BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

78
BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel

Transcript of BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Page 1: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

BTW Topics 2009 – IAB

Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009

Jan Van Moorsel

Page 2: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 2

Agenda

► Belastingplicht – overheden: de Salix case ► Ontwikkelingen onroerend goed► Plaatsbepalingsregels: VAT package en andere

nieuwigheden► Maatstaf van heffing► Aftrek en teruggaaf van btw► Verplichtingen► Diversen

Page 3: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Belastingplicht – overheden

De Salix case

Page 4: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 4

Belastingplicht van overheden HvJ, SALIX, C-102/08, 04/06/2009

Salix

BTW-plichtigen

IHK

Aannemers

Bouw kantoorgebouwen parking

Verhuur kantoor& parking

Onderverhuurdeel kantoren en

parking

DerdenKorte termijnverhuur van

de overige parkingDeel eigen gebruik

Page 5: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 5

Het probleem

► Onroerende verhuur is vrijgsteld van btw in Duitsland (algemene bepaling), behalve (Duitse uitzondering) wanneer het onroerend goed► Verhuurd wordt aan een andere ondernemer voor de doeleinden

van zijn activiteiten (de ontvanger)► De ontvanger het onroerend goed gebruikt voor het verrichten van

belaste handelingen die hem een recht op aftrek verlenen

► Salix kan daarom alleen voorbelasting in aftrek brengen wanneer:► (IHK een ondernemer is)► IHK het goed gebruikt voor belaste handelingen die recht op aftrek

doen ontstaan

Page 6: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 6

De tekst

Artikel 4(5) van de Zesde Richtlijn (artikel 13 van de BTW-richtlijn) bepaalt:

► „De staat, de regio’s, de gewesten, de provincies, de gemeenten en de andere publiekrechtelijke lichamen worden niet als belastingplichtigen aangemerkt voor de werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten, ook niet indien zij voor die werkzaamheden of handelingen rechten, heffingen, bijdragen of retributies innen.

► Wanneer deze lichamen evenwel zodanige werkzaamheden of handelingen verrichten, moeten zij daarvoor als belastingplichtige worden aangemerkt, indien een behandeling als niet-belastingplichtige tot concurrentievervalsing van enige betekenis zou leiden.

► Genoemde lichamen worden in elk geval beschouwd als belastingplichtig met name voor de in bijlage D genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet van onbeduidende omvang zijn.

► De lidstaten kunnen werkzaamheden van genoemde lichamen die zijn vrijgesteld uit hoofde van de artikelen 13 of 28, beschouwen als werkzaamheden van de overheid

Page 7: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 7

De tekst schematisch

BELASTINGPLICHT

Algemeen principe: leveringen van goederen en diensten door een BP handelend als dusdanig zijn onderworpen aan btw

NIET-BELASTINGPLICHT

Uitzondering: overheidsinstellingen zijn geen belastingplichtigen en daarom zijn de leveringen van goederen en diensten die zij verrichten in principe niet aan btw onderworpen

Concurrerende activiteiten die voldoende verstorend zijn

Concurrerende activiteiten die onvoldoende verstorend zijn

Bijlage D (I) activiteiten van beduidende omvang (beduidende omvang is niet noodzakelijk)

Bijlage D (I) activiteiten van onbeduidende omvang (onbeduidende omvang is geen cumulatieve voorwaarde)

Handelingen vrijgesteld door artikelen 13 of 28 van de Zesde Richtlijn (art. 132, 135, 136, 371, 374 t/m 377, 378, lid 2, 379, lid 2, 380 t/m 390 van de btw-richtlijn) EN de Lidstaat beschouwt ze niet als werkzaamheden van de overheid

Handelingen vrijgesteld door artikelen 13 of 28 van de Zesde Richtlijn (art. 132, 135, 136, 371, 374 t/m 377, 378, lid 2, 379, lid 2, 380 t/m 390 van de btw-richtlijn) EN de Lidstaat beschouwt ze WEL als werkzaamheden van de overheid

Page 8: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 8

Belastingplicht schematisch

“Gewone” BP – art. 9

Overheden – art. 13

Concurrentieverstoring Lijst van handelingen (Annex I)

Vrijgestelde handelingen

verwervingsdrempel

Page 9: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 9

De twee onderdelen van de Salix zaak

1 Artikel 4(5), 4e alinea van de Zesde Richtlijn:

Wat wordt bedoeld met “De Lidstaten kunnen werkzaamheden van publiekrechtelijke lichamen die vrijgestelde handelingen verrichten, als werkzaamheden van de overheid beschouwen”?► Is dit een optie voor de Lidstaten?► Als het een optie is, moet er dan een expliciete wettelijke bepaling voor bestaan?

2 Artikel 4(5), 2e alinea van de Zesde Richtlijn:

Zelfs als de voorwaarden van artikel 4(5), 4e alinea zouden vervuld zijn (vrijgestelde handelingen = werkzaamheden van de overheid in Duitsland), is dit dan toch niet van toepassing wanneer er een verstoring van concurrentie is ten nadele van de overheid? Neemt artikel 4(5), 2e alinea de bovenhand op artikel 4(5), 4e alinea?

Page 10: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 10

De rol van de vrijstellingen

De Lidstaten kunnen werkzaamheden van publiekrechtelijke lichamen die vrijgestelde handelingen verrichten, als werkzaamheden van de overheid beschouwen

Dit betekent dat:

► Als de Lidstaat niet in iets voorziet, een overheidslichaam dat vrijgestelde handelingen verricht, ALTIJD optreedt als een belastingplichtige

► Als het optreedt als een belastingplichtige, moet het dan ook gebruik kunnen maken van eventuele opties tot taxatie!

► Maar: de transactie moet natuurlijk eerst en vooral vrijgesteld zijn, anders kom je nooit aan art. 4(5), 4e alinea toe. Zie ook Marktgemeinde Welden (verhuur van gebouw aan brouwerij) vs Fazenda Publica (verhuur openbare parkeergelegenheden), Isle of Wight.

