bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

48
HANDLEIDING BEROEPSPRAKTIJKVORMING 1

Transcript of bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Page 1: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

HANDLEIDING BEROEPSPRAKTIJKVORMING

1

Page 2: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

2

Page 3: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

INHOUDSOPGAVE

BEGRIPPENLIJST ....................................................................................................................................... 5

INLEIDING ................................................................................................................................................ 8

OPLEIDINGSTJRAJECTEN IN HET BEROEPSONDERWIJS ......................................................................... 10

OPLEIDINGSMOGELIJKHEDEN PRINSENTUIN COLLEGE ......................................................................... 12

ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING ........................................................ 13

1. Doelstelling van beroepspraktijkvorming ................................................................................. 13

2. Organisatie van beroepspraktijkvorming .................................................................................. 14

3. Samen opleiden / begeleiden van studenten ........................................................................... 14

4. Beoordeling beroepspraktijkvorming ........................................................................................ 15

A. ORGANISATIE VAN DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING .................................................................... 16

1. Het vinden van een geschikt bedrijf .......................................................................................... 16

2. Hoe kom ik aan een nieuw en erkend BPV-bedrijf? .................................................................. 17

3. Voorbereiding gesprekken met bedrijf om er stage te mogen lopen ....................................... 18

4. Ondertekenen praktijkovereenkomst door het BPV-bedrijf ..................................................... 21

5. Maatregelen ter voorkoming van ziekte-overdracht ................................................................ 21

6. Rooster beroepspraktijkvorming (BOL) ..................................................................................... 21

7. Ziekte- en verlofregeling ........................................................................................................... 21

8. Praktijkleren .............................................................................................................................. 22

9. Competentiegericht leren ......................................................................................................... 22

10. Beroepspraktijkvorming in het buitenland ........................................................................... 22

B. RELATIE SCHOOL / ONDERWIJS EN BEDRIJF .................................................................................. 23

1. Begeleiding, verantwoordelijkheid en procedures ................................................................... 23

2. Verzekeringen en aansprakelijkheid tijdens de beroepspraktijkvorming ................................. 24

C. STUDIEFINANCIERING.................................................................................................................... 25

D. RICHTLIJNEN VOOR OPDRACHTEN EN VERSLAGEN ...................................................................... 25

1. BPV-opdrachten ........................................................................................................................ 25

2. Registratie beroepshandelingen, vaardigheden en competenties ........................................... 25

3. Overige opdrachten tijdens een BPV-periode ........................................................................... 25

E. IT’S LEARNING ............................................................................................................................... 28

F. DE PROEVE VAN BEKWAAMHEID (PvB) ........................................................................................ 28

G. OnStage ......................................................................................................................................... 29

3

Page 4: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

BIJLAGEN ............................................................................................................................................... 35

Bijlage I Format praktijkovereenkomst (POK) ............................................................................ 36

Bijlage II Format kwalitatieve beoordeling BPV ........................................................................... 43

Bijlage III Format kwantitatieve beoordeling BPV ........................................................................ 47

4

Page 5: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

BEGRIPPENLIJST Met de komst van nieuwe onderwijsstructuren worden telkens nieuwe termen geïntroduceerd. Een aantal van deze termen worden ook in deze handleiding gebruikt. Hieronder staat een overzicht en een toelichting van de termen die vaak gebruikt worden. Gebruikte term Toelichting MBO Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) BOL Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema) BBL Beroeps Begeleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema) Student Leerling of deelnemer BPV protocol Document met als doel een kwalitatief goede BPV te realiseren Het

vormt de basis voor bindende afspraken tussen bedrijfstak-groepen en branches hierover met als doel het creëren van wederzijds vertrouwen tussen opleidingsbedrijven, onderwijs-instellingen, studenten en kenniscentra

Beroeps Praktijk Vorming (afgekort BPV)

Stage of praktijkplaats /opleidingsplaats

BPV-verlener Stageverlener, praktijkverlener, praktijkopleider BPV-begeleider BPV-docent, praktijkdocent, stagedocent BPV-student Stagiair / werknemer die een opleiding volgt SLB’er Studieloopbaanbegeleider. Begeleider die samen met de student de

planning en voortgang van de studie bewaakt. (voorheen werden de begrippen mentor en / of coach gebruikt)

LWP Leerwerkplan. Document waarin de planning van de student (per jaar) binnen de opleiding zichtbaar wordt. Hierin zijn ook de BPV-perioden en BPV-bedrijven opgenomen

Praktijkovereenkomst (POK)

Overeenkomst tussen opleidingsbedrijf en school (en Aequor voor BBL-opleidingen) m.b.t. de BPV-periode

PTC+ en IPC Praktijkschool met opleidingsmogelijkheden extern BPV-bedrijf Opleidingsbedrijf / leerbedrijf BPV-bureau Administratie BPV op het opleidingsinstituut Lintstage Periode van bijv. ½ - 1 jaar waarbij de student gedurende 1 of 2 dagen

per week ervaring opdoet op het opleidingsbedrijf Flexstage Periode van bijv. 3-6 weken waarbij de student gedurende 3 of 4 dagen

ervaring opdoet op een opleidingsbedrijf Blokstage Periode van 1 of meerdere weken waarbij de student gedurende een

volle week ervaring opdoet op het opleidingsbedrijf Examenstandaard Examenproduct van De Groene Standaard op basis waarvan een PvB

ingericht wordt. Een examenstandaard bestaat uit een kritische beroepssituatie, richtlijnen voor het examen en een bekwaamhedendocument

PvB Proeve van Bekwaamheid. Een afsluitend examen waarmee een student moet aantonen dat hij geschikt is voor een bepaald beroep. Een PvB wordt bij voorkeur in een authentieke beroepssituatie afgelegd. Het kader voor de inrichting van een bepaalde proeve van bekwaamheid wordt gevormd door een examenstandaard. Een PvB kan voor een gedeelte afgesloten worden met een Criterium Gericht Interview met de student

5

Page 6: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Kritische beroepssituatie Onderdeel van een examenstandaard waarin een beroepssituatie beschreven is waarmee een beroepsbeoefenaar regelmatig te maken heeft, die kenmerkend is voor het beroep en waarbij van de beroepsbeoefenaar een aanpak en een oplossing wordt verwacht

Authentieke context Reële, oorspronkelijke beroepscontext waarin afzonderlijke competenties geïntegreerd ingezet moeten worden

Assessor De assessor (medewerker) heeft een beoordelende, construerende en organisatorische rol. De assessor beoordeelt en evalueert de competenties die deelnemers tonen in (praktijk)situaties middels een Proeve van Bekwaamheid (PvB). De assessor houdt zich niet bezig met de BPV-begeleiding van degene die het assessment ondergaat

Co-Assessor De co-assessor (bedrijfsleven) beoordeelt en evalueert de competenties die deelnemers tonen in (praktijk)situaties middels een (deel)proeve of een PvB. Dit wordt ondersteund door de assessor

Criteriumgericht interview

Het Criterium Gericht Interview (CGI) is onderdeel van de PvB. Het CGI is een beoordelingsmethode; het voorleggen van vragen aan studenten met een speciale opbouw om inzicht te krijgen in de aanwezige competenties

CGO Competentiegericht onderwijs Competentie Handelingsvermogen van een persoon in complexe beroeps-situaties Portfolio Map waarin de student zijn voortgang vastlegt. Daarnaast kan de

student een portfolio ontwerpen dat een persoonlijke invulling heeft en meer toekomstgericht is

Kerntaak Een kerntaak is een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar belang, omvang (tijdsbeslag of frequentie) of beide. Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Een kwalificatiedossier heeft een beperkt aantal kerntaken. Alle kerntaken samen beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening van de betreffende beroepengroep. Kerntaken, werkprocessen en competenties vormen samen het hart van de beroepsbeschrijving in een kwalificatiedossier. Elke kerntaak heeft een proces-competentie-matrix waarin is aangegeven welke competenties moeten worden aangewend bij het uitvoeren van een werkproces van de betreffende kerntaak Bron: EVCstandaarden.nl

Werkproces Een werkproces is een afgebakend geheel van beroeps-handelingen binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. Een werkproces bestaat dus nooit uit één handeling of gedraging. Meerdere werkprocessen kunnen gelijktijdig lopen Bron: EVCstandaarden.nl

Leerarrangement Verzameling bij elkaar horende leeractiviteiten rondom een bepaald thema

Leeractiviteit Opdracht m.b.t het thema binnen een leerarrangement

6

Page 7: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Competenties Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Competenties zijn samengesteld van karakter en relateren aan onderliggende vaardigheden, kennis en houding. Competenties krijgen pas betekenis in een context. Of iemand over de gevraagde competenties beschikt, wordt zichtbaar in gedrag dat, als één van de voorwaarden, leidt tot succes bij uitoefenen van het beroep Bron: EVCstandaarden.nl

