BR Lokale bedrijfsregels 3.0

download BR Lokale bedrijfsregels 3.0

of 108

Transcript of BR Lokale bedrijfsregels 3.0

BR lokale bedrijfsregelsregels uit de regio

Van Auteur Kenmerk Versie Datum Bestand Status

JHG. Collaris, M Baks, H. Kleinlugtenbeld, A. Fritzsche, K van Dijk Kees van Dijk KVD120108 3.0 19-02-2009 BRlokalebedrijfsregels.doc Definitief

1

Inhoudsopgave1 2 3 4 5 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Grondslag en onderwerp van de Bevoegdheidsregeling Geldigheid, wijzigingsprocedure en wijzigingenbeheer Verantwoordelijke en contactpersoon Doel en doelgroep: Opbouw Bevoegdheidsregeling Deel A: Landelijk geldende bedrijfsregels 7 7 7 8 8 8 8 8 8 9 10 11 11 11 11 11 11 11 11 12 13 13 13 14 14 14 16 16 17 17 17 18 18 21 22 22 23 23 2

Treindienstleiding op niet-centraal bediende gebieden Treindienstleiding op Spooraansluitingen en raccordementen Overlay Track Circuit (OTC-sectie) Centraal Telecom Blokstelsel baanvakken treindienstleidersgrenzen Nederland

Deel B: Locatiespecifieke bedrijfsregels per Regio 7 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3 7.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.6 7.7 7.7.1 7.7.2 7.7.3 7.7.4 7.7.5 7.7.6 7.7.7 7.7.8 7.7.9 7.7.10 7.8 7.8.1 7.8.2 7.8.3 7.8.4 Regionale bedrijfsregels Regio Zuid Wijzigingen ten opzichte van vorige versie Geografische grenzen Grenzen ProRail Verkeersleiding regio Zuid Grenzen calamiteitenorganisatie Grenzen netwerkbestuurder Krukken wissels (Cruciale wissels). Beweegbare bruggen Vervoersprocessen Verantwoordelijkheidsgebieden Spooraansluitingen Grensbaanvakken Beheersgebied post Eindhoven Tabel NCBGs Trdl Verkeersleiding NCBGs met gedelegeerde verantwoordelijkheid Tilburg: Ophouden van treinen met gevaarlijke stoffen Tilburg Industrie: Oisterwijk: bediening overpad Venlo-Blerick: Bewegingen Blerick ECT: Binnenmelden bewegingen. Blerick spoor 43 en 44 Venlo 18 Nijmegen-Blerick Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Maastricht Tabel NCBGs Treindienstleider Verkeersleiding NCBGs met gedelegeerde verantwoordelijkheid Roermond Sittard 24

7.8.5 7.8.6 7.8.7 7.8.8 7.8.9 7.8.10 7.8.11 7.9 8 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.3 8.3.1 8.4 8.4.1 8.4.2 8.4.3 8.4.4 8.4.5 8.4.6 8.4.7 8.4.8 8.4.9 8.4.10 8.4.11 8.4.12 8.4.13 8.4.14 8.4.15 8.4.16 8.4.17 8.4.18 8.4.19 8.4.20 8.5 8.5.1 8.5.2 8.5.3 8.6 8.7 8.8 8.9 8.9.1 8.10 8.10.1 8.10.2

Born 24 Nuth Bediening overpad Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij Geleen Lutterade: Calamiteit bij DSM Bunde: Bediening overpad Heerlen 29 Eysden Bewegingen door STS 4 via wissel 5a/b LL Bijlagen 30 Regionale Bedrijfsregels Randstad Zuid Wijzigingen ten opzichte van vorige versie Bijzonderheden Treindienstleidersgebieden Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Lage Zwaluwe Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Bergen op Zoom Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Goes Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Rotterdam Oost OTC-secties Noordwijkerhout Niet Centraal Bediende Gebieden Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Delft Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg kleine Binckhorst Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg grote Binckhorst Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Leidschendam Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Moerdijk Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Oosterhout Weststad Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Roosendaal-Goederen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Roosendaal Oostzijde Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Bergen op Zoom Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Sloe Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Sas van Gent Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Zeeuws Vlaanderen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Terneuzen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Vlaardingen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rechter Maas Oever Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rotterdam Noord Goederen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Zwijndrecht Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Dordrecht Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Dordrecht Industrie Centraal Telecom Blokstelsel Baanvak Lage Zwaluwe - Moerdijk Havengebied Sloe Treindienstleidersgebied Zeeuws Vlaanderen Baanvakken met een trein onderweg Sleutelschakelaars Meewerkkastjes HC In- en Uitrij-procedures Rijden van en naar de tuinen Rotterdam Tijd Ruimte sloten Treindienstleidersgebied Roosendaal Goederen Treindienstleidersgebied Moerdijk

26 27 28 28 30

33 33 33 33 34 34 34 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 37 37 37 37 38 38 38 39 39 39 39 40 40 41 41 41 41 41 42 42 42 42 42 42 43 3

8.10.3 8.10.4 8.11 8.12 8.13 8.14 8.14.1 8.14.2 8.14.3 8.14.4 8.15 8.16 8.16.1 8.16.2 8.16.3 8.16.4 8.16.5 9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.5.1 9.5.2 9.5.3 9.5.4 9.5.5 9.5.6 9.5.7 9.5.8 9.5.9 9.5.10 9.5.11 9.6 9.6.1 9.6.2 9.6.3 9.6.4 9.6.5 9.6.6 9.6.7 9.6.8 9.7 9.7.1 9.7.2 9.7.3 9.7.4 9.7.5 9.7.6

Havengebied Sloe: Treindienstleidersgebied Zeeuws Vlaanderen Beperkingen Ontheffingen Orderaanvragen Dijkcoupures Knooppuntpost Roosendaal Knooppuntpost Rotterdam Waterkeringsschuiven Willemsspoortunnel Tunnel Oude Maas Gladde sporen Werkzaamheden Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg kleine Binckhorst Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg grote Binckhorst Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Leidschendam Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Rotterdam Oost Regionale bedrijfsregels Noord-Oost Wijzigingen ten opzichte van vorige versie Krukken van cruciale wissels Treinen zonder ATB Nieuwe Generatie Beweegbare bruggen Vervoersprocessen Verantwoordelijkheidsgebieden Taken van de Treindienstleider Niet Centraal Bediende Gebieden Dienstovergave Bewegingen tussen verantwoordelijkheidgebieden Spooraansluitingen / Raccordementen Plan 51 Aanwijzingen Opdrukken van treinen Rangeren Grensbaanvakken Bijzondere voorvallen Hoofdstuk Beheersgebied Post Groningen Onbeveiligde gebieden NCBG TijdRuimteSloten (TRS) Leeuwarden Onnen KZ-slot wissel 802 Dijkcoupures TPRB- en VCVL-beveiliging CTB baanvak Baanvakken met En Trein Onderweg (ETO) Bedieningshandleidingen Hoofdstuk Beheersgebied Post Zwolle (Over Ijssel) Onbeveiligde gebieden TPRB- en VCVL-beveiliging CTB baanvak (Centraal Telecom Blokstelsel) Bedieningshandleidingen Rangeren met gevaarlijke stoffen Verkeerd spoorrijden tussen Zwolle en Olst

43 43 43 43 44 44 44 44 44 45 45 45 45 45 45 46 46 47 47 47 48 49 49 50 50 50 51 51 52 52 52 52 52 53 53 54 54 54 54 55 55 55 55 56 56 56 57 59 59 4

9.8 9.8.1 9.8.2 9.8.3 9.8.4 9.8.5 9.8.6 9.8.7 9.8.8 9.9

Hoofdstuk Beheersgebied Post Arnhem (Gelre) Onbeveiligde gebieden Melden overstaan brandbare gassen Arnhem Goederen Rangeren met gevaarlijk stoffen Zevenaar Ongeprild reizigersmaterieel Nijmegen Electrisch Bediende Overweg 27.9 Zutphen TPRB- en VCVL-beveiliging EBS-bediening Arnhem Beperking Goederenvervoer baanvak Zutphen Hengelo Overzicht Raccordement en Baanvakinstructies

59 59 59 60 60 60 60 60 60 61 62 62 62 62 62 63 63 63 63 64 64 64 64 65 65 65 66 66 66 66 68 68 68 69 69 70 70 72 72 73 73 75 81 83 85 87 88 89 5

10 Regionale bedrijfsregels Randstad Noord 10.1 Wijzigingen ten opzichte van vorige versie 10.2 Post Amsterdam 10.2.1 Amsterdam Singelgracht 10.2.2 Amsterdam Westzijde 10.2.3 Amsterdam Oostzijde 10.2.4 Amsterdam Zuidtak 10.2.5 Utrechtse Lijn 10.2.6 Flevolijn 63 10.2.7 Schiphollijn 10.3 Post Amersfoort 10.3.1 Algemeen 10.3.2 Gooise Lijn 10.3.3 Amersfoort 10.3.4 Stichtse / Veluwe lijn 10.4 Post Noord Holland 10.4.1 Algemene regelgeving Post Noord Holland 10.4.2 Noord Holland 1 ( Hoorn ) 10.4.3 Noord Holland 2 ( Haarlem ) 10.4.4 Noord Holland III ( Helderse lijn ) 10.4.5 Noord Holland IV ( Zaanlijn ) 10.5 Post Utrecht 10.5.1 Krukken van cruciale wissels door NSR machinisten 10.5.2 Utrecht I ( Centraal ) 10.5.3 Werkzaamheden aan treinen 10.5.4 Utrecht II ( Arnhemse lijn ) 10.5.5 Utrecht III ( Bossche Lijn ) 10.5.6 Utrecht IV ( Goudse lijn ) 10.5.7 Het geven van een harde reset 10.6 OTC-secties 10.7 Niet Centraal Bediende Gebieden 10.7.1 Post Noord Holland 10.7.2 Post Amsterdam 10.7.3 NCBG Post Amersfoort 10.7.4 Verantwoordelijkeheidsgebied treindienstleider Stichtse lijn 10.7.5 NCBG Post Utrecht NCBG Alphen a/d Rijn 85 10.7.6 Verantwoordelijkheidsgebied Treindienstleider Utrecht II 10.7.7 verantwoordelijkheidsgebied Treindienstleider Utrecht III 10.8 Bijzondere objecten

10.8.1 10.8.2 10.8.3 10.9 10.10

Schiphol tunnel Velsertunnel Hemtunnel Beweegbare Bruggen Meewerkkastjes HC

89 96 100 104 105

6

1

Grondslag en onderwerp van de BevoegdheidsregelingOp basis van de Spoorwegwet, de bijbehorende lagere regelgeving (waaronder o.a. Besluit Spoorwegpersoneel, Besluit Spoorverkeer, Regeling Spoorverkeer en Besluit Capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur) en de hieruit voortvloeiende documenten als zijnde de beheerconcessie en toegangsovereenkomsten heeft ProRail als beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur een aantal bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Om maximaal inzicht te geven in de (lokale) uitvoering van deze bevoegdheden en verantwoordelijkheden maakt ProRail (al sinds jaar en dag) zogenaamde lokale regelgeving. Met de inwerkingtreding van de Spoorwegwet zal de lokale regelgeving worden vervangen door de Bevoegdheidsregeling Lokale Bedrijfsregels. Deze Bevoegdheidsregeling bestaat uit: een algemeen, landelijk geldig deel (deel A) een lokaal deel (deel B) voor elk van de 4 regios van ProRail Verkeersleiding, te weten Zuid, Randstad Zuid, Noord-Oost en Randstad Noord. De Bevoegdheidsregeling Lokale Bedrijfsregels bestaat uit door ProRail vanuit haar bevoegdheden aan spoorwegondernemingen te geven aanwijzingen.

2

Geldigheid, wijzigingsprocedure en wijzigingenbeheerDe Bevoegdheidsregeling is onderdeel van de actuele Netverklaring. De geldigheid van deze regeling is onbepaald. De wijzigingsprocedure uit de Netverklaring ten aanzien van Bevoegdheidsregelingen is van overeenkomstige toepassing. De lokale bedrijfsregels worden tweemaal per jaar getoetst op wet- en regelgeving en de interne landelijke regelgeving (dit zijn de ProRail Verkeersleidingshandboeken). Deze toetsing vindt plaats voor het uitkomen van de interne landelijke regelgeving op 1 mei en 1 december van elk jaar.