Page 11: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 11

De rol van de vrijstellingen

39      In de hoofdzaak moet de verwijzende rechter in voorkomend geval, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, onderzoeken of het feit dat IHK een deel van de ondergrondse parkeerplaatsen voor voertuigen op lange termijn onderverhuurt aan de langetermijnhuurders van kantoren in hetzelfde gebouw, een onderdeel is van één enkele economische handeling in de zin van de in het vorige punt aangehaalde rechtspraak. Als dat niet het geval is, kan de onderverhuur door IHK van die parkeerplaatsen namelijk hoe dan ook niet op grond van artikel 4, lid 5, vierde alinea, van de Zesde richtlijn worden gelijkgesteld met een als overheid verrichte werkzaamheid in de zin van de eerste alinea van die bepaling. De uitbreiding door de 4e alinea geldt enkel voor vrijgestelde handelingen, die dus principieel binnen de sfeer van belastingplicht vallen

Page 12: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 12

Moet de Lidstaat een wettelijke basis hebben voor art. 4(5), alinea 4?

► De Duitse administratie weigert IHK te beschouwen als een belastingplichtige die handelt als dusdanig. Daarom zijn de voorwaarden voor een belaste verhuur niet vervuld en kan op zijn beurt Salix geen voorbelasting aftrekken. Dit op basis van de vaststelling dat Duitsland “een beetje” artikel 4(5), 4e alinea heeft ingevoerd.

► Het Hof maakt hier brandhout van: er moet een expliciete bepaling zijn voor de uitbreiding van de niet-BP

► Vrije keuze van wetgevingstechniek, maar het moet een onbetwistbare dwingende kracht hebben, voldoen aan het vereiste van specificiteit, nauwkeurigheid en duidelijkheid teneinde de rechtsduidelijkheid te waarborgen, en kunnen worden onderworpen aan toetsing door de nationale rechterlijke instanties

Salix heeft de zaak gewonnen, behalve indien de nationale rechter zou vaststellen dat er zo’n expliciete bepaling in de Duitse wetgeving bestaat.

Als die er niet is geen werkzaamheid als overheidsinstelling

Page 13: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 13

Vraag 2: concurrentieverstoring

59      Met zijn tweede vraag wenst het Bundesfinanzhof in wezen te vernemen of artikel 4, lid 5, tweede alinea, van de Zesde richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat publiekrechtelijke lichamen als belastingplichtig moeten worden beschouwd voor de werkzaamheden of handelingen die zij verrichten als overheid, niet alleen wanneer de omstandigheid dat zij niet belastingplichtig zijn uit hoofde van de eerste of de vierde alinea van die bepaling leidt tot concurrentievervalsing van enige betekenis ten nadele van hun particuliere concurrenten, maar ook wanneer dat leidt tot een dergelijke vervalsing in hun eigen nadeel.

Page 14: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 14

En opnieuw… de logica van artikel 4(5):

64      Derhalve moet de verwijzende rechter eerst vaststellen of de verhuurwerkzaamheden van IHK werkzaamheden zijn die een publiekrechtelijk lichaam als overheid verricht in de zin van artikel 4, lid 5, eerste of vierde alinea, van de Zesde richtlijn. Enkel als dat het geval is, kan artikel 4, lid 5, tweede alinea, worden toegepast

Enkel als een activiteit buiten de werkingssfeer van btw valt (als overheid) kan er maar sprake zijn van die activiteit terug binnen de werkingssfeer van btw te trekken via concurrentieverstoring (dat niet eng kan worden uitgelegd)

Page 15: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 15

Het antwoord op de tweede vraag:

 Artikel 4, lid 5, tweede alinea, van de Zesde richtlijn (77/388) moet aldus worden uitgelegd dat publiekrechtelijke lichamen als belastingplichtig moeten worden beschouwd voor de werkzaamheden of handelingen die zij verrichten als overheid, niet alleen wanneer de omstandigheid dat zij niet belastingplichtig zijn uit hoofde van de eerste of de vierde alinea van die bepaling leidt tot concurrentievervalsing van enige betekenis ten nadele van hun particuliere concurrenten, maar ook wanneer dat leidt tot een dergelijke vervalsing in hun eigen nadeel.

Page 16: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 16

En in België?

► Er bestaat geen expliciete wettelijke bepaling ingevolge dewelke de vrijstellingen van artikel 44 vallen onder de status van niet-belastingplichtig overheidslichaam

► Een overheid die vrijgestelde handelingen verricht handelt dus als belastingplichtige!Programmawet 27/12/2006 GW Hof 17 juli 2008 HvJ, 4 juni 2009 (Salix)

Art. 44 transacties werden uitgesloten van art. 6 (dus steeds BP)

Art. 44 transacties worden ten onrechte uitgesloten van art. 6

Opdat vrijgestelde handelingen verricht door een overheid buiten de werkingssfeer vallen, moet er een expliciete wettelijke bepaling zijn; is dat niet het geval, valt de handeling binnen de werkingssfeer. Er is geen expliciete wettelijke bepaling in België binnen de werkingssfeer!

VRIJGESTELDE handelingen zijn VRIJGESTELD

VRIJGESTELDE handelingen zijn BUITEN DE WERKINGSSFEER

Overheid = BP voor vrijgestelde handelingen

Overheid = niet-BP voor vrijgestelde handelingen

Page 17: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 17

En in België?

► Grondwettelijk Hof, 17 juli 2008:► Artikel 13, lid 2, van de richtlijn van 28 november 2006 kan bijgevolg niet in die zin

worden geïnterpreteerd dat het aan de lidstaten de vrijheid laat om te beslissen dat de in artikel 13, lid 1, eerste alinea, vermelde regel van de niet-btw-plichtigheid van de publiekrechtelijke lichamen niet van toepassing is op de publiekrechtelijke lichamen die als overheid handelingen verrichten die van btw zijn vrijgesteld krachtens artikel 44 van het BTW-Wetboek.

► Onjuiste redenering want:► Is gebaseerd op het antwoord op de zesde vraag in HvJ, C-446/98, 10 december

2000 (Fazenda Publica)► Als de uitbreiding van art. 4(5), vierde alinea alleen maar geldt voor vrijgestelde

handelingen (en dus niet voor belaste verhuur van parking), wil dit dan zeggen dat een overheid dit niet meer als overheid kan doen?

► HvJ: jawel, art. 4(5), vierde alinea is een uitbreiding van art. 4(5), eerste alinea en geen beperking ervan.

