Booq Magazine

74
DESIGN. LIFESTYLE. IDENTITY. JULI / AUGUSTUS 2010 DAVID PACHE DIETER RAMS ADOBE CS5 INTERVIEW MET EEN GETALENTEERDE LOGODESIGNER DE GELIJKENISSEN TUSSEN BROWN EN APPLE HET NIEUWE DESIGN SOFTWAREPAKKET VAN ADOBE ADOBE CREATIVE SUITE BOOQ - 01 - 2010 - € 6,95 01 NU 2,95

description

Het magazine over design, lifestyle en identiteit. (Concept magazine) - All the companies named on the 'colofon' (70) page are fake, they are just to give an indication. This magazine is only a pice of my portfolio, wich shows our graphic design skills.

Transcript of Booq Magazine

Page 1: Booq Magazine

D E S I G N .

L I F E S T Y L E .

I D E N T I T Y.

J U L I / A U G U S T U S 2 0 1 0

DAVID PACHE DIETER RAMS ADOBE CS5INTERVIEW MET EEN

GETALENTEERDE

LOGODESIGNER

DE GELIJKENISSEN

TUSSEN BROWN

EN APPLE

HET NIEUWE DESIGN

SOFTWAREPAKKET

VAN ADOBE

A D O B EC R E ATIV E

S UITE

BOOQ - 01 - 2010 - € 6,95

01NU2,95

Page 2: Booq Magazine
Page 3: Booq Magazine

E v e n v o o r s t e l l e n . . .

Dylan Fanego Lizanne van Esch Hylke Greidanus Geert Lebens

Wij, Dylan, Lizanne, Hylke en Geert zijn studenten die studeren aan De Eindhovense School, en met plezier. Wij zijn de readactie van dit nieuwe, eigentijdse, life-style magazine! Na weken hard gewerkt te hebben, heeft u het eerste nummer voor u liggen.

Als eerste Dylan, een 23 jarige man die erg van het vak houdt.

In zijn vrije tijd ook veel bezig is met het grafische werk. Dan de

gezellige Lizanne van Esch, 21 jaar en zeer hard bezig haar carriére

op te bouwen. Haar favoriete bezigheden, als ze even niet bezig is

met werk of school, zijn een lekker goed boek lezen, op vakantie

gaan en mode. Dan de 3de van het team, Hylke Greidanus, 18 jaar

en houdt ook van het vak. In haar vrije tijd is ze naast designen

ook bezig met fotograferen en heeft ze haar eigen kleine bedrijfje.

Dan moeten we zeker deze niet vergeten, Geert Lebens en hij is

19 jaar. Hij werkt met liefde en passie aan dit vak. Evenals is hij

veel bezig met design, met name grafisch design, industrieel de-

sign en architectuur. En ter ontspanning doet hij aan wielrennen.

Wat willen we met dit magazine bereiken? Dat was onze eerste

vraag. We willen mensen graag kennis laten maken met design.

Maar ook met lifestyle. En dit dan gecombineerd. Wat ook een

belangrijke rol speelt is dat we creatieven willen inspireren net

als, dat wij door hun geïnspireerd worden.

Kortom, Booq is een leerzaam en een inspirerend magazine, dat

door iedereen gelezen kan worden zolang je met design of eigen

lifestyle bezig bent.

Veel leesplezier!

De Booq redactie.

1

Page 4: Booq Magazine

2

Page 5: Booq Magazine

3

D AV I D PA C H E

R E V I E W A D O B E C S 5G O O G L E P H O N EI R I S VA N H E R P E NP I C T O G R A P H I C S O N Y A L P H A 5 5 0

P. 4 6P. 6 4

4 61 4 3 6

A D O B E C S 5 S A A B

J U L I / A U G U S T U S 2 0 1 0

D E S I G N P O L I T I E K O R D E I N D E C H A O SI N V L O E D VA N K L E U RFA S H I O N A D S

L E A D E R S I N D E S I G ND U T C H D E S I G N W E E KH E T S A A B G E V O E L P E T E R J AW O R O W S K I

D AV I D PA C H ER O B E R T A L D E R L I E F S T E

R E S E A R C H

S P E C I A L

I N T E R V I E W

P. 1 4P. 2 2P. 3 2P. 4 4P. 5 8

P. 2 4P. 4 0P. 5 2P. 6 1

P. 0 4P. 3 0 P. 3 6P. 5 6

4

D I E T E R R A M S

Page 6: Booq Magazine

Het 20e eeuwse kader voor de toekomst.

In 1896 deed de Amerikaanse architect Louis Sullivan de uitspraak

‘form follows function’ herklinken. Een uitspraak die eerder al te

horen was uit de mond van Horatio Greenough, een Amerikaanse

beeldhouwer. Louis Sullivan was een van de grote namen uit het

modernisme, een uitspraak die misschien wel een toontje van in-

dustriële verbintenis met zich mee draagt. In de Eerste helft van

de 20e eeuw wordt dit een kreet die zich doet weerklinken in

de bekende stijl Bauhaus. Ontwerpers zoals Mies van der Rohe,

Marcel Breuer, Le Corbusier en J.J.P. Oud. Experimenteerden met

industriële materialen als metalen buizen, staal en glas. Deze

taferelen zijn terug te zien in gebouwen en gebruiksvoorwerpen

van deze ontwerpers. Het is de strakke en industriële look die de

toon zet. Ook de beroemde uitspraak �less is more� - gedaan door

de Duitse architect Peter Behrends - wordt overgenomen door

Mies van der Rohe. Het minimalistische principe staat voor een-

voud en helderheid met genoeg ruimte om te ademen en kreeg

veel aanhangers.

In de Jaren 50 is daar Dieter Rams, industrieel ontwerper met een

groot geloof in eigen kunnen. Een uitgesproken persoonlijkheid

die voortdurend nieuwe dingen bleef proberen. Hij was innovatief

en volhardend. Ook hij liet zijn stem horen; �less but better� zei

hij. Met als doel het creëren van innovatieve producten die zo

praktisch, duurzaam en gebruiksvriendelijk mogelijk dienen te zijn.

Rams� producten hebben een heldere grafische stijl, een lichtheid

van vorm, in aluminium, hout en vernieuwende kunststoffen. Veel

producten die Rams voor Braun ontworpen heeft gelden nu als

ware iconen van 20e eeuws productdesign.

De 20e eeuw is het begin van de toekomst. In het tweede deel van de 19e eeuw deed zich een indringende verande-ring voor in het straatbeeld en de industrie. Het is de opkomst van de industriële revolutie, alles moet sneller en functioneler want tijd is geld. Een goede gelegenheid voor uitvinders om een nieuw productiemodel te creëren. Hier liggen dan ook de grondbeginselen voor een code die in de eerste helft van de volgende eeuw intreden doet in de huiskamer, de kunst en de architectuur.

4

Page 7: Booq Magazine

Foto: Dieter Rams, in zijn jaren als

vormgever bij Braun.

special5

Page 8: Booq Magazine

Met een abonnement op Booq magazine krijgt u 10% korting op alle producten uit onze online Booqshop!

Bestellen: www.booq-magazine.nl/booqshopAbonneren: www.booq-magazine.nl/abonnement

Less But Better, The design ethos of Dieter Rams.

Dit boek is een prachtige extensie van dit

column. Een boek met veel beeldmateri-

aal en interessante onthullingen over de

manier van werken van de grote meester

van het industrieële ontwerp,

Dieter Rams.

Page 9: Booq Magazine

Dieter Rams staat bekend om zijn zorgvuldig doordachte de-sign. Iets wat hem mogelijk door zijn grootvader met de paplepel is ingegoten. Dieter’s grootva-der was timmerman en vaak te vinden in zijn werkplaats. Daar leerde de kleine Rams misschien wel de grondbeginselen van con-structietechniek.

Op zijn vijftiende komt Dieter’s passie

voor vormgeving tot uiting. Hij gaat

architectuur en binnenhuisarchitectuur

studeren aan de Werkkunstschule in

Wiesbaden. Daarnaast slaagt hij erin een

practicum meubelmaken af te ronden.

Hij studeert af in 1953 en werkt vervol-

gens bij architectenbureau Otto Appel

in Frankfurt Am Main.

In 1955 krijgt hij een functie als architect

en interieurontwerper bij Braun. Arthur

en Erwin Braun - de zoons van de grote

Max Braun - Besluiten vanwege hun

grote fascinatie voor Bauhaus tot een

herpositionering in de markt. Een nieuw

design volgens de principes van deze

stroming paste immers goed bij de tech-

nologische ontwikkelingen van die tijd.

Samen met De Hochschule für Gestal-

tung in Ulm stelt Braun een designteam

samen met aan het hoofd, jawel, Dieter

Rams. Met als kwalificatieopdracht;

het herontwerpen van een aantal ra-

dioapparaten en fonografen. Uit het

designteam resulteert later een interne

designafdeling bij Braun.

In datzelfde jaar (1955) verschijnt het

design van de Phonosuper SK4, een

combinatie van een platenspeler en ra-

dio. Een design dat resulteerde uit Rams’

De boodschapper en schepper.samenwerking met de schooldirecteur

van De Hochschule für Gestaltung, Hans

Gugelot, een volger van het form fol-

lows function-principe. Dit futuristische

design stelde de techniek voorop, wat

zorgt voor een optimaal bedieningsge-

mak. Later volgen steeds meer succes-

volle designs van Rams zoals de Transis-

tor 1 (1956) en de TP 1 (1959).

In 1961 wordt Dieter Rams op 29 jarige

leeftijd officieel leider van de design

afdeling van Braun. Deze functie blijft

hij houden tot 1995. Daarnaast doet hij

vanaf 1957 ook ontwerpwerk voor Otto

Zapf, wat later Vitsoe+Zapf wordt. Als

in 1969 Zapf vertrekt en het merk door-

gaat onder de naam Vitsoe volgen nog

veel succesvolle ontwerpen tot op de

dag van vandaag. Enkele grote succes-

sen zijn het modulaire opbergsysteem

606 en 601/601 en de stoel 620.

7

Page 10: Booq Magazine

Less is moreObjectified In de documentaire Objectified van Gary Hustwit wordt de houding van de consument

tot allerlei voorwerpen van dagelijks gebruik behandeld. Met daarnaast de mensen die

verantwoordelijk zijn voor de creatie daarvan. Met ondermeer interviews met Ronan &

Erwan Bouroullec, Naoto Fucasawa, Jonathan Ive, Hella Jongerius, Marc Newson, Karim

Rashid en Dieter Rams.

Meer informatie vindt u op: www.objectifiedfilm.com

8

Page 11: Booq Magazine

Less is moreGoed design is innovatief; Kopiëren is uit den boze. Het toeken-

nen van een imago is een must, je moet

onderscheidend zijn.

Een goed product maakt een product handzaam; de gebruiksvriendelijkheid staat voorop.

De vormen laten zich dan al wijzen,

“form follows function”.

Goed design is esthetisch; Smaken mogen hierin verschillen,

maar duidelijk is dat onesthetische

producten ergernis en verwarring op-

wekken, Daarmee de gebruikswaarde

ondermijnend.

Goed design helpt ons het prod-uct te doorgronden; Het ontwerp moet een product laten

‘spreken’, dus niet onnodig ingewikkeld

zijn. Onnodige ‘poespas’ kan leiden tot

verwarring of discussie.

Goed design is onopvallend; vermijd decoratieve elementen, ontwerp

neutraal, zodat het ruimte laat voor de

zelfexpressie van de gebruiker.

Een goed ontwerp is integer; beïnvloeding en manipulatie van consu-

menten door niet waar te maken claims

is ‘not done’.

Goed design is duurzaam; vermijd verspilling: geen eendagsvliegen

voor de wegwerpmaatschappij, maar

duurzaam ontworpen producten.

Goed design is tot in de puntjes doordacht; Ontwerpen met aandacht voor details,

ten dienste van het product en de func-

tionaliteit.

Een goed ontwerp houdt reken-ing met het milieu;verstandig gebruik van materialen.Een

goed ontwerp straalt zo min mogelijk de-

sign uit; geen peospas, houd het puur.

Design, volgens Dieter Rams.

9

Page 12: Booq Magazine

De Braun T1000

draagbare we-

reldontvanger,

ontworpen door

Dieter Rams.

MAC Pro, het huidige model,

ontworpen door:

Jonathan Ive voor Apple.

Waar haalt Apple de mosterd?

De manier waarop die Apple-filosofie in elkaar zit is dan ook

sterk te vergelijken met hoe de broers Braun dat aanpakte. Zij

hadden een design georiënteerde visie op het runnen van een

bedrijf, met een holistische benadering van corporate identity.

Een rigoureus ontwerpregime dat meer is dan alleen product-

design. Eén identiteit die zelfs overvloeit in architectuur voor

zowel in- als exterieur. Je zou Apple-directeur Steve Jobs in zijn

samenwerking met Jonathan Ive - hoofd ontwerper bij Apple -

als de moderne Erwin Braun kunnen zien.

Een grote hoeveelheid werken van Dieter Rams is een grote

inspiratiebron geweest voor ontwerpers van vandaag. Soms

zelfs in die mate, dat veel ontwerpen eruitzien alsof door hem-

zelf zijn gemaakt. Jonathan Ive - maar ook Simon Hecht, Jasper

Morrison en Naoto Fukasawa - ontkennen niet dat Rams een

ware grootmeester voor hen is.

Eén ding is héél duidelijk bij Apple, de kwaliteit en zorgvuldige

bouw van de producten moet verkocht worden in een ‘jasje’

dat minstens zo duurzaam is als het product. En wie kan daar

nou beter voor zorgen dan zo’n jonge ontwerper als Jonathan

Ive, die zo goed de code van ontwerpers als Dieter Rams kan

laten voortbestaan. Is dit het design van de toekomst?

