veranderd in Tolstraat (1896), de Wiegelstraat in Lutma- en Saffierstraat (1921), De Ruijterstraat in de verlengde Lutmastraat en de 1e en 2e De Ruijterstraat in de Diamant- en Robijnstraat (1921). Omstreeks 1896 verschenen de woonhuizen Amsteldijk 59-65 en het voormalige gemeentehuis aan de Amsteldijk diende na 1896 achtereenvolgens als politiepost, sectiepost voor Publieke Werken en vanaf 1914 als gemeentearchief van Amsterdam. 16 De nieuw verworven onbebouwde gebieden werden opgehoogd van polderpeil tot stadspeil (gemiddeld 0,50 m boven Amsterdams peil) voor betere aansluiting op de infrastructuur van de stad.17 Op het tussenliggend stuk weiland (afb. 6d en 18), dat in 1903 nog op polderpeil lag, verscheen in 1907 de diamantslijperij van de firma Asscher. Ook na de eeuwwisseling deden zich op en rond het plangebied nog tal van ontwikkelingen voor, totdat in 1983 de eerste paal werd geslagen voor de nieuwbouw van het gemeentearchief, dat uiteindelijk de gehele zone vanaf de huizen en het hoofdgebouw op Amsteldijk tot aan de Rustenburgerdwarsstraat bestreek.

2.2 Archeologisch vooronderzoek 2009

De nieuwbouw van de Montessorischool voor Individueel Voortgezet Kunstzinnig Onderwijs (IVKO) was het eerste project in het kader van de herinrichting van het voormalig archiefterrein. Voorafgaande aan het bouwrijp maken van het plangebied langs de Rustenburgerstraat werd in januari 2009 een IVO uitgevoerd waarbij een noord-zuid georiënteerde proefsleuf (AMD2) vanaf de Rustenburgerstraat parallel aan de Amsteldijk werd aangelegd.18 Deze verkenning wees uit dat de ondergrond aanzienlijk was verstoord door de omvangrijke bouw- en sloopactiviteiten vanaf circa 1880 tot heden. Desondanks waren er verschillende concentraties van sporen onder de ophogingslaag van zand vanaf het maaiveld (ca. 0,70 m + NAP) tot maximaal 0,75 m - NAP, die nadere informatie over de gebruiks- en ontwikkelingsgeschiedenis van de locatie boden. Zo bevond zich op het oorspronkelijke maaiveld van veraard veen (bovenkant tussen 2,20 en 2,40 m – NAP) een ophogingslaag die op basis van laat 16de en vroeg 17de-eeuwse scherven rond 1625 kon worden gedateerd.

In de IVO-proefsleuf kwam ook een deel van de fundering tevoorschijn van het buitenhuis Rust en Werk dat in 1887 was gesloopt. Het ging om een deel van de noordelijke zijgevel en de hoek met de achtergevel (afb. 7). Vanwege de vondst van dit metselwerk werd in de zomer van 2009 een Archeologische Begeleiding ingepast in de civieltechnische ontgraving van de bouwput. Hierbij kon de fundering over een lengte van 7,6 m worden gevolgd en aanvullende bouwdetails van het buitenhuis Rust en Werk worden gedocumenteerd (afb. 7).19 Het metselwerk van de achtergevel (bovenzijde tussen 1,70 m - en 2,43 m - NAP) bestond uit oranje baksteen en was gevoegd met kalkmortel.20

15 Mulder 2012, 104. 16 Hoogewoud 1978, 393. 17 Afdeling Gereedmaken Terreinen 1967, 292. 18 Zie Gawronski en Veerkamp 2009. 19 Gawronski en Veerkamp 2009b, 13-14. 20 Formaat 19/19,5 x 9 x 3,8/4 cm, baksteenmonster: AMD2-2-1.

11

Page 12: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

7 Links de sporen van het buitenhuis Rust en Werk in de werkputten van het IVO en de AB in 2009. Rechts: tijdens de ontgraving van de bouwput van het IVKO werd de achtergevel van Rust en Werk in kaart gebracht

De 3-steens muur was 54 cm breed, had een 10-lagenmaat van 49 cm en was gemetseld op een

7 cm dik grenen langshout (2,87 m - NAP). Er zijn geen kespen waargenomen, wel twee heipalen met een diameter van 17 cm. De goed bewaard gebleven resten van het buitenhuis Rust en Werk waren aanleiding voor het inpassen van een Archeologische Opgraving (AO) bij toekomstige bouwingrepen op de locatie ten zuiden van de IVKO-school.

2.3 Vraagstellingen en methodiek onderzoek 2012-2014

Het aanvullende veldwerk op het voormalig Archiefterrein bestond uit een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in november 2012 en enkele waarnemingen en een Archeologische Opgraving (AO) in maart 2014 (afb.8).

Het IVO had tot doel om inzicht te krijgen in de inrichting en het gebruik van het terrein als onderdeel van buitenplaats Rust en Werk en als uitbreidingsgebied op de grens van Nieuwer Amstel en Amsterdam. Bij de AO ging de aandacht specifiek uit naar de aanwezigheid van archeologische overblijfselen van Rust en Werk met als doel meer inzicht te krijgen in de omvang van het buitenhuis. Aan de hand van dendromonsters uit het funderingshout zou mogelijk meer duidelijk worden over de bouwgeschiedenis. Ook was het mogelijk om meer detail informatie te verzamelen over de wijze waarop de voormalige polder destijds bouwrijp werd gemaakt en hoe de maaiveldaansluiting met het stadspeil werd gerealiseerd.

12

Page 13: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

8 Plangebied archeologisch onderzoek 2012 en 2014 met werkputten I t/m VII en de locatie van de belangrijkste sporen. Eveneens aangegeven de werkputten IVO/AB 2009

Voor het IVO was een ca. 40 m lange noord-zuid georiënteerde sleuf gepland ter hoogte van

het voormalige basketbalveld op het Dora Tamanaplein (werkput I) met haaks daarop een ca. 70 m lange oost-west georiënteerde sleuf achter het Asschergebouw aan de Tolstraat (werkput II). In de sleuven zou de opbouw van de verschillende ophogingen vanaf het natuurlijk veen tot aan het huidige maaiveld kunnen worden gedocumenteerd. In het noordelijk deel van werkput I kon over een lengte van 21 m een stabiel profiel worden gecreëerd (afb. 8). Het meest opvallende spoor hier was een ingegraven geul of kuil vanaf 3.00 m – NAP. Het resterende zuidelijke deel van de sleuf (25 m ) leverde geen informatie op, aangezien de ondergrond tot minimaal 3.00 m – NAP verstoord bleek door een omvangrijk pakket ophoogzand en sintels dat met grondwater was verzadigd (afb. 9). Ook in de zone achter het Asschergebouw bleek de aanleg van een aaneengesloten en stabiele oost-west profielsleuf om dezelfde reden niet uitvoerbaar. In plaats daarvan werd een meetlijn uitgezet waarlangs om de 15 tot 20 meter een sonderingsput werd gegraven (werkputten IIA, IIB en IIC) (afb. 8). In deze sonderingsputten werd tot ca. 3.00 m – NAP verdiept (ca. 3.5 m onder maaiveld) maar slechts zand en sintels aangetroffen. Vanwege deze bodemgesteldheid en verstoringen was een verdere uitvoering van het IVO hier niet zinvol. Het IVO werd afgerond met een sonderingsput (werkput III) (afb. 8) achter het IVKO gebouw met als doel om een eventueel vervolg van het ingegraven spoor in werkput I te

