Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

39

description

U denkt vast uw dagelijks brood te kennen. Maar hebt u zich ooit verdiept in de receptuur van het Panis Angelicum? De markante rol van het brood in de muziek, de conflictbeheersing of de sport? Dit boekje onthult ondermeer de onvermoede achtergronden van uw croissantje en verklaart eindelijk waarom een rond brood rond is. Een revelatie voor bakker en consument. Voedsel voor uw geest! (Tekst: Jacques Creusen)

Transcript of Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

Page 1: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'
Page 2: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

B R O O D

Ja, dat dacht u.

Page 3: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

2

Ingrediënten

Voorwoord 3

Panis Angelicum 4

Pain Couronne 6

Het verhaal van de slimme koster 8

Krombroodjes bakken 10

Receptuur 13

Het brood als vredestichter 14

Pepernoten 21

Het Stalinorgel 24

Receptuur 25

Le pain de la resistance 26

Gespreksstof 29

Broodtransport 30

Een ooggetuigeverslag van de Tour de France 32

Vreuger - in Maastricht 34

Tip voor later! 36

Page 4: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

3

Voorwoord

door ir. Arjan Kirowakian, panoloog en publicist.

Deze zoon van een Armeense vader en een Nederlandse moeder werkt en woont in

Dresden, waar hij verbonden is aan de Landwirtschäftliche Hochschule.

Momenteel verblijft hij in het Midden-Oosten waar hij een onderzoek leidt naar de

herintroductie van historische graansoorten.

Naast een indrukwekkende hoeveelheid wetenschappelijke publicaties, verschenen

van zijn hand ook tientallen artikelen in agrarische periodieken en culinaire

vakbladen. Tevens verscheen er onder het pseudoniem ‘Tenebrio Molitor’ tussen 1992

en 1995 een maandelijkse column in ‘Die Feine Küche’.

Kirowakian publiceert in het Armeens, Duits en Nederlands; zo ook in onderstaande,

ons toegezonden, tekst.

Waarde Kollegen,

Vanzelfsprekend en met veel genoegen voldoe ik aan Uw verzoek en

behaast ik mij, mijn waardering over Uw jongste Geisteskind uit te

spreken.

Het is verfrissend ervaren te mogen hoe ons vakgebied, wederom en

vanuit een uiterst originale invalshoek, met nieuwe inzichten verrijkt

geworden is.

Met name wil ik mijn waardering uitspreken voor Uw Kulturhistorische

benadering en wijze waarop U vele Kruisverbanden, vaak letterlijk, voor

een groot Publikum inzichtelijk maakt.

De heldere manier waarop U voor de lezer verklaringen biedt en

verbanden blootlegt voor en van verschijnselen die meestens als ‘gewoon’

ervaren worden, maar waarvan de herkomst tot op heden volkomen

duister was, verdient aller Anerkennung.

De transparantie waarmee U aantoont, dat de dingen lang niet

immer dat zijn waar zij ogenschijnlijk op lijken, prikkelt onze blik

en scherpt onze geest. Dit werk verdient de waardering van een

ieder, ook niet-panoloog, die kwaliteit en kennis op prijs weet te

stellen.

Ich wünsche Ihnen viel Erfolg!

Arjan

Damascus, 12/2007

Page 5: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

4

De mens, zo staat geschreven, leeft niet van brood alleen.

Heeft de mens dan nog iets meer van node?

De Schrift beweert van wel.

Een soort onstoffelijk voedsel ter spijziging van de geest.

Wat moet je je daar bij voorstellen?

Een etherisch halfje bruin?

Panis Angelicum

Het lichaam, dat spreekt vanzelf, heeft voedsel nodig om gezond te blijven.

Wat eist het lijf? De schijf van vijf!

Echter wat verlangt de ziel? Een gebod of tien?

Is dat wel eten, of ‘geschopt geweten’?

Bestaat er zoiets als het Panis Angelicum? Wat is dat precies?

Waar leven die engelen van?

Bestaat het brood der engelen uit geloof, hoop en liefde?

Het eerste is voor engelen vanzelfsprekend. Als zij niet in zichzelf geloven, wie

anders zou dat dan nog doen?

‘Hoop’ is voor hen ook geen probleem. Johannes heeft reeds de Endsieg op de

jongste dag beschreven, de Hoop is slechts het ongeduld om in actie te komen.

Onzekerheid kent men daarboven niet.

Het is de Liefde die overblijft.

Maar is liefde niet blind? Noties als ‘een blind geloof’ en ‘ziende blind zijn’ getuigen

daarvan.

Engelen zijn blind, dat staat vast.

Horen zij? Nooit van gehoord! De bijbel getuigt slechts van sprekende engelen.

Rest de conclusie dat hun reukvermogen vorm geeft aan hun leefomgeving.

Engelen, onstoffelijk als ze zijn, leven op de geur van brood, met hooguit een

vleugje wierook als beleg: de latere boterham met tevredenheid.

Page 6: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

5

Het Boek der Boeken

blijft, als het gaat

om dit onderwerp,

uiterst vaag.

Brood is brood

en daarmee is de

kous af. Nergens

is er sprake

van volkoren,

harde wener,

meergranenbrood

of rogge, laat staan van

devianten als puntjes, cadetjes,

croissants of brood met pitten,

vruchten of andere exotische

additieven.

Natuurlijk, het Boek is geen

kookboek. Een culinair verslag van de

reis uit Egypte, via de Sinaï naar het

Beloofde land, komt er niet in voor.

Hoewel, als de locale middenstand

geen brood te bieden had, zo leert

het verhaal, kwam het gewoon uit de

hemel vallen.

Het blijft een wonder dat die

engelen in staat waren

om met slechts hun

reukorgaan als

richtsnoer (hoe rook

het uitverkoren

volk?) zulke precisie-

bombardementen

uit te voeren.

Waarschijnlijk lagen de

oefeningen ten tijde van

de Zeven Plagen van Egypte

hieraan ten grondslag (Exodus 7:x).

Over de kwaliteit van het

brood rept de bijbel niet.

Het gebod “Gij zult eten

wat de God schaft”

stamt uit die dagen.

Mozes had de sociale

zekerheid voor zijn volk

goed voor elkaar, toen hij,

klaar voor de picknick, beladen

met de stenen tafelen (de voedselbank

van de oudheid) de berg afkwam.

Hij had het Woord en de engelen

begrepen: “liefde gaat door de maag”.

Voor ons aardbewoners blijkt het brood

des engelen dus uiterst substantieel te

zijn.

“Ora et edete” was eeuwenlang het

motto.

Even telecommunicatie met de hemel en

er volgde weer een volle aflaat.

Het hemelse voorraaddepôt leek

onuitputtelijk te zijn.

Kom daar heden ten dage

maar eens om bij de

Sociale Dienst: wie niet

werkt, zal niet eten.

Bidden helpt niet

meer.

Bureaucratie,

formulieren, criteria...

Liefde? Nooit van

gehoord.

Van de liefde leven?

Vergeet het maar!

Voor receptuur: pagina 13

Page 7: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

Tulb

and-

Stappenp lan

6

‘Rare jongens’, zeggen Astrix en Obelix, telkens als ze geconfronteerd worden met gebruiken die

afwijken van hun eigen gewoonten.

U kent dat gevoel vast ook wel: in den vreemde ontdekken dat dingen, waarvan u

aannam dat ze overal hetzelfde zijn, er plots anders uitzien.

U wilde een brood kopen, had de Nederlandse ‘turf’ voor ogen en dan bleek er iets

heel anders over de toonbank te gaan. Het rook als brood, het voelde zo aan,

men noemde het ook zo. Maar waarom die wonderbaarlijke vorm?

Rare jongens.

Brood in de vorm van een scooterbandje? Wie verzint dat nou? Velen

hebben zich het hoofd gebroken over dit wonderlijk fenomeen, zelfs

panologen verzonnen de meest fantastische verklaringen.