Apple pleit al vrijwel zolang als het bestaat voor kwaliteit. Het is een bedrijf dat zorgvuldig haar leve-ranciers kiest en erg betrokken is bij alle aspecten van het productieproces. Vanaf de kleinste onderdel-en die door partners gemaakt worden tot de behu-izing. Alles in het kader van optimale functionaliteit, het design doet hier ook zeker niet aan onder. De hele Apple-filosofie is doordacht geconstrueerd.

10

Page 13: Booq Magazine

11

Foto: Jonathan Ive,

vormgever bij Apple

Jonathan Ive, bewaarder van de code.Jonathan Ive trad in 1992 tot de

ontwerpafdeling van Apple. Vier jaar

later kreeg hij - door de terugkeer van

Steve Jobs - bij het computerbedrijf

alle ruimte om zijn vooruitstrevende

minimalistische ontwerpen in produc-

tie te nemen. Producten als de iMac,

PowerBook G4, MacBook en MacBook

Pro, iPod en iPhone hebben dankzij Ive

een appetijtelijk jasje gekregen. Deze

producten hebben het merk gekatapul-

teerd en op een voor Microsoft gevaar-

lijk hoog concurrentieniveau gebracht.

Ive is inmiddels senior vice president of

industrial design van Apple. Er mag dus

wel gesteld worden dat Jonathan Ive

ruimschoots schatplichtig is aan Dieter

Rams. Wie de Bruan T1000 naast de

Mac Pro zet ziet de overeenkomsten.

Ives gebruik van kunststoffen en later

aluminium en glas, alsmede de ontwik-

keling van zijn ontwerpen naar een nog

extremer functionalisme en minima-

lisme tonen dat aan.

Rams dankt zijn succes grotendeels aan

de vrijheid die Erwin Braun hem gaf als

ontwerper om zó innovatief te kunnen

ontwerpen. Het was een goede zet van

Erwin om de hele productlijn te resty-

len en te herdefiniëren. Iets wat voor

die tijd uiterst ongehoord was. �Erwin

had een geweldige visie. De enige he-

dendaagse ontwerper die eenzelfde

symbiotische verstandhouding had zo-

als ik vroeger met Erwin, is Jonathan

Ive met Steve Jobs bij Apple. En dat hij

sommige dingen van mij overneemt,

beschouw ik als het beste compliment

dat je als ontwerper kunt krijgen. Zegt

Dieter Rams.

Page 14: Booq Magazine

Mieke Gerritzen is benoemd tot nieuwe directeur van het Graphic Design Museum

‘Mieke Gerritzen brengt dit nieuwe na-

tionale museum een krachtige visie. Ze

herbergt een unieke combinatie van

kwaliteiten als internationaal befaamd

ontwerpster, publicist, curator en orga-

nisator van exposities in binnen- en bui-

tenland met bovendien een uitgebreide

ervaring in het kunstonderwijs’, aldus

voorzitter van de Raad van Toezicht Hedy

D’Ancona. Gerritzen begint per 1 januari

2011 aan haar nieuwe functie.

www.graphicdesignmuseum.nl

Directeur voor Graphic Design Museum

Een cheque van €1000 én de unieke gelegenheid om als tweede-jaars studenten het campagne-beeld te ontwerpen voor The Hague Festivals 2010. Dat is wat Nadine Magner (23 jaar) en Rogier van der Sluis (24 jaar), studenten aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK), heb-ben gewonnen met hun poster-ontwerp.

Dit jaar presenteerden drie teams hun

festivalposter aan een deskundige jury

bestaande uit wethouder Citymarke-

ting Frits Huffnagel (voorzitter), direc-

teur KABK Jack Verduyn Lunel, grafisch

ontwerper Gert Dumbar en directeur

Den Haag Marketing Anja Overhoff.

Volgens de jury heeft het ontwerp van

Nadine en Rogier de meeste potentie om

uit te groeien tot een volwaardige cam-

pagne. “De winnende poster is net als

vorig jaar erg creatief en kleurrijk.” aldus

de juryvoorzitter Frits Huffnagel.

www.thehaguefestivals.com

Studenten KABK ontwerpen beeld The Hague Festivals 2010

Fred en Wilma in de Vinex Wijk

Nienke Oosterbaan, Fred en Wil-ma in de Vinex-wijk. Maak van je huis een zelfvoorzienend paradijs, Snor, 2010, 144 pag.

Al tijden op zoek naar een betere tijds-

besteding? Naar een nieuwe vorm van

luxe? Ga de uitdaging aan; de uitgave

‘Fred en Wilma in de Vinex Wijk’, ontwer-

pen door Studio Boot, geeft tips, work-

shops en doe-het-zelf ontwerpen van

Nederlandse ontwerpers. Zodat iedereen

binnenkort kan overleven zonder hulp

van anderen.

www.uitgeverijsnor.nl

12

Page 15: Booq Magazine
Page 16: Booq Magazine

14

Page 17: Booq Magazine

David staat bekend om zijn eenvoudige en doeltreffende inden-

tity ontwerpen. Hij vind dat een merk makkelijker te onthouden

is als het simpel overgebracht wordt. Omdat hij een zeer ge-

varieerde benadering heeft om een logo te ontwerpen kan hij

veel expirimenteren met verschillende tools. Zo werkt hij veel

met markers, lego, schilderijen en fotografie.

In dit interview praat David over het maken van custom ty-

pografie in logo ontwerpen voor zijn klanten. Ook spreekt hij

over zijn schetsen , concepten en meer.

1. Vertel ons eens iets over jezelf. Waar kom je vandaan, welke opleiding heb je gevolgd en hoe ben je begon-nen in deze business?

Ik ben de oprichter en eigenaar van Helvetic Brands, een onaf-

hankelijke design studio in een klein dorpje vlakbij Geneva, Zwit-

serland.

Ik heb graphic design gestudeerd. Ik ben zeer gepassioneerd

bezig met mijn vak en dat ben ik altijd al geweest. Ik kan me

nog goed herrinneren dat mijn moeder me vroeger leerde om

Na de aankondiging en de geruchtenstroom was

het vandaag was het weer Adobe dag. De lan-

cering/onthulling van de opvolger van de Cre-

ative Suite 4, de Creative Suite 5. Het nummer

mag geen verassing zijn. Wat wel verassend is

dat er echt heel veel nieuwe features in CS5 zit-

ten. Ongeveer tussen de 250-300 features ver-

deeld over de diverse applicaties.

In een volgeboekt Pakhuis de Zwijger pre-

senteerden Klaasjan Tukker, Ton Frederiks

en Christoph Rooms van Adobe NL veel

nieuwe features en mogelijkheden van de

diverse pakketten. Het is onmogelijk om

nu zo snel al veel te vertellen, zeker om-

dat ik het zelf nog niet echt heb kunnen

uitproberen. Ik zal het beperkt houden

tot de features die geshowd zijn. Voordat

je verder leest, PowerPC Mac’s hebben

pech. CS5 draait niet meer op het Po-

werPC platform: it’s Intel only.

IllustratorIn een volgeboekt Pakhuis de Zwijger pre-

senteerden Klaasjan Tukker, Ton Frederiks

en Christoph Rooms van Adobe NL veel

nieuwe features en mogelijkheden van de

diverse pakketten. Het is onmogelijk om

nu zo snel al veel te vertellen, zeker om-

dat ik het zelf nog niet echt heb kunnen

uitproberen. Ik zal het beperkt houden

tot de features die geshowd zijn. Voordat

je verder leest, PowerPC Mac’s hebben

pech. CS5 draait niet meer op het Po-

werPC platform: it’s Intel only. Lijndiktes

kunnen verlopen. Je kunt nu op een lijn

van bv 10 pt ergens op de lijn een punt

pakken en de lijn daar dunner of dikker

maken door te slepen.

Overigens herkennen zowel Illustrator

als Photoshop nu de hoek van je Wacom

pen. Daarmee samenhangend ook de

manier van het gebruiken van penselen en

kwasten. Een mooie nieuwe kwast is de

zgn. “Bristle brush” Een penseel waarmee

je nauwkeuriger binnen en buiten objec-

ten kunt “schilderen”.

Vanuit Illustrator kunnen items, voor-

beelden van een interface met het nieu-

we product Flash Catalyst interactief

gemaakt worden.

Flash CatalystEen nieuw product dat in elke Premium

box toegevoegd is. Waarom wordt dui-

delijk bij de demo, elke tak kan nu be-

werkt worden voor een ander medium.

Vanuit print maar ook vanuit de video om-

geving. Flash Catalyst leest je Illustrator

document met de daarin aparte onderde-

len. Zonder enig vorm van coderen kun je

elementen converteren naar interactieve

elementen. Uiteraard naar Flash.

review

15

Page 18: Booq Magazine

PhotoshopDe Content Aware Fill was door Adobe al een tijdje geleden

“gelekt”. Ja, hij is echt en ja het ziet er goed uit. Toch zal iemand

wel goed naar foto’s moeten kijken om te zien of er ondanks

de mooie tools geen rare verspringen/kloon patronen ontstaan

zijn. Het aanpassen van selectie en maskers is ook eenvoudiger

geworden door het kunnen toepassen van de “Smart Radius”.

Overgebracht vanuit After Effects is de Puppet Warp. Een manier

om interactiviteit (ja dat is het CS5 toverwoord) toe te voegen

aan je document.

DreamweaverHet starten van een site is vereenvoudigd, je hoeft nu niet meer

allerlei info over servers, FTP gegevens in te voeren maar je kan

nu gewoon beginnen. De “Discovery” knop laat je van bv een php

file alle gekoppelde bestanden zien (die zijn ook nog te filteren).

LiveView is nog steeds aanwezig, wil je nu echter je site’s testen

(op uiterlijk, geen foutmeldingen of beveiligingskenmerken) kan

je gebruik maken van Adobe BrowserLabs. Daar wordt je site in

de diverse brossers geladen en je krijgt puur het visuele gedeelte

als output terug. “Inspect” gaat visueel over je CSS heen, zo kan

je dus veel sneller fouten herstellen. Of je nou je CSS aanpast of

je past een klein onderdeel aan.

FlashFlash heeft een mooie nieuwe feature genaamd “code snip-

pets”. Waarom zou je iedere keer het wiel willen uitvinden? Het

werkt een beetje opdezelfde manier als bv bibliotheek items in

InDesign. Een bibliotheek die een groot aantal voorgeïnstaleerde

actions(scripts) die je makkelijk kan loslaten op elementen etc.

Overigens heeft Flash nu ook code completen. Sterk verbetert in

Flash is ook het tekstgedeelte. Er zijn mensen van het InDesign

team toegevoegd aan het Flash team met als gevolg dat teksten

in Flash beter bewerkbaar zijn en zelf ligaturen bevatten. Zo zie je

ook de samenwerking tussen de applicatiebouwers .

VideoHet videogedeelte van Premiere en After Effects is te ingewikkeld

en onbekend voor mij. Een aantal dingen zijn toch wel interes-

sant om gewoon even te melden. Alle applicaties van het video

gedeelte zijn 64bit en 64bit only. Om mensen de mogelijkheid te

bieden om goed te kunnen samenwerken kan je in Premiere ook

FinalCut en Avid projecten/bestanden te openen/importeren. Zelf

het exporteren naar deze formaten kan. Veel aardige kenmerken,

zeker de Roto scoping tool kan heel veel tijd schelen. Het real-

time previews gebeurt met de Mercury playback. Deze speler kan

je aanpassen naar het systeem waarop je de software draait. Een

full review op een MacPro met een x aantal corps en veel RAM,

een 1/4 preview op een MacBookPro. Zo blijft je preview toch

“lopen” zonder het hakkelen van het beeld.

InDesignInDesign is behoorlijk onder handen genomen met extra func-

tionaliteit. Fontbeheer van een document wordt door InDesign

zelf geregeld, er worden geen fonts geïnstalleerd maar per docu-

ment geactiveerd in InDesign zelf. Meerdere paginaformaten in 1

document geeft je de mogelijkheid om documenten te gebruiken

die bijvoorbeeld een omslagflap hebben. Deellaag opties, zoals

in Illustrator, elke afzonderlijk item op een laag is nu via het la-

genpaneel te selecteren en te kopiëren, verslepen, aan te passen.

Ideaal natuurlijk voor mensen die netjes in lagen werken en dat

doen we natuurlijk allemaal.

InDesign heeft nu ook de mogelijkheid om je koppelingen gelijk

te zien. Zoals dat nu in CS4 standaard in Bridge zit. Om dit pro-

ces te vergemakkelijken heeft InDesign een Mini Bridge gekregen

(die ook in Photoshop) te vinden is. Automatisch toevoegen van

onderschriften vanuit de metadata van foto’s. Werkt natuurlijk

alleen als die Metadata goed beheerd zijn/worden. De metadata

is ook vanuit InDesign wel aan te passen (Edit original). Koppen

“automagisch” verdelen over meerdere kolommen, dat kan ook

met opsommingen zonder dus teksten te moeten opbreken en

opnieuw in kaders te koppelen. Ook vanuit InDesign kan je nu in-

teractief werken met animaties (die vanuit Flash gehaald worden

en ook onderling met Flash uitwisselbaar zijn).

16

Page 19: Booq Magazine

CS5 Production Premium en 1.299 euro voor CS5 Design Stan-

dard. Genoemde prijzen zijn exclusief btw en gelden voor de

Engelstalige versies. Prijzen van de Nederlandstalige versies zijn

op aanvraag verkrijgbaar. Upgradeprijzen en volumelicenties zijn

beschikbaar. Adobe CS5-producten integreren met de Adobe CS

Live diensten die complementair voor een gelimiteerde periode

beschikbaar zijn.