CKS Competentiegerichte kwalificatiestructuur BKS Beroepsgerichte kwalificatiestructuur Generiek De onderdelen van je opleiding die, per niveau, aan overheids-eisen

onderhevig zijn. Denk aan Nederlands, Rekenen, Engels en Duits S-BB Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (S-BB) voor de groene

sector. www.s-bb.nl. De kwalificatiestructuur en de beroepspraktijkvorming zijn aandachtsterreinen. De S-BB beheert o.a. de landelijke data bank met erkende opleidingsbedrijven

Sector Alle onderdelen van de opleiding die direct een relatie hebben met het vak

7

Page 8: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

INLEIDING Het bedrijfsleven is onmisbaar om samen met het Prinsentuin College de opleiding te verzorgen waar de deelnemer voor gekozen heeft. Tijdens de opleiding doen alle studenten ervaring op middels de beroepspraktijkvorming. Voor de diplomering is het noodzakelijk om één of meerdere Proeven van Bekwaamheid (PvB) af te leggen. Deze vind(t)en plaats in een authentieke beroepssituatie en veelal ook in de omgeving waar ervaring is opgedaan. BPV-verleners (en collega’s) op het opleidingsbedrijf zijn in staat om de studenten te begeleiden en ervaring op te laten doen en te delen. Voor een Beroepspraktijkvormingsperiode (BPV-periode) is er een praktijkovereenkomst opgesteld tussen de student (passend bij het niveau en het leerjaar), het opleidingsbedrijf en de school. In een aantal documenten is beschreven wat er geleerd moet worden en waar ervaring in moet worden opgedaan. Naast de voortgang op het opleidingsinstituut is het ook van belang dat dit op het BPV bedrijf geconstateerd wordt. Om te meten of er daadwerkelijk voortgang is in het ervarings- en leerproces op het BPV-bedrijf zijn diverse documenten ontwikkeld (kwalitatieve beoordeling). Daarnaast is er een kwantitatieve beoordeling ( = urenregistratie) waarin wordt vastgelegd of er voldoende BPV heeft plaatsgevonden in een bepaalde periode. Voor alle partijen (de studenten, het bedrijfsleven en de school) moet duidelijk zijn wie wat doet, wanneer en op welke manier. Dit betekent dat er veel informatie beschikbaar is die gelijktijdig jaarlijks aan verandering onderhevig kan zijn. Het Prinsentuin College heeft er dan ook voor gekozen om de informatievoorziening op te delen. Compact op papier en een uitgebreide versie / toelichting digitaal. De uitgebreide digitale versie is terug te vinden op: www.prinsentuincollege.nl/op-school/schoolgids (voor studenten is deze ook op Its learning te vinden). In dit document is informatie verzameld die van toepassing kan zijn bij de beroepspraktijk-vorming en / of de afname van de Proeve van Bekwaamheid. Alle informatie is met de meest mogelijke zorgvuldigheid verzameld en beschreven. Derhalve is het toch mogelijk dat er wijzigingen tijdens het opleidingsjaar plaatsvinden. Wanneer de behoefte mocht bestaan voor toelichting op de informatie, kan altijd contact opgenomen worden met de BPV-docent of met de BPV-expert van het team. Prinsentuin College Frankenthalerstraat 15 4816 KA Breda T 076 - 572 39 39

8

Page 9: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

De BPV-begeleider van de student wordt bij aanvang van het schooljaar bekend gemaakt. Daarnaast heeft elk team een BPV-expert. Team Groen: mevrouw N. Dekker [email protected] Team Dier: mevrouw P. Steneker [email protected] Team Agro en Food: mevrouw A. van Dreumel [email protected] De teams van het Prinsentuin College hopen dat iedereen die betrokken is bij de opleiding, onder andere met behulp van deze handleiding, telkens goed geïnformeerd de ‘beroeps-praktijkvorming’ kan volgen en/of uitvoeren. Directie en medewerkers Prinsentuin College In de tekst van deze handleiding wordt voor personen ter wille van de leesbaarheid alleen de mannelijke vorm gebruikt. Bijgewerkt: juni 2015

9

Page 10: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

OPLEIDINGSTJRAJECTEN IN HET BEROEPSONDERWIJS Binnen het beroepsonderwijs kennen we de volgende opleidingstrajecten VMBO voortgezet middelbaar beroepsonderwijs MBO middelbaar beroepsonderwijs HBO hoger beroepsonderwijs Deelnemers die een opleiding volgen binnen het MBO (middelbaar beroepsonderwijs) De MBO-opleidingen zijn als volgt ingedeeld: Entree assistent medewerker Niveau 2 medewerker Niveau 3 vakbekwaam medewerker Niveau 4 manager of specialist Voor het MBO Studenten hebben als vooropleiding veelal een VMBO opleiding. Tijdens deze opleiding kunnen studenten al ervaring opgedaan hebben gedurende enkele korte stageperioden op een bedrijf. Op dat moment kunnen zij mogelijk al onderdelen van hun nu gekozen opleiding geleerd hebben. Na het MBO Studenten die een niveau 1, niveau 2 of niveau 3 opleiding hebben gevolgd en zijn gediplo-meerd kunnen binnen het MBO doorstomen naar een hoger niveau. Een capaciteitentest en een advies zijn onderdelen van het doorstroomtraject. Studenten die kiezen voor de niveau 4 opleiding hebben de mogelijkheid om na hun studie door te stromen naar een HBO opleiding. Dit kan zowel binnen het vakgebied, gerelateerd aan het vakgebied als buiten het vakgebied zijn.

10

Page 11: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Verschillen en overeenkomsten van een BOL en BBL opleiding Beide leerwegen leiden de student op voor hetzelfde diploma. De omvang van de beroeps-praktijkvorming bepaalt voor een groot deel het verschil tussen beide leerwegen. Elke student BOL en BBL moet standaard een generiek programma volgen met de onderdelen Nederlands, rekenen Engels (afhankelijk van het kwalificatiedossier). Daarnaast zullen er, passend binnen het gekozen niveau, ook andere AVO vakken gevolgd worden bijv. economie, natuurkunde, scheikunde, biologie, enz. Deze worden geïntegreerd met de lesstof uit de sector. In een standaard tabel is per opleiding aangegeven op welk niveau vakken gevolgd moeten worden. Beroepsopleidende Leerweg (BOL) Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) De Beroepsopleidende Leerweg (BOL) is een dagopleiding, waarbij de student de hele week naar school gaat. Tijdens de opleiding wordt beroepspraktijkervaring opgedaan tijdens stageperioden bij een erkend leerbedrijf

De Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) is een opleiding die bestaat uit een combinatie van leren en werken. Tijdens deze opleiding gaat de student (minimaal) één dag in de week naar school. De rest van de week wordt er gewerkt bij een erkend leerbedrijf en leert hij het vak direct in de beroepspraktijk

Praktijkovereenkomst (POK) Er wordt een POK afgesloten tussen student, opleidingsbedrijf en school De student krijgt geen verplichte vergoeding voor deze uren. Mogelijk kan er binnen een opleidingsinstituut een afspraak beschreven zijn m.b.t. stagevergoeding (bijv. opleidingsbedrijf stort een x bedrag in het BPV-fonds van de school dat weer ten goede komt aan de studenten)

Praktijkovereenkomst (POK) Er wordt een POK afgesloten tussen student, opleidingsbedrijf en school, gerelateerd aan de duur van de arbeids-overeenkomst ) en passend binnen het opleidingstraject dat de student volgt. De student is in dienst van het bedrijf met een geldende arbeidsovereenkomst, krijgt een salaris en valt onder de CAO van het bedrijf

BPV / Stageplaats De student gaat gedurende een aantal vastgestelde periodes stage lopen op een erkend opleidingsbedrijf passend bij het niveau van de gekozen opleiding (BPV = Beroeps Praktijk Vorming)

BPV / opleidingsplaats De student gaat minimaal 24 uur per week aan het werk in de beroepspraktijk op een erkend opleidingsbedrijf passend bij het niveau van de gekozen opleiding (BPV = Beroeps Praktijk Vorming)

Begeleiding BOL In het bedrijf wordt de student begeleid door een praktijkopleider en op school door een BPV-begeleider

Begeleiding BBL In het bedrijf wordt de student begeleid door een praktijkopleider en op school door een BPV-begeleider

Voorkeuren BOL-ers Studenten die voor de BOL kiezen, hebben over het algemeen een voorkeur voor theoretisch leren. Ze gaan liever nog een tijdje naar school en daarna aan het werk

Voorkeuren BBL-ers Studenten die voor de BBL kiezen, hebben een voorkeur voor praktisch leren en direct op de werkplek beginnen