Nu eindelijk, is het historisch verband blootgelegd en leert

de geschiedenis ons dat het ‘pain couronne’ van Arabische

oorsprong is. Dank zij de miniaturen die verleden jaar in het

West-Vlaamse Wevelgem plotseling opdoken in de nalatenschap

van René d’Outremeuse.

Die geschriften dateren waarschijnlijk uit de 11e eeuw, maar

zijn als losse bladen bewaard gebleven, waardoor de preciese

herkomst vooralsnog niet te traceren valt. De miniaturen

spreken echter boekdelen.

Nu pas wordt de vraag beantwoord, die vele geleerden reeds

decennialang bezig houdt: hoe gelukte het de Arabische

legers om, in barre omstandigheden, zulke enorme tochten te

ondernemen? Hoe overleef je in de verzengende hitte van

Noord-Afrika?

Welnu, dat raadsel is

eindelijk opgelost.

Het ‘pain couronne’ geeft

antwoord op de vraag hoe je

te paard of kameel kunt zitten, je

handen vrij houdt voor het zwaard en

de teugels, en er toch zeker van kunt zijn dat

hongerige rijdieren niet stiekem aan je proviand

knabbelen.

Pain Couronne

Broo

dver

koop

, Mal

ta

Page 8: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

Tulb

and-

Stappenp lan

7

De afbeeldingen laten aan duidelijkheid niets te wensen over en

daarom hierbij het Tulband-Stappenplan. Want daarin schuilt de

verklaring die velen vergeefs zochten, echter nooit konden bevroeden:

• stap 1: men kope een brood, ‘couronne’ welteverstaan, betaalt en

verlaat de bakkerij.

• stap 2: buiten (en liefst zo snel mogelijk) zoeke men een ronde

steen van ongeveer 20 cm. doorsnee, in ieder geval zo groot dat

het brood eromheen past.

• stap 3: de juiste steen wordt met een grote doek bedekt,

waarna het brood om de bestaande bolling gelegd wordt en

de punten van het doek naar binnen geslagen en stevig

verknoopt.

• stap 4: de tulband is geboren en de verre reis vangt aan.

Hiermee is ook de enorme variëteit in tulbandgrootten

verklaard. Want het spreekt vanzelf, dat er samenhang

bestaat tussen de verwachte duur van de reis en het

formaat van de tulband.

De moderne transportmiddelen maakten een einde aan die

enorme hoofddeksels.

Het huidige Arabische straatbeeld toont dat het volume geslonken

is tot een rudimentaire maat. Het vliegtuig en de auto maakten die

kolossale dingen overbodig en wat overbleef is zoiets als ‘Fast Food in

je Hoed’.

Uit:

‘Pet

it La

rous

se U

nive

rsel I

llustr

é’, 1

922

Foto

uit

fold

er, A

bu D

habi

Page 9: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

8

Reeds eeuwenlang wordt tijdens de roomse liturgie

wijn gedronken en brood gegeten. Een ritueel dat de tand des

tijds heeft doorstaan en nog dagelijks voltrokken wordt.

Deze liturgie herdenkt het laatste avondmaal van Jezus

van Nazareth met zijn discipelen op de avond vóór zijn

terechtstelling.

Het Nieuwe Testament spreekt nadrukkelijk over een

maaltijd (Matheus 26 en Marcus 14: 22-23). De oervorm van

de Heilige Mis is dus het gezamenlijk eten en drinken, heden

gestileerd tot een slok wijn voor de priester en hosties voor de

gelovigen.

Vanzelfsprekend is het niet handig om, als je het brood ter

deling wilt breken (zie voetnoot p.44: ‘Het Gewone der Mis’),

gebruik te maken van ongedesemde matzes of van die rare

ronde broodjes zoals Leonardo da Vinci die schilderde. Het

duurt nogal lang voordat iedereen zijn portie heeft en het

gaat gepaard met veel geknoei. En let wel, ook de kruimels

maken deel uit van het Corpus Christi!

Paus Sergius signaleerde die problemen reeds, maar

de oplossing liet nog een millenium op zich wachten.

Die kwam niet uit de Heilige Stad zelf, maar van het ver

daarvandaan liggende Corsica, wier van oudsher diepgelovige

eilandbevolking tijdens de eerste helft van de 17e eeuw

getroffen werd door een langdurige periode van droogte met

o.a. desastreuse gevolgen voor de graanoogst. Uit:

‘Pet

it La

rous

se U

nive

rsel I

llustr

é’, 1

922

Het verhaal van

De slimme koster

Page 10: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

9

De hongerige katholieken -de hele

bevolking dus- zochten massaal steun

en troost, maar ook voeding in de

kerken.

Helaas deed ook daar de nood zich

gevoelen. Ondanks de traditioneel

grote parochiële voorraden, werd het

steeds moeilijker om tijdens de Heilige

Mis een substantiële hap brood te

verstrekken. Het was de koster van de

Santa Luciakerk te Sartène, die op het

idee kwam om een twee weken oud en

door de schaarste zeer dun uitgevallen

stokbrood, met een vlijmscherp mes

in ragdunne plakjes te snijden zodat

iedereen tenminste íets te eten kreeg.

Hiermee was de hostie geboren en werd

in korte tijd gebruikelijk in de gehele

Roomse wereld.

De schipbreuken –tijdens zware

storm in de herfst van 1642– van

twee met graan beladen Cypriotische

schepen nabij de baai van Porto

Vecchio, maakten een einde aan de

hongersnood. En de regens aan de

droogte.

Literatuur:

• F. Pegolotti, ‘La practica della mercature’,

Cambridge (Mass.) 1936

• A. Fliche, ‘Histoire de l’Eglise depuis les origines

jusqu’a nos jours’, 21 delen, Paris 1934-1952

• F. Curschmann, ‘Hungersnöte im Mittelalter’,

Leipzig 1900

Page 11: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

10

Zoals liefhebbers van lekker eten in

Frankrijk zweren bij de Michelingids,

zo kan hij die iets weten wil over de

herkomst van de croissant, niet om

Père Bartholomé heen.

Die eerwaarde pater, die op de

gezegende leeftijd van 87 jaar met korte

teugjes van zijn sigaar en zijn emeritaat

geniet, zochten wij onlangs op.

Het klooster van zijn orde ligt op

een heuvel die, samen met enkele

straten, het dorpje Seillons Source

d’Argens vormt; gelegen temidden

van wijngaarden, zo’n 65 km. ten

noordoosten van Marseille.

Met de auto vijftien minuten over de

D560 vanuit St. Maximin.

Ook is er een busverbinding richting

Brue Auriac en verder naar Barjols,

halte Chapelle St. André.

Ons gesprek vond plaats op de

stemmige kloosterhof, waar de

middagzon getemperd werd door

een weelderig begroeide pergola.

Midden onder zorgvuldig gesnoeide

laurierboompjes hing de koele

vochtigheid van een eeuwenoude

waterput. Hier genoten enkele bejaarde

monniken onderuitgezakt van hun

middagdutje. Anderen babbelden over

koetjes en kalfjes, over de kwaliteit

van het middagmaal, de zegeningen

van de Nouvelle Cuisine of over de

–in hun ogen nog jonge– abt, die

geheelonthouder was. De mix van een

voldane terugblik op het verleden met de verwondering over

het heden. Over de toekomst maakte niemand zich zorgen.

Die lag achter de kloosterkerk en in Gods handen.

Onze gastheer, die duidelijk genoot van onze belangstelling,

verzocht om glazen en een kruik koele witte wijn. Hij ging

er eens goed voor zitten, prees zich gelukkig met zoveel

interesse in zijn specialisme en kondigde aan het liefst bij het

begin te beginnen.

Met groot genoegen stelde hij zijn aanschuivende confraters

aan ons voor. Natuurlijk kenden die het verhaal al lang, maar

dat gaf niet. Daarbij kwam dat de verleiding van de kruik

ook een rol speelde, waarvoor wij, na geproefd te hebben, alle

begrip hadden.

