Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp · 2640 AA PIJNACKER Contactpersonen Dhr. R. van...

59
Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker- NootdorpX Opdrachtgever Gemeente Pijnacker-Nootdorp Afdeling Beheer, Openbare Ruimte Postbus 1 2640 AA PIJNACKER Contactpersonen Dhr. R. van der Voort Dhr. R. Annaji CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Postbus 2 3980 CA Bunnik Contactpersonen Dhr. J.S. Spronk (projectleider) Mevr. K.C.W. Reezigt-Struijk Projectcode: 11K140 Versiedatum: 15 december 2014 Status: Definitief

Transcript of Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp · 2640 AA PIJNACKER Contactpersonen Dhr. R. van...

  • Bodemkwaliteitskaart

    gemeente Pijnacker-

    NootdorpX

    Opdrachtgever Gemeente Pijnacker-Nootdorp

    Afdeling Beheer, Openbare Ruimte

    Postbus 1

    2640 AA PIJNACKER

    Contactpersonen

    Dhr. R. van der Voort

    Dhr. R. Annaji

    CSO Adviesbureau voor

    Milieu-Onderzoek B.V.

    Postbus 2

    3980 CA Bunnik

    Contactpersonen

    Dhr. J.S. Spronk (projectleider)

    Mevr. K.C.W. Reezigt-Struijk

    Projectcode: 11K140

    Versiedatum: 15 december 2014

    Status: Definitief

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave

    blz.

    1. Inleiding 1

    1.1 Aanleiding 1

    1.2 Doelstelling 1

    2. Werkwijze en resultaat 2

    2.1 Stap 1: Programma van eisen 2

    2.2 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden 3

    2.3 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensverwerking 3

    2.3.1 Selecteren beschikbare gegevens 3

    2.3.2 Het samenvoegen van punt- en mengmonsters 4

    2.3.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet 4

    2.3.4 Het opsporen van uitbijters 4

    2.4 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (1) 5

    2.5 Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie 5

    2.5.1 Aanvullende invoer 5

    2.5.2 Aanvullend bodemonderzoek 6

    2.6 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (2) 6

    2.6.1 Aantal waarnemingen 6

    2.6.2 Splitsen van deelgebieden 6

    2.6.3 Definitieve gebiedsindeling 7

    2.7 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones 7

    2.8 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart 8

    2.8.1 Inleiding 8

    2.8.2 Kaart met uitgesloten locaties en gebieden 8

    2.8.3 Ontgravingskaart 9

    2.8.4 Toepassingskaart 9

    2.9 Bijzondere omstandigheden 10

    2.10 Vaststellen bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart 11

    3. Emissietoets 12

    4. Samenvatting en conclusies 13

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Inhoudsopgave

    Bijlagen

    Bijlage 1 Begrippenlijst

    Bijlage 2A Indeling in voorlopige deelgebieden

    Bijlage 2B Selectie dataset voor de bodemkwaliteitskaart

    Bijlage 2C Extra toegevoegde gegevens/onderzoeken

    Bijlage 3 Specificatie uitbijters

    Bijlage 4A Statistische parameters bodemkwaliteitszones (meetwaarden)

    Bijlage 4B Statistische parameters bodemkwaliteitszones (waarden standaardbodem)

    Bijlage 5 Emissietoets

    Kaart bijlagen

    Kaart bijlage 1 Bodemfunctieklassenkaart

    Kaart bijlage 2A Bodemkwaliteitszones bovengrond

    Kaart bijlage 2B Bodemkwaliteitszones ondergrond

    Kaart bijlage 3A Ontgravingskaart bovengrond

    Kaart bijlage 3B Ontgravingskaart ondergrond

    Kaart bijlage 4A Toepassingskaart bovengrond

    Kaart bijlage 4B Toepassingskaart ondergrond

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 1 / 14

    1. Inleiding

    1.1 Aanleiding

    De gemeente Pijnacker-Nootdorp maakt voor haar grondstromenbeleid gebruik van de

    overgangsregeling voor bodemkwaliteitskaarten van het Besluit bodemkwaliteit1 (hierna: Besluit).

    Hierbij maakt zij gebruik van een bestuurlijk vastgestelde bodemkwaliteitskaart2 en een

    bodembeheerplan3, en een beleidsnotitie Besluit bodemkwaliteit inclusief de

    bodemfunctieklassenkaart4. De gemeente Pijnacker-Nootdorp wil haar bodembeleid actualiseren

    en volledig overgaan op de regelgeving van het Besluit. Daarom moet een nieuwe

    bodemkwaliteitskaart worden opgesteld.

    De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft aan CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V.

    opdracht gegeven voor het opstellen van een nieuwe bodemkwaliteitskaart voor haar grondgebied.

    Deze kaart vormt samen met de gemeentelijke bodemfunctieklassenkaart (zie kaart bijlage 1) de

    basis voor het grond- en baggerstromenbeleid dat de gemeente onder het Besluit wil voeren.

    In deze rapportage staat beschreven volgens welke werkwijze de bodemkwaliteitskaart is

    opgesteld en wat de resultaten zijn. Een toelichting op de in dit rapport gebruikte begrippen is

    opgenomen in bijlage 1.

    1.2 Doelstelling

    De doelstelling van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is om een actueel en dekkend beeld

    te krijgen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

    De achterliggende doelstelling van de gemeente is om met de bodemkwaliteitskaart gebruik te

    kunnen maken van de mogelijkheden die het Besluit biedt:

    bij het toepassen van grond en baggerspecie op en in de landbodem;

    als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en van de ontvangende bodem (hierdoor hoeven minder partijkeuringen te worden uitgevoerd wat een kosten- en

    tijdsbesparende factor is bij grondverzet);

    bij het wegnemen van mogelijke knelpunten bij grond- en/of baggerverzet;

    om gebiedsspecifiek bodembeleid mogelijk te maken.

    1 Besluit bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 3 december 2007.

    2 Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer: B05A0364, Syncera De Straat B.V.,

    22 december 2005. 3 Bodembeheerplan gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer: B06A0226, Syncera De Straat B.V., 18 januari 2007.

    4 Beleidsnotitie Besluit bodemkwaliteit, referentie PYN80580, Van der Helm milieubeheer, 30 september 2008.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 2 / 14

    2. Werkwijze en resultaat

    De bodemkwaliteitskaart is opgesteld volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten5. Er is gewerkt

    volgens het in de Richtlijn opgenomen stappenplan. Hieronder zijn de verschillende stappen

    weergegeven, die in de volgende paragrafen nader zijn toegelicht. In de Richtlijn is aangegeven

    dat de stappen niet chronologisch gevolgd hoeven te worden. Wel is het noodzakelijk dat de

    elementen van de stappen terugkomen in de werkwijze bij het vervaardigen van de

    bodemkwaliteitskaart. Voor deze bodemkwaliteitskaart is de volgende volgorde van de stappen

    gebruikt: 1 → 2 → 4 → 3 → 5 → 6 → 5 → 7 → 8.

    Stap 1: Opstellen programma van eisen.

    Stap 2: Vaststellen onderscheidende kenmerken.

    Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensbewerking.

    Stap 4: Indelen beheergebied in deelgebieden.

    Stap 5: Controle indeling van het beheergebied.

    Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie.

    Stap 7: Vaststellen bodemkwaliteitszones.

    Stap 8: Opstellen ontgravings- en toepassingskaart.

    2.1 Stap 1: Programma van eisen

    Voor deze bodemkwaliteitskaart zijn de volgende definities vastgesteld:

    Het beheergebied van de bodemkwaliteitskaart omvat het grondgebied van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

    De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de landbodem van het beheergebied voor de bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 2,0 meter diepte (m-mv).

    De volgende locaties en gebieden zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart: o De rijkswegen, provinciale wegen en spoorgebonden gronden inclusief de

    onverharde (spoor)wegbermen (andere beheerorganisaties).

    o Locaties met, of die verdacht zijn voor, een sterke bodemverontreiniging, inclusief de gemeentelijke wegen (en onverharde wegbermen) en gebieden die

    verdacht zijn op het diffuus voorkomen van bestrijdingsmiddelen.

    o Gesaneerde locaties in het kader van de Wet bodembescherming (specifiek voor wat betreft de ontgravingskaart).

    o De waterbodems. o Het grondwater.

    De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor het huidige standaard NEN5740 stoffenpakket: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel, zink,

    minerale olie en de stofgroepen polychloorbifenylen (PCB) en polycyclische aromatische

    koolwaterstoffen (PAK).

    De gegevens voor de bodemkwaliteitskaart zijn afkomstig van representatieve bodemonderzoeken uit het bodeminformatiesystemen van de gemeente Pijnacker-

    Nootdorp , los aangeleverde onderzoeken die nog niet in het gemeentelijke

    bodeminformatiesysteem waren opgenomen en van het aanvullend bodemonderzoek dat

    is uitgevoerd voor de bodemkwaliteitskaart (CSO, april 2014).

    5 Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, voormalig Ministerie van VROM en van Verkeer en waterstaat, 3 september 2007 en

    bijbehorende wijzigingsbladen d.d. 1 maart 2012 (sinds 1 april 2012 in werking getreden) , d.d. 1 januari 2013 en

    1 januari 2014.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 3 / 14

    2.2 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en

    voorlopige deelgebieden

    De basis van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart is het identificeren van onderscheidende

    gebiedskenmerken. Binnen een deelgebied wordt de bodemkwaliteit homogeen verondersteld

    (vergelijkbare kwaliteit). Op basis van de bodemopbouw, de gebruikshistorie, de ontwikkeling van

    wijken of gebieden, de geomorfologie en het huidig gebruik wordt een deelgebiedenkaart

    gedefinieerd.

    In overleg met de gemeente is bij deze bodemkwaliteitskaart uitgegaan van de zone-indeling van

    de huidige bodemkwaliteitskaart6. In de rapportage van de huidige bodemkwaliteitskaart zijn aan

    de hand van de gebiedsonderscheidende kenmerken (de gebruikshistorie, de ontwikkeling van

    wijken en gebieden -al dan niet met ophooglaag- en het huidige gebruik) de bodemkwaliteitszones

    onderbouwd. In aanvulling op de huidige zone indeling is ook de vastgestelde bodemkwaliteit als

    gebiedsonderscheidend kenmerk beoordeeld. Hierdoor zijn enkele wijzigingen doorgevoerd op de

    indeling van de deelgebieden. In bijlage 2A is de onderbouwing hiervoor opgenomen. In tabel 2.1

    is een samenvatting gegeven van de samenvoeging van bodemkwaliteitszones tot de voorlopige

    deelgebieden voor deze bodemkwaliteitskaart. De indeling geldt zowel voor de bovengrond (0,0-

    0,5 m-mv) als de ondergrond (0,5-2,0 m-mv).

