Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012 · Gea van der Woude, beleidsmedewerker...

39
1 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012 1. Nulmeting Participatiekamer, 9 juni 2011 2. Mensen, overzicht van projectorganisatie en deelnemers pilot Intern Traject Burgerparticipatie Twenterand 2011-2012 3. Notitie Participatiekamer – wat en hoe, 30 mei 2011 4. Planning Participatiekamer, juni 2011 – januari 2012 5. Agenda’s Programma Participatiekamers, september 2011 – januari 2012 6. Presentaties Participatiekamer 7. Resultaten enquête Participatiekamer

Transcript of Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012 · Gea van der Woude, beleidsmedewerker...

1 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlagen Eindnotitie Intern Traject

Burgerparticipatie 2012

1. Nulmeting Participatiekamer, 9 juni 2011

2. Mensen, overzicht van projectorganisatie en deelnemers pilot Intern Traject

Burgerparticipatie Twenterand 2011-2012

3. Notitie Participatiekamer – wat en hoe, 30 mei 2011

4. Planning Participatiekamer, juni 2011 – januari 2012

5. Agenda’s Programma Participatiekamers, september 2011 – januari 2012

6. Presentaties Participatiekamer

7. Resultaten enquête Participatiekamer

2 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 1. Nulmeting Participatiekamer, 9 juni 2011

De gemeente Twenterand gaat aan de slag met burgerparticipatie. Hiervoor is in mei 2011

het Interne Traject Burgerparticipatie gestart. Het doel van het Interne Traject is

medewerkers (en leidinggevenden) meer te laten doen met beleidsparticipatie en het

stimuleren van burgerinitiatieven.

Om duidelijk te krijgen waar de gemeentelijke organisatie staat voor wat betreft

burgerparticipatie is in mei een aantal interviews gehouden met medewerkers van diverse

afdelingen, clusters en teams (gemeentelijke scan). De resultaten van deze interviews

vormen de Nulmeting Burgerparticipatie.

Methodiek. Alle interviews vonden plaats tussen 24 mei en 31 mei 2011. De gesprekken met

de individuele medewerkers duurden gemiddeld drie kwartier. De verschillende

medewerkers zijn aangedragen door de leidinggevenden, op verzoek van het

Managementteam en van de interne projectleider. Er zijn 15 mensen geïnterviewd en twee

groepsgesprekken gehouden. In totaal hebben 24 mensen meegedaan met de gemeentelijke

scan burgerparticipatie.

Vragenlijst. Als leidraad bij de gesprekken is een vragenlijst gebruikt (zie bijlage 2). De open

vragen zijn gericht op huidige kennis en ervaring van (trajecten en projecten van)

burgerparticipatie, zowel van de geïnterviewde als van directe collega’s en op persoonlijke

gevoelens, beleving en houding ten aanzien van burgerparticipatie. Daarnaast is gevraagd

naar de relatie met de competenties klantgerichtheid, ondernemerschap, schriftelijk en

mondeling communiceren en samenwerken, en daarmee naar de samenhang met

Competentiemanagement “Op Koers”.

Burgerparticipatie. We maken bij burgerparticipatie een onderscheid tussen

beleidsparticipatie, ofwel burgers participeren bij beleidsvorming en –uitvoering van de

gemeente, en burgerinitiatieven, de activiteiten en werkzaamheden van de Twenterandse

samenleving. Het onderscheid zit in de vraag wie de uiteindelijke besluiten neemt, de

gemeente of de initiatiefnemers. In de notitie “Twenterander aan zet” wordt gesproken over

burgerparticipatie en overheidsparticipatie.

Beleidsparticipatie. Alle geïnterviewde medewerkers hebben duidelijke beelden bij het

betrekken van burgers bij gemeentelijk beleid en uitvoering. Het merendeel vindt het

belangrijk en soms zelfs essentieel om burger te betrekken bij beleidsvorming en

beleidsuitvoering.

3 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

De gemeente Twenterand heeft veel kennis en ervaring opgebouwd over inspraaktrajecten

bij projecten en van diverse vormen van interactieve beleidsvorming. En dat horen we ook

terug in de gesprekken. Door de geïnterviewde medewerkers zijn geen trajecten van

beleidsparticipatie genoemd die niet goed verlopen zijn. Wel is gezegd dat het betrekken

van burgers tijdrovend kan zijn, dat achteraf bezien andere instrumenten ingezet konden

worden, zoals de website en de Twenterandse Courant waardoor meer inwoners betrokken

konden worden.

Ook is de groep ‘beroepsklagers’ aan de orde geweest, waarmee een directe relatie wordt

gelegd tussen de manier waarop beleidsparticipatie is ingericht en het aantal klachten en

bezwaren tegen het betreffende beleid. Draagvlak en weinig weerstand achteraf zijn voor de

medewerkers indicatoren voor een geslaagd traject van beleidsparticipatie.

Burgerinitiatieven. De beelden over activiteiten en werkzaamheden van de Twenterandse

samenleving zelf, die hier burgerinitiatieven genoemd worden, zijn minder eenduidig. Een

aantal keer is het initiatief op de rotonde van Westerhaar genoemd als een minder

geslaagde actie, ook vanwege al lopende beleidsparticipatie. In principe geven de

medewerkers aan dat initiatieven vanuit de bevolking goed zijn en gestimuleerd mogen

worden, maar hoe dan de verhouding met de gemeente eruit kan zien is niet erg duidelijk.

Uitzondering hierop zijn de trajecten van Dorpsplan Plus waar vooraf duidelijke afspraken

gemaakt zijn tussen lokale gemeenschappen en overheden.

Proces. Burgerparticipatie blijkt volgens de medewerkers meer effectief te zijn bij het in zo

vroeg mogelijk stadium betrekken van de samenleving. Proactief en zelfs preventief werken

heeft voor hen een duidelijke voorkeur. Dat geldt ook voor de manier waarop het eigen werk

is georganiseerd en dan vooral in relatie tot andere collega’s en organisatieonderdelen

(afdelingen, clusters, teams). Diverse medewerkers die direct met klanten te maken hebben,

zowel externe klanten (burgers) als interne klanten (collega’s), zoeken en vinden

mogelijkheden om meer werk “aan de voorkant” gedaan te krijgen. Daarvoor hebben zij

intern hun collega’s hard nodig, maar omgekeerd ook. Maar ook extern hebben zij hun

klanten (burgers, bedrijven, instellingen) hard nodig.

Voorbeelden zijn:

� de adviezen die Control aanlevert aan de Afdeling Beleid voor het maken van

beleidsvoorstellen met checklist,

� het overleg tussen buitendienst en binnendienst met als doel beter beheren openbare

ruimte,

� het bij de start van gemeentelijke projecten inbrengen van de Milieuagenda door cluster

Milieu, om duurzaamheid als begrip te versterken in denken en doen van de gemeente,

� de manier waarop Cluster Juridische Zaken van Interne Dienstverlening in gesprek gaat

met collega’s om gezamenlijk te leren van bezwaarschriften en klachten,

4 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

� de mogelijkheid voor Afdeling Leefomgeving om een “groene zone” in te richten voor

bemiddeling om zo handhaving uit te stellen (of zelfs te voorkomen),

� de manier van ondersteunen bij het leren van CORSA van Interne Ondersteuning, door er

desnoods gewoon naast te gaan zitten,

� De noodzaak voor Cluster Samenlevingszaken van Afdeling Beleid om de

gemeenteraadsleden goed en volledig te informeren en mee te nemen in de diverse

trajecten, om zo afwijkende besluitvorming te voorkomen,

� De noodzaak voor de Griffie om beleidsprocessen zo (te laten) inrichten dat

gemeenteraadsleden mee genomen worden en over goede informatie beschikken,

Deze voorbeelden laten volgens ons zien dat er veel aandacht is voor integraal en interactief

werken binnen de gemeente, maar ook dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Open en

transparant informatie delen wordt door een aantal medewerkers ook als randvoorwaarde

gezien.

Gereedschapskist. Naast de voorbeelden van trajecten van beleidsparticipatie merken we

dat er bij veel medewerkers behoefte is aan meer informatie over toe te passen participatie

instrumenten. De instrumenten die genoemd zijn in de notitie “Twenterander aan zet” zijn

een goede start. Vragen als wat kan ik gebruiken, wanneer werkt het goed, met welke

voorwaarden moet ik rekening houden, blijken bij de medewerkers te spelen. Kennis is dan

niet genoeg, er is behoefte aan inzicht ofwel leren door te doen.

Competenties en vaardigheden. In de vragenlijst worden drie competenties genoemd:

klantgerichtheid, communiceren en ondernemerschap. In de gesprekken kwamen ook aan

de orde: samenwerken, onderhandelen, resultaatgerichtheid, open/eerlijk/transparant,

betrouwbaar, goed luisteren/signaleren, mensenkennis, inlevingsvermogen/aansluiten bij

lokale situatie, verwachtingsmanagement, schakelen tussen belangen (gemeente en lokale

partij), verbinden, flexibele houding en aanpak.

Vanuit het PMB kwam het signaal dat een projectleider niet alle bovenstaande competenties

en vaardigheden hoeft te hebben, hij of zij moet vooral het proces zo organiseren dat

ontbrekende kwaliteiten ingehuurd of toegevoegd kunnen worden door anderen (intern of

extern). Wij denken dat dit signaal niet alleen voor projectleiders geldt, maar veel breder

binnen de gemeentelijke organisatie aangewend kan worden, als het gaat om

burgerparticipatie. Gebruik elkaars talenten en vaardigheden.