13

Page 14: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

traceren voor een nadere interpretatie van de kuil of geul. Omdat de ondergrond tot minimaal 3,20 m – NAP verstoord bleek is de werkput niet verder uitgebreid.

Bij grondwerkzaamheden vanwege de sanering van het centrale deel van het plangebied (werkput IV) in maart 2014 kwam vanaf ca. 1,00 m – NAP een langgerekte houtconstructie aan het daglicht. Er is een Archeologische Begeleiding (AB) ingelast voor de documentatie van deze resten. Aansluitend werd op basis van de gegevens uit de AB in 2009 een Archeologische Opgraving uitgevoerd achter de woningen aan de Amsteldijk ter hoogte van de achtergevel van het buitenhuis Rust en Werk (werkput V). Vanwege de onverwachte aanwezigheid van ernstige bodemverontreiniging in deze werkput kon slechts een deel van de archeologische sporen worden gedocumenteerd. Tot slot zijn werkputten VI en VII aangelegd om meer inzicht te krijgen in de omvang van de eerder gesignaleerde houtconstructie uit WP IV. In werkput VI kon de constructie aanvullend worden gedocumenteerd. In werkput VII was sprake van een tweede houtconstructie. Deze lag min of meer in dezelfde lijn, maar op een dieper niveau (vanaf 2,00 m- NAP) en was bovendien lichter uitgevoerd (afb. 8).

Het veldwerk is uitgevoerd door het veldteam van de afdeling Archeologie van BMA volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3. Profiel en vlak zijn gedocumenteerd middels digitale fotografie en tekening op schaal 1: 20.

14

Page 15: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

3 Sporen en structuren In totaal hebben het IVO en de AO 18 sporen opgeleverd die betrekking hebben op de bodemopbouw (13 sporen), het buitenhuis Rust en Werk (2 sporen), de clichéfabriek van Van Leer (1 spoor) en op twee verschillende houtconstructies (2 sporen). Er is een beperkte hoeveelheid vondsten geborgen, vooral bestaande uit hout- en baksteen monsters van de verschillende structuren en scherven keramiek uit de klei waarmee een gegraven kuil of geul in het veen was aangevuld. Eén compleet object, fles AMD3-3-1, is opgenomen in de Deventer Systeem Catalogus (bijlage 3).

3.1 De ondergrond De natuurlijke ondergrond bestond uit een pakket Hollandveen (S 5 en 6) dat was ontstaan op een zavelige wadafzetting die geologisch bekend is als het laagpakket van Wormer uit de Formatie van Naaldwijk (S 7)(afb. 9). De bovenzijde ervan lag op 5,17 m – NAP. Het veen bestond onderop uit rietveen / zeggeveen (S 6, tussen 4,12 m – en 5,17 m – NAP) en bovenop uit een roodbruin rul pakket bosveen met takjes (S 5), 1,5 m dik, 2,60 - 4,12 m – NAP). Hierop had zich door bodemvorming een bruingrijze laag veraard veen (S 4) ontwikkeld waarvan de top (op 2,20 m – NAP) kan worden beschouwd als het oorspronkelijke maaiveld in de polder. Vanaf dit maaiveld was een 1,5 m diep greppelvormig spoor van ca. 7 m doorsnede getrapt uitgegraven (S 8). De uitgraving is niet in de achterliggende werkputten IV, III en V waargenomen vanwege de daar aanwezige bodemverstoringen tot 3,00 m – NAP diepte. Vanwege deze bodemomstandigheden kon niet worden vastgesteld of het hier om een geïsoleerde kuil ging of een deel van het tracé van een greppel of sloot dat oost-west over het terrein had gelopen. Het uitgegraven spoor was opgevuld met een homogeen pakket grijsgroene klei (S 10) met scherven keramiek en enkele rookpijpen. De keramiek bestond uit huisraad van roodbakkend aardewerk (vuurstolp, pispot, grapen, test), steengoed uit Westerwald en Frechen in Duitsland (pispot en kannen), Hollandse majolica en faience (borden en zalfpot) en Chinees porselein (borden). Deze vondsten (AMD3-1) dateren tussen ca. 1575 en 1675.

9 Zuidwestprofiel in werkput I ter hoogte van het Dora Tamanaplein. De resterende 25 m van dit profiel naar het zuiden is niet gedocumenteerd, aangezien de ondergrond hier tot minimaal 3,00 m – NAP was verstoord

15

Page 16: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

In de profielsleuf waren op ca. 2,00 m – NAP (niet zichtbaar in de profiel tekening afb 9) grenenhouten heipalen met 14 cm dik langshout (S 9) aanwezig. Op een fragment langshout resteerden nog enkele bakstenen van de clichéfabriek van Van Leer uit 1889.21 Tijdens de ontgraving ter hoogte van deze fundering werd uit stortgrond van het kleiige zand van S 4 een complete achttiende-eeuwse fles (AMD3-3-1) geborgen (bijlage 3).

Op het oorspronkelijke maaiveld van de polder (top S 4) liggen verschillende pakketten zand (S 3, 2 en 1) waarmee het poldermaaiveld tot aan het stadspeil was opgehoogd. De zandpakketten vertonen een gelaagde structuur, maar deze houdt geen verband met de oorspronkelijke ophogingsoperatie. De ophoging is door latere bouwwerkzaamheden verstoord, bijv. bij de sloop van de clichéfabriek (verwoest door brand in mei 1972) in 1978 toen de fundering tot op de paalkoppen werd verwijderd. Ook de nieuwbouw van depots van het gemeentearchief in 1981-1982 en de aanleg van het basketbalveld ging met de nodige verstorende bodemingrepen gepaard.

