BLOK 7 Toets getallenkennis / 10 - VIJFDE LEERJAAR · 2020. 3. 27. · BLOK 7 Toets bewerkingen...

20
BLOK 7 Toets getallenkennis ...... / 10 1 Getallen tot 10 miljoen ...... / 5 a Getallendictee / 2 Luister en noteer het getal. Omkring het getal dat je hoort. 7 150 806 7 015 806 7 105 806 b De waarde van cijfers in getallen / 3 Vorm het getal. 4M + 3HD + 7D + 1T + 5E = Noteer de waarde van de vetgedrukte cijfers met het juiste symbool en ook als getal. 5 041 213 5 of 4 of 2 Lees aandachtig en los op. ...... / 5 Vul in: < of >. −23 −27 Orden de getallen van klein naar groot. −3 3 0 4 −6 < < < < Beantwoord de vragen. Ik neem de lift op de vierde verdieping naar de garage op −3. Hoeveel verdiepingen zal ik dalen met de lift? In Noorwegen is het −14 °C. In Zweden meten ze een temperatuur van −19 °C. Wat is het temperatuurverschil? De thermometer wijst om 16 uur 5 °C aan. ’s Nachts daalt de temperatuur met 7 graden. Hoeveel bedraagt de temperatuur ’s nachts? Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21 © Uitgeverij VAN IN 1 van 10

Transcript of BLOK 7 Toets getallenkennis / 10 - VIJFDE LEERJAAR · 2020. 3. 27. · BLOK 7 Toets bewerkingen...

  • BLOK 7 Toets getallenkennis ...... / 10

    1 Getallen tot 10 miljoen ...... / 5

    a Getallendictee / 2

    • Luister en noteer het getal.

    • Omkring het getal dat je hoort.

    7 150 806 7 015 806 7 105 806

    b De waarde van cijfers in getallen / 3

    • Vorm het getal.

    4M + 3HD + 7D + 1T + 5E =

    • Noteer de waarde van de vetgedrukte cijfers met het juiste symbool en ook als getal.

    5 041 213

    5 of 4 of

    2 Lees aandachtig en los op. ...... / 5

    • Vul in: < of >.

    −23 −27

    • Orden de getallen van klein naar groot.

    −3 3 0 4 −6

    < < < <

    • Beantwoord de vragen.

    – Ik neem de lift op de vierde verdieping naar de garage op −3.

    Hoeveel verdiepingen zal ik dalen met de lift?

    – In Noorwegen is het −14 °C. In Zweden meten ze een temperatuur van −19 °C.

    Wat is het temperatuurverschil?

    – De thermometer wijst om 16 uur 5 °C aan. ’s Nachts daalt de temperatuur met 7 graden.

    Hoeveel bedraagt de temperatuur ’s nachts?

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 1 van 10

  • BLOK 7 Toets bewerkingen ...... / 15

    3 Bereken het gemiddelde. ...... / 3

    Vervoer naar school

    met de auto met de fiets met de bus te voet

    leerjaar 1 7 0 0 11

    leerjaar 2 6 4 1 7

    leerjaar 3 4 6 2 6

    leerjaar 4 3 7 3 6

    leerjaar 5 3 9 3 3

    leerjaar 6 1 10 2 4

    Bereken het gemiddelde aantal leerlingen per leerjaar dat:

    • met de fiets naar school komt:

    Bewerking:

    Antwoord: Per leerjaar komen gemiddeld leerlingen met de fiets naar school.

    • met de auto naar school komt:

    Bewerking:

    Antwoord: Per leerjaar komen gemiddeld leerlingen met de auto naar school.

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 2 van 10

  • Bezoekers in het dierenpark

    AANTAL BEZOEKERS

    maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag

    Hoeveel bezoekers waren er deze week per dag gemiddeld in het dierenpark?

    Bewerking:

    Antwoord: Per dag waren er deze week gemiddeld bezoekers in het dierenpark.

