Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

78
Jaarverslag 2010 Feiten en cijfers

description

Bijlage jaarverslag

Transcript of Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

Page 1: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

Jaarverslag 2010 Feiten en cijfers

Page 2: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

Jaarverslag Tilburg University 2010Feiten & cijfers

Stichting Katholieke Universiteit Brabant

Warandelaan 2

5037 AB Tilburg

1

Page 3: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

32

in- houds- opgave

Verslag van het Stichtingsbestuur

Voorwoord van het College van Bestuur

1 Organisatie1.1 Organogram

1.2 Stichtingsbestuur

1.3 College van Bestuur

1.4 Risicobeheersing

1.5 Financiën

2 Bestuursagenda 2010

3 Ranking Tilburg University3.1 Onderwijs

3.2 Onderzoek

3.2.1 Internationale rankings

3.2.2 Tilburg University Economics Ranking

3.3 Ranking TIASNIMBAS

68

101010111113

1524

2425252526

Page 4: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

54

4 Onderzoeksinstituten 4.1 Overzicht Onderzoekscentra

4.1.1 Babylon

4.1.2 CentERdata

4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek

4.1.4 CIR - Center for Innovation Research

4.1.5 CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases

4.1.6 EBC - European Banking Center

4.1.7 ERISS - European Research Institute in Service Science

4.1.8 EVS - European Values Study

4.1.9 ILRS - Instituut voor Liturgische en Rituele Studies

4.1.10 INTERVICT - International Victimology Institute Tilburg

4.1.11 Netspar - Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement

4.1.12 ReflecT - Research Institute on Flexicurity Labour Market Dynamics

and Social Cohesion at Tilburg University

4.1.13 Thomas Instituut

4.1.14 Tiber - Tilburg Institute for Behavioral Economics Research

4.1.15 TiCC - Tilburg center for Cognition and Communication

4.1.16 TILEC - Tilburg Law and Economics Center

4.1.17 TiLPS - Tilburg centre for Logic and Philosophy of Science

4.1.18 TILT - Tilburg Institute for Law, Technology, and Society

4.1.19 Tranzo - Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn

4.1.20 TSC - Tilburg Sustainability Center

4.2 Gelieerde instituten

4.2.1 IVA

4.2.2 IVO

5 Onderzoek5.1 Visitaties en kwaliteitszorg

5.2 Cijfermateriaal

5.3 Onderzoekssubsidies

5.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen

6 Onderwijs6.1 Accreditatie

6.2 Ontwikkelingen in onderwijs

6.3 Post experience onderwijs

2727272728293031323233343536

3637383840404142434343

4545465054

59596367

7 Studenten7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating

7.2 Centraal klachten loket

7.3 Studentdecanen

7.4 Kengetallen

7.5 Center for knowledge transfer (CKT)

7.5.1 Inleiding

7.5.2 Samenwerking

7.5.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten

8 Internationalisering8.1 International Office

8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit

8.3 Internationale sturdentenwerving

8.4 RISE

9 Personeel9.1 Algemeen

9.2 Onderverdeling naar functies en geslacht

9.3 Tijdelijk personeel

9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw

9.5 Voltijd en deeltijd personeel

9.6 Salarisschalen

9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)

9.8 Instroom en uitstroom

9.9 KCS en uitzendbureaus

10 Jaarrekening 201010.1 Kengetallen

10.2 Algemene toelichting

10.3 Waarderingsgrondslagen activa en passiva

10.4 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo

10.5 Jaarrekening

10.6 Letter of representation

10.7 Accountantsverklaring

Bijlage 1 Lijst van afkortingenBijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en

College van Bestuur

717172767783838485

9292949698

9999

100102104106106107107108

109109110113116119143145

147149

Page 5: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

76

Het Stichtingsbestuur vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur oefent de wettelijke taken

en bevoegdheden uit van een raad van toezicht bij openbare universiteiten. Daarnaast heeft het bestuur

een speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling. Voor

de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe

banden met de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in een veelvuldig aantal contacten met het

College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen.

In 2010 vergaderde het Stichtingsbestuur vijf keer in aanwezigheid van het College van Bestuur. Afhankelijk

van de aard van het onderwerp adviseert het Stichtingsbestuur het College van Bestuur, neemt besluiten of

verleent goedkeuring aan Collegebesluiten. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere vergaderin-

gen zijn strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het toezicht op

de realisatie daarvan, evenals de relatie met de kerk en relevante wet- en regelgeving.

Belangrijke onderwerpen die in 2010 in het Stichtingsbestuur zijn besproken betreffen de katholieke identi-

teit van de universiteit, de ontwikkelingen in het rijksbeleid en de financiële gevolgen daarvan, de plannen

voor intensivering van het onderwijs en de wijziging van de Wet Versterking Besturing. Het Stichtingsbe-

stuur heeft uitgebreid met het College van Bestuur overleg gevoerd over de politieke ontwikkelingen in de

sector Hoger Onderwijs en de positionering van Tilburg University daarbinnen. Het Stichtingsbestuur staat

achter de plannen van het College om een verdere profilering van de Tilburg University na te streven en in-

tern de verhouding wetenschappelijke versus ondersteunende organisatieonderdelen opnieuw te herzien.

In het kader van de relatie met de kerk heeft het Stichtingsbestuur overleg gevoerd met de bisschoppen

medio 2010. Onderwerp van gesprek was een nadere uitwerking van de identiteit van Tilburg University.

Kern van de identiteit is de emancipatiegedachte van Cobbenhagen, de relatie daarvan met de katholieke

sociale leer en de voortdurende exploratie van identiteit in een universitaire gemeenschap. De identiteit

zoals besproken is geïllustreerd aan de hand van concrete onderwijs- en onderzoeksactiviteiten aan Tilburg

University.

Het Stichtingsbestuur heeft in aanwezigheid van de accountant de jaarrekening 2010 besproken en ge-

constateerd dat de financiële huishouding van de universiteit goed op orde is. Het Stichtingsbestuur heeft

daarbij gewezen op het belang van investeren, ombuigen en bezuinigen waar nodig om de te verwachten

financiële veranderingen in het hoger onderwijs het hoofd te kunnen bieden.

Er heeft tweemaal overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de medezeggenschap. Belang-

rijke onderwerpen van bespreking tijdens dat overleg waren het Strategisch Plan, het Taken Middelen Plan

(de universitaire ‘Voorjaarsnota’), de wijzigingen in de WHW, de begroting en de plannen voor intensive-

ring van het onderwijs. De teneur van die besprekingen was positief.

In 2010 heeft het Stichtingsbestuur na een zittingstermijn van acht jaar afscheid genomen van de heer drs.

H. Borstlap. Het Stichtingsbestuur heeft de heer W.I.I. van Beek, lid van de Tweede Kamer, verwelkomd als

nieuw lid.

Verslag van het StichtingsbestuurDe vicevoorzitter van het Stichtingsbestuur neemt deel aan de landelijke bijeenkomsten van de voorzitters

van de Raden van Toezicht van de universiteiten.

Tilburg, 21 maart 2011

Ruud Lubbers

Voorzitter Stichtingsbestuur

Page 6: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

98

In het jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over het handelen van de universiteit. In

dit jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, wetenschap en maatschappelijke

dienstverlening.

AmbitiesIn 2010 is het nieuwe Strategisch Plan 2010 – 2013 van start gegaan. Dit plan plaatst de ambities voor deze

periode in een maatschappelijke context die zich kenmerkt door een toenemende concurrentie binnen het

hoger onderwijs en een groeiend belang van de (internationale) kenniseconomie. Veel aandacht gaat uit

naar het onderwijs, opdat Tilburg University zich hierin als kwaliteitsinstelling verder profileert. De lijn van

stimulering van toponderzoek wordt voortgezet, evenals de versterking van de aandacht voor maatschap-

pelijke relevantie van de onderzoeksresultaten. Belangrijke ambitie is het profiel van Tilburg University in

nationale en internationale context te versterken.

Bestuursagenda 2010In haar bestuursagenda legt Tilburg University jaarlijks vast op welke wijze zij in het betreffende jaar uit-

voering geeft aan het vigerende Strategisch Plan. Belangrijke onderwerpen in de Bestuursagenda 2010

waren verhoging van de kwaliteit van het onderwijs, ontwikkeling van Centers of Excellence, valorisatie,

verhoging van het aandeel vrouwen in hogere functies, topsportbeleid, lancering van een nieuwe website

en herverdeling van de taken van centrale diensten. Over de Bestuursagenda 2010 wordt verderop in dit

verslag integraal gerapporteerd.

Intensivering van het onderwijsTilburg University hecht er groot belang aan de onderwijskwaliteit verder te verhogen. De rendementen

van de studieprestaties moeten omhoog, het percentage studie-uitval omlaag. Tilburg University zet zich

in om het studiesucces, met name in de bachelorfase, te vergroten door de onderwijskwaliteit te verhogen.

Bovendien krijgt excellentie in het onderwijs ruime aandacht. In 2010 heeft de universiteit geïnvesteerd in

facultaire onderwijsplannen om deze intensivering te kunnen concretiseren. Bovendien is gestart met een

heroriëntatie op de excellentieprogramma’s om meer differentiatie binnen het onderwijsaanbod mogelijk

te maken.

Toponderzoek in internationaal verbandOm in de nationale en internationale competitie voorop te kunnen lopen, wil het College van Bestuur en-

kele multidisciplinaire centra laten doorontwikkelen tot Centers of Excellence; internationale topinstituten

met een bewezen excellente onderzoekskwaliteit van internationale faam. In 2010 is een eerste aanvraag

voor een Center of Excellence gedaan. Onder leiding van een vooraanstaande commissie heeft eind 2010

de evaluatie plaatsgevonden. In 2011 wordt de bestuurlijke besluitvorming over dit onderwerp verwacht.

Internationale studentenHet aandeel internationale studenten aan Tilburg University steeg in 2010 opnieuw. Tilburg University is

zeer verheugd over de groeiende internationale belangstelling. De verdere internationalisering van de cam-

pus heeft dan ook veel aandacht gekregen met als een van de resultaten de Engelstalige benaming van de

universiteit, de faculteiten en de dienstonderdelen.

Het is een van de ambities om ook de uitgaande mobiliteit te stimuleren. In 2010 heeft de universiteit het

bestaande beleid daarvoor voortgezet.

Valorisatie: Social InnovationMet de slogan Understanding Society ziet Tilburg University het als haar taak een wetenschappelijke bijdrage

te leveren aan de maatschappij. Als een van de key spelers in de regionale samenwerking Mid-point Brabant

heeft de universiteit in 2010 gewerkt aan de contouren van een topinstituut Social Innovation. Door middel

van multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en bedrijfsleven wordt innovatie

bevorderd op belangrijke maatschappelijke thema’s. In 2011 zal dit topinstituut worden gerealiseerd.