Prijs en beschikbaarheid van Adobe CS5 productenAdobe Creative Suite 5-producten komen naar verwachting bin-

nen dertig dagen beschikbaar en zullen verkrijgbaar zijn via Ado-

be geautoriseerde resellers, via de Adobe Store en via directe

verkoop. De verwachte verkoopadviesprijs van de suites is 2.899

euro voor Master Collection CS5, 1.899 euro voor CS5 Design

Premium, 1.799 euro voor CS5 Web Premium, 1.899 euro voor

17

Page 20: Booq Magazine
Page 21: Booq Magazine

Abonneren: www.booq-magazine.nl/abonnement

*Als u vóór 1 september 2010 een abonnement neemt betaald u slechts € 34,75 voor 6 nummers, daarmee bespaart u de aankoop van 1 nummer!

Met een abonnement op Booq magazine heeft u elke twee maanden het nieuwste nummer op de mat!

Met een abonnement op Booq magazine krijgt u 10% korting op alle producten uit onze online Booqshop!

1 nummer gratis!*

19

Page 22: Booq Magazine

De hand van Iris van Herpen is duidelijk

te herkennen in de collectie. Volgens

de ontwerpster is dat essentieel in een

goed ontwerp: “Een goed ontwerp moet

een duidelijk handschrift hebben en het

moet je raken als je het ziet. Het moet

je bijblijven.” Haar creaties aanschouwen

kan vanaf 19 juni tot 12 september in het

Centraal Museum in Utrecht.

www.irisvanherpen.com

Iris van Herpen en Lady Gaga?...

Zie ook pagina 34!

Levering iPhone 4 uitgesteld wegens grote vraag

Op de eerste verkoopdag zijn al 600 dui-

zend voorbestellingen voor de iPhone 4

geplaatst. Dat was zoveel dat de syste-

men van provider AT&T het niet meer

aankonden. Gevolg: sommige bestellin-

gen werden verstuurd naar de verkeerde

personen. AT&T heeft de voorbestel-

lingen tijdelijk stilgelegd: de iPhone 4 is

nu even uitverkocht. De meeste van de

eerdere bestellers krijgen hun telefoon

gewoon, maar wie van plan was vanaf 2

juli naar de VS te gaan om er eentje te

kopen, moet zijn reisplannen omgooien.

Want door het uitverkopen heeft Apple

grote moeite om aan de enorme vraag

naar het nieuwe toestel te voldoen.

Daarom heeft het bedrijf de Amerikaanse

leverdatum nu verzet naar 14 juli.

Wat de gevolgen zijn voor de start van

de verkoop in andere landen, zoals Ne-

derland, is nog onbekend. Eind juli zou

de iPhone hier in de verkoop gaan. De

iPhone 4 is in deze pre-fase van de ver-

koop veel populairder dan zijn voor-

ganger. De iPad moet ook rond die tijd

verkrijgbaar zijn in Nederland.

De iPhone 4 is zo populair dat Apple nu in de VS als leveringsda-tum 14 juli hanteert.

Haar collectie was zo’n succes, dat zelfs Lady Gaga een creatie uit deze lijn droeg!

www.apple.com/nl

20

Page 23: Booq Magazine
Page 24: Booq Magazine

review

Prijs: 529 US Dollar in de VS (zonder contract, zonder simlock) €400,- a €600,- online (zonder contract, zonder simlock)

Dat Google graag het succes van de i-

Phone zou overdoen, is geen geheim

meer. Daarom lanceerde Google zelf

onlangs de zogeheten ‘Google Phone’ of

‘Nexus One’, de eerste smartphone met

Android die Google zelf op de markt

brengt. Wat heeft deze nieuwe telefoon

te bieden? En is deze Google Phone een

waardige concurrent voor de iPhone

3GS? Het ging al sinds eind mei 2008

over de eerste smartphone met Android,

de HTC G1, en een jaar daarna over de

opvolger, HTC Hero, Beide mobieltjes

werden gebouwd door het Taiwaneese

HTC, dat niet meteen mooie of flashy

toestellen op de markt brengt, maar wel

het besturingssysteem van Google, An-

droid, gebruikt. Google doet het voorko-

men alsof de nieuwe ‘Google Phone’, de

Nexus One, hun eigen telefoon is, maar

niet is minder waar, het gaat hier nog

altijd om een door HTC gefabriceerde

smartphone, met een (nieuwere) versie

van Android.

Google Phone / Nexus OneBeter dan de iPhone 3GS?

22

Page 25: Booq Magazine

Dunner en lichterDe Nexus One lijkt een stuk meer op

de iPhone dan het geval was bij de HTC

Hero. De vormgeving is gelijkwaardig;

de telefoon is maar 11,5 millimeter dun

(tegenover 12,3 bij de iPhone 3GS) en

meet 12 bij 6 centimter (de iPhone 3GS

meet 11,5 bij 6,2 centimeter). De Nexus

One is ook net iets lichter dan de iPhone

3GS (130 tegenover 135 gram) en ligt heel

goed in de hand. Net als andere Android-

telefoons is er maar 512 MB flashgeheu-

gen ingebouwd, maar er wordt wel een 4

GB Micro SD-kaartje meegeleverd, dat je

kunt vervangen door een exemplaar tot 32

GB. Verder beschikt de telefoon over alle

moderne voorzieningen: een 5 megapixel

camera met flits, 3G-ondersteuning (tot

HSDPA 7,2 Mbps), wifi, gps, bluetooth en

een hoofdtelefoonaansluiting. Opvallend

is wel het touchscreen, dat groter is dan

dat van de iPhone 3GS (9,4 centimeter in

plaats van 8,9) en vooral een veel hogere

resolutie heeft, namelijk 480 bij 800 pix-

els tegenover 480 bij 320 op de iPhone

3GS. Dat merken we ook meteen: het

scherm is kwalitatief beter en helderder.

Ook bij het webbrowsen en het bekijken

van foto’s levert dit meteen voordeel op.

Net als bij de andere Android-telefoons

heeft de Nexus One een vervangbare bat-

terij, die helaas niet lang meegaat: in de

praktijk gaf de batterij er na vijf uur bel-

len of twee uur gamen de brui aan.

Android 2.1Gebruik je de Nexus One voor het eerst,

dan kun je je Google-accountgegevens in-

geven, zodat contacten, e-mail en agenda

automatisch gesynchroniseerd worden.

Een Google-account is niet verplicht:

zonder account kun je de telefoon ook

gebruiken. De Nexus One is de eerste

telefoon die Android-versie 2.1 gebruikt:

dat zie je aan nieuw bureaublad (met

Live Wallpapers) en een overzichterlijke

desktop. Net als bij de iPhone heb je de

beschikking over meerdere pagina’s, zo-

dat je je apps kunt schikken. Standaard

vinden we natuurlijk een browser terug,

Google Maps, Gmail, een andere e-mail-

app, Facebook, YouYube, een link naar

de Amazon mp3-store en het nieuwe

Google Goggles. Dit is een krachtinge ap-

plicatie waarmee je met de ingebouwde

camera foto’s neemt van logo’s, boeken,

dvd’s, streepjescode, monumenten,

visitekaartjes of winkels, waarna Google

online op zoek gaat naar treffers. Apps

installeren op de Nexus One doe je met

de Android Market. Er zijn duizenden

programma’s en een groot aantal ervan

vind je ook in de iPhone App Store terug.

De meeste apps zijn gratis, maar er zijn

er ook die je moet betalen. Verwarrend

is dat sommige apps te betalen zijn in

euro’s en weer andere in dollar. Ook ben

je verplicht de apps op de Nexus One

zelf te kopen; een applicatie als iTunes

ontbreekt en ook het synchroniseren van

muziek moet manueel.

23

Page 26: Booq Magazine

re-search

Hans-Maier-Aichen signaleert een voorzichtige verandering in het omgaan met origineel design en corporate identity in China. Voor dit enorme land is het een kwes-tie van nationaal belang geworden om het imago van fabrikant van goedkope kopieen van zich af te schudden. De kennis is er, en aan de visie wordt gewerkt.

Met de openingsceremonie van de

Olympische Spelen van Peking in 2008

maakte China grote indruk op het Wes-

ten. Dat deed het al in een economisch

opzicht, maar nu groeide ook het ont-

zag voor de prestaties op cultureel ge-

bied. De ceremonie was tegelijkertijd

een gigantische show van fascinerende

beelden uit de Chinese traditie en een

modern Westers spektakel. De perfectie

en schaal ervan overtroffen alles wat ons

tot dusver bij dergelijke gelegenheden

was voorgeschoteld. Een reeks creatieve

hoogstandjes van toparchitecten uit Eu-

ropa en Australie, met het ‘Vogelnest’

stadion van Herzog + de Meuron als

hoofdact, maakte de ambities van de

regering in Peking duidelijk: de enscene-

ring van een sportspectakel naar Westers

voorbeeld. Alleen al dat demonstreert

het zelfbewustzijn waarmee de Chinese

gezagsdragers vandaag de dag onbeperkt

aan de haal gaan met buitenlandse su-

perlatieven, op die terreinen waarop

nieuwe design politiek

24

Page 27: Booq Magazine

men in eigen land nog geen vergelijkbare

prestaties levert. Het toont ook aan dat

China zijn globale rol met verve speelt

om de eigen betekenis en nationale trots

op het wereldtoneel op het hoogste

niveau te laten gelden.

TegenstellingenTijdens mijn eerste bezoek aan het ‘Rijk

van Midden’, in 1968, hadden de overal

aanwezige politiek en de groepsdyna-

miek van de mensenmassa’s nog een

angstaanjangend effect op het handjevol

Westerse bezoekers dat in die tijd naar

China kwam, maar tegelijkertijd waren we

onder de indruk van de esthetiek ervan.

Dag in dag uit marcheerden kilo-meters

lange rijen mensen met rode vaandels

en reusachtige portretten van de poli-

tieke leuzen en staccato opgedreunde

passages van hun grote roerzanger

Mao Ze-Dong - een begenadigd dichter

- beheersten deze massa’s op indrukwek-

kende wijze het straatbeeld. Alles wat

we over de meedogenloze activiteiten

van de Rode Gardisten wisten - hun

willekeur, hun vernielzucht met betrek-

king tot het historisch cultuurgoed en de

eigen geschiedenis, hun nietsontziende

confronaties met de bevolking - was

aan deze draai geenscheneerde massa-

optredens nauwelijks af te lezen. Een zo

indrukwekkende machtsvertoon riep fas-

cinatie op, maar ook angst.

In vergelijking tot de massale politieke

onrust van die dage n waren de gereed-

schappen en producten van het dagelijks

leven van een betoverende eenvoud en

grote authecticiteit. Archaische vormge-

vingsprincipes, zo anders dan die waarmee

de Westerse consument vertrouwd was,

verrasten en verwezen naar een lange

culturele traditie van ambachtelijke vaar-

25

Page 28: Booq Magazine

digheden in de omgang met de dingen van

alledag, die van generatie op generatie

hun specifieke doelmatigheid bewezen.

Toen ik in 1972 als creative director van

Artipresent - de voorloper van Authen-

tics - opnieuw naar China reisde met het

plan om een internationale collectie van

alledaagse gebruiksvoorwerpen bijeen te

brengen, ging het me om die authentieke

kwaliteit. In die tijd oefende de charme

van regionale materialen een grote

bekoring op de Westerse bezoeker uit.

We bewonderden de gebruiksvoorwer-

pen die door zogenaamde Local Corpora-

tions werden vervaardigd: mandwerk van

wilgentenen, bamboe en rotan, kunstig

geglazuurd keramiek, vernuftige porse-

leinwaren en verfijnd lakwerk. Dit oog

voor kwaliteit en authenticiteit vertegen-

woordigde een bewustzijnsniveau dat in

de afgelopen vier decennia van enono-

mische groei helaas zo goed als verloren

is gegaan. Chinese fabricagecapaciteit

werd in die tijd gereduceerd tot een ex-

portmachine en de ontwikkeling daarvan

begon rond 1972, toen de Amerikaanse

president Nixon het land bezocht en de

handel ermee in gang zette.

TijdgeestHet van generatie op generatie vast-

houden aan een solide origineel en dat

namaken was honderden jaren lang het

beproefde recept van de Chinese cultuur.

Op die manier wisten bepaalde vormgeef-

principess en - processen die zich hadden

bewezen gedurende enorme tijdspannen

hun betekenis te behouden. De gener-

atie paste de principes aan de tijd-geest

waardoor continuiteit en traditie hun

rol bleven houden, in tegenstelling tot

de Europese cultuur waarin uit ideologi-

sche of intellectuele onverdraagzaam-

heid steeds de eliminatie van een eerdere

stijl of smaak werd geeist. De eigenlijke

aanjagers van de industriele namaakpoli-

tiek van China vanaf de jaren zeventig

waren de Amerikaanse en Europese be-

drijven van vertegenwoordigers, die met

onverstoorbare naiviteit enige scrupule

met elk denkbaar product naar dit land

van ongekende mogelijkheden opeisden

en de Chinezen uitnodigden het exact na

te maken. ‘We only copy the original!’ zo

luidde de slogan van veel Chinese fabri-

kanten, woorden die bij veel Westerlin-

gen het bloed doen koken. Als ontwer-

per ken ik dat gevoel: in 1984 ontwierp

ik een afvalemmer in diverse maten - de

Can-familie in Authentics - waarvan ook

vandaag de dag nog grote aantallen

worden verkocht. Uit onderzoek bleek

dat er nu, na ruim 25 jaar, meer dan veer-

tig exacte kopieen van dit product op de

wereldmarkt worden aangeboden, voor-

namelijk illegale namaakproducten uit

China en Thailand maar ook uit Europese

landen. die tot het kleinste detail met het

origineel overeenkomen. Tot op heden

is het begrip ‘intellectueel eigendom’ in

China no existent en wordt het vrijwel

volstrekt genegeerd. Heel geleidelijk

gaan jonge ontwerpers en producenten

zich meer richten op eigen designpre-

sentaties op een symbiose van Westerse

voorbeelden en orientaalse tradities met

behulp van zelfstandig archiefonderzoek.

