BLOK 6 1 2 EXTRA… · 2020-01-14 · BLOK 6 EXTRA 1 2 GA VERDER HULP 17 1 × 2 × 10 × 5 × 34...
Transcript of BLOK 6 1 2 EXTRA… · 2020-01-14 · BLOK 6 EXTRA 1 2 GA VERDER HULP 17 1 × 2 × 10 × 5 × 34...
BLOK 6
EXTRA1 2
GA VERDER
HULP
17
1 × 10 ×2 × 5 ×
34 170 85
3 6 0 : 1 7 = 2 1 rest 3
3 4 0 2 0 ×
2 0 1 7 1 ×
3 2 1
−
−
Ik kijk welke ik nodig hebuit de tafel van 17.
1 Welke som hoort erbij? Reken uit in je schrift.Reken kolomsgewijs in maximaal 2 stappen.
De entree voor de dierentuin is € 14,-.
De juffrouw heeft € 490,-.
Hoeveel kaartjes kan zij kopen?
15 kinderen verdelen 250 dierenplaatjes.
Hoeveel dierenplaatjes krijgt elk kind?
Zijn er nog plaatjes over?
som:
antwoord:
som:
antwoord:
2 Reken uit in je schrift.Maak eerst zelf een tabel voor de tafel van 13.
330 : 13 =
507 : 13 =
542 : 13 =
710 : 13 =
871 : 13 =
3 Reken uit in je schrift.Reken kolomsgewijs met maximaal 2 stappen. Gebruik de tabel.
16
1 × 2 × 10 ×
768 : 16 = 773 : 16 = 410 : 16 =
870 : 16 = 460 : 16 = 1312 : 16 =
DOEL 1• Je oefent kolomsgewijs delen bij sommen als 357 : 17 en 360 : 17 (met rest),
in maximaal 2 stappen.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2
BLOK 6
EXTRA1 2
KLAAR!
4 Wat is de deelsom?Schrijf de som op en zet het antwoord erboven.
3 4 0 2 0
6 8 6 8 4
0 2 4
−
− 9 5 0 5 0
1 1 4 1 1 4 6
0 5 6
−
−
3 9 0 3 0
1 0 4 1 0 4 8
0 3 8
−
−
5 Welke som hoort erbij? Reken uit in je schrift.Reken kolomsgewijs in maximaal 2 stappen.
Groep 6, 7 en 8 gaan een museum bezoeken. Het museum kost € 17,- per kind en elke juf mag gratis mee naar binnen. Ze moeten in totaal € 1445,- betalen.
De kinderen gaan met auto’s. Er kunnen 4 kinderen in een auto.
Hoeveel auto’s zijn er nodig?
sommen:
antwoord:
De juffen willen alle kinderen op een ijsje trakteren van € 3,-.
Wat kosten het museum en de ijsjes bij elkaar?
sommen:
antwoord:
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
HULP
23
1 × 10 ×2 × 5 × 6 ×
46 230 115 138
Ik kijk welke ik nodig hebuit de tafel van 23.
3 7 3 2 : 2 3 = 1 6 2
2 3 0 0 1 0 0 ×
1 4 3 2 1 3 8 0 6 0 ×
5 2 4 6 2 ×
6 1 6 2
rest 6
−
−
−
3 7 2 6 : 2 3 = 1 6 2
2 3 0 0 1 0 0 ×
1 4 2 6 1 3 8 0 6 0 ×
4 6 4 6 2 ×
0 1 6 2
−
−
−
1 Welke som hoort erbij? Reken uit in je schrift.Reken kolomsgewijs in 3 stappen. Maak eerst een tabel.
Het tuincentrum heeft 5160 rozen.
Ze staan in bakken van 24.
Hoeveel bakken rozen staan er in het
tuincentrum?
Bram heeft € 2520,- verdiend met een
vakantiebaantje.
Hij heeft 21 dagen gewerkt.
Hoeveel heeft Bart per dag verdiend?
som:
antwoord:
som:
antwoord:
De entree voor het pretpark kost € 32,-.
De school moet € 6080,- betalen.
Hoeveel kinderen zijn mee naar het
pretpark?
De Olympische vlam moet over 3912 km
vervoerd worden.
Die route wordt verdeeld in 24 even lange
etappes.
