bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

57
Stadsdeel Centrum+Westerpark Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp Witteveen+Bos Hoogoorddreef 56 F postbus 12205 1100 AE Amsterdam telefoon 020 312 55 55 telefax 020 697 47 95

Transcript of bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Page 1: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Stadsdeel Centrum+Westerpark

Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix

nota voorontwerp

Witteveen+Bos

Hoogoorddreef 56 F

postbus 12205

1100 AE Amsterdam

telefoon 020 312 55 55

telefax 020 697 47 95

Page 2: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Stadsdeel Centrum+Westerpark

Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix

nota voorontwerp

Het kwaliteitsmanagementsysteem van Witteveen+Bos is gecerti-ficeerd volgens ISO 9001 : 2000

Witteveen+Bos

Hogehilweg 18

postbus 12205

1100 AE Amsterdam

telefoon 020 312 55 55

telefax 020 697 47 95

© Witteveen+Bos Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs b.v., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

referentie projectcode status

ASD1168-1/kocs2/020 ASD1168-1 definitief

projectleider projectdirecteur datum

ir.drs. J.L.C.M. van Daelen ir. R. de Boer 14 september 2009

autorisatie naam paraaf

goedgekeurd ir.drs. J.L.C.M van Daelen

Page 3: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

INHOUDSOPGAVE blz.

1. INLEIDING 1

1.1. Algemeen 1

1.2. Opzet van deze rapportage 1

2. PROJECTIDENTIFICATIE 2

2.1. Uitgangspunten en randvoorwaarden 2

2.2. Ontvangen documenten 2

3. LAY-OUT PARKEERGARAGE 3

3.1. Inleiding 3

3.2. Brede varianten 4

3.3. Smalle varianten 4

4. COMFORT EN VEILIGHEID 6

4.1. Comfort 6

4.1.1. Locaties voetgangerstoegangen 6

4.1.2. Brede varianten 6

4.1.3. Smalle varianten 6

4.2. Veiligheid 7

4.2.1. brede varianten 7

4.2.2. Smalle varianten 8

5. TOEGANGEN EN UITGANGEN 9

5.1. Toegangen autoverkeer 9

5.1.1. Nassaukade noord in, zuid uit 9

5.1.2. Nassaukade zuid in, noord uit 9

5.1.3. Frederik Hendrikplantsoen 10

5.2. Toegangen voetgangers 10

5.2.1. Brede variant 800 plaatsen 10

5.2.2. Brede variant 1.000 plaatsen 11

5.2.3. Smalle variant 800 plaatsen 11

5.2.4. Smalle variant 1.000 plaatsen 11

5.2.5. Resumé voetgangerstoegangen 12

6. BOUWMETHODEN 13

6.1. Mogelijkheden 13

6.2. Toerit Frederik Hendrikplantsoen 14

7. CONSEQUENTIES VOOR DE BOMEN 15

7.1. Inleiding 15

7.2. Bomen oostzijde (Marnixkade) 15

7.3. Bomen westzijde brede variant 800 plaatsen (Nassaukade) 15

7.4. Bomen westzijde brede variant 1.000 plaatsen 15

7.5. Bomen westzijde smalle variant 800 plaatsen 15

7.6. Bomen westzijde smalle variant 1.000 plaatsen 15

7.7. Invloed op bomen bij inrit in Frederik Hendrikplantsoen 16

7.8. Conclusies invloed op bomen 16

8. CONSEQUENTIES VOOR WALMUREN, BRUGGEN EN BELENDINGEN 17

8.1. Inleiding 17

8.2. Marnixgarage in situ bouwmethode 17

Page 4: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

8.3. Marnixgarage caisson methode 18

9. FASERING 19

9.1. Inleiding 19

9.2. Marnixgarage in situ bouwmethode 19

9.3. Marnixgarage caisson methode 19

10. PLANNING 21

10.1. Inleiding 21

10.2. Marnixgarage in situ bouwmethode, brede variant, 800 of 1.000 plaatsen 21

10.3. Marnixgarage caissonmethode, smalle variant, 800 plaatsen 21

10.4. Marnixgarage caissonmethode, smalle variant, 1.000 plaatsen 21

11. AANBEVELINGEN EN AANDACHTSPUNTEN 23

11.1. Inleiding en aanbevelingen 23

11.2. 800 of 1.000 parkeerplaatsen 23

11.3. Toegangen autoverkeer 23

11.4. Voetgangerstoegangen 23

11.5. Aandachtspunten caissonmethode 23

11.6. Aandachtspunten traditionele bouwmethode 23

laatste bladzijde 24

bijlagen aantal bladzijdenI Voorontwerp tekeningen 8II Vluchtwegen 4III Figuren Plaxis 7IV Faseringstekeningen 2V Planningen 3

Page 5: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

1

1. INLEIDING 1.1. Algemeen Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum wil in deze bestuursperiode een onherroepelijke start maken met de ontwikkeling van vier parkeergarages: drie in de Singelgrachtzone in samenwerking met de omringende stadsdelen en één voor eigen rekening onder de Geldersekade. Om de nota van uitgangspunten en het beslisdocument te kunnen opstellen heeft het Stadsdeel de opdracht aan Witteveen+Bos gegund om een aantal aspecten te onderzoeken. Samengevat zijn dit de volgende onderdelen: - vooronderzoek; - verkeerskundige aspecten; - milieukundige aspecten; - risicoanalyse bouw; - formulering verkort programma van eisen; - opstellen van een voorontwerp; - maken van kostenramingen. De voorliggende rapportage is de voorontwerpnota voor de parkeergarage. In deze nota worden 4 vari-anten uitgewerkt, twee met 800 en twee met 1.000 plaatsen. 1.2. Opzet van deze rapportage Doel van deze rapportage is het, op basis van de eerdere fasen van het onderzoek naar de parkeerga-rage onder de Singelgracht, opstellen van een aantal voorontwerpen om tot een afgewogen keuze te kunnen komen voor een parkeergarage in de Singelgracht. Er is een viertal voorontwerpen opgesteld. Twee op basis van 800 parkeerplaatsen (breed en smal) en twee op basis van 1.000 parkeerplaatsen (breed en smal). Hierbij komen de volgende onderdelen aan bod: - uitgangspunten/in eerdere fasen gemaakte keuzes; - keuze basisprincipes garage (lay-out en daaraan gekoppeld breedte en aantal verdiepingen), in-

richting parkeergarage; - comfort en veiligheid; - locatie en vormgeving van de toegangen voor auto’s en voetgangers; - consequenties van de ontwerpen op de bestaande bomen langs de Singelgracht (Marnixkade en

Nassaukade); - bouwmethoden; - consequenties van de ontwerpen voor de walmuren, bruggen en belendingen; - fasering van de bouw van de garage; - bouwplanning; - aanbevelingen vervolgfase project.

Page 6: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

2

2. PROJECTIDENTIFICATIE 2.1. Uitgangspunten en randvoorwaarden Het voorontwerp borduurt verder op eerder gemaakte keuzes. Vooral de verkeerskundige studie heeft geleidt tot een aantal uitgangspunten voor het voorontwerp. De uitgangspunten zijn verwoord in het programma van eisen (separaat document). De belangrijkste eisen en uitgangspunten zijn: - 800 (of 1.000) parkeerplaatsen; - traditionele toegangen met hellingbanen; - medegebruik garage door fietsers dient overwogen te worden; - minimaal twee toegangen met liften; - autotoegangen aan westzijde (Nassaukade); - de kademuur van de Marnixkade dient gehandhaafd te worden. Bij de voetgangerstoegangen moet

het uiterlijk van de kademuur na de bouw weer in de oorspronkelijke staat hersteld worden 2.2. Ontvangen documenten De volgende documenten zijn door Witteveen+Bos ontvangen voor het vervaardigen van het ontwerp: - digitale ondergrond locatie Marnix; - digitale ondergronden toekomstige situatie Nassaukade; - digitale ondergronden toekomstige situatie Marnixkade; - diverse sonderingen; - vaarkaart Amsterdam.

