Booq Magazine
-
Upload
geert-lebens -
Category
Documents
-
view
221 -
download
3
description
Transcript of Booq Magazine
D E S I G N .
L I F E S T Y L E .
I D E N T I T Y.
J U L I / A U G U S T U S 2 0 1 0
DAVID PACHE DIETER RAMS ADOBE CS5INTERVIEW MET EEN
GETALENTEERDE
LOGODESIGNER
DE GELIJKENISSEN
TUSSEN BROWN
EN APPLE
HET NIEUWE DESIGN
SOFTWAREPAKKET
VAN ADOBE
A D O B EC R E ATIV E
S UITE
BOOQ - 01 - 2010 - € 6,95
01NU2,95
E v e n v o o r s t e l l e n . . .
Dylan Fanego Lizanne van Esch Hylke Greidanus Geert Lebens
Wij, Dylan, Lizanne, Hylke en Geert zijn studenten die studeren aan De Eindhovense School, en met plezier. Wij zijn de readactie van dit nieuwe, eigentijdse, life-style magazine! Na weken hard gewerkt te hebben, heeft u het eerste nummer voor u liggen.
Als eerste Dylan, een 23 jarige man die erg van het vak houdt.
In zijn vrije tijd ook veel bezig is met het grafische werk. Dan de
gezellige Lizanne van Esch, 21 jaar en zeer hard bezig haar carriére
op te bouwen. Haar favoriete bezigheden, als ze even niet bezig is
met werk of school, zijn een lekker goed boek lezen, op vakantie
gaan en mode. Dan de 3de van het team, Hylke Greidanus, 18 jaar
en houdt ook van het vak. In haar vrije tijd is ze naast designen
ook bezig met fotograferen en heeft ze haar eigen kleine bedrijfje.
Dan moeten we zeker deze niet vergeten, Geert Lebens en hij is
19 jaar. Hij werkt met liefde en passie aan dit vak. Evenals is hij
veel bezig met design, met name grafisch design, industrieel de-
sign en architectuur. En ter ontspanning doet hij aan wielrennen.
Wat willen we met dit magazine bereiken? Dat was onze eerste
vraag. We willen mensen graag kennis laten maken met design.
Maar ook met lifestyle. En dit dan gecombineerd. Wat ook een
belangrijke rol speelt is dat we creatieven willen inspireren net
als, dat wij door hun geïnspireerd worden.
Kortom, Booq is een leerzaam en een inspirerend magazine, dat
door iedereen gelezen kan worden zolang je met design of eigen
lifestyle bezig bent.
Veel leesplezier!
De Booq redactie.
1
2
3
D AV I D PA C H E
R E V I E W A D O B E C S 5G O O G L E P H O N EI R I S VA N H E R P E NP I C T O G R A P H I C S O N Y A L P H A 5 5 0
P. 4 6P. 6 4
4 61 4 3 6
A D O B E C S 5 S A A B
J U L I / A U G U S T U S 2 0 1 0
D E S I G N P O L I T I E K O R D E I N D E C H A O SI N V L O E D VA N K L E U RFA S H I O N A D S
L E A D E R S I N D E S I G ND U T C H D E S I G N W E E KH E T S A A B G E V O E L P E T E R J AW O R O W S K I
D AV I D PA C H ER O B E R T A L D E R L I E F S T E
R E S E A R C H
S P E C I A L
I N T E R V I E W
P. 1 4P. 2 2P. 3 2P. 4 4P. 5 8
P. 2 4P. 4 0P. 5 2P. 6 1
P. 0 4P. 3 0 P. 3 6P. 5 6
4
D I E T E R R A M S
Het 20e eeuwse kader voor de toekomst.
In 1896 deed de Amerikaanse architect Louis Sullivan de uitspraak
‘form follows function’ herklinken. Een uitspraak die eerder al te
horen was uit de mond van Horatio Greenough, een Amerikaanse
beeldhouwer. Louis Sullivan was een van de grote namen uit het
modernisme, een uitspraak die misschien wel een toontje van in-
dustriële verbintenis met zich mee draagt. In de Eerste helft van
de 20e eeuw wordt dit een kreet die zich doet weerklinken in
de bekende stijl Bauhaus. Ontwerpers zoals Mies van der Rohe,
Marcel Breuer, Le Corbusier en J.J.P. Oud. Experimenteerden met
industriële materialen als metalen buizen, staal en glas. Deze
taferelen zijn terug te zien in gebouwen en gebruiksvoorwerpen
van deze ontwerpers. Het is de strakke en industriële look die de
toon zet. Ook de beroemde uitspraak �less is more� - gedaan door
de Duitse architect Peter Behrends - wordt overgenomen door
Mies van der Rohe. Het minimalistische principe staat voor een-
voud en helderheid met genoeg ruimte om te ademen en kreeg
veel aanhangers.
In de Jaren 50 is daar Dieter Rams, industrieel ontwerper met een
groot geloof in eigen kunnen. Een uitgesproken persoonlijkheid
die voortdurend nieuwe dingen bleef proberen. Hij was innovatief
en volhardend. Ook hij liet zijn stem horen; �less but better� zei
hij. Met als doel het creëren van innovatieve producten die zo
praktisch, duurzaam en gebruiksvriendelijk mogelijk dienen te zijn.
Rams� producten hebben een heldere grafische stijl, een lichtheid
van vorm, in aluminium, hout en vernieuwende kunststoffen. Veel
producten die Rams voor Braun ontworpen heeft gelden nu als
ware iconen van 20e eeuws productdesign.
De 20e eeuw is het begin van de toekomst. In het tweede deel van de 19e eeuw deed zich een indringende verande-ring voor in het straatbeeld en de industrie. Het is de opkomst van de industriële revolutie, alles moet sneller en functioneler want tijd is geld. Een goede gelegenheid voor uitvinders om een nieuw productiemodel te creëren. Hier liggen dan ook de grondbeginselen voor een code die in de eerste helft van de volgende eeuw intreden doet in de huiskamer, de kunst en de architectuur.
4
Foto: Dieter Rams, in zijn jaren als
vormgever bij Braun.
special5
Met een abonnement op Booq magazine krijgt u 10% korting op alle producten uit onze online Booqshop!
Bestellen: www.booq-magazine.nl/booqshopAbonneren: www.booq-magazine.nl/abonnement
Less But Better, The design ethos of Dieter Rams.
Dit boek is een prachtige extensie van dit
column. Een boek met veel beeldmateri-
aal en interessante onthullingen over de
manier van werken van de grote meester
van het industrieële ontwerp,
Dieter Rams.
Dieter Rams staat bekend om zijn zorgvuldig doordachte de-sign. Iets wat hem mogelijk door zijn grootvader met de paplepel is ingegoten. Dieter’s grootva-der was timmerman en vaak te vinden in zijn werkplaats. Daar leerde de kleine Rams misschien wel de grondbeginselen van con-structietechniek.
Op zijn vijftiende komt Dieter’s passie
voor vormgeving tot uiting. Hij gaat
architectuur en binnenhuisarchitectuur
studeren aan de Werkkunstschule in
Wiesbaden. Daarnaast slaagt hij erin een
practicum meubelmaken af te ronden.
Hij studeert af in 1953 en werkt vervol-
gens bij architectenbureau Otto Appel
in Frankfurt Am Main.
In 1955 krijgt hij een functie als architect
en interieurontwerper bij Braun. Arthur
en Erwin Braun - de zoons van de grote
Max Braun - Besluiten vanwege hun
grote fascinatie voor Bauhaus tot een
herpositionering in de markt. Een nieuw
design volgens de principes van deze
stroming paste immers goed bij de tech-
nologische ontwikkelingen van die tijd.
Samen met De Hochschule für Gestal-
tung in Ulm stelt Braun een designteam
samen met aan het hoofd, jawel, Dieter
Rams. Met als kwalificatieopdracht;
het herontwerpen van een aantal ra-
dioapparaten en fonografen. Uit het
designteam resulteert later een interne
designafdeling bij Braun.
In datzelfde jaar (1955) verschijnt het
design van de Phonosuper SK4, een
combinatie van een platenspeler en ra-
dio. Een design dat resulteerde uit Rams’
De boodschapper en schepper.samenwerking met de schooldirecteur
van De Hochschule für Gestaltung, Hans
Gugelot, een volger van het form fol-
lows function-principe. Dit futuristische
design stelde de techniek voorop, wat
zorgt voor een optimaal bedieningsge-
mak. Later volgen steeds meer succes-
volle designs van Rams zoals de Transis-
tor 1 (1956) en de TP 1 (1959).
In 1961 wordt Dieter Rams op 29 jarige
leeftijd officieel leider van de design
afdeling van Braun. Deze functie blijft
hij houden tot 1995. Daarnaast doet hij
vanaf 1957 ook ontwerpwerk voor Otto
Zapf, wat later Vitsoe+Zapf wordt. Als
in 1969 Zapf vertrekt en het merk door-
gaat onder de naam Vitsoe volgen nog
veel succesvolle ontwerpen tot op de
dag van vandaag. Enkele grote succes-
sen zijn het modulaire opbergsysteem
606 en 601/601 en de stoel 620.
7
Less is moreObjectified In de documentaire Objectified van Gary Hustwit wordt de houding van de consument
tot allerlei voorwerpen van dagelijks gebruik behandeld. Met daarnaast de mensen die
verantwoordelijk zijn voor de creatie daarvan. Met ondermeer interviews met Ronan &
Erwan Bouroullec, Naoto Fucasawa, Jonathan Ive, Hella Jongerius, Marc Newson, Karim
Rashid en Dieter Rams.
Meer informatie vindt u op: www.objectifiedfilm.com
8
Less is moreGoed design is innovatief; Kopiëren is uit den boze. Het toeken-
nen van een imago is een must, je moet
onderscheidend zijn.
Een goed product maakt een product handzaam; de gebruiksvriendelijkheid staat voorop.
De vormen laten zich dan al wijzen,
“form follows function”.
Goed design is esthetisch; Smaken mogen hierin verschillen,
maar duidelijk is dat onesthetische
producten ergernis en verwarring op-
wekken, Daarmee de gebruikswaarde
ondermijnend.
Goed design helpt ons het prod-uct te doorgronden; Het ontwerp moet een product laten
‘spreken’, dus niet onnodig ingewikkeld
zijn. Onnodige ‘poespas’ kan leiden tot
verwarring of discussie.
Goed design is onopvallend; vermijd decoratieve elementen, ontwerp
neutraal, zodat het ruimte laat voor de
zelfexpressie van de gebruiker.
Een goed ontwerp is integer; beïnvloeding en manipulatie van consu-
menten door niet waar te maken claims
is ‘not done’.
Goed design is duurzaam; vermijd verspilling: geen eendagsvliegen
voor de wegwerpmaatschappij, maar
duurzaam ontworpen producten.
Goed design is tot in de puntjes doordacht; Ontwerpen met aandacht voor details,
ten dienste van het product en de func-
tionaliteit.
Een goed ontwerp houdt reken-ing met het milieu;verstandig gebruik van materialen.Een
goed ontwerp straalt zo min mogelijk de-
sign uit; geen peospas, houd het puur.
Design, volgens Dieter Rams.
9
De Braun T1000
draagbare we-
reldontvanger,
ontworpen door
Dieter Rams.
MAC Pro, het huidige model,
ontworpen door:
Jonathan Ive voor Apple.
Waar haalt Apple de mosterd?
De manier waarop die Apple-filosofie in elkaar zit is dan ook
sterk te vergelijken met hoe de broers Braun dat aanpakte. Zij
hadden een design georiënteerde visie op het runnen van een
bedrijf, met een holistische benadering van corporate identity.
Een rigoureus ontwerpregime dat meer is dan alleen product-
design. Eén identiteit die zelfs overvloeit in architectuur voor
zowel in- als exterieur. Je zou Apple-directeur Steve Jobs in zijn
samenwerking met Jonathan Ive - hoofd ontwerper bij Apple -
als de moderne Erwin Braun kunnen zien.
Een grote hoeveelheid werken van Dieter Rams is een grote
inspiratiebron geweest voor ontwerpers van vandaag. Soms
zelfs in die mate, dat veel ontwerpen eruitzien alsof door hem-
zelf zijn gemaakt. Jonathan Ive - maar ook Simon Hecht, Jasper
Morrison en Naoto Fukasawa - ontkennen niet dat Rams een
ware grootmeester voor hen is.
Eén ding is héél duidelijk bij Apple, de kwaliteit en zorgvuldige
bouw van de producten moet verkocht worden in een ‘jasje’
dat minstens zo duurzaam is als het product. En wie kan daar
nou beter voor zorgen dan zo’n jonge ontwerper als Jonathan
Ive, die zo goed de code van ontwerpers als Dieter Rams kan
laten voortbestaan. Is dit het design van de toekomst?
Apple pleit al vrijwel zolang als het bestaat voor kwaliteit. Het is een bedrijf dat zorgvuldig haar leve-ranciers kiest en erg betrokken is bij alle aspecten van het productieproces. Vanaf de kleinste onderdel-en die door partners gemaakt worden tot de behu-izing. Alles in het kader van optimale functionaliteit, het design doet hier ook zeker niet aan onder. De hele Apple-filosofie is doordacht geconstrueerd.