11

Page 12: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

OPLEIDINGSMOGELIJKHEDEN PRINSENTUIN COLLEGE Als praktijkopleider kunt u in de loop der tijd gevraagd worden studenten van de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) of in de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) van onze school te begeleiden. BBL-deelnemers werken minimaal 24 uur bij een bedrijf conform de geldende CAO en komen minstens 1 dag in de week naar school. BOL staat voor volledig dagonderwijs, waarbij de student drie of vier dagen lessen volgt op school en één dag (soms twee dagen) en/of een periode van enkele weken stage (BPV) loopt. Hieronder een overzicht van de opleidingsmogelijkheden op het Prinsentuin College. Op de site is een uitgebreide informatie m.b.t. de niveaus, trajecten enz. te vinden. Team Agro en Food Groen, Grond en Infra (voorheen Loonwerk) Plantenteelt Veehouderij Team Dier Dierverzorging Paraveterinair Paardenhouderij / -sport Team Groen Bloem & Design Groene detailhandel ( tuincentrum) (alleen leerjaar 3) Natuur, milieu en ruimte Tuin, park en landschap

12

Page 13: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING

1. Doelstelling van beroepspraktijkvorming Op school leert de student theoretische en praktische zaken. Daarnaast worden er ook praktische vaardigheden bijgebracht op een BPV-bedrijf. De periodes van beroepspraktijkvorming zijn dus zeer belangrijk voor een goed verloop van de studie. Afhankelijk van het gekozen opleidingsniveau zijn er een aantal BPV-perioden gepland die elk hun specifieke doelstellingen hebben. Tijdens deze BPV-perioden kan er geoefend worden om de complexe beroepspraktijk goed onder de knie te krijgen. Het vormt tevens een goede voorbereiding voor de Proeve(n) van Bekwaamheid die de student tijdens de opleiding gaat doen. Beroepspraktijkvorming betekent zowel deelnemen aan het arbeidsproces als tijd krijgen om technische, economische en sociale vaardigheden aan te leren. Dit betekent veel kennis vergaren, ervaringen opdoen en er zal veel aandacht worden besteed aan houdingsaspecten. Samenvattend: aan het eind van de opleiding is de student “competent” en moet hem een kritische beroepssituatie toevertrouwd kunnen worden.

Doelstelling van de beroepspraktijkvorming…..?

13

Page 14: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

2. Organisatie van beroepspraktijkvorming De beroepspraktijkvorming wordt onderscheiden in: BOL (dagopleiding) BPV-dag (‘dagstage’): periode van een dag, twee afzonderlijke dagen of twee (‘lintstage’) aaneengesloten dagen per week. Ook dagdelen kunnen hiertoe worden gerekend. BPV-blok (‘flexstage’): periode van een aantal aaneengesloten weken van 3,4 of 5 (‘blokstage’) dagen BBL (leerlingstelsel) Minimaal 24 uur werkzaam op het BPV-bedrijf (met een arbeidsovereenkomst) voor de sector. Volgens het arbeidscontract heeft de student de status van werknemer en men heeft dus ook de rechten en plichten van een werknemer.

3. Samen opleiden / begeleiden van studenten Begeleiden van studenten door de praktijkopleiders uit het bedrijfsleven vraagt veel aandacht. De aanpak hoe dit gedaan wordt valt in twee delen uiteen:

- Geef de student de kans om ervaring op te doen en deel met hem uw kennis en ervaring. - Middels aan de praktijk gerelateerde geschreven ervaringsopdrachten kan de student de

beroepshandelingen leren, passend bij het niveau. - Plan structureel momenten om mee te kijken, bijv. 1 x per week tijdens flex- of blokstages of

op iedere wekelijkse stagedag. - Kijk mee met de student en geef tips waar nodig. Vraag waarom voor een bepaalde

handeling of werkwijze wordt gekozen. Hanteer eventueel een les- / praktijkrooster voor de uitvoering van de opdrachten.

- Laat zoveel mogelijk meelopen in de dagelijkse routine, alleen zo maakt een student zich de werkzaamheden eigen, waardoor beide partijen met plezier (samen)werken en leren.

- Heb er begrip voor dat alles geleerd moet worden. Snel en goed werkzaamheden uitvoeren lukt pas als er genoeg mogelijkheden zijn geweest om te oefenen.

- Wees niet bang om de student een nieuwe handeling uit te laten voeren. Kijk en/of luister op de achtergrond mee en grijp in waar nodig.

- Door zelf de student zoveel mogelijk te vertellen, kan deze de opgedane kennis zelf ook weer toepassen in de praktijk.

- Laat studenten inzien dat met respect omgaan met materialen een vanzelfsprekendheid is. - Let bij alle werkzaamheden op de juiste werk- en lichaamshouding en attendeer de student

hierop. Informeer studenten (indien van toepassing) op geldende veiligheidsvoorschriften binnen het bedrijf.

- Maak ze deelgenoot van het bedrijf. Zo kan er een goed beeld gevormd worden wat er allemaal komt kijken bij het werken (n2 en n3) en runnen (n4) van een bedrijf.

- Voor studenten die het laatste jaar van niveau 3 en 4 volgen: schets hen een beeld welke bedrijfskosten er zo al zijn voor het managen van het bedrijf en daarnaast waarop men moet anticiperen in de steeds veranderende maatschappij.

- Maak hen tot gesprekspartner. Hiervoor is het niet altijd noodzakelijk ‘’om de boeken te openen’’.

14

Page 15: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

4. Beoordeling beroepspraktijkvorming De beroepspraktijkvorming wordt beoordeeld aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling en een aantal administratieve verplichtingen. Geldige officiële praktijkovereenkomst (POK) Voordat de student aan een BPV-periode mag beginnen krijgt deze in drievoud aangemaakte praktijkovereenkomst uitgereikt. Eén exemplaar is voor de student zelf, één voor het BPV-bedrijf en één exemplaar wordt ingeleverd bij de BPV-docent. De overeenkomsten zijn getekend door de student zelf (en indien minderjarig door wettelijk vertegenwoordiger) opleidingsbedrijf en school. Per 01-08-2015 is dit zowel voor de BOL-studenten als de BBL- studenten van toepassing. Soms is een student gedetacheerd en moet de detacherende organisatie ook tekenen. Het spreekt voor zich dat het aantal afgesproken BPV-dagen ook daadwerkelijk gemaakt zal worden. Relatie onderwijs en BPV De inhoud van de BPV periode is verbonden aan de inhoud van het op dat moment aangeboden leerarrangement. Beoordelingen van de BPV-opdrachten en beroepshandelingen Tijdens de BPV-perioden kan de student van de opleiding ook een aantal opdrachten meekrijgen, die dan gemaakt/uitgevoerd moeten worden. Deze opdrachten moeten (beoordeeld) op de afgesproken tijd ingeleverd worden. Waar nodig registreert de student de beroepshandelingen en vraagt men aan de praktijkopleider regelmatig deze beroepshandelingen te beoordelen/af te tekenen. Deze beoordelingen worden meegenomen in de diverse leerarrangementen. Beoordeling vaardigheden De praktijkbegeleider gebruikt hiervoor een beoordelingsdocument dat de voortgang aan-geeft van de student. Dit gebeurt bij voorkeur samen met de BPV-begeleider tijdens diens bezoek, maar ook tussentijds kan er eventueel gevraagd worden naar een beoordeling. Dit beoordelingsformulier is als bijlage opgenomen in deze handleiding (bijlage II). Daarnaast is er een kwantitatieve beoordeling waarin wordt vastgelegd of er voldoende BPV heeft plaatsgevonden in een bepaalde periode (bijlage III). De beroepspraktijkvorming (kwalitatieve en een kwantitatieve beoordeling) is een onderdeel van de opleiding en moet (met een) voldoende worden afgesloten. Zie hiervoor de Onderwijs- en Examenregeling (OER). De student is mede verantwoordelijk voor de BPV en moet in staat zijn om vragen over de BPV (met behulp van dit document) te kunnen beantwoorden.

15

Page 16: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

A. ORGANISATIE VAN DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING In dit deel van de handleiding zijn de ‘spelregels’ opgenomen die gelden voor de beroepspraktijkvorming.