    Tabel 2.1 Samenvatting samenvoeging van huidige bodemkwaliteitszones tot voorlopige deelgebieden

    gemeente Pijnacker-Nootdorp (geldt zowel voor de bovengrond als de ondergrond)

    Huidige bodemkwaliteitszones Voorlopige deelgebieden

    1. Bedrijven 1945 – 1970 1. Bedrijven 1945 – 1970

    2. Bedrijven na 1970 2. Bedrijven na 1970

    3. Kassen voor 1945 op baggerslib

    5. Kassen 1945 – 1970 op veen 3. Kassen 1945 – 1970 op veen OF voor 1945 op baggerslib

    4. Kassen 1945 – 1970 4. Kassen 1945 – 1970

    7. Wonen voor 1900

    8. Wonen 1900 – 1945 5. Wonen voor 1945

    13. Wonen na 1990 op veen

    15. Wonen na 1990 op vml kas voor

    1945

    6. Wonen na 1990 op veen of vml kas

    9. Wonen 1945 – 1970

    10. Wonen 1970 – 1990

    11. Wonen na 1990

    12. Wonen na 1990 op ophooglaag zand

    14. Wonen na 1990 op vml kas na 1945

    16. Woonzorgcomplex (Craeyeburch)

    7. Wonen na 1945

    6. Kassen na 1970

    17. Recreatie/(sport)park

    18. Buitengebied

    8. Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    2.3 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensverwerking

    2.3.1 Selecteren beschikbare gegevens

    De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft haar bodemgegevens opgeslagen in het

    bodeminformatiesysteem BIS4all. De basis voor deze bodemkwaliteitskaart zijn de gegevens die

    op 16 augustus 2013 in BIS4all waren geregistreerd. De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft

    aangegeven dat de onderzoeksgegevens die 5 tot 10 jaar oud zijn vergelijkbaar zijn met de

    onderzoeksgegevens van de laatste 5 jaar. Daarom zijn de onderzoeksgegevens geselecteerd die

    niet ouder zijn dan 10 jaar (vanaf 1 januari 2003).

    6 Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer: B05A0364, Syncera De Straat B.V.,

    22 december 2005.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 4 / 14

    Vervolgens zijn de representatieve bodemonderzoeken geselecteerd op basis van de selectiecriteria

    die in bijlage 2B uiteen zijn gezet.

    2.3.2 Het samenvoegen van punt- en mengmonsters

    De dataset voor de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart bestaat uit meng- en puntmonsters met

    analysegegevens. De landelijke IPO Werkgroep Achtergrondgehalten heeft onderzocht wat de

    invloed is van het meenemen van zowel punt- als mengmonsters op de berekening van

    percentielwaarden7 van de analysegegevens. De resultaten laten zien dat percentielwaarden die

    zijn gebaseerd op een bestand met analysegegevens van zowel punt- als mengmonsters, vrijwel

    identiek zijn aan percentielwaarden die zijn gebaseerd op een bestand met analysegegevens van

    alléén mengmonsters. Er bestaan daarom geen praktische bezwaren tegen het berekenen van de

    bodemkwaliteit uit een bestand met analysegegevens, afkomstig van zowel punt- als

    mengmonsters. In dit project zijn de analysegegevens van de mengmonsters éénmaal

    meegenomen.

    2.3.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet

    Bij analyses komt het vaak voor dat een bepaalde stof in het grond(meng)monster aanwezig is in

    concentraties beneden de detectiegrens van de gangbare analyseapparatuur. Hoewel de werkelijke

    waarde onbekend is (de waarde kan variëren van nul tot de detectielimiet) leveren deze monsters

    wel waardevolle informatie voor de gemiddelde bodemkwaliteit in een gebied. Voor deze analyses

    is de methode van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten gehanteerd. Deze methode houdt in dat de

    gerapporteerde detectielimieten worden vermenigvuldigd met een factor 0,7 om tot een

    rekenwaarde te komen.

    De opgegeven detectielimiet van een bepaalde stof verschilt van rapport tot rapport. Verhoogde

    detectielimieten komen voor bij verstoringen in de grond(meng)monstermatrix. Daarnaast zijn de

    detectielimieten in de loop der jaren lager geworden doordat nauwkeurigere analyseapparatuur

    beschikbaar is gekomen.

    2.3.4 Het opsporen van uitbijters

    Ondanks dat er representatieve analysegegevens zijn geselecteerd, kan er sprake zijn van

    uitschieters in de dataset: extreem hoge gehalten als gevolg van bijvoorbeeld typefouten tijdens de

    invoer, onbetrouwbare analyses of lokale verontreinigingen door puntbronnen die niet als zodanig

    in het bodeminformatiesysteem zijn aangegeven. Hierbij worden dan vaak bij meerdere stoffen

    relatief hoge gehalten of juiste hele lage gehalten in het geval van detectiegrenzen aangetroffen.

    Per deelgebied en per stof zijn met een visuele methode (scatterplots) extreme gehalten

    gemarkeerd.

    Als de uitschieters tot een puntbron, type- of meetfout zijn te herleiden of als niet-representatief

    zijn beoordeeld in vergelijking met de andere resultaten van dat deelgebied, dan zijn de

    waarnemingen uit het bestand verwijderd. Een aantal typefouten en verkeerd ingevoerde eenheden

    zijn verbeterd en alsnog opgenomen in de dataset van de bodemkwaliteitskaart. In bijlage 3 is een

    overzicht van de uiteindelijk verwijderde uitbijters opgenomen.

    7 Handreiking Achtergrondgehalten. Begeleidingscommissie actief bodembeheer, TNO MEP-R98/283.IPO/TNO, 1998.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 5 / 14

    2.4 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (1)

    De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt de volgende minimale eisen aan het aantal

    waarnemingen per deelgebied:

    Per deelgebied zijn voor alle stoffen ten minste 20 waarnemingen beschikbaar.

    De waarnemingen liggen voldoende verspreid over het deelgebied: o Voor aaneengesloten deelgebieden bij een systematische indeling in 20 vakken

    zijn in tenminste 10 vakken één of meer waarnemingen beschikbaar.

    o Voor elk niet-aaneengesloten deel van een deelgebied zijn ten minste 3 waarnemingen beschikbaar.

    Na het samenstellen van de dataset voor de bodemkwaliteitskaart (§ 2.3.1 en bijlage 2B) en de

    voorbewerkingen (§ 2.3.3 en § 2.3.4) bleek dat niet overal voldoende waarnemingen beschikbaar

    waren. Het ging hierbij voornamelijk om waarnemingen van de ‘nieuwe stoffen’ die per 1 juli

    2008 aan het standaardpakket NEN-grond zijn toegevoegd. In de meeste voorlopige deelgebieden

    waren ten minste voor de overige stoffen in totaal wel ruim voldoende waarnemingen beschikbaar,

    maar in de niet-aaneengesloten delen van de deelgebieden was dit vaak niet het geval.

    Op basis van de op dat moment beschikbare gegevens en de hiermee berekende voorlopige

    statistische parameters is in overleg met de gemeente besloten om een aantal voorlopige

    deelgebieden samen te voegen, waarbij de kwaliteit van de gebieden leidend is. In onderstaande

    tabel 2.2 is opgenomen welke voorlopige deelgebieden zijn samengevoegd.

    Tabel 2.2 Samenvoeging voorlopige deelgebieden

    Voorlopige deelgebieden Samenvoeging voorlopige deelgebieden

    1. Bedrijven 1945 – 1970

    3. Kassen 1945 – 1970 op veen OF voor 1945 op baggerslib

    5. Wonen voor 1945

    1. Historische bebouwing en kassen

    2. Bedrijven na 1970

    7. Wonen na 1945 2. Bebouwing na 1945

    4. Kassen 1945 – 1970

    6. Wonen na 1990 op veen of vml kas 3. Kassen 1945-1970 en wonen na 1990

    8. Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 4. Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    Voor een deel van de niet-aaneengesloten deelgebieden heeft de gemeente aangegeven ervoor te

    kiezen deze niet te zoneren en uit te sluiten van de bodemkwaliteitskaart. Dit vanwege de beperkte

    beschikbaarheid van gegevens in deze gebieden, de relatief grote inspanning die het kost om

    aanvullende gegevens te verzamelen en de relatief kleine meerwaarde om deze gebieden in de

    bodemkwaliteitskaart op te nemen.

    2.5 Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie

    2.5.1 Aanvullende invoer

    Na het samenvoegen van de voorlopige deelgebieden zoals in tabel 2.2 is weergegeven, zijn in een

    aantal fases in de periode december 2013 t/m maart 2014 extra gegevens toegevoegd aan de

    dataset van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart. In bijlage 2C is een overzicht opgenomen van

    deze extra gegevens/onderzoeken.

    Na deze aanvullingen waren er voor alle deelgebieden, met uitzondering van de ondergrond van

    deelgebied C, voor alle stoffen minimaal 20 waarnemingen beschikbaar. Enkele te zoneren

    niet-aaneengesloten delen van deelgebieden voldeden nog niet aan de minimumeis van 3

    beschikbare waarnemingen voor alle stoffen.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 6 / 14

    2.5.2 Aanvullend bodemonderzoek

    Voor de deelgebieden waar nog onvoldoende waarnemingen beschikbaar waren en om een betere

    spreiding van waarnemingen te realiseren, is een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd (CSO,

    april 2014).

    Het aanvullend bodemonderzoek is zo opgezet, dat voor alle te zoneren deelgebieden wordt

    voldaan aan de eis van minimaal 20 waarnemingen per deelgebied. Daarnaast wordt voldaan aan

    de eis van minimaal 3 waarnemingen voor ieder te zoneren niet-aaneengesloten deelgebied voor

    het huidige stoffenpakket. Ook is rekening gehouden met de eis uit de Richtlijn dat de

    waarnemingen goed verspreid moeten liggen over de deelgebieden.

    De analyseresultaten van het aanvullend bodemonderzoek zijn voorbewerkt (omrekenen

    detectiegrenzen naar rekenkundige waarden, zie § 2.3.3) en aan een uitbijteranalyse zoals

    aangegeven in § 2.3.4 onderworpen. Hierbij zijn twee uitbijters geïdentificeerd (zie bijlage 3). De

    overige resultaten van het bodemonderzoek zijn als representatief beoordeeld en toegevoegd aan

    de dataset van de bodemkwaliteitskaart.

