Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt...

15
Bronnenboekje Rembrandt Verdiepende teksten voor leerkrachten De tentoonstelling Rembrandt Privé (Stadsarchief, 2018)vertelde het persoonlijke verhaal van de grootste schilder uit de Nederlandse geschiedenis. Rembrandt woonde het grootste deel van zijn leven in Amsterdam en zijn levensloop liet veel sporen in de archieven na. Het Stadsarchief Amsterdam bewaart een grote collectie Rembrandt- documenten. Unieke archiefstukken die vertellen over zijn dagelijks leven, kunst, opdrachtgevers, zijn vrouwen, kinderen en geldproblemen. Het bronnenboekje belicht de persoonlijke verhalen van Rembrandt en plaatst ze in de context van de zeventiende eeuw. Verdiepende teksten bij dat bronnenboekje vindt u hieronder.

Transcript of Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt...

Page 1: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

Bronnenboekje Rembrandt Verdiepende teksten voor leerkrachten

De tentoonstelling Rembrandt Privé (Stadsarchief, 2018)vertelde het persoonlijke verhaal van de grootste schilder uit de Nederlandse geschiedenis. Rembrandt woonde het grootste deel van zijn leven in Amsterdam en zijn levensloop liet veel sporen in de archieven na. Het Stadsarchief Amsterdam bewaart een grote collectie Rembrandt-documenten. Unieke archiefstukken die vertellen over zijn dagelijks leven, kunst, opdrachtgevers, zijn vrouwen, kinderen en geldproblemen. Het bronnenboekje belicht de persoonlijke verhalen van Rembrandt en plaatst ze in de context van de zeventiende eeuw. Verdiepende teksten bij dat bronnenboekje vindt u hieronder.

Page 2: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1632 Kerngezond Begin 1631 investeerde Rembrandt in Leiden, samen met 99 anderen, in een tontine. Dat was een financiële constructie waarbij een groep deelnemers geld in een fonds stak. Als een van hen stierf, kwam zijn deel van de winst toe aan de anderen, net zo lang tot er nog maar een van hen over was, die kreeg alle winst. In 1631 bevestigden notarissen dat alle investeerders van de Leidse tontine nog leefden. Een jaar later op 26 juli 1632 bezocht een notaris Rembrandt opnieuw. Hij constateerde dat de schilder 'wel te pas' – goed gezond – was.

Drukte Amsterdam barstte in de zeventiende eeuw uit zijn voegen! De stad was aantrekkelijk voor buitenlandse kooplieden en geloofsvluchtelingen. Amsterdam was de belangrijkste handelsstad van Holland. De economie bloeide en het inwoneraantal bleef toenemen. De bevolkingsgroei maakt een grootschalige stadsuitbreiding noodzakelijk. Toen Rembrandt in Amsterdam kwam wonen, was het eerste gedeelte van de grachtengordel al aangelegd. De Westerkerk was pas voltooid. De grachtengordel maakt deel uit van de zeer omvangrijke zeventiende-eeuwse stadsvergroting. Het project was zo groot en kostbaar dat het in twee fases werd uitgevoerd, ook wel de Derde en Vierde Uitleg genoemd. Behalve de grachtengordel werden bijvoorbeeld ook de Jordaan en de Weteringbuurt in die tijd gebouwd. De meest statige huizen van de grachtengordel staan langs de bocht van de Herengracht bij de nieuwe Spiegelstraat. In deze zogeheten Gouden Bocht lieten de rijkste Amsterdammers de grootste herenhuizen bouwen, veelal op dubbele kavels. Het waren ‘stadspaleizen’, statussymbolen bij uitstek. De Gouden Bocht geldt dan ook als hét symbool van de rijkdom in de zeventiende eeuw.

Page 3: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1634 Ondertrouw Rembrandt verhuisde in 1631 naar Amsterdam. Voordat hij zich als zelfstandig schilder vestigde, werkte hij voor kunsthandelaar Hendrick Uylenburgh. Mogelijk leerde Rembrandt via hem Saskia kennen, zij was het nichtje van Hendrick. Saskia moet een aantrekkelijke partij zijn geweest om mee te trouwen, zij was de dochter van de inmiddels overleden burgemeester van Leeuwarden, de belangrijkste stad in de provincie Friesland. Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt in de Oude Kerk voor de commissarissen van huwelijkse zaken. Om te kunnen trouwen moest het register van ondertrouw worden getekend. Dit register wordt bewaard in het Stadsarchief.