Gemeentelijke regie en sturing. Een aantal keer is het belang van gemeentelijke regie en

sturing genoemd door de deelnemers, ook het gebrek daaraan of de onduidelijkheid erover.

Helderheid over de rol en positie van de gemeente als geheel is essentieel bij het betrekken

van burgers en het stimuleren van een aansluiten bij burgerinitiatieven. Onderlinge

afstemming en samenwerking zou volgens ons moeten gebeuren vanuit een gezamenlijk

gedeeld en helder beeld over de rol en positie van de gemeente in de Twenterandse

samenleving.

5 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Ten slotte. In de gesprekken hebben we een grote betrokkenheid ervaren bij alle

gesprekspartners. Iedereen wil het goed doen maar zoekt soms nog naar het optimale en

een antwoord op de vraag hoe (burger)participatie vorm krijgt; persoonlijk, binnen de eigen

afdeling en organisatie-breed.

De gesprekken geven veel input voor de Participatiekamer. Er bestaat een grote behoefte

om de eigen kennis, vaardigheden en vragen met elkaar te delen. Er is een grote bereidheid

tot deelname aan de Participatiekamer. Wij zien een goede kopgroep ontstaan om

burgerparticipatie binnen de gemeente Twenterand verder aan te pakken.

Bijlage. Vragenlijst scan gemeentelijke organisatie Twenterand, 23 mei 2011

Wat is het?

Korte inventarisatie van burgerparticipatie zoals ervaren en beleefd wordt door individuele

medewerkers van de gemeente Twenterand. De gebruikte methode is die van de steekproef.

Aan de hand van een korte vragenlijst wordt van de medewerker de ervaring, houding en

mening gepeild. Ook wordt naar de relatie met competenties en vaardigheden gevraagd.

Waar wordt het voor gebruikt?

De resultaten van de scan worden gebruikt voor de Participatiekamer, de Inspiratiedag en

(optioneel) voor een nog te ontwikkelen monitor. De resultaten worden anoniem gemaakt.

Vragenlijst

1. Wie ben je en wat doe je?

2. Wat vind je van burgerparticipatie, welke gevoelens roept dat op (enthousiasme,

irritatie, etc.)?

3. Wat zijn de concrete ervaringen met burgerparticipatie in je eigen werk?

4. Zijn er concrete ervaringen in je eigen team of bij je directe collega’s? Tot welke

reacties leidt dit?

5. Hoe denk je dat jouw leidinggevende (teammanager, hoofd, etc.) omgaat met

burgerparticipatie? Wat is zijn of haar mening?

6. Heeft burgerparticipatie naar jouw mening te maken met communicatie, met

klantgerichtheid, of met ondernemerschap?

6 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 2. Mensen, overzicht van projectorganisatie en

deelnemers Intern traject Burgerparticipatie Twenterand,

juni 2011 – januari 2012

Stuurgroep

� André Idzinga, wethouder Burgerparticipatie

� Jos Marinus, vertegenwoordiger MT

� Mickle Heite, afdelingshoofd P&O

Projectleiding

� Allard Vaatstra, intern projectleider

� Mark Verhijde, adviseur en trainer (extern)

� Jan Temmink, adviseur en trainer (extern)

Projectgroep

� Esther van Duuren, beleidsadviseur (Afdeling Interne dienstverlening en beleid, cluster

juridische zaken)

� Pearl Elders, beleidsmedewerker Evenementenbeleid (afdeling Leefomgeving)

� Peter Geerdink, juridisch medewerker Omgevingsrecht (afdeling Leefomgeving)

� Odette Haandrikman, medewerker Planning, coördinator P&C cyclus (afdeling Controle)

� Ronald Kascha, medewerker Kwaliteit (afdeling Dienstverlening)

� Jeanet Kleine, applicatiebeheerder CORSA (Afdeling Interne Ondersteuning)

� Gerrit Lichtenberg, medewerker Milieu (afdeling Dienstverlening)

� Kirsten Postma, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting (afdeling Beleid)

� Gerja Rozendaal, senior beleidsmedewerker (afdeling Beleid, cluster RO)

� Wim van Staalduinen, projectleider (PMB)

� Hugo Wiggers, groen- en cultuurtechnisch medewerker (afdeling Leefomgeving)

� Allard Vaatstra, senior communicatie (afdeling Interne dienstverlening en beleid)

� Gea van der Woude, beleidsmedewerker maatschappelijke voorzieningen (afdeling

Beleid, cluster samenlevingszaken)

Klankbordgroep

� Herman Jansen (Den Ham, ondernemer, Hami Middenstand)

� Piet van der Sluis (Den Ham, recreant, voormalig wethouder Gouda en Utrecht)

� Jeroen Klinkhamer (Westerhaar, ondernemer, Algemeen Zakelijk Belang)

� Henk de Boer (Westerhaar, Plaatselijk Belang)

� Martin Wessels (Vriezenveen/Westerhaar, ondernemer, zorgboerderij)

� John Braker (Vriezenveen, manager dienstverlening, gezondheidszorg, SOWECO)

� Ali Olthof (Den Ham, inwoner, oppas-oma)

7 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 3. Participatiekamer – wat en hoe, 30 mei 2011

Deze korte notitie behandelt het instrument Participatiekamer, als onderdeel van het

Interne Traject Burgerparticipatie Twenterand. Het is nadrukkelijk een middel, geen doel op

zich. De setting en het programma van de Participatiekamer zijn bedoeld om medewerkers

van de gemeente Twenterand te trainen en te begeleiden bij het verrijken van het eigen

werken met burgerparticipatie.

Doel. Het positief beïnvloeden van de houding, de vaardigheden en de competenties van 8

tot 10 medewerkers (de projectgroep) van de gemeente Twenterand ten aanzien van

burgerparticipatie, zowel wat betreft beleidsparticipatie als het stimuleren van

burgerinitiatieven.

Algemeen resultaat. De betrokken medewerkers hebben goed inzicht in de mogelijkheden

van het verbinden van burgerparticipatie met het eigen werk. Zij zijn in staat om de

aangereikte instrumenten van burgerparticipatie toe te passen en laten dat ook zien in het

werk. De medewerkers stellen zich op als ambassadeurs van (het interne traject)

burgerparticipatie richting collega’s, bestuur en externe partijen. Zij betrekken collega’s van

de eigen afdelingen en teams bij vraagstukken over burgerparticipatie. Onderlinge

consultatie en intervisie worden veel gebruikt door deze medewerkers.

Resultaat competentiemanagement. De medewerkers hebben kennis en inzicht verworven

hoe de (kern)competenties van de gemeentelijke organisatie (volgens

competentiemanagement “Op Koers”) gebruikt kunnen worden ten behoeve van

burgerparticipatie. Persoonlijke leervragen en leervragen voor de gemeentelijke organisatie

zijn aangepakt volgens het principe “learning by doing”; de medewerkers hebben kennis en

ervaring opgedaan hoe (bijvoorbeeld) mondeling en schriftelijk communiceren,

klantgerichtheid, samenwerken en ondernemerschap het eigen werk kan verrijken in het

kader van burgerparticipatie.

Opzet Participatiekamer. De Participatiekamer is een werkatelier die maandelijks plaats

vindt gedurende één dagdeel (middag). Hiervoor komt de projectgroep bij elkaar in een

aparte ruimte (kamer). De Participatiekamer wordt aangestuurd door de projectleiders.

Uitgangspunt is het eigen werk van de projectgroep, dat wil zeggen, iedere deelnemer

neemt eigen werk mee naar de Participatiekamer.

Tijdens de Participatiekamer wordt besproken of en hoe dat eigen werk aangevuld kan

worden met participatie-instrumenten, wat een dergelijke aanvulling betekent voor de

kwaliteit van het eigen werk (dienst of product), wat dat vraagt van de betreffende

medewerker (in termen van houding, competenties en vaardigheden) en hoe de

gemeentelijke organisatie als geheel hier baat bij heeft.

8 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

De projectgroep gebruikt de Participatiekamer als vehikel voor onderlinge kennis- en

ervaringsuitwisseling van aspecten van burgerparticipatie, voor collegiale consultatie en voor

intervisie. Het is niet de bedoeling dat de projectgroep uitsluitend gevoed wordt door de

projectleiders, zij moedigen juist aan dat de deelnemers leren van elkaars ervaringen op het

gebied van burgerparticipatie.

Een belangrijk onderdeel van de Participatiekamer zijn de persoonlijke individuele

leervragen en de leervragen betreffende de eigen afdeling of team en de gemeentelijke

organisatie. Het formuleren van deze leervragen en het invullen daarvan is een vast

onderdeel van de bijeenkomsten.

Projectgroep en collega’s op afdelingen en teams. Van de deelnemers aan de

Participatiekamer wordt verwacht dat zij de opgedane kennis en ervaringen uit de

maandelijkse bijeenkomsten delen met hun collega’s in de eigen teams en afdelingen.

Hiervoor zijn terugkoppelingen tijdens afdelingsoverleg of teamoverleg geschikt.

Ook wordt het op prijs gesteld dat vragen, problemen en opgaven met betrekking tot

burgerparticipatie vanuit de eigen afdeling of team worden ingebracht in de volgende

Participatiekamer. Ook het betrekken en meenemen van directe collega’s is mogelijk, zodat

de kennisoverdracht tussen Participatiekamer en gemeentelijke organisatie versterkt wordt.

