Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

17
Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen Nummer 2014-1 Pagina 1 Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta nummer 1/2014 Februari 2014 Een uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen Elektronische voortzetting van het maandblad Delta, 50 ste jaargang Verschijnt als het past Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn bijdrage Het eerste woord Met dit nummer begint Delta zijn 50 ste jaargang. Een halve eeuw, wie had het ooit durven denken of hopen? Een op zijn minst merkwaardig feit. Tijdschriften, het zij gedrukt, het zij (gedwongen of vrijwillig) op de moderne elektronische wijze, die het zo lang uitzingen, lopen niet dik gezaaid. Wij zijn er de Heer dankbaar voor, zonder Zijn bijstand hadden wij het nooit zo lang volgehouden. Wij: dan toch maar een handvol mannen, gewone burgers van dit land, zonder aanzien, zonder steun van hogerhand, zonder geld, zonder verdiensten of bijzondere hulp tenzij de nooit eindigende vrijgevigheid van een aantal uiterst trouwe vrienden en… sinds jaar en dag oproeiend tegen de algemene stroming in een met de dag chaotischer wordende wereld. Voorwaar, het werd ons niet altijd in dank afgenomen. Wij houden hardnekkig vast aan de tradities van ons volk en aan onze Heel-Nederlandse identiteit, maar dit betekent niet dat wij afwijzend staan voor het nieuwe als dat waardevol blijkt te zijn. Wie in het verleden blijft verankeren, verrot immers ook daar. Men moet durven vooruit kijken, de toekomst tegemoet. Ongetwijfeld verwachten onze lezers in dit eerste nummer van jaargang 50, dat wij nog maar eens een pleidooi zullen houden voor een samengaan, zo nauw mogelijk, van de Hele-Nederlanden. De eenheid in verscheidenheid en de grootheid van de Nederlanden bevorderen die een rol, hùn rol moeten spelen in het wordende Europa van de toekomst, is nu eenmaal onze reden van bestaan. Welnu, wij wensen deze nieuwe jaargang ditmaal in te stappen met een ander thema, namelijk de alsmaar toenemende

description

Delta

Transcript of Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Page 1: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 1

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta

nummer 1/2014 Februari 2014

Een uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen Elektronische voortzetting van het maandblad Delta, 50ste jaargang

Verschijnt als het past Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn bijdrage

Het eerste woord

Met dit nummer begint Delta zijn 50ste jaargang. Een halve eeuw, wie had het ooit

durven denken of hopen? Een op zijn minst merkwaardig feit. Tijdschriften, het zij

gedrukt, het zij (gedwongen of vrijwillig) op de moderne elektronische wijze, die het zo

lang uitzingen, lopen niet dik gezaaid. Wij zijn er de Heer dankbaar voor, zonder Zijn

bijstand hadden wij het nooit zo lang volgehouden. Wij: dan toch maar een handvol

mannen, gewone burgers van dit land, zonder aanzien, zonder steun van hogerhand,

zonder geld, zonder verdiensten of bijzondere hulp tenzij de nooit eindigende

vrijgevigheid van een aantal uiterst trouwe vrienden en… sinds jaar en dag oproeiend

tegen de algemene stroming in een met de dag chaotischer wordende wereld.

Voorwaar, het werd ons niet altijd in dank afgenomen. Wij houden hardnekkig vast

aan de tradities van ons volk en aan onze Heel-Nederlandse identiteit, maar dit

betekent niet dat wij afwijzend staan voor het nieuwe als dat waardevol blijkt te zijn.

Wie in het verleden blijft verankeren, verrot immers ook daar. Men moet durven vooruit

kijken, de toekomst tegemoet.

Ongetwijfeld verwachten onze lezers in dit eerste nummer van jaargang 50, dat wij

nog maar eens een pleidooi zullen houden voor een samengaan, zo nauw mogelijk, van

de Hele-Nederlanden. De eenheid in verscheidenheid en de grootheid van de

Nederlanden bevorderen die een rol, hùn rol moeten spelen in het wordende Europa

van de toekomst, is nu eenmaal onze reden van bestaan.

Welnu, wij wensen deze nieuwe jaargang ditmaal in te stappen met een ander thema,

namelijk de alsmaar toenemende

Page 2: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 2

NOOD AAN VORMING

Want daarom is het ons tenslotte al die jaren hoofdzakelijk toch te doen geweest.

“Vorming, zegde O. Salazar ooit, is sedert het begin van mijn politieke bedrijvigheid

mijn bijzonderste bezorgdheid geweest”. De eenheid van onze landen bereiken is

noodzakelijk, maar die eenheid is slechts een middel, geen doel “an sich”. Die eenheid

moet ons de mogelijkheid geven om de mens te helpen in zijn streven naar een zo

hoog mogelijke volmaaktheid. Volmaaktheid, menselijke volmaaktheid tot waar het

transcendente de rol van de politiek, de staatkunde overneemt.

Te midden het toenemend hedonisme, het individualisme, de toenemende ontvolking,

de decadentie van onze beschaving is VORMING de enige redding voor de jonge

generatie van Europa. Er bestaat inderdaad een clash of civilisations, maar dat is nog

iets anders dan wat Huntington bedoelde. Thans staan twee totaal verschillende

opvattingen over de mens onverzoenlijk tegenover elkaar: een die de mens als een

uniek en blijvend gegeven beschouwt, geroepen om zijn eeuwig heil na te streven en

een andere die de mens slechts als een tijdelijk wezen beschouwt, geroepen om te

produceren en te consumeren.

“Wij moeten weer arbeiden aan de volledige mens,

Dit wil zeggen de mens die in zijn eenheid al zijn

vermogens in evenwicht houdt.”

Gustave Thibon

Page 3: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 3

Deze woorden van de Franse wijsgeer vormen als het ware een dringende aanbeveling gericht aan het

adres van allen die iets met opvoeding te maken hebben. Het zijn woorden omtrent opvoeding in de meest

ruime zin van dit woord, zodat ze zowel voor ouders als voor leerkrachten, voor jeugdleiders als voor

leiders van vormingscentra voor volwassenen, een richtlijn zouden kunnen vormen.

De realiteit evenwel leert ons dat, in elk van de facetten van de volksopvoeding, minder dan ooit aandacht

wordt besteed aan de volledige mens. In de scholen beperkt zich de opvoeding tot het geven van

onderricht. De leraar die zijn taak eerst af weet wanneer hij zijn leerlingen nog iets meer doorgegeven heeft

dan de talloze weetjes waarop het schoolprogramma steunt, is bepaald een witte raaf onder zijn collega’s.

Even zeldzaam zijn de ouders die de opvoeding van hun kinderen een andere en belangrijkere inhoud

weten te geven, dan de betrachting zo onopvallend mogelijk mee te drijven in de levensstroom van de

samenleving en haar banaliteiten. De enige richtinggevende norm is deze te pogen de maatschappelijke

ladder een sportje hoger te beklimmen; levensdoel waarvoor alles toegelaten is.