Ja, ik wil! Op de huwelijksmarkt in de zeventiende eeuw waren religie, rijkdom en sociale status belangrijk. Het was gebruikelijk te trouwen met een partner voor zakelijk of politiek belang. Bijvoorbeeld om het familiekapitaal veilig te stellen of een adellijke titel te verwerven. Het huwelijk werd gezien als een contract voor een stabiel leven. Trouwen met iemand van een ander geloof was vrij ongebruikelijk. De ideale huwelijkskandidaat kwam uit dezelfde sociale klasse en had een respectabele reputatie. Het was de taak van de vrouw om kinderen te verwekken en op te voeden en zorg te dragen voor het huishouden. De man was de kostwinner en verantwoordelijk voor het kapitaal. Een huwelijksaanzoek werd gedaan nadat de man de vrouw het hof maakte. Ouders moesten toestemming geven als hun kinderen minderjarig waren. De minimumleeftijd om te trouwen was voor jongens 13 jaar en voor meisjes 12 jaar. Na het aanzoek volgde de trouwbelofte en dit werd bezegeld met een penning of ring. Het aanstaande bruidspaar moest nu de ondertrouw afleggen in de kerk. Echtparen uit hogere sociale klassen vierden de bruiloft die volgde groots. Er werden zelfs feestgedichten en lofzangen gecomponeerd of huwelijksportretten geschilderd. Zo portretteerde Rembrandt het pasgetrouwde ‘high society’ stel Marten Soolmans en Oopjen Coppit in twee levensgrote schilderijen.

Page 4: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1636 Rombertus Het eerste kind van Rembrandt en Saskia, Rombertus, werd nog geen drie maanden oud. Op vrijdag 15 februari 1636, precies twee maanden na zijn doop, werd de kleine Rombertus begraven in de Zuiderkerk. In het begrafenisregister van de kerk staat vermeld dat de baby werd begraven onder een kleine steen. Zijn graf bevond zich tussen twee pilaren, deze plek was te klein om een volwassene bij te zetten. De begrafenis kostte Rembrandt vier gulden. Aangezien Rembrandt geen eigen graf in een van de Amsterdamse kerken had gekocht, werd zijn zoontje begraven in de kerk van de buurt waarin hij woonde. In dit geval de Zuiderkerk. Rembrandt en Saskia waren toen pas verhuisd naar de Nieuwe Doelenstraat.

Kindersterfte In de zeventiende eeuw kwam het vaak voor dat baby’s overleden. Na Rombertus kregen Rembrandt en Saskia nog twee kindjes die ook kort na de geboorte stierven, in 1638 en in 1640. Beide waren meisjes vernoemd naar Rembrandts moeder Cornelia. Hun vierde kind Titus, zou wel de volwassen leeftijd bereiken. Kindersterfte in de tijd van Rembrandt kwam vaak voor. Er heersten geregeld besmettelijke, dodelijke ziektes. Bovendien was er nog geen sprake van gedegen medische kennis, vaccinaties voor kinderziektes, schoon drinkwater uit de kraan of goede hygiënische voorzieningen. In iedere stad lag het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer. In 1635 en 1636 maakte de pest veel slachtoffers in Amsterdam. Eén op de vijf Amsterdammers raakte besmet met deze dodelijke ziekte. Vooral kleine kinderen vielen aan de ziekte ten prooi. Misschien is ook Rombertus aan de pest bezweken.

Page 5: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1639 Verkocht! Mede dankzij de contacten van kunsthandelaar Uylenburgh was Rembrandt al snel de meest gewilde portretschilder in Amsterdam. Rijke kooplieden lieten zich graag vereeuwigen in een schilderij. Dit leverde hem zoveel opdrachten op dat hij gedurende enkele jaren gemiddeld een portret per maand schilderde. Hierdoor kon Rembrandt zich in 1639 een huis veroorloven aan de Sint-Anthonisbreestraat (nu Jodenbreestraat). In die tijd liep de populariteit van deze buurt terug, de nieuwe grachtengordel was een gewilde omgeving. Het huis dat Rembrandt kocht is nu bekend als Museum het Rembrandthuis. De koopsom was maar liefst 13.000 gulden. Een flink bedrag in die tijd. Rembrandt kocht de woning pal naast het (voormalige) huis van Hendrick Uylenburgh, hij kende de buurt dus goed.