Tilburg University heeft afgelopen jaar ook haar positie in Brainport, een samenwerkingsverband in de

regio Zuidoost Brabant van internationaal bedrijfsleven en instellingen voor hoger onderwijs, versterkt.

Het thema Social Innovation maakt deel uit van het strategisch plan van Brainport. Tevens zijn binnen de

Brainportregio samenwerkingsmogelijkheden verkend met de TU/e en de Universiteit Maastricht.

OrganisatieEen doorlichting van de financiële kolom heeft in 2010 geleid tot aanbevelingen op het vlak van de organi-

satie van de P&C - functie, de invulling van de strategische functie binnen de universiteit en de vaststelling

van relevante stuurinformatie. De aanbevelingen hebben geleid tot projectvoorstellen die in 2011 zullen

worden gerealiseerd.

In 2010 is verder gewerkt aan een visietraject en een herstructurering van de diensten teneinde een verho-

ging van de kwaliteit van de dienstverlening te bewerkstelligen. Tevens wordt daarmee een verhoging van

effectiviteit en efficiëntie nagestreefd en herbezinning op de interne verhouding tussen wetenschappelijke

en ondersteunende organisatieonderdelen.

FinanciënIn het tot voor kort geldende Bama-bekostigingsmodel heeft Tilburg University door haar relatief zeer

goede prestaties in de afgelopen jaren regelmatig forse begrotingsoverschotten gekend. Daarbij was het

perspectief dat er in de jaren vanaf 2010 – 2011 een daling in de bekostiging zou optreden, dat met die

overschotten zou kunnen worden gedicht. Wij voorzagen dan ook in 2010, 2011 en 2012 mogelijk forse te-

kortjaren. De verwachting was dat daarna inkomsten en uitgaven weer in evenwicht zouden komen. Door

de forse Rijksbezuinigingen, die een aantal verschillende elementen kennen en die min of meer toevallig al-

lemaal bij onze universiteit landen, is het financiële perspectief echter belangrijk gewijzigd. Om inkomsten

en uitgaven weer in overeenstemming te brengen zijn daarom fikse bezuinigingen nodig. Bij het schrijven

van het jaarverslag is binnen de instelling een begin met die bezuinigingen gemaakt. Het gaat daarbij om

een zeer ingrijpende bezuiniging die ongeveer 15 procent van onze eerste geldstroom beslaat. Hieraan zal

in 2011 en in de jaren die volgen nadere invulling worden gegeven.

Hein van Oorschot,

Voorzitter College van Bestuur

Voorwoord van het College van Bestuur

Page 7: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

1110

1.1 Organogram

Tilburg School of Economics

andManagement

TilburgLaw School

Tilburg Schoolof Social andBehavioralSciences

Tilburg Schoolof Humanities

Tilburg Schoolof Theology

UniversityOffice

Office ofEconomic andAdministrative

Affairs

Library andIT Services

StudentServices

FacilityServices

TiasNimbasBusinessSchool

Board of Governors

Doctorate Board Executive Board

University Council

University Labor &Representation Board

Secretary General

De onderzoeksinstituten verbonden aan Tilburg University zijn onderdeel van een of meerdere schools.

1.2 StichtingsbestuurTilburg University is een zogenaamde ‘bijzondere universiteit’. Anders dan de openbare universiteiten res-

sorteert Tilburg University onder een privaatrechtelijke stichting. Het Stichtingsbestuur bewaakt de doel-

stellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbestuur de

leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden uit die

de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten.

Op 31 december 2010 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld:

Voorzitter:

- Prof. drs. R.F.M. Lubbers

Leden:

- Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV)

- Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds)

- Drs. M.A.M. Leers (voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen)

- Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie)

- De heer W.I.I. van Beek (lid Tweede Kamer)

- Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad)

De commissie Remuneratie / Benoemingen van het stichtingsbestuur bestond op 31 december 2010 uit:

- Prof. drs. R.F.M. Lubbers, voorzitter

- Drs. M.A.M. Leers, plaatsvervangend voorzitter

- Ing. J.P.C.M. van Zijl, plaatsvervangend lid

Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Strategy & Policy / adjunct-secretaris van de

universiteit, mevrouw dr. E.M.R. van der Heijden. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de

leden van het Stichtingsbestuur is opgenomen in bijlage 2.

1.3 College van BestuurHet College van Bestuur (CvB) vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle be-

stuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer

belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor

de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verant-

woording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur.

Per 31 december 2010 bestond het College van Bestuur uit twee personen:

- Mr. H.M.C.M. van Oorschot, voorzitter

- Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus

Het College van Bestuur wordt ondersteund door de algemeen directeur / secretaris van de universiteit, de

heer drs. H.A.R.R. Dekkers. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het College

van Bestuur is opgenomen in bijlage 2.

1.4 RisicobeheersingManagement Control is gericht op het waarborgen van de realisatie van strategische beleidsdoelstellingen.

Voor Tilburg University bestaat deze interne beheersing uit het stellen van strategische kaders en uit regle-

menten en procedures die gericht zijn op het identificeren, analyseren en beheersen van risico’s. Belang-

rijke risico’s zijn de ontwikkeling van de Rijksbijdrage, het niet bereiken van doelen uit het Strategisch Plan

en de lange termijn huisvestingsrisico’s.

1 Organisatie

Page 8: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

1312

De belangrijkste instrumenten voor de interne beheersing binnen Tilburg University zijn (niet limitatief):

• Het Strategisch Plan 2010 – 2013, waarin de strategische doelen voor de komende jaren zijn geformuleerd

en dat als uitgangspunt dient voor de jaarlijkse bestuursagenda van de universiteit.

• Het Bestuurs- en Beheersreglement waarin de bevoegdheden van de beheersfunctionarissen, aangesteld

door het College van Bestuur, zijn geregeld.

• De mandaatregeling waarin de bevoegdheden per faculteit en overige beheerseenheden zijn vastgelegd.

• De financiële planning- en controlcyclus die bestaat uit het Taken Middelen Plan waarin meerjarige kaders

worden gesteld en uit de decentrale meerjarenbegrotingen van faculteiten, diensten en gelieerde insti-

tuten die worden goedgekeurd door het College van Bestuur en als basis dienen voor de begroting van

Tilburg University die wordt goedgekeurd door het Stichtingsbestuur.

• Financiële managementrapportages die de beheerseenheden minimaal viermaandelijks indienen bij het

College van Bestuur en waarin wordt gerapporteerd over de realisatie ten opzichte van de begroting, de

verwachtingen voor de rest van het jaar en mogelijke risico’s en de beheersing daarvan.

• Periodieke toetsing van de ontwikkeling van de financiële reserves (concern niveau en beheerseenheden)

ten opzichte van de gestelde normen.

• Cashflowprognoses die worden afgegeven door de treasurer.

• De stuurkaarten onderwijs, onderzoek en personeel waarin prestatie-indicatoren zijn opgenomen afgeleid

uit het Strategisch Plan.

• Periodieke bilaterale overleggen tussen het College van Bestuur en de faculteiten waarin onder andere de

targets en de realisatie van de prestatie-indicatoren op het gebied van onderwijs, onderzoek en personeel

worden besproken.

• Code of Conduct. Tilburg University heeft duidelijke waarden voor gedrag benoemd voor het werken en

studeren bij de universiteit, deze waarden zijn: integriteit, respect, deskundigheid en betrokkenheid.

• De Regeling Nevenwerkzaamheden.

• Een door het College van Bestuur vastgesteld Treasury Statuut dat voldoet aan de Regeling Beleggen en

Belenen.

• De Letter of Representation.

• De aanwezigheid van de afdeling Internal Audit. Review vindt plaats door de externe accountant die ver-

volgens een verklaring afgeeft bij de jaarrekening.

• Periodieke doorlichtingen van de kolommen van de ondersteunende dienstverlening.

• Personeelsenquête.

Het bewustzijn bestaat dat geen enkel systeem van interne beheersing volledige garantie geeft op het in

zijn geheel behalen van gestelde strategische doelen en het voorkomen van fouten. Genoemde instrumen-

ten van interne beheersing worden regelmatig getoetst en geëvalueerd. In 2010 is een concerncontroller

aangesteld om verdere inhoud te geven aan onder andere risicomanagement en heeft de doorlichting

plaatsgevonden van de financiële kolom. Ontwikkelpunt uit deze doorlichting betreft het verder versterken

van de koppeling tussen strategie en financiën.

De rollen van het College van Bestuur en het Stichtingsbestuur op het gebied van interne beheersing

voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders zoals deze zijn opgenomen in de Wet op het Hoger

Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Verder is Tilburg University van mening dat de huidige be-

heersstructuur en -mechanismen op dit moment toereikend zijn en voldoende waarborgen bieden om

risico’s waaraan wij onderhevig zijn vroegtijdig te onderkennen en – indien mogelijk – te beheersen. Wij

zijn ons er van bewust dat het systeem – mede in het licht van toekomstige ontwikkelingen – niet definitief

af is en zijn van daaruit op zoek naar verdere doorontwikkeling en verbetering.

1.5 FinanciënBegroting 2011

(bedragen x € 1.000) Begroting 2011 Geconsolideerd

Baten Rijksbijdrage OCW 105.165

Correctie inkomensoverdrachten -4.795

Collegegelden 21.600

Baten werk i.o.v. derden 57.585

Overige baten 17.151

 

Totaal van de baten 196.706

Lasten Personele lasten 151.266

Overige lasten 58.297

 

Totaal van de lasten 209.563

Saldo baten en lasten -12.857

Financiële baten en lasten Financiële baten 2.325

Financiële lasten 1.878

Saldo financiële baten en lasten 447

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering -12.410

Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten 0

Buitengewone lasten 0

Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering 0

Aandeel derden -/- 0

 

Exploitatiesaldo -12.410

Page 9: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

1514

Vergelijking met balansposten 2010Het totale vermogen is met bijna m€ 11 toegenomen tot ruim m€ 274 per ultimo 2010. Het exploitatiete-

kort (-m€ 6) is in mindering gebracht op het eigen vermogen. De toename van de langlopende schulden

met m€ 13 hangt samen met een nieuwe lening ter financiering van een aantal huisvestingsprojecten. Door

deze projecten is ook de waarde van de materiële vaste activa gestegen. De kortlopende schulden zijn door

vooruitontvangen termijnen onderhanden werk met m€ 4 gestegen.