    2.6 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (2)

    2.6.1 Aantal waarnemingen

    In tabel 2.3 is het aantal analysegegevens van de stoffen (waarnemingen) per voorlopig deelgebied

    en bodemlaag aangegeven die zijn geselecteerd voor de uiteindelijke dataset van de

    bodemkwaliteitskaart (zie ook bijlage 4A, kolom ‘N’).

    Tabel 2.3 Totaal aantal analysegegevens van de stoffen (waarnemingen) per voorlopig deelgebied en

    bodemlaag

    Voorlopig deelgebied Aantal analysegegevens van de stoffen

    Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen 23-103

    B2 Bebouwing na 1945 47-223

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 27-126

    B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 57-118

    Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    O1 Historische bebouwing en kassen 25-100

    O2 Bebouwing na 1945 29-141

    O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 20-58

    O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 28-71

    2.6.2 Splitsen van deelgebieden

    Op stofniveau is voor het gemeentelijke grondgebied gekeken of er een ruimtelijke clustering

    aanwezig is van hoge of lage gehalten. Op basis van ervaringen van CSO bij andere

    bodemkwaliteitskaarten is de ruimtelijke clustering onderzocht wanneer zware metalen en

    minerale olie een variatiecoëfficiënt hoger dan 1,5 hebben en de stofgroepen polycyclische

    aromatische koolwaterstoffen (PAK) en polychloorbifenylen (PCB) een variatiecoëfficiënt hoger

    dan 2. Een hoge variatiecoëfficiënt is een indicatie van een mogelijke ruimtelijke clustering.

    Een overzicht van de variatiecoëfficiënten is opgenomen in bijlagen 4A en 4B (kolom 'VC').

    Hieruit blijkt dat voor zeven van de acht deelgebieden voor steeds één of twee stoffen sprake is

    van een hoge variatiecoëfficiënt. Uit de dataset blijkt dat deze worden veroorzaakt door één of

    twee monsters met relatief hoge waarden. Door het incidentele karakter er is geen sprake van

    ruimtelijke clustering. De relatief hoge variatiecoëfficiënten geven daarmee geen aanleiding tot het

    splitsen van deelgebieden.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 7 / 14

    2.6.3 Definitieve gebiedsindeling

    Op basis van de uitgevoerde stappen 1 t/m 6 van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten zijn op het

    grondgebied van de gemeente Pijnacker-Nootdorp de voorlopige deelgebieden niet gewijzigd. In

    tabel 2.4 staan de definitieve deelgebieden die zijn onderscheiden.

    Tabel 2.4 Definitieve deelgebieden en bodemlaag

    Definitieve deelgebied bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Definitieve deelgebieden ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen O1 Historische bebouwing en kassen

    B2 Bebouwing na 1945 O2 Bebouwing na 1945

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990

    B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    De definitieve deelgebiedenkaarten zijn opgenomen in kaart bijlage 2. Alle deelgebieden voldoen

    aan de minimumeisen voor het aantal en de spreiding van de waarnemingen volgens de Richtlijn

    bodemkwaliteitskaarten. Sommige niet-aaneengesloten deelgebieden voldoen niet aan de

    minimumeisen en zijn uitgesloten van deze bodemkwaliteitskaart. Deze gebieden zijn in de kaart

    bijlagen 2 en 4 grijs gekleurd aangegeven.

    Deze definitieve deelgebieden worden de bodemkwaliteitszones in de gemeente Pijnacker-

    Nootdorp.

    2.7 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones

    De gemiddelde gehalten van de bodemkwaliteitszones (zie bijlage 4A en 4B, kolom 'Gem') zijn

    getoetst aan de toetsingswaarden uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit8. De

    bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de bodemkwaliteitsklasse Landbouw/natuur

    (Achtergrondwaarden -AW2000), Wonen of Industrie. De toetsingsmethodiek voor het bepalen

    van de bodemkwaliteitsklasse is opgenomen in bijlage 1 onder het kopje “Bodemkwaliteitsklasse”.

    De toetsingsmethodiek voor het bepalen van de bodemkwaliteitsklasse is minder streng dan de

    toetsingsmethodiek voor het bepalen van de ontgravingsklasse (zie ook § 2.8.3 en bijlage 1 onder

    de kopjes “Ontgravingskaart” en “Bodemkwaliteitsklasse”). Met de minder strenge toets wordt

    voorkomen dat de bodemkwaliteit van een gebied op basis van één stof wordt ingedeeld in de

    bodemkwaliteitsklasse Industrie. Dit zou in de praktijk de ongewenste situatie kunnen opleveren

    dat ook voor alle overige stoffen minder strenge regels gelden en de concentraties kunnen

    toenemen tot de maximale waarden voor de functie Industrie. Hierdoor verslechtert de kwaliteit

    van het gebied. Dit doet zich met name voor bij licht verontreinigde industriegebieden.

    In tabel 2.5 is aangegeven in welke bodemkwaliteitsklasse iedere bodemkwaliteitszone valt. In

    bijlage 4A en 4B zijn de gespecificeerde beoordelingen weergegeven. De bodemkwaliteitsklasse

    wordt samen met de bodemfunctieklasse gebruikt voor het bepalen van de toepassingseis (zie

    § 2.8.4 en bijlage 1 onder het kopje “Toepassingskaart”).

    Controle saneringscriterium In de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten staat vermeld, dat voor elke bodemkwaliteitszone met een

    95-percentielwaarde (P95) boven de interventiewaarde uit de Wet bodembescherming een controle

    op het saneringscriterium nodig is. Bij een overschrijding is het niet verantwoord om zonder

    partijkeuring grondverzet vanuit de betreffende zone te laten plaatsvinden. In de gemeente

    Pijnacker-Nootdorp komt deze situatie niet voor (zie bijlage 4A en 4B, kolom 'P95>I').

    Heterogeniteit Naast de percentielwaarden en variantie is ook de heterogeniteit van de waarnemingen berekend,

    volgens de methodiek zoals beschreven onder het kopje “Heterogeniteit” in bijlage 1. In de

    gemeente Pijnacker-Nootdorp is in 2 bovengrondzones en 1 ondergrondzone sprake van sterke

    heterogeniteit voor één of meerdere stoffen. Wanneer de diffuse bodemkwaliteit in een zone sterk

    8 Regeling bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 20 december 2007 en latere wijzigingen.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 8 / 14

    heterogeen is verdeeld, is de betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte in de zone kleiner. De

    betreffende stoffen in de zones bevatten ruim voldoende waarnemingen om de heterogeniteit goed

    te beschrijven. Een overzicht van de heterogeniteitsindex per stof en per zone is in bijlage 4A en

    4B opgenomen (kolom 'Heterogeniteit'). In tabel 2.5 is per bodemkwaliteitszone weergegeven

    voor welke stoffen een sterke heterogeniteit is vastgesteld.

    Tabel 2.5 Bodemkwaliteitsklasse en heterogeniteit per bodemkwaliteitszone en bodemlaag

    Bodemkwaliteitszone Bodemkwaliteits

    klasse Bepalende stof

    Sterke heterogeniteit

    (en aantal

    waarnemingen per stof)

    Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen Wonen

    Koper, Kwik,

    Lood,

    Molybdeen, Zink, PAK

    Koper (92), Lood (101),

    Zink (103)

    B2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur - Lood (223)

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Wonen

    Cadmium,

    Koper, Kwik,

    Lood, Zink

    -

    B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur - -

    Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    O1 Historische bebouwing en kassen Wonen

    Kwik, Lood,

    Molybdeen, Zink, PAK

    Zink (99)

    O2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur -

    O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Landbouw/natuur -

    O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur -

    2.8 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart

    2.8.1 Inleiding

    De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten:

    1. Een kaart met uitgesloten locaties en gebieden. 2. De ontgravingskaart (kaart bijlage 3A en 3B). 3. De toepassingskaart (kaart bijlage 4A en 4B).

    In de onderstaande paragrafen is nader ingegaan op de hoofdkaarten. Bij de ontgravings- en

    toepassingskaart is uitgegaan van het generieke kader van het Besluit.

    2.8.2 Kaart met uitgesloten locaties en gebieden

    In de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een aantal locaties en gebieden uitgesloten van de

    bodemkwaliteitskaart. Een overzicht van de uitgesloten locaties en gebieden is aangegeven in

    hoofdstuk 4. De ligging van de uitgesloten locaties en gebieden is vanwege het dynamische

    karakter niet altijd op de kaarten weergegeven. Om na te gaan of er bodeminformatie van een

    locatie bekend is bij de gemeente, kunt u een email sturen naar het e-mailadres:

    [email protected]. Hierin vermeldt u van welk perceel of welk adres u

    informatie wilt opvragen. Ook moet u bij de e-mail een situatietekening en de kadastrale gegevens

    van het betreffende perceel bijvoegen. De gemeente rekent hiervoor legeskosten.

    Voor de uitgesloten locaties en terreinen waarvan de provincie Zuid-Holland gegevensbeheerder

    is, zijn te vinden via de website: www.bodemloket.nl.

    mailto:[email protected]://www.bodemloket.nl/

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 9 / 14

    2.8.3 Ontgravingskaart

    De ontgravingskaart geeft de kwaliteit aan van de eventueel te ontgraven grond op een niet voor

    bodemverontreiniging verdachte locatie. Deze kaart mag onder bepaalde voorwaarden worden

    gebruikt als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de te ontgraven grond, als deze grond

    elders nuttig wordt toegepast. In de nota bodembeheer9 wordt hier nader op ingegaan. De

    ontgravingskwaliteit is net als de bodemkwaliteitsklasse gebaseerd op het gemiddelde gehalte van

    een zone (zie bijlage 4A en 4B, kolom 'Gem') en getoetst aan de toetsingswaarden uit het Besluit.

    Om het standstill-principe voor de bodemkwaliteit op gebiedsniveau te kunnen waarborgen, is de

    toetsing voor de kwaliteitsklasse van 'Wonen' strenger voor het bepalen van de ontgravingsklasse

    dan voor de het bepalen van de bodemkwaliteitsklasse. De toetsingsmethodiek is opgenomen in

    bijlage 1 onder het kopje “Ontgravingskaart”, ter vergelijking zie het kopje

    “Bodemkwaliteitsklasse”

    In tabel 2.6 is de ontgravingskwaliteit per onderscheiden zone aangegeven. De ontgravingskaart

    per bodemlaag is opgenomen in kaart bijlage 3A en 3B.

