Brugse Kerkbode kaft voorkant kleur 2010 documenten… · levenswijsheden in, die soms iets dieper...
Transcript of Brugse Kerkbode kaft voorkant kleur 2010 documenten… · levenswijsheden in, die soms iets dieper...
� ����������� ��� ������������������������ ����������������������������������� ���!��!��"##�����
INHOUDSOPGAVE
1 Een credo: Ik geloof in God de Vader
2 Gedicht “Kerk als gemeenschap”
3 Bijdrage uit een jaarwerk van Naomi Behaeghel
7 Inleiding over missionair gemeente–zijn gehouden op
20 maart 2010 te Brussel
19 Mogelijkheid voor een gesprek in uw gemeente
20 Schema over 8 sociale milieus
21 Gemeentenieuws
23 Protestants Evangelisch Godsdienstonderwijs
24 Activiteiten
25 Vrouwenbijbelkring (bijdrage mevr. P. Verstraete)
29 Erediensten van 2 mei tot en met 6 juni 2010
31 Rooster lectoren en koffiedienst
32 Uitsmijter of bladvulling?
EREDIENSTEN ZONDAG OM 10.00 UUR
Babyoppas & kinderdienst
Koffiedrinken na de eredienst
hartelijk welkom
www.protestantsekerkbrugge.be
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 1
Ik geloof in God
de Vader,
de almachtige,
Schepper
van hemel
en aarde.
Ik heb er vertrouwen in dat God be-
staat. Met mijn verstand kan ik dat
niet begrijpen, maar innerlijk geeft de
gedachte aan God mij het gevoel van:
veiligheid, geborgenheid, een vaste
grond onder de voeten.
Ik
geloof
in
Jezus
Christus,
Gods
eniggeboren
Zoon.
Ik geloof dat God het leven is en het
leven geeft. Ik geloof dat het Godsrijk
van Jezus gekomen is, mens is gewor-
den, om de onbegrijpelijkheid van God
begrijpelijk te maken. Ik geloof dat Je-
zus door Zijn lijden de doodsmachten
heeft overwonnen. Het geeft mij het
vertrouwen dat zelfs het sterven niet
het einde is, en het geeft mij moed in
moeilijke tijden.
Ik
geloof
in
de
Heilige
Geest.
Ik geloof dat de Heilige Geest inspi-
reert tot het beter begrijpen van het
Evangelie en mensen, die in Jezus
Christus geloven verbindt en door ver-
giffenis bevrijdt, waardoor ik het ge-
voel krijg iedere dag opnieuw te kun-
nen beginnen. De Heilige Geest is
iets, dat ik niet beschrijven kan, maar
ik heb het gevoel, dat ik verantwoor-
ding moet afleggen, hoe ik in deze we-
reld omga met mezelf en mijn mede-
mens. Ik geloof, dat de Heilige Geest
van God komt en mij inspireert.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 2
KERK ALS GEMEENSCHAP
Help ons om los te laten, God: een kerk, die een systeem
is, een verleden, dat versteend is, een leer die levens-
vreemd is.
Inspireer ons om te werken aan een christendom: dat een
persoon is,
een traditie die creatie is, Christus die het leven is.
Help ons los te laten, God: een religie die gestorven is,
een moraal die te veel slafelijk is,
een wetboek dat onmenselijk is.
Laat ons reikhalzen naar: een geest die inspiratie is,
een liefde die bevrijden is, Christus die het leven is.
Help ons los te laten, God: een gezag dat autoritair is,
een eredienst die binnenkerkelijk is,
een sacrament dat soms magie is.
Laat ons uitkijken naar: een gezag dat dienend is,
een liturgie die diaconie is, Christus die het sacrament is.
Help ons los te laten, God: een rijke kerk die machtig is,
een ambt dat dominerend is, een kerk die exclusief is.
Doe ons werken aan wat vóór ons ligt:
een christelijke kerk die voor allen is,
Jezus Christus die ons lichaam is.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 3
NAOMI BEHAEGEL (16 jaar)
Naomi maakte een jaarwerk voor school, ruim 140 blad-
zijden. Ik wil u enkele zaken meegeven en laat haar nu
zelf aan het woord.
Wanneer ik vertel dat ik naar de kerk ga, word ik vreemd
aangekeken: “Hoe ouderwets ben jij?!” Het is een ‘taboe’
geworden. Hoeft dat een taboe te zijn? Waarom is het een
taboe geworden, terwijl vroeger iedereen naar de kerk
ging? Misschien moet je toch even de vraag stellen: “ken
ik de kerk? Weet ik waar het voor staat?” Ik heb even wat
pro’s en contra’s proberen te bedenken, waarom mensen
wel of niet naar de kerk gaan.
Pro
1. Er worden lezingen gehouden uit de bijbel. Als je dus
zelf de moed niet hebt de bijbel te lezen, leer je hem
op die manier kennen.
2. Je interpretatie over de bijbel kan verruimd worden.
Soms door het eens van een andere kant te bekijken,
kunnen je ideeën veranderen.
3. Je kan soms levenswijsheden zien, leren die je anders
niet zou opmerken.
4. Je gaat dieper nadenken over de bijbel en over het le-
ven.
5. Je zit in een gemeenschap en kan ideeën delen.
6. Er wordt gezamenlijk gebeden. Voor sommige mensen
is dit gemakkelijker dan alleen.
7. Het is een moment van rust en inkeer.
8. Je houdt van wat godsdienstig gezang, begeleid door
orgel.
9. Je houdt van symbolen.
10. Er hangt een bijzondere sfeer die veelzeggend, diep-
zinnig is.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 4
Contra
1. Je kan het gevoel hebben dat men te strak is.
2. Misschien voel jij je ongemakkelijk met zo’n gemeente
rond je om te bidden of tot inkeer te komen.
3. Een preek kan zeer complex zijn.
4. Je kan het gevoel hebben dat er geen vrijheid van
denken is.
5. Je krijgt misschien weinig tijd om zelf te bidden.
6. Je kan niet tegen de (vals)zingende gemeente.
7. Je vindt dat diepzinnige, spirituele maar zever.
8. Je bent bang er niet meer weg te kunnen een keer je
je verbonden hebt.
9. Je voelt je niet goed bij de sfeer die er hangt.
10. Je wil een individu zijn die het leven op z’n eentje
leert kennen.
11. Je hebt het gevoel dat er te veel leefregels worden op-
gelegd.
…….
Velen denken bij godsdienst meteen aan iets zeer straks
en rechtlijnigs, aan de vele godsdienstoorlogen, aan iets
waarin je gevangen zit en geen vrijheid van denken en le-
ven meer hebt. Dit vind ik zo jammer. Godsdienst kan
echt iets zeer moois zijn. Daarmee wil ik niet alle nega-
tieve ideeën ontkennen. Ik kan niet aannemen dat God
de mens geschapen heeft om elkaar uit te moorden. Alles
wat in de Bijbel staat moet ook in zijn tijdsgeest bekeken
worden. Het is eigenlijk een geschiedenisboek met grote
levenswijsheden in, die soms iets dieper liggen. Dat wil
dan ook zeggen dat je de Bijbel niet letterlijk hoeft te in-
terpreteren. Wat eigen is aan het protestantisme, is dat
men zelf de Bijbel leest, zelf denkt en interpreteert.