Page 7: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

3

3. LAY-OUT PARKEERGARAGE 3.1. Inleiding De breedte van de parkeergarage wordt gedicteerd door de breedte van de Singelgracht. Uitgangspunt is dat de walmuur van de Marnixkade intact dient te blijven. Daarnaast is aan de zijde van de Nassau-kade sprake van twee rijen monumentale bomen (langs de weg en langs het water). De randvoorwaarde ‘kademuur Marnixkade handhaven’ leidt tot een minimale afstand van 4,0 m tussen de kademuur en de buitenkant van de garage. Deze afstand is gebaseerd op een traditionele bouwwij-ze en bestaat uit de volgende componenten: - werkruimte in de bouwput: 1,00 m; - damwand: 0,60 m; - afstand damwand tot paalpunt in eerste zandlaag: 1,50 m; - schoorstand paal onder kademuur: 0,9 m. afbeelding 3.1. Randvoorwaarden breedte

Bij een andere bouwmethode (bijvoorbeeld een caissonmethode) zijn er geen vuistregels voor de mi-nimale afstand tussen de paalpunten van de kademuur en de wand van het caisson. Bij een afstand van de kademuur tot de garage van 4,5 m is de afstand tussen paalpunten en caisson ongeveer 3,5 m. Op basis van PLAXIS berekeningen voor het project ‘Parkeergarage Geldersekade’ lijkt dit een redelijk veilige afstand te zijn. Voor beide bouwmethoden kan dus dezelfde afstand worden aangehouden.

dubbele bomenrij

te handhaven kademuur

Page 8: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

4

De bomen langs de Nassaukade bepalen de locatie van de andere zijde van de garage. Eén bomenrij staat direct op het schuine talud aan het water, de andere bomenrij staat dicht langs de weg op een af-stand van ruim 4-5 m van het talud. Indien voor de garage (los van e inritten en voetgangerstoegangen) geen bomen mogen worden verwijderd is de maximale breedte van de garage 25 meter. Indien de bo-menrij langs de weg dient te worden gehandhaafd maar de bomen langs het water wel mogen worden verwijderd is de maximale breedte van de garage 29-30 meter. Op basis van de hierboven genoemde overwegingen zijn twee basisvarianten voor de indeling van de parkeergarage beschouwd, brede varianten met vier parkeerrijen (minder dan 30 meter breed) en smal-le varianten met drie parkeerrijen (minder dan 25 meter breed). Indien minder dan drie parkeerrijen worden toegepast is het niet meer mogelijk om binnen 2 verdiepingen 800 plaatsen te realiseren. Deze variant wordt daarom om economische en gebruiksredenen niet verder uitgewerkt. 3.2. Brede varianten Bij deze varianten is ruimte voor in totaal 4 rijen parkeerplaatsen. Voor alle rijen is de meest economi-sche hoek ten opzichte van de rijbaan (70 graden) aangehouden. Op deze wijze kunnen het grootste aantal auto’s per m

2 garage worden gestald terwijl ook comfortabel in- en uitparkeren mogelijk is. De

uitwendige breedte van de garage wordt bij een wanddikte van 600 mm 29,2 m. De lengte van de ga-rage is 345 m voor 800 plaatsen en 415 m voor 1.000 plaatsen, uitgaande van twee verdiepingen. Het autoverkeer komt de garage aan de westzijde binnen. Het voorontwerp is getekend met twee naast elkaar geplaatste slagbomen bij zowel de in- als de uitrit. Op deze wijze is bij storing of een onhandige gebruiker niet meteen de in- of uitgang geblokkeerd. Een auto welke de garage binnenkomt, rijdt in de garage eerst in zuidelijke richting. Indien geen parkeer-plaats vrij is in de eerste rij kan de parkeerder óf naar beneden via de hellingbaan op de kop van de ga-rage (buitenbocht) óf op dezelfde verdieping de meer oostelijk gelegen rij inrijden (binnenbocht). Er is in de garage ruimte voor een beheerder en ruimte voor installaties. De beheerder is centraal in de garage gesitueerd zodat er een goed overzicht is op de komende en vertrekkende auto’s. afbeelding 3.2. Basisindeling brede parkeergarage

3.3. Smalle varianten De smalle varianten zijn ontworpen om zoveel mogelijk afstand tot de Marnixkade en de Nassaukade te garanderen. Hierdoor wordt de overlast en de kans op schade aan de omgeving gereduceerd tot het minimum. Gevolg van deze keuze is dat er maar 3 parkeerrijen in de garage mogelijk zijn. De totale uitwendige breedte van de garage is in dit geval 24,8 m, 4,4 m smaller dan de brede variant.

Page 9: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

5

De hoek van de parkeerplaatsen ten opzichte van de rijbaan is bij deze variant eveneens 70 graden. De lengte van de garage neemt toe tot circa 450 m voor 800 parkeerplaatsen. 1.000 parkeerplekken kunnen alleen in drie lagen worden ondergebracht. Het principe van de garage en de in- en uitritten verschillen niet wezenlijk van de brede variant. afbeelding 3.3. Basisindeling smalle parkeergarage

Page 10: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

6

4. COMFORT EN VEILIGHEID 4.1. Comfort Om voldoende comfort te bieden voor de gebruiker dient zowel rekening te worden gehouden met de gebruiker als deze nog in de auto zit als met de gebruiker als deze te voet van of naar de auto be-weegt. Voor comfort van de autogebruiker zijn de uit de algemene normen en richtlijnen en de normen van de Dienst Parkeergebouwen aangehouden. Hierbij geldt dat de normen van de Dienst Parkeergebouwen een nadere invulling zijn van de algemene normen waar extra eisen aan het ruimtegebruik (zo econo-misch mogelijk) en de (sociale) veiligheid worden gesteld. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn de parkeerhoeken (geen 90 graden, niet in langsrichting), het kolomvrij parkeren en de maat van de par-keervakken. Ook moet het mogelijk zijn via een logische route in de garage een lege parkeerplaats te vinden. Voor voetgangers is een veilige en logische (liefst aparte) looproute een eis respectievelijk wens. Door de beperkte ruimte is het niet mogelijk autovrije looproutes in de garages te maken. Ook dienen er vol-doende trappenhuizen (met lift) te zijn en dienen deze liefst te voorkomen dat de gebruiker moet omlo-pen om zijn of haar bestemming te bereiken. 4.1.1. Locaties voetgangerstoegangen De locaties van de voetgangerstoegangen worden bepaald door enerzijds de gebruiks(comfort) eisen en anderzijds de veiligheidseisen. Uit de verkeersrapportage blijkt dat er voor de garage minimaal 5 voetgangerstoegangen noodzakelijk zijn, met name vanuit het oogpunt van comfort en de loopafstan-den. Een toegang ten noorden van het Marnixbad op het Marnixplein is niet haalbaar, door de indeling van de garage met de hellingbanen op de koppen van de garage. Juist ten zuiden van het zwembad is het wél mogelijk een voetgangerstoegang te maken, kruising Marnixkade en (ook) Marnixplein. Vanwege het gebruiksgemak is een zesde voetgangerstoegang, in het midden van de garage aan de westzijde een optie met een grote toegevoegde waarde. Gekozen is om twee basistoegangen aan de Nassaukade in het ontwerp mee te nemen (zoveel moge-lijk op de hoeken van de parkeergarage) en één optionele toegang in het midden. Aan de oostzijde, de Marnixkade worden de drie toegangen tegenover dwarsstraten gepland om ze goed zichtbaar en toe-gankelijk te maken en de overlast op de Marnixkade te beperken, de toegangsgebouwtjes staan bij niemand ‘voor de deur’. 4.1.2. Brede varianten De parkeerplaatsen met parkeerhoeken van 70 graden ten opzichte van de rijbaan zijn zeer eenvoudig in- en uit te rijden. Daarnaast zijn er geen kolommen tussen de parkeervakken aanwezig, het parkeren kan daarmee comfortabel en schadevrij verlopen. 4.1.3. Smalle varianten Ook deze varianten hebben de gunstige parkeerhoek van 70 graden met de rijbaan en een kolomvrije indeling. De derde parkeerlaag bij 1.000 plaatsen maakt het mogelijk de garage korter te maken en daarmee minder voetgangersbewegingen in de garage te creëren. Uit de kostenraming blijkt dat een korte garage van 1.000 plaatsen nauwelijks duurder is dan een lange garage met 800 plaatsen. Op basis hiervan is ook een raming gemaakt voor een drielaags garage met 800 plaatsen.