10
11
Foto: Jonathan Ive,
vormgever bij Apple
Jonathan Ive, bewaarder van de code.Jonathan Ive trad in 1992 tot de
ontwerpafdeling van Apple. Vier jaar
later kreeg hij - door de terugkeer van
Steve Jobs - bij het computerbedrijf
alle ruimte om zijn vooruitstrevende
minimalistische ontwerpen in produc-
tie te nemen. Producten als de iMac,
PowerBook G4, MacBook en MacBook
Pro, iPod en iPhone hebben dankzij Ive
een appetijtelijk jasje gekregen. Deze
producten hebben het merk gekatapul-
teerd en op een voor Microsoft gevaar-
lijk hoog concurrentieniveau gebracht.
Ive is inmiddels senior vice president of
industrial design van Apple. Er mag dus
wel gesteld worden dat Jonathan Ive
ruimschoots schatplichtig is aan Dieter
Rams. Wie de Bruan T1000 naast de
Mac Pro zet ziet de overeenkomsten.
Ives gebruik van kunststoffen en later
aluminium en glas, alsmede de ontwik-
keling van zijn ontwerpen naar een nog
extremer functionalisme en minima-
lisme tonen dat aan.
Rams dankt zijn succes grotendeels aan
de vrijheid die Erwin Braun hem gaf als
ontwerper om zó innovatief te kunnen
ontwerpen. Het was een goede zet van
Erwin om de hele productlijn te resty-
len en te herdefiniëren. Iets wat voor
die tijd uiterst ongehoord was. �Erwin
had een geweldige visie. De enige he-
dendaagse ontwerper die eenzelfde
symbiotische verstandhouding had zo-
als ik vroeger met Erwin, is Jonathan
Ive met Steve Jobs bij Apple. En dat hij
sommige dingen van mij overneemt,
beschouw ik als het beste compliment
dat je als ontwerper kunt krijgen. Zegt
Dieter Rams.
Mieke Gerritzen is benoemd tot nieuwe directeur van het Graphic Design Museum
‘Mieke Gerritzen brengt dit nieuwe na-
tionale museum een krachtige visie. Ze
herbergt een unieke combinatie van
kwaliteiten als internationaal befaamd
ontwerpster, publicist, curator en orga-
nisator van exposities in binnen- en bui-
tenland met bovendien een uitgebreide
ervaring in het kunstonderwijs’, aldus
voorzitter van de Raad van Toezicht Hedy
D’Ancona. Gerritzen begint per 1 januari
2011 aan haar nieuwe functie.
www.graphicdesignmuseum.nl
Directeur voor Graphic Design Museum
Een cheque van €1000 én de unieke gelegenheid om als tweede-jaars studenten het campagne-beeld te ontwerpen voor The Hague Festivals 2010. Dat is wat Nadine Magner (23 jaar) en Rogier van der Sluis (24 jaar), studenten aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK), heb-ben gewonnen met hun poster-ontwerp.
Dit jaar presenteerden drie teams hun
festivalposter aan een deskundige jury
bestaande uit wethouder Citymarke-
ting Frits Huffnagel (voorzitter), direc-
teur KABK Jack Verduyn Lunel, grafisch
ontwerper Gert Dumbar en directeur
Den Haag Marketing Anja Overhoff.
Volgens de jury heeft het ontwerp van
Nadine en Rogier de meeste potentie om
uit te groeien tot een volwaardige cam-
pagne. “De winnende poster is net als
vorig jaar erg creatief en kleurrijk.” aldus
de juryvoorzitter Frits Huffnagel.
www.thehaguefestivals.com
Studenten KABK ontwerpen beeld The Hague Festivals 2010
Fred en Wilma in de Vinex Wijk
Nienke Oosterbaan, Fred en Wil-ma in de Vinex-wijk. Maak van je huis een zelfvoorzienend paradijs, Snor, 2010, 144 pag.
Al tijden op zoek naar een betere tijds-
besteding? Naar een nieuwe vorm van
luxe? Ga de uitdaging aan; de uitgave
‘Fred en Wilma in de Vinex Wijk’, ontwer-
pen door Studio Boot, geeft tips, work-
shops en doe-het-zelf ontwerpen van
Nederlandse ontwerpers. Zodat iedereen
binnenkort kan overleven zonder hulp
van anderen.
www.uitgeverijsnor.nl
12
14
David staat bekend om zijn eenvoudige en doeltreffende inden-
tity ontwerpen. Hij vind dat een merk makkelijker te onthouden
is als het simpel overgebracht wordt. Omdat hij een zeer ge-
varieerde benadering heeft om een logo te ontwerpen kan hij
veel expirimenteren met verschillende tools. Zo werkt hij veel
met markers, lego, schilderijen en fotografie.
In dit interview praat David over het maken van custom ty-
pografie in logo ontwerpen voor zijn klanten. Ook spreekt hij
over zijn schetsen , concepten en meer.
1. Vertel ons eens iets over jezelf. Waar kom je vandaan, welke opleiding heb je gevolgd en hoe ben je begon-nen in deze business?
Ik ben de oprichter en eigenaar van Helvetic Brands, een onaf-
hankelijke design studio in een klein dorpje vlakbij Geneva, Zwit-
serland.
Ik heb graphic design gestudeerd. Ik ben zeer gepassioneerd
bezig met mijn vak en dat ben ik altijd al geweest. Ik kan me
nog goed herrinneren dat mijn moeder me vroeger leerde om
Na de aankondiging en de geruchtenstroom was
het vandaag was het weer Adobe dag. De lan-
cering/onthulling van de opvolger van de Cre-
ative Suite 4, de Creative Suite 5. Het nummer
mag geen verassing zijn. Wat wel verassend is
dat er echt heel veel nieuwe features in CS5 zit-
ten. Ongeveer tussen de 250-300 features ver-
deeld over de diverse applicaties.
In een volgeboekt Pakhuis de Zwijger pre-
senteerden Klaasjan Tukker, Ton Frederiks
en Christoph Rooms van Adobe NL veel
nieuwe features en mogelijkheden van de
diverse pakketten. Het is onmogelijk om
nu zo snel al veel te vertellen, zeker om-
dat ik het zelf nog niet echt heb kunnen
uitproberen. Ik zal het beperkt houden
tot de features die geshowd zijn. Voordat
je verder leest, PowerPC Mac’s hebben
pech. CS5 draait niet meer op het Po-
werPC platform: it’s Intel only.
IllustratorIn een volgeboekt Pakhuis de Zwijger pre-
senteerden Klaasjan Tukker, Ton Frederiks
en Christoph Rooms van Adobe NL veel
nieuwe features en mogelijkheden van de
diverse pakketten. Het is onmogelijk om
nu zo snel al veel te vertellen, zeker om-
dat ik het zelf nog niet echt heb kunnen
uitproberen. Ik zal het beperkt houden
tot de features die geshowd zijn. Voordat
je verder leest, PowerPC Mac’s hebben
pech. CS5 draait niet meer op het Po-
werPC platform: it’s Intel only. Lijndiktes
kunnen verlopen. Je kunt nu op een lijn
van bv 10 pt ergens op de lijn een punt
pakken en de lijn daar dunner of dikker
maken door te slepen.
Overigens herkennen zowel Illustrator
als Photoshop nu de hoek van je Wacom
pen. Daarmee samenhangend ook de
manier van het gebruiken van penselen en
kwasten. Een mooie nieuwe kwast is de
zgn. “Bristle brush” Een penseel waarmee
je nauwkeuriger binnen en buiten objec-
ten kunt “schilderen”.
Vanuit Illustrator kunnen items, voor-
beelden van een interface met het nieu-
we product Flash Catalyst interactief
gemaakt worden.
Flash CatalystEen nieuw product dat in elke Premium
box toegevoegd is. Waarom wordt dui-
delijk bij de demo, elke tak kan nu be-
werkt worden voor een ander medium.
Vanuit print maar ook vanuit de video om-
geving. Flash Catalyst leest je Illustrator
document met de daarin aparte onderde-
len. Zonder enig vorm van coderen kun je
elementen converteren naar interactieve
elementen. Uiteraard naar Flash.
review
15
PhotoshopDe Content Aware Fill was door Adobe al een tijdje geleden
“gelekt”. Ja, hij is echt en ja het ziet er goed uit. Toch zal iemand
wel goed naar foto’s moeten kijken om te zien of er ondanks
de mooie tools geen rare verspringen/kloon patronen ontstaan
zijn. Het aanpassen van selectie en maskers is ook eenvoudiger
geworden door het kunnen toepassen van de “Smart Radius”.
Overgebracht vanuit After Effects is de Puppet Warp. Een manier
om interactiviteit (ja dat is het CS5 toverwoord) toe te voegen
aan je document.
DreamweaverHet starten van een site is vereenvoudigd, je hoeft nu niet meer
allerlei info over servers, FTP gegevens in te voeren maar je kan
nu gewoon beginnen. De “Discovery” knop laat je van bv een php
file alle gekoppelde bestanden zien (die zijn ook nog te filteren).
LiveView is nog steeds aanwezig, wil je nu echter je site’s testen
(op uiterlijk, geen foutmeldingen of beveiligingskenmerken) kan
je gebruik maken van Adobe BrowserLabs. Daar wordt je site in
de diverse brossers geladen en je krijgt puur het visuele gedeelte
als output terug. “Inspect” gaat visueel over je CSS heen, zo kan
je dus veel sneller fouten herstellen. Of je nou je CSS aanpast of
je past een klein onderdeel aan.
FlashFlash heeft een mooie nieuwe feature genaamd “code snip-
pets”. Waarom zou je iedere keer het wiel willen uitvinden? Het
werkt een beetje opdezelfde manier als bv bibliotheek items in
InDesign. Een bibliotheek die een groot aantal voorgeïnstaleerde
actions(scripts) die je makkelijk kan loslaten op elementen etc.
Overigens heeft Flash nu ook code completen. Sterk verbetert in
Flash is ook het tekstgedeelte. Er zijn mensen van het InDesign
team toegevoegd aan het Flash team met als gevolg dat teksten
in Flash beter bewerkbaar zijn en zelf ligaturen bevatten. Zo zie je
ook de samenwerking tussen de applicatiebouwers .
VideoHet videogedeelte van Premiere en After Effects is te ingewikkeld
en onbekend voor mij. Een aantal dingen zijn toch wel interes-
sant om gewoon even te melden. Alle applicaties van het video
gedeelte zijn 64bit en 64bit only. Om mensen de mogelijkheid te
bieden om goed te kunnen samenwerken kan je in Premiere ook
FinalCut en Avid projecten/bestanden te openen/importeren. Zelf
het exporteren naar deze formaten kan. Veel aardige kenmerken,
zeker de Roto scoping tool kan heel veel tijd schelen. Het real-
time previews gebeurt met de Mercury playback. Deze speler kan
je aanpassen naar het systeem waarop je de software draait. Een
full review op een MacPro met een x aantal corps en veel RAM,
een 1/4 preview op een MacBookPro. Zo blijft je preview toch
“lopen” zonder het hakkelen van het beeld.
InDesignInDesign is behoorlijk onder handen genomen met extra func-
tionaliteit. Fontbeheer van een document wordt door InDesign
zelf geregeld, er worden geen fonts geïnstalleerd maar per docu-
ment geactiveerd in InDesign zelf. Meerdere paginaformaten in 1
document geeft je de mogelijkheid om documenten te gebruiken
die bijvoorbeeld een omslagflap hebben. Deellaag opties, zoals
in Illustrator, elke afzonderlijk item op een laag is nu via het la-
genpaneel te selecteren en te kopiëren, verslepen, aan te passen.
Ideaal natuurlijk voor mensen die netjes in lagen werken en dat
doen we natuurlijk allemaal.
InDesign heeft nu ook de mogelijkheid om je koppelingen gelijk
te zien. Zoals dat nu in CS4 standaard in Bridge zit. Om dit pro-
ces te vergemakkelijken heeft InDesign een Mini Bridge gekregen
(die ook in Photoshop) te vinden is. Automatisch toevoegen van
onderschriften vanuit de metadata van foto’s. Werkt natuurlijk
alleen als die Metadata goed beheerd zijn/worden. De metadata
is ook vanuit InDesign wel aan te passen (Edit original). Koppen
“automagisch” verdelen over meerdere kolommen, dat kan ook
met opsommingen zonder dus teksten te moeten opbreken en
opnieuw in kaders te koppelen. Ook vanuit InDesign kan je nu in-
teractief werken met animaties (die vanuit Flash gehaald worden
en ook onderling met Flash uitwisselbaar zijn).
16
CS5 Production Premium en 1.299 euro voor CS5 Design Stan-
dard. Genoemde prijzen zijn exclusief btw en gelden voor de
Engelstalige versies. Prijzen van de Nederlandstalige versies zijn
op aanvraag verkrijgbaar. Upgradeprijzen en volumelicenties zijn
beschikbaar. Adobe CS5-producten integreren met de Adobe CS
Live diensten die complementair voor een gelimiteerde periode
beschikbaar zijn.
