Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta6_2013 (3)

13
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen Nummer 2012-6 Pagina 1 Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta nummer 6/2013 December 2013 Een uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen Elektronische voortzetting van het maandblad Delta, 49 ste jaargang Verschijnt als het past Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn bijdrage Het eerste woord Een Europeaan die beweert niets met het christendom te hebben, plaatst zich buiten zijn eigen beschaving Leszak Kolakowski Aan verenigingen die opkomen voor Groot-Nederland geen gebrek in dit land. Daarmede bedoelen zij dan een vereniging hoe ver die mag en moet gaan is een vraag op zich zelf van Nederland en Vlaanderen en met dit laatste bedoelen zij dan weer het huidige staatsnederland (al wordt daarbij gemakkelijkheidshalve voorbij gegaan aan het Friese probleem als quantité négligable) met “Vlaanderen”, in hun ogen het Nederlandstalig deel van België, daarbij de naam van het oude Graafschap gebruikende als pars pro toto. Anders gezegd zij steunen zich zo niet uitsluitend dan toch hoofdzakelijk op de in deze gebieden gebruikte taal. Nutteloos hier voor de elfendertigste keer aan onze lezers te gaan uitleggen dat wij het met deze interpretatie niet eens zijn. Voor ons is de taal een zeer belangrijk gegeven, maar niet de alles bepalende factor voor wat een land is. Elke taal verdient respect en bescherming en moet alle kansen krijgen om zich vrij en onbelemmerd te ontwikkelen. Onnodig hier te herhalen dat het Nederlands in België die kans in het verleden niet altijd gekregen heeft. Het onderscheid tussen die twee opvattingen weerspiegelt zich dan ook in de gebruikte terminologie: Groot Nederland versus Heel-Nederland, het zijn wij niet die deze terminologie hebben uitgevonden. Voor ons zijn de Nederlanden of de Lage Landen een meertalig begrip. Zij zijn zelfs de kern van wat wij noemen de Middengewesten (Lotharingen). Toch is er nog méér dat onze Werkgemeenschap van de Groot-Nederlanders onderscheidt dan louter het politiek aspect. Namelijk een bepaalde levensvisie, een kijk op het leven anders gezegd. Mogelijk zijn wij niet de enigen en als er nog zijn die er onze visie op na houden, zouden wij hen graag leren kennen. Voor ons is de vereniging van de Nederlanden geen doel op zich zelf. Die vereniging is méér dan dat, zij is een MIDDEL. Een middel om te komen tot de vorming van een bepaald mensentype, dat de ruggengraat van de natie vormt. Een mens met bepaalde morele levensopvattingen, beantwoordende aan de waarden

description

Brief 6

Transcript of Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta6_2013 (3)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 1

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta

nummer 6/2013 December 2013

Een uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen Elektronische voortzetting van het maandblad Delta, 49ste jaargang

Verschijnt als het past Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn bijdrage

Het eerste woord

Een Europeaan die beweert niets met het christendom

te hebben, plaatst zich buiten zijn eigen beschaving

Leszak Kolakowski

Aan verenigingen die opkomen voor Groot-Nederland geen gebrek in dit land. Daarmede bedoelen zij dan

een vereniging – hoe ver die mag en moet gaan is een vraag op zich zelf – van Nederland en Vlaanderen

en met dit laatste bedoelen zij dan weer het huidige staatsnederland (al wordt daarbij

gemakkelijkheidshalve voorbij gegaan aan het Friese probleem als quantité négligable) met “Vlaanderen”,

in hun ogen het Nederlandstalig deel van België, daarbij de naam van het oude Graafschap gebruikende

als pars pro toto. Anders gezegd zij steunen zich zo niet uitsluitend dan toch hoofdzakelijk op de in deze

gebieden gebruikte taal.

Nutteloos hier voor de elfendertigste keer aan onze lezers te gaan uitleggen dat wij het met deze

interpretatie niet eens zijn. Voor ons is de taal een zeer belangrijk gegeven, maar niet de alles bepalende

factor voor wat een land is. Elke taal verdient respect en bescherming en moet alle kansen krijgen om zich

vrij en onbelemmerd te ontwikkelen. Onnodig hier te herhalen dat het Nederlands in België die kans in het

verleden niet altijd gekregen heeft. Het onderscheid tussen die twee opvattingen weerspiegelt zich dan ook

in de gebruikte terminologie: Groot –Nederland versus Heel-Nederland, het zijn wij niet die deze

terminologie hebben uitgevonden.

Voor ons zijn de Nederlanden of de Lage Landen een meertalig begrip. Zij zijn zelfs de kern van wat wij

noemen de Middengewesten (Lotharingen).

Toch is er nog méér dat onze Werkgemeenschap van de Groot-Nederlanders onderscheidt dan louter het

politiek aspect. Namelijk een bepaalde levensvisie, een kijk op het leven anders gezegd. Mogelijk zijn wij

niet de enigen en als er nog zijn die er onze visie op na houden, zouden wij hen graag leren kennen.

