Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

48
1 Hoorn moet je voelen! Grand Holland Tour Hoorn Paul Bartels Petra Klein Lydia Tacx Kitty Wiegert

Transcript of Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

Page 1: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

1

Hoorn moet je voelen!

Grand Holland Tour Hoorn

Paul Bartels

Petra Klein

Lydia Tacx

Kitty Wiegert

Page 2: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

2

Hoorn is een levendige stad met 71.000 inwoners aan het IJsselmeer met hedendaagse voorzieningen, gezellige evenementen en een rijk verleden. De vele gevels, monumenten en musea vertellen hun historische verhaal in geuren en kleuren. In Hoorn gaan heden en verleden hand in hand.De Grote Hoorn Toer neemt je mee naar één van de mooiste steden aan de voormalige Zuiderzee. De Hoornse geschiedenis is veelzijdig, want Hoorn heeft het allemaal: de schilderachtige havens en de gezellige binnenstad liggen temidden van het wijdse West-Friesland.

Een woord van dank

Onze dank gaat uit naar Gerard Beemsterboer, gidsenbegeleider Vereniging Oud Hoorn, en Marjan Faber, gids Westfries Museum, voor de hulp bij het verzamelen van de informatie, het uitzetten van de route en het lopen vanproefwandelingen door Hoorn en het Westfries Museum. We danken Cees Bakker van het Westfries Museum voor het ons ter beschikking stellen van hoogwaardig beeldmateriaal. Tot slot een woord van dank voor Peter Vermeulen voor de geweldige hulp bij het vormgeven van deze brochure.

Skyline Hoorn Bron: www.flickr.com/photos/dierkschaefer CC BY

Page 3: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

3

Inhoudsopgave

Pagina

1. Thema en Doelgroepomschrijving .................................................................................... 4

2. Dagprogramma ................................................................................................................ 5

3. Routebeschrijving ............................................................................................................. 6

4. Bezienswaardigheden langs de route ............................................................................. 7

5. Stadswandeling .............................................................................................................. 16

6. Bezoek Westfriesmuseum .............................................................................................. 27

7. Virtual Reality Tour 17e eeuws Hoorn ............................................................................ 40

8. Korte geschiedenis van Hoorn ....................................................................................... 41

9. Bronnenlijst...................................................................................................................... 43

10. Logboek Paul Bartels ...................................................................................................... 44

11. Logboek Petra Klein ........................................................................................................ 45

12. Logboek Lydia Tacx ......................................................................................................... 46

13. Logboek Kitty Wiegert ..................................................................................................... 47

Page 4: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

4

1. Thema- en Doelgroepomschrijving

Thema: Handel --> Moedernegotie en VOC

Slechts weinigen zijn zich ervan bewust: de Gouden Eeuw van de Republiek drijft voor een groot deel op de handel met de Oostzee. Schepen halen op grote schaal bulkgoederen als hout en graan uit de Baltische staten. Veel succesvolle Nederlanders verdienen een fortuin met deze ‘Moedernegotie’, die de basis legt voor de rijkdom van de Gouden Eeuw.

De graanhandel uit de Oostzee gaat terug tot de vijftiende eeuw. Het nieuwe land van Nederland (in de dertiende eeuw staat een groot deel van West- Nederland onder water door de stijgende zeespiegel en het ingeklonken veenland) is niet geschikt voor het verbouwen van graan. Er is honger. Hollandse kooplieden halen graan uit de ons omringende landen en steeds vaker vanuit de Baltische staten. Uit het oudste register van de Sont-tol blijkt dat rond 1500 tussen de 300 en 400 Nederlandse schippers de reis door de Sont maken. De Nederlandse havens groeien uit tot dé graanhavens van West-Europa vanwege de gunstige ligging. Door het gebruik van efficiëntere schepen, zoals het fluitschip, blijven de transportkosten laag. Het fluitschip is een Hoornse ontwikkeling. Het grote laadvermogen en een kleine bemanning veroorzaken een ware revolutie in het vervoer van bulkgoederen als hout, graan en zout. Het handelsnetwerk breidt zich verder uit met vervoer van wijn uit Frankrijk en zout uit Portugal tot aan Italië waar geregeld een tekort is aan graan. Het is geen wonder dat tijdgenoten spreken over de ‘Moedernegotie’. De handel met het Baltische gebied vormt de ruggengraat van de Nederlandse economie.

In 1602 richten 17 kooplieden, waarvan er 16 afkomstig zijn uit de zuidelijke Nederlanden, in Amsterdam de VOC op. De Heren XVII richten hun pijlen op de

specerijenhandel. De Staten-Generaal verleent de VOC een octrooi voor het alleenrecht op handel tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magellaan. De eerste expedities naar Azië kosten de VOC meer geld dan ze opbrengen. De VOC moet de handelswaar met goud en zilver betalen. Pas na tientallen jaren levert de retourvaart met handel in specerijen winst op. Met een intra-Aziatisch netwerk, gebaseerd op ruilhandel, probeert de VOC de kosten te beheersen. Behalve specerijen handelt de VOC nu ook in luxe goederen als thee, katoenen chintz uit India, zijde uit China en porselein uit Japan. Uiteindelijk vormt de luxehandel met Azië een even belangrijke rol als de bulkhandel van de moedernegotie.

In Hoorn zijn nog veel sporen te vinden van zowel de moedernegotie als de VOC. Er zijn pakhuizen met namen als Dantzig en Genua. De naam van de Italiaanse Zeedijk en Venidse verwijst naar de handel met Italië. De ontwikkeling van het fluitschip is mede te danken aan de koopman Pieter Jansz Liorne. In Hoorn is één van de zes VOC kamers gevestigd. De voormalige pakhuizen van de VOC zijn gevestigd aan ‘Onder de Boompjes’ en aan de Buitenluiendijk bevindt zich een scheepswerf.

Doelgroepomschrijving

De doelgroep bestaat uit Engelstalige toeristen uit het Verenigd Koninkrijk met een cultuurhistorische belangstelling. Ze maken een reis langs voormalige VOC steden en zijn geïnteresseerd in de ontwikkeling van deze steden. Hoorn is, naast Middelburg en Amsterdam, één van de steden die ze aandoen. Hun opleidingsniveau is bovengemiddeld hoog. Meer dan de helft van de groep heeft een HBO opleiding of hoger afgerond.

Page 5: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

5

2. Dagprogramma:

10.00 uur Vertrek met de bus vanuit Amsterdam, waarbij we op de route door Waterland, langs Monnickendam via de Beemster in Hoorn aankomen

11.30 uur Start stadswandeling vanaf de brug bij het Oostereiland

13.00 uur Lunch in een historische locatie op de Rode Steen

14.00 uur Start rondleiding Westfriesmuseum

15.00 uur Vrije tijd deelname aan de Virtual Reality Tour ‘Hoorn 1650’ en ‘Kaap Varen, een tocht met het schip De Eendracht rond Kaap Hoorn in 1616’ in het Westfriesmuseum

16.00 uur Einde van de Grote Hoorn Toer en terugreis naar Amsterdam

Eye Film Museum Amsterdam Bron: www.flickr.com/photos/ligthelm.jpg CC BY-NC-ND 2.0

Page 6: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

6

3. Routebeschrijving

1. Amsterdam Noord

2. Waterland Veengebied Broek in Waterland & Monnickendam

3. Via Purmerend naar de Beemster

4. De Beemster Haaks op elkaar staande wegen, karakteristieke stolpboerderijen en een deel van de Stelling van Amsterdam met haar forten

5. Hoorn aan de Westfriese Omringdijk

6. Hoorn

12

3

4

56

Page 7: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

7

4. Bezienswaardigheden langs de route

WaterlandMensenhanden hebben Waterland gemaakt. De eerste bewoners strijken omstreeks het jaar 1000 neer. Ze vinden een vruchtbaar en drassig veengebied. Al rap gaan ze aan het graven. Veen, of turf, is uitstekend geschikt als brandstof. Het gevolg van dit ontginningswerk is dat het veen inklinkt. Het landniveau daalt. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel. Natte voeten zijn het gevolg. De oplossing is het aanleggen van een wijdvertakt dijkensysteem. Stukje bij beetje veroveren de hardwerkende boeren het land terug op het water. Dat is wat we heden ten dage nog steeds zien in dit verdronken landschap: kleine graslandjes doorkruist met sloten. Dat landschap is net als 500 jaar geleden alleen geschikt voor veeteelt. En zo komt Nederland ook aan zijn kaascultuur. Alleen voor koeien is het grasland geschikt. Koeien geven melk en door het maken van kaas kunnen de boeren de melk conserveren. Een nieuwe proto-industrie is geboren.

MonnickendamOp 25 februari 1355 geeft de graaf van Holland Monnickendam stadsrechten. De stad Monnickendam vormt een eigen rechtskring met een eigen wetgeving, rechtspraak en bestuur. In 1575 vervangt de stad de ommuring met een omwalling met vier poorten en vier bastions. Op het bastion voor de Zuiderpoort zal later de joodse begraafplaats komen. Daar is een restant van de muur nog altijd te zien. Een wandelpad om het grootste deel van de binnenstad getuigt nog van de rest van de omwalling. De Waag is de zetel van de rijke kaashandel in het stadje. Straatnamen in het centrum, zoals Smidsteeg, Kalverstraat en De Werf, herinneren aan de economische bedrijvigheid van weleer. Door de gestage stroming vanuit de Zuiderzee naar de rivier de Purmer Ee kunnen grote schepen Monnickendam aandoen. Het stadje onderhoudt dan ook een levendige handel met de landen rond de Oostzee.

Klompen: een Nederlandse icoonLangs de route naar Hoorn komen we verschillende klompenmakerijen tegen in Broek in Waterland, Edam, Marken en Volendam. Nu zijn het vooral de toeristen die met klompen in hun koffer naar huis gaan. Van oudsher zijn het boeren en vissers die klompen maken. Wanneer de oogst binnen is en de zeilen gerepareerd, hebben ze daar in de wintermaanden veel tijd voor. Zo nu en dan stuiten we bij opgravingen nog op oude klompen. De oudste klompen ooit gevonden in Nederland stammen uit de 11de eeuw. De weinige klompenmakers die Nederland nog rijk is grijpen met hun handenarbeid terug op een 800-jarige traditie.

De Waag, Monnickendam Bron: www.flickr.com/photos/8810882@N03 CC BY-NC-ND 2.0

Dwww.flickr.com/photos/saz/ CC BY-NC-ND 2.0

Page 8: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

8

Zuiderzeevloed 1916Vaak is er een ramp nodig om tot besluiten te komen. De Zuiderzeevloed van 1916 is zo’n ramp. Al meer dan een eeuw hebben politici en planners gesproken over de noodzaak de Zuiderzee in te dammen. Pas na de Zuiderzeevloed is de kogel door de kerk: de uitvoering van de de Zuiderzeewerken is een feit. Voor 14 januari 1916 heeft het al enkele dagen gestormd. Die dag wakkert de storm aan tot ruim 100 kilometer per uur. Door de aanhoudende storm staat het water al hoog. Hier en daar ontstaan al kleine overstromingen. Water holt de dijken van twee kanten uit. Water slaat de Waterlandschen Zeedijk, die ten zuidwesten van het toenmalige eiland Marken ligt, weg over een lengte van 1,5 kilometer. Ook bij Edam breekt een dijk door. Het hele gebied rond Edam, Purmerend, Broek in Waterland, Zaandam en Durgerdam staat volledig blank. Ook bij de Anna Paulowna polder breken de dijken door.