Buurtgenoten Amsterdam was in de zeventiende eeuw een multiculturele stad. De komst van immigranten zorgde mede voor het succes van de Gouden Eeuw. De nieuwkomers kwamen eerst uit Noord-Duitsland, Vlaanderen en Noord-Nederland, en soms uit Engeland en Frankrijk. Later kwamen daar mensen uit Noorwegen, Zweden en Denemarken bij, of zelfs uit IJsland, Ierland, Finland en de Baltische landen. Ook kwamen joden van het Iberisch schiereiland naar Amsterdam. Er waren ook immigranten uit Afrika, Azië en Noord- en Zuid-Amerika. In de buurt van Rembrandt was een kleine zwarte gemeenschap gevestigd. Hij schilderde tussen 1630 en 1660 diverse mensen van Afrikaanse afkomst, op straat en in zijn atelier. Hoewel veel van deze migranten door de slavernij in Amsterdam terecht zijn gekomen, werkten enkelen als zeeman of soldaat in dienst van de West-Indische Compagnie. Ze kwamen zowel uit Afrika als uit bijvoorbeeld Brazilië. Veel van deze voormalige Afrikaanse slaven waren ook in dienst als bediende bij de Portugese Joden die ook in de buurt van de Jodenbreestraat woonden. Vaak woonden zij met meerdere families in kelderwoningen. Hier gaven zij ook onderdak aan nieuwe immigranten en wellicht ook aan weggelopen slaven.

Page 6: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1640 Naar buiten Rembrandt maakte graag wandelingen in en rondom Amsterdam. Hij legde de omgeving vast in schetsen. Thuis in zijn atelier werkt hij deze schetsen uit in etsen of schilderijen. Een ets is een diepdruktechniek. De afbeelding wordt in een koperen plaat getekend en in een zuurbad ingebeten, waarna de afbeelding kan worden afgedrukt op papier. Rembrandt tekende 'naer het leven', hij tekende wat hij zag. De Boerderij aan de Diemerdijk is zo’n tekening. Rembrandt tekende soms ook fantasierijke voorstellingen om het landschap een monumentaal karakter te geven. Hij manipuleerde dan de werkelijkheid om de toeschouwer een indruk te geven van de omgeving, het gevoel en de sfeer van het landschap.

Plezierreisjes In de zeventiende eeuw bestonden vakanties niet. Speelreisjes of plezierreisjes wel. Dit was een populaire vrijetijdsbesteding om te onthaasten. Steden waren niet altijd schoon en fris. Amsterdam was in de zeventiende eeuw een drukke en vieze stad. Riolering bestond nog niet en het huisvuil en de uitwerpselen van Amsterdammers belandden op straat of in de gracht. Vooral in zomer stonk de stad vreselijk. Wie de kans had trok daarom de stad uit, om te genieten van de natuur en de frisse buitenlucht. Het vervoer ging per kar of schuit en stedelingen picknickten in het groen of dronken wat in een herberg. Dat was ook een geliefde plek voor verliefde stelletjes! Zij bezochten een lusthof om elkaar beter te leren kennen. Dit waren rijkversierde tuinen ingericht met bloemen en buitenkunst. De rijken hadden buitenhuizen, daar namen zij ’s zomers hun intrek om de stank en de drukte van de stad te mijden. Veel kooplieden lieten hun huis langs de rivier de Vecht bouwen. Wonen aan het water was idyllisch, maar had ook een praktische reden. De huisraad en het meubilair werden inclusief bedienden per trekschuit van de gracht naar het buitenhuis vervoerd. De familie arriveerde per koets.

Page 7: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1642 Verdriet Saskia stond talrijke keren model voor Rembrandt. Ze was zijn muze, een belangrijke inspiratiebron voor diverse werken. Saskia overleed op 14 juni 1642 op 29-jarige leeftijd, mogelijk aan tuberculose. Hun zoon Titus was pas negen maanden oud. Saskia is begraven in de Oude Kerk. Rembrandt betaalde 8 gulden voor haar graf. Het Stadsarchief bewaart het begraafregister.