3.2 Buitenhuis Rust en Werk

10 Vlaktekening fundering Rust en Werk in WP V

In werkput V bevond zich onder 2 m ophoogzand en verstoorde grond een 54 cm brede noord-

zuid georiënteerde muur en een parallel lopende 18 cm brede muur (S 12, vanaf 1,66 m – NAP). Beide muren uit rode baksteen22 stonden in verband gemetseld met een 54 cm brede, oost-west georiënteerde muur (afb. 10 en 11 rechts). Deze kon richting de Amsteldijk over een lengte van 8 m worden gevolgd tot aan de putgrens ter hoogte van de tuinschutting van Amsteldijk 62. De brede muren waren gemetseld op een 7-8 cm dik grenenhouten langshout (vanaf 2,82 m – NAP) dat zonder kespen direct op palen (diameter 14-16 cm) was gelegd. Een dendrochronologische datering van dit langshout leverde een kapdatum op van 1636.23

21 Paarsbruin, 22 x 10/10,5 x 4,5/5 cm, monster ADM3-2. 22 Formaat 18/19 x 8,5 x 4 cm, monster AMD3-9. 23 Dendrodatering AMD3-12 met wankant 1636, AMD3-13 geen resultaat, Deutsches Archäologisches Institut, K. U. Heuβner, 22-05-2014.

16

Page 17: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Op basis van de locatie en de bouwkundige kenmerken24 kon het muurwerk worden geïnterpreteerd als een deel van de achtergevel en zuidelijke zijgevel van het buitenhuis Rust en Werk (afb.10). Deze resten sluiten aan bij de in 2009 gedocumenteerde fundering van de achter- en noordelijke zijgevel van het buitenhuis (afb. 11).

11 Fundering buitenhuis Rust en Werk. Links noordelijke zijgevel en aanzetten indelingsmuur en achtergevel in werkput IVO 2009 (achter Amsteldijk 60). Rechts de zuidelijke zijgevel en de aanzetten van de indelingsmuur en achtergevel in werkput AO 2014 (achter Amsteldijk 62)

3.3 Houtconstructie I In de werkputten IV en VII waren delen van een oost-west georiënteerde constructie uit grenen- en eikenhout (S 12) aanwezig over een lengte van minimaal 35 m. Het bestond uit een raamwerk van rechtopstaande eiken palen, onderling verbonden door dwarsbalken, waartegen een houten schot was geplaatst (afb. 12 en 13). De gekantrechte palen waren 22 cm in het vierkant en minimaal 2,8 m lang. Ze staken tot 1,00 m - NAP, maar gezien hun versplinterde bovenkant, waren de palen oorspronkelijk hoger. De palen stonden in een rechte lijn (afb. 13b) met tussenliggende afstanden die varieerden van 1,26 tot 1,60 m en waren op ca. 2,20 m - NAP onderling verbonden met grenenhouten dwarsbalken (12 cm breed en 21 cm hoog) aan weerszijden van de palen. De lengte van de dwarsbalken liep uiteen van 3,5 tot 4,9 m. Tussen de dwarsbalken was een schot opgebouwd uit verticale grenenhouten planken, die door middel van een messing- en groefverbinding van boven af in elkaar waren geschoven. De 6,5 cm dikke planken waren 18 cm breed, 170-180 cm lang en aan de onderzijde aangepunt. De bovenzijde

24 Zie pag. 11.

17

Page 18: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

van dit schot lag op het niveau van de grenenhouten dwarsbalken op ca. 2,20 m – NAP. Als extra versteviging was langs de bovenkant aan de noordzijde van het schot een horizontale plank van 7 cm x 19 cm bevestigd. Bovenop dit verticale schot lag een rij van enkele horizontale planken. Deze grenenhouten planken stonden los op elkaar maar bleven op hun plaats tegen de palen door de druk van de achterliggende grond. In tegenstelling tot het hout van het verticale schot, dat in perfecte conditie verkeerde omdat het altijd in het grondwater heeft gestaan, waren de hoger geplaatste horizontale planken sterk vermolmd. Uit de houtconstructie zijn vier houtmonsters gezaagd voor een dendrochronologische datering, drie stuks uit planken van het verticale schot (AMD3-4, 5 en 6) en één uit een dwarsbalk (AMD3-7). Uit de houtdateringen die uiteenliepen van 1623 tot 1757 kan worden geconcludeerd dat de constructie is samengesteld uit verschillende partijen hergebruikt hout en in ieder geval van na 1757 dateert. 25

12 Profiel en aanzicht van houtconstructie I

25 Dendrodatering AMD3-4 geen resultaat, AMD3-5 na 1633, AMD3-6 na 1623 en AMD3-7 na 1757, Deutsches Archäologisches Institut, K. U. Heuβner, 22-05-2014.

18

Page 19: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

13 De houtconstructie S 12 (witte pijlen) haaks op de Amsteldijk. a) WP IV: de houtconstructie wordt aan de zuidzijde geflankeerd door een riool b) WP VII: de (beschadigde) bovenkant van de eikenhouten palen in één lijn c) WP IV: de planken van het verticale schot gezien richting de Rustenburgerdwarsstraat met uiterst links het riool d) WP VII: aanzicht van de noordzijde van de houtconstructie ter hoogte van de overgang van het verticale schot naar de horizontale planken

19

Page 20: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

3.4 Houtconstructie II In werkput VI was sprake van een tweede houtconstructie (S 16). Deze lag in dezelfde lijn als houtconstructie S 12 maar bevond zich op een dieper niveau (vanaf 2,00 m – NAP) en had een andere opbouw. Deze constructie bestond uit 2,5 m lange staanders van grenenhout (17 cm x 6 cm en aangepunt) met aan de noordzijde een grenenhouten schot dat bestond uit vier horizontale planken van 30 cm hoog en 4 cm dik boven elkaar (tussen 2,00 m – en 3,20 m – NAP). Houtmonsters van een paal (AMD3-10) en een plank (AMD3-11) van deze constructie hebben bij dendrochronologisch onderzoek geen resultaat opgeleverd.26

De beide houtconstructies S 12 en S 16 vertonen de uiterlijke kenmerken van beschoeiingen. Gezien de positie van de staanders ten opzichte van de planken zouden beide constructies langs de noordoever van een eventuele waterloop hebben gestaan. Omdat het aangrenzende gebied aan de zuidkant door de aanleg van een riool was verstoord kon in het veld echter geen waterloopprofiel langs beide constructies worden waargenomen.

3.5 Riool In de werkputten IV, VI en VII lag aan de zuidkant van beide houtconstructies (S12 en S 16) een riool dat was opgebouwd uit eivormige betonnen elementen. De bovenkant van de buis lag op ca. 2,00 m – NAP. Dit oost-west georiënteerde riool liep richting de Amstel.27 De sleuf waarin het riool was aangelegd was aangevuld met sintels en afgedekt met ophoogzand.