De ramp veroorzaakt vooral materiële schade. Op Marken vallen zestien doden. Marken is alleen beschermd door lage kades, waar het water overheen stroomt. Een aantal vissersschepen komt op de wal terecht en sommige eilandbewoners kunnen niet meer vluchten. De betekenis van deze ramp ligt niet alleen in het aantal slachtoffers en de materiele schade. De ramp versnelt de besluitvorming over de afsluiting van de Zuiderzee. Niet iedereen is het trouwens eens met de afsluiting van de Zuiderzee. Het plan tot afsluiting van de Zuiderzee en inpoldering van de zee is afkomstig van

Ir. C. Lely. Lely, in zijn hoedanigheid van minister van Waterstaat, laat koningin Wilhelmina in de troonrede van 1913 mededelen dat de tijd gekomen is om de Zuiderzee af te sluiten en droog te leggen. De Eerste Wereldoorlog gooit roet in het eten. Op 13 juni 1918 neemt de tweede kamer het wetsontwerp aan om de Zuiderzee droog te maken.

Oostzijde tijdens watersnood in 1916 Zaandam Bron: https://commons.wikimedia.org/wiki/

Bron: Zuiderzeemuseum Enkhuizen Bron: Zuiderzeemuseum Enkhuizen

Page 9: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

9

Van Purmerend naar de Beemster: groeikernenDan ineens duikt in het groen de hoogbouw van Purmerend op met natuurlijk het onvermijdelijke industrieterrein. Wat is hier aan de hand? In de jaren zestig van de vorige eeuw besluit de Nederlandse regering dat de grote ste-den in de Randstad uit hun jasje groeien. Het idee is om buiten de dichtgevolkte regio een aantal groeikernen aan te wijzen. Purmerend is zo’n groeikern. Net als Hoorn. In korte tijd verrijzen uitgestrekte nieuwe woonwijken met keurige rijtjeswoningen met ieder een eigen tuin én de zo zichtbare hoogbouw aan de rand van de groeikernen. Massaal trekken grootstadsbewoners, vooral jonge gezinnen die in de stad geen kant op kunnen, naar de groei-kernen. Uitstekende treinverbindingen en een snelweg, de A7, zorgen voor een goede verbinding met Amsterdam. Want daar werken de meesten nog altijd.

De Beemster De Beemster is een droogmakerij en een gemeente in de Nederlandse pro-vincie Noord-Holland. De gemeente Beemster is onderdeel van de Stadsre-gio Amsterdam met daarin de dorpen Middenbeemster, Noordbeemster, West-beemster en Zuidoostbeemster, en de buurt-schappen Halfweg en Klaterbuurt.

GeschiedenisRond het jaar 800 is het gebied dat wij nu De Beemster noemen bedekt met een dikke laag veen. De Bamestra is een riviertje dat door het gebied loopt en later de Beemster haar naam zal geven. De eerste bewoners van dit gebied graven, door ontginning en de daarbij horende inklinking van het veen, hun eigen badkuip. Door stormvloe-den groeit het riviertje van 1150 tot 1250 uit tot een binnenzee. Dit meer staat in open verbinding met de Zuiderzee.In 1607 geven de Staten van Holland en West-Friesland aan enkele burgemeesters, onder andere van Amsterdam, en een aantal aanzienlijke kooplieden, waaronder Jacob Poppen en Dirck van Os, toestemming de Beemster weer droog te maken. Hoofdarchitect is Jan Adriaanszoon Leeghwater. Zijn schatting is dat hij 30 poldermolens nodig heeft om de Beemster droog te krijgen. Het zijn er uiteindelijk 50. Na drie jaar pompen en bouwen gaat het mis: door een breuk in de Zuiderzeedijken loopt de badkuip weer vol. De oplossing voor het probleem is de ringdijk zo hoog te maken dat hij een meter boven uit omringende land uitsteekt.

commons.wikimedia.org/wiki/File:Atlas_Schoemaker-WESTFRIESLAND-DEEL1-127-Noord-Holland,_De_Beemster.jpeg

Page 10: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

10

Op 19 mei 1612 is de polder droog en is de huidige droogmakerij De Beemster een feit. Leeghwater grijpt voor de inrichting van het land terug op patronen uit de Renaissance. Hij verdeelt het in rechthoekige kavels volgens een geometrisch patroon. Investeerders worden eigenaren van de percelen. Het is een prima investering. De kwaliteit van de landbouwgrond is hoog. Durfinvesteerders hebben hun geld er binnen een jaar uit. Het is een economisch succes, dat droogmakerijen zoals de Schermer/Schermeer of de Heerhugowaard niet kunnen herhalen. De Beemster ligt tot vijf meter onder NAP (Nieuw Amsterdams Peil). Overige polders liggen circa twee meter hoger. Vijftig poldermolen houden de Beemster 300 jaar droog. Begin twintigste eeuw nemen gemalen hun plaats in en verdwijnen de molens. De zuidelijke ringvaart is sinds 1825 onderdeel van het Noordhollands Kanaal.

De inrichting van de Beemster: praktisch én esthetisch De planners denken over de landinrichting van de Beemster goed na. Iedere kavel dient aan een weg en een sloot te liggen, zodat de kavel zowel varend als rijdend toegankelijk is. De waterhuishouding stelt ook zijn eisen. Er is een stelsel van brede sloten nodig om het overtollige water naar de molens langs de ringdijk af te voeren. En natuurlijk moet de omgeving ook aantrekkelijk zijn voor toekomstige bewoners. De planners hebben ook zo hun ideeën over hoe een mooi landschap eruit moet zien. Alleen een aantrekkelijk landschap zal investeerders aanspreken.

Kavelkaart van de BeemsterOrde, regelmaat en harmonie. De land-meters laten zich voor de inrichting van de Beemster inspireren door de esthetische beginselen en idealen uit de klassieke oudheid en Italiaanse Renaissance.

Klein en groot kruis Het vierkant vormt, net als bij Stevins stadsplan, in de Beemster de basis voor de ruimtelijke inrichting. Op vaste afstanden van 900 en 1800 meter (kleine kruizen en grote kruizen) snijden lijnen elkaar. Dit levert een geometisch geheel van perfecte vierkanten en rechthoeken. Bomen langs de lange lanen maken het architectonisch ontwerp compleet. De inrichting van de Beemster en het ontwerp van Stevins ‘Ideale Hollandse Stad’ hebben veel van elkaar weg.

De stadsplattegrond van de Ideale Stad bestaat uit vierkante blokken met in het centrum een grote markt, het stadhuis en andere gemeenschappelijke gebouwen. Velen vinden bochtige straten mooi. Stevin niet. Bochtige straten leveren huizen en erven met een lastige vorm op.

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:A_Beemsterlants_Caerte_Dani%C3%ABl_van_Breen_1658.jpg

Page 11: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

11

De landmeters Sinck en Staets zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het ontwerp. Tijdens de drooglegging van de Beemster werken ze ook aan de stadsuitbreidingen van Amsterdam. Hier moeten ze rekening houden met de bestaande eigendomsverhoudingen, de opbouw van de stad, de stadsverdediging en gemeenschappen in de buurt van Amsterdam. Dat maakt het werk in Amsterdam ingewikkeld. De Beemster heeft meer weg van een leeg canvas, waar ze naar hartelust mee kunnen experimenteren. Het resultaat in de Beemster is de perfecte Nederlandse stad op polderformaat. Een waar monumentaal architectonisch landschap.

StolpenStolpboerderijen vinden we vooral in Noord-Holland. Dit vierkante boerderijtype heeft een piramidevormig dak. De ruimte direct onder het dak is voor het hooi. Op de begane grond leven mensen en dieren dicht op elkaar. In de schuur, onder hetzelde dak, staan de wagens en de werktuigen.

Ontstaan van stolpboerderijenMiddeleeuwse boerderijen zijn langwerpig met aan de voorkant het woongedeelte, in het midden de stal en aan de achterkant de hooiberg. Om het hooi tegen regen en wind te beschermen timmeren de boeren de hooiberg aan de zijkanten dicht. Door uitbreidingen van de boerderij komt de hooiberg steeds meer in het centrum van de construc-tie te liggen. Langzamerhand ontstaat de stolpboerderij. De stolpen groeien in breedte en hoogte. Stolpboerderijen vinden we vooral in de nieuwe droogmakerijen: de Zijpe- en Hazepolder, Beemster, Purmer en Schermer.

De Beemster vanaf de Jisperweg Bron: www.flickr.com/photos/hannolans

Page 12: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

12

TypesIn Nederland kennen we twee verschillende types stolpboerderijen: het Hollandse type en het West-Friese type. Het verschil tussen de twee types zit ‘m vooral in de plaatsing van de darsdeuren. Dit zijn de deuren die naar onder andere de stal leiden. Hollandse stolpboerderijen hebben deze deuren aan de achterzijde, omdat het vee op de weilanden achter de boerderij graast. West-Friese stolpen hebben deze darsdeuren aan de voorkant (of wanneer het een gekeerde boerderij is aan de zijkant), omdat de boer zijn vee via een weg naar de stolp leidt.

De EenhoornDe Eenhoorn is een monumentale boerderij in het Noord-Hollandse dorp Middenbeemster, gebouwd in 1682. De stolphoeve heeft aan de voorkant het bakstenen woongedeelte. Het bedrijfsdeel aan de achterkant is van hout. De Een-hoorn combineert een agrarische functie met Amsterdamse deftigheid. De middenpartij van de voorgevel is een variant van de Amsterdamse Vingboons-stijl. Een beeld van een eenhoorn bekroont de statige stopboerderij. Verder aan de voorzijde gebeeldhouwde gevelornamen-ten en een cartouche met het jaartal 1682.

Stolpboerderij De Eenhoorn in Middenbeemster Bron: www.flickr.com/photos/webloes) CC BY-NC-ND 2.0

Foto: Paul Bartels

Stolpboerderij langs de Kanaalvaart de Beemster Bron: www.flickr.com/photos/cbrace CC BY-NC-ND 2.0

Page 13: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

13

Stelling van Amsterdam

De Stelling van Amsterdam is 135 kilometer lange ver-dedigingslinie, gelegen op 15 tot 20 kilometer rond het centrum van Amsterdam. De Stelling bevat 45 forten en is aangelegd tussen 1880 tot 1920. Primair is de Stelling van Amsterdam een waterlinie. In geval van vij-andelijkheden kunnen grote delen van het gebied rond Amsterdam onder water kunnen komen te staan. Voor de eventuele vijand zou Amsterdam dan een onneem-bare veste zijn, het laatste bastion van Nederland. De Vestingwet van 1874 regelt de aanleg van de Stelling van Amsterdam. De forten staan op strategische plaat-sen. Ze staan op de plekken waar dijken, wegen of spoorlijnen de waterlinie doorkruisen. Zwakke plekken in de verdediging zijn de plaatsen waar het water diep genoeg is voor boten. Hier zou de oprukkende vijand gebruik van kunnen maken. De ideale diepte voor de waterlinie is 50 centimeter. Te diep voor paarden, wa-gens en de eerste auto’s, en diep genoeg om obsta-kels, zoals hekjes, niet te zien.

