Bouwknopen invoeren in de EPB-software

17
1 Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 5 Bouwknopen invoeren in de EPB-software Bouwknopen invoeren met de EPB-software 1.5.1 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL ................................................................................................................................................... 1 1. INLEIDING ................................................................................................................................................. 2 2. HET INVOERVENSTER ‘BOUWKNOPENIN DE EPB-SOFTWARE ........................................................................ 2 2.1 Stap 1: selectie van het K-peilvolume ................................................................................... 3 2.2 Stap 2: selectie van de optie voor de inrekening van de bouwknopen ....................... 4 2.3 Stap 3: invoerkeuze waarde bij ontstentenis (WBO) of numeriek voor psi- en chi- waarden ................................................................................................................................................... 5 2.4 Stap 4: invoer van de bouwknoopgegevens ...................................................................... 6 2.4.1 Tabblad voor de lineaire bouwknopen.........................................................................9 2.4.1.1 Invoertabel lineaire bouwknopen....................................................................................... 9 2.4.1.2 Invoer van de begrenzingen van de lineaire bouwknopen .......................................... 11 2.4.2 Tabblad voor de puntbouwknopen ............................................................................14 2.4.2.1 Invoertabel puntbouwknopen .......................................................................................... 14 2.4.2.2 Invoer van de begrenzingen van de puntbouwknopen ............................................... 16 3. AANDACHTSPUNT PUNTBOUWKNOPEN BIJ GEVELDRAGERS ........................................................................ 17

Transcript of Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Page 1: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

1

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 5

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Bouwknopen invoeren

met de EPB-software 1.5.1

Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL ................................................................................................................................................... 1

1. INLEIDING ................................................................................................................................................. 2

2. HET INVOERVENSTER ‘BOUWKNOPEN’ IN DE EPB-SOFTWARE........................................................................ 2

2.1 Stap 1: selectie van het K-peilvolume................................................................................... 3 2.2 Stap 2: selectie van de optie voor de inrekening van de bouwknopen....................... 4 2.3 Stap 3: invoerkeuze waarde bij ontstentenis (WBO) of numeriek voor psi- en chi-waarden ................................................................................................................................................... 5 2.4 Stap 4: invoer van de bouwknoopgegevens...................................................................... 6

2.4.1 Tabblad voor de lineaire bouwknopen.........................................................................9 2.4.1.1 Invoertabel lineaire bouwknopen.......................................................................................9 2.4.1.2 Invoer van de begrenzingen van de lineaire bouwknopen ..........................................11

2.4.2 Tabblad voor de puntbouwknopen ............................................................................14 2.4.2.1 Invoertabel puntbouwknopen ..........................................................................................14 2.4.2.2 Invoer van de begrenzingen van de puntbouwknopen ...............................................16

3. AANDACHTSPUNT PUNTBOUWKNOPEN BIJ GEVELDRAGERS ........................................................................17

Page 2: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

2

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

1. Inleiding

Voor stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd of meldingen gedaan vanaf 1 januari

2011, is het verplicht om de invloed van bouwknopen op de energieprestatie van een gebouw door te rekenen. De berekeningsmethode is beschreven in de bijlage VIII van het Energiebesluit van 19 november 2010.

De invloed van de bouwknopen op het K- en E-peil, de oververhitting en koeling wordt na

het klikken op de ‘Calc’-knop of als u ‘algemeen’ selecteert onder ‘resultaten’, direct

opgenomen in de totale berekening.

Als de aanvraagdatum van de stedenbouwkundige vergunning of de datum van de

melding dateert van voor 01/01/2011, berekent de EPB-software het project zonder rekening te houden met de bouwknopen. Het is ook niet mogelijk om voor die projecten bouwknopen in te voeren.

Het invoeren van bouwknopen met de EPB-softwareversie 1.5.1 wordt hieronder verder

toegelicht.

2. Het invoervenster ‘Bouwknopen’ in de EPB-software

De bouwknopen voert u vanaf de versie 1.5 niet meer in op het niveau van de schildelen. U

voert ze rechtstreeks in onder ‘Projectgegevens’ onder de afzonderlijke rubriek ‘Bouwknopen’.

