Brusselse multiculturaliteit: Living apart together Mark Elchardus & Jessy Siongers Onderzoeksgroep...
-
Upload
anneleen-christiaens -
Category
Documents
-
view
216 -
download
1
Transcript of Brusselse multiculturaliteit: Living apart together Mark Elchardus & Jessy Siongers Onderzoeksgroep...
Brusselse multiculturaliteit: Living apart together
Mark Elchardus & Jessy SiongersOnderzoeksgroep TOR - VUB
1
Brusselse jongeren over andere culturen: van vijand tot lief
2
Het multiculturele Brussel
3
Vreemde nationaliteiten (obv gemeentelijke bevolkingsregisters): 1.048.491 inwoners, waarvan 295.043 of 28% een buitenlandse
nationaliteit hebben (januari 2008) + asielzoekers en kandidaat-vluchtelingen uit het wachtregister: 29%
‘vreemdelingen’
Belgische gemiddelde (9.3%)
Etnische origine 1 januari 1990 - 31 december 2007 : 207.060 naturalisaties in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest Bijna de helft (46.8%) daarvan waren Marokkanen Marokkanen vormen de grootste groep onder de niet-Belgen in Brussel (in onze
steekproef: 34% heeft een vader of een moeder van Marokkaanse origine) Brussel telt één van de grootste moslimpopulaties in de Westerse wereld (in onze
steekproef: 44.5% noemt zichzef moslim)
Sociale afstandenmaat (Bogardus)
de intimiteit die men bereid is te accepteren of goed te keuren in interacties die men onderhoudt met de leden van andere groepen:
1.Ik zou ze niet toelaten tot mijn land
2.Ik zou bereid zijn ze uitsluitend als bezoeker in mijn land te hebben
3.Ik zou bereid zijn ze als burger van mijn land te hebben
4.Ik zou bereid zijn er mee samen te werken
5.Ik zou bereid zijn ze in mijn straat als buren te hebben
6.Ik zou bereid zijn ze in mijn persoonlijke vriendenkring op te nemen
7.Ik zou bereid zijn er mee te huwen
4
Bereidheid tot sociale contacten
5
53,8
48,5 47,6 47,645,3
43,5 42,6
37,5
26,524,5
22,8
0
10
20
30
40
50
60
Vlamin
gen
Marok
kane
n
Wal
en
I talia
nen
Afrika
nen
Neder
land
ers
Turk
en
Aziate
n
Bulga
ren
Koerd
en
Roma
Figuur 1. Percentage jongeren dat bereid is de desbetreffende groep in de persoonlijke vriendenkring op te nemen of ermee te huwen
6
Bereidheid tot intergroepscontacten naargelang nationale herkomst
2,00
2,50
3,00
3,50
4,00
4,50
5,00
5,50
6,00
6,50
Vlaming
en
Niet-g
elovig
en
Wale
n
Katho
lieke
n
Neder
lande
rs
Itali
anen
Afrika
nen
Aziate
n
Polen
Jode
n
Mar
okka
nen
Mos
lims
Turke
n
Bulg
aren
Koerd
en
Roma
zigeu
ners
beide ouders belg (n=486) min. 1 ouder is Marokkaans (n=461)
min. Één ouder Turks (n=126) min. 1 ouder is Zuid-Europees (n=152)
7
Bereidheid tot intergroepscontacten naargelang nationale herkomst
Aantal duidelijke tendensen Eigen groep eerst Gevolgd door groepen die qua taal, geografische ligging, cultuur en
levensbeschouwing het meest nabij liggen Sterke intergroepsconsensus over de laagst geplaatste groepen:
Bulgaren, Koerden en Roma-zigeuners (bij Turken nog 1 lager geplaatste groep : joden)
Bij alle groepen: grotere bereidheid tot sociale contacten met de populatie van West- en Zuid-Europese landen dan deze van bv. Azië en Oost-Europese landen
Jongeren van Marokkaanse en Turkse herkomst vertonen grotere afstanden met zowat alle outgroepen dan jongeren van Belgische of Zuid-Europese origine