► Maw: art. 4(5), eerste alinea kan nog perfect spelen voor BELASTE handelingen. ► Beste bewijs dat vrijgestelde handelingen oorspronkelijk binnen de werkingssfeer

van btw moeten vallen, is de bevestiging dat art. 4(5), vierde alinea een uitbreiding van alinea 1 is, die daarenboven expliciet wettelijk moet zijn voorzien.

Page 18: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 18

En in België?

► De programmawet van 2006 sloot uitdrukkelijk art. 44 handelingen uit van de niet-belaste sfeer

► Dit is niet nodig: art. 44 handelingen vallen binnen de werkingssfeer behalve indien België in een uitbreiding van de niet-BP zou hebben voorzien

► Impact van vrijgesteld versus buiten de werkingssfeer is eerder beperkt in België (art. 19, §2, 1° and art. 21, §3, 7° -- VAT package; geen optie onroerende verhuur)

► Belangrijkste les van Salix: concurrentieverstoring in het nadeel van de overheidsinstelling kan aangekaart worden (optimalisaties?)

Page 19: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 19

En in België?

Frequently Asked Questions► Na de beslissing van het Grondwettelijk Hof werd een

overheid terug een overheid voor vrijgestelde handelingen art. 44

► Het kan enkel belastingplichtig worden wanneer er concurrentieverstoring is

► Concurrentieverstoring wordt niet veroorzaakt door art. 19► Concurrentieverstoring wordt niet veroorzaakt door aftrek

van voorbelasting (zelfde regime overheden en vrijgestelden)

► De btw-administratie behoudt zich het recht voor haar standpunt te herbekijken in functie van de Salix case

Page 20: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 20

En in België?

Page 21: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Onroerend goed

Recente ontwikkelingen

Page 22: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 22

Domeinconcessies in havens en luchthavens – Wet van 31/07/2009 (B.S. 06/08/2009)

► Terugblik

► HvJ, Temco Europe, 18/11/2004

► Onroerende verhuur = een autonoom begrip uit het communautair recht dat niet beïnvloed kan worden door puur nationale begrippen

► “Precaire overdrachten verliezen niet hun hoedanigheid van huur door het enkele feit dat de beëindiging van de overeenkomst afhangt van de wil van de eigenaar” (Conclusie A.G. Colomer)

► Vrijstelling in België voor domeinconcessies vanaf 01/01/2006, maar blijft status quo voor havens en luchthavens in afwachting van het arrest van het Hof van Justitie in de zaak CO GEP

► HvJ, CO GEP, 25/10/2007

► Domeinconcessies moeten worden behandeld als verhuur van eigendom (beginsel van neutraliteit)

Page 23: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 23

Domeinconcessies in havens en luchthavens – Wet van 31/07/2009 (B.S. 06/08/2009)

► De wet van 31/07/2009 introduceert een bijkomende uitzondering op de vrijstelling voor onroerende verhuur (art.44,§3,2°a) laatste lid W. btw)

Domeinconcessies zijn volledig onderworpen aan btw.

► Toegestaan door artikel 135, §2, laatste zin van de btw-richtlijn nr. 2006/112/CE

► Oplossing gemaakt op maat van haven -en luchthavenactiviteiten die belangrijke investeringen moeten doen.

Page 24: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 24

Onroerende verhuur – Bijkomende prestaties – HvJ, RLRE Tellmer Property, 11/06/2009

► FeitenRLRE Tellmer Property (RTP) is eigenaar van appartementsgebouwen die zij verhuurt. Bovendien factureert zij de kosten voor schoonmaakdiensten aan haar huurders afzonderlijk en zonder btw.

De Tsjechische fiscale administratie gaat er echter van uit dat er wel btw op deze facturen moet vermeld worden.

► VraagZijn schoonmaakkosten die gefactureerd worden aan huurders begrepen in onroerende verhuur en moeten zij bijgevolg ook worden vrijgesteld van btw?

Page 25: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 25

Onroerende verhuur – Bijkomende prestaties – HvJ, RLRE Tellmer Property, 11/06/2009

► Het Hof herhaalt enkele grote principes:

► De uitzonderingen dienen strikt geïnterpreteerd te worden aangezien zij een afwijking vormen van het algemene principe van belastingheffing voorzien door de Richtlijn.

► Elke prestatie moet normaal beschouwd worden als “afzonderlijk en onafhankelijk”

► Het Hof herhaalt desondanks het principe waarbij “de bijzaak de hoofdzaak volgt.”(Vaste rechtspraak)

► ”Een prestatie moet beschouwd worden als bijkomstig aan een hoofdprestatie wanneer zij voor de klanten geen doel op zich is, maar een middel om de hoofdprestatie van de dienstverrichter zo aantrekkelijk mogelijk te maken.”

► Er kan ook gesproken worden van één enkele prestatie “wanneer twee of meer elementen of handelingen die de belastingplichtige levert of verricht, zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij objectief gezien één enkele ondeelbare economische prestatie vormen.”

Page 26: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 26

► In dit geval

► Schoonmaakdiensten vallen niet onder het begrip verhuur.► Bovendien staat vast dat de diensten bestaande in de schoonmaak van de

gemeenschappelijke delen van een gebouw op verschillende wijzen kunnen worden verricht: ofwel door een derde die direct de huurders factureert, ofwel door de verhuurder die hiervoor zijn eigen personeel inschakelt of een schoonmaakbedrijf hiermee belast.

► Het Hof besluit dat in dit geval, de verhuur en de diensten bestaande in de schoonmaak moeten worden aangemerkt als zelfstandige, onderling scheidbare handelingen.

► Quid in België?

► In principe maken bijkomstige diensten (verwarming, verlichting, water, tuinonderhoud, …) deel uit van de vrijstelling van onroerende verhuur.

► Maar er is een administratieve tolerantie (circ. 4/1973): optionele belastbaarheid van bijkomstige diensten wanneer een aparte en vaste prijs werd bepaald tussen de partijen.

Onroerende verhuur – Bijkomende prestaties – HvJ, RLRE Tellmer Property, 11/06/2009

Page 27: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 27

Verhuur van opslagplaatsen – Rechtbank Gent, 08/05/2008

► Feiten

► Een verhuurder sluit in 1993 een huurovereenkomst af voor een gebouw dat gebruikt zal worden door de huurder als bureau, show-room en opslagplaats: het geheel van deze verhuur is vrijgesteld van btw (art.44,§3,2°, W. btw).