De eerste essentiële opvoedingsnorm, namelijk deze van het vóórleven, is trouwens meestal een falen

indien al niet over de ganse opvoedingslijn dan toch beslist op de essentiële gebieden inzake

levenshouding en -inhoud. De thans vigerende vormingscentra voor volwassenen hebben al evenmin als

de scholen iets met levensvorming te maken. Hun taak beperkt zich meestal moedwillig tot enkele

randaspecten van de menselijke existentie. De klemtoon van de cursussen en de themata ervan ligt

hoofdzakelijk op de beroepsspecialisering, indien al niet op hobbybeoefening, met alle beperking en

verschraling van de levensinhoud van dien.

Zelfs op het gebied van de jeugdbeweging liggen de huidige criteria nauwelijks anders. Zelden nog

overstijgt de jeugdbewegingsinhoud het niveau van bijbrengen van vaardigheden, teneinde de variatie

inzake ontspanning en vrijetijdsbesteding te verruimen. Typerend voor deze mentaliteit zijn trouwens de

huidige jeugdbladen, waarin zelden nog iets anders aan bod komt dan de wisselende oppervlakkigheid van

de actualiteit.

Indien men, na dergelijke “rundschau”, misschien niet direct gewagen kan van het failliet van de opvoeding,

dan mag men toch beslist spreken van het failliet van de geest van de Verlichting, die veronderstelde dat

een democratisering van de onderwijsmogelijkheden noodzakelijkerwijze een meer klaarziend mensentype

zou scheppen, en zodoende de menselijke existentie een diepere en rijkere inhoud zou geven.

Van dit laatste is nauwelijks iets waar te nemen. Integendeel: nooit werden meer stupide meningen door

meer mensen verdedigd. Nooit werd de levensinhoud door zovelen verschrompeld tot het louter materiële

bestaansaspect.

In dit klaarblijkelijk failliet van de massa-opvoedingsmedia, springt duidelijk naar voren dat als enige

waarachtige opvoedingsmogelijkheid alleen nog het initiatief van enkelingen en kleine groepen mogelijk

blijft. Niet slechts mogelijk, maar meer dan ooit noodzakelijk.

Een eerste vereiste die gesteld moet worden aan allen die zich op dit gebied willen inzetten, ligt in de

dwingende opdracht tot evenwichtige uitbouw van de eigen persoonlijkheid. Want slechts opvoeders die

zichzelf in een evenwichtig en rijk mens-zijn bevestigen, kunnen bekwaam geacht worden het leven van

anderen een diepere en meer waardevolle inhoud te geven.

En waar dit beslissend elan aanwezig is dienen ook de mogelijkheden geschapen en benut te worden om

echt aan volksopleiding te doen.

Page 4: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 4

Crisis van het gezag

Als wij de opiniemedia van alle aard mogen geloven, dan leven wij in een tijdperk dat zich, naast vele

andere dingen, kenmerkt door een crisis van het gezag en dan vooral van de gezagsdragers. Méér: de

meeste eigentijdse symptomen van ongenoegen, van de studentenrevoltes tot de hippies van destijds,

zouden uiteindelijk slechts uitlopers zijn, resultanten vormen, van het verschijnsel van de gezagloosheid.

Over deze stand van zaken wordt heel wat gepalaverd in panelgesprekken, forums en andere zogenaamde

eigentijdse gespreksvormen. In deze tijd wordt alles “im Frage” gesteld, is alles tot discussiestof geworden.

Het komt evenwel nergens tot de zozeer noodzakelijke ‘Umwertung aller Werte”; veeleer ontaardt alles tot

een ontwaarding van alle waarden.

Het gezag-thema ontsnapt al evenmin aan deze typische wijze van aanpakken. Volgens de eigentijdse

besluiten van de discussies over dit onderwerp, rest als enige zinnige weg alleen nog maar de bestreving

het gezag dan maar af te schaffen. In een gezagloze wereld zal dan ook geen crisis van het gezag meer

mogelijk zijn. Dus: probleem opgelost!

Dat dit alles in heel veel onbewust Shakespeare ’s “words, words, words” oproept en dat met een dergelijke

schijnlogica helemaal niets wordt opgelost, dat schijnen de eigentijdse struisvogels niet in het minst te

beseffen. In het zich ter zake opdringend besluit dat soortgelijk getheoretiseer niet bepaald getuigt voor de

eigentijdse intelligentie is niet bepaald opzienbarend te heten. Er is immers in de grond zo weinig in de

wereld van vandaag, dat daarvoor wel getuigt.

Een meer objectieve benadering van het gezagsthema en de crisis er rond, zou ongetwijfeld tot de

onontkoombare vaststelling leiden dat de voornaamste oorzaak ervan allereerst te wijten is aan de crisis

van de gezagsdrager.

Welke zijn de normen die verondersteld vervuld te zijn, door diegenen die met gezag worden bekleed? Op

welke wijze motiveert zich de gezagsuitoefening? Deze, naar onze mening primordiale vragen, roepen luid

om de erkenning van de discussiërenden. Geen mens evenwel die er zich op toelegt een zinnig antwoord

ter zake te formuleren.

Soms dringt zich bij de toeschouwer de cynische gedachte op dat dit negeren zijn oorzaak vindt in de vrees

dat daarmee alle discussie stilvallen zou, terwijl iedereen zich vol toewijding in zelfbespiegeling zou

verdiepen. O illusie!

Veel meer zoekt men het in de vermeende kritische ingesteldheid die de huidige generatie zou kenmerken.

Het argument van de kritische geest lijkt ons, in een wereld die als nooit te voorheen door reclame, mode

en opiniemedia wordt geredigeerd, een bepaald kritiekloze interpretatie.

Niettemin dringt de nood ons, naast te parodieachtige benadering van het gezagsprobleem een meer

diepgaande studie te wijden aan het verschijnsel van de gezagloosheid. Dat in deze, beide hierboven

geformuleerde vragen niet uit de weg mogen noch kunnen worden gegaan, lijkt ons evident.

Page 5: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 5

Feiten en Beschouwingen

VRAGEN AAN DE N-VA

Begin februari 2014 hield de N-VA een ideologisch congres, in het licht van de komende

verkiezingen. Hoewel we dit met aandacht gevolgd hebben, blijven een aantal fundamentele vragen

onbeantwoord. Ook journalisten stelden ze niet. Vandaar geven wij deze aanzet tot reflectie.

De partij is voorstander van confederalisme, doch zegt nu nog geen Vlaamse onafhankelijkheid te willen. Welnu, een confederatie is een verdragsunie tussen ... onafhankelijke staten. Wat met deze flagrante contradictie?

Volgens de plannen van de N-VA moet de Belgische grondwet verdwijnen ten voordele van een ‘grondverdrag’ tussen Vlaanderen en Wallonië. Art. 187 van de Belgische grondwet stelt: “de Grondwet kan noch geheel, noch ten dele worden geschorst”. Op 3 maart 2013 verklaarde partijvoorzitter Bart De Wever: "Wint de N-VA, dan moeten de andere Vlaamse partijen ons volgen. Desnoods moet de grondwet genegeerd worden om het confederalisme in te voeren" (GVA/HBVL).

Dus als de N-VA pakweg 30% van de stemmen haalt in één landsdeel, “moeten” alle andere partijen in de pas lopen en een illegale daad plegen? De partij roept dus op tot onwettelijkheid?