een sterke gerichtheid op de eigen groep, vertaalt zich over het algemeen niet in een blokkade voor contacten met andere groepen
8
De contacthypothese getoetst bij Brusselse jongeren
9
Brusselse context
Hoog percentage personen met vreemde nationaliteit of origine
Maar ruimtelijke segregatie Onderwijssegregatie: ‘witte’/elite en
‘zwarte’/concentratie scholen
10
% “vreemdelingen” in Brusselvreemde bevolking Marokko Turkije
Sint-Agatha-Berchem 14,2 2,1 0,3
Ganshoren 14,4 1,8 0,2
Jette 16,2 2,2 0,4
Watermaal-Bosvoorde 16,5 3,7 0,05
Evere 18,6 1,9 0,8
Oudergem 22,2 0,4 0,1
Koekelberg 23 4,9 0,7
Anderlecht 24,5 5,3 0,7
Molenbeek 25 8,7 0,8
Ukkel 26,9 0,5 1,3
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 28,1 3,7 1
Vorst 28,3 4,7 0,2
Sint-Lambrechts-Woluwe 29,1 0,3 0,2
Schaarbeek 29,5 5,3 3,9
Brussel stad 29,6 5,4 1,1
Sint-Pieters-Woluwe 29,8 0,2 0,2
Sint-Joost-ten-Node 33,1 6,1 5,9
Etterbeek 37,8 1,4 0,2
Elsene 41,8 1,8 0,3
Sint-Gillis 42,1 5,4 0,4
11
Samenstelling vreemde bevolking
12
Contactindicatoren
Min. Max. Gem. School % leerlingen van vreemde nationaliteit in de school (geg. Dep. Onderwijs)
2.7 37.5 21.9
% leerlingen waarvan beide ouders van Belgische origine zijn bij de leerlingen die werden bevraagd per school
0.0 74.4 25.7
% islamitische leerlingen bij de leerlingen die werden bevraagd per school
0.0 100.0 45.7
% leerlingen waarvan minstens één van beide ouders van Marokkaanse of Turkse herkomst is bij de leerlingen die werden bevraagd per school
0.0 94.2 39.9
Wijk waarin de school gelegen is % vreemdelingen in de wijk waar de school gelegen is 12.2 40.6 22.2 % Noord-Afrikanen in de wijk waar de school gelegen is 0.4 17.1 4.1 % Turken in de wijk waar de school gelegen is 0.02 8.1 0.7
13
Contacthypothese
Tegenstrijdige verwachtingen Concurrentie- of competitiethese:
aanwezigheid en het daaruit voortvloeiende contact houdt een groot risico in te leiden tot verhoogde vooroordelen en etnocentrisme
Contacthypothese: contacten tussen verschillende bevolkingsgroepen zijn
bevorderlijk zijn voor de goede verstandhouding tussen deze groepen en gaan etnische vooroordelen tegen
14
Contacthypothese
Allport (1954) Contact grotere kennis meer genuanceerde
oordelen 4 voorwaarden voor optimale intergroepscontacten
Groepen verwachten en ervaren dezelfde groepsstatus in de bestudeerde context
Gemeenschappelijke doelen Geen intergroepscompetitie, maar intergroepssamenwerking Gedragen door gezaghebbende instanties, evt. Met expliciet
sociale sancties
15
Pettigrew en Tropp (2006) Geen conditionele voorwaarden maar
faciliterende condities 5e conditie: de setting moet participanten de
mogelijkheid bieden om vriendschapsrelaties uit te bouwen (langdurig contact)
Scholen ideale setting
Contacthypothese
16
Verdere verfijning contacthypothese: intergroepcontacten kunnen gevoelens van
bedreiging en angst reduceren Twee parallelle bewegingen:
1. naarmate migrantengroepen groter zijn of als groter worden ervaren ervaren groepsbedreiging groter meer etnische vooroordelen
2. naarmate migrantengroepen groter is meer kans tot contacten minder vooroordelen
In kleinere settings (bv. Scholen) vnl. beweging 2, in ruimere settings vnl. beweging 1
Contacthypothese
17
Analyses Aparte analyses