Hoe rechtlijnig is een godsdienst? Dat is iets wat je zelf
vrij sterk in de hand hebt. Je kiest zelf hoe sterk je het
geloofsboek naleeft. Je interpreteert zelf het woord van
God, hoe letterlijker, hoe moeilijker na te leven.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 5
Eigenlijk nodigt God ons uit tot het geloof, de praktise-
ring, etc. Het is aan ons om te kiezen in hoe verre we er-
op ingaan. Er worden “leefregels” opgesteld, maar die kan
je opnemen als suggestie. Het is niet omdat je anticon-
ceptiemiddelen gebruikt, dat je geen “goed katholiek”
kunt zijn. Je kunt ook moslim zijn zonder een hoofddoek
te dragen.
Godsdienst is niets om bang voor te zijn. Je moet alleen
even om het hoekje durven te kijken om dat te ontdek-
ken. Het is iets wat je zelf moet beleven. Je kunt het niet
ontdekken door te zeggen: “ik heb het gehoord van…, en
als die het zegt, zal het wel waar zijn.”
Ben je zwak omdat je gelooft? Sommigen zeggen van wel.
Er wordt wel eens gezegd:” zo zwak dat je moet geloven in
een God om te kunnen leven, kan jij dan niet op je eigen
benen staan?” Natuurlijk kunnen wij dat. God is liefde.
En uit liefde haal je kracht en energie.
Als jij een moeilijk moment hebt, haal je toch ook je ener-
gie uit mensen die je lief hebt? God is juist zo iemand,
waar je altijd bij terecht kan. Je kunt je gevoelens uiten,
zonder dat hij je afwijst. Je kunt vertrouwen in hem heb-
ben. Hij zal je geen kwaad doen, omdat je eens boos bent
geweest op hem. Vrienden hebben ook niet voor alles een
oplossing, maar dat ze naar je luisteren kan troost bren-
gen. Bij God is het juist zo.
….
Mijn grootste doel voor dit jaarwerk was voor mezelf ont-
dekken wat mijn godsdienst voor mij betekende. Dat doel
heb ik bereikt. Mijn jaarwerk heeft ervoor gezorgd dat ik
de stap gezet heb om weer naar de kerk te gaan. Ik ben
zeer blij dat ik dat gedaan heb. Ik merkte ook naar mate
mijn jaarwerk vorderde, dat mijn ideeën veranderden en
ik op een andere manier naar de preken luisterde.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 6
Dat komt omdat ik meer van de achtergrond van het ge-
loof begon te weten, langzaamaan, beetje bij beetje begin
ik de Bijbel te kennen. Ook de preken zetten je aan tot
nadenken. Een debat met iemand zet je weer aan tot
eens met andere ogen ernaar kijken. Wat ik voornamelijk
ontdekt heb, is dat een godsdienst iets is wat moet blij-
ven leven, in elk individu op zich een evolutie moet door-
maken. Geloof is niets zwaks, je komt er alleen maar
sterker uit. Ik heb het gevoel sedert dat ik weer echt be-
zig ben met geloof, ik anders tegen de dingen aan durf te
gaan. Niet dat ik geloof dat God alles voor mij zal doen,
zeker niet, maar het is een soort steunpilaar die vertrou-
wen geeft.
Soms kan het leven zo ‘non stop’ doorgaan, op een ma-
nier dat je het gevoel hebt dat je nooit tijd hebt om eens
adem te halen. Voor mij is naar de kerk gaan een mo-
ment van rust. Om dat helemaal te bewaren heb ik ook
het principe gekweekt van pas mijn gsm aan te leggen als
ik terug ben van de dienst, zodanig dat ik een moment
heb alleen voor mij en het geloof.
Misschien komt dit nu allemaal een beetje over als een
preek van een vroom iemand, maar dat is wel de evolutie
die ik doorgemaakt heb.
Moeiteloosheid heeft geen bestaan
God wil je helpen als je hem toestaat
God kan je steunen als je hem gelooft
God kan je liefde geven als jij wil lief hebben
God kan je gelukkig maken als jij gelukkig wil zijn.
Je kan eeuwen wachten op een Goddelijk teken,
maar misschien moet je niet uitkijken
naar een engel uit de hemel,
maar staat hij naast je,
onder de vorm van een vriend.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 7
INLEIDING VPKB KERKENRAADSDAG 20 MAART 2010 TE BRUSSEL
Mag ik in de eerste plaats u hartelijk danken voor de uit-
nodiging om hier te komen spreken? Het is niet de eerste
keer dat ik in België ben en in deze Graanmarktkerk.
Door goede contacten ben ik een beetje op de hoogte van
uw kerkelijk leven. Ik vind het altijd weer boeiend om
hier te zijn, in dit voor mij buitenland, maar toch met een
lijntje verbonden met de Noordelijke Nederlanden.
Ik heb uit het voorgesprek begrepen dat ik hier zal spre-
ken voor de doorsnee bestuurders en medewerkers van
de lokale kerk; Dat is ook het publiek waarmee ik in mijn
dagelijks werk heb te maken. Ik heb dan ook getracht om
in mijn Inleiding zo dicht mogelijk bij uw dagdagelijkse
realiteit aan te sluiten. Toch moet u mij maar vergeven
dat ik voornamelijk spreek vanuit de Nederlandse context
en mijn eigen ervaringen daarin. De situatie in Nederland
verschilt wel iets, maar in het gebied waar ik werk- direct
over de grens, zijn ook veel kleine gemeenten.
Onze synode heeft 2 jaar geleden besloten om flink te be-
zuinigen op de bovenplaatselijke dienstverlening. Eén
ding moest echter extra aandacht krijgen: de opbouw van
de missionaire gemeente en het onderzoek naar kerk–
planting, de poging tot stichten van nieuwe gemeenten in
met name verstedelijkte gebieden, en nieuwe stadswij-
ken. Momenteel zijn er 3 collega’s benoemd om in alle re-
gio’s voorlichting en stimulansen te geven tot missionaire
bewustwording. De grote map ‘30 kansrijke modellen’ is
daartoe een eerste aanzet.
Als je zo’n verzoek uit België krijgt, om te spreken over de
situatie van de kerk in een tijd, waarin de veranderingen
in de samenleving over elkaar heen buitelen, dan is het
niet gemakkelijk om een goede invalshoek te vinden.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 8
Waar zal ik beginnen? Bij de positie van de kerk in het
na–christelijke tijdperk? Bij een analyse van de oorzaken
van kerkverlating? Bij het communiceren van de bood-
schap van het Evangelie, waar zoveel mensen van zeggen,
dat ze die niet meer van deze tijd vinden? Bij de vraag
naar God, bij de zoektocht van velen naar Iets dat ons le-
ven plaatst in een bezield verband? Bij het belaste verle-
den van de kerk, dat alle gepraat over liefde en moraal
ongeloofwaardig maakt? En kan ik aansluiting en her-
kenning oproepen bij mijn Belgische geloofsgenoten? Ik
waag het er maar op.
Waarschijnlijk duizelt het menig kerklid als er zo vragend
en twijfelend gesproken wordt over alles wat hen dierbaar
is en was. Laten we het eenvoudig houden, zegt men dan.