Met van plezier glimmende oogjes keek Père Bartholomé de

kring rond, nam een slok en stak van wal.

Krombroodjes bakken

Page 12: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

11

“Zoals zoveel Fransen van mijn generatie, ben ik van origine

een Pied-Noir1 en als zodanig kwam ik reeds op jonge leeftijd

in contact met andere gewoontes en overtuigingen. Reeds

op het kleinseminarie viel mij op hoe toch zeer verschillende

culturen en religies overal op aarde, verrassend gelijkvormige

symbolen hanteren.

Tijdens de lessen kerkgeschiedenis werd ons verteld hoe

het geloof zich over de wereld verspreid had. Over de

apostelen, de eerste kloosterorden, via de kruistochten en

de ontdekkingsreizen ter zee, tot aan de kerstening van

Centraal-Afrika. Ons seminarie te Oran lag recht tegenover

de moskee op de Boulevard d’Oriënt en de Rue Victor Raskin,

van waaruit vijf maal per dag de islamitische boodschap over

onze hoofden luidkeels verkondigd werd:

La ilaha illa Allah, Muhammandur rasoola Allah”. 2

“Zoals jullie weten” sprak hij, “wordt elke moskee, waar ook

ter wereld, bekroond met de halve maan ofwel de croissant.

“Maar halve manen kun je niet eten”, merkten wij op. “Waar

komt toch dat wonderlijke broodje vandaan dat dezelfde

naam draagt? Men zegt dat u daarvoor een verklaring heeft”.

“Welzeker, welzeker”, zei de monnik, “die heb ik ook. Het

eetbare croissant stamt uit de tijd van het eerste kalifaat

van Cordoba, dat in 766 gesticht werd en tot 1192 zou stand

houden, in het deel van de Roomse wereld dat nu Spanje

heet. Het werd gesticht door Abderameh de Eerste, ook

wel de Rechtvaardige genoemd. Ondanks die bijnaam was

de druk op de bevolking om zich tot de Islam te bekeren,

bijzonder groot. Velen bekeerden zich onder dwang van het

kromzwaard, of deden op zijn minst alsof.

Maar ook het ware geloof kruipt waar het niet gaan kan.

Men was van christelijke kant gewiekst genoeg om het

islamitische symbool ten eigen voordele aan te wenden”.

Jung

: ‘De

men

s en

zijn

sym

bolen

’ (Am

sterd

am, 1

972)

Rolze

gel: ‘

The

art o

f the

anc

ient N

ear E

ast’

(T

ham

es a

nd H

udso

n, 1

961)

Mus

kat,

Oman

Godi

n Ish

tar u

it ‘Ju

ng e

n zij

n sy

mbo

len’ (

Amste

rdam

, 197

2)

Page 13: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

12

Père Bartholomé schonk nog eens bij en proostte

op de vindingrijkheid van de gelovigen. “Onder

het mom van culinaire verfijning” vervolgde

hij “ging men halvemaanvormige broodjes

bakken3, en liep er demonstratief mee over

straat. Dat zij in werkelijkheid een opgerolde

crucifix droegen wisten de moslims niet en men

prees de christenen om hun geloofsijver. Dit tot

jaloezie van hun joodse medeburgers die met

hun ongedesemde matzes een dergelijke truc niet

konden uithalen.

Natuurlijk werden er in hoofdzaak

gewone croissants gebakken, die bij alle

bevolkingsgroepen in de smaak vielen. Na de

Reconquista door de koningen van Castilië en

Aragon, stak het broodje de Pyreneeën over en

begon z’n triomftocht, tot op de dag van vandaag”.

“Zo is dat”, besloot de monnik.

Ademloos hadden wij geluisterd. Eindelijk was dit

culinaire raadsel opgelost en verrijkt met zoveel

nieuwe inzichten togen wij huiswaarts.

Dit artikel is met toestemming van de uitgever overgenomen uit

het novembernummer 1992 van ‘Cuisine Contemporain’, vert.

Roderick van Duyvenstein.

1 een Pied-Noir is een in Algerije geboren Fransman.2 Vert.: “Er is maar één God en Mohammed is zijn profeet”3 Hiertoe wordt, een op een, aan het meel ook boter toegevoegd,

maar zo dat het maar ten dele vermengd word. Tijdens het bak-

ken smelt de boter en vormen zich blaasjes welke het brood zijn

kenmerkende luchtigheid verschaffen.

Le croissant Le croix-saint

Plak bladerdeeg met daarin

soepele crucifix

Flappen naar binnen vouwen

(is netter)

Bij de voetjes beginnen met

oprollen

Helemaal opgerold, de

punten naar binnen buigen

Page 14: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

ORIËNTAALS ‘PAIN COURONNE’

Voor drie broden voegt men, aan het basisrecept voor luchtig

witbrood, per kilo de volgende ingrediënten toe:

2 eetlepels za’atar

1 theelepel knoflookgranulaat (Al Jazeera)

2 eetlepels pijnboompitten

1 eetlepel sesamzaad

HET ‘PANIS ANGELICUM’

Het Panis Angelicum is in feite

gebakken genade.

Genade is en blijft een risicovol product.

Enerzijds omdat de houdbaarheid van het

grillige ingrediënt moeilijk te controleren

is; anderzijds omdat de kwaliteit van

de smaakmakers zoals aflaten en

penetenties sinds Gregorius de Tweede,

niet meer zijn wat ze ooit waren.

NOOT VAN DE REDACTIE

smaaknotitie: gebakken lucht met engelenhaar

geurnotitie: ongewassen profeet

bite: overjarige marshmellows

aanbevolen voor: maaglijders, tandenlozen en de angelsaksische wereld

Het kruidenmengsel in een pan met dikke bodem en met zo weinig

mogelijk plantaardige olie licht roosteren, op keukenpapier laten uitlekken

en afkoelen (twee theelepels maximaal; eventuele olie of vet in het

basisrecept kan door dit kruidig additief achterwege blijven).

Volg verder de aanwijzingen op de verpakking, maar bak, indien het brood

in een winderige omgeving of bij hoge snelheden gebruikt gaat worden,

langs de binnenkant twee evenwijdige ijzerdraadjes mee, ter bevestiging

van een kinbandje.

13

Page 15: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

14

‘1566’ is de datering van de houtsnede die Willem Liefrinck

maakte naar aanleiding van een schilderij van Pieter Breugel

de Oude. Het toont Ourson en Valentijn die volgens het

oeroude volksverhaal als wezen in het bos opgroeiden.

Zichtbaar op deze prent is hoe Ourson gewapend is met een

kolossaal knotsvormig stokbrood.

Gewapend dus tegen vijanden èn honger.

Deze dubbelfunctie: het voedsel als wapen kent vele

varianten.

Overbekend is natuurlijk de moord op Alphonso II van

Padua in 1432 die –na jaren schrikbewind gevoerd te hebben

over zijn onderdanen– door een tot het uiterste getergde

marktkoopman, en-plein-public werd neergestoken met een

in een brood verstopte dolk.

De dader werd prompt gearresteerd, maar al heel snel door zijn

medeburgers ontzet en tot ereburger verheven. Ook het stadswapen

werd aangepast.

Subtieler van aanpak, maar even effectief, was de eliminatie

van de complete familie Botsarini, die met woeker fortuin gemaakt

had. Zij bleken niet opgewassen tegen de in arseen gedrenkte

hosties, die tijdens de zondagsmis van 14 mei 1864 te Montreux

verstrekt werden.

Per slot het Corpus Christi.

Dat kun je niet weigeren.

Uit de Romantiek stammen woeste verhalen over maagden die zich

vampiers van het lijf wisten te houden door met twee baguettes een

kruis te vormen. Serieuzere gegevens uit die tijd en in dit kader

ontbreken vooralsnog.

Zo ook het gebruik in de Elzas om tijdens de jaarlijkse meifeesten

schijnduels uit te vechten met stokbroden. Een folkloristisch fenomeen

dat waarschijnlijk uit deze periode stamt, maar waarvan de herkomst

niet getraceerd is.