    Tabel 2.6 Ontgravingsklasse per bodemkwaliteitszone en bodemlaag

    Bodemkwaliteitszone Ontgravingsklasse Bepalende stof

    Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen Industrie Zink

    B2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur -

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Industrie Zink

    B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur -

    Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    O1 Historische bebouwing en kassen Wonen Kwik, Lood, Molybdeen, Zink,

    PAK

    O2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur -

    O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Landbouw/natuur -

    O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur -

    2.8.4 Toepassingskaart

    Bij de toepassingskaart is gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteitsklasse en de (toekomstige)

    functie van de bodem (zie bijlage 1 onder het kopje 'Toepassingskaart'). In tabel 2.7 is het

    resultaat van deze werkwijze voor de toepassingskaart van de gemeente Pijnacker-Nootdorp

    samengevat.

    Op kaart bijlage 4A en 4B staat per bodemlaag aangegeven welke toepassingseis er geldt.

    9 Nota bodembeheer gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer 11K140, CSO Adviesbureau voor Milieu- Onderzoek

    B.V., 2014.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 10 / 14

    Tabel 2.7 Toepassingseisen per combinatie bodemfunctie- en bodemkwaliteitsklasse conform het generieke

    kader van het Besluit.

    Bodemkwaliteitszone Bodemfunctieklasse Bodemkwaliteitsklasse

    Toepassingseis

    (generiek beleid van

    het Besluit)

    Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen

    Industrie

    Wonen

    Wonen Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur

    B2 Bebouwing na 1945

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig (Landbouw/natuur)

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na

    1990

    Wonen

    Wonen

    Wonen

    Overig (Landbouw/natuur)

    Landbouw/natuur

    B4 Buitengebied incl. recreatie en

    kassen na 1970

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur)

    Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    O1 Historische bebouwing en kassen

    Industrie

    Wonen

    Wonen Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur

    O2 Bebouwing na 1945

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur)

    O3 Kassen 1945-1970 en wonen na

    1990

    Wonen

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Overig

    (Landbouw/natuur)

    O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig (Landbouw/natuur)

    2.9 Bijzondere omstandigheden

    De bodemkwaliteitskaart doet geen uitspraak over de kwaliteit van de bodem ter plaatse van

    verdachte locaties, verontreinigde locaties, gesaneerde locaties of locaties met onvoorziene visuele

    waarnemingen (bodemvreemde materialen, kleur, geur). Op deze locaties verwacht men een

    afwijkende (betere of juist slechtere) bodemkwaliteit dan in de omgeving. Op terreinen die ooit

    een leeflaag van schone grond hebben gekregen, of gesaneerde locaties mag men bijvoorbeeld een

    betere kwaliteit verwachten. Een slechtere kwaliteit valt te verwachten op terreinen die (wellicht)

    door een puntbron verontreinigd zijn en ter plaatse van dempingen, stortplaatsen en lokale

    ophooglagen.

    Ook door de provincie aangewezen beschermingsgebieden vallen onder locaties met bijzondere

    omstandigheden voor grondverzet. Voorbeelden hiervan zijn archeologie/cultuurhistorie,

    Ecologische hoofdstructuren en aardkundig waardevolle gebieden. Voorafgaand aan het

    grondverzet moet zowel voor de ontgravingslocatie als op de toepassingslocatie worden nagegaan

    of er naar aanleiding van de ligging in één of meerdere beschermingsgebieden er restricties zijn ten

    aanzien van het grond- en baggerverzet. De provincie kan hier aanvullende eisen stellen. De

    ligging van deze provinciale beschermingsgebieden is onder andere te vinden op de website van

    provincie Zuid-Holland: www.zuid-holland.nl/c_kaarten.htm/

    http://www.zuid-holland.nl/c_kaarten.htm/

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 11 / 14

    2.10 Vaststellen bodemkwaliteitskaart en

    bodemfunctieklassenkaart

    Met de nieuwe bodemkwaliteitskaart en gewijzigde bodemfunctieklassenkaart heeft de gemeente

    Pijnacker-Nootdorp een goed instrument in handen voor het toepassen van grond.

    De gemeente is voor haar eigen gemeentelijke grondgebied het bevoegd gezag voor het Besluit bij

    de toepassing van grond en baggerspecie op de landbodem. De gemeente gaat gebruik maken van

    het gebiedsspecifieke kader van het Besluit. Het gebiedsspecifieke beleid is geformuleerd in de

    nota bodembeheer10

    . Deze nota bodembeheer moet, met de nieuwe bodemkwaliteitskaart en de

    gewijzigde bodemfunctieklassenkaart als bijlage, bestuurlijk vastgesteld met een besluit van de

    Gemeenteraad. Hierop is de procedure uit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing,

    Afdeling 3.4 (Art. 3:10).

    10

    Nota bodembeheer gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer 11K140, CSO Adviesbureau voor Milieu- Onderzoek B.V., 2014.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 12 / 14

    3. Emissietoets

    Binnen het Besluit is een verbijzondering opgenomen: het toetsingskader voor het toepassen van

    grond in grootschalige toepassingen. In de kern van de grootschalige toepassing mag grond tot en

    met de ontgravingskwaliteitsklasse “Industrie” worden toegepast. Er hoeft niet te worden getoetst

    aan de kwaliteit en de functie van de ontvangende bodem. Wel geldt als eis dat de uitloging van de

    toegepaste grond aan de eisen van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit moet voldoen.

    Concreet houdt dat in dat, bij gehalten groter dan de emissietoetswaarden, een uitloogonderzoek

    moet plaatsvinden. De resultaten van dit uitloogonderzoek worden vervolgens getoetst aan de

    eisen die het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit hieraan stellen.

    In het kader van deze bodemkwaliteitskaart zijn de gemiddelde waardes van de zones “B1

    Historische bebouwing en kassen” en “B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990”, waar de

    ontgravingskwaliteit in de klasse “Industrie” valt, getoetst aan de emissietoetswaarden uit de

    Regeling bodemkwaliteit. Deze toets is opgenomen in bijlage 5 en in tabel 3.1 samengevat. Omdat

    de gemiddelde ontgravingskwaliteit van de overige zones in de klassen “Wonen” of

    “Landbouw/natuur” vallen, wordt sowieso voldaan aan de emissietoetswaarden.

    Uit tabel 3.1 blijkt dat de gemiddelde waarde voor alle stoffen lager is dan de emissietoetswaarde.

    Dit betekent dat er voor de zones “B1 Historische bebouwing en kassen” en “B3 Kassen 1945-

    1970 en wonen na 1990” geen belemmering is om vrijkomende grond toe te passen in een

    grootschalige bodemtoepassing.

    Tabel 3.1 Emissietoets bij bodemkwaliteitszones met ontgravingskwaliteitsklasse “Industrie”

    Bodemkwaliteitszone Overschrijding emissietoetswaarde

    B1 Historische bebouwing en kassen Nee

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Nee

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 13 / 14

    4. Samenvatting en conclusies

    CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. heeft in opdracht van de gemeente Pijnacker-

    Nootdorp de bodemkwaliteitskaart opgesteld voor het gemeentelijke grondgebied. In de

    bodemkwaliteitskaart zijn op basis van gebruik en bodemkwaliteit in totaal 8

    bodemkwaliteitszones onderscheiden in de bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met

    0,5 meter diepte; 0 – 0,5 m-mv) en de ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter tot en met 2,0

    meter diepte; 0,5 – 2 m-mv) die in tabel 4.1 zijn gespecificeerd.

    Tabel 4.1 Onderscheiden bodemkwaliteitszones

    Bodemkwaliteitszones bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Bodemkwaliteitszones ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen O1 Historische bebouwing en kassen

    B2 Bebouwing na 1945 O2 Bebouwing na 1945

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990

    B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    De volgende locaties en gebieden zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart:

    De rijkswegen, provinciale wegen en spoorgebonden gronden inclusief de onverharde (spoor)wegbermen (andere beheerorganisaties).

    Locaties met, of die verdacht zijn voor, een sterke bodemverontreiniging, inclusief de gemeentelijke wegen (en onverharde wegbermen) en de gebieden die verdacht zijn op het

    diffuus voorkomen van bestrijdingsmiddelen.

    Gesaneerde locaties in het kader van de Wet bodembescherming (specifiek voor wat betreft de ontgravingskaart).

    Enkele niet-aaneengesloten gebieden van de bodemkwaliteitszones: o B1 en O1 Historische bebouwing en kassen. o B2 en O2 Bebouwing na 1945. o B3 en O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990.

    De waterbodems.

    Het grondwater.

    Alle zones zijn vastgesteld voor de stoffen barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood,

    molybdeen, nikkel, zink, minerale olie en de stofgroepen polychloorbifenylen (PCB) en

    polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).

    Op de ontgravingskaart (kaart bijlagen 3A en 3B) zijn de kwaliteitsgegevens weergegeven van de

    te ontgraven boven- en ondergrond op niet verdachte locaties voor bodemverontreiniging. Op de

    toepassingskaart voor de boven- en ondergrond (kaart bijlagen 4A en 4B) zijn de toepassingseisen

    weergegeven die gelden voor een gebied als een partij grond wordt toegepast. In tabel 4.2 is een

    totaaloverzicht gegeven van alle zones.

    Een bijzondere positie kennen de zogenaamde grootschalige toepassingen. In deze toepassingen

    mag grond tot en met de (ontgravings-) kwaliteitsklasse “Industrie” worden toegepast. Er hoeft

    niet te worden getoetst aan de kwaliteit en de functie van de ontvangende bodem. Wel moet de toe

    te passen grond voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de uitloging. Uit deze

    bodemkwaliteitskaart blijkt dat de zones “B1 Historische bebouwing en kassen” en “B3 Kassen

    1945-1970 en wonen na 1990”, waar de ontgravingskwaliteitsklasse “Industrie” is vastgesteld, de

    gemiddelde waarden van alle stoffen lager zijn dan de emissietoetswaarden. Omdat de gemiddelde

    ontgravingskwaliteit van de overige zones in de klassen “Wonen” of “Landbouw/natuur” vallen,

    wordt sowieso voldaan aan de emissietoetswaarden. Er is dan ook geen belemmering om grond

    vanuit deze zones toe te passen in een 'grootschalige bodemtoepassing'.

    In de nota bodembeheer11

    is nader ingegaan op het gebiedsspecifiek beleid in de gemeente

    Pijnacker-Nootdorp.

    11

    Nota bodembeheer gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer 11K140, CSO Adviesbureau voor Milieu- Onderzoek B.V., 2014.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp

    15 december 2014

    Definitief

    Pagina: 14 / 14

    Tabel 4.2 Totaaloverzicht bodemkwaliteitszones, ontgravingsklassen, toepassingseisen bij de voorkomende

    bodemfuncties conform het generieke kader van het Besluit bodemkwaliteit.