Analyse kasstromenPer ultimo 2010 bedraagt de stand van de liquide middelen ruim m€ 106. Dit is een lichte groei ten op-

zichte van vorig jaar. Het saldo van inkomende en uitgaande kasstromen uit operationele activiteiten was

in 2010 ruim m€ 9 positief. Er is voor een bedrag van m€ 20 geïnvesteerd in materiële vaste activa en

financiële vaste activa. Voor de investering in materiële vaste activa is een nieuwe lening aangetrokken

van m€ 15. Gesaldeerd met de aflossingen heeft dit een positieve kasstroom uit financieringsactiviteiten

opgeleverd van m€ 13.

Bestuursagenda 2010Met de vaststelling van het Strategisch Plan 2010 – 2013 zijn de hoofdonderwerpen van instellingsbeleid voor de periode 2010 – 2013 vastgesteld en is de richting aangegeven waarin deze worden uitgewerkt. Deze bestuursagenda geeft de uitwerking daarvan voor het begrotingsjaar 2010.

Dit is het eerste jaar onder het Strategisch Plan 2010 – 2013. Tevens zijn in deze agenda die onderwerpen

opgenomen die eerder zijn gepland, maar nog niet gerealiseerd in 2009.

Bij een aantal onderwerpen wordt onder ‘middelen’ ‘Pro Memorie (PM)’ gemeld. Dit is een consequentie

van de aard van de betreffende projecten: het gaat in de meeste gevallen om beleidsvoorbereiding die ten

laste komt van de lopende exploitatie en die resulteert in een werkplan met begroting. De voor de uitvoering

van het te ontwikkelen beleid benodigde middelen zijn met andere woorden meestal aan het eind van het

beleidsvoorbereidende traject bekend.

Onder ‘actie’ is aangegeven welk Collegelid het betreffende onderwerp in portefeuille heeft. Tevens is aan-

gegeven welk organisatieonderdeel binnen de diensten in eerste instantie verantwoordelijk is voor het

project in kwestie. Deze verantwoordelijkheid houdt tevens in dat het betreffende organisatieonderdeel

verantwoordelijk is voor afstemming en coördinatie met andere organisatieonderdelen. Voor de uitvoering

van de prioriteiten Strategisch Plan voor 2010 ten laste van het FBI is een bedrag van k€ 451 toegekend en

staat k€ 1.549 gereserveerd.

1. Onderwijs

Waardering van onderwijs

Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013

Doel/omschrijving: Bevorderen van waardering voor onderwijs. Het betreft enerzijds het bevorderen van

excellentie van docenten (basis- en seniorkwalificatie), anderzijds het belonen van

onderwijskwaliteit.

Resultaat: In 2010 zijn een coördinator en trainer Basiskwalificatie Onderwijs aangesteld. De

eerste trainingen zijn gegeven aan beginnende docenten met een zeer goed resultaat.

Ook zijn de facultaire onderdelen van dit docentprofessionaliseringstraject van start

gegaan.

Middelen: Regulier

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, Human Resources

Tijdschema: 2010 e.v.

Kwaliteit van onderwijs

Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013

Doel/omschrijving: Verhogen van kwaliteit van onderwijs, bijtrekken van het onderwijsbeen door het tref-

fen van maatregelen op het terrein van studievoortgang, studiebegeleiding en onder-

wijsprocessen, waaronder verhoging van de BSA-norm en pilots met intakegesprek-

ken, en diverse deelprojecten op het gebied van activerend leren

2 Bestuursagenda 2010

Page 10: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

1716

Resultaat: In 2010 zijn diverse maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderwijs te ver-

sterken. De verhoging van de BSA-norm naar 42 ECTS is een feit. Faculteiten hebben

plannen ingediend om het onderwijs te kunnen intensiveren. Deze plannen zijn door

het College geaccordeerd en van een startsubsidie voorzien. Bij twee faculteiten heb-

ben pilots met intakegesprekken plaatsgevonden. De conclusies hiervan zijn begin

2011 bekend. Er zijn diverse initiatieven op het gebied van activerend leren genomen,

waaronder het gebruik van stemkastjes tijdens colleges, het gebruik van weblectures

en vormen van peer review.

Middelen: FBI, regulier

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, faculteiten, Library and IT Services

Tijdschema: 2010 e.v.

BaMa-structuur in internationale context

Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013

Doel/omschrijving: Aanscherpen van BaMa-structuur in een internationale context

Resultaat: Van het Ministerie van OCW hebben de Nederlandse universiteiten middelen gekre-

gen ter stimulering van joint degrees. Deze middelen worden verspreid over de pe-

riode 2009-2013 toegekend. Tilburg University zal deze middelen gebruiken om een

tweetal stimuleringsprogramma’s op te zetten: een programma dient ter stimulering

van joint bachelor- en masterprogramma’s; het andere programma is bedoeld voor de

stimulering van joint PhD programma’s. De uitwerking van beide stimuleringsplan-

nen staat gepland voor 2011.

Middelen: FBI, regulier

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, International Office, faculteiten

Tijdschema: 2010 e.v.

Actualiseren van onderwijs

Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013

Doel/omschrijving: Actualisering van het onderwijsaanbod

Resultaat: In 2010 is voor enkele masteropleidingen een macrodoelmatigheidstoets aange-

vraagd. Ook is met enkele opleidingen gestopt die niet kostendekkend waren, dan wel

niet meer pasten in de nieuwe strategie van een faculteit. Om de relaties met het be-

roepenveld te versterken zijn er enkele initiatieven genomen op het terrein van stages

voor studenten. Ook is de profilering van enkele bacheloropleidingen aangescherpt

zodat de diversiteit onder de uitstroomprofielen kon worden vergroot. Het gaat hier

met name om bacheloropleidingen van de Tilburg School for Humanities.

Middelen: FBI, regulier

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, faculteiten

Tijdschema: 2010 e.v.

ICT in het onderwijs

Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013

Doel/omschrijving: Bevorderen van ICT in het onderwijs/Onderwijsinnovatie

Resultaat: Via enkele initiatieven op het gebied van Blended Learning en door deelname in het

landelijke OASE-project dat het gebruik van weblectures in het Hoger Onderwijs sti-

muleert wordt het gebruik van ICT in het onderwijs bevorderd. Door middel van ICT-

onderwijsbijeenkomsten wordt gestreefd naar optimale kennisdeling op het gebied

van onderwijsinnovatie.

Middelen: FBI (k€ 250), regulier

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, Library and IT Services

Tijdschema: 2010 e.v.

Organisatie onderwijsondersteuning

Aanleiding / Kader: Strategisch plan 2010-2013

Doel /omschrijving: Projecten op het gebied van kwaliteitsverbetering en kwaliteitszorg vragen om gekwa-

lificeerd ondersteunend personeel.

Resultaat: De bundeling van onderwijsondersteuning op centraal niveau is verkend. Helder is dat

door samenvoeging van kennis op het gebied van ICT in het Onderwijs, docentpro-

fessionalisering en toetsexpertise, de voor onderwijsinnovatie noodzakelijke profes-

sionalisering kan worden gestimuleerd. Vooralsnog is gekozen voor een herplaatsing

van enkele medewerkers. In 2011 zal in nauwe samenwerking met de faculteiten een

optimale bundeling van onderwijsondersteuning worden vastgesteld en gerealiseerd.

Middelen: PM

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy

Tijdschema: Start in 2010

Diversiteitsbeleid

Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2006-2009 en 2010-2013

Doel /omschrijving: Tilburg University wil bevorderen dat het aantal allochtone studenten toeneemt, de

uitval vermindert en hun studieresultaten verbeteren door middel van het uitvoeren

van projecten die leiden tot:

• bevordering van sociale verbanden en voorzieningen van/voor allochtone studen-

ten.

• voorlichting gericht op de doelgroep en hun ouders.

Resultaat: In 2010 zijn enkele initiatieven ontplooid om de allochtone student zich beter thuis

te laten voelen op de universiteit. Specifiek is ingezet op een betere voorlichting voor

deze studenten door enkele middelbare scholen te bezoeken. Ook is er een zeer suc-

cesvolle bijeenkomst georganiseerd ter gelegenheid van het Suikerfeest.

Middelen: FBI (reservering is reeds gemaakt)

Actie: Voorzitter, Strategy & Policy i.s.m. Student Services en Communications & Marketing

Tijdschema: 2010 e.v.

Page 11: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

1918

2. Onderzoek

Ontwikkeling Centers of Excellence

Aanleiding / Kader: Strategisch plan 2010-2013

Doel /omschrijving: Om in de nationale en internationale competitie mee te kunnen doen zal Tilburg

University de mogelijkheid scheppen om een aantal van onze multidisciplinaire on-

derzoekscentra door te laten ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence.

Resultaat: In 2010 is de eerste aanvraag voor een Center of Excellence gedaan door het instituut

Intervict. Onder leiding van een vooraanstaande commissie hebben een evaluatie en

site visit plaatsgevonden. In 2011 worden de conclusies van de commissie verwacht.

Middelen: PM

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy

Tijdschema: Start in 2010

Valorisatie

Aanleiding / kader: Strategisch plan 2010-2013

Doel /omschrijving: Versterken van de impact van onderzoek. Versterking van verankering van Tilburg Uni-

versity in de regionale en nationale kennisinfrastructuur.

Resultaat: In 2011 heeft de universiteit haar regionale positie versterkt binnen het kader van Mid-

point Brabant. De contouren voor een topinstituut Social Innovation zijn ontworpen.

Door multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en het

bedrijfsleven geeft de universiteit vorm aan innovatie op belangrijke maatschappelijke

thema’s. In 2011 zal dit profiel van Social Innovation verder worden verdiept.

Middelen: Regulier

Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy

Tijdschema: 2010

3. Personeel

Internationale (top)medewerkers

Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013

Doel: Aanpassing van onze werving, selectie en arbeidsvoorwaarden om effectief op de in-

ternationale onderzoeksmarkt te kunnen opereren.

Resultaat: Werving en selectieprocessen zijn gedigitaliseerd, wat het solliciteren voor internati-

onale medewerkers vergemakkelijkt. Samen met de Tilburg School of Social and Be-

havioral Sciences is een draaiboek ontwikkeld voor de facilitering van internationale

medewerkers tijdens werving- en selectieprocedures en de settling-in fase. Samen

met VSNU wordt uitgezocht of er mogelijkheden zijn, en zo ja welke, om de arbeids-

voorwaarden meer af te stemmen op de behoeften van internationale kenniswerkers.

Middelen: Regulier

Actie: Voorzitter, Human Resources

Tijdschema: 2010

Sturen op prestaties en talent

Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013,

P-enquête 2009

Doel: Sturing op talent, prestaties en competenties ter bevordering van de kwaliteit van

werk.

