1

Biofloor - Regelingen

TEF234 – Elektronische kamerthermostaat met scherm 230V & 24V

COMAP stelt een nieuw regelsysteem voor vloerverwarming voor. Dit bestaat uit een behuizing met een 6- of 10-kanaalsverdeler (MFC234), gewone of elektronische kamerthermostaten (TAF234 resp. TEF234) en elektrothermische koppen (TE24) om de verschillende circuits aan te sturen. Met dit regelsysteem is een optimale temperatuurregeling mogelijk, per zone of per lokaal.

Artikelcode Omschrijving

C411016001 Elektronische thermostaat, verwarming koeling, 230V - Biofloor

C411017001 Elektronische thermostaat, verwarming koeling, 24V - Biofloor

Toepassing Voor de tweepuntsregeling van individuele lokalen in woningen en lokalen voor professioneel gebruik, met Triac-uitgang voor maximaal 4 thermische servomotoren. De kamerthermostaat kan worden gebruikt als "autonoom" product of in combinatie met de elektrische verdeler MCF234 voor een vloerverwarmingssysteem Biofloor.

Beschrijving Elektronische kamerthermostaat met scherm

voor 24 V of 230 V voor verwarming/koeling. Helder LCD-scherm met

achtergrondverlichting Triac-uitgang met stille omschakeling

(modellen 24 V) Eenvoudige bekabeling NTC-sonde Geïntegreerde uurregeling en moederklok-

uitgang. Geoptimaliseerde uurregeling voor het

bereiken van een optimaal comfort en energiebesparing.

Ingang voor het verlagen van de kamertemperatuur.

Ingang voor de omschakeling verwarming/koeling.

Ingang voor de externe temperatuurvoeler. Koelingsonderdrukkings-functie voor de versie

verwarming/koeling. Geïntegreerde omschakeling "NC" en "NO". Modern design met ergonomische instelknop. Begrenzing van het instelbereik van de

insteltemperatuur. Automatische antivries-functie op 5 °C en

klepbeschermingsfunctie.

2

Biofloor - Regelingen

Technische karakteristieken Thermoplastische behuizing in PC+ABS - basisplaat wit (RAL 9003) Deksel wit (RAL 9016) Montage op muur of op inbouwdoos. Gewicht: 140 g

24V 230V

Elektrische voeding 24V ±20% - 50 Hz 230V ±10% - 50 Hz

Opgenomen vermogen <0,3 W zonder belasting

Instelbereik 5...30 °C

Instelnauwkeurigheid ±0,2 K

Verlaging instelbaar

Toegelaten kamertemperatuur 0...50 °C

Toegelaten luchtvochtigheid 5…80 % RV zonder condensatie

Gewicht 140 g

Zekering (in de behuizing) T1A T1AH

Uitgangen

Aantal servomotoren Max. 4 in parallel Max. 5 in parallel

Omschakelelement Triac Relais

Geschakeld vermogen 1A 1 A (0,8 A inductief)

Moederklok (versie C/R) 100mA 100mA

Ingangen

Verlaging (ECO) Ingang spanning 24 V Ingang spanning 230V

Verwarmen/koelen Ingang spanning 24V Ingang spanning 230V

Afstandssonde (versie C/R) NTC 22 kΩ

IP-index IP 20 (EN 60529)

Beschermingsklasse III (EN 60730) II (EN 60730)

Conformiteit EMC 2004/108/EG EN 61000-6-1, EN 61000-6-3

Laagspannings-richtlijn 2006/95/EG EN60730-1, EN60730-2-9

Aansluitklemmen Schroefklemmen voor verticale bekabeling van 0,2 tot 1,5 mm²

3

Biofloor - Regelingen

Aansluitkabel Stijf: NYM-J/NYM-O (max. 5 x 1,5 mm²) Soepel: H03V2V2H2-F / H05V2V2H2-F

Beschrijving van de functies

Functietabel Versie verwarming/koeling

C411016001 C411017001

Verwarmen √

Verwarmen/koelen √

Instelbare verlaging – ECO-modus √

Moduskiezer, normaal, verlaagd, stilstand √

Geïntegreerde uurregeling of instelbaar √

Geoptimaliseerde regeling √

Ingang verwarmen/koelen √

Uitgang moederklok (verlaging) √

Keuze verwarmingssysteem (vloer; radiator; convector)

√

Begrenzing van de insteltemperatuur √

Loopreserve 10 uur √

Keuze NC of NO √

Klepbeschermingsfunctie √

Antivries-functie √

LCD met achtergrondverlichting √

Ingang voor afstands-vloersonde √

4

Biofloor - Regelingen

Belangrijkste functies Voor de tweepuntsregeling van individuele lokalen in woningen en lokalen voor professioneel gebruik.