3

Verantwoordelijke en contactpersoonVerantwoordelijk voor deze regeling is Directeur Verkeersleiding ProRail. Voor nadere informatie kunt u terecht bij de volgende contactpersonen: ProRail Verkeersleiding; Buro Productieservices; e-mail adres: [email protected]

7

4

Doel en doelgroep:Doel: Doel van deze regeling is om de onderstaande doelgroepen kennis te geven van de geldende lokale bedrijfsregels van ProRail Verkeersleiding. Doelgroepen: Deze lokale bedrijfsregels zijn van toepassing op: ProRail, spoorwegondernemingen, zij die op andere wijze gebruik maken van, of betrokken zijn bij, het railverkeerssysteem. Deze bedrijfsregels zijn bestemd voor het management van de bedrijven waarop deze bedrijfsregels van toepassing zijn. Het management van de bedrijven vertaalt de lokale bedrijfsregels naar uitvoeringsbepalingen voor: de eigen medewerkers; opdrachtnemers.

5

Opbouw BevoegdheidsregelingDeel A: Dit algemene deel van deze Bevoegdheidsregeling bevat landelijk geldende regels. Deel B: Dit deel van deze Bevoegdheidsregeling bestaat uit locatiespecifieke bedrijfsregels per ProRail Verkeersleidingsregio (Zuid, Randstad Zuid, Noord-Oost, Randstad Noord). De locatiespecifieke bedrijfsregels zijn geldig voor de hoofdspoorweginfrastructuur gelegen in de regio van ProRail Verkeersleiding waar de bedrijfsregel betrekking op heeft.

66.1

Deel A: Landelijk geldende bedrijfsregelsTreindienstleiding op niet-centraal bediende gebiedenDe functie treindienstleider niet-centraal bediende gebieden (NCBG), wordt uitgevoerd door ProRail of is door ProRail belegd bij een spoorwegonderneming.

6.2

Treindienstleiding op Spooraansluitingen en raccordementenSpooraansluitingen en raccordementen horen tot het verantwoordelijkheidsgebied van de treindienstleider of treindienstleider NCBG waarop zij zijn aangesloten en voor zover zij vallen onder het beheer van ProRail. De grenzen zijn in de bijlagen benoemd. Het toelaten van een tweede beweging kan gebeuren na overleg met de eerst aangekomen begeleider of terreinbeheerder. Voor het berijden van de spooraansluiting / het raccordement wijst de spoorwegonderneming een begeleider aan.

6.3

Overlay Track Circuit (OTC-sectie)Voor vertrek van een raccordement met OTC-sectie geldt: 8

De bestuurder controleert of de trein vertrekgereed is. Nadat de trein vertrekgereed is vraagt de bestuurder 5 minuten voor vertrektijd aan de verkeersleiding toestemming om te mogen vertrekken. Nadat de verkeersleiding toestemming heeft gegeven aan de bestuurder, mag de bestuurder de vergrendeling (laten) bedienen (door een eventuele begeleider). Na het vertrek van de trein moet bestuurder de vergrendeling weer (laten) aanbrengen.

6.4

Centraal Telecom Blokstelsel baanvakkenHet berijden van een blok mag slechts na toestemming van de gebiedsverantwoordelijk functionaris. Na het verlaten van een blok moet de bestuurder aan de gebiedsverantwoordelijk functionaris melden dat het blok vrij is.

9

6.5

treindienstleidersgrenzen Nederland

10

Deel B: Locatiespecifieke bedrijfsregels per Regio 77.1

Regionale bedrijfsregels Regio Zuid

Wijzigingen ten opzichte van vorige versie Er zijn geen wijzigingen 7.2 Geografische grenzen 7.2.1 Grenzen ProRail Verkeersleiding regio Zuid Hoofdplaats van de regio is Eindhoven. De grenzen van de regio Zuid van ProRail Verkeersleiding zijn gelegen op de volgende plaatsen: Baanvak Breda - Gilze Rijen km 1.430 (inrijseinen Breda); baanvak 's-Hertogenbosch - Hedel km 46.257 (inrijseinen 's-Hertogenbosch); baanvak Oss - Nijmegen km 51.145; baanvak Nijmegen - Venray km 27.714; baanvak Kerkrade=centrum ZLSM km 6.160; de rijksgrenzen op de overige baanvakken. 7.2.2 Grenzen calamiteitenorganisatie Voor wat betreft de calamiteitenorganisatie zijn de grenzen van de regio Zuid van ProRail Verkeersleiding gelegen op de volgende plaatsen: Baanvak Lage Zwaluwe - Dordrecht km 17.900; baanvak Zaltbommel - Geldermalsen km 33.700; baanvak Oss - Nijmegen km 51.145; baanvak Nijmegen - Venray km 27.714; baanvak Kerkrade=centrum ZLSM km 6.160; de rijksgrenzen op de overige baanvakken. Grenzen netwerkbestuurder Voor wat betreft de netwerkbestuurder zijn de grenzen van de regio Zuid van ProRail Verkeersleiding gelegen op de volgende plaatsen: Baanvak Blerick - Nijmegen km 18.230; baanvak Nijmegen - s-Hertogenbosch km 23.920; baanvak s-Hertogenbosch Geldermalsen km 46.257 baanvak Tilburg - Breda km 1.430; baanvak Kerkrade=centrum - ZLSM km 6.160; de rijksgrenzen op de overige baanvakken. Krukken wissels (Cruciale wissels). In de Regio Zuid zijn cruciale wissels aangewezen die door de machinist in geval van storing gekrukt mogen worden. Procedure wisselkrukken: 1. De treindienstleider: neemt de sporen waarin het wissel is gelegen of waartoe het wissel toegang geeft buiten gebruik; sluit strijdige bewegingen uit door het aanbrengen van verhinderingen; geeft aan de machinist een aanwijzing STS; geeft aan de machinist opdracht om te stoppen voor het wissel waarbij de trein wel de sectie van het wissel moet bezetten; 2. De machinist deelt de treindienstleider mee dat hij/zij stilstaat voor het opgegeven wissel.

7.2.3

7.3

11

3. De treindienstleider geeft opdracht tot het krukken van het wissel onder vermelding van de juiste eindstand. 4. De machinist krukt het wissel in de juiste eindstand en deelt dit mee aan de treindienstleider. 5. De treindienstleider geeft, nadat de machinist terug is in de cabine, aan de machinist opdracht om de route te vervolgen. Deze procedure is alleen van toepassing op voor de treindienst cruciale wissels welke hieronder zijn opgenomen: Blerick wissel 273 Boxtel wissel 1109 wissel 1161 wissel 1163 wissel 1191 wissel 1201 Deurne wissel 407 Eindhoven wissel 135 wissel 251 wissel 259 Geldrop wissel 13 's Hertogenbosch wissel 91 Horst wissel 307 wissel 317 Oud Heeze wissel 43 wissel 55 Tilburg aansluiting wissel 101 wissel 163 Venlo wissel 203 wissel 211 7.4

categorie I

machinist mag krukken

categorie I categorie I categorie I categorie I categorie I

machinist mag krukken machinist mag krukken machinist mag krukken machinist mag krukken machinist mag krukken

categorie I

machinist mag krukken

categorie I categorie I categorie I

machinist mag krukken machinist mag krukken machinist mag krukken

categorie I

machinist mag krukken

categorie I

machinist mag krukken

categorie I categorie I

machinist mag krukken machinist mag krukken

categorie I categorie I categorie I categorie I

machinist mag krukken machinist mag krukken machinist mag krukken machinist mag krukken

categorie I categorie I

machinist mag krukken machinist mag krukken

Beweegbare bruggen In de regio Zuid zijn 2 beweegbare bruggen: 1. Over de Maas te Maastricht. Deze brug bevindt zich in het buiten exploitatie genomen baanvak Maastricht-Lanaken (B) en is geopend voor de scheepvaart.

12

Over de Zuid-Willemsvaart te Veghel. Deze brug is buiten exploitatie gesteld en is geopend voor de scheepvaart. 7.5 Vervoersprocessen 7.5.1 Verantwoordelijkheidsgebieden De procesmanager van ProRail Verkeersleiding stelt voor zijn post(-en), voor de gebieden waar de beveiliging wordt gestuurd door middel van procesleiding, een vaste verdeling op van de PPLGs per werkplek. De verdeling kan tijdelijk wijzigen. De overdracht van de verantwoordelijkheid mag alleen plaats vinden door de procedure voor dienstovergave uit het Handboek/Werkwijze Treindienstleider te volgen. 2. De taken binnen een Niet Centraal Bediend Gebied (NCBG) worden uitgevoerd door de treindienstleider of kan worden gedelegeerd naar een gebruiker (gedelegeerd Trdl MB). In de hoofdstukken III tot en met V staan: de niet-centraal bediende gebieden in de beheersgebieden van de posten vermeld, waar de Trdl-taken worden uitgevoerd; de grenzen van deze gebieden; wie de Trdl-taak uitvoert; telefoonnummers waaronder de gebiedsverantwoordelijke bereikbaar is. De manager van de gedelegeerd Trdl MB is verantwoordelijk voor: het bekend maken bij ProRail Verkeersleiding Zuid van: de wijze waarop de Trdl MB bereikbaar is voor communicatie; het tijdig bij de regiomanager Verkeersleiding Zuid bekend maken van voorgenomen wijzigingen; het werken door de Trdl MB volgens de regelgeving.

7.5.2

Spooraansluitingen Spooraansluitingen horen tot het verantwoordelijkheidsgebied van de treindienstleider of Trdl MB waarop zij zijn aangesloten. De grenzen zijn in de lokale hoofdstukken benoemd. Het toelaten van een tweede beweging kan gebeuren als de eerst aangekomen begeleider of terreinbeheerder daarvoor toestemming heeft gegeven. Voor het berijden van de spooraansluiting wijst de vervoerder een begeleider aan. Indien Spooraansluitingen niet met name zijn genoemd in behoren deze automatisch tot het verantwoordelijkheidsgebied (PPLG) waarop ze aansluiten. Bijzonderheden m.b.t. deze gebieden zijn opgenomen in het BVS. De begeleider is verantwoordelijk voor: de communicatie met de treindienstleider / Trdl MB; het vragen van toestemming voor de toegang tot de aansluiting / het raccordement; het vragen van toestemming de aansluiting / het raccordement te mogen verlaten; de bediening van beveiligingsinrichtingen; het vrijmelden als de beweging op de spooraansluiting / het raccordement is en als deze verlaten is; het veilig uitvoeren van de beweging op de aansluiting / het raccordement; het direct informeren van de treindienstleider / Trdl MB als zich veiligheidsincidenten of calamiteiten voor doen; het opvolgen van aanwijzingen van de treindienstleider / Trdl MB.