Voor ons is de vereniging van de Nederlanden geen doel op zich zelf. Die vereniging is méér dan dat, zij is

een MIDDEL. Een middel om te komen tot de vorming van een bepaald mensentype, dat de ruggengraat

van de natie vormt. Een mens met bepaalde morele levensopvattingen, beantwoordende aan de waarden

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 2

en levende naar de normen van het door Athene, Rome en Jeruzalem – wij bedoelen het Christendom –

gevormde Europa. De homo neerlandicus of vollediger nog: de homo occidentalis. Hiernaar is gans ons

streven gericht. Een elite vormen, maar geen elite op zichzelf gericht, maar een elite die ten dienste staat

van het ganse volk:

Ondanks het volk, voor het volk.

Feiten en Beschouwingen – 1

SENAAT

28 November 2013, de dag waarop de Senaat de hervorming van de Hoge Kamer goedkeurde, zal

geboekstaafd worden als een trieste dag in de geschiedenis van de parlementaire democratie in België. De

hervorming gebeurde zonder het minste pre-electoraal (maatschappelijk) debat en na een schending van

de Grondwet om de zesde staatshervorming mogelijk te maken.

In elk Europees land zou dit ophef veroorzaken, hier krijgt de meest fundamentele hervorming van het

bicameralisme sedert 1830 amper persaandacht...

Bijna de hele Senaat zal niet meer rechtstreeks verkozen, maar door een getrapt kiessysteem aangeduid

worden. Bij mijn weten was al sedert meer dan 200 jaar het inzicht gerijpt dat zulk een systeem

ondemocratisch is.

De dubbele lezing van de wetteksten valt grotendeels weg, waardoor de kwaliteit van het wetgevend werk

er zonder twijfel op zal achteruit gaan. Bovendien staat de Senaat garant voor hoogstaande debatten, o.a.

in ethische dossiers. Ook dat mogen we nu vergeten.

Wat rest is een Assemblée van deelstaten die de centrale staat kan blokkeren. Het is begrijpelijk dat

mensen willen dat politici op instellingen besparen. Maar als het de institutionele meerderheid daarom te

doen was, had ze de talloze gewest- en gemeenschapsparlementen die ons land "rijk" is, kunnen

afschaffen.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 3

Feiten en Beschouwingen – 2

OMTRENT HET GENADERECHT

Op 1 december 2013 raakte via de pers bekend dat Koning Filip gratie verleend had aan elf personen. De teneur was snoeihard: de Koning had zogezegd “snelheidsduivels” gratie verleend. Verontwaardiging alom in de politieke wereld en bij de “opiniemakers”. Nochtans is het in werkelijkheid niet de Koning die beslist, maar wel de minister van Justitie, i.c. Annemie Turtelboom (OPEN VLD). Het gaat hem dus, kortom, om het oude verhaal: de koninklijke functie ondermijnen om zo de Belgische staat aan te vallen. Nochtans heeft de Koning allesbehalve iets verkeerds gedaan, wel integendeel.

Enkel voorbeelden van mensen aan wie gratie verleend werd: een vrouw die halsoverkop met een ziek kleinkind naar het ziekenhuis rijdt en wier papieren niet in orde blijken. Een zieke autobestuurder van 74 die de achteruitkijkspiegel van een andere wagen kapot rijdt en zonder te beseffen dat hij schade heeft aangericht een boete krijgt voor vluchtmisdrijf die hij niet kan betalen. Een man die onterecht veroordeeld voor een klein misdrijf, dat hij niet beging. Niets dat deze communautair-mediatieke hetze verdient dus. Integendeel, het is edelmoedig dat in deze kille maatschappij nog de mogelijkheid bestaat tot genade, een recht dat de zwaksten beschermt.

Veroordeelden kunnen overigens ook vervroegd vrijkomen en hun gevangenisstraf dus niet volledig uitzitten. Het verlenen van gratie is dus ook het wegwerken van een ongelijkheid die erin bestaat dat wegbestuurders met een rijverbod geen strafvermindering kunnen krijgen.

Overigens, waar deed de Koning iets anders dan een grondwettelijk recht uit te oefenen? Art. 110 van de Grondwet bepaalt immers: “De Koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen, behoudens hetgeen ten aanzien van de ministers en van de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen is bepaald” (art. 103, 111 en 125 bepalen die modaliteiten). Maar bij zijn aantreden in juli 2013 heeft Koning Filip al gebroken met de traditie van collectieve gratie. Elk dossier wordt nu individueel onderzocht. Maar het zal nooit voldoende zijn. Zij die nu pleiten om het genaderecht af te schaffen, gebruiken dit gewoon als hefboom om morgen het recht van de Koning om àlle wetten te ondertekenen, te ontnemen.