Met uitgangsrelais op 230 V: tot 5 thermische servomotoren. Met Triac-uitgang op 24 V: tot 4 thermische servomotoren. De kamertemperatuur wordt gemeten met een temperatuurvoeler en vergeleken met de momenteel geldende

instelwaarde. Naargelang de grootte van de afwijking wordt de hoeveelheid warmte die aan het lokaal wordt geleverd vermeerderd of verminderd.

Bij een warmtevraag wordt de thermische servomotor geactiveerd. De instelling van de kamertemperatuur, de bediening en de parameterinstelling gebeuren met de draaiknop. De nodige symbolen worden weergegeven op het grote scherm.

o De uitgang naar de thermische servomotoren is eveneens aangeduid. o Wanneer een ingang actief is, dan knippert het symbool "Verwarming" of "Koeling" traag.

Onderstaande tabel geeft aan welke basiscommando's mogelijk zijn met de instelknop.

Instelling van de instelwaarde

Wijziging van de werkingsmodus

Instelling van de functies en waarden

Parameters voor het bevoegde personeel

5

Biofloor - Regelingen

Beschrijving van de werking van de TEF234 versie verwarming/koeling De kamerthermostaat TEF234 werd ontworpen voor verwarming en koeling en beschikt over verschillende

vooraf gedefinieerde PI-regelingen. Door aan de knop te draaien kan men de insteltemperatuur wijzigen. De waarde kan worden opgeslagen door

op de knop te drukken of door 5 seconden te wachten. De draaiknop laat toe om de werkingsmodi of de instellingen

vast te leggen aan de hand van drie weergegeven menu-structuren.

Werkingsmodi Druk twee maal op de knop om de werkingsmodus in te stellen. Door de draaiknop (naar links of naar rechts) te draaien kan men volgende opties selecteren:

Normaal

ECO

Eco In/ Auto

Afwezigheid

Vergrendeling

Deactivering

Terug

Opmerking De momenteel ingestelde werkingsmodus wordt niet weergegeven in de selectie. Indien bijvoorbeeld de werkingsmodus "Normaal" is geactiveerd, dan worden enkel de modi ECO en ECO In/Auto weergegeven in de selectie.

Werkingsmodus "Normaal" of "ECO" Indien de modus ECO wordt gekozen, dan kan ECO worden ingesteld met de instelbare verlaagde temperaturen of door middel van de interne uurregeling. Bij manuele verandering van werkingsmodus of bij overschakeling naar de uurregeling wordt automatisch rekening gehouden met de vooraf ingestelde temperatuur voor de normale werkingsmodus (21 °C) of voor de verlaagde modus (19 °C). Deze waarden kunnen worden bepaald in het menu "Instellingen". De uitgang van de moederklok is altijd actief volgens de uurregeling, onafhankelijk van de werkingsmodus.

Invoer van de dagen afwezigheid Het aantal dagen afwezigheid kan worden gedefinieerd door de draaiknop te verdraaien. Men kan een afwezigheid tot 99 dagen instellen. De temperatuurregeling regelt dan naar de verlaagde temperatuur die op 16 °C is ingesteld. Eenmaal de dagen afwezigheid voorbij zijn kan de verlaagde temperatuur worden gewijzigd of automatisch worden gereïnitialiseerd op de vooraf gedefinieerde temperatuur. De functie kan worden uitgeschakeld door het aantal dagen op 0 in te stellen.

6

Biofloor - Regelingen

Voor het instellen van de waarde wordt verwezen naar de sectie "Instellingen".