Als u de rubriek ‘Bouwknopen’ selecteert, verschijnt het detailvenster om de informatie over de bouwknopen in te voeren.

Het detailvenster bevat 2 grote delen:

� een deel met gegevens over de wijze waarop de bouwknopen worden ingevoerd met:

o de aanduiding van het K-peilvolume waarvoor bouwknopen worden

ingevoerd;

o de keuze van de wijze waarop de bouwknopen worden ingerekend (= keuze

van de invoeroptie A2, B of C);

o de keuze voor de invoerwijze van de psi- en chi-waarden;

� en een deel voor de invoer van de bouwknoopgegevens.

Page 3: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

3

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

2.1 Stap 1: selectie van het K-peilvolume

De bouwknoopgegevens worden ingevoerd per K-peilvolume. De namen van alle

aangemaakte K-peilvolumes van het project worden getoond in het afrolmenu.

Via dat afrolmenu kiest u het K-peilvolume waarvoor u de bouwknopen wenst in te voeren.

Als er nog geen K-peilvolume werd aangemaakt, krijgt u de melding ‘er is geen K-peilvolume beschikbaar’.

Venster voor invoergegevens van bouwknopen

Venster voor de keuze van de berekeningswijze bouwknopen

Page 4: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

4

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

2.2 Stap 2: selectie van de optie voor de inrekening van de bouwknopen

Per K-peilvolume kunt u kiezen uit 3 invoeropties (A2, B of C) om bouwknopen in te rekenen.

Het is niet mogelijk om tegelijkertijd meerdere opties per K-peilvolume te selecteren.

Als bij de rubriek ‘Projectgegevens’, subrubriek ‘Dossier’ de datum van de

stedenbouwkundige vergunningsaanvraag nog niet werd ingevuld, staat de optiekeuze standaard op A2.

� Optie A2: invoer volgens de gedetailleerde methode:

Elke bouwknoop (lineaire en puntbouwknoop), dus zowel de EPB-aanvaarde als de niet-EPB-aanvaarde bouwknopen, zijn bij die optie verplicht gedetailleerd in te voeren. De psi-

of chi-waarden zijn exact bepaald op basis van een gevalideerde numerieke berekening of door de waarden bij ontstentenis te gebruiken.

� Optie B: methode van de EPB-aanvaarde bouwknopen:

In die optie wordt een opsplitsing gemaakt tussen EPB-aanvaarde en niet-EPB-aanvaarde

bouwknopen. De niet-EPB-aanvaarde bouwknopen zijn verplicht in te voeren en leiden tot een variabele toeslag op het K-peil van ongeveer 3 K-peilpunten.

Het is niet verplicht om de EPB-aanvaarde bouwknopen in te voeren. Het is wel

toegestaan om de EPB-aanvaarde lineaire bouwknopen waarvan de psi-waarde kleiner is dan de psi-limietwaarde, in te voeren. Die leiden tot een vermindering van de K-peiltoeslag.

Als voor optie B wordt gekozen, maar er worden geen bouwknopen ingevuld, wil dat

zeggen dat het project enkel over EPB-aanvaarde bouwknopen beschikt.

Page 5: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

5

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

� Optie C: methode van een forfaitaire toeslag:

Bij die optie worden geen bouwknopen ingevoerd.

De keuze voor die optie betekent dat de ontwerper of uitvoerder onvoldoende tot geen

aandacht heeft geschonken aan het realiseren van EPB-aanvaarde bouwknopen. Er wordt een forfaitaire toeslag van maximaal 10 K-peilpunten aangerekend.

Als u wijzigt van de ene optie naar de andere en er zijn geen gecombineerde bouwknopen

ingevoerd, dan blijven de ingevoerde bouwknoopgegevens van alle bouwknopen standaard behouden.

Opgelet! Bij het wisselen van optie A naar B en omgekeerd is dat bij gecombineerde

bouwknopen niet het geval: de psi-limietwaarde wordt gewist en moet opnieuw aangevuld

worden.