Projectgroep en leidinggevenden. Deelname aan de Participatiekamer stemt de medewerker

af met zijn of haar leidinggevende. Het gaat ten slotte om een tijdsinvestering van de

betreffende medewerker en om organisatiebelangen van afdelingen en teams. Deelname

aan de Participatiekamer is niet vrijblijvend; om de individuele leervragen te kunnen

aanpakken is het belangrijk dat de medewerkers zich verbinden aan aanwezigheid bij de

maandelijkse bijeenkomsten en bereid zijn om uitvoering te geven aan het programma van

de Participatiekamer. Gezien de opzet van de Participatiekamer is de aanwezigheid en inzet

van de medewerker ook belangrijk voor zijn of haar bijdrage aan de leervragen van de

andere deelnemers en van de gemeentelijke organisatie zelf. Op verzoek geven de

projectleiders aanvullende toelichting op het instrument Participatiekamer en de waarde

ervan voor de gemeentelijke organisatie en de betrokken medewerker(s).

De projectleiders vinden het belangrijk dat de Participatiekamer (en in feite het hele Intern

Traject Burgerparticipatie) nauw aansluit bij het al lopende traject “Op Koers” en

competentiemanagement. Indien leidinggevenden met concrete leerdoelen van

competenties en vaardigheden komen, die aansluiten bij die van Burgerparticipatie, wordt

dat zeer op prijs gesteld.

Tussentijdse resultaten worden opgenomen in de voortgangrapportages, in de eindnotitie

Burgerparticipatie staan de diverse leerervaringen opgedaan in de Participatiekamer.

9 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 4. Programma en planning Participatiekamer

PK 2011-2012 Thema Competenties & Vaardigheden

1 6 juni Kennismaken, bespreken programma

2 29 juni Behandeling van en afspraken

over leerdoelen en cases

Communicatie “Driehoekjes” –

Vertellen, Bevragen, Observeren.

3 7 september Procesarchitectuur

beleidsparticipatie,

Participatieplan

Resultaatgerichtheid

4 29 september Krachtenveldanalyse Samenwerken,

Omgevingsbewustzijn

5 13 oktober Werkbezoek Buitendienst,

relatie beleid en uitvoering

Betrouwbaarheid (als in 1

gemeente zijn)

6 31 oktober Burgerinitiatieven Communicatie, Onderhandelen,

Creativiteit & Vindingrijkheid

7 21 november Lagerhuisdebat,

Burgerinitiatieven II: Geld &

Rendement

Communicatie, Ondernemerschap

8 12 december Werkbezoek Team

Zwembaden, Experimenten

Ondernemerschap

9 9 januari Presentatie eigen resultaten

voor Jury, uitreiken hoofdprijs

10 23 januari Vaststellen bouwstenen

Eindnotitie & Evaluatie,

uitreiken certificaat

10 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 5. Agenda’s Programma Participatiekamers 2011-

2012

7 september 2011 – Participatiekamer 3

Programma PK 3

13:00 Korte terugblik PK 1 en 2, leerdoelen deelnemers, programma PK 2011-2012

13:15 Programma uitleg – thema procesarchitectuur, competentie

resultaatgerichtheid

13:20 (Presentatie) Uitleg procesarchitectuur, voorbeeld participatieplan Unieke

Brink: focus op ontwerper, enquêteboek, werkgroep bewoners en bewoners brinken,

opgave: zo groot mogelijk respons vanuit de buurt & kwaliteit in ruimtelijk ontwerp

nieuwe brinken.

13:45 (Plenair) Voorbeeld deelnemer: opstellen participatieplan: hoe doe je dat,

welke stappen zijn er, hoe haal je resultaat?

14:00 (In groepjes van 2 personen) Zelf opstellen participatieplan op eigen activiteit

of project.

14:30 Pauze

14:40 (in groepjes) Vervolg zelf opstellen participatieplan.

15:00 (Plenair) Terugkoppeling resultaten: wat komt overeen, wat is verschillend?

15:20 (Plenair) Competentie Resultaatgerichtheid: wat is het, hoe komt het tot

uitdrukking in activiteiten en projecten, hoe is het te combineren met

burgerparticipatie, wat is daarvoor nodig? Hoe hangt het samen met de

procesarchitectuur?

15:40 (In groepjes) Aanscherpen opgesteld participatieplan eigen activiteiten en

projecten vanuit resultaatgerichtheid en burgerparticipatie.

16:00 (Plenair) Korte terugkoppeling. Voorbereiding PK 4 (te gast bij de werf en in

gesprek met de medewerkers van de Buitendienst, competentie Betrouwbaarheid).

11 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Huiswerk voor PK 4

(1) Hoe komt de uitvoering – d.w.z. het werkelijk (laten) realiseren – terug in je eigen

activiteiten en projecten? Is het onderdeel van het (opgestelde) participatieplan?

Welke invloed heb je op de uitvoering? Welke invloed heeft de uitvoering op

jouw eigen activiteiten en projecten?

(2) Wat betekent de competentie Betrouwbaarheid voor je? Geef dat aan op

persoonsniveau, team/afdeling niveau en gemeentelijk niveau. Wat heeft

Burgerparticipatie met Betrouwbaarheid te maken?

(3) (In gesprek met de Buitendienst) Maak gebruik van de rollen Verteller, Bevrager

en Observator (uit PK 2). Wees te gast en praat op een constructieve manier.

Luister naar wat de Buitendienst te vertellen heeft en vraag door.

Bijlage 1 bij PK 3: Procesarchitectuur bij beleidsparticipatie - Participatieplan

Om burgerparticipatie (beleidsparticipatie) goed te integreren in je eigen

werkzaamheden, is het raadzaam om vooraf een participatieplan te maken. Als het

goed is geeft dat participatieplan antwoord op veelheid aan vragen. Om een aantal te

noemen: welke keuzen maak ik om een geslaagd participatietraject op te zetten, hoe

maak ik dat zichtbaar (en meetbaar)? Hoe ga ik om met de spanning tussen het

tempo van de betrokken partijen en dat van mijn project? Hoe laat ik zien dat mijn

werk meer kwaliteit krijgt door burgerparticipatie en hoe verantwoord ik uitloop in

tijd vanwege burgerparticipatie? Maar zeker ook: welke planning hanteer ik, welke

instrumenten zet ik in?

In projectmatig werken wordt gewerkt met projectplannen, en in feite is het plan bij

burgerparticipatie daarmee goed te vergelijken. Wat enigszins verschilt met een

projectplan is de aandacht voor het proces, vandaar procesarchitectuur bij

burgerparticipatie. De volgende vijf stappen helpen om tot een goed participatieplan

te komen.

(1) Verkennen door informatie te verzamelen.

(2) Voorbereiden door het participatiespeelveld, de spelers, de speelstijlen en de

spelregels vast te stellen, met afspraken voor/met alle partijen hierover.

(3) Opstellen realistisch en haalbaar (project)plan, met randvoorwaarden, goede

probleemanalyse. Gezamenlijke zoektocht naar oplossingsrichtingen en

alternatieven, gedragen keuze of prioriteiten, besluitvorming.

12 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

(4) Uitvoering, in projectmatige vorm.

(5) Evaluatie op gehaalde doelen en resultaten.

NB. Het helpt bij stap (2) om goed de nota Twenterander aan Zet (2011) te lezen.

Diverse aanknopingspunten voor het participatiespeelveld, speelstijlen en spelregels

komen hier aan de orde.

Bijlage 2 bij PK 3: Competenties (Competentiewoordenboek S&N 2008)

Resultaatgerichtheid

Definitie

Zich blijven richten op het afgesproken resultaat of het gestelde doel, ook bij

problemen, tegenslag, tegenwerking of afleidingen.

Gedragsvoorbeelden

Omschrijft te behalen resultaten zoveel mogelijk in SMART termen (Specifiek,

Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden).

Richt processen en activiteiten zo in dat het behalen van resultaten voorop staat en

stelt bij als het nodig is.

Houdt het einddoel goed voor ogen, houdt de grote lijn vast.

Rapporteert periodiek over de resultaten en ontwikkelingen.

Is vasthoudend bij het realiseren van de doelen en zorgt dat er resultaat wordt

bereikt.

Spreekt aan op het nakomen van afspraken.

Wijkt zo nodig (in overleg) af van procedures en planningen of past de tactiek aan om

resultaten te behalen.

13 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

26 september 2011 – Participatiekamer 4

Programma

13:00 Korte terugblik, leerdoelen deelnemers, aanpassing programma PK 2011-2012

13:15 Programma uitleg – thema krachtenveldanalyse (bijlage 1), competenties

samenwerking en omgevingsbewustzijn (bijlage 2).

13:20 Uitleg krachtenveldanalyse, voorbeeld casus Zwembaden: actoren en hun

organisaties, opgave projectleider: hoe bereik ik de beoogde bezuinigingen & hoe

komt dat overeen met wat de Werkgroep van betrokken burgers vindt? M.a.w. hoe

beweegt de projectleider zich in dit krachtenveld?

14:00 (In groepjes) Zelf opstellen krachtenveldanalyse voor eigen activiteit of

project.

14:30 Pauze

14:40 (in groepjes) Vervolg zelf opstellen krachtenveldanalyse.

15:00 (Plenair) Terugkoppeling resultaten: wat komt overeen, wat is verschillend?

15:20 (Plenair) Competenties samenwerken en omgevingsbewustzijn: wat is het,

hoe komt het tot uitdrukking in activiteiten en projecten, hoe belangrijk is voor

burgerparticipatie? Hoe hangt het samen met het thema krachtenveldanalyse?

15:40 (In groepjes) Nogmaals bekijken opgesteld krachtenveld eigen activiteiten en

projecten vanuit samenwerken en omgevingsbewustzijn.

16:00 (Plenair) Korte terugkoppeling. Voorbereiding PK 5 (te gast bij de werf en in

gesprek met de medewerkers van de Buitendienst, competentie Betrouwbaarheid).