Gelet op het feit dat een minister verantwoordelijk is voor elke daad die de Koning stelt (art. 88 Belg. Grondwet) komt de verantwoordelijkheid voor een gratieverlening toe aan de bevoegde minister, i.c. Annemie Turtelboom (OPEN VLD). Het is dan ook zij die deze genadeverzoeken heeft onderzocht en goedgekeurd. De Koning heeft ze alleen ondertekend. Nochtans verontwaardigde de partijgenoot van de minister, Senator Guido Depadt, zich hierover en vroeg hij zelfs het gratierecht van de Koning af te schaffen, terwijl de koning zelf in deze een zeer minieme rol heeft gespeeld ! Keurt hij zo de acties van zijn partijgenote niet af? Als de liberalen consequent waren, dienden ze een motie van wantrouwen in te dienen tegen hun eigen minister, i.p.v. de Koning te beschimpen.

De aanvallen op de Koning tonen aan dat de politieke klasse blijkbaar niets kent van hoe het systeem van gratie werkt. Eerst verkrijgt de minister van justitie informatie van de Procureur des Konings, het Parket-Generaal en zelfs van de gevangenisdirecteur. Daarna wordt een Koninklijk Besluit opgesteld dat aan de Koning wordt voorgelegd, die het document tenslotte enkel ondertekent. Het gaat hier dus niet om één of andere koninklijke willekeur, verre van. Nog belachelijker zijn de aantijgingen al zou het hier om een “middeleeuws systeem” gaan. Zijn de Duitse of Italiaanse president – die ook gratie verlenen – dan ook middeleeuwse figuren?

Stel dat de Koning gratieverzoeken niet zou ondertekenen, zou dan geen storm van protest oprijzen, vergelijkbaar met die van april 1990, toen Koning Boudewijn de abortuswet niet ondertekende? Hoe vaak al

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 4

hebben politici niet verklaard de Koning het recht om wetten te ondertekenen, te bekrachtigen en af te kondigen (art. 108 en 109) te willen onttrekken, zogezegd om een herhaling van die situatie te voorkomen? Moeten we hieruit afleiden dat de Koning wetgevende teksten noch mag tekenen noch mag weigeren te ondertekenen? Dat is toch volkomen waanzinnig.

“Onze” politici en hun dociele media geven blijk van totale minachting voor de constitutionele monarchie door te suggereren dat de Koning der Belgen als een despoot zou handelen. Gaat men morgen de Koning ook persoonlijk verantwoordelijk stellen voor de verruiming van de euthanasiewet, voor het eenheidsstatuut van bedienden en arbeiders, voor de pensioenhervorming omdat hij al die wetten ook ondertekent? Is het niet absurd een systeem dat goed werkt te veranderen omdat de Koning zijn handtekening uiteindelijk onderaan een document plaatst? Sommige journalisten en “koningskenners” suggereren dat men de praktijk maar moet aanpassen aan de theorie. Ze menen dat omdat het de facto de partijbureaus zijn die de ministers aanduiden, het grondwetsartikel dat stelt dat de Koning hen aanduidt, geschrapt moet worden. Welk een absurde logica. Het zijn net de politici die zich aan de Grondwet moeten houden.

“Onze” politici zijn wel heel goed in het oplossen van problemen die niet bestaan of die ze zelf gecreëerd hebben. Want wat zou er veranderen als het gerecht dit beslist? Als de Koning (lees: de regering) geen gratie meer mag verlenen, maar dit door een gerechtelijk orgaan moet gebeuren – en er bestaat op heden zelfs geen orgaan dat gratie kan verlenen – is het bijgevolg een loutere ‘verschuivingsoperatie’, die waarschijnlijk tot hetzelfde resultaat zal leiden. Niets zegt ons evenwel dat een in geldnood verkerend justitieel apparaat – is dat geen fout van de particratie en haar verkwistend pseudo-federalisme – deze taak beter zal vervullen dan de bevoegde ministeriële dienst. Opnieuw worden de ware intenties van de critici duidelijk: het genaderecht op zich is niet hun probleem, maar wel de populariteit van de Koning en bij uitbreiding die van België. Dat diezelfde politici vrolijk de grondwet aan hun laars lappen bij elke “staatshervorming” schijnt daarentegen geen enkel probleem te zijn… Als ze maar de Koning en België kunnen beschimpen. En daarvoor worden graag alle middelen uit de kast gehaald. Paradoxaal genoeg bewijst het geknoei, de onbeschaamdheid en de lafheid van de partijpolitiek net de nood aan een sterke constitutionele monarchie. Hoelang zal de bevolking deze waanzin nog tolereren?