Page 11: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

7

4.2. Veiligheid Veiligheid in een parkeergarage is enerzijds de verkeersveiligheid in de garage maar anderzijds ook de veiligheid om bij calamiteiten voldoende snel te kunnen ontsnappen. Een belangrijke regel is dat het vanaf elke locatie in de garage mogelijk moet zijn binnen 40 m naar een ander (rook)compartiment te kunnen vluchten (volgens Bouwbesluit). Vanwege de langwerpige vorm van de garages is dit alleen mogelijk indien er een aantal maatregelen bij het ontwerp van de parkeer-garage worden meegenomen. In de komende drie paragrafen wordt dit voor de parkeergarage Marnix toegelicht. Bij de variant waarbij de toegang in het Frederik Hendrikplantsoen is ontworpen is de afstand tot de ga-rage of de uitgang groter dan 40 m. Hier dient een vluchtgang of een nooduitgang te worden ingepast. De voorontwerpen zijn zó gemaakt dat aan de bovenstaande eis wordt voldaan. Bij een volgende ont-werpfase dient in een zo vroeg mogelijk stadium contact te worden gelegd met de brandweer om met hen de ontwerpen door te spreken. De eventuele zesde toegang (in het midden aan de Nassaukade) is in de vluchtplannen niet meegenomen. Deze facultatieve toegang verandert niets aan de conclusies van deze paragraaf.` Na overleg met de Regionale brandweer Amsterdam en omstreken in augustus 2009 is gebleken dat de brandweer in principe uitgaat van toepassing van de 'Praktijkrichtlijn (aanvullende) Brandvei-ligheidseisen op het bouwbesluit voor Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiks-oppervlakte groter dan 1.000 m²'. In deze praktijkrichtlijn wordt gekozen voor de strengste eis uit het Bouwbesluit. In de afbeeldingen 4.1 tot en met 4.4 is alles binnen het witte gebied binnen de 30 m van een (nood)uitgang. De grijze zones zijn zones waar de afstand groter is dan 30 m (maar klei-ner dan 40 m). In de definitief ontwerpfase dient het veiligheidsconcept nader met de brandweer te worden afgestemd. 4.2.1. brede varianten Afbeelding 4.1 en 4.2 zijn uitsneden van tekening ASD1168-1-1503 en 1504. Op deze tekeningen is aangegeven welke maatregelen moeten worden getroffen om vanaf elke mogelijke locatie in de garage binnen 40 m een andere ruimte te betreden. Voor de brede varianten zijn, de volgende maatregelen ge-troffen: - de twee verdiepingen kunnen door een rookscherm van elkaar gescheiden worden; - op twee plaatsen is een aanvullende verbinding gemaakt tussen de twee verdiepingen (intern trap-

penhuis). Met deze twee maatregelen is voldaan aan de eis dat een vluchtweg altijd nabij is. afbeelding 4.1. Vluchtwegen brede variant 800 plaatsen

Page 12: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

8

afbeelding 4.2. Vluchtwegen brede variant 1.000 plaatsen

4.2.2. Smalle varianten Afbeelding 4.3 en 4.4 zijn uitsneden van tekening ASD1168-1-1501 en 1502. Op deze tekeningen is aangegeven welke maatregelen moeten worden getroffen om vanaf elke mogelijke locatie in de garage binnen 40 m een andere ruimte te betreden. Voor de smalle varianten zijn de volgende maatregelen getroffen: - de twee of drie verdiepingen kunnen door een rookscherm van elkaar gescheiden worden; - op twee plaatsen is een aanvullende verbinding gemaakt tussen de twee of drie verdiepingen (in-

tern trappenhuis). Ook hier is met deze twee maatregelen voldaan aan de eis dat een vluchtweg altijd nabij is. afbeelding 4.3. Vluchtwegen smalle variant 800 plaatsen

afbeelding 4.4. Vluchtwegen smalle variant 1.000 plaatsen

Page 13: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

9

5. TOEGANGEN EN UITGANGEN 5.1. Toegangen autoverkeer De motivatie voor de verschillende wijzen waarop de parkeergarages op het wegennet kunnen worden aangesloten zijn allemaal beschreven in de fase 2 rapportage ‘verkeerskundige aspecten’. Voor de Marnixgarage zijn alleen toegangen via de westzijde haalbaar gebleken. De variant waarbij het verkeer in noordelijke richting rijdend uitrijdt en ook richting noorden de garage binnenkomt, is op de VO-tekeningen afgebeeld. In deze paragraaf worden een aantal onderwerpen nader toegelicht. 5.1.1. Nassaukade noord in, zuid uit De noordzijde is rechts op de afbeeldingen. De variant waarbij het verkeer aan de noordzijde van de garage naar binnen rijdt en aan de zuidzijde de garage verlaat is geschetst in afbeelding 5.1. Voor de constructie van de garage is er geen wezenlijk verschil met de andere inritmodellen. De keuze voor de-ze toerit of één van de andere opties is verkeerskundig en gebaseerd op inpassing in de omgeving. Specifiek voor deze variant is dat de gebruiker op een ander punt de garage binnenkomt en verlaat en dat het verkeer op de Nassaukade tussen de in- en uitgang in feite dubbel verkeer is (zowel verkeer de garage in al de garage uit). Bij deze variant is het mogelijk een volwaardige extra voetgangerstoegang, met lift, te realiseren aan de Nassaukade, tussen de in- en uitgang. afbeelding 5.1. Noord in, zuid uit

5.1.2. Nassaukade zuid in, noord uit Bij de in afbeelding 5.2 weergegeven variant is uitgegaan van een inrit zover mogelijk naar het zuiden (minimale afstand tot de kruising met de 2

e Hugo De Grootstraat) en de uitrit zover mogelijk naar het

noorden (minimum afstand tot kruising met Marnixplein). Bij deze variant is het mogelijk een volwaardi-ge extra voetgangerstoegang, met lift, te realiseren aan de Nassaukade, tussen de in- en uitgang. afbeelding 5.2. Zuid in, noord uit, minimum afstanden tot kruisingen

Afbeelding 5.3 geeft weer wat de situatie wordt indien de in- en uitrit tegen elkaar zijn gelegd. Deze va-riant maakt het mogelijk voor verkeer dat per ongeluk naar beneden is gereden niet de garage in te rij-den maar door te rijden over de uitrit en de garage direct weer te verlaten. Een volwaardige voetgan-

Page 14: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

10

gerstoegang (met lift) is dan niet mogelijk, een toegang zonder lift wel. Indien de autotoeritten een aan-tal meter uit elkaar worden geplaatst kan hier wel een voetgangerstoegang met lift worden opgenomen, de 'doorrijdfaciliteit' vervalt daarmee echter. afbeelding 5.3. Zuid in, noord uit, in- en uitrit tegen elkaar