In de teksten van de N-VA lezen wij: ““Vlaanderen en Wallonië […] rapporteren afzonderlijk aan Europa over hun na te komen verplichtingen (stabiliteits- en hervormingsprogramma’s in het kader van het Europees semester, actieplannen in het kader van de EU2020-doelstellingen, ...). […] Europa geeft op zijn beurt informatie rechtstreeks door aan Vlaanderen en Wallonië.”. Maar de N-VA erkent enkel lidstaten. Hoe verzoent de N-VA passages als deze met haar voornemen om “nog geen” Vlaamse onafhankelijkheid te willen?

Volgens de N-VA dienen Vlaanderen en Wallonië elk afzonderlijke ambassades te verkrijgen in het buitenland. Ambassades zijn het kenmerk van onafhankelijke en door de internationale gemeenschap erkende staten. Hoe wil de partij dit bereiken zonder de onafhankelijkheid van Vlaanderen uit te roepen?

De N-VA wil, naar eigen zeggen, een meer simpele staatsstructuur. Maar de Belgische confederatie die zij voorstellen bestaat niet alleen uit Vlaanderen en Wallonië, elk met hun eigen parlement en regering. Voor wat Brussel betreft zijn én beide deelstaten bevoegd en, voor wat sommige andere aangelegenheden, het stadsgewest. Op confederaal niveau wil de partij een (onrechtstreeks verkozen) parlement en, parallel, als soort diplomatieke conferentie een Belgische “raad van ministerraden”. Ook de Duitstalige gemeenschap blijft behouden. In welk opzicht is deze staatsstructuur “eenvoudiger” als deze die vandaag bestaat?

Op 25 jaar tijd wil de N-VA de gigantische Belgische staatsschuld van 365 miljard tot nul herleiden. Dit is niet alleen onmogelijk, maar ook onwenselijk. Immers, elke staat heeft nood heeft aan een zekere openbare schuld om spaargeld te investeren (de investering daarvan kan een positief effect

Page 6: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 6

hebben op het BNP). Wat is het doel en nut van dit standpunt dat tot de politieke fictie behoort?

In de plannen van de partij krijgt Brussel alleen ‘grondgebonden’ bevoegdheden (bijvoorbeeld milieu, mobiliteit en werk) toegewezen. De persoongebonden bevoegdheden vallen exclusief onder Vlaanderen en Wallonië : cultuur en onderwijs zoals op heden, maar ook de sociale zekerheid. Brusselaars moeten dus hun systeem kiezen. Kinderen vallen ten laste van het systeem van de ouders. De N-VA voert voor Brussel een subnationaliteit in. Probleem: 1° indien de Brusselaars kiezen voor het Vlaamse systeem, wat de N-VA ongetwijfeld hoopt, stijgt de kostprijs van de Vlaamse sociale zekerheid exponentieel. Hoe gaat men dit opvangen?; 2° Wat zijn de gevolgen van deze subnationaliteit voor gemengde huwelijken of nieuw samengestelde gezinnen? 3° is deze werkwijze congruent met het Europese recht? 4° zal zulke indeling van de bevolking niet leiden tot enorme sociale spanningen in

Brussel?

N-VA kopstukken spreken elkaar vaak tegen. Soms is dit welhaast surrealistisch. Zo verklaarde Geert Bourgeois op 20 maart 2013 in Villa Politica (vrt): “Onafhankelijkheid is een begrip uit de achttiende eeuw”. Een aantal maanden later echter stelde Theo Francken in De Standaard: “Vlaanderen is klaar voor onafhankelijkheid”. (DS, 3 augustus 2013). Siegfried Bracke stelde in januari 2013: “le séparatisme, ça m’intéresse peu ! C’est une solution possible, mais pas ma préférée” (La Libre Belgique, 5 januari 2013). Maar Jan Peumans zei twee weken later: “Natuurlijk zijn wij separatisten. Artikel 1 van onze statuten zijn toch klaar en duidelijk? Wij willen een onafhankelijk Vlaanderen. Punt.” (Apache.be, 25.01.13). Op zich al een enorme contradictie. Maar wat indien we dit citaat er nog bijnemen: “Ook ik ben feitelijk separatist […] Maar ik vind wel dat we een beetje treffelijk uiteen moeten, met manieren”. Aldus sprak Siegfried Bracke op zijn weblog d.d. 4 juni 2007. Is dit alles eerlijkheid naar de kiezer toe?

Volgens wat de N-VA voor ogen staat, moet de Belgische confederatie enkel nog bevoegd blijven voor het leger, het uitreiken van paspoorten, de openbare schuld, de BTW en accijnzen, het strafwetboek, de niet-territoriumgebonden delen van het burgerlijk wetboek en bepaalde delen van het veiligheidsbeleid (in wezen enkel het bestrijden van grote criminaliteit). Kan iemand uitleggen wat het nut is van dit volledig uitgeklede niveau?

De N-VA maakt voortdurend vergelijkingen met separatistische bewegingen in andere landen, en ondersteunt ze, zo bijvoorbeeld in Schotland of Catalonië. Welnu, sedert 1993 – de laatste twintig jaar dus – werden volgende staten onafhankelijk: Eritrea (24 mei 1993), Palau (1 oktober 1994), Oost-Timor (20 mei 2002), Montenegro (3 juni 2006), (het statuut hiervan is nog betwist: ) Kosovo (17 januari 2008), Zuid-Soedan (9 juli 2011). Al deze staten werden onafhankelijk middels een referendum (Tsjechoslovakije hebben we buiten beschouwing gelaten). Ook Schotse, Catalaanse of Baskische separatisten eisen een referendum. De N-VA is expliciet gekant tegen een referendum over Vlaamse onafhankelijkheid. Waarom? De vraag stellen, is ze eigenlijk al

beantwoorden ...

De N-VA vindt het “verstandig” dat elke deelstaat “gefaseerd komaf [maakt] met de diverse faciliteitenregelingen”. Zij denken hierbij natuurlijk aan de faciliteiten in het Vlaams gewest, maar schijnen te vergeten dat er 100.000 Nederlandstaligen resideren in Edingen, Komen, Moeskroen, Vloesberg en Welkenraedt. Moet de Nederlandse taal daar dan geofferd worden op het altaar van de Vlaamse soevereiniteit?

Page 7: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 7

Een volkomen over het hoofd geziene passage, zeker wat de formulering betreft, in de congresteksten van de N-VA, is wel de volgende: “Het grondgebied van Vlaanderen omvat de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen, en de regio Brussel-Hoofdstad. Het grondgebied van Wallonië omvat de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Namen, Waals-Brabant, en de regio Brussel-Hoofdstad”. De N-VA wil het Brussels gewest dus (ook) toevoegen aan het Waals gewest. Klinkt dit niet vreemd uit de mond van een … Vlaams-nationalistische partij?

We kunnen zowel nog even doorgaan. Het punt is, dat de N-VA op haar “langverwachte” en

“historische” congressen alsook bij monde van haar tenoren een absurd en tegenstrijdig verhaal

verkondigt. Het ergste van al is dat de media hier niet de minste kritische vragen bij stellen.