1. Het vinden van een geschikt bedrijf Alle studenten op onze school doen tijdens hun opleiding in de beroepspraktijk ervaring op, de Beroepspraktijkvorming of BPV genoemd. Dit kan alleen op een erkend leerbedrijf behorende bij het CREBO-nummer (centraal register beroepsopleidingen) waar de student op is ingeschreven. Van een ondernemende student wordt verwacht dat hij of zij deze BPV zelf regelt. Via de link www.stagemarkt.nl en het CREBO-nummer zijn alle erkende leerbedrijven, die behoren bij de opleiding die gevolgd gaat worden, te vinden. Lukt het niet om een geschikt BPV-adres te vinden, dan kan de school de student hierbij behulpzaam zijn. Erkenning van nieuwe adressen als BPV-bedrijf is niet altijd op korte termijn mogelijk. Het adressenbestand wordt namelijk landelijk beheerd door Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. (SBB) Aanmelding en beoordeling volgens een aantal criteria zal dus enige tijd in beslag nemen. Zolang wordt het nieuwe bedrijf nog niet erkend. Opmerking: op dit moment is SBB voor een aantal sectoren terughoudend t.a.v. het erkennen van nieuwe leerbedrijven. Deze aanvraag kan via de school gedaan worden. Daarnaast is het van groot belang dat de BPV passend is bij de opleiding die door de student gevolgd gaat worden. Om zoveel mogelijk ervaring op te doen tijdens de opleiding is het goed om op verschillende bedrijven je BPV-periodes te doorlopen. Deze bedrijven moeten passend zijn binnen de leerjaren en doelstellingen van de opleiding en onderwerpen van de leerarrangementen. Het team van de afdeling, waarbinnen de student de opleiding volgt, maakt een overzicht met het aantal periodes dat tijdens de opleiding doorlopen moet worden. In overleg met de studieloopbaanbegeleider (SLB’er) en de onderwerpen die aangeboden worden in de verschillende opleidingsjaren kan de student een leerwerkplan (LWP) maken voor de BPV. Op deze wijze wordt er een goede keuze gemaakt op welk bedrijf en op welk moment van de opleiding de student de meeste ervaring kan opdoen. Een langere periode op 1 bedrijf is alleen mogelijk als er duidelijk sprake is van verschil-lende afdelingen. Twee maal eenzelfde BPV-bedrijf is alleen mogelijk als dit gefundeerd een meerwaarde heeft binnen jouw opleiding. Toestemming wordt hiervoor gegeven na goedkeuring van de BPV-expert. In een uitzonderlijk geval kan het mogelijk zijn dat een BPV-periode op een thuisbedrijf gedaan wordt. Hiervoor schrijft de student een verzoek met motivatie en legt dit ter goedkeuring voor aan de BPV-expert van de afdeling.

16

Page 17: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

2. Hoe kom ik aan een nieuw en erkend BPV-bedrijf?

2.1 Voor BOL-student Voor het zoeken van een nieuw BPV-bedrijf maakt de student voor elke nieuwe BPV-periode gebruik van het programma ON STAGE en volgt het stappenplan. Stappenplan voor de werving van een erkend BPV-bedrijf (uitleg voor de student) Je kunt alleen praktijkervaring opdoen op een geregistreerd BPV-bedrijf. Deze bedrijven zijn te vinden op www.stagemarkt.nl (voor scholen) 1. Neem de afdelingsinformatie (die je van je BPV-docent hebt ontvangen) aandachtig door. Hierin vind je precies beschreven aan welke eisen het BPV-bedrijf moet voldoen en welke werkzaamheden en opdrachten je moet uitvoeren en aanleren. Deze werkzaamheden en opdrachten zijn beschreven in de leerdoelen per leerarran- gement. 2. Zoek met behulp van OnStage een geschikt BPV-bedrijf. Maak hierbij gebruik van de checklist ‘’geschikt BPV-bedrijf’’ * 3. Via OnStage leg je jouw keuze ter goedkeuring voor aan de BPV-docent alvorens je afspraken maakt het BPV-bedrijf over de BPV-periode. 4. Maak een afspraak met het BPV-bedrijf over jouw BPV en geef aan dat je hier jouw BPV-periode mag doorlopen. 5. Via OnStage reserveer je het BPV-bedrijf waar je gaat BPV-periode gaat doorlopen. Vervolgens controleer je middels de vragenlijst in OnStage of het BPV-bedrijf geschikt is en accordeer je het bedrijf. 6. De BPV-administratie maakt, op basis van de gegevens uit OnStage, jouw praktijk- overeenkomst (POK) aan in 3-voud. 7. Nadat jij de POK in 3-voud hebt ontvangen, zorg je ervoor dat deze door alle betrokken partijen worden ondertekend. 1 exemplaar is voor jezelf, 1 exemplaar voor het bedrijf en 1 exemplaar lever je in op school. * Uitgebreide beschrijving voor het zoeken naar een bedrijf is te vinden op pagina 29

17

Page 18: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

De BPV-begeleider (docent) houdt bij het beoordelen of het gekozen bedrijf geschikt is rekening met de volgende criteria:

- er mag in principe niet meer dan één student gelijktijdig stage lopen op hetzelfde bedrijf; - in de opeenvolging van leerbedrijven wordt gestreefd naar variatie; - het BPV-bedrijf moet ‘passen’ bij leerarrangementen of werkprocessen waar de deelnemer

op dat moment van de opleiding mee bezig is; - de reisafstand; dit geldt met name voor de dagstage; - voorkeur van de student;

2.2 Voor BBL-studenten Voor het zoeken van een BPV-bedrijf geldt dezelfde procedure als voor de BOL-studenten Erkenning van nieuwe adressen als BPV-bedrijf is alleen mogelijk als het praktijkbedrijf contact opneemt met de BPV-expert van het desbetreffende team. Op deze wijze wordt de procedure om te komen tot een erkenning in werking gesteld. De BPV-expert kan een aanvraag voor erkenning doen bij SBB. Vanuit SBB zal een bedrijfsadviseur vervolgens contact opnemen met het bedrijf. Zie verder de beschreven procedure bij 2.1 : voor BOL studenten

3. Voorbereiding gesprekken met bedrijf om er stage te mogen lopen

Het blijft altijd spannend om contact te zoeken met een nieuw bedrijf. Een eerste kennismaking moet goed zijn. Bereid een gesprek goed voor en maak waar nodig gebruik van onderstaand schema.

k t t

18

Page 19: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

AANDACHTSPUNTEN BIJ DE START VAN EEN BPV PERIODE STUDENT OPLEIDINGSBEDRIJF SCHOOL voorbereiden op het gesprek voorbereiden op het gesprek voorbereiden op het gesprek persoonlijk langs gaan bij het bedrijf bellen voor een afspraak brief met motivatie aangeven welk niveau, leerjaar / PvB je volgt niveau en leerjaar vragen / PvB leerdoelen benoemen leerdoelen vragen leerdoelen bekend motiveren waarom je voor dit bedrijf kiest motivatie praktijkrooster meenemen praktijkrooster vragen praktijkrooster meegeven opdrachten benoemen opdrachten vragen opdrachten bekend lengte / duur van de BPV periode lengte / duur van de BPV periode lengte / duur van de BPV periode lint-, flex- of blokstage lint-, flex- of blokstage lint-, flex- of blokstage wanneer aanwezig / BPV dag(en) of weken wanneer aanwezig / BPV dag(en) of weken wanneer aanwezig / BPV dag(en) of weken wie is mijn begeleider / aanspreekpunt aanspreekpunt bedrijf / begeleider aanspreekpunt bedrijf / begeleider contactpersoon school contactpersoon school contactpersoon school contactgegevens school contactgegevens school contactgegevens school praktijkovereenkomst praktijkovereenkomst praktijkovereenkomst bezoekmomenten ¹) bezoekmomenten ¹) begeleidingsmomenten begeleidingsmomenten beoordelingsmomenten beoordelingsmomenten info over jezelf ²) info over de student ²) info over de student ²)

vragen naar de huisregels huisregels algemeen en huisregels m.b.t. ''het vak'' bekend maken ³)

zie toelichting volgende pagina

19

Page 20: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Toelichting op enkele aandachtspunten bij de start van een BPV periode

¹) De periode waarin stage gelopen wordt (lint-, flex- of blokstage) bepaalt ook de vorm van contacten. Men ziet een goede combinatie van telefonisch overleg en persoonlijke bedrijfsbezoeken. Ook communicatie via de student is ook een mogelijkheid

²) Enerzijds vindt men dat de student zelf informatie moet geven anderzijds vindt men het prettig als er enige voorinformatie is. School en student overleggen eerst samen wie wat vertelt

³) huisregels algemeen: roken, mobielgebruik, werktijden, pauzetijden, ,….,… huisregels m.b.t. het vak: aanspreken klanten, telefoon- en winkelbestellingen, ,…,……..,

20

Page 21: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

4. Ondertekenen praktijkovereenkomst door het BPV-bedrijf Na goedkeuring ontvangt de student van de BPV-docent een originele praktijkovereenkomst (POK) in 3-voud ter ondertekening. Voor een voorbeeld van een ingevulde POK: zie bijlage I. Met de door school verstrekte POK in 3-voud gaat de deelnemer naar het toekomstig BPV-bedrijf en wordt de BPV definitief geregeld. De praktijkopleider ondertekent de POK’s. De student dient ook zelf de POK’s te ondertekenen (en indien minderjarig door de wettelijk vertegenwoordiger). Eén overeenkomst gaat weer mee terug naar school, één is voor het bedrijf en de andere is voor het eigen archief van de student en wordt opgeborgen in de BPV-map. Een en ander dient te gebeuren voor een vastgestelde datum. Let op de tijd die hiervoor gesteld wordt. Het voor school bestemde exemplaar wordt ingeleverd bij de BPV-docent die zorg draagt voor het versturen naar de deelnemersadministratie. De ondertekende POK moet op school ingeleverd zijn voordat de BPV kan beginnen.