    4 Deze toetsvraag ging over een onderwerp waarover jullie niet geleerd hebben in de les. Ze valt dus weg.

    5 Kleur het correcte product zonder te rekenen. ...... / 3

    29,7 × 2,9 = 86,13 8,613 861,3

    8,1 × 0,49 = 38,88 3,888 0,3888

    3 × 6,009 = 1 802,7 18,027 180,27

    6 Los handig op. Je mag tussenstappen noteren. ...... / 4

    0,1 × 2,3 =

    0,7 × 0,08 =

    4,36 × 0,5 =

    0,7 × 0,9 =

    550

    550

    650

    500

    450

    450

    350

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 3 van 10

  • 7 Schatten en cijferend vermenigvuldigen ...... / 5

    a Schat het product en controleer of de komma juist staat. / 3

    7,8 × 1,8 =

    7, 8

    ×1, 8

    6 2 4

    +7 8 0

    1 4, 0 4

    De komma staat juist fout.

    30,6 × 0,26 =

    3 0, 6

    ×0, 2 6

    1 8 3 6

    +6 1 2 0

    7 9, 5 6

    De komma staat juist fout.

    5,3 × 1,6 =

    5, 3

    ×1, 6

    3 1 8

    +5 3 0

    8 4, 8

    De komma staat juist fout.

    b Reken de vermenigvuldigingen uit door te cijferen. Vergeet niet te schatten. / 2

    6,5 × 2,4 =

    3,4 × 96,6 =

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 4 van 10

  • BLOK 7 Toets meten en metend rekenen ...... / 15

    8 Temperatuur ...... / 5

    Ochtendtemperatuur in de eerste week van februari

    maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    a Lees de temperatuur af. / 2

    • Wat is de temperatuur op dinsdagochtend?

    • Wat is de temperatuur op woensdagochtend?

    b Bereken de temperatuurverschillen. / 2

    • Wat is het temperatuurverschil tussen maandagochtend en dinsdagochtend?

    • Wat is het temperatuurverschil tussen maandagochtend en vrijdagochtend?

    c Bereken de gemiddelde ochtendtemperatuur van maandag tot vrijdag. / 1

    Bewerking:

    Antwoord:

    °C

    maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

    16141210

    86420

    ochtend middag avond

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 5 van 10

  • 9 Oppervlakte: vul de maatgetallen in. ...... / 5

    Je mag de tabel gebruiken.

    23 dm² = cm²

    0,5 km² = m²

    88 cm² = dm²

    2 500 cm² = m²

    12 dm² 5 cm² = cm²

    km² 10 000 m² 100 m² m² dm² cm²

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 6 van 10

  • 10 Bereken de nieuwe prijs. ...... / 5

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    € 12025 % korti

    ng

    € 35

    20 % korting

    € 2,30

    bij aankoop van 3

    broden

    10 % korting opruiming: nu 40 % korting!

    € 250

    nieuw € 120, mag weg voor 3/4 van de prijs!

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 7 van 10

  • BLOK 7 Toets meetkunde ...... / 10

    11 Vul in. ...... / 3

    • Welke figuren zijn geen veelhoeken? Nummers

    • De beste naam voor figuur 6 is een .

    • Figuur is een vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig en even lang zijn,

    maar de hoeken niet allemaal even groot zijn.

    1

    4

    7

    2

    5

    8

    3

    6

    9

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 8 van 10

  • 12 Lees de eigenschappen en teken de diagonalen in de juiste vierhoek. ...... / 2

    Van deze vierhoek zijn de diagonalen niet even lang. Ze snijden elkaar middendoor en staan loodrecht op elkaar.

    De diagonalen van deze vierhoek zijn even lang, ze snijden elkaar middendoor, maar staan niet loodrecht op elkaar.

    13 De cirkel ...... / 5

    a Benoem de delen van de cirkel. / 3

    b Teken de cirkels. / 2

    Teken een cirkel met middelpunt O.De straal meet 2,5 cm.

    Teken een cirkel met middelpunt E en een diameter van 4 cm.

    A

    BC

    D

    Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 9 van 10

  • Oefenen maar 5C Datum: _______________ Nr. 21

    © Uitgeverij VAN IN 10 van 10

  • BLOK 7 Toets getallenkennis ...... / 10

    1 Getallen tot 10 miljoen ...... / 5

    a Getallendictee / 2

    • Luister en noteer het getal.

    • Omkring het getal dat je hoort.

    7 150 806 7 015 806 7 105 806

    b De waarde van cijfers in getallen / 3

    • Vorm het getal.

    4M + 3HD + 7D + 1T + 5E =

    • Noteer de waarde van de vetgedrukte cijfers met het juiste symbool en ook als getal.