Prijs en beschikbaarheid van Adobe CS5 productenAdobe Creative Suite 5-producten komen naar verwachting bin-
nen dertig dagen beschikbaar en zullen verkrijgbaar zijn via Ado-
be geautoriseerde resellers, via de Adobe Store en via directe
verkoop. De verwachte verkoopadviesprijs van de suites is 2.899
euro voor Master Collection CS5, 1.899 euro voor CS5 Design
Premium, 1.799 euro voor CS5 Web Premium, 1.899 euro voor
17
Abonneren: www.booq-magazine.nl/abonnement
*Als u vóór 1 september 2010 een abonnement neemt betaald u slechts € 34,75 voor 6 nummers, daarmee bespaart u de aankoop van 1 nummer!
Met een abonnement op Booq magazine heeft u elke twee maanden het nieuwste nummer op de mat!
Met een abonnement op Booq magazine krijgt u 10% korting op alle producten uit onze online Booqshop!
1 nummer gratis!*
19
De hand van Iris van Herpen is duidelijk
te herkennen in de collectie. Volgens
de ontwerpster is dat essentieel in een
goed ontwerp: “Een goed ontwerp moet
een duidelijk handschrift hebben en het
moet je raken als je het ziet. Het moet
je bijblijven.” Haar creaties aanschouwen
kan vanaf 19 juni tot 12 september in het
Centraal Museum in Utrecht.
www.irisvanherpen.com
Iris van Herpen en Lady Gaga?...
Zie ook pagina 34!
Levering iPhone 4 uitgesteld wegens grote vraag
Op de eerste verkoopdag zijn al 600 dui-
zend voorbestellingen voor de iPhone 4
geplaatst. Dat was zoveel dat de syste-
men van provider AT&T het niet meer
aankonden. Gevolg: sommige bestellin-
gen werden verstuurd naar de verkeerde
personen. AT&T heeft de voorbestel-
lingen tijdelijk stilgelegd: de iPhone 4 is
nu even uitverkocht. De meeste van de
eerdere bestellers krijgen hun telefoon
gewoon, maar wie van plan was vanaf 2
juli naar de VS te gaan om er eentje te
kopen, moet zijn reisplannen omgooien.
Want door het uitverkopen heeft Apple
grote moeite om aan de enorme vraag
naar het nieuwe toestel te voldoen.
Daarom heeft het bedrijf de Amerikaanse
leverdatum nu verzet naar 14 juli.
Wat de gevolgen zijn voor de start van
de verkoop in andere landen, zoals Ne-
derland, is nog onbekend. Eind juli zou
de iPhone hier in de verkoop gaan. De
iPhone 4 is in deze pre-fase van de ver-
koop veel populairder dan zijn voor-
ganger. De iPad moet ook rond die tijd
verkrijgbaar zijn in Nederland.
De iPhone 4 is zo populair dat Apple nu in de VS als leveringsda-tum 14 juli hanteert.
Haar collectie was zo’n succes, dat zelfs Lady Gaga een creatie uit deze lijn droeg!
www.apple.com/nl
20
review
Prijs: 529 US Dollar in de VS (zonder contract, zonder simlock) €400,- a €600,- online (zonder contract, zonder simlock)
Dat Google graag het succes van de i-
Phone zou overdoen, is geen geheim
meer. Daarom lanceerde Google zelf
onlangs de zogeheten ‘Google Phone’ of
‘Nexus One’, de eerste smartphone met
Android die Google zelf op de markt
brengt. Wat heeft deze nieuwe telefoon
te bieden? En is deze Google Phone een
waardige concurrent voor de iPhone
3GS? Het ging al sinds eind mei 2008
over de eerste smartphone met Android,
de HTC G1, en een jaar daarna over de
opvolger, HTC Hero, Beide mobieltjes
werden gebouwd door het Taiwaneese
HTC, dat niet meteen mooie of flashy
toestellen op de markt brengt, maar wel
het besturingssysteem van Google, An-
droid, gebruikt. Google doet het voorko-
men alsof de nieuwe ‘Google Phone’, de
Nexus One, hun eigen telefoon is, maar
niet is minder waar, het gaat hier nog
altijd om een door HTC gefabriceerde
smartphone, met een (nieuwere) versie
van Android.
Google Phone / Nexus OneBeter dan de iPhone 3GS?
22
Dunner en lichterDe Nexus One lijkt een stuk meer op
de iPhone dan het geval was bij de HTC
Hero. De vormgeving is gelijkwaardig;
de telefoon is maar 11,5 millimeter dun
(tegenover 12,3 bij de iPhone 3GS) en
meet 12 bij 6 centimter (de iPhone 3GS
meet 11,5 bij 6,2 centimeter). De Nexus
One is ook net iets lichter dan de iPhone
3GS (130 tegenover 135 gram) en ligt heel
goed in de hand. Net als andere Android-
telefoons is er maar 512 MB flashgeheu-
gen ingebouwd, maar er wordt wel een 4
GB Micro SD-kaartje meegeleverd, dat je
kunt vervangen door een exemplaar tot 32
GB. Verder beschikt de telefoon over alle
moderne voorzieningen: een 5 megapixel
camera met flits, 3G-ondersteuning (tot
HSDPA 7,2 Mbps), wifi, gps, bluetooth en
een hoofdtelefoonaansluiting. Opvallend
is wel het touchscreen, dat groter is dan
dat van de iPhone 3GS (9,4 centimeter in
plaats van 8,9) en vooral een veel hogere
resolutie heeft, namelijk 480 bij 800 pix-
els tegenover 480 bij 320 op de iPhone
3GS. Dat merken we ook meteen: het
scherm is kwalitatief beter en helderder.
Ook bij het webbrowsen en het bekijken
van foto’s levert dit meteen voordeel op.
Net als bij de andere Android-telefoons
heeft de Nexus One een vervangbare bat-
terij, die helaas niet lang meegaat: in de
praktijk gaf de batterij er na vijf uur bel-
len of twee uur gamen de brui aan.
Android 2.1Gebruik je de Nexus One voor het eerst,
dan kun je je Google-accountgegevens in-
geven, zodat contacten, e-mail en agenda
automatisch gesynchroniseerd worden.
Een Google-account is niet verplicht:
zonder account kun je de telefoon ook
gebruiken. De Nexus One is de eerste
telefoon die Android-versie 2.1 gebruikt:
dat zie je aan nieuw bureaublad (met
Live Wallpapers) en een overzichterlijke
desktop. Net als bij de iPhone heb je de
beschikking over meerdere pagina’s, zo-
dat je je apps kunt schikken. Standaard
vinden we natuurlijk een browser terug,
Google Maps, Gmail, een andere e-mail-
app, Facebook, YouYube, een link naar
de Amazon mp3-store en het nieuwe
Google Goggles. Dit is een krachtinge ap-
plicatie waarmee je met de ingebouwde
camera foto’s neemt van logo’s, boeken,
dvd’s, streepjescode, monumenten,
visitekaartjes of winkels, waarna Google
online op zoek gaat naar treffers. Apps
installeren op de Nexus One doe je met
de Android Market. Er zijn duizenden
programma’s en een groot aantal ervan
vind je ook in de iPhone App Store terug.
De meeste apps zijn gratis, maar er zijn
er ook die je moet betalen. Verwarrend
is dat sommige apps te betalen zijn in
euro’s en weer andere in dollar. Ook ben
je verplicht de apps op de Nexus One
zelf te kopen; een applicatie als iTunes
ontbreekt en ook het synchroniseren van
muziek moet manueel.
23
re-search
Hans-Maier-Aichen signaleert een voorzichtige verandering in het omgaan met origineel design en corporate identity in China. Voor dit enorme land is het een kwes-tie van nationaal belang geworden om het imago van fabrikant van goedkope kopieen van zich af te schudden. De kennis is er, en aan de visie wordt gewerkt.
Met de openingsceremonie van de
Olympische Spelen van Peking in 2008
maakte China grote indruk op het Wes-
ten. Dat deed het al in een economisch
opzicht, maar nu groeide ook het ont-
zag voor de prestaties op cultureel ge-
bied. De ceremonie was tegelijkertijd
een gigantische show van fascinerende
beelden uit de Chinese traditie en een
modern Westers spektakel. De perfectie
en schaal ervan overtroffen alles wat ons
tot dusver bij dergelijke gelegenheden
was voorgeschoteld. Een reeks creatieve
hoogstandjes van toparchitecten uit Eu-
ropa en Australie, met het ‘Vogelnest’
stadion van Herzog + de Meuron als
hoofdact, maakte de ambities van de
regering in Peking duidelijk: de enscene-
ring van een sportspectakel naar Westers
voorbeeld. Alleen al dat demonstreert
het zelfbewustzijn waarmee de Chinese
gezagsdragers vandaag de dag onbeperkt
aan de haal gaan met buitenlandse su-
perlatieven, op die terreinen waarop
nieuwe design politiek
24
men in eigen land nog geen vergelijkbare
prestaties levert. Het toont ook aan dat
China zijn globale rol met verve speelt
om de eigen betekenis en nationale trots
op het wereldtoneel op het hoogste
niveau te laten gelden.
TegenstellingenTijdens mijn eerste bezoek aan het ‘Rijk
van Midden’, in 1968, hadden de overal
aanwezige politiek en de groepsdyna-
miek van de mensenmassa’s nog een
angstaanjangend effect op het handjevol
Westerse bezoekers dat in die tijd naar
China kwam, maar tegelijkertijd waren we
onder de indruk van de esthetiek ervan.
Dag in dag uit marcheerden kilo-meters
lange rijen mensen met rode vaandels
en reusachtige portretten van de poli-
tieke leuzen en staccato opgedreunde
passages van hun grote roerzanger
Mao Ze-Dong - een begenadigd dichter
- beheersten deze massa’s op indrukwek-
kende wijze het straatbeeld. Alles wat
we over de meedogenloze activiteiten
van de Rode Gardisten wisten - hun
willekeur, hun vernielzucht met betrek-
king tot het historisch cultuurgoed en de
eigen geschiedenis, hun nietsontziende
confronaties met de bevolking - was
aan deze draai geenscheneerde massa-
optredens nauwelijks af te lezen. Een zo
indrukwekkende machtsvertoon riep fas-
cinatie op, maar ook angst.
In vergelijking tot de massale politieke
onrust van die dage n waren de gereed-
schappen en producten van het dagelijks
leven van een betoverende eenvoud en
grote authecticiteit. Archaische vormge-
vingsprincipes, zo anders dan die waarmee
de Westerse consument vertrouwd was,
verrasten en verwezen naar een lange
culturele traditie van ambachtelijke vaar-
25
digheden in de omgang met de dingen van
alledag, die van generatie op generatie
hun specifieke doelmatigheid bewezen.
Toen ik in 1972 als creative director van
Artipresent - de voorloper van Authen-
tics - opnieuw naar China reisde met het
plan om een internationale collectie van
alledaagse gebruiksvoorwerpen bijeen te
brengen, ging het me om die authentieke
kwaliteit. In die tijd oefende de charme
van regionale materialen een grote
bekoring op de Westerse bezoeker uit.
We bewonderden de gebruiksvoorwer-
pen die door zogenaamde Local Corpora-
tions werden vervaardigd: mandwerk van
wilgentenen, bamboe en rotan, kunstig
geglazuurd keramiek, vernuftige porse-
leinwaren en verfijnd lakwerk. Dit oog
voor kwaliteit en authenticiteit vertegen-
woordigde een bewustzijnsniveau dat in
de afgelopen vier decennia van enono-
mische groei helaas zo goed als verloren
is gegaan. Chinese fabricagecapaciteit
werd in die tijd gereduceerd tot een ex-
portmachine en de ontwikkeling daarvan
begon rond 1972, toen de Amerikaanse
president Nixon het land bezocht en de
handel ermee in gang zette.
TijdgeestHet van generatie op generatie vast-
houden aan een solide origineel en dat
namaken was honderden jaren lang het
beproefde recept van de Chinese cultuur.
Op die manier wisten bepaalde vormgeef-
principess en - processen die zich hadden
bewezen gedurende enorme tijdspannen
hun betekenis te behouden. De gener-
atie paste de principes aan de tijd-geest
waardoor continuiteit en traditie hun
rol bleven houden, in tegenstelling tot
de Europese cultuur waarin uit ideologi-
sche of intellectuele onverdraagzaam-
heid steeds de eliminatie van een eerdere
stijl of smaak werd geeist. De eigenlijke
aanjagers van de industriele namaakpoli-
tiek van China vanaf de jaren zeventig
waren de Amerikaanse en Europese be-
drijven van vertegenwoordigers, die met
onverstoorbare naiviteit enige scrupule
met elk denkbaar product naar dit land
van ongekende mogelijkheden opeisden
en de Chinezen uitnodigden het exact na
te maken. ‘We only copy the original!’ zo
luidde de slogan van veel Chinese fabri-
kanten, woorden die bij veel Westerlin-
gen het bloed doen koken. Als ontwer-
per ken ik dat gevoel: in 1984 ontwierp
ik een afvalemmer in diverse maten - de
Can-familie in Authentics - waarvan ook
vandaag de dag nog grote aantallen
worden verkocht. Uit onderzoek bleek
dat er nu, na ruim 25 jaar, meer dan veer-
tig exacte kopieen van dit product op de
wereldmarkt worden aangeboden, voor-
namelijk illegale namaakproducten uit
China en Thailand maar ook uit Europese
landen. die tot het kleinste detail met het
origineel overeenkomen. Tot op heden
is het begrip ‘intellectueel eigendom’ in
China no existent en wordt het vrijwel
volstrekt genegeerd. Heel geleidelijk
gaan jonge ontwerpers en producenten
zich meer richten op eigen designpre-
sentaties op een symbiose van Westerse
voorbeelden en orientaalse tradities met
behulp van zelfstandig archiefonderzoek.