Jongeren waarvan minstens één van beide ouders van Marokkaanse origine is Afhankelijke var.: mate van bereidheid tot sociale contacten
met personen geassocieerd met West- en Zuid-Europese landen (Vlamingen, Walen, Nederlanders, Italianen, katholieken en niet-gelovigen)
Jongeren waarvan beide ouders van Belgische origine zijn Afhankelijke var.: mate van bereidheid tot sociale contacten
met personen geassocieerd met moslimlanden (Marokkanen, Turken & Moslims)
18
Contactindicatoren School
% leerlingen van vreemde nationaliteit (obv . geg. Dep. Onderwijs) % leerlingen waarvan beide ouders van Belgische origine (obv enquête) % islamitische leerlingen (obv enquête) % leeringen waarvan minstens één van beide ouders van Marokkaanse of Turkse
herkomst is (obv enquête)
Wijk waarin de school gelegen is % vreemdelingen % Noord-Afrikanen % Turken
Woonplaats Al dan niet in Brussel (70.3% woont in Brussel) Perceptie van de culturele heterogeniteit van de buurt waarin men woont (3
categorieën) Indicator om het intergroepscontact te evalueren: is men al eens slecht
behandeld omwille van zijn/haar geloof, taal of huidskleur Controle voor geslacht, leeftijd, onderwijsvorm en levensbeschouwing
19
Resultaten
20
Belgische jongeren tav moslims
Marokkaanse jongeren tav West/Zuid-Europeanen
Bruto Gecontroleerd Bruto Gecontroleerd School % leerlingen van vreemde nationaliteit / / % leerlingen van Belgische origine / / +* % islamitische leerlingen % leeringen van Marokkaanse of Turkse origine
Wijk waarin de school gelegen is % vreemdelingen +* % Noord-Afrikanen % Turken Woonplaats Brussel +* +* -** -*** Buurt waarin men woont (ref.: buurt met overwegend Belgische inwoners)
Buurt met een gelijke mix +*** +* Buurt met overwegend inwoners van niet-Belgische origine
Resultaten
21
Belgische jongeren
Marokkaanse jongeren
Buurt *ervaringen met andere culturen (ref. cat.: buurt met overwegend Belgische inwoners)
buurt met een gelijke mix en heeft nooit negatieve ervaringen gehad .142 ** .049 n.s.
buurt met een gelijke mix en heeft negatieve ervaringen gehad .088 n.s. .038 n.s.
buurt met overwegend inwoners van niet-Belgische origine en heeft nooit negatieve ervaringen gehad -.056 n.s. .036 n.s.
buurt met overwegend inwoners van niet-Belgische origine en heeft negatieve ervaringen gehad -.087 n.s. -.043 n.s.
Besluit
Ondanks de grote heterogeniteit naar etnische herkomst in Brussel en in Brusselse scholen, blijken jongeren nog steeds sterk gericht op de eigen cultuur
Maakt interetnisch contact de ‘andere’ meer geliefd? Tegen de verwachtingen in: schoolcontext minder van belang
dan de buurt waarin men woont Al dan niet in Brussel wonen Intergroepscontacten kunnen etnische vooroordelen bij
Belgische jongeren vooral remmen als zij plaats vinden in buurten waar er een evenwichtige verdeling bestaat tussen autochtonen en allochtonen en als deze contacten als positief worden ervaren
22
Besluit
Wat daarmee aanvangen? woonbeleid dat gericht is op het bewerkstelligen van meer
diversiteit in wijken, maar met aandacht voor het ‘leefbaarheidsgehalte’
Meer analyses nodig naar de houding van minderheidsgroepen/allochtonen ten aanzien van autochtonen alsook ten aanzien van andere etnische groepen
23
ANTISEMITISME in de Brusselse scholen
Waarom antisemitisme bestuderen?