    5 041 213

    5 of 4 of

    2 Lees aandachtig en los op. ...... / 5

    • Vul in: < of >.

    −23 −27

    • Orden de getallen van klein naar groot.

    −3 3 0 4 −6

    < < < <

    • Beantwoord de vragen.

    – Ik neem de lift op de vierde verdieping naar de garage op −3.

    Hoeveel verdiepingen zal ik dalen met de lift?

    – In Noorwegen is het −14 °C. In Zweden meten ze een temperatuur van −19 °C.

    Wat is het temperatuurverschil?

    – De thermometer wijst om 16 uur 5 °C aan. ’s Nachts daalt de temperatuur met 7 graden.

    Hoeveel bedraagt de temperatuur ’s nachts?

    3 570 914

    4 307 015

    M 5 000 000 TD 40 000

    >

    −6 −3 0 3 4

    −2 °C

    5 °C

    7 verdiepingen

    © Uitgeverij VAN IN 1 van 10

  • BLOK 7 Toets bewerkingen ...... / 15

    3 Bereken het gemiddelde. ...... / 3

    Vervoer naar school

    met de auto met de fiets met de bus te voet

    leerjaar 1 7 0 0 11

    leerjaar 2 6 4 1 7

    leerjaar 3 4 6 2 6

    leerjaar 4 3 7 3 6

    leerjaar 5 3 9 3 3

    leerjaar 6 1 10 2 4

    Bereken het gemiddelde aantal leerlingen per leerjaar dat:

    • met de fiets naar school komt:

    Bewerking:

    Antwoord: Per leerjaar komen gemiddeld leerlingen met de fiets naar school.

    • met de auto naar school komt:

    Bewerking:

    Antwoord: Per leerjaar komen gemiddeld leerlingen met de auto naar school.

    6

    4

    36 : 6 = 6

    24 : 6 = 4

    0 + 4 + 6 + 7 + 9 + 10 = 36

    7 + 6 + 4 + 3 + 3 + 1 = 24

    © Uitgeverij VAN IN 2 van 10

  • Bezoekers in het dierenpark

    AANTAL BEZOEKERS

    maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag

    Hoeveel bezoekers waren er deze week per dag gemiddeld in het dierenpark?

    Bewerking:

    Antwoord: Per dag waren er deze week gemiddeld bezoekers in het dierenpark.

    4 Deze toetsvraag ging over een onderwerp waarover jullie niet geleerd hebben in de les. Ze valt dus weg.

    5 Kleur het correcte product zonder te rekenen. ...... / 3

    29,7 × 2,9 = 86,13 8,613 861,3

    8,1 × 0,49 = 38,88 3,888 0,3888

    3 × 6,009 = 1 802,7 18,027 180,27

    6 Los handig op. Je mag tussenstappen noteren. ...... / 4

    0,1 × 2,3 =

    0,7 × 0,08 =

    4,36 × 0,5 =

    0,7 × 0,9 =

    550

    550

    650

    500

    450

    450

    350

    500

    4,36 : 2 = 2,18

    0,63

    0,056

    0,23

    3 500 : 7 = 500

    (550 + 350 + 450 + 450 + 550 + 650 + 500) = 3 500

    86,13

    3,888

    18,027

    © Uitgeverij VAN IN 3 van 10

  • 7 Schatten en cijferend vermenigvuldigen ...... / 5

    a Schat het product en controleer of de komma juist staat. / 3

    7,8 × 1,8 =

    7, 8

    ×1, 8

    6 2 4

    +7 8 0

    1 4, 0 4

    De komma staat juist fout.

    30,6 × 0,26 =

    3 0, 6

    ×0, 2 6

    1 8 3 6

    +6 1 2 0

    7 9, 5 6

    De komma staat juist fout.

    5,3 × 1,6 =

    5, 3

    ×1, 6

    3 1 8

    +5 3 0

    8 4, 8

    De komma staat juist fout.

    b Reken de vermenigvuldigingen uit door te cijferen. Vergeet niet te schatten. / 2

    6,5 × 2,4 =

    3,4 × 96,6 =

    ≈ 3 × 100 = 3007 × 2 = 14

    5 × 2 = 10

    30 × 0,3 = 98 × 2 = 16

    6, 5

    × 2, 42 6 0

    + 1 3 0 01 5, 6 0

    9 6, 6

    × 3, 43 8 6 4

    + 2 8 9 8 03 2 8, 4 4

    2 21 1 1

    2

    © Uitgeverij VAN IN 4 van 10

  • BLOK 7 Toets meten en metend rekenen ...... / 15

    8 Temperatuur ...... / 5

    Ochtendtemperatuur in de eerste week van februari

    maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    °C20

    15

    10

    5

    0

    –5

    –10

    a Lees de temperatuur af. / 2

    • Wat is de temperatuur op dinsdagochtend?