Maar dit proces is nog maar net begon-

nen.

Het bezoek van de Amerikaanse president

Richard Nixon in 1972 was het startsein

voor een golf van economische uitwisse-

ling tussen beide landen. Amerikaanse

uit alle denkbare sectoren trokken naar

het nieuw ontdekte land en werden er

overweldigd door de ambachtelijke en

technische mogelijkheden, maar vooral

26

Page 29: Booq Magazine

27

Page 30: Booq Magazine

door de schaal van de productfaciliteiten.

En dan zwijgen we nog over de prijs-

kwaliteitsverhouding, die alles overtrof

wat Westerse en Oost-Europese fabri-

kanten konden leveren. Er begon een

onvoorstelbare runop deze Chinese pro-

ductie-infrastructuur: handelsbeurzen,

razendsnel uit de grond gestampte ho-

tels en reusachtige showrooms vol uitge-

stalde waren die dagelijks door verse

leveringen uit het achterland werden

aangevuld. Op de eerste reusachtige han-

delsbeurzen voor consumentproducten

uit Guangzhou, in het zuiden van dit im-

mense land, werd ook meteen duidelijk

hoe snel en zonder omwegen een ge-

wenste productlijn vrijwel van de ene dag

op de andere door locale concurrenten

werd nageaapt. Binnen enkele jaren werd

de Amerikaanse markt overspoeld door

producten, ‘Made in China’, waarbij het

ging om overwegend gekopieerde waar

waarvan de copyrights bij het Westen

berustten. Wat destijds uit China kwam,

was honderd procent namaak, van porse-

leinen serviesgoed tot tuinmeubels, en

van T-shirts tot koffiezetapparaten. In

luttele jaren groeinden de over het hele

land verspreiden, ambachtelijke werk-

plaatsen, die tot dan toe voor de binnen-

landse markt hadden geproduceerd, uit

tot logistiek geavanceerde fabricagehal-

len met duizenden werknemers, die in

24-uurs ploegendiensten een hongerige

wereldmarkt voedden.

SteutelfactorZo heeft China zich in de afgelopen de-

cennia een unieke positie als ‘werkplaats

van de wereld’ verworven en in veel

sectoren een vrijwel maximale produc-

tiecapaciteit bereikt. Het land verloor

daarmee echter veel tijd die aan een

zoektocht naar een eigen identiteit had

kunnen worden besteed. Dat blijkt niet

alleen duidelijk uit het huidige onderwijs-

aanbod van de designopleidingen maar

ook uit het geringe aantal zelf ontwik-

kelde producten van Chinese firma’s in

de afgelopen twintig jaar. Omdat ze zich

op de export richtten, zonder een domi-

nante binnenlandse markt, waren eigen

vormgevingscriteria voor de Chinezen

van ondergeschikt belang, en pas sinds

de late jaren negentig wordt er op som-

mige universiteiten nagedacht over de-

sign- en architectuurfaculteiten. Met de

voortschrijnende opening van China, geï-

nitieerd en sterk gestimuleerd door Deng

Xiaping, de machtigste politieke leider na

Mao en een voorstander van de Chinees-

Amerikaanse toenadering, ontwikkelde

zich aarzelend een gestaag toenemende

privatisering. De eerste Chinese bedrij-

ven die met Westerse partners gingen

samenwerken stimuleerden hun verou-

derde productieprocessen. Deze door de

staat geleide en gesteunde ontwikkeling

stelde vooral jonge Chinezen in staat om

zich met zelf ontwikkelde bedrijfsmodel-

len actief en succelvol in de binnenlandse

concurrentie te begeven. Tegelijkertijd

gingen jonge Chinezen zich aanmelden

voor een studie aan universiteiten in de

Verenigde Staten en Europa, waar ze al

snel naam maakten als leergierige en

gedisiplineerde studenten, met name in

technische en natuurlijkschappelijke vak-

ken. Toen Peking in de late jaren negentig

design tot ‘sleutelfactor’ voor de econo-

mische ontwikkelingg uitriep, nam het

aantal designopleidingen en -academies

een enorme vlucht: in de afgelopen

twaalf jaar zijn alle grote en middelgrote

steden van het land tussen de 500 en

600 nieuwe designscholen of faculteiten

opgericht.

28

Page 31: Booq Magazine
Page 32: Booq Magazine

‘‘DutcH DesIgn Week

een teRugBlIk Op DDW 2009

Met 290 aangemelde events en zo’n 60 lokaties verspreid over de stad ontstond een enorme groei in bezoekersaantallen tijdens Dutch Design Week. Daarnaast was de interesse van buitenlandse pers bijna verdubbeld ten opzichte van vorige jaren.

DDW opende de week tezamen met

theatergezelschap Aardlek en presen-

teerde een eigen ‘Trendboek’ aan de Eind-

hovense Burgemeester Rob van Gijzel.

Op zaterdag 17 oktober ging de ‘Golden

Eye’ Award van de Dutch Design Awards

dit jaar naar studio ‘Wieki Somers’ met de

‘Merry-go-round- coatrack’. Voor het eerst

opende DDW een eigen festival lokatie

ontstaan uit de samenwerking met ABN

AMRO/Dialogues House en Eat Drink

Design, met een pers -en informatiepunt

en een restaurant/bar waar zo’n 20.000

bezoekers gebruik van hebben gemaakt.

Naast de stijging in het aantal bezoek-

ers, was er bijna een verdubbeling van

internationale persaandacht (o.a. Italie,

Frankrijk, GB, Finland, Zweden, Z-O Azie,

Australie, Rusland, Spanje, Duitsland en

Belgie) op te merken. DDW gaf een di-

verse kijk op het Nederlands design van

vandaag en morgen. Net als voorgaande

jaren gooide DAE hoge ogen met zijn

Graduation Galleries. Niet alleen inter-

ieur, maar ook industrieel ontwerp kwam

uitvoerig naar voren tijdens de week. De

TU/e presenteerde werk van zijn eindex-

amen studenten (Industrieel ontwerp

en Bouwkunde) en in het Klokgebouw

presenteerden de grootste industrieel

ontwerp bureaus zich samen onder de

noemer ‘Going Dutch’.

30

Page 33: Booq Magazine

‘‘‘‘ special

Nederlands ontwerp heeft een eigenzinnige stijl en Dutch Design Week toont eens te meer dat ons land een goede kweekvijver is voor jong talent. DDW heeft in 2009 laten zien een kwaliteitsslag te hebben gemaakt. Dit blijkt uit betere samenwerking met de deelnemers, eenduidige uitstraling en betere bewaking van de kwaliteit van de verschillende exposities. Daarnaast ligt de internationale focus voor design steeds meer bij Eindhoven, waarschijnlijk te herleiden uit de World Design Capital 2012 nominatie.

Wat is er te doen?Op www.ddw.nl nieuwspagina vind je

rechts in de grijze balk een dagoverzicht

van de activiteiten. Maak hier je keuze

voor de dag en je krijgt een overzicht

van wat er te doen is naast de dagelijks

geopende tentoonstellingen. Maak met

MyDDW je eigen selectie en spring in

een Design Ride (taxi, 1,50 per rit) of huur

een DDW BUB (fietsverhuur 8 euro per

dag) om de verschillende locaties te be-

zoeken. Dutch Design Week is een breed

scala aan design en geopend van 23 t/m

31 oktober, ga naar www.ddw.nl voor het

programmaoverzicht van 2010.

Strijp-SHet Strijp-S terrein is elk jaar het crea-

tieve hart van Eindhoven. Zowel jong tal-

ent als gevestigde namen tonen hier hun

werk. De presentaties in het Klokgebouw

mag je niet missen. Naast exposities, zijn

hier lezingen, workshops en seminars te

bezoeken. Vorig jaar was de expositie

‘Glass is More’ te zien in de Machineka-

mer, zat het ontwerperscollectief Ate-

lierdorp in Strijp-X, en kon je een kijkje

nemen in het atelier van de ontwerpers

Kiki & Joost.

‘Brick’ van EKWCDe expositie ’Ceramics & Architecture’

liet zien hoe spannend keramiek in ar-

chitectuur kan zijn. In het onderdeel

Brick stond de keramische huid van het

gebouw centraal. De deelnemers had-

den zich laten inspireren door het meest

vanzelfsprekende bouwmateriaal die

ons land kent: de baksteen. Combined

Residencies was gericht op een kruisbes-

tuiving van kunstenaars die een archi-

tectonisch project afleverden, tot archi-

tecten die zich aan de beeldende kunst

waagden. Wat deze ruim 60 architecten,

kunstenaars en ontwerpers de afgelopen

jaren hadden ontwikkeld, kon je zien op

twee locaties. Organisatie: EKWC Loca-

ties: Klokgebouw en de faculteit Bouw-

kunde van de TU/e.

next DDW: 23/31 OktOBeR 2010!

31

Page 34: Booq Magazine

32

Page 35: Booq Magazine

`Ik zoek het contrast op.

Het is deze keer wat harder en

zwaarder.´Iris van Herpen (23) is niet de eerste de beste modeontwerpster. Ze is jong

en maakt het liefst niet-draagbare kleding. Ze heeft ideeën waar andere modeontwerpers in hun stoutste dromen nog niet eens in de buurt komen. De

uniciteit van haar creaties reikt tot in Japan, waar ze wellicht bekender is dan in eigen land.

Tijdens de expositie ´Recht voor zijn raap´ zal ze te zien zijn in het Centraal Museum Utrecht van 19 juni t/m 12 september 2010.

review

33

Page 36: Booq Magazine

Recht voor zijn raapStip 2010 en kunst nu19 juni t/m 12 september 2010

Kunst nu

Uit de ruim 350 kunstenaars die van

het Fonds BKVB een bijdrage mochten

ontvangen, hebben directeur Edwin

Jacobs en álle conservatoren van het

Centraal Museum gezamenlijk een

selectie gemaakt. Hierdoor wordt er een

zo breed mogelijk beeld gegeven van wat

er op dit moment leeft in de kunst. Er

wordt werk getoond van 31 veelbelovende

kunstenaars die er niet voor schromen

hun mening over de huidige maatschappij

met het publiek te delen. Verschillende

disciplines en talenten komen samen

in de tentoonstelling: vormgeving,

architectuur, fotografie, illustratie,

schilderkunst, design en film. Ondanks

alle verscheidenheid kan de aard van

de werken gekarakteriseerd worden

als helder, direct en de confrontatie

zoekend: recht voor zijn raap. Succesvol

talent en nieuw werk. De tentoonstelling

Recht voor zijn raap. Stip 2010 en kunst

nu toont naast aanstormend talent ook

kunstenaars die zich met behulp van

het stipendium konden ontwikkelen

en al zijn uitgegroeid tot een succes.

Christien Meindertsma won in 2008

met PIG 05049 een Dutch Design

Award voor beste ontwerp. Illustrator

Gijs Huijgen en modeontwerper Iris van

Herpen kregen in 2009 voor hun werk

dezelfde prijs toegekend in de categorie

beste illustratie en beste product mode,

sieraad & accessoire. Daarbij komt dat

een aantal kunstenaars speciaal voor

de tentoonstelling nieuw werk maakt.

Zo zal Sjocosjon een muurschildering

van 2x3 meter maken in één van de

tentoonstellingszalen en Idan Hayosh

een spectaculaire lampeninstallatie in

CM studio opzetten. Het werk van de

kunstenaars beperkt zich niet alleen tot

de tentoonstelling zelf, het omvat ook de

vormgeving. Zo is de inrichting in handen

van Marc Koehler. Vormgevers Alfons

Hooikaas en Felix Weigand verzorgen de

tweedelige catalogus.

Fonds BKVB

Het Fonds BKVB is de landelijke instelling

die het beeldend kunstenaars, vormgevers,

architecten en bemiddelaars mogelijk

maakt hun werk op velerlei wijzen te

ontwikkelen. Een startstipendium is een

subsidie die bedoeld is om beginnende

kunstenaars in staat te stellen zich op

de artistieke en zakelijke ontplooiing van

hun werk te richten. Bij de tentoonstelling

verschijnt een tweedelige catalogus.

Het eerste deel toont het werk van de

kunstenaars die voor Recht voor zijn

raap. Stip 2010 en kunst nu geselecteerd

werden. Het tweede deel omvat het

werk van alle kunstenaars (368) die een

startstipendium ontvingen tussen 2006-

2008.

Het Centraal Museum Utrecht biedt deze zomer een platform voor jonge en vernieuwende kunst. In samenwerking met Fonds BKVB wordt van 19 juni t/m 12 september 2010 de tentoonstelling Recht voor zijn raap. Stip 2010 en kunst nu gepresenteerd. Voor deze presentatie is een selectie gemaakt van de jongste generatie beeldend kunstenaars, vormgevers en architecten die tussen 2006 en 2008 voor hun werk een startstipendium van het Fonds BKVB hebben ontvangen.