Bruno Yammine

Die Librije

“Grens/Frontière 1713-2013”

Uitgave Ons Erfdeel vzw, 2013

ISBN 9789079705139

In 1713, exact 300 jaar geleden, werd in de grote Europese diplomatieke Conferentie, bekend als “De

Vrede van Utrecht”, naast talrijke andere afspraken ook de grens vastgelegd tussen wat toen nog het

Franse Koninkrijk was en de Oostenrijkse Nederlanden, ook wel eens de “Katholieke” of de Habsburgse

Nederlanden genoemd. Die grens is sindsdien niet of nauwelijks veranderd en bakent nu België van

Frankrijk af. Meer nog dan een staatkundig gegeven is het volgens Michel Quint “een mentaal geraamte”.

Het is inderdaad zo, en dit boek wijst er ons op, dat ”Méér Europa” geen einde zal maken aan de grenzen,

ook al zijn ze dan louter binnengrenzen geworden, want grenzen zijn wezenslijnen, volgens Régis Debray:

“een isolerende laag” (in zijn “Eloge des frontières”)

Dit eenvoudig maar fraai uitgegeven boek laat een aantal “Vlaamse” (in de huidige en dus… verkeerde

betekenis, onze lezers kennen onze mening) en Franse auteurs toe hun gevoelens en gedachten uit te

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 5

drukken over wat het begrip “grens”, “frontière” in het Frans, bij hen te weeg brengt. Bijna steeds betreft het

auteurs die niet ver van die grens zijn geboren of opgegroeid en de relativiteit er van maar al te goed

beseffen. Bovendien geven twee grenswandelaars die de grens hebben afgewandeld langs Risquons-Tout

tot De Panne aan de Noordzee hun indrukken weer.

Bovendien bevat het boek talrijke foto’s en gedichten (o.a. Rutger Kopland) en geeft Ludo Milis ons een

inzicht van wat er aan die Vrede vooraf ging en hoe diep het volk er door getekend werd. Bekende auteurs

die wij er in ontmoeten zijn de onvergetelijke (en té weinig bekende Heel-Nederlander) Jacques Darras en

Marguerite Cleenewerck de Crayencour, ons wellicht beter bekend als de befaamde Franse letterkundige

van Vlaamse oorsprong: Marguerite Yourcenar. Fotografen als Michiel Hendryckx en Stephan Vanfleteren

verleenden hun medewerking en legden letterlijk die grens vast: van tolhuisje tot grenssteen (van dit laatste

soort enkele mooie en opmerkelijke foto’s). En niet alleen de staatsgrens komt aan bod, ook de taalgrens

(“… de Franse bezetter doorbrak de gezapige nabuurschap van Nederlandse en Waalse dialecten door

één taal op te dringen”, R. Debray) en niet te vergeten: de grens tussen de Latijnse (“Romania”) en de

Germaanse (“Germania”) gevoelswereld.

En dan beseffen wij meteen dat die grens… eigenlijk geen grens is. Die grens markeert een

overgangsgebied, niet meer of niet min. België is een interface van Romania en Germania schrijft Joep

Leerssen. Dit is immers het wezenskenmerk van ons land, een land dat geen natuurlijke grenzen heeft. Het

is een kruispunt, open naar alle kanten, met als aorta de oude Romeinse handelsweg van Keulen naar

Boulogne (Bonen).

De Lage Landen: de microkosmos van Europa.

Wij zouden eindeloos kunnen citeren, maar beter is het boek snel te bestellen.

V.E

“LE DECLIN

La crise de l’Union européenne et la chute de la République romaine”

David Engels

Editions du Toucan, 2012

384 pp.

ISBN 978-2-81000-524-6

Een boek dat menig brave democraat en liefhebber van de mensenrechten zal doen steigeren. Prof.

Engels heeft het dan ook helemaal niet voor ons politiek correct denken. Hij confronteert ons vooreerst met

de vraag wat de basis is van Europa. Belangrijke vraag! Is het zijn godsdienst? Zijn het onze gewoonten en

zeden? Is het onze kunst? En D. Engels geeft zijn antwoord (p.24) aan de hand van een uittreksel uit de

roman “Flucht ohne Ende” van Joseph Roth. Het is onze identiteit, zegt hij. Zoals ook Coudenhove-Kalergi

het al vastgesteld had.

Beschouwingen over het begrip identiteit eisen in dit werk dan ook veel ruimte op. Uiteraard tellen ook de

grenzen van Europa mee. Maar hij waarschuwt er wel voor dat nooit wetenschappelijk is vastgelegd (of kan

vastgelegd worden) hoever die grenzen eigenlijk reiken. Hij gaat ook dieper in op de vraag in hoever de

klassieke cultuur nog aanwezig is in onze actuele maatschappij. Het antwoord is niet erg bemoedigend. En

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 6

net zoals in de nadagen van de Romeinse republiek worden wij geconfronteerd met een alles

overheersende onverschilligheid, er gaapt een enorme kloof tussen het volk en de elite.

