Bloembollen Koerier sep 2012

8
Productenboek als app beschikbaar Het productenboek 2012, waarin alle gewas- beschermingsmiddelen van Bayer CropScience worden beschreven, is nu ook als app beschik- baar. Hierdoor kunt u op elke locatie snel door het productenboek bladeren en de informatie opzoeken. Meer op pagina 6 Uitgave september 2012 Goede werking Rudis tegen Fusarium-stammen 'De schimmel Fusarium oxysporum f. sp. tulipae kent veel verschillende stammen. En daarin zit ook nog eens een grote variatie in agressiviteit. Kan dit de werking van bolontsmettingsmiddelen - zoals Rudis - beïnvloeden?' Met deze vraag ging PPO Lisse afgelopen seizoen aan de slag. Meer op pagina 2 Natuurlijk weet hij dat het gros van de bloembollenkwekers altijd z'n best zal doen om goede bollen af te leveren. En hij weet ook heel goed dat de marges de laatste jaren zodanig waren dat investeren in zaken als hygiëneverbetering en product- en teeltregistratie een 'lastig verhaal' is. Maar toch... ,,De kwaliteit van bloembollen móet de komende jaren verder omhoog'', vindt Martien Pepping, bedrijfsleider bij bollenexportbedrijf VWS in Broek op Langedijk. ,,De fytosanitaire eisen van onze exportbestemmingen zullen alleen maar strenger worden. Willen we blijven leveren, dan zullen we aan die eisen moeten voldoen. Zo simpel is het gewoon.'' Dát er aan de kwaliteit nog wel iets te verbeteren valt, daarvan is Pepping over- tuigd. Al ruim 35 jaar doet hij de ingangscontrole van alle bollen op het bedrijf. Per seizoen voert hij ongeveer 4000 controles uit, hoofdzakelijk in lelies maar ook in Bollenteler Patrick Vonderbank in Breezand spuit zijn Zantedeschia's tegen Botrytis. Voor de buitenteelt van Zantedeschia's is deze schimmelziekte met afstand de grootste vijand; het veroorzaakt pokachtige aantastingen in de bloemen die vervolgens waarde- loos zijn voor de markt. ,,De afgelopen maanden was de ziektedruk behoorlijk hoog'', vertelt Vonderbank. Eerst van- wege het natte zomerweer (juli, begin augustus) en daarna door de steeds langere, vochtigere nachten. ,,Maar met een strak spuitinterval van 4 à 5 dagen konden we de schimmel tot nu toe redelijk goed onder controle houden.'' Vonderbank teelt jaarlijks zo'n 4 hectare Zantedeschia's voor bloemen en bollen. Deze worden van mei tot oktober in drie fases geplant en geoogst. Naast Zantedeschia's teelt Vonderbank ook Muscari, tulpen en krokussen. Strak spuitschema houdt Botrytis op afstand 'Kwaliteit van bloembollen móet verder omhoog' tulpen, gladiolen en irissen. ,,Veel kleinere en grotere kwaliteitsgebreken zijn het gevolg van bijzondere weersomstandigheden, zoals vorst- en waterschade. Daar valt niet altijd wat aan te doen. Maar we zien ook veel tegenvallers die het gevolg zijn van rooibeschadiging en slecht uitgangsmateriaal. Daar moeten we met z'n allen veel scherper op zijn.'' 'Kweker moet kwaliteitsverschillen met eigen ogen zien', lees verder op pagina 3 Plantendokter neemt afscheid Een paar goede ogen, een scherp mes en een flinke dosis nieuwsgierig- heid. Dat zijn volgens Peter Vink de belangrijkste tools voor een diagnostisch onderzoeker. Na 40 dienstjaren bij PPO Lisse neemt de 'plantendokter' afscheid. Elke doordeweekse morgen hield hij spreekuur. Kwekers, handelaren en exporteurs konden dan hun 'patiënten' afleveren voor een ziekte- of plaagdiagnose. De afgelopen 23 jaar kreeg hij zo meer dan 44.000 monsters onder ogen. Peter Vink is daardoor een begrip geworden in de bollenwereld. ,,Ik heb soms harde oordelen moeten vellen. Bijvoorbeeld wanneer er stengelaaltjes in het spel waren. Je weet wat de gevolgen zijn voor een bedrijf; dat is soms best heftig.'' 'Ik heb mijn oordeel altijd gebaseerd op wat ik zie', lees verder op pagina 4 Bloembollen Platform Ens Begin september konden bloembollen- adviseurs en -specialisten weer terecht op het jaarlijkse Bloembollen Platform in Ens. Michel Jansen, technisch adviseur bloembollen bij Bayer CropScience, vat samen wat er allemaal te zien was. Meer op pagina 5 Imidacloprid nader belicht Imidacloprid - de werkzame stof Admire - zit de laatste tijd regelmatig in de beklaag- denbank. Maar hoe terecht is dat eigenlijk? Mieke Hoogendoorn, hoofd registratie bij Bayer CropScience, reageert op vier zinsnedes en beweringen uit landelijke kranten. Meer op pagina 6 Innoventis installeert PhytoBac Bij onderzoekscentrum Innoventis in Breezand is deze zomer een PhytoBac geplaatst. Met deze installatie worden restvloeistoffen op een natuurlijke manier afgebroken. Onderzoeker Thijs Wester licht het doel en de werking toe. Meer op pagina 7 Blijf op de hoogte van de actuele zaken. Volg ons op Twitter @BayercropNL Martien Pepping is bedrijfsleider bij VWS Export in Broek op Langedijk. BLOEMBOLLEN KOERIER

description

Bloembollen Koerier september 2012

Transcript of Bloembollen Koerier sep 2012

Page 1: Bloembollen Koerier sep 2012

Productenboek als app beschikbaar

Het productenboek 2012, waarin alle gewas-

beschermingsmiddelen van Bayer CropScience

worden beschreven, is nu ook als app beschik-

baar. Hierdoor kunt u op elke locatie snel door

het productenboek bladeren en de informatie

opzoeken.

Meer op pagina 6

Uitgave september 2012

Goede werking Rudis tegen Fusarium-stammen

'De schimmel Fusarium oxysporum f. sp.

tulipae kent veel verschillende stammen.

En daarin zit ook nog eens een grote

variatie in agressiviteit. Kan dit de werking

van bolontsmettingsmiddelen - zoals Rudis -

beïnvloeden?' Met deze vraag ging PPO Lisse

afgelopen seizoen aan de slag.

Meer op pagina 2

Natuurlijk weet hij dat het gros van de bloembollenkwekers altijd z'n best zal doen om goede bollen af te leveren. En hij weet ook heel goed dat de marges de laatste jaren zodanig waren dat investeren in zaken als hygiëneverbetering en product- en teeltregistratie een 'lastig verhaal' is.

Maar toch... ,,De kwaliteit van bloembollen móet de komende jaren verder omhoog'',

vindt Martien Pepping, bedrijfsleider bij bollenexportbedrijf VWS in Broek op Langedijk.