Huiswerk voor PK 5

(1) Hoe komt de uitvoering – d.w.z. het werkelijk (laten) realiseren – terug in je eigen

activiteiten en projecten? Is het onderdeel van het (opgestelde) participatieplan?

Welke invloed heb je op de uitvoering? Welke invloed heeft de uitvoering op

jouw eigen activiteiten en projecten? (let op: dit sluit goed aan bij het thema

krachtenveldanalyse en de competenties Omgevingsbewustzijn en

Samenwerken).

14 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

(2) Wat betekent de competentie Betrouwbaarheid voor je? Geef dat aan op

persoonsniveau, team/afdeling niveau en gemeentelijk niveau. Wat heeft

Burgerparticipatie met Betrouwbaarheid te maken?

(3) (In gesprek met de Buitendienst) Maak gebruik van de rollen Verteller, Bevrager

en Observator (uit PK 2). Wees te gast en praat op een constructieve manier.

Luister naar wat de Buitendienst te vertellen heeft en vraag door.

Bijlage 1 bij PK 4: Krachtenveldanalyse bij burgerparticipatie

Hieronder vind je een korte beschrijving van het instrument krachtenveldanalyse.

Waarom krachtenveldanalyse?

Het maken van een krachtenveldanalyse geeft inzicht in je eigen rol en positie. Het

helpt je om te bepalen welke acties succesvol kunnen zijn en welke minder of niet

(strategie en tactiek bepalen). Ook helpt het je om meer wendbaar (flexibel) te

kunnen opereren in een project of andere werkzaamheden.

Wat is het?

Een krachtenveldanalyse is een instrument om te bepalen hoe jezelf en de andere bij

een vraagstuk of probleem betrokken actoren in het krachtenveld zitten.

Een paar simpele spelregels helpen om een krachtenveld in kaart te brengen.

� Het gaat niet zozeer om organisaties of organisatieonderdelen maar om de

mensen: zij zijn de actoren waar je mee te maken hebt.

� Kies zelf een rol en positie, anders doen anderen dat voor je

� Het gaat om macht en mogelijkheden van deze actoren en van jezelf. Ofwel, hoe

zitten zij erin, hoe zit je zelf erin, hoe maak je andere actoren blij, hoe voorkom je

dat andere actoren in de weg zitten? Welke krachten kunnen actoren

mobiliseren, hoe kom je daar achter, hoe maak je daar gebruik van?

� Een krachtenveldanalyse is een momentopname, actoren en jij zelf bewegen

voortdurend. Het helpt om een krachtenveld vaker in beeld te brengen.

� En wat betreft burgerparticipatie: onderschat niet de invloed van actoren uit de

samenleving. Ook zij zijn onderdeel van jouw krachtenveld.

15 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Hoe werkt het?

In feite teken je op een vel papier of flap alle relevante actoren in, inclusief jezelf. Je

trekt verbindingslijnen tussen actoren die op 1 of andere manier met elkaar te maken

hebben, en vooral als dat invloed heeft op je project of werkzaamheden. Hoe dikker

de verbindingslijn, hoe groter de invloed. Op de verbindingslijnen breng je pijlen aan

die de richting van de invloedssfeer aangeven. Op zo’n manier wordt in 1 oogopslag

duidelijk hoe de krachtsverhoudingen eruit zien. Vergeet niet goed naar je eigen rol

en positie te kijken en wees kritisch op je eigen mogelijkheden in het krachtenveld.

Het kan helpen om meerdere belangengroepen te maken, met daarbinnen de

aanwezige actoren. Bijvoorbeeld je collega’s intern, het politiek/bestuurlijke veld, de

buitenwereld, je klanten, etc. De belangengroepen hebben vooral waarde omdat er

binnen een belangengroep ook verschillende machtsverhoudingen aanwezig zijn.

Soms maakt een actor deel uit van meerdere belangengroepen, en wordt dus door

meerdere andere actoren beïnvloed (soms op een onverwachte manier).

Ten slotte het meest belangrijke aspect – om een juiste kaart van het krachtenveld te

kunnen maken, is het nodig dat je je kunt verplaatsen in de ander, dat je de ander

kunt bevragen (indien mogelijk) en dat je verbindingen kunt maken.

Wanneer?

Een krachtenveldanalyse maak je meestal samen met je projectplan of in ons geval

met het participatieplan. Maar ook tussentijds kan het geen kwaad om via een

krachtenveldanalyse nog eens goed te kijken naar het spel der actoren.

Hoe gebruik je een krachtenveldanalyse?

Zoals aangegeven helpt dit instrument om je inzicht te geven hoe je eigen project of

werk “gewaardeerd” of “gedragen” wordt door anderen. Het geeft je duidelijkheid of

je rugdekking hebt, of dat je weerstand kunt verwachten. Waar je medestanders van

invloed kunnen zijn en hoe je tegenstanders ontloopt of positief kunt beïnvloeden.

Niet alleen aan het begin van een project, maar ook in een latere fase. Aanvullend op

projectmatig werken is een analyse van het krachtenveld erg nuttig bij

burgerparticipatie en onontbeerlijk bij het opstellen van een participatieplan (zie PK

3). Bijvoorbeeld om er achter te komen hoe burgers erin zitten en of zij betrokken

kunnen worden. Dat heeft invloed op het speelveld, de spelers, de spelregels en de

spelstijl.

Het instrument krachtenveldanalyse is erg handig om meer te doen met de

competenties Omgevingsbewustzijn en Samenwerken.

16 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 2 bij PK 4: Competenties (Competentiewoordenboek S&N 2008)

Samenwerken

Definitie:

Bijdragen aan het gezamenlijke resultaat door een optimale afstemming met

anderen.

Gedragsvoorbeelden:

Informeert tijdig anderen over eigen activiteiten, houdt zich op de hoogte van

activiteiten van de ander.

Koppelt terug wanneer afspraken anders worden.

Streeft gezamenlijke doelen na, doet waar nodig concessies (weet in te leveren).

Praat met anderen in plaats van over anderen.

Helpt anderen wanneer zij hulp nodig hebben.

Gunt anderen het succes/laat collectief belang boven eigen belang gaan.

Maakt gebruik van elkaars kwaliteiten.

Werkt integraal en kijkt breder dan het eigen taakgebied en eigen doelen (dus

creëert geen eilandjes).

Voelt zich ook verantwoordelijk voor het gezamenlijk eindresultaat.

Neemt op verzoek werk van anderen over.

Communiceert met de collega en spreekt de collega aan op gedrag.

Leert van anderen.

Blijft rustig en begripvol, ook wanneer de ander zich niet behoorlijk gedraagt.

Omgevingsbewustzijn

Definitie

Goed geïnformeerd zijn over en rekening houden met vakinhoudelijke,

organisatorische, maatschappelijke of politieke ontwikkelingen of andere relevante

omgevingsfactoren.

17 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Gedragsvoorbeelden

Kent de recente ontwikkelingen die voor het eigen werk / vakgebied van belang zijn.

Signaleert actuele veranderingen op eigen terrein.

Houdt bij voorstellen en aanpak rekening met de huidige en toekomstige behoeften

in de samenleving.

Vertaalt de vakinhoudelijke ontwikkelingen in de omgeving in mogelijkheden voor de

organisatie.

Kijkt over grenzen van het eigen vakgebied heen om een integrale bestuurlijke

afweging te maken.

Signaleert politiek gevoelige ontwikkelingen en handelt er naar.

Spreekt over bestuurlijk/politiek gevoelige zaken de juiste persoon aan binnen de

organisatie.

Werkt vanuit bestuurlijke voornemens op zijn / haar vakgebied.

13 oktober 2011 – Participatiekamer 5

Beste leden van de Participatiekamer,

Aanstaande donderdag is de Participatiekamer nummer 5 op de gemeentewerf bij

onze gastheer daar Eduard van der Heiden. In totaal zijn we met ongeveer 20

collega's bij elkaar, een mooie groep lijkt me. Zodra je binnenkomt staat er een lunch

voor je klaar en gaan we snel beginnen met een uitgebreid programma:

Het programma ziet er als volgt uit:

13.00 uur: beginnen met broodje

13.10 uur: welkom, kort terugblikken op wat we tot nu toe gedaan hebben,

aanleiding voor combinatie binnen- en buitendienst en het programma

13.30 uur: Eduard van der Heiden en Hugo Wiggers laten samen een aantal

voorbeelden zien van waarin buitendienst en binnendienst goed met elkaar hebben

samengewerkt en waar ook uiteraard de inwoners nauw bij betrokken zijn.

18 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Die voorbeelden zijn een mooie opmaat naar de rest van het programma waarin we

met elkaar in gesprek over:

� buitendienst en binnendienst, beleidsuitvoering en beleidsontwikkeling dichter

bij elkaar brengen, werkelijkheid in relatie tot beleid

� voorbeelden uit de praktijk van de buitendienst:

� uitvoeren van projecten, waarbij nauw contact is met inwoners, verenigingen,

collega's.

� bijzondere zaken/ervaringen van contacten met inwoners, collega's.

� koppeling binnen- en buitendienst

� zaken samen met inwoners uitgevoerd? 'Comakers'

� Waar zit de meerwaarde voor zowel buiten- als binnendienst om nader tot elkaar

te komen;

� op welke manieren kan de uitvoering van invloed zijn op de beleidsontwikkeling?

hoe kan dat, zijn er alternatieven?

� wat vraagt e.e.a. van de mensen van de buitendienst?

� hoe ga je daar mee om?

� zijn er georganiseerde groepen waarmee de buitendienst zaken doet en waar de

binnendienst haar voordeel mee kan doen ook richting beleidsontwikkeling?