26 Deutsches Archäologisches Institut, K. U. Heuβner, 22-05-2014. 27

Volgens de uitvoerder Van Eijk liep de rioolbuis door over het gehele plangebied, mededeling 28-03-2014.

20

Page 21: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

4 Conclusies Het plangebied Archiefterrein aan de Amsteldijk ligt in de voormalige Binnendijkse Buitenveldersche polder in het Amstelland. Het gebied maakt deel uit van een zone langs de Amstel waar vanaf de 16de eeuw buitenplaatsen verrezen. Zo werd ter hoogte van het plangebied in de 17de eeuw de buitenplaats Rust en Werk aangelegd.

Een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in januari 2009 ter hoogte van de nieuwbouwlocatie van de IVKO-school op het Archiefterrein leverde funderingsresten op van de zij- en achtergevel van het buitenhuis Rust en Werk. De vondst van dit metselwerk vormde de aanleiding voor het inpassen van een Archeologische Begeleiding (AB) in de zomer van 2009 waar tijdens de civieltechnische ontgraving van de bouwput van het schoolgebouw een deel van de achtergevel kon worden gedocumenteerd. Ondanks omvangrijke verstoring van de ondergrond en de lokale aanwezigheid van ernstige bodemverontreiniging, waardoor de mogelijkheden voor archeologisch onderzoek werden beperkt, hebben een IVO in 2012 en een Archeologische Opgraving (AO) in 2014 op het Archiefterrein aanvullende informatie opgeleverd over de bouw van het buitenhuis Rust en Werk en de ontwikkelingsgeschiedenis van deze locatie van poldergebied tot stadswijk. 4.1.1 De ondergrond en poldermaaiveld Het maaiveld is archeologisch gedocumenteerde in profiel 1 (afb. 9) op 2,20 m – NAP. Vergelijking van dit niveau met dat op de contemporaine bestekken voor de aanleg van straten en rioleringen tussen 1895 en 1912 in het gebied tussen de Kuipersstraat en de Tolstraat toont aan dat het archeologische maaiveldniveau 70 cm lager ligt dan het oorspronkelijke.28 De Binnendijkse Buitenvelderse Polder had namelijk een maaiveldniveau van 1,50 m – NAP. Uit de bestektekeningen blijkt dat de percelen voor de bebouwing zijn opgehoogd tot het huidige maaiveldniveau van 0,40 m + NAP en ter hoogte van de straten tot 0.70 m + NAP. Het archeologische niveau kan worden verklaard door een combinatie van bodeminklinking vanwege het gewicht van het opgebrachte zandpakket met een mogelijke verlaging van de bovenkant van het oorspronkelijke maaiveld vanwege verstoringen van de ophogingszandlagen bij bouw in de 20ste eeuw. De gedocumenteerde maat van 2,20 m – NAP kan worden gebruikt bij het inschatten van de mate van verstoring van archeologische sporen op polderniveau door toekomstige bouwingrepen, waarmee nauwkeuriger kan worden bepaald of een archeologisch traject bij dergelijke bouwprojecten noodzakelijk is. 4.1.2 Buitenhuis Rust en Werk In combinatie met de resultaten van het IVO en de AB uit 2009 leverde de opgraving achter de huizen aan de Amsteldijk een completer beeld op van de omvang en datering van het buitenhuis Rust en Werk. Aan de hand van de opgegraven funderingsresten kon een grondplan van 14 x minimaal 8 m worden gereconstrueerd(afb. 14). Een projectie van deze fundering op het kadastrale minuutplan van Nieuwer Amstel (afb. 15-d) toont aan dat de fundering van de voorgevel net buiten de werkput, en daarmee ter hoogte van de schutting langs de achtertuinen van Amsteldijk 60, 61 en 62, moet hebben gelegen. Uitgaande van een muurbreedte van 50 cm komt het uiteindelijke grondplan waarschijnlijk op 14 x 8,5 m uit.

28 Stadsarchief Amsterdam, Centraal Tekeningen Archief, CTA 19171: Aanleg en riolering Verbindingsstraat uit 1895, CTA 19978:

Aanleg en riolering van de Pieter Aertsz,- Tol-, Toldwars-, Korte Tol-, ged. Van Wou-, en Rustenburgerdwarsstraat en bouwterrein uit 1903 en CTA 21963: Het ophogen en rioleren van de Kuipersstraat tussen de Verbindingsstraat en Van Woustraat uit 1912.

21

Page 22: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

15 Projectie van de plangebieden van het archeologisch onderzoek in 2009 (blauw) en dat van 2012-2014 (rood) met de werkputten (geel) en de belangrijkste sporen (wit). a = kuil in profielsleuf IVO, b = houtconstructie I (S 12, afb. 12, 13), c = houtconstructie II (S 16) en d = fundering Rust en Werk. Detail uit de kadastrale minuutplan van gemeente Nieuwer Amstel uit 1850-1860

14 Reconstructie van het grondplan van Rust en Werk op basis van de funderingen in de drie verschillende werkputten

22

Page 23: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

De dendrochronologische datering van de kapdatum van het funderingshout van 1636 leverde meer inzicht in de bouwgeschiedenis van het pand. Ervan uitgaande dat hout in de regel minimaal pas één jaar na de kap werd gebruikt dateert het buitenhuis niet van vóór 1637. De opmerking van R. Meischke dat de bouw rond 1620 plaatsvond naar ontwerp van Hendrick de Keyser (zie pag.7) moet hiermee worden herzien. Bij de aankoop van het landgoed door Elbert Spiegel in 1637 is waarschijnlijk niet alleen het terrein opnieuw ingericht maar is ook de bouw van het buitenhuis gestart. Gelet op dit bouwjaar was niet Hendrick de Keyser de architect, want die overleed in 1621, maar was dat mogelijk zijn zoon Pieter de Keyser (1595-1676) en berustte de interpretatie van Meischke op een naamverwarring. In geval zoon Pieter het ontwerp heeft geleverd, diende de door zijn vader ontworpen vleeshal aan de Westermarkt in Amsterdam uit 1619 hem mogelijk tot voorbeeld, hetgeen zou verklaren waarom zijn gebouw voor 1637 enigszins gedateerd aandoet (afb. 16).29

16 Links de vleeshal op de Westermarkt uit 1619 naar een ontwerp van Hendrick de Keyser en rechts buitenhuis Rust en Werk, waarschijnlijk naar een ontwerp van zoon Pieter de Keyser, geïnspireerd op de vleeshal (Stadsarchief Amsterdam)

17 Detail uit de kaart van Cornelis Dankerts de Rij uit 1629 van de Amstel, de westelijke oever ligt onder. Naast de Bergenvaarders- kamer (2) staat een huis (1) getekend zonder een naamsvermelding. (Stadsarchief Amsterdam)