Maar dit proces is nog maar net begon-
nen.
Het bezoek van de Amerikaanse president
Richard Nixon in 1972 was het startsein
voor een golf van economische uitwisse-
ling tussen beide landen. Amerikaanse
uit alle denkbare sectoren trokken naar
het nieuw ontdekte land en werden er
overweldigd door de ambachtelijke en
technische mogelijkheden, maar vooral
26
27
door de schaal van de productfaciliteiten.
En dan zwijgen we nog over de prijs-
kwaliteitsverhouding, die alles overtrof
wat Westerse en Oost-Europese fabri-
kanten konden leveren. Er begon een
onvoorstelbare runop deze Chinese pro-
ductie-infrastructuur: handelsbeurzen,
razendsnel uit de grond gestampte ho-
tels en reusachtige showrooms vol uitge-
stalde waren die dagelijks door verse
leveringen uit het achterland werden
aangevuld. Op de eerste reusachtige han-
delsbeurzen voor consumentproducten
uit Guangzhou, in het zuiden van dit im-
mense land, werd ook meteen duidelijk
hoe snel en zonder omwegen een ge-
wenste productlijn vrijwel van de ene dag
op de andere door locale concurrenten
werd nageaapt. Binnen enkele jaren werd
de Amerikaanse markt overspoeld door
producten, ‘Made in China’, waarbij het
ging om overwegend gekopieerde waar
waarvan de copyrights bij het Westen
berustten. Wat destijds uit China kwam,
was honderd procent namaak, van porse-
leinen serviesgoed tot tuinmeubels, en
van T-shirts tot koffiezetapparaten. In
luttele jaren groeinden de over het hele
land verspreiden, ambachtelijke werk-
plaatsen, die tot dan toe voor de binnen-
landse markt hadden geproduceerd, uit
tot logistiek geavanceerde fabricagehal-
len met duizenden werknemers, die in
24-uurs ploegendiensten een hongerige
wereldmarkt voedden.
SteutelfactorZo heeft China zich in de afgelopen de-
cennia een unieke positie als ‘werkplaats
van de wereld’ verworven en in veel
sectoren een vrijwel maximale produc-
tiecapaciteit bereikt. Het land verloor
daarmee echter veel tijd die aan een
zoektocht naar een eigen identiteit had
kunnen worden besteed. Dat blijkt niet
alleen duidelijk uit het huidige onderwijs-
aanbod van de designopleidingen maar
ook uit het geringe aantal zelf ontwik-
kelde producten van Chinese firma’s in
de afgelopen twintig jaar. Omdat ze zich
op de export richtten, zonder een domi-
nante binnenlandse markt, waren eigen
vormgevingscriteria voor de Chinezen
van ondergeschikt belang, en pas sinds
de late jaren negentig wordt er op som-
mige universiteiten nagedacht over de-
sign- en architectuurfaculteiten. Met de
voortschrijnende opening van China, geï-
nitieerd en sterk gestimuleerd door Deng
Xiaping, de machtigste politieke leider na
Mao en een voorstander van de Chinees-
Amerikaanse toenadering, ontwikkelde
zich aarzelend een gestaag toenemende
privatisering. De eerste Chinese bedrij-
ven die met Westerse partners gingen
samenwerken stimuleerden hun verou-
derde productieprocessen. Deze door de
staat geleide en gesteunde ontwikkeling
stelde vooral jonge Chinezen in staat om
zich met zelf ontwikkelde bedrijfsmodel-
len actief en succelvol in de binnenlandse
concurrentie te begeven. Tegelijkertijd
gingen jonge Chinezen zich aanmelden
voor een studie aan universiteiten in de
Verenigde Staten en Europa, waar ze al
snel naam maakten als leergierige en
gedisiplineerde studenten, met name in
technische en natuurlijkschappelijke vak-
ken. Toen Peking in de late jaren negentig
design tot ‘sleutelfactor’ voor de econo-
mische ontwikkelingg uitriep, nam het
aantal designopleidingen en -academies
een enorme vlucht: in de afgelopen
twaalf jaar zijn alle grote en middelgrote
steden van het land tussen de 500 en
600 nieuwe designscholen of faculteiten
opgericht.
28
‘‘DutcH DesIgn Week
een teRugBlIk Op DDW 2009
Met 290 aangemelde events en zo’n 60 lokaties verspreid over de stad ontstond een enorme groei in bezoekersaantallen tijdens Dutch Design Week. Daarnaast was de interesse van buitenlandse pers bijna verdubbeld ten opzichte van vorige jaren.
DDW opende de week tezamen met
theatergezelschap Aardlek en presen-
teerde een eigen ‘Trendboek’ aan de Eind-
hovense Burgemeester Rob van Gijzel.
Op zaterdag 17 oktober ging de ‘Golden
Eye’ Award van de Dutch Design Awards
dit jaar naar studio ‘Wieki Somers’ met de
‘Merry-go-round- coatrack’. Voor het eerst
opende DDW een eigen festival lokatie
ontstaan uit de samenwerking met ABN
AMRO/Dialogues House en Eat Drink
Design, met een pers -en informatiepunt
en een restaurant/bar waar zo’n 20.000
bezoekers gebruik van hebben gemaakt.
Naast de stijging in het aantal bezoek-
ers, was er bijna een verdubbeling van
internationale persaandacht (o.a. Italie,
Frankrijk, GB, Finland, Zweden, Z-O Azie,
Australie, Rusland, Spanje, Duitsland en
Belgie) op te merken. DDW gaf een di-
verse kijk op het Nederlands design van
vandaag en morgen. Net als voorgaande
jaren gooide DAE hoge ogen met zijn
Graduation Galleries. Niet alleen inter-
ieur, maar ook industrieel ontwerp kwam
uitvoerig naar voren tijdens de week. De
TU/e presenteerde werk van zijn eindex-
amen studenten (Industrieel ontwerp
en Bouwkunde) en in het Klokgebouw
presenteerden de grootste industrieel
ontwerp bureaus zich samen onder de
noemer ‘Going Dutch’.
30
‘‘‘‘ special
Nederlands ontwerp heeft een eigenzinnige stijl en Dutch Design Week toont eens te meer dat ons land een goede kweekvijver is voor jong talent. DDW heeft in 2009 laten zien een kwaliteitsslag te hebben gemaakt. Dit blijkt uit betere samenwerking met de deelnemers, eenduidige uitstraling en betere bewaking van de kwaliteit van de verschillende exposities. Daarnaast ligt de internationale focus voor design steeds meer bij Eindhoven, waarschijnlijk te herleiden uit de World Design Capital 2012 nominatie.
Wat is er te doen?Op www.ddw.nl nieuwspagina vind je
rechts in de grijze balk een dagoverzicht
van de activiteiten. Maak hier je keuze
voor de dag en je krijgt een overzicht
van wat er te doen is naast de dagelijks
geopende tentoonstellingen. Maak met
MyDDW je eigen selectie en spring in
een Design Ride (taxi, 1,50 per rit) of huur
een DDW BUB (fietsverhuur 8 euro per
dag) om de verschillende locaties te be-
zoeken. Dutch Design Week is een breed
scala aan design en geopend van 23 t/m
31 oktober, ga naar www.ddw.nl voor het
programmaoverzicht van 2010.
Strijp-SHet Strijp-S terrein is elk jaar het crea-
tieve hart van Eindhoven. Zowel jong tal-
ent als gevestigde namen tonen hier hun
werk. De presentaties in het Klokgebouw
mag je niet missen. Naast exposities, zijn
hier lezingen, workshops en seminars te
bezoeken. Vorig jaar was de expositie
‘Glass is More’ te zien in de Machineka-
mer, zat het ontwerperscollectief Ate-
lierdorp in Strijp-X, en kon je een kijkje
nemen in het atelier van de ontwerpers
Kiki & Joost.
‘Brick’ van EKWCDe expositie ’Ceramics & Architecture’
liet zien hoe spannend keramiek in ar-
chitectuur kan zijn. In het onderdeel
Brick stond de keramische huid van het
gebouw centraal. De deelnemers had-
den zich laten inspireren door het meest
vanzelfsprekende bouwmateriaal die
ons land kent: de baksteen. Combined
Residencies was gericht op een kruisbes-
tuiving van kunstenaars die een archi-
tectonisch project afleverden, tot archi-
tecten die zich aan de beeldende kunst
waagden. Wat deze ruim 60 architecten,
kunstenaars en ontwerpers de afgelopen
jaren hadden ontwikkeld, kon je zien op
twee locaties. Organisatie: EKWC Loca-
ties: Klokgebouw en de faculteit Bouw-
kunde van de TU/e.
next DDW: 23/31 OktOBeR 2010!
31
32
`Ik zoek het contrast op.
Het is deze keer wat harder en
zwaarder.´Iris van Herpen (23) is niet de eerste de beste modeontwerpster. Ze is jong
en maakt het liefst niet-draagbare kleding. Ze heeft ideeën waar andere modeontwerpers in hun stoutste dromen nog niet eens in de buurt komen. De
uniciteit van haar creaties reikt tot in Japan, waar ze wellicht bekender is dan in eigen land.
Tijdens de expositie ´Recht voor zijn raap´ zal ze te zien zijn in het Centraal Museum Utrecht van 19 juni t/m 12 september 2010.
review
33
Recht voor zijn raapStip 2010 en kunst nu19 juni t/m 12 september 2010
Kunst nu
Uit de ruim 350 kunstenaars die van
het Fonds BKVB een bijdrage mochten
ontvangen, hebben directeur Edwin
Jacobs en álle conservatoren van het
Centraal Museum gezamenlijk een
selectie gemaakt. Hierdoor wordt er een
zo breed mogelijk beeld gegeven van wat
er op dit moment leeft in de kunst. Er
wordt werk getoond van 31 veelbelovende
kunstenaars die er niet voor schromen
hun mening over de huidige maatschappij
met het publiek te delen. Verschillende
disciplines en talenten komen samen
in de tentoonstelling: vormgeving,
architectuur, fotografie, illustratie,
schilderkunst, design en film. Ondanks
alle verscheidenheid kan de aard van
de werken gekarakteriseerd worden
als helder, direct en de confrontatie
zoekend: recht voor zijn raap. Succesvol
talent en nieuw werk. De tentoonstelling
Recht voor zijn raap. Stip 2010 en kunst
nu toont naast aanstormend talent ook
kunstenaars die zich met behulp van
het stipendium konden ontwikkelen
en al zijn uitgegroeid tot een succes.
Christien Meindertsma won in 2008
met PIG 05049 een Dutch Design
Award voor beste ontwerp. Illustrator
Gijs Huijgen en modeontwerper Iris van
Herpen kregen in 2009 voor hun werk
dezelfde prijs toegekend in de categorie
beste illustratie en beste product mode,
sieraad & accessoire. Daarbij komt dat
een aantal kunstenaars speciaal voor
de tentoonstelling nieuw werk maakt.
Zo zal Sjocosjon een muurschildering
van 2x3 meter maken in één van de
tentoonstellingszalen en Idan Hayosh
een spectaculaire lampeninstallatie in
CM studio opzetten. Het werk van de
kunstenaars beperkt zich niet alleen tot
de tentoonstelling zelf, het omvat ook de
vormgeving. Zo is de inrichting in handen
van Marc Koehler. Vormgevers Alfons
Hooikaas en Felix Weigand verzorgen de
tweedelige catalogus.
Fonds BKVB
Het Fonds BKVB is de landelijke instelling
die het beeldend kunstenaars, vormgevers,
architecten en bemiddelaars mogelijk
maakt hun werk op velerlei wijzen te
ontwikkelen. Een startstipendium is een
subsidie die bedoeld is om beginnende
kunstenaars in staat te stellen zich op
de artistieke en zakelijke ontplooiing van
hun werk te richten. Bij de tentoonstelling
verschijnt een tweedelige catalogus.
Het eerste deel toont het werk van de
kunstenaars die voor Recht voor zijn
raap. Stip 2010 en kunst nu geselecteerd
werden. Het tweede deel omvat het
werk van alle kunstenaars (368) die een
startstipendium ontvingen tussen 2006-
2008.
Het Centraal Museum Utrecht biedt deze zomer een platform voor jonge en vernieuwende kunst. In samenwerking met Fonds BKVB wordt van 19 juni t/m 12 september 2010 de tentoonstelling Recht voor zijn raap. Stip 2010 en kunst nu gepresenteerd. Voor deze presentatie is een selectie gemaakt van de jongste generatie beeldend kunstenaars, vormgevers en architecten die tussen 2006 en 2008 voor hun werk een startstipendium van het Fonds BKVB hebben ontvangen.
34
zie, voel, ben36
zie, voel, ben
Het saab-gevoel.Saab is een sympathiek automerk, dat er
altijd voor heeft gezorgd dat de bestuur-
der zich gevleid voelt om erin te mogen
rijden. De subtiele modelletjes waren
qua vorm erg strak maar elegant. Toen
Saab in de jaren vijftig van de vorige
eeuw in Nederland geïmporteerd werd
stak men sympathiek zijn hand op als er
een andere Saab je tegemoet reed, een
gebruik dat in leven bleef tot in de jaren
tachtig. Bovendien is het een ware cult-
auto voor artistieke en creatieve mensen.