Vergrendeling van de draaiknop en versie voor publiek toegankelijke plaatsen De draaiknop "Draaien/Drukken" kan worden vergrendeld. Om deze te ontgrendelen moet men de knop gedurende 5 seconden ingedrukt houden. Bij de versie voor publiek toegankelijke plaatsen kan de vergrendeling worden beveiligd bij middel van een toegangscode. Zie hiertoe de beschrijving van de parameter Par-030.

Deactivering van de thermostaat De kamerthermostaat kan worden gedeactiveerd. De temperatuurregeling is dan gedeactiveerd en de uitgang is buiten dienst. De klepbeschermingsfunctie en de antivries-functie op 5 °C blijven niettemin actief.

Klepbeschermingsfunctie De klepbeschermingsfunctie wordt om de 14 dagen gedurende 10 minuten geactiveerd indien tijdens deze periode geen enkele temperatuurregeling plaats vond (open uitgang). De servomotor wordt geactiveerd en opent de klep. Bij de actiezin "Normally open" (NO) is de klepbeschermingsfunctie eveneens actief.

Antivries-functie De geïntegreerde antivries-functie regelt de temperatuur in functie van de ingestelde waarde van de vorstbeveiliging. Zij verhindert het bevriezen van het buizenstelsel tijdens de niet-geregelde periodes.

Terug Keert terug naar het basisniveau of naar het vorige niveau.

7

Biofloor - Regelingen

Instellingen De instellingen kunnen als volgt worden geselecteerd:

De volgende opties zijn beschikbaar:

Verwarming Normale modus

Verwarming ECO-modus

Koeling Normale modus

Koeling ECO-modus

Afwezigheid

Min./max. -begrenzing

Dag/uur

Uurregeling

Kalibratie van de ogenblikkelijke waarde

Verlichting

Fabrieksinstelling

Terug

Temperatuurvoorschrift in normale werkingsmodus "Verwarming" of "Koeling". In de fabriek werd de temperatuur ingesteld op 21 °C. Het voordeel van deze functie is dat met deze waarde wordt rekening gehouden bij elke wijziging van de werkingsmodus of bij elke omschakeling via het schakelprogramma.

Temperatuurvoorschrift in ECO-werkingsmodus "Verwarming" of "Koeling". In de fabriek werd de temperatuur ingesteld op 19 °C. Het voordeel van deze functie is dat met deze waarde wordt rekening gehouden bij elke wijziging van de werkingsmodus of bij elke omschakeling via het schakelprogramma.

8

Biofloor - Regelingen

Temperatuurvoorschrift van de vloersonde Indien een vloersonde aangesloten en geactiveerd is in de parameter 040, dan is het volgende symbool dat wordt aangegeven als volgt:

De fabrieksinstelling is 3 en komt overeen met een temperatuur van ongeveer 22 °C. Wijziging hiervan is echter mogelijk:

°C 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28

1 2 3 4 5 6

Bij gebruik als vloersonde wordt een vloercomforttemperatuur geregeld. Zodra de comforttemperatuur is bereikt zal de binnensonde zorgen voor de regeling van de kamertemperatuur.

Temperatuurvoorschrift in de modus "Afwezigheid" Voor deze modus kan de temperatuur worden ingesteld tussen 5 en 20 °C. De fabrieksinstelling is 16 °C.

Begrenzing van de instelwaarde Een maximale en minimale begrenzingswaarde kan worden ingesteld.

Uur en dag van de week Voor de uurregeling kunnen het uur en de dag van de week worden ingevoerd. Bij een heropstart of na het overschrijden van de loopreserve van 10 uur moet men deze instelling opnieuw invoeren.

Uurregeling Door het kiezen van een individueel temperatuurprofiel voor elke dag van de week kan een optimaal wooncomfort worden gegarandeerd met een minimaal energieverbruik. In de kamerthermostaat beschikt men voor elke dag over 4 uurprogramma's. De instellingen kunnen vastgelegd zijn voor de week (maandag tot zondag), voor een werkdag, het weekend of voor eender welke dag. Twee uurroosters voor de week zijn opgeslagen: normale werkingsmodus van 06u00 tot 10u00 en van 15u00 tot 22u00. Gedurende de andere uren is de verlaagde modus geactiveerd. Buiten deze default-programma's kan men eveneens nog bijkomende uurregelingen creëren. De kamerthermostaat beschikt over een uitgang met moederklok die altijd actief is volgens de uurregeling, onafhankelijk van de werkingsmodus. Met deze uitgang kan men andere kamerthermostaten doen overschakelen op verlaagde modus via een regelingsverdeler, bijvoorbeeld de MCF234.