Resultaat: Binnen Tilburg University is commitment voor de noodzaak van prestatie- en ont-

wikkelingsgericht sturen. In 2010 zijn daarvoor de nodige instrumenten ontwikkeld.

Leidinggevenden zullen in 2011 ondersteund worden bij de implementatie van dit

nieuwe beleid. Een faculteit en een dienst hebben zich beschikbaar gesteld om als

pilot te fungeren bij het invoeren van bewust belonen. Dit zal in 2013 worden geëvalu-

eerd.

Middelen: Regulier, PM

Actie: Voorzitter, Human Resources

Tijdschema: 2010-2011

Aandeel vrouwen in hogere functies (WP en OBP)

Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013

Doel: Minimaal 15 procent van de hoogleraren binnen Tilburg University is in 2013 vrouw en

vergroting van aandeel vrouwen in top van OBP-functies. In het kader van het Charter

‘Talent naar de Top’ evalueren en precieze targets formuleren.

Resultaat: Tilburg University heeft haar doelstellingen voor 2010 gerealiseerd, zowel wat betreft

het aantal vrouwen in hogere wetenschappelijke functies als voor het aantal vrouwen

in hogere OBP functies.

Middelen: Regulier, PM

Actie: Voorzitter, Human Resources

Tijdschema: 2010 e.v.

4. Organisatie

International Campus fase 2

Kader: Strategisch plan 2010-2013

Doel: Verbetering en optimalisering van dienstverlening aan internationale studenten en

medewerkers.

Resultaat: In de tweede fase van het programma ‘Towards an International Campus’ is integra-

tie een van de hoofdthema’s. In 2010 is de voorbereiding gestart voor de opzet van

een geïntegreerde introductie voor alle nieuwe (internationale) studenten vanaf 2011.

In het kader van het thema taal hebben sinds de start van het programma in 2007

meer dan 1200 medewerkers en 500 studenten aan de English Language Assessment

deelgenomen om op basis daarvan het gebruik van het Engels te verbeteren. In 2010

heeft een recordaantal van 470 internationale studenten en medewerkers een cur-

sus Nederlands gevolgd. Middels het derde thema, bevordering van de interculturele

competentie, is in 2010 door 380 studenten een workshop gevolgd.

Page 12: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

2120

Middelen: FBI (nog geen reservering) naar schatting k€ 200 (matched funding)

Actie: Rector Magnificus, International Office

Tijdschema: Start van deelprojecten vanaf 2010 met verschillende doorlooptijd.

Evaluatie Tilburg School of Theology

Aanleiding / Kader: Afspraak met Nederlandse Bisschoppenconferentie, Tilburg School of Theology en

Tilburg University.

Doel: Bij het tot stand komen van de Tilburg School of Theology is afgesproken dat het con-

venant dat in verband daarmee tussen de Nederlandse Bisschoppenconferentie, de

Tilburg School of Theology en Tilburg University is gesloten na drie jaar geëvalueerd

zou worden. Deze evaluatie is voorzien voor 2011.

Resultaat: Evaluatie

Middelen: Regulier

Actie: Voorzitter, Strategy & Policy

Tijdschema: 2011

Topsportbeleid

Kader: Strategisch Plan 2010-2013, Strategisch plan Student Services 2010-2013

Doel: Tilburg University aantrekkelijker maken voor studenten die hun studie willen combi-

neren met topsport. Bijkomend effect kan zijn een grotere bekendheid van Tilburg als

studentenstad en Tilburg University in het bijzonder

Resultaat: In het najaar is de nota Topsport aanvaard. Hierin zijn twee kernsporten benoemd

(hockey en roeien), die door een aantal gerichte maatregelen worden ondersteund en

ontwikkeld. Verder is het de bedoeling de universiteit aantrekkelijker te maken voor

studenten die hun studie willen combineren met topsport. Bijkomend effect kan zijn

een grotere bekendheid van Tilburg als studentenstad en de universiteit in het bijzon-

der.

Middelen: FBI. In 2009 zijn de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de samenwerkings-

overeenkomst met TMHC (Tilburg Mixed Hockey Club) nog via de exploitatie uit de

reserves van Student Services gefinancierd.

Actie: Voorzitter, Student Services

Tijdschema: Voorjaar 2010

Herverdeling taken centrale diensten

Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2010-2013

Doel: Voor het kwaliteitsniveau van de ondersteunende diensten wordt een 4 uit 5 nage-

streefd. De structuur van de ondersteuning dient aan te sluiten bij deze ambitie. In

het Strategisch Plan is reeds aangegeven dat er aanleiding bestaat om de taakverde-

ling tussen de verschillende centrale diensten te bezien. Met name het takenpakket

van General Services is de laatste jaren sterk uitgebreid, met vooral uitvoerende werk-

zaamheden. Om tegemoet te komen aan de ambities, is de tijd rijp om ook te gaan

kijken naar de structuur van de organisatie.

Resultaat: Organisatieplan

Middelen: PM

Actie: Voorzitter, Secretaris Universiteit

Tijdschema: 2010

5. ICT

Toekomst kantoorautomatisering

Aanleiding / Kader: Beleids- en Organisatieplan Library and IT Services 2007-2010, vast te stellen ICT

architectuurplan voor de gehele instelling

Doel: Eind 2007 / begin 2008 is een concept van een nieuwe werkplek gepresenteerd. Deze

nieuwe werkplek maakt gebruik van diverse Microsoft producten. In de laatste helft

van 2008 is begonnen met de technische inrichting van deze omgeving ter voorberei-

ding op de uitrol. De invoering vindt in 2010 plaats.

Resultaat In 2010 is de technische basisinfrastructuur voor ‘de nieuwe werkplek’ gerealiseerd.

Het eerste, voor gebruikers zichtbare, resultaat was de introductie van een applicatie

waardoor met usernaam en wachtwoord gebruik gemaakt kan worden van talloze ap-

plicaties. Eind 2010 zijn de eerste gebruikers overgezet naar de nieuwe mail/calendar/

to-do/contacts omgeving en is de procedure uitgewerkt zodat de eerste helft van 2011

alle medewerkers kunnen migreren.

Middelen: Binnen het Subcompartiment ICT zijn middelen voor dit project ter beschikking ge-

steld.

Actie Voorzitter, Library and IT Services

Tijdschema: Start uitrol eind 2009

Nieuw bibliotheeksysteem

Aanleiding / Kader: Advies SIA van 13 maart 2007

Doel: In 2008 / 2009 wordt de nieuwe search engine in het project ‘Beter zoeken en vinden

van wetenschappelijke informatie‘ geïmplementeerd. Volgende stappen in het bij de

tijd brengen van onze bibliotheeksystemen zijn de keuze van een nieuw lokaal biblio-

theeksysteem voor het beheren van onze boekencollectie en de selectie van een sys-

teem voor het beheren van de elektronische licenties. De laatste selectie zal gedaan

worden samen met de UKB, de samenwerking van de universiteitsbibliotheken in

Nederland.

Resultaat: GetIT, de nieuwe zoekmachine voor wetenschappelijke informatie, is geïntroduceerd,

waarmee via een zoekopdracht in diverse databases gezocht kan worden. Met GetIT

is het mogelijk geworden om te zoeken middels facetten. Er is uitgebreid onderzoek

gedaan naar mogelijke opvolgers van het lokale bibliotheeksysteem. De definitieve

keuze zal in 2011 worden gemaakt.

Middelen: Kosten voor het selectieproces k€ 10. Aanschaf van een lokaal systeem plus bijdrage

Tilburg University aan het door de UKB te kiezen systeem voor elektronische licenties:

PM (reservering ICT-fonds in totaal k€ 250)

Actie: Voorzitter, Library and IT Services

Tijdschema: Selectieproces in 2010, start implementatie in 2011.

Page 13: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

2322

6. Communicatie en Marketing

Internationale marketing

Kader: Strategisch plan 2010-2013 en uitkomst projectgroep internationale marketing com-

municatie

Doel: Verhoging van de instroom uit het buitenland, verbetering van de kwaliteit van de

instroom uit het buitenland, verbetering van de onderlinge werkverdeling van facul-

teiten en diensten op dit terrein.

Resultaat: De ontwikkeling van internationale marketing ligt op schema. Najaar 2010 is de eerste

versie van de internationale website, primair gericht op studiezoekers, live gegaan.

Ook wordt volop geëxperimenteerd met de toepassing van social media. De mobiele

internationale wervingssite is in voorbereiding, net als de universiteitsbrede marke-

tingstrategie. De focus op doellanden en verbetering van organisatie en samenwer-

king maken daar deel van uit.

Middelen: FBI, regulier

Actie: Rector Magnificus, International Office, Communications & Marketing

Tijdschema: Vanaf 2010 tot eind van het project in 2012/2013.

7. Huisvesting

Huisvesting Tilburg School of Social and Behavioral Sciences

Aanleiding / Kader: Lange termijn huisvestingsplan

Doel: Nieuwbouw realiseren ten behoeve van Tilburg School of Social and Behavioral Scien-

ces

Resultaat: Het programma van eisen is eind 2010 in concept afgerond. De economische situ-

atie en intensivering onderwijs zijn aanleiding om het concept programma van eisen

nog een keer te screenen in 2011. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met de

gemeente. Het parkeren vraagt, zowel tijdens de bouwtijd als in de definitieve situatie,

extra aandacht.

Middelen: Planvorming ten laste van reguliere middelen; uiteindelijk subcompartiment Huisves-

ting

Actie: Voorzitter, Facility Services

Tijdschema: 2010 e.v.

Studentencentrum Binnenstad

Aanleiding/kader: Studiereis van studenten naar Leuven, College van Bestuur en gemeentebestuur

Doel: Om Tilburg Studentenstad een extra impuls te geven, te onderzoeken of het vestigen

van een Studentencentrum in de binnenstad haalbaar is. In dit centrum kunnen een

mensa, een studentencafé, studentenwerkplekken en vergaderruimten worden opge-

nomen.

Resultaat: In 2010 is ingeschreven op de openbare verkoop door de gemeente van ‘het Duvel-

hok’. Tilburg University is hier als winnende partij uitgekomen. De uitwerkingen van

het contract zijn nog in onderhandeling.

Middelen: Regulier

Actie: Voorzitter, Student Services in samenwerking met studenten

Tijdsschema: 2010

Duurzaamheidsplan.

Aanleiding / Kader: Maatschappelijke en interne ontwikkelingen (incl. aankondiging in de Universiteits-

raad)

Doel: Inventarisatie van bestaande activiteiten en bestaand beleid op het gebied van duur-

zaamheid en op basis daarvan komen tot een vernieuwing, aanvulling en meer geïn-

tegreerde aanpak.