29 Met dank aan Paul Rosenberg en Gabri van Tussenbroek, afdeling Monumenten MenA.

23

Page 24: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Een bouwjaar na 1636 verklaart tevens de afwezigheid van het buitenhuis Rust en Werk op een kaart van stadslandmeter Cornelis Dankerts de Rij uit 1629 (afb. 17). Op deze kaart van de Amstel staat bij de aanwezige bebouwing langs de rivier de naam van het huis of die van de eigenaar vermeld. De naam Rust en Werk ontbreekt echter bij het huis naast de Bergenvaarderskamer. Gelet op de detaillering van de kaart zou de naam Rust en Werk zeker zijn vermeld als deze buitenplaats in 1629 al bestond. Waarschijnlijk is het huis dat de Rij naast de Bergenvaarderskamer aan de Amsteldijk heeft getekend het huis dat weduwe Boon in 1592 liet bouwen. 4.1.3 Kuil en poldersloot

De ca.7 m brede en trapsgewijze ingraving in het veenmaaiveld ter hoogte van het Dora Tamanaplein (afb. 15-a) is een kuil in het midden van de 17de eeuw is opgevuld met grijsgroene klei om het achterterrein van het buitenhuis te egaliseren. Het was niet het restant van een geul of sloot, omdat sporen in het verlengde ervan ontbraken. De kadastrale minuutplan uit 1850 toont dat er meer zuidelijk een poldersloot oost-west door het terrein moet hebben gelopen. Houtconstructie II behoorde tot de noordelijke beschoeiing daarvan (afb. 15-c). Bij het bouwrijp maken van het terrein rond 1900 is de poldersloot gebruikt als rioolsleuf. Na plaatsing van een betonnen buis is het slootprofiel aangevuld met steenkoolsintels en afgedekt met ophoogzand. 4.1.4 Grondkering clichéfabriek Van Leer De uitbreiding van Amsterdam in de Binnendijkse Buitenvelderse polder die in 1877 startte (plan Kalff) en onder andere leidde tot de aanleg van De Pijp ging gepaard met uitgebreid grondwerk. Het poldermaaiveld, dat oorspronkelijk op gemiddeld 1,50 m – NAP lag, werd met zand opgehoogd tot het stadsniveau van maximaal 0,70 m + NAP, zodat de nieuwe wegen en bebouwing aansloten op de infrastructuur van de bestaande stad. Om individuele bouwlocaties kwamen schotten te staan om te voorkomen dat het zand uitvloeide over het naast gelegen lagere poldermaaiveld. Dit bleek ook het geval bij bouw van cliché-fabriek Van Leer in 1889. Deze lag in de gemeente Nieuwer Amstel, maar voor de ophoging van het maaiveld werd het (nieuwe) stadspeil van Amsterdam aangehouden.

Houtconstructie I (afb. 15-b, 18) houdt verband met een grondkering van het bouwterrein aan de Nieuwer Amstel kant en biedt de eerste archeologische documentatie van dergelijke 19de-eeuwse bodemvoorzieningen. Hieruit blijkt dat ze een dubbelfunctie hadden en tegelijkertijd zorgden voor bodemversteviging en voor waterbeheersing. De grondkering bestond uit een rij van minstens 2,8 m lange eikenhouten palen die waren verbonden door grenenhouten dwarsbalken en waartussen verticale 1,8 m lange planken met messing- en groef verbinding in de bodem waren geslagen (afb. 12, 13). Deze damwand voorkwam dat het grondwater uit het veen werd geperst en dat de bodem door het opgebracht ophoogzand te veel zou inklinken. De palen staken nog minstens 1 m boven oude maaiveld uit en ondersteunden een tweede schot dat uit horizontaal geplaatste planken boven het verticale schot was opgebouwd en als feitelijke beschoeiing voor het opgebrachte zand diende. De planken waren los op elkaar geplaatst, maar bleven op hun plaats tegen de palen door de druk van de achterliggende grond. De dendrochronologische datering van drie houtmonsters van na 1623, na 1633 en na 1757 toont aan dat bij de laat 19de-eeuwse stadsuitbreiding oud constructiehout werd toegepast. De enige beschikbare bron voor dit bouwmateriaal was het houtwerk en met name het waterkerende schot van de 17de-eeuwse stadswal. Bij de ontmanteling van dit verdedigingswerk, die gefaseerd werd uitgevoerd, kwam tot het eind van de 19de eeuw op grote schaal bouwhout vrij, dat ingezet kon worden bij de toenmalige stedelijke vernieuwingsprojecten. Deze archeologische resten duiden op een pragmatische bouwaanpak met hergebruik en duurzaam bouwen in 19de-eeuws Amsterdam .

24

Page 25: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

18 Op 10 augustus 1896 fotografeerde Jacob Olie vanaf het Ververspad (de blauwe zichtlijnen vanaf de huidige Tolstraat) op de grens van Nieuwer Amstel en Amsterdam een deel van het toekomstige archiefterrein. Het weiland grenst aan bebouwing langs de Rustenburger- en Rustenburgerdwarsstraat dat op stadspeil is aangelegd. Ter hoogte van de kopse kant van de huizen langs de Rustenburgerdwarsstraat is een grondkering zichtbaar (witte pijl). Deze kering ligt in het verlengde van de grondkering die was aangelegd voor de bouw van de clichéfabriek van Van Leer (rode lijn)(met dank aan E. Schmitz, Stadsarchief Amsterdam)

.

25

Page 26: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

5 Literatuur -Abrahamse, J.E., M. Kosian en E. Schmitz (red.), Atlas Amstelland. Biografie van een landschap, Bussum 2012 -Afdeling Gereedmaken Terreinen, ‘Het bouwrijp maken van terreinen’, Ons Amsterdam 19 (1967), 290-294 -Gawronski, J. en J. Veerkamp, Het gemeentearchief terrein. Inventariserend veldonderzoek Amsteldijk 67 (2009). (BMA AAR 33), Amsterdam 2009 -Gawronski, J. en J. Veerkamp, Rust en Werk. Archeologische begeleiding Amsteldijk 67 (2009). (BMA AAR 39), Amsterdam 2009b -Groesbeek, J.W., Amstelveen, acht eeuwen geschiedenis, Amsterdam 1966 -Hameleers, M., Kaarten van Amsterdam 1866-2000, Bussum 2002 -Heijdra, T., De geschiedenis van de Pijp. Monument van een wijk, Alkmaar 2002 -Hogenes, K.,Costelijck Stadswater. Geschiedenis van de Amsterdamse waterhuishouding in vogelvlucht. Amsterdam 1997 -Hoogewoud, G.S., ’Het raadhuis van Nieuwer-Amstel, thans gemeentearchief van Amsterdam’, Amstelodamum 70 (1978), 393-408 -Meischke, R., ‘Het Amsterdamse buitenhuis in de eerste helft van de zeventiende eeuw’, Amstelodamum 45 (1958), 133-141 -Mulder, D., ‘Op stadspeil in de polder: Wijk F in de Amsterdamse stadsuitbreiding. Over het ontstaan en de ontwikkeling van een buurtje in de Pijp’, Bulletin KNOB (2012-2), 99-110 -Ram, B. ,’Ook aan Amstel’s boorden fluistert nog iets van een ver verleden’, Ons Amsterdam 16 (1964), 162-169 -Ridder, B. de, Verdwenen straatnamen, Gemeentelijke Commissie Heemkennis, Amsterdam 1985 -Schmal, H. ‘Het Amsterdamse buitenleven. Zomerverblijven in het Gooi en Kennemerland’, Heinemeijer, H. (e.a.) Amsterdam in kaarten: verandering van de stad in vier eeuwen cartografie, Ede/Antwerpen 1987, 104-107