Vroeger was dat ‘het eitje’ Saab 92 en
93, tegenwoordig is dat het model 900,
zowel in turbo als in cabrio uitvoering.
Van oudsher zijn de cabriomodellen erg
populair. In 1986 in de VS geïntroduceerd
en sindsdien gemoderniseerd met de ver-
schillende productcycli.
De nu productieklaar gepresenteerde
nieuwe Saab 9-5 is qua techniek geba-
seerd op de vorig jaar geïntroduceerde
Opel Insignia, die goed ontvangen is en
heel goed verkocht wordt. Maar de nieu-
we Saab 9-5 is ook qua design erg goed
ontvangen. Dit model beschikt tenslotte
- gelukkig - ook weer over de oude kern-
waarden van Saab-design, zoals eigenzin-
nigheid en duidelijke herkenbaarheid.
Het Saab-design is de grootste voort
trekker van ‘het Saab-gevoel’. Dat blijkt
wel uit de colonne Saabs die op zondag
17 januari 2010 vanaf 8 regionale ver-
zamelpunten naar het Militair Luchtvaart
Museum in Soesterberg reden. Hier-
vandaan reed het ‘Saab Support Convoy’
naar het Maxis terrein in Muiden. Met
deze bijeenkomst hebben de ruim 470
Saab-rijders hun steun willen betuigen
aan het automerk. Dit is een niet te
onderschatten pluspunt van Saab. Het
beschikt over een heel trouwe commu-
nity van aanhangers, die niet gauw naar
een ander merk zullen afzwaaien. Een
auto voor professionals en mensen die
iets anders willen dan de producten van
de Duitse marktleiders.
Het Saab dealer netwerk wordt vaak ge-
noemd in de commentaren op de over-
name van Saab door Spyker. Heb je er
wat aan? Voorzover het dedicated Saab
dealers zijn: om die dealers heen hebben
zich veel Saab liefhebbers verzameld.
Vergeet ook de Saab specialisten niet,
geen officiële dealers, maar hele goede
ambassadeurs van het merk, zeer en-
thousiaste kleine garages, die een stabiel
publiek van liefhebbers van oudere Saabs
bedienen.
special37
Foto: Saab 93 GM. Het eerste model geprodu-
ceerd na overname door General Motors.
Foto: Saab 93 model uit de jaren ‘50.
Foto: Saab 92 model uit de jaren ‘50.
Imago onder general MotorsHet Zweedse Saab produceerde in 1992
haar eerste model onder de hoede van
het grote General Motors. Dit model -
de 900 GM - werd meteen door Saab-
kenners als onder de maat beschouwd.
Een stukje imago schade wat Saab onder
leiding van GM niet meer hersteld kreeg.
De daarop volgende modellen waren ook
niet overtuigend genoeg voor Saab-ken-
ners om het imago op te krikken tot het
niveau dat het vóór de overname had.
Wat heeft General Motors verkeerd
gedaan met Saab? GM heeft zich veel
te veel bemoeid met het design - wat
de Saab zo exclusief maakte - Zo be-
schikken de Saab-modellen na 2003
niet meer over de bekende ‘fastback’.
Ook staken ze veel te laat hun neus in
het ontwikkelen van stationmodellen.
Bovendien werd veel Saab-techniek
vervangen voor Opel-techniek. General
Motors heeft dus duidelijk té weinig oog
gehad voor de eigenheid van ‘de Saab’
- de reden waarom de Saab-liefhebber
een Saab rijdt - Hierdoor is het aantal
aankopen van Saab auto’s sterk gedaald
in de voorbije 18 jaar. In 2009 staat het
verkoopcijfer slechts nog op een magere
40.000 en heeft het merk de afgelopen
20 jaar nauwelijks winst gemaakt.
38
Foto: Victor Muller, na cariëres bij Macintoch
en Wijsmuller, is hij nu topman van het nieuwe
Nederlandse Spyker.
De nieuwe charismatisch leider
Bij de herpositionering van een merk als
Saab is een charismatische leider met een
hoge mate van volhardendheid nodig. De
nieuwe topman Victor Muller van Spyker
heeft in dat opzicht een goed track record
opgebouwd bij achtereenvolgens Mac-
intosh, Wijsmuller en nu Spyker. Waar hij
deuken heeft opgelopen is het avontuur
met Spyker. Maar juist hier heeft hij zich
bijzonder doortastend getoond en heeft
hij zich niet uit het veld laten slaan door
de, met name negatieve berichtgevingen
rond Spyker. De situatie doet denken
aan voormalig Porsche topman Wende-
lin Wiedeking. Ook voor de duvel niet
bang en aangetreden op een absoluut
dieptepunt van het merk Porsche, waaruit
hij een lijnrechte opmars inzette. Over de
combinatie Spyker-Saab zijn de meeste
commentatoren nog niet optimistisch.
Reactie van Muller: “De Spyker company
gebruiken we alleen maar als investe-
ringsvehikel, we hebben niet de illusie
iets bij te dragen aan de techniek of de
productie van Saab. Wel in ondernemer-
schap, om het bedrijf zelfstandig te laten
draaien, los van de grote allesbepalende
moeder General Motors.”
39
ORDe In De cHAOs
Een bekende uitspraak is “een opgeruimde werkplek is een opgeruimd hoofd”. Je bureau is in feite je startplaats voor je werkzaamheden (als kenniswerker). Daarom hebben we 10 tips om je bureau op te ruimen of te organiseren. Sommige kunnen werken voor je, anderen wat minder.
40
Ruim de pennen en potloden op
Waarom hebben veel bureauwerkers
toch een pennenbak vol met pennen en
potloden? Je hebt aan één pen en één
potlood genoeg.
Geef je oplaadstation een plek
Maak op je bureau of in een la een plekje
waar je al je opladers hebt liggen van
telefoon, PDA en ander electronisch
gerei. Zo heb je alles bij elkaar liggen
en hoef je niet steeds op zoek naar de
opladers.
Veelgebruikte items vlakbij je leggen
Zorg dat je de spullen die je vaak gebruikt,
het makkelijkst kunt pakken of dicht bij je
hebt liggen.
Een electronica-vrij bureau
Modems, router, externe harddisk. Je
gebruikt ze waarschijnlijk vaak, maar zet
die nu juist direct in beeld. Zorg dat deze
items buiten je directe beeld liggen of
staan.
Documenten binnen handbereik
Hoge kasten en opbergsystemen voor
documenten zijn mooi, maar het is
handiger om je documenten op draai-
afstand van je stoel te hebben.
“een opgeruimde werkplek is een opgeruimd hoofd.”
Scannen van documenten
Het scannen en digitaal opbergen (en
backuppen!) van belangrijke documenten
kan een enorme ruimtebesparing
opleveren.
Hou een schrijfblokje bij de hand
Gedurende de dag is er vaak vanalles
wat je toch even snel opschrijft. Tijdens
een telefoongesprek, een kort gesprek
met een collega of een ideetje wat je te
binnen schiet.
Snoeren opruimen
Met snoeropbergsystemen of simpel
klitteband kun je de snoeren van PC,
monitor, netwerk en USB makkelijk bij
elkaar houden en uit het zicht werken.
Verlichting
Zorg voor voldoende daglicht op je
werkplek. Als dat lastig is (omdat je ook
vaak ‘s avonds werkt) zorg er dan in elk
geval voor dat je goede verlichting bij je
bureau hebt.
Organiseer “as you go”
Het is efficiënter om gedurende de
werkdag er voor te zorgen dat je bureau
opgeruimd en georganiseerd blijft dan te
proberen aan het einde van de dag of de
week alles op orde te krijgen.
tien tips voor een opgeruimd bureau
special
41
PictographicPictographic
In het verleden waren de meeste grafisch
ontwerpers en illustratoren zeer veel-
zijdig en was het vaak onmogelijk om een
strikte scheidingslijn tussen deze twee
beroepen te trekken. Bijvoorbeeld de il-
lustratie en vormgeving van boekomsla-
gen, deze werden vaak ontworpen door
dezelfde persoon. Een groot deel van
de letters is van dezelfde kwaliteit als
metaal type, maar omdat het met de
hand werd gemaakt, was de stijl van de
kunstenaar beter herkenbaar. In de jaren
Deze maand in de topic ‘‘What to read’’, Pictographic. Een pas uitgebracht boek. Bordevol flyers, posters etc... Een lekker boek om door te kijken en inspiratie op te doen. Of om aan mede studenten, collega’s, vrienden en familie te laten zien. Er staan o.a intervieuws in van; Ray Fenwick, Jochen Gerner, Max Kisman, Andy Smith, Spike Press en Henning wagenbreth. Deze zijn uitgebreid met afbeeldingen. De flyers e.d. zijn onderverdeeld in ‘‘Profielen’’. In de index kun je het makkelijk opzoeken per ontwerper.
zestig begonnen de meeste ontwerpers -
dankzij de uitvinding van photosetting en
de invloed van Zwitserse ontwerpen - de
illustratie te verlaten en letters te maken
in het voordeel van een schaar, lijm en
roosters. Illustratie werd ook gestaag
vervangen door fotografie.
De meeste grafisch ontwerpers waren
gestopt met het produceren van illustra-
ties. Zichzelf en hun werk werd meer
en meer als een samengestelde baan
gezien. Op dit punt gingen de grafische
vormgeving en illustratie hun eigen weg
in. Natuurlijk zijn er altijd personen die
deze twee disciplines combineerden. De
afgelopen decennia waren computers
instrumenten die voorheen alleen be-
schikbaar waren voor grote studio’s.
Maar deze zijn tegenwoordig in de han-
den van individuele kunstenaars geko-
men. Ontwerpers zijn begonnen met het
meer en meer samen te smelten.
Een nieuwe generatie kunstenaars is mind-
er betrokken bij de kloof die bestond in
de hoofden van hun voorgangers. Belet-
tering - ook in de vorm van aangepaste
lettertypen - is het maken van een mid-
del voor persoonlijke expressie, die zou
kunnen worden opgevat als een reactie
tegen een groot deel van de steriele
ontwerpen die er zijn.
Van verschillende ontwerpers zijn pro-
fielen gemaakt, van ontwerpers uit
Nederland, andere delen van Europa en
Amerika. Ze laten in dit boek hun beste
werk zien. Verder staan in het boek
ook verschillende intervieuws met de
ontwerpers. Deze zijn helaas wel in het
engels maar zo kun je meteen je Engels
bijspijkeren!
Bij de introductie vertellen Karolina
& Hans Lijklema dít aan de lezers: In
dit boek vindt u illustratie en grafisch
ontwerp en alles daartussenin. Als u
werkt in hetzelfde gebied, zou het hier
gepresenteerde u kunnen inspireren tot
een meer persoonlijke benadering van
uw eigen werk. Als je al je eigen pad hebt
gevonden, dan zal het werk van andere
getalenteerde professionelen misschien
bevestigen dat u op het juiste spoor zit.
Kortom een heel leerzaam en leuk boek
om te lezen of om cadeau te geven!
44
review
45
DAVID PACHEinter-view
46
David Pache is een branding ex-
pert uit Zwitserland. Zijn werk
is gebaseerd op vernieuwend de-
sign. Dit geeft hem een sterk plat-
form om unieke logo’s te maken.
Recentelijk heeft hij zijn eigen
studio een nieuwe stijl en naam
gegeven. Voorheen was zijn merk-
naam ‘Dache’, nu gaat hij verder
onder de naam ‘Helvetic Brands’.
David staat bekend om zijn eenvoudige en doeltreffende indentity
ontwerpen. Hij vind dat een merk makkelijker te onthouden is als
het simpel overgebracht wordt. Omdat hij een zeer gevarieerde
benadering heeft om een logo te ontwerpen kan hij veel expiri-
menteren met verschillende tools. Zo werkt hij veel met markers,
lego, schilderijen en fotografie.
In dit interview praat David over het maken van custom typografie
in logo ontwerpen voor zijn klanten. Ook spreekt hij over zijn
schetsen , concepten en meer.
Vertel ons eens iets over jezelf. Waar kom je vandaan, welke opleiding heb je gevolgd en hoe ben je begonnen in deze business?
Ik ben de oprichter en eigenaar van Helvetic Brands, een onafhan-
kelijke design studio in een klein dorpje vlakbij Geneva, Zwitser-
land. Ik heb graphic design gestudeerd. Ik ben zeer gepassioneerd
bezig met mijn vak en dat ben ik altijd al geweest. Ik kan me
nog goed herrinneren dat mijn moeder me vroeger leerde om
dieren te tekenen. Ik denk dat dat me op het creatieve pad heeft
gebracht.
Mijn eigen ontwerp bureau beginnen was meteen een droom na-
dat ik klaar was met de opleiding. Ik wilde aandacht besteeden
aan mijn eigen bureau in plaats van een grote, bestaand reclame-
bureau. Ik ben in 2005 begonnen met mijn eigen business en heb
me er toen volledig op gefocused. In die tijd had ik al wel een
website waar mijn portfolio op stond.
Hoe lang heb je er over gedaan om je voet tus-sen de deur te krijgen in de reclamewereld en je eigen klantenkring te werven? Had je al ervaring opgedaan bij andere bureau’s?