2.3 Stap 3: invoerkeuze waarde bij ontstentenis (WBO) of numeriek voor psi- en chi-waarden

De psi- en chi-waarden van bouwknopen kunnen:

� ofwel worden bepaald door gebruik te maken van de waarde bij ontstentenis die per

type bouwknoop door de EPB-software wordt berekend;

� ofwel numeriek worden bepaald met behulp van een extern te maken gevalideerde

numerieke berekening.

De keuzemogelijkheid ‘enkel rekenen met waarden bij ontstentenis’ staat standaard

geselecteerd. In dat geval wordt elke psi- of chi-waarde die ingevoerd wordt in de tabbladen van de bouwknopen door de EPB-software berekend met de waarde bij ontstentenis (WBO) voor die bouwknoop.

Als wordt gekozen voor ‘zowel rekenen met numerieke waarden als met waarden bij

ontstentenis’, moet elke psi- of chi-waarde die ingevoerd wordt in de tabbladen van de bouwknopen exact berekend zijn aan de hand van een gevalideerde numerieke

berekening. Als dat niet het geval is, moet u verplicht de waarde bij ontstentenis gebruiken.

De numeriek berekende waarden moeten altijd worden gestaafd. Dat wordt aangegeven

met een pop-up-venster.

De knop ‘D’ wordt actief als die keuze wordt aangevinkt. Als op de knop ‘D’ van ‘Directe

invoer’ wordt geklikt, kunt u de informatie over het stavingsstuk invullen.

Page 6: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

6

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

De keuzemogelijkheid ‘voor het geselecteerde K-peil zijn er gecombineerde bouwknopen’

vinkt u aan als een combinatie optreedt van meerdere types lineaire bouwknopen waarvan de afzonderlijke typologieën moeilijk op te splitsen zijn, en u die als 1 bouwknoop invoert.

Dit komt voor bij terrassen tussen twee appartementen waarbij de toegangsdeuren tot de

terrassen boven elkaar gelegen zijn. De dorpelaansluiting van het bovenste appartement, de terrasaansluiting en de deuraansluiting van het onderliggende appartement mogen samengenomen worden tot 1 bouwknoop die numeriek wordt berekend.

U mag voor een gecombineerde bouwknoop:

• ofwel elke samenstellende bouwknoop afzonderlijk invoeren. Dan is er geen sprake van een gecombineerde bouwknoop. U mag die keuzemogelijkheid dan niet aanvinken;

• ofwel één totale waarde bij ontstentenis bepalen. Die waarde is gelijk aan de som

van de waarden bij ontstentenis van de afzonderlijke typologieën die u als 1 bouwknoop beschouwt. De totale waarde bij ontstentenis en de psi-limietwaarden

worden niet automatisch berekend door de EPB-software, maar moeten elk manueel worden ingevoerd als een ‘numeriek berekende waarde’;

• ofwel een psi-waarde voor de gecombineerde bouwknoop berekenen aan de hand van een gevalideerde numerieke berekening.

De bekomen psi-waarde voor de gecombineerde bouwknoop in zijn geheel voert u dus altijd in als een numerieke waarde. De externe berekening is een verplicht stavingsstuk.

De keuze voor gecombineerde bouwknopen mag u enkel selecteren als u opteert om de

samenstellende bouwknopen niet afzonderlijk in te voeren. Voor de invoer van de psi- en chi-waarden kan dan enkel worden gekozen voor ‘rekenen met een numerieke waarde’.

2.4 Stap 4: invoer van de bouwknoopgegevens

Er zijn twee types bouwknopen: lineaire bouwknopen en puntbouwknopen.

Voor elk type bouwknoop is er een apart tabblad voor de invoer van de gegevens.

Het tabblad voor de invoer van de gegevens over ‘lineaire bouwknopen’ staat standaard actief.

Page 7: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

7

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Elk tabblad bestaat uit twee delen:

� het bovenste deel is een tabel om de karakteristieken per bouwknoop in te voeren;

� het onderste deel bevat de invoervelden voor gegevens over het aantal en de aard van

de begrenzingen per bouwknoop.