Ook gaan we in op de competentie Betrouwbaarheid:

Definitie:

Houdt vast aan algemene of professionele, sociale en ethische normen en waarden

(mede conform de integriteitscode Twenterand), handelt daar consequent naar.

Gedragsvoorbeelden:

� Gaat zorgvuldig en discreet om met vertrouwelijke of gevoelige informatie.

� Signaleert (en meldt) /voorkomt belangenverstrengelingen of heft deze tijdig op.

� Doet wat hij zegt en zegt wat hij doet.

� Komt open uit voor eigen fouten, vergissingen en nalatigheden neemt er de

verantwoordelijkheid voor en leert er van.

19 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

� Gaat op respectvolle wijze om met anderen (collega's, klanten, college- en

raadsleden (laat mensen in hun waarde).

� Weet op een zorgvuldige, objectieve en correcte wijze om te gaan met regels en

procedures als de situatie dat vereist.

� Kent zichzelf en de eigen (on)mogelijkheden en plant realistisch

� Komt afspraken na en meldt dat tijdig als het niet dreigt te lukken.

� Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken

handelen.

Speciaal voor leidinggevenden:

� Zorgt dat elke medewerker van het organisatieonderdeel op de hoogte is van de

verwachte normen voor gedrag (bijvoorbeeld: brengt het onderwerp regelmatig

en systematisch ter sprake).

� Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken, rond sociale en

ethische normen en in het omgaan met diversiteit.

� Zorgt voor een transparante structuur (inrichting) van de afdeling/team\groep en

de werkprocessen.

� Is transparant in zijn/haar organisatiebrede doen en laten

� Komt op voor de belangen van zijn team/afdeling en zijn medewerkers zonder het

organisatiebelang uit het oog te verliezen.

31 oktober 2011 – Participatiekamer 6

Programma

13:00 Korte terugblik, hoe staat het met de leerdoelen deelnemers

13:15 Programma uitleg – thema burgerinitiatieven (bijlage 1), competenties

communicatie, creativiteit/vindingrijkheid en onderhandelen (bijlage 2).

13:20 Uitleg burgerinitiatieven, voorbeelden Wildbreien (bijlage 3), Urban Farming,

diverse initiatieven over sociale duurzaamheid op www.lpb.nl en www.lpbaward.nl.

Ingebrachte casus is Duurzame Energie, dat een belangrijk beleidsonderwerp is voor

de gemeente Twenterand. Tegelijkertijd wenst de gemeente hier juist ruimte te

geven aan de burgers, ondernemers, samenleving.

20 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

14:00 (In twee groepen) Zelf aan de slag met de casus Duurzame Energie: hoe

organiseert de gemeente dat er op het gebied van duurzame energie (of algemeen

duurzaamheid) burgerinitiatieven gaan ontstaan. Wat is daar voor nodig? En als er

initiatieven komen, hoe gaat de gemeente daar dan mee om? Hoe wordt op een

“duurzame manier” dergelijke burgerinitiatieven gestimuleerd? Wat betekent dat

voor het beleid van de gemeente?

14:30 Pauze

14:40 (in twee groepen) Vervolg zelf aan de slag met de casus.

15:00 (Plenair) Terugkoppeling resultaten: wat leren we als Participatiekamer van de

casus Duurzame Energie en van het stimuleren van burgerinitiatieven?

15:20 (Plenair) Competenties communicatie, creativiteit/vindingrijkheid en

onderhandelen: wat is het, hoe belangrijk is voor burgerparticipatie? Hoe hangt het

samen met het thema burgerinitiatieven?

15:40 (In twee groepen) Met de kennis van de competenties communicatie,

creativiteit/vindingrijkheid en onderhandelen nog eens de casus bekijken: hoe

scherpen we dit aan?

16:00 (Plenair) Korte terugkoppeling,

Bijlage 1 bij PK 6: Burgerinitiatieven

Burgerinitiatieven

Burgerinitiatieven zijn eigenlijk zo oud als de samenleving zelf. Woningcorporaties

zijn ooit begonnen als initiatieven van welgestelden en idealisten. Nadat de overheid

de Woningwet begin vorige eeuw invoerde zijn de diverse verenigingen en

coöperaties stap voor stap onderdeel van het systeem geworden. De

Bruteringsoperatie van Heerma heeft de woningcorporaties weer een onafhankelijke

positie gegeven, maar nu als ondernemingen.

De term burgerinitiatieven is bedacht door de overheid en ooit bedoeld om de

voorbeelden van coproductie en meebeslissen in de Participatieladder te kunnen

plaatsen. Tegenwoordig bedoelen we met burgerinitiatieven de acties van de

samenleving, het maatschappelijk middenveld, inclusief particuliere initiatieven. Voor

een deel is dat het bekende maatschappelijk middenveld, de welzijnsorganisaties en

sportverenigingen, waarmee de gemeente subsidierelaties is aangegaan. Deze

instellingen zijn nu onderdeel van het systeem. Particuliere initiatieven, vaak met een

ondernemend karakter, zijn minder bekend. Wij verwachten dat juist deze

21 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

initiatieven belangrijk worden in de toekomst en de moeite waard zijn om te

stimuleren en mogelijk te maken.

Inspirerende voorbeelden. Het barst van de burgerinitiatieven. Fred Beekers van Van

Harte Resto's opent in achterstandswijken restaurants voor mensen die eenzaam zijn.

Thomas Huis zet zich in voor het thuis laten wonen van verstandelijk gehandicapten.

Niko Paap schaatst ieder jaar voor de Nierstichting als voldoende mensen hem

sponsoren via crowd funding. Willemijn de Boer begint ANNA Vastgoed & Cultuur en

beheert en exploiteert op basis van tijdelijkheid leegstaande gebouwen in Den Haag

voor creatieve ondernemers en kunstenaars. In Deventer heeft een groep bewoners

de educatieve tuin van de voormalige school Nieuw Rollecate 15 jaar geleden

gekraakt en zelf in beheer genomen. ZZP-ers in dezelfde stad kunnen sinds vorig jaar

terecht in De Fabriek, een initiatief van Yvonne Diddens en Wim Thijssen, die een

inspirerende en creatieve werkruimte voor ogen hebben. Of bijvoorbeeld op het vlak

van duurzaamheid of ontwikkelingssamenwerking: iedereen kan vandaag de dag een

persoonlijk initiatief starten en met eigen geld een school in Sri Lanka bouwen. Of

door middel van crowd funding een collectief voordeel halen om zonnepanelen te

plaatsen.

Ook de gemeente Twenterand zal vele particuliere initiatieven kennen die bijdragen

aan de kwaliteit van de dorpen en kernen of zich juist op landelijk of globaal niveau

richten.

Kenmerken van burgerinitiatieven

Belang bij de initiatiefnemers. Anders dan beleidsparticipatie beslissen de

initiatiefnemers zelf over hun acties en werkzaamheden, op alle manieren. Zij zijn

eigenaar van hun initiatief. Het kan ook niet dat de gemeente Twenterand dergelijke

initiatieven vanuit de samenleving overneemt of inpast in haar eigen werk, zonder

goedkeuring en medewerking van de mensen zelf. Sterker nog, bij veel

burgerinitiatieven is er geen rol voor de overheid weggelegd. Dat maakt het ook niet

makkelijk om in gesprek te komen en aan te haken bij deze initiatieven.

Omgaan met andere belangen. Nog meer dan bij beleidsparticipatie zal de gemeente

Twenterand zich dus gaan verdiepen in de belangen van de initiatiefnemers, wil zij

deze kunnen stimuleren en faciliteren. Burgerinitiatieven kunnen strikt

vrijwilligerswerk zijn, maar ook meer bedrijfsmatig georganiseerd zijn.

Ondernemerszin is vaak duidelijk aanwezig. En om aan te sluiten bij

burgerinitiatieven is het nodig dat de gemeente Twenterand ook een duidelijke

voorstelling heeft van haar eigen rol en positie ten opzichte van de burgerinitiatieven.

Dat geldt niet alleen voor de ambtenaren, maar ook voor bestuur en Raad.

22 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Verbinden en bemiddelen. De gemeente Twenterand is tegelijkertijd in de unieke

positie om een verbindende rol te spelen om particuliere initiatieven mogelijk te

maken. Niet alleen kan zij standaard instrumenten als subsidies en wet- en

regelgeving inzetten, zij is ook in de positie om als spin in het web partijen met elkaar

in contact te brengen, te bemiddelen en rekening te houden met verschillende

belangen. Nog meer dan bij beleidsparticipatie is het belangrijk om aandacht is voor

de relatie en de initiatiefnemers. Onderhandelen is bij uitstek geschikt om

burgerinitiatieven mogelijk te maken en tegelijkertijd de eigen doelen te realiseren.

Burgerinitiatieven als programma. Het helpt als het stimuleren en faciliteren van

burgerinitiatieven door de gemeente Twenterand wordt opgevat als een soort

programma, waardoor het meer wordt dan een verzameling losse acties en

projecten. Het aantal initiatieven zegt iets over de vitaliteit van de dorpen en kernen.

Door verbinden, bemiddelen en onderhandelen, kan de gemeente wederzijdse winst

behalen, dus ook voor haar eigen doelen. Een programmatische aanpak bevat een

analyse van de dorpen en kernen, programmadoelstellingen, indicatoren voor

monitoring en instrumenten die helpen om de doelstellingen te bereiken.