,,De fytosanitaire eisen van onze exportbestemmingen zullen alleen maar strenger

worden. Willen we blijven leveren, dan zullen we aan die eisen moeten voldoen.

Zo simpel is het gewoon.''

Dát er aan de kwaliteit nog wel iets te verbeteren valt, daarvan is Pepping over-

tuigd. Al ruim 35 jaar doet hij de ingangscontrole van alle bollen op het bedrijf. Per

seizoen voert hij ongeveer 4000 controles uit, hoofdzakelijk in lelies maar ook in

Bollenteler Patrick Vonderbank in

Breezand spuit zijn Zantedeschia's

tegen Botrytis. Voor de buitenteelt van

Zantedeschia's is deze schimmelziekte

met afstand de grootste vijand; het

veroorzaakt pokachtige aantastingen

in de bloemen die vervolgens waarde-

loos zijn voor de markt. ,,De afgelopen

maanden was de ziektedruk behoorlijk

hoog'', vertelt Vonderbank. Eerst van-

wege het natte zomerweer (juli, begin

augustus) en daarna door de steeds

langere, vochtigere nachten. ,,Maar met

een strak spuitinterval van 4 à 5 dagen

konden we de schimmel tot nu toe

redelijk goed onder controle houden.''

Vonderbank teelt jaarlijks zo'n 4 hectare

Zantedeschia's voor bloemen en bollen.

Deze worden van mei tot oktober in

drie fases geplant en geoogst. Naast

Zantedeschia's teelt Vonderbank ook

Muscari, tulpen en krokussen.

Strak spuitschema houdt Botrytis op afstand

'Kwaliteit van bloembollen móet verder omhoog' tulpen, gladiolen en irissen. ,,Veel kleinere en grotere kwaliteitsgebreken zijn het

gevolg van bijzondere weersomstandigheden, zoals vorst- en waterschade. Daar valt

niet altijd wat aan te doen. Maar we zien ook veel tegenvallers die het gevolg zijn

van rooibeschadiging en slecht uitgangsmateriaal. Daar moeten we met z'n allen

veel scherper op zijn.''

'Kweker moet kwaliteitsverschillen met eigen ogen zien', lees verder op pagina 3

Plantendokter neemt afscheidEen paar goede ogen, een scherp mes en een flinke dosis nieuwsgierig-heid. Dat zijn volgens Peter Vink de belangrijkste tools voor een diagnostisch onderzoeker. Na 40 dienstjaren bij PPO Lisse neemt de 'plantendokter' afscheid.

Elke doordeweekse morgen hield hij spreekuur. Kwekers, handelaren en exporteurs

konden dan hun 'patiënten' afleveren voor een ziekte- of plaagdiagnose. De afgelopen

23 jaar kreeg hij zo meer dan 44.000 monsters onder ogen. Peter Vink is daardoor

een begrip geworden in de bollenwereld. ,,Ik heb soms harde oordelen moeten vellen.

Bijvoorbeeld wanneer er stengelaaltjes in het spel waren. Je weet wat de gevolgen zijn

voor een bedrijf; dat is soms best heftig.''

'Ik heb mijn oordeel altijd gebaseerd op wat ik zie', lees verder op pagina 4

Bloembollen Platform Ens

Begin september konden bloembollen-

adviseurs en -specialisten weer terecht op het

jaarlijkse Bloembollen Platform in Ens. Michel

Jansen, technisch adviseur bloembollen bij

Bayer CropScience, vat samen wat er allemaal

te zien was.

Meer op pagina 5

Imidacloprid nader belicht

Imidacloprid - de werkzame stof Admire -

zit de laatste tijd regelmatig in de beklaag-

denbank. Maar hoe terecht is dat eigenlijk?

Mieke Hoogendoorn, hoofd registratie bij Bayer

CropScience, reageert op vier zinsnedes en

beweringen uit landelijke kranten.

Meer op pagina 6

Innoventis installeert PhytoBac

Bij onderzoekscentrum Innoventis in Breezand

is deze zomer een PhytoBac geplaatst. Met

deze installatie worden restvloeistoffen op een

natuurlijke manier afgebroken. Onderzoeker

Thijs Wester licht het doel en de werking toe.

Meer op pagina 7

Blijf op de hoogte van

de actuele zaken.

Volg ons op Twitter

@BayercropNL

Martien Pepping is bedrijfsleider bij VWS Export in Broek op Langedijk.

BLOEMBOLLEN KOERIER

Page 2: Bloembollen Koerier sep 2012

2 Bloembollen Koerier

Optimaal beschermd tegen Fusarium, Rhizoctonia en droogrotMet Rudis voor de ontsmetting van bloembollen beschikt de sector over een zeer krachtig product met een brede werking. In tulpen laat Rudis niet alleen een uitstekende werking tegen Fusarium zien, maar ook een krachtige werking tegen Rhizoctonia. In gladiool heeft Rudis - naast een goed effect op fusarium - vooral een zeer belangrijke werking tegen droogrot.

Rudis is een fungicide op basis van prothioconazool, een werkzame stof uit de chemische

groep van de triazolen. Rudis blokkeert de synthese of aanmaak van Ergosterol in de schim-

melcel. Hierdoor wordt de opbouw van celmembranen in schimmelcellen voorkomen en de

schimmelgroei gestopt. Rudis beschermt het gewas tegen een zeer breed scala aan ziekten,

waaronder Botrytis, Fusarium en Rhizoctonia, en combineert een uitstekende preventieve

werking met een prima curatieve en eradicatieve werking. Rudis werkt niet tegen de schim-

mels uit de groep van de oömyceten zoals Pythium, Phytophthora, omdat oömyceten geen

Ergosterol aanmaken maar dit uit hun waardplant halen.

BolontsmettingTer bestrijding van Fusarium oxysporum, Rhizoctonia tuliparum, droogrot (Stromatinia

gladioli) en Botrytis. Toepassing uitsluitend toegestaan kort voor het planten. Dosering: 0,2%,

bijvulfactor 1,25. Gebruik maximaal 1,25 l/ha Rudis.

Bladtoepassing Ter bestrijding van vuur (Botrytis spp.). Vanaf kort na opkomst Rudis toepassen, gecombineerd

met bedekkingsfungiciden, zoals maneb en mancozeb. Daarnaast Rudis afwisselen in een

schema met fungiciden met een ander werkingsmechanisme. In lelies Rudis niet voor het

koppen inzetten. Dosering: 0,25 l/ha. Om resistentieopbouw te voorkomen Rudis niet vaker

gebruiken dan 3 maal per jaar.