26

Page 27: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Bijlage 1 Sporen

Sp NAP NAP onder beschrijving interpretatie vondstnr datering 1 + 0,29 m + 0,01 m geel zand ophoging 1890-1925 2 + 0,01 m - 0,84 m grijs zand ophoging 1890-1925 3 - 0,84 m - 2,30 m donkergrijs kleiig zand met puin ophoging 1890-1925 4 - 2,20 m - 2,60 ÷ compacte bruingrijze klei (vergelijk S 15) bodem, top

mogelijk oorspronkelijk maaiveld

AMD3-3 tot 1890

5 - 2,60 m - 4,12 m roodbruin rul veen met takken bosveen AMD3-14 6 - 4,12 m - 5,17 m compact kleiig pakket met platte

rietstengels rietveen

7 - 5,17 m grijsblauw zandige klei Formatie van Naaldwijk

8 - 2,30 m - 3,90 m uitgraving door S 4 en S 5 met getrapte zijden, gevuld met S 10

kuil 1600-1675

9 - 2,05 m - 2,20 m grenen heipaal met langshout, baksteen fundering fabriek 1889

AMD3-2 1889-1975

10 - 2,30 m - 3,90 m kleiige vulling in S 8 bevat keramiek opvulling kuil AMD3-1 1650-1675 11 - 0,47 m - 0,17 m zwarte humeuze aarde, begroeid teelaarde tuin 12 - 0,93 m - 2,60 m constructie van eikenpalen en grenen

planken: horizontaal 25 x 5 cm en verticaal 18 x 6,5 x 180 cm met mes-en-groef verbinding

grondkering AMD3-4 AMD3-5 AMD3-6 AMD3-7

1889-1900

13 - 1,68 m - 2,62 m 3-steens breed (55 cm) metselwerk (rood, 18 x 8,5 x 4 cm), gefundeerd op S 14

Rust en Werk AMD3-9 1637-1650

14 - 2,62 m - 2,77 m 7-8 cm dik grenenhouten langshout op palen (ø 14-16 cm), geen kespen

funderingshout Rust en Werk

AMD3-12 AMD3-13

1637-1650

15 - 1,73 m - 2,60 m compacte bruingrijze klei (vergelijk S 4) bodem, top vormt oorspronkelijk maaiveld

AMD3-8

16 - 2,00 m - 3,20 m grenenpalen (15 x 6 x 255 cm) aangepunt met 4 boven elkaar geplaatste horizontale planken (30 x 4 cm)

beschoeiing poldersloot

AMD3-10 AMD3-11

1600-1900

17 - 1,99 m - 2,62 m grijsgroene vette klei, bodem 18 - 2,62 m - 3,85 m÷ bruine klei bodem

27

Page 28: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Bijlage 2 Vondsten

vnr (#) S N MAE object archeo object

materiaal kenmerken datering

1 01 8 1 1 bord spiegel majolica decor kompasroos 1625-1675

1 02 8 4 4 bord spiegel, rand faience: Noordelijke Nederlanden

div decors 1650-1675

1 03 8 3 3 bord spiegel, rand faience: Noordelijke Nederlanden

div decors 1625-1650

1 04 8 4 1 zalfpot rand, wand, bodem

faience 1650-1700

1 05 8 3 3 vuurstolp oor, rand, wand

roodbakkend 2 x groen glazuur, stempel, 1 x slibversiering

1575-1650

1 06 8 1 1 vuurstolp applique witbakkend druivendragers 1575-1650

1 07 8 1 1 kom spiegel roodbakkend: slib, Duitsland, Weser

1575-1600

1 08 8 1 1 kan, stroopkan

bodem roodbakkend 1600-1700

1 09 8 1 1 test bodem, wand roodbakkend 1625-1700

1 10 8 1 1 grape bodem roodbakkend miniatuur grape 1600-1650

1 11 8 1 1 pispot rand roodbakkend 1600-1700

1 12 8 1 1 vuurstolp wand witbakkend miniatuur vuurstolp 1575-1650

1 13 8 1 1 grape wand, rand witbakkend 1625-1700

1 14 8 1 1 bord rand porselein: China, kraak

1620-1640

1 15 8 1 1 bord spiegel porselein: China 1625-1675

1 16 8 6 3 rookpijp ketels, stelen pijpaarde 1 x hm roos, 1 x roos op ketel, dubbelconisch

1650-1675

1 17 8 1 1 pispot bodem steengoed: Duitsland, Westerwald

1625-1675

1 18 8 2 2 kan hals, schouder, wand

steengoed: Duitsland, Westerwald

1625-1650

1 19 8 1 1 kan schouder steengoed: Duitsland, Westerwald

1625-1650

1 20 8 1 1 kan wand steengoed: Duitsland, Westerwald

1600-1650

1 21 8 1 1 kan bodem steengoed: Duitsland, Frechen

1550-1600

1 22 8 1 1 glasschijf

‘koeienoog’

fragment glas: groen fragment centraal deel met verdikking

1600-1700

1 23 8 1 1 buis fragment glas: groen gebogen buisje, ø van 0,7 tot 1 cm

2 9 baksteen bouwceramiek paarsbruin 22 x 10,3 x 4,7/5 cm

28

Page 29: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

3 4 1 1 fles fles glas: Waldglas breed pontilmerk, bijna vlakke bodem

1775-1800

4 12

plank beschoeiing

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

geen resultaat, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

5 12

plank beschoeiing

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

na 1633, Zweden/Dalarna, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

1633-

6 12

plank beschoeiing

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

na 1623, Zweden/Gragarde, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

1623-

7 12

dwarsbalk beschoeiing

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

na 1757, Zweden/Nonshaugen [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