34

Page 37: Booq Magazine
Page 38: Booq Magazine

zie, voel, ben36

Page 39: Booq Magazine

zie, voel, ben

Het saab-gevoel.Saab is een sympathiek automerk, dat er

altijd voor heeft gezorgd dat de bestuur-

der zich gevleid voelt om erin te mogen

rijden. De subtiele modelletjes waren

qua vorm erg strak maar elegant. Toen

Saab in de jaren vijftig van de vorige

eeuw in Nederland geïmporteerd werd

stak men sympathiek zijn hand op als er

een andere Saab je tegemoet reed, een

gebruik dat in leven bleef tot in de jaren

tachtig. Bovendien is het een ware cult-

auto voor artistieke en creatieve mensen.

Vroeger was dat ‘het eitje’ Saab 92 en

93, tegenwoordig is dat het model 900,

zowel in turbo als in cabrio uitvoering.

Van oudsher zijn de cabriomodellen erg

populair. In 1986 in de VS geïntroduceerd

en sindsdien gemoderniseerd met de ver-

schillende productcycli.

De nu productieklaar gepresenteerde

nieuwe Saab 9-5 is qua techniek geba-

seerd op de vorig jaar geïntroduceerde

Opel Insignia, die goed ontvangen is en

heel goed verkocht wordt. Maar de nieu-

we Saab 9-5 is ook qua design erg goed

ontvangen. Dit model beschikt tenslotte

- gelukkig - ook weer over de oude kern-

waarden van Saab-design, zoals eigenzin-

nigheid en duidelijke herkenbaarheid.

Het Saab-design is de grootste voort

trekker van ‘het Saab-gevoel’. Dat blijkt

wel uit de colonne Saabs die op zondag

17 januari 2010 vanaf 8 regionale ver-

zamelpunten naar het Militair Luchtvaart

Museum in Soesterberg reden. Hier-

vandaan reed het ‘Saab Support Convoy’

naar het Maxis terrein in Muiden. Met

deze bijeenkomst hebben de ruim 470

Saab-rijders hun steun willen betuigen

aan het automerk. Dit is een niet te

onderschatten pluspunt van Saab. Het

beschikt over een heel trouwe commu-

nity van aanhangers, die niet gauw naar

een ander merk zullen afzwaaien. Een

auto voor professionals en mensen die

iets anders willen dan de producten van

de Duitse marktleiders.

Het Saab dealer netwerk wordt vaak ge-

noemd in de commentaren op de over-

name van Saab door Spyker. Heb je er

wat aan? Voorzover het dedicated Saab

dealers zijn: om die dealers heen hebben

zich veel Saab liefhebbers verzameld.

Vergeet ook de Saab specialisten niet,

geen officiële dealers, maar hele goede

ambassadeurs van het merk, zeer en-

thousiaste kleine garages, die een stabiel

publiek van liefhebbers van oudere Saabs

bedienen.

special37

Page 40: Booq Magazine

Foto: Saab 93 GM. Het eerste model geprodu-

ceerd na overname door General Motors.

Foto: Saab 93 model uit de jaren ‘50.

Foto: Saab 92 model uit de jaren ‘50.

Imago onder general MotorsHet Zweedse Saab produceerde in 1992

haar eerste model onder de hoede van

het grote General Motors. Dit model -

de 900 GM - werd meteen door Saab-

kenners als onder de maat beschouwd.

Een stukje imago schade wat Saab onder

leiding van GM niet meer hersteld kreeg.

De daarop volgende modellen waren ook

niet overtuigend genoeg voor Saab-ken-

ners om het imago op te krikken tot het

niveau dat het vóór de overname had.

Wat heeft General Motors verkeerd

gedaan met Saab? GM heeft zich veel

te veel bemoeid met het design - wat

de Saab zo exclusief maakte - Zo be-

schikken de Saab-modellen na 2003

niet meer over de bekende ‘fastback’.

Ook staken ze veel te laat hun neus in

het ontwikkelen van stationmodellen.

Bovendien werd veel Saab-techniek

vervangen voor Opel-techniek. General

Motors heeft dus duidelijk té weinig oog

gehad voor de eigenheid van ‘de Saab’

- de reden waarom de Saab-liefhebber

een Saab rijdt - Hierdoor is het aantal

aankopen van Saab auto’s sterk gedaald

in de voorbije 18 jaar. In 2009 staat het

verkoopcijfer slechts nog op een magere

40.000 en heeft het merk de afgelopen

20 jaar nauwelijks winst gemaakt.

38

Page 41: Booq Magazine

Foto: Victor Muller, na cariëres bij Macintoch

en Wijsmuller, is hij nu topman van het nieuwe

Nederlandse Spyker.

De nieuwe charismatisch leider

Bij de herpositionering van een merk als

Saab is een charismatische leider met een

hoge mate van volhardendheid nodig. De

nieuwe topman Victor Muller van Spyker

heeft in dat opzicht een goed track record

opgebouwd bij achtereenvolgens Mac-

intosh, Wijsmuller en nu Spyker. Waar hij

deuken heeft opgelopen is het avontuur

met Spyker. Maar juist hier heeft hij zich

bijzonder doortastend getoond en heeft

hij zich niet uit het veld laten slaan door

de, met name negatieve berichtgevingen

rond Spyker. De situatie doet denken

aan voormalig Porsche topman Wende-

lin Wiedeking. Ook voor de duvel niet

bang en aangetreden op een absoluut

dieptepunt van het merk Porsche, waaruit

hij een lijnrechte opmars inzette. Over de

combinatie Spyker-Saab zijn de meeste

commentatoren nog niet optimistisch.

Reactie van Muller: “De Spyker company

gebruiken we alleen maar als investe-

ringsvehikel, we hebben niet de illusie

iets bij te dragen aan de techniek of de

productie van Saab. Wel in ondernemer-

schap, om het bedrijf zelfstandig te laten

draaien, los van de grote allesbepalende

moeder General Motors.”

39

Page 42: Booq Magazine

ORDe In De cHAOs

Een bekende uitspraak is “een opgeruimde werkplek is een opgeruimd hoofd”. Je bureau is in feite je startplaats voor je werkzaamheden (als kenniswerker). Daarom hebben we 10 tips om je bureau op te ruimen of te organiseren. Sommige kunnen werken voor je, anderen wat minder.

40

Page 43: Booq Magazine

Ruim de pennen en potloden op

Waarom hebben veel bureauwerkers

toch een pennenbak vol met pennen en

potloden? Je hebt aan één pen en één

potlood genoeg.

Geef je oplaadstation een plek

Maak op je bureau of in een la een plekje

waar je al je opladers hebt liggen van

telefoon, PDA en ander electronisch

gerei. Zo heb je alles bij elkaar liggen

en hoef je niet steeds op zoek naar de

opladers.

Veelgebruikte items vlakbij je leggen

Zorg dat je de spullen die je vaak gebruikt,

het makkelijkst kunt pakken of dicht bij je

hebt liggen.

Een electronica-vrij bureau

Modems, router, externe harddisk. Je

gebruikt ze waarschijnlijk vaak, maar zet

die nu juist direct in beeld. Zorg dat deze

items buiten je directe beeld liggen of

staan.

Documenten binnen handbereik

Hoge kasten en opbergsystemen voor

documenten zijn mooi, maar het is

handiger om je documenten op draai-

afstand van je stoel te hebben.

“een opgeruimde werkplek is een opgeruimd hoofd.”

Scannen van documenten

Het scannen en digitaal opbergen (en

backuppen!) van belangrijke documenten

kan een enorme ruimtebesparing

opleveren.

Hou een schrijfblokje bij de hand

Gedurende de dag is er vaak vanalles

wat je toch even snel opschrijft. Tijdens

een telefoongesprek, een kort gesprek

met een collega of een ideetje wat je te

binnen schiet.

Snoeren opruimen

Met snoeropbergsystemen of simpel

klitteband kun je de snoeren van PC,

monitor, netwerk en USB makkelijk bij

elkaar houden en uit het zicht werken.

Verlichting

Zorg voor voldoende daglicht op je

werkplek. Als dat lastig is (omdat je ook

vaak ‘s avonds werkt) zorg er dan in elk

geval voor dat je goede verlichting bij je

bureau hebt.

Organiseer “as you go”

Het is efficiënter om gedurende de

werkdag er voor te zorgen dat je bureau

opgeruimd en georganiseerd blijft dan te

proberen aan het einde van de dag of de

week alles op orde te krijgen.

tien tips voor een opgeruimd bureau

special

41

Page 44: Booq Magazine
Page 45: Booq Magazine
Page 46: Booq Magazine

PictographicPictographic

In het verleden waren de meeste grafisch

ontwerpers en illustratoren zeer veel-

zijdig en was het vaak onmogelijk om een

strikte scheidingslijn tussen deze twee

beroepen te trekken. Bijvoorbeeld de il-

lustratie en vormgeving van boekomsla-

gen, deze werden vaak ontworpen door

dezelfde persoon. Een groot deel van

de letters is van dezelfde kwaliteit als

metaal type, maar omdat het met de

hand werd gemaakt, was de stijl van de

kunstenaar beter herkenbaar. In de jaren

Deze maand in de topic ‘‘What to read’’, Pictographic. Een pas uitgebracht boek. Bordevol flyers, posters etc... Een lekker boek om door te kijken en inspiratie op te doen. Of om aan mede studenten, collega’s, vrienden en familie te laten zien. Er staan o.a intervieuws in van; Ray Fenwick, Jochen Gerner, Max Kisman, Andy Smith, Spike Press en Henning wagenbreth. Deze zijn uitgebreid met afbeeldingen. De flyers e.d. zijn onderverdeeld in ‘‘Profielen’’. In de index kun je het makkelijk opzoeken per ontwerper.

zestig begonnen de meeste ontwerpers -

dankzij de uitvinding van photosetting en

de invloed van Zwitserse ontwerpen - de

illustratie te verlaten en letters te maken

in het voordeel van een schaar, lijm en

roosters. Illustratie werd ook gestaag

vervangen door fotografie.

De meeste grafisch ontwerpers waren

gestopt met het produceren van illustra-

ties. Zichzelf en hun werk werd meer

en meer als een samengestelde baan

gezien. Op dit punt gingen de grafische

vormgeving en illustratie hun eigen weg

in. Natuurlijk zijn er altijd personen die

deze twee disciplines combineerden. De

afgelopen decennia waren computers

instrumenten die voorheen alleen be-

schikbaar waren voor grote studio’s.

Maar deze zijn tegenwoordig in de han-

den van individuele kunstenaars geko-

men. Ontwerpers zijn begonnen met het

meer en meer samen te smelten.

Een nieuwe generatie kunstenaars is mind-

er betrokken bij de kloof die bestond in

de hoofden van hun voorgangers. Belet-

tering - ook in de vorm van aangepaste

lettertypen - is het maken van een mid-

del voor persoonlijke expressie, die zou

kunnen worden opgevat als een reactie

tegen een groot deel van de steriele

ontwerpen die er zijn.

Van verschillende ontwerpers zijn pro-

fielen gemaakt, van ontwerpers uit

Nederland, andere delen van Europa en

Amerika. Ze laten in dit boek hun beste

werk zien. Verder staan in het boek

ook verschillende intervieuws met de

ontwerpers. Deze zijn helaas wel in het

engels maar zo kun je meteen je Engels

bijspijkeren!

Bij de introductie vertellen Karolina

& Hans Lijklema dít aan de lezers: In

dit boek vindt u illustratie en grafisch

ontwerp en alles daartussenin. Als u

werkt in hetzelfde gebied, zou het hier

gepresenteerde u kunnen inspireren tot

een meer persoonlijke benadering van

uw eigen werk. Als je al je eigen pad hebt

gevonden, dan zal het werk van andere

getalenteerde professionelen misschien

bevestigen dat u op het juiste spoor zit.

Kortom een heel leerzaam en leuk boek

om te lezen of om cadeau te geven!

44

Page 47: Booq Magazine

review

45

Page 48: Booq Magazine

DAVID PACHEinter-view

46

Page 49: Booq Magazine

David Pache is een branding ex-

pert uit Zwitserland. Zijn werk

is gebaseerd op vernieuwend de-

sign. Dit geeft hem een sterk plat-

form om unieke logo’s te maken.

Recentelijk heeft hij zijn eigen

studio een nieuwe stijl en naam

gegeven. Voorheen was zijn merk-

naam ‘Dache’, nu gaat hij verder

onder de naam ‘Helvetic Brands’.

David staat bekend om zijn eenvoudige en doeltreffende indentity

ontwerpen. Hij vind dat een merk makkelijker te onthouden is als

het simpel overgebracht wordt. Omdat hij een zeer gevarieerde

benadering heeft om een logo te ontwerpen kan hij veel expiri-

menteren met verschillende tools. Zo werkt hij veel met markers,

lego, schilderijen en fotografie.

In dit interview praat David over het maken van custom typografie

in logo ontwerpen voor zijn klanten. Ook spreekt hij over zijn

schetsen , concepten en meer.

Vertel ons eens iets over jezelf. Waar kom je vandaan, welke opleiding heb je gevolgd en hoe ben je begonnen in deze business?

Ik ben de oprichter en eigenaar van Helvetic Brands, een onafhan-

kelijke design studio in een klein dorpje vlakbij Geneva, Zwitser-

land. Ik heb graphic design gestudeerd. Ik ben zeer gepassioneerd

bezig met mijn vak en dat ben ik altijd al geweest. Ik kan me

nog goed herrinneren dat mijn moeder me vroeger leerde om

dieren te tekenen. Ik denk dat dat me op het creatieve pad heeft

gebracht.