► Vervolgens in 1999, koopt de verhuurder een aangrenzend gebouw dat hij in 2000 ter beschikking stelt aan dezelfde huurder als opslagplaats via een nieuw contract. Dit nieuw contract is onderhevig aan btw (art.44,§3,2°,a, W. btw).

► De administratie gaat er van uit dat deze twee contracten beschouwd moeten worden als één onroerende verhuur vrijgesteld van btw (aangezien het magazijn grenst aan het eerste gehuurde onroerend goed).

Page 28: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 28

Verhuur van opslagplaatsen – Rechtbank Gent, 8/5/2008

► De rechtbank

► De vrijstelling voor onroerende verhuur moet strikt worden geïnterpreteerd.

► In dit geval is de beschikbaarheid van het magazijn een doel op zich, dat onafhankelijk is van de huur van het eerste gebouw.

► De 2 gebouwen bevinden zich daarenboven in een verschillend kadastraal perceel en zijn duidelijk geïndividualiseerd door een scheidingsmuur.

► Er is geen enkele wettelijke verantwoording te vinden waardoor deze verhuur van de opslagplaats niet onderworpen zou zijn aan btw.

Page 29: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

De VAT package 2010 Plaatsbepaling – schuldenaar – listing voor diensten

Page 30: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 30

Wijziging van de hoofdregels

Voor 01/01/2010

Vanaf 01/01/2010

De hoedanigheid van de afnemer speelt geen rol

De ontvanger is een belastingplichtige in zijn nieuwe betekenis (B2B)

De ontvanger is geen belastingplichtige (B2C)

Hoofdregel(s) Plaats dienstverrichter

Plaats ontvanger

Plaats dienstverrichter

Page 31: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 31

De vaste inrichting – 2 begrippen? (i) in hoofde van de dienstverrichter

► De vaste inrichting veronderstelt:► De permanente vereniging van de volgende elementen

► Personeel► Technische middelen ► Noodzakelijk voor het verrichten van prestaties ► (zie onder meer HvJ, C-168/94, 4 juli1985, Gunter Berkholz)

► Zie ook HvJ, Planzer, C-73/06, 28 juni 2007► Een vaste plaats die enkel wordt gebruikt om voor de

onderneming voorbereidende of hulpactiviteiten te verrichten, zoals het aanwerven van personeel of het aankopen van technische middelen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de ondernemingsactiviteiten, is geen vaste inrichting.

Page 32: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 32

De vaste inrichting – 2 begrippen? (ii) in hoofde van de ontvanger van de dienst

►Om de dienst te lokaliseren op de plaats van de vaste inrichting (B2B – artikel 44, 2e zin van de BTW-Richtlijn), is het nodig dat die inrichting zelf als gebruiker van de gefactureerde diensten optreedt

Page 33: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 33

De regel – prioriteit voor de bedrijfszetel

► De Belgische administratie vindt dat de lokalisatie van diensten op de plaats van de vaste inrichting subsidiair is ten opzichte van de bedrijfszetel en daarom alleen maar van toepassing is wanneer de bedrijfszetel geen rationele oplossing geeft voor wat de plaats van het echte gebruik van de diensten betreft.

Page 34: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 34

Afwijking – plaatsbepaling in functie van de vaste inrichting

► Om te kunnen afwijken van de lokalisatie op de plaats van de bedrijfszetel en de dienst te taxeren op de plaats van de vaste inrichting, kunnen de volgende formele elementen een rol spelen. Deze elementen zijn nuttig, maar niet noodzakelijk voldoende:

► Het feit dat het contract gesloten wordt door de vaste inrichting;► Dat de bestelbon werd opgemaakt door de vaste inrichting;► Dat de handeling wordt gefactureerd op naam van de vaste inrichting en

onder zijn adres en btw-nummer;► Dat de betaling wordt verricht vanuit een rekening op naam van de vaste

inrichting. ► Het is dus minstens van belang dat de afhandeling van de

commerciële en financiële stukken met betrekking tot de handeling gebeurt door middel van de vaste inrichting.

Parlementaire Vraag nr 498 van de heer François-Xavier de Donnea van 28.05.2009

Page 35: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 35

Opgepast – Impact van de laatste zin van overweging 4 van de richtlijn 2008/8/EG

► De bepalingen met betrekking to artikel 44 van de richtlijn moeten volgens de gebruikelijke voorschriften niet gelden voor diensten die door een belastingplichtige worden afgenomen voor persoonlijk gebruik door hemzelf of door zijn personeel.

► De regels B2C (artikel 45 van de richtlijn) zijn niet alleen van toepassing op privé-personen (niet-BP), maar ook op BP die handelingen in hun privé-belang.

► Geen B2B geen listing

Page 36: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 36

Parl. Vr. nr 489 van de heer François-Xavier de Donnea van 28.05.2009

► De administratie aanvaardt dat als de dienstverrichter, wanneer hij handelt met een belastingplichtige die de ontvangen diensten zowel voor privé-doeleinden als voor de doeleinden van zijn economische activiteiten aanwendt, de plaatsbepaling vaststelt alsof de belastingplichtige afnemer volledig als dusdanig handelt.

► Het begrip « uitsluitend voor privé-doeleinden » lijkt onverenigbaar te zijn met een belastingplichtige afnemer van de dienst die een rechtspersoon is.

Page 37: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 37

Culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, onderwijs, vermakelijkheidsactiviteiten – toegang tot culturele, sportieve, enz evenementen – vanaf 2011

► Het begrip evenement heeft een beperktere draagwijdte dan het begrip activiteit dat gekenmerkt wordt door het voortdurend karakter ervan.

► Een evenement op cultureel, artistiek, sportief,… vlak onderscheidt zich aldus van een activiteit door het occasionele karakter van de organisatie.

► De toegang tot een evenement houdt de toelating in om een plaats binnen te gaan waar het evenement plaatsheeft en bij te wonen (toegangsbiljet).