Molens in de BeemsterDe eerste molens in de Beemster komen in 1607. Het zijn zestien achtkantige binnenkruiers met scheprad. In 1612 staan er 43 molens, die via drietrapsbemaling de polder droog krijgen en droog houden. In de tweede helft van de 19e eeuw komt er een efficiënter en betrouwbaarder alternatief voor de windmolens: stoomgemalen. De molens raken overbodig. In 1880 gaat de Draaioordergang als eerste in de publieke verkoop en in 1886 komen de laatste onder de hamer. Hiermee valt het doek voor de molens van de Beemster.

https://en.wikipedia.org/wiki/Stelling_van_Amsterdam

Binnenkruiers in Schermerhorn Bron: www.flickr.com/photos/johanwieland CC BY_NC-ND 2.0

Page 14: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

14

Nederland kaasland

Nederland is een kaasland. In de vroege geschiede-nis maken de Nederlanders al kaas. Dit blijkt uit ge-vonden aardewerk potjes uit ± 800 v.Chr. met gaatjes, waarin de wrongel uitlekte en kon drogen. In zijn boek ‘De bello Gallico’ uit 57 v.Chr. schrijft Julius Caesar dat de bewoners van de Lage Landen kaas eten. Wanneer in de twaalfde eeuw de zeespiegel stijgt en land door de veeninklinking gedaald is, lopen de Lage Landen onder. Stukje bij beetje herwinnen de Nederlanders het land terug van de zee. Op het drassige natte en relatief zoute land groeit aanvankelijk alleen gras. Dit gras is een prima voedingsbodem voor melkvee. Al in de middeleeuwen maken de Nederlandse boeren zo veel kaas dat ze het kunnen exporteren. Nederland staat al sinds de Gouden Eeuw bekend om z’n kaas-cultuur. Wat is nodig om een kilo kaas te maken? Tien liter melk. Die melk komt van een koe die dagelijks 45 kilo voer eet en tussen de 100 en 150 liter water drinkt. In ruil daarvoor levert de koe ongeveer 40 liter melk. In Noord-Holland zijn meerdere kleinschalige kaasboer-derijen actief. Veel kaasmakerijen geven demonstra-ties voor toeristen of organiseren workshops kaasma-ken.

Beemsterkaas

Bij Beemsterkaas staat en valt alles met de melk. Deze komt van koeien in de Beemster die minimaal 120 dagen per jaar gedurende 6 uur per dag buiten lopen. In de kaasmakerij roert de kaasmeester de wrongel met de hand. Alleen hij beheerst deze speciale techniek. Het tempo en de bewegingen van het roeren met de hand zorgen mede voor die bijzondere smaak. Het kost meer tijd, maar het levert wel de lekkerste kaas op, zeggen ze bij Beemsterkaas. En een beetje gelijk zullen ze daar wel in hebben. Jaarlijks wint Beemsterkaas internationale prijzen. Unesco besluit in 1999 dat Droogmakerij De Beemster zó uitzonderlijk is, dat het bescherming waard is. Op de werelderfgoedlijst staan niet alleen De Serengeti in Afrika en De Akropolis van Athene, maar ook kaas uit de Beemster, Beemsterkaas.

Bron: https://www.flickr.com/photos/mcanevet CC BY 2.0

Kaasmarkt Hoorn Bron: www.flickr.com/photos/gerardstolk Bron: https://www.flickr.com/photos/methoxyroxy/ CC BY-NC_ND 2.0CC BY-NC 2.0

Page 15: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

15

Hoorn aan de Westfriese Omringdijk

Rond 1300De eerste bewoners, in wat wij nu als West-Friesland kennen, leggen rond het jaar 1000 de basis voor de Westfriese Omringdijk. Ze bouwen kleine, lage dijken om droge voeten te houden. In de twaalfde eeuw stijgt het bewonerstal. De zeespiegel gaat omhoog. Stukje bij beetje bouwen stadsbewoners en boeren aan een dijk die uiteindelijk hun hele gebied drooghoudt. In 1360 is de Westfriese Omringdijk een feit. De 126 kilometer lange dijk is gesloten. De Omringdijk beschermt het hele gebied tegen overstromingen tot de aanleg van de Afsluitdijk. Daarna verliest de dijk zijn zeewerende functie. Hoorn ontstaat als een nederzetting van vissers en boeren langs de dijk. Het is een kleine buitendijkse woonplaats waarbij binnendijkse boerderijen aansluiten. De naam Hoorn is waarschijnlijk ontleent aan de plaats waar de dijk een knik maakt. Horn betekent hoek.

Groei, verval en weer groeiDoor de eeuwen heen groeit Hoorn uit tot een belangrijke handelsstad aan de Zuiderzee. In de hoogtijdagen tijdens de Gouden Eeuw telt Hoorn 20.000 inwoners, die hutje mudje op elkaar wonen. Het rampjaar 1672 is het begin van de leegloop van Hoorn. De handel is ingestort. Tot na de Tweede Wereldoorlog leidt Hoorn een slapend bestaan. Slechts 13.000 inwoners telt Hoorn rond 1950. Dan keert het tij. Hoorn is één van de groeikernen. In rap tempo komen er tienduizenden woningen bij. In 1983 begroet Hoorn z’n 50.000ste inwoner. De centrum blijft nagenoeg onveranderd. De buitenwijken en buitengebieden veranderen drastisch. De Grote Waal is één van die nieuwe woonwijken gelegen achter de dijk. Het drassige gebied is ooit ontstaan na een dijkdoorbraak is nu verandert in een nieuwe woonwijk. Langs de Westerdijk liggen drie sterrenflats op de locatie van een galgenveld uit de Middeleeuwen. Vanaf de Westerdijk is de skyline van Hoorn zichtbaar met de koepels en torens van kerken in het oude centrum. Dit vormt een scherp contrast met de markante vormen van de 10 jaar oude schouwburg Het Park aan de rand van het Markermeer.

Westerdijk met de drie Sterrenflats https://nl.wikipedia.org/wiki/Westfriese_Omringijk Dqfn13 CC BY-SA 2.0

Schouwburg Het Park Foto: Paul Bartels

Page 16: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

16

5. Stadswandeling

Start van de stadswandeling op de brug van het Oostereiland

1. Het OostereilandHalverwege de 17e eeuw groeitHoorn letterlijk uit z’n jasje. Er zijn meer havens nodig en ook aan pak-huizen is een gebrek. Met blote han-den en eenvoudige werktuigen leg-gen arbeiders tussen 1662 en 1664 twee nieuwe eilanden aan: het Oos-tereiland en het Visserseiland. De Hoornse koopman Schuijt bouwt als eerste pakhuizen en een woning op het Oostereiland. Het eiland krijgt als bijnaam het Schuijtjeseiland. In 1677 gaat Schuijt failliet en in 1690 vestigt de Admiraliteit zich in de gebouwen. De Admiraliteit bouwt magazijnen, kantoren, werkplaatsen en scheeps-

werven bij. In 1795 heeft de Franse bezetter de Admiraliteit op en gebruikt de gebouwen korte tijd als kazerne. Na het vertrek is de armoede in Nederland groot. Dak- en thuislozen zijn een gevaar voor de samenleving. De overheid richt vele bedelaarshuizen op. Ook de gebouwen op het Oostereiland moeten eraan geloven. Tot 1828 zit het Oostereiland vol met bedelaars.

Oostereiland in 2012 Bron: www.flickr.com/photos/jbartlinssen CC BY-ND 2.0

1

2

345

67

89

10

Page 17: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

17

De monumentale gebouwen op het Oostereiland doen daarna afwisselend dienst als ‘Huis van Correctie’, ge-vangenis, voor aanvankelijk staatsgevaarlijke Nederlanders (voor de oorlog) en collaborateurs (na de oorlog), verenigingsgebouwen en opvangruimte voor uitgeprocedeerde asielzoekers. De laatste asielzoeker verlaat op 15 december 2002 het Oostereiland. In de tijd dat de panden dienstdoen als gevangenis ontstaat ook de naam ‘Krententuin’. Gevangenen moeten bonen sorteren. Slechte bonen, gelijk krenten, moeten ze eruit vissen. Deze activiteit geeft de naam aan de binnentuin van het Oostereiland. Na het vertrek van de laatste asielzoeker staan de gebouwen leeg en vallen prooi aan verval. Dan grijpt de gemeente Hoorn in.

Het Oostereiland is zo’n belangrijk deel van de Hoornse geschiedenis, de gemeente wil dit niet verloren laten gaan. 2007 koopt de gemeente de gebouwen op het eiland en laat een grootscheepse restauratie en herinrichting uitvoeren. Het Oostereiland is nu een belangrijk cultuureiland dat plaats geeft aan het Museum van de 20ste eeuw, het Centrum Varend Erfgoed, een filmhuis, een brasserie en een hotel. Liefhebbers kunnen slapen is een voormalige gevangeniscel. Vanaf 30 mei 2015 is het Oostereiland ook de thuishaven van de ‘Halve Maen’, een replica van het schip waarmee Hudson in 1609 in opdracht van de VOC een derde route naar Indië probeert te vinden. Zijn poging mislukt (er blijkt geen doorgang door het noordelijke deel van Amerika), maar sticht op de terugweg wel de kolonie Nieuw Amsterdam, later New York genoemd. De Halve Maen ligt de komende vijf jaar in Hoorn en is onderdeel van het het Westfries Museum en de Stichting Varend Erfgoed Hoorn.

Het Oostereiland, Hoorn Foto: Kitty Wiegert

Page 18: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

18

2. Hoofdtoren en het Houten Hoofd

De HoofdtorenDe Hoofdtoren is één van de laatste verdedigingswerken in het Noord-Hollandse Hoorn die bewaard is gebleven.De toren is vernoemd naar het Houten Hoofd. Deze steiger voor handelsschepen is reeds in 1464 gebouwd. Tegenwoordig zijn er in de toren een grillbar en een restaurant gevestigd. De toren staat sinds 1532 aan de haven van de stad en is opgetrokken uit Goberganger kalksteen en baksteen. Wanneer de toren in 1614 haar verdedi-gingsfunctie verliest neemt de Noordse Compagnie haar intrek in de toren.

Op de muur naast de toren staat het standbeeld van de Scheepsjongens van Bontekoe. Van links naar rechts Rolf, Padde en Hajo. De Scheepsjongens van de Bontekoe is een jeugdroman van Johan Fabricius. Fabricius heeft zijn verhaal gebaseerd op het scheepsjournaal van de Hoornse VOC schipper Willem IJsbrantsz. Bontekoe.