    Bodemkwaliteitszone Bodemfunctieklasse Ontgravingsklasse

    Toepassingseis

    (generiek beleid van

    het Besluit)

    Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)

    B1 Historische bebouwing en kassen

    Industrie

    Industrie

    Wonen Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur

    B2 Bebouwing na 1945

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig (Landbouw/natuur)

    B3 Kassen 1945-1970 en wonen na

    1990

    Wonen

    Industrie

    Wonen

    Overig (Landbouw/natuur)

    Landbouw/natuur

    B4 Buitengebied incl. recreatie en

    kassen na 1970

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur)

    Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)

    O1 Historische bebouwing en

    kassen

    Industrie

    Wonen

    Wonen Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur

    O2 Bebouwing na 1945

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig

    (Landbouw/natuur)

    O3 Kassen 1945-1970 en wonen na

    1990

    Wonen

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Overig

    (Landbouw/natuur)

    O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    Industrie

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

    Overig (Landbouw/natuur)

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1

    15 december 2014

    Definitief

    Bijlage 1: Begrippenlijst

    Bagger(specie)

    Baggerspecie is materiaal dat is vrijgekomen uit de bodem via het oppervlaktewater of de voor dat

    water bestemde ruimte en bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2

    millimeter en organisch stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van

    nature wordt aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met

    een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter.

    Bodemkwaliteitskaart

    De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten:

    1. Een kaart met uitgesloten locaties en deelgebieden. 2. De ontgravingskaart (deze kaart mag onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt als

    bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de te ontgraven grond, als deze grond

    elders nuttig wordt toegepast).

    3. De toepassingskaart (deze kaart geeft de maximale kwaliteitseisen weer waaraan de toe te passen grond moet voldoen).

    Bodemkwaliteitsklasse

    In het Besluit bodemkwaliteit worden bodemkwaliteitszones afhankelijk van de gemiddelde

    kwaliteit ingedeeld in één van de drie onderscheiden bodemkwaliteitsklassen:

    Klasse Landbouw/natuur.

    Klasse Wonen.

    Klasse Industrie.

    Bij de toetsmethodiek voor Landbouw/natuur wordt uitgegaan van een staffel voor het aantal

    toegestane overschrijdingen van de functiewaarden (zie onderstaand). Voor de

    bodemkwaliteitskaart van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is het basispakket van toepassing.

    Voor de klasse Wonen is een aanvullende toetsing van toepassing.

    Tabel B1: Staffel toegestane aantal overschrijdingen Aantal gemeten stoffen Aantal toegestane overschrijdingen

    Basispakket 2

    16 – 26 3

    27 – 36 4

    37 – 48 5

    Klasse Landbouw/natuur (Achtergrondwaarde – AW2000):

    Alle gehalten voldoen aan de Achtergrondwaarden (AW2000), met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.

    De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.

    De overschrijding is lager dan de norm voor klassegrens Wonen (exclusief nikkel, zie tabel B2 bij 'Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit').

    Klasse Wonen:

    Alle gehalten voldoen aan de klassegrens Wonen, met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.

    De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Wonen plus de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.

    De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Industrie bedragen. Klasse Industrie:

    Als de indeling niet leidt tot de indeling in klasse Wonen of Achtergrondwaarden (AW2000) wordt de bodemkwaliteit ingedeeld in de klasse Industrie.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1

    15 december 2014

    Definitief

    Bodemkwaliteitszone

    Een deel van een beheergebied waarvoor geldt dat er sprake is van een zelfde gebiedseigen

    bodemkwaliteit, waarbij zowel de verwachtingswaarde als de mate van variabiliteit van belang

    zijn. De spreiding van gehalten binnen een bodemkwaliteitszone is relatief laag. Een

    bodemkwaliteitszone is begrensd in het horizontale vlak èn het verticale vlak (diepte).

    Bijzondere omstandigheden

    Voor een binnen een bodemkwaliteitszone liggend gebied geldt dat er sprake is van bijzondere

    omstandigheden, als er voor dat gebied een afwijkende verwachtingswaarde geldt ten opzichte van

    de verwachtingswaarde van de betreffende bodemkwaliteitszone. Te denken valt aan voor

    bodemverontreiniging verdachte locaties, onderzochte locaties, locaties waar een sanering heeft

    plaatsgevonden of locaties met onvoorziene visuele waarnemingen (bodemvreemde materialen,

    kleur, geur). Ook beschermde gebieden zoals bijvoorbeeld voor de ecologie, archeologie,

    aardkundige waarden en cultuurhistorie vallen onder de bijzondere omstandigheden.

    Deelgebied

    Deel van een beheergebied waarvoor geldt dat dit op eenduidige wijze kan worden

    gekarakteriseerd door middel van de voor het beheergebied geldende onderscheidende

    gebiedskenmerken. In tegenstelling tot de bodemkwaliteitszone is er voor het deelgebied nog geen

    toetsing uitgevoerd of het daadwerkelijk een bodemkwaliteitszone is. Wanneer een deelgebied uit

    meerdere terreinen bestaat die niet aan elkaar grenzen, worden de individuele gebieden aangeduid

    als “niet-aaneengesloten deelgebieden”.

    Diffuse chemische bodemkwaliteit

    De diffuse chemische bodemkwaliteit in een bepaald gebied is de verdeling van gehalten van

    stoffen in dat gebied waarvoor de bodemkwaliteitskaart is vastgesteld. Deze verdeling kan worden

    gekwantificeerd door statistische parameters (gemiddelde, percentielwaarden).

    Grond

    Onder dit begrip vallen onder andere: zand, veen, klei en löss. Het Besluit bodemkwaliteit

    definieert grond als volgt: “Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale

    korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals

    deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende

    schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, niet zijnde baggerspecie.” Ook

    verontreinigde grond die is gereinigd en ontwaterde of gerijpte baggerspecie worden als grond

    beschouwd. Grond die in het kader van het Besluit bodemkwaliteit nuttig wordt toegepast mag

    maximaal 20 gewichtsprocent aan bodemvreemd materiaal bevatten. In gebiedsspecifiek beleid

    kunnen hieraan strengere eisen worden gesteld.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1

    15 december 2014

    Definitief

    Heterogeniteit

    Wanneer de diffuse bodemverontreiniging in een zone zeer heterogeen is verdeeld, is de

    betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte in de zone ook kleiner. Bij zones met een hoge

    heterogeniteit kan de gemeente besluiten dat de bodemkwaliteitskaart in bepaalde situaties niet

    gebruikt mag worden als bewijsmiddel. Het vastgestelde gemiddelde gehalte heeft naar mening

    van de gemeente een te lage betrouwbaarheid. Een zekere heterogeniteit op zich hoeft overigens

    geen probleem te zijn zolang er geen sprake is van een gebruiksrisico. De heterogeniteit van een

    stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule:

    De beoordeling van de heterogeniteitsindex is als volgt:

    Index < 0,2 : weinig heterogeniteit

    0,2 < Index < 0,5 : beperkte heterogeniteit

    0,5 < Index < 0,7 : er is sprake van heterogeniteit

    Index > 0,7 : sterke heterogeniteit

    Interventiewaarde

    Wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde uit de Wet bodembescherming

    wordt gesproken over een sterke verontreiniging of een sterk verhoogd gehalte. De

    interventiewaarden zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 1 juli

    2013 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 16675, d.d. 27 juni 2013).

    Niet gezoneerd gebied

    Deelgebieden kunnen worden gezoneerd wanneer er voldoende bodemgegevens beschikbaar zijn

    om te voldoen aan de eisen uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Wanneer er onvoldoende

    bodemgegevens beschikbaar zijn, kan de actuele diffuse chemische bodemkwaliteit van het gebied

    niet met een voldoende onderbouwing en betrouwbaarheid worden bepaald en wordt het

    deelgebied niet gezoneerd. Een deelgebied kan ook niet worden gezoneerd als niet wordt voldaan

    aan de eisen voor de spreiding van de bodemgegevens uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten.

    Een niet gezoneerd (deel)gebied kan ook ontstaan als de gemeente er bewust voor kiest een gebied

    niet op te nemen in de bodemkwaliteitskaart (zie ook: Uitgesloten gebied).

    Nota bodembeheer

    Een nota bodembeheer is een beleidsdocument waarin de onderbouwing voor gebiedsspecifiek

    beleid is opgenomen. In de nota bodembeheer komen de volgende aspecten aan de orde:

    één of meerdere kaarten met de begrenzing van het bodembeheergebied en de bodemfuncties;

    een (water)bodemkwaliteitskaart;

    een toelichting op de maatschappelijke opgave en het grondverzet en de verwachte ruimtelijke ontwikkelingen in de toekomst;

    de Lokale Maximale Waarden, inclusief motivatie en de resultaten van de risicotoolbox;

    (indien van toepassing) de maximale gewichtspercentage bodemvreemd materiaal inclusief onderbouwing en motivatie.

    Daarnaast kan in een nota bodembeheer aandacht worden besteed aan de regels en procedures

    rondom grondstromen, wet- en regelgeving bij grondstromen, duurzaam bodembeheer en/of de

    (diepere) ondergrond.

    heterogeniteit =(P95−P5)

    (Maximale waardeindustrie−Achtergrondwaarde)

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1

    15 december 2014

    Definitief

    Onderscheidende gebiedskenmerken

    Kenmerken in een gebied waarvan verwacht wordt dat deze een verband vertonen met de

    bodemkwaliteit. Bijvoorbeeld: bodemtype, geomorfologie, landgebruik, historie,

    gebiedsontwikkeling en huidig gebruik. Bij het actualiseren van een bodemkwaliteitskaart kan de

    vastgestelde bodemkwaliteit in de bestaande kaart ook als (aanvullend) onderscheidend

    gebiedskenmerk worden vastgesteld.

    Ontgravingskaart

    De ontgravingskaart geeft de kwaliteit aan van de eventueel te ontgraven grond. Deze kaart mag

    onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van

    de te ontgraven grond, als deze grond elders nuttig wordt toegepast. De ontgravingskwaliteit is

    gebaseerd op de gemiddelde gehalten van een zone en getoetst aan de toetsingswaarden uit het

    Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. De bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de

    ontgravingsklassen Landbouw/natuur (achtergrondwaarden -AW2000), Wonen, Industrie of Niet-

    toepasbaar. Bij de toetsmethodiek voor Landbouw/natuur wordt uitgegaan van een staffel (zie

    tabel B1 bij 'Bodemkwaliteitsklasse') voor het aantal toegestane overschrijdingen van de

    functiewaarden.

    Klasse Landbouw/natuur (Achtergrondwaarde – AW2000):

    Alle gehalten voldoen aan de Achtergrondwaarden (AW2000), met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.