Page 38: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 38

2. Andere gevallen dan 11. Toegang tot evenementen (B2B) met de mogelijkheid om een toegangsbiljet

ter plaatse te krijgen

Afnemer is BP Afnemer is niet-BP

Plaats waar de afnemer is gevestigd

(nieuw art. 44)

Plaats waar hetevenement

effectief plaatsvindt(art. 53 – versie

2011)

Plaats waar het evenement

effectief plaatsvindt

(art. 54 – versie 2011)

Overzichtstabel - vanaf 2011

Page 39: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Schuldenaar – einde van het attractieprincipe

Page 40: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 40

Attractieprincipe – nieuwe draagwijdte

► Nieuw artikel 192bis► « Voor de toepassing van deze afdeling wordt een

belastingplichtige die een vaste inrichting heeft op het grondgebied van de lidstaat waar de belasting verschuldigd is, geacht een niet in die lidstaat gevestigde belastingplichtige te zijn wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) hij verricht op het grondgebied van deze lidstaat een belastbare goederenlevering of een dienst;

b) bij het verrichten van die goederenlevering of die dienst is geen inrichting van de leverancier of dienstverrichter op het grondgebied van deze lidstaat betrokken»

► Nieuwe interpretatie van artikel 51 W.BTW vanaf 1 januari 2010

Page 41: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 41

Begrip van betrokkenheid

► Zeer brede interpretatie► Een dienst wordt verricht vanuit een vaste

inrichting wanneer deze direct of indirect en in om het even welke hoedanigheid, betrokken is bij het verrichten van de dienst.

► Deze regel is ook van toepassing op leveringen van goederen.

Page 42: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 42

Welke redenering te volgen?

Heeft de dienstverrichter een vaste inrichting in de lidstaat van de klant?

JA NEEN

Is “een” inrichting betrokken? Verlegging van heffing

JA NEEN

Behalve een “administratieve” functie

Factuur uitgereikt door de vaste inrichting

Page 43: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 43

Een « actieve » vaste inrichting Commissie/Italië, C-244/08 - 16.07.2009

► Voor de eerste maal in de EU rechtspraak komt het begrip “actieve vaste inrichting” ter sprake (overweging 30)

► Het bestaan van actieve handelingen in de betrokken lidstaat is een beslissende factor om 8e en 13e Richtlijn teruggaven uit te sluiten (overweging 31)

Page 44: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 44

Een « actieve » vaste inrichting Commissie/Italië, C-244/08 - 16.07.2009

► Een BP die over een vaste inrichting beschikt in een andere lidstaat wordt derhalve beschouwd als zijnde gevestigd in die lidstaat en mag daarom het recht op aftrek uitoefenen met betrekking tot de btw op aankopen aldaar, ongeacht of die aankopen door de vaste inrichting zijn gedaan dan wel door de hoofdzetel gelegen in een ander land.

Page 45: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 45

HvJ EG 19 februari 2009, Athesia Druck

Athesia Advertising GmbHAthesia Druck

Reclame in Italiaanse kranten, tijdschriften, radio en TV

Klant

Klant

Handelingen van voor 1995 (Oostenrijk is nog geen lidstaat)De prejudiciële vragen worden gesteld naar aanleiding van een teruggaafclaim 13e Richtlijn in Italië.

+ IVA

+ IVA?

+ IVA?

Page 46: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 46

HvJ EG 19 februari 2009, Athesia Druck

► De redenering van het Hof:► De plaatsbepaling van de twee transacties moet per schakel in de

ketting worden bekeken► De “werkelijke gebruiks- en exploitatieregel” zorgt ervoor dat een

dienst terug binnen de taxatie van “het binnenland” valt► “het binnenland” is daar waar het werkelijk gebruik en de

werkelijke exploitatie is, ttz het land van waaruit de reclameboodschappen worden verspreid (Italië)

► Dit geldt alleen maar voor diensten die effectief onder artikel “9(2)(e)” vallen, wat blijkbaar niet het geval is wanneer een dienstverrichter in een derde land de diensten verricht voor zijn klanten

► Het feit dat de Athesia Oostenrijk een fiscaal vertegenwoordiger heeft in Italië voor de teruggaaf, is niet van belang voor de plaatsbepaling en belastbaarheid

Page 47: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 47

HvJ EG 3 september 2009, RCI Europe

► Organisatie die timesharing-pool beheert:► Mogelijkheid tot inbreng vakantiegebruiksrechten► Beschikking krijgen over door anderen ingebachte

gebruiksrechten► Leden hebben alleen contact met RCI

► In ruil voor de beheersdiensten betalen de leden:► Inschrijvingsgeld (eenmalig)► Lidmaatschapsgeld (jaarlijks)► Ruilvergoeding (bij gebruik)

Page 48: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 48

HvJ EG 3 september 2009, RCI Europe

Het Hof: ► Kunnen de bijdragen en vergoedingen van de leden gekoppeld worden aan

afzonderlijke diensten van RCI? NEEN:► Inschrijvingsgeld en jaarlijks lidmaatschap hebben enkel nut doordat er later rechten geruild

worden► Bij de inschrijving verbindt RCI zich er toe om in de toekomst de verlangde dienst (ruilen) te

verlenen► Inschrijvingsgeld en jaarlijks lidmaatschap zijn tegenprestatie voor de deelname aan een

programma dat werd opgezet om rechten te ruilen► De dienst van RCI bestaat enkel in het ruilen zelf, of het bieden van de mogelijkheid daartoe.

De toegang tot de ruilbeurs en informatie erover zijn bijkomstig► Wat is de plaats van de dienst? Waar het onroerend goed is gelegen?

► Dan moet er een voldoende rechtstreeks verband zijn tussen de dienst en het onroerend goed► De dienst van RCI heeft betrekking op het onroerend goed waarop de eigenaar die wil ruilen

een recht heeft► Dit sluit aan bij het principe dat btw zoveel mogelijk moet geheven worden op de plaats waar

goederen en diensten worden verbruikt► Als de plaats van de dienstverrichter zou worden genomen, kan men de btw trouwens

gemakkelijk ontlopen door zich buiten de EU te vestigen (cf RAL case)

Page 49: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Maatstaf van heffing

Page 50: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 50

Hof van Beroep van Brussel 05/01/2009

FEITEN 1. Een vennootschap die evenementen organiseert, reikt op dezelfde dag 2

facturen uit aan de Belgische Staat :

Eén factuur voor “de organisatie van conferenties” ten belope van 60.570 € + 21% BTW

Eén factuur voor “terugbetaling van kosten gemaakt voor rekening van de Belgische Staat”, met toepassing van 3 BTW-tarieven volgens de aard van elke kost ten belope van 291.061 €, als volgt opgesplitst :• 251.450 € aan 21%• 23.632 € aan 6%• 15.979 € aan 0%

2. BTW-controle Inbreuk op de BTW-wetgeving : de vennootschap diende de totaliteit te

factureren aan 21 %

3. Rechtbank Brussel 02/03/2006De kosten zijn geen voorschotten. Eén globale prestatie → alles aan 21%

Page 51: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 51

BEROEP BRUSSEL, 01/05/2009 1. Het doel van de opdracht betrof duidelijk de technische en logistieke organisatie van

conferenties, met inbegrip van een geheel van nauw met elkaar verbonden taken. De vennootschap verricht geen dienst van tussenpersoon tussen de Staat en de onderaannemers die een loutere doorfacturering van de initiële kosten rechtvaardigt.