De Hoofdtoren Foto: Kitty Wiegert

De Scheepsjongens van Bontekoe

Bron: www.flickr.com/photos/bertknot-CC BY-SA 2.0

Page 19: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

19

Het Houten HoofdHet Houten Hoofd is van oorsprong, net als nu, een steiger en aanleg- en losplaats voor schepen. De steiger biedt een prachtig uitzicht over de Hoornse havens. Het Houten Hoofd is in 1464 aangelegd in de toenmalige Zuiderzee. De Zuiderzee is de belangrijke schakel in de route tussen het noorden en het zuiden van Europa. Hoorn, Enkhuizen en Medemblik vervullen een hoofdrol. Al in de 14de en 15de eeuw is het schier onmogelijk om in Engelse, Franse, Noorse en Duitse havens geen schepen uit West-Friesland tegen te komen. Rond 1450 zijn het Enkhuizer schepen

die onder de Hollandse vlag als eerste de Sont door mogen gaan. De Oostzeevaart is een feit. Schippers uit Hoorn, Enkhuizen en Medemblik varen door heel Europa. Uit Noorwegen halen ze hout. Uit de Baltische staten komen graan, rogge en berenvellen. Zout, wijn en haring gaat richting het noorden. Het hout is onmisbaar voor de scheepsbouw, huizenbouw en dijkwerken. De scheepsbouw bloeit in Hoorn en Enkhuizen. Wie door de Sont wil, moet tol betalen. De notering daarvan, in de Sonttolregisters, is bewaard gebleven. Daarom weten we nu dat in sommige jaren meer dan honderd West-Friese schippers naar de Oostzee zijn gezeild. Menig schipper maakt de tocht meerdere keren per jaar. Overigens ligt het Houten Hoofd voor de schepen verre van ideaal. De wind staat hier altijd verkeerd. Met man en macht moeten de havenarbeiders de schepen richting de kade en naar het open water trekken. Daar kunnen we pas de wind vangen. Dukdalven nemen na de havenuitbreidingen van 1640-50 deze functie over.

Houten Hoofd in Hoorn Bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons

Page 20: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

20

4. NieuwendamDe Nieuwendam is de oudste haven van Hoorn. Vanafde middeleeuwen loopt een smal vaarwater van de sluis in de Westfriese Omringdijk door de rietlanden naar de Zuiderzee. Na het ontstaan van de stad komthier een kade te liggen.

5. VismarktDe Zuiderzee is rijk aan haring, aal, ansjovis en plat-vis. Vanaf de Zuiderzee kunnen de visbotters met hun vangst tot vlak voor de Vismarkt varen. De handelarensjouwen de vis via de Wijde Steeg naar de achterlig-gende Kuil. Nog levende vis zwemt in karen. Vanaf de ‘Kuil’ gaat de vis per schuit via de stadsgrachten naar het achterland.

Op het muurtje naast de Hoofdtoren en ook over de hekken bij de Hoge Brug en in de bocht van de Nieu-wendam hangen de vissers hun netten te drogen. Vrou-wen en kinderen plukken de ansjovis, een klein zout-watervisje, uit de netten. Dit heet ansjovisdoppen. Na het schonen en drogen van de netten is het tijd om ze te repareren, het zogenaamde nettenboeten. De vis-serij is in die tijd een armelijk bestaan en het hele gezin moet meewerken om het leven met een karig inkomen nog een beetje dragelijk te maken. Vissers dragen een gouden oorring. Dit is hun begrafenisverzekering. Als een visser overboord slaat en op een onbekende plaats aanspoelt, kunnen plaatselijke bewoners uit de opbrengst van zijn oorring een begrafenis betalen.

3. Veermanskade De panden langs de Veermanskade zijn vanoorsprong pakhuizen. De gevels zijn in de 20e eeuwgerenoveerd. Opvallend is dat ieder pakhuis zijn ei-gen bouwstijl heeft. Eigenlijk zien we meer een 20ste eeuwse interpretatie van hoe een pakhuis er in de 17de eeuw heeft uitgezien. De gevelstenen herinne-ren aan de handel, de moedernegotie en de VOC. Een gevelsteen toont een pinas. Met dit schip maken de Hoornse zeelieden de gevaarlijke tocht van zuid naar noord Europa en weer terug.

In het huis met de in de 18e eeuw gerenoveerde ge-vel zit de gevelsteen “Int wapen van Jenuwe” (Genua). Ook zien we gevelstenen met de wapens van Gouda en Monnikendam die herinneren aan de moedernego-tie.

De ruimte langs de huidige Veermanskade is in de 16e eeuw in gebruik als houtmarkt en houttuin, een om-heinde bewaarplaats voor hout. De naam van de kade refereert aan de beurtschippers. De veerschepen die varen tussen Amsterdam en Hoorn hebben hun vaste ligplaats tussen de Hoge Brug en de Hoofdtoren.

Foto: https://commons.wikimedia.org

Foto: Kitty Wiegert

Page 21: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

21

Enkhuizen en in mindere mate Hoorn, nemen een be-langrijke plaats in in de haringvisserij en -handel. Han-delaren verhandelen de gekaakte en gezouten haring in de landen rond de Oostzee. Het is een grote bron van inkomsten. Na 1672 is het afgelopen met de rij-ke tijden in Hoorn. De handel en zeevaart zakken in. Daarna leeft de stad van de handel van landbouwpro-ducten, zoals kaas, groenten en fruit. West Friesland is de voorraadschuur van Nederland. Met de komst van de Afsluitdijk in 1932 verdwijnt ook de zoutwatervis en daarmee ook het grootste gedeelte van de voormalige vissersvloot. Van de tientallen boten zijn er heden ten dage minder dan vijf over.

6. De AppelhavenDe Appelhaven is een gracht uit 1420, die loopt van de Vismarkt tot de Gedempte Appelhaven. De kade aan de noordzijde van de gracht heet ook Appelhaven. Wellicht is deze naam ontstaan omdat hier veel fruit-schepen, ofwel ooftschepen aanmeren. De schepen vervoeren met name appels. Appels zijn goed houd-baar en vormen een belangrijk onderdeel van de fruit-handel.

7. BierkadeDe Bierkade is één van de kades van de Appelhaven.Hier lossen de schepen uit onder andere Hamburg enBremen hun bierlading en betalen de schippers accijns op het van buiten ingevoerde bier. Op de Bierkade zijn

de stadsbierdragers aanwezig die de vaten naar de handelaars vervoeren. Bierkade nr. 2. heeft een prach-tige gevelsteen uit 1618 met biertonnen op een slee en een steen met twee tonnendragers en een schip. Aan de Bierkade is een aantal bijzonder goed bewaard gebleven pakhuizen gevestigd. De twee grootste pak-huizen zijn “Pakhuis de Zon” uit 1874, een zeer breed en hoog pakhuis en het dubbel kaaspakhuis “Alkmaar” en “Gouda”.

8. De Korenmarkt

De Korenmarkt is als kade ontstaan in 1558. Hierdoor ontstaat een schiereiland genaamd Venidse (ver-noemd naar Venetië) met de al genoemde Bierkade.

De naam verwijst naar de in het verleden op deze plaats gehouden Korenmarkt. Het hoge Pakhuis, Korenmarkt 8, dateert uit omstreeks 1560 en is één van de eer-ste huizen die op de Korenmarkt is ge-bouwd. Langs de kade liggen nog enkele viskaren om levende vis, voornamelijk aal, in te bewaren.

Foto: Kitty Wiegert

Foto: Kitty Wiegert

Page 22: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

22

9. Foreestenhuis: een pand met twee verhalen‘‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” is een veelgebruikt Nederlands gezegde. Wij Nederlanders pronken niet graag met onze rijkdom. Nu niet en in vroeger tijden ook al niet. Hoewel, het Foreestenhuis in Hoorn is een prachtig voorbeeld van ‘pronken met geld’. Het Foreestenhuis bestaat oorsponkelijk uit drie panden. In de 18de eeuw bewoont het schatrijke patriciërsgeslacht Foreest het pand aan de Grote Oost in Hoorn. De Foreesten hebben hun fortuin vergaard in de eeuwen daarvoor met zowel de moedernegotie als met de West-Indische Compagnie.

Het is Nanning van Foreest die in 1724 de opdracht geeft aan een architect de drie panden van een nieuwe gevel te voorzien. Het verhaal gaat dat Nanning, uit een schatrijk patriciërsgeslacht het niet heel erg op heeft met zijn buren. Nanning wil graag om z’n eigen pand heen kunnen lopen zonder z’n onwelriekende buren tegen het lijf te lopen. Hij koopt z’n buren uit vraagt een architect een gevel voor de panden te zetten, die het doet lijken dat de Foreesten zich altijd al zo’n enorm pand hebben kunnen veroorloven. De architect kiest voor een ontwerp in de stijl van Lodewijk XIV. Deze uit Frankrijk overgewaaide stijl is compleet symmetrisch. En dat is precies wat Nanning van Foreest wil bereiken:

een symmetrische logische gevel. Niemand zal ooit vermoeden dat zijn grote woning ooit uit meer panden heeft bestaan. Op het eerste gezicht is de architect in zijn opzet geslaagd. Het Foreestenhuis oogt als één grote woning. Op het tweede gezicht, vooral voor het geoefende oog, is het duidelijk dat de indeling niet helemaal klopt. De rechterkant van het pand is 81 centimeter breder dan de linkerkant. De plek van de centrale gang ligt vast door de drie panden die achter de gevel staan.

Maar goed, een kniesoor die daarop let. Er is voldoende om naar te kijken. Bovenop het dak staan vier beelden, zorgvuldig gekozen om de wereld te vertellen hoe belangrijk Nanning van Foreest zichzelf vindt: Minerva (godin van de wijsheid), Amor (god van de liefde), Fides (god van de trouw) en Mars (god van de oorlog). Twee Atlantenfiguren dragen het balkon boven de ingang. In het smeedijzeren hek, met daarin het gespiegeld monogram N.V.F., zijn twee roedenbundels verwerkt. Een roedenbundel is een oud Romeins symbool van het gezag van de hogere magistraten. Nanning van Foreest, op dat moment burgemeester van Hoorn, is duidelijk met zichzelf in z’n nopjes. Foto: Paul Bartels

Foto: Paul Bartels

Page 23: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

23

Agatha van Foreest, Hoorn 1733 – Hoorn 1801

Liefde overwint alles. Diezelfde Nanning van Foreest heeft een prachtige doch-ter, Agatha, geboren in 1733. Zij huwt in 1752 haar achterneef en overbuurjon-gen, Joan van Foreest. Geld trouwt met geld, zo gaat het in rijke kringen. En om nog wat preciezer te zijn, protestants geld trouwt protestants geld. Wanneer Agatha in de achtste maand van haar negende zwangerschap is, komt aan het sprookje een einde. Joan sterft aan de pokken, slechts drieënderdig jaar oud. Krap vier weken later ziet hun zoon Jacob het levenslicht.

Agatha blijft achter met vele kinderen en vele miljoenen oud geld op de bank. De keurige protestante heren komen in drommen voorbij. Agatha is een ge-wilde partij, ondanks haar talrijke nage-slacht. Agatha wijst ze allemaal de deur. Zij heeft haar oog laten vallen op Jan Schenk. In 1775 trouwen ze. De gegoe-de burgerij is in rep en roer. Jan Schenk is jonger dan Agatha, hij is haar koetsier en bovenal, hij is van katholieke huize. Schande! Twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen. Nog in januari van datzelfde jaar heeft de Staten van Holland met een plakkaat

bepaald dat gereformeerden en katholieken niet in gemeenschap van goederen mogen trouwen en moeten ze in plaats van drie, zes weken ‘onder de geboden staan’. En het is maar goed dat Jan en Agatha allebei geen publiek ambt vervullen, want het plakkaat verordonneert ook dat ‘gemengd gehuwde protestanten, evenals katholieken, uitgesloten zijn van publieke ambten en functies’. Naar verluid zijn ook de inmiddels (bijna) volwassen kinderen van Agatha niet blij met het tweede huwelijk van hun moeder. Eén van haar zoons probeert zijn stiefvader hard-handig uit huis te werken. Agatha laat een ieder praten en trouwt met haar Jan. Zij en Jan vertrekken naar één van Agatha’s buitenhuizen in de Beemster en wonen daar tot Agatha’s dood in 1801.