Houding, competenties en vaardigheden. Natuurlijk vraagt een zo'n programmatische

aanpak om specifieke competenties en vaardigheden van de medewerkers,

aanvullend op de houding, competenties en vaardigheden die nodig zijn voor

beleidsparticipatie. In het interne traject Burgerparticipatie Twenterand worden deze

vaardigheden en competenties samen met PO geselecteerd en geoefend in

trainingen. Ook nu staat leren door te doen centraal, want alleen zo kunnen

ervaringen en inzichten opgedaan nodig voor het structureel borgen in de

organisatie.

Leervragen – van persoonlijke tot concernvragen. Persoonlijke leervragen zijn dan:

hoe ga ik om met burgerinitiatieven (ook in relatie met beleidsparticipatie) waarmee

ik in mijn eigen werk geconfronteerd wordt (op individueel, team en concern niveau),

welke instrumenten heb ik om dergelijke burgerinitiatieven echt mogelijk te maken,

hoe maak ik dat zichtbaar (en meetbaar), wat kan ik leren van voorbeelden van

anderen?

Leervragen op afdelings- en concernniveau zijn dan: welke plek heeft mijn bijdrage

aan burgerinitiatieven binnen de organisatie, hoe past het binnen het programma,

welke sturing is mogelijk, wat doe ik als de programmadoelen niet gehaald worden?

Maar ook: wat betekent het actief inzetten op het mogelijk maken van

burgerinitiatieven voor de gemeente Twenterand, welke gevolgen zijn er voor ander

werk van de gemeente, wat zijn de kosten en baten van zo'n ondersteuning?

23 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 2 bij PK 6: Competenties (Competentiewoordenboek S&N 2008)

Mondelinge communicatie

Definitie

Ideeën, meningen, standpunten en besluiten in begrijpelijke taal aan anderen

duidelijk maken, afgestemd op de toehoorder.

Gedragsvoorbeelden;

� Spreekt goed en duidelijk verstaanbaar.

� Laat anderen uitpraten, geeft de ruimte.

� Drukt zich helder uit.

� Brengt structuur aan in het gesprek.

� Luistert goed, pakt in gesprekken verbale en non-verbale informatie op.

� Sluit in mondeling taalgebruik aan bij de toehoorders en gebruikt geen onnodige

vaktaal.

� Vat tijdens gesprekken regelmatig de inhoud bondig samen en checkt de juistheid

van de samenvatting

� Stemt taal en lichaamshouding af op anderen

Schriftelijke communicatie

Definitie

Ideeën, meningen, standpunten en besluiten in begrijpelijke en correcte taal

schriftelijk weergeven, afgestemd op de lezer.

Gedragsvoorbeelden

� Past correcte taal toe (spelling, grammatica, woordkeus).

� Schrijft vloeiend in makkelijk leesbare zinnen.

� Maakt teksten logisch en helder van opbouw, structuur en samenhang

� Vat bij communicatie de boodschap goed en kernachtig samen.

� Stemt woordkeus, taal en stijl bij de communicatie af op de lezer/doelgroep.

24 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

� Gebruikt voorbeelden ter verduidelijking.

� Kiest woorden die trefzeker zijn.

Creativiteit / vindingrijkheid

Definitie

Met originele oplossingen komen voor problemen, een nieuwe aanpak of werkwijze

bedenken.

Gedragsvoorbeelden

� Laat gemakkelijk gebruikelijke methodes los om betere te bedenken.

� Doet vaak originele voorstellen voor de aanpak of oplossing van problemen

� Weet altijd meerdere manieren om een taak uit te voeren, experimenteert met

mogelijkheden, probeert ongewone aanpakken uit.

� Combineert verschillende mogelijkheden tot een nieuwe aanpak.

� Stelt prikkelende vragen en stimuleert daarmee het denken buiten bestaande

denkkaders of praktische beperkingen

� Denkt buiten bestaande kaders en stimuleert daarmee anderen dit ook te doen.

Onderhandelen

Definitie

Het met behoud van de relatie bereiken van optimale inhoudelijke resultaten bij

tegenstrijdige belangen.

Gedragsvoorbeelden

� Bereidt het onderhandelingsgesprek goed voor door zich te verplaatsen in de

situatie en belangen van de andere partij.

� Is bij onderhandelingen vasthoudend aan eigen gewenste resultaten maar blijft

de goede sfeer bewaken.

25 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

� Weet bij onderhandelingen bezwaren bij de onderhandelingspartner in positieve

richting om te buigen of te compenseren.

� Zoekt bij onderhandelingen samenwerking, zoekt creatieve oplossingen, zoekt

winwin oplossingen.

� Neemt verantwoorde risico’s in een onderhandeling.

� Bepaalt de ruimte bij onderhandelingen en overziet het verschil tussen gewenst

en haalbaar resultaat en brengt daartussen evenwicht aan.

Bijlage 3 bij PK 6: Burgerinitiatieven Voorbeeld Wildbreien (met dank aan Esther van

Duuren)

bijgaand een drietal links over het fenomeen wildbreien.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Yarn_Bombing

http://www.straatbeeld.nl/artikelen/nieuws/opmars-wildbreien-in-openbare-

ruimte.html

www.wildbreien.nl

En er is nog véél meer over wildbreien.

Tja, waar burgerinitiatieven allemaal toe

kunnen leiden.

Ook een aardig initiatief is guerrilla

gardening. Tuinieren in de openbare

ruimtes op plekken die daartoe eigenlijk

niet bestemd zijn (braakliggend terrein)

om de boel een beetje op te vrolijken.

http://www.guerrillagardening.org/

Levert iets minder vermakelijke foto's op, maar toch wel een bijzonder initiatief.

De site is Engels, maar ook in Nederland wordt er geguerrilla-tuinierd.

26 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

21 november 2011 – Participatiekamer 7

Programma

13:00 Terugblik aan de hand van presentatie (prezi): wat hebben we de afgelopen

maanden nu eigenlijk echt geleerd?

13:30 Programma uitleg – thema Burgerinitiatieven II: Geld en Rendement (zie

bijlage 1 en 3) en competentie ondernemen (bijlage 2).

13:40 Uitleg thema Burgerinitiatieven II: Geld en Rendement. Zijn er argumenten

om burgerinitiatieven financieel te ondersteunen? Zo ja, in welke vorm en met welke

gevolgen? Zo nee, wat betekent dat voor de rol en positie van de gemeente?

14:00 Voorbereiding Lagerhuisdebat: open discussie over burgerinitiatieven, geld en

rendement. Aan de slag om vier stellingen te formuleren. Inspiratie in bijlage 1 en 3.

Nadenken over eigen rol en taken in het debat. Verdeling rollen.

14:30 Pauze

14:40 Lagerhuisdebat in actie!

Let op! Tijdens het debat komen veel al eerder behandelde onderwerpen en

competenties aan de orde. Enige voorbereiding kan handig zijn. Ook worden er

foto’s en filmpjes gemaakt.

15:30 Competentie Ondernemen: op welke manier is deze competentie belangrijk

voor het thema?

15:40 (In duo’s) Elkaar bevragen over de competentie Ondernemen, hoe dat

zichtbaar was in het debat, en hoe dat speelt in het eigen werk.

16:00 Korte terugkoppeling en afsluiting.

Bijlage 1 bij PK 7: Burgerinitiatieven II: Geld en Rendement, voorbeeld

Participatiefonds

Deze tekst is uitsluitend bedoeld als discussiestuk voor de deelnemers aan de

Participatiekamer en als input voor de stellingen. Het doel is bewust te worden van de

rol, positie en mogelijkheden van de gemeente Twenterand wat betreft het faciliteren

en stimuleren van burgerinitiatieven. En dan vooral de financiële kant daarvan. De

argumentatie is soms extreem en ongenuanceerd, want er wordt stelling genomen.

27 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Burgerinitiatieven

“Dat zijn de acties van de

samenleving, van het

maatschappelijke middenveld,

inclusief particuliere initiatieven.

Voor een deel is dat het al bekende

maatschappelijke middenveld, de

scholen, de verenigingen, de

welzijnsorganisaties en de

sportverenigingen, waar de

gemeente al vaak subsidierelaties

mee is aangegaan. Deze

instellingen zijn nu onderdeel van

het systeem. Particuliere

initiatieven, vaak met een

ondernemend karakter, zijn minder

bekend. Wij verwachten dat juist

deze particuliere initiatieven

belangrijk worden in de toekomst

en de moeite waard zijn om te

stimuleren en mogelijk te maken”.

Dat stond in de bijlage bij

Participatiekamer 6. De besproken

case was Duurzame Energie, en er

is veel input geleverd om hier een

solide aanpak voor op te stellen.

Ook meteen een ingewikkelde

case, want hoewel de gemeente

Twenterand een belang heeft

(genoemd in het Coalitieakkoord)

zijn er geen middelen beschikbaar

om diverse projecten en

activiteiten rond Duurzame Energie

uit te voeren. Sterker nog, het is de

bedoeling dat de samenleving

dergelijke initiatieven op gaat

zetten.

Houding, rollen en taken: ondersteunen, stimuleren, verbinden, bemiddelen, financieren

De case Duurzame Energie maakt

duidelijk dat een

beleidsvoornemen om tot

burgerinitiatieven te komen nog

niet zo eenvoudig tot concrete

resultaten leidt. De positie die de

gemeente Twenterand heeft

gekozen is ondersteunen en waar

mogelijk stimuleren. Een

voorbeeldactiviteit is de jaarlijkse

Duurzame Energiemarkt, een

ontmoetingsplaats van

ondernemers en lokale en

regionale consumenten. Daar kan

kennis gedeeld worden en

samenwerking opgezet worden. De

rol van de gemeente is verbinden

en bemiddelen (indien nodig).