Het loutere feit dat enkel de kostprijs wordt doorgerekend rechtvaardigt eveneens niet de loutere doorfacturering als initiële kost vermits de kostprijs integraal deel uitmaakt van de dienst gewenst door de klant, en bijgevolg van de prijs waartegen deze dienst wordt verkocht.

2. Het feit dat, na afrekening met de onderaannemers, de vennootschap per saldo slechts 60.570,00 euro (exclusief BTW) heeft ontvangen op een totaal van 351.631,00 euro (totaal van beide facturen), is van weinig belang.

→ De verdeling van de globale prijs over 2 facturen is in casu puur kunstmatig. De maatstaf van heffing van de organisatie van conferenties, onderworpen aan 21%, omvat zowel de winstmarge als de doorgefactureerde kosten. Correcte toepassing van art. 26,1, W BTW: de maatstaf van heffing = “alles wat de tegenprestatie uitmaakt” (vgl. ook PV n°1286, 10/05/2006 en EU rechtspraak CPP, Levob)

Page 52: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Aftrek en teruggaaf

Page 53: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 53

Kosten bij verkoop appartementenRechtbank Gent, 22 september 2008

Koper

Vennootschap XBouwpromotor

Vennootschap YGrondeigenaar

Publiciteitskosten

Commissielonen

Page 54: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 54

Kosten bij verkoop appartementenRechtbank Gent, 22 september 2008

► De uitspraak:► De kosten hebben gedeeltelijk niet betrekking op de eigen economische activiteit

(de grond) geen aftrek volgens art. 45, §1 (bestemmingsbeginsel)► Geen toepassing van art. 46 (gemengde BTW-plicht), maar wel dezelfde

berekeningswijze (teller = gebouw; noemer = gebouw + grond)► Het uiteentrekken van een activiteit en het verdelen ervan over twee

vennootschappen, behalve voor de kosten, mag geen concurrentieverstorend voordeel inzake btw opleveren

► Geen toepassing van “Breitsohl” principes, maar een splitsing gebouw (belast) en grond (vrijgesteld)

► Conclusie► Zeer verregaand vonnis: wat met de minst belaste weg en de testen voor

rechtsmisbruik? ► De dienstverrichters hebben immers geen enkele juridische verhouding tot de

grondeigenaars die wel als economische begunstigden worden beschouwd. Moest hier dan geen gedeeltelijke doorrekening zijn door de promotor aan de grondeigenaar?

Page 55: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 55

Kosten van onthaal versus publiciteitskosten: a never ending story

► Begrippen:► Kosten van onthaal: creëren van een algemene gunstige atmosfeer ten

overstaan van de onderneming► Publiciteitskosten:

► Niet noodzakelijk kosten die op zichzelf beschouwd reclamediensten zijn (bv advertenties), maar ook kosten die een publicitair oogmerk of karakter hebben (bv events)

► Kosten die hoofdzakelijk en rechtstreeks tot doel hebben de eindkoper in te lichten over het bestaan en de hoedanigheden van een product of een dienst met de bedoeling de verkoop ervan te bevorderen (Cass., 8 april 2005)

► Administratie heeft de aftrek van de btw hierover aanvaard► NB: rechtspraak inzake inkomstenbelastingen is verdeeld over toepassing

van artikel 53,8° WIB 92 (soms 50% receptiekosten, soms overeenstemming met btw en volle aftrek als publiciteitskost)

Page 56: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 56

Kosten van onthaal versus publiciteitskosten: a never ending story

► Maar wat met het eten en drinken? Wat met artikel 45, §3, 3° W.BTW?► Administratie: absolute aftrekbeperking, ongeacht of ze een

publicitair oogmerk hebben of niet► (Lagere) rechtspraak is verdeeld, maar meerderheid is vóór aftrek

want catering maakt deel uit van het event (en publicitair karakter neemt dus de bovenhand)

► Wat met catering in het kader van seminaries (extern, intern) of bedrijfsfeesten, team building events, enz?

Page 57: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 57

Kosten van onthaal versus publiciteitskosten: a never ending story

► Enkele recente uitspraken

Rb Brugge 21/01/08 BTW Autodealer - ontdekkingsdagen Aftrek: hapje & drankje vormt een geheel met het eigenlijke publicitaire gebeuren

Rb Namen 15/10/08 IB Autodealer – voorstelling nieuw model en 25-jarig bestaan

Publicitair doel volledig aftrekbaar

Rb Luik 03/11/08 BTW Autodealer - opendeurdagen Geen aftrek: een duidelijke wettekst behoeft geen interpretatie

Rb Hasselt 11/02/09 BTW Hoogtechnologische werktuigen – receptie met walking dinner tgv onderscheiding

Aftrek: idem als Brugge

Rb Leuven 06/03/09 IB Verdelers van koelkasten ed – dealers day

50% aftrek: verschillende ratio legis btw en IB (btw: uitsluiting privé-kosten; IB: beperking aftrek beroepskosten)

Page 58: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 58

Vereniging Noordelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, HvJ, C-515/07, 12 februari 2009

VNLTO

Behartiging belangen van de agrarische sector in Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland

Investeringsgoederen

Niet-investeringsgoederen(algemene kosten)

Algemene belangenvan de leden

Specifieke diensten

Contributies

Vergoeding

1. Kan VNLTO alle goederen en diensten, die worden gebruikt voor zowel bedrijfsmiddelen als voor andere dan bedrijfsmiddelen, volledig voor zijn onderneming bestemmen (en dus alle btw aftrekken)?2. Als dat zo is, moet de correctie igv art 26 btw-richtlijn in éénmaal worden toegepast, of ook voor de volgende tijdvakken en als er geen afschrijving is, wat is dan de maatstaf van heffing?