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 24: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

24

Jan Pietersz. Coen

Jan Pietersz. Coen: beroemd en beruchtIn dienst van de VOC legt hij in de 17de eeuw de ba-sis voor de koloniale macht in Indië en een ongekende welvaart in ons land. Geroemd om zijn doorzettingsver-mogen en militaire talent. Tegelijkertijd ook verguisd: een omstreden nietsontziende kolonisator. Hij voert gewelddadige handelsoorlogen waarbij duizenden in-

heemse bewoners de dood vin-den. Jan Pietersz. Coen ziet op 7 januari 1587 in Hoorn het levens-licht als zoon van Pieter Willemsz uit Twisk. Vader Pieter verdient zijn geld in de zouthandel. Jantje is een zeer intelligente jongen. Al op zijn twaalfde is hij klaar met de Latijnse School, daar waar min-der begaafde jongens (uiteraard zijn alleen jongens welkom op de Latijnse School) deze vorm van onderwijs gemiddeld pas op hun vijftiende verlaten. Vader Pieter stuurt Jan naar Rome om in de leer te gaan bij een van oorsprong Vlaamse lakenkoopman, Joost de Visscher. Pescatore (visser) leert Jan alles wat hij in zijn later leven nodig heeft: dubbel boekhouden, Spaans, Italiaans en Portugese. Begin 1606 keert Jan terug naar Hoorn en treedt in dienst bij de VOC. J.P. maakt binnen de ge-ledingen van de VOC een blik-semcarrière. In december 1607 vertrekt hij in dienst van de VOC als onderkoopman op het schip Hoorn naar Oost-Indië. De positie van de Nederlanders staat op dat moment in Oost-Indië onder druk. Het is een rommeltje. Het lokale Nederlandse gezag heeft zelf z’n

zaakjes slecht op orde. Luie en incompetente ambte-naren doen de situatie geen goed. Ook voert Neder-land een verbeten oorlog met de Portugezen en Engel-sen om de ultime heerschappij om de kruidenhandel. Veel weten we niet van die eerste reis, want J.P.’s verslag uit 1610 is niet bewaard gebleven. Hoewel er één gebeurtenis is die zeker het vermelden waard is:

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 25: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

25

Bandanezen vermoorden de leider van de expeditie, Pieter Willemszoon Verhoeff, in een conflict over de bouw van een versterking en de aankoopprijs van spe-cerijen. Waarschijnlijk legt deze gebeurtenis het zaadje voor de diepe haat die J.P. Coen in later jaren tentoon-spreidt tegenover de Bandanezen. Ondanks het ver-lies van expeditieleider Verhoeff hebben de Heren XVII de indruk dat ze met een groot man te doen hebben wanneer J.P. in 1611 weer voet zet op Nederlandse wal. Krap een jaar later mag J.P. weer op reis voor de VOC. Het verval van het Nederlands gezag is in rap tempo doorgegaan. J.P. Coen zet weer orde op zaken. In deze tijd schrijft hij zijn Discours. Een blauwdruk voor een totaalplan voor wat het VOC-imperium uitein-delijk ook geworden is. Zijn eerste doel is het creëren van een centraal hoofdkwartier. Hij bouwt Jakarta weer op, inclusief een groot fort. Coen’s tweede doel is het realiseren van een monopolie in nootmuskat en foelie. Het zijn alleen de Banda-nezen die deze specerijen op hun eilanden verbouwen. Hoewel de Bandanezen contracten hebben met de VOC leveren ze toch aan de Engelsen. J.P. Coen organiseert een strafexpeditie en ontvolkt de Bandaeilanden. In 1623 gaat Coen, intussen opgeklommen tot Gouverneur- Generaal, op eigen verzoek weer terug naar Neder-land. En hoewel de Heren XVII, de eigenaren van de VOC, eigenlijk vinden dat het optreden van J.P. Coen tegenover de Bandanezen te ver is gegaan, overladen ze hem toch met eerbewijzen en benoemen hem tot bewindhebber van de VOC in de kamer Hoorn. Na een paar rustige jaren, J.P. Coen trouwt ondertussen met de 19-jarige Eva Ment, benoemen de Heren XVII hem opnieuw tot Gouverneur-Generaal. Het gezin Coen vertrekt in 1627 opnieuw naar de Oost. Wederom stelt hij orde op zaken en leidt verschillende bloedige sla-gen tegen de Engelsen, Portugezen en de oorspron-

kelijke eilandenbewoners. Twee jaar later overlijdt J.P. Coen tijdens een beleg aan een acute buikgriep. Tijdens zijn leven is Coen al een omstreden figuur. Zijn bazen loven zijn resultaten. Zijn ondergeschikten zijn minder positief. Zij karakteriseren Coen als driftig, meedogenloos, humorloos, gespeend van menselijke warmte, en wraakzuchtig. Coen leidt een sober vreug-deloos leven en werkt hard. Van zijn ondergeschikten eist J.P. Coen hetzelfde. J.P. Coen praat weinig, vooral niet voor de gezelligheid. Hij is geheelonthouder. Dron-

kenschap en dobbelen straft hij streng. De lokale Indische bevolking minacht hij. Hij vindt ze lui en onbetrouwbaar. Voor zijn landgenoten heeft hij ook wei-nig goede woorden over. Hij veracht zijn landgenoten, met hun voorliefde voor alcohol en twijfelachtige seksuele moraal. Coen’s seksuele moraal is juist uiterst strikt. Seks buiten het huwelijk is hem een doorn in het oog. Zijn stren-ge moraal blijkt ook uit het volgende voorval: In 1626 betrappen bewakers de ongetrouwde zestienjarige vaan-drig Pieter Cortenhoeff en de elfjarige Sara Speckx – Coen’s adoptiedochter

– tijdens een vrijpartij. Coen is witheet. Tussenkomst van collega-bestuurders kan een onmiddellijke terecht-stelling van beide tieners voorkomen. Uiteindelijk rolt alleen Pieter’s hoofd. Sara overleeft een openbare geseling. De Heren XVII zijn het zeker niet met zijn handelswijze eens en bekritiseren zijn gewelddadige optreden. Tegelijkertijd zijn diezelfde Heren XVIII maar wat blij met de successen die J.P. Coen behaalt en ba-den zich in de rijkdom die de handel in specerijen op-levert. J.P. Coen is de enige VOC bewindvoerder die als Gouverneur-Generaal twee keer naar Indië gaat. Hij onderscheidt zich door zijn militaire kunde, zijn or-ganisatietalent en doorzettingsvermogen. Hij uit felle kritiek op eenieder die het niet met hem eens is, ook tegenover zijn meerderen. De Heren XVII keuren zijn beleid nooit radicaal af.

Page 26: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

26

Standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn; door Ferdinand

Leenhoff (1893) met op de achtergrond de Vergaderplaats van

de Gecommiteerde Raad en Westfries museum

Bron: Westfries Museum

Page 27: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

27

6. Bezoek aan het Westfries Museum

Huidig hoofdgebouwHet huidig hoofdgebouw van het Westfries Museum begint zijn bestaan in 1632 als vergaderplaats van de Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier. De zijgevel van het gebouw krijgt in 1786 een Lodewijk XVI uiterlijk. Een paar jaar later, met het stichten van de Bataafse Republiek in 1795, vervalt de functie als vergaderplaats. Een landelijke bestuursstructuur neemt de gewestelijke structuur over. Van 1817 tot 1877 dient het gebouw als behuizing van de Arrondissementsrechtbank. Tot 1931 is het Kantongerecht er gevestigd. Ook de Staatsspoorwegen huren een aantal jaar een paar kamers in het gebouw. In 1879 vestigt het Westfries Museum zich in deze kamers. In 1931 neemt het Westfries Museum het complete gebouw in beslag.

Wapenschilden Het niet oorspronkelijke wapen-schild in de topgeleding toont het wapen van prins Frederik Hendrik. Frederik Hendrik is tij-dens de bouw van het gebouw als stadhouder (1625 - 1647) de hoogst erkende gezags-drager van de Staten van Hol-land was. Hij is lid van de Orde van de Kousenband en dus is het wapen omgeven door een draperie met de zachtblauwe kleur van het lint van deze orde. De woorden ‘Hony soit qui mal y pense’ (Schande over hem die er kwaad van denkt) vormt de wapenspreuk van de orde. De schildhouders doen denken aan krijgslieden in Romeins krijgstenue. Het oorspronke-lijke wapenschild is tijdens de

Bataafse Republiek afgehakt, zoals vele overheids- en adellijke wapenschilden en vervangen door dat van Lode-wijk Napoleon. Direct na de Franse tijd is dat vervangen door een gietijzeren exemplaar van het oorspronkelijke wapen. In de herstelperiode van 1908 - 1911 is de huidige stenen replica geplaatst. Het gietijzeren exemplaar ligt nu in het Westfries Museum.

De topgeleding met wapenschild van Frederik Hendrik Bron: Westfries Museum

Page 28: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

28

Het wapenschild van het lagere gezag in de derde geleding, is dat van het gewestelijk gezag van West-Friesland en het Noorderkwartier. Twee engelen (putti’s) tillen een kroon boven een blauw schild. In het schild staan twee gouden leeuwen. De zeven wapenschilden van de zeven steden staan op de buitenrand van de gevel. De wapens aan de linkerkant op de uiteinde van de friezen zijn van boven naar beneden Medemblik, Edam en Hoorn. De wa-pens van Purmerend, Monnickendam en Enkhuizen sieren de rechtertreden. Het wapen in het gebroken fronton is van Alkmaar.

Het wapenschild van West-Friesland Bron: Westfries Museum

Page 29: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

29

Het Westfries Museum: ‘Schatkamer van West-Friesland’

Op 18 oktober 1876 roept de burgemeester van Hoorn elf kunstminnende burgers bijeen met als doel de rijke col-lectie Hoornse kunstschatten bijeen te brengen in een museum. In 1880 opent het museum, gevestigd in het voor-malige Statencollege aan de Rode Steen, de poorten. Hiermee is het één van de oudste museale instellingen in Nederland. De collectie breidt zich uit door schenkingen van oude Hoornse regentenfamilies, waaronder complete inboedels. Deze schenkingen leggen de basis voor een kwalitatief vooraanstaande en ook verrassend veelzijdige collectie. Deze collectie is gericht op de cultuurgeschiedenis van West-Friesland met nadruk op de periode tussen 1500 en 1800.

De RechterskamerZoals veel monumentale panden heeft het gebouw waarin nu het Westfries Museum huist, meerdere bestemmin-gen gehad. In 1795 vestigt de arrondissementsrechtbank zich in het gebouw. De blauwe kamer is voor de rechter. In de kastenwand bergt hij zijn boeken, papieren en archiefstukken op. Wie de kamer heeft ontworpen is onbekend. Wel is duidelijk dat de kamer is gedecoreerd in de Lodewijk XVI-stijl, die prima past bij het einde van de achttiende eeuw. De kleuren in de kamer zijn licht en de meubels verfijnd. De met kolen gestookte haard met gemarmerde schoorsteenmantel houdt de rechter warm. Het plafond van deze kamer lijkt op stucwerk. Schijn bedriegt, het is gemaakt van hout. In plaats van juridische paperassen staan er tegenwoordig gelegenheidsglazen op de planken langs de muren. Gelegenheidsglazen zijn in gebruik tijdens gedenkwaardige, feestelijke gebeurtenissen en speci-aal voor die gelegenheid gegraveerd. De glazen zijn dus niet voor dagelijks gebruikt bedoeld.