Het brood als vredestichterBr

on: ‘

De g

rafis

che

kuns

ten

door

de

eeuw

en h

een’

(Ant

wer

pen,

195

6)

Page 16: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

15

Page 17: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

16

Gruwelijk zijn de verhalen over de eerste

wereldoorlog. Een slachting van een tot dat

moment nooit gezien formaat, met miljoenen

doden als gevolg. Een oorlog van nationale

Bron

: ‘Pet

it La

rous

se U

nive

rsel I

llustr

é’, 1

922

In recenter dagen, vijftig jaren later, duikt

het brood wederom op als factor in de

conflictbeslechting.

De generatie van na de tweede wereldoorlog zag de

bui weer hangen. Verzette zich tegen een politiek

en tegen politieke machinaties die opnieuw

kanonnenvoer wensten te produceren. Wenste zich

niet meer te laten plooien tot monddode massa.

Geen oorlog meer, ‘make peace not war’, maak

een einde aan die nationalistische en koloniale

waanzin!

De verbeelding moest aan de macht, en die

had iedereen die zich ontworsteld had aan het

conservatieve keurslijf.

belangen die de gewone soldaat niet overzag en

hem ook koud liet.

Het was dan ook niet ongebruikelijk dat er,

dwars door de linies heen, regelmatig tijdelijke

verbroederingen plaats vonden tussen de soldaten,

oogluikend toegestaan door hun superieuren.

Het “Gij zult niet doden”, stond in alle bijbels. Aan

beide zijden van b.v. het Duits-Franse front werd

de mis gelezen, het brood gebroken en het “Dona

nobis pacem” gezongen.

Het duurde tot 11 november 1918 eer er iets van

die vrede terecht kwam.

Page 18: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

17

Men eiste participatie.

Om deze eis kracht bij te zetten werden faculteiten

bezet, poogden de studenten de arbeiders te

mobiliseren en werden de keien uit het wegdek

gerukt, om vervolgens naar de politie geslingerd te

worden.

Les flics –zo heetten zij in Frankrijk– werden

gezien als het symbool van de conservatieve klasse

met de Gaulle als boegbeeld. Les flics vochten

meedogenloos terug met waterkanonnen en

traangas, maar ook undercover, letterlijk.

Uit:

‘Het

aan

zien

van

1968

’ (Ha

arlem

, 196

9)

Letterlijk, want de wapenstok werd door agenten in burger

niet openlijk gedragen maar verhuld. Zo werden er tijdens

die roerige dagen heren gesignaleerd die, gehuld in gabardine

en baret, de Marseillaise neuriënd, met fors uitgevallen

baguettes flinke klappen konden uitdelen. Waarschijnlijk was

het ingebakken eindje loden pijp daar debet aan.

Uit:

‘Het

aan

zien

van

1968

’ (Ha

arlem

, 196

9)

Uit:

‘Het

aan

zien

van

1968

’ (Ha

arlem

, 196

9)

Voor receptuur: pagina 25

Page 19: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

18

Page 20: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

19

Page 21: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

20

Page 22: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

21

Stelt u zich voor: u bent de koning van Engeland en

u houdt wel van een feestje.

U nodigt wat vrienden uit, slaat een voorraad

drank in, bakt de bitterballen voor en als de eerste

gasten komen, zet u een stemmig muziekje op. Niet

te hard, vooralsnog niet te hard! De Swing komt

later aan de beurt.

U hebt aan ijs gedacht en aan limoenen en

demonstreert uw nieuwste longdrinks.

Met de Bossa-nova sluit u de avond af en zwaait,

met zachte d(r)wang, uw laatste gasten uit; vult de

afwasmachine en rolt lichtelijk beschonken om half

drie in bed.

De boel de boel, opruimen komt later wel.

Stelt u zich voor, dat niet u, maar iemand anders

de koning van Engeland was en dat dan zo’n 250

jaar geleden.

Vrienden had een koning niet.

Onderdanen en/of vijanden wèl.

Drank inslaan stond voor liederlijk zuipen en bij

bitterballen doelde men op de hooghartige jonkers

uit de entourage.

Een koning tóen, stelde zich een feestje heel

anders voor.

Spontaan een partijtje bouwen was er in die

kringen niet bij. Onvoorstelbaar! Zo’n koning had

een aanleiding nodig. Een gewonnen veldslag, een

trouwpartij, doop of jubileum. Het feest was er

slechts tot meerdere eer en glorie van Hij, Zijne

Majesteit.

Er gingen vaak maanden van voorbereiding aan

Pepernoten

vooraf. Paviljoens moesten gebouwd worden,

uitnodigingen verstuurd, vee geconfisceerd en

jachtpartijen op touw gezet.

En er moest muziek zijn! Nee, nee, géén Swing of

Bossa-nova, maar gelegenheidsmuziek. Een beetje

vorst had daar in die dagen speciaal personeel

voor.

Rameau en Luly aan het hof van de Franse

Lodewijks.

Henri Purcell en George Friedrich Händel in

Engeland.

Wij willen voorstellen ons tot de laatste te

beperken; wij zijn geen broodschrijvers!

Händel (George Frederic) voor de Engelsen, was

dat wel. Hij schreef op bestelling majesteitelijke

muziek voor Zijne of Hare Majesteit. Studeerde

die in met de Hofkapel en deed, indien er

grotere bezettingen nodig waren, een beroep op

muzikanten uit het leger en op iedereen die een

instrument kon bespelen. Hij zorgde voor de

financiële afhandeling en dirigeerde de Première.

Stelt u zich voor, die aanleiding was er en u

besloot om in de kasteeltuin een groot vuurwerk te

organiseren.

De gasten, vriend en vijand, die na een dag van

plichtplegingen en een met veel drank overgoten

maaltijd neerzegen op uw koninklijk gazon

konden, voor zij hun bed inrolden, nog een

daverende apotheose tegemoet zien.

Page 23: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

22

Bij het vallen van de avond –de

spreeuwen zochten lawaaierig een

slaapplek, konden maar niet besluiten

welke boom het lekkerste sliep– namen

de Brandmeesters en muzikanten hun

plaatsen in.

Het wachten was op de koning en zijn

gevolg. Begeleid door vierentwintig

toortsdragers en het geroffel der

trommen, besteeg hij het erepodium.

Ademloos wachtte men op zijn teken:

fire!

Eén voor één doofden de toortsen, “fire!”

klonk het.

Honderden stemmen herhaalden de

kreet: “fire, fire, fire!”

Terwijl de laatste toorts gedoofd werd,

ontstak de orkestleider, Händel himself,

zijn dirigeerstok, tikte af met zijn

verse, die dag gebakken stokbrood,

en klonken er, terwijl de vuurpijlen de

lucht inschoten, de eerste maten van de

Music for the Royal Fireworks.

Het werd een daverend succes!

1 Händel gebruikte ter directie een buitengewoon

groot knetterend stokbrood. Enerzijds omdat het

orkest zo groot was en anderzijds omdat het klas-

sieke dirigeerstokje in de duisternis onzichtbaar

zou zijn.

2 In het Franse taalgebied is niet dit gebruik maar

wel de term gemeengoed gebleven. Men spreekt er

nog steeds van, zoals: ‘L’Orchestre de Saint Martin

du Champs, sous le Baguette du Sir Neville Mari-

ner’.

Facts:

• Vulling dirigeerbrood: 1 deel zwavel,

1 deel houtskoolpoeder, 1 deel

salpeter en een snuifje kopersulfaat

voor de kleur.

• Händel (geboren te Halle, 1685;

overleden in Londen, 1759) schreef

deze muziek in 1749.

Page 24: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

23

Händel was, dat lijdt geen twijfel, de eerste die in een daarom

vragende situatie, de hulp van het luminicente stokbrood

inriep. Zijn directie bij de vuurwerkmuziek ter gelegenheid van

de Vrede van Aken (1749) werd met knallend buskruit luister

bijgezet.

Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) knalde het

behoorlijk. De Oostenrijkse pianist Paul Wittgenstein kon

daarover meepraten. Het verhaal gaat dat hij als frontsoldaat,

in een poging de alomtegenwoordige droefgeestigheid even te

vergeten, een poging deed om dwars over de loopgraven heen

een concert van de Militaire Kapel te dirigeren.

De muzikanten, her en der verspreid en geteisterd door de

onophoudelijke beschietingen, gluurden hoopvol over de rand

van hun schuilplaatsen.

Wittgenstein had hen beloofd om bij het vallen van de

duisternis een speciaal geprepareerd, op de franse troepen

buitgemaakt stokbrood, te zullen ontsteken.

De muzikale diaspora (de chaos aan het front was enorm)

zou pogen om met dit lichtend voorbeeld tot harmonie te

geraken.

De nocturne begon en eindigde met een forse explosie.

Zijn hulpje, de tamboer 2e klasse Jean Baptiste (zijn

grootouders waren van Franse afkomst!?) bleek een

overmatige hoeveelheid buskruit

te hebben gebruikt.

Ook had hij de tijd die een

experimenterend dirigent nodig

heeft tussen het ontsteken en

het daadwerkelijk dirigeren, wat

al te zuinig ingeschat.

Tot op heden kennen wij de

uitdrukking ‘een kort lontje’.

Enfin, Jean Baptist legde de

grondslag hiervoor.

De wapenstilstand van 11 november 1918 was voor alle

betrokkenen een zegen.

Maar velen, die hun beste jaren in de loopgraven gesleten

hadden, kenden maar een vak: oorlog.

Ook Wittgensteins’ carrière, met één arm, leek geruïneerd.

Piano spelen? Werk voor één hand was uiterst schaars in de

tijd dat Ragtime en Quatremains in de mode waren.

Onder het juk van uiterste zelfdiscipline –want behoorlijk

onthand– zat Paul Wittgenstein dagelijks uren aan het

klavier, maar de uitzichtloosheid en de armoede bleven. Pas

toen in 1931 Maurice Ravel speciaal voor hem het ‘Concerto

pour le main gauche’ schreef, braken betere tijden aan.

Page 25: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

24

Het was tijdens de laatste maanden van

het beleg van Leningrad, dat er voor het

eerst door de Sowjets van Stalinorgels

gebruik gemaakt werd.

Tot verbazing van Hitlers’ troepen,

geteisterd door de onder vijandelijk

vuur liggende aanvoerlijnen en de

moordende vrieskou, was het moreel

van de vijandelijke troepen verrassend

hoog. Voormalige Oostfrontstrijders

verhalen nog met ongeloof in hun ogen

van die ervaringen.

Over Sowjetsoldaten die, ogenschijnlijk

immuun voor kogels en koude,

blakend van gezondheid (en wodka),

strijdliederen brullend, over de bevroren

vlaktes raasden.

Het Stalinorgel

De fascistische troepen waren na de overrompeling van Polen

en de daaruit ontstane euforie absoluut niet voorbereid op de

gevaren van een langdurige landoorlog op deze enorme schaal.

Zij die dachten dat de inname van Leningrad een peulenschil

zou zijn, kwamen van een koude kermis thuis.

Kaar

t: Bo

satla

s (G

roni

ngen

, 198

3)

Bron

: Int

erne

t

Bron

: Int

erne

t

Honger werkt demotiverend

en dat werd van de kant van

het Rode Leger voorkomen

door het Stalinorgel in te

zetten, een meesterstuk van

lange-afstandsfouragering.

Bron

: Int

erne

t

Josef Stalin, 1878-1953

Page 26: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

25

WICHTIGER HINWEIS: Zuerst das Brot backen und erst nach

vollständigen Abkühlung das Rohr abfüllen.

CLASSIC NOTE: You better don ‘t try.

But if you do, mind your family,

Protect your eyes (safety-goggles are a must)

and hands

Lock-up your and your neighbours pets.

HET ‘PAIN PLOMBÉ’

1 Bezoek een slopers- of loodgietersbedrijf en vraag om een

eindje oude loden afvoerleiding. Bevestig hierin een –liefst

essen– bezemsteel, zodanig dat die aan één kant minstens

tien centimeter uitsteekt.

2 Let er op dat het geheel in de oven past of neem

anders contact op met een te vertrouwen bakker.

3 Bekleden met een elastisch deeg en afbakken.

Gebruiksaanwijzing op pagina 17.

-FOR OUTDOOR USE ONLY!-

‘HÄNDELS HIDDEN HOMEWORK’

Noot van de redactie:

Terecht, wees uiterst voorzichtig; en realiseert

u zich dat het afsteken van vuurwerk, buiten de

daartoe wettelijk gestelde periode, verboden is.

Daarnaast is de kans groot dat de door Händel

omschreven constructie onder de

vuurwapenwet valt.

VIVE LA REPUBLIQUE!

1 Verschaf u een dikwandige stalen buis van maximaal drie voet lang en

met een doorsnede (hoe langer, hoe dikker) van 1 tot 15/8 inch. Las één

kant grondig dicht en bevestig het aan een vuurvast handvat, dat zowel

licht en elegant, als warmte-isolerend, dient te zijn. Het andere uiteinde

voorziet u van een stalen spruitstuk met een doorsnede van 1/8 inch en

een lengte van 2 tot 3 inch. Vervolgens boort u over de hele lengte van

de buis, zo om de 1,5 inch, luchtgaatjes van 3/8 doorsnee.

2 Bekleed het geheel met een dunne laag extra luchtig beslag en zie af

van een oppervlaktebehandeling van water of eiwit.

3 Test na het bakken de luchtdoorlaatbaarheid door krachtig te blazen

op het spruitstuk. Prik zonodig met een breinaald extra gaatjes in het

brood.

4 Vul de pijp –niet roken!– met een mengsel van 1 deel gemalen

houtskool, 1 deel zwavel en 1 deel salpeter. Voeg voor een gewenste

kleur zonodig een weinig sulphide toe.

5 Beproef uw eerste exemplaar door middel van een op afstand gestuurde

ontsteking en zònder dirigent.

Succes!

George-Frederick

25

Page 27: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

26

Le pain de la resistance

Nog niet in 1941 –de situatie is dan

nog te chaotisch– maar zeker toch in

de zomer van 1942, ontstaat er op het

Franse platteland ter ondersteuning

van het verzet een efficiënte

infrastructuur van onderduikadressen,

bevoorradingspunten en

wapenarsenalen.

Om zo onopvallend mogelijk te

kunnen opereren zocht men bij

voorkeur onderdak in leegstaande

bedrijfspanden. Er was door het

oorlogsgeweld immers veel verwoest en

het herstellen van in onbruik geraakte

optrekken was schering en inslag.

Door het oog te laten vallen op

bakkerijen sneed het mes aan twee

kanten: enerzijds herstelde men een

levensnoodzakelijke schakel in de

voedselvoorziening, anderzijds schiep

men zo een perfecte dekmantel.

Deze locaties legaliseerden de

broodnodige nachtelijke tochten die

anders levensgevaarlijk zouden zijn.

Want de ovens moesten branden,

ondanks de door de bezetter ingestelde

avondklok (fr: couvre-feu). De bakkerij

was de perfecte couverture (dekmantel

in het Nederlands). Kaar

t: I.N

.G. (

Paris

361

5)

Page 28: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

27

Slechts een deel van het netwerk dat

onder leiding stond van ‘le Grand Bob’

(Bob is de afkorting van Boulanger

natuurlijk) is heden ten dage nog

traceerbaar. Ook verzetsstrijders

hebben niet het eeuwige leven en de

papieren relicten van oorlogskwaliteit

al evenmin. Gelukkig bezit het Centre

de la Commémoration in Nancy een

handvol rudimentaire kaarten met

daarop een aantal bescheiden, maar

onmiskenbare aanduidingen.