Ik denk dat na ongeveer twee jaar een online portfolio gehad te
hebben mijn naam langzaam bekend begon te worden. Ik heb een
antal klanten waar ik vaker voor werk, maar de meeste klanten
hoeven alleen een logo. Toen in 2007 het aantal klanten verdub-
belde wist ik dat ik er echt helemaal voor moest gaan!
Daar voor was ik freelancer die het deed als hobby, maar toen
wist ik dat ik er een leven mee kon leiden. Tijdens een aantal
stages die ik heb gelopen kwam ik er achter dat ik op een an-
dere manier met klanten om wilde gaan. Meer persoonlijk, meer
toegespitst op die ene klant.
47
Hoe belangrijk zijn geometrie, grids en andere de-sign principes voor jou logo en typografie ontwer-pen?
Fundamentele design principes zoals geometrie en grids zijn ele-
menten die een factor zijn in mijn designs. Maar grotendeels zijn
het ondersteunende functies die bijdragen aan het ontwerp. Pas
als je de basisregels begrijpt kun je de grenzen opzoeken en je
eigen creatieve interpretatie de overhand laten nemen.
Hoe maak je een memorabel logo? Hoe bereik je dat terwijl je aan meerdere projecten tegelijk werkt?
Een memorabel logo moet helder en relevant zijn voor het be-
drijf. Hoe simpeler het ontwerp is, hoe makkelijker deze onthou-
den kan worden door de doelgroep. Daardoor is ontstaat er een
directe asociatie met het bedrijf.
Ik ben blij dat ik de onwerpen die ik maak niet te moeilijk maak
voor de klanten. Om dit te bereiken ben ik gedurende het hele
project in overleg met de klant. Zo ontstaat er een flow die in
beide richtingen gaat, en daardoor ontstaan er talloze ideeën en
ontwerpen met een hoge standaard. Ik ben nog steeds van me-
ning dat een persoonlijke benadering naar de klant toe de beste
is.
Je tutorial “Dache: Logo Design Process” op de website WebDesignerWall laat een interessant kleuren expiriment zien voordat je de computer gebruikt. Bekijk je vaker de kleuren mogenlijk-heden voordat je Illustrator opent?
Ik vind het erg belangrijk om verschilende instrumenten te ge-
bruiken. Expirimenteren doe ik altijd voor ik naar de computer
stap omdat het mijn inspiratie fris houdt. In dit geval was het
passend om markers te gebruiken maar soms gebruik ik lego,
schilderijen of fotografie.
Het is erg belangrijk om je ontwerpproces aan te passen aan het
project, zodat je een ‘eureka’ moment kan krijgen. Inspiratie kan
overal vandaan komen.
‘‘De schetsen hoeven niet eens goed te zijn.
Het is het idee dat telt.’’
48
Hoe veel tijd gaat er zitten in het bedenken van concepten en het schetsen voordat je achter je computer duikt?
Het grootste deel van de tijd werk ik op papier. Mijn schetsboek
gaat overal mee naar toe. Als ik een idee heb dan pak ik meteer
mijn schetsboek en begin te tekenen totdat ik tevreden ben met
het resultaat. Ik heb geen limiet met schetsen, ik ga door tot ik
een goed resultaat heb. De schetsen hoeven niet eens goed te
zijn, het is het idee dat telt.
Wanneer besluit je de computer te gaan gebruiken om het logo af te maken? Welke tools in Illustra-tor zijn essentieel voor jou werkproces?
Hoewel ik nooit een project begin met ontwerp software, is het
een essentieel onderdeel van mijn werkproces. Dit omdat het
zorgt voor perfectie en me mogelijkheden geeft die potlood me
niet kan geven. De tools die ik gebruik zijn natuurlijk de pen-tool,
de shape-tool etc.
Hoe presenteer je de voorstellen aan de klan-ten? Laat je meestal meteen de hele huisstijl zien inclusief website ontwerp, geprint materiaal etc? Maak je huisstijl handboeken?
Ik presenteer mijn werk na iedere fase. Daarvoor gebruik een
web-based slideshow presentatie. Omdat ik een design en bran-
ding studio ben specialiseer ik me in alle elementen van branding
dus verzorg ik datgene waar de klant om vraagt.
Het gros van de opdrachten bestaat uit een huisstijl ontwerp en
een website. Soms wil de klant ook stickers, posters en werkkle-
ding,
Ik had al best een aantal huisstijlhandboken gemaakt tijdens mijn
stages. Dit was een zeer goede ervaring omdat ik werd gemen-
tord door zeer goede designers. Nu ik mijn eigen bedrijf heb, ver-
zorg ik voor iedere klant die dat wil een huisstijlhandboek. Het
zijn meestal de grote klanten die dit willen.
49
Waar zie je jezelf en je bedrijf over vijf jaar?
Over vijf jaar ben ik zover om mijn bedrijf naar een volgend sta-
dium te liften. Ik ben nu bezig een naam te maken en dat ik aardig
aan het lukken. Over vijf jaar wil ik bekend staan als een betrouw-
baar, origineel en creatief vormgever.
Wat zijn jou favoriete manieren om jezelf te pro-moten op het web? Zijn er veel websites waar je jezelf presenteerd?
Mijn favoriete manier is Twitter. Kort geleden heb ik een feature
geintroduceerd waarbij mijn volgers iedere dag een updat krijgen
van mijn dagelijkse bezigheden m.b.t. vormgeven.
Daarnaast maak ik gebruik van gallery-sites als Behance.net en
Logopond.com.
Hartelijk dank voor dit interview David! Heb je nog een goed advies voor de ontwerpers die hard aan het werk zijn om professional te worden?
Sta achter je product, durf je werkstijl te varieren en stop nooit
met het ontdekken en onderzoeken van alles om je heen!
50
51
INVLOEDVAN
KLEUREN
Het begrip kleur blijkt in het dagelijkse leven sterk gekoppeld te zijn aan onze persoonlijke kleurwaarne-ming, zoals uit ons spraak-gebruik overduidelijk blijkt. We noemen iets ‘rood’ en communiceren daarmee een voor iedereen begrijpelijke boodschap, hoewel er natuurlijk geen eenduidige kleur rood bestaat.
Zodra je wat specifieker probeert te worden slaat daarom de
verwarring toe, die ook met nog steeds vrij algemene benami-
ngen als ‘brandweerrood’ of ‘bloedrood’, ‘kobaltblauw’ of ‘azuur-
blauw’ maar weinig minder zal worden. Het is op dit punt dat we
in feite omschakelen van een algemene kleurwaarneming naar
een beschrijving van een specifieke kleur. Om dit echt doeltref-
fend te doen zou je waarschijnlijk beter kunnen spreken over de
specifieke golflengte van een kleurnuance in ‘nm’ (van nanometer,
een miljoenste millimeter - zichtbare kleuren lopen van 380 nm,
violet, tot 780 nm, rood). Maar hoewel dit natuurlijk wel exact
re-search
is, lijkt het niet iets waar we in de praktijk gemakkelijk mee om
kunnen gaan.
Schaarse kleurenKleuren hebben voor mensen immers vooral een - vaak grote -
emotionele waarde en hebben dit eigenlijk altijd gehad. In het
verre verleden werd aan een bepaalde kleuren zelfs een god-
delijke kracht toegekend en ook de economische waarde van
de verschillende kleurstoffen kon aanzienlijk zijn, hetgeen vaak
had te maken met de moeilijke beschikbaarheid. Zo werd de
prachtige blauwe kleur ‘lapus lazuli’ verkregen door het moei-
zame fijnwrijven van halfedelstenen en het dieprode ‘kraplak’
door ontelbare schilden van een speciaal kevertje te vermalen.
In ons chemische tijdperk echter hebben we de meeste kleur-
stoffen volledig weten te synthetiseren en maken we ze voor
een groot deel gewoon uit aardolie, hetgeen het democratisch
gehalte door een bijna onbeperkte toegankelijkheid aanmerkelijk
KLEUREN DOEN
MEER DAN WE
DENKEN
heeft weten te vergroten. Dit naast de al van oudsher bekende
‘aardkleuren’ (zoals de meeste rode en gele okers) en al die uit-
gesproken kleuren waarbij zware metalen een rol spelen (zoals
cadmiumgeel en -rood).
Kleuren en emotiesKleurnamen worden dan ook gebruikt om emoties en gemoeds-
toestanden aan te duiden: we zijn rood van woede, grauw van
vermoeidheid, groen van jaloezie... Er zijn omgekeerd genoeg aan-
wijzingen dat kleuren uit de omgeving een zekere invloed op onze
gesteldheid uitoefenen. Rood licht maakt actief en gespannen,
terwijl het groen van een bos (of van een operatiekamer) juist
rust weet te geven, geel bevordert een opgewekt gevoel. Sommi-
gen gaan in deze opvatting zo ver dat ze bij elke kleur een speci-
fieke invloed op het lichaam veronderstellen en met gekleurde
lampen of met lapjes gekleurde zijde allerlei ziektes te lijf gaan.
Naar men claimt met een positief resultaat, maar dat zullen dan
degelijke, dubbelblind-proeven moeten uitwijzen. Wel is daarmee
duidelijk dat de technische en de gevoelsmatige benadering van
het fenomeen kleur sterk van elkaar verschillen.
Licht en kleurEen belangrijk punt is dat we alleen maar over kleuren kunnen
spreken wanneer er tevens sprake is van een verlichting, dus van
een lichtbron. Immers, een voorwerp weerkaatst of filtert alleen
maar licht (wanneer we de lichtgevende voorwerpen even buiten
beschouwing laten) en slechts dat geeft ons oog een kleurindruk.
Maar ook een lichtbron bezit een heel eigen kleur. De zon is daar-
bij onze belangrijkste referentie en daaruit leiden we het voor ons
zichtbare spectrum af. Een gewone gloeilamp wijkt daarvan sterk
af. Toch beoordelen we kleuren net zo onbevangen bij zowel dag-
als kunstlicht, omdat de subjectieve kleurbeoordeling voor een
groot deel in onze hersenen tot stand komt. Problemen ontstaan
wat dit betreft soms bij TL-licht, omdat dit een afwijkend karakter
bezit. En iedereen kent ongetwijfeld uit ervaring de merkwaardige
kleurweergave op de snelweg, die het gevolg is van een mono-
chrome geel/oranje natriumverlichting.
Over lichtbronnenWe onderscheiden in principe lichtbronnen die een continue
spectrum vertegenwoordigen en andere die volgens een lijnen-
spectrum kleuren uitzenden. Tot de eerste categorie behoren alle
gloeilichamen, waarvan de zon uiteraard de belangrijkste repre-
sentant is, maar ook allerlei, deels oudere, lichtbronnen als olie-
lampen, kaarsen en gloeilampen.
53
Hun kenmerk is het voortbrengen van licht waarin alle spectrale
lichtsoorten meer of minder voorkomen. Dit in tegenstelling tot
gasontladingslampen waarbij door wisselende (ont)ladingen van
atomen in een speciaal gekozen gas al dan niet zichtbare licht-
straling wordt opgewekt.
De gassoort bepaalt hierbij de kleur, die meestal geen continue
karakter heeft zoals bij alle verhitte gloeilichamen, maar die zich
afspeelt binnen een (beperkte) ‘band’ of die heel specifiek een
aantal van dergelijke kleurbanden omvat, het zogenaamde ‘lijnen-
spectrum’.
Kleuren en het oogHet menselijk oog is een wonder van aanpassing, maar is op zich-
zelf in kwaliteit niet te vergelijken met de lens van zelfs de goed-
koopste camera. Proeven die met een (geprepareerde) ooglens
werden gemaakt gaven steeds een onscherp en sterk vertekend
beeld te zien. Ons oog fungeert echter vooral als informatiever-
schaffer aan de supercomputer die door onze hersenen wordt
gevormd en in eendrachtige samenwerking worden daarbij echt
de ongelooflijkste prestaties verricht.
Overigens blijkt de rol van het oog volgens de nieuwste onder-
zoekingen toch wel groter dan tot nu toe werd aangenomen. Dat
zit vooral in de manier waarop een gigantische hoeveelheid infor-
matie gericht wordt aangeboden. Al heel lang veronderstelt men
in het netvlies twee soorten receptoren: kegeltjes en staafjes.
De laatste zijn het meest lichtgevoelig (met name ook voor be-
weging) maar zijn niet tot kleuronderscheid in staat. De kegeltjes
daarentegen wel en deze zijn daarbij ook heel kleurselectief.
Grafische industrie koploperEen veel langere geschiedenis echter kent de kleurbeheersing in
de grafische industrie, maar daar was het dan ook een bittere
noodzaak, want het drukproces is te kostbaar om bij een slecht
eindresultaat maar weer opnieuw te gaan scannen. Er werd dus
een heel systeem ontwikkeld waarbij op de scan, de drukplaat
en op proefdrukken teststroken onderling vergeleken konden
worden en zo in elk stadium kleine wijzigingen doorgevoerd,
waarvan de resultaten zo snel mogelijk beoordeeld werden.