GelegenheidsglasDe collectie is onderverdeeld in vier thema’s. Gelegen-heidsglazen voor overheids-instellingen zijn vaak gegra-veerd naar aanleiding van een bestuurswisseling of soms om een onderlinge vriendschap te bekrachtigen. Binnen am-bachten & bedrijven gaat het bijvoorbeeld om een schip dat te water gelaten is of bij een jubileum van een gildelid.

Foto: Lydia Tacx

Page 30: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

30

Binnen families is ieder feestje een aanleiding om een glas te laten graveren: een huwelijk, de geboorte van een kind, de bouw van een huis. De politieke gelegenheidsglazen hebben hun eigen dynamiek. Vaak zijn het spotpren-ten. Vooral in de tweede helft van de 18de eeuw, de Oranjes willen weer aan de macht komen, krijgen vele glazen een decoratie die herinnert aan de Prins van Oranje. Glazen krijgen een oranjeboom en de spreuk ‘Hon y soit qui mal y pense’ (‘Schande over hem die er kwaad van denkt’ is het devies van de Orde van Kouseband die Willem V tot zijn leden mag rekenen). De politieke tegenstanders van Oranje, de patriotten laten juist glazen graveren tegen het Oranjehuis. Het zijn spotprenten op glas. Op de glazen staat meestal een keeshond (het symbool van de patriotten), die tegen een oranjeboom (= het Oranjehuis) plast. Soms staat ook het devies van de Orde van de Kouseband erbij. Dat maakt het glas nog spottender.

Glas van de Handel Het topstuk is het Glas van de Handel. Het glas is een goede weergave van de vooraanstaande plaats van de handel en scheepvaart in de Hoornse geschiedenis. Wanneer het goed gaat met de handel, gaat het ook goed

met de stad Hoorn. De scheepvaart speelt hierin een belangrijke rol. Op de banderol van dit (waarschijnlijk) 18e eeuws glas staat ‘Het Welvaren van de Nigotsi (negotie). De afbeelding is aangebracht met een rad gravure. Met een klein, snel draaiend koperen wiel-tje brengt de graveur de afbeelding aan. Deze techniek krijgt rond 1700 de voorkeur boven de diamantgravure, waarbij de graveur een afbeelding met een stiftje inkrast.

Het jagersglas Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 31: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

31

De taverne

Om de sfeer van een taverne in het Westfries Museum zoveel mogelijk te benaderen staat er een schouw en heeft de kamer een plavuizen vloer en een balkenplafond. De schouw komt van de Noordse Compagnie van Walvisvaarders (1614-1624), die in de Hoofdtoren hebben vergaderd. Ook de houten kluis (de documentenkast) in de muur komt van de Compagnie.

Bier: de nationale drankDe nationale drank in de 17e eeuw is bier. Van jong tot oud en van arm tot rijk drinkt bier. Een maaltijd zonder bier is ondenkbaar. Zelfs een begrafenis kan niet zonder. Met troostbier spoelen de nabestaanden het verdriet weg. Kinderen krijgen bier al met de paplepel ingegoten. Weliswaar dun bier, met een alcoholpercentage van 2%, maar toch. Gemiddeld drinkt de 17e eeuwse inwoner van Hoorn 283 liter bier per jaar. Vier keer meer dan vandaag de dag. Vergeet niet, schoon drinkwater is er niet. Het water uit de grachten is vervuild. Iedereen kiepert gewoon zijn afval in de grachten. Bier is een veilig alternatief. De bierbrouwerijen halen hun water uit de duinen. Dit komt met vaten naar Hoorn. In de winter zorgen ijsbrekers ervoor dat de haven bereikbaar blijft. Brouwers zijn mannen van aanzien aan het begin van de 17e eeuw. Naarmate de eeuw voortschrijdt krijgt bier meer en meer concurrentie van andere dranken, zoals koffie en thee. De VOC schepen nemen het mee uit Azië. En wijn niet te vergeten. Tijdens de diners in de betere kringen staat menig glas op tafel. Aan het einde van de zeventiende eeuw verkiest het gewone volk sterke drank boven bier. Jenever, een moutwijn waaraan extracten van de jeneverbes zijn toegevoegd, is razend populair.

Zwart register van 1000 zondenDe Hoornse dominee Jacobus Hondius brengt in 1673 zijn ‘Zwart register van 1000 zonden uit’. Met stip op één in de plaatsen van verderf: de kroeg. Een beetje stad heeft toch al snel een paar honderd herbergen, tavernes en kroegen. Van stijlvol tot uitermate morsig en van chique tot boers. Ze nemen een belangrijke plaats in in het dagelijkse leven als ontmoetingsplaats voor arm en rijk, oud en jong. Volgens de schilderijen uit die tijd gaat het er hanengevechten of spelen Triktrak.

De taverne Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 32: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

32

En van een rookverbod heeft nog nooit iemand gehoord. Je kunt de rook met een mes snijden. Een tevreden roker, rookt gemakkelijk vier of vijf pijpen achter elkaar. En de herberg is de plek om iemand aan de haak te slaan en een spelletje krakelingtrekken te spelen, een spelletje voor geliefden. Tijdens het spel steken de geliefden ieder een vinger door het gat in de krakeling en trekken eraan. Wanneer het koekje breekt, mogen ze hun eigen stuk opeten. Het spel is niet alleen een leuk tijdverdrijf, maar ook een wijze les. De achtvorm van het koekje verwijst namelijk naar het leven en de vloeiende overgang naar de dood. Het uit elkaar trekken van de krakeling herinnert mensen eraan dat het leven zomaar stuk kan kan. Betaalde liefde is in de taverne ook verkrijgbaar. Dames van lichte zeden lonken er opvallend naar mogelijke klandizie.

Het drankorgelEen drankorgel is iemand die voortdurend dronken is, toch? Inderdaad. Zo’n typisch Nederlands woord. Eén van de weinige woorden waarvoor op Wikipedia alleen in het Nederlands een pagina is aangemaakt. We kennen het woord in deze betekenis pas vanaf het eind van de 19e eeuw. Tot die tijd is het alleen een stellage met daarin vaken met sterkedrank. Door tegen het houten vat te tikken kan de herbergier of slijter aan de klank horen hoeveel drank er nog in het vat aanwezig is. Slijterijen hebben een drankorgel in het interieur met vaten gevuld met onder andere jenever en brandewijn. Klanten komen dan met een lege fles naar de slijter om die te laten vullen.

Drankorgel in het Westfries Museum Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 33: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

33

Schutterstukken van RotiusVeel weten we niet over de schilder Jan Albertz Rotius (1642-1666). Rotius ziet in 1624 het levenslicht in Medem- blik als zoon van een havenmeester. Hij gaat in 1642 als schilder in de leer bij Jan van Teylingen. Net als veel an-dere schilders weet hij een goede partij te schaken. Door zijn huwelijk in 1643 met Maartje Ambrosijns belandt hij in de gegoede stand. Hij krijgt opdrachten voor veel portretten. Sommigen beweren dat Rotius een leerling van Pieter Lastman is geweest. Een vreemd verhaal, want Rotius is in 1624 geboren en Lastman sterft in 1633. Een 9-jarige schildersleerling? Soms maken kenners een vergelijk tussen de schilderijen van Bartholomeus van de Helst en Jan Albertz Rotius. Wellicht is Bartholomeus zijn leermeester geweest. We vinden deze bewering nergens zwart op wit. Hun stijlen komen overeen, hoewel Van der Helst toch een paar maatjes groter dan Rotius is.

Tijdens de republiek 1579-1796 hebben de regenten de macht in handen. Zij hebben grote vrijheid van handelen. Ze vervullen ook bestuurlijke taken voor de VOC. De regenten maken ook deel uit van de Hoornse stadsregering, die bestaat uit 20 leden en een magistraat. In deze raad zitten onder andere de schout, vier burgemeesters en zeven schepenen. De magistraat heeft de weggevende macht. De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en de schout en de schepenen zorgen voor de orderhandhaving en de rechtspraak. De regenten zijn ook toezichthouders op onderwijs, belastingheffing op de gilden en de schutterij. Omdat de regenten de meest belangrijke winstgevende functies bekleden, zoals het bewindvoerderschap van de VOC en WIC, proberen zij na-tuurlijk deze functies binnen de eigen familie te houden.

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Rotius 1649Het vendel van Seine Coninck of het groenevendel van de nieuwe doelen.

Rotius 1652Het vendel van Kapitein Jan Symonis Jongmaets ofhet blauwe vendel van de nieuwe doelen

Page 34: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

34

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Rotius 1651Het vendel van Kapitein Jan Vrericks Abbekerk of het oranje vendel van de nieuwe doelen.

Abbbraham Leidts 1653Schuttersvendel van Dirck Veen

Rotius 1660Portret vier kapiteins van de Sebastiaans of jonge schutters

Rotius 1655Het witte vendel van captein Cleas Willemszoon Of het witte vendel van de nieuwe doelen. Helemaal links op het schilderij heeft Rotius zichzelf geportretteerd.

Page 35: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

35

VOC – kamer

De trotse mannen achter de tafel op het schilderij boven de schouw zijn de bewindhebbers van de VOC-Kamer Hoorn. Het portret is geschilderd door Johan de Baen in 1682. Het toont macht en status: dure kleding, pruiken, kaarten, navigatie-instrumenten en plattegronden van forten. Alles om te laten zien dat ze de wereld aan hun voeten hebben. Centraal op tafel het belangrijkste van alles: het ‘Banckboek’ waarin ze de winsten kunnen optekenen. Dit zijn Hoornse mannen met macht. En dat willen ze laten zien ook. In deze VOC kamer zien we ook een ‘theekist’. Zo’n houten kist is tevens een prima vervoersmiddel voor het delicate Chinese porselein dat samen met de thee naar Europa komt. In de vitrine onder de schilderijen van J.P. Coen en zijn vrouw Eva Ment liggen theeserviezen. De theeserviezen zijn op bestelling gemaakt als servies voor zes personen, het zogenaamde ´Chine de Commande´. De theeserviezen voor de Chinese markt zijn voor vijf personen. Naast het servies ook prachtige zilveren theedozen. Thee is een kostbaar goed in de 17de eeuw.

Op het reliëfschilderij een weergave van hoe de Nederlandse zaken doen met de Japanners in de 17e eeuw.

Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 36: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

36

Uit de Oost komen koffie, thee en verschillende specerijen: kruidnagel, nootmuskaat, foelie, steranijs. De afnemers in Europa hebben er geen idee van wat ze eigenlijk importeren. Dat blijkt wel uit het verzoek om meer foelie en minder nootmuskaat te produceren. De Europeanen hebben er geen idee van dat foelie de gedroogde zaadmantel van de nootmuskaat is. Zonder nootmuskaat geen foelie.