100 gulden Het jaar 1642 symboliseert een persoonlijke tragedie en een hoogtepunt in Rembrandts schilderscarrière. In het jaar dat Saskia overleed, legde Rembrandt de laatste hand aan de Nachtwacht, zijn beroemdste kunstwerk. Het schilderij is bijzonder vanwege de compositie en techniek. Alle personen zijn in actie weergegeven, dit was volstrekt nieuw destijds. Rembrandt liet met het schilderij zien wat hij kon als schilder. De clair-obscurtechniek (met contrast tussen licht en donker) verhoogt het dramatisch effect. Door nadruk op de lichtere delen van de voorstelling ontstaat diepte. Het schilderij staat bekend als De Nachtwacht, maar dat is niet de naam die Rembrandt het gaf. Het is feitelijk een groepsportret van de schutters van wijk II onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq. Rembrandt schilderde het doek voor de grote zaal van de Kloveniersdoelen aan de Nieuwe Doelenstraat, waar de schutters bijeenkwamen. Daar sierden zes van zulke grote schuttersstukken de wanden. De schutterij was een burgerwacht en had als taak het bewaken van de orde, rust en veiligheid van de burgers in de stad. In de loop van de zeventiende eeuw was dat niet meer nodig en kreeg de schutterij een sociale functie. Wie lid was, had aanzien. Een van de leden was de lakenkoopman Jan Pietersz. Bronchorst. Hij verklaarde in 1659 dat hij en de andere leden gemiddeld honderd gulden hadden betaald om te worden geportretteerd op de Nachtwacht.

Page 8: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1649 Geertje Dircx Rond het overlijden van Saskia, kwam Geertje Dircx in huis bij Rembrandt. Zij was

huishoudster en het kindermeisje van Titus. Waarschijnlijk hebben zij en Rembrandt het

bed gedeeld. Op enig moment heeft Rembrandt haar zelfs juwelen gegeven uit Saskia’s

erfenis. Maar hun verhouding hield geen stand. Mogelijk heeft dat te maken met

Hendrickje Stoffels die in huis kwam en Rembrandts geliefde werd. Er ontstond een

conflict. Rembrandt bood Geertje een soort alimentatie aan. Maar Geertje nam daar

geen genoegen mee. Ze betrok de commissarissen van huwelijkse zaken erbij. In het

huwelijkskrakeelboek schreven zij dat Geertje Dircx in 1649 verklaarde dat Rembrandt

haar trouwbeloftes had gedaan en met haar had ‘geslapen’. Ze eiste van de schilder dat

hij met haar zou trouwen of in haar onderhoud zou voorzien. Rembrandt verscheen op 23

oktober 1649 voor de commissarissen. Hij ontkende dat hij trouwbeloften had gedaan. En

hij gaf aan dat hij niet hoefde te bekennen dat hij met Geertje heeft geslapen. Zíj moest

het maar bewijzen. De uitspraak van de commissarissen bepaalde dat Rembrandt 200

gulden per jaar moest betalen aan alimentatie voor haar levensonderhoud.

Met Geertje liep het slecht af. Een jaar na de uitspraak van de commissarissen werd ze

opgesloten in een spinhuis (een tuchhuis voor vrouwen) in Gouda. Mogelijk heeft

Rembrandt daar een rol in gespeeld. Feit is dat hij haar reis naar Gouda betaalde (dit kan

ook als deel van de alimentatie geweest zijn). Na haar vrijlating in 1655 probeerde ze

meer geld van Rembrandt te krijgen. Ongeveer een jaar later overleed ze.

Tuchthuis Een tuchthuis was een soort gevangenis. Het was een inrichting waar armen, misdadigers of probleemjongeren arbeid verrichtte. In de zeventiende eeuw dacht men dat dwangarbeid, orde en regelmaat mensen zou verbeteren of hun gedrag zou corrigeren. Wie in het tuchthuis terecht kwam, moest strenge gedragsregels volgen en vaak arbeidsintensief werk uitvoeren. Veroordeelden moesten gehoorzamen en bevelen opvolgen. Tuchthuizen werden een bron van goedkope arbeid. In Amsterdam waren twee aparte tuchthuizen voor mannen en vrouwen. In het Rasphuis werden mannelijke gevangenen gedwongen hout te raspen tot poeder voor de verfindustrie. In het spinhuis moesten veroordeelde vrouwen spinnen. Spinnen is een techniek waarbij losse, dunne vezels tot draden ineen worden gedraaid. Deze draden werden gebruikt in de textielindustrie om te weven, naaien, breien, haken of om touw te slaan.