Onderzoek PPO Lisse toont aan:

Goede werking Rudis tegen verschillende Fusarium-stammen'De schimmel Fusarium oxysporum f. sp. tulipae kent veel verschillende stammen. En daarin zit ook nog eens een grote variatie in agressiviteit. Kan dit de werking van bolontsmettingsmiddelen - zoals Rudis - beïnvloeden?' Met deze vraag ging PPO Lisse afgelopen seizoen aan de slag. Onderzoeker gewasbescherming Annette Bulle licht de voorlopige resultaten toe.

,,Hoewel we al redelijk veel weten van Fusarium oxysporum f. sp. Tulipae, blijft het een

tamelijk ongrijpbare schimmel. Dat komt vooral omdat er zoveel stammen zijn. Slechts

een aantal zijn enigszins in kaart gebracht, maar er zijn er nog vele waar we zo goed als

niets van weten.'' Annette Bulle schetst meteen maar de 'stand van zaken' als het om

Fusarium gaat. De vraag (van Bayer CropScience) om het effect van Rudis te toetsen op

verschillende fusarium-stammen (met een verschillende agressiviteit), was daarom ook

niet in een standaardprocedure te gieten. ,,In gezamenlijk overleg hebben we ervoor

gekozen om vijf verschillende stammen te toetsen. Drie daarvan zijn eerder onderzocht,

waardoor we ook al iets meer wisten over de verschillen in agressiviteit. Verder hebben

we een fusarium-isolaat uit onze collectie toegevoegd en een 'vers' isolaat uit een partij

bollen die zwaar besmet was met Fusarium'', zo licht Bulle toe. Het afgelopen seizoen is

Annette Bulle is onderzoeker

gewasbescherming bij PPO Lisse

de werking van Rudis onderzocht op de vijf

stammen in twee gevoelige cultivars.

Hoewel de beoordelingen nog vrij vers

zijn - en de resultaten nog een voorlopige

status hebben - durft Bulle wel te stellen

dat Rudis op beide cultivars goed gewerkt

heeft tegen álle vijf fusarium-stammen. ,,Het

bestrijdingsresultaat was bij alle vijf stam-

men vrijwel gelijk. Dat geeft aan dat de

Fusarium-stam geen effect lijkt te hebben op

het bestrijdingsresultaat.''

Uitschot in tulpen bestaat voor een groot deel uit zure bollen én uit bollen die aangetast

zijn door Rhizoctonia solani. Uit meerjarige proeven is gebleken dat Rudis - naast zijn ster-

ke werking tegen fusarium - ook een goede bijdrage kan leveren aan het terugdringen van

Rhizoctonia. Om dit te illustreren heeft Bayer CropScience meerjarig onderzoek uitgevoerd,

waarbij bollen met verschillende (combinaties van) middelen zijn ontsmet en vervolgens zijn

uitgeplant in kunstmatig besmette grond. Uit de proef blijkt dat het veldje met in prochloraz

ontsmette bollen (foto links) de grootste achterstand heeft en dus het zwaarst is aangetast

door Rhizoctonia. Het object prochloraz-chloorthalonil (foto midden) heeft een minder

zware achterstand. Het object Rudis (foto

rechts) laat een duidelijk betere stand

zien dan de hiervoor genoemde middelen

en is van deze drie middelen dan ook dui-

delijk de sterkste Rhizoctonia-bestrijder.

Sterkste Rhizoctonia-bestrijder

Page 3: Bloembollen Koerier sep 2012

3 BloembollenKoerier

Een belangrijke stap om de kwaliteit van de bollen te verbeteren is om de verschillen tussen 'matig' en 'goed' - of nog liever tussen 'goed' en

'beter' - ook duidelijk onder ogen te krijgen. Mede om die reden neemt VWS jaarlijks deel aan de Dutch Lily Days, waarbij alle kwekers hun

eigen lelies en die van collega's kunnen bekijken en beoordelen. ,,Het is uiteraard niet de bedoeling om kwekers met matige lelies publiekelijk

de oren te wassen, maar wel om oorzaken van de verschillen te achterhalen en discussies op gang te brengen hoe het beter kan'', zo licht

Martien Pepping toe.

Bij de lelies - die meer dan de helft van de omzet op het bedrijf genereren - is volgens de bedrijfsleider vooral nog winst te halen op het

gebied van virus- en aaltjesbestrijding en schadevrij oogsten. Wat dit laatste punt betreft is Pepping vooralsnog niet erg hoopvol gestemd.

,,De afgelopen jaren heeft de techniek het duidelijk gewonnen van de bollen. Kwekers hebben veel oog voor zaken als oogstcapaciteit en

oogstzekerheid, maar veel minder voor het wel en wee van de individuele bol. Daar zullen we écht een omslag in aan moeten brengen.''

Toenemende zorgen over PlAMVVoor wat betreft de virussen maakt Pepping zich vooral zorgen over het Plantago Asiatica Mozaïek Virus (PlAMV). ,,Wij merken dat er bij onze

afnemers veel angst bestaat voor dit nog redelijk onbekende virus. Sommige landen vrezen dat het kan overslaan op andere producten. Met

name watergerelateerde teelten zoals rijst worden als mogelijke slachtoffers aangemerkt, omdat PlAMV gemakkelijk via water getransporteerd

kan worden.'' Om te voorkomen dat er (zware) exporteisen worden gesteld aan het PlAM-virus, moet de sector zelf het heft in handen nemen

om het virus de kop in te drukken, zo vindt Pepping. VWS heeft daarin al een stap gezet door partijen met meer dan 5 procent PlMAV te wei-

geren. Pepping erkent dat dit voor telers een behoorlijke streep door de rekening kan zijn, temeer het virus zeer lastig te selecteren is. ,,Maar

het is ook een stimulans om niet te lang door te telen en op tijd weer met schoon uitgangsmateriaal te beginnen. Dat is en blijft de basis voor

een goede kwaliteit.'' Hij wijst daarbij graag op een land als Chili, waar her en der zeer rigoureuze maatregelen worden genomen om het virus

in te dammen. ,,Op een aantal bedrijven worden uitgangsmateriaal en leverbare teelten volledig van elkaar gescheiden. Daarnaast worden alle

bollen handmatig gerooid en wordt er voor het spoelen uitsluitend schoon water gebruikt. Alles met als doel volledig virusvrije bollen te telen.''

Om dezelfde reden gaat VWS een tweede, separate inpaklijn in gebruik nemen waarbij risicovolle partijen apart verpakt kunnen worden.

Bollenmijt en Fusarium in hele keten aanpakkenBij de tulpen blijven vooral bollenmijt en Fusarium om aandacht vragen, zo stelt Pepping. Hij pleit daarbij graag voor een meer ketenmatige

aanpak, waardoor - met name tegen de bollen- en galmijt - een veel doelmatigere bestrijding plaats kan vinden. ,,Zelf vragen we de kwekers

om binnen een week na de oogst een eerste behandeling tegen bollenmijt uit te voeren en een week later een tweede. Ook vragen we de

kwekers deze data op de leveringsnota te zetten. Helaas gebeurt dat nog niet altijd, waardoor we belangrijke info missen voor verdere be-

handelingen.'' Ook in het kader van tracking & tracing worden teelt- en bewaargegevens steeds belangrijker, zo constateert de bedrijfsleider.