Kruidentafel in VOC kamer Foto: Kitty Wiegert

Page 37: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

37

De schilderijen van J.P. Coen en Eva Ment

Eva Ment is pas negentien wanneer ze haar eerste huwelijksaanzoek krijgt. Het komt van J.P. Coen. Een man van geringe afkomst die door zijn inspanningen voor de VOC inmiddels een stevig fortuin heeft vergaard. J.P. Coen is dan 38 jaar oud. Eva stamt uit een verarmde regentenfamilie. Het is een prima match: Eva heeft status en J.P Coen heeft geld. J.P. Coen heeft zijn rijkdom vergaard dankzij zijn bliksemcarrière bij de VOC. Hij heeft het al tot Gouverneur-Generaal van de VOC geschopt. Daarnaast heeft hij zijn inkomsten kunnen aanvullen met de 10.000 goudstukken die de

bewindvoerders van de VOC hem geven als bedankje voor het vestigen van het kruidnagelmonopolie. Coen staat bekend als eerlijk en godvreezend, zeer modest van leeven, zedig en van goedig aert, geen dronkaert, niet hoovaerdig. Een prater is het niet. Zou Eva ooit aan de lijve gaan ondervinden hoe meedogeloos J.P. Coen ook kan zijn? In 1625 trouwen Eva Ment en Jan Pietersz. Coen. Jacob Wabe schildert hun huwelijksportretten, die nu in het Westfries Museum hangen.

J.P. Coen Foto: Collectie Westfries Museum Hoorn Eva Ment Foto: Collectie Westfries Museum, Hoorn

Page 38: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

38

Pieter Florisz Foto: Kitty Wiegert

Pieter Florisz

Pieter Florisz Blom ziet omstreeks 1606 in Monnickendam als zoon van een houthandelaar/scheepstimmerman het levenslicht. Hij komt als kapitein in dienst bij een Amsterdamse rederij die handel drijft op West-Indië. Dit is alles wat we weten van zijn vroegste carrière. In 1641 krijgt hij een tijdelijke aanstelling als kapitein bij de expeditievloot die de Portugezen moet bijstaan in hun opstand tegen Spanje. Na het uitbreken van de eerste Nederlandse Oorlog krijgt hij een vaste aanstelling en werkt als waarnemend schout-bij-nacht en later als eskadercommandant. Na de driedaagse zeeslag beloont de Staten-Generaal hem met een gouden ereketen. In 1653 ontvangt hij zijn aanstelling als viceadmiraal van de Admiraliteit van het Noorderkwartier en verhuist naar Hoorn.

Met zijn vlaggenschip, de Jozua, neemt hij deel aan de expeditie tegen Zweden met als doel de stad Dantzig te ontzetten. Op 8 november 1658 sneuvelt hij tijdens het ontzet van Kopenhagen in de Slag in de Sont. De Denen baren zijn gebalsemde lijk met grote eer op. Een jaar later volgt een staatbegrafenis in de Grote Kerk in Hoorn waar hij later een marmeren praalgraf krijgt. Dit gaat tijdens een brand in 1838 groten-deels verloren. Alleen de marmeren dekplaat en het houten deksel van zijn grafkist is bewaard gebleven. Ter nagedachtenis heeft de Nederlandse Marine in de loop der jaren vier schepen naar hem vernoemd. In Hoorn is een Pieter Floriszstraat en in Monnickendam herinnert een gevelsteen op Zuideinde 1 aan hem.

Page 39: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

39

Portret van twee schutters

Eén van de topstukken van het Westfries museum is een olieverfschilderij met het portret van twee schutters uit 1589. De maker is onbekend.

De omschrijving van het schilderij is als volgt: “Twee heren in statig zwart staan aan een tafel. De één heeft een bijl in zijn hand, de ander een perkamenten kaft met papieren. Voor hem ligt schrijfgerei en hij leunt met zijn arm op een documentenkistje. Op het briefje dat uit een van de boeken steekt staat dat de man 35 jaar is. Ook de leeftijd van de man met de bijl is bekend: ‘In deser gestalt ben ik 44 jaren alt’, staat op het stuk papier links op tafel. Op de muur tussen de twee mannen staat het jaartal 1589.” Waarschijnlijk zijn dit twee gildemeesters, verantwoordelijk voor de financiën, administratie en het archief van de St. Jorisschutterij. Zij dragen een boodschap uit. De rechter man heeft zijn hand open als teken dat hij en het gilde te vertrouwen zijn. De linker man heeft een bijl in zijn hand om aan te geven dat de schutterij zo nodig geweld niet zal schuwen. Op de achtergrond is het bekende tafereel van St. Joris in gevecht met de draak afgebeeld. Hij redt de dochter van de koning, die biddend op de achtergrond knielt. St. Joris’ krijgshaftige optreden maakt hem tot de ideale beschermheilige van iedereen die strijd levert: ridders, kruisvaarders en schuttersgilden. De eerste vermelding van het St. Jorisgilde in Hoorn stamt uit 1481. Na een renovatie in 1925 schenkt Hotel de Doelen het schilderij aan het museum. Bij een volgende verbouwing in 1955 vinden bouwvakkers in een dichtgespijkerde kast achter een laag behang het documentenkistje van het

schilderij. Dit is ook aan het museum gegeven en vormt nu en onlosmakelijk geheel met het schilderij. In deze kamer zijn ook verwijzingen naar St. Sebastiaan. Hij is de beschermheilige van de ‘nieuwe’ schutterij. Deze bestaat uit ‘nieuwe rijken’ die niet welkom zijn bij het ‘oude’ St Jorisgilde en daarom een eigen schuttersgilde oprichten. In de 17e eeuw komt het tot een nauwe samenwerking tussen de ‘oude ende jonge schutterie’. De schutterijen verdelen de stad Hoorn in gelijke stukken en gaan samenwerken.

Foto: Kitty Wiegert

Foto: Kitty Wiegert

Page 40: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

40

De Halve Maen

Schepen vol verhalenEr zijn schepen die de loop van de geschiedenis hebben veranderd. De Halve Maen is daar één van. Het VOC schip dankt zijn bekendheid aan de ontdekkingsreis die de Engelse kapitein Henry Hudson er in 1609 mee onderneemt naar de Oostkust van Noord-Amerika. Deze reis geeft de aanzet tot de stichting van de kolonie Nieuw-Nederland en de nederzetting Nieuw-Amsterdam, het huidige New York. En daarmee is het verhaal over de Halve Maen zeker niet ten einde gekomen. Het is zonder overdrijven een schip vol verhalen. Tot 2020 ligt de Halve Maen in Hoorn naast het Centrum voor Varend Erfgoed aan het einde van de kade. Vrijwilligers verhalen over de verhalen van welleer. In het Westfries Museum zijn verschillende miniatuurversies van historische schepen te zien, zoals een jacht, een pinas en een fluitschip.

7. Virtual RealityGHT Hoorn biedt deelnemers van de Grote Hoorn Toer de mogelijkheid om facultatief de presentatie ‘De Gouden Eeuw in VR’ bij te wonen. Met een Oculus Rift op hun neus kunnen deelnemers wandelen door het 17de eeuwse Hoorn of een tocht maken met het schip De Eendracht. De schippers van De Eendracht geven in 1616 het zuidelijke puntje van Zuid-Amerika de naam Kaap Hoorn.

De Halve Maen Foto: Paul Bartels

Foto: Paul Bartels

Foto: Paul Bartels

Page 41: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

41

8. Korte geschiedenis van Hoorn

1341Havenarbeiders leggen de Nieuwendam aan, die dient als laad- en losplaats. Langs het Noord en het Oost komt lintbebouwing.

1356Hoorn koopt het ‘poortrecht’, en daarmee het recht om voortaan zelf de stad te besturen en er recht te spreken. 1357Hoorn krijgt haar stadsrechten officieel op 26 maart 1357 van graaf Willem V. Hoorn is nu economisch zelfstandig. Het directe gevolg is dat de handel en zeevaart tot bloei komen. Hoornse schippers vervoeren haring en agrarische producten naar Frankrijk en Portugal. Uit de havens aan de Oostzee en uit Noorwegen halen ze graan en hout. Dat hout gaat voor een deel naar Hoorn, waar de scheepsbouw welig tiert.

1400-1500Hoorn krijgt steeds meer een stedelijk karakter. De stad heeft inmiddels drie parochiekerken, negen kloosters en een Gasthuis. Aan het centrale plein, de Rode Steen, staan het Raadhuis en de Waag. Om de stad staat een omwalling met vier poorten: Westerpoort, Noordpoort, Koepoort en Oosterpoort. In 1420 komt er een markt bij de Rode Steen, die tevens plaats biedt aan een nieuw stadhuis. De Noorderkerk van 1426 is van hout. De Oosterkerk van steen komt uit dezelfde tijd.

1500Hoorn telt zo’n 5.000 inwoners. De belangrijkste beroepsgroepen zijn boeren, vissers, handelaars en schippers. De scheepvaart bloeit; er varen schepen vanuit Hoorn naar Franse en Portugese havens en naar de Oostzeelanden. Aan het begin van de 16e eeuw is de stad uit z’n jasje gegroeid. Er komen nieuwe havens met versterkingen in de vorm van een toren en muren. De Hooftoren dateert uit 1532.

1566De aanhangers van de Reformatie krijgen in Hoorn voet aan de grond. De bewoners komen in opstand tegen de koning van Spanje.

1572Opstandige Geuzen veroveren Den Briel. Hoorn sluit zich aan bij de opstand. De Geuzen hangen het protestante geloof aan. De officiële functies gaan naar protestanten. Toch blijven de meeste inwoners katholiek. De kloosters krijgen een andere bestem-ming. Monniken en nonnen komen hardhandig buiten de stad te staan.

1573Een Hoornse vloot verslaat de Spaanse vloot, die onder bevel staat van de graaf van Bossu, op de Zuiderzee in het Hoornse Hop. Dit is de beroemde ‘Slag op de Zuiderzee’ en vormt een keerpunt in de strijd tegen de Spanjaarden.

1597Hoorn rust ook een eigen oorlogsvloot uit. De Admiraliteit van West-Friesland en het Noorderkwartier beheert de Westfriese oorlogsvloot.

1672Het rampjaar. De goede tijden zijn voorbij. De Hoornse economie gaat in het slop. De stad ontvolkt. Veel mensen leven in armoede. De regenten zijn en blijven rijk.

1795Franse revolutionaire troepen trekken Nederland binnen. 700 Franse militairen vestigen zich in Hoorn. De bevolking loopt terug naar 7500 inwoners. De handel ligt bijna helemaal plat. 1600 huizen en pakhui-zen vallen aan sloophamers ten prooi. Het is een dieptepunt in de Hoornse geschiedenis.

Page 42: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

42

1813De Franse vertrekken uit Nederland. De Neder-lanse regering onderneemt een aantal pogingen om de Hoornse economie uit het slop te trekken. Hoorn krijgt een militair garnizoen, een opleiding voor vroedvrouwen en heelmeesters, en een arron-dissementsrechtbank. In de Admiraliteitswerf komt een bedelaarsgesticht. Hoorn gaat zich meer op de landbouw richten met een bloeiende handel in zuivelproducten en landbouwzaden. Ook komen er tabaksverwerkende bedrijven. Het baat niet. De geïsoleerde ligging van Hoorn zich juist tegen de stad. Grote industrieën vestigen zich niet in Hoorn. De werk-loosheid blijft hoog.

1884De eerste trein rijdt tussen Hoorn en Zaandam. Een jaar later reikt het traject tot Enkhuizen. De gedempte stadssingel biedt plaats aan markten, de kermis en de harddraverijen. Poorten gaan tegen de vlakte ruimte te geven aan het verkeer.