Page 9: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1652 Nieuwsgierig Amsterdam was in de zeventiende eeuw al een gewilde plek om te werken en wonen. Het aantal inwoners groeide explosief, van ca. 50.000 tot ca. 200.000 inwoners. De stad werd uitgebreid. Het middeleeuwse stadshuis voldeed inmiddels ook niet meer aan de eisen. Het gebouw was klein, bouwvallig en niet meer representatief. Daarom werd een nieuw stadhuis gebouwd. Terwijl dat al in de steigers stond, ontstond in het oude stadshuis brand, in de nacht van 6 op 7 juli 1652. Dappere Amsterdammers wisten vele kostbare boeken, brieven en papieren op tijd te redden. De brand werd met emmers water en natte zeilen geblust. De vlammenzee liet een ruïne achter. Twee dagen na de fatale brand zijn de resten vastgelegd door Rembrandt.

Brand! Het moet een enorme klus zijn geweest om een brand te blussen zonder moderne blusfaciliteiten. In de zeventiende eeuw werden houten en leren emmers, ladders en zeilen als blusmiddelen ingezet. De brand van het oude stadshuis in 1652 gaf aanleiding om te moderniseren. De eerste aanschaf waren 58 handbrandspuiten, een soort voorloper van brandblussers. Dit waren wagentjes met een aparte watertank en brandspuit. De pomp kon een waterstraal tot 20 meter ver spuiten. Nadeel van deze zogeheten brandspuit was dat de wagen heel dicht bij de brand moest staan. Het blussen was gevaarlijk werk waarbij vaak slachtoffers vielen. Uitvinder Jan van der Heyden bedacht in 1673 de oprolbare brandslang. Nu kon men vanaf veilige afstand gericht de brandhaard blussen. Hij verbeterde ook de bestaande brandweerpomp waardoor grote en kleine branden snel en effectief werden geblust. Door de toepassing van een waterzak aan de brandspuit was de lange rij mensen met emmers water overbodig. Van der Heyden bedacht ook een dubbele zuig- en perspomp waarmee het water uit de gracht werd gepompt en direct het vuur kon bestrijden. Het succes diende wereldwijd als voorbeeld voor de modernisering van brandbestrijding en de latere brandweer.

Page 10: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1654 Rembrandt pikt het niet De Portugees joodse koopman Diego d’Andrada gaf Rembrandt de opdracht een portret te schilderen van een ‘seeckere Jonge dochter’ (een jonge, ongehuwde vrouw). Wat zijn relatie tot haar was maakt de bron niet duidelijk. Rembrandt was in zijn tijd de populairste portretschilder, een werk van zijn hand was niet goedkoop. Diego betaalde Rembrandt een voorschot van 75 gulden. Begin 1654 kwam d’Andrada langs om het kunstwerk te bekijken. Hij vond dat het portret ‘op verre nae’ niet op het meisje leek. Diego stuurde daarom een notaris naar Rembrandt met de eis het portret aan te passen. Ook eiste d’Andrada zijn voorschot terug als de schilder het werk niet zou aanpassen. Diego d’Andrada wist dat Rembrandt bekend stond als eigenzinnig. In de jaren ’50 ontwikkelde de Rembrandt een hele eigen stijl. Hij bracht de verf dik op het doek aan met grove penseelstreken. Klanten waren daar niet altijd tevreden over. In de bron staat dat d’Andrada Rembrand vooraf had gewaarschuwd, misschien wel daarvoor. Rembrandt had zijn antwoord klaar. Hij wilde de zaak voorleggen aan het Sint-Lucasgilde. Dat was de beroepsvereniging van de Amsterdamse schilders. Wat er uiteindelijk met het schilderij is gebeurd, is onbekend.