    De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.

    De overschrijding lager is dan de norm voor klassegrens Wonen (exclusief nikkel, zie tabel B2 bij 'Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit').

    Klasse Wonen:

    De gehalten voldoen niet aan de klasse Landbouw/natuur en de norm voor klassegrens Wonen wordt niet overschreden.

    Klasse Industrie:

    De norm voor klassegrens Wonen wordt overschreden.

    De norm voor klasse grens Industrie wordt niet overschreden. Klasse Niet toepasbaar:

    De norm voor klassegrens Industrie wordt overschreden.

    Percentiel/percentielwaarde

    Waarde waar beneden een bepaald percentage van de analyseresultaten gelegen is. Bijvoorbeeld

    90-percentiel: 90% van de analyseresultaten ligt beneden deze waarde.

    Puntbron

    Duidelijk aanwijsbare bron voor bodemverontreiniging zoals bijvoorbeeld een ondergrondse tank

    voor de opslag van olie, een ontvettingsbad of een afleverzuil voor brandstof(fen).

    Standaarddeviatie

    Ook wel “standaardafwijking” genoemd. Het geeft de mate aan voor de spreiding van

    bodemgegevens in een dataset. De berekening hiervan is als volgt:

    Hierbij is n het aantal analyseresultaten, x een individueel analyseresultaat en het gemiddelde van de analyseresultaten.

    stdev=√(1/n⋅∑x=1

    n

    (x− x̄)2)

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1

    15 december 2014

    Definitief

    Toepassingskaart

    Deze kaart geeft de maximale kwaliteitseisen weer waaraan de toe te passen grond moet voldoen.

    Bij de toepassingskaart wordt gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteit en de (toekomstige)

    functie van de bodem. Op basis van deze dubbele toets, waarbij de strengste toets doorslaggevend

    is, wordt aan elke zone de toepassingseis vastgesteld.

    Bodemfunctieklasse Bodemkwaliteitsklasse Toepassingseis

    Overig (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur Landbouw/natuur

    Overig (Landbouw/natuur) Wonen Landbouw/natuur

    Overig (Landbouw/natuur) Industrie Landbouw/natuur

    Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur

    Wonen Wonen Wonen

    Wonen Industrie Wonen

    Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur

    Industrie Wonen Wonen

    Industrie Industrie Industrie

    Toetsing grondverzet

    Om te beoordelen of grondverzet is toegestaan wordt de kwaliteit van de aan te brengen grond

    vergeleken met de toepassingseis. De kwaliteit van de aan te brengen grond kan worden bepaald

    op basis van een bodemkwaliteitskaart, partijkeuring of een ander erkend bewijsmiddel. De

    toepassingseis op basis van de bodemkwaliteitskaart (gezoneerde gebieden) of bodemonderzoek

    van de ontvangende bodem (niet gezoneerde gebieden).

    Kwaliteit toe te passen grond Toepassingseis Toepassing toegestaan?

    Wonen Wonen Ja

    Industrie Wonen Nee

    Landbouw/natuur Wonen Ja

    Wonen Industrie Ja

    Industrie Industrie Ja

    Landbouw/natuur Industrie Ja

    Wonen Landbouw/natuur Nee

    Industrie Landbouw/natuur Nee

    Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1

    15 december 2014

    Definitief

    Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit

    Om een zone te karakteriseren moet een toetsing plaatsvinden aan de gestelde normen uit het

    Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Deze toetsingsnormen zijn in de onderstaande tabel

    weergegeven.

    Tabel B2: Toetsingsnormen (in mg/kg ds voor standaardbodem -lutum 25%, org.stof 10%-)

    Stof Maximale waarden

    Achtergrondwaarde

    (AW2000,

    Landbouw/natuur)

    Maximale waarden

    wonen

    Maximale waarden

    industrie

    Arseen 20 27 76

    Barium * 190 550 920

    Cadmium 0,60 1,2 4,3

    Chroom 55 62 180

    Koper 40 54 190

    Kwik 0,15 0,83 4,8

    Lood 50 210 530

    Molybdeen 1,5 88 150

    Nikkel * 35 39 100

    Zink 140 200 720

    Som PAK 1,5 6,8 40

    Som PCB 0,02 0,04 0,5

    Minerale olie 190 190 500 * De normstelling in Besluit bodemkwaliteit voor barium en nikkel zijn door het voormalige Ministerie van

    VROM sinds 1 april 2009 gewijzigd (Staatscourant, 7 april 2009). Voor nikkel vindt voor schone grond

    (klasse Landbouw/natuur) geen toetsing meer plaats aan de maximale waarde voor de bodemkwaliteitsklasse

    wonen. Voor barium is besloten alle toetsingsnormen tijdelijk in te trekken als aangetoond kan worden dat er

    geen sprake is van een verontreiniging veroorzaakt door activiteiten van de mens.

    Uitbijters

    Een uitbijter is een gehalte in het gegevensbestand die niet representatief is voor de diffuse

    chemische bodemkwaliteit in een deelgebied. De (potentiële) uitbijters worden met een visuele

    methode (scatterplots) inzichtelijk gemaakt. Het niet representatieve gehalte is het gevolg van

    duidelijk aantoonbare menselijke activiteiten: puntverontreinigingen, verdachte locaties, typfouten

    tijdens invoer.

    Uitgesloten locaties en gebieden

    Uitgesloten locaties en gebieden zijn terreinen die op beleidsmatige grond niet kunnen worden

    opgenomen in de bodemkwaliteitskaart of niet voldoen aan de minimumeisen voor het aantal en de

    spreiding van de bodemgegevens uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Voorbeelden zijn onder

    andere terreinen waar de gemeente niet het bevoegd gezag voor het Besluit bodemkwaliteit is

    zoals buitendijks gebied. Terreinen waar sprake is van een sanering of verontreiniging door een

    lokale activiteit worden eveneens uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart. Maar ook terreinen die

    in het beheer zijn van andere organisaties zoals Rijkswaterstaat (rijkswegen), de provincie

    (provinciale wegen) of de SBNS (spoorgebonden gronden) worden soms uitgesloten van de

    bodemkwaliteitskaart.

    Voor bodemverontreiniging niet verdachte locatie

    Een locatie waar geen puntbron aanwezig is (geweest), bijvoorbeeld een ondergrondse

    huisbrandolietank of een chemische wasserij, gebruik bestrijdingsmiddelen, ophooglaag, gedempte

    watergang, halfverharding, bodembedreigende activiteiten of een (bekend) geval van ernstige

    bodemverontreiniging.

    Variabiliteit

    Mate waarin de gehalten binnen een bodemkwaliteitszone varieert.

    Variatiecoëfficiënt

    Maat voor de spreiding in gehalten (standaarddeviatie gedeeld door het gemiddelde).

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2A

    15 december 2014

    Definitief

    Bijlage 2A: Indeling in voorlopige deelgebieden Voorlopige regionale deelgebieden op basis van huidige bodemkwaliteitszones

    Nr. Voorlopig deelgebied Huidige bodemkwaliteitszone Bodemfunctie Bodemkwaliteit /ontgravings-

    kwaliteit*

    huidige BKK

    Boven- en ondergrond (0,0-2,0 m-mv)

    1 Bedrijven 1945 - 1970 Bedrijven 1945 - 1970 Industrie Wonen/Industrie

    2 Bedrijven na 1970 Bedrijven na 1970 Industrie L/N – L/N**

    3 Kassen tussen 1945 en 1970 op

    veen of voor 1945 op baggerslib ***

    Kassen voor 1945 op baggerslib

    Kassen 1945 – 1970 op veen

    Overig

    (Landbouw/natuur)

    Wonen/Industrie

    4 Kassen 1945 - 1970 Kassen 1945 - 1970 Overig

    (Landbouw/natuur)

    Wonen/Wonen

    5 Wonen voor 1945 Wonen voor 1900

    Wonen 1900 – 1945

    Wonen

    Wonen/Industrie

    6 Wonen na 1990 op veen of vml kas voor 1945 ***

    Wonen na 1990 op veen

    Wonen na 1990 op vml. kas voor

    1945

    Wonen

    Wonen/Wonen

    7 Wonen na 1945 Wonen 1945 – 1970

    Wonen 1970 – 1990

    Wonen na 1990

    Wonen na 1990 op ophooglaag zand

    Wonen na 1990 op vml kas na 1945

    Woonzorgcomplex (Craeyeburch)

    Wonen

    L/N – L/N**

    8 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970

    Kassen na 1970

    Recreatie/(sport)park

    Buitengebied

    Overig (Landbouw/natuur)

    L/N – L/N**

    * In deze kolom is de kwaliteit van de bovengrond weergegeven. De ondergrond ‘lift mee’ met de bovengrond. ** Kwaliteitsklasse ‘Landbouw/natuur’ voor zowel de bodemkwaliteits- als de ontgravingsklasse.

    *** Voor deze twee voorlopige deelgebieden is veen o.b.v. functie en kwaliteit samengevoegd met een andere zone. De

    gemeente heeft aangegeven hier geen problemen mee te hebben. Veen wordt ook niet weergegeven op de bodemkaart (alleen zeekleigronden zijn weergegeven, zie kaartje hieronder)

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2A

    15 december 2014

    Definitief

    Bron: www.bodemdata.nl

    http://www.bodemdata.nl/

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B

    15 december 2014

    Definitief

    Bijlage 2B: Selectie dataset voor de bodemkwaliteitskaart

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B

    15 december 2014

    Definitief

    Deze bijlage bevat het voorstel voor de selectiecriteria voor analysegegevens uit het

    bodeminformatiesysteem van de gemeente Pijnacker-Nootdorp (BIS4all) voor de actualisatie van

    de bodemkwaliteitskaart.

    Voor het maken van de bodemkwaliteitskaart is het van belang om een representatieve dataset te

    maken, zodat de diffuse bodemkwaliteit binnen een bodemkwaliteitszones zo goed mogelijk kan

    worden bepaald. Omdat het bodeminformatiesysteem van de gemeente Pijnacker-Nootdorp zowel

    analysegegevens bevatten van onverdachte als verdachte locaties is in overleg met de gemeente

    Pijnacker-Nootdorp een aantal selecties vastgesteld om tot een voor de bodemkwaliteitskaart

    representatieve dataset te komen.