5.1.3. Frederik Hendrikplantsoen De vierde toeritvariant gaat uit van een ingang voor autoverkeer in het Frederik Hendrikplantsoen. De in- en uitgang liggen naast elkaar, aan de kop van de garage. In de garage heeft dit gevolgen voor de verkeersafhandeling, door de locatie van de in- en uitgang op de kop van de garage is dit weinig over-zichtelijk. Verkeer dat van een andere verdieping komt en de garage wenst te verlaten moet meteen een scherpe bocht maken om de uitrit te bereiken. afbeelding 5.4. In- en uitrit in Frederik Hendrikplantsoen

5.2. Toegangen voetgangers Basis uitgangspunt voor de voetgangers is minimaal vijf uitgangen (comfort, veiligheid) waarvan mini-maal twee met een lift (dit laatste staat in de eisen van Parkeergebouwen). Voor een garage van 800 plaatsen is dit echter een zeer beperkt aantal liften. In het voorontwerp is daarom rekening gehouden met een lift bij alle toegangen. In de ramingen zullen de kosten voor de liften duidelijk expliciet worden gemaakt zodat de financiële implicatie van meer of minder liften duidelijk inzichtelijk is. Waar mogelijk is een zesde voetgangerstoegang als optie ingetekend. 5.2.1. Brede variant 800 plaatsen Er zijn totaal vijf toegangen, 3 aan de oost en 2 aan de westzijde van de garage. Zowel uit het oogpunt van beste ontsluiting als vanuit de afstand tot het autoverkeer komend uit de garage zijn de westelijke toegangen zover mogelijk naar buiten geplaatst. Aan de zijde van de Marnixkade zijn drie toegangen ontworpen, steeds ter hoogte van een dwarsstraat.

Page 15: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

11

afbeelding 5.5. Toegangen brede variant, 800 plaatsen

5.2.2. Brede variant 1.000 plaatsen De voetgangerstoegangen zijn hier op gelijke wijze als bij de kleinere variant ingepast, door de langere garage komen de westelijke toegangen verder naar buiten (noord en zuid) te liggen. afbeelding 5.6. Toegangen brede variant, 1.000 plaatsen

5.2.3. Smalle variant 800 plaatsen De voetgangerstoegangen zijn hier op gelijke wijze als bij de brede varianten ingepast, door de langge-rekte vorm van de garage komen de westelijke toegangen verder naar buiten (noord en zuid) te liggen. afbeelding 5.7. Toegangen smalle variant, 800 plaatsen

5.2.4. Smalle variant 1.000 plaatsen De voetgangerstoegangen zijn hier op gelijke wijze als bij de variant met 800 plaatsen ingepast, door de kortere garage komen de westelijke toegangen minder ver naar buiten (noord en zuid) te liggen. afbeelding 5.8. Toegangen smalle variant, 1.000 plaatsen

Page 16: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

12

5.2.5. Resumé voetgangerstoegangen Alle inrichtingsvarianten kunnen worden uitgevoerd met vijf of zes voetgangerstoegangen. In de voor-ontwerpen zijn deze toegangen allemaal identiek getekend, met een lift. Bij verdere uitwerking van het ontwerp kan, in overleg met de beheerder en de brandweer, worden overwogen om aantal, locatie en wijze van uitvoering van de toegangen aan te passen.

Page 17: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

13

6. BOUWMETHODEN 6.1. Mogelijkheden Analoog aan het project Geldersekade zijn een vijftal bouwmethoden overwogen. Bij het afwegen van de verschillende bouwmethoden is vooral rekening gehouden met het beperken van schade aan de (monumentale) omgeving en het beperken van hinder voor de belanghebbenden in de omgeving. Het bouwen van een grote constructie in de binnenstad is nooit mogelijk zonder hinder voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied, wel kan het zoveel mogelijk beperkt worden. 1. traditioneel met damwanden

(inslaan of trillen van grote stalen damwandschermen, stempelen damwanden, nat ontgraven bouwput (geen bemaling), aanbrengen funderingselementen (betonpalen of trekankers), aanbren-gen onderwaterbeton, droogzetten bouwkuip, bouwen ruwbouw garage, aanvullen bouwput, trek-ken damwanden, afbouw garage en herstel kademuren en infrastructuur omgeving). De damwan-den aan de oostzijde (Marnix) worden in de gracht geplaatst. Er is ruime afstand tot de kademuur gehouden zodat het in principe mogelijk is om deze damwanden aan te brengen en weer te trek-ken. Er is nog wel een kans op schade aan de oostelijke kademuren (de bebouwing loopt veel min-der risico door de grote afstand). Aan de westzijde (Nassaukade) is geen sprake van een kademuur maar van een beschoeiing en een talud. Ook wordt aan deze zijde de inrit voorzien. Hier kan dicht tegen de oever of zelfs in de kade gebouwd worden, dit is wel dichter bij de belendende percelen;

2. traditioneel met betonnen diepwanden in de kades

(maken diepwanden, stempelen diepwanden, nat ontgraven bouwput (geen bemaling), aanbrengen funderingselementen (betonpalen of trekankers), aanbrengen onderwaterbeton, droogzetten bouw-kuip, bouwen ruwbouw garage, aanvullen bouwput, afbouw garage en herbouw kademuren en in-frastructuur omgeving). Diepwanden (ter plaatse gestorte betonnen keerwanden) worden vanaf maaiveld gebouwd. Voor de Marnixgarage betekent dit dat er óf in de kades of in een eerder ge-maakte aanplemping in de kades diepwanden kunnen worden gemaakt. Groot nadeel van deze methode is dat er veel ruimte wordt gebruikt tijdens de bouw en dat de walmuur aan beide zijden in zijn geheel moet worden vervangen. Bovendien is de afstand tussen de twee kades behoorlijk groot, de stempels tussen de twee wanden zouden een lengte van meer dan 30 m krijgen, dit is uit-zonderlijk en daarom lastig toepasbaar; tenslotte is het een zeer kostbare methode omdat bij bou-wen in de gracht de diepwanden deels dienen te worden gesloopt en bij bouwen in de kades zeer veel kade dient te worden gesloopt en opnieuw opgebouwd;

3. afgezonken garage elementen (inslaan of trillen van stalen damwanden voor zinksleuf, stempelen damwanden, nat ontgraven zinksleuf (geen bemaling); invaren garage-elementen, koppelen garage-elementen, afzinken gara-ge-elementen, maken aansluiting garage-toeritten, afbouw garage en herbouw/herstel kademuren en infrastructuur). Afgezonken garage-elementen worden de gracht ingevaren en afgezonken. Op deze wijze vormen zij de ruwbouw voor de garage. De beperkte beschikbare doorvaartbreedte, hoogte en diepte van de bruggen richting de locatie van de Marnixgarage maken het alleen moge-lijk kleine elementen aan te voeren, met een maximale hoogte van circa 3 m en een breedte van circa 5 m. Doordat de garage minstens twee verdiepingen hoog dient te worden en bovendienen deze kleine geprefabriceerde elementen ongewenste beperkingen stellen aan de indeling van de garage is deze techniek voor de Marnixgarage niet haalbaar;

4. caissonmethode in situ

maken zandaanvulling in gracht tot boven waterniveau, bouwen caisson, afzinken caisson, afbou-wen garage). In de gracht wordt (eventueel binnen een damwandkuip) een zandaanvulling gemaakt tot boven het waterniveau in de gracht. Hierop wordt de garage gebouwd waarna deze in fasen) wordt afgezonken. Deze techniek is bij de startschacht van de Noord/Zuidlijn in het natte Damrak toegepast. Deze methode heeft waarschijnlijk een negatieve invloed op de kademuren en de woonbebouwing. Door de zandaanvulling en het gewicht van het caisson worden diep onder de grond de slappe veenlagen ‘uitgeperst’ en kunnen de palen verplaatsen. Ook is de gehele breedte van de gracht gedurende de bouwtijd gestremd;

Page 18: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

14

5. caissonmethode met prefab caisson elementen

(wegbaggeren sliblaag en eerste laag zachte klei, aanbrengen zandbed, invaren caissonbodem in delen, koppelen delen caissonbodem, maken ruwbouw garage, afzinken caisson, afbouwen gara-ge). Er worden betonnen (of stalen) ‘kamers’ van circa 5 bij 25 m drijvend aangevoerd. Deze ka-mers worden gekoppeld en op dit gekoppelde bouwwerk wordt de ruwbouw van de garage ge-bouwd. Anders dan bij een methode met afgezonken garage elementen worden hier de geprefabri-ceerde onderdelen (de caissonkamers) alleen maar als fundering gebruikt. De relatief kleine afme-tingen van de elementen vormen geen belemmering voor de inrichting van de garage, dit kan bij deze methode één grote hal worden.