1757-

8 01 15

2 1 kom wand, bodem industrieel: Maastricht, Regout

1850-1887

8 02 15

3 2 bord spiegel, rand industrieel 1850-1887

8 03 15

1 1 pot wand steengoed: Duitsland, Westerwald

kobaltblauw decor 1850-1887

8 04 15

1 1 fles, mineraal water fles

wand steengoed: Duitsland, Westerwald

1800-1887

8 05 15

1 1 bord wand, bodem roodbakkend: slib, Duitsland

1750-1850

8 06 15

2 1 grape rand, oor, bodem

roodbakkend met plat, spits oor 1750-1850

8 07 15

1 1 grape rand, oor, wand

roodbakkend 1700-1800

8 08 15

3 3 vaatwerk wand, rand roodbakkend 1700-1850

9 13

baksteen bouwceramiek oranjerood 18,5 x 9 x 3,7/4 cm

10 16

paal beschoeiing

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

geen resultaat, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

11 16

plank beschoeiing

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

geen resultaat, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

12 14

langshout Rust en Werk

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

1636, met wankant, West Zweden, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

1636

13 14

langshout Rust en Werk

dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

geen resultaat, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

14 5 wortelstok dendro monster

hout: Pinus (den/grenen)

geen resultaat, [KU Heuβner, DAI, Berlijn, 22-05-2014]

15 01 sintel sintel glas versinterd glas als brandspoor clichefabriek

1972

29

Page 30: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

Bijlage 3 Deventer Systeem Catalogus

1

1a AMD3-3-1

1b losse vondst uit ophoging

2 gl-fle-103

3 1775-1825

4a 6 / 14,6

4b cilindrische medicijnfles met korte

hals, met uitstaande lip, licht opgestoken

bodem met pontilmerk

5a glas

5b groen

5c

5d

6a licht opgestoken bodem, pontilmerk

6b

6c compleet

7 medicijnfles

8 Duitsland of Nederlanden

9

Opbouw van het catalogusblokje

1a vondstnummer

1b vondstcontext (complexdatering)

2 code van het type

3 objectdatering

4a maten in centimeters (grootste

diameter / hoogte)

4b beschrijving van het type

5a baksel / materiaalsoort

5b kleur / glazuur

5c beschrijving van de decoratie

5d diversen

6a bodem

6b oor / steel

6c compleetheid

7 functie

8 productiecentrum

9 literatuur

(afbeelding schaal 1:2)

30

Page 31: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten)

In druk verkrijgbaar

Als PDF te downloaden op www.amsterdam.nl/erfgoed

AAR 1 Wonen aan een wagenplein. AO Haarlemmerplein (2005). Amsterdam 2006

AAR 2 Tweede Kostverlorenkade. IVO (2006). Amsterdam 2006

AAR 3 Verschansen achter vuilnis. IVO Amstelstraat (2006). Amsterdam 2007

AAR 4 Scherven uit de Pottenbakkersgang. AO Westerstraat (2003). Amsterdam 2007

AAR 5 In de schaduw van de VOC. AO Rapenburg (2005). Amsterdam 2007

AAR 6 Beerputten en bedrijvigheid. AO Konijnenstraat (2003). Amsterdam 2007

AAR 7 Zerken en graven in de Nieuwezijds Kapel. IVO Rokin (2005). Amsterdam 2007

AAR 8 Opgraving van een mikwe in de Nieuwe Synagoge. Jonas Daniël Meijerplein (2006), Amsterdam 2007

AAR 9 De Hallen. IVO Bilderdijkkade (2006). Amsterdam 2006

AAR 10 Een fontein in de Buitensingel. AB Leidseplein (2006). Amsterdam 2006

AAR 11 Diemen Tolbrug. IVO Muiderstraatweg (2006). Amsterdam 2008

AAR 12 Boezemgemaal Halfweg. IVO Wethouder van Essenweg (2006). Amsterdam 2007

AAR 13 Frans Ottenstadion. IVO Amstelveenseweg (2004). Amsterdam 2007

AAR 14 Archeologisch opgraving Vijzelstraat (2004). Amsterdam 2007

AAR 15 Aanplempingen in het IJ. AO Martelaarsgracht (2003). Amsterdam 2007

AAR 16 Schuilkerk de Papagaai. AO Kalverstraat (2004). Amsterdam 2008

AAR 17 De saillant van Het Blaauwhoofd. IVO Van Diemenstraat (2006). Amsterdam 2007

AAR 18 De noordwestelijke oever van Oostenburg. AO Oostenburgermiddenstraat (2006). Amsterdam 2006

AAR 19 Het Shell-terrein. IVO Grasweg (2004). Amsterdam 2007

AAR 20 Het RIVA-terrein. IVO Baarsjesweg (2005). Amsterdam 2008

AAR 21 De Ceintuurbaanpanden. AB Tweede Sweelinckstraat / Sint Willibrordusstraat (2006). Amsterdam 2008

AAR 22 Het Purperhoedenveem. AO Oudezijds Voorburgwal (2004). Amsterdam 2008

AAR 23 Noord/Zuidlijn, locatie Rokin. AB / AO 2003-2006. Amsterdam 2007

AAR 24 Sportpark Ronald McDonald. IVO Zunderdorpergouw (2007). Amsterdam 2008

AAR 25 N 44, De Keyzer. IVO Czaar Peterstraat (2008). Amsterdam 2008

AAR 26 Het Luycksterrein. IVO Overamstelstraat (2004). Amsterdam 2008

AAR 27 Oranjerie in Frankendael. AO Middenweg (2003). Amsterdam 2008

AAR 28 Serviesgoed uit een 18de-eeuwse beerput. AO Derde Weteringdwarsstraat (2003). Amsterdam 2008

AAR 29 Profiel van de 17de-eeuwse stadswal. AB Marnixplein (2004). Amsterdam 2008

AAR 30 Bolwerk Oosterblokhuis. AO Prof. Tulpplein (2005). Amsterdam 2008

AAR 31 Van Amstelbocht tot Binnengasthuis. AO Oude Turfmarkt (2005). Amsterdam 2009

31

Page 32: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

AAR 32 N 43 / Funenpark. AB Cruquiuskade (2008). Amsterdam 2009

AAR 33 Het gemeentearchief terrein. IVO Amsteldijk 67 (2009). Amsterdam 2009

AAR 34 Spaarndammerdijk 320. IVO (2007). Amsterdam 2009

AAR 35 Wonen aan twee stegen. AO Paardenstraat (2004). Amsterdam 2008

AAR 36 Een 17de-eeuwse beerput in de grachtengordel. AO Keizersgracht 355 (2005). Amsterdam 2009

AAR 37 Noordoosthoek van een 13de-eeuws verdedigingswerk. AO Nieuwezijds Kolk (2006). Amsterdam 2009