Hoe lang is elke etappe?
som:
antwoord:
som:
antwoord:
DOEL 2• Je oefent kolomsgewijs delen bij sommen als 3726 : 23 en 3732 : 23 (met rest),
in maximaal 3 stappen.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
2 Reken uit in je schrift.Maak eerst zelf een tabel voor de tafel van 38.
8135 : 38 =
5700 : 38 =
11.600 : 38 =
17.480 : 38 =
9614 : 38 =
Laat zien hoe je rekent bij de eerste som.
3 Reken uit in je schrift.Reken kolomsgewijs met maximaal 3 stappen. Gebruik de tabel.
29
1 × 2 × 10 × 5 ×
6206 : 29 = 7195 : 29 = 12.430 : 29 =
34
1 × 2 × 10 × 5 ×
5550 : 34 = 10.715 : 34 = 7684 : 34 =
4 Welke som hoort erbij? Reken uit in je schrift.Reken kolomsgewijs in maximaal 3 stappen.
Voor het concert zijn kaartjes verkocht voor
in totaal € 6216,-.
Een kaartje kost € 37,-.
Hoeveel kaartjes zijn er verkocht?
Automobilisten tanken per keer gemiddeld
43 liter. Een tankwagen brengt 24.080 liter
benzine naar de benzinepomp.
Voor hoeveel tankbeurten is dat genoeg?
som:
antwoord:
som:
antwoord:
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
KLAAR!
5 Wat is de deelsom?Schrijf de som en het antwoord erboven.
9 6 0 0 3 0 0 ×
×
8 3 2
6 4 0 2 0
×
1 9 2
−
−
−1 9 2 6
0 3 2 6
4 5 0 0 1 0 0 ×
×
3 8 2 5
3 6 0 0 8 0
×
2 5
−
−
−2
2
2 5 5
0 1 8 5
0 2 0 0 2 0 0 ×
×
7 2 3
5
1
3
3 7 0 7 0
×
1 5 3
−
−
−1 5 3 3
0 2 7 3
.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
HULP
kmkilometer
hmhectometer
damdecameter
mmeter
dmdecimeter
cmcentimeter
mmmillimeter
1000 m1 km = 10 hm =
100 m1 hm =
1 m
10 dm = 100 cm =
1 cm =
1000 mm
10 mm
1 dm = 100 cm = 100 mm
1 m
150 cm
2 m
50 cm
50 cm
50 cm
De omtrek van een figuur reken je uit door de lengtes van alle zijden op te tellen.Reken eerst alle lengtes om naar dezelfde maat. 2 m + 50 cm + 50 cm + 50 cm + 150 cm + 1 m =200 cm + 50 cm + 50 cm + 50 cm + 150 cm + 100 cm = 600 cm = 6 m
1 Reken om naar de andere maat.
300 mm = cm
60 mm = cm
1 cm = mm
4 km = hm
2 hm = m
7 hm = m
900 m = hm
80 dm = cm
50 dm = m
90 dm = m
6 m = dm
7 km = hm
4 dm = cm
80 dm = cm
10 hm = km
3 hm = m
DOEL 2• Je oefent de maten kilometer, hectometer, meter, decimeter, centimeter en millimeter
omrekenen.• Je oefent maten in meter opschrijven met 1 of 2 cijfers achter de komma.• Je oefent de omtrek van een fi guur berekenen.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
2 Hoeveel is het?
4,97 m =
m
dm
cm
3,58 m =
m
dm
cm
50,05 m =
m
dm
cm
23,60 m =
m
dm
cm
226,26 m =
m
dm
cm
m =
7 m9 dm4 cm
m =
5 m6 dm4 cm
m =
45 m0 dm1 cm
m =
40 m0 dm4 cm
m =
7 m0 dm0 cm
3 Teken de lijnen met een liniaal.De laatste lijn teken je zelf. Schrijf de lengte erbij.
een lijn van 5 cm een lijn van 40 mm
een lijn van 1 dm
een lijn van 75 mm
een lijn van cm
4 Reken de omtrek uit. Vul in.
300 cm
450 cm
150 cm
300 cm
200 cm
100 cm
De omtrek is:
cm + cm +
cm + cm +
cm + cm =
cm = m.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
KLAAR!
5 Reken de omtrek uit. Vul in.Vul eerst in het figuur bij 2 zijden de goede lengte in.Reken alle lengtes om naar centimeters.
De omtrek is:
cm + cm +
cm + cm +
cm + cm =
cm = m.
6 Reken de omtrek uit. Vul in.Reken eerst alle lengtes om naar centimeters.
5 m
5 m
7,10 meter
De omtrek is:
cm + cm +
cm = cm = m.
