Biologie makkelijk?Biologie makkelijk?http://http://www.youtube.comwww.youtube.com//watchwatch

?v=CpTmXz8VQF8&NR=1?v=CpTmXz8VQF8&NR=1

Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld maken, maar het idee is dat jullie leren nadenken over verbanden, logische gevolgen en een aantal termen.

BioLOGIe is altijd LOGIsch!

Een atoom is opgebouwd uit een kern met daaromheen een Een atoom is opgebouwd uit een kern met daaromheen een elektronenwolk. Het grootste deel van het atoom bestaat uit niets. elektronenwolk. Het grootste deel van het atoom bestaat uit niets.

Massa lading kern:Massa lading kern:proton                              proton                              = 1 u            = 1 u            1+ lading1+ ladingneutron                            neutron                            = 1 u            = 1 u            00elektronenwolk elektronenelektronenwolk elektronen = 1/2000 u= 1/2000 u 1- lading1- lading

atoomnummer:atoomnummer: aantal protonen in de kern (en aantal elektronen in aantal protonen in de kern (en aantal elektronen in de wolk)de wolk)massagetal:massagetal: totale aantal protonen en neutronen in de kern totale aantal protonen en neutronen in de kernzelfde atoomnummer en groter (of kleiner) massagetal: zelfde atoomnummer en groter (of kleiner) massagetal: isotoopisotoopmeer protonen en neutronen betekent dat het atoom groter is; de meer protonen en neutronen betekent dat het atoom groter is; de atoomstraal neemt toe.atoomstraal neemt toe.

Atoombouw

  

HoofdgroHoofdgroepep

symboolsymbool PositievPositieve e valentievalentie

NegatieNegatievevalenvevalentietie

II H, Li, Na, K, Rb, H, Li, Na, K, Rb, Cs , FrCs , Fr

+1+1 niet niet mogelijkmogelijk

I II I Be, Mg, Ca, Sr, Be, Mg, Ca, Sr, Ba, RaBa, Ra

+2+2 niet niet mogelijkmogelijk

IIIIII B, Al, Ga, In, TlB, Al, Ga, In, Tl +3+3 niet niet mogelijkmogelijk

IVIV C, Si, Ge, Sn, PbC, Si, Ge, Sn, Pb +4+4 -4-4VV N, P, As, SbN, P, As, Sb +5+5 -3-3VIVI S, Se, TeS, Se, Te +6+6 -2-2VIIVII Cl, ICl, I +7+7 -1-1Covalentie: het aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding.

De elektronen in de buitenste schil vormen deDe elektronen in de buitenste schil vormen devalentie-elektronen.valentie-elektronen.

Als voorbeeld:Als voorbeeld:Boor zit in groep 13 van het PS. en heeft 5 elektronen, waarvan er 3 valentie-elektronenBoor zit in groep 13 van het PS. en heeft 5 elektronen, waarvan er 3 valentie-elektronenzijn (2 zitten er in de binnenste schil). Boor gaat dus makkelijk een binding aan met 3 Hzijn (2 zitten er in de binnenste schil). Boor gaat dus makkelijk een binding aan met 3 Hatomen, die elk maar 1 valentie-elektron ter beschikking heeft.atomen, die elk maar 1 valentie-elektron ter beschikking heeft.  

 

 

Groep 14 heeft 4 valentie-elektronen (2 van de 6 in de binnenste schil) en gaan bindingen aan met 4 H-atomen.b.v. koolstof. 

Bij een chemische reactie streven de atomen naar een Bij een chemische reactie streven de atomen naar een volle volle buitenstebuitenste schil (2 e- in de K schil (2 e- in de K

schil (uitzondering H. Een waterstofatoom staat zijn ene e- meestal schil (uitzondering H. Een waterstofatoom staat zijn ene e- meestal af), 8 e- in elke andereaf), 8 e- in elke andere

Buitenste schil) door e- op te nemen (dan ontstaat een negatief Buitenste schil) door e- op te nemen (dan ontstaat een negatief geladen ion) of door e- afgeladen ion) of door e- af

te staan (dan ontstaat een positief geladen ion).te staan (dan ontstaat een positief geladen ion).