13

De manager van de gedelegeerd Trdl MB is verantwoordelijk voor: het bekend maken bij ProRail Verkeersleiding Zuid van: de wijze waarop de Trdl MB bereikbaar is voor communicatie; het tijdig bij de regiomanager Verkeersleiding Zuid bekend maken van voorgenomen wijzigingen; het werken door de Trdl MB volgens de regelgeving. 7.6 Grensbaanvakken Binnen de regio VL Zuid bevinden zich 4 grensoverschrijdende baanvakken. Voor deze baanvakken zijn met de betrokken spoorwegmaatschappijen overeenkomsten afgesloten. Venlo kaldenkirchen Voor het grensbaanvak Venlo - Kaldenkirchen is de grensbaanvakovereenkomst; Zusatzvereinbarung ber die rtlichen Besonderheiten auf der Grenzstrecke Kaldenkirchen e Venlo, gltig vom 12-06-2005 (incl. 2 Wbl ingaande 01-09-2006) van toepassing. Landgraaf - Herzogenrath Voor het grensbaanvak Herzogenrath - Landgraaf is de grensbaanvakovereenkomst VL/RIB/RnV - DB van 10 juni 2001 van toepassing. Eijsden - Vis Voor het grensbaanvak Eijsden Vis is de grensovereenkomst 11/6 L 40 van 15 juni 2004 van toepassing Weert - Neerpelt Voor het grensbaanvak Weert - Neerpelt is de grensovereenkomst 11/6 van 01 januari 2003 van toepassing. Maastricht Lanaken Omdat dit baanvak nog buiten exploitatie is, is nog geen grensbaanvak opgesteld. 7.7 Beheersgebied post Eindhoven Dit deel bevat de regelgeving die geldig is in het beheersgebied van de post Eindhoven. Gebiedsverantwoordelijkheid 7.7.1 Tabel NCBGs Trdl Verkeersleiding Naam NCBG Venlo GrensSeinen 180, 54, 56, 30 en stop - ontspoor blokken 33A en 33B Sein 294 / fac. S-bord Newtonweg Stop - ontspoor blok 279 , S-bord achterkant wissel 911 S-bord achterkant wissel 924 en 925 RL S-bord achterkant

Trdl NCBG/tel nrTreindienstleider Venlo 040 233 4326 Treindienstleider Venlo 040 233 4326 Treindienstleider Venlo 040 233 4326 Treindienstleider Venlo 040 233 4326

BijzonderhedenRegime 2

Blerick I Blerick II

Regime 1 Regime 3

Blerick III

Regime 3

14

Tilburg Industrie

Tilburg GE Tilburg NSM Revisiebedrijf Den Bosch I

wissel 948 LL (toegangshek Cabooter Logistics) S-borden km 3.9 / sborden toegangshek Versteijnen Logistics AK wissel 91b Sein 122

Treindienstleider Tilburg040-2334695/4404

Regime 3

Treindienstleider Tilburg040-2334695/4404

Regime 2 Regime 2 Spoor 922 is geen opstelspoor Regime 2

Treindienstleider Tilburg040-2334695/4404

Sein 78

Den Bosch II

Seinen 230 en 232

Den Bosch III

Sein 132

Treindienstleider Den Bosch 040 233 4117 Treindienstleider Den Bosch 040 233 4117 Treindienstleider Den Bosch 040 233 4117

Regime 2

Regime 2 (Gemeentelijke Stamlijn)

15

7.7.2

NCBGs met gedelegeerde verantwoordelijkheid Werkwijze- capaciteitsverdeling en registratie De manager van de gebiedsverantwoordelijke Trdl MB stelt richtlijnen op voor het gebruik, capaciteitsverdeling en registratie van de toegewezen infra. De Trdl VL en de Trdl MB zijn in de zin van de wet te beschouwen als buur- treindienstleider Tabel gebieden met gedelegeerde bevoegdheid (Trdl MB)

Naam NCBG Grens Den Bosch Sein 92 Reinigingssporen Eindhoven reinigingssporen

Trdl NCBG MB /tel nr

Bijzonderheden

Eindhoven reinigingssporen en Kuilwielenbank Venlo Sein 84 Reinigingssporen De Hut Blerick Facultatieve S-bord Werkplaats Voith achterkant wissel 924 LL 7.7.3

Procesleider Materieel NTS Eindhoven 040-233 4422. S-borden in de sporen 41, Procesleider Materieel NTS 42a, 43, 44, 45 en 46. Eindhoven 040-233 4422. S-bord spoor 32, SProcesleider Materieel NTS borden sporen 11 t/m 14, Eindhoven S-borden spoor 21 en 22 040-233 4422. Procesleider Materieel NTS Eindhoven 040-233 4422 Opzichter Werkplaats Voith 077-3231100

Tilburg: Ophouden van treinen met gevaarlijke stoffenBij het geringste vermoeden van een onregelmatigheid met een trein waarbij gevaarlijke stoffen betrokken kunnen zijn: neemt u direct contact op met de machinist door middel van een alarmoproep; geeft u de machinist opdracht de trein stil te zetten op de hieronder aangegeven plaats; Baanvak Ht- Tb: Tilburg aansluiting, de seinen 178 / 176 Baanvak Btl Tb: Tilburg aansluiting, de seinen 168 / 166 Baanvak Bd Tb; Tilburg West, de seinen 60 / 58

geeft u de stopplaats van de trein door aan de OC KLPD.

16

7.7.4

Tilburg Industrie: Behandeling aankomende/vertrekkende treinen uit/naar de richting Tilburg met bestemming/vertrekkende van Tilburg Industrie De Loven. Maximale treinlengte: De maximale lengte van treinen voor/van Tilburg Industrie komende uit/vertrekkende in de richting Tilburg bedraagt 355 meter. Behandelspoor: Aankomende/vertrekkende treinen worden behandeld op spoor 955. Treinen stoppen vr sein 198, aan de achterzijde vrij van de ES-las sein 194. Aankomende treinen: De rangeerder/begeleider: - Meldt de treindienstleider Tilburg Industrie het vertrek gereed zijn van het rangeerdeel vr sein 194; Vertrekkende treinen: De rangeerder/begeleider: - meldt na aankomst van het rangeerdeel op spoor 955 het vertrek gereed zijn van de trein vr sein 194 aan de treindienstleider.

7.7.5

Oisterwijk: bediening overpad Plaatselijke bediening van de automatische overpadbomen te Oisterwijk (aob 30.2) door gebruik te maken van het sleutelkastje naast de overpadbomen, is noodzakelijk als de aob is voorbij gereden door een trein of rangeerdeel: uit de richting Tilburg naar spoor 552 is gekomen en de beweging weer in de richting Tilburg moet plaatsvinden; uit de richting Boxtel naar spoor 551 is gekomen en de beweging weer in de richting Boxtel moet plaatsvinden. De treindienstleider: verhindert rijweginstelling; geeft opdracht aan de chef van de trein de aob te sluiten; stelt de rijweg in nadat de opdracht is uitgevoerd. Als een beweging plaats vindt door stoptonend sein 1002, 1004, 1024 of 1026 naar spoor 551 of 552, geeft de treindienstleider de machinist opdracht na het passeren van het stoptonend sein; voor de aob te stoppen; als het voor de beweging noodzakelijk is: de plaatselijke bediening te (laten) gebruiken; de aob te berijden als de bomen gesloten zijn. Als deze opdracht begrepen is, mag de aanwijzing STS worden afgegeven.

7.7.6

Venlo-Blerick: Bewegingen Het emplacement Venlo maakt deel uit van het verantwoordelijkheidsgebied Blerick - Venlo. Bewegingen tussen Blerick en Venlo mogen worden uitgevoerd als rangeerbeweging.

17

7.7.7

Blerick ECT: Binnenmelden bewegingen. De begeleider/machinist meldt bewegingen op spoor 151 binnen bij Trdl Blerick: - Voor bewegingen naar MEAD als de beweging vrijstaat van wissel 951 - Voor bewegingen naar ECT als de beweging vrij staat van wissel 952 Indien de beweging niet is binnengemeld is het niet toegestaan een volgende trein toe te laten op spoor 151. Blerick spoor 43 en 44 - de sporen 43 en 44 zijn gereserveerd t.b. van het opstellen van SPENO slijptreinen bewegingen naar de sporen 43 / 44 laat u vrijmelden achter het S bord t.h. van wissel 902

7.7.8

7.7.9 Venlo 7.7.9.1 Omschakelbare bovenleiding De bovenleiding boven de sporen 1a, 2a/b, 3a en 62 en de aansluitende wisselverbindingen is er op ingericht om met de beveiliging mee om te schakelen tussen de Nederlandse en Duitse bovenleidingspanning. Deze bovenleiding is herkenbaar aan de gele plaatjes aan de hangdraden. 7.7.9.2 Aanvragen rangeerbeweging Het aanvragen van een rangeerbeweging van/naar of over de sporen 1a, 2a/b, 3a en 62 zijn voorzien van de melding of: de beweging gebeurt met diesel- of elektrische tractie; de beweging gebeurt met Nederlands of Duits materieel; er gesplitst is of gecombineerd wordt. Alle (gesleepte) voertuigen met een stroomafnemer (omhoog of gestreken) zijn te beschouwen als elektrische tractie. 7.7.9.3 Tegen de bovenleiding brengen van de stroomafnemer De machinist vraagt toestemming aan de treindienstleider voordat een stroomafnemer tegen de rijdraad wordt geplaatst. Deze toestemming is niet nodig als de stroomafnemer gestreken is geweest voor: het keren van de rijrichting; en/of het (ont-)koppelen van verwarmingskabels. Splitsen van treinen Als onder de omschakelbare bovenleiding elektrische krachtvoertuigen splitsen en het voorste trein- of rangeerdeel zijn rijrichting vervolgt, moet voorkomen worden dat er een verkeerde spanning op de bovenleiding kan komen. De treindienstleider schakelt de betreffende BVL groep(en) in de O-stand voordat rijweginstelling plaatsvindt. Treinen met meerspanningstractie Treinen met meerspanningstractie kunnen na aankomst op de sporen 1a, 2a en/of 3a omschakelen naar een andere bovenleidingspanning. De vervoerder zorgt er voor dat er na aankomst van de trein een periode van 5 minuten in het plan is opgenomen waarin geen bewegingen op of naar de sporen onder de omschakelbare bovenleiding zijn. Na een verzoek van de machinist aan de treindienstleider om de bovenleidingspanning om te schakelen, voert de treindienstleider de procedure uit voor het omschakelen van de spanning zoals beschreven in de BVS Eindhoven procesleiding, bijlage BO, 2.17BO.9 en meldt de machinist als de procedure is uitgevoerd.

7.7.9.4

7.7.9.5

18

7.7.9.6

Verkeerd Spoor rijden bij werkzaamheden (Kaldenkirchen Venlo) De bepalingen voor verkeerd spoor rijden Kaldenkirchen Venlo zijn opgenomen in de grensbaanvak overeenkomst. Voor werktreinen geldt deze regeling niet als naar Verkeerd Spoor Kaldenkirchen - Venlo wordt gereden en de verantwoordelijkheid voor dit spoor is overgedragen aan de LWB middels WECO Veiligheidsstoring Indusi Een Indusi-veiligheidsstoring op het baanvak Venlo Kaldenkirchen moet op dezelfde wijze behandeld worden als een ATB-veiligheidsstoring. Gebruik kortsluitlans Om storing in de treindetectie te voorkomen is het op het emplacement Venlo verboden om met metalen gereedschap in de buurt van de gesoleerde sporen te komen. Dit geldt ook voor lorries, ladderwagens, etc. Voor alle werkzaamheden met metalen gereedschap in of nabij het gesoleerde spoor geldt dat: de leider werkplekbeveiliging voor aanvang van de werkzaamheden toestemming vraagt aan de treindienstleider; de treindienstleider opdracht geeft een kortsluitlans te plaatsen in de sectie waarin gewerkt wordt met metalen gereedschap; de leider werkplekbeveiliging op verzoek van de treindienstleider de kortsluitlans verwijdert als de treindienstleider dat voor de trein- en rangeerdienst nodig acht. ProRail Inframanagement zorgt er voor dat de gevolgen van deze regelgeving in de werkplekbeveiligingsinstructie (wbi) worden verwerkt.

7.7.9.7

7.7.9.8

19

7.7.9.9

Vervoer van gevaarlijke stoffen van, naar en door Venlo Bron: Besluit WM 16618 d.d. 11-10-2005 van de Gemeente Venlo. Deze regelgeving is van kracht voor het vervoer van beladen wagens met brandbaar gas en op beladen wagens met zeer brandbare vloeistoffen, dus niet op leeg-ongereinigde wagens. De regeling is noodzakelijk om te borgen dat de rangeerhandelingen (waaronder ook locwisselen en kopmaken) op emplacement Venlo plaatsvinden binnen de risicoruimte zoals die is bepaald in het besluit van de gemeente Venlo van 11 oktober 2005 (WM 16618). Het besluit ziet met name toe op het rangeren met gevaarlijke stoffen. Doorslaggevend in het gebruik van de risicoruimte zijn wagens die zijn beladen met brandbaar gas (GEVI 223, 23, 239, 263). De vervoerder borgt dat de treinsamenstelling van deze treinen in overeenstemming is met de gedoogbeschikking en dat Verkeersleiding tijdig van de benodigde informatie wordt voorzien.