Mijn eigen ontwerp bureau beginnen was meteen een droom na-

dat ik klaar was met de opleiding. Ik wilde aandacht besteeden

aan mijn eigen bureau in plaats van een grote, bestaand reclame-

bureau. Ik ben in 2005 begonnen met mijn eigen business en heb

me er toen volledig op gefocused. In die tijd had ik al wel een

website waar mijn portfolio op stond.

Hoe lang heb je er over gedaan om je voet tus-sen de deur te krijgen in de reclamewereld en je eigen klantenkring te werven? Had je al ervaring opgedaan bij andere bureau’s?

Ik denk dat na ongeveer twee jaar een online portfolio gehad te

hebben mijn naam langzaam bekend begon te worden. Ik heb een

antal klanten waar ik vaker voor werk, maar de meeste klanten

hoeven alleen een logo. Toen in 2007 het aantal klanten verdub-

belde wist ik dat ik er echt helemaal voor moest gaan!

Daar voor was ik freelancer die het deed als hobby, maar toen

wist ik dat ik er een leven mee kon leiden. Tijdens een aantal

stages die ik heb gelopen kwam ik er achter dat ik op een an-

dere manier met klanten om wilde gaan. Meer persoonlijk, meer

toegespitst op die ene klant.

47

Page 50: Booq Magazine

Hoe belangrijk zijn geometrie, grids en andere de-sign principes voor jou logo en typografie ontwer-pen?

Fundamentele design principes zoals geometrie en grids zijn ele-

menten die een factor zijn in mijn designs. Maar grotendeels zijn

het ondersteunende functies die bijdragen aan het ontwerp. Pas

als je de basisregels begrijpt kun je de grenzen opzoeken en je

eigen creatieve interpretatie de overhand laten nemen.

Hoe maak je een memorabel logo? Hoe bereik je dat terwijl je aan meerdere projecten tegelijk werkt?

Een memorabel logo moet helder en relevant zijn voor het be-

drijf. Hoe simpeler het ontwerp is, hoe makkelijker deze onthou-

den kan worden door de doelgroep. Daardoor is ontstaat er een

directe asociatie met het bedrijf.

Ik ben blij dat ik de onwerpen die ik maak niet te moeilijk maak

voor de klanten. Om dit te bereiken ben ik gedurende het hele

project in overleg met de klant. Zo ontstaat er een flow die in

beide richtingen gaat, en daardoor ontstaan er talloze ideeën en

ontwerpen met een hoge standaard. Ik ben nog steeds van me-

ning dat een persoonlijke benadering naar de klant toe de beste

is.

Je tutorial “Dache: Logo Design Process” op de website WebDesignerWall laat een interessant kleuren expiriment zien voordat je de computer gebruikt. Bekijk je vaker de kleuren mogenlijk-heden voordat je Illustrator opent?

Ik vind het erg belangrijk om verschilende instrumenten te ge-

bruiken. Expirimenteren doe ik altijd voor ik naar de computer

stap omdat het mijn inspiratie fris houdt. In dit geval was het

passend om markers te gebruiken maar soms gebruik ik lego,

schilderijen of fotografie.

Het is erg belangrijk om je ontwerpproces aan te passen aan het

project, zodat je een ‘eureka’ moment kan krijgen. Inspiratie kan

overal vandaan komen.

‘‘De schetsen hoeven niet eens goed te zijn.

Het is het idee dat telt.’’

48

Page 51: Booq Magazine

Hoe veel tijd gaat er zitten in het bedenken van concepten en het schetsen voordat je achter je computer duikt?

Het grootste deel van de tijd werk ik op papier. Mijn schetsboek

gaat overal mee naar toe. Als ik een idee heb dan pak ik meteer

mijn schetsboek en begin te tekenen totdat ik tevreden ben met

het resultaat. Ik heb geen limiet met schetsen, ik ga door tot ik

een goed resultaat heb. De schetsen hoeven niet eens goed te

zijn, het is het idee dat telt.

Wanneer besluit je de computer te gaan gebruiken om het logo af te maken? Welke tools in Illustra-tor zijn essentieel voor jou werkproces?

Hoewel ik nooit een project begin met ontwerp software, is het

een essentieel onderdeel van mijn werkproces. Dit omdat het

zorgt voor perfectie en me mogelijkheden geeft die potlood me

niet kan geven. De tools die ik gebruik zijn natuurlijk de pen-tool,

de shape-tool etc.

Hoe presenteer je de voorstellen aan de klan-ten? Laat je meestal meteen de hele huisstijl zien inclusief website ontwerp, geprint materiaal etc? Maak je huisstijl handboeken?

Ik presenteer mijn werk na iedere fase. Daarvoor gebruik een

web-based slideshow presentatie. Omdat ik een design en bran-

ding studio ben specialiseer ik me in alle elementen van branding

dus verzorg ik datgene waar de klant om vraagt.

Het gros van de opdrachten bestaat uit een huisstijl ontwerp en

een website. Soms wil de klant ook stickers, posters en werkkle-

ding,

Ik had al best een aantal huisstijlhandboken gemaakt tijdens mijn

stages. Dit was een zeer goede ervaring omdat ik werd gemen-

tord door zeer goede designers. Nu ik mijn eigen bedrijf heb, ver-

zorg ik voor iedere klant die dat wil een huisstijlhandboek. Het

zijn meestal de grote klanten die dit willen.

49

Page 52: Booq Magazine

Waar zie je jezelf en je bedrijf over vijf jaar?

Over vijf jaar ben ik zover om mijn bedrijf naar een volgend sta-

dium te liften. Ik ben nu bezig een naam te maken en dat ik aardig

aan het lukken. Over vijf jaar wil ik bekend staan als een betrouw-

baar, origineel en creatief vormgever.

Wat zijn jou favoriete manieren om jezelf te pro-moten op het web? Zijn er veel websites waar je jezelf presenteerd?

Mijn favoriete manier is Twitter. Kort geleden heb ik een feature

geintroduceerd waarbij mijn volgers iedere dag een updat krijgen

van mijn dagelijkse bezigheden m.b.t. vormgeven.

Daarnaast maak ik gebruik van gallery-sites als Behance.net en

Logopond.com.

Hartelijk dank voor dit interview David! Heb je nog een goed advies voor de ontwerpers die hard aan het werk zijn om professional te worden?

Sta achter je product, durf je werkstijl te varieren en stop nooit

met het ontdekken en onderzoeken van alles om je heen!

50

Page 53: Booq Magazine

51

Page 54: Booq Magazine

INVLOEDVAN

KLEUREN

Het begrip kleur blijkt in het dagelijkse leven sterk gekoppeld te zijn aan onze persoonlijke kleurwaarne-ming, zoals uit ons spraak-gebruik overduidelijk blijkt. We noemen iets ‘rood’ en communiceren daarmee een voor iedereen begrijpelijke boodschap, hoewel er natuurlijk geen eenduidige kleur rood bestaat.

Zodra je wat specifieker probeert te worden slaat daarom de

verwarring toe, die ook met nog steeds vrij algemene benami-

ngen als ‘brandweerrood’ of ‘bloedrood’, ‘kobaltblauw’ of ‘azuur-

blauw’ maar weinig minder zal worden. Het is op dit punt dat we

in feite omschakelen van een algemene kleurwaarneming naar

een beschrijving van een specifieke kleur. Om dit echt doeltref-

fend te doen zou je waarschijnlijk beter kunnen spreken over de

specifieke golflengte van een kleurnuance in ‘nm’ (van nanometer,

een miljoenste millimeter - zichtbare kleuren lopen van 380 nm,

violet, tot 780 nm, rood). Maar hoewel dit natuurlijk wel exact

re-search

Page 55: Booq Magazine

is, lijkt het niet iets waar we in de praktijk gemakkelijk mee om

kunnen gaan.

Schaarse kleurenKleuren hebben voor mensen immers vooral een - vaak grote -

emotionele waarde en hebben dit eigenlijk altijd gehad. In het

verre verleden werd aan een bepaalde kleuren zelfs een god-

delijke kracht toegekend en ook de economische waarde van

de verschillende kleurstoffen kon aanzienlijk zijn, hetgeen vaak

had te maken met de moeilijke beschikbaarheid. Zo werd de

prachtige blauwe kleur ‘lapus lazuli’ verkregen door het moei-

zame fijnwrijven van halfedelstenen en het dieprode ‘kraplak’

door ontelbare schilden van een speciaal kevertje te vermalen.

In ons chemische tijdperk echter hebben we de meeste kleur-

stoffen volledig weten te synthetiseren en maken we ze voor

een groot deel gewoon uit aardolie, hetgeen het democratisch

gehalte door een bijna onbeperkte toegankelijkheid aanmerkelijk

KLEUREN DOEN

MEER DAN WE

DENKEN

heeft weten te vergroten. Dit naast de al van oudsher bekende

‘aardkleuren’ (zoals de meeste rode en gele okers) en al die uit-

gesproken kleuren waarbij zware metalen een rol spelen (zoals

cadmiumgeel en -rood).

Kleuren en emotiesKleurnamen worden dan ook gebruikt om emoties en gemoeds-

toestanden aan te duiden: we zijn rood van woede, grauw van

vermoeidheid, groen van jaloezie... Er zijn omgekeerd genoeg aan-

wijzingen dat kleuren uit de omgeving een zekere invloed op onze

gesteldheid uitoefenen. Rood licht maakt actief en gespannen,

terwijl het groen van een bos (of van een operatiekamer) juist

rust weet te geven, geel bevordert een opgewekt gevoel. Sommi-

gen gaan in deze opvatting zo ver dat ze bij elke kleur een speci-

fieke invloed op het lichaam veronderstellen en met gekleurde

lampen of met lapjes gekleurde zijde allerlei ziektes te lijf gaan.

Naar men claimt met een positief resultaat, maar dat zullen dan

degelijke, dubbelblind-proeven moeten uitwijzen. Wel is daarmee

duidelijk dat de technische en de gevoelsmatige benadering van

het fenomeen kleur sterk van elkaar verschillen.

Licht en kleurEen belangrijk punt is dat we alleen maar over kleuren kunnen

spreken wanneer er tevens sprake is van een verlichting, dus van

een lichtbron. Immers, een voorwerp weerkaatst of filtert alleen

maar licht (wanneer we de lichtgevende voorwerpen even buiten

beschouwing laten) en slechts dat geeft ons oog een kleurindruk.

Maar ook een lichtbron bezit een heel eigen kleur. De zon is daar-

bij onze belangrijkste referentie en daaruit leiden we het voor ons

zichtbare spectrum af. Een gewone gloeilamp wijkt daarvan sterk

af. Toch beoordelen we kleuren net zo onbevangen bij zowel dag-

als kunstlicht, omdat de subjectieve kleurbeoordeling voor een

groot deel in onze hersenen tot stand komt. Problemen ontstaan

wat dit betreft soms bij TL-licht, omdat dit een afwijkend karakter

bezit. En iedereen kent ongetwijfeld uit ervaring de merkwaardige

kleurweergave op de snelweg, die het gevolg is van een mono-

chrome geel/oranje natriumverlichting.

Over lichtbronnenWe onderscheiden in principe lichtbronnen die een continue

spectrum vertegenwoordigen en andere die volgens een lijnen-

spectrum kleuren uitzenden. Tot de eerste categorie behoren alle

gloeilichamen, waarvan de zon uiteraard de belangrijkste repre-

sentant is, maar ook allerlei, deels oudere, lichtbronnen als olie-

lampen, kaarsen en gloeilampen.

53

Page 56: Booq Magazine

Hun kenmerk is het voortbrengen van licht waarin alle spectrale

lichtsoorten meer of minder voorkomen. Dit in tegenstelling tot

gasontladingslampen waarbij door wisselende (ont)ladingen van

atomen in een speciaal gekozen gas al dan niet zichtbare licht-

straling wordt opgewekt.

De gassoort bepaalt hierbij de kleur, die meestal geen continue

karakter heeft zoals bij alle verhitte gloeilichamen, maar die zich

afspeelt binnen een (beperkte) ‘band’ of die heel specifiek een

aantal van dergelijke kleurbanden omvat, het zogenaamde ‘lijnen-

spectrum’.

Kleuren en het oogHet menselijk oog is een wonder van aanpassing, maar is op zich-

zelf in kwaliteit niet te vergelijken met de lens van zelfs de goed-

koopste camera. Proeven die met een (geprepareerde) ooglens

werden gemaakt gaven steeds een onscherp en sterk vertekend

beeld te zien. Ons oog fungeert echter vooral als informatiever-

schaffer aan de supercomputer die door onze hersenen wordt

gevormd en in eendrachtige samenwerking worden daarbij echt

de ongelooflijkste prestaties verricht.

Overigens blijkt de rol van het oog volgens de nieuwste onder-

zoekingen toch wel groter dan tot nu toe werd aangenomen. Dat

zit vooral in de manier waarop een gigantische hoeveelheid infor-

matie gericht wordt aangeboden. Al heel lang veronderstelt men

in het netvlies twee soorten receptoren: kegeltjes en staafjes.

De laatste zijn het meest lichtgevoelig (met name ook voor be-

weging) maar zijn niet tot kleuronderscheid in staat. De kegeltjes

daarentegen wel en deze zijn daarbij ook heel kleurselectief.

Grafische industrie koploperEen veel langere geschiedenis echter kent de kleurbeheersing in

de grafische industrie, maar daar was het dan ook een bittere

noodzaak, want het drukproces is te kostbaar om bij een slecht

eindresultaat maar weer opnieuw te gaan scannen. Er werd dus

een heel systeem ontwikkeld waarbij op de scan, de drukplaat

en op proefdrukken teststroken onderling vergeleken konden

worden en zo in elk stadium kleine wijzigingen doorgevoerd,

waarvan de resultaten zo snel mogelijk beoordeeld werden.