Een verwoestend gebrek aan zelfbewustzijn, aan identiteitsgevoel maakt dus deel uit van onze huidige

wereld. David Engels wijst ons in dit verband op het huidig moreel verval – ook dit kan vergeleken worden

met de Romeinse republiek -, de demografische crisis die nooit geziene en beangstigende verhoudingen

heeft aangenomen, de afkeer van de massa van de politiek, de onbeheersbaar geworden immigratie (ook

Rome lokte massaal immigranten aan omwille van de sociale voordelen) en ook de opkomst van nieuwe

wereldmachten.

Daarom moet Europa één blok vormen, er is geen andere uitweg. De huidige vredelievendheid is daarvoor

een onvoldoende voorwaarde. Vrede is nu eenmaal geen blijvende toestand, de mens blijft nu eenmaal de

mens met zijn machtswellust en heerszucht. Europa moet het hoofd kunnen bieden aan interne en externe

dreigingen. Het gaat nu eenmaal om macht. Pacifisme is mooi, tot er iemand met een revolver voor je neus

staat, schrijft hij. Daarom moet Europa met één stem spreken.

Nu beschikt de EU weliswaar al over veel macht, maar zij is eenzijdig economisch en financieel gericht.

Zelfs landen als Zwitserland en Noorwegen, die geen deel uitmaken van de EU, zijn verplicht voor een

groot deel rekening te houden met de regels de zij oplegt. De beste manier om de Europese identiteit op te

merken is de volgende: zet een Spanjaard en een Zweed samen aan tafel, veel kans dat zij elkaar in de

haren vliegen, zet ze beiden in China en meteen voelen zij hoeveel zij gemeenschappelijks hebben.

Europa is dan ook het resultaat van een eeuwenlange gedeelde geschiedenis en cultuur. Het heeft een

algemene Leitkultur, maar na WO2 verzwakte die zienderogen tot vaag met de mond beleden begrippen

als vrijheid, gelijkheid, verdraagzaamheid, mensenrechten, enz… Europa moet net als Rome zijn grenzen

durven trekken, alleen daarom behoort Turkije niet tot Europa, het is een Islamitisch, Aziatisch land.

David Engels verbergt ons in zijn boek, dat verdient door elke Europeaan gelezen te worden, zijn

bewondering niet voor keizer Augustus, die de chaos in Rome, bedwong en die de oude Romeinse tradities

herstelde, de Romeinse geplogenheden herwaardeerde en die exotische rites en sekten verbood.

Van stroom tot stroom tot aan de zee

Luxemburg / Letzeburg

In het Groothertogdom Luxemburg heeft het Luxemburgs sinds 1984 de status van een officiële taal van

het land gekregen. Het Duits en het Frans worden als hulp-en werktalen erkend en gebruikt.

Om en bij 250.000 mensen hebben het Luxemburgs als eerste taal en nog eens 50.000 als tweede taal. De

meerderheid van de Luxemburgers heeft het Luxemburgs als moedertaal, en die taal speelt een nog

grotere rol in de media, het onderwijs en het openbaar leven. In het hoger onderwijs domineren het Frans

en het Duits, respectievelijk voor de humane wetenschappen en de technische studies.

Dagbladen en ruim verspreide publicaties zijn doorgaans in het Duits en gedeeltelijk in het Frans. Het

Luxemburgs is zeer levend en levendig als informele omgangstaal en handhaaft zich zeer goed. Het

schrijdt zelfs vooruit. In het Luxemburgse parlement wordt nog haast uitsluitend Luxemburgs gesproken.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 7

Evenwel ten gevolge van het grote aantal buitenlanders dat in Luxemburg, en hoofdzakelijk in diens

hoofdstad, woont en werkt en van wie de meesten het Frans als eerste of tweede taal spreken, dringt het

Frans zich op. In de talrijke Europese instellingen komt steeds meer Engels voor naast Frans en Duits. Het

Luxemburgs is hier zo goed als onbestaand.

Tegen deze gang van zaken rijst steeds meer protest. De “Alternative Demokratësch Reformpartei” of ADR

vindt het niet kunnen dat een Luxemburger of Luxemburgs talige op veel plaatsen in zijn hoofdstad en

delen van het zijn Groothertogdom niet meer of nauwelijks in zijn Luxemburgse taal aan zijn trekken komt.

Eén van hun slagzinnen bij de verkiezingen van oktober 2013 luidt: “Lëtzebuerger Sprooch = Integratioun”

met een duidelijke Luxemburgse vlag.

In Arelerland of het Land van Aarlen rond de Belgische stad Aarlen (Arlon) en in Buchholz wordt van

oudsher het Luxemburgse dialect van het Duits gesproken. Mede door een sterk verfransingsbeleid werd in

de stad Aarlen het Luxemburgs terug gedrongen. In de omliggende gemeenten komt het nog voor.

Sinds 24 december 1990 erkent de Franse Gemeenschap het Luxemburgs onder de naam Francique

(Frankisch) als regionale taal. Sommige straatnaamborden zijn tweetalig (Frans en Luxemburgs) en er

worden cursussen Lëtzebuergs georganiseerd, doch daar blijft het bij.