250 m
2 m
2 m
2 m
m
cm
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
HULP
1 op de 4 kinderen gaat deze zomer niet op vakantie.Dit is 1
4 deel.
som: 14 × 500 = 125
basisschool De Wegwijzermet 500 kinderen
1 op de 4
3 op de 4
niet op vakantie
wel op vakantie
3 op de 4 kinderen gaan wel op vakantie.Dit is 3
4 deel.
som: 34 × 500 = 375
totaal aantalkinderen
aantalkinderen nietop vakantie 1001 25 175
4004 100 500
×100 :4 ×5
×100 :4 ×5
Dat zijn 125 kinderen.
totaal aantalkinderen
aantalkinderen nietop vakantie 3003 75 375
4004 100 500
×100 :4 ×5
×100 :4 ×5
300 + 75
400 + 100
Dat zijn 375 kinderen.
DOEL #• ## tekst ##
1 Hoeveel kinderen zijn dat? Je mag een verhoudingstabel gebruiken.
de leukste sport van 180 kinderen
voetbal
4 op de 103 op de 10
1 opde 20
1 op de 4
hockey
badminton
anders
Hoeveel kinderen vinden hockey het leukst? Hoeveel kinderen vinden een andere sport
het leukst?
antwoord: antwoord:
DOEL 3• Je oefent rekenen met verhoudingen met een verhoudingstabel, met cirkeldiagrammen en met
breuken.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
2 Hoeveel gezinnen zijn dat? Je mag een verhoudingstabel gebruiken. 3 op de 5 gezinnen gaan in de vakantie naar Duitsland.
Van 450 gezinnen gaan er naar Duitsland.
Van 1350 gezinnen gaan er naar Duitsland.
Van 1800 gezinnen gaan er naar Duitsland.
3 Hoeveel gasten zijn dat? Je mag een verhoudingstabel gebruikenEr verblijven 280 gasten op de camping.
3 van de 7 gasten komen uit Nederland. 1 op de 4 gasten blijft langer dan 2 weken.
antwoord: antwoord:
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
KLAAR!
4 Hoeveel kinderen zijn dat? Je mag een verhoudingstabel gebruiken.Laat zien hoe je rekent.
leukste sport van 480 kinderen
1 op de 5
1 op de 4
3 op de 20
2 op de 5
hockey
voetbal
dansen
overig
Hoeveel kinderen vinden hockey het leukst?
antwoord:
5 Welk team wint de beker? Reken uit met een verhoudingstabel. Team Blauw wint 18 van de 30 wedstrijden.Team Geel wint 12 van de 24 wedstrijden.
Team wint de beker.
Hoeveel kinderen vinden dansen het leukst?
antwoord:
Hoeveel kinderen vinden voetbal het leukst?
antwoord:
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3
BLOK 6
EXTRA
GA VERDER
1 2 3
HULP
De oppervlakte van een rechthoek kun je uitrekenen met de formule:lengte × breedte
Een hectare is 10.000 m².Een are is 100 m².
7 m
15 m
De oppervlakte van dit terras is 105 m².(15 m × 7 m = 105 m²)
Een rechthoekige kamer is11 m lang en 4 m breed.De oppervlakte is 44 m².(11 m × 4 m = 44 m²)
1 are
100 m = 1 hm
100 m = 1 hm10.000 m2
1 hm2
1 hectare (1 ha)
De oppervlakte van dit grasveld is 10.000 m².(100 m × 100 m = 10.000 m²)
HULP
1 m2
De oppervlakte van de blauwe driehoek is 4 m².
De oppervlakte van de rechthoek is 8 tegels.Dat is 8 m². (8 × 1 m² = 8 m²)
De oppervlakte van de driehoek is de helft van de rechthoek.De oppervlakte van de driehoek is 4 tegels. Dat is 4 m² (4 × 1 m² = 4 m²).
0,5 ha
De oppervlakte van de oranje driehoek is 4 ha.