    In totaal zijn de volgende aantallen in het bodeminformatiesysteem beschikbaar:

    In BIS beschikbare gegevens AANTAL

    Locaties 1666

    Projecten (onderzoeken) 3413

    Analysemonsters 13640

    waarvan: analysemonsters grond met relevante stoffen 9498

    Stappen selectie

    Stap 1. Analysegegevens uit het bodeminformatiesysteem worden geselecteerd als de gegevens

    minimaal over de volgende informatie beschikt:

    De boring, het onderzoek of de locatie is ingetekend. Bij het toekennen van de X- en Y-coördinaten aan een analysemonster wordt eerst gekeken naar het

    boorpunt wanneer dit niet aanwezig is, wordt het middelpunt van het onderzoek

    toegevoegd. Als dat ook niet aanwezig is wordt het middelpunt van de locatie

    toegevoegd.

    De rapportdatum is ingevuld. Conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten worden alleen gegevens geselecteerd die niet ouder zijn dan 5 jaar. Alleen

    onderzoeken met een rapportdatum vanaf 1 juli 2008 worden geselecteerd.

    De diepte van het analysemonster is ingevuld en de gemiddelde diepte van het analysemonster ligt maximaal 2 meter beneden het maaiveld.

    Het analysemonster is geanalyseerd voor één of meerdere stoffen van het standaard NEN5740 stoffenpakket.

    Het analysemonster betreft een grondanalyse. Overige analysemonsters waaronder grondwater- en waterbodemmonster worden niet meegenomen in de

    dataset.

    Onderzoeken/locaties die niet aan bovenstaande criteria voldoen, maar wel als geschikt

    worden aangemerkt bij de selectie in stap 2, zijn voorgelegd aan de gemeente. Mogelijk

    kunnen de ontbrekende gegevens nog worden aangevuld zodat de betreffende

    analysegegevens toch meegenomen kunnen worden.

    Stap 2. In de hierna volgende vier tabellen is een overzicht gegeven van de voor de selectie

    gebruikte invoervelden en welke items per invoerveld wel/niet geschikt zijn voor de

    dataset van de bodemkwaliteitskaart. Het uiteindelijk wel of niet meenemen van een

    analysemonster is als volgt:

    Als één of meer invoervelden op 'niet geschikt' staat dan wordt het betreffende onderzoek

    en de onderliggende analysemonsters niet meegenomen in de dataset voor de

    bodemkwaliteitskaart.

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B

    15 december 2014

    Definitief

    Tabel 1 Selectie onderzoeken obv aanleiding

    AANLEIDING (PROJECT) AANTAL GESCHIKT

    LEEG 21 ONBEKEND: JA

    bestemmingswijziging, VINEX, locatieontwikkeling 1379 JA

    BOOT 29 NEE

    Bouwvergunning 517 JA

    Civieltechnisch 383 JA

    Calamiteit 20 NEE

    Landsdekkend 4 JA

    Nulsituatie 356 JA

    Omgevingsvergunning 704 JA

    Tabel 2 Selectie onderzoeken obv type onderzoek

    SOORT (PROJECT) AANTAL GESCHIKT

    ASB - asbest onderzoek NEN 5707 40 NEE

    avr (aanvullend rapport) 37 JA

    Bijzonder inventariserend onderzoek 27 JA

    BOOT 12 NEE

    brf (briefrapport) 21 JA

    fax 1 JA

    Historisch onderzoek 135 NEE

    Indicatief onderzoek 298 JA

    Meldingsformulier BUS evaluatieverslag 17 NEE

    Meldingsformulier BUS saneringsplan 6 NEE

    Monitoringsplan 1 NEE

    Monitoringsrapportage 40 NEE

    Nader onderzoek 491 JA

    Nul situatieonderzoek 302 JA

    Orienterend bodemonderzoek 74 JA

    Partijkeuring grond 131 ALLEEN IN-SITU

    Plan van aanpak (voor onderhoudsbagger) 32 NEE

    Sanerings evaluatie 300 NEE

    Sanerings onderzoek 18 NEE

    Saneringsplan 204 NEE

    Verkennend onderzoek NEN 5740 628 JA

    Verkennend onderzoek NVN 5740 470 JA

    Verkennend onderzoek voor waterbodems (NVN

    5720) 128 NEE

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B

    15 december 2014

    Definitief

    Tabel 3 Selectie locaties obv verontreinigingsstatus

    LOKATIECATEGORIE (LOKATIE) AANTAL GESCHIKT

    LEEG 778 ONBEKEND: JA

    Onverdacht/Niet verontreinigd 32 JA

    Pot. verontreinigd 158 JA

    Potentieel Ernstig 480 JA

    Potentieel Ernstig en Urgent 173 JA

    Ernstig, niet urgent 5 NEE

    Ernstig, urgentie niet bepaald 5 NEE

    Urgent, san binnen 4 jaar 1 NEE

    Urgent, start san voor 2015 1 NEE

    potentieel spoed 1 JA

    ernstig, spoed, risico's wegnemen en uiterlijk saneren

    voor 2015 1 NEE

    ernstig, geen risico's bepaald 2 NEE

    niet ernstig, licht tot matig verontreinigd 26 JA

    niet ernstig, plaatselijk sterk verontreinigd 3 JA

    Tabel 4 Selectie locaties obv vervolgactie

    LDBVERVOLG (LOCATIE) AANTAL GESCHIKT

    LEEG 423 ONBEKEND: JA

    uitvoeren OO 133 JA

    uitvoeren NO 15 JA

    uitvoeren aanvullend onderzoek 1 JA

    uitvoeren SO 1 NEE

    opstellen SP 28 NEE

    starten sanering 10 NEE

    monitoring 2 NEE

    registratie restverontreiniging 4 NEE

    Uitvoeren aanvullend OO 362 JA

    Uitvoeren aanvullend NO 22 JA

    Uitvoeren aanvullend SO 40 NEE

    Uitvoeren aanvullend SP 1 NEE

    Uitvoeren historisch onderzoek 13 NEE

    voldoende onderzocht 599 JA

    voldoende gesaneerd 12 NEE

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C

    15 december 2014

    Definitief

    Bijlage 2C: Extra toegevoegde gegevens/onderzoeken

    Door gemeente in BIS4ALL ingevoerde extra gegevens/onderzoeken, december 2013

    Projectnummer Projectnaam Projectomschrijving

    3426 002351.VO01 Klapwijkseweg (ondergronds trace Randstad 380 TenneT Zuidpold.) te Pijnacker

    3428 001357.PK01 Saaymans Vaderplein (en omgeving) te Delfgauw

    3429 001277.VO01 Zuideindseweg ongenummerd bij 124 te Delfgauw

    3430 000819.VO01 G.J.F. Tijdemanstraat 11-13 te Nootdorp

    3431 000180.VO01 Gildeweg/Oosteinde (kopkavel) te Nootdorp

    3432 002257.VO01 Industrieweg 17 te Nootdorp

    3434 002353.VO01 Kortelandsehof 3 te Nootdorp

    3440 002346.VO01 Hoogseweg (mastlocatie 33 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker

    3441 002347.VO01 Hoogseweg (mastlocatie 34 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker

    3442 002348.VO01 Hoogseweg (mastlocatie 35 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker

    3443 002349.VO01 Berkelseweg (mastlocatie 39 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker

    3444 002350.VO01 Berkelseweg (mastlocatie 40 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker

    3447 002359.NO02 Thorbeckelaan e.o. (Staatsliedenbuurt)

    3475 000392.IO01 Monnikkenweg/Hageveld (Klapwijk-Noord locatie 9 Kouwenhoven) te Pijnacker

    3476 002380.VO01 Reesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties)

    3478 002377.VO01 Keulseweg 48 (B 1087, 1088, 5868) te Pijnacker

    3480 002372.VO01 Keulseweg (achter Keulseweg 32 en 32A) te Pijnacker

    3489 000282.IO01 Klapwijksweg 27c, loc 15

    3492 002381.VO01 Keulseweg achter 8-22 (onverdachte ontgravingslocatie Groenzone)

    3493 002382.VO01 Reesloot/Katwijkerlaan (tussen Reesloot 2 en 13) te Pijnacker

    3495 002383.VO01 Zuideindseweg 29

    3507 000349.PK01 Dorpstraat 82-90 te Nootdorp

    3509 000862.PK01 Zuideindseweg (nabij 64) te Delfgauw

    3513 000749.VO01 Schimmelpenninck van der Oyeweg 63 te Delfgauw

    3514 001271.PK02 Prismastraat Waterdrukstraat te Nootdorp

    3522 000087.OA01 Laan van Floris V te Nootdorp

    3523 002317.AO01 Nieuwkoopseweg 26 te Pijnacker

    3525 000752.VO01 Vrederustlaan 8

    3527 001277.VO02 Zuideindseweg (naast 122)

    3534 002393.PK01 Hagelaan te Nootdorp

    3555 001279.VO01 Komkommerweg perceel G3101

    3556 000245.VO01 Komkommerweg perceel G1429

    3578 002401.VO01 Ambachtsweg 33

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C

    15 december 2014

    Definitief

    Door CSO extra toegevoegde gegevens/onderzoeken, februari 2014

    Door CSO extra toegevoegde gegevens/onderzoeken, maart 2014

    Onderzoek Bureau Rapportnummer Datum

    Verkennend milieukundig bodemonderzoek

    nabij de kleedkamers van D.S.V.P. aan de

    Sportlaan te Pijnacker VanderHelm DSPY110568 11-8-2011

    Verkennend bodemonderzoek toekomstig

    bedrijventerrein Emerald te Delfgauw MWH M11A0330 31-10-2011

    Verkennend milieukundig bodemonderzoek

    aan de Katwijkerlaan 113 te Pijnacker VanderHelm PYKA130091 6-3-2013

    Actualiserend en asbest bodemonderzoek aan

    de Onderweg 1 te Pijnacker VanderHelm PYO80763 5-10-2009

    Verkennend milieukundig bodemonderzoek

    en asbestonderzoek aan de Nieuwkoopseweg

    19 te Nootdorp VanderHelm DLNO110599 12-7-2011

    Verkennend en nader milieukundig (water- en

    asbest) bodemonderzoek aan de Keulseweg 54

    te Pijnacker VanderHelm PYKE121221 7-2-2013

    Verkennend milieukundig bodemonderzoek

    aan de Polderweg 18 te Pijnacker VanderHelm GRPY131300 16-12-2013

    Onderzoek Bureau Rapportnummer Datum

    Partijkeuring ontwikkelingsgebied 'Centrumplan'