,,Met name verre markten als Rusland, China, India en Brazilië stellen steeds meer vragen over de precieze herkomst en behandeling van

de bollen. Daarom moeten de kwekerij, handel, BKD, Anthos en de KAVB ervoor zorgen dat

binnen zeer korte tijd CLIENT Export gaat functioneren, zodat we aan klanten en buiten-

landse keuringsdiensten kunnen laten zien dat we onze zaakjes prima in orde hebben.

En mocht dat onverhoopt een keer niet zo zijn, dan hebben we het lek heel snel boven.''

Vervolg van voorpagina

'Kweker moet kwaliteitsverschillen met eigen ogen zien'

Martien Pepping is bedrijfsleider bij VWS Export in Broek op Langedijk.

Alle bollen worden vrijwel dagelijks gecontroleerd op ziekte. Waar nodig worden de

bewaarcondities aangepast.

Eind augustus zijn de lelies zo goed als verdwenen uit de controlekas. Van alle leliebollen worden 10 bollen per levering uitgeplant.

VWS beschikt over een volautomatische inpaklijn. Gemiddeld worden hier zo'n 300 kisten

per uur exportklaar gemaakt.

Martien Pepping plaatst een nieuwe lading tulpenbollen in de ontsmetkast. Per keer

kunnen er vijftig kisten in. De bollen worden 10 minuten preventief ontsmet (gedouched)

voor de tulpenbroei.

Martien Pepping bekijkt een leliebol

onder de microscoop. Hij checkt met

name de ontwikkeling van de spruit;

deze geeft veel informatie over de

bewaarbaarheid van de partij.

Bij veel partijen tulpen wordt het groei-

beginsel onderzocht (stadiumonder-

zoek). De aanwezigheid van de stamper

- voor de foto hier iets bruin gekleurd - is

bepalend voor verder behandeling van

de bollen.

Page 4: Bloembollen Koerier sep 2012

4 Bloembollen Koerier

Een paar goede ogen, een scherp mes en een flinke dosis nieuwsgierigheid. Dat zijn volgens Peter Vink de belangrijkste tools voor een

diagnostisch onderzoeker. ,,En wat fantasie en lef kun je ook wel gebruiken'', zo voegt hij er later aan toe, ,,want met een frisse blik los je

soms zaken op die lange tijd onoplosbaar leken.'' Na 40 dienstjaren bij PPO Lisse neemt de 'plantendokter' afscheid.

Elke doordeweekse morgen houdt hij spreekuur. Kwekers, handelaren en exporteurs kunnen dan hun 'patiënten' afleveren voor een ziekte- of

plaagdiagnose. Vaak zijn dat tulpen of lelies, maar soms ook minder grote gewassen – zoals deze morgen een ananasplant. Ook de boom- en

fruitteelt behoort sinds een aantal jaren tot het domein van de afdeling diagnostiek in Lisse. Zo ligt er nu een handvol rotte appels op tafel

die beoordeeld moet worden op vruchtrot. Peter Vink kan er gedreven over vertellen. Tijdens het gesprek vliegen de schimmelsoorten je om

de oren... ,,Soms laat ik klanten meekijken door de microscoop om de schimmel of plaag ook in werkelijkheid te zien'', zegt de onderzoeker.

,,Daardoor wordt het allemaal wat minder abstract en raken klanten meer betrokken bij wat er werkelijk aan de hand is.''

Zo ging het de afgelopen decennia talloze malen. Sinds 1989 kreeg hij meer dan 44.000 monsters onder ogen. Peter Vink is daardoor een

begrip geworden in de bollenwereld. ,,Ik heb soms harde oordelen moeten vellen. Bijvoorbeeld wanneer er stengelaaltjes in het spel waren.

Je weet wat de gevolgen zijn voor een bedrijf; dat is soms best heftig.''

De afgelopen decennia is de bollensector enorm gegroeid. Daardoor zijn de belangen ook vele malen groter geworden. Een 'vervelende' diagnose

kan grote financiële gevolgen hebben voor kwekers, handelaren en exporteurs. Hoe ga je daar als onafhankelijk onderzoeker mee om?

,,Ik heb mijn oordeel altijd gebaseerd op wat ik zie. Of anders gezegd: mijn diagnose geldt voor de bollen of planten die ik werkelijk onder

ogen krijg. In de praktijk worden daar vaak allerlei interpretaties van gemaakt. Bijvoorbeeld over de verspreiding in de rest van de partij en

de mogelijke gevolgen daarvan. Daar wil ik best in meedenken, maar ook niet meer dan dat. Als onderzoeker moet je je bij de feiten houden

anders ga je vroeg of laat de mist in. Dat geldt ook voor de advisering van middelen; daarvoor verwijs ik vrijwel altijd door naar specialisten

en adviseurs.''

PPO Lisse is de enige onderzoekslocatie die nog een Diagnostiekservice heeft. Elders zijn ze al lang verdwenen. Hoe kan dat?

,,Ik denk dat onze Diagnostiekservice zijn waarde nog elke dag bewijst. Iedereen kan hier binnenlopen met zieke planten; daarmee staan we

heel dicht bij de praktijk. Dat directe contact met kwekers, handelaren en exporteurs is niet alleen een mooi onderdeel van ons werk, maar

het is ook belangrijk voor ons onderzoekscentrum. Daarmee houden we voeling met de praktijk.

Ik moet overigens wel zeggen dat we de laatste jaren steeds meer ingewikkeldere zaken op ons bord krijgen; zaken met een grote impact

voor het bedrijf. Relatief eenvoudige gevallen lossen kwekers nu vaak zelf op; hun kennis over ziekten en plagen is de afgelopen decennia

veel groter geworden.''

Zijn er zaken in de bollenteelt die u zorgen baren?

,,In algemene zin maak ik me zorgen over verruwing in de teelt en de geringe aandacht voor bedrijfshygiëne. Deze zorgen steeds vaker voor

onverwachte en vaak ook onnodige schades door ziekten en afwijkingen. Tegelijkertijd weet ik dat het door toenemende schaalvergroting

heel lastig is om dit te voorkomen. Wat we hier tegenover kunnen stellen is het bevorderen van 'groene' kennis. Hoe beter telers en adviseurs

weten hoe bollen groeien en wat ze in de basis nodig hebben, hoe beter zij kunnen zorgen voor weerbare en zelfredzame planten. In mijn

ogen móeten we daar naar toe om de ziektegevoeligheid van bollen te verminderen.''

Zijn er tijdens uw loopbaan zaken geweest waarvan u écht wakker heeft gelegen?