De oppervlakte van de rechthoek is 16 tegels.Dat is 8 ha. (16 × 0,5 ha = 8 ha)
De oppervlakte van de driehoek is de helft van de rechthoek.De oppervlakte van de driehoek is 8 tegels. Dat is 4 ha (8 × 0,5 ha = 4 ha).
mm²vierkantemilimeter
km²vierkantekilometer
1 km² = 100 hm² =100 ha
hm²vierkante
hectometer= 1 hectare
1 hm² = 100 dam² =100 are
dam²vierkante
decameter=1 are
1 dam² = 100 m²
m²vierkante
meter
1 m² = 100 dm²
dm²vierkantedecimeter
1 dm² = 100 cm²
cm²vierkante
centimeter
1 cm² = 100 mm²
DOEL 4• Je oefent de oppervlakte berekenen van rechthoeken en andere fi guren. Je kunt voorbeelden
geven bij oppervlaktematen zoals hectare en are.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3
BLOK 6
EXTRA1 2 3
GA VERDER
1 Wat is meer? Omcirkel.
3 m² | 300 cm² 6 km² | 6 hectare 7 cm² | 7000 mm² 80 dm² | 8 m²
5 are | 5 hectare 4 hectare | 4000 m² 90 cm² | 900 mm² 1 km² | 1000 m²
2 Vul in. Omcirkel de beste maat voor de oppervlakte.
1 ha
hm1 km =
hm
1 km =
ha
1 km2 =
een voetbalveldkm² | ha | are | m² | dm² | cm² | mm²
een schoolpleinkm² | ha | are | m² | dm² | cm² | mm²
een boekkm² | ha | are | m² | dm² | cm² | mm²
een tafelkm² | ha | are | m² | dm² | cm² | mm²
een slaapkamerkm² | ha | are | m² | dm² | cm² | mm²
3 Bereken de oppervlakte.
1 dm2
De oppervlakte van de oranje figuur
is dm².
De oppervlakte van de blauwe driehoek
is dm².
1 dm2
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3
BLOK 6
EXTRA
KLAAR!
1 2 3
4 Bereken de oppervlakte.
0,5 ha
De oppervlakte van de rode figuur
is hectare.
De oppervlakte van dit terras
is m².
5 Bereken de oppervlakte.Een rechthoekige kamer is 12 meter lang en 5,5 meter breed.
De oppervlakte is m².
6 Bereken de oppervlakte.Reken eerst alle maten om naar meter.
700 cm
80 dm
4 m
2000 mm
14 m
De oppervlakte is m².
9,5 m
120 dm
De oppervlakte is m².
14 m
18 m
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3
BLOK 6
EXTRA1 2
GA VERDER
HULP
366 : 7 = ?stap 1: meer dan 10 ×? ja splitsen meer dan 20 ×? ja meer dan 50 ×? ja meer dan 60 ×? nee eerst 50 ×stap 2: welke splitsing? Eerst 50 × 7 eraf halen, nog 16 over om te delen.
stap 3: hulpsommen: 350 : 7 = 50 en 16 : 7 = 2 rest 2 366 : 7 = 52 rest 2350 16
366 : 7 = ?
1 Reken uit met splitsen. Schrijf ook de hulpsommen op.
90 21
111 : 3 =
hulpsommen: 90 : 3 = en 21 : 3 =
270 : 6 =
hulpsommen:
456 : 8 =
hulpsommen:
343 : 7 =
hulpsommen:
140 : 5 =
hulpsommen:
2 Hoe vaak kan het eraf? / Hoe vaak past het erin?Meer dan 10 ×, 20 ×, 30 ×, 40 × of 50 ×?Zet de sommen in het goede rijtje.Je hoeft de sommen niet uit te rekenen.
meer dan 10 × meer dan 20 × meer dan 30 ×
222 : 6
meer dan 40 × meer dan 50 ×
396 : 9272 : 8240 : 5
208 : 8140 : 5
192 : 4348 : 6
222 : 6
364 : 7
144 : 698 : 7
273 : 7
136 : 896 : 6
456 : 8
DOEL #• Je oefent sommen als 826 : 9 (met rest) uitrekenen met de strategie splitsen.
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2
BLOK 6
EXTRA1 2
KLAAR!
3 Welke som hoort erbij? Reken uit met splitsen.
Je hebt 390 broodjes. Er gaan 8 broodjes in
een zak. Hoeveel zakken kun je vullen?
Zijn er broodjes over?
Je hebt 345 broodjes. Er gaan 6 broodjes in
een zak. Hoeveel zakken kun je vullen?
Zijn er broodjes over?
som: som:
hulpsommen:
antwoord:
hulpsommen:
antwoord:
4 Reken uit met splitsen. Schrijf ook de hulpsommen op.
73 : 3 = hulpsommen: en
262 : 7 = hulpsommen:
214 : 4 = hulpsommen:
213 : 5 = hulpsommen:
5 Splits en reken uit.
298 : 4 = 409 : 6 = 160 : 3 =
672 : 8 = 230 : 5 = 345 : 9 =
Pluspunt • groep 7 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2