Sint-Lucasgilde In de zeventiende eeuw waren ambachtslieden lid van een gilde. De Amsterdamse kunstenaars organiseerden zich in het Sint-Lucasgilde. Het gilde was gevestigd in de Waag, op de Nieuwmarkt. Naast kunstschilders, waren ook glazeniers, beeldhouwers, graveurs, boekdrukkers en kunsthandelaren lid. Een schilder mocht zonder het gildelidmaatschap zijn beroep niet uitoefenen. Om lid te kunnen worden, moest je in onderricht. Leerlingen volgden een opleiding bij een ervaren meester-schilder. Ze leerden de basisbeginselen en de technieken van het ambacht. De meester nam meestal één kind tussen de 12 en 14 jaar in de leer. De opleiding duurde maximaal 6 jaar en werd afgesloten met een meesterproef. Dat was een kunstwerk waarbij ze schilders attributen of een thema schilderden. Alleen een volleerd 'meester' kon lid worden van een gilde. Wie lid werd, kreeg een lidmaatschapspenning en een begrafenispenning. Rembrandts begrafenispenning is bewaard gebleven. Op de ene kant staan zijn naam en de letter S, voor schilder. Op de andere kant staat het wapen van het gilde en het jaar waarin de penning werd uitgereikt, 1634. Bij de begrafenis van een gildelid gaven de overige leden de penning af als blijk van hun aanwezigheid.

Page 11: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1654 Hendrickje Rond 1649 kwam Hendrickje Stoffels bij Rembrandt in huis als huishoudster. Zij duikt voor het eerst op in de archieven als getuige van de eerste alimentatie-overeenkomst die Rembrandt met Geertje Dircx sloot. Al snel kregen Rembrandt en Hendrickje een liefdesrelatie. Ze zouden tot aan haar dood in 1663 bij elkaar blijven. In 1654 werd Hendrickje opgeroepen te verschijnen voor de kerkenraad, het bestuur van de gereformeerde kerk. De ouderlingen van de kerkenraad hadden Hendrickje al drie keer opgeroepen om voor hen te verschijnen. Pas op 23 juli 1654 kwam ze. Hendrickje was op dat moment zes maanden zwanger. De ouderlingen beschuldigden haar van ‘hoererije’ met de schilder. Ze woonde ongehuwd samen met Rembrandt en had duidelijk met hem het bed gedeeld. Hendrickje kon niet anders dan toegeven. Ze werd bestraft: ze werd aangespoord boete te doen en werd uitgesloten van het avondmaal in de kerk. Rembrandt was geen lidmaat van de gereformeerde gemeente. Hendrickje en Rembrandt trouwden nooit. Hun dochter Cornelia kreeg droeg wel de naam Van Rijn.

Kerken Amsterdam was in de zeventiende eeuw een multiculturele stad met uiteenlopende nationaliteiten en diverse religies. De stad was tientallen kerken rijk. Religieuze hervormingen in de zestiende eeuw leidde tot het ontstaan van meerdere stromingen binnen het christelijk geloof. In de zeventiende eeuw woonden gereformeerden, katholieken, doopsgezinden, lutheranen en remonstranten naast elkaar. Toch was er nog geen sprake van godsdienstvrijheid. In de Republiek had de gereformeerde kerk een bevoorrechte positie en werd iedereen geacht gereformeerd te zijn. In Amsterdam was het stadsbestuur wel pragmatisch. Er was relatieve godsdienstvrijheid: het uitoefenen van je eigen geloof thuis in privésfeer werd gedoogd. Katholieke, lutheranen, remonstranten en doopsgezinden moesten daarom lange tijd hun geloof belijden in huiskerken. Een huiskerk leek aan de buitenkant een gewoon huis en was dus niet als kerk herkenbaar. Het zou nog ruim twee eeuwen duren voordat de vrijheid van godsdienst definitief wordt opgenomen in de grondwet. De scheiding van kerk en staat begin 1800 zorgde ervoor dat minderheidsgroepen vrij hun geloof konden uitoefenen.