Het is ons er niet om te doen om deze of gene partij te viseren, maar het is niet onze fout dat de

N-VA (en het Vlaams Belang) het einde van België wensen. Een partij zoals de N-VA, die haar

ontstaans- en bestaansreden met een wollige retoriek versluiert: het is wellicht uniek in Europa,

net zoals de politieke apathie van de Belgen.

Bruno Yammine

Die Librije

“Broekers in Waterland, Vlamingen in de moerassen van Sint-Omaars”

Wido Bourel,

Uitgave in eigen beheer, 2013

64 pp.

ISBN 978-90-8182-492-7

Wido Bourel is beslist niet aan zijn proefstuk, maar ditmaal heeft hij ons toch extra verbaasd. Binnen het

bestek van zo’n klein boekje ons met zò veel wetenswaardigheden vertrouwd te maken. Het is haast niet te

geloven, welk enorm opzoekingswerk “te velde” moet dit meegebracht hebben? Het gaat ditmaal over de

bevolking die tot voor korte tijd nog redelijk afgezonderd leefde binnen de “wateringen”, zeg maar: de

moerassen nabij de stad Sint-Omaars, het oude Sithiu, op de scheiding van Vlaanderen en Artezië. Uit

diverse “wetenschappelijke” bronnen weten wij dat dit inderdaad ietwat speciale ‘volk’ zou afstammen van –

volgens de enen – de Vikingen, anderen dan weer (gedeporteerde) Saksen, Duitsers, Normandiërs, en

wat nog al meer. Voor de gepatenteerde taal-extremist, de van Lotharingen afkomstige priester Henri

Grégoire, later dé woordvoerder van de Franse Revolutie, die geheel Frankrijk wilde verfransen en dit zelfs

niet met de zachte hand, waren zij natuurlijk Galliërs. Nu, gans Frankrijk en nog véél meer waren voor die

rabiate verfranser Galliërs. Wil je daarover meer weten, lees dan het fantastische boek van Graham Robb:

“De ontdekking van Frankrijk”. Wedden dat ge uw mening moet herzien? Volgens Grégoire kende toen

meer dan zes miljoen Franse staatsburgers de Franse taal niet eens en evenveel konden het amper

spreken. Middel om daaraan te verhelpen was eenvoudig die andere talen uit te roeien. En val niet om:

maar onze inwoners uit de omgeving van Sint-Omaars dragen ook de naam van… Saracenen, als is er

Page 8: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 8

van een Saraceense invasie in deze streek in de geschiedenis in de verste verte geen spoor te bekennen!

Dit uitgestrekte gebied moet men/kan men alleen per boot verkennen. Bourel heeft dit gedaan en het

resultaat is een schat aan oude woorden, oude uitdrukkingen, oude gebruiken en historische gegevens.

Het centrum van zijn onderzoek situeert zich nabij en in de wijken Hoge Brigge (nu natuurlijk Haut-Pont) en

Lijzel. Bourel neemt u mee in een “bakkogge” (u herkent het oude woord ‘kogge’ van de Hanze), dit is een

platte schuit die in de traditionele tuinbouw nog altijd gebruikt wordt. Uiteraard stelt hij een hele boel

vragen, waarvan hij zelf toegeeft het antwoord niet vinden. Maar vast staat voor hem: dit volk stamt

hoegenaamd niet af van wat dan ook, het zijn gewoonweg normale Vlamingen op de grens met Artezië.

Het werkje van Bourel laat ons terug denken aan een boekje dat we vele jaren terug hebben gelezen, n.l.

”Les Brouckaillers des Watergangs”, uitgegeven in St. Omaars.

Wij zouden kunnen blijven citeren, maar best is u dit boekje, op de koop toe fraai uitgegeven – voor de prijs

moet ge het niet laten –zelf aan te schaffen. Ge zult het u niet beklagen.

14 euro, tot 15 januari, nadien 16,50 euro (verzendkosten inbegrepen) op rekening

IBAN BE 388 440 450 901 72

BIC RABOBE22

“Waarom Belgen niet kunnen voetballen en Nederlanders nooit wereldkampioen worden. Over de

moeizame samenwerking tussen Belgen en Nederlanders”

Evert van Wijk

Uitg. Lannoo Campus

166 pp.

ISBN 978 90 7743 240 2

Wij veronderstellen dat al onze lezers wel onmiddellijk begrijpen dat deze titel ironisch bedoeld is! Het is

het verhaal van een Nederlander, hier mag je zelfs kortweg spreken van een “Ollander” (zoals hij zelf zegt),

die als jonge man aan de universiteit van Gent komt studeren (omdat er in het Noorden geen plaats was),

verliefd wordt op een West-Vlaamse medestudente, huwt en als zakenman zijn geluk in België komt

beproeven en… prompt in zowat alle valkuilen loopt waar een Nederlander in België kan inlopen. Zoals op

de achterkant van het boek staat; hij is een “bont en blauw ervaringsdeskundige in Nederbelgische

betrekkingen geworden.

Inderdaad Belgen en Nederlanders denken heel verschillend over elkaar. Maar of die oordelen, of liever die

vooroordelen altijd kloppen is maar zeer de vraag. Zijn Nederlanders altijd wel zo arrogant en zuinig? Zijn

Belgen wel zo grappig en Bourgondisch? Inderdaad de verschillen tussen Nederlanders en Belgen zijn

enorm groot, maar anderzijds hebben zij ook veel gemeen. En als wij niet bereid bevonden worden om die

bestaande verschillen en onhebbelijkheden sterk te relativeren, en vooral: ze als een rijkdom te

beschouwen, dan zullen onze wederzijdse betrekkingen altijd een probleem blijven. Daarom is dit boek

een aanrader voor alle mensen die grensoverschrijdend werken of contacten (moeten) onderhouden. En

vooral, als wij dit boek aandachtig lezen kan het enorm bijdragen tot een beter begrip over elkaar. En veel

misverstanden vermijden.

Nog een woordje over de auteur:

Zijn leven speelde zich tot nu toe af aan beide zijden van de grens, hij werkte er in diverse internationale

topfuncties als communicatieadviseur. Sinds 1991 woont hij definitief in België als zelfstandig mediatrainer

en adviseur van topmensen uit de zakenwereld en de politiek.

Een aanrader in elk geval!

Page 9: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 9

“Verloren Adel. De laatste dagen van de Russische aristocratie”

Douglas Smith

Uitg. Balans, 2013 (derde druk)

559 pp., ill.

ISBN 978 94 600 36033

De recensie van dit boek in het “Katholiek Nieuwsblad” begint met de zin “De tsaristische samenleving was

verre van ideaal. Een onaantastbare autocraat heerste er met een kleine adellijke elite over een reusachtig

volk. En toch lijkt het nu een paradijs in vergelijking met wat volgde”.