De Vervoerder kondigt vooraf aan: 1. Treinen waarin zich beladen wagons met zeer brandbare gassen bevinden (zonder dat in dezelfde trein zeer brandbare vloeistoffen worden vervoerd) en 2. Treinen waarin zich zeker geen wagons met gevaarlijke stoffen bevinden . Voor treinen van de vaste dienstregeling en ingelegd middels VPT-dagplan bij Bureau Lokale Planning/Dagplan; Voor treinen die op basis van orderacceptatie worden ingelegd bij Netwerkbesturing op de orderaanvraag. Planning Spoorgebruik: 1. Bureau Lokale Planning wijst voor die treinen de sporen toe conform onderstaande tabel en vermeldt treinen beladen met brandbaar gas op het Gasstaatje 2. De treindienstleider wijst bij extra orderaanvragen en tijdens bijsturing de sporen toe conform onderstaande tabel: Soort vervoer Spoorgebruik Treinen met gevaarlijke Spoor 7 of 8. stoffen met daarin beladen wagons brandbaar gas, zonder dat daarin brandbare vloeistoffen worden vervoerd. Andere dan bovengenoemde treinen met gevaarlijke stoffen. Uitsluitend spoor 9 of hoger. Bijzonderheid Het naastliggende spoor 7 respectievelijk 8 mag uitsluitend gebruikt worden door een tweede trein met gas-vervoer of door een trein die volgens vervoerder vrij is van Gevaarlijke Stoffen. Deze treinen moeten beschouwd worden als treinen waarin zich mogelijk beladen wagons met zeer brandbare vloeistoffen bevinden en derhalve nooit mogen behandeld worden op de sporen 7 en 8 .

Treinen zonder gevaarlijke stoffen

Geen beperkingen

20

7.7.9.10

Rangeren Venlo max. 20 km/uur (Besluit Venlo) Op het gehele emplacement Venlo mogen rangeerbewegingen niet harder rijden dan 20 km/uur.

7.7.10

Nijmegen-Blerick Treinen zonder ATB-NG op baanvak Nijmegen-Blerick Treinen op het baanvak Nijmegen - Blerick moeten zijn voorzien van ATB Nieuwe Generatie (ATB-NG). Andere treinen, zonder ATB-NG, zijn alleen onder beperkende voorwaarden toegelaten. De treindienstleider laat een trein zonder ATB-NG op stationsafstand rijden en: overtuigt er zich van dat het te berijden spoor vrij is; wisselt treinveiligheidsberichten; verhindert rijweginstelling naar het spoor waar zich een trein zonder ATB-NG bevindt; stelt tegengestelde rijwegen in nadat hij de zekerheid heeft dat de trein zonder ATB-NG stil staat.

7.7.10.1

Beperkingen door werking aobs In de volgende situaties is het verboden dat treinen na aankomst langs het perron in de tegengestelde richting vertrekken omdat de reeds gepasseerde automatische overpadbomen (aobs) de trein niet zullen aankondigen. Station Trein aangekomen uit richting op spoor Cuijk Nijmegen 312 Cuijk Blerick 311 Boxmeer Nijmegen 332 Boxmeer Blerick 331 Vierlingsbeek Nijmegen 342 Vierlingsbeek Blerick 341 Venray Nijmegen 351 Venray Blerick 352 Gladde sporen baanvak Nijmegen - Blerick Indien het doorgaand instellen van rijwegen, na een melding Gladde Sporen, leidt tot een ernstige ontregeling van het logistieke plan, wordt de rijweg ingesteld via krom-liggende wissels volgens onderstaande tabel. Daar waar dit niet mogelijk is, wordt de rijweg naar het glad gemelde spoor ingesteld met geel knipperend licht, waarbij het volgende sein rood toont. Tabel Station Cuijk

7.7.10.2

Serie 32200 32300

Richting Nijmegen Roermond Richting Roermond

Maatregel geen Geen (boomvrije stationsomgeving) Binnennemen met seinbeeld geel geelknipper rood op spoor 331 Geen; wordt krom binnengenomen op spoor 332

Boxmeer

32300

32200

Nijmegen

21

Venraij

32200 32300

Richting Nijmegen Roermond

Geen; wordt krom binnengenomen op spoor 352 Behandelen op spoor 353 i.p.v spoor 351

7.8

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider MaastrichtDit deel bevat de regelgeving die geldig is in het beheersgebied van de post Limburg.

Gebiedsverantwoordelijkheid 7.8.1 Tabel NCBGs Treindienstleider Verkeersleiding Naam NCBG GrensWeert

Trdl NCBG/tel nr

BijzonderhedenRegime 2

Budel Sittard I Sittard II Sittard III Born Heerlen Maastricht GE

Maastricht Beatrixhaven Haanrade

stop/ontspoorblokken 153 en Treindienstleider 109. Weert 043 - 3284705 stop-ontspoorblok 1 / treindienstleider Weert overweg voorbij vk wissel 28 043-3284705 Stop/ontspoorblok 299. Treindienstleider Sittard 043 - 23284711 Sein 250 Treindienstleider Sittard 043 - 23284711 Sein 212 Treindienstleider Sittard 043 - 23284711 Sein 336 Treindienstleider Born S-borden bij bedrijfsterreinen 043 - 23284711 Stop/ontspoorblok 29b, 45 en Treindienstleider Heerlen 47. 043 3281442 Sein 230 Treindienstleider grendels op wissels 201a en Maastricht 69b. 043 3281442 Sein 266 Treindienstleider Maastricht 043 3281442 Stop/ontspoorblok 6, ak Treindienstleider wissel 1 LL Haanrade S-bord spoor 4 043 3281442

Regime 2 Regime 2 Regime 2 Regime 2 Regime 3 Regime 2 Regime 2

Regime 2

Regime 2

22

7.8.2

NCBGs met gedelegeerde verantwoordelijkheid Werkwijze- capaciteitsverdeling en registratie De manager van de gebiedsverantwoordelijke Trdl MB stelt richtlijnen op voor het gebruik, capaciteitsverdeling en registratie van de toegewezen infra. De Trdl VL en de Trdl MB zijn in de zin van de wet te beschouwen als buur- treindienstleider

Tabel gebieden met gedelegeerde bevoegdheid (Trdl MB) Naam NCBG Heerlen NTS Opstel/ reiniging sporenMaastricht behandelstation 45 Maastricht behandelstation 46 en 47 Maastricht behandelstation 51 t/m 55 Maastricht behandelstation wasstraat: Maastricht losplaats

Grensgrendel op wissel 35A, sein 54, S-bord voor overpad 18.2. Sein 172

Trdl NCBG MB /tel nrControlemonteur/rangeerder Nedtrain Services 045-5761439 Trdl MB Nedtrain Services 043-3281416 Trdl MB Nedtrain Services 043-3281416 Trdl MB Nedtrain Services 043-3281416 Wasmachinebedienaar van Nedtrain 043-3281483 Trdl MB Nedtrain Services 043-3281416

Bijzonderheden

Seinen 168, 170, S-borden wissels 941, 820, 821 Seinen 150 en 212

Sein 182

Bij overname Trdl MB Nedtrain Services 043-3281416

Stop/ontspoorblok 111

7.8.3

Roermond

Elektrisch Bediende Overweg 46.7Elektrisch bediende overweg (ebo) 46.7 wordt bediend door treindienstleider Roermond vanuit de post Maastricht. De treindienstleider sluit de overweg: tijdig voor vertrek van een trein; direct na aankondiging van een trein op de vrije baan; bij rangeerbewegingen over de overweg als de vrijgave rangeren is gegeven. De rangeerder maakt hierover afspraken met de treindienstleider. De treindienstleider opent de overweg nadat: via de cameraverbinding is waargenomen dat de overweg in zijn geheel door de trein- of rangeerbeweging is verlaten; er zekerheid is dat de overweg niet meer bereden gaat worden door andere trein- of rangeerbewegingen.

De treindienstleider overhandigt een aanwijzing Voorzichtig Rijden (VR), als: de overweg niet meer functioneert zoals beschreven in de BVS; de cameraverbinding niet of niet correct werkt.

23

Als de voorgeschreven bediening door de treindienstleider niet meer mogelijk is, stelt het SMC een monteur die op de oude post T te Roermond de bediening kan overnemen. De treindienstleider: geeft de monteur opdracht de overweg te sluiten; stelt de rijweg in nadat de monteur heeft bevestigd dat de overweg is gesloten. De monteur: bedient ter plaatse de overweg zoals is voorgeschreven in de BVS Maastricht prl; meldt het gesloten en vergrendeld zijn aan de treindienstleider; opent de overweg nadat de overweg in zijn geheel door de trein- of rangeerbeweging is verlaten. 7.8.4 Sittard

Rangeren Sittard max. 20 km/uur(Milieuvergunning CD 5493 CD 11666) Op het gehele emplacement Sittard mogen rangeerbewegingen niet harder rijden dan 20 km/uur. Behandelen goederentreinen met een stof in de categorie Brandbaar gas (Milieuvergunning CD 5493 CD 11666)

Een goederentrein wordt te Sittard op spoor 105 behandeld als deze: een aankomst- en/of vertrekbeweging kent; en een stof in de categorie brandbaar gas (GEVI 23, 223, 239, 263) vervoerd; en kop moet maken in de relatie Heerlen - Maastricht/Lutterade en Maastricht - Lutterade. De rijwegen tussen de sporen AE/BE/LB/KB en spoor 105 worden ingesteld via de wissels 229A/B en 237A/B links leidend. Rangeerbewegingen van spoor 103B en 104B naar spoor 104A zijn verboden. De regeling is noodzakelijk om te borgen dat de rangeerhandelingen (het kopmaken van de trein) op emplacement Sittard kan plaatsvinden binnen de risicoruimte voor de externe veiligheid zoals die is bepaald in de milieuvergunning. De spoorwegonderneming borgt dat ProRail Verkeersleiding tijdig van de benodigde informatie wordt voorzien. De spoorwegonderneming kondigt vooraf de treinen aan waarin zich beladen wagons met genoemde stoffen bevinden: voor treinen van de vaste dienstregeling en ingelegd middels VPT-dagplan bij Bureau Lokale Planning/Dagplan; voor treinen die op basis van orderacceptatie worden ingelegd bij Netwerkbesturing op de orderaanvraag.

Planning Spoorgebruik:1. Bureau Lokale Planning wijst voor de betreffende treinen spoor 105 toe. 2. De treindienstleider wijst bij extra orderaanvragen en tijdens bijsturing spoor 105 toe. 7.8.5 Born Algemeen

24

Het station Born omvat het gehele gebied vanaf het eerste S-bord voor HAVIO 4.6, inclusief alle aansluitende sporen tot aan de S-borden bij de bedrijfsterreinen. De Trdl-taak wordt uitgevoerd door de treindienstleider Sittard te Maastricht. Het station Born is verdeeld in een aantal gebieden en sporen waarvan de capaciteit in tijd verdeeld kan worden tussen de gebruikers (tijd-/ruimte-slots). Bewegingen Vrdat n van de sporen of gebieden wordt bezet, moet de begeleider toestemming hebben gekregen van de treindienstleider. Nadat de beweging is uitgevoerd, en een spoor of gebied is verlaten, wordt dit direct aan de treindienstleider gemeld (uitvoeringsmelding). Gebruik van de sporen Stilstaand gebruik van de sporen (het langdurig opstellen van materieel) is alleen toegestaan volgens de toewijzing in het plan. Stilstaand gebruik van de sporen 20 t/m 22b en 23 is verboden, deze sporen dienen te worden gebruikt voor treinbewegingen van en naar Sittard. Begeleiding Bij onbegeleid rangeren heeft de machinist de taken en verantwoordelijkheden van de begeleider. De begeleider: vraagt toestemming voor: toelating tot of vertrek van het station Born; de uitvoering van bewegingen tussen sporen en gebieden; meldt de treindienstleider de aankomst op het bestemmingsspoor of bedrijfsterrein (uitvoeringsmelding); bedient de aanwezige beveiligingsinrichtingen; geeft gevolg aan de door de treindienstleider gegeven opdracht tot het treffen van (veiligheids-) maatregelen bij: uitvoering van werkzaamheden; of storingen; of defecten aan de infrastructuur; calamiteiten. informeert direct de treindienstleider over gevaarlijke situaties en bijzondere voorvallen; is zelf verantwoordelijk voor het veilig uitvoeren van bewegingen; is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de machinist over: de uit te voeren rangeerbewegingen; welke rijwegen per rangeerbeweging moeten worden uitgevoerd; de te nemen maatregelen om gevaarlijke situaties te voorkomen.