Kalibratie van de ogenblikkelijke waarde Men kan de invloed van de temperatuur van de muren compenseren over ±2 °C. De gecompenseerde temperatuur wordt op het scherm weergegeven als vastgestelde temperatuur.

Bijregelen van de achtergrondverlichting De achtergrondverlichting kan worden bijgeregeld of uitgeschakeld.

9

Biofloor - Regelingen

Terugstellen naar fabrieksinstelling Alle instellingen en toegangscodes die werden gewijzigd kunnen worden teruggesteld naar de fabrieksinstelling. Houd de knop gedurende 5 seconden ingedrukt om de terugstelling te bevestigen. Na de terugstelling herstart de kamerthermostaat. Het juiste uur en de dagen van de week moeten opnieuw worden ingevoerd.

Terug Keert terug naar het basisniveau of naar het vorige niveau.

10

Biofloor - Regelingen

Parameters Om de parameters in te stellen moet men als volgt te werk gaan:

De corresponderende instellingen zijn aangegeven in de handleiding.

Parameter Beschrijving

Par-010

Vooraf ingesteld regelalgoritme, voor de volgende toepassingen:

Standaard vloerverwarming – PWM-regeling

Lage energie vloerverwarming – PWM-regeling

Radiator / verwarmingsradiator – PWM-regeling

Passieve convector (lange opwarmingstijd) – PWM-regeling

Ventilo-convectoren – quasi tweepunts PI-regeling

Par-020

Activeren / deactiveren van het onderdrukken van de koeling

Het onderdrukken van de koeling verhindert dat het lokaal waarop de regeling betrekking heeft wordt gekoeld.

Indien het onderdrukken van de koeling is geactiveerd en de werkingsmodus op "Koeling" is ingesteld, dan wordt de verwarmingsmodus eveneens buiten dienst gesteld.

Par-030

Een code toewijzen voor de vergrendeling, of versie voor publiek toegankelijke plaatsen.

De vergrendeling moet daarenboven nog geactiveerd worden in het menu "Werkingsmodus". Geen enkele verandering van de instellingen is nu nog mogelijk. De vergrendelingscode wordt gevraagd wanneer de knop gedurende 5 seconden wordt ingedrukt.

Par-031 Wijziging van de vergrendelingscode. De code kan worden ingesteld tussen 0000 en

9999.

Par-040

Activering van een externe sonde

In de plaats van een interne sonde kan men een externe sonde aansluiten.

Bij gebruik als externe voeler voor de kamertemperatuur wordt de interne voeler uitgeschakeld.

Instelling van de insteltemperatuur van de externe sonde in het menu "Instelling".

Par-041

Instelling van de vloertemperatuur-correctie

Een divergente meting van de ogenblikkelijke vloertemperatuur kan worden gecorrigeerd.

Instelbereik van -2 °C tot +2 °C

Par-050

Bijregelen van de duur van de achtergrondverlichting van het scherm.

Bepaalt hoelang de achtergrondverlichting van het scherm aan blijft na een commando. Het instelbereik is van 0 tot 30 seconden in stappen van 5 seconden.

11

Biofloor - Regelingen

Par-090

Weergave van de toestand van het signaal op de uitgang naar de thermische servomotor.

Indien de uitgang naar de thermische servomotoren actief is, dan ziet men het symbool voor verwarming of koeling langzaam knipperen.

Indien deze uitgang niet actief is, dan wordt dit symbool permanent weergegeven.

Par-110

Instelling van de actiezin van de kamertemperatuur-regelaar (NC, normaal gesloten of NO, open in rust).

Fabrieksinstelling: NC, normaal gesloten

De actiezin van de kamertemperatuur-regelaar en dus de uitgang voor de thermische servomotoren worden omgekeerd. Men moet hiervoor thermische servomotoren van het type NO gebruiken.

Wanneer men deze functie gebruikt met de regelingsverdeler MCF234 voor 10 kanalen, dan moet de actiezin op de verdeler eveneens op NO worden ingesteld.