In dit voorontwerp zijn methode 1 en methode 5 verder uitgewerkt. Methode1 is gekozen omdat dit een zeer bekende methode is, ook in de Amsterdamse binnenstad. Risico’s op schade aan de omgeving, met name de walmuren, zijn op deze locatie aanwezig maar beperkt. Methode 5 is gekozen omdat de-ze van de verschillende methoden de minste hinder oplevert. Nadeel van deze methode is dat deze nieuw is, keuze voor deze methode brengt daarom extra onderzoek in de ontwerpfasen met zich mee. Methode 2 is niet verder uitgewerkt vanwege de overlast en de benodigde vervanging van de walmu-ren. Methode 3 valt af omdat de toegangen voor grote elementen beperkt zijn en kleine elementen niet op economische wijze kunnen worden gekoppeld. Methode 4 tenslotte valt af wegens de overlast tij-dens de bouw en de risico’s voor de walmuren. Op de faseringstekeningen zijn de bouwwijzen van methoden 1 en 5 nader uitgewerkt. 6.2. Toerit Frederik Hendrikplantsoen De toerit in het Frederik Hendrikplantsoen is redelijk ver van bestaande bebouwing gelegen. Een tradi-tionele bouwmethode met het gebruik van (tijdelijke) damwanden is hierbij een logische keuze. In de raming voor deze optie is met deze variant gerekend.

Page 19: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

15

7. CONSEQUENTIES VOOR DE BOMEN 7.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt, op basis van de voorontwerpen en het onderzoek van Boomtotaalzorg, beschre-ven wat de invloed is van de verschillende ontwerpen op de bomen en eventueel van de bouwwerk-zaamheden. afbeelding 7.1. Bomen Nassaukade (boven) en Marnixkade (onder)

7.2. Bomen oostzijde (Marnixkade) De 36 bomen aan de Marnixkade (bijna uitsluitend Iepen, Ulmus Hollandica) kunnen grotendeels be-houden blijven. Alleen ter plaatse van de voetgangerstoegangen zullen een aantal bomen dienen te worden verwijderd of te worden verplant. Van de 36 bomen aan deze zijde zijn er 10 verplantbaar, deze kunnen verplaatst in plaats van gerooid worden. De bomen bij de geplande toegangen (nummer 3, 11/12 en 20/21) zijn helaas niet verplantbaar. Na de bouw kunnen wel nieuwe bomen worden terug-geplaatst. 7.3. Bomen westzijde brede variant 800 plaatsen (Nassaukade) Aan de westzijde, langs de Nassaukade, staan op een enkele iep na voornamelijk platanen. De ge-schatte leeftijd van deze bomen is circa 55 jaar. De eindleeftijd van een plataan wordt geschat op 70 jaar. Bij de bouw van de brede variant met 800 parkeerplaatsen zullen de bomen met nummer 47 tot en met 86 hoogstwaarschijnlijk niet behouden kunnen blijven. Voor de meest westelijke bomenrij is dit vooral door de toeritten voor het autoverkeer. De oostelijke bomenrij bevindt zich in de bouwput voor de garage. Een klein aantal westelijke bomen (46, 48, 50) kan wellicht blijven staan. Na de bouw van de garage kan in ieder geval één bomenrij worden teruggeplaatst ten westen van de garage, behalve bij de toeritten. 7.4. Bomen westzijde brede variant 1.000 plaatsen Door de toegenomen lengte van de garage staan nu ook de bomen met nummer 43, 44 en 45 evenals 87 en 88 waarschijnlijk te dicht bij de garage om te kunnen blijven staan. 7.5. Bomen westzijde smalle variant 800 plaatsen Indien de smalle variant wordt gebouwd staan alleen de bomen ter plaatse van de toeritten voor auto-verkeer in de weg. Afhankelijk van de bouwmethode staan alleen de bomen 58 tot en met 83 in de ge-varenzone (bij de caissonmethode) of de gehele rij bomen direct aan het water plus de bomen direct langs naast de weg met nummers tussen 58 en 83. De bomen staan op de kade maar hangen zeer ver over het water. Voor kan worden gestart met bouwwerkzaamheden dienen de bomen welke kunnen blijven staan zorgvuldig moeten worden gesnoeid en beschermd om beschadiging te voorkomen. 7.6. Bomen westzijde smalle variant 1.000 plaatsen De smalle variant met 1.000 plaatsen heeft een extra verdieping en is daardoor korter dan de 800 plaatsen variant. De bomen 58 tot en met 83 staan ook nu nog steeds in de weg. Boom 37 tot en met 44 en boom 86 en hoger staan nu buiten het invloedsgebied van de garage.

Page 20: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

16

7.7. Invloed op bomen bij inrit in Frederik Hendrikplantsoen Indien de toerit voor autoverkeer in het Frederik Hendrikplantsoen wordt gebouwd zal een veel kleiner aantal bomen langs de Nassaukade in de weg staan. Wel zal een groot aantal bomen in het plantsoen en ten westen van de Nassaukade voor de bouw van de toegangstunnel moeten wijken. 7.8. Conclusies invloed op bomen De bomen aan de oostzijde, langs de Marnixkade, komen alleen in het gedrang bij de te bouwen voet-gangerstoegangen. Uitgaande van toegangen voor autoverkeer op de Nassaukade zal dit de grootste invloed op de bomen hebben, in totaal beïnvloedt dit circa 25 bomen. Bij bouwen van een brede garage zullen circa 40 bomen aan de westzijde in het gedrang komen. Bij een smalle garage is dit mede af-hankelijk van de bouwmethode, circa 30-35 bomen bij in situ bouwen en ongeveer 25 bomen bij bou-wen met de caissonmethode. Indien de toerit in het Frederik Hendrikplantsoen wordt aangelegd zullen minder bomen langs de Nas-saukade in de weg staan maar zal een groot aantal bomen in het plantsoen en ten westen van de Nas-saukade voor de bouw van de toegangstunnel moeten wijken. Indien de smalle variant wordt gebouwd is het mogelijk na de bouw van de garage bomen te herplanten tussen garage en toeritten. Bij de brede variant kan dit niet omdat de ruimte tussen toerit en garage be-perkt is en deze ruimte onderdeel uitmaakt van de garageconstructie. De bomen langs de Nassaukade hebben bijna allemaal nog een levensverwachting van ongeveer 15 jaar (2008).