,,Helaas wel... en dan denk ik vooral aan het PlAM-virus in lelies. Een jaar of acht geleden kregen we waarschijnlijk al de eerste geïnfecteerde

planten binnen, alleen konden we die toen nog niet als zodanig identificeren. We vergeleken schadebeelden met die van virusgroepen

waarvan bekend is dat ze schadelijk zijn voor lelies. Het toen nog onbekende PlAMV zat daar niet bij. Toen in 2010 in Japan het PlAMV werd

aangetoond, werd heel gauw duidelijk wat er aan de hand was. Nu kunnen we het virus goed identificeren.''

Vervolg van voorpagina

Plantendokter Peter Vink neemt afscheid

,,Ik heb soms harde oordelen moeten vellen. Bijvoorbeeld wanneer er stengelaaltjes

in het spel waren.''

Hoe kijkt u terug op deze periode?

,,Eerlijk gezegd is dit toch wel een moeilijke periode geweest met her en der ook wel wat

verwijten. Waarom hebben we het niet eerder ontdekt? Die vraag spookt nog wel eens rond

in mijn hoofd. Wat ik ervan geleerd heb is dat je vanaf het begin zo breed mogelijk naar een

ziekte of plaag moet kijken. Niet altijd uitgaan van bekende kennis of informatie, maar met

frisse ogen het probleem tegemoet treden. Ik pleit er daarom ook voor om bestaande kennis

regelmatig te herijken. Soms zijn er in het verleden relaties gelegd tussen ziekten en hun

veroorzakers die nu in veel mindere mate gelden of zelfs helemaal niet meer van toepassing

zijn. Wat ik maar zeggen wil: in het verleden opgedane kennis blijft niet voor altijd geldig,

maar moet regelmatig aangepast of vernieuwd worden.''

Tot slot: welke tips heeft u uw opvolger - Paul van Leeuwen - meegegeven?

,,Dat zijn er drie. De eerste is goed kijken, en daarmee bedoel ik écht waarnemen en niet bij

een eerste blik denken dat wel deze of gene ziekte zal zijn. De juiste diagnose is de basis voor

alle verdere handelingen of maatregelen. De tweede tip is: gebruik je fantasie, want daarmee

kun je buiten de gebaande paden denken. Zeker bij onbekende ziekten of plagen heb je dat

nodig. De laatste tip is: laat maar zien wat we hier in huis hebben! Een beetje bravoure is

daarbij niet verkeerd. De sector moet van ons hóren; een beetje trots en lef hoort daarbij.''

Flint: vertrouwde kracht tegen vuur

De kracht van Flint®

(i.v.m. resistentiemanagement)

Peter Vink: ,,ik denk dat onze Diagnostiekservice zijn waarde nog elke dag bewijst. Iedereen

kan hier binnenlopen met zieke planten; daarmee staan we heel dicht bij de praktijk.''

Met Flint hebben bloembollentelers nog steeds een ijzersterk preventief middel

tegen vuur in handen. Omdat Flint zich niet alleen aan het blad hecht, maar er ook

door opgenomen wordt, is de plant goed en langdurig beschermd tegen vuur. Dit

vertaalt zich weer in significante meeropbrengsten, zowel voor tulp als voor lelie.

Nog een praktisch pluspunt van Flint is zijn zeer grote regenvastheid.

Flint kan het beste tijdens groeizame en kritische fases van het gewas worden

ingezet. Voor tulp en lelie betekent dat in de periode net voor en na het koppen en

voor gladiool direct na het maaien.

Advies lelie: twee à drie bespuitingen voor het koppen en twee à drie bespuitingen

na het koppen

Flint altijd in combinatie met een volle dosering bedekkingsfungicide spuiten.

Dosering: 0,25 kg/ha.

Page 5: Bloembollen Koerier sep 2012

5 Bloembollen Koerier

,,Op dit demoveld kunnen adviseurs met eigen ogen zien hoe nieuwe middelen - en mid-

delen die vlak voor een toelating staan - in verschillende gewassen en onder verschillende

spuitschema's presteren. Daarnaast proberen we ook enkele actuele knelpunten te belichten,

zoals dit jaar de onkruidbestrijding in lelies en de tripsbestrijding in gladiolen.''

Michel Jansen, technisch adviseur bloembollen bij Bayer CropScience, vat in enkele woorden het idee achter het Bloembollen Platform in Ens (Fl.) samen. Elk jaar in september worden gewasbeschermingsspecialisten en -adviseurs een ochtend of middag bijgepraat over de laatste stand van zaken rondom (nieuwe) gewasbescher-mingsmiddelen en nieuwe inzichten in toepassingen.

Lelies staan centraal op platformOp het demoveld in Ens draait het vooral om lelies, waarin dit jaar vijf verschillende proeven

zijn uitgevoerd. Een zeer belangrijke is de proef waarin een groot aantal middelen tegen vuur

(Botrytis) met elkaar wordt vergeleken. Behalve bekende producten als Rudis, Flint en Folicur,

zijn ook twee nieuwe - maar nog niet toegelaten - middelen van Bayer CropScience in de

proef opgenomen. ,,Voor beide geldt dat ze dit seizoen definitief moeten laten zien dat ze

beter zijn dan de bestaande middelen. Omdat we al meer dan acht jaar bezig zijn met beide

middelen, weten we al dat ze écht meer potentie hebben dan de huidige generatie vuurmid-

delen. Je ziet dat onder andere terug in een net iets gezonder en vitaler gewas en ook in een

stukje meeropbrengst. We hopen daarom dat beide middelen snel beschikbaar komen voor

de praktijk'', zo licht Jansen toe.

Een tweede proef is een luizenproef, waarbij een veldje kunstmatig is geïnfecteerd met

katoenluis en waarin vervolgens verschillende bestaande, nieuwe en 'waarschijnlijk toe-

komstige' middelen zijn toegepast. Behalve als praktijkvergelijking van middelen, dient het

veldje ook voor het aanleveren van gegevens die nodig zijn voor de registratie van nieuwe

middelen. ,,Naast de bekende luisbestrijder Calypso, ligt hier ook een nieuw, maar in bloem-

bollen (nog) niet toegelaten middel in de proef'', vertelt Jansen, ,,De resultaten daarvan zijn

zonder meer veelbelovend; het is nu alleen nog wachten op een toelating. Verder testen we

een geheel nieuwe werkzame stof die een hele goede werking lijkt te hebben tegen luizen,

maar deze staat nog ver weg van een eventuele toelating.''

Bolontsmetting en herbicidenIn een bolontsmettingproef is er dit jaar speciale aandacht voor de brede werking van Rudis.

Speciaal hiervoor is een Fusarium- en Rhizoctoniagevoelige cultivar geplant en een fijne

In deze proef wordt een groot aantal middelen tegen vuur (Botrytis) met elkaar vergeleken.

Behalve bekende producten als Rudis, Flint en Folicur, zijn ook twee nieuwe - maar nog niet

toegelaten - middelen van Bayer CropScience in de proef opgenomen. Duidelijk zichtbaar is

de strook die niet behandeld is tegen vuur.