Page 59: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 59

Vereniging Noordelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, HvJ, C-515/07, 12 februari 2009

► De uitspraak:► Handelingen buiten de werkingssfeer van btw (de behartiging van

algemene belangen) zijn geen handelingen “andere dan bedrijfsdoeleinden”

► Dit is niet hetzelfde als de situatie waarin bvb een onroerend goed professioneel wordt gekocht om dan later privé te worden gebruikt. Het latere privégebruik is duidelijk voor “andere dan bedrijfsdoeleinden” en een initiële volledige toewijzing aan het bedrijf (en dus volledige aftrek) met latere correcties is mogelijk

► De belangenbehartiging van VNLTO is beroepsmatig, maar niet binnen de werkingssfeer van btw. De uitgaven hebben daarom initieel ook betrekking op handelingen buiten de werkingssfeer en het recht op aftrek moet daarom initieel beperkt worden zonder latere correctie op grond van art. 26 van de btw-Richtlijn.

Page 60: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 60

Ontvangst van dividendenHof van Beroep Antwerpen, 4 september 2007

► De feiten► Een vennootschap verricht boekhouddiensten en verhuurt landbouwmachines. Zij ontvangt

ook dividenden en interesten: hebben deze een (negatief) effect op het recht op aftrek?► Het Hof:

► Dit is een gedeeltelijke belastingplichtige► Aftrek is enkel toegestaan voor de btw op goederen en diensten bestemd voor de

economische activiteit en niet voor de inning van dividenden en interesten► De berekening kan niet aan de hand van artikel 46 WBTW want dit is voor gemengde BP► Daarom is een bijzonder verhoudingsgetal terecht (teller = belastbare handelingen, noemer =

totale ontvangsten)► Kritiek

► Constante rechtspraak HvJ: dividenden zijn uitgesloten van het verhoudingsgetal voor een gemengde BP (bvb Satam, EDM)

► Uitspraak HvJ in Securenta: er zijn andere methoden mogelijk► Je moet eigenlijk kijken naar de omvang van de uitgaven met btw die worden aangezogen

door de dividenden/interesten ipv de omvang van de inkomsten zelf (EDM case)

Page 61: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 61

Handelingen buiten de werkingssfeerVoorafgaande beslissing nr. 800.309 van 21 oktober 2008

► De situatie en vraag► Vereniging die gedeeltelijk/gemengd BP is (beroepsopleidingen, verkoop

brochures, wetenschappelijk onderzoek, studiedagen)► Hoe input btw aftrekken?

► De voorafgaande beslissing► Overzicht van de btw-behandeling van de activiteiten. Interessant is dat het

verrichten van onderzoek in het belang van de leden dmv financiële ondersteuning of subsidie van de overheid geen economische activiteit is.

► Enkel methode werkelijk gebruik is mogelijk► Bijzonder verhoudingsgetal (volgens art. 46, §1 W.BTW) wanneer de precieze

bestemming van de inkomende goederen of diensten niet mogelijk is ook de subsidies in de noemer! (zie ook Parl. Vr. nr. 314 van 22 december 1999 van Nyssens)

► Er zijn andere mogelijkheden om de aftrek van btw op overheads te berekenen (Securenta)

Page 62: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 62

Teruggaaf van BTW – bankrekening – KB 14/4/09

► Vroegere procedure► Volmacht aan Belgische financiële instellingen teneinde

teruggaven van BTW te ontvangen► Opgave via formulier 690► Administratie gaf globaal terug aan één bepaalde instelling die

vervolgens herverdeelde aan de verschillende belastingplichtigen

► Nieuwe procedure► Rechtstreekse teruggaaf op rekeningnummer van

belastingplichtigen► Buitenlands rekeningnummer mogelijk (SEPA-land)► Opgave via formulier 604A – wijziging via formulier 604B

Page 63: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 63

Teruggaaf van BTW - Maandelijkse teruggaaf

► Uitbreiding mogelijkheden maandelijkse teruggaaf► Maandelijkse teruggaaf nu mogelijk indien:

► Tijdens dezelfde periode voor ten minste 30% van omzet leveringen van goederen en diensten heeft verricht::a. welke van de belasting zijn vrijgesteld bij toepassing van de artikelen 39, 39bis

en 39quater van het Wetboek (IC levering, export, BTW-entrepot);b. welke van de belasting zijn vrijgesteld bij toepassing van de artikelen 40, § 2,

1° en 2°, 41, § 1, 2° tot 7° en 42 van het Wetboek;c. waarvoor de belasting verschuldigd is door de medecontractant

overeenkomstig de artikelen 51, § 2, 5° en 51, § 4, van het Wetboek;d. waarvoor het verlaagd btw-tarief van toepassing is overeenkomstig de artikelen

1bis, 1quater tot 1sexies van het koninklijk besluit nr. 20;e. die in het buitenland plaatsvinden voor zover het overschot voortvloeit uit de

voorfinanciering van de belasting geheven op deze goederen en diensten.

► Indieners van kwartaalaangiften kunnen overstappen naar maandaangiften na elk kwartaal - tolerantie

Page 64: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Verplichtingen

Facturatie, aangifte en listing

Page 65: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 65

Verbeterend stuk – Parl. Vr. 102 van 14.01.09, Brotcorne

► Vergissingen in uitgaande facturen: wat te doen?► De vergissing vereist geen aanpassing van de aangifte:

► Eén enkel verbeterend stuk (geen creditnota gevolgd door een nieuwe factuur)

► De vergissing vereist een aanpassing van de aangifte:► De belastingplichtige heeft de keuze

► Eén enkel verbeterend stuk► Een creditnota/verbeterend stuk gevolgd door een nieuwe factuur

► De vergissing betreft de identiteit van de klant► Een verbeterend stuk gevolgd door een nieuwe factuur

► Het verbeterend stuk MOET altijd worden opgesteld door degene die de initiële factuur heeft uitgereikt

Page 66: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Verplichtingen in het kader van de VAT package