5. Maatregelen ter voorkoming van ziekte-overdracht Wij adviseren de studenten om heel voorzichtig te zijn in periodes van ziekten en plagen. Door het wisselen van kleding, gebruik te maken van douchegelegenheid en dergelijke, kan (onbewust) besmetten van bedrijven zoveel mogelijk tot een minimum beperkt worden. Voor de diergerichte opleidingen: Tetanusbescherming: Als je met dieren werkt moet je goed beschermd zijn tegen tetanus. Voor verreweg de meeste Nederlanders geldt dat zij op hun negende de laatste tetanusvaccinatie hebben gekregen. Huisartsen en eerste hulp artsen zullen er daarom van uit gaan dat iedere gewonde persoon, jonger dan 19 jaar, nog beschermd is door de laatste tetanusvaccinatie en iedere persoon ouder dan 19 jaar niet meer beschermd is. Een tetanusvaccinatie beschermt alleen tegen tetanus, niet tegen wondinfectie in het algemeen, zoals nog wel eens wordt gedacht. Tetanusenting bij mensen die ooit in hun leven de basisvaccinatie hebben gehad, bestaat uit één enkele hervaccinatie. Controleer dus jullie entboekjes thuis. Overleg eventueel met de huisarts

6. Rooster beroepspraktijkvorming (BOL) Voorafgaand aan de perioden van beroepspraktijkvorming (per opleidingsjaar) is (bij de BPV-begeleider) bekend op welke dagen de student stage loopt. Dit rooster dient, waar nodig samen met de korte informatie voor praktijkopleiders, overhandigd te worden aan de praktijk-opleider, zodat men goed op de hoogte is van de dagen waarop de student komt. Dit rooster is gebaseerd op het algemene jaarrooster van school. Van dit rooster kan slechts bij uitzondering worden afgeweken, bijvoorbeeld op weekenddagen of in vakanties. Dit kan echter alleen na vooraf overleg met de BPV-begeleider.

7. Ziekte- en verlofregeling Wordt een student ziek of is er behoefte aan speciaal verlof gedurende de beroepspraktijk-vorming, dan is de student verplicht dat zowel de praktijkopleider als de school hiervan tijdig op de hoogte wordt gebracht. Verzuimde stagedagen moeten altijd worden ingehaald, ongeacht de reden van verzuim. Dit dient in overleg te gebeuren tussen student, praktijkopleider en BPV-begeleider. Het inhalen van de gemiste dagen moet zijn gedaan tijdens de periode van de praktijkovereenkomst. Voor een student in de BBL geldt de CAO.

21

Page 22: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

8. Praktijkleren Praktijkleren valt ook binnen de beroepspraktijkvorming. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan deelname aan praktijkschoolweken of speciaal georganiseerde bezoeken aan opleidingsrelevante bedrijven. Het is in zo’n geval mogelijk dat men op de hiervoor geplande dagen niet kan werken of stage kan lopen. In de meeste gevallen vallen deze activiteiten op de lesdag. Indien hiervan wordt afgeweken, krijgt de student dit ruim van te voren door, zodat ook de bedrijven hiermee in hun planning rekening kunnen houden. Wanneer er sprake is van vrijstelling voor een bepaalde vorm van praktijkleren, dan is men niet vrij, maar op het BPV-bedrijf. Bij uitzondering kan het zijn dat de student op school moet zijn ter voorbereiding van een activiteit of voor examens. Door school wordt dan contact met het bedrijf opgenomen om een toelichting te geven.

9. Competentiegericht leren De wereld verandert en behoud van welvaart is niet vanzelfsprekend. Bedrijven krijgen steeds meer te maken met marktliberalisering en toenemende aandacht voor de ontwikkeling van hun medewerkers. Deze feiten en verwachtingen vragen om een reactie van bedrijven en van het beroepsonderwijs. Het Prinsentuin College wil haar opleidingen steeds meer vanuit de beroepspraktijk vorm en inhoud geven. Voor deze competentiegerichte aanpak is de communicatie met het beroepenveld een must. De communicatie tussen het Prinsentuin College en het regionale bedrijfsleven moet er toe leiden dat de aangeboden opleidingen steeds beter aansluiten op de regionale (arbeids) marktontwikkelingen.

10. Beroepspraktijkvorming in het buitenland In de drie- en vierjarige opleidingen van de BOL wordt de gelegenheid geboden één keer in het buitenland beroepspraktijkvorming door te brengen. Leerbedrijven vind je niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. Van net over de grens tot aan de andere kant van de wereld. Studenten weten de weg naar de buitenlandse bedrijven steeds vaker te vinden. Ook voor de buitenlandse leerbedrijven geldt dat deze erkend moeten zijn door S-BB. Deze kun je ook vinden via www.stagemarkt.nl. BPV-experts, BPV-docenten en studenten kunnen op www.agritrainee.org nog veel meer te weten komen over buitenlandse stages. Een aanvraag voor erkenning van een buitenlands bedrijf gaat anders dan voor een Nederlands bedrijf. De BPV-experts kunnen hierover informatie geven. Wees in de contacten ook duidelijk over de verzekering en de doelstellingen. De school organiseert jaarlijks een speciale voorlichtingsavond voor studenten en hun ouders / verzorgers, waar informatie wordt verstrekt met betrekking tot een internationale BPV. Deze avond wordt dan meestal in de loop van oktober gepland. Indien er interesse is in een internationale BPV, wordt sterk aangeraden om op deze voorlichtingsavond aanwezig te zijn. Voor landen binnen de Europese Unie is het mogelijk een Europass Mobility document te verkrijgen. Hieraan is een subsidie gekoppeld vanuit het Europese Leonardo Da Vinci fonds. Voor landen buiten de Europese Unie is er eveneens, zij het een veel bescheidener, vergoeding beschikbaar vanuit het ROC West-Brabant. Informatie hierover kun je alvast vinden op http://www.rocabroad.nl

22

Page 23: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

De student moet de opdrachten vooraf met de praktijkopleider doornemen.

B. RELATIE SCHOOL / ONDERWIJS EN BEDRIJF

1. Begeleiding, verantwoordelijkheid en procedures Begeleiding door school Deze kan worden onderverdeeld in twee componenten: onderwijsinhoudelijke begeleiding en persoonlijke begeleiding. Onderwijsinhoudelijke begeleiding. Hierbij zijn diverse docenten betrokken. Zij zorgen voor de terugkoppeling van BPV-opdrachten naar de theorie. Persoonlijke begeleiding. De persoonlijke begeleiding berust bij de BPV-begeleiders. Deze personen vormen de schakel tussen het BPV-bedrijf en de school en staan in nauw contact met de SLBer Verantwoordelijkheid voor kwaliteit De school is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het leerproces. Tijdens de beroepspraktijkvorming neemt het BPV-bedrijf een groot deel van de verantwoordelijkheid van de school over. Het bedrijf heeft immers meer invloed op de leermogelijkheden van de student. In laatste instantie bepaalt men zelf in hoeverre er gebruik gemaakt worden van de leermogelijkheden die worden geboden. De student is namelijk ook zelf verantwoordelijk voor het eigen leren. Natuurlijk moet de praktijkopleider van te voren op de hoogte gesteld worden welke opdrachten de komende periode moeten worden uitgevoerd. Procedure bij problemen en conflicten Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming licht de student de BPV-begeleider in. Deze probeert in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen. Als de student vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan hij zich – al dan niet in overleg met de BPV-begeleider – wenden tot de trajectbegeleider en/of vertrouwenspersoon van de vestiging. Als een student op het BPV-bedrijf wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld, heeft hij het recht de werkzaamheden onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit een reden is voor een slechte beoordeling. Bovendien moet hij dit voorval zo spoedig mogelijk melden bij de BPV-begeleider en/of de vertrouwenspersoon van school.

23

Page 24: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

“Weet u zeker dat ik voldoende ben verzekerd?”