25

Toestemming en Tijd Ruimte SlotsDe Trdl geeft per vervoerder toestemming tot het gebruik van de in de BVS Mt prl, bijlage 4-14 aangegeven sporen en gebieden (capaciteiten). Het toelaten van meerdere bewegingen van dezelfde vervoerder naar een capaciteit (TRS) is toegestaan. De Trdl ontvangt melding als een spoor of gebied is verlaten. Born, Enerco Born, Langen / Lommaert Born, Railterminal Born Public Warehouse Born, Mitsubishi S-bord bij ak wissel 86 S-bord bij ak wissel 910 S-borden bij ak wissel 916 S-bord voor HBKI/HAKI km 6.0 S-bord bij vk wissel 80 treindienstleider Std 043-3284711 treindienstleider Std 043-3284711 treindienstleider Std 043-3284711 treindienstleider Std 043-3284711 treindienstleider Std 043-3284711

7.8.6

Nuth Bediening overpad Plaatselijke bediening van de automatische overpadbomen te Nuth (aob 11.7) door gebruik te maken van het sleutelkastje naast de overpadbomen, is noodzakelijk als de aob is voorbij gereden door een trein of rangeerdeel uit de richting Sittard naar spoor 531 en de beweging weer in de richting Sittard moet plaatsvinden. De treindienstleider: verhindert rijweginstelling; geeft opdracht aan de chef van de trein de aob te sluiten; stelt de rijweg in nadat de opdracht is uitgevoerd. Als een beweging plaats vindt door stoptonend sein 166 naar spoor 531, geeft de treindienstleider de machinist opdracht na het passeren van het stoptonend sein; voor de aob te stoppen; als het voor de beweging noodzakelijk is: de plaatselijke bediening te (laten) gebruiken; de aob te berijden als de bomen gesloten zijn. Als deze opdracht begrepen is, mag de aanwijzing STS worden afgegeven.

26

7.8.7

Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij ZLSM Kerkrade Centrum, Schin op Geul en Landgraaf/HeerlenVoor aanvang van de dienst neemt de treindienstleider ZLSM contact op met de treindienstleider

Kerkrade Centrum. resp. Schin op Geul. - Beide treindienstleiders wisselen treinveiligheidsberichten voor elke trein. Voor het rijden van de railbus hanteren de treindienstleiders de toevoeging zonder juiste werking op gesoleerd spoor. Treindienstleider Kerkrade Centrum resp Schin op Geul: neemt veiligheidsmaatregelen voor hij een trein aanneemt die niet de juiste werking op het gesoleerd spoor heeft

Rangeerbeweging locomotief ZLSM te Kerkrade Centrum(Bron: Ontheffing Railned Spoorwegveiligheid RnV/98/N10.006.43 d.d. 5 aug. 1998) Voor het omrangeren van de locomotief van de ZLSM te Kerkrade Centrum is het toegestaan een rijweg in te stellen met het seinbeeld Geel knipper naar spoor JB terwijl hierop nog een beweging gaande is van Kerkrade Centrum in de richting van Landgraaf. De Trdl Krd stelt de rijweg in, minimaal 2 minuten nadat de voorgaande trein is vertrokken.

Incidenten / calamiteitenU alarmeert de treindienstleider ZLSM bij incidenten en calamiteiten.

CommunicatieAlle materieel van de ZLSM is voorzien van GSMR. Onderstaande nummers kunt u gebruiken als contact middels GSMR niet mogelijk is. Treindienstleider ZLSM Machinist stoomtrein ZLSM Machinist Railbus ZLSM 045-5688121 06-51198297 06-51198291

Communicatie met mcn-en en/of Trdl ZLSM is slechts toegestaan middels verbindingen welke automatisch worden geregistreerd op de MARATHON voice logging apparatuur.

Behandelen treinen van ZLSM te Landgraaf. Treinen van Kerkrade naar Heerlen moeten te landgraaf behandeld worden op spoor 911. Treinen van Heerlen naar Kerkrade worden te landgraaf behandeld op spoor 912. Indien het overpad a.g.v. de treinlengte op spoor 912 na binnenkomst niet vrij zal komen licht de machinist vr vertrek in Heerlen de Trdl landgraaf in. In overleg met de Trdl Landgraaf kan de trein dan op spoor 911 behandeld worden.

27

7.8.8

Geleen Lutterade: Calamiteit bij DSM De treindienstleider kan een melding krijgen van een calamiteit op het terrein van de DSM. De treindienstleider: staakt de trein en rangeerdienst; zorgt voor het (laten) doven van de wisselverwarming; laat mensen wegvluchten, haaks op de windrichting; alarmeert: Backoffice; informeert: het SMC; OC KLPD; netwerkbestuurder. Bunde: Bediening overpad Plaatselijke bediening van de automatische overpadbomen te Bunde (aob 6.3) door gebruik te maken van het sleutelkastje naast de overpadbomen, is noodzakelijk als de aob is voorbij gereden door een trein of rangeerdeel: uit de richting Maastricht naar spoor 501 en de beweging weer in de richting Maastricht moet plaatsvinden; uit de richting Beek Elsloo naar spoor 502 en de beweging weer in de richting Beek Elsloo moet plaatsvinden. De treindienstleider: verhindert rijweginstelling; geeft opdracht aan de chef van de trein de aob te sluiten; laat de trein middels een aanwijzing STS richting Beek Elsloo vertrekken. Als een beweging plaats vindt door stoptonend sein naar spoor 501 of 502, geeft de treindienstleider de machinist opdracht na het passeren van het stoptonend sein; voor de aob te stoppen; als het voor de beweging noodzakelijk is: de plaatselijke bediening te (laten) gebruiken; de aob te berijden als de bomen gesloten zijn. Als deze opdracht begrepen is, mag de aanwijzing STS worden afgegeven.

7.8.9

28

7.8.10

Heerlen Bediening grendel 45 bij bezet zijn spoor 221 Trdl Heerlen laat na lke beweging door de gebruiker het grendel teruggeven. Indien op spoor 221 tractievoerend materieel is opgesteld mag de Trdl grendel 45 pas geven nadat hij de machinist op spoor 221 heeft ingelicht dat het uit de stand stop komen van sein 50 voor een andere beweging geldt. Om zekerheid te verkrijgen dat geen machinist op of bij de trein aanwezig is plaatst de Trdl een oproep (GSMR). Bij geen contact/gehoor, mag de Trdl grendel 45 geven. Planning spoorgebruik sporen 52 t/m 59. Spoor 52: Spoor 52 is voorzien van een depotvoeding voor lightrail materieel type talent. Spoor 52 wordt gereserveerd t.b.v. het opstellen van lightrail-materieel. Spoor 53: Voor spoor 53 zijn geen beperkingen. Spoor 54 en 56: De sporen 54 en 56 zijn ingericht voor het laden/lossen van werktreinen en het in/uit het spoor plaatsen van onderhoudsmachines. Spoor 59: Spoor 59 is ingericht voor het tanken van dieselmaterieel. Voor elke verplaatsing vanaf de tankplaats in de richting van wissel 934 vraagt de mcn toestemming aan de Trdl Hrl Het is niet toegestaan materieel op te stellen in de rijweg achter stop/ontspoorblok 45 en de wissels 937 en 934. Ter hoogte van de vrijbalken wissels 937 en 933 zijn S-borden geplaatst. Bewegingen naar de sporen 53, 54 en 56 moeten zich bij de Trdl vrij melden achter het S-bord.

29

7.8.11

Eysden Bewegingen door STS 4 via wissel 5a/b LL Onder voorwaarden ( BVS Mt 1.3.1 voetnoot 1) is het mogelijk bewegingen uit te laten voeren van sein 4 via wissel 5a/b LL naar spoor TB. U geeft de machinist in voorkomende gevallen toestemming het sleutelkastje op spoor SC te bedienen. Indien sein 4 niet uit de stand stop komt handelt u conform HB/WW Trdl De onder stoptonend sein zonder P gestelde voorwaarde: nadat u de wissels in de juiste stand hebt gestuurd is voor deze bewegingen niet van toepassing De overige genoemde voorwaarden zijn onverkort van kracht.

7.9

Bijlagen Bijlage 1: Aanwijzingen Verkeerd Spoor Venlo - Kaldenkirchen Vl-Kn model ProRail-Zuid VS-2008/ 1A Kn-Vl model ProRail-Zuid VS-2008/ 1B

30

31

32

8

Regionale Bedrijfsregels Randstad ZuidDit hoofdstuk bevat de bedrijfsregels die geldig zijn voor de gehele regio Randstad Zuid van ProRail Verkeersleiding. Allereerst de gegevens/regels voor de gehele regio en vervolgens specifieke gegevens/regels per beheersgebied (= gebied wat door een treindienstleidingspost wordt bediend). De regio Randstad Zuid is opgedeeld in de beheersgebieden: Post Den Haag; Post Roosendaal; Post Rotterdam; Post Kijfhoek.

8.1

Wijzigingen ten opzichte van vorige versie Algemeen: Het gebied van Keyrail (havenspoorlijn + emplacementen, Kijfhoek en Betuweroute) zijn uit met managementdeel van RZ gehaald. Keyrail heeft haar eigen plaatselijke regelgeving vastgesteld (Michel van Dort) Hoofdstuk 3: Gebiedsverantwoordelijk functionaris Noordwijkerhout gewijzigd in trdl Leiden 3.2 (Vijf Eiken) niet meer van toepassing, dus verwijderd Hoofdstuk 4: 4.14: spooraanduidingen gewijzigd 4.15: nagekomen: RMO is nu buiten exploitatie, nog niet opgenomen in LR 4.19: spooraanduidingen gewijzigd 4.20: spooraanduidingen gewijzigd Hoofdstuk 5: Baanvak s Heer Arendskerke Sloe is buiten exploitatie gesteld, niet meer opgenomen Havegebied Sloe: kilometrering blokken iets gewijzigd Hoofdstuk 10: 10.3: TRs emplacement spooraanduidingen gewijzigd + uitgebreid Hoofdstuk 11: OTC-sectie de Kragge buiten exploitatie, verwijderd Hoofdstuk 12: Baanvak Sloe s Heer Arendskerke gewijzigd in Sloe Lewedorp

8.2

Bijzonderheden Treindienstleidersgebieden

8.2.1

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Lage Zwaluwe Vrijgave 1: spoor 906 t/m 912 en spoor 915 t/m 917. De vrijgave mag niet worden gegeven tegelijkertijd met blokbezetting op het CTB-baanvak Lage Zwaluwe-Moerdijk en/of Lage Zwaluwe-Oosterhout Weststad.

33

8.2.2

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Bergen op Zoom Spoor 307: Het hek van het bedrijfsterrein Philip Morris mag alleen na toestemming van de treindienstleider worden geopend.

8.2.3

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Goes In het verlengde van spoor 507 te Goes ligt spoor 20 met de aftakking naar de Stoomtramlijn Goes-Borssele. Spoor 20 en de aftakkingen zijn eigendom van de Stoomtram Goes-Borssele.

8.2.4

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Rotterdam Oost Berijden overpad RTD CS Blaakzijde door Ambulance Een ambulance mag uitsluitend onder begeleiding van de procesleider Perron NSR of een medewerker van de KLPD-Spoorwegpolitie het overpad aan de Blaakzijde van Rotterdam CS oversteken. De ambulance wordt opgevangen door de begeleider. De begeleider neemt contact op met de treindienstleider Rotterdam. De begeleider en de treindienstleider maken afspraken over het stil leggen van het treinverkeer en het oversteken van het overpad.

34

8.3

OTC-secties

8.3.1

Noordwijkerhout Aan het baanvak Leiden Lisse ligt het raccordement Noordwijkerhout. Het raccordement is aangesloten door middel van een OTC-sectie op spoor MG. Gebiedsverantwoordelijk functionaris: Treindienstleider Leiden.