(als zorgwekkend omschreven) toename in verschillende Europese landen
In internationale rapporten (bv. Center for Research on Anti-semitism, Vienna) gewag van (toename) ernstige incidenten in België/Brussel
Weinig of niet bestudeerd in Vlaanderen
Antisemitisme meten
Op zoek naar stereotypen en clichés Bijvoorbeeld (Horowitz, 2005): “…een
verbazende bekwaamheid om te overleven omdat zij een verbazende bekwaamheid hebben in het beheren en manipuleren van de wereldmarkten, een parallelle bekwaamheid om zich geplaatst te zien in posities van grote macht en invloed, en een cultuur die hen van anderen afscheidt – zowel geografisch als cultureel – wat leidt tot kliekjesgedrag en tot een berekende onverschilligheid tegenover de belangen van de ander”
Hoe verklaren?
Gevolg etnisch vooroordeel
(rationele keuze) (contacthypothese) Socialisatie Anomie-autonomie Onbehagen-
deprivatie
Specifiek voor antisemitisme
Theologisch antisemitisme
(conflict Midden-Oosten, zionisme)
Algemene verklaringen
Socialisatie Mediavoorkeur Participatie verenigingsleven Onderwijsvorm (aso, tso, bso)
Anomie (Durkheim) autonomiestreven
Onbehagen-deprivatie Onerwijsvorm Soc-ec. Gezin, inkomenssituatie Onderwijs ouders Schoolloopbaan (bissen) onveiligheidgevoel
Autonomiestreven (n=1540)
Specifieke verklaring
Verklarend model
R2 (totaal) = 39%
R2 (individueel) = 29%
R2 (school) = 97%
De verklaringen
Algemeen gemiddelde: 23.7
Verklaringen geldend voor iedereen Meisje + 0.0 Jongen + 9.4
Christen prak. + 11.7 Christen niet prak. + 1.0 Moslim + 28.4 Vrijzinnig + 0.0
Onveiligheidgevoel + 3.5
Verklaringen
Geldend voor de autochtonen
Autonomiestreven + 5.5
aso + 0.0 tso + 6.6 bso +16.6
Verklaringen
Geldend voor allochtone niet-moslims
aso + 0.0 tso + 6.2 bso + 18.0
Max. 10% missing - 6.6
Verklaringen
Geldend voor moslims
Populaire mediavoorkeur + 4.5
Verklaringen
Schoolkenmerken
% moslims in schoolbevolking + 0.8
Bevindingen, interpretaties en nieuwe vragen
Opmerkelijk: sociaal-economische positie gezin, inkomenssituatie gezin, onderwijsniveau ouders heeft geen rechtstreeks effect bij geen enkele groep
De onderwijsvorm speelt ook hier een belangrijke rol, doch enkel bij niet-moslims
Antisemitisme bij autochtonen: theologisch, bso, hoog autonomiestreven en hoge onveiligheidsgevoelens (gevoel achterstelling, gevoel bedreiging en geloof in belang autonomie)
Naast vorm en theologisch, bij allochtone niet-moslims waarschijnlijk de taalvaardigheid (origine?)
Opmerkelijk voor moslims is dat bedreiging, sociaal-economische positie, onderwijsvorm, autonomiestreven allemaal geen effect hebben
Enkel effect mediavoorkeur (satelietzenders?)
In het model blijft antisemitisme aan islamitisch geloof gekoppeld; ten dele verklaard door theologisch antisemitisme en zendervoorkeur, grotendeels onverklaard.
Het antisemitisme is de Brusselse scholen binnengekomen samen met de moslimleerlingen
Het gepast toepassen van de vakoverschijdende eindtermen?
In een omgeving waar bij de 50% van de leerlingen moslim is, zou het werken aan verdraagzaamheid bijzondere aandacht moeten besteden aan het antisemitisme