Michel Jansen controleert een lelieveldje op luis. Het veldje is kunstmatig geïnfecteerd

met katoenluis waarna er verschillende middelen op zijn toegepast. Naast de bekende

luisbestrijder Calypso, ligt hier ook een nieuwe, maar in bloembollen (nog) niet toegelaten

middel in de proef.

Nieuwe middelen en actuele knelpunten uitgelicht op Bloembollen Platform

Omdat er in gladiolen geen specifieke

middelen tegen trips voorhanden zijn,

toetst Bayer CropScience verschillende

insecticiden op hun nevenwerking tegen

dit insect.

Van de gladiolentrips (Thrips simplex) is

bekend dat deze meer aan de planten zuigt

dan schraapt. Een systemisch middel - dat

de werkzame stof door de plant verspreidt

- kan daarbij wel eens in het voordeel zijn.

maat plantgoed gebruikt. Hierdoor kun-

nen niet alleen verschillen in kwaliteit en

opbrengst worden bepaald, maar kan ook

de gewasveiligheid van het middel worden

getoetst. ,,Hoewel Rudis zijn meerwaarde

tegen Fusarium heeft bewezen in de vorm

van minder uitval en een lager percentage

uitschot op het einde van het seizoen, wil-

len we graag nog meer informatie hierover

verzamelen. Na de oogst laten we daarom

door Proeftuin Zwaagdijk opbrengstbe-

palingen uitvoeren'', zo licht Jansen toe.

In een naastliggende proef wordt de wer-

king van een groot aantal herbiciden met

elkaar vergeleken. Aanleiding hiervoor is

het wegvallen van het middel Asulox, dat

jarenlang een zeer belangrijke onkruidbe-

strijder in bloembollen is geweest. Jansen:

,,Voor komend seizoen hebben bollen-

telers eigenlijk geen vergelijkbaar alternatief voorhanden en moeten ze het zoveel

mogelijk met de beschikbare bodemherbiciden zien te redden. De vraag is of dat

lukt, zeker als de bodemherbiciden in een droog voorjaar niet of nauwelijks werken.''

Vooruitblikkend vertelt de technisch adviseur dat Bayer CropScience ook voor dit seg-

ment een veelbelovende werkzame stof met bodem- en contactwerking aan het screenen

is, maar dat een eventuele toelating nog wel een aantal jaren op zich laat wachten.

Verbeterde minerale olie Een bijzondere proef is die waarin een aantal minerale oliën met elkaar worden vergeleken. Eén daarvan is een doorontwikkeling van de 11E-

olie. Jansen licht toe: ,,Er zijn wat kleine aanpassingen doorgevoerd in de koolstofketen van deze olie. Hierdoor moet deze een nog betere

bescherming bieden tegen luizen - en dus virusinfecties. Door alle bollen na de oogst te toetsen op virus weten we hoe de verschillende

minerale oliën hebben gepresteerd en of de vernieuwde 11E ook werkelijk betere resultaten laat zien. Ook toetsen we via deze proef meteen

weer eens de gewasveiligheid van de verschillende oliën.''

Tripsproef in gladioolIn het gladiolen-proefveldje ligt de aandacht dit jaar bij de tripsbestrijding. Omdat er op dit moment geen specifieke middelen tegen trips

voorhanden zijn, worden verschillende insecticiden op hun nevenwerking tegen dit insect getoetst. Ook hierbij lijkt een nieuw systemisch

middel een veelbelovende kandidaat te kunnen worden ,,Van de gladiolentrips (Thrips simplex) is bekend dat deze meer aan de planten zuigt

dan schraapt. Een systemisch middel - dat de werkzame stof door de plant verspreidt - kan daarbij wel eens in het voordeel zijn'', zo verwacht

Jansen. Omdat het proefveldje omringd is door maïs, verwacht de technisch specialist dat trips zich dit seizoen wat massaler laten zien dan

vorig jaar en dat verschillen tussen middelen daardoor ook echt zichtbaar worden.

Op een van de veldjes wordt de werking van een nieuw - maar nog niet toegelaten - middel tegen droogrot getest. Michel Jansen bekijkt

hoe de wortels op het (besmette) perceeltje eraan toe zijn.

Michel Jansen: ,,Op dit demoveld kun-

nen adviseurs met eigen ogen zien hoe

nieuwe middelen - en middelen die vlak

voor een toelating staan - in verschil-

lende gewassen en onder verschillende

spuitschema's presteren.''

Page 6: Bloembollen Koerier sep 2012

6 Bloembollen Koerier

Calypso® is een zeer breedwerkend, vloeibaar insecticide. Het bestrijdt alle luizen, is zeer effectief tegen gladiolentrips, cicaden en leliehaantjes en is veilig voor bijen en hommels.

Calypso bevat thiacloprid, een stof die

behoort tot de chemische groep van de

chloronicotinylen (afgekort CNI’s). Een van

de kenmerken van CNI’s is dat ze zich zeer

goed verdelen in en door het blad. Hierdoor

worden ook insecten op moeilijk bereikbare

plekken, zoals de onderzijde van het blad,

uitstekend bestreden.

AdviesCalypso tijdig inzetten, wekelijks 0,15 l/ha of

0,25 l/ha per twee weken.

Calypso: de krachtige, vloeibare luizenbestrijder

Het gebruik van imidacloprid - de werkzame stof van Admire - is de laatste tijd regelmatig onderwerp van discussie. Veel landelijke media besteedde er de afgelopen maanden aandacht aan. Meest recente aanleiding is een Japans onderzoek waarbij ratten werden blootgesteld aan lage concentraties imidacloprid. Hierbij werd een bovengemiddelde hersenprikkeling vastgesteld. Twee Nederlandse wetenschappers denken dat de effecten bij mensen vergelijkbaar kunnen zijn. Dit zou vooral schade kunnen veroorzaken bij hersenen van ongeboren kinderen. Ook de vermeende bijensterfte door imidacloprid is een onderwerp dat regelmatig terugkeert in publieke discussies. Imidacloprid zit, kortom, in de beklaagdenbank. Maar hoe terecht is dat? Mieke Hoogendoorn, hoofd registratie bij Bayer CropScience, reageert op vier zinsnedes en beweringen uit landelijke kranten.