Wij kunnen dit alleen maar bevestigen. Met dien verstande dat “kleine elite” toch nog gemakkelijk enkele

duizenden personen betekende. En bij “met wat volgde” denken we aan een verhaal vol gruwelen,

geplunderde paleizen, vernielde kunstschatten, honger en ellende, angst en vluchtpogingen, brandende

landgoederen, verbanningen, gevangenschap en executies, niet “per stuk” maar met honderden, soms

duizenden tegelijk. Hoe onvolmaakt, ja primitief, de tsaristische samenleving ook moge geweest zijn, het

was toch nog een onvolmaakte vorm van christelijke beschaving. Na de bolsjewistische machtsovername

werden de Russen echter met tienduizenden per maand naar de goelagkampen gevoerd. Weinigen

overleefden het. En het ergste was daarbij dat zelfs een schijn van gerechtigheid daarbij niet kwam kijken.

Niet alleen een aristocraat die zijn personeel slecht had behandeld en/of uitgebuit viel tot slachtoffer van

een aangewakkerde “volkswoede”, maar ook de anderen. Waarbij het opviel dat niet zelden juist dat

personeel het voortouw nam in de gruwelen. Het volstond dat men goed gekleed ging, een blanke huid

had, ja een juweel droeg of dat je echtgenote goed gemanicuurde nagels had, om zonder vorm van proces

neergeschoten te worden. Het is het verhaal van een eeuwenoude elite die brutaal onteigend en

uitgemoord werd. Een elite die naast alle fouten toch ook een groot aantal uitzonderlijke mensen en

kunstenaars heeft voortgebracht, men denke aan namen als Tolstoj, Toergenjev, Dostojewski, Poesjkin en

nog vele anderen….

In dit boek wordt voornamelijk de treurige geschiedenis gevolgd van twee adelijke families die in Rusland

een grote naam hadden: Sjeremetjev en Golitsyn. En niet alleen diegenen die leefden in de tijd van de

Revolutie, maar ook de kinderen die het oude tsaristische Rusland niet eens meer gekend hadden bleven

blijvend gediscrimineerd. Het waren, zoals de communisten hen noemden, byvsjie ljoedi, dit wil zeggen:

voormalige, uitgerangeerde mensen!

Voormalige mensen, uitgerangeerd. En toch ging ook voor hen het leven verder. Een aantal onder hen

heeft zich moeten, maar ook kunnen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. De ganse Revolutie was

overigens een bizar gebeuren. Terwijl in Sint-Peterburg tijdens de Oktoberrevolutie in 1917 in de straten

geweerschoten klonken en er overal doden lagen, waren de plaatsen in de opera en de theaterzalen

uitverkocht. Terwijl de voorkamer ontruimd werd omwille van het gevaar van binnenvliegende kogels, stond

in de achterkamer de butler onbewogen met op een zilveren schaal een blad papier om de wensen van

mevrouw de gravin voor het avondmaal van de volgende dag te noteren.

Sta ons toe voor de volledigheid te zeggen dat dit boek de geschiedenis omvat van de revoluties van 1905

en 1906, dan de beruchte Oktoberrevolutie van 1917, de burgeroorlog tussen Roden en Witten, met de

daarop volgende hongersnood en dood van tienduizenden boeren, vervolgens de machtsgreep en de

dictatuur van Stalin met tot slot de uitroeiingen van de dertiger jaren van vorige eeuw, die zowat de hele

sowjetmaatschappij stuurloos achterliet.

Page 10: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 10

En toch, gesteund door hun diep geloof, zijn velen van deze “bloem van Rusland” niet als voormalige

mensen, maar als échte mensen waardig ten onder gegaan.

“Tussen een wereld die sterft en een wereld die geboren wordt, schuift zich altijd een diepteperiode in die

tezelfdertijd een graftombe en een wieg is”

Gonzague de Reynold in

“La Fondation de l’Europe”, 1941.

V.E.

1914

1914, EEN OERCATASTROFE

If I should die, think only this of me:

That there’s some corner of a foreign field

Thats is for ever England. There shall be

In that rich earth a richer dust concealed;

A dust whom England bore, shaped, made aware.

“het gedicht The Soldier, uit “1914 and other Poems”, Rupert Brooke

Het valt te voorzien dat de Eerste Wereldoorlog, 100 jaar na de feiten, een stroom van boeken zal te

teweeg brengen. Zelf hebben wij er al een van gerecenseerd (“Slaapwandelaars” van Christopher Clarc) en

er staat er nog een op stapel, “Der grosse Krieg” van Herfried Münkler, belangrijk schijnt het omwille van

het kader hoe de Eerste Wereldoorlog de 20ste eeuw in zijn totaliteit maatschappelijk beïnvloed heeft.

Maar het is niet nu dat deze oercatastrofe een stroom aan literair ramptoerisme veroorzaakt, ook tijdens de

oorlog was dit al het geval. Talrijk zijn de werken die er nog tijdens de duur van de oorlog over verschenen,

geschreven door soldaten zelf te midden de stank, de drek, de modder, de ratten die zich voeden met

rottend vlees, ja de dood zelf van de loopgaven. Al uitten zij dan meer hun gevoelens in gedichten dan in

proza. Wat zich gemakkelijk laat verklaren: een gedicht schijft nu eenmaal gemakkelijker dan een roman

onder die omstandigheden.

Maar de schier eindeloze reeks oorlogsromans kwam maar pas echt massaal op gang met Erich

Remarques Im Westen nichts Neues (1929). Toen ik dit boek las, kwam het beeld mij voor de geest van

het vertwijfelde ouderpaar dat Käthe Kollwitz maakte voor die Duitse begraafplaats in Vlaanderen (Vladslo)

waar haar gesneuvelde zoon begraven ligt. En ik werd er aan herinnerd dat elke glooiing in het landschap

duizenden jonge mensenlevens gekost had.

En toch leek die pastorale zomer van 1914 beloftevol zoals nooit tevoren. Wel is waar heersten er tal van

diplomatieke spanningen, maar dat was sinds decennia al het geval, vertoonde het Habsburgse Rijk

tekenen van innerlijk verval, bleef Servië een paradijs voor complotten, samenzweerders en plegers van

aanslagen…, maar dit belette de Duitse Keizer Willem ll niet om met zijn jacht Hohenzollern (en dit was nà

de aanslag in Sarajewo)) te gaan spelevaren in de Noorse fjorden, de Oostenrijkse Keizer Franz-Josef

Page 11: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 11

bracht zijn vakantie door in zijn zomerresidentie Schönbrunn. De moord in Serajewo had trouwens tot zijn

tevredenheid de weg vrijgemaakt naar de troon voor zijn achterneef Karl in wie hij een betere troonopvolger

zag. De schrijver Elias Canetti bracht met zijn familie de zomer door in het Oostenrijkse Kurort Baden en

de Duitse historicus Stefan Haffner (+1999) herinnerde zich later dat de oorlog het onverhoedse einde was

van een vakantie in de donkere bossen van Pommern.

Helaas, er zouden nooit nog pastorale zomers komen… Vrijwel geen enkele familie in Duitsland, Engeland,

Frankrijk, België, Oostenrijk-Hongarije, Rusland en Turkije kwam ongeschonden uit deze

verdelgingsmachine. Van de aanvankelijke geestdrift bleef al vlug niets over. Al zingend trokken we de

nacht in, zo herinnert de Duitse oorlogsvrijwilliger Ernst Jünger het zich. Nooit was mijn geestdrift zo diep

en overweldigend als op die dag. (Im Stahlgewittern)

Maar niet lang daarna zou hij opmerken de seizoenen wisselden zich af, het werd winter en weer zomer

(…), ook merkten we op dat dat het vuur waarmee we er op uit getrokken waren, langzaam opgebrand en

niet meer toereikend was. De oorlog stelde ons voor diepere raadsels.