Leo Camerlynck

Antwerpen

Op 19 oktober 2013 overleed in de Scheldestad de heer Georges Leopold Benoit IMPENS, geboren te

Schoten op 18 december 1923.

Advocaat Impens stond bekend voor zijn Heel-Nederlandse gevoelens. Hij was o.a.gewezen en ere-

voorzitter van de Hoge Raad van UFSIA, Baljuw-emeritus en Ere-prior van het Prioraat der Lage Landen in

de Orde van de Hospitaalridders, senior lid van de Orde van den Prince, gewezen Secretaris-generaal van

de BENEV-Confederatie, enz… In jeugdkringen stond hij vooral bekend voor het vele werk dat hij voor de

zeescouts heeft gedaan.

Wij bieden mevrouw Impens en de ganse familie onze oprechte christelijke gevoelens van medeleven aan.

Brussel

Een voorbeeld van wanbeleid is het feit dat de prestigieuze tentoonstelling Rogier van der Weyden en zijn

navolgers in het Museum voor Schone Kunsten voortijdig diende gesloten omdat het gebouw… niet

waterdicht bleek te zijn. Een reclame voor de Belgische en de Europese hoofdstad is het allerminst. Wij

kunnen ons voorstellen hoe men daar in andere Musea over oordeelt! Met geen enkel argument is het

gevaar te minimaliseren dat dergelijke waardevolle kunstwerken daardoor gelopen hebben.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 8

Noord-Brabant

Ingevolge een toenemende vergrijzing heeft de vereniging BENEV-ZUIDOOST BRABANT uit Eindhoven

beslist de vereniging te ontbinden. Op zondag 15 december wordt een laatste activiteit gepland in de

bekende Karpendonkse Hoeve. Daarvoor werd een goede spreker uitgenodigd die bekend is met de

geschiedenis van Nederland en België, n.l. de heer Aad Engelfriet, historisch publicist en reisleider.

Niet de geschiedenis van België en Nederland als zodanig, maar die van onze landsgrenzen is zijn

onderwerp. Behalve een excursie doorheen de Europese geschiedenis biedt deze lezing een interessante

kijk op het ontstaan van de cartografie in onze gewesten. Wij zullen aan de hand van enkele juweeltjes van

historische kaarten zien dat deze telkens gebruikt worden om een bepaalde wens uit te drukken, het

ongedaan maken van de scheiding tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden.

Een verslag kan u lezen in onze volgende Brief.

+++

Ook de Stichting Zuidnederlandse Ontmoetingen (ZNO), eveneens met zetel in Eindhoven heeft

besloten haar werking op 31 december e.k. te stoppen. Hierin echter speelt niet een veroudering en een

vermindering van het aantal leden een rol, integendeel. Bij elke uitstap dienen leden geweigerd omwille van

het te grote aantal. Alleen de wens van het bestuur dat al zo veel jaren de kar trekt was de oorzaak. Wij

betreuren dit ten zeerste, onze woordvoerder heeft zich overigens tot het uiterste ingespannen om dit lot te

ontlopen. Mits de nodige wil was volgens ons een betere oplossing mogelijk geweest.

Op 19 november ging de afscheidsbijeenkomst door waarop jurist Anton Neggers, genealoog en regionaal

historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Meierij van ’s Hertogenbosch, een boeiende lezing

hield over de mislukking van de Hervorming in de Meierij.

2013 is bijgevolg een slecht jaar voor Heel-Nederland in deze provincie.

West-Vlaanderen

Op 22 november 2013 waren wij aanwezig op een Colloquium aan de Universiteit te

Kortrijk (KULAK) over TONY HERBERT.

Tony Herbert is bij de jongere generatie minder gekend ofschoon hij in het

interbellum een rol van betekenis heeft gespeeld als industrieel, politicus, en in de

perswereld en de beeldende kunst.

Hij evolueerde van radicale flamingant tot Vlaamse-en koningsgezinde belgicist.

Tijdens WO2 ontpopte hij zich tot de spil en sleutelfiguur van een netwerk van

studiegroepen die de hernieuwing van de vooroorlogse katholieke partij

voorbereidden.

Ook over dit goed bijgewoonde Colloquium leest u in onze volgende Brief.

“Vlaanderen als een homogeen Germaans element opvatten is naar mijn mening even onjuist en

verarmend, ontervend als Vlaanderen te willen verfransen. Germaansheid en Latijnsheid groeien in

de geest en het gemoed der beste Vlamingen zo diep doorheen dat het mij werkelijk anti-Vlaams

schijnt, deze concentratie, deze geestelijke concentratie te willen tegenwerken of belemmeren”

Joris van Severen

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 9

De boom van goed en kwaad

*Turkije 1. Weet u dat een voetbalploeg uit de omgeving van Istanbul een supportersclub heeft die

financieel gesteund wordt door Ergolans PAK en die de naam draagt “1453”, ge wel het jaar dat

Constantinopel in handen viel van de Islamitische veroveraars? Dit zegt genoeg over de plannen van

Ergolan.