Page 12: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1656 Failliet Op 14 juli 1656 vroeg Rembrandt bij de Staten-Generaal een vrijwillige boedelafstand aan, een soort beschermd faillissement. Hij gaf bij de aanvraag een rijtje namen op van personen aan wie hij geld verschuldigd was. Bij een aantal van hen had hij geld geleend om de openstaande koopsom van zijn huis af te betalen. Zijn bezittingen moest Rembrandt overdragen aan de commissarissen van de Amsterdamse Desolate Boedelkamer. Zijn spullen werden geïnventariseerd en vervolgens verkocht om met de opbrengst een regeling te treffen met zijn schuldeisers. Uiteindelijk werd ook het huis verkocht. Samen met Titus, Hendrickje en hun dochter Cornelia verhuisde het gezin naar een huurhuis aan de Rozengracht.

Opsomming Op 25 en 26 juli 1656 werd een inboedelinventaris van Rembrandts bezittingen opgemaakt. Kamer voor kamer werd alles genoteerd. Het werd een lange lijst van negentien bladzijdes. De klerken begonnen in het voorhuis en eindigden in de gang. De inboedel geeft een indruk van hoe Rembrandt woonde en werkte. De schilder had een ‘kunstkamer’, een groot én een klein atelier. Overal in het huis hingen, stonden en lagen kunstwerken. Rembrandt had een half jaar eerder zelf al veel laten veilen, dit was dus slechts een klein deel van zijn overgebleven collectie. Er waren schilderijen, prenten en tekeningen van Rembrandt zelf, maar ook van collega’s, die hij gebruikte als studiemateriaal en om te verhandelen. Er stonden verder beelden en enkele boeken. Verder had Rembrandt een verzameling helmen, wapens, kleding en andere accessoires die hij als rekwisieten voor zijn schilderijen gebruikte. De inventaris noemt geen schildersezels, penselen of verf. Zulk gereedschap was nodig om zijn beroep te blijven uitoefenen. Bij een faillissement kon dit volgens de wet niet aan de schuldeisers worden toegekend. Na de verkoop werd een regeling met zijn schuldeisers getroffen.

Page 13: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1664 Elsje Rembrandt maakte in 1664 twee tekeningen van een jonge, ter dood veroordeelde vrouw. Hiervoor ging hij naar het galgenveld. Dit galgenveld bevond zich aan de overkant van het IJ, in Amsterdam-Noord. Hier werden tot eind achttiende eeuw ter dood gebrachte misdadigers tentoongesteld. De onfortuinlijke Elsje Christiaens kwam hier ook terecht. Een treurige geschiedenis. In 1664 kwam Elsje aan in Amsterdam op zoek naar werk. Ze verbleef in een pension. Na twee weken vroeg de huisbazin om een daalder. Maar Elsje had geen geld voor haar verblijf. Er ontstond ruzie en de huisbazin sloeg Elsje met een bezem. Het meisje greep een bijl en heeft daarmee, naar eigen zeggen, haar huisbazin ‘in de cop gehackt’. Elsje werd snel opgepakt en verhoord. Het verhoor staat opgetekend in een confessieboek. Zo’n boek bevat de verklaringen van gearresteerde verdachten. Een secretaris schreef de bekentenissen in het confessieboek. Elsje werd schuldig bevonden en het vonnis luidde: dood door wurging aan de paal en klappen op haar hoofd met het moordwapen, de bijl. Haar lichaam werd tentoongesteld op het galgenveld totdat het door hongerige vogels, de wind en het weer was verteerd. Elsje Christiaens was nog maar 18 jaar oud. Het nieuws dat een jonge moordenares ter dood werd veroordeeld trok de aandacht van veel Amsterdammers, ook van Rembrandt. Dankzij zijn tekeningen en gedegen archiefonderzoek kennen we haar verhaal.

Nieuwe Amsterdammers Elsje Christiaens was een van de vele gelukszoekers die naar Amsterdam trokken voor werk. Uit de ondertrouwregisters van 1613 blijkt dat 70 procent van de mannen en 50 procent van de vrouwen van buiten Amsterdam kwam. Voor 1663 zijn de percentages 50 en 30 procent. Die instroom van nieuwe mensen was structureel. Ze kwamen af op de aantrekkende economie en schiepen zo mede het succes van de Gouden Eeuw. Dat ging samen. Scheepvaart en handel werden gestimuleerd. Er werden veel schepen gebouwd en de mensen die daarop gingen varen moesten gekleed en gevoed. De economie kwam in een opwaartse spiraal. Veel mensen uit de textielbranche kwamen uit Vlaanderen en Frankrijk. Die maakten het duurdere textiel. Opvallend is dat veel zeelieden uit Noord-Duitsland kwamen, nu Sleeswijk-Holstein, ten noorden van Hamburg. Veel kooplieden kwamen uit Antwerpen. Er kwamen ook mensen uit Engeland. Uit de Republiek zelf kwamen velen uit Friesland en de kop van Noord-Holland. In 1663 was de immigratie veel internationaler. De zeelieden, waar er veel van nodig waren, kwamen nu vooral uit Noorwegen en deels uit Zweden en Denemarken. Zij hadden de plaats van de Noord-Duitsers overgenomen. Ze kwamen ook uit IJsland, Finland en de Baltische landen.