Niets waarvoor we strijden is wezenlijk, maar hoe we strijden weegt zwaarder dan alle gepeins over goed

en kwaad. De mens is heel alleen in dit grootse landschap, waarover de adem van de oorlog strijkt.

Dit stelt ons voor de vraag: waarom? Wat bracht een welvarend continent er toe om oorlog te gaan

voeren? Het zich stilaan maar onbetwistbaar uitbreidende netwerk van handel en uitwisseling bracht voor

Europa een gouden tijdperk met zich. De hel die op losbarsten stond maakte die zomer tot een idyllische

droom, de laatste van de mensheid wellicht. Er heerste een optimistisch geloof in de vooruitgang, “het

woord machine, schrijft Paul Fussell was nog niet gekoppeld aan geweer (The great War and modern

Memory). Maar het zou snel veranderen, de gedichten van Wilfried Owen, Edmund Blunden, Robert

Graves en Siegfried Sassoon, die de waanzin hadden meegemaakt, zitten dan ook vol cynisme. Het

publiek thuis en vooral de autoriteiten wilden dit liefst zo lang mogelijk ontkennen, maar Bella Fromm

schreef in haar “Bloed en banketten” (uit het Engels vertaald in 1991): Ik heb in het algemeen niet veel

hoop voor de toekomst van de beschaving en de cultuur. Wat de Joden betreft vrees ik een tijdperk

vergelijkbaar met de donkere middeleeuwen. Zij beschrijft een verdwijnende wereld en een verdwijnende

moraal. De Franse historicus Marc Bloch, die zelf vier jaar in de loopgraven had doorgebracht schreef dat

de overheersende overtuiging van de soldaten was dat alles waar kon zijn behalve wat de officiële

instanties voorhielden.

De oorlog was toen nog uitsluitend een mannenzaak, we waren toen nog tenminste zo fijngevoelig geen

vrouwen aan het front in te zetten. Als wij hun aandeel niet mogen vergeten is het uit humanitair

oogpunt. Zij dienden als dokters en verpleegsters achter de linies. Onder hen zijn een drietal

schrijfsters niet te vergeten: Ellen N. La Motte , Mary Borden, Enid Bagnold. Van de eerste (in 1916)

kennen wij het verhaal van de soldaat die de gruwel niet langer uithield. Hij stak zijn revolver in zijn mond

en vuurde af. Maar hij misrekende zich en blies enkel zijn linkeroog weg. Zwaar gewond werd hij naar het

hospitaal van La Motte gebracht, waar hij goed verzorgd werd, zo goed in elk geval dat hij voldoende

herstelde om hem… tegen de muur te zetten en dood te schieten. Hij was immers een deserteur! La Motte

schrijft ook –mogelijk als eerste – dat de oorlog door de arbeidersklasse werd uitgevochten. De arbeider

mag vechten en vlak voor hij sterft, verschijnt er een hooggeplaatste militair die hem het Croix de Guerre

opspeldt: geen teken van eer, wel een doodsaankondiging.

Nogmaals, de eeuwige vraag: waarom dit alles? En vanwaar die aanvankelijke geestdrift? Canetti

verbaasde er zich over, Stefan Zweig erkende in zijn “De wereld van gisteren” dat in de eerste

Page 12: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 12

massademonstratie iets groots, meeslepends en zelfs verleidelijks school, waaraan je je moeilijk kon

onttrekken.

De Franse historicus Jean-Jacques Becker relativeert die geestdrift evenwel. Die bestond enkel bij de

burgerlijke middenklasse volgens hem, de boeren zagen hun zonen in volle oogsttijd naar het front trekken

en dat Europa zich niet ten volle bewust was van wat er aan’t gebeuren stond werd door de Duitse

historicus Fritz Fischer weersproken in zijn “Griff nach der Weltmacht” (1961) en bijgevolg was ook Hitler

geen “bedrijfsongeval”.

De eerste boeken die over de Eerste Wereldoorlog verschenen waren dan ook meestal werken van politici

en gewezen bevelhebbers, uiteraard in hun eigen voordeel. Hun taal was die van de grote leugens en de

misleiding. Daartegen reageerde een nieuwe generatie dichters. De dadaïstische dichters, waaronder

Guillaume Apollinaire, die meende dat een nieuwe taal nodig was nu de oude door de leugen

gecorrumpeerd was. Nadien kwam de werkelijkheid aan bod: Henri Barbuse met “Le Feu” (1916), een

uitzondering, waarmede hij de Prix Goncourt won

“Het leek alsof zich in het binnenste van de aarde een vulkaan had opgehoopt. Een hels lawaai omringt

ons. We hebben de vreemde gewaarwording dat de algehele razernij aanhoudend in hevigheid en

voortdurend in omvang toeneemt (…) ‘Zeg’ns, schreeuwt Barque, ‘’k heb me laten vertellen dat ze geen

munitie meer hebben!”

‘ja, ja, dat kennen we. Dat en al die andere stinkende leugens”

En ook nog Georges Duhamel, een legerarts met “Civilisations”, Roland Dorgelès met ”Le croix de bois”,

Hasek met “De lotgevallen van de brave soldaat Svejk”, een grandiose satire.

En nog veel meer:

Ernest Hemingway (A Farewell to Arms)

Ludwig Renn (Krieg)

Louis-Ferdinand Céline” (Voyage au bout de la nuit)

Frederic Manning (Her privates We)

Richard Aldington (Death of a Hero)

Robert Graves (Good-Bije to All That)…

Zij lieten ons een beeld achter van stalen waanzin, van psychopaten die het tot generaal geschopt hadden,

van het mensenleven dat waardeloos verklaard was. Woorden hadden hun betekenis verloren, oude

waarheden bleken leugens te zijn geweest.

En de verhalen machine draait nog altijd, 2014 (en 2018) zal het bewijzen…

In het huidige herdenkingsjaar zullen de schoten die Gavrilo Princip op 28 juni 1914 afvuurde het begin

aanduiden van een Europese burgeroorlog die op 9 november 1989 eindigde in Berlijn. Maar ondanks alle

boeken, begrijpen zullen wij het wellicht nooit.

V.E.

Page 13: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 13

Lezing over 3 koningen uit het noorden

Op zaterdag 14 december j.l. ging in de boekhandel Polare te Rotterdam de voorstelling door van de drie

nieuwste boeken over onze Nederlandse vorsten, voorstelling die enorm interessant was.

Algemeen bekend mag verondersteld worden dat het hier gaat over:

1) “Koning Willem I 1772-1843”, behandeld door Jeroen Koch;

2)“ Koning Willem II 1792-1849”, door Jeroen van Zanten;

3) terwijl Dik van der Meulen, jammer genoeg afwezig wegens griep, “Koning Willem III 1817-1890” zou

behandelen.