In het actieve tabblad kunt u een invoerregel voor de gegevens van de bouwknoop

aanmaken door op de knop ‘bouwknoop toevoegen’ te klikken.

Er wordt dan een invoerregel actief (blauw opgelicht) in de invoertabel met een aantal

vooraf ingevulde velden (naam en nr. van de bouwknoop) en een aantal lege (nog in te vullen) velden.

Door de verticale scrollbalk rechts te verschuiven kunt u ook alle invoervelden in het onderste tabbladdeel (over de begrenzingen van de geselecteerde bouwknoop) zichtbaar maken.

Invoertabel lineaire bouwknopen

Invoervelden van gegevens over de begrenzing per bouwknoop

Page 8: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

8

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Een bouwknoop wordt verwijderd door op de knop ‘bouwknoop verwijderen’ te klikken. De

bouwknoop die actief staat, wordt gewist. De nummering wordt automatisch aangepast.

Een bouwknoop wordt gekopieerd door op de knop ‘bouwknoop kopiëren’ te klikken. De

bouwknoop die op actief staat, wordt gekopieerd en toegevoegd aan de tabel. De naam van de bouwknoop wordt aangepast door ‘kopie van …’ toe te voegen aan de oorspronkelijke naam. De naam van de bouwknoop kan daarna worden gewijzigd.

Het is niet mogelijk om bouwknopen tussen te voegen.

Actieve invoerregel

Invoervelden van de begrenzingen van bouwknoop 2

scrollbalk

Page 9: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

9

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

2.4.1 Tabblad voor de lineaire bouwknopen

2.4.1.1 Invoertabel lineaire bouwknopen

Kolom ‘Nr’:

Elke lineaire bouwknoop krijgt een volgnummer dat automatisch wordt gegenereerd door de EPB-software. Die nummering kunt u niet wijzigen.

Kolom ‘WBO/NUM’:

Als u de keuze ‘zowel rekenen met numerieke waarden als met waarden bij ontstentenis’

selecteert, kunt u via het afrolmenu in de kolom ‘WBO/NUM’ de invoerkeuze vastleggen.

Opgelet!

Als u bij de ‘Keuze voor psi- en chi-waarden’ ‘Enkel rekenen met de waarden bij ontstentenis’

selecteerde, wordt voor elke bouwknoop in de tweede kolom standaard ‘WBO’ ingevuld.

Als u toch een numeriek berekende bouwknoop wenst in te voeren, moet u de keuze ‘zowel

rekenen met numerieke waarden als met waarden bij ontstentenis’ selecteren.

Kolommen ‘Naam’ en ‘Type bouwknoop’:

De naam van de bouwknoop kunt u vrij kiezen, maar het is belangrijk dat de naam duidelijk

en eenduidig is. De naam moet toelaten de bouwknoop te identificeren op de plannen.

Daar wordt het type bouwknoop bepaald dat de psi-limietwaarde vastlegt volgens tabel 1

van bijlage VIII. Omdat de tabel onmogelijk integraal kon worden overgenomen in de EPB-software, worden afkortingen gebruikt om de bouwknooptypes aan te duiden.

Aan de lijst van de verkorte benamingen van de verschillende bouwknooptypes van tabel 1

uit bijlage VIII wordt ook het type ‘gecombineerde bouwknoop’ toegevoegd. Die keuze is enkel beschikbaar als ‘er worden gecombineerde bouwknopen ingevoerd’ staat

geselecteerd. Die bouwknopen kunnen enkel worden ingevoerd als gekozen wordt voor ‘rekenen met een numerieke waarde’.

Page 10: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

10

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Kolom ‘Type onderbreking’:

Het invulvak ‘type onderbreking’ is enkel actief als u koos voor de invoer van de psi-waarde met de waarde bij ontstentenis.

Daar wordt het type onderbreking van de isolatielaag bepaald dat de waarde bij ontstentenis vastlegt volgens tabel 2 van bijlage VIII. Omdat de tabel onmogelijk integraal

kon worden overgenomen in de EPB-software, worden afkortingen gebruikt.