God houdt van zijn schepselen en Jezus gaf zijn leven
voor ons. En wij dienen zijn navolgers te worden. Daar
hebben we onze handen al meer dan vol aan, zeker als
we dat doen met gelijkgestemden in een kerkelijk ver-
band.
Alles verandert in onze samenleving. Laat de kerk een
plaats zijn, waar het blijft zoals het was; dat geeft rust en
oriëntatie. Ja, alles verandert, een modern mens krijgt
per dag meer informatie tot zich, dan de oermens in heel
zijn leven. We kunnen eervoor kiezen om ons terug te
trekken binnen de muren en als protestantse sekte alleen
nog voor de gelijkgestemden iets te betekenen.
Maar, dat was niet de opdracht van Jezus; gaat uit en
verkondig het Evangelie. Gaat uit… dat is buiten de mu-
ren van de veilige afspraken, de traditie, het bekende
taalgebruik, de gelijkgestemden. Veel kerken weten in-
middels dat het hard werken is. En misschien kunt u mij
in de wandelgangen ook nog wat nieuwe ideeën geven
voor de kerken in Nederland. De dag van vandaag zal u
op nieuwe iedereen moeten brengen en misschien een
andere blikrichting.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 9
Woord buiten de muren is het motto. En dan zijn we te-
gelijk bij de wijze van kijken, die ons kerkmensen zo
kenmerkt. Ik wil vandaag stilstaan bij twee wijzen van
kijken: die naar buiten de muren, naar de mensen en wat
hen bezielt en die naar binnen de muren naar onszelf, als
gemeente en als gemeentelid.
We hebben in ons kerkelijk spraakgebruik een aantal
technische termen, gradaties waarmee we mensen aan-
duiden: Je bent meelevend lid, en dan behoor je tot het
centrum, vaak nog ziet men de predikant en de kerken-
raad als de kern, het binnenste centrum. Meelevend lid-
maat betekent dat je regelmatig je gezicht laat zien op
zondag of bij een groepsactiviteit door de week en dat je
meehelpt de gemeenschap op te bouwen. Ieder kerklid,
dat niet op die manier meeleeft, noemen wij ( in NL)
randkerkelijk. En dan spreken we ook nog over degenen
die buiten zijn - misschien wel in de buitenste duisternis-
dat zijn de buitenkerkelijken. Zij houden blijkbaar veel
van buiten zijn. Wij houden van binnen zijn en wij willen
graag dat de mensen aan de rand en degenen die buiten
zijn, naar binnen komen. “Komt ga met ons en doe als
wij”, zeggen wij met Psalm 122. Wij hebben het hier goed.
Dit is de blikrichting van binnen naar buiten. Die heeft
jarenlang ons kerkelijk leven bepaald. Maar die blik blijft
meestal beperkt tot de drempel en de deur. Komen ze
nou nog? Waar blijven ze? Eigenlijk was de blikrichting
vooral gericht op binnen. We gingen niet eens buiten vra-
gen wie daar nou voorbij liepen. Wie zijn die mensen. Wij
waren alleen geïnteresseerd in ze , in zoverre ze aan onze
verwachtingen zouden voldoen: namelijk meedoen met
ons!
Maar: Wat vinden zij eigenlijk van uw kerk? Van de ker-
ken in het algemeen? Hoe komt het dat het ze niets (
meer) zegt? Weten we dat? En zien we dat die ongelovige
mens ook in onze eigen ziel huist?
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 10
Kerkverlating of ongelovigheid is niet zomaar iets van ver-
slapping of luiheid, maar heeft sterk te maken met twee
grote vraagstukken: de secularisatie in de samenleving,
en de geloofscrisis binnen de kerk zelf. De vanzelfspre-
kendheid rondom God is verdwenen. Hij is in onze tijd
een mogelijkheid geworden, een optie naast andere. Ook
steeds vaker heftig bestreden, 2009 is het jaar dat atheïs-
ten zich o.a. op stadsbussen nadrukkelijk melden in het
publieke domein.”God bestaat waarschijnlijk niet, dus ge-
niet van het leven”
Wat betekent dat alles voor de kerk? Zulke wezenlijke
vragen zullen moeten worden opgepakt door de kerkelijke
leiding. Het huidige besef van: God is een optie. God niet
als antwoord op alle dingen maar als ‘open vraag’:
Mensen kunnen God geen plaats meer geven in hun den-
ken over de wereld of men kan geloof niet rijmen met de
bittere raadsels van dit bestaan. Deze levensinstelling
doortrekt en stempelt onze cultuur op een ongekende
wijze.
En aangaande de kerk: men is het zat om als dom schaap
te worden behandeld dat alleen de weg niet vindt. Morele
dwang vanuit een kerkelijke hiërarchie stuit de moderne
mens tegen de borst En wie weet nog het onderscheid
tussen de Rooms Katholieken en de Protestanten? Dus
uw kleine kerk krijgt een tik mee van de beeldvorming
van de grote katholieke zusterkerk. De aanklachten rond
het seksueel misbruik in kindertehuizen versterken dat
gevoel nog eens extra.
Ik ben van mening dat we aan dit agnosme, deze geloofs-
twijfel te weinig aandacht besteden in de kerkelijke dis-
cussie. Geloofsverdediging zou in het publieke debat weer
een plaats moeten krijgen. In Nederland zie ik dat alleen
terug bij de Evangelicals, maar niet bij de mainstream
kerken. Apologeten heten zulke mensen. Zijn ze er nog?
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 11
Wie komt er –buiten de muren van de kerk– nog voor God
op?; Niet verongelijkt en niet vanuit een minderwaardig-
heidspositie, maar in een publieke dialoog. We laten ons
dit vaak afpakken door Amerikaanse tv-dominees of mos-
limfundamentalisten.
Nu lijkt het wel, alsof godsdienst en kerk een aflopende
zaak is. Als de laatste straks het licht wil uitdoen, dan
sluiten wij de kerk. Onze aartsbisschop Eyk meldde on-
langs dat hij de komende 10 jaar verwacht, dat er 1000
RK kerken zullen moeten sluiten. Bij de protestanten zul-
len dat er zeker ook enkele honderden kerken zijn.
Het kan je verwarren, als je zelf wel iets ziet in die won-
derlijke traditie van de christelijke kerk door de eeuwen
heen, het kan je ook verdriet doen, als dat wat jouw le-
vensfundament is, door anderen als bijzaak, in ieder ge-
val niet als hoofdzaak wordt gezien. Ik heb er geen oplos-
sing voor, maar probeer te kijken waar we zouden moeten
beginnen.
Dan kijken we naar ons uitgangspunt: de Woorden, de
verhalen van Jezus en de 1e christenen die tot ons komen
door een lange geschiedenis van theologie en kerkelijke
tradities; Want daarmee begint ons vuur te branden,
daardoor wordt ons Licht ontstoken in de nacht. Dat
vuur bepaalt onze houding als gemeentelid naar nieuw-
komers, ouders van dopelingen, mensen buiten onze ei-
gen ledenbestanden die in onze de buurt of stad hun le-
ven leiden :
Ik las onlangs ergens het volgende verhaal: Derek Draper
werkte als succesvol politiek lobbyist, en was later actief
achter de schermen voor de labourregering in Londen. Een
periode van clubbezoek, XTC- en cocaïnegebruik leidde, sa-
men met een publiek schandaal over politieke corruptie, tot
depressiviteit en ontslag. Therapeuten adviseerden hem op
zoek te gaan naar ‘spiritualiteit’, om de balans in zijn leven
weer te vinden.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 12
Nadat hij yoga, New Age en het boeddhisme had onder-
zocht, concludeerde hij dat ze alle drie iets misten. Maar
een indrukwekkend bezoek aan Westminster Abbey lokte
een bezoek aan de plaatselijke kerk uit, een strikt angli-
caanse parochie met een interessante mix van plechtigheid
en informaliteit. De impact van dit bezoek is wellicht het
beste te beschrijven in Drapers eigen woorden: “Ik begon
Jezus Christus te ontdekken; zijn leven en zijn onderwijs.