Daarnaast is er een door de tand

des tijds en ongedierte aangevreten

exemplaar te zien van het zgn. ‘pain

complet’ (zie foto), gebaseerd op een

vernuftig, van een lange loop voorzien

pistool van Oostenrijkse herkomst.

Helaas vertoonden niet alle

‘Baguettes’ een gelijkaardige

technische perfectie. Vele waren

noodgedwongen gebaseerd op

materiaal uit de eerste wereldoorlog

of van nog oudere leeftijd. Het is dus

niet uit te sluiten dat het gebruik van

dit wapentuig niet ontbloot was van

risico’s voor de schutter!

Tot de schaars overgeleverde

wapenfeiten (vele zijn waarschijnlijk

niet als zodanig herkend) behoren zowel

Bron

: ‘Pet

it La

rous

se U

nive

rsel I

llustr

é’, 1

922

Page 29: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

28

de liquidatie van overste

Erich von Hochstapler en

zijn staf op 12 december

1942 en de executie van de

collaborerende broers Lahor

op 26 februari 1943, beide te

Châlon sur Marne.

Maar de klap op de vuurpijl

was natuurlijk toch de door

het verzet georganiseerde

‘brooduitdeling’ aan de

arbeiders van de, voor de

Wehrmacht werkende,

staalgieterij in Hagenondance

(Lotharingen) op 14 april

1944, met fatale gevolgen

– voor zowel de directie als de

productielijn.

De op gang komende droppings van

geallieerde wapens, in combinatie met

de ontwikkelingen op de Balkan en

de schaarste aan meel, maakten in

de lente van 1944 een einde aan het

gebruik van dit wonderlijk inventieve

èn effectieve wapentuig.

Met dank aan:

• ‘Les allemandes, o la la’ (anoniem)

• ‘Nourriture dans des temps graves’

• ‘Le pain plombé’.

Afbeeldingen ‘Boulangerie’ en ‘Fusils’:

‘Petit Larousse Universel Illustré’, 1922

Page 30: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

29

Motregen en een niet geheel rimpelloos

wegdek zijn teveel voor de bodem. Roetsj, en weg

is je brood. Ja, dat dacht je, maar dan onderschat je

de veerkracht. Het passeert met hoge snelheid op een

haar na twee parkeerwachters, suist in de richting van een

fietsende student die het projectiel

een schop verkoopt waardoor het

voorzien van nieuwe energie van

richting verandert en

als een raket op een

rolstoelrijder afvliegt. Die

ontsnapt de dans maar twee

‘gebruikers’ die alle coördinatie

missen, slaan gaten in de lucht en

komen ten val vlak voor de voeten

van een vrome dominee die

“Manna” roept hetgeen

de bestuurster van de

gloednieuwe VW-kever ontgaat door

de klap op de voorruit die de aanzet

vormt voor een fraaie looping -her

en der wordt een UFO gesignaleerd-

schiet langs de neus van

een kraanmachinist

die net een broodje had besteld, om

dan, na een sierlijke glijvlucht

tot inkeer gekomen, op je eigen

bagagedrager te landen.

Geen krasje.

Thuis blijkt de geestkracht van dit stokbrood nog niet

gedoofd. Tot op de broodplank blijft het zich

verzetten. Ontwijkt het mes door diep te buigen.

Het kartelmes kerft tot op het hout.

Toch eten we lekker, gespreksstof genoeg.

Bijna echt is niet echt, want echt is heel wat

anders.

Echt is bloem, water, gist en een mespuntje zout.

Anders is als er vet bijkomt of, erger nog, een hele

reeks broodvijandige additieven.

Echt is echter een schaars

goed.

Dat echte brood met die

prachtige onregelmatig gerezen

structuur. Die bite die niet

alleen de korst heeft, maar het

hele brood. Dat knapperige

zonder bros te zijn.

De telefoon gaat. “Ja leuk”.

“Gezellig”. “Nee, geen enkel

probleem”. “Tot straks dan”.

Een soepje? Er is nog een

mooie fond van eergisteren,

uien en oude kaas zijn er

ook. Dan pasta met anti-

pasta. Komt allemaal uit de

voorraadkast. Broccoli krijg

je bij de groenteboer om de

hoek. Vóór het opdienen even in de magnetron,

vijf minuten laten uitdampen en serveren met een

gebonden saus met knoflook, pijnboompitten en

uitgebakken, gerookte spekjes. Allemaal zo klaar

dus.

Twee dingen slechts. Broccoli, en voor bij de soep

een prima stokbrood.

Fietsen naar een ‘andere’ bakker.

Het brood ziet er betrouwbaar uit.

De verpakking blijkt dat niet.

Gespreksstof

Page 31: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

30

Broodtransport

huiselijker dan de huidige. Kindertjes zijn handenbindertjes

en hun aantal lag beduidend hoger dan het hedendaags

gemiddelde. Die moesten allen gevoed, gekleed en gewassen.

De stofzuiger was nog geen gemeengoed en de wasmachine

was net begonnen aan een schuchtere intrede. De wringer

ook. En dan maar hopen op droog weer, want anders kwam de

strijk in de knel en bleef ook het verstelwerk liggen.

Boodschappen doen heette nog geen ‘shoppen’ en van ‘fun’

was al helemaal geen sprake als je elk dubbeltje moest

omdraaïen. Die boodschappen, dat klinkt vandaag de dag als

Stadsgezichten uit de Laat-Romantiek, zo rond de

wisseling van de 18e en 19e eeuw, leren ons dat

het bezorgen van brood een exclusief vrouwelijke

aangelegenheid was.

Het beeld van de matineuze jonge vrouwen die,

beladen met geurig brood, door de straten reden

deed de dichter Goethe niet alleen watertanden,

maar zette hem ook tot schrijven aan. Het was

niemand minder dan Franz Schubert die zijn

tekst toonzette; en het “Gretchen am Lenkrad” is

onsterfelijk geworden.

Dit vrouwelijk monopolie bleef in allerlei lokale

varianten, tot in de eerste decennia van de

twintigste eeuw gehandhaafd.

Zij die in een stedelijke omgeving en rond

het midden van de vorige eeuw zijn geboren,

herkennen dit toch allemaal: de kleinhandelaar

die, met z’n waren op een door een paard

getrokken kar, door de vrijwel autoloze straten

trekt. Ratelend, roepend, bellend, maakt hij zijn

aanwezigheid kenbaar in een straatbeeld van

fietsers, voetgangers en spelende kinderen.

Zijn signalen zouden nu, tussen de door het

gemotoriseerde verkeer geproduceerde decibellen,

hopeloos verloren gaan. Zou hij plots weer op de

straat verschijnen, dan zou dit aanleiding geven

tot overlast, ergernis en opstoppingen. Om de

twintig meter, met paard en wagen stilhouden

en een hele weghelft of meer blokkeren, lijkt nu

onvoorstelbaar.

‘Laten wegslepen, die handel!’

De huisvrouw uit die dagen –van huismannen

had nog nooit iemand gehoord en alleenstaanden

waren zonderlingen– was noodgedwongen een stuk

Page 32: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

Oman, 2006

31

een ongekende luxe, werden voor het merendeel

niet gehaald maar aan huis bezorgd.

Zo verschenen dagelijks zowel de groentenman

als de melkboer in de straat. Wekelijks kwamen

de kruidenier, de slager en de vishandelaar.

Deels waren het de producenten zelf die hun

seizoensproducten aan de vrouw brachten.

Op straat kocht men ’s zomers aardbeien en

kersen, evenals kolen en petroleum: onmisbare

brandstoffen voor de winter.

De bakkerskar kende vele varianten.

“Want er zijn bakkers en wederverkopers van

brood” schrijven Zeguers en Hemker in ‘La

Cuisine sage’.1

Niet alleen de kar van de lokale bakker trok door

de straten, maar ook die van de coöperatieve

bakkerijen, de eersten die het fabrieksbrood

goedkoop en zgn. ‘gezond’ verkochten.