'Imidacloprid is een zenuwgif dat de hersenen aantast'

,,De conclusie van deze stelling is gebaseerd op een Japans in-vitro onderzoek in ratten (Kimura-Kuroda et al. 2012). Dat wil zeggen dat

er cellen geïsoleerd zijn uit hersenen en buiten het lichaam bestudeerd worden. De cellen worden daarbij kunstmatig in leven gehouden

op een plastic schaaltje waar ze direct worden blootgesteld aan imidacloprid. Hiermee wordt voorbij gegaan aan de beschermings-

mechanismen die het lichaam van mens en dier heeft ingebouwd tegen invloeden van buiten. Denk bijvoorbeeld aan de mate van opname,

snelheid van afbraak of uitscheiding. Daarom is laboratoriumonderzoek op geïsoleerde hersencellen niet één op één te vertalen naar de

situatie in mens of dier, maar geeft het alleen aan dat imidacloprid een neurotoxisch werkingsmechanisme heeft. Voor de afleiding van

de risicogrenzen voor mensen, is het relevanter om effecten op de hersenen te bepalen in een studie met levende ratten. Een dergelijke

neurologische studie op zwangere ratten naar de effecten op het centraal zenuwstelsel van de jongen is beschikbaar ten behoeve van

het toelatingsproces van imidacloprid. De neurotoxiciteit van imidacloprid is dan ook meegenomen en afgedekt in de afleiding van de

humaan-toxicologische risicogrenzen zoals de ADI (Acceptable Daily Intake, de hoeveelheid die een mens dagelijks mag binnenkrijgen

zonder dat dit leidt tot schadelijke effecten). Imidacloprid zal dus niet leiden tot aantasting van hersenen bij normaal gebruik in de markt.''

Gebruikers van imidacloprid lopen ernstige gezondheidsrisico's'

,,Nee, dit is zeker niet waar. Er worden geen middelen op de markt gebracht die leiden tot gezondheidsschade bij de gebruikers. Gebruik makend

van de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen zal er geen gezondheidsschade optreden bij de toepassing van imidacloprid.''

'Er is een duidelijke relatie tussen het gebruik van imidacloprid en bijensterfte'

,,Er wordt regelmatig een relatie gesuggereerd tussen de koloniesterfte van bijen en het gebruik van imidacloprid. Deze relatie is niet

aanwezig en er is ook nooit een direct danwel indirect verband aangetoond tussen imidacloprid en massale bijensterfte. De hoofd-

oorzaak van de bijensterfte is de Varroamijt. In Australië is geen Varroamijt, hier wordt wel imidacloprid gebruikt. Hier is geen bijensterfte

waargenomen. In Frankrijk is imidacloprid in een bepaalde regio een paar jaar verboden geweest, maar desondanks ging de bijensterfte

gewoon door. Imidacloprid is weliswaar giftig voor bijen indien ze in direct contact komen met het middel, maar door de toepassingseisen

Mieke Hoogendoorn (Bayer CropScience) reageert op vier beweringen over imidacloprid

'Er worden geen middelen op de markt gebracht die leiden tot gezondheidsschade'

die aan het middel gesteld zijn wordt voorkomen dat de bijen in contact komen met het

middel.''

'Op sommige plekken wordt de norm voor oppervlaktewater wel 10.000

keer overschreden'

,,Bayer is bekend met de overschrijdingen van de (waterkwaliteits)norm. We erkennen dit

probleem en zijn druk bezig met het oplossen ervan. De glastuinbouw is een sector die

zich zeer bewust is van zijn omgeving en die continu werkt aan verbetering van even-

wicht tussen milieu en productie. Samen met o.a. waterschappen, glastuinbouwsector en

Wageningen Universiteit loopt er een project om de kwaliteit van het oppervlaktewater

te verbeteren. We hebben er vertrouwen in dat dit project tot goede resultaten zal leiden

en de problemen in het oppervlaktewater op zal lossen. We zien nu al een vermindering

van de concentraties van imidacloprid in het oppervlaktewater.''

Mieke Hoogendoorn is hoofd registratie bij Bayer CropScience

De kracht van Calypso

wantsen en cicaden)

op bloemen

BayYou Services

Het productenboek 2012, waarin alle gewasbeschermingsmiddelen van Bayer CropScience worden beschreven, is

nu ook als app beschikbaar. Hierdoor kunt u op elke locatie snel door het productenboek bladeren en de informatie

opzoeken. De app is offline te benaderen via tablet, I-pad, Android smartphone en I-phone.

Ook voor het gebruik op een computer of laptop

is een offline versie beschikbaar. Download via

www.bayercropscience.nl het Productoverzicht

en sla het op uw computer op.

Android market App store

Productenboek nu ook als app beschikbaar!

Page 7: Bloembollen Koerier sep 2012

7 Bloembollen Koerier

Innoventis installeert PhytoBacBij Onderzoekscentrum Innoventis Breezand is deze zomer een PhytoBac® geplaatst. Met deze installatie worden restvloeistof-fen op een natuurlijke manier afgebroken. Onderzoeker Thijs Wester licht het doel en de werking toe.

,,Eigenlijk is het een heel simpel systeem. Je vult een grote, vloeistofdichte bak met een mengsel van bedrijfseigen grond en stro. Vervolgens

verdeel je de restvloeistoffen met behulp van vernevelaars geleidelijk over de bak. De aanwezige micro-organismen breken de middelen daarna

volledig af. Er blijft dus geen restafval en ook geen afvalwater over.'' Thijs Wester vat in het kort samen hoe de PhytoBac werkt. Of beter

gezegd: hoe hij straks moet gáán werken, want de ervaringen met de onlangs afgeronde installatie zijn nog heel pril. ,,Laten we er eerst maar

eens een seizoen mee gaan draaien voordat ik er nog meer uitspraken over doe. Over een jaar weten we waarschijnlijk veel meer.''

Proeftuin heeft voortrekkersrolDat de PhytoBac juist bij Innoventis is opgezet, is volgens Wester goed te verklaren.,,Ten eerste hebben we als proeftuin een voortrekkersrol bij

nieuwe ontwikkelingen in gewasbescherming. Het verantwoord afvoeren van restvloeistoffen hoort daar ook bij. Daar komt bij dat wij relatief

veel contacten hebben met fabrikanten; een nieuwe ontwikkeling komt daardoor vaak ook wat eerder naar ons toe.'' Ook praktisch gezien

past een Phytobac goed op het onderzoekscentrum, zo vindt Wester. ,,Voor onze proefveldjes maken we tamelijk veel kleine spuithoeveelheden

en dompelbaden aan. Daardoor hebben we relatief veel restvloeistoffen op ons bedrijf. Het is mooi dat we deze nu op een natuurlijke manier

kunnen kwijtraken. Het afvoeren van restvloeistoffen was tot nu toe altijd een flinke kostenpost omdat we dit niet over het land willen uitrijden

in verband met mogelijke beïnvloeiding van de proeven.''

Vertrouwen in goede werkingHoewel de ervaringen zoals gezegd nog pril zijn, heeft Wester vertrouwen in een goede en praktische werking van de PhytoBac. ,,De techniek

wordt al enkele jaren in Frankrijk toegepast en daar zijn de resultaten goed. Verder zorgt Bayer voor een goede begeleiding en advisering. Er

is dus geen reden om aan te nemen dat het hier niet lukt.'' Een punt waar de onderzoeker wel benieuwd naar is, is de afbraak van de zeer

geconcentreerde resten van dompelvloeistoffen. ,,In deze restvloeistoffen zitten soms wel tot vijf werkzame stoffen. Ik ben benieuwd of de

PhytoBac dat kan handelen.''