Page 21: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

17

8. CONSEQUENTIES VOOR WALMUREN, BRUGGEN EN BELENDINGEN 8.1. Inleiding De bruggen en de woonbebouwing staan op relatief grote afstand (meer dan 10 m) van de toekomstige parkeergarage. Aan de zijde van de Marnixkade staat tussen de woonbebouwing en de garage een op palen gefundeerde kademuur. Het uitgangspunt is dat deze kademuur intact moet blijven, de voor de kademuur genomen maatregelen om schade te voorkomen zorgen ervoor dat de daarachter staande bebouwing ook wordt beschermd. Op drie plaatsen worden voetgangerstoegangen gepland aan de Marnixkade. Deze worden vanuit ge-bruiksoverwegingen zoveel mogelijk ter plaatse van dwarsstraten ontworpen. Hierdoor is de afstand tot de woonbebouwing zo groot mogelijk. De bouwwijze van de toegangen kan worden vergeleken met bij-voorbeeld een kademuurvernieuwing. Mits voldoende aandacht wordt geschonken aan vooral het in-brengen van damwanden en palen (trillingsarm) is hier geen grote schade aan belendingen te verwach-ten. De walmuur aan de oostzijde (Marnixkade) echter is dichtbij de garage gelegen. In dit hoofdstuk wordt voor twee bouwmethoden beschreven wat de invloed van de bouw van de garage is op deze walmuur. Daarnaast wordt kort beschouwd wat de invloed is van de bouw van de toeritten (en de voetganger-stoegangen) op de overige belendingen. Aan de westzijde van de garage bevindt zich voor het grootste deel geen traditionele walmuur maar een stortsteen-talud met en houten beschoeiing. Vooral door de bouw van de toegangen voor autover-keer zal dit talud bij alle varianten worden verwijderd en weer opnieuw aangebracht na gereedkomen van de garage. Op een aantal plaatsen is wel een korte kademuur aanwezig, deze zullen indien de toe-rit parallel aan de Nassaukade wordt gebouwd moeten worden geamoveerd en eventueel herbouwd. Dit hoofdstuk richt zich daarom met name op de oostelijke walmuur, de Marnixkade. De breedte van de varianten heeft hier geen invloed, de oostelijke begrenzing van de garage ligt op dezelfde plaats. Wél invloed op de walmuur heeft de gekozen bouwmethode. 8.2. Marnixgarage in situ bouwmethode De kademuren langs de Marnixkade zijn gefundeerd op houten palen. Deze palen staan op/in de eerste zandlaag. Bij het maken van een bouwput met damwanden welke dieper komen dan de eerste zand-laag (wat het geval is, ze dienen tot in de tweede zandlaag te komen) worden de palen twee keer nega-tief beïnvloed. Eerst bij het aanbrengen van de damwanden en daarna nog een keer bij het weer trek-ken van de damwanden. Door het aanbrengen van een damwand zal de pakking van de zandlaag dichter willen worden (korrels dichter op elkaar). Dit heeft tot gevolg dat er volumeverlies optreedt en dat palen welke in het invloeds-gebied van dit volumeverlies staan, zullen zetten. De grote van het invloedsgebied is niet exact vast te stellen. Vuistregel is dat dit minstens 1 m rond de paalpunt is. Door de schoorstand van de palen bete-kent dit een afstand van zeker 2 m uit de kademuur. Voor de kademuur van de Marnixkade is deze af-stand aanwezig. Tóch bestaat het risico dat een deel van de kademuur, ook bij afstanden van meer dan 3 à 4 m negatief wordt beïnvloed. Voor de in situ gebouwde variant van de parkeergarage dient dit in de risicobeschouwing tot uiting te komen. De voetgangerstoegangen zullen door de liftschachten even diep de grond in gaan komen als de gara-ge in de gracht. Doordat dit in omvang kleine bouwputten zijn is de beïnvloeding van de omgeving met gebruik van de juiste technieken te beperken. De locatie van de toegangen draagt hier mede aan bij, zie paragraaf 8.1.

Page 22: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

18

8.3. Marnixgarage caisson methode Het bouwen van een garage met de caissonmethode kan in principe, met uitzondering van de toegan-gen, zonder damwanden of heipalen plaatsvinden. Toch kan ook deze methode de standzekerheid van de walmuren ongunstig beïnvloeden. Voordat met afzinken van het caisson wordt gestart staat het op staal gefundeerd (dit betekent zonder heipalen). Onder het caisson ontstaan zeer hoge gronddrukken ter plaatse van de randen. Op het mo-ment dat het caisson wordt afgezonken komt het gewicht van het caisson op het gehele oppervlak van de caissonbodem te rusten, onder het caisson wordt verhoogde luchtdruk toegepast, het caisson gaat als het ware drijven. De gronddrukken zijn dan nog maar een klein deel van de drukken vóór het afzin-ken. Indien de garage in één keer wordt gebouwd en dan pas wordt afgezonken ontstaan door het hierbo-ven genoemde mechanisme, onder de snijranden van het caisson zeer hoge gronddrukken. Afbeelding 8.1 (uitvoer van het eindige elementen programma Plaxis) laat zien wat er dan in de grond gebeurt. afbeelding 8.1. Grondverplaatsingen oostzijde caisson bij opbouw in één keer

De (slechte) grondlagen boven de eerste zandlaag worden door de hoge gronddrukken samengeperst (squeezing). Dit heeft niet alleen tot gevolg dat het caisson gaat zakken, maar ook dat er een zijdeling-se belasting op de palen onder de kademuren plaatsvindt. Beter is het om het caisson in fasen op te bouwen. Bij een gefaseerde opbouw van het caisson is de beïnvloeding van de paalfundering onder de kademuur gering. Er worden geen grote verplaatsingen van de walmuur verwacht.

Page 23: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

19

9. FASERING 9.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt voor de twee uitgewerkte bouwmethoden van de Marnixgarage de fasering be-schreven. In principe is de bouwmethode voor de brede variant gelijk aan de bouwmethode van de smalle variant. De afstand tot de kademuur van de Marnixkade is gelijk, bij de brede variant wordt een groter deel van de Nassaukade ontgraven dan bij de smalle variant. Naast tekstueel in dit hoofdstuk zijn in bijlage IV de faseringstekeningen toegevoegd. Deze zijn uitgegaan van de smalle variant met toeritten tegen elkaar aangelegen. 9.2. Marnixgarage in situ bouwmethode Tekening ASD1168-1-1700 geeft een overzicht van de bouwfasering. In deze paragraaf wordt stap voor stap beschreven wat per fase de (ruwbouw) werkzaamheden zijn. 1. bestaande situatie; 2. rooien van bomen aan de westzijde (Nassaukade); 3. aanbrengen van een diepe damwand aan de westzijde; 4. er wordt een diepe damwand aangebracht aan de oostzijde (Marnixkade); 5. aan de noord en zuidzijde wordt een damwand aangebracht; 6. tussen de diepe damwanden worden stempels aangebracht; 7. de sliblaag in de bouwput wordt weggebaggerd; 8. de bouwkuip wordt (nat) ontgraven tot de benodigde diepte; 9. de trekelementen (palen) worden aangebracht; 10. de onderwaterbetonvloer wordt gestort; 11. de bouwput wordt leeggepompt; 12. op de onderwaterbetonvloer wordt een uitvullaag aangebracht en daarop de constructiebetonvloer; 13. vervolgens worden de wanden en vloeren gebouwd en is de ruwbouw van de garage gereed; 14. de ruimte tussen de damwand en de garage wordt opgevuld; 15. de diepe damwanden worden verwijderd; 16. de fundering van de hellingbaan en de voetgangerstoegangen wordt aangebracht; 17. er wordt onderwaterbeton gestort voor de hellingbaan en de voetgangerstoegangen; 18. de vloer, wanden en het dak van de hellingbaan en voetgangerstoegangen worden gemaakt; 19. de oostelijke kade wordt indien noodzakelijk hersteld; 20. de westelijke kade/oever wordt hersteld; 21. de garage wordt intern afgewerkt en het maaiveld rond de garage, inclusief de bomen, wordt op-

nieuw ingericht. 9.3. Marnixgarage caisson methode De fasering van de caissonmethode is op tekening ASD1168-1-1710 in beeld gebracht. De faserings-stappen zijn: 1. geulen baggeren voor de caissonfundering; 2. geulen aanvullen met zand; 3. aanvoeren prefab caissonelementen (drijvend); 4. koppelen caissonelementen; 5. maken constructievloer op prefabelementen; 6. bouwen onderste verdieping caisson; 7. afzinken onderste verdieping caisson; 8. bouwen tweede verdieping caisson; 9. afzinken tweede verdieping caisson; 10. bouwen derde verdieping caisson; 11. voltooien afzinken caisson; 12. koppelen caissondelen; 13. rooien bomen ter plaatse van toeritten;

Page 24: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

20

14. maken bouwputten voetgangerstoegangen; 15. maken bouwput inritten; 16. traditioneel bouwen inritten en toegangen; 17. herstellen kade en oevers bij toeritten en voetgangerstoegangen; 18. de garage wordt intern afgewerkt en het maaiveld rond de garage, inclusief de bomen, wordt op-

nieuw ingericht.