Praktijkovereenkomst Ruim voor de geplande BPV-periode moet een praktijkovereenkomst (POK) worden ondertekend. Dit formulier wordt in drievoud door de school verstrekt. Een voorbeeld van zo’n formulier is als bijlage I opgenomen. Elke partij (student, praktijkopleider en school) krijgt een exemplaar van het ondertekende formulier. De POK moet getekend en ingeleverd zijn bij aanvang van de BPV periode Afdrachtvermindering onderwijs is vervallen per 1 januari 2014 De afdrachtvermindering onderwijs is met ingang van 1 januari 2014 afgeschaft. Vanaf dat moment geldt een nieuwe regeling: de Subsidieregeling Praktijkleren. Wij controleren echter nog steeds of de afdrachtvermindering onderwijs sinds 2008 goed is toegepast. Subsidieregeling Praktijkleren Vanaf 1 januari 2014 is de afdrachtvermindering onderwijs vervangen door de Subsidieregeling Praktijkleren. Deze regeling wordt uitgevoerd door Agentschap NL. De subsidie is een tegemoetkoming voor een werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Ook is de subsidie een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). Wilt u meer weten? Lees dan meer over de Subsidieregeling Praktijkleren en de voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen. Bron: Informatie hierover is te vinden op: http://www.belastingdienst.nl

2. Verzekeringen en aansprakelijkheid tijdens de beroepspraktijkvorming Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de tekst die opgenomen is op de portal van ROC WB. Deze is te vinden op: http://www.rocwb.nl/upload/documenten/1/regelingen%20voor%20leerlingen%20en%20studenten//Praktijkovereenkomst%20Beroepsonderwijs%202014.pdf

24

Page 25: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

C. STUDIEFINANCIERING Studiefinanciering en jouw opleiding Lees alle informatie op de site van http://www.duo.nl/particulieren/mbo-er/default.asp

D. RICHTLIJNEN VOOR OPDRACHTEN EN VERSLAGEN (bestemd voor de student) Tijdens de beroepspraktijkvorming kunnen er opdrachten en/of verslagen uitgewerkt moeten worden.

1. BPV-opdrachten In veel leerarrangementen zijn BPV- / ervaringsopdrachten opgenomen. Deze opdrachten worden gemaakt en ingeleverd volgens een met de docent afgesproken schema. In de opdracht staat ook vermeld of deze beoordeeld en / of ondertekend moet zijn door de BPV- begeleider. Deze opdrachten worden ruim van te voren opgegeven. De opdrachten bereid je eerst zelf goed voor. Door goede waarnemingen te doen kun je vaak vooraf al veel uitwerken. Voor zaken die je wilt bespreken met je praktijkopleider, maak je tijdig een afspraak. Bewaar alle gemaakte opdrachten in je BPV-map. Maak je de opdrachten digitaal, denk er dan ook aan dat je tijdens het maken van (grote) opdrachten regelmatig een back-up maakt, zodat je bij het crashen van de computer niet alles direct kwijt bent. Na inleveren van je opdracht deze back-up ook niet direct verwijderen, maar bewaar hem voor de zekerheid nog tot je jouw beoordeling terug krijgt.

2. Registratie beroepshandelingen, vaardigheden en competenties In de beroepspraktijkvorming wordt veel aandacht besteed aan beroepshandelingen. Deze beroepshandelingen en competenties sluiten nauw aan bij de eisen die door de verschillende opleidingen gevraagd worden. Tijdens je opleiding is het mogelijk dat jij door de docenten van jouw opleiding gevraagd wordt om deze registratie bij te houden.

3. Overige opdrachten tijdens een BPV-periode Tijdens een BPV-periode kan je gevraagd zijn een uitgebreid verslag / onderzoek van het bedrijf en haar activiteiten te maken. Mogelijk heb je richtlijnen ontvangen om deze op-dracht(en) te maken. Anders kun je gebruik maken van onderstaande algemene regels. Maak je de opdrachten digitaal, denk er dan ook aan dat je tijdens het maken van (grote) opdrachten regelmatig een back-up maakt, zodat je bij het crashen van de computer niet alles direct kwijt bent. Na inleveren van je opdracht deze back-up ook niet direct verwijderen, maar bewaar het voor de zekerheid nog tot je jouw beoordeling terug krijgt. Algemene regels verslag / onderzoek A De vorm.

* Het verslag wordt digitaal gemaakt en is uit te printen op A4-papier. * Het verslag wordt voorzien van een omslag met titel en naam van de student(en), klas, naam van het bedrijf, datum en naam van de docent. * De uitgewerkte opdracht dient aangeboden te worden als goed gebonden document of in een deugdelijke snelhechter of map. De docent zal aangeven in welke vorm dit moet gebeuren. Dit kan ook digitaal zijn, maar altijd in overleg met de docent.

25

Page 26: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

B Inhoud. Inhoudelijk is een document / uitgewerkte opdracht / verslag logisch opgebouwd. Welke onderdelen aan bod dienen te komen is afhankelijk van het bedrijf en de bedrijfstak. In het algemeen gesproken kan het opgebouwd zijn volgens onderstaande opzet. 1. Titelpagina 2. Inhoudsopgave 3. Voorwoord Inleiding 4. 5. Algemene gegevens over het bedrijf, inclusief plattegrond of situatieschets 6. Toerusting van het bedrijf 7. Eigen verrichte werkzaamheden en evaluatie 8. Vakspecifieke gegevens 9. Toekomstbeeld van bedrijf 10. Eigen mening of conclusie 11. Bronvermelding 12. Bijlagen

Bepaalde onderdelen van het verslag kunnen soms worden uitgebreid met vakliteratuur. Deze naslagwerken dienen als bron te worden vermeld. Het verslag wordt inhoudelijk beoordeeld aan de hand van een aantal criteria. Dit kan één of meerdere personen (denk aan docent van de opleiding en/of praktijkopleider en/of vakdocent) gedaan worden. Vraag aan je BPV-begeleider hiervan een voorbeeld.

26

Page 27: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

C Verzorging Aan het verslag worden ook eisen gesteld voor wat betreft de verzorging. Zo zal gelet worden op de vormgeving en de technische verzorging. Je moet hierbij denken aan de volgende onderdelen. 1. Titelpagina

Dit is de eerste pagina na de omslag. Hierop staan aangegeven de naam en het adres van het BPV-bedrijf, de naam van de deelnemer, lesgroep, BPV-periode, datum, e.d. De pagina is verder te verfraaien met een foto, sierletters, kaders en dergelijke.

2. Inhoudsopgave met paginanummering Deze zijn nauw met elkaar verbonden. De inhoudsopgave geeft de hoofdstuk- en paragraafindeling aan. Vermeld alleen het paginanummer van de beginpagina’s van het hoofdstuk of paragraaf. In de indeling mag je niet verder gaan dan sub-paragrafen. Zorg voor een duidelijke nummering van de pagina’s.

3. Illustraties en tekeningen Een verslag wint aan duidelijkheid wanneer er tekeningen, afbeeldingen, foto’s en dergelijke in voorkomen. Deze moeten natuurlijk wel functioneel zijn. De illustraties vragen ook om onderschriften. Overdrijf daarbij niet, maak er bijvoorbeeld geen fotoalbum van.

4. Eigen mening Deze mag niet ontbreken. Maak voor jezelf een lijstje, waarop je goede en minder goede punten noteert voordat je je eigen mening weergeeft. Op deze manier voorkom je dat het een nietszeggende evaluatie wordt. Kritiek geven met een goede motivatie daarbij mag best. Wees daarbij echter wel voorzichtig.

5. Bronvermelding Als je je uitgewerkte document theoretisch hebt uitgebreid, vermeld je geraadpleegde literatuur. Op zijn minst mag worden verwacht dat je een goed woordenboek hebt gebruikt.

6. Bladspiegel en leesbaarheid Normaal is een marge van 2,50 cm rondom. Zorg bij het tekstverwerken ervoor dat je kiest voor een duidelijk leesbaar lettertype dat niet te groot en niet te klein is (bijvoorbeeld Arial 11 pts). De hoofdstukindeling moet goed opvallen. Dit kan door een groter of afwijkend lettertype of een andere kleur te kiezen. Een nieuw hoofdstuk begint altijd op een nieuwe pagina. Elk hoofdstuk kan onderverdeeld zijn in paragrafen. De tekst is verder onderverdeeld in alinea’s.

7. Bijlagen Folders, kleine fotoseries, schema’s, en dergelijke die ter verduidelijking dienen, horen niet midden in het document thuis. Neem ze achterin op als aparte bijlagen. De bijlagen staan uiteraard ook in de inhoudsopgave vermeld. Alleen bijlagen toevoegen waar in de tekst naar verwezen wordt.