Kolom ‘Psi’:

Als in kolom 2 (WBO/NUM) van de invoertabel voor lineaire bouwknopen ‘WBO’ is ingevuld,

wordt hier door de EPB-software automatisch de psi-waarde bij ontstentenis ingevuld in functie van het type bouwknoop en het type onderbreking van de isolatielaag overeenkomstig tabel 2 van bijlage VIII.

Als in kolom 2 (WBO/NUM) van de invoertabel voor lineaire bouwknopen ‘NUM’ is ingevuld, moet in de derde laatste kolom de numeriek berekende psi-waarde worden ingevuld. Het

invulvak ‘type onderbreking’ en ‘psi lim’ zijn enkel nodig om de waarden bij ontstentenis te bepalen en kunnen niet worden ingevuld. Het invoerveld is inactief.

Kolom ‘Psi lim’:

Deze kolom is enkel actief als bij optie B gecombineerde bouwknopen ingevoerd worden.

WBO en psi lim bepaald door de EPB-software

Invoer van een numeriek bepaalde waarde

Page 11: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

11

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Voor elke gecombineerde bouwknoop wordt manueel een psi-limietwaarde voor de

gecombineerde bouwknoop berekend en ingevoerd. Deze handmatig berekende psi-limietwaarde voor een gecombineerde bouwknoop stemt overeen met de som van de psi-limietwaarden van de samenstellende bouwknopen. De bepaling van de psi-limietwaarde is noodzakelijk om de invloed van de bouwknoop op het forfaitaire toeslaggedeelte correct in te rekenen. De handmatige berekening maakt deel uit van het stavingsstuk.

Wanneer in het geval van optie B gekozen wordt voor de invoer van gecombineerde

bouwknopen, kiest men in de kolom ‘type bouwknoop’ voor ‘gecombineerde bouwknopen’. De numeriek berekende psi-waarde voor de gecombineerde bouwknoop en de manueel

bepaalde psi-limietwaarde kunnen ingevoerd worden in de actieve veldjes van de respectievelijke kolommen. Enkel bij gecombineerde bouwknopen is het mogelijk een psi-limietwaarde in te voeren.

Wanneer gecombineerde bouwknopen ingevoerd worden bij optie A2 wordt de kolom ‘psi lim’ niet actief omdat er bij deze optie geen psi-limietwaarden nodig zijn.

Kolom ‘Lengte’:

In de laatste kolom wordt de lengte van de bouwknoop ingevoerd in m.

2.4.1.2 Invoer van de begrenzingen van de lineaire bouwknopen

Per bouwknoop in de invoertabel bovenaan, moet u de gegevens van de begrenzingen van

de bouwknoop invoeren in het onderste deel van het venster.

U selecteert daarvoor de ingevoerde bouwknoop om dan de invoervelden onderaan in de

bouwknooptabel verder aan te vullen.

Page 12: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

12

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Een bouwknoop kan op de scheiding liggen tussen twee of meer K-peilvolumes, al of niet van

hetzelfde project.

Er is altijd minstens 1 K-peilvolume waaraan de bouwknoop grenst, namelijk het beschouwde

volume waarvoor het K-peil wordt berekend. In het invulveld staat dus standaard 1 K-peilvolume ingevuld door de EPB-software. Als de bouwknoop gemeenschappelijk is aan meerdere K-peilvolumes, moet het totaal aantal begrenzende K-peilvolumes worden ingevoerd.

De EPB-software geeft alle namen van de aangemaakte energiesectoren en subdossiers

zonder energiesector (gemeenschappelijke delen, ASB…) van het beschouwde K-peilvolume weer in een overzichtstabel.

Een bouwknoop maakt altijd deel uit van minstens 1 energiesector. Als het K-peilvolume

meerdere energiesectoren bevat, moet dus verplicht minstens 1 energiesector aangevinkt zijn. Als er geen energiesector wordt aangevinkt, zal dat aangeduid worden als ontbrekende

invoer. Als de bouwknoop gemeenschappelijk is aan meer dan 1 energiesector of subdossier

Page 13: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

13

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

zonder energiesector binnen het beschouwde K-peilvolume vinkt u alle energiesectoren of subdossiers aan binnen dat K-peil die de bouwknoop begrenzen.