Thijs Wester: ,,Als proeftuin hebben we een voortrekkersrol bij nieuwe ontwikkelingen in

gewasbescherming. Het verantwoord afvoeren van restvloeistoffen hoort daar ook bij.''

Een monteur stelt de sproeiers af en controleert meteen ook de druk. Belangrijk is vooral

dat de vloeistof gelijkmatig over de hele PhytoBac verdeeld wordt.

Bij aankomst van de PhytoBac stelt

een monteur de software in. In prin-

cipe is het systeem zelfregulerend,

al is het raadzaam om - zeker bij de

start - regelmatig de vochtigheid van

de bak even te controleren.

Restvloeistoffen worden eerst opge-

slagen in een buffertank. Van daaruit

word het geleidelijk naar de PhytoBac

gepompt. Restvloeistoffen kunnen

rechtstreeks in de buffertank worden

gegoten of gepompt.

Om ook de grovere resten van spuitvloeistoffen in de PhytoBac te krijgen, beschikken de

sproeiers over zeer grove doppen. Er kunnen deeltjes tot 2 mm doorsnee doorheen.

BayYou Services

Het principe van de PhytoBac is afgeleid van het biofilter. In de akkerbouw werken

enkele bedrijven hier al mee. Simpel gesteld is dit een grote bak met overkapping. De bak

wordt gevuld met een mengsel van stro (30%) en grond (70%). De grond is afkomstig

van het bedrijf waar de PhytoBac wordt geïnstalleerd. Vanuit de opvang- of buffertank

waarin alle afvalstromen worden verzameld, kan het afvalwater geleidelijk over de bak

worden verdeeld zodat deze steeds optimaal vochtig is (bij voorkeur rondom de 20%,

minimaal 5% en maximaal 50%). De aanwezige micro-organismen breken de middelen af.

De PhytoBac wordt door een plastic kap afgeschermd van regen. De verdeling van de

afvalstromen over de PhytoBac gebeurt door middel van een sprenkelinstallatie, verneve-

laars of druppelleidingen. Voor een optimale verdamping kan de PhytoBac het beste in de

zon en op de wind worden geplaatst. De inhoud van de bak moet eens per jaar worden

omgezet en er moet stro worden aangevuld (15 tot 20 kg stro per m3 substraat) voor een

optimale werking van de micro-organismen.

Géén afvalwater of afvalgrondGroot voordeel van de PhytoBac is dat er

geen restafval is in de vorm van afvalwater

of afvalgrond. Afvalstromen van water met

gewasbeschermingsmiddelen worden vol-

ledig verwerkt en er zijn geen resten. Met

de inzet van een PhytoBac - gekoppeld aan

een goed ingerichte vul- en spoelplaats

- kan de belasting van gewasbeschermings-

middelen dus sterk worden verminderd

en hoeven er geen resten van het bedrijf

afgevoerd te worden.

Verwerking van afvalwater zonder restafval

Bayer PhytoBac: geen restafval in de vorm van afvalwater of afvalgrond

Page 8: Bloembollen Koerier sep 2012

COLOFONConcept en realisatie:

Bayer CropScience SA-NVVormgeving en opmaak:

Claudia RoordaFotografie:

Bayer CropScience SA-NVDrukwerk:

Productiemannen B.V.

Dit is een uitgave van:Bayer CropScience SA-NVEnergieweg 1

NL-3640 AE Mijdrecht

Onze gebruiksadviezen, zowel mondeling als schriftelijk verstrekt, berusten op uitge-breide proefnemingen. Wij adviseren naar beste weten volgens kennis van zaken van dit ogenblik, echter zonder daarvoor aansprakelijkheid op ons te nemen, omdat opslag/bewaring en toe-passing zich aan onze controle onttrek-ken. Beschrijvingen van een product, resp. gegevens over de eigenschappen daarvan betekenen niet, dat verantwoordelijkheid wordt gedragen bij eventuele schade. Lees voor gebruik altijd eerst het etiket.

8 Bloembollen Koerier

Stuur de ingevulde bon uit deze krant in een ongefrankeerde envelop naar:

Bayer CropScience SA-NVT.a.v. Jessica BiermannAntwoordnummer 55074 3640 WB Mijdrecht

Puzzel mee en win een diner voor twee!Houdt u van lekker eten en drinken in een goed restaurant? Los dan de onderstaande woordzoeker op!Uit de goede inzendingen worden drie winnaars getrokken. Zij krijgen elk een dinerbon ter waarde van 150.

De woorden hieronder zitten horizontaal, verticaal en diagonaal in alle richtingen in de puzzel verstopt. Zoek ze op en streep ze af. De overgebleven letters vormen achter elkaar gelezen de oplossing.

BESPUITING

BOLLEN

CALYPSO

CELWANDEN

FENOMENAL

FLINT

FOLICUR

FREZEN

FUNGICIDE

GEWAS

IRIS

KNOL

LELIE

LUIS

PLANTEN

RIZOLEX

ROOIEN

STERK

TEELT

TRIPS

TULP

VIRUS

VUUR

WERKINGSDUUR

R F L I N T U D N E Z E R FI F E S V O L O N K O R U ON E D N A W L E C D E C U LG N I T I U P S E B S A D IE O C L I B E N R T S L S CW M I S E T E U E F R Y G UA E G N U L U R S I S P N RS N N T E V K P Z R O S I AR A U I U L I O M I E O K NR L F H I R L R Z S O C R TP L A N T E N O U O N I E AB E S T X R IJ D B S I N W G

,,Ik denk dat onze Diagnostiekservice zijn

waarde nog elke dag bewijst. Iedereen

kan hier binnenlopen met zieke planten;

daarmee staan we heel dicht bij de praktijk.''

Peter Vink, scheidend onderzoeker bij

,,Op ons demoveld in Ens kunnen adviseurs

met eigen ogen zien hoe nieuwe middelen

in verschillende gewassen en onder verschil-

lende spuitschema's presteren.''

Michel Jansen, technisch adviseur

bloembollen bij Bayer CropScience

,,De afgelopen jaren heeft de techniek het

duidelijk gewonnen van de bollen. Kwekers

hebben steeds minder oog voor het wel en

wee van de individuele bol.''

Martien Pepping, bedrijfsleider bij

VWS in Broek op Langedijk

,,Hoewel de ervaringen nog pril zijn, heb

ik vertrouwen in een goede en praktische

werking van de Phytobac.''

Thijs Wester, onderzoeker bij

Innoventis in Breezand

Naam:

Adres:

Postcode: Plaats:

Bedrijfstype/aantal hectare bloembollen:

De oplossing van de woordzoeker is:

Actievoorwaarden

Deze prijsvraag loopt van 20 september t/m 31 oktober 2012. Uit de goede inzendingen worden drie prijswinnaars getrokken.

BON

© www.puzzelpro.nl