Resultaat: In 2010 is een beleidsnotitie duurzaamheid vastgesteld door het College van Bestuur

welke de basis vormt voor de verdere uitwerking van duurzaamheidsprojecten. Het

eerste project; keuze van ‘Greencalc’ als duurzaamheidsmeetlat is bepaald. Tevens

zijn enkele energiebesparende projecten in opdracht gegeven, waaronder energiebe-

sparende besturing van liften, adiabatische koeling en led-verlichting.

Middelen: Regulier

Actie: Voorzitter, Facility Services

Tijdschema: 2010

8. Facilitaire voorzieningen

Aanbesteding cateringvoorzieningen

Aanleiding / Kader: Afloop contract Albron, klanttevredenheidsonderzoek

Doel: Realiseren van een nieuw cateringconcept met meer variatie en betere prijs/kwaliteits-

verhouding

Resultaat: In 2010 zijn overeenkomsten gesloten met drie leveranciers en met een vierde wordt

nog onderhandeld. Er zijn verschillende cateringconcepten gerealiseerd met een geva-

rieerd aanbod aan cateringvoorzieningen in het Restaurant en gebouw Prisma. Weer

een ander concept zal vanaf de opening in gebouw Academia begin 2011 operationeel

zijn.

Middelen: Reguliere middelen en subcompartiment huisvesting voor de bouwkundige aanpas-

singen.

Actie: Voorzitter, Facility Services

Tijdschema: 2010

Page 14: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

2524

3.1 Onderwijs

Elsevier 2010

Tilburg University is voor het vierde achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste specialistische universi-

teit in het jaarlijks onderzoek van het weekblad Elsevier. Tilburg scoort volgens het oordeel van hoogleraren

en docenten met vijf opleidingen als beste van Nederland: Economie, Econometrie en Operationele Re-

search, Accountancy, Fiscaal Recht en Rechtsgeleerdheid . De tweede plaats in hun categorie scoorden de

Tilburgse opleidingen Business Studies en Sociologie. Studenten vinden de opleiding Communicatie- en

Informatiewetenschappen een eerste plaats waard.

Bijna 2.500 hoogleraren en hoofddocenten van universiteiten en zestigduizend studenten deden mee aan

het jaarlijkse onderzoek van Elsevier, dat voor de zestiende keer werd gehouden. Dertien universiteiten

werden onder de loep genomen en onderverdeeld in drie groepen: brede, specialistische en technische

universiteiten.

De hoogleraren en hoofddocenten beoordeelden de kwaliteit van de docenten en hun wetenschappelijke

werk en ook het programma van de bachelor- en masteropleidingen. De studenten legden de opleidingen

langs de lat volgens de volgende criteria: de faciliteiten, het programma, de kwaliteit van het onderwijs en

van de docenten, de manier van toetsen en de interne organisatie en communicatie. Ook werd gekeken

naar de kansen voor afgestudeerden op de arbeidsmarkt.

WO-monitor 2009

In het najaar van 2009 heeft de tweejaarlijkse meting voor de WO monitor plaatsgevonden onder mas-

teralumni van Tilburg University. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2010 gerapporteerd. De WO-

monitor geeft inzicht in de ervaren kwaliteit van het onderwijs, de aansluiting van het onderwijs op de

arbeidsmarkt en de huidige positie van de alumni op de arbeidsmarkt. Tilburg University scoort goede rap-

portcijfers als het gaat om de inhoudsdeskundigheid en de onderzoekservaring van de docenten. Minder

tevreden zijn de respondenten over de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk. Hier scoort Tilburg

University lager dan landelijk gemiddeld. Van de onderzochte alumni heeft 88 procent betaald werk. Daar-

van werkt 57 procent op een functie waarvoor minimaal WO-niveau is vereist. Gemiddeld verdienen alumni

van Tilburg University twee jaar na het afstuderen een bedrag van 2.619 euro bruto per maand. Dit is 28

euro meer dan het landelijk gemiddelde.

Keuzegids Masters 2010

Op 15 februari 2010 verscheen de Keuzegids Masters, met beoordelingen van masteropleidingen van Ne-

derlandse WO- en HBO-instellingen. Van Tilburg University zijn in totaal 21 masters beoordeeld. Twee mas-

ters van de faculteit Rechtswetenschappen kwamen als beste uit de bus in de categorie WO Internationaal

en Europees Recht: International Business Law en International and European Public Law. Volgens de gids

staan deze masters bovenaan “met applaus voor de inhoud en samenhang van de programma’s, die ook

goed haalbaar zijn in de gestelde tijd.” 

3.2 Onderzoek

3.2.1 Internationale rankings

Social Science Research Network

In de lijst van de ‘Top Economics Departments & Research Centers’ van het Social Science Research Net-

work (SSRN) staat Tilburg University wereldwijd op de eerste plaats. De Tilburg School of Economics and

Management laat hiermee een aantal klassieke topuniversiteiten als Harvard achter zich.

Op de tiende plaats in dezelfde ranking staat onderzoeksinstituut TILEC, het Tilburg Law and Economics

Center.

In de SSRN-ranking voor de ‘Top International Law Schools’ scoort de Tilburg Law School als beste buiten

de Verenigde Staten. In de wereldwijde ranking staat Tilburg Law School op een veertiende positie.

Academic Ranking of World Universities

Op de lijst van de beste universiteiten ter wereld binnen de Social Sciences van de Academic Ranking of

World Universities heeft Tilburg University een positie bij de beste honderd gehaald. Binnen Europa staat

Tilburg op de dertiende plaats. In het veld van Economics and Business doet de universiteit het zelfs nog

wat beter: hier wordt een plek bij de beste 77 van de wereld gehaald en de twaalfde plaats binnen Europa.

University of Dallas Ranking

De Tilburg School of Economics and Management heeft net als vorig jaar de derde positie in de University

of Dallas Ranking van Europese Business Schools behaald. Wereldwijd staat men op een 44e plaats, en is

daarmee de hoogst genoteerde Nederlandse universiteit.

Arizona State University Finance Ranking

In de Arizona State University Finance Ranking van universiteiten op het gebied van finance, staat Tilburg

University op de 66e plaats. Van alle Europese universiteiten neemt Tilburg een vierde positie in.

Times Higher Education World University Rankings

In de THE ranking van ‘Top Arts and Humanities Universities’ staat Tilburg University op de 48e plaats.

Binnen Europa staat Tilburg op de zeventiende positie.

3.2.2 Tilburg University Economics Ranking

De Tilburg School of Economics and Management heeft in 2009 haar eigen onderzoeksranking gepubli-

ceerd. Deze ranking geeft een overzicht van de honderd beste onderzoeksscholen in de economie ter we-

reld. De lijst wordt aangevoerd door Harvard University. Tilburg staat zelf op de 23e positie in deze ranking

en neemt de derde positie wat betreft Europese universiteiten in.

3 Ranking Tilburg University

Page 15: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

2726

3.3 Ranking TiasNimbasFinancial Times:

Worldwide Full time MBA 2010, januari 2010: positie 89 wereldwijd, 24 in Europa.

Custom Programmes 2010, mei 2010: positie 47 wereldwijd, 26 in Europa, 2 in Benelux.

Open enrolment Programmes 2010, mei 2010: positie 59 wereldwijd, 23 in Europa.

Masters in Management 2010, september 2010: positie 55 wereldwijd, 50 in Europa.

International Executive MBA 2010, november 2010: positie 21 wereldwijd, 11 in Europa, 1 in Benelux.

European Business Schools 2010, december 2010: positie 24 in Europa.

4.1 Overzicht onderzoekscentra

4.1.1 Babylon

Babylon is in 2002 opgericht door de Tilburg School of Humanities en de Tilburg School of Social and

Behavioral Sciences als het multidisciplinaire en interfacultaire centrum voor onderzoek naar de multicul-

turele samenleving.

Babylon is in 2010 uitgegroeid tot de coördinatiepoot van een groot internationaal consortium over taal en

superdiversiteit, waaraan onderzoekers en centra deelnemen uit Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken,

Finland, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Australië. Dit consortium is tevens een Max Planck Research

Group geworden, geassocieerd met het Max Planck Institute for the Study of Ethnic and Religious Diversity

in Göttingen, Duitsland. Met dit consortium is een vijfjarig werkplan ontwikkeld, met daarin een hele reeks

projectaanvragen op diverse schaalniveaus en minstens twee internationale congressen. De intensiteit van

uitwisseling, contact, onderzoek en publicaties is daardoor in een hogere versnelling geschakeld en Baby-

lon speelt nu een rol op het allerhoogste internationale niveau.

4.1.2 CentERdata

CentERdata is een non-profit instituut voor online dataverzameling en toegepast economisch en metho-

dologisch onderzoek. Het instituut werkt voornamelijk voor wetenschappelijke organisaties, ministeries

en overheidsinstellingen. Er wordt nauw samengewerkt met de faculteiten en andere instituten van Tilburg

University, zodat een meerwaarde op het gebied van gegevensverzameling, theorievorming, methoden van

onderzoek en interpretatie van onderzoeksresultaten ontstaat. 

Het in 2006 gestarte MESS (Measurement and Experimentation in the Social Sciences) project is in 2010

door een externe commissie tussentijds geëvalueerd. De commissie stelde met tevredenheid vast dat de

kern van het project, het zogenaamde LISS panel, functioneert zoals werd beoogd en bekend is bij onder-

zoekers in binnen- en buitenland. Naar het oordeel van de commissie verloopt het project goed en verdere

inzet ervan wordt aangemoedigd. Een aanvullende subsidie van k€ 750 werd toegekend. Ook het CentER-

panel werd in 2010 veelvuldig ingezet voor tal van vragenlijsten en experimenten. Van het langstlopende

onderzoek, de DNB Household Survey, werd in 2010 de 18e golf afgenomen.

In het verlengde van de genoemde panels is CentERdata samen met de vakgroep Klinische Gezondheids-

psychologie van de School of Social and Behavioral Sciences aan Tilburg University en het Integraal Kan-

kercentrum Zuid (IKZ) te Eindhoven in 2009 gestart met het opzetten van een vergelijkbare infrastructuur

voor een studie naar het welbevinden van (ex-)kankerpatiënten. In 2010 is de infrastructuur opgeleverd en

zijn de eerste data verzameld. Samen met het departement Econometrie & Operations Research werd een

e-learning omgeving ontwikkeld voor het Wiskunde D project. Op internationaal terrein werden projecten

uitgevoerd in het kader van het Europese SHARE project (Survey of Health, Ageing, and Retirement in Eu-

rope) en het IMPACT project (Impact Measurement and Performance Analysis of CSR) in opdracht van het

National Centre for Social Research in Londen. 