    te Pijnacker VanderHelm ABP80185 26-6-2009

    Verkennend en aanvullend milieukundig bodem-

    en asbestonderzoek aan de Kerkweg tussen 25 en

    33 te Pijnacker VanderHelm PYKE101264 17-12-2010

    Verkennend en aanvullend milieukundig

    bodemonderzoek aan de Oostlaan te Pijnacker VanderHelm ABPY101160 10-1-2011

    Rapportage in-situ partijkeuring bovengrond ter

    plaatse van toekmostige inrit van de

    parkeergarage aan de Oostlaan te Pijnacker VanderHelm ABPY110105-1 15-2-2011

    Rapportage in-situ partijkeuring ondergrond ter

    plaatse van toekmostige inrit van de

    parkeergarage aan de Oostlaan te Pijnacker VanderHelm ABPY110105-2 15-2-2011

    Verkennend en aanvullend milieukundig

    bodemonderzoek aan de

    Emmastraat/Stationsstraat te Pijnacker VanderHelm RWP90111 1-7-2009

    Rapport verkennend bodemonderzoek Wethouder

    van der Vaartlaan te Pijnacker Koenders & Partners 100786 15-11-2010

    Rapport in-situ partijkeuring Wethouder van der

    Vaartlaan te Pijnacker Koenders & Partners 100786 26-11-2010

    Rapport in-situ partijkeuring Klapwijkseweg-

    Vlielandseweg te Pijnacker Koenders & Partners 100104 29-11-2010

    Rapportage in-situ partijkeuring grond ter plaatse

    van de Klapwijkseweg, tracé Lange Campen

    Duikersloot te Pijnacker VanderHelm PYKL121168 partij 1 23-11-2012

    Rapportage in-situ partijkeuring grond ter plaatse

    van de Klapwijkseweg, tracé Lange Campen

    Duikersloot te Pijnacker VanderHelm PYKL121168 partij 2 23-11-2012

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C

    15 december 2014

    Definitief

    Door CSO extra toegevoegde gegevens, april 2014

    Onderzoek Bureau Rapportnummer Datum*

    Rapport verkennend bodemonderzoek Toekomstig

    bedrijventerrein Boezem Oost Reesloot te Pijnacker Koenders & Partners 140097 10-4-2013

    * Datum op rapport i s 2013, maar moet 2014 zi jn

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C

    15 december 2014

    Definitief

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 3

    15 december 2014

    Definitief

    Bijlage 3: Specificatie uitbijters

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 3

    15 december 2014

    Definitief

  • Bijlage 3 ‐ Specificatie uitbijters

    Locatienaam Locatienummer Projectnummer Monsternummer Uitbijters (mg/kg) OorzaakAckerswoude fase 1 (tussen Klapwijkseweg en Monnikenweg) te Pijnacker 2316 3328 170946 Kwik (0,89) Niet representatief

    De Groene Wijdte te Pijnacker 1034 490 159883 PAK (26)Lokale spot, mogelijk gerelateerd aan demping

    Dorpsstraat 15‐19 te Nootdorp 1052 544 160196 Lood (770) Saneringslocatie

    Dorpsstraat 82‐88  (incl. deel Veenhage) te Nootdorp 349 2274Hele onderzoek door gemeente aangegeven als niet representatief

    Dwarskade 19 te Nootdorp 222 2621 163203 Koper (230), Lood (620) Puin en kolengruisEmmapark (ongenummerd, werkterrein randstadrail)  te 1203 2627 163145 Nikkel (440), Olie (1200) Sterk puinhoudend monsterEuropalaan (trace) te Pijnacker 172 2502 162983 PAK (66) WegtracéHazepad 1 te Delfgauw 1308 2814 166257 Kwik (0,81) Niet representatief

    Industrieweg 11 te Nootdorp 1057 560Brandstoftank / Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Katwijkerlaan 68A en B te Pijnacker 1251 2758 165954 o.a. Nikkel (300), Zink (790), Olie (530) Hele monster niet representatiefKatwijkerlaan 68A en B te Pijnacker 1251 2758 165962 o.a. Lood (850), Zink (1800), Olie (1700) Hele monster niet representatiefKLAPWIJK te 936 208 145734 Cadmium (1,2) Sloot met puinKLAPWIJK te 936 208 145738 Kwik (1,8), Zink (690) Sloot met puin

    Klapwijkseweg (wegberm) te Pijnacker 1099 703 161928 Olie (1200)Wegberm, verontreiniging in bermgrond / puntbron

    Klapwijkseweg 11 te Pijnacker 1316 2842 165513 Olie (340) Glastuinbouw / Saneringslocatie

    Klapwijkseweg 11 te Pijnacker 1316 2842Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Klapwijkseweg 113 (kas) te Pijnacker 251 1158Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Klapwijkseweg 13 te Pijnacker 672 1593 163760 Olie (310) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 13 te Pijnacker 672 1595 163797 Olie (310) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163782 Olie (2000) SaneringslocatieKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163783 Olie (560) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163785 Olie (420) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163786 Olie (3300) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163789 Olie (2100) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163791 Olie (270) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163794 Olie (890) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163795 Olie (310) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 17 te Pijnacker 704 1672 166612 Olie (400) Glastuinbouw/ olietank

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161376 Olie (1200)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161377 Lood (1500)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161378 Lood (490)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161382 Lood (590)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161391 Lood (1300)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161398 Lood (780)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161399 Lood (700)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161400 Lood (750)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161401 Lood (630)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161403 Lood (2400)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161404 Lood (560)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161409 Lood (730)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161410 Kwik (1,5), Lood (1600)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161411 Koper (180), Lood (700)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161415 Lood (1300)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161421

    Lood (890)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161422 Lood (1200)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen

    Klapwijkseweg 25 te Pijnacker 701 1650 163757 Koper (440) WBB‐locatieKlapwijkseweg 27 te Pijnacker 280 1708 163606 Olie (300) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 27 te Pijnacker 280 1709 163762 Olie (300) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 27c te Pijnacker 282 1728 166531 Lood (444) Glastuinbouw / WBB‐locatie

    Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162048 Lood (2300)Demping en puinlaag met lood verontreiniging

    Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162048 Kwik (0,76) Niet representatief

    Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162050 Lood (1500)Demping en puinlaag met lood verontreiniging

    Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162057 Lood (1700)Demping en puinlaag met lood verontreiniging

    Klapwijkseweg 71 te Pijnacker 1323 2880 165971 Olie (790)WBB locatie met olie/MTBE veronreiniging

    Klapwijkseweg 71 te Pijnacker 1323 2880 165972 Olie (320)WBB locatie met olie/MTBE veronreiniging

    Klapwijkseweg ong. te Pijnacker 855 23Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Project: 11K140Versie: Definitief

    Blz. 1/2

  • Bijlage 3 ‐ Specificatie uitbijters

    Locatienaam Locatienummer Projectnummer Monsternummer Uitbijters (mg/kg) Oorzaak

    Klapwijkseweg ong. te Pijnacker 855 25Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Kortelandseweg 18 achter te Nootdorp 1060 579 160457 PAK (640)Lokale PAK verontreiniging / niet representatief

    Kortelandseweg 18 achter te Nootdorp 1060 579 160460 PAK (35)Lokale PAK verontreiniging / niet representatief

    Kruisweg (Riooltrace Plan Kruisweg 1B) te Nootdorp 1064 584 160525 PAK (120), Olie (400) Riooltracé, niet representatiefKruisweg (Riooltrace Plan Kruisweg 1B) te Nootdorp 1064 584 160528 PAK (32), Olie (440) Riooltracé, niet representatief

    Nijverheidsweg 3‐7 en Emmastraat 163 te Pijnacker 1232 2718 163445 Olie (730)

    Olieverdachte UBI (hoewel de activiteit 'olieterminal' wel erg onwaarschijnlijk is hier)

    NS‐trace, geocode 110, km 9‐15.2 dl 405 te 1347 2923 165897 Koper (240), Nikkel (99), Zink (700) NS‐tracéNS‐trace, geocode 110, km 9‐15.2 dl 405 te 1347 2923 165906 Koper (180) NS‐tracéNS‐trace, geocode 110, km 9‐15.2 dl 425 te 1350 2926 165944 Zink (480) NS‐tracéOude Leedeweg 143 te Pijnacker 1221 2689 163215 Lood (980) PuinOudeweg 9 te Nootdorp 1070 605 160626 PAK (57) Niet representatiefOudeweg 9 te Nootdorp 1070 605 160629 PAK (51) Niet representatiefPrinsenhof te Pijnacker 1130 2986 166724 Kwik (‐1,1) Extreem hoge detectiegrensReesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties) 3476 172311 Kwik (2,1) Niet representatiefReesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties) 3476 172317 Nikkel (88) Niet representatiefReesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties) 3476 172318 PAK (62) Niet representatief

    Rijksstraatweg (Vollering/Emerald(ged.)) te Delfgauw 956 249Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    's‐Gravenweg 35‐37 te Nootdorp 570 2158 162599 Koper (150)Koper/Zink > I, heterogeen, gerelateerd aan pijnbijmenging. 

    's‐Gravenweg 35‐37 te Nootdorp 570 2158 162618 Lood (520), Zink (570)Koper/Zink > I, heterogeen, gerelateerd aan pijnbijmenging. 

    's‐Gravenweg ong. (Spooronderdoorgang) te Nootdorp 580 2193 160764 Koper (74)Koper > I in deklaag met matig grind, toegepast als cat1 of cat2 grond

    Veenweg 55‐57 achter (perceel A4123) te NOOTDORP 1072 607 160642 Olie (480)Ophooglaag met puin‐/sloopafval, perceelsoverschrijdend

    Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2854 163591 Olie (1100) Glastuinbouw / Saneringslocatie

    Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2854Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856 163770 Zink (790) SaneringslocatieVlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856 163771 Zink (630) SaneringslocatieVlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856 163773 Lood (570) Saneringslocatie

    Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2857Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2866Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd

    Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160805 Nikkel (350), Olie (6600)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen

    Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160807 Nikkel (320), PAK (240), Olie (1100)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen

    Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160808 Zink (580), Olie (1600)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen

    Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160809 Koper (160), Olie (680)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen

    Zuidweg ong. (Keijzershof fase 3) te Pijnacker 1208 2644 165852 PAK (60) Ophooglaag met puin‐/sloopafvalZuidweg ong. (Keijzershof fase 3) te Pijnacker 1208 2644 165860 Zink (690), PAK (58) Ophooglaag met puin‐/sloopafvalZuidweg ong. (Keijzershof fase 3) te Pijnacker 1208 2646 165882 Kwik (1,1) Ophooglaag

    BKK veldwerk c1‐b1‐1 PAK (172)Niet representatief, bijmengingen puin en glas

    BKK veldwerk c1‐b1‐4 PAK (47,58) Niet representatief, bijmenging puin

    Project: 11K140Versie: Definitief

    Blz. 2/2

  • Bodemkwaliteitskaart gemeente

    Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 4A

    15 december 2014