De herinnering aan een product als ‘Tarvo’, een

voorgesneden brood van een elastische substantie

vervaardigd, zonder een noemenswaardige

korst maar mèt een kunstmatig opgerekte

houdbaarheid, doet heden ten dage nog vele ouderen gruwen.

De toevoeging van een overmatige hoeveelheid dierlijk vet

zorgde ervoor dat ook de laatste snede ‘mals’ bleef.

Gelukkig keerde het tij. De naoorlogse generatie, eenmaal in

financiëel ruimer vaarwater gekomen, ontdekte tijdens hun

eerste vakanties in het buitenland dat er meer brood tussen

hemel en aarde bestond dan ‘Tarvo’.

Een wereld van geur, smaak, structuur èn variëteit ging voor

hen open. Daar ontdekte men dat het brood niet bezorgd,

maar gehaald werd. Met name in Frankrijk, met z’n fijnmazig

netwerk van bakkerijen2 werd de toerist geconfronteerd

met veel vernuftigs op het gebied van het persoonlijke

broodtransport.

Het besef dat brood meer kan zijn dan maagvulling

breekt in die dagen door bij een steeds groter wordende

groep consumenten. Al zal het waarschijnlijk een vrome

wens blijven dat de bakkers de concurrrentieslag met de

‘Wederverkopers van Brood’ ooit zullen winnen.

1 C. Hemker, J. Zeguers: ‘La Cuisine Sage’, Luiting, 19782 Zie ook ‘Le pain de la resistance’, pag. 26

Klemvast vervoerd; prototype voor heren- en damesfiets.Frankrijk, 1982

Page 33: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

32

Een ooggetuigeverslag van de

Tour de France

“Deezen zoomer, terwijl U verkoeling zocht aan den oever van

den rivier, in den schaduw van het bosch of heerlijker nog,

aan zee, werd in Frankrijk weederom den jaarlijkschen Tour

den France gereeden.

Uw verslaggever die reedsch eerder zijne indrukken

met U deelde over den sloopende hitte tijdens

den etappes in den streek van Bordeaux en later

in den Rhône-vallei, is inmiddelsch, dank zij den

stuurkunsten van zijn trouwen chauffeur, in den

Alpen aangekomen.

Om ons heen ligt eeuwigen sneeuw en den

meegebrachte winterkleeding bewijst goeden

diensten. Halverweege den vijftiende etappe van

Grenoble naar Evian houden wij halt. Hier op

den top van den Col de L’lseran wachten wij den

dappere renners op en zullen wij getuige zijn van

een hartverwarmend tafereel. Een verbroedering

zoals die alleen in den wielerwereld plaatsvinden

kan. Een ritueel voorbehouden aan den crème de

la crème van den wielersport en waarvoor er in het

peleton geen plaats is.

Eindelijk wordt ons geduld beloond. Was tot op heden slechts

het suizen der wind te hooren, plots wordt dit vermengd met

vage flarden motorgeronk.

Daar koomen zij! Minuten tikken tergend langzaam voorbij

en het lijkt een eeuwigheid te duren eer wij, omfloerst door

mistflarden, hunne felle koplampen ontwaren.

Vergeten is het kleumend lange wachten. Daar koomen zij!

Op een tiental meeters achter den eersten motorrijder

ontwaaren wij den eerste zwoegende gestalte. Staande

in den pedalen en met het kleinste verzet, worden den

laatste meeters bedwongen. Den Gelen Trui-drager en

dan, opdoemend na enkelen seconden, drie, vier, neen vijf

anderen. Den kopgroep is compleet. Guiseppe, Jean-Paul, den

Belgischen Maurice natuurlijk, maar ook den Duitscher Kurt

Händler, op den voet gevolgd door onzen landgenoot Jacob

van Ossendrecht. Gelooft u mij, op dezen kouden top, wordt

sportgeschiedenis geschreven! Namen toegevoegd aan het

Pantheon der Sportonsterfelijken!

Maar nu. Hijgend verzaamelen zij zich. Hunne rijwielen

achteloos aan den kant gezet, rond den diepblauwen motor

met zijspan, waarvan den berijder met delicate gebaren het

dekzeil verwijdert, dromt men samen.

Hierin, warm gehouden door een zestal warmwaterkruiken,

bevindt zich den proviand voor den uitgeputte sportlieden,

overgenomen uit de ‘Katholieke lllustratie’, september 1929.

Page 34: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

33

maar ook behaaglijk warme dekens voor elk van hen.

Den strijd, den competitie van daarnet èn straks, wordt voor

een moment vergeten. In intieme celebratie.

Hier, op hunner Olympus, weeten den wielergoden zich voor

een moment vereenigd. Deelgenoot aan dezelfden Titanenstrijd

is dat wat telt.

Uit het zijspan stijgt een geur van verschgebakken brood op,

oogenschijnlijk uit een andere wereld dan dit landschap van

steen en ijs. Hongerig sluit men den kring.

Den motorbestuurder, een Sileziër met een onuitsprekelijken

naam, kijkt den kring rond, ziet in allen oogen een

verwachtingsvollen blik, duikt dan in zijn bagage en haalt

den flesch booven, toont eenieder het veelbeloovende etiket en

ontkurkt met alle égards een Grooten Cognac. Nogmaals wordt

den lucht doorkliefd met een niet-alpine doch goddelijk aroma.

Den zintuigen krijgen een extra prikkel op deez’ hoogte.

Reuk en smaak worden intenser bij ontstentenis van

het daaglijksche bombardement van impressies. Uiterst

behoedzaam giet den in leeder gehulde gestalte den inhoud

in een op den juiste temperatuur gebrachte kom. Dan, op een

moment dat alle aroma’s vrij koomen, gaat er eenen diepen

zucht door het selecte gezelschap. Even lijkt men geheel alleen

te zijn, maar met zoveel gemeenschappelijks. Het besef, dat

niet alleen den overwinning, maar vooral den strijd, het doel

van deezen sportieve onderneming is, vervult aller harten.

Voor één moment zijn zij allen één.

Dan den ceremonie.

Een ieder neemt zijn brood, doopt dat seconden lang in den

hemelschen drank, zuigt en sabbelt, verzaaligt... Geniet een

sacrale stilte, terwijl den warmen gloed weldadig in hun

binnenste opstijcht.

Verkleumde ledematen ontspannen zich. C’est la vie!

Voor den tweeden en den derden male gaat den kom rond.

Zelfs Kurt, den sportieve ascetische Duitscher, is er van

overtuigd dat in dezen omstandigheden een goeden slok op

zijn plaats is en doopt met graagte zijn brood telkenmale in

den hem aangebooden kom.

Nog even en den afdaling begint. Beneden lokt den finish, den

warmte en den ontvangst. En nu, den remmen los!

Snelheid, behendigheid, zijn den eigenschappen welken

tellen. Gaapende klooven en onpeilbaren afgronden op luttele

centimeters van het wiel verweijderd.

Den wind, den warmer wordende lucht fluitend in den oren,

vermengd met het bewustzijn dat een platte tube fataal kan

zijn, terwijl verraaderlijk smeltwater, juist daar waar men het

niet verwachten zou, het wegdek in een glijbaan kan doen

veranderen.

Maar dan, den ontvangst is grootsch. Vlaggende straten, het

juichende publiek bij den finish. Luigi eindigt als eerste over

den streep. Wordt belaagd door pers en trouwen aanhangers.

Den krans over den schouders sluit hij even den oogen. Zoo

schoon kan het leven zijn: C’est la vie.”

In 1947, meteen na de Tweede Wereldoorlog werd het gebruik van alcohol tijdens

wielerwedstrijden ten strengste verboden door de organisatoren. Doping bleek

echter onuitroeibaar.

Page 35: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

34

De stilte van de Zondagochtend in de 50-er jaren, werd nog

niet verstoord door buurtbewoners, uitgerust met electrische

grasmaaiers, klopboren of cirkelzaagmachines.

Slechts het gebeier der kerkklokken vulde de lucht.

Dichtbij het geklepper van het parochieklokje, van verder

weg en over de hele stad, de donkere bronzen roep der grote

kerken. Servaos en Slevrouwwe riepen beiden: “Haast U”.