1920De kaasmarkt boet aan betekenis in. De boeren leveren hun melk direct aan de kaasfabriek. Veilingen nemen de functie van de handel in tuinbouwproducten over. Hoorn is niet langer een marktplaats. Wat rest zijn winkels, overheidsdiensten en scholen.

1940-1950In 1950 telt Hoorn 14.200 inwoners. Er is een sigarenfabriek en een rijksproefstation voor zuivelbereiding en veevoer. Blokker telt ruim 2.600 inwoners. De landbouwgrond geeft een overvloed aan kool en aardappels. Er zijn veel boomgaarden en er is veeteelt. Zwaag telt bijna 2.300 inwoners. Hier zijn land- en tuinbouw en veeteelt ook de voornaamste bronnen van bestaan.

1950-1980Hoorn groeit tot 1980 nauwelijks. Dat verandert wanneer regering Hoorn (samen met Alkmaar en Purmerend) aanwijst aan als ‘groeikern’. Ze willen het dichtbevolkte zuiden van de provincie Noord-Holland (en vooral Amsterdam) ontlasten. In 15 jaar groeit het aantal inwoners van Hoorn tot bijna 50.000. Een heel aantal wijken ontstaat rondom de oude stad: Grote Waal, Risdam en Kersenboogerd. Op 1 januari 1979 verliezen de gemeente Zwaag en een deel van Blokker hun zelfstandigheid. Ze gaan onderdeel uitmaken van de gemeente Hoorn. Nu Hoorn is een levendige stad met 71.000 inwoners aan het Markermeer met hedendaagse voorzieningen, gezellige evenementen en een rijk verleden. De vele gevels, monumenten en musea vertellen het historische verhaal in geuren en kleuren. In Hoorn gaan heden en verleden hand in hand.

Page 43: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

43

Bronnenlijst brochure GHT

Websites:• Wikipedia, www.wikipedia.org• Vereniging Oud Hoorn, www.oudhoorn.nl• Historisch Genootschap Beemster• Canon van West-Friesland, www.historischgenootschapbeemster.nl/• Google Maps, maps.google.com• Architectenweb, www.architectenweb.nl/• Joost de Vree, www.joostdevree.nl• Mooi Hoorn, www.mooihoorn.nl/• Westfriesmuseum, www.wfm.nl• Hoorn nieuws, hoorn.nieuws.nl/• Kaaphoornvaarders, www.kaaphoornvaarders.nl/• Westfries Genootschap, www.westfriesgenootschap.nl• Geheugenvannederland, www.geheugenvannederland.nl• Oneindig Noord-Holland, onh.nl/• Historisch Nieuwsblad, www.historischnieuwsblad.nl• Vocsite, www.vocsite.nl/• Gemeente Hoorn, www.hoorn.nl• NPO geschiedenis, www.npogeschiedenis.nl/

Lezingen:• Moedernegotie, Vereniging Oud Hoorn• Vroege geschiedenis van Westfriesland, Historische Vereniging Obdam

Boeken:• Westfries Museum, schatkamer van West-Friesland, Ruud Spruit• Hoorn, van A tot Z, Nancy Volten• Hollandse Rijkdom in de Gouden Eeuw, Prins• Aan de rand van de wereld, Hoe de Noordzee ons vormde, Michael Pye• Capitool Reisgids Nederland & Noord-Holland• De stolp te kijk, C. de Jong & J. Schilstra• Brochures Werelderfgoed

Overige:• Spoor terug: serie van acht documentaires over de Moedernegotie van NPO geschiedenis / OVT

Page 44: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

44

Logboek GHT Hoorn - Paul BartelsDatum Activiteit Uren

23 februari 2015 Bijeenkomst voorbereiden GHT met Petra Kitty en Lidya 2,56 mei 2015 2e bijeenkomst GHT met Petra, Kitty en Lydia 3

27 mei 2015 Uitwerken Waterland 329 mei 2015 Uitwerken Klompen maken 2,531 mei 2015 Uitwerken kaasmaken 2

3 juni 2015 Waterland deel 2 34 juni 2015 Uitwerken gevangenis Hoorn 1

Uitwerken Halve maen 2,5Uitwerken de Waag Hoorn 1Uitwerken de Rode steen 0,25Uitwerken Gebouw West Fries Museum 0,5

8 juni 2015 Uitwerken Beemster 310 juni 2015 Uitwerken aanvullen de Waag 2

Uitwerken Rode steen 1Uitwerken JP Coen 1UitwerkenVergaderplaats van de Gecommiteerde Raad en WFM 1

20 juni 2015 Rondleiding Hoorn 33 september 2015 Bepreking Twisk 3

9 oktober 2015 WFM bezoek 210 oktober 2015 Rondje lopen met petra 111 oktober 2015 Generale repetitie 3,513 oktober 2015 Uitwerken teksten en foto's tbv brochure en folder 2,514 oktober 2015 Uitwerken wandeling Oostereiland en WFM 2

Uitwerken rondleiding WFM Rotius en schepen 215 oktober 2015 Uitwerken stadwandeling eigen deel 420 oktober 2015 Aanpassingen tekst GHT 326 oktober 2015 Draft brochure 5

1 november 2015 Overleg 17 november 2015 Overleg, Kitty en Lydia 28 november 2015 Foto's Forrees huis 19 november 2015 Foto's De Eenhhorn, Halve maen 2

13 november 2015 Proef wandeling GHT 218 november 2015 Proef wandeling GHT + uitwerking 820 november 2015 Proef wandeling GHT 2

Totaal aantal uren 78,25

Page 45: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

45

Logboek GHT Hoorn - Petra KleinDatum Betreft Uren

23 februari 2015 1e bijeenkomst GHT groep / Avenhorn 2,525 maart 2015 Lezing over vroege geschiedenis West Friesland 3

door oud directeur van het Westfries Museum / Obdam6 mei 2015 2e bijeenkomst GHT groep / Ursem 3

16 juni 2015 Doorlezen en verzamelen van info 620 juni 2015 Voorbereidingen GHT in Hoorn 3

18 augustus 2015 Uitwerken brochure 61 september 2015 Uitwerken brochure 33 september 2015 3e bijeenkomst GHT groep / Twisk 3

7 oktober 2015 Voorbereidingen GHT in Hoorn 410 oktober 2015 Route voorbereiden samen met Paul 111 oktober 2015 Generale repetitie GHT 3,513 oktober 2015 Uitwerken teksten brochure + opmaak flyer 516 oktober 2015 Definitieve opmaak flyer 126 oktober 2015 Opstellen draft brochure samen met Paul 530 oktober 2015 Opmaak brochure, samen met Peter 1,5

5 november 2015 Opmaak brochure, samen met Peter 36 november 2015 Opmaak brochure, samen met Peter 4

13 november 2015 Bedanktkaartje maken samen met Peter 0,514 november 2015 Uitwerking eigen GHT 216 november 2015 T.b.v. opmaak brochure 217 november 2015 Uitwerken eigen GHT 218 november 2015 Repeteren route + bezoek WFM + verder uitwerken route 819 november 2015 Opmaak brochure, samen met Peter 222 november 2015 Nakijken brochure 123 november 2015 Opmaak brochure, samen met Peter 225 november 2015 Nakijken brochure 1

Totaal aantal uren 78

Page 46: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

46

Logboek GHT Hoorn - Lydia TacxDatum Activiteit Uren

5 februari 2015 Lezing Oud Hoorn Moedernegotie 2,515 februari 2015 Plannen GHT bijeenkomst 1 0,2523 februari 2015 Eerste GHT planning met Kitty, Paul & Petra 3

28 april 2015 Plannen GHT bijeenkomst 2 0,256 mei 2015 Tweede GHT planning met Kitty, Paul & Petra 31 juni 2015 Regelen instructierondleiding voor GHT team met 1

Gerard Beemsterboer (stadswandeling) en Marjan Faber (toer Westfries Museum)

14 juni 2015 Uitwerken teksten voor instructiewandeling 220 juni 2015 Instructiewandeling olv Marjan en Gerard 3

27 augustus 2015 Plannen GHT bijeenkomst 3 0,253 september 2015 Derde GHT planning met Kitty, Paul & Petra 3

10 oktober 2015 Generale repetitie met Kitty, Paul & Petra 3,517 oktober 2015 Bezoek Westfries Museum 1,518 oktober 2015 Schrijven eigen teksten voor brochure & rondleiding 221 oktober 2015 Redigeren teksten Kitty, Paul en Petra 2

4 november 2015 Redigeren teksten & corrigeren foto's 37 november 2015 Redigeren brochure met Kitty 3

11 november 2015 Laatste correctieronde foto's en tekst 4

Totaal aantal uren 37,25

Page 47: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

47

Logboek GHT Hoorn - Kitty WiegertDatum Activiteit Uren

14 januari 2015 Informatie Werelderfgoed, Vakantiebeurs 0,55 februari 2015 Lezing Moedernegotie, Oud Hoorn 3

23 februari 2015 Overleg GHT Petra, Lydia en Paul, Avenhorn 325 maart 2015 Lezing Vroege Geschiedenis Westfriesland, Obdam 3

23 april 2015 Lezing Schutterij, Oud Hoorn 36 mei 2015 Overleg GHT Petra, Lydia en Paul, Ursem 38 mei 2015 Informatie Handel Gouden Eeuw 4

13 mei 2015 Voorloping programma GHT opgesteld 414 mei 2015 Informatie Hoorn verzameld en gedeeld 425 mei 2015 Informatie verzameld 4

1 juni 2015 Boekje Westfries Museum gelezen 518 juni 2015 Informatie verzameld 420 juni 2015 Rondleiding Hoorn, Oud Hoorn & Westfries Museum 520 juni 2015 Route wandeling en museum opgesteld 430 juni 2015 Informatie VOC-Moedernegotie Hoorn 4

17 augustus 2015 Geluidopnamen > Dropbox 12 september 2015 Agenda overleg opgesteld 0,53 september 2015 Overleg GHT Petra, Lydia en Paul, Twisk 3

12 september 2015 Aanvullingen brochure > Dropbox 410 oktober 2015 Voorbereiding generale repetitie 311 oktober 2015 Generale Repetitie wandeling en museum, Hoorn 412 oktober 2015 Aanvulling voorlopige brochure 413 oktober 2015 Correctie folder 4

Teksten brochure geschreven & foto's toegevoegd 417 oktober 2015 Teksten herschreven in actieve vorm 625 oktober 2015 Teksten brochure opgesteld 626 oktober 2015 Teksten brochure opgesteld 6

1 november 2015 Presentatie versie 1 samengesteld 44 november 2015 Correctie teksten brochure 4

Presentatie versie 2 samengesteld 47 november 2015 Correctie Brochure met Lydia 48 november 2015 Presemtatie versie 3 3

Nieuwe banner Brochure gemaakt 29 november 2015 Presentatie GHT, ROC Amsterdam 0,5

10 november 2015 Tekstcorrecties brochure 411 november 2015 Bronnenlijst opgesteld 2

Uitnodiging deelnemers GHT opgesteld + verzonden 2

Totaal aantal uren 128,5

Page 48: Brochure-Grote Hoorn Toer 2015

48

Paul Bartels

Kitty Wiegert

Lydia Tacx

Petra Klein

Grand Holland Tour Hoorn