*Turkije 2. De PAK spreekt minder en minder over Turkije,

maar gebruikt meer en meer het begrip OSMANIA, wat

duidelijk herinnert aan het Ottomaanse Rijk, waarvan

Ergolan zegt dat het een draaischijf moet worden, zowel op

Europa als op het Midden-Oosten gericht. De politieke Islam

legt meer en meer beslag op de instellingen van de

republiek en er wordt gestaag gebouwd aan een cultus van

het vroegere Ottomaanse Rijk. Seculiere Turken voelen zich

bedreigd in hun levensstijl. Quasi alle generaals die begin

dit decennium nog de legertop uitmaakten zitten achter de

tralies en Turkije telt meer gevangen journalisten dan China.

En dat wil al wat zeggen! Weet u dat zelfs het Belgische chocolade kroonjuweel Godiva eigendom is van

een Turkse zakengroep?

*Turkije 3. En om te besluiten nog dit. De EU-staat Malta geeft Turken die er om verzoeken en die

BETALEN zonder meer een Maltees paspoort met alle gevolgen van dien.

*Blasfemie. De Eerste Kamer in Den Haag is op initiatief van D66 en de SP met 49 tegen 21 stemmen

akkoord gegaan met het schrappen van het verbod op smalende God lastering. Het CDA en enkele kleine

christelijke fracties stemden tegen (het zou er nog aan mankeren!). Eens benieuwd of in de steden en

gemeenten (of streken) waar weldra de Islam de meerderheid dreigt te krijgen, deze hiermede eens zullen

gaan. Ook in Duitsland leeft deze discussie

*Koptische christenen. Het is bekend dat in Egypte Koptische christenen vervolgd worden. Zo worden de

tatoeages van kruisen die zij op hun armen plegen te dragen door moslims met zuur weggebrand! En dat

terwijl men in Europa een moslim niet eens vies mag bekijken zonder van racisme beschuldigd te worden.

“Les adolescents d’aujourd’hui ont peur d’employer des mots comme la fidélité, l’honneur, l’idéal

ou le courage. Sans doute ont-ils l’impression que l’on joue avec ces valeurs – et que l’on joue avec

eux. Ils savent que leurs aînés se sont abimé les ailles. Je voudrais leur expliquer comment les

valeurs de l’engagement ont été la clef de voûte de mon existence, comment je me suis brûlé à

elles, et comment elles m’ont porté. Il serait criminel de dérouler devant eux un tapis rouge et de

leur faire croire qu’il est facile d’agir”.

Hélie de Saint Marc, décédé le 26.08.2012

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 10

Bezinning bij de herdenking van Louis Gueuning op 9 november 2013.

Discours, vains et creux bavardages… Le lieu ne s’y prête pas et porte plutôt au

silence, à l’intériorisation, au recueillement. Et, d’ailleurs, le vent de saison emporte

toute parole…

Que reste-t-il de Louis Gueuning ? Ne nous berçons pas d’illusions. La mémoire

humaine est plus courte que jamais…

Penser à Louis Gueuning – et nous sommes encore quelques-uns à le faire ici

devant sa tombe –, penser à lui se ramène à un seul mot : fidélité !

Fidélité à soi-même – être ce que l’on est, pleinement -, fidélité à la vocation qui est

sienne, fidélité à ses racines, à ces terres qui nous ont vu naître, fidélité envers tous

ceux qui nous ont précédés et qui nous ont montré la route.

Le temps passe, inexorablement… Mais, en fait, c’est nous qui passons. C’est notre

destinée à chacun.

Comme tous ceux qui ont eu vingt ans, il y a si longtemps, je vois chaque année à

cette époque renaître des souvenirs entremêlés. Des ombres nous accompagnent :

espérances fracassées, camarades oubliés, engagements incompris, souffrance du

corps usé. Mais le chant du monde est là, étranger à la lâcheté et à la cruauté des

hommes. La beauté est fragile et mystérieuse. Des enfants passent dans la rue,

courent dans le jardin. Tout leur est offert. Qu'en restera-t-il ? Tout nous a été

donné. Qu'en reste-t-il ? Peut-être simplement le besoin de la contemplation.

Que votre volonté soit faite, Seigneur !

Ayez pitié de ce pauvre peuple ! Ayez pitié de nous !

J-P. Destrebecq

IJdele toespraken zonder inhoud en hol geklets… De plaats hier leent er zich niet

toe en nodigt eerder uit tot stilte, inkeer, ontvankelijkheid. Trouwens de wind van dit

seizoen verwaait alle woorden…

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 11

Wat blijft er over van Louis Gueuning? Maken wij ons geen illusies, het menselijk

geheugen is korter dan ooit…

Denken aan Louis Gueuning – en wij zijn nog met enkelen om het te doen voor zijn

graf – denken aan hem kan maar tot één woord leiden: trouw!