Door grote grafische firma’s als Kodak en Agfa werden diverse

gereedschappen ontwikkeld voor kleurbeheersing, ook voor PC

en Macintosh gebruik. Met de betere bewerkingssoftware wordt

vaak hetzij Kodak Color Management System (CMS) of Agfa

ColorFlow meegeleverd. De toepassing ervan vergt uiteraard de

nodige tijd, maar essentieel is vooral een vaste werkdiscipline die

dan min of meer wordt terugverdiend door een betere en con-

stanter kleurkwaliteit.

RGB en CMY(K)We hadden het al over additieve en subtractieve kleursystemen,

waarbij het eerste met name een rol speelt binnen het digitale

traject (van scanner of digitale camera tot de monitor) en het

tweede vooral te maken heeft met de wijze van reproductie op

papier. Om begrijpelijke redenen is de contrastomvang bij dit

laatste aanmerkelijk kleiner, terwijl men daarnaast bij de keuze

van inktpigmenten moet roeien met de riemen die men heeft en

nooit de zuiverheid kan behalen van een nauwkeurig bepaalde

lichtbron.

In theorie zou men door de drie (complementaire) filterkleuren

over elkaar heen door totale uitdoving van het licht zwart moe-

ten krijgen, maar omdat een kleurpigment niet alleen filtereigen-

schappen bezit maar ook een zekere reflectie, die zich als kleur

doet kennen, voegt men bij het afdrukken tevens een echte

zwarte inkt toe (welke dan ook voor zwarte tekst gebruikt wordt).

Hierdoor ontstaat een 32-bits bestandsformaat en spreekt men

ook van 4-kleurendruk. Zoals gezegd werkt men bij het subtrac-

tieve model met complementaire kleuren, in dit geval Cyaan

(groenig blauw), Magenta (violetachtig rood) en Yellow (geel).

Het vertalen van RGB naar dit CMYK (waarbij de ‘K’ staat voor

blacK) is daarbij vrij complex. Een additioneel probleem is dat

vier inktlagen over elkaar nogal eens problemen geven. Dit heeft

geleid tot een techniek die ‘Under Color Removal’ heet, waarbij

overtollige kleurcomponenten door berekeningen bij voorbaat

worden weggelaten.

54

Page 57: Booq Magazine
Page 58: Booq Magazine

Met de introductie van de L’Amour collectie zet Nokia een nieuwe

stap in de wereld van Fashion Phones. Vooralsnog brengt men 3

modellen op de markt, de 7360, 7370 en 7380. De toestellen

zijn stuk voor stuk een toonbeeld van high-tech design, gecom-

bineerd met natuurlijke kleuren en materialen en met een passie

voor detail en vormgeving. Volgens Alistair Curtis, VP Design van

Nokia, is de GSM voor velen van ons een verlengstuk geworden

van onze ‘stijl van leven’ en zijn velen van ons bij de keuze voor

U ziet hier werk van Peter Jaworowski. Hij is een 20 jarige

man van Poolse afkomtst. Hij heeft een eigen reclame bureau

(www.arsthanea.com ) die o.a. ook voor Playstation, Disco-

very Channel en vele andere heeft gewerkt. In dit topic wordt

o.a verteld over de Campagne van Nike en Nokia.

Peter JaworowskiCreated by

special

een nieuw mobieltje inmiddels net zo modebewust als bij de

keuze van hun kleding en andere accesoires. Curtis hoopt dan ook

dat iedereen die oog heeft voor design en detail uiteindelijk ‘ver-

liefd’ zullen raken op de L’Amour collectie. Voor deze campagne

werd Peter meteen gevraagd. Er was geen twijfel over mogelijk.

Hij moest de campagne maken voor de nieuwe design telefoon.

Met de campagne voor ‘Nike City Moves’ wilde Peter Jaworowski

zich weer bewijzen. Zijn stijl wordt snel herkend en het spreekt

mensen aan. Nike city moves staan in centraal met de stad. ‘‘The

Big City’’, zoals New York en Tokyo. De lijn is voor zowel man-

nen als voor vrouwen. Het is een Limited edition uitgave. Deze

zomer komen ze in de winkels te liggen en zulllen maar 2 maan-

den worden verkocht. De schoenen hebben een zachte kleur en

stralen zo ook rust uit. Het is voor de sportieve mens die graag

sport of gewoon een leuk paar sneakers wil hebben!

56

Page 59: Booq Magazine

57

Page 60: Booq Magazine

review

Prijs: €698,95

Met de Alpha 550 introduceert Sony een spiegelreflexcamera die speciaal bedoeld is voor mensen die liever niet in RAW fotografe-ren omdat dit tijdrovender is. De A550 heeft twee speciale functies om het contrast in JPEG-foto’s te beheersen.

Hoewel het RAW-formaat de beste

kwaliteit digitale foto’s oplevert, wil niet

iedereen het extra werk doen dat dit

formaat vereist. Je moet immers andere

RAW foto’s bewerken en converteren

met een RAW-converter en dat kost tijd.

Fotograferen in JPEG heeft als voordeel

dat de camera al dat werk doet, maar

het nadeel is dat de mogelijkheden tot

ingrij-pen daardoor ook veel beperkter

zijn. Vooral bij scenes met veel contrast

leidt dat toch vaak tot minder goede fo-

to’s, met dichtlopende schaduwen. Sony

probeert dit probleem met de A550 op

een unieke manier op te lossen. De ca-

mera heeft namelijk alleen een speciale

ingebouwde methode om schaduwen

van een foto op te lichten, maar kan ook

een ‘HDR-opname’ maken via het com-

bineren van twee beelden met verschil-

lende belichting. De A550 maakt dan

een opname met normale belichting en

een opname met een langere belichting.

Dat betekend dat HDR de doorteke-

ning van de schaduwen verbetert, maar

niets doet voor de hoge lichten. Daarop

moet je dus de belichting afstemmen. De

Sony Alpha 550Bijzondere functies bij fotograferen in JPEG!

58

Page 61: Booq Magazine

beelden worden eerst uitgelijnd voordat

ze worden samengevoegd, waardoor je

ook uit de hand met deze instelling kunt

werken.

Extra ruisNaast de opvallende goed werkende

HDR-optie kent de camera ook nog

DRO (Dynamic Range Optimizer), waar-

bij schaduwen van een enkelvoudige

opname worden verbeterd. Dit werkt

dus ook met bewegende onderwerpen,

maar het gaat wel gepaard met extra ruis

in die schaduwen. Omdat beide metho-

den bewerkingen achteraf zijn, hebben

ze alleen invloed op JPEG-foto’s, niet op

RAW. Vooral het effect van DRO kun je

dan ook zelf met een RAW-bestand re-

delijk makkelijk evenaren en zelfs nog

wel wat verbeteren. De A550 kent twee

vormen van ‘live view’. Bij de eerste

methoede wordt gebruik gemaakt van

een aparte sensor in de zoeker. Die werkt

goed en snel, maar is niet bruikbaar om

- bijvoorbeeld bij studio-opnamen - de

scherpte extra nauwkeurig te bepalen.

Bij de tweede vorm van live view kan dat

wel, want die werkt met de hoofdsensor.

Je hebt dan alleen geen autofocus, dus

dan moet je die scherpte ook wel zelf

handmatig instellen. De Sony A550 heeft

ingebouwde beeldstabilisatie via een be-

wegende sensor, die je gemiddeld zo’n 2

tot 3 stoppen winst oplevert. Opvallend

is dat deze camera niet kan filmen, iets

dat je juist bij (een echt videomerk als)

Sony zou verwachten.

ConclusieDe beeldkwaliteit is goed, maar wel

minder dan die van de topmodellen die

we afgelopen jaren getest hebben. Vooral

bij hogere ISO-waarden zie je meer ruis.

De detaillering van de 14 Mpixel sensor

is natuurlijk ook minder dan bij model-

len met 18 tot 24 Mpixel. De camera

is gezien het relatief bescheiden prijs-

kaartje ook niet bedoeld om daarmee

te concurreren, maar vormt toch een

alternatief als de prijs van groot belang

is. Voor de gemiddelde studio-opname

zal de kwaliteit beslist voldoende zijn,

zeker omdat je meestal niet met extreem

hoge gevoeligheid zal werken. Wel blijft

werken in RAW de beste kwaliteit le-

veren. Je krijgt dan toch wat wat meer

detaillering, omdat de camera standaard

kennelijk een vrij sterkte ruisreductie uit-

voert, ook bij lage ISO-waarden. Ook de

witbalans is dan nauwkeuriger af te stem-

men op wat je wilt hebben dan met de

automatische bewerking in JPEG.

59

Page 62: Booq Magazine
Page 63: Booq Magazine

Makkelijk doen als het moeilijk kan?

Een onthullend onderzoek naar strategie in fashion ads.re-search

Is er verschil in effect tussen een simpele en een complexe advertentiestrategie bij fashion advertising? Dit was de centrale vraag in het onderzoek dat Lieke Eemers vanuit Radboud Universiteit Nijmegen uitvoerde, in opdracht van fusionbrandingbureau Crossmarks uit ‘s-Hertogenbosch. De vraag vloeide voort uit de vaststelling dat modemerken (uitzonderingen daargelaten) doorgaans een opvallend conventionele strategie kiezen voor hun advertenties in printmedia. En de conclusie uit het onderzoek mag op zijn minst verrassend worden genoemd...

61

Page 64: Booq Magazine

Open advertentiesWie de aandacht van de consument wil trekken, kan ervoor kiezen

om af te wijken van het geijkte verwachtingspatroon. Dit gebeurt

bijvoorbeeld door middel van uitingen waarbij de relatie tussen

de advertentie en het aangeprezen merk/product niet geheel dui-

delijk is, maar waarbij vooral een belevingswereld rondom het

merk/product wordt gecreeerd. Zulke ‘open advertenties’ vinden

steeds weer weerklank - behalve in fashion advertising, zo stelt

Crossmarks.

Spraakmakende merkenEen stelling die lijkt te kloppen. Want wat blijkt? In veel mode-

advertenties toont een model de kleding, zónder dat daarbij

aandacht is besteed aan een achterliggende boodschap of een

bijzonder verhaal waarmee het kledingmerk zich zou kunnen

positioneren. Sterker nog: uit onderzoek blijkt dat verreweg de

meeste mode-advertenties (89%) deze uitgesproken voorzichtige

strategie volgen. Er is meer aandacht voor de kleding en het mo-

del dan voor een relevante achtergrond of een pakkend verhaal.

Bij slecht 7% van de geanalyseerde advertenties weet het merk

zich aan deze uniformiteit te onttrekken en is er sprake van een

complexere advertentiestrategie. Merken als Benetton. WE en

Diesel - toch niet de minste - komen met originele concepten

waarin de achterliggende boodschap meer aandacht krijgt dan de

kleding zelf. Bij Benetton wordt de kleding vaak zelf helemaal niet

getoond. Een aanpak die kennelijk wel zijn vruchten afwerpt.

Behoudend gedragDe vraag rijst dus waarom andere modemerken niet massaal over-

stappen op de creatievere strategieën, als die kennelijk zo succes-

vol kunnen zijn. Waarom kiezen de meeste modemerken voor de

veilige weg van een simpele advertentiestrategie? Een reden zou

kunnen zijn, dat sommige merken extreme settings mijden om-

dat ze hun campagne wereldwijd willen kunnen adapteren. Vaak

wordt als argument gegeven dat een extreme strategie niet past

bij de eigen merkidentiteit. En bij sommigen leeft de overtuiging

dat klanten de beste indruk van kleding krijgen als deze wordt

getoond op een model, zonder afleidende entourage.

Verrassende inzichtenDe uitkomsten van het onderzoek weerleggen echter deze opvat-

tingen, vooral als het gaat om mannenmode. Gebleken is dat bij

mannen de kwaliteitsperceptie van een complexe uiting groter

is dan van een simpele uiting. Daarmee hangt samen dat de kle-

ding in een complexe uiting vaak ook duurder wordt ingeschat.

Bij vrouwen is dat laatste ook het geval, maar er is een belangrijk

verschil. Waar vrouwen hun hoge prijsperceptie zien als een sig-

naal om hun koopintentie iets te temperen, zien mannen het juist

een bevestiging van kwaliteit. Dit leidt bij meer dan de helft van

hen juist tot een verhoogde koopintentie!

Gedurfde strategieEen ding is duidelijk: complexe modeadvertenties worden gemid-

deld positiever beoordeeld dan simpele advertenties. En dat geldt

met name voor mannenmode. Een conclusie die nogal haaks staat

op de praktijk van modemerken om voornamelijk voor een sim-

pele strategie te kiezen. Gezien de resultaten uit het onderzoek

ligt het voor de hand om vaker te kiezen voor een meer com-

plexe, onderscheidende strategie. Al spelen de merkwaarden die

je als merk wilt uitdragen daarbij wel een sturende rol, want bij

een down-to-earth imago past juist weer een simpele strategie.

Uit de analyse blijkt namelijk dat kernwaarden als ‘gedurfd’, ‘fan-

tasierijk’, ‘stoer’, ‘up-to-date’ beter associëren met een complexe

uiting, terwijl een simpele uiting vaker wordt gezien als ‘nuttig’,

‘intelligent’, ‘betrouwbaar’ en ‘eerlijk’. Pas wanneer het imago en

de positionering van een modemerk helder zijn gedefiniëerd, kan

worden bepaald of een printuiting beter simpel of complex kan

worden.