Wij slaagden er in uit de overvloed van gegevens toch volgende nota’s te nemen:

Willem I was autoritair. Alle besluiten nam hij vanuit zijn bureaukamer. Elke woensdagmorgen (7 uur lang)

ontving hij burgers met klachten en verzoeken op volgorde van aanmelding. Hij beschouwde zijn

onderdanen als kinderen.

Willem II was arrogant en gevoelig. Staatszaken in vredestijd vond hij maar niets. In oorlog en crisis was hij

in zijn element (precies tegenovergesteld aan zijn vader). Hij stemde toe dat de Volksvergadering een

grondwet zou opstellen. Hij trok dat idee in en liet de uitwerking over aan de twee meest liberale politici.

Waarschijnlijk omdat zij Willem II hadden beschermd tegen chantage wegens zijn homoseksuele relaties.

Het Voorlopig Bewind in België stelde aan Willem II voor dat hij koning van België zou worden. Willem II

maakte een grote fout door niet meteen ja te zeggen maar eerst met zijn vader te willen overleggen. Die

was razend. Als Willem II ja had gezegd dan zou wellicht later het noorden (Nederland) erbij komen onder

Willem II. Dit is de belangrijkste ontdekking bij het schrijven van de koningsbiografieën.

Willem I was te star. Het Zuiden was te redden geweest als hij meteen toegevingen had gedaan. Het

Zuiden wilde eerst Willem I nog houden maar toen hij zijn zoon Frederik liet schieten op de protesterende

mensen was ook dat voorbij. Verder kostte het paraat houden van de troepen langs de grens met België

enorm veel geld. Aan het eind van zijn regeerperiode was Nederland in grote schulden (200% van het

Bruto Nationaal Product, meer dan nu Griekenland) en had Willem I een groot privévermogen.

Aan het eind van de regeerperiode van Willem II verkeerde het land in goede financiële toestand. Zijn

privévermogen was negatief (schulden).

Willem I had het linker Rijnoevergebied tussen Rijn en Moezel tot aan Koblenz graag bij het Verenigd

Koninkrijk der Nederlanden gehad maar aan die wens kwam het Congres van Wenen niet tegemoet.

Willem II had in het begin helemaal niets met Nederland.

De band Nederland en Oranje was niet vanzelfsprekend. De Oranjes waren een Europese dynastie die om

het even waar hadden kunnen regeren.

Page 14: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 14

Willem I wilde dat op termijn in het hele Verenigd Koninkrijk der Nederlanden het Nederlands de staatstaal

zou worden.

Rudi Koot

“Indien het hier in’t vaderland zoo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken,

zoo ist er ellendig gesteld, nochtans zal ik die spreken zoo lang als mijn oogen openstaan”

Michiel Adriaanszoon de Ruyter (1672)

Van stroom tot stroom tot aan de zee

ARDENNEN

Wij vernemen dat daar hard gewerkt wordt aan het tot stand brengen van een Dicsionaîre Gènèral Walon,

men hoeft geen Waals te kennen om dat te verstaan, die denkelijk einde van dit jaar klaar zal komen. Er

bestaat ook reeds een lijst met familienamen op facebook en die kende al 1.300.000 bezoekers met 310

sites en blokken.

Wij zouden onze Ardeense vrienden toewensen: Ni jamais abendenner!

ANTWERPEN

Wij vernamen het overlijden op 21 januari van de Heer Karel Engelen, geboren te Veerle op 28 mei 1924.

Ere Regionaal Directeur A.S.L.K. Antwerpen, Commandeur in de Kroonorde, Lid van de Orde van den

Prince, Stichter en ere-bestuurder van tal van sociale verenigingen.

Wij leerden Karel kennen als een der leiders van Het Voorste Vendel en verantwoordelijk uitgever van het

gelijknamige blad.

Wij vergeten hem niet en bieden de familie onze gevoelens van christelijk medeleven aan.

ZUID-HENEGOUWEN

Dit jaar wordt de veldslag nabij Bouvines op 27 juli 1214, dus juist 800 jaar geleden, herdacht. Deze slag

eindigde met winst voor de Fransen waarmede ze hun macht over Vlaanderen gevoelig uitbreidden. De

slag bij Pevelenberg (Mons-en-Pévèle) in 1034 eindigde militair eigenlijk onbeslist, maar resulteerde

diplomatiek andermaal in Frans voordeel. Uiteraard zullen de Fransen deze twee veldslagen herdenken

door een expo in Pevelenberg en een in de Sint-Pieterskerk te Bouvines van de 21 glasramen. Daarnaast

is er een vredesmars op 20 juli en een 35 km. lange zoektocht rond deze historische plaatsen.

GRONINGEN

Minister Henk Kamp heeft dan toch besloten de gaswinningen in Groningen in te perken ingevolge de vele

aardbevingen van de jongste jaren – gelukkig steeds beperkt in omvang –en waarvan de oorzaak

Page 15: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 15

toegeschreven wordt aan de winning van het aanwezige aardgas. Het was niets te vroeg want de acties

van groepen zoals “Groninger Bodem Beweging” (GBB), “Schokkende Groningers” en “Groningen in

Opstand” werden met de dag grimmiger.

NOORD-RIJN-WESTFALEN

Eerste Minister Mark Rutte had in het mooi gerestaureerde Zeche Zollverein in Essen een onderhoud met

Mw. Hannelore Kraft, Eerste-Minister van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen over een toenemende

samenwerking. NRW is bijna even groot als Nederland en telt iets minder inwoners. De betrekkingen

tussen Nederland en NRW zijn sinds lang zeer intens. In NRW zijn overigens talrijke Nederlandse bedrijven

gevestigd (+- 3.100 met 95.000 arbeidsnemers) en Rotterdam is steeds dé doorvoerhaven van het

Ruhrgebied geweest.

Na afloop werd een gemeenschappelijk communiqué uitgegeven waarin gezegd wordt dat het in de

bedoeling ligt om van “de Benelux en Nord-Rhein-Westfalen één gemeenschappelijke economische-,

milieu-, kennis-, en culturele ruimte in Noord-West-Europa” te maken. Wat ook de wens is van onze

Werkgemeenschap.

LIMBURG

Voor wie zou denken dat Nederland minder corrupt is dan België, toch volgende opmerking. Ook in

Nederland kan wie weggestuurd wordt wegens vergaande onbekwaamheid rekenen op een riant

“wachtgeld” tot hem een andere baan bezorgd wordt. Er zijn op dit moment een heleboel schandalen rond

VVD-politici. Weekers die zo pas in opspraak kwam is/was duidelijk een pion van Jos van Rey, wethouder

van Roermond en lid van de Provinciale Staten van Limburg, die een proces wegens corruptie boven het

hoofd hangt. De burgemeester van Roermond, ook een vriendje van van Rey is al veroordeeld. Die is

gevallen doordat bezwarende telefoongesprekken tussen Jos van Rey en hem zijn getapt. Overigens is

een zeer bezwarende tap tussen van Rey en Teeuwen, minister van Justitie en prominent VVD-lid, mislukt

doordat er “toevallig” een storing op de lijn zat (voor wie het ge looft). Jawel, Zuid-Europa begint wel bij de

Moerdijk (opvallend, meestal in Limburg en Noord-Brabant). Maar ook de Commissaris van de (toen nog)

Koningin van Noord-Holland is tot 3 jaar cel veroordeeld wegens vergaande corruptie (steekpenningen in

bouw-en wegen opdrachten)!