Door grote grafische firma’s als Kodak en Agfa werden diverse
gereedschappen ontwikkeld voor kleurbeheersing, ook voor PC
en Macintosh gebruik. Met de betere bewerkingssoftware wordt
vaak hetzij Kodak Color Management System (CMS) of Agfa
ColorFlow meegeleverd. De toepassing ervan vergt uiteraard de
nodige tijd, maar essentieel is vooral een vaste werkdiscipline die
dan min of meer wordt terugverdiend door een betere en con-
stanter kleurkwaliteit.
RGB en CMY(K)We hadden het al over additieve en subtractieve kleursystemen,
waarbij het eerste met name een rol speelt binnen het digitale
traject (van scanner of digitale camera tot de monitor) en het
tweede vooral te maken heeft met de wijze van reproductie op
papier. Om begrijpelijke redenen is de contrastomvang bij dit
laatste aanmerkelijk kleiner, terwijl men daarnaast bij de keuze
van inktpigmenten moet roeien met de riemen die men heeft en
nooit de zuiverheid kan behalen van een nauwkeurig bepaalde
lichtbron.
In theorie zou men door de drie (complementaire) filterkleuren
over elkaar heen door totale uitdoving van het licht zwart moe-
ten krijgen, maar omdat een kleurpigment niet alleen filtereigen-
schappen bezit maar ook een zekere reflectie, die zich als kleur
doet kennen, voegt men bij het afdrukken tevens een echte
zwarte inkt toe (welke dan ook voor zwarte tekst gebruikt wordt).
Hierdoor ontstaat een 32-bits bestandsformaat en spreekt men
ook van 4-kleurendruk. Zoals gezegd werkt men bij het subtrac-
tieve model met complementaire kleuren, in dit geval Cyaan
(groenig blauw), Magenta (violetachtig rood) en Yellow (geel).
Het vertalen van RGB naar dit CMYK (waarbij de ‘K’ staat voor
blacK) is daarbij vrij complex. Een additioneel probleem is dat
vier inktlagen over elkaar nogal eens problemen geven. Dit heeft
geleid tot een techniek die ‘Under Color Removal’ heet, waarbij
overtollige kleurcomponenten door berekeningen bij voorbaat
worden weggelaten.
54
Met de introductie van de L’Amour collectie zet Nokia een nieuwe
stap in de wereld van Fashion Phones. Vooralsnog brengt men 3
modellen op de markt, de 7360, 7370 en 7380. De toestellen
zijn stuk voor stuk een toonbeeld van high-tech design, gecom-
bineerd met natuurlijke kleuren en materialen en met een passie
voor detail en vormgeving. Volgens Alistair Curtis, VP Design van
Nokia, is de GSM voor velen van ons een verlengstuk geworden
van onze ‘stijl van leven’ en zijn velen van ons bij de keuze voor
U ziet hier werk van Peter Jaworowski. Hij is een 20 jarige
man van Poolse afkomtst. Hij heeft een eigen reclame bureau
(www.arsthanea.com ) die o.a. ook voor Playstation, Disco-
very Channel en vele andere heeft gewerkt. In dit topic wordt
o.a verteld over de Campagne van Nike en Nokia.
Peter JaworowskiCreated by
special
een nieuw mobieltje inmiddels net zo modebewust als bij de
keuze van hun kleding en andere accesoires. Curtis hoopt dan ook
dat iedereen die oog heeft voor design en detail uiteindelijk ‘ver-
liefd’ zullen raken op de L’Amour collectie. Voor deze campagne
werd Peter meteen gevraagd. Er was geen twijfel over mogelijk.
Hij moest de campagne maken voor de nieuwe design telefoon.
Met de campagne voor ‘Nike City Moves’ wilde Peter Jaworowski
zich weer bewijzen. Zijn stijl wordt snel herkend en het spreekt
mensen aan. Nike city moves staan in centraal met de stad. ‘‘The
Big City’’, zoals New York en Tokyo. De lijn is voor zowel man-
nen als voor vrouwen. Het is een Limited edition uitgave. Deze
zomer komen ze in de winkels te liggen en zulllen maar 2 maan-
den worden verkocht. De schoenen hebben een zachte kleur en
stralen zo ook rust uit. Het is voor de sportieve mens die graag
sport of gewoon een leuk paar sneakers wil hebben!
56
57
review
Prijs: €698,95
Met de Alpha 550 introduceert Sony een spiegelreflexcamera die speciaal bedoeld is voor mensen die liever niet in RAW fotografe-ren omdat dit tijdrovender is. De A550 heeft twee speciale functies om het contrast in JPEG-foto’s te beheersen.
Hoewel het RAW-formaat de beste
kwaliteit digitale foto’s oplevert, wil niet
iedereen het extra werk doen dat dit
formaat vereist. Je moet immers andere
RAW foto’s bewerken en converteren
met een RAW-converter en dat kost tijd.
Fotograferen in JPEG heeft als voordeel
dat de camera al dat werk doet, maar
het nadeel is dat de mogelijkheden tot
ingrij-pen daardoor ook veel beperkter
zijn. Vooral bij scenes met veel contrast
leidt dat toch vaak tot minder goede fo-
to’s, met dichtlopende schaduwen. Sony
probeert dit probleem met de A550 op
een unieke manier op te lossen. De ca-
mera heeft namelijk alleen een speciale
ingebouwde methode om schaduwen
van een foto op te lichten, maar kan ook
een ‘HDR-opname’ maken via het com-
bineren van twee beelden met verschil-
lende belichting. De A550 maakt dan
een opname met normale belichting en
een opname met een langere belichting.
Dat betekend dat HDR de doorteke-
ning van de schaduwen verbetert, maar
niets doet voor de hoge lichten. Daarop
moet je dus de belichting afstemmen. De
Sony Alpha 550Bijzondere functies bij fotograferen in JPEG!
58
beelden worden eerst uitgelijnd voordat
ze worden samengevoegd, waardoor je
ook uit de hand met deze instelling kunt
werken.
Extra ruisNaast de opvallende goed werkende
HDR-optie kent de camera ook nog
DRO (Dynamic Range Optimizer), waar-
bij schaduwen van een enkelvoudige
opname worden verbeterd. Dit werkt
dus ook met bewegende onderwerpen,
maar het gaat wel gepaard met extra ruis
in die schaduwen. Omdat beide metho-
den bewerkingen achteraf zijn, hebben
ze alleen invloed op JPEG-foto’s, niet op
RAW. Vooral het effect van DRO kun je
dan ook zelf met een RAW-bestand re-
delijk makkelijk evenaren en zelfs nog
wel wat verbeteren. De A550 kent twee
vormen van ‘live view’. Bij de eerste
methoede wordt gebruik gemaakt van
een aparte sensor in de zoeker. Die werkt
goed en snel, maar is niet bruikbaar om
- bijvoorbeeld bij studio-opnamen - de
scherpte extra nauwkeurig te bepalen.
Bij de tweede vorm van live view kan dat
wel, want die werkt met de hoofdsensor.
Je hebt dan alleen geen autofocus, dus
dan moet je die scherpte ook wel zelf
handmatig instellen. De Sony A550 heeft
ingebouwde beeldstabilisatie via een be-
wegende sensor, die je gemiddeld zo’n 2
tot 3 stoppen winst oplevert. Opvallend
is dat deze camera niet kan filmen, iets
dat je juist bij (een echt videomerk als)
Sony zou verwachten.
ConclusieDe beeldkwaliteit is goed, maar wel
minder dan die van de topmodellen die
we afgelopen jaren getest hebben. Vooral
bij hogere ISO-waarden zie je meer ruis.
De detaillering van de 14 Mpixel sensor
is natuurlijk ook minder dan bij model-
len met 18 tot 24 Mpixel. De camera
is gezien het relatief bescheiden prijs-
kaartje ook niet bedoeld om daarmee
te concurreren, maar vormt toch een
alternatief als de prijs van groot belang
is. Voor de gemiddelde studio-opname
zal de kwaliteit beslist voldoende zijn,
zeker omdat je meestal niet met extreem
hoge gevoeligheid zal werken. Wel blijft
werken in RAW de beste kwaliteit le-
veren. Je krijgt dan toch wat wat meer
detaillering, omdat de camera standaard
kennelijk een vrij sterkte ruisreductie uit-
voert, ook bij lage ISO-waarden. Ook de
witbalans is dan nauwkeuriger af te stem-
men op wat je wilt hebben dan met de
automatische bewerking in JPEG.
59
Makkelijk doen als het moeilijk kan?
Een onthullend onderzoek naar strategie in fashion ads.re-search
Is er verschil in effect tussen een simpele en een complexe advertentiestrategie bij fashion advertising? Dit was de centrale vraag in het onderzoek dat Lieke Eemers vanuit Radboud Universiteit Nijmegen uitvoerde, in opdracht van fusionbrandingbureau Crossmarks uit ‘s-Hertogenbosch. De vraag vloeide voort uit de vaststelling dat modemerken (uitzonderingen daargelaten) doorgaans een opvallend conventionele strategie kiezen voor hun advertenties in printmedia. En de conclusie uit het onderzoek mag op zijn minst verrassend worden genoemd...
61
Open advertentiesWie de aandacht van de consument wil trekken, kan ervoor kiezen
om af te wijken van het geijkte verwachtingspatroon. Dit gebeurt
bijvoorbeeld door middel van uitingen waarbij de relatie tussen
de advertentie en het aangeprezen merk/product niet geheel dui-
delijk is, maar waarbij vooral een belevingswereld rondom het
merk/product wordt gecreeerd. Zulke ‘open advertenties’ vinden
steeds weer weerklank - behalve in fashion advertising, zo stelt
Crossmarks.
Spraakmakende merkenEen stelling die lijkt te kloppen. Want wat blijkt? In veel mode-
advertenties toont een model de kleding, zónder dat daarbij
aandacht is besteed aan een achterliggende boodschap of een
bijzonder verhaal waarmee het kledingmerk zich zou kunnen
positioneren. Sterker nog: uit onderzoek blijkt dat verreweg de
meeste mode-advertenties (89%) deze uitgesproken voorzichtige
strategie volgen. Er is meer aandacht voor de kleding en het mo-
del dan voor een relevante achtergrond of een pakkend verhaal.
Bij slecht 7% van de geanalyseerde advertenties weet het merk
zich aan deze uniformiteit te onttrekken en is er sprake van een
complexere advertentiestrategie. Merken als Benetton. WE en
Diesel - toch niet de minste - komen met originele concepten
waarin de achterliggende boodschap meer aandacht krijgt dan de
kleding zelf. Bij Benetton wordt de kleding vaak zelf helemaal niet
getoond. Een aanpak die kennelijk wel zijn vruchten afwerpt.
Behoudend gedragDe vraag rijst dus waarom andere modemerken niet massaal over-
stappen op de creatievere strategieën, als die kennelijk zo succes-
vol kunnen zijn. Waarom kiezen de meeste modemerken voor de
veilige weg van een simpele advertentiestrategie? Een reden zou
kunnen zijn, dat sommige merken extreme settings mijden om-
dat ze hun campagne wereldwijd willen kunnen adapteren. Vaak
wordt als argument gegeven dat een extreme strategie niet past
bij de eigen merkidentiteit. En bij sommigen leeft de overtuiging
dat klanten de beste indruk van kleding krijgen als deze wordt
getoond op een model, zonder afleidende entourage.
Verrassende inzichtenDe uitkomsten van het onderzoek weerleggen echter deze opvat-
tingen, vooral als het gaat om mannenmode. Gebleken is dat bij
mannen de kwaliteitsperceptie van een complexe uiting groter
is dan van een simpele uiting. Daarmee hangt samen dat de kle-
ding in een complexe uiting vaak ook duurder wordt ingeschat.
Bij vrouwen is dat laatste ook het geval, maar er is een belangrijk
verschil. Waar vrouwen hun hoge prijsperceptie zien als een sig-
naal om hun koopintentie iets te temperen, zien mannen het juist
een bevestiging van kwaliteit. Dit leidt bij meer dan de helft van
hen juist tot een verhoogde koopintentie!
Gedurfde strategieEen ding is duidelijk: complexe modeadvertenties worden gemid-
deld positiever beoordeeld dan simpele advertenties. En dat geldt
met name voor mannenmode. Een conclusie die nogal haaks staat
op de praktijk van modemerken om voornamelijk voor een sim-
pele strategie te kiezen. Gezien de resultaten uit het onderzoek
ligt het voor de hand om vaker te kiezen voor een meer com-
plexe, onderscheidende strategie. Al spelen de merkwaarden die
je als merk wilt uitdragen daarbij wel een sturende rol, want bij
een down-to-earth imago past juist weer een simpele strategie.
Uit de analyse blijkt namelijk dat kernwaarden als ‘gedurfd’, ‘fan-
tasierijk’, ‘stoer’, ‘up-to-date’ beter associëren met een complexe
uiting, terwijl een simpele uiting vaker wordt gezien als ‘nuttig’,
‘intelligent’, ‘betrouwbaar’ en ‘eerlijk’. Pas wanneer het imago en
de positionering van een modemerk helder zijn gedefiniëerd, kan
worden bepaald of een printuiting beter simpel of complex kan
worden.