4 Onderzoeksinstituten

Page 16: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

2928

Het zwaartepunt van CentERdata’s toegepast economisch onderzoek lag in 2010 op het vlak van arbeids-

marktonderzoek. Het betreft onder meer arbeidsmarktramingen voor het Ministerie van OCW en een twee-

tal onderzoeken voor het Ministerie van SZW: één onderzoek naar aanleiding van het experiment bevor-

dering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders in de Wet Werk en Bijstand (WWB) en één onderzoek met

betrekking tot de evaluatie van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ).

4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek

Aan het Centrum voor Patristisch Onderzoek (CPO) van Tilburg University en de Vrije Universiteit Amster-

dam werken 25 theologen, filologen en godsdienstwetenschappers van verschillende levensbeschouwelijke

achtergronden samen aan om wetenschappelijk onderzoek te doen naar de vroege kerk in haar culturele

en historische context. Ook het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschap participeert in dit onderzoek.

Op 12 maart 2010 aanvaardde prof.dr. B. Koet aan Tilburg University zijn leeropdracht met het uitspreken

van zijn oratie getiteld: Dromen tussen Jeruzalem en Rome. Over droomverhalen van Hieronymus en Monica.

Prof. Koet bekleedt de aan het CPO gerelateerde leerstoel Vroegchristelijke exegese van de Schrift. De oratie

werd voorafgegaan door een interdisciplinaire studiedag over de functie van dromen in theologische en fi-

losofische werken. Aan deze studiedag namen 150 mensen deel; de oratie werd door meer dan 250 mensen

bezocht.

Op 9 april 2010 werd de First Dutch Annual Lecture in Patristics gehouden. In de Tinbergenzaal van de KNAW

sprak prof.dr. h.c. Christoph Markschies, patristicus en rector magnificus van de Humboldt-Universität te

Berlijn, een rede uit getiteld: ‘Does It Make Sense to Speak about a ‘Hellenization of Christianity’ in Anti-

quity?’ Deze lecture werd door meer dan 100 mensen bezocht. Hieraan voorafgaand vond onder leiding

van Prof. Markschies een masterclass plaats voor de 8 promovendi, die hun onderzoek doen bij de direc-

teur van het CPO.

In het jaar 2009-2010 verzorgde Revd. Professor Andrew Louth FBA als gasthoogleraar aan de VU Univer-

sity Amsterdam verschillende lectures en was verbonden aan het CPO.

Op 26 november promoveerde dr. Daniel Napier aan de VU University bij prof.dr. P. van Geest. Zijn proef-

schrift is getiteld: From the Circular Soul to the Cracked Self: A Genetic Historiography of Augustine’s Anthro-

pology from Cassiciacum to the Confessiones. Napier blijft verbonden aan het CPO als senior research fellow.

Dr. Emiliano Fiori, via het ERC project van dr. Hagit Amirav verbonden aan het CPO, heeft de John Temple-

ton Award for Theological Promise gekregen, verbonden aan de Universiteit van Heidelberg. De prijs is ook

verbonden met de Amerikaanse stichting die de jaarlijkse Templeton Prize uitreikt.

In 2010 werden in het kader van expert meetings een aantal onderzoekers uit het buitenland uitgenodigd

om aan het CPO de volgende lezingen te houden: Dr. Gavin Kelly (Edinburgh); Prof.dr. Craig Morrison (Bi-

blicum, Rome); Jaesung Dr. Cha (Korea); Dr. Amerigo Miranda (Augustinianum, Rome): The definition of

‘spiritual man’ in the works of Chrysostom.

Prof. Paul van Geest gaf gastcolleges aan het Centre for Early Christian studies, Hebrew University, Jeru-

salem, Leuven, het Institutum Patristicum Augustinianum, Rome (6 mei) en in het Patristic Seminar van

Oxford University (14-16 juni). In de maanden november- december was hij visiting professor aan de Theo-

logische faculteit van de universiteit van Malta. Hij gaf er college in de research master en enkele master-

classes. In aanwezigheid van de president van Malta sprak hij de nationale Annual St. Augustine Lecture uit

in het groot auditorium van de universiteit.

In het jaar 2010 verschenen van de hand van medewerkers van het CPO vier wetenschappelijke monogra-

fieën in internationale reeksen (Brill: Leiden; Peeters: Leuven), vijf proceedings van eerder mede door het

CPO georganiseerde congressen (Amsterdam, Leiden Rome), eveneens in internationale reeksen (Studia

Ephemerides Augustiniana: Rome; Brill: Leiden; Peeters: Leuven). Verder werden er een dissertatie en twee

oraties gepubliceerd. Ten slotte zijn er ook monografieën en zelfstandige publicaties verschenen voor een

breder publiek.

4.1.4 CIR - Center for Innovation Research

Onderzoekers van CIR bestuderen de effecten die business en corporate strategie, organisatorische pro-

cessen en het leervermogen van organisaties hebben op innovatie. 2010 was het derde jaar in het bestaan

van CIR. In deze periode heeft het management team van CIR zich gericht op het verder uitbouwen van de

activiteiten van het center. CIR heeft in 2010 drie PhD’s en een Postdoc aangesteld. Een van de Postdocs

die al bij CIR in dienst was heeft een NWO Veni grant (k€ 250) ontvangen. Verder ontving CIR Fellow Bart

Nooteboom, als eerste Nederlander ooit, de Schumpeter Prijs voor zijn boek A Cognitive Theory of the

Firm; Learning, Governance and Dynamic Capabilities.

Een belangrijke gebeurtenis was voorts het eerste grote CIR congres, dat van 10 tot 12 juni plaatsvond in

Oisterwijk onder de titel ‘Innovation at the Intersection of Strategy, Organization and Learning’. In totaal 54

papers werden in parallelsessies gepresenteerd en drie plenaire sessies werden verzorgd door CIR Fellow

Bart Nooteboom en door Andrew van de Ven (University of Minnesota) en Will Mitchell (Duke University).

Het congres vond plaats in conferentieoord en hotel De Rosep en leidde tot veel enthousiaste reacties van

de deelnemers. In 2012 zal het tweede CIR congres plaatsvinden.

Ook in 2010 is er weer een aantal nieuwe onderzoeksprojecten opgestart. Een van deze projecten, ‘Adaptive

aspirations in the German magazine industry from 1972 to 2009’, richt zich op het verband tussen aspi-

ratieniveaus in strategieën en de prestaties en overlevingskansen van ondernemingen. Dit project wordt

uitgevoerd door CIR Postdoc Daniela Blettner en CIR Fellow Zilin He. Een tweede NWO-project wordt

uitgevoerd door CIR Postdoc Joris Knoben en heeft als titel ‘What do they know? Information inaccuracy

in interorganizational networks’. Dit onderzoekproject kijkt kritisch naar de aanname dat partijen in een

netwerk dat netwerk ook inderdaad kennen. De vraag zal centraal staan onder welke condities partijen in

een netwerk meer of minder kennis van dat netwerk hebben, en wat de consequenties hiervan zijn. Een

derde nieuw project dat gestart is in 2010 is ‘Interfirm Collaboration and Radical Innovation’. Veelal wordt

aangenomen dat radical innovaties vooral voortgebracht worden door nieuwkomers in een bedrijfstak. Dit

project echter onderzoekt de rol van gevestigde bedrijven bij de totstandkoming van radicale innovaties.

Page 17: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

3130

Het project wordt uitgevoerd door CIR promovendus Stefan Keijl, in samenwerking met CIR Fellows Geert

Duijsters en Victor Gilsing en Postdoc Joris Knoben.

Een CIR-PhD project dat is gestart in 2010 is: ‘Bridging Cognitive Distance in teams’ van Nicoleta Meslec,

begeleid door Petre Curseu, Marius T.H. Meeus en Bart Nooteboom. Het project bouwt voort op het boek-

project van Nooteboom en eerder werk van Curseu en Meeus. Drie verwante onderzoeksmodellen over

Cognitieve Afstand (Nooteboom), Cognitieve Complexiteit (Curseu) en Interactief leren (Meeus) zullen

worden gebruikt om deze vraag te modelleren. In laboratorium experimenten wordt getest: (a) Welke mate

van cognitieve afstand bevordert het uitvoeren van hoog complexe taken, zodanig dat de beste innovatie-

resultaten kunnen worden behaald? (b) Hoe beïnvloedt de kwaliteit van de interactie in een team het effect

van cognitieve afstand op innovatie en leren in een team? en (c) In welke mate modereert de veranderlijk-

heid in teamsamenstelling het verband tussen cognitieve afstand tussen teamleden en daarmee het leren

en innoveren in teams?

Een experimentele studie ‘Partner selection: network based versus node based selection’ van Jing Han (CIR

fellow) in samenwerking met Curseu en Meeus is uitgevoerd in najaar 2010. De vraag is daar in hoeverre de

aard van beschikbare informatie over potentiële partners (past peformance van de partners, netwerkpositie

van de partners, gelijkenis van de partners), respectievelijk de precisie van de kennis over de netwerksa-

menstelling partnerkeuze in innovatienetwerken beïnvloedt.

In het afgelopen jaar is het aantal publicaties op eenzelfde niveau gebleven als in het vorige jaar, maar er

is een verschuiving opgetreden van boeken en hoofdstukken in boeken naar tijdschriftartikelen, en wel met

name in de zeer goede toptijdschriften waarop de publicatiestrategie van CIR zich richt.

CIR heeft in 2010 voor de eerste keer een Research Master cursus over innovatie gegeven, in samenwerking

met de Università Commerciale Luigi Bocconi. Middels een videolink konden studenten vanuit Milaan en

Tilburg gezamenlijk colleges bijwonen en over de collegestof discussiëren. De cursus zal ook in 2011 aan-

geboden worden.

Verder heeft CIR in 2010 een rijke serie van seminars aangeboden. Acht gerenommeerde sprekers hebben

het Center bezocht, waaronder Anita McGahan (University of Toronto), Melissa Schilling (New York Univer-

sity), Scott Shane (Case Western Reserve University), Georg von Krogh (ETH Zürich), and Oded Shenkar

(Ohio State University).

4.1.5 CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases

Het onderzoek van CoRPS bevindt zich op het snijvlak van de medische en gedragswetenschappen. Bij het

onderzoek zijn psychologen van het departement Medische en Neuropsychologie betrokken, onderzoekers

van het departement Methoden en Technieken van Onderzoek, alsook artsen, medisch specialisten en psy-

chologen vanuit de klinische praktijk.