8. Spelling De spelling van de werkwoordsvormen geeft meestal de grootste problemen. Vooral de spelling van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord bij de zogenaamde d- of t-werkwoorden. Spellingregels kun je vinden in de Herziene Woordenlijst Neder-landse Taal ofwel het ‘Groene Boekje’. Bij gebruik van een tekstverwerkingsprogramma kun je uiteraard ook gebruik maken van de spellingscontrole.

9. Typefouten en zinsbouw Varieer in zinsbouw en maak de zinnen niet te lang. Lange zinnen lopen vaak fout omdat het overzicht verloren gaat. Ook typefouten staan slordig. Ze verminderen eveneens de leesbaarheid. Lees daarom zelf je werk eerst kritisch door of laat dit door een huisgenoot doen.

27

Page 28: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

D Aanvullende richtlijnen Het document moet individueel zijn samengesteld. Wacht niet met het samenstellen van je verslag. Meerdere hoofdstukken kunnen al spoedig in het klad worden gemaakt. Begin daarom meteen met het verzamelen van gegevens en ontwerp vrij snel een opzet voor je verslag. Je kunt dan gericht werken.

Vakspecifieke gegevens Elke afdeling zal hiernaast nog instructies verstrekken omtrent de vakspecifieke gegevens die opgenomen dienen te worden in het verslag. Inleveren van de uitgewerkte opdracht Het is verstandig altijd eerst een concept van je verslagen of opdrachten te maken en deze voor te leggen aan je BPV-verlener.

E. IT’S LEARNING It’s learning is een digitale leeromgeving waarin studenten hun opleiding volgen. Zij zullen binnen de aangeboden geïntegreerde leerarrangementen informatie, bestanden, lesstof, BPV-opdrachten, opdrachten en toetsen vinden. Daarnaast kan de student hierin de resultaten inzien.

F. DE PROEVE VAN BEKWAAMHEID (PvB) 1.1 Inleiding Wat is nu een PvB, hoe is een PvB ontstaan en hoe is een PvB opgebouwd? 1.2 Wat is dit nu? De Proeve van Bekwaamheid is een toets om vast te stellen of de student de kennis, vaar-digheden en houding heeft om zijn toekomstige beroep te kunnen uitoefenen. De proeve vindt plaats in de beroepspraktijk of andere authentieke situatie en wordt op niveau 3 en 4 afgesloten met een criterium gericht interview (CGI) In dit gesprek komt het verloop aan de orde. Ook de keuzes die de student heeft gemaakt worden hierbij besproken. 1.3 Niets nieuw, wel anders De Proeve van Bekwaamheid vindt zijn oorsprong in de late Middeleeuwen. Om een ambacht te leren ging men als leerling in dienst bij een meester en werd men lid van een gilde. Als deze leerling zich na een aantal jaren een waardig lid van het gilde had getoond, ging deze als gezel nauw samenwerken met de meester. De meester was verplicht om alles wat hij wist van het vak te leren aan de gezel. Een gezel kon, door een meesterproef (Proeve van Bekwaamheid) af te leggen, aantonen dat hij vakbekwaam was. Zo werd de gezel zelf een meester en kon zich als zodanig vestigen. 1.4 Eisen aan de PvB De proeve van bekwaamheid moet voldoen aan de eisen die de onderwijsinspectie heeft opgesteld. Deze eisen zijn verwerkt in de toets technische eisen. Om de beoordeling van de proeve op een zo betrouwbaar mogelijke manier te laten plaats vinden zijn er deskundige beoordelaars nodig. Deze beoordeelaars noemen we assessoren, en zijn mede verant-woordelijk voor de kwaliteit van de inrichting en de beoordeling van de proeve. Om ervoor te zorgen dat alle assessoren dit kunnen, worden assessoren getraind.

28

Page 29: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Binnen het Prinsentuin College onderscheiden we:

• gecertificeerde assessoren, dit zijn de beoordelaars van de onderwijsinstelling • gecertificeerde co-assessoren , dit zijn mensen uit het bedrijfsleven die gecertificeerd zijn.

Opm.: zij kunnen niet als assessor ingezet worden. • geschoolde co-assessoren, mensen uit het bedrijfsleven die deze scholing hebben gevolgd • geïnstrueerde co-assessoren, mensen uit het bedrijfsleven die voorafgaande aan een PvB

een instructie krijgen De wijze van beoordeling is van belang bij een Proeve van Bekwaamheid. Vele vormen van een Proeve van Bekwaamheid vragen om een grote inspanning van zowel de kandidaat als de beoordelaar. Zo heeft de Proeve van Bekwaamheid als kenmerk niet exclusief gericht te zijn op het product, maar gericht te zijn op het product en het proces waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn. Een toelichting op de gemaakte keuzes is een onderdeel van de Proeve van Bekwaamheid. In het kader van de betrouwbaarheid van de beoordelingen wordt daarom gebruik gemaakt van twee beoordelaars, de assessor en de co-assessor, die onafhankelijk van elkaar worden ingezet. Het Prinsentuin College streeft ernaar om zoveel mogelijk assessoren in te zetten die geen rol hebben gespeeld in de begeleiding van de deelnemer in het schooljaar van de afname PvB. 1.5 Opbouw van een PvB Een proeve is altijd opgebouwd uit de volgende onderdelen:

• Inleiding, met hierin beschreven het doel van een PvB en de inrichting van de PvB • Beschrijving van de kerntaken en de werkprocessen • Het doel van de proeve en de beschrijving van de kritische beroepssituatie • De toetstechnische eisen: is een toelichting op de afname, de duur van de proeve, eisen aan

de examensituatie, hoe de beoordeling tot stand komt en mogelijk bijzonderheden • Een beoordelingsformulier per werkproces • Een oordeel van de kerntaken (samenvatting van de werkprocessen) • Een verklaring uitvoering proeve van bekwaamheid en resultaat van de proeve

Als geschoolde co-assessor zult u hoogstwaarschijnlijk alleen in contact komen met de laatste 3 genoemde punten.

G. OnStage OnStage is een digitaal programma waarbinnen de deelnemers hun BPV-bedrijven passend binnen hun opleiding kunnen vinden. Alle bedrijven - erkend door het kenniscentrum van S-BB zijn hierin opgenomen. Hoe kom ik aan een nieuw en erkend BPV-bedrijf? Het zoeken van een passende stageplaats Een gedeelte van je opleiding op het MBO bestaat uit het lopen van stage, bij ons op school BPV (= BeroepsPraktijkVorming) genoemd. Om een geschikte stageplaats te vinden is het nodig dat het bedrijf van je keuze geaccrediteerd (=erkend) is door een kenniscentrum. Op http://scholen.stagemarkt.nl kun je alle geaccrediteerde bedrijven vinden. Hoe ga je nu een passend BPV-bedrijf zoeken? Bedrijven die erkend zijn kun je vinden op www.stagemarkt.nl. Daarna klik je op ‘Voor scholen’.

29

Page 30: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Dan krijg je dit venster:

Bij crebonummer vul je het nummer van je opleiding in. Het crebonummer is het nummer van jouw opleiding. Je vindt de nummers terug achterin dit document.

30

Page 31: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Bij ‘Beroep/opleiding’ kun je ook nog de naam van je opleiding invullen, bijv Dierverzorging. Bij Plaats/provincie/land kun je aangeven waar je een stage zoekt. Klik op ‘Zoek in de buurt’.

Als je nu op ‘zoeken’ drukt krijg je alle bedrijven te zien bij jou in de omgeving, die geregistreerd zijn voor jouw opleiding en waar je dus stage zou kunnen gaan lopen. Om erachter te komen of er in de BPV-periode waarin jij stage gaat lopen ook plaats voor jou is op het bedrijf, neem je contact op met dit bedrijf. Vraag naar de BPV-begeleider en overleg of ze een stageplaats voor je hebben in de periode van jouw stage. Je laat het gegevensformulier ondertekenen door je stagebegeleider. Het is de bedoeling dat je, ruim voordat je stageperiode begint, al een stagebedrijf hebt gevonden.