HOLLAND

Einde november vorig jaar werd op het strand van Scheveningen de landing in 1713 herdacht van Prins

Willem-Frederik, de latere koning Willem l. Het ganse gebeuren werd nagespeeld door niet minder dan 650

figuranten. Jammer genoeg kon een landing in een sloep, zoals in de werkelijkheid van toen niet plats

vinden wegens de al te ruwe zee. Nadien werd het herdenkingsjaar – 200 jaar! – plechtig geopend in de

Ridderzaal in Den Haag door Mark Rutte die in zijn toespraak handelde over het feit dat de

maatschappelijke tegenstellingen, die niet gering waren, telkens weer overbrugd werden. De herdenking

loopt tot in september 2015.

Niet de persoon kiest de roeping.

Het is de roeping die de persoon kiest

Louis Gueuning

Page 16: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 16

De boom van goed en kwaad

*Engels. Onlangs woonden wij een gesprek bij tussen een groep Engelse en Vlaamse studenten. Nu weet

iedereen wel hoe wij staan tegenover de toenemende verengelsing of veramerikanisering van onze

Europese samenlevingen. Maar het gaf ons toch een grote voldoening vast te stellen hoe goed onze

jongeren die taal beheersten en hoe vlot zij hun Engelse gesprekspartners van antwoord konden dienen.

Elke taal die men beheerst is een leven te meer. Daarom onze raad aan de jeugd: leer zo veel mogelijk

talen beheersen!

*Chevrolet. De ouderen onder ons en niet alleen zij, maar ook de jonge generatie heeft Chevrolet altijd

gekend als een van de meest succesvolle automerken op de wereldmarkt. Het zal hen dan ook verbazen te

vernemen dat Chevrolet vanaf 2015 zich volledig terug trekt van de Europese markt om zich te

concentreren op Azië en Zuid-Amerika. Het toont andermaal aan welke bijkomende rol ons continent nog

speelt. Geopolitiek davert de wereld op zijn grondvesten (denk maar aan de uitbating van het schaliegas en

de daaruit voortkomende verschuiving van de machtcentra) maar de Europese Unie slaagt er nog steeds

niet in te worden waartoe zij geroepen is en blijven te onzent enkele naïevelingen dromen van separatisme

en een Groot-Nederland op basis van de taal.

*D.S. (10 jan.) schrijft “Het kapitalisme is niet bestand tegen de eigen ultieme consequentie. Als te veel

geld in te weinig handen terecht komt, rijzen niet alleen ethische problemen, maar loopt het systeem zelf

vast. Er is een nieuwe benadering van de economie nodig. En het blad besluit Als de term niet zo besmet

was geraakt in de wilde jaren, zou je het de Derde Weg kunnen noemen.

Wel wij noemen hem nog steeds zo, en hij is en blijft ONZE weg.

*de Europese Unie zit op een verkeerde weg en wordt voor een stuk geleid door de idealen van de

vrijmetselarij. Dit werd eens te meer aangetoond door de stemming over het rapport Estrela in het

Europees Parlement, waarbij een goedkeuring maar erg nipt vermeden werd. Het voorstel hield in dat men

tot een gevangenisstraf van 6 maanden zou kunnen veroordeeld worden indien men zich daadwerkelijk

verzet tegen euthanasie en abortus. Een duidelijk uitvloeisel van “de” Revolutie, die voor ons zowel de

Franse als de Russische revolutie omvat en voor een deel zelfs het Humanisme, waardoor de mens zich

als centrum van het heelal ging beschouwen.

*RVT staat voor Rust-en Verzorgingstehuis. Toevallig kom ik – zonder er zelf in te verblijven -maar louter

door enig vrijwilligerswerk daarmee nogal eens in aanraking. Ik ga immers af en toe eens met enkele

oudjes die slecht te been zijn een wandelingetje in hun wagentje maken. Dan genieten ook zij eens van de

buitenlucht. Maar ik hoor dan ook hun klachten over het gebrek aan verzorging. Daarover een gesprek met

enkele leidinggevende personeelsleden gehad en dit klopt inderdaad. Het personeel wordt steeds maar

ingekrompen (besparingen weet u) en het overblijvende personeel moet daardoor steeds meer werk op zijn

schouders nemen. Waardoor fiks wat taken niet meer naar behoren vervuld kunnen worden. Waarbij men

vergeet (?) dat we hier te doen hebben met de generatie die de taart heeft gebakken die wij nu zo gulzig op

souperen.

*Over budgetten. Men hoort ten allen kante uitbazuinen dat de begroting van de Vlaamse regering na de

6de staatshervorming groter wordt dan de federale. Dit is pertinent onjuist. Na deze hervorming zal het

budget van de Vlaamse regering 38 miljard euro bedragen. De federale daarentegen zal nog steeds

Page 17: Brief Uit de Rijn- Maas- Schelde-Delta1_2014(1)

Brief uit de Rijn-, Maas-, Schelde-delta Uitgave van de Werkgemeenschap De Lage Landen

Nummer 2014-1 Pagina 17

schommelen tussen 86 miljard en 123 miljard euro. Omdat het budget van de federale overheid inderdaad

wel daalt tot 31 miljard euro, maar dit is buiten de sociale zekerheid gerekend, en dat bedrag varieert (al

naargelang de bron die men consulteert) tussen der 55 en de 92 miljard euro.

“Le rire d’un peuple caractérise la trempe de ses réflexes,

la richesse de son sang. Or, la jovialité de cette race

exubérante et jouisseuse, folle d’indépendance, exprime

avec force le trop plein de la coupe haute, la joyeuse

alacrité d’un sang jeune, le mâle enivrement de la foi

en la vie. Le rire en est l’alléluia”

Eugène Baie ,

“Le siècle des Gueux”

Ter overweging

Het rijk Van stilte

ie het Rijk van Stilte in wil gaan

Moet door vele duisternissen zijn gegaan

Hij moet doorwaden méér dan eens

De bruisende branding, want nooit ineens

Zet men de schrede die uit de kring

Treedt naar de vereenzaming.

Hij mag niet deinzen voor het puin

Van wat hij brak : vriendschap, huis en tuin …

Hij moet trotseren het verwijt

Dat immer treft wie andere wegen schrijdt

En dat met pijn en met verdwazing slaat

Wie deze weg niet vastberaden gaat.

Wie tot het Rijk van Stilte in wil gaan

Moet altijd verder, altijd verder gaan

Hugo van der Hallen

In juli 2008 met de hand gezet uit de Horley

En op de handpers van De Carbolineum Pers

Gedrukt in 100 exemplaren.

Niet tevreden over onze Brief? U wenst hem niet langer te ontvangen?

Dan kunt u ten allen tijde op eenvoudige vraag uw naam laten verwijderen.

W