Een ander voorbeeld is een op te

zetten Fonds Duurzame Energie

Twenterand, waar diverse kosten

zoals opstartkosten, onderzoeken

en proceskosten uit gefinancierd

kunnen worden. De middelen van

het Fonds komen deels uit de

Twenterandse samenleving, deels

van de gemeente en deels van

andere overheden (Rijk, Provincie,

Europees). De extra rol van de

gemeente is dan ook financieren

(niet uitsluitend geld, maar

bijvoorbeeld ook capaciteit).

28 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Cofinanciering en gemeentelijke subsidies?

Diverse overheden en particuliere

instellingen hanteren de

voorwaarde van cofinanciering.

Kortweg betekent het dat

bijdragen alleen gedaan worden,

als de aanvrager duidelijk maakt

dat er andere financieringsbronnen

beschikbaar zijn. Dergelijke

voorwaarden worden bij de

financiering door de gemeente

zelden standaard gehanteerd. Bij

subsidierelaties die de gemeente

Twenterand aangaat met

bijvoorbeeld maatschappelijke

instellingen, wordt een

voorwaarde van cofinanciering niet

in de gemeentelijke verordening

opgenomen. Wel een verzoek om

eigen middelen te genereren, maar

dat verplicht de instelling tot niets.

De gemeente is een bank die geld

geeft om maatschappelijke

diensten te “ontvangen”.

Overigens is ook de kwaliteit van

de maatschappelijke diensten niet

altijd even duidelijk, vandaar ook

de Beleidsgestuurde

Contractfinanciering (BCF, in

ontwikkeling). Maar de

belangrijkste vraag is hoe de

gemeente zijn subsidies als

instrument in zet: aan welke

organisaties in Twenterand, onder

welke voorwaarden, en met welke

doelstellingen en te behalen

resultaten en effecten?

De ondernemende samenleving

Want naast maatschappelijke

instellingen met hun reguliere

subsidierelatie (inclusief de

dorpsraden en andere

belangenvertegenwoordigers van

de dorpen en kernen) zijn er ook

diverse particuliere initiatieven.

Soms hebben die niets te maken

met de beleidsterreinen van de

gemeente, maar vaak wel. Hoe

gaat de gemeente Twenterand met

die particuliere initiatieven om?

Accepteren, faciliteren en

stimuleren? Wat is precies het

verschil tussen een burgerinitiatief

van een groep inwoners of een

initiatief van een groep

ondernemers? Of een combinatie

van beide groepen?

Lastiger wordt het als de

burgerinitiatieven rechtstreeks

concurreren met activiteiten van

maatschappelijke instellingen die

daarvoor subsidie ontvangen.

Waarom zou de gemeente dan nog

deze instellingen financieren? Of

kunnen dergelijke

burgerinitiatieven ook aanspraak

maken op subsidie van de

gemeente? Bijvoorbeeld de

jongerenwerker die als ZZP-er

werkt, in plaats van een

dienstverband bij een brede

welzijnsinstelling.

29 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Met andere woorden, hoe maakt

de gemeente onderscheid tussen

wel of geen subsidie verstrekken

als dezelfde maatschappelijke

doelstellingen bereikt worden?

Moet de gemeente wel

onderscheid maken? Moet zij

überhaupt wel het instrument

subsidie inzetten om de voor haar

belangrijke maatschappelijke

doelen te realiseren? En ten slotte,

moet de gemeente als enige

investeren in deze belangrijke

maatschappelijke doelen? Zijn deze

doelen ook niet belangrijk voor

andere partijen in de

Twenterandse samenleving,

inclusief de burgers zelf?

Alternatief: een Participatiefonds Twenterand in een subsidieloos tijdperk

Stel dat de gemeente in 2012 stopt

met het instrument subsidies. Dan

stopt zij ook de subsidierelatie met

diverse maatschappelijke

instellingen en daarmee de directe

en indirecte sturing op de

maatschappelijke diensten van

deze instellingen. Wat zou er dan

gebeuren met de te behalen

maatschappelijke doelstellingen

van de gemeente?

Stel dat als alternatief voor het

subsidie-instrument wordt

deelgenomen aan een nieuw te

vormen Participatiefonds, waarbij

de gemeente één van de vele

deelnemers is. Ook inwoners,

ondernemers, instellingen, banken,

en vele andere partijen kunnen

bijdragen aan dit Fonds.

De continuïteit van het

Participatiefonds wordt bewaakt

door een bestuur, dat gekozen

wordt door de deelnemende

partijen. De gemeente heeft geen

directe invloed. Iedere vijf jaar stelt

het bestuur, na consultatie van de

samenleving, een aantal

maatschappelijke prioriteiten op

waaraan de fondsgelden besteed

kunnen worden.

Alle Twenteranders kunnen

aanvragen doen bij dit

Participatiefonds. Voorwaarde is

wel dat zij voor cofinanciering

zorgen, in welke vorm dan ook. Dat

kan misschien ook in de vorm van

sociaal kapitaal, bijvoorbeeld door

een tegenprestatie te doen in de

samenleving. Hun ondernemerszin

wordt nadrukkelijk aangesproken,

als zij zaken willen doen met het

Participatiefonds.

30 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 2 Competentie (Competentiewoordenboek S&N 2008)

Ondernemen

Definitie:

Initiatief tonen, actief en enthousiast inspelen op ontwikkelingen in de samenleving

of nieuwe mogelijkheden in het vakgebied, om de dienstverlening te verbeteren

en/of de organisatie efficiënter te maken.

Gedragsvoorbeelden:

� Toont lef in zijn/haar werk en durft verantwoorde risico's te lopen.

� Zoekt naar nieuwe kansen en mogelijkheden.

� Doet voorstellen voor verbetering van bestaande werkwijzen.

� Is gericht op het behalen van het gewenste resultaat tegen een zo laag mogelijke

prijs.

� Ontwikkelt oplossingen voor bestaande en nieuwe problemen.

� Komt met voorstellen om in te spelen op kansen voor de organisatie / afdeling /

producten / diensten.

� Ziet het werk dat gedaan moet worden en handelt daarnaar.

� Gaat uit zichzelf op zoek naar informatie, stelt zaken ter discussie, stelt

onderwerpen aan de orde.

� Toont zich verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling.

Speciaal voor leidinggevenden:

� Geeft ruimte aan medewerkers en zorgt voor randvoorwaarden om zich te

ontwikkelen en ondernemen mogelijk te maken.

� Bevordert dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag mogelijk in de

organisatie liggen.

� Weet anderen enthousiast te maken met ideeën

Bijlage 3 Crowdfunding

Een mooi en recent voorbeeld van Crowdfunding:

31 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Let op de laatste alinea, dat platform waar burger door particuliere initiatieven en

crowdfunding zelf de stad maken!

12 december 2011 – Participatiekamer 8

Programma

12:30 Welkom op werkbezoek bij het team Zwembaden.

12:50 Programma uitleg – thema Experimenten (zie bijlage 1) en competenties

ondernemerschap (en creativiteit en communiceren) (bijlage 2).

12:55 Uitleg thema Experimenten (prezi Mark Verhijde). Voorbeelden

experimentenaanpak van Ministerie van BZK in gebieden met bevolkingsdaling

(Krimpexperimenten) en experimenten op gebied van sociale media (digitale

burgerparticipatie).

13:30 Aansluiten Wil Slaghuis en team Zwembaden. Hoe gaan de zwembaden om

met klanten, zwemverenigingen, kinderen en in het algemeen burgers? Hoe doen zij

dat en wat zie je ervan? Wat kunnen we van hen leren over burgerparticipatie?

14:30 Pauze

14:40 In groepen werken aan de eigen case, met hulp van het team Zwembaden.

Probeer de eigen case als experiment te zien. NB. Zorg dat je je eigen case goed

scherp hebt, zodat je die in korte tijd in de groep kunt uitleggen.

32 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

15:30 Team Zwembaden stapt weer uit. Behandeling Competentie Ondernemen: op

welke manier is deze competentie belangrijk voor het thema?

15:40 (Groepsdiscussie) Hoe is de competentie Ondernemen te gebruiken? Hoe

speelt dat in het eigen werk.

16:00 Korte terugkoppeling en afsluiting.

Voorbereiding Participatiekamer 9 op 9 januari 2012

Tijdens de afsluiting van de Participatiekamer sessies op 9 januari 2012 presenteert

iedere deelnemer zijn of haar case. De presentaties hebben een eenvoudige opzet:

eerst wordt aangegeven hoe de case er aan het begin van het traject uitzag, daarna

wordt duidelijk gemaakt wat er geleerd is ten behoeve van de case, wat tot

aanpassingen of verscherping van de vraagstelling en opgave van de case geleid

heeft. Iedere presentatie duurt maximaal 10 minuten.

Om de presentaties van de cases op waarde te kunnen schatten, wordt er kritisch

naar geluisterd door een vakjury van drie personen. De samenstelling van de jury is

op dit moment nog niet bekend, maar houd er rekening mee dat de wethouder

Burgerparticipatie hier zitting in zal nemen.

Na de presentaties ontvangen alle deelnemers natuurlijk een certificaat van Mark

Verhijde & Jan Temmink, als bewijs van goed doorlopen van de trainingen.

Bijlage 1 bij PK 8: Experimenten

Een experiment lijkt op een project vanwege resultaatgerichtheid. Het grote verschil

met een projectmatige manier van werken is dat bij experimenten het aspect “leren

onderweg” essentieel is. Experimenten kenmerken zich dan ook door een

projectmatige structuur en de grote focus op het ontdekken en leren.