Per bouwknoop moet u verplicht aanduiden welke omgevingen de bouwknoop begrenzen.

Als de bouwknoop aan de buitenomgeving grenst, selecteert u ‘Ja’.

Omdat de temperatuurreductiefactor naar de buitenomgeving altijd de hoogste waarde

heeft, is een verdere bepaling van eventuele andere begrenzingen (met lagere temperatuurreductiefactoren) niet relevant voor de berekening maar wel voor een correcte situering van de bouwknoop. In dat geval moet u ‘andere begrenzing’ niet meer aanduiden.

Als de bouwknoop niet aan de buitenomgeving grenst, selecteert u ‘Nee’.

In dat geval is het verplicht om alle ‘andere begrenzingen’ van de bouwknoop te selecteren.

Page 14: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

14

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

2.4.2 Tabblad voor de puntbouwknopen

2.4.2.1 Invoertabel puntbouwknopen

Kolom ‘Nr’:

Elke puntbouwknoop krijgt een volgnummer dat automatisch wordt gegenereerd door de EPB-software. Die nummering kunt u niet wijzigen.

Kolom ‘WBO/NUM’:

Als u de keuze ‘zowel rekenen met numerieke waarden als met waarden bij ontstentenis’

selecteert, kunt u via het afrolmenu in de kolom ‘WBO/NUM’ de invoerkeuze vastleggen.

Opgelet!

Als u bij de ‘Keuze voor psi- en chi-waarden’ ‘Enkel rekenen met de waarden bij ontstentenis’

selecteerde, wordt voor elke bouwknoop in de tweede kolom standaard ‘WBO’ ingevuld.

Als u toch een numeriek berekende bouwknoop wenst in te voeren, moet u de keuze ‘zowel

rekenen met numerieke waarden als met waarden bij ontstentenis’ selecteren.

Kolommen ‘Naam’ en ‘Type onderbreking’:

De naam van de bouwknoop kunt u vrij kiezen, maar het is belangrijk dat de naam duidelijk

en eenduidig is. De naam moet toelaten de bouwknoop te identificeren op de plannen.

In de kolom ‘Type onderbreking’ wordt het type onderbreking van de isolatielaag bepaald

dat de waarde bij ontstentenis vastlegt volgens tabel 3 van bijlage VIII. Omdat de tabel onmogelijk integraal kon worden overgenomen in de EPB-software, worden afkortingen gebruikt. Ook voor puntbouwknopen die numeriek werden berekend, selecteert u het

overeenstemmende type onderbreking.

Page 15: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

15

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

Als u voor het type onderbreking ‘onderbreking_metaal’ kiest, is in het invoerveld ‘sectie’

geen invoer noodzakelijk. Het veld wordt inactief. Het invoerveld ‘zijde’ is dan verplicht in te vullen.

Als u voor het type onderbreking ‘onderbreking_niet-metaal’ kiest, is in het invoerveld ‘zijde’

geen invoer noodzakelijk en wordt dat veld inactief. Het invoerveld ‘sectie’ is dan verplicht in te vullen.

Kolom ‘Zijde’:

Het invulvak ‘Zijde’ is enkel actief als u koos voor de invoer van de chi-waarde met de

waarde bij ontstentenis en u als typeonderbreking ‘onderbreking van de isolatielaag door metalen elementen’ vastlegt.

U voert de zijde van het omschreven vierkant in, uitgedrukt in m.

Voorbeeld: ophangpunten voor metselwerkdragers of doorboring van de isolatielaag met

een stalen I-profiel:

Kolom ‘sectie’:

Het invulvak ‘Sectie’ is enkel actief als u koos voor de invoer van de chi-waarde met de waarde bij ontstentenis en u als typeonderbreking ‘onderbreking van de isolatielaag door

andere materialen dan metaal’ vastlegt.

Omschreven vierkant met zijde = 0,10 m

χ = 4,7 * 0,10 + 0,03 *

= 0,50 W/K

* Formule ter info: de EPB-software berekent automatisch op basis van de invoer

4 cm

10 cm

Page 16: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

16

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

U voert de sectie van de doorboring in, uitgedrukt in m².