Het onderzoek richt zich op patiënten met (chronische) lichamelijke aandoeningen, zoals cardiovasculaire

aandoeningen, diabetes en depressie, oncologische en neuropsychologische aandoeningen.

De onderzoeksvraagstellingen betreffen (psychologische) risicofactoren bij het ontstaan, het beloop en

de behandeling van deze ziekten, de kwaliteit van leven van patiënten en behandelingsmethoden. Verder

zijn de onderzoekers van CoRPS geïnteresseerd in de (biologische) mechanismen, die het verband tussen

somatische ziekten en psychologische factoren kunnen verklaren.

CoRPS is op 1 januari 2008 van start gegaan met een subsidie van het College van Bestuur, de Tilburg

School of Social and Behavioral Sciences, het St. Elisabeth ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis te

Tilburg. In de loop van 2008 zijn het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) en de huisartsenorganisatie Po-

ZOB tot het samenwerkingsverband toegetreden. Deze instellingen leveren ook een financiële bijdrage aan

CoRPS.

De staf van CoRPS werd in 2010 uitgebreid met een hoogleraar Biobehavioral Processes in Health and

Disease (dr. Willem Johan Kop), twee universitair docenten en een postdoc. In 2010 werden er negen

nieuwe promovendi aangesteld deels gefinancierd uit verworven subsidies.

In 2010 organiseerde CoRPS diverse symposia, zoals een symposium over implanteerbare defibrillatoren

en een symposium over het medisch wetenschappelijk onderzoek dat verricht wordt bij het St. Elisabeth

Ziekenhuis.

In 2010 is de unieke, tweejarige opleiding Medische Psychologie door de NVAO geheraccrediteerd tot ten

met augustus 2016.

In 2010 hebben twee onderzoekers van CoRPS, dr. Floortje Mols en dr. Kim Smolderen, de prestigieuze

Veni-subsidie toegekend gekregen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

(NWO). De subsidie van k€ 250 is bedoeld om gedurende een periode van drie jaar onderzoek te doen.

CoRPS onderzoekers waren in 2010 verder zeer succesvol bij het binnenhalen van subsidies van o.a. het

Diabetesfonds, ZonMW, KWF Kankerbestrijding en de Danish Heart Foundation.

4.1.6 EBC - European Banking Center

Het European Banking Center in Tilburg richt zich sinds 2008 op bancair onderzoek door samenwerkings-

verbanden binnen en buiten Tilburg University te ondersteunen. Met een drietal thematische peilers gericht

op 1. Central Banking, Financial Regulation and Supervision, 2. Banking and Corporate Finance en 3. Inter-

national Banking and Finance kadert het EBC haar onderzoeksactiviteiten.

De missie van het EBC is het creëren van een omgeving waarin door academische samenwerking met

financiële instituten excellent multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek ontstaat. Daarnaast ondersteu-

nen de aangesloten wetenschappers bijdragen tot het internationale, Europese en nationale overheidsbe-

leid en stimuleren zij met regelmaat het publieke debat hierover. 

 

Aan het EBC zijn zowel wetenschappers vanuit de disciplines Algemene Economie als Financiering van

de Tilburg School of Economics and Management verbonden. Ook zijn er interdisciplinaire contacten met

de Tilburg Law School. Mede door deze en een variëteit aan extramurale samenwerkingverbanden met

Page 18: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

3332

topwetenschappers van gerenommeerde universiteiten is het EBC in staat hoogstaand onderzoek te initi-

eren.

 

Het EBC organiseert conferenties en symposia - in 2010 organiseerde het EBC onder meer de tweede Fi-

nancial Stability Conference. Daarnaast zijn er nauwe samenwerkingsverbanden met instituten waaronder

het Centre for Economic Policy Research, het Center for Financial Studies en het International Monetary

Fund. 

4.1.7 ERISS - European Research Institute in Service Science

ERISS voert innovatief en interdisciplinair onderzoek op het gebied van services uit. Initieel is de focus ge-

richt op service value networks. Meer algemeen richt het instituut zich op de volgende zaken:

• Een leidende rol in het ontwikkelen van standaarden en onderzoek;

• Het promoten van het vakgebied en kennis en vaardigheden vergroten;

• Het verhogen van de bekendheid van service onderzoek door innovatieve onderzoeksprojecten.

ERISS heeft in 2010 haar projectportfolio verder uitgebouwd met drie EU projecten. Twee van deze projec-

ten zijn gericht op onderzoek op het gebied van service science, terwijl het derde project een prestigieus

internationaal onderwijsprogramma betreft. Deze projecten helpen ERISS om verder gestalte te geven aan

haar missie, het onderzoeken, onderwijzen en verspreiden van kennis op het gebied van service science

voor de samenleving in het algemeen en het bedrijfsleven en de overheid meer in het bijzonder. Naast een

reeks van wetenschappelijke resultaten, waaronder artikelen in top journals en boeken, bieden deze projec-

ten ERISS de mogelijkheid haar netwerk in Europa en Nederland verder uit te bouwen en te intensiveren,

waaronder samenwerking met Tsjinghua University (China) en UC Berkeley (USA).

4.1.8 EVS - European Values Study

De European Values Study is een groot, cross-nationaal en longitudinaal onderzoeksprogramma gebaseerd

op menselijke waarden. Het geeft inzicht in ideeën, overtuigingen, voorkeuren, houdingen, waarden en

meningen van burgers uit heel Europa.

In het najaar van 2010 werd de geïntegreerde dataset van de vierde wave gepubliceerd. Dankzij bijdragen

van vele sponsoren in binnen- en buitenland en van de EVS Foundation werd het vurig gewenste doel

bereikt: een dataverzameling in alle 45 landen van Europa (voor zover ze meer dan 100.000 inwoners heb-

ben), plus aparte onderzoeken in Noord-Ierland en Turks Cyprus. Dit maakt EVS tot het grootste Europese

survey-onderzoek dat ooit is uitgevoerd. De geïntegreerde dataset is voor iedere wetenschapper gratis be-

schikbaar. Op een aantal fronten wordt er nu gepubliceerd: (1) artikelen in wetenschappelijke tijdschriften,

(2) een serie van vergelijkende studies (Brill Publishers), (3) de tweede editie van de Atlas of European

Values. In 2010 hebben drie workshops plaatsgevonden: in Keulen, Zagreb en Bilbao. Op 24-25 november

2011 worden de resultaten gepubliceerd op een internationaal congres dat plaatsvindt in Tilburg. De nieuwe

Atlas wordt dan gepresenteerd en er wordt (in samenwerking met de Fontys Hogeschool) een interactieve

website gelanceerd die de resultaten inzichtelijk maakt voor een breed publiek en voor onderwijsdoelein-

den.

4.1.9 ILRS - Instituut voor Liturgische en Rituele Studies

Het Instituut voor Liturgische en Rituele Studies is een interuniversitair en interfacultair onderzoeksinsti-

tuut, met als doelstelling het coördineren en stimuleren van het onderzoek op het terrein van de liturgische

en rituele studies in Nederland. Als interuniversitair onderzoeksinstituut functioneerde het ILRS voor het

18e achtereenvolgende jaar. In 2010 beschikte het over vijf universitaire participanten en negen niet-univer-

sitaire participanten.

Wegens het overlijden van dr. Ike de Loos was in de tweede helft van maart 2010 een vacature ontstaan

voor de functie van coördinator. Per 1 september 2010 beschikt het ILRS over een nieuwe coördinator, dr.

Petra Versnel-Mergaerts.

In 2010 zijn er in totaal zes boeken uitgegeven door het ILRS. In de reeks Liturgia Condenda verschenen er

twee nieuwe delen. In de reeks Meander is één deel uitgekomen. Wat betreft het Jaarboek voor Liturgieonder-

zoek/Yearbook for Liturgical and Ritual Studies, een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor

Christelijk Cultureel Erfgoed (gevestigd aan de RUG), is deel 26 verschenen. Dit deel bevat tien artikelen

en vier samenvattingen van proefschriften. In de reeks Netherlands Studies for Ritual and Liturgy, eveneens

een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, zijn twee nieuwe

delen uitgekomen.

Tot slot zijn er in 2010 twee Nieuwsbrieven verschenen die verspreid zijn over ca. 650 adressen.

In 2010 zijn er vier studiedagen en symposia georganiseerd waarbij het ILRS betrokken is geweest.

Zo organiseerde het ILRS, in samenwerking met de RUG en het museum Catharijneconvent, op 22 ja-

nuari 2010 de goed bezochte studiemiddag ‘Ruimte voor ritueel’ in het auditorium van het museum Ca-

tharijneconvent te Utrecht. Aanleiding was het verschijnen van de wetenschappelijke congresbundel Holy

Ground. Re-inventing Ritual Space in Modern Western Culture (Leuven 2010 = Liturgia condenda 24) en het

nieuwe boek van prof.dr. Paul Post Voorbij het kerkgebouw. Over de speelruimte van een ander sacraal domein

(Heeswijk 2010): twee boeken over ‘nieuwe rituele plekken’, die het schriftelijk resultaat vormden van een

groot onderzoeksproject waaraan de Rijksuniversiteit van Groningen en Tilburg University vanaf 2005 heb-

ben gewerkt onder leiding van prof.dr. Arie Molendijk (Groningen) en prof.dr. Paul Post (Tilburg).

Op 7 mei 2010 vond aan de Radboud Universiteit te Nijmegen het expert seminar ‘Ritualizing Death: End-

of-Life Care and Spirituality’ plaats dat door het Centrum voor Thanatologie (CT) en het Instituut voor Li-

turgische en Rituele Studies werd georganiseerd. Prof.dr. Douglas Davies van Durham University (UK), één

van de meest geprofileerde auteurs op het gebied van rituelen rondom de dood, was gastspreker.

Op 26 november 2010 vond te Tilburg het symposium ‘Worship wars. Contested ritual praxis.’ plaats, vol-

ledig georganiseerd door het ILRS. Vier internationaal gerenommeerde deskundigen op het terrein van cul-

tuur, ritueel en liturgiewetenschap waren uitgenodigd om, ieder vanuit hun eigen specialisme, een reflectie

te houden op de problemen en spanningen die veranderingen binnen rituelen oproepen. Hoofd(gast)spre-

ker was John Baldovin s.j., professor aan de Boston College School of Theology and Ministry.

Page 19: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

3534

Tenslotte heeft het ILRS op 17 december 2010, eveneens in Tilburg, het mini-symposium ‘Patronen en

Personen. Historiografie van de liturgiewetenschap in Nederland in de twintigste eeuw’ georganiseerd.