Ik leer nog steeds bij over de liturgie, al lezend worstel ik
met de Bijbel, speciaal met het Oude Testament, en met de
daden van de georganiseerde kerk, zowel in het heden als
het verleden. Maar ik weet dat dat er allemaal niet echt toe
doet. De kern van mijn christen-zijn is het geloof in de wijs-
heid van Jezus’ woorden, zoals die in de evangeliën wor-
den verteld. Ik kijk nu met afschuw terug op mijn extreme
verleden, in de tweede helft van de jaren negentig. Ik ga
proberen te leven zoals Jezus het tweeduizend jaar geleden
voorschreef. Ik leefde een plat, materialistisch leven. Ik was
ongeduldig en intolerant. Nu probeer ik te leven en te den-
ken met anderen in gedachten. Hoewel het voor velen een
walgelijk idee is, kan ik het niet anders zeggen: God is lief-
de. Zo zegt de Bijbel het, en dat is wat ik steeds meedraag:
liefde voor iedereen die ik ontmoet, grenzeloze, geduldige
en vriendelijke liefde.”
Derek Draper ging op zoek, eigenlijk niet eens naar het
christendom. De vraag is nu wat hij aantrof toen hij de
kerk binnen stapte. Het punt is dat Derek Draper iets
echts, iets anders en onderscheidends vond in die kerk,
op het moment dat hij er was: iets prikkelends. Dit is een
vraag aan elke plaatselijke kerk: als hij jouw kerk was
binnengestapt, zou hij dan zijn teruggekomen?
Een Franse filosoof en cultuurcriticus (Jean Beaudrillard)
vond dat onze huidige cultuur wordt gestempeld door op-
pervlakkigheid: “Geen van onze samenlevingen weet hoe
ze haar verlangen naar de werkelijkheid moet vormgeven’’.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 13
Het gemis aan diepgang, een gebrek aan realiteit dringt
zo diep door in onze cultuur en onze media dat niemand
nog weet wat echt is en wat niet. Voor hem is die heim-
wee naar realiteitszin een van de sleutelkenmerken van
een postmoderne wereld.
Onze vraag, als kerkenraadsleden is niet: ‘Hoe kunnen
we de mensen aan de rand (en erbuiten) overtuigen dat
geloven en meedoen zinvol en waar is?’ maar ‘Hoe kun-
nen we hen naar meer doen verlangen?’ Dit brengt vra-
gen mee over persoonlijke levensstijl: ‘Hoe anders zijn
mijn waarden, mijn huis en mijn gedrag dan die van mijn
onchristelijke buren en vrienden? Is er iets wat hen aan-
zet tot de vraag naar meer, wat hen doet verlangen naar
wat ik heb?’
Dit vraagt ook frank en vrije bevraging van de levensstijl
van de kerk: ‘Is onze kerk gewoon een zoveelste clubje
van gelijkgestemden die zingen, religiositeit en preken
waarderen? Of is er iets in het leven of de godsdienst van
de kerk wat een naar binnen kijkende voorbijganger doet
verlangen naar wat we hebben?’ Is onze kerk een con-
trasterende gemeenschap in het seculiere vlakke platte
landschap?
Goed, maar daarmee hebben we ons al zo vaak bezigge-
houden. Wij zijn ook maar gewone mensen, die niet kun-
nen toveren. Nee, maar op zoek gaan naar de motivatie
van mensen, zou een beleidspunt kunnen zijn. De moti-
vatie om naar de kerk of kerkelijke groepen te komen, om
mee te denken hoe de kerk het Evangelie present kan
stellen, in diaconale initiatieven en in hartstochtelijke ac-
tiviteiten en woorden. Dan moet je eerst weten wie je ei-
gen leden zijn, wat hun verlangens en kwaliteiten zijn,
hoe zij in het leven staan. En niet alleen je leden: waarom
zou je je niet veel meer gaan richten op een breder pu-
bliek? Als je dat in beeld krijgt, is er misschien een heel
ander beleid nodig.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 14
Wij delen de mensen nog vaak in in antieke groepen: ge-
lovig, ongelovig, buitenlander, upper class, middle– en
lower class. Het Nederlandse bureau ‘Motivaction’ heeft
enige tijd geleden een prachtig onderzoek gedaan. Ze liet
een brede groep mensen een soort mentality test doen.
En kwam tot een 8-tal sociale milieus. (zie blz. 20)
Dit onderzoek werd ook gedaan naar de leefstijlen van de
achterban van de PKN en de groep religieus georiënteer-
den. Uit dit onderzoek van ‘Motivaction’ (Mentality, socio-
graphics in marketing, januari 2004) blijkt dat er een
kloof is tussen diegenen, die de kerk een warm hart toe-
dragen en het deel van de samenleving, waar de tussen-
generatie 30-50 jaar ondervalt. In alle kerken zien we dat
vooral de traditionele burgerij oververtegenwoordigd is.
Kerkleden die gezien hun kenmerken vallen onder andere
groeperingen (zoals de kosmopolieten, de moderne burge-
rij, postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen) en
behoefte hebben aan allerlei vormen van spiritualiteit
kunnen met het reguliere aanbod vanuit de kerken niet
uit de voeten en haken snel af. Indien je meer wilt weten
van deze groeperingen, is het van belang, dat je je ver-
diept in de leefstijlen van deze doelgroep. Eerst dus maar
eens luisteren naar deze groeperingen, wat houdt hen
bezig? Welke levens- en zin/geloofsvragen staan centraal
bij hen?
Het voert te ver om dat uitvoerig te behandelen, maar al
veel bedrijven en organisaties zijn hiermee aan het werk
en weten op wie ze zich moeten richten met welk pro-
duct. Misschien een leuke test om in uw vrijwilligerska-
der te doen; u doet ‘m via internet en krijgt dezelfde dag
nog een rapport. Maar het is ook een mogelijkheid om
aan de weet te komen hoe uw groep jongere leden in el-
kaar zit. De kerk zal moeten toegroeien naar een nieuwe
positie omdat de samenleving verandert.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 15
Wij zullen dus eerst buiten de muren goed moeten ver-
kennen, luisteren, participeren, te verspieden als Jozua,
Om uiteindelijk ook te leren kijken met de ogen van bui-
tenstaanders naar onze eigen kerkelijke bedrijvigheid,
ons taalgebruik, onze gewoonten. Misschien gaan we dan
wel zaken anders doen, zeggen, publiceren.