Voorbeeld: doorboring van de isolatielaag door een betonnen kolom:

Kolom ’Chi’:

Als in kolom 2 (WBO/NUM) van de invoertabel voor puntbouwknopen ‘WBO’ is ingevuld, wordt hier door de EPB-software automatisch de chi-waarde bij ontstentenis ingevuld in

functie van het type onderbreking van de isolatielaag volgens tabel 3 van bijlage VIII.

Als in kolom 2 (WBO/NUM) van de invoertabel voor puntbouwknopen ‘NUM’ is ingevuld,

moet hier de numeriek berekende chi-waarde worden ingevuld. De invulveldjes ‘type onderbreking’, ‘zijde’ en ‘sectie’ zijn niet actief in het geval van een numerieke invoer.

Aantal:

Als een puntbouwknoop meermaals voorkomt in hetzelfde K-peilvolume, vermeldt u het aantal keren dat die bouwknoop voorkomt.

2.4.2.2 Invoer van de begrenzingen van de puntbouwknopen

Per bouwknoop in de invoertabel bovenaan, moet u de gegevens van de begrenzingen van

de bouwknoop invoeren in het onderste deel van het venster. Dat is analoog aan de invoer van de begrenzingen van lineaire bouwknopen (2.4.1.2).

Totale oppervlakte doorboring A = 0.2 * 0.55 =0.11 m2

χ = 3,8 x 0,11 + 0,1 *

= 0,52 W/K

* Formule ter info: de EPB-software berekent automatisch op basis van de invoer

20 cm

55 cm

WBO bepaald door de EPB-software

Invoer van een numeriek bepaalde waarde

Page 17: Bouwknopen invoeren in de EPB-software

17

Annex - Nieuwsbrief 2011, nr. 2

Bouwknopen invoeren in de EPB-software

3. Aandachtspunt puntbouwknopen bij geveldragers

Naar aanleiding van diverse vragen over de behandeling van bouwknopen bij metalen

geveldragers met puntsgewijze ophanging in metaal, neemt het VEA het volgende standpunt in.

Dergelijke ophangsystemen zijn terug te voeren tot eenzelfde principe: een L-profiel voor het

ondersteunen van het gevelmetselwerk. Het L-profiel wordt via een verankeringsysteem in metaal puntsgewijs verbonden met de achterliggende draagbalk of draagconstructie.

Meestal komt dit type puntbouwkno(o)pen voor bij lateien boven vensters of deuren. In dergelijk geval loopt de spouwisolatie door tot op het raamprofiel en zorgt ervoor dat de

metalen geveldrager (het L-profiel) niet rechtstreeks over de volle lengte in contact komt met de binnenomgeving. De spouwisolatie wordt dus puntsgewijs onderbroken door de metalen verankeringen.

Berekeningswijzen:

a) Voor de correcte bepaling van het warmteverlies via deze puntbouwknopen

berekent men de chi-waarde via een gevalideerde numerieke berekening. Het toepassen van gevalideerde numerieke berekeningen geeft meestal voordelige chi-waarden. Sommige fabrikanten van gevelophangsystemen hebben stappen ondernomen om chi-waarden door te rekenen via gevalideerde numerieke

berekeningen.

b) Wanneer het niet mogelijk is om een chi-waarde per verankering numeriek te

bepalen of men ervoor kiest om de chi-waarde niet exact te bepalen kan men gebruik maken van de waarde bij ontstentenis (WBO).

Voor het bepalen van de WBO wordt toegestaan deze bevestigingstypologie

te beschouwen als een lineaire bouwknoop met puntsgewijze doorverbindingen in

metaal (= type 2 in tabel 2 van de bouwknoopbijlage (bijlage VIII bij het Energiebesluit)).

De psi-limietwaarde die moet toegepast worden bij lateien, is die van het type 2

(raam/deuraansluiting) van tabel 1 van diezelfde bouwknoopbijlage.

De WBO hoeft in dit specifiek geval dus niet per puntbouwknoop bepaald te worden.