8.4 8.4.1

Niet Centraal Bediende Gebieden Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Delft Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 205b en 205c Spoor 206a en 206b Spoor 212 t/m 217 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Delft wordt momenteel niet uitgevoerd, het gebied is derhalve buiten exploitatie. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg kleine Binckhorst Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 906b Spoor 51b Spoor 52 t/m 64 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg kleine Binckhorst wordt uitgevoerd door de procesleider Nedtrain, deze voert de treindienstleiding onder verantwoordelijkheid van ProRail Verkeersleiding. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de Binckhorst. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg grote Binckhorst Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 103a en 103b Spoor 18 t/m 21 Spoor 27 t/m 29 Spoor 32 t/m 35 Spoor 40, 41 t/m 45 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg grote Binckhorst wordt uitgevoerd door de procesleider Nedtrain, deze voert de treindienstleiding uit onder verantwoordelijkheid van ProRail Verkeersleiding. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de Binckhorst. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Leidschendam Gebiedsafbakening

8.4.2

8.4.3

8.4.4

35

Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 706a en 707 Spoor 8, 9 en 9a Spoor 8a, 8b en 8c Spoor hal 1 t/m 10 Spoor 11, 12 en 14 t/m 17 Spoor 17a, 17b en 17c Spoor 18, 19a, 19b, 19c, 20 t/m 29 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Leidschendam wordt uitgevoerd door de rangeerdienstleider Werkplaats van Nedtrain, deze voert de treindienstleiding uit onder verantwoordelijkheid van ProRail Verkeersleiding. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig te Leidschendam. 8.4.5 Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Moerdijk Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 1 en 2 spoor 4 en 5 spoor 7 t/m 9 spoor 10 en 11 spoor 20, 23 t/m 29 spoor 46 t/m 48 spoor 50 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Moerdijk wordt uitgevoerd door: De treindienstleider Ncbg Roosendaal-Goederen van maandag t/m vrijdag van 07.00 23.00. De treindienstleider Lage Zwaluwe van maandag t/m vrijdag 23.00 07.00 en van vrijdag 23.00 tot maandag 07.00. 8.4.6 Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Oosterhout Weststad Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 1 spoor 2a en 2b spoor 3a en 3b spoor 6 t/m 8 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Oosterhout wordt uitgevoerd door: De treindienstleider Ncbg Roosendaal-Goederen van maandag t/m vrijdag van 07.00 23.00. De treindienstleider Lage Zwaluwe van maandag t/m vrijdag 23.00 07.00 en van vrijdag 23.00 tot maandag 07.00. 8.4.7 Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Roosendaal-Goederen Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS:

36

Spoor 25 spoor 37 t/m 52 spoor 53 t/m 62 en 64 spoor 65a, 65b en 66 t/m 68 spoor 75, 76a, 76b, 77 en 78 spoor 92 t/m 117 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Roosendaal Goederen wordt uitgevoerd door de treindienstleider Ncbg Roosendaal. De treindienstleider is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Roosendaal. 8.4.8 Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Roosendaal Oostzijde Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 19 en 20 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Roosendaal Oostzijde wordt uitgevoerd door de procesleider Nedtrain Roosendaal, deze voert het opzicht onder verantwoordelijkheid van ProRail Verkeersleiding. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Bergen op Zoom Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 310 t/m 312 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Bergen op Zoom wordt uitgevoerd door de treindienstleider Zeeland De treindienstleider is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Roosendaal. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Sloe Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 1 t/m 15 spoor 16 en 17 spoor 30a, 30b, 31a, 31b, 32a en 32b spoor 33 t/m 36 spoor 40, 41, 42 en 43 4 stations Telecom Blokstelsel Thermphos, Frankrijkweg, Port Scaldia en Denemarkenweg. NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Sloe wordt uitgevoerd door de treindienstleider Zeeland. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Roosendaal. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Sas van Gent Gebiedsafbakening

8.4.9

8.4.10

8.4.11

37

Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 1 t/m 5 spoor 7 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak van treindienstleider Ncbg Sas van Gent wordt uitgevoerd door de treindienstleider Zeeuws Vlaanderen. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Roosendaal. 8.4.12 Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Zeeuws Vlaanderen Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 3 en 4 (Sluiskil aansluiting) spoor 1 t/m 4 (Axel aansluiting) spoor 5a, 5b en 6 (Axel aansluiting) 8 blokken Telecom BlokStelsel; zie 5.1.4. NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak van treindienstleider Ncbg Zeeuws Vlaanderen wordt uitgevoerd door de treindienstleider Zeeuws Vlaanderen. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Roosendaal. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Terneuzen Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: spoor 1a en 1c spoor 2a en 2d spoor 3a, 3b en 3c spoor 4a, 4b en 4c spoor 5b, 6b, 7b en 8b spoor 6c, 8c en 9c spoor 13c, 16c en 18c spoor 9d en 10d NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak van treindienstleider Ncbg Terneuzen wordt uitgevoerd door de treindienstleider Ncbg Zeeuws Vlaanderen. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Roosendaal. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Vlaardingen Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 404 t/m 410 Spoor 415 t/m 417 Spoor 421 en 422 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Vlaardingen wordt uitgevoerd door de treindienstleider Hoekselijn.

8.4.13

8.4.14

38

De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Rotterdam.

8.4.15

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rechter Maas Oever Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 4a t/m spoor 16 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg RMO wordt uitgevoerd door de treindienstleider Rotterdam West. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Rotterdam. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 1M t/m 3M Spoor 5M t/m 9M Spoor 5W, 6W en 8W Spoor 15M t/m 18M Spoor 21M t/m 26M NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Rotterdam de tuinen wordt uitgevoerd door de procesleider Nedtrain, deze voert de treindienstleiding uit onder verantwoordelijkheid van ProRail Verkeersleiding. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rotterdam Noord Goederen Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor Q en T Spoor 1W t/m 5W Spoor 11W, 13W, 14W, 16W t/m 21W Spoor 22a en 22b Spoor 106, 107 en 109 Aansluiting RET werkplaats Hillegersberg NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Rtng wordt uitgevoerd door de treindienstleider Rotterdam West. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Rotterdam. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Zwijndrecht Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 55 Spoor 902 t/m 904 Spoor 906a, 908 t/m 910 Spoor 914 en 915

8.4.16

8.4.17

8.4.18

39

NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Zwijndrecht wordt uitgevoerd door de treindienstleider Barendrecht. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Rotterdam. 8.4.19 Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Dordrecht Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 8 t/m 12 Spoor 43a Spoor 44 t/m 50 Spoor 7150 t/m 7177 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Dordrecht wordt uitgevoerd door de treindienstleider Dordrecht. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Rotterdam. Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Dordrecht Industrie Gebiedsafbakening Het gebied omvat volgens het BVS: Spoor 850 Spoor 903 en 906 Spoor 7050 t/m 7054 NB Voor een actueel beeld wordt verwezen naar de tekeningen van het BVS. Gebiedsverantwoordelijk functionaris De taak treindienstleiding Ncbg Dordrecht Industrie wordt uitgevoerd door de treindienstleider Dordrecht. De treindienstleider Ncbg is 24 uur per dag, 7 dagen in de week aanwezig op de knooppuntpost Rotterdam.

8.4.20

40

8.5

Centraal Telecom Blokstelsel Het berijden van een blok mag slechts na toestemming van de gebiedsverantwoordelijk functionaris. Na het verlaten van een blok moet de machinist aan de gebiedsverantwoordelijk functionaris melden dat het blok vrij is.

8.5.1

Baanvak Lage Zwaluwe - Moerdijk Het baanvak Lage Zwaluwe Moerdijk bestaat uit 1 blok: w o * blok 1: A km 0.450 t/m A km 7.590 Gebiedsverantwoordelijk functionaris: Treindienstleider Lage Zwaluwe. Registratie van blokbezetting vindt plaats door middel van een computerprogramma EBO. De treindienstleider voert de gegevens in.

8.5.2

Havengebied Sloe Tussen de verschillende bundels sporen van het havengebied Sloe bevinden zich 5 blokken: N Z * blok D: D km 200.725 t/m D 201.760 N Z * blok E: E km 201.235 t/m F 205.200/500.220 N Z * blok F: F km 300.100 t/m F 300.600 N Z * blok G: G km 115.700 t/m G 119.930 O W * blok H: H km 500.220 t/m H 501.450 Tussen de verschillende bundels sporen van het havengebied Sloe bevinden zich 4 openbare stations: * station Thermphos km 119.930 * station Frankrijkweg km 300.600 km 400.050 km 301.710 * station Port Scaldia km 400.050 km 402.200 * station Denemarkenweg km 205.200 Gebiedsverantwoordelijk functionaris: Treindienstleider Zeeland. Registratie van blokbezetting vindt plaats door middel van een computerprogramma EBO. De treindienstleider voert de gegevens in.

8.5.3

Treindienstleidersgebied Zeeuws Vlaanderen Het treindienstleidersgebied Zeeuws Vlaanderen is onderverdeeld in 8 blokken: N Z * blok A: A km 27.290 t/m A km 24.530, N Z * blok B: B km 24.530 t/m B km 23.120, N Z * blok C: C km 23.120 t/m C km 19.400, N Z * blok D: D km 19.400 t/m D km 17.810, N Z * blok E: E km 64.300 t/m E km 61.800, N Z * blok F: F km 61.800 t/m F km 159.025, N Z * blok G: G km 27.390 t/m G km onbekend, N Z * blok H: H km 105.972 t/m H km 100.476. Gebiedsverantwoordelijk functionaris: Treindienstleider Zeeuws Vlaanderen. Baanvakken met een trein onderweg Het baanvak Lage Zwaluwe Oosterhout Weststad en het Niet-Centraal-Bediende-Gebied Oosterhout Weststad is een baanvak met n trein onderweg. Gebiedsverantwoordelijk functionaris: Treindienstleider Lage Zwaluwe.

8.6

41

Registratie van de baanvakbezetting vindt plaats door het invullen het computerprogramma EBO. 8.7 Sleutelschakelaars Sleutelschakelaars maken het mogelijk om treinen terug te laten keren in de richting waaruit de trein is gekomen. Op de haltes: Rotterdam Alexander zijn sein 774, 776, 777 en 779 voorzien van sleutelschakelaars. Capelle Schollevaar zijn sein 762, 764, 765 en 767 voorzien van sleutelschakelaars. Nieuwerkerk ad IJssel zijn sein 750, 752, 753 en 755 voorzien van sleutelschakelaars. Meewerkkastjes HC Op het station Gorinchem staan aan de westzijde van het perron 2 meewerkkastjes ten behoeve van vertrek. Voor kerende stoptreinen uit de richting Dordrecht geldt dat: het sein 54 / 56 blijft stoptonend, indien de witte lamp in het kastje brand, het kastje gesleuteld moet worden het sein 54 / 56 komt met vertraging uit de stand stop. In- en Uitrij-procedures Rijden van en naar de tuinen Rotterdam De scheiding tussen het verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Nedtrain en het verantwoordelijkheidsgebied van de treindienstleider Rotterdam West wordt gemarkeerd door facultatieve S-borden en seinen. Procedure: Om onnodig stoppen te voorkomen dient men bij een rangeerbeweging vanaf de kap naar de tuin: gepland: eerst toestemming te vragen aan de treindienstleider Ncbg, de treindienstleider stelt op de geplande tijd een rijweg in. ongepland: eerst toestemming te vragen aan de treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen en daarna een rijweg aan de treindienstleider Rotterdam te vragen. Ten aanzien van bewegingen van NSR informeert de knooppuntcordinator NSR vooraf de treindienstleider Rotterdam de tuinen en de treindienstleider Rotterdam. Bij een beweging van de tuin naar de kap: gepland: eerst kennis geven aan de treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen, de treindienstleider stelt op de geplande tijd een rijweg in. ongepland: eerst kennis te geven aan de treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen en vervolgens een rijweg aan te vragen bij de treindienstleider Rotterdam. Ten aanzien van bewegingen van NSR informeert de knooppuntcordinator NSR vooraf de treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen en de treindienstleider Rotterdam. . Tijd Ruimte sloten

8.8

8.9 8.9.1

8.10

8.10.1

Treindienstleidersgebied Roosendaal Goederen TRs 1: TRs 2: spoor 25, 75, 76a, 76b, 77, 78, 91 t/m 96 en 98 t/m 117. spoor 53 t/m 62 en 64.