    • Wat is de temperatuur op woensdagochtend?

    b Bereken de temperatuurverschillen. / 2

    • Wat is het temperatuurverschil tussen maandagochtend en dinsdagochtend?

    • Wat is het temperatuurverschil tussen maandagochtend en vrijdagochtend?

    c Bereken de gemiddelde ochtendtemperatuur van maandag tot vrijdag. / 1

    Bewerking:

    Antwoord:

    °C

    maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

    16141210

    86420

    ochtend middag avond

    −5 °C −3 °C 0 °C 2 °C 6 °C

    −3 °C

    0 °C

    De gemiddelde ochtendtemperatuur bedraagt 8 ˚C.

    40 : 5 = 8

    6 + 9 + 11 + 8 + 6 = 40

    5 + 6 = 11 Het verschil is 11 °C.

    5 − 3 = 2 Het verschil is 2 °C.

    © Uitgeverij VAN IN 5 van 10

  • 9 Oppervlakte: vul de maatgetallen in. ...... / 5

    Je mag de tabel gebruiken.

    23 dm² = cm²

    0,5 km² = m²

    88 cm² = dm²

    2 500 cm² = m²

    12 dm² 5 cm² = cm²

    km² 10 000 m² 100 m² m² dm² cm²

    2 300 0,25

    500 000 1 205

    0,88

    2 3 0 0

    0 5 0 0 0 0 0

    0 8 8

    0 2 5 0 0

    1 2 0 5

    © Uitgeverij VAN IN 6 van 10

  • 10 Bereken de nieuwe prijs. ...... / 5

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    Korting:

    Nieuwe prijs:

    € 12025 % korti

    ng

    € 35

    20 % korting

    € 2,30

    bij aankoop van 3

    broden

    10 % korting opruiming: nu 40 % korting!

    € 250

    nieuw € 120, mag weg voor 3/4 van de prijs!

    € 90

    = (€ 120 : 4) × 3 = € 90

    34

    van € 120

    € 250 − € 100 = € 150

    40 % van € 250

    € 6,90 − € 0,69 = € 6,21

    3 × € 2,30 = € 6,90

    € 35 − € 7 = € 28

    20 % van € 35

    € 120 − € 30 = € 90

    25 % van € 12014

    = van € 120 = € 30 210

    van € 35 = € 7

    10 % van € 6,90 = 110

    van € 6,90 = € 0,69 = 25

    van € 250 = € 100

    © Uitgeverij VAN IN 7 van 10

  • BLOK 7 Toets meetkunde ...... / 10

    11 Vul in. ...... / 3

    • Welke figuren zijn geen veelhoeken? Nummers

    • De beste naam voor figuur 6 is een .

    • Figuur is een vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig en even lang zijn,

    maar de hoeken niet allemaal even groot zijn.

    1

    4

    7

    2

    5

    8

    3

    6

    9

    3

    (regelmatige) zeshoek

    1, 2, 4, 8

    © Uitgeverij VAN IN 8 van 10

  • 12 Lees de eigenschappen en teken de diagonalen in de juiste vierhoek. ...... / 2

    Van deze vierhoek zijn de diagonalen niet even lang. Ze snijden elkaar middendoor en staan loodrecht op elkaar.

    De diagonalen van deze vierhoek zijn even lang, ze snijden elkaar middendoor, maar staan niet loodrecht op elkaar.

    13 De cirkel ...... / 5

    a Benoem de delen van de cirkel. / 3

    b Teken de cirkels. / 2

    Teken een cirkel met middelpunt O.De straal meet 2,5 cm.

    Teken een cirkel met middelpunt E en een diameter van 4 cm.

    A

    BC

    D

    straal

    diameter

    middelpunt

    O E

    © Uitgeverij VAN IN 9 van 10

  • © Uitgeverij VAN IN 10 van 10