Page 14: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1668 Titus & Magdalena Titus van Rijn was het enige nog levende kind van Rembrandt en Saskia. Net als zijn vader had Titus ook interesse in de kunst en kunsthandel. Na het faillissement en de verhuizing naar de Rozengracht startte hij samen met Hendrickje een kunsthandel. In 1660 werd hun handel officieel opgericht. Rembrandt kwam in dienst van Titus en Hendrickje tegen kost en inwoning. De schilderijen, etsen en tekeningen die Rembrandt in deze periode maakte, werden door Titus verhandeld. De inkomsten bleven zo uit de handen van Rembrandts schuldeisers. (Titus en Hendrickje hadden elk een gelijk aandeel in de firma. Het is mogelijk dat deze constructie daarmee ook een soort nabestaandenregeling voor Hendrickje was.) Titus trouwde met Magdalena van Loo. Ze waren beiden 26 jaar oud toen ze in 1668 in ondertrouw gingen. Na de registratie bij de commissarissen van huwelijkse zaken, werd het huwelijk drie zondagen afgekondigd in de kerk. Op 28 februari trouwde Titus met Magdalena in de Nieuwe Kerk. Hun geluk was helaas van korte duur. Een half jaar na de bruiloft, in september 1668, overleed Titus. Magdalena was net drie maanden zwanger van hun eerste kind, Titia. Titus stierf vermoedelijk aan de pest. Hij werd in begraven in de Westerkerk.

Pest In de zeventiende eeuw was de pest een van de meest besmettelijke en dodelijke ziektes. Vanaf de veertiende eeuw waarde de pest rond door Europa. Wereldwijd stierven in Afrika, Azië en Europa 75 á 100 miljoen mensen. De pest verspreidde zich waarschijnlijk uit Azië naar Europa via handelsschepen. De ziekte werd via vlooien op ratten overgebracht op de mens of via hoesten en niezen. Wie besmet raakte met de pestbacterie kreeg al binnen een paar uur hoge koorts, hoofdpijn, koude rillingen en, in het geval van de builenpest, grote bulten. Slechts na enkele dagen overleden besmette patiënten. In Amsterdam was er tijdens de zeventiende eeuw enkele keren sprake van een pestepidemie. Omdat niemand wist waar de pest vandaan kwam, gaven mensen elkaar de schuld. Gelovigen dachten dat de ziekte een straf van God was. Sinds de negentiende eeuw is de pest in Nederland verdwenen.

Page 15: Bronnenboekje Rembrandt - Amsterdam...Saskia werd zijn muze. Al van de eerste tekening die Rembrandt van Saskia maakte spatte de verliefdheid af. Op 10 juni 1634 verscheen Rembrandt

1669 Begrafenis Rembrandt stierf op 4 oktober 1669, op 63-jarige leeftijd. Hij had zijn vrouw Saskia, hun vier kinderen en zijn geliefde Hendrickje overleefd. Zijn dochter Cornelia, kleindochter Titia en schoondochter Magdalena bleven achter. In zijn atelier werden diverse onvoltooide schilderijen aangetroffen. Tot op hoge leeftijd werkte Rembrandt aan portretten, historiestukken en zelfportretten. Op 8 oktober 1669 werd hij in de Westerkerk in een huurgraf begraven. Zijn begrafenis kostte 15 gulden. De begrafenis was sober. Er was geen groots eerbetoon of een grafsteen. De precieze plek van Rembrandts graf is onbekend. Twee weken na het overlijden van Rembrandt, stierf ook plots schoondochter Magdalena. Cornelia en Titia waren nu allebei wees.