Het hogere segmentAls een merk positionering of imagoverbetering als communi-
catiedoelstellling heeft, zou een complexe advertentie over het
algemeen een goede keus zijn. Daarbij moet dan wel zorgvuldig
naar de merkwaarden worden gekeken, om te voorkomen dat een
uiting zijn doel voorbij schiet. Omdat de kwaliteit van de kleding
in een complexe advertentie vaak wordt gekoppeld aan een ho-
gere prijsperceptie, is zo’n aanpak bij vrouwen alleen gunstig voor
een merk dat ook daadwerkelijk in een hoger segment opereert.
Onder mannen roept een complexe advertentie ook bij merken
in het middensegment al een hoog kwaliteitsgevoel op - wat juist
kansen creëert voor de merken.
Hoe nu verder?Al met al staat vast dat de huivering van veel modemerken om
complexe advertenties in te zetten niet op zijn plaats is. Vooral
als het gaat om mannenmode, is er geen enkele aanleiding om
terug te deinzen voor complexiteit bij het ontwikkelen van nieuwe
printcampagnes. Zeker nu de concurrentie nog in overwegende
mate kiest voor de simpele aanpak - de aanpak die bij mannen
zoveel lager scoort...
62
De roots van Robert Alderliefste (40) liggen aan de kust van
IJmuiden. Daar is hij sinds zijn geboorte altijd blijven wonen.
Als kleine jongen leerde hij dankzij zijn ouders de schoonheid
van het buitenleven waarderen. Van het strand om de hoek tot
aan de Alpen in het hart van Europa: ‘We gingen uren wande-
len. En ik liep altijd voorop.’ Robert is op 6 juni 2008 getrouwd
met zijn Poolse vriendin: ‘Op D-day. Ik vraag me nu eigenlijk af
of dat toeval is, aangezien geschiedenis eveneens een hobby
van me is.’
‘Als fotograaf blijf ik een perfectionist’
Robert AlderliefsteHet is ochtend. De wekker rinkelt in alle vroegte. De week gaat weer beginnen, en voor Robert Alderliefste betekent dat post bezorgen. Maar op deze zomerse dag in juli loopt het anders. Robert gaat even op de bank zitten, want hij voelt zich niet lekker. Zijn hart gaat als een dolle tekeer, zijn hoofd barst zowat uit elkaar en zijn rug doet pijn. ‘Jij gaat naar de dokter’, roept zijn vrouw. Na een paar weken huisarrest en een psychologische test gaat het snel. De diagnose burn-out slaat in als een bom. Ruim een half jaar na dato lijkt Robert weer de weg uit het dal te hebben gevonden. We drinken een kop koffie in Eindhoven, waar Robert Alderliefste, na een afspraak met zijn psycholoog, geheel in stijl arriveert met de fiets.
Zo te zien gaat het nu beter met je...Ik heb geleerd om me niet overal druk
om te maken. Bij TNT Post kon ik goed
voor mezelf en mijn collega’s opkomen.
Maar daarbij hield ik ook rekening met
het bedrijf. Eigenlijk hield ik te veel re-
kening met alles en iedereen. Ik streefde
te veel naar perfectie. Dat nekte mij op
den duur.
Dat doe je nu niet meer?Streven naar perfectie is mijn kracht,
maar ook mijn valkuil. In het dagelijks
leven probeer ik me niet meer alles aan
IN THE PICTURE
te trekken en alles voor iedereen perfect
te doen. Dicht bij mezelf blijven is mijn
doel. Zodra je dat doet, valt er een last
van je af. In mijn fotografie is en blijft per-
fectie mijn doel. Dat ben ik verplicht aan
de natuur.
Waarom voel je die verplichting?De natuur toont mij zoveel schoonheid;
daar voel ik dankbaarheid voor. Wanneer
ik ga fotograferen, loop ik soms uren rond
en geniet ik van de omgeving. Daarna ga
ik pas aan het werk. Als ik dan een mooie
foto heb gemaakt, kijk ik over mijn came-
ra en zeg ik soms hardop: ‘Bedankt!’
Heb je tijdens je ziekte veel aan fotografie gehad?Drie weken voordat mijn burn-out werd
bevestigd, had ik mijn nieuwe camera
gekocht: de Canon EOS 5D Mark II. Toen
ik ziek was, durfde ik hem wekenlang niet
aan te raken, uit angst dat ik hem zou la-
ten vallen. Daarnaast voelde ik me schul-
dig dat ik zo’n dure camera had gekocht.
De reden dat ik hem kon betalen, was
dat ik als klein kind geld opzij had gezet,
en dat geld kwam toen vrij. Mijn vrouw
heeft me aangemoedigd om die camera
te kopen. Anders had ik het niet gedaan.
inter-view
65
66
67
Waarom heb je ‘zo’n dure camera’ gekocht?Met mijn toenmalige Sony liep ik steeds
tegen de beperkingen aan. Ik wilde meer
dynamisch bereik en minder ruis, en kun-
nen fotograferen op ISO 50 is natuurlijk
ook niet verkeerd. Ik zie dat er veel
mensen zijn die gigantisch dure came-
ra’s kopen, terwijl ze nog niet ‘klaar’ zijn
met de oude. Mijn tip: spaar eerst voor
een mooie lens en probeer daar fantas-
tische resultaten mee te behalen. Dat is
waarschijnlijk veel effectiever. Nu ik de
5D heb, spaar ik door voor een mooie
telelens. De Alpha is tegenwoordig mijn
back-upcamera.
Twee verschillende merken camera’s: is dat niet onhandig?Dat je geen objectieven van de ene came-
ra op de andere kunt gebruiken en zo, zie
ik zelf niet als een probleem. De Sony
is en blijft een mooie camera. Wanneer
ik nieuwe spullen koop, zijn die voor de
Canon. Maar de Sony gaat altijd mee, net
zoals mijn oude Coolpix.
Bewerk je veel aan je foto’s?Vrij weinig: de standaard dingen. Het is
wel eens nodig om de horizon recht te
zetten. Soms maak ik de foto iets lichter
of donkerder, en ja: ook ik moet af en toe
wat stofdeeltjes verwijderen. Maar al
met al heb ik het geduld niet voor een
ingrijpende fotobewerking. Daarom moet
alles met de camera gebeuren.
Hoe ben je als fotograaf gevormd?Als ik kijk hoe mijn ontwikkeling tot nu
toe gelopen is, denk ik dat ik verschil-
lende fases doorlopen heb. In 2005 ben
ik begonnen met digitale fotografie. Ik
kocht een Nikon Coolpix. Ik vond het
leuk om hiermee aan de slag te gaan,
maar veel verder dan kiekjes kwam ik
niet. Toen deze kapotging, kocht ik - vlak
voor mijn vakantie - een spiegelreflex:
een Sony Alpha 100. Maar ik wist vrijwel
niets van dat ding en gebruikte hem niet
optimaal.
De experimentele fase..Precies! Vanaf 2007 ging ik me veel meer
in de materie verdiepen, in het bijzonder
in landschapsfotografie. Omdat mijn hart
bij landschapsfotografie ligt, maar ook
met een meer pragmatische reden. Fo-
tografie is een dure hobby. Geld om te
investeren in een arsenaal lenzen heb
ik niet, dus de keuze was snel gemaakt.
Met mijn groothoeklens wil ik het maxi-
male resultaat behalen.
Hoe kom je aan die prachtige locaties?Door heel veel rond te lopen, uren achter
elkaar. Het is ook een kwestie van intuïtie
en gevoel. Ik geniet enorm van de omge-
ving. De sneeuw van de maanden decem-
ber en januari was prachtig: ik voelde me
als een kind in de snoepwinkel! Ik ging
naar Marken en Burgerdam. Plekken die
op mijn lijstje van mooie fotolocaties
stonden, maar ik was er nog nooit ge-
weest. Met al die sneeuw wilde ik de kans
niet laten schieten. Ik vergat de kou en
heb prachtige foto’s gemaakt. Al hebben
mijn vingers nog wekenlang getinteld...
Je voelde in eerste instantie de kou niet...?Eigenlijk niet... Dat was ook al zo toen ik
klein was. Tijdens het wandelen met mijn
ouders kon ik opeens midden in een rivier
staan. Ik liep simpelweg waar ik naartoe
wilde, en voelde het water nauwelijks.
Mijn fantasie ging met me aan de haal. Ik
68
was nieuwsgierig en beleefde mijn eigen
avonturen, precies zoals in de stripver-
halen van Johan en Pierewiet. Stel dat ik
morgen in Polen fotografeer, dan klim ik
gerust tegen een steile bergwand op, of
sta ik bij temperaturen rond het vriespunt
rustig in een rivier of de zee. Gewoon om-
dat ik een mooie foto als doel heb. Ik zie
dat bijna als mijn plicht. Daardoor zet ik
een stap extra: dat is mijn grootste troef.
Het is mijn droom om als fotograaf aan
het werk te gaan. Aan mijn enthousiasme
en inzet zal het niet liggen...
Wat zijn je favoriete landschap-pen?Ik vind Nederland minder mooi om te
zien, maar makkelijker om mooi te fo-
tograferen. In de bergen, bijvoorbeeld de
Oostenrijkse Alpen, ben ik als een vis in
het water. Die lucht, die natuur en uiter-
aard de rust... heerlijk gewoon! Maar
probeer die bergen maar eens mooi op
de foto te zetten. Dat blijf ik gigantisch
moeilijk vinden.
Wanneer ga je weer aan het werk?Ik ben er weer klaar voor! Althans, ik voel
me stukken beter. Morgen heb ik een sol-
licitatiegesprek bij de Media Markt. Ze
zoeken een servicemedewerker. Ik heb
me expres niet enorm voorbereid. Vol-
gens mij willen mensen met een klacht
geen robot tegenkomen, maar een echt
mens. Dat ga ik morgen laten zien!
Kijk ook op: eenmomentjesvp.zoom.nl
69
Special: Ken YeangGeestelijk vader van de bioklima-tologische gebouwen; In zijn visie ontwerpt hij gebouwen als steden op zich met een eigen eco-systeem.
www.architectenweb.nl
iRent verhuurt online Apple-systemenICT-dienstverlener OnDemand Groep is onlangs van start gegaan met een nieuwe onderneming voor het online verhuren van Apple-systemen: iRent, the Apple rental company.
Top tien iPhone appsVoor de iPhone zijn inmiddels tienduizenden applicaties die je mobiele web-wereld leuker of makkelijker zouden moeten maken. Maar welke apps zijn nu echt goed? Publish stelde een eigen Top 10 iPhone apps samen met applicaties die helemaal niets kosten.
Commentaar: Anti-AppleEen van ‘s werelds best gewaardeerde merken begint scheuren te vertonen. Apple was altijd al arrogant, maar inmiddels heeft het ook macht.
En verder...
Interview met Scott Kelby
Brits design uit Milaan
Review: Bamboo Pen
The Green Skyscraper
Redactiemedewerkers:
Dylan Fanego
Geert Lebens
Hylke Greidanus
Lizanne van Esch
Styling, art direction en vormgeving:
Dylan Fanego
Geert Lebens
Hylke Greidanus
Lizanne van Esch
Uitgever:
Weener Groep ‘s-Hertogenbosch
Drukwerkbegeleiding:
Océ-Nederland B.V.
Distrubutie:
Betapress, Gilze
Verantwoordelijke uitgever België:
De Mey Micheline
Eekhoutdriesstraat 67
B- 9041 Oostakker
ISSN 1568-1440
De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk
worden gesteld voor enige eventueel geleden
schade door foutieve vermelding in dit blad
Copyright 2010 ©
Force Link Publicaties & Promotie
Haarlemmermeerstraat 26
1058 KA Amsterdam
Telefoon: 020 669 7566
Niets uit deze uitgave mag worden
overgenomen in welke vorm dan
ook zonder nadrukkelijke schrif-telijke
toestemming van de uitgever.
C o l o f o n In ons volgende nummer
Stay up to date op www.booq-magazine.nl!
70
Kwaliteit op tafel! Dat is wat de Océ Arizona 250 GT flatbedprinter biedt.
Dankzij de Océ VariaDot® technologie worden inktdruppels gegenereerd die
kunnen variëren tussen 6 en 42 picoliter. Dit resulteert in een uitzonderlijk
hoge printkwaliteit zowel in kleine tekst, scherpe foto’s als grote volvlakken.
Bovendien ligt het inktverbruik dankzij deze revolutionaire technologie tot
35% lager dan bij traditionele 6-kleuren printers.
De Océ Arizona 250 GT is een “echte” vlakbedprinter. Op een tafel van
125x250 cm wordt het materiaal door middel van vacuüm vastgehouden
terwijl de printkoppen zowel in de X- als in de Y-richting over het materiaal
bewegen. Zo kunt u probleemloos printen op vooraf uitgesneden
materialen of materialen met speciale vormen. Toepassingen waarbij een
hoge densiteit wordt vereist zoals plexi of glas kunnen meerdere malen
beprint worden zonder dat hierbij registratieverschillen optreden.
Applicaties waar u gisteren enkel van kon dromen, worden met de
Océ Arizona 250 GT vandaag verwezenlijkt.
Vanzelfsprekend biedt Océ u alle bijbehorende software, supplies, finishing
benodigdheden, service en colour management ondersteuning.
Meer weten over de Océ Arizona 250 GT of één van onze andere
grootformaat oplossingen? Voor Nederland bel +31 73 6 815 493.
Bel +32 2 729 42 37 voor België. Of kijk op www.oce.com.
Je gelooft je ogen niet!