42

8.10.2

Treindienstleidersgebied Moerdijk TRs 1: TRs 2: TRs 3: TRs 4: spoor 1, 2, 7 t/m 9 en 60. spoor 4, 5 en 50. spoor 46 t/m 48. spoor 10, 11, 24 en 25.

8.10.3

Havengebied Sloe: TRs emplacement: 563. TRs denemarkenweg: TRs frankrijkweg: TRs port scaldia: spoor 1 t/m spoor 15, spoor 572 t/m 574 en 561 t/m

spoor 30a t/m spoor 36. spoor 40 en spoor 41. spoor 42 en spoor 43.

8.10.4

Treindienstleidersgebied Zeeuws Vlaanderen TRs Sas van Gent: TRs Sluiskil Aansluiting: TRs Terneuzen aansluiting: TRs Terneuzen Zuid: TRs Axel: spoor 1 t/m 5, 7, Zelzate tot R-bord. spoor 3 en 4. spoor 1a, 2a, 2d, 3 en 4. spoor 1c, 3a t/m 3c, 4a t/m 4c, 5b, 6b, 6c, 7b, 8b, 8c, 9c, 9d, 10d, 13c, 16c en 18c. spoor 1 t/m 4, 5a, 5b en 6.

8.11

Beperkingen De volgende sporen mogen niet worden gebruikt om materieel op te stellen: Treindienstleidersgebied Lage Zwaluwe: Spoor 915 en 916 alleen kortdurende rangeerbewegingen, Spoor 906 t/m 914 en 917 geen wagens zonder trekkracht, Spoor 908 t/m 912 n spoor moet vrij en onbelemmerd zijn. Treindienstleider Ncbg Moerdijk: Spoor 1 / spoor 2 Treindienstleidersgebied Bergen op Zoom: Spoor 307 /ontspoorblok 303.

n spoor moet vrij en onbelemmerd zijn.

tussen hek en stop-

Treindienstleider Ncbg Rotterdam Noord Goederen: Spoor 107 8.12 Ontheffingen Ontheffing Nucleair Transport Ten behoeve van het vervoer van kernafval is het de Manager Verkeersleiding Roosendaal toegestaan om twee treinen in n blok toe te laten in het Sloegebied en het baanvak SloeLewedorp onder voorwaarde dat de machinisten van beide treinen voor vertrek zijn voorzien van een aanwijzing Voorzichtig Rijden.

43

8.13

Orderaanvragen Toets op uitvoerbaarheid De netwerkbestuurder Randstad Zuid moet orders voor het pplg Rotterdam toetsen op veiligheid en verdringing bij de treindienstleider. Dijkcoupures De coupures worden gesloten na opdracht van het Beleids Cordinatie Team van het Waterschap. De opdracht wordt verstrekt aan het SMC en aan de BackOffice. Het SMC geeft de opdracht door aan de storingscordinator van de ProcesContractAannemer die op zijn beurt de LWB alarmeert. De BackOffice alarmeert de calamiteitenorganisatie. De Algemeen Leider geeft door wanneer een coupure weer geopend is, en het treinverkeer kan worden hervat.

8.14

8.14.1

Knooppuntpost Roosendaal Lage Zwaluwe Oosterhout Weststad km 2.400 Rilland=Bath Krabbendijke 0164 231 534 Rilland=Bath Krabbendijke Krabbendijke Kruiningen=Yerseke km km 33.290 Krabbendijke Kruiningen=Yerseke km km 34.680 Kruiningen=Yerseke Kapelle=Biezelinge km 38.462 Goes s Heer Arendskerke onbewaakt Arnemuiden - Middelburg bewaakt Arnemuiden - Middelburg onbewaakt Arnemuiden - Middelburg onbewaakt Middelburg - Vlissingen onbewaakt s Heer Arendskerke Sloe bewaakt 0113 352 344 Sloegebied km 310.110 onbewaakt onbewaakt km 29.500 bewaakt km 30.842 onbewaakt onbewaakt bewaakt 0113 240 459 bewaakt 0113 240 458 km 53.245 km 65.833 km 65.901 km 67.365 km 68.470 km 13.948

8.14.2

Knooppuntpost Rotterdam Rotterdam Zuid onbewaakt km 44.935

8.14.3

Waterkeringsschuiven Willemsspoortunnel In de Willemsspoortunnel bevinden zich ter hoogte van kilometer 47.235 vier waterkeringsschuiven: schuif 645 over spoor KB, schuif 647 over spoor LB,

44

schuif 665 over spoor JB, schuif 667 over spoor HB. De waterkeringsschuiven kunnen op locatie worden gesloten: nadat de treindienstleider hiervoor toestemming heeft gegeven / direct indien de waterstand te hoog wordt. De waterkeringsschuiven sluiten automatisch bij extreem hoge waterstand in de tunnel.

8.14.4

Tunnel Oude Maas In de tunnel Oude Maas bevinden zich 2 waterkeringsschuiven. De waterkeringsschuiven kunnen op locatie worden gesloten: nadat de treindienstleider hiervoor toestemming heeft gegeven / direct indien de waterstand te hoog wordt. De waterkeringsschuiven sluiten automatisch bij extreem hoge waterstand in de tunnel. Buiten de tunnel Oude Maas bevinden zich 2 coupures: Molendijk Mookhoek De coupures kunnen op locatie worden gesloten: nadat de treindienstleider hiervoor toestemming heeft gegeven / direct indien de waterstand te hoog wordt.

8.15

Gladde sporen Aanvullend op de regeling geldt dat bij gladde sporen tussen Vlaardingen en Hoek van Holland de stoptreinen van Rotterdam naar: Hoek van Holland doorrijden tot Hoek van Holland Strand; Maassluis West rijden tot Maassluis Centrum. Treinen tot Maassluis Centrum worden behandeld op spoor 4. Werkzaamheden

8.16

8.16.1

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg kleine Binckhorst Bij werkzaamheden aan de bovenleiding wordt het WeCo opgemaakt door de LWB en de treindienstleider Den Haag Centraal.

8.16.2

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg grote Binckhorst Bij werkzaamheden aan de bovenleiding wordt het WeCo opgemaakt door de LWB en de treindienstleider Den Haag Centraal.

8.16.3

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Leidschendam Bij werkzaamheden aan de bovenleiding wordt het WeCo opgemaakt door de LWB en de treindienstleider Leidschendam.

45

8.16.4

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Ncbg Rotterdam de tuinen Bij werkzaamheden aan de bovenleiding wordt het WeCo opgemaakt door de LWB en de treindienstleider Rotterdam West.

8.16.5

Verantwoordelijkheidsgebied treindienstleider Rotterdam Oost Onderhoudsmachines (rail/wegvoertuigen) kunnen te Rotterdam CS worden ingezet op: alle sporen op het overpad Blaakzijde, spoor 10W, spoor 26M. Procesaannemers dienen in de WBI-aanvraag op welke plaats zij de onderhoudsmachine willen inzetten, waarbij rekening moet worden gehouden met: de geschiktheid van de inzetplaats voor het type onderhoudsmachine, de nabijheid van de werkplek (de werkplek moet met zo min mogelijk rangeerbewegingen te bereiken zijn), De inzetplaats wordt in de WBI opgenomen als werkplek. Is geen werkplek aangegeven dan wordt spoor 15B aangewezen. Van de in de WBI genoemde werkplek mag niet worden afgewezen.

46

9

Regionale bedrijfsregels Noord-OostDit hoofdstuk bevat de bedrijfsregels die geldig zijn voor de gehele regio Noord-Oost van ProRail Verkeersleiding. Allereerst de gegevens/regels voor de gehele regio en vervolgens specifieke gegevens/regels per beheersgebied (= gebied wat door een treindienstleidingspost wordt bediend). De regio Noord-Oost is opgedeeld in de beheersgebieden: Post Groningen; Post Over IJssel; Post Gelre.

9.1

Wijzigingen ten opzichte van vorige versie Hoofdstuk 9 is volledig aangepast. Zowel in opmaak als inhoudelijk Krukken van cruciale wissels In de regio Noord-Oost zijn cruciale wissels aangewezen die door een machinist, in geval van storing, gekrukt mogen worden. Procedure wisselkrukken: 4. De treindienstleider: neemt de sporen waarin het wissel is gelegen of waartoe het wissel toegang geeft buiten gebruik; sluit strijdige bewegingen uit door het aanbrengen van verhinderingen; geeft aan de machinist een aanwijzing STS; geeft aan de machinist opdracht om te stoppen voor het wissel waarbij de trein wel de sectie van het wissel moet bezetten; 5. De machinist deelt de treindienstleider mee dat hij/zij stilstaat voor het opgegeven wissel. 6. De treindienstleider geeft opdracht tot het krukken van het wissel onder vermelding van de juiste eindstand. 4. De machinist krukt het wissel in de juiste eindstand en deelt dit mee aan de treindienstleider. 6. De treindienstleider geeft, nadat de machinist terug is in de cabine, aan de machinist opdracht om de route te vervolgen. Het betreft de volgende wissels: Locatie: Almelo Apeldoorn Arnhem Velperbroek Aansluiting Buitenpost Coevorden Dalfsen Deventer Elst Groningen Groningen Losplaats Te krukken wissel: 35 35 + 67 233 + 241 + 271 345 + 347 + 355 + 357 381 + 383 + 391 + 403 + 405 301 95 + 97 + 111 405 + 435 11 221 + 223

9.2

47

Grijpskerk Aansluiting Herfte Aansluiting Hoogkerk-Vierverlaten Hurdegaryp Leeuwarden Meppel Nieuw Amsterdam Nieuwe Schans Olst Onnen Zuid Ravenstein Scheemda Snippeling Aansluiting Veenwouden Vriezenveen Vroomshoop Waterhuizen Aansluiting Winschoten Zevenaar Zuidbroek Zuidhorn Zutphen

373 215 + 219 405 + 413 305 + 313 155 + 157 245 + 247 + 269 + 277 + 279 421 + 441 + 442 115 + 125 241 443 + 445 61 + 71 55 + 65 189 + 191 325 419 + 429 403 + 413 371 + 373 + 375 75 + 77 + 93 + 97 + 99 3+7 3 + 5 + 31 + 33 385 + 393 5+7

Zutphen Hengelo Laren=Almen, Lochem, Markelo, Goor en Delden Wissels op baanvakken met TPRB- en VCVL-beveiliging

9.3

Treinen zonder ATB Nieuwe Generatie Op de volgende baanvakken is ATB Nieuwe Generatie (NG) genstalleerd en mogen alleen treinen worden toegelaten die zijn voorzien van een ATB NG-installatie. Almelo Elst Groningen Groningen Groningen Leeuwarden Leeuwarden Nijmegen Sauwerd Sauwerd Zevenaar Zutphen Zutphen Zutphen Zwolle Zwolle Marinberg Kesteren Leeuwarden Nieuwe Schans Sauwerd Harlingen Stavoren Blerick Delfzijl Roodeschool Winterswijk Winterswijk Apeldoorn Hengelo Wierden Kampen

48

Krachtvoertuigen in de goederendienst of voor werkzaamheden en niet voorzien van een ATB NG-installatie mogen via de bovengenoemde baanvakken worden omgeleid als geen andere route beschikbaar is. 9.4 Beweegbare bruggen In de regio Noord-Oost zijn 25 beweegbare bruggen onder verantwoordelijkheid van het Hoofd Bedrijfsbureau ProRail Verkeersleiding Noord-Oost:

NR 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

Naam Boorne Boterdiep Het Deel Greuns-Tijnje Harinxmakanaal Harinxmakanaal (Zwette) Hoendiep Verl. Hoogeveensevaart Klifrak Hoornsche Diep Ommelanderwijk Oude IJssel Oude Winschoterdiep Prinses Margrietkanaal Reitdiep Rensel Smildervaart Stadsgracht Westerwoldsche Aa Wildervanckkanaal A.G. Wijmerts IJsselbrug IJsselbrug Brug naast de Zeesluizen Zuidergracht

Plaats Akkrum nabij Bedum nabij Akkrum Leeuwarden nabij Leeuwarden nabij Leeuwarden Hoogkerk=Vierverlat en Nieuw Amsterdam nabij Workum Groningen nabij Veendam nabij Doetinchem nabij Groningen Grou nabij Groningen nabij Winschoten Meppel Coevorden Nieuwe Schans nabij Zuidbroek nabij IJlst Zutphen Hattem Delfzijl Harlingen