Joep de Hart, onderzoeker bij het SCP heeft hierover het
volgende gezegd: De postmoderne mens is een levensbe-
schouwelijke nomade. Zijn spiritualiteit heeft geen stopcon-
tact meer nodig. Net als zijn elektronische apparatuur moet
ook zijn geloof tegenwoordig portable zijn. Moderne mensen
zoeken geen credo, geen onwankelbaar geloof, maar eerder
ervaring. God bezoekt nog steeds zeer velen, maar het
adres van God is niet noodzakelijkerwijs in de dichtstbij-
zijnde kerk te vinden. Maar bijvoorbeeld ook in een kloos-
ter, in een regionale jongerenkerk, tijdens een wandeling, in
een inloophuis of in het drugspastoraat. Om maar wat te
noemen.
En ik voeg er aan toe: Op internetforums, op blogs, via
Twitter en chat–mogelijkheden. En verder: ook dunne
lijntjes naar de kerk zijn van belang: randkerkelijkheid is
een wijze van betrokkenheid, misschien ook wel tijdelijk.
1x per jaar naar de Kerstnachtdienst is dat ook goed?.
Durven we dat te waarderen en te accepteren? Het gaat
steeds weer om de kwaliteit van ontmoetingen, het cre-
ëren van gemeenschap,van tijdelijke verbondenheid,
soms in het voorbijgaan, zoals Jezus ook al deed hoort
daar ook bij. En dan de rest aan God overlaten.
Voor de kerkelijke praktijk denk ik dan aan een aantal
concentrische cirkels waarin belangstelling gewekt wordt,
waarin gradaties van betrokkenheid gewekt worden. Dat
kan door gebruik te maken van de missionaire momenten
in bestaande kerkenwerk en door nieuwe missionaire
momenten te creëren. De bestaande scharniermomenten
zoals trouwen, dopen, begraven.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 16
En de Hoogfeesten, de Monumentendag, de nieuw inge-
komenen. De jaarlijkse geldinzameling. Het zijn alle mo-
menten waarbij de kerk dichtbij de mensen kan komen.
Kwalitatief moeten die activiteiten dan klinken als een
klok. Vraag is daarbij: hoe creëer je een zodanige situatie
dat het moment beklijft en er een vervolg kan komen?
Andere momenten die je kunt aangrijpen (en wat al veel
gebeurt) geschiedenis/ cultuur. Uw historische gebouw,
Muziek, poëzie (troost), maand van de spiritualiteit, the-
ma van de Boekenweek, een diaconale actie, want in het
diaconaal initiatieven nemen wordt duidelijk wat de
kerkgemeenschap waard is. Het is een veelal onder-
schatte missionaire gestalte van de kerk.
U bent vandaag bij elkaar gekomen vanuit de overtuiging:
Het is uniek en waardevol wat we in huis hebben, maar
hoe delen we die waarde in de toekomst? Wij zijn bereid
om daarnaar de komende jaren een speurtocht te onder-
nemen, daar een speerpunt in ons beleid van te maken.
En dan tot slot nog even de blik naar binnen: Ik ben van
mening dat wanneer je als kerkgemeenschap ook in de
toekomst wat wilt betekenen, dat je dan eerst bij jezelf te
rade moeten gaan. Want ook in eigen kring slaat de ero-
sie toe, of centrifugeert de gemeenschap soms mensen
middelpuntvliedend naar de rand. De restauranteigenaar
die zijn klanten wil houden of nieuwe klanten wil, ver-
diept zich in de eetlust van de potentiële klant, verandert
de spijskaart, stuurt zijn personeel op cursus of neemt
een nieuwe kok aan. En dan heb ik het nog niet eens
over zijn eigen financiën, gezondheid of creativiteit.
En dan moeten we elkaar maar regelmatig vragen: hoe
blijft uw eigen vlam brandend? En dan bedoel ik: uw per-
soonlijke inzet, uw motief, waardoor u zelf ook weer licht
kunt verspreiden?
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 17
De kerk bestaat uit allemaal unieke mensen met een ei-
gen verhaal, een eigen motief. Dat is ook wel weer boei-
end, want in het kerkelijke spraakgebruik wordt er soms
een eenheid van geloven verondersteld die er niet altijd
is, bv. Een onwankelbaar geloof in allerlei waarheden,
over de Drie-eenheid, het leven en sterven van Jezus, de
Almacht van God, de kracht van het gebed. Stuk voor
stuk respectabele zaken. U kent ze.
Maar een beetje rondvragen leert, dat –zeker in onze plu-
riforme kerk- dat er ook mensen zijn, die het genoeg vin-
den, om wat te verwijlen in een oude kerk bij een kaarsje,
of ze houden alleen al van het prachtige gebouw, of er
zijn mensen die hun hele leven teren op 1 Bijbeltekst of
een lied (Johannes 3:16; Wat de toekomst brengen mo-
ge…). Een ander komt graag naar de ouderengroep om
contact te hebben, of omdat het daar tenminste geen ta-
boe is, als je over God praat. Daardoor blijft zijn vlam
brandend, Nog iemand anders wil graag zijn vrijwilli-
gerstalenten kwijt in de kerk , of wil discussiëren over
theologie en rekent op weerwoord, waardering of vriend-
schap, saamhorigheid. Mijn ouders waren gedreven door
het vlammetje: Jezus uw verzoenend sterven is het rust-
punt van ons hart.” Ik zelf was meer gedreven door Jezus’
aanstekelijke visioen van een Koninkrijk waar ge-
rechtigheid en vrede zou heersen en de muziek van Bach,
of Oosterhuis en Antoine Oomen heeft mij bij de kerk ge-
houden.
Zo blijft een vlam brandend op heel verschillende wijze,
met verschillende aanstekers, motieven. Als je die niet
zou hebben valt het licht uit. En valt de gemeenschap
stil. Zo’n voorbeeld gaat natuurlijk altijd ergens mank,
maar ik blijf nog even doorgaan.
Het zou goed zijn om elkaar nu of volgende week de vraag
te stellen:
a. Hoe zit het met onze eigen aansteker/vlam, blijft die
nog branden of kan het beter?
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 18
b. Wat voor soort aanstekers zijn er in ons midden en
hoe houden wij ze brandend?
c. Kunnen we ook nieuwe mensen wijzen op hun eigen
manier van aansteker zijn? En ze daarmee misschien
uit de kramp halen? Bevrijden tot: jij mag er zijn met
je eigen vlam. Nee, nog meer: wij zijn benieuwd naar
jouw vlam, wij hebben jouw vlam dringend in de kring
nodig! En willen hem desnoods aanwakkeren.
Kunnen wij het regelmatig er met elkaar over hebben,
hoe onze vlam brandt en of onze vlam nog wel brandt?
Dat is fundamenteel voor de voortgang van een missio-
naire gemeente.
Dat vraagt om openheid; maar het is onmisbaar Zeker
voor een kerkenraad die leiding wil geven, niet alleen aan
een organisatorisch proces, maar ook aan een spiritueel
proces.
Gaat het om de toekomst van de kerk, dan gaat het om
mensen zoals u en u en ik! Daar begint het mee.
Mensen die gedreven en aangestoken worden door Gods
Geest, ze weten zelf soms niet eens hoe dat hun over-
komt, maar ze kunnen niet meer zonder die zoektocht.
En ze willen dat samen doen met andere zoekers., aan-
stekelijk en herkenbaar.