De Krimpexperimenten die het Ministerie van BZK in samenwerking met de

Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) al enige jaren opzet en laat

uitvoeren zijn een goed voorbeeld. Experimenten in de krimpregio’s zijn noodzakelijk

omdat de standaard aanpak aantoonbaar niet werkt. Bevolkingsdaling vraagt om een

afwijkende, soms radicaal andere manier van kijken en doen. In de bijeenkomst van

12 december wordt een aantal voorbeelden van krimpexperimenten gepresenteerd.

33 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Een ander goed voorbeeld gaat over het inzetten en gebruiken van allerhande sociale

media. Facebook, Twitter, wijkwebsites, en zo meer maken een andere manier van

het betrekken van burgers mogelijk. Ook hiervan wordt een aantal voorbeelden op

12 december gegeven.

In de Participatiekamer wordt gewerkt met collega-participatie als bindend principe

in de onderlinge samenwerking. Collega-participatie is een prachtig innovatief

concept om op een andere afwijkende manier de diverse werkzaamheden binnen

een gemeentelijke organisatie vorm te geven. Maar het kan nog radicaler, door echt

gebruik te maken van de kennis en inzichten die zijn opgedaan in de

Participatiekamer (wat aanknopingspunten kan geven voor verschillende eigen

cases).

Bijlage 2 bij PK 8 Competentie (Competentiewoordenboek S&N 2008)

Ondernemen

Definitie:

Initiatief tonen, actief en enthousiast inspelen op ontwikkelingen in de samenleving

of nieuwe mogelijkheden in het vakgebied, om de dienstverlening te verbeteren

en/of de organisatie efficiënter te maken.

Gedragsvoorbeelden:

� Toont lef in zijn/haar werk en durft verantwoorde risico's te lopen.

� Zoekt naar nieuwe kansen en mogelijkheden.

� Doet voorstellen voor verbetering van bestaande werkwijzen.

� Is gericht op het behalen van het gewenste resultaat tegen een zo laag mogelijke

prijs.

� Ontwikkelt oplossingen voor bestaande en nieuwe problemen.

� Komt met voorstellen om in te spelen op kansen voor de organisatie / afdeling /

producten / diensten.

� Ziet het werk dat gedaan moet worden en handelt daarnaar.

� Gaat uit zichzelf op zoek naar informatie, stelt zaken ter discussie, stelt

onderwerpen aan de orde.

� Toont zich verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling.

34 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Speciaal voor leidinggevenden:

� Geeft ruimte aan medewerkers en zorgt voor randvoorwaarden om zich te

ontwikkelen en ondernemen mogelijk te maken.

� Bevordert dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag mogelijk in de

organisatie liggen.

� Weet anderen enthousiast te maken met ideeën

35 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 6. Presentaties Participatiekamer

De presentatie van de casussen van de projectgroep Participatiekamer zijn beschikbaar op

het gemeentelijk intranet via Allard Vaatstra.

36 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Bijlage 7. Resultaten enquête Participatiekamer, 24 januari

2012.

Tien medewerkers hebben de enquête ingevuld. De gemiddelde rapportcijfers staan direct

rechts, aangevuld met een compleet overzicht van de opmerkingen per vraag.

Vraag Betreft Cijfer

Vraag 1 Wat vind je ervan dat de gemeente Twenterand de pilot

(Participatiekamer) gehouden heeft?

7,7

Goed. Nu is er aanwijsbaar iets aan participatie gedaan. Op deze wijze kun je

terug kijken op een goede werkwijze.

Positieve ervaring, leuk om meegemaakt te hebben, maar nu nog ervoor zorgen

dat vervolg krijgt/blijft.

Meer dan voldoende; goed dus.

Bekendmaking met wat nu eigenlijk participatie is. Wat doen we er al aan en

hoe kan het beter/breder. Daarnaast is (burger)participatie sterk opkomend.

Goed t.b.v. Bewustwording (deel) van de organisatie. Blik naar buiten en naar

elkaar verkennen = 1e stap.

Goed om te scholen/op te leiden. Wel een beperkte groep → lasYg voor

borging.

Ik vind het positief dat de gemeente samen met burgers wil werken aan

kwaliteitsverbetering van haar producten. Het instrument “burgerparticipatie”

moet wel serieus worden genomen.

Het geeft de burgers een andere kijk op besluitvorming. Het zorgt ook voor

meer betrokkenheid.

Goede zaak. Participatie kan erg veel opleveren o.a. Draagvlak, begrip, tijd en

geld.

Vraag 2 Hoe beoordeel je het programma van de Participatiekamer? 7,35

Afwisselend programma; theorie en praktijkoefeningen.

Programma was (erg) breed en goed toegankelijk. Er is tijd genomen voor

iedereen die iets in wilde brengen in de Kamers. En degene die niets wilde

inbrengen, hoefde dat ook niet.

Zeer divers, een prima invulling van leren/doen.

37 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Breed, zeer divers. Zowel wat betreft de beleidsterreinen als de vormen van

participatie. Vooral goed dat er eens een kijkje bij de buren wordt genomen.

Enig minpuntje voor mij was dat het accent zeer zwaar op burgerparticipatie

lag.

Prima. Is afwisselend met toch een doorgaande lijn erin (nb. mag iets

kritischer). Communicatie vooraf was prima. Terugkoppeling bij afwezig zijn

niet. Groep werd helaas kleiner.

Veel aspecten aan de orde, interactief + link met organisatie “op koers”.

In het begin was het mij niet duidelijk wat de Participatiekamer in zou houden.

Dit had wat beter gecommuniceerd kunnen worden. Het onderdeel Debat vond

ik niet echt passend. Voor het overige positief.

Het geeft je een andere kijk op je eigen manier van werken.

In orde.

Vraag 3 Wat vind je ervan dat in het programma zo veel mogelijk aangesloten

is bij het eigen werk?

7,2

Mijn eigen voorbeeld van IHP was ideaal, nu andere onderwerpen ook zo doen.

Aansluiting was goed, ik gebruik het al in mijn eigen werk. Heb er veel van

geleerd en ben erg benieuwd hoe het traject verder gaat.

Zo pilot concreet te maken.

Het accent lag meer op burgerparticipatie dan op collega participatie. Heel

begrijpelijk, maar ik heb minder te maken met burgers en mijn werk zit meer op

het interne.

Goed. Het is een breed programma, veel onderdelen aan bod. Goed toepasbaar

of bruikbaar in het uitvoeren van eigen werk, m.n. Link met competenties.

Zie het steeds als onderdeel van de participatiekamer/project. Beklijft nog te

weinig.

Soms had ik wel eens het idee dat het niet altijd even nieuw was. Het onderdeel

“coproductie” heb ik al eens toegepast. Voor het overige zeer zinvolle tips.

Onderdeel “collegiale participatie” ook zeer nuttig.

Zeer goed. Het heeft mij geleerd om op een andere manier van participeren.. Ik

mag ook wat aan een ander vragen.

Kan goed in dagelijkse praktijk worden toegepast. Naar mijn mening is het

resultaat al aanwezig (zie antwoord vraag 1).

38 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Vraag 4 Hoe beoordeel je de vooruitgang in je eigen leerdoelen? 7,13

Meningsvorming is nog leerdoel – bleek uit participatiekamer “Lagerhuisdebat”

en ik heb het ook als onderdeel opgenomen van mijn POP.

Heb mijn gereedschapskist aangevuld met veel bruikbare stukken. Veel lering

gehad uit andere verhalen.

Kan altijd beter, zowel m.b.t. mijn eigen werk als ook in de mate waarin het

mogelijk is collega participatie in te zetten.

Niet zozeer vooruitgang als wel bevestiging en bewustwording, ook belangrijk!

Nu de steun in organisatie en MT!

Ik moet het geheel nog eens goed op mij laten inwerken en bekijken hoe ik het

in de praktijk kan toepassen.

Ik ben bezig het geleerde in de praktijk te brengen.

Voor mij is er structuur gekomen in burgerparticipatie. Er zit meer lijn in zodat

het 'nog' meer rendement heeft.

Bij deze vraag hebben twee deelnemers geen rapportcijfer of toelichting

gegeven; 1 deelnemer geeft alleen rapportcijfer maar geen toelichting.

Vraag 5 Wat vind je van Mark Verhijde en Jan Temmink als coördinatoren? 7,6

Van mij mag Jan wat meer inbreng hebben. Het geeft een betere balans als

zaken van 2 kanten (of door 2 personen) worden belicht.

Ze hebben het gewoon geweldig gebracht.

Positief en enthousiast. Ze kunnen je enthousiast maken om een onderwerp

verder aan te pakken.

Soms te vaag. Planning te optimistisch, beloften nakomen (bijvoorbeeld

opgesteld programma uitvoeren).

Goed. Veel ervaring + kennis inhoud. Had af en toe wel iets

duidelijker/concreter gemogen.

Goed en prettig. Enthousiaste, opbouwende mensen. Ze brengen de boodschap

over, maar geven je de ruimte.

Leuke lui, gedreven en enthousiasmerend. Nemen op die wijze anderen mee.

Prima, iedereen kwam aan de beurt. Mag wel iets meer “prikkelender”.

39 Bijlagen Eindnotitie Intern Traject Burgerparticipatie 2012

Prima, voorbereiding van de kamers was goed en je werd bij het zoeken van

een richting wel de goede kant op gewezen. Ook als het minder goed ging: werd

er ook gezegd van doe het anders.

Goed op elkaar ingespeeld. Mark “deed” meer dan Jan, maar is zo afgesproken

(voorzitter/secretaris).

Andere opmerkingen:

Ronald vond dat collegiale participatie voldoende aandacht gehad heeft

Kirsten hoort graag de feedback van de presentatie van 9 januari nog, en vind het jammer

dat zij er niet vanaf het begin bij is geweest, maar pas later ingestroomd is.