Par-161

Instelling van de drempel van de vorstbeveiliging.

Activeert automatisch de antivries-functie wanneer de ingestelde temperatuur van 5 °C wordt onderschreden.

De grenswaarde kan ingesteld worden tussen 5 °C en 10 °C.

Par-170

Activering van de "Geoptimaliseerde uurregeling".

Indien de functie "Geoptimaliseerde uurregeling" geactiveerd is (fabrieksinstelling), dan wordt de instelwaarde bereikt op het ingestelde uur.

Om de instelwaarde te bereiken wordt de verwarmings- of koelingsmodus tijdig gestart, voor het ingevoerde uur.

Om energie te besparen wordt de tijd berekend die vereist is om de verlaagde modus te bereiken .

Par-190

Instelling van de duur van de cyclus van de klepbeschermingsfunctie.

Men kan de duur van de cyclus van de klepbeschermingsfunctie instellen.

Deze functie verhindert dat zich in het klephuis een blokkering voordoet.

Indien men de functie instelt op 0 wordt de functie uitgeschakeld.

Standaard wordt deze functie om de 14 dagen geactiveerd, onafhankelijk van de toestand van de uitgang tijdens deze periode.

Par-191

Definitie van de activatieduur van de klepbeschermingsfunctie.

De activatieduur kan worden geoptimaliseerd in functie van de werkingsduur van de thermische servomotor.

De fabrieksinstelling is 5 minuten.

Par-420

Onderhoudscode 1234 om het onderhoudsmenu te wijzigen.

Teneinde ongewenste toegang tot de onderhoudsparameters te vermijden, bevelen wij aan dat de installateur de onderhoudscode verandert en deze op een veilige plaats bewaart.

De onderhoudscode kan opnieuw worden geïnitialiseerd door te reïnitialiseren. Zie de sectie "Terugstellen naar fabrieksinstelling".

12

Biofloor - Regelingen

Scherm Er wordt een LCD-scherm gebruikt met afmetingen 58 x 34 mm.

Dag van de week

Bevestigen

Ontgrendeling

Voorgaand niveau

Werkwijze

Omschakeltijdstip

Instellingen/parameters

Deactivering

Fahrenheit

Verlaging (ECO)

Ogenblikkelijke en ingestelde waarde

Normale werkingsmodus

Celsius

Uurregeling

Ondergrens van de instelwaarde

Koeling

Bovengrens van de instelwaarde

Verwarming

Afwezigheid

Loopreserve Wanneer de loopreserve mocht aflopen (na ongeveer 10 uur), dan zijn de instellingen niet verloren. Enkel het uur en de dag van de week moeten opnieuw worden ingevoerd.

Weergave van de omschakeluitgang De activatie van de omschakeluitgang en van de thermische servomotor worden weergegeven op het scherm. Wanneer de uitgang actief is, dan knippert het symbool "verwarming" of "koeling" traag. De weergave van de omschakeluitgang kan worden geactiveerd of gedeactiveerd in het menu "Parameters".

13

Biofloor - Regelingen

Conform gebruik Dit product werd uitsluitend ontworpen om te worden gebruikt zoals door de fabrikant voorzien in de sectie "Beschrijving van de werking". Het naleven van alle corresponderende instructies voor het product maakt hier eveneens deel van uit. Wijzigingen of omvormingen zijn niet toegestaan.

Opmerkingen betreffende de projectstudie en de montage De montage gebeurt op ongeveer 1,5 m boven het vloerniveau, op een binnenwand. De montageplaats moet afgeschermd zijn van rechtstreeks zonlicht en van andere warmtebronnen, zoals tv-toestellen, lampen en verwarmingsradiatoren, maar ook van tocht.

Beheer en behandeling van de afvalstoffen Respecteer voor de verwijdering de geldende lokale wetgeving.

Aansluitschema

230V – C411016001 24V – C411017001

14

Biofloor - Regelingen

Plaatsingsplan

Elektronische kamerthermostaat - TEF234

De fabrikant behoudt zich het recht op eender welke wijziging voor, zonder dit vooraf te moeten melden. Elke gehele of gedeeltelijke reproductie moet vooraf worden goedgekeurd door COMAP NV.

Ref.

: 00823_2016-0

3_D

UT

B