Mededeling van 23 maart 2009 door de Minister van Financiën

Page 67: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 67

Identificatie en periodieke aangiftes

► Identificatie: toekenning van een nummer aan ALLE belastingplichtigen, inbegrepen de vrijgestelde belastingplichtigen die diensten ontvangen zoals bedoeld in artikel 44 van de richtlijn (en ook grensoverschrijdende diensten verrichten wanneer de afnemer btw-schuldenaar is)► Zonder implicatie voor de drempel van intracommunautaire verwervingen

► Verplicht maandelijkse aangiftes zodra de drempel van 400.000 € aan IC leveringen van goederen wordt bereikt ► Nieuwe roosters 44 en 88 (55 en 59 voor de verschuldigde respectievelijk

aftrekbare BTW)► Rooster 00: op grond van artikel 44 WBTW vrijgestelde handelingen,

verricht door gemengde of gedeeltelijke belastingplichtigen

Page 68: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 68

Intracommunautaire listing

► Uitbreiding van de listing voor intracommunautaire handelingen► Intracommunautaire leveringen van goederen (code « L ») en

diensten (code « S ») gerapporteerd in rooster 44► Maandelijks indien maandelijkse aangiftes► Op kwartaalbasis indien aangiftes op kwartaalbasis (tenzij indien

IC leveringen goederen > 100.000 EUR in de loop van elk van de 4 voorgaande kwartalen)

► Jaarlijks voor de landbouwondernemers

Page 69: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 69

Jaarlijkse listing

► Jaarlijkse klantenlisting ► Geen nihil-listing maar aankruising van een nieuw rooster in de

aangifte van december dan wel het vierde kwartaal ► BTW-eenheid: afzonderlijke mededeling door de leden van de

eenheid in geval van nihil-listing► Verplichte elektronische indiening. In geval van vrijstelling,

indiening op papier bij het scanningscentrum.

Page 70: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Diversen

Page 71: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 71

Relanceplan btw: maatregelen voor bedrijven in financiële moeilijkheden

► Relanceplan« Bedrijven in financiële moeilijkheden zullen ook voor de btw (en de bedrijfsvoorheffing (…)) uitstel van betaling kunnen bekomen zonder dat daarbij boetes worden toegepast. De nalatigheidsinteresten zullen in dit geval sterk worden gereduceerd. »

► Toepassingsgebied► Bedrijven die door de gevolgen van de huidige economische of

bancaire crisis tijdelijk in moeilijkheden terecht gekomen zijn en die bij het hernemen van het vertrouwen van de consument tegen een duurzaam herstel kunnen aankijken.

► Betreft btw verschuldigd tijdens en over eerste 3 kwartalen van 2009

Page 72: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 72

Relanceplan btw: maatregelen voor bedrijven in financiële moeilijkheden

► Drie maatregelen:► Uitstel van betaling► Vermindering nalatigheidsinteresten► Niet-toepassing administratieve geldboete wegens niet-

betaling btw

► Procedure:► Indiening verzoek bij bevoegd btw-ontvangkantoor► Na onderzoek beslist ontvanger en deelt zijn beslissing

per brief mee

Page 73: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 73

Proportionele boetes

► Rechtbank Brussel 5/2/9► De btw-administratie mag geen proportionele boete opleggen

ingeval de afnemer van bepaalde prestaties ten onrechte de btw niet zelf voldaan heeft

► Wanneer deze btw in hoofde van de afnemer volledig aftrekbaar is, is er immers netto geen btw verschuldigd

► De rechter komt tot de conclusie dat de btw-administratie, bij gebrek aan verschuldigde belasting, ten onrechte een proportionele boete heeft opgelegd

► Parl. Vr. 359 van 30/9/8► Bevestiging door de Minister van Financiën dat de huidige

administratieve geldboeten met betrekking tot de bestaande systemen van verlegging van heffing niet altijd in verhouding zijn met de begane overtredingen. Bovendien worden vergelijkbare overtredingen niet altijd in gelijke mate bestraft. Dit zal in de toekomst dan ook bekeken worden

Page 74: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 74

VERJARING

► Programmwet van 22 december 2008 (art. 191)► Nieuw artikel 81bis van het BTW-wetboek

► Bijzondere verjaringstermijn► De verjaringstermijn van 7 jaar zal eveneens van toepassing zijn “zodra de

overtreding bedoeld in de artikelen 70 of 71 begaan is met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden”

Verjaringstermijn

gewone In geval van fraude

3 jaar 7 jaar (voorheen 5 jaar)

Page 75: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 75

Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel – 15 januari 2009

Aanvang activiteit

1999 2000

2001 2002 2003 2004 2005

2006Akkoord gesloten met de administratie

Bijkomend proces verbaal

Voor de periode 1999-2000

Niet-aangegeven omzet

(bijkomend)

• Is in voorkomend geval de invordering verjaard?

• Wat is de exacte draagwijdte van de notie “bewijskrachtige gegevens waarvan de administratie kennis heeft gekregen” in de zin van artikel 81bis W BTW ?

Page 76: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 76

Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel – 15 januari 2009 (vervolg)► “bewijskrachtige gegevens waarvan de administratie

kennis heeft gekregen” ► Toepassingsvoorwaarden van art.81bis W BTW :

►De elementen waarop de administratie haar invordering baseert mogen niet verzameld worden door de controledienst die de taxatie vastlegt, maar moeten gebaseerd zijn op gegevens meegedeeld door derden of door een andere administratie!

VENNOOTSCHAP

BIJZONDERE BELASTINGINSPECTIE (BBI)

Taxatie

AOIF De informatie van de AOIF werd voorafgaandelijk gevraagd door de BBI zelf

Page 77: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

10 oktober 2009 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten – BTW Topics 2009

Pagina 77

Rechtbank Antwerpen – 24 april 2009

VZW

Sociale inspectie BBI

3 Doorgedreven BTW-controle

2 Kopie van het PV

1 Controle + PV

VZW doet beroep op buitenlandse arbeiders. BBI vordert de betaling van de BTW

op invoeren

“Bewijskrachtige gegevens” in de zin van art. 81bis W BTW veronderstelt dat dergelijke gegevens ter kennis worden gebracht van de administratie zonder bijkomend onderzoek.

De Rechtbank vonnist: geen toepassing van deze verjaringstermijn

Page 78: BTW Topics 2009 – IAB Vrije Universiteit Brussel, 10 oktober 2009 Jan Van Moorsel.

Bedankt voor uw aandacht en tot ziens