Km 149.216 15.659 145.340 28.804 164.740 24.017 75.416 65.947 36.411 80.100 14.627 34.195 117.283 152.445 2.550 117.277 104.314 54.855 127.115 103.876 25.642

Bvk: Mp-Lw Swd-Dz Mp-Lw Lw-Gn Mp-Lw Lw-Stv/Hlg Lw-Gn Zl-Emn Sk-Stv GnLw/Swd Vdm Zv-Ww Gnl-Gne Mp-Lw Gn-Swd Gn-Nsch Mp-Lw Zl-Emn Gn-Nsch Gn-Nsch Sk-Stv

Afst. /tp afstand Ter plaatse afstand afstand Ter plaatse Ter plaatse afstand afstand afstand afstand Ter plaatse afstand Ter plaatse Ter plaatse afstand Ter plaatse afstand afstand Ter plaatse Ter plaatse afstand Afstand Afstand Ter plaatse Ter plaatse

Bedienaar VL, brugpost Gw Gem. Bedum VL, brugpost Gw Post Gn Prov. Friesland Gem. Leeuwarden Post Gn Post Zwolle Prov. Friesland Post Gn Star Prov. Gelderland Railion VL, brugpost Gw Post Gn Synergon Post Zl Post Zl Synergon Prov. Groningen Gem. WijNCBGritseradiel Post Ah Post Zl Prov. Groningen Gem. Harlingen

27.073 Ah-Zp 84.565 Amf-Zl 102.340 Stamlijn Dz 0.892 Lw-Hlg

9.5

Vervoersprocessen

49

9.5.1

Verantwoordelijkheidsgebieden De procesmanager van ProRail Verkeersleiding stelt voor zijn post(-en), voor de gebieden waar de beveiliging wordt gestuurd door middel van procesleiding, een vaste verdeling op de PPLGs per werkplek. De verdeling kan tijdelijk wijzigen. De overdracht van de verantwoordelijkheid mag alleen plaatsvinden door de procedure dienstovergave uit het Handboek Treindienstleider te volgen. De uitvoering van de taak treindienstleiding in Niet Centraal Bediende Gebieden (NCBG) wordt uitgevoerd door de treindienstleider van ProRail Verkeersleiding of kan worden gedelegeerd naar een gebruiker. In de hoofdstukken waarin de posten beschreven worden, staan: de niet centraal bediende gebieden in de beheersgebieden van de posten vermeld, waar de taken van een Treindienstleider NCBG worden uitgevoerd; wie die taak uitvoert. De verantwoordelijkheidsgebieden staan aangegeven in het Bedieningsvoorschrift (BVS) van het betreffende station. Tijdens de uitvoering van het werk moeten de treindienstleiders NCBG beschikken over het BVS van het betreffende verantwoordelijkheidsgebied. De Manager van de gedelegeerd treindienstleider NCBG is verantwoordelijk voor: het bekend maken bij Verkeersleiding Noord-Oost van: de wijze waarop de treindienstleider NCBG bereikbaar is voor communicatie; het tijdig bij de regiomanager Verkeersleiding Noordoost bekend maken van voorgenomen wijzigingen; het werken door de treindienstleider NCBG volgens de regelgeving omschreven in de Werkwijze Treindienstleiding Niet Centraal Bediende Gebieden.

9.5.2

Taken van de Treindienstleider Niet Centraal Bediende Gebieden De treindienstleider Niet Centraal Bediende Gebieden kan zijn aangesteld voor n of meerdere gebieden. 1 Deze is verantwoordelijk voor : het toekennen van rijwegen; de veiligheid van trein- en rangeerbewegingen in zijn gebied; het afhandelen van de trein- en rangeerbewegingen volgens het plan; het tijdig aanpassen en communiceren over aanpassingen van het plan; het treffen van veiligheidsmaatregelen bij: onregelmatigheden werkzaamheden

9.5.3

Dienstovergave De taak van de trdl NCBG over een gebied trdl NCBG wordt overgedragen aan de treindienstleider als er geen gedelegeerd trdl NCBG aanwezig is. De gedelegeerd trdl NCBG kondigt de overdracht aan en stuurt de treindienstleider per fax een dienstovergaveformulier (model VL). Op het dienstovergaveformulier staat vermeld: op welk tijdstip de taak door de treindienstleider wordt overgenomen; op welk tijdstip de gedelegeerd trdl NCBG zijn taak weer zal overnemen. De spoorbezetting;

1

Er is een Handboek Trdl MB in ontwikkeling.

50

De wbis die gedurende de afwezigheid van de (gedelegeerd) trdl NCBG uitgevoerd kunnen worden; De getroffen (veiligheids-) maatregelen als gevolg van storing of werkzaamheden; De afspraken aangaande de afhandeling van calamiteiten. De taak van de trdl NCBG is overgenomen als de treindienstleider dit telefonisch heeft bevestigd aan de gedelegeerd trdl NCBG. 9.5.4 Bewegingen tussen verantwoordelijkheidgebieden Bewegingen tussen het treindienstleiders- en het gebied van de trdl NCBG worden ingesteld nadat daarvoor toestemming is gegeven..

9.5.5

Spooraansluitingen / Raccordementen Spooraansluitingen en raccordementen horen tot de verantwoordelijkheidsgebied van de treindienstleider of trdl NCBG waarop zij zijn aangesloten. De grenzen zijn in de lokale hoofdstukken benoemd. De machinist/begeleider is verantwoordelijk voor: de communicatie met de treindienstleider; het vragen van toestemming voor de toegang tot de aansluiting / raccordement; het vragen van toestemming de aansluiting / het raccordement te mogen verlaten; de bediening van beveiligingsinrichtingen; het vrijmelden als de beweging op de spooraansluiting / het raccordement is en als deze verlaten is; het veilig uitvoeren van de beweging op de aansluiting / het raccordement; het direct informeren van de treindienstleider als zich veiligheidsincidenten of calamiteiten voordoen; het opvolgen van aanwijzingen van de treindienstleider. N.B. In de Bijlage 1 is een overzicht van de beschikbare raccordementsinstructies.

9.5.5.1

Arnhem spooraansluiting "Kema" Aan het baanvak Arnhem Elst ligt de spooraansluiting Kema. Het raccordement is aangesloten door middel van een OTC-sectie op het spoor AE. Gebiedsverantwoordelijk functionaris is de treindienstleider Arnhem. Omschrijving bediening in B-Voorschriften Deel lX, hoofdstuk Vlll. Delden Goor spooraansluiting Servo Aan het baanvak Zutphen - Hengelo ligt de spooraansluiting Servo. Het raccordement is aangesloten door middel van een OTC-sectie op het spoor Delden Goor voor de punt van wissel 79. Gebiedsverantwoordelijk functionaris is de treindienstleider Zutphen. Omschrijving bediening in B-Voorschriften Deel lX, hoofdstuk Vlll.

9.5.5.2

9.5.6

Plan Het bureau Lokale Planning van NS Reizigers levert een plan aan ProRail Verkeersleiding Noord-Oost en houdt daarbij rekening met deze lokale regelgeving en de belangen van al diegene aan wie capaciteit is toegewezen. Afwijken van de door ProRail

51

Capaciteitsmanagement toegewezen capaciteit is alleen mogelijk als degene(n) aan wie de capaciteit is toegewezen: daar geen hinder in hun procesuitvoering van ondervinden; of ingestemd hebben met de afwijking.

9.5.7

Aanwijzingen Aanwijzingen worden afgegeven in de Nederlandse taal. De aanwijzing Verkeerd Spoor mag per spreekverbinding worden afgeven nadat de machinist de betrokken aanwijzing uit de daartoe aangewezen kast heeft gehaald.

9.5.8

Opdrukken van treinen Locomotieven die gebruikt worden voor het opdrukken van treinen: moeten aan de trein gekoppeld worden; mogen niet terugkeren van de vrije baan.

9.5.9

Rangeren Rangeren op de sporen buiten de beveiliging gebeurt volgens plan. Afwijkende rangeerbewegingen worden vooraf bij betrokkenen kenbaar gemaakt door de verantwoordelijke voor het rangeerproces. Rangeren in onbeveiligd gebied is toegestaan nadat daarvoor afspraken zijn gemaakt tussen de treindienstleider/trdl NCBG met de leider(s) van de rangeerploeg(en). De leider van de rangeerploeg meldt de treindienstleider/trdl NCBG na beindiging van de rangeerwerkzaamheden de bezetting van sporen door materieel. Rangeerbewegingen mogen niet per GSM-R worden aangevraagd.

9.5.10

Grensbaanvakken Voor onderstaande grensbaanvakken is een grensovereenkomst opgesteld. Knooppuntpost Groningen Zwolle Zwolle Van Leer Bad Bentheim Gronau Naar Nieuwe Schans Oldenzaal Enschede

9.5.11 9.5.11.1

Bijzondere voorvallen Calamiteitenplan Rail Het Calamiteitenplan Rail is van toepassing. De participanten in het railverkeerssysteem maken de regiomanager ProRail Verkeersleiding bekend op welke wijze hun wachtdiensten op te roepen zijn.

9.5.11.2

Onderzoek en evaluatie De Algemeen Leider is verantwoordelijk voor het in te stellen vooronderzoek en de evaluatie van de calamiteit. Voor het uitvoeren van deze taak is de Algemeen Leider bevoegd: de naar zijn oordeel benodigde informatie op te vragen; gegevens veilig te (laten) stellen;

52

het opstellen van het MBV op te dragen aan een andere functionaris. In dit geval stuurt deze functionaris een kopie van het MBV naar de regiomanager ProRail Verkeersleiding Noord-Oost; Direct na afloop van een calamiteit, of nadat de inzet is geindigd, neemt de Algemeen Leider contact op met de aspectleiders. De aspectleider geeft aan de Algemeen Leider door: op welke punten van de overeengekomen normen is afgeweken; waarom van de norm is afgeweken voor zover hij dat kan beoordelen; of een nihil-melding als het voorgaande niet van toepassing is. 9.6

Hoofdstuk Beheersgebied Post GroningenDit deel bevat de regelgeving die geldig is in het beheersgebied van de post Groningen

9.6.1

Onbeveiligde gebieden In onderstaande tabel staan de niet centraal bediende gebieden en de organisatie die de taken treindienstleider NCBG uitvoert. Grens Omschrijving v/h gebied Wie voert de taak trdl NCBG uit ProRail VL Trdl Oost Gn ProRail VL Trdl Oost Gn ProRail VL ProRail VL Trdl Integro ProRail VL Trdl Integro ProRail VL Trdl Gn ProRail VL Trdl Gn ProRail VL Trdl Gn ProRail VL Trdl Gn ProRail VL Trdl Laog

Gebied

Zuidbroek Veendam Winschoten Roodescho ol / Eemshaven Delfzijl Groningen

grendel 21 het S bord bij km 18.300 grendel 95 wissel 99 grendel 233 wissel 299

sp 505-506 sp1 t/m 6, sp 17-18 sp 524-525 sp 526 sp 2 t/m 5 Stamlijn

wissel 930 grendels 137 T/m 139 wissel 243 wissel 904 wissel 179 wissel 45 - 137 952

Stamlijn Sp 3 t/m 10 Losplaats Tramsporen sp 50 t/m 54 sp 38-39 Schijf sp 11 t/m 34 en sp 41 t/m 48

Onnen

S borden op sp 304 t/m 309 en Onnen goederen wissel aan het begin van de sp 311a t/m 317a en spoorgedeelte tussen St 327 en wissel 76 Sp101 t/m 113, 201 t/m 213, 501 Onnen werkplaats t/m 505, 510, 512, 520, 521,313 Spoorgedeelte achter de Sborden op de sporen 310 t/m 312 richting de sporen 501 t/m 505 Leeuwarden grendel 71 sp 14-, 15- en 16 b/c en sp 66 t/m 87 grendel 109 en KZ-Slot wissel Sp 17 a/b, 18 a/b spoorgedeelte 942 tussen 19a en 19b, spoor 22b, 25b,

Nedtrain

ProRail VL Trdl Lw ProRail VL Trdl Lw