AAR 38 Een dam rond ’s Lands Dok. AO Marineterrein Kattenburgerstraat (2005). Amsterdam 2009

AAR 39 Rust en Werk. AB Amsteldijk 67 (2009). Amsterdam 2009

AAR 44 Kelderwoningen en een beerput in de Lastage. AO Nieuwe Jonkerstraat (2007). Amsterdam 2010

AAR 45 De Sint Anthoniespoort en de stadsmuur. AB Nieuwmarkt (2007). Amsterdam 2010

AAR 46 Boren voor de Bijenkorf. AB Noord/Zuidlijn Dam (2007). Amsterdam 2010

AAR 47 Spuistraat. AO Spuistraat 256-258 (2008). Amsterdam 2010

AAR 48 Sporen in de Suikerbakkerssteeg. AO OZ Voorburgwal (2008). Amsterdam 2010

AAR 49 Bewoning tussen Nes en stadswal. AO OZ Voorburgwal/Pieter Jacobsstraat (2005). Amsterdam 2010

AAR 50 Glasafval op het achtererf. AO Rozenstraat (2006). Amsterdam 2010

AAR 51 De Buiksloterbreek. IVO Marjoleinterrein, Amsterdam (2009). Amsterdam 2010

AAR 52 Plavuizen in de Kalverstraat. AB Kalverstraat 151, Amsterdam (2008). Amsterdam 2010

AAR 53 Bolwerk Muiden. AB Sarphatistraat 470, Amsterdam (2010). Amsterdam 2010

AAR 54 Archeologische Signaleringskaart Amsterdam. Amsterdam 2010

AAR 55 Rozenstraat 194. AO, Amsterdam (2009). Amsterdam 2010

AAR 56 Bergbezinkbassin. AB Haarlemmerplein, Amsterdam (2010). Amsterdam 2011

AAR 57 De Nieuwe Ooster. IVO Rozenburghlaan, Amsterdam (2011). Amsterdam 2011

AAR 58 Ophogingen en bedrijfsafval VOC-werf. AB Oostenburg kavel 5, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 59 Van Buitenpolder tot Uilenburg. AO Oudeschans 5-11, Amsterdam (2008). Amsterdam 2011

AAR 60 Wonen achter de OZ Voorburgwal. AO OZ Armsteeg, Amsterdam (2008). Amsterdam 2011

AAR 61 Cluster Schievink. AO Rozenstraat 68-74, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 62 Beerput Spuistraat 30. AB, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 63 De 17de-eeuwse stadswal bij de Regulierspoort. AB Rembrandtplein, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 64 Van scheepshelling tot Koorndrager. AO Oudeschans 73-77, Amsterdam (2009). Amsterdam 2012

AAR 65 Op ’t Water gewonnen. AB Dam 2-4, Amsterdam (2009). Amsterdam 2012

AAR 66 De waterkelder van de Portugese Synagoge. AB Mr. Visserplein 3, Amsterdam (2010). Amsterdam 2012

AAR 67 ‘Ons Genoegen’. AO Elandsstraat 101, Amsterdam (2010). Amsterdam 2012

AAR 68 Oud Zunderdorp begraven achter de kerk. AB Begraafplaats Zunderdorp (2010). Amsterdam 2012

AAR 69 Marine Etablissement Amsterdam. IVO Kattenburgerstraat, Amsterdam (2012). Amsterdam 2013

AAR 70 Sporen van het 16de-eeuwse landelijke gebied buiten het Singel. AB Herengracht 74-78, Amsterdam

(2010).Amsterdam 2013

32

Page 33: Buitenplaats Rust en Werk (1637- 1887) - UvA · Buitenplaats Rust en Werk 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Polderinrichting en buitenhuizen Het plangebied

Gemeente Amsterdam

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk

AAR 71 Een beerput van welgestelden in de Amsterdamse grachtengordel 1675-1750. AO Herengracht 12, Amsterdam (2006).

Amsterdam 2013

AAR 72 Menselijke skeletten in een steeg in Nieuwendam. AB Nieuwendammerdijk 305-307, Amsterdam (2011).

Amsterdam 2013

AAR 73 Tussen Nieuwezijds Voor- en Achterburgwal. AB Spuistraat 3A/Nieuwezijds Voorburgwal 16, Amsterdam (2011).

Amsterdam 2013

AAR 74 Aanplemping in de Amstelbocht. AB Diepriool Nieuwe Doelenstraat, Amsterdam (2010-2011). Amsterdam 2013

AAR 75 Heiligeweg 32. AB Heiligeweg 32, Amsterdam (2012). Amsterdam 2013

AAR 76 Wibautveste. AB Wibautstraat 198 e.v., Amsterdam (2013). Amsterdam 2013

AAR 77 Ophogingen in de Liesdel. AB Lange Niezel 16, Amsterdam (2012). Amsterdam 2013

AAR 78 Molen de Ruyter. AB Kazernestraat 14, Amsterdam (2012). Amsterdam 2014

AAR 79 De pottenbakkerij aan de Overtoom. AB Schoolstraat 5-19, Amsterdam (2012). Amsterdam 2014

AAR 80 Sporen van een woonhuis in de Warmoesstraat 1500-1700. AB Warmoesstraat 15, Amsterdam (2011). Amsterdam 2014

AAR 81 Passeerder / Osdorp: schakelpunt van de 17de-eeuwse stadswal. AO Nieuwe Passeerdersstraat 2, Amsterdam (2013).

Amsterdam 2015

AAR 82 Molen de Star. AB Jacobs Catskade 37-41, Amsterdam (2012). Amsterdam 2015

AAR 83 Kerkhof Sint Mariaklooster. IVO Nes 116-118, Amsterdam (2012). Amsterdam 2015

AAR 84 Een 19de-eeuws kanon bij Zeeburg. AB Amsterdam-Rijnkanaal, Amsterdam (2015). Amsterdam 2015

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk (1637-1887). AO Amsteldijk 67/IVO Dora Tamanaplein, Amsterdam (2012-2014). Amsterdam 2016 Colofon AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 85 Amsterdam 2016 ISSN: 1872-5139

Tekst: Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp

Redactie: Jerzy Gawronski

Veldwerk: Thijs Terhorst, Ron Tousain, Jørgen Veerkamp

Tekeningen: Ron Tousain , Jørgen Veerkamp

Foto’s: Ron Tousain , Jørgen Veerkamp

Vondstdeterminatie: Jørgen Veerkamp

Vormgeving: MenA 02-2016 © Monumenten en Archeologie, Gemeente Amsterdam, 2016 (tot 31 december 2014 Bureau Monumenten & Archeologie) Postbus 10718, 1001 ES Amsterdam, 020-2514900 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Monumenten en Archeologie. MenA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

33