Page 25: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

21

10. PLANNING 10.1. Inleiding Voor de Marnixgarage zijn in totaal 3 planningen opgesteld. Bij vier vormvarianten (breed-smal, 800-1.000 plaatsen) zouden voor 2 verschillende bouwmethoden in totaal 8 planningen kunnen worden gemaakt. Omdat niet alle vormen bij alle methoden passen is eerst afgewogen welke bouwmethode bij welke vormvariant wordt verwacht. Tabel 10.1 geeft hiervoor de afwegingen. tabel 10.1. Afweging vormvarianten en bouwwijzen

vorm bouwmethode caissonmethode traditionele methode

breed, 800 plaatsen door de benodigde damwand in de Nassaukade is dit geen logi-sche combinatie

damwanden voor hoofdcon-structie hoe dan ook noodzake-lijk, goede combinatie

breed 1.000 plaatsen door de benodigde damwand in de Nassaukade is dit geen logi-sche combinatie

damwanden voor hoofdcon-structie hoe dan ook noodzake-lijk, goede combinatie

smal 800 plaatsen geen damwanden nodig voor de hoofdconstructie, goede combi-natie

aan westzijde damwanden in het water, wel mogelijk maar over grotere lengte damwanden en langere bouwtijd dan brede variant, geen goede combinatie

smal 1.000 plaatsen geen damwanden nodig voor de hoofdconstructie, goede combi-natie

3 bouwlagen bij een traditionele bouwwijze leiden tot lange damwanden, geen goede com-binatie

Conclusie is dat de traditionele bouwmethode naar verwachting het beste aansluit op de brede varian-ten en de caissonmethode beter past bij de smalle varianten (planningstechnisch). De planning voor de brede variant is voor 1.000 plaatsen gelijk aan de planning voor 800 plaatsen, de garage heeft wel een groter volume (circa 15-20 %) maar dat kan door het inschakelen van meer resources in dezelfde tijd gebeuren. 10.2. Marnixgarage in situ bouwmethode, brede variant, 800 of 1.000 plaatsen De totale bouwtijd bij een dergelijke bouwmethode wordt geraamd op circa 4 jaar. Het aantal parkeer-plaatsen in de garage maakt voor de bouwtijd weinig uit, voor zowel 800 als 1.000 plaatsen is de plan-ning van toepassing. De voor de verschillende bouwfasen benodigde bouwtijd is in bijlage V uitgewerkt tot een planning. Deze planning gaat uit van het achter elkaar uitvoeren van overlast veroorzakende ac-tiviteiten, bijvoorbeeld eerst de westelijke damwanden inbrengen en later pas de oostelijke. Indien meer activiteiten parallel plaatsvinden moet het mogelijk zijn de bouwtijd maximaal een jaar in te korten tot 3 jaar. 10.3. Marnixgarage caissonmethode, smalle variant, 800 plaatsen De totale bouwtijd bij een dergelijke bouwmethode wordt geraamd op ongeveer 3 jaar en 10 maanden. De voor de verschillende bouwfasen benodigde bouwtijd is in bijlage V uitgewerkt tot een planning. Bij deze bouwwijze zijn een aantal veronderstellingen gedaan voor de tijd benodigd voor een aantal onderdelen welke weinig worden toegepast. In latere fasen van het project dient dit nader onderzocht te worden. 10.4. Marnixgarage caissonmethode, smalle variant, 1.000 plaatsen Bij 1.000 plaatsen is voor de smalle variant een extra parkeerlaag benodigd. Hierdoor neemt de totale bouwtijd bij een dergelijke bouwmethode toe tot ongeveer 4,5 jaar. Ook nu geldt hetzelfde als voor de

Page 26: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

22

800 plaatsen caissonvariant: bij deze bouwwijze zijn een aantal veronderstellingen gedaan voor de tijd benodigd voor een aantal onderdelen welke weinig worden toegepast. In latere fasen van het project dient dit nader onderzocht te worden.

Page 27: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

23

11. AANBEVELINGEN EN AANDACHTSPUNTEN 11.1. Inleiding en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden voor de aanbevelingen en aandachtspunten voor de vervolgfase van het pro-ject beschreven. Er zijn vier globale voorontwerpen gemaakt waarbij slechts zeer beperkt constructie-berekeningen zijn gemaakt. De meeste dimensies en hoeveelheden zijn bepaald op basis van erva-ringscijfers. Nadat bekend is welke variant wordt gekozen dienen de dimensies in de definitief ontwerp-fase nader te worden onderzocht en berekend. 11.2. 800 of 1.000 parkeerplaatsen In de Singelgracht op de locatie Marnix is ruimte voor een brede parkeergarage van 2 parkeerlagen voor 1.000 auto’s. De smalle variant biedt bij twee parkeerlagen slechts ruimte voor 800 parkeerplaat-sen, voor 1.000 plaatsen is een extra parkeerlaag nodig. Een extra parkeerlaag levert minder comfort op voor de gebruiker en levert bij in-situ bouwen veel extra risico’s op. Ondanks dat een derde laag ook voor 800 plaatsen een lager raming oplevert wordt dit niet aangeraden. Het beperken tot één mogelijke bouwmethode zal de markt welke een garage kan bouwen zeer veel verkleinen. 11.3. Toegangen autoverkeer De voorontwerpen voor het hoofdvolume van de garage staan los van de gekozen toegangen voor het autoverkeer. Voor de bouwmethode, planning en kostenraming zijn deze toegangen niet onderschei-dend. De bouwmethode is gelijk en kostenverschillen zijn gering. Vooral de bomen welke dienen te verdwijnen (of in het park of langs de kade) en de verkeerstechni-sche overwegingen (hoe goed kan men met de auto de garage in- en uit) zullen bepalen welke toegang het beste scoort. In de garage heeft de toegang vanaf het Frederik Hendrikplantsoen het nadeel dat deze dicht bij de kop van de garage is gelegen en daardoor net voorbij een hellingbaan ligt. Dit is geen optimale locatie. 11.4. Voetgangerstoegangen De voorontwerpen voor het hoofdvolume van de garage staan los van de gekozen toegangen voor de voetgangers. De keuze is vooral inpassingtechnisch (Nassaukade of Frederik Hendrikplantsoen) en verkeerstechnisch. Voor de bouwmethode, planning en kostenraming zijn deze toegangen niet onder-scheidend. Uiteraard moet nog wel een keuze worden gemaakt met betrekking tot de inpassing en het aantal te realiseren toegangen. 11.5. Aandachtspunten caissonmethode De volgende onderdelen verdienen in een verdere projectfase extra aandacht, vooral omdat hier veel kosten mee samen hangen of omdat er grote risico’s aan verbonden zijn: - de kosten voor ontgraven, koppelen en overige maatregelen in een caisson zijn bepaald op basis

van een zeer beperkt aantal referenties en daarmee vrij onnauwkeurig; - de invloed van een caisson op de directe omgeving dient nader onderzocht te worden, met name

vóór het afzinken; - het koppelen van caissons is een specialistische activiteit, verdient nader onderzoek; - bij het bouwen van een toerit in de kade dient een in situ gebouwd onderdeel aan het caisson te

worden gekoppeld over een grote lengte; moet goed worden uitgezocht; - aan de westzijde is sprake van een groot aantal monumentale bomen. De bomen welke kunnen

worden gespaard kunnen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden schade oplopen; - de voetgangerstoegangen worden traditioneel gebouwd, het aanbrengen en het weer trekken van

de damwanden kan tot schade aan bomen, de kademuur en andere belendingen leiden. 11.6. Aandachtspunten traditionele bouwmethode De traditionele bouwmethode wordt zeer veelvuldig toegepast. Toch zijn er nog een aantal locatiespeci-fieke punten die in een latere fase goed dienen te worden beschouwd:

Page 28: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

24

- het inbrengen van de damwanden aan de oostzijde gebeurt op korte afstand van een in goede staat verkerende kademuur, gefundeerd op de eerste zandlaag. Het aanbrengen en het weer trek-ken van de damwanden kunnen voor scheuren en zelfs verzakkingen van de kademuur leiden;

- aan de westzijde is sprake van een groot aantal monumentale bomen. De bomen welke kunnen worden gespaard kunnen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden schade oplopen.

Page 29: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

BIJLAGE I Voorontwerp tekeningen

Page 30: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 31: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 32: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 33: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 34: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 35: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 36: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 37: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 38: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

BIJLAGE II Vluchtwegen

Page 39: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 40: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 41: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 42: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 43: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

BIJLAGE III Figuren Plaxis

Page 44: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

Toelichting figuren PLAXIS

Deze bijlage bevat 6 figuren, afkomstig uit het eindige element pakket Plaxis. De eerste drie figuren ge-ven een indruk van de grondverplaatsingen indien één verdieping van de parkeergarage is opgebouwd

op de bodem van de gracht. De maximale verplaatsingen zijn 76 mm bij het caisson, bij de paal is dit nog ongeveer 40mm. (uitgaande van slechts 2,5 meter afstand tussen caisson en paal).

Indien in één keer het gehele caisson wordt opgebouwd ontstaan grotere verplaatsingen (zie volgende

drie figuren). De maximale verplaatsingen zijn nu 198 mm direct onder het caisson en nog ongeveer 100 mm ter plaatse van de palen.

Page 45: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 46: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 47: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 48: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 49: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 50: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 51: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

BIJLAGE IV Faseringstekeningen

Page 52: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 53: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)
Page 54: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

Witteveen+Bos ASD1168-1 Haalbaarheidsstudie parkeergarage Marnix nota voorontwerp definitief d.d. 14 september 2009

BIJLAGE V Planningen

Page 55: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

ID Task Name Duration

1 start uitvoering 0 days

2 voorbereidende werkzaamheden 60 days

3 verwijderen slib bodem 60 days

4 aanbrengen grondverbetering 60 days

5 bouwen caissons 160 days

6 invaren en koppelen caissons 100 days

7 op bodem plaatsen caissons 20 days

8 bouwen caisson laag -3 140 days

9 ontgraven en afzinken laag -3 60 days

10 bouwen caisson laag -2 120 days

11 ontgraven en afzinken laag -2 60 days

12 bouwen caisson laag -1 120 days

13 ontgraven en afzinken caisson 60 days

14 maken bouwput toegangen 60 days

15 bouwen toeritten en toegangen 120 days

16 ballasten caisson 60 days

17 trekken damwanden kade 60 days

18 herstel omgeving 60 days

19 afbouw garage 180 days

03-01

Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May

2011 2012 2013 2014 2015

Task Split Progress Milestone Summary Rolled Up Task Rolled Up Split Rolled Up Milestone Rolled Up Progress External Tasks Project Summary

Parkeergarage Marnix 3 verdiepingen 800 plaatsen caissons

Page 1

Project: planning Geldersekade caissonsDate: Fri 29-05-09

Page 56: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

ID Task Name Duration

1 start uitvoering 0 days

2 voorbereidende werkzaamheden 60 days

3 verwijderen slib bodem 60 days

4 aanbrengen grondverbetering 60 days

5 bouwen caissons 160 days

6 invaren en koppelen caissons 100 days

7 op bodem plaatsen caissons 20 days

8 bouwen caisson laag -2 120 days

9 ontgraven en afzinken laag -2 60 days

10 bouwen caisson laag -1 120 days

11 ontgraven en afzinken caisson 60 days

12 maken bouwput toegangen 60 days

13 bouwen toeritten en toegangen 120 days

14 ballasten caisson 60 days

15 trekken damwanden kade 60 days

16 herstel omgeving 60 days

17 afbouw garage 160 days

03-01

Oct NovDec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan FebMar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan FebMar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct

2011 2012 2013 2014

Task

Split

Progress

Milestone

Summary

Rolled Up Task

Rolled Up Split

Rolled Up Milestone

Rolled Up Progress

External Tasks

Project Summary

Parkeergarage Marnix 2 verdiepingen 800 plaatsen caissonmethode

Page 1

Project: planning Geldersekade caissons

Date: Fri 29-05-09

Page 57: bijlage12.notavoorontwerp.pdf (PDF, 9.4 MB)

ID Task Name Duration Start Finish

1 start bouwactiviteiten 0 days Mon 03-01-11 Mon 03-01-11

2 voorbereidende werkzaamheden 60 days Mon 03-01-11 Fri 25-03-11

3 rooien bomen west 10 days Mon 28-03-11 Fri 08-04-11

4 aanbrengen damwanden westzijde 60 days Mon 11-04-11 Fri 01-07-11

5 trillingsarm aanbrengen damwanden oostzijde 120 days Mon 04-07-11 Fri 16-12-11

6 aanbrengen kopwanden 20 days Mon 19-12-11 Fri 13-01-12

7 aanbrengen stempels 40 days Mon 16-01-12 Fri 09-03-12

8 slib ontgraven en afvoeren 40 days Mon 12-03-12 Fri 04-05-12

9 nat ontgraven 40 days Mon 07-05-12 Fri 29-06-12

10 aanbrengen trekelementen fundering 80 days Mon 02-07-12 Fri 19-10-12

11 aanbrengen onderwaterbeton 40 days Mon 22-10-12 Fri 14-12-12

12 droogzetten bouwput 20 days Mon 14-01-13 Fri 08-02-13

13 ruwbouw garage 300 days Mon 11-02-13 Fri 04-04-14

14 trekken diepe damwanden 80 days Mon 07-04-14 Fri 25-07-14

15 maken bouwkuipen toeritten incl ontgraven 120 days Mon 11-02-13 Fri 26-07-13

16 aanbrengen fundatie toeritten 30 days Mon 29-07-13 Fri 06-09-13

17 ruwbouw hellingbanen 90 days Mon 09-09-13 Fri 10-01-14

18 herstel omgeving 120 days Mon 13-01-14 Fri 27-06-14

19 afbouw garage 180 days Mon 07-04-14 Fri 12-12-14

03-01

c o e a e a p a u Jul u e c o e a e a p a u Jul u e c o e a e a p a u Jul u e c o e a e a p a u Jul u e c o e

2011 2012 2013 2014

Task

Split

Progress

Milestone

Summary

Rolled Up Task

Rolled Up Split

Rolled Up Milestone

Rolled Up Progress

External Tasks

Project Summary

Parkeergarage Marnix 2 verdiepingen traditioneel

Page 1

Project: planning Geldersekade traditioneelDate: Fri 29-05-09