Dank voor uw aandacht.
Simon Drost
Gemeenteadviseur Dienstenorganisatie
Protestantse Kerk in Nederland
www.pkn.nl
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 19
Mogelijkheid voor een gesprek in uw gemeente
A. Het zou goed zijn om te weten:
a. Hoe zit het met onze eigen aansteker/vlam, blijft die
nog branden of kan het beter?
b. wat voor soort aanstekers zijn er en hoe houden wij ze
brandend?
c. Kunnen we ook nieuwe mensen wijzen op hun eigen
manier van aansteker zijn? En ze daarmee misschien
uit de kramp halen? Bevrijden tot: jij mag er zijn met
je eigen vlam. Nee: wij zijn benieuwd naar jouw vlam,
wij hebben jouw vlam dringend in de kring nodig. En
willen ‘m desnoods aanwakkeren.
B. Hoe kijkt de gemiddelde Belg tegen de kerk aan? Hoe
kijken wij daar zelf tegen aan? Als u uw eigen
kerk/gemeente zou willen portretteren, dan vraag ik u
ook een beeld van een mens in gedachten te nemen.
2 vragen: Welk soort mens is uw kerk/uw gemeente mo-
menteel? Welk soort mens zou uw gemeente moeten zijn?
C. Stelt u eens vast: u gaat een kaderaffiche ontwerpen,
zoals ook de voetbalclubs doen om hun wekelijkse wed-
strijden aan te kondigen op een telkens terugkerend her-
kenbaar affiche. Over een paar jaar herkent iedereen het:
o ja, dat is van de protestanten … Wat zullen ze nu weer
hebben? De affiche moet een vaste illustratie bevatten en
een vaste reclamezin. Met welke illustratie en slogan wilt
u bekend staan? Waarmee wilt u aandacht vestigen? Wat
gaat u daar dan verder op aankondigen? Op wie gaat u
zich richten? Doelgroepen binnen de kerk? Buiten de
kerk? Aan de rand?
D. Opdracht is: inventariseer de mogelijkheden voor ‘mis-
sionaire momenten’ en bekijk hoe u die kunt verbeteren.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 20
Mentality - Sociale milieus In Nederland worden 8 sociale milieus onderscheiden:
De traditionele burgerij De moralistische, plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte burgerij die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen. De gemaksgeoriënteerden De impulsieve en passieve consument die in de eerste plaats streeft naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven. De moderne burgerij De conformistische, statusgevoelige burgerij die het evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden als consumeren en genieten. De nieuwe conservatieven De liberaal-conservatieve maatschappelijke bovenlaag die alle ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar zich verzet tegen sociale en culturele vernieuwing. De kosmopolieten De open en kritische wereldburgers die postmoderne waarden als ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten. De opwaarts mobielen De carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning. De postmaterialisten De maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu. De postmoderne hedonisten De pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden Uit: www.motivaction.nl (mentality-test) bedoeld om ‘klantgroepen’beter te onderscheiden en te binden en ‘trends’te signaleren. U kunt uw eigen positie testen op de webstek.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 23
VERKIEZINGSZONDAG 13 JUNI Nee, ik ga u geen stemadvies geven. Wat ik wel wil is u
aanmoedigen om deze zondag, of u al of niet gaat / moet
stemmen, naar de eredienst te gaan.
Deze zondag gaat dr. D. Würsten voor, predikant van on-
ze kerk en nu inspecteur/adviseur van het Protestants
Evangelisch Godsdienstonderwijs (PEGO).
De levensbeschouwelijke vakken -
en dus ook het PEGO- hebben een
bijzonder belangrijke taak verwor-
ven in het schoolleven, zowel in de
ontwikkeling van het algemene
leer- en opvoedingsproces als in de
diverse nieuwe opdrachten die de
school werden toegewezen.
De lessen PEGO staan open voor
alle kinderen. In elke stedelijke,
gemeentelijke en provinciale
school en in elke school van het
gemeenschapsonderwijs kan de
PERGO aanvragen. U ontvangt een
keuzeformulier bij inschrijving.
Wat biedt het PEGO kinderen aan?
a) Een stevige Bijbelse basis, aangepast aan de leefwereld
en de ontwikkeling van het kind.
b) Christelijke waarden, op speelse wijze aangebracht en
gericht op hun leven.
c) Aandacht voor de specifieke mogelijkheden van het
kind.
d) Dit alles in afwisselende lessen, waarin creativiteit, ge-
sprekjes, verhalen en liedjes ruim aan bod komen.
www.pego-site.be
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 24
ACTIVITEITEN
DISTRICTSVERGADERING Zaterdag 5 juni om 14.00 uur in het PCC te Gent. We
gaan spreken over het beleid in onze kerk (plaatselijk, op
districtsniveau en landelijk).
VZW DE VRIENDEN ⇒Uitstap op 21 augustus. We bezoeken het vernieuwde
Romeins Museum te Oudenburg en verbinden dit met
een bezoek in Houthave (tentoonstelling mevr. Jenny
Verplancke). U krijgt t.z.t. meer nieuws via de voorzitter.
⇒Gemeente–hammetjes–avond (voorheen Barbecue) op
zaterdag 25 september. Meer informatie volgt later.
⇒Varia. Op donderdag 18 november is er een interessante
lezing in het kerkcentrum door dhr. J. Berten, voorzitter
van de Gidsenbond.
OPEN KERKEN Van de startzondag 6 juni t./m. 15 augustus staat onze
kerk weer open voor bezoekers op vrijdag, zaterdag en
zondag van 12.00–16.00 uur. Dhr. P. Lauwaert, directeur
van het Vlaams Bijbelgenootschap (VBG), verzorgt de pre-
diking op de starzondag. Verder zal onze ouderling me-
vrouw G. Labeur iets voorbereiden rond het boek Ruth en
zal haar nichtje Eva Cardinael harp spelen (waarschijn-
lijk met een vriendin). We zullen dan ook de ‘Expo Biblia’–
tentoonstelling van het VBG hebben. Binnenkort hangen
we de lijst op om vrijwilligers voor de permanentie te vra-
gen. Wilt u in uw omgeving bekendmaken dat onze kerk
in die tijd open is?
Er wordt ook publiciteit gemaakt op onze site en die van
www.openkerken.be.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 25
Vrouwen(bijbel)kring van april 2010 Elia : Het gebed om regen (1 Koningen 18)
Elia echter klom naar de hoogte van de Karmel, boog zich
ter aarde en legde zijn aangezicht tussen zijn knieën. Daar-
op zei hij tot zijn knecht : Klim omhoog, zie uit naar de zee-
kant. Hij klom omhoog en zag uit, maar zei: Er is niets.
Daarop zei hij: Ga weer. Tot zevenmaal toe. Bij de zevende
maal nu zei hij: Zie, een wolkje als eens mans hand stijgt
op uit de zee (…). Toen, in een oogwenk, werd de hemel
zwart van de wolken en wind, en viel er een zware stortre-
gen. (1 Koningen 18:42-45)
Nadat het volk Jahweh had erkend als de ware God en
het oordeel aan de profeten van de Baäl was voltrokken,
stond niets de zegen van God meer in de weg. De relatie
tussen God en het volk was hersteld. Nu kon de regen
weer neerdalen van boven. De komst van de beloofde re-
gen vereiste echter wel ‘een krachtig gebed’ van de kant
van de profeet, die naar de hoogte van de Karmel klom en
ootmoedig knielde voor zijn God.