Aanleiding was het verschijnen van het nieuwste deel in de Liturgia condenda-serie van het ILRS dat de-

zelfde titel draagt. Dit deel is geheel gewijd aan de ontwikkeling van de liturgiewetenschap in Nederland

binnen de kerkelijke, maatschappelijke en wetenschappelijke context van de twintigste eeuw. Inzicht in en

een overzicht van die ontwikkeling geschiedt in dit boek aan de hand van een portrettering van personen

en bewegingen (patronen) die significant zijn geweest voor de ontwikkeling van het vakgebied. Hoofdgast-

spreker was prof.dr. Willem Frijhoff.

Tot slot zijn in 2010 binnen het onderzoeksprogramma van het ILRS twee nieuwe projecten van start ge-

gaan. In maart is een PhD-onderzoeksproject van start gegaan dat direct voortvloeit uit het in 2009 da-

terend pilot project Beyond the church building: a comparative exploration of the position of Christian church

buildings in modern Europe. Dit PhD-onderzoeksproject wordt verzorgd door Inez Schippers (Tilburg Uni-

versity). Zij onderzoekt sacrale zones in de Utrechtse VINEX-wijk Leidsche Rijn. In mei is bij de leerstoel

Music and christanity het post-doc project Religion? Music! van dr. Mirella Klomp (Tilburg University) van

start gegaan.

4.1.10 INTERVICT - International Victimology Institute Tilburg

INTERVICT promoot en doet interdisciplinair onderzoek dat bijdraagt aan omvangrijke en op bewijs geba-

seerde kennis over het helpen en ondersteunen van slachtoffers van geweld en machtsmisbruik.

In 2010 vierde INTERVICT zijn eerste lustrum. Het instituut is vijf jaar na de oprichting uitgegroeid tot

een onderzoeksinstituut met brede nationale en internationale bekendheid. In 2010 vond een grondige

evaluatie plaats van het onderzoeksprogramma gedurende de eerste vijf jaar, de toegekende subsidies en

onderscheidingen, publicaties, georganiseerde conferenties en presentaties en de promoties van de eerste

PhD-onderzoekers. Het totale werk en de prestaties van het instituut werden door de onderzoekscommis-

sie gewaardeerd met een 5 (excellent).

In 2010 is prof.dr. P. van der Velden benoemd tot hoogleraar op de bijzondere leerstoel ‘Psychologische ge-

volgen en gebruik van geestelijke gezondheidszorg na rampen en calamiteiten’. Voorts startten twee nieu-

we PhD’s met hun promotieonderzoek en kon een post-doc worden aangetrokken in het kader van een door

NWO gefinancierd onderzoek naar victimisatie van patiënten met ernstige psychiatrische problematiek.

Verschillende senior onderzoekers van INTERVICT zijn ook in 2010 weer gevraagd om zitting te nemen in

internationale expert groups en denk tanks, in het leven geroepen door bijvoorbeeld de Europese Commis-

sie, de World Bank of UNODC en Victim Support Europe.

In 2010 was INTERVICT succesvol in het verkrijgen van twee EU-subsidies. In samenwerking met de vol-

gende partijen voert INTERVICT onderzoek uit:

• Human European Consultancy (NL), Universität Osnabrück (Duitsland) en de Child en de Women Abuse

Study Unit van de London Metropolitan University (UK): ‘Feasibility Study EU Legislation Vilence against

Women, Children and Sexual Identity Violence’. 

• European Forum for Restorative Justice (België), National Research Institute of Legal Policy (Finland),

National Institute for Health and Welfare (Finland), University of Helsinki (Finland), Institute for the

Sociology of Law and Criminology (Oostenrijk), Neustart (Oostenrijk), K.U. Leuven, Leuven Institute of

Criminology (België), National Institute for Criminalistics and Criminology, (België): ‘Victims and Res-

torative Justice: An empirical study of the needs, experiences and position of victims within restorative

justice practices’.

NWO subsidies werden verkregen voor een onderzoek naar victimisatie van patiënten met ernstige psy-

chiatrische problematiek, en een vergelijkend onderzoek naar seksueel misbruik en ongewenste seksuele

ervaringen van jongeren met niet-Westerse cultureel-etnische achtergrond en Nederlandse jongeren.

Voorts werden in 2010 onderzoeken gestart of afgerond in opdracht van de Provincie Noord-Brabant (Eva-

luatie Wet Tijdelijk Huisverbod), Raad voor de Rechtspraak (Dossieronderzoek kwalificerende slachtoffers)

en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (Secundaire

Analyse Huiselijk Geweld; Procesevaluatie SoVa op Maat; Vervolg Kwaliteitsmeting Slachtofferzorg; Evalu-

atie Wet Invoering Spreekrecht).

In 2010 is INTERVICT gestart met de voorbereidende activiteiten voor een eigen master ‘Victimology and

Criminal Justice’. Naar verwachting wordt deze master in 2012 gestart. Andere onderwijsactiviteiten wer-

den in 2010 voorbereid voor een start in 2011: Top Class Victimologie, Keuzevak Victimologie voor uitwis-

selingsstudenten, samenwerking met de bacheloropleiding rechtsgeleerdheid (vakken strafrecht) en de

masteropleiding Forensische Psychologie.

4.1.11 Netspar - Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement

Netspar is een netwerk van personen en organisaties uit de pensioenwetenschap en -praktijk. Netspar

draagt door netwerkvorming en het formuleren en (doen) uitvoeren van wetenschappelijke onderzoek-

programma’s, in combinatie met activiteiten gericht op kennisdeling, bij aan de voortdurende verbetering

van pensioenproducten, en van Europese pensioenvoorzieningen in het algemeen en het Nederlandse

pensioenstelsel in het bijzonder. Het netwerk had in 2010 zo’n 700 leden, afkomstig van Nederlandse en

buitenlandse universiteiten, verzekeraars, pensioenfondsen, ministeries en toezichthouders.

Netspar investeert in kennisontwikkeling onder andere via het toekennen van subsidies aan onderzoekers

voor grotere en kleinere projecten. In totaal ontvingen in 2010 ruim 125 onderzoekers een financiële bij-

drage van Netspar. Voor wat betreft onderzoeksresultaten was het jaar 2010 het meest productieve jaar van

Netspars bestaan. Netspar onderzoekers genereerden in totaal zo’n 275 publicaties; variërend van publi-

caties in wetenschappelijke tijdschriften tot uitgaven in de zogenaamde Panel- en NEA-paper-reeksen van

Netspar, publicaties in vakbladen en PhD- en Master-Theses.

Page 20: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

3736

Via een evenementenprogramma rondom een breed scala aan pensioengerelateeerde onderwerpen geeft

Netspar vorm aan zijn netwerkfunctie. Doel van deze evenementen is om kennis te delen tussen weten-

schappers en beleidsmedewerkers uit de sector en ministeries. In de zogenaamde Netspar-werkgroepen

werken onderzoekers en professionals uit de praktijk concreet samen aan belangrijke beleidsissues.

In 2010 startten 25 studenten met de masteropleiding ‘Economics and Finance of Aging’, waarvan de helft

afkomstig is uit het buitenland. Deze eenjarige opleiding werd voor de vijfde keer gegeven aan Tilburg Uni-

versity door wetenschappers en praktijkprofessionals verbonden aan Netspar.

De Netspar - UM SBE Academy verzorgt postacademisch onderwijs en heeft in 2010 vier thematische

modules verzorgd, gericht op bestuurders en professionals uit de pensioenpraktijk. Per module namen

gemiddeld twintig personen deel.

4.1.12 ReflecT - Research Institute on Flexicurity Labour Market Dynamics and Social Cohesion at Tilburg

University

Het onderzoeksprogramma van ReflecT is gericht op vraagstukken die voortvloeien uit enerzijds de ten-

dens naar meer flexibiliteit, dynamiek en efficiëntie op de arbeidsmarkt, binnen arbeidsverhoudingen en in

de organisatie van het werk en anderzijds de noodzaak om sociale cohesie, bescherming, participatie en

betrokkenheid in de samenleving te garanderen. Na een succesvolle start in 2009 heeft ReflecT zich in 2010

verder verankerd zowel binnen de universiteit als in de maatschappij.

De belangrijkste thema’s in 2010 waren innovatie en kennisvalorisatie op het gebied van de arbeidsmarkt

en economie, op verschillende niveaus. Medewerkers van ReflecT hebben een substantiële bijdrage gele-

verd aan de strategische agenda’s op het gebied van regionaal arbeidsmarkt beleid. Dit heeft onder andere

geresulteerd in de oprichting van de ‘Taskforce regionale Arbeidsmarkt Midden Brabant’. Samen met afge-

vaardigden van regionale ondernemingen, onderwijs en overheid (de zogenaamde drie O’s) heeft ReflecT

een actieagenda ontwikkeld om voor de komende 10 jaar de arbeidsmarktknelpunten in de regio aan te

pakken.

ReflecT heeft het afgelopen jaar vele bijeenkomsten georganiseerd om de eigen arbeidsmarkt kennis en

ontwikkelde concepten uit te wisselen met vertegenwoordigers van overheden en bedrijfsleven uit onder

andere Japan, Rusland en Macedonië. Daarnaast was er veel nadruk op het verder in detail uitwerken van

het concept werkzekerheid vanuit een multi-disciplinair perspectief.

ReflecT streeft ernaar om een inspirerende academische werkomgeving te zijn, waar we graag nieuwe en

jonge onderzoekers uitnodigen om hun bijdrage te leveren. In de media kregen het onderzoek en de ideeën

van ReflecT-medewerkers ook dit jaar veel aandacht, waarbij de crisis, de kabinetsplannen op het gebied

van bezuinigingen en de gevolgen voor de arbeidsmarkt centraal stonden.

4.1.13 Thomas Instituut

Binnen het Thomas Instituut te Utrecht (Tilburg University) wordt door Nederlandse theologen, wijsgeren

en historici onderzoek gedaan naar het werk van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino (1224/5-

1274). Het onderzoeksprogramma van het instituut omvat individuele op elkaar afgestemde projecten.

Voorts zijn onderzoekers uit binnen- en buitenland bij het instituut betrokken, wier onderzoek buiten het

instituutsprogramma wordt uitgevoerd.

Tijdens maandelijkse bijeenkomsten gedurende het jaar 2010 kwamen de leden van de onderzoeksgroep

bij elkaar om lopend onderzoek te bespreken. Studenten van de Research Master Theology namen in het

kader van hun studieprogramma actief deel aan deze bijeenkomsten.

Op 29 januari 2010 organiseerde het Thomas Instituut te Utrecht een goed bezochte studieochtend, geti-

teld ‘God met ons?’, over het thema transcendentie en immanentie van God in het werk van