31

Page 32: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Wij adviseren altijd om vooraf een dagje mee te gaan lopen op het bedrijf waar je wilt gaan stage lopen. Dan krijg je een betere indruk van de werkzaamheden en de mensen die op dit bedrijf werken, en is de kans kleiner dat je later voor een teleurstelling komt te staan. Als alles in orde is en je BPV-docent op school vindt het door jou gevonden bedrijf geschikt voor jou, krijg je een definitieve “GO”. Hierna zet je het bedrijf in OnStage en kan er een praktijkovereenkomst (POK) aangemaakt worden. Let op: een POK is een officieel document, waarin de afspraken voor je stage vastgelegd worden. Dit betekent dat het per se nodig is dat deze POK getekend is door alle partijen (school, je BPV-begeleider en jezelf of een van je ouders) én ingeleverd is op school vóórdat je stage begint. Geen ondertekende, ingeleverde POK? Dan kun je dus nog niet op stage! Stel, je hebt een leuk stagebedrijf gevonden, maar het is (nog) niet geaccrediteerd voor jouw opleiding: in dat geval vraag je aan het bedrijf of zij deze accreditatie aan willen vragen of vraag je de BPV-coördinator van jouw afdeling om dit voor jou te doen. Het kan enige tijd duren voordat de accreditatie wordt verleend. Het is dus van belang om hier op tijd mee te beginnen. Want nogmaals: is het bedrijf niet geaccrediteerd, dan

- Mag je niet starten met je BPV - Tellen de uren die je er werkt niet mee voor je urenlijst en dus niet voor je diploma - Ben je niet verzekerd

Mochten er nog vragen zijn dan kun je altijd de school nog bellen (076-5723939) of mailen naar een van de BPV-coördinatoren: Team Groen: [email protected] Team Agro en Food: [email protected] Team Dier: [email protected]

32

Page 33: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Crebonr Niveau Kwalificaties 2014-2015 Kwalificatie vanaf 2015 (BKS) Crebonr Dossiernaam BKS 97473 1 Assistent natuur en groen Assistent plant of (groene) leefomgeving 25258 Entree 97474 1 Assistent plantenteelt Assistent plant of (groene) leefomgeving 25258 Entree 97420 2 Medewerker bloembinden Medewerker bloem, groen en styling 25443 Bloem, groen en styling 97430 3 Vakbekwaam medewerker bloembinden Vakbekwaam medewerker bloem, groen en styling 25444 Bloem, groen en styling 97440 4 Manager bloembinden Bedrijfsleider/ondernemer bloem, groen en styling 25442 Bloem, groen en styling 97490 4 Specialist natuur en vormgeving Vakexpert bloem, groen en styling 25445 Bloem, groen en styling

97660 2 Medewerker teelt Medewerker teelt 25431 Agro productie, handel en technologie 97670 3 Vakbekwaam medewerker teelt Vakbekwaam medewerker teelt 25435 Agro productie, handel en technologie 97681 4 Manager teelt Vakexpert teelt en groene technologie 25440 Agro productie, handel en technologie

97330 2 Medewerker dierverzorging Medewerker veehouderij 25432 Agro productie, handel en technologie 97702 3 Dierverzorger hokdieren Vakbekwaam medewerker veehouderij 25436 Agro productie, handel en technologie 97703 3 Dierverzorger melkvee Vakbekwaam medewerker veehouderij 25436 Agro productie, handel en technologie 97712 4 Dierenhouder hokdieren Vakexpert veehouderij 25441 Agro productie, handel en technologie 97713 4 Melkveehouder Vakexpert veehouderij 25441 Agro productie, handel en technologie 97140 2 Medewerker gemechaniseerd loonbedrijf Medewerker agrarisch loonwerk 25429 Agro productie, handel en technologie 97150 3 Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonbedrijf Vakbewaam medewerker agrarisch loonwerk 25433 Agro productie, handel en technologie 97473 1 Assistent natuur en groen Assistent groene leefomgeving 25258 Groene ruimte 97531 2 Medewerker buitenruimte Medewerker hovenier 25452 Groene ruimte 97531 2 Medewerker buitenruimte Medewerker groen en cultuurtechniek 25451 Groene ruimte 97253 3 Vakbekwaam hovenier Vakbekwaam hovenier 25455 Groene ruimte 97252 3 Vakbekwaam medewerker groenvoorziening Vakbewaam medewerker groen en cultuurtechniek 25456 Groene ruimte 97090 4 Manager natuur en recreatie Opzichter uitvoerder groene ruimte 97090 Groene ruimte

33

Page 34: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

97330 2 Medewerker dierverzorging Medewerker dierverzorging 25448 Dierverzorging 97720 3 Dierverzorger recreatiedieren Vakbekwaam medewerker dierverzorging 25450 Dierverzorging 97730 4 Ondernemer/manager recreatiedieren Bedrijfsleider dierverzorging 25446 Dierverzorging 97590 4 Dierenartsassistent paraveterinair Dierenartsassistent paraveterinair 25447 Dierverzorging 97371 4 Toezichthouder milieu en ruimte Milieu-inspecteur 25458 Milieu-onderzoek en -inspectie 97372 4 Milieufunctionaris Milieu-onderzoeker 25459 Milieu-onderzoek en -inspectie 97220 2 Begeleider paardensport Medewerker dierverzorging 25448 Dierverzorging 97230 3 Instructeur paardensport III Vakbekwaam medewerker paardensport en -houderij 25470 Paardensport en -houderij

34

Page 35: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

BIJLAGEN I Voorbeeld van een originele praktijkovereenkomst (POK) * II Voorbeeld van een kwalitatieve beoordeling BPV III Voorbeeld van een kwantitatieve beoordeling BPV

35

Page 36: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Bijlage I Format praktijkovereenkomst (POK)

36

Page 37: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

37

Page 38: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

38

Page 39: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

39

Page 40: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

40

Page 41: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

41

Page 42: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

42

Page 43: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Bijlage II Format kwalitatieve beoordeling BPV Beoordeling BPV periode (kwalitatieve beoordeling)

Naam student:

Klas: OV nummer:

Naam BPV bedrijf :

Plaats BPV bedrijf :

BPV-periode: Datum: t/m

Ruimte voor aantekeningen BPV docent en paraaf BPV docent Onderstaande items zijn van toepassing op het algeheel functioneren en de uitvoering van de werkprocessen van de student binnen het BPV bedrijf. COMMUNICATIE Mondelinge en schriftelijke vaardigheden

- Formuleert helder en duidelijk mondeling en /of schriftelijk

- Heeft een positieve non-verbale communicatie

- Kan presentaties / werkzaamheden mondeling / schriftelijk goed verwoorden

Verantwoording:

Tussenbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verantwoording:

Eindbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

43

Page 44: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Omgaan met personen en problemen

- Kan luisteren en laat anderen uitspreken - Durft vragen te stellen - Geeft blijk van interesse voor andere gesprekspartners - Heeft een positief kritische instelling - Kan problemen bespreekbaar maken - Kan omgaan met kritiek

Verantwoording:

Tussenbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verantwoording:

Eindbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

HOUDING Houding naar collega’s, omgeving, mens en dier

- Kan samenwerken en overleggen - Is collegiaal - Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang - Heeft respect voor de mensen om hem / haar heen - Heeft respect voor materialen en / of dieren - Kent de geldende milieuaspecten binnen het bedrijf

Verantwoording:

Tussenbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verantwoording:

Eindbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

44

Page 45: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Houding naar klant en / of publiek

- Heeft een open houding en is klantvriendelijk - Kan concessies doen - Kan omgaan met druk en / of tegenslag - Kan omgaan met veranderingen en aanpassingen - Heeft controle op eigen werk - Heeft verantwoordelijkheidsgevoel

Verantwoording:

Tussenbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verantwoording:

Eindbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

Uitstraling en ambitie

- Is representatief voor het vakgebied en toont professionaliteit passend binnen het beroepenveld

- Is ondernemend (initiatief nemen, ideeën aandragen, werk zien) - Toont enthousiasme, gedrevenheid en ambitie - Is bereid om te leren - Kan plannen binnen de opgedragen werkzaamheden - Heeft technisch en / of creatief inzicht

Verantwoording:

Tussenbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verantwoording:

Eindbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

45

Page 46: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

WERKPROCESSEN

Voorkomende werkzaamheden zoals die uitgevoerd worden in het beroepenveld

- Is er voldoende voortgang in competentieontwikkeling m.b.t. de genoemde items die beschreven zijn in de werkprocessen

Verantwoording:

Tussenbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verantwoording:

Eindbeoordeling

Beoordeling (omcirkelen) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

Eindbeoordeling moet voldoende zijn Totaalindruk van de student tijdens de BPV-periode Motivatie

Algeheel functioneren (gemiddelde eindbeoordeling van de 5 items en afronden op een heel cijfer)

Beoordeling (omcirkelen)

1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

Werkprocessen (cijfer van de eindbeoordeling overnemen)

Beoordeling (omcirkelen)

1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10

Ondertekening Tussenbeoordeling Datum:

Student: Praktijkopleider: BPV docent:

Handtekening handtekening handtekening

Ondertekening Eindbeoordeling

Datum:

Student:

Praktijkopleider:

BPV docent:

handtekening handtekening handtekening

46

Page 47: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

Bijlage III Format kwantitatieve beoordeling BPV

47

Page 48: bpv handleiding 2015 Prinsentuin College

48