Wat was zijn gebedshouding? Elia echter klom naar de
hoogte van de Karmel, boog zich ter aarde en legde zijn
aangezicht tussen zijn knieën. (1 Koningen 18:42)
In het besef van zijn geringheid knielde hij zo neer voor
de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde. Was dit
dezelfde man die enkele uren geleden in het middelpunt
had gestaan op de berg Karmel, die het gehele volk ter
verantwoording had geroepen, de profeten van de Baäl
had bespot en hen had laten slachten bij de beek Kison?
Evenals Abraham destijds was hij zich ervan bewust dat
hij slechts ‘stof en as’ was voor de Rechter der ganse aar-
de. Het is dus zonder meer nuttig te bidden voor de ze-
geningen die God ons al heeft toegezegd. God wil graag in
ons hart het verlangen zien naar de vervulling van Zijn
beloften.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 26
Het is tot eer van Hem als wij pleiten op Zijn trouw en vol
verwachting uitzien naar de vervulling van Zijn woord. Hij
stuurt ons niet weg met lege handen. Wij mogen zelfs al
onze wensen door gebed en smeking aan Hem voorleg-
gen, ook al weten wij niet precies wat Zijn wil is. Filippen-
zen 4:6: Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles
uw wensen door gebed en smeking met dankzegging be-
kend worden bij God.
De regen die van boven neerdaalt, is een bekend Bijbels
beeld van de uitstorting van de Heilige Geest, Zijn aanwe-
zigheid en werking hier op aarde. Dat is reeds zo in het
Oude Testament. Jesaja 44:3v zegt: Want ik zal water gie-
ten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal Mijn Geest
uitgieten op uw nakroost en Mijn zegen op uw nakomelin-
gen. Zij zullen uitspruiten tussen het gras, als populieren
langs de beken.
Joël 2:28v profeteert: Daarna zal het geschieden, dat Ik
mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw
dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dro-
men; uw jongelingen zullen gezichten zien. Ook op de
dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen
mijn Geest uitstorten.
In het Nieuwe Testament is het niet anders. Zoals bekend
wordt de profetie van Joël door Petrus geciteerd op de
Pinksterdag (Handelingen 2:16-18). De Geest werd door
de verhoogde Christus uitgestort over de Zijnen. Nu Hij
dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte
des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft
Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. (Handelingen
2:33). Dit wordt ook wel omschreven als dopen met (of:
in) de Heilige Geest. Want Johannes doopte met water,
maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet vele
dagen na deze. (Handelingen 1:5). Hierdoor is de Ge-
meente gevormd, het lichaam van Christus hier op aarde.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 27
Paulus zegt bovendien dat ons allen van één Geest te
drinken gegeven is. … want door één Geest zijn wij allen
tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij
slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest ge-
drenkt. (1 Kor. 12:13). De regen van boven, het water dat
Christus ons biedt, lest onze geestelijke dorst en het
wordt in ons een fontein van water dat springt tot in het
eeuwig leven. …maar wie gedronken heeft van het water,
dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid,
maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden
tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.
(Johannes 4:14).
Hoe moeten wij in dit licht het gebed om regen duiden,
zoals wij dat vinden in de geschiedenis van Elia? Moeten
wij als nieuwtestamentische gelovigen ook telkens vurig
en indringend bidden om de komst of de gave van de
Geest? Wordt de Heilige Geest in tijden van opwekking,
op ons gebed, opnieuw uitgegoten? Het is goed in dit ver-
band te wijzen op de positie van de Nieuwtestamentische
gelovige, die gezegend is met de permanente inwoning van
de Geest van God (zie o.a. Joh. 14:15-17; Rom. 8:9-11; 1
Kor. 2:12; 2 Kor. 1:22; 2 Tim. 1:14).
De Geest blijft bij ons tot in eeuwigheid, maar wij kunnen
Zijn werking wel belemmeren of zelfs praktisch onmoge-
lijk maken. Wij kunnen door een verkeerde wandel de
Heilige Geest bedroeven. En bedroeft de Heilige Geest
Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der ver-
lossing. (Efez. 4:30). We kunnen de geest ook uitblussen:
Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar
toets alles en behoudt het goede. (1 Tess. 5:19).
Het grote verschil met het Oude Testament is dat de
Geest toen nog niet op aarde woonde in de gemeente
(want die was toen nog niet gevormd) en evenmin in de
individuele gelovige. Wij lezen daar steeds dat de Geest
over iemand kwam om hem toe te rusten voor een speci-
ale taak.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 28
David bad terecht: Verwerp mij niet van uw aangezicht, en
neem uw heilige Geest niet van mij. (Psalm 51:13).
Pas nadat Jezus verheerlijkt was in de hemel, daalde de
Geest neer op aarde om voorgoed woning te maken in de
verlosten, collectief maar ook heel persoonlijk (vgl. 1 Kor.
3:16; 1 Kor. 6:19). Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt,
stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem
kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog
niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. (Johannes
7:38-39)
Het is in deze bedeling dus juister om niet voor een
nieuwe uitstorting te bidden, maar voor de krachtige wer-
king van de Geest in Gods kinderen, Zijn doorwerking in
hart en leven. De voorwaarde daartoe is het breken met
zonde, met ongerechtigheid, met afgoderij. En inderdaad
: als onbekeerde mensen gaan geloven in het volbrachte
werk van Christus, zullen zij de gave van de Heilige Geest
ontvangen als een zegel en een onderpand van Godswege.
De Geest is uitgestort in onze harten en wij laven ons
voortdurend aan de frisse waterstromen van de Geest
(vlg. 1 Kor. 12:13; Efez. 1:13-14; Efez. 5:18). En de hoop
maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze har-
ten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is.
(Romeinen 5:5)
Bovendien is er nog een belofte van zegen voor de eindtijd,
wanneer God ‘de Geest der genade en der gebeden’ zal
uitgieten over Zijn oude volk en dit tot het geloof in de
Gekruisigde zal komen.
Mevr. P. Verstraete-Desmet.
In juni, juli en augustus is er geen kring en men start
weer op maandag 13 september.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 29
EREDIENSTEN 10.00 u.
ZONDAG 6 JUNI – MAALTIJD VAN DE HEER
STARTZONDAG OPEN KERKEN
Predikanten Dhr. P. Lauwaert & ds. J.C. de Beun
m.m.v. Mevr. G. Labeur, Eva Cardinael (harp) e.a.