Gedenk de dag des Heren, spoed u ter kerke en uw plaats in

het Paradijs is verzekerd.

Maar niet overal werd er naar geluisterd. Op veel plaatsen,

ook al was het maar voor eventjes, werd dit Roomse geweld

genegeerd. Even moest alles wijken voor de stem uit de

luidspreker van de draadomroep, die àndere litanie van de

zondagochtend, meteen na het nieuws van acht uur. Met de

nog nazingende tonen uit de kerktorens op de achtergrond,

werden, met Vlaamse tongval, de verlossende woorden

gesproken:

“Maubeuge, 12 graden, licht bewolkt, noord-noordwestelijke

wind. De duiven zijn gelost.

St.Quentin, 10 graden, half bewolkt, noordwestelijke wind.

De duiven zijn gelost.

Orleans, 14 graden, heldere hemel, westelijke wind. De

duiven zijn gelost.

Tours, 8 graden, nevel. Wachten.

Angoulème, 16 graden, zuid-zuidwestelijke wind. Nagenoeg

onbewolkt. De duiven zijn gelost.”

Eén voor één werden de namen genoemd.

Het Franse spoorwegennet van noord naar zuid afgewerkt.

Postduiven reisden per trein in die dagen.

Héén althans.

Voor de duivenmelker werd de indeling van de zondagochtend

bepaald door dit soort berichten. Dit, moest hem doen kiezen,

voor de Heilige Mis van half negen

of die van tien uur.

Soms zelfs, als het echt spande

–geld speelde bij die wedvluchten een niet onaanzienlijke rol-

werd het zieleheil en het Gregoriaans verruild voor het uren

in de lucht turen. “Dao kaome ze!” Was ook van toepassing

op de duivenmelkers. De vrijheidsdrang van de arbeidende

duivenmelker werd belichaamd in de onafhankelijke duif,

die geheel op eigen kracht, zonder de tirannie van baas of

tredmolen, zijn eigen thuisbasis opzocht.

Daar kon de pastoor best even voor wachten.

Zij, die duiven molken, behoorden tot een speciale wereld.

Voor hen was er niet één God, maar ook die van de BRT.

Een satanische verlokking die bij het Laatste Oordeel nog wel

ter sprake zou komen. Dat was een zorg voor later...

Voor de duivenmelker was zijn hobby zijn oog op de wereld.

Had de bezetter niet immers het houden van duiven

verboden? Opnieuw moest er gefokt worden in ’45, de besten

met de besten gekruist. Hiertoe moest men naar Luik, met

Vreuger - in Maastricht

Page 36: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

35

paspoort en controle, want Holland had zich niet zo netjes

gedragen tijdens de wereldoorlogen.

Naar Luik voor veelbelovende eieren, clandestien, dat

wel. Maar in de romantiek, waarin de duivenmelker zich

identificeerde met de grenzeloosheid van de vogels, mocht dat

geen probleem zijn.

Het Waalse duivenminnende gewest werd eerst via de

zondagmarkten, later, meer thuis inmiddels, ook tijdens

Sainte Marie en de Novemberfoire op de Avenue de la

Sauvigniere, ondanks de taalbarriere, een veelbezocht gebied.

Na de offerrande werd de lucht in de Onze Lieve Vrouwe

kerk stilaan een beetje transparant. De feestelijk gekleurde

lichtstralen werden minder getemperd door wierookdampen

en kaarsenwalmen. Buiten scheen de zon. Daar was de kilte

van kerk en crypte reeds lang vergeten. Heel voorzichtig

begonnen de geuren van de sökkerbekker Fransen (het

Peperkookemenneke) in de Wolfstraat, samen met die van de

bakker uit de Steine Brög, te concurreren met die vanuit de

kerk.

Hongerig, vóór de communie moest je immers nuchter zijn,

werd er gegluurd naar de celebrant, die een grote hostie at,

er een slok wijn én alle tijd bij nam.

Gewend aan het dagelijks ontbijt voor dag en dauw werd

er gedroomd van koffie en spek met eieren. Het Panis

Angelicum fit panis hominium werd er gezongen. Zou tijd

worden ook. Maar eerst nog voerde de missiepater het woord.

Sprak over hongerige kindertjes in Kongo of Oost-Sumatra

en kondigde een collecte bij de poort aan. De collectes voor

de kerk, de armen en de bijzondere doelen (toch eens bij

Thiessen op de Grote Gracht informeren) waren allang achter

de rug. Op de achterste rijen was het eerste geschuifel reeds

hoorbaar. Van daaruit was je ook het eerst buiten (Dominus

Vobicscum), dan moet hij wel opschieten...(Ed cum Spiritu

tuo), die kwam later wel in de Struys.

Terwijl de dames zich, omstuwd door kroost, naar huis

begaven, maakten de heren goede sier door het

bestelde gebak voor de zondagmiddag op te gaan

halen. Het wachten bij de bakker, waarbij men

zichzelf een prima excuus verschafte (rieste, kronselle,

of appelekowwe). “Kronselle, dat waor besteld.” “En

è stekbroed geere, veur bij de sôp en è gesnooie

roggebroed veur bij de Rommedoe.” “ ‘n Eelske

derbij?” “Straks.”

Tegen enen, ietwat rossig, met de aangeschafte

eetwaren naar huis. Diner en dan een dutje.

Maar voor de duivenmelker moesten de café-

geneugten wachten tot zijn vogels ‘gevallen’ waren,

met voer en gefluit naar binnen gelokt, afgunstig

gekeken naar die vroege ‘witpen’ van Laurent

verderop, en de op weduwschap vliegende ‘schüllever’

van de kromme Louis, uiteindelijk ontdaan van

het rubberen wedstrijdringetje, geconstateerd in

het listig gesloten compartiment van de, van een

stempelmachine voorziene, houten klok.

Dan pas kon men achterover leunen. Titanenarbeid.

Op de fiets naar het café.

Daar zag het blauw van de rook en de grootspraak.

Heren met sigaren namen de klokken in ontvangst.

Zonder bier duurt het wachten extra lang. Uren vaak,

voor de uitslag bekend was.

Wachten maakt ook hongerig, ook toen al.

Dus iers è bruudsje met hiering en è gleeske jenever.

Straks naar huis, voorzichtig fietsend.

Kaafvleis, puree en Brussels lof.

Wee heet den ierste?

Page 37: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

36

Indien u zich erop verheugt straks een populaire

opa of oma te zijn, tref dan nu uw maatregelen.

Dit is het moment om u te verzekeren van een

dosis verhalen die naadloos aansluit bij het

klassieke en gruwelijke sprookjesrepertoire.

En het is zo simpel!

Spaar nu de verpakkingen van uw dagelijks brood

en knip daar de lijst van ingrediënten uit. Leg een

plakboek aan: succes verzekerd.

...ui

t de

supe

rmar

kt...

Tip voor later!

Ademloos zullen de kleintjes aan uw lippen

hangen als de klassiekers verbleken bij uw

verhalen over vroeger.

Over hoe u en uw leeftijdsgenoten het waagden

om, uit puur lijfsbehoud en bij het volle

verstand1 toch over te gaan tot het consumeren

van deze tot in lengte van dagen houdbare

producten.

Brood, dat product waar toch wat in zit.

De reclame loog er niet om in die dagen.

1 Wetenschappers hebben hierbij, gezien de aard en

hoeveelheid additieven, ernstige twijfels

Page 38: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

sponsor

Page 39: Broodboek: 'BROOD. Ja, dat dacht u'

Jacques Creusen, Jacqueline Wassen

en Riet de Wit: drie Maastrichtse

kunstenaars, drie verwante zielen.

Ieder met een eigen achtergrond

en eigensoortige productie,

tekenen voor dit boekje.

Informatie over hun werk is te vinden

op onderstaande websites:

www.jacquescreusen.nl

www.members.lycos.nl/jacwassen

www.rietdewit.nl