Trouw aan zichzelf, zijn wat men is, trouw aan de roeping die de zijne is, trouw aan

zijn wortels, trouw aan de grond die ons zag geboren worden, trouw tegenover al

diegenen die ons voorafgegaan zijn en die ons de weg hebben getoond.

Zoals al diegenen die toen twintig jaar waren, zo lang geleden, zie ik elk jaar rond

deze tijd de gemengde herinneringen weer opduiken. Schaduwen vergezellen ons:

verbrijzelde hoop, vergeten kameraden, onvervulde verbintenissen, het lijden van

het ouder worden…

Maar de lokroep van het leven blijft, vreemd aan de lafheid en de wreedheid van de

mens. De Schoonheid is broos en mysterieus. Kinderen lopen in de straat, stoeien

in de tuin. Alles ligt nog voor hen open.

Wat zal er van resten? Alles werd ons gegeven. Wat zal blijven? Misschien enkel de

behoefte van de beschouwing.

Dat Uw wil geschiede, Heer.

Heb medelijden met dit arme volk! Heb medelijden met ons!

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 12

Ter overweging

Lied van de Moezel

Ik groet je, stroom, geprezen door de velden, geprezen door de boeren,

Keizerlijke eer heeft de stad der Belgen jou te danken.

Je heuvels zijn begroeid met wingerdranken voor Bacchus’ welriekende wijnen.

Stroom van groene weelde, op je oevers groeien de grassen.

Als de zee draagt jij de schepen, gelijk rivieren golf je verder afwaarts.

En met je diepte van kristal lijk jij op meren, beken kun je evenaren met je gejaagde vliet, met

helder water de koele bronnen overtreffen.

Alleen bezit je alles wat ook bron, rivier en stroom en meer heeft,

En de zee met haar getijstroming van eb en vloed.

En vredig glijdt je water heen, je kent het waaien van de wind niet, worstelt niet met blinde

Klippen. Branding bruist er niet die jou je snelle loop zou doen verhaasten.

Geen eilandjes die midden in het water uitsteken en je stroom verhinderen, want dreef een

splijtend eiland jou uiteen, de faam van je verdiende naam zou tanen.

Op twee manieren laat jij je bevaren: als met je stroming mee de riemen snel het schuimend water slaan, of

als de bootslui met nooit verslappend sleeptouw op de oevers de kabels van de masten om hun nek doen.

Genoeg gekeken naar de waterbanen

genoeg verteld van snelle scholen vis in vele soorten.

Laat het schouwtoneel van wingerds ons een nieuwe luister tonen.

En laat ons oog nu dwalen over Bacchus’ bekoorlijke geschenken.

Daar verheft zich boven steile hellingen een hoge kam, rotsen,

heuvelruggen door de zon beschenen, golvend op en af, vol wijn.

Dus zijn het ongetwijfeld deze bouwers of dit soort meesters, die de schitterende villa’s

creëerden in het land der Belgen en aan die trotste buitenhuizen,

Sieraad van de rivier, hun beste krachten wijdden.

Het ene ligt op steile rotsgrond, hoog verheven van nature; op de berm, een uitsprong van de oever, rust

een ander; een derde landhuis ligt teruggetrokken en eigent zich de stroom toe die

gevangen ligt in een weidse bocht. En nog een ander bezet een heuvelrug, die dreigend

uitsteekt boven de stroom. Je krijgt daar makkelijk een uitzicht over wildernis en akkers.

Daar laat het rijke panorama jou genieten van de landerijen als was dàt je eigendom.

Een ander landhuis gebouwd in waterrijke uiterwaarden, zelfs op een onbeduidend stukje

grond, mist het natuurlijk voordeel van een hoge heuvel wel, maar het dringt met zijn

verheven dak dreigend door tot in de bovenlucht en staat te pralen.

Ausonius,

Latijns schrijver, geboren in 310 na Chr.

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2012-6 Pagina 13

Kerstwens

Mogen wij al onze lezers namens onze hele Werkgemeenschap van harte toewensen.

Dat zij niet alleen in de kerstnacht, maar het hele jaar door de heldere kerstster mogen

volgen, in vriendschap, innerlijke vrede en trouw aan de roeping van ieder van ons.

*

Dankbaar ook omdat zij elke ochtend de zon weer opnieuw zien rijzen en ’s avonds zien

ondergaan.

*

Een zalig kerstfeest aan u en al de uwen bij het begin van het nieuwe jaar.

*

Werkgemeenschap De Lage Landen.

Niet tevreden over onze Brief? U wenst hem niet langer te ontvangen?

Dan kunt u ten allen tijde op eenvoudige vraag uw naam laten verwijderen.