Ouderling Mevr. R. ten Kate
Diaken Mevr. T. Berg
Organist Dimos de Beun
Lezing 1 Psalm 119:96-105 / Mevr. D. Constant
Lezing 2 Deuteronomium 6:4-9 /Lucas 24:21-35 Zondagsschool Mevr. I. Neels
Babyoppas Mevr. A. Laureys
Collecte Vlaams Bijbelgenootschap
Koffiedienst Fam. A Deceuninck
ZONDAG 13 JUNI - GASTPREDIKANT
Predikant Dr. D. Würsten
Ouderling Mevr. G. Labeur
Diaken Dhr. J. van Groenigen
Organiste Mevr. L. Vercruysse
Zondagsschool Mevr. T. Berg
Babyoppas Annelies Clarisse
Collecte Kerk
Koffiedienst Mevr. H. Coudyser & Mevr. M. Verbeke
ZONDAG 20 JUNI – THEMADIENST ‘OBADJA’
Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Dhr. A. Deceuninck
Diaken Mevr. A. Laureys
Organist Dimos de Beun
Lezing Obadja / Mevr. H. Coudyser Zondagsschool Mevr. S. Loete
Babyoppas Mevr. E. Vanryckeghem
Collecte Kerk
Koffiedienst Fam. W. ten Kate
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 30
ZONDAG 27 JUNI
Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. R. ten Kate
Diaken Mevr. T. Berg
Organist Dhr. P. Vandenkerckhove
Lezing 1 Lucas 9:52-61 / Mevr. I. Casier Lezing 2 1 Koningen 19:16-21/ Mevr. M. Caproni Zondagsschool Mevr. R. Verlinde
Babyoppas Mevr. M. Lammens
Collecte Kerk
Koffiedienst Fam. D. Schittecat
ZONDAG 4 JULI – DANKDIENST
Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. G. Labeur
Diaken Dhr. J. van Groenigen
Lezing 1 nog niet bekend / Mevr. A. Klifman Lezing 2 nog niet bekend / Mevr. G. Labeur Organist Dimos de Beun
Collecte Zending
Koffiedienst Fam. P. Luteijn/Mevr. E. Vanryckeghem
In juli en augustus is er geen zondagsschool!
Vakantie van de predikant: 5 juli tot en met 22 juli en
van 10 augustus tot en met 24 augustus.
Aangezien we (zoals gewoonlijk) in België blijven, ben ik be-reikbaar indien nodig! U moet er wel rekening mee houden dat het antwoordapparaat aanstaat. Indien u een bood-schap inspreekt, zal ik u zo snel mogelijk contacteren.
� Dimos en Annelies de Beun-Decock zijn verhuisd.
Hun adres: Gerard Davidstraat 18, 8000 Brugge. Tel.
050/68.45.81. E-mail: [email protected]
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 31
ROOSTER LECTOREN 2010
DATUM LEZING 1 LEZING 2 25/07 Dhr. P. Hellebuck Predikant
01/08 Mevr. D. Constant Ouderling
08/08 Mevr. H. Coudyser Mevr. C. Luteijn
29/08 Mevr. G. Labeur Dhr. W. Constant
05/09 Mevr. M. Caproni Mevr. I. Casier
19/09 Ouderling Mevr. A. Klifman
26/09 Predikant Dhr. P. Hellebuck
03/10 Ouderling Mevr. D. Constant
17/10 Mevr. C. Luteijn Mevr. H. Coudyser
24/10 Mevr. I. Casier Mevr. M. Caproni
31/10 Mevr. A. Klifman Ouderling
KOFFIEDIENST 11/07 Fam. W. Constant
18/07 Fam. A. Michiels-Ameel
25/07 Fam. J. Klifman
01/08 Mevr. J. Lagauw-Wage
08/08 Fam. W. Buijs
15/08 Fam. J. van Groenigen
22/08 Fam. A Deceuninck
29/08 Mevr. H. Coudyser & Mevr. M. Verbeke
05/09 Fam. W. ten Kate
12/09 Fam. D. Schittecat
19/09 Fam. P. Luteijn & Mevr. E. Vanryckeghem
26/09 Fam. W. Constant
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 32
UITSMIJTER OF BLADVULLING?
En zelfs indien hij 7 maal per dag tegen u zondigt … zult gij het
hem vergeven. Lucas 17:1vv.
PARDONNER, C'EST SON MÉTIER. Voltaire.
VERGEVING
Maar er werd de laatste tijd wel wat ‘makkelijk’ over
gesproken in kerkelijke middens.
Bij God is vergeving, maar dat houdt niet in dat de zonde
niet meer ernstig genomen wordt. De Bijbel vindt niet dat
het Gods vak is om alles door de vingers te zien.
Het getal 7 in Lucas geeft de mate van bereidheid aan te
vergeven. Centraal staat dat er in de gemeente mag geen
breuk tussen leden mag blijven bestaan.
Vergeven is niet hetzelfde als de misdaad begrijpen of
goedpraten. Dat kunnen en dat mogen we niet. Vergeving
(waarin wij geloven) mag niet ontaarden in vergetelheid.
Moeten wij een terrorist vergeven? Iemand die een kind
misbruikt, jarenlang? Laten we niet bij het moeilijkste
beginnen. Als we leren rekenen beginnen we ook niet met
ingewikkelde breuken. Laten we eerst onze broer/zus,
schoonbroer/zus maar eens vergeven. Daar hebben u en
ik al de handen vol aan.
Heel wat slachtoffers van misdaden gaan over tot verdrin-
ging, wat kan zorgen voor ongevoeligheid; voorbij verdrin-
ging komen is te vergelijken met een bevroren lichaams-
deel dat wakker wordt. Als je het lichaamsdeel wilt red-
den, moet je de bloedcirculatie herstellen. Als het bloed
weer leven brengt in het afstervende deel is het eerste ge-
voel dat je krijgt pijn.
KERKENRAAD
Predikant
Ds. J.C. de Beun – ℡℡℡℡ 050 - 35.50.84
Blauwvoetstraat 32 – 8310 Assebroek
Ouderlingen
Mevr. R. ten Kate – ℡℡℡℡ 050/35.60.69
Baljuwlaan 5, 8310 Sint-Kruis
Mevr. G. Labeur – ℡℡℡℡ 050/38.26.86
Veldstraat 46, 8200 Sint-Michiels
Dhr. A. Deceuninck – ℡℡℡℡ 050 / 31.69.23
Rond den Heerdstraat 14, 8000 Brugge
Diakenen
Mevr. A. Laureys – ℡℡℡℡ 050 / 32.24.00
Bevrijdingslaan 8, bus 4, 8000 Brugge
Mevr. T. Berg – ℡℡℡℡ 0487 / 51.97.59
Sint-Baafsstraat 66, 8200 Sint-Andries
Dhr. J. van Groenigen – ℡ 050/38.72.62
Zandwege 10, 8490 Varsenare
Bankrekeningen
Kerkenwerk Protestantse Kerk Brugge
280-0202516-17
Diaconie
001-4461304-59 t.n.v. Diaconie Verenigde
Protestantse Kerk Brugge
VZW Vrienden 000-0165874-04
t.n.v. Vrienden Protestantse Kerk Brugge
Nederlandse giro 400456
t. n.v. Verenigde Protestantse Kerk Brugge
���������� � ������ �� ������� �� ������� ������������������ �������!"#$%&'((#)"*+,-"�.+&/"0"#1$23"%)$)#"45��6789:8;89<=9>=?@A9>BC?DEF=G7GHCCG9IJA9KILM9N77=OHF=PA��Q=B89MRM9S9IR8RM8KTU9=VWCXBY9Z<=O=?@[7P\@=G8O=���$%&((#�0$%�$2/+2&"5�] __��#.//"�a$+*b�c��#-"%%+%/4%.aa"#�5�de_]ee_��"*/+f�c��"*/+g."�dh�h�]___��������ij�k�1�elml