Het hogere segmentAls een merk positionering of imagoverbetering als communi-

catiedoelstellling heeft, zou een complexe advertentie over het

algemeen een goede keus zijn. Daarbij moet dan wel zorgvuldig

naar de merkwaarden worden gekeken, om te voorkomen dat een

uiting zijn doel voorbij schiet. Omdat de kwaliteit van de kleding

in een complexe advertentie vaak wordt gekoppeld aan een ho-

gere prijsperceptie, is zo’n aanpak bij vrouwen alleen gunstig voor

een merk dat ook daadwerkelijk in een hoger segment opereert.

Onder mannen roept een complexe advertentie ook bij merken

in het middensegment al een hoog kwaliteitsgevoel op - wat juist

kansen creëert voor de merken.

Hoe nu verder?Al met al staat vast dat de huivering van veel modemerken om

complexe advertenties in te zetten niet op zijn plaats is. Vooral

als het gaat om mannenmode, is er geen enkele aanleiding om

terug te deinzen voor complexiteit bij het ontwikkelen van nieuwe

printcampagnes. Zeker nu de concurrentie nog in overwegende

mate kiest voor de simpele aanpak - de aanpak die bij mannen

zoveel lager scoort...

62

Page 65: Booq Magazine
Page 66: Booq Magazine

De roots van Robert Alderliefste (40) liggen aan de kust van

IJmuiden. Daar is hij sinds zijn geboorte altijd blijven wonen.

Als kleine jongen leerde hij dankzij zijn ouders de schoonheid

van het buitenleven waarderen. Van het strand om de hoek tot

aan de Alpen in het hart van Europa: ‘We gingen uren wande-

len. En ik liep altijd voorop.’ Robert is op 6 juni 2008 getrouwd

met zijn Poolse vriendin: ‘Op D-day. Ik vraag me nu eigenlijk af

of dat toeval is, aangezien geschiedenis eveneens een hobby

van me is.’

‘Als fotograaf blijf ik een perfectionist’

Page 67: Booq Magazine

Robert AlderliefsteHet is ochtend. De wekker rinkelt in alle vroegte. De week gaat weer beginnen, en voor Robert Alderliefste betekent dat post bezorgen. Maar op deze zomerse dag in juli loopt het anders. Robert gaat even op de bank zitten, want hij voelt zich niet lekker. Zijn hart gaat als een dolle tekeer, zijn hoofd barst zowat uit elkaar en zijn rug doet pijn. ‘Jij gaat naar de dokter’, roept zijn vrouw. Na een paar weken huisarrest en een psychologische test gaat het snel. De diagnose burn-out slaat in als een bom. Ruim een half jaar na dato lijkt Robert weer de weg uit het dal te hebben gevonden. We drinken een kop koffie in Eindhoven, waar Robert Alderliefste, na een afspraak met zijn psycholoog, geheel in stijl arriveert met de fiets.

Zo te zien gaat het nu beter met je...Ik heb geleerd om me niet overal druk

om te maken. Bij TNT Post kon ik goed

voor mezelf en mijn collega’s opkomen.

Maar daarbij hield ik ook rekening met

het bedrijf. Eigenlijk hield ik te veel re-

kening met alles en iedereen. Ik streefde

te veel naar perfectie. Dat nekte mij op

den duur.

Dat doe je nu niet meer?Streven naar perfectie is mijn kracht,

maar ook mijn valkuil. In het dagelijks

leven probeer ik me niet meer alles aan

IN THE PICTURE

te trekken en alles voor iedereen perfect

te doen. Dicht bij mezelf blijven is mijn

doel. Zodra je dat doet, valt er een last

van je af. In mijn fotografie is en blijft per-

fectie mijn doel. Dat ben ik verplicht aan

de natuur.

Waarom voel je die verplichting?De natuur toont mij zoveel schoonheid;

daar voel ik dankbaarheid voor. Wanneer

ik ga fotograferen, loop ik soms uren rond

en geniet ik van de omgeving. Daarna ga

ik pas aan het werk. Als ik dan een mooie

foto heb gemaakt, kijk ik over mijn came-

ra en zeg ik soms hardop: ‘Bedankt!’

Heb je tijdens je ziekte veel aan fotografie gehad?Drie weken voordat mijn burn-out werd

bevestigd, had ik mijn nieuwe camera

gekocht: de Canon EOS 5D Mark II. Toen

ik ziek was, durfde ik hem wekenlang niet

aan te raken, uit angst dat ik hem zou la-

ten vallen. Daarnaast voelde ik me schul-

dig dat ik zo’n dure camera had gekocht.

De reden dat ik hem kon betalen, was

dat ik als klein kind geld opzij had gezet,

en dat geld kwam toen vrij. Mijn vrouw

heeft me aangemoedigd om die camera

te kopen. Anders had ik het niet gedaan.

inter-view

65

Page 68: Booq Magazine

66

Page 69: Booq Magazine

67

Page 70: Booq Magazine

Waarom heb je ‘zo’n dure camera’ gekocht?Met mijn toenmalige Sony liep ik steeds

tegen de beperkingen aan. Ik wilde meer

dynamisch bereik en minder ruis, en kun-

nen fotograferen op ISO 50 is natuurlijk

ook niet verkeerd. Ik zie dat er veel

mensen zijn die gigantisch dure came-

ra’s kopen, terwijl ze nog niet ‘klaar’ zijn

met de oude. Mijn tip: spaar eerst voor

een mooie lens en probeer daar fantas-

tische resultaten mee te behalen. Dat is

waarschijnlijk veel effectiever. Nu ik de

5D heb, spaar ik door voor een mooie

telelens. De Alpha is tegenwoordig mijn

back-upcamera.

Twee verschillende merken camera’s: is dat niet onhandig?Dat je geen objectieven van de ene came-

ra op de andere kunt gebruiken en zo, zie

ik zelf niet als een probleem. De Sony

is en blijft een mooie camera. Wanneer

ik nieuwe spullen koop, zijn die voor de

Canon. Maar de Sony gaat altijd mee, net

zoals mijn oude Coolpix.

Bewerk je veel aan je foto’s?Vrij weinig: de standaard dingen. Het is

wel eens nodig om de horizon recht te

zetten. Soms maak ik de foto iets lichter

of donkerder, en ja: ook ik moet af en toe

wat stofdeeltjes verwijderen. Maar al

met al heb ik het geduld niet voor een

ingrijpende fotobewerking. Daarom moet

alles met de camera gebeuren.

Hoe ben je als fotograaf gevormd?Als ik kijk hoe mijn ontwikkeling tot nu

toe gelopen is, denk ik dat ik verschil-

lende fases doorlopen heb. In 2005 ben

ik begonnen met digitale fotografie. Ik

kocht een Nikon Coolpix. Ik vond het

leuk om hiermee aan de slag te gaan,

maar veel verder dan kiekjes kwam ik

niet. Toen deze kapotging, kocht ik - vlak

voor mijn vakantie - een spiegelreflex:

een Sony Alpha 100. Maar ik wist vrijwel

niets van dat ding en gebruikte hem niet

optimaal.

De experimentele fase..Precies! Vanaf 2007 ging ik me veel meer

in de materie verdiepen, in het bijzonder

in landschapsfotografie. Omdat mijn hart

bij landschapsfotografie ligt, maar ook

met een meer pragmatische reden. Fo-

tografie is een dure hobby. Geld om te

investeren in een arsenaal lenzen heb

ik niet, dus de keuze was snel gemaakt.

Met mijn groothoeklens wil ik het maxi-

male resultaat behalen.

Hoe kom je aan die prachtige locaties?Door heel veel rond te lopen, uren achter

elkaar. Het is ook een kwestie van intuïtie

en gevoel. Ik geniet enorm van de omge-

ving. De sneeuw van de maanden decem-

ber en januari was prachtig: ik voelde me

als een kind in de snoepwinkel! Ik ging

naar Marken en Burgerdam. Plekken die

op mijn lijstje van mooie fotolocaties

stonden, maar ik was er nog nooit ge-

weest. Met al die sneeuw wilde ik de kans

niet laten schieten. Ik vergat de kou en

heb prachtige foto’s gemaakt. Al hebben

mijn vingers nog wekenlang getinteld...

Je voelde in eerste instantie de kou niet...?Eigenlijk niet... Dat was ook al zo toen ik

klein was. Tijdens het wandelen met mijn

ouders kon ik opeens midden in een rivier

staan. Ik liep simpelweg waar ik naartoe

wilde, en voelde het water nauwelijks.

Mijn fantasie ging met me aan de haal. Ik

68

Page 71: Booq Magazine

was nieuwsgierig en beleefde mijn eigen

avonturen, precies zoals in de stripver-

halen van Johan en Pierewiet. Stel dat ik

morgen in Polen fotografeer, dan klim ik

gerust tegen een steile bergwand op, of

sta ik bij temperaturen rond het vriespunt

rustig in een rivier of de zee. Gewoon om-

dat ik een mooie foto als doel heb. Ik zie

dat bijna als mijn plicht. Daardoor zet ik

een stap extra: dat is mijn grootste troef.

Het is mijn droom om als fotograaf aan

het werk te gaan. Aan mijn enthousiasme

en inzet zal het niet liggen...

Wat zijn je favoriete landschap-pen?Ik vind Nederland minder mooi om te

zien, maar makkelijker om mooi te fo-

tograferen. In de bergen, bijvoorbeeld de

Oostenrijkse Alpen, ben ik als een vis in

het water. Die lucht, die natuur en uiter-

aard de rust... heerlijk gewoon! Maar

probeer die bergen maar eens mooi op

de foto te zetten. Dat blijf ik gigantisch

moeilijk vinden.

Wanneer ga je weer aan het werk?Ik ben er weer klaar voor! Althans, ik voel

me stukken beter. Morgen heb ik een sol-

licitatiegesprek bij de Media Markt. Ze

zoeken een servicemedewerker. Ik heb

me expres niet enorm voorbereid. Vol-

gens mij willen mensen met een klacht

geen robot tegenkomen, maar een echt

mens. Dat ga ik morgen laten zien!

Kijk ook op: eenmomentjesvp.zoom.nl

69

Page 72: Booq Magazine

Special: Ken YeangGeestelijk vader van de bioklima-tologische gebouwen; In zijn visie ontwerpt hij gebouwen als steden op zich met een eigen eco-systeem.

www.architectenweb.nl

iRent verhuurt online Apple-systemenICT-dienstverlener OnDemand Groep is onlangs van start gegaan met een nieuwe onderneming voor het online verhuren van Apple-systemen: iRent, the Apple rental company.

Top tien iPhone appsVoor de iPhone zijn inmiddels tienduizenden applicaties die je mobiele web-wereld leuker of makkelijker zouden moeten maken. Maar welke apps zijn nu echt goed? Publish stelde een eigen Top 10 iPhone apps samen met applicaties die helemaal niets kosten.

Commentaar: Anti-AppleEen van ‘s werelds best gewaardeerde merken begint scheuren te vertonen. Apple was altijd al arrogant, maar inmiddels heeft het ook macht.

En verder...

Interview met Scott Kelby

Brits design uit Milaan

Review: Bamboo Pen

The Green Skyscraper

Redactiemedewerkers:

Dylan Fanego

Geert Lebens

Hylke Greidanus

Lizanne van Esch

Styling, art direction en vormgeving:

Dylan Fanego

Geert Lebens

Hylke Greidanus

Lizanne van Esch

Uitgever:

Weener Groep ‘s-Hertogenbosch

Drukwerkbegeleiding:

Océ-Nederland B.V.

Distrubutie:

Betapress, Gilze

Verantwoordelijke uitgever België:

De Mey Micheline

Eekhoutdriesstraat 67

B- 9041 Oostakker

ISSN 1568-1440

De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk

worden gesteld voor enige eventueel geleden

schade door foutieve vermelding in dit blad

Copyright 2010 ©

Force Link Publicaties & Promotie

Haarlemmermeerstraat 26

1058 KA Amsterdam

Telefoon: 020 669 7566

Niets uit deze uitgave mag worden

overgenomen in welke vorm dan

ook zonder nadrukkelijke schrif-telijke

toestemming van de uitgever.

C o l o f o n In ons volgende nummer

Stay up to date op www.booq-magazine.nl!

70

Page 73: Booq Magazine
Page 74: Booq Magazine

Kwaliteit op tafel! Dat is wat de Océ Arizona 250 GT flatbedprinter biedt.

Dankzij de Océ VariaDot® technologie worden inktdruppels gegenereerd die

kunnen variëren tussen 6 en 42 picoliter. Dit resulteert in een uitzonderlijk

hoge printkwaliteit zowel in kleine tekst, scherpe foto’s als grote volvlakken.

Bovendien ligt het inktverbruik dankzij deze revolutionaire technologie tot

35% lager dan bij traditionele 6-kleuren printers.

De Océ Arizona 250 GT is een “echte” vlakbedprinter. Op een tafel van

125x250 cm wordt het materiaal door middel van vacuüm vastgehouden

terwijl de printkoppen zowel in de X- als in de Y-richting over het materiaal

bewegen. Zo kunt u probleemloos printen op vooraf uitgesneden

materialen of materialen met speciale vormen. Toepassingen waarbij een

hoge densiteit wordt vereist zoals plexi of glas kunnen meerdere malen

beprint worden zonder dat hierbij registratieverschillen optreden.

Applicaties waar u gisteren enkel van kon dromen, worden met de

Océ Arizona 250 GT vandaag verwezenlijkt.

Vanzelfsprekend biedt Océ u alle bijbehorende software, supplies, finishing

benodigdheden, service en colour management ondersteuning.

Meer weten over de Océ Arizona 250 GT of één van onze andere

grootformaat oplossingen? Voor Nederland bel +31 73 6 815 493.

Bel +32 2 729 42 37 voor België. Of kijk op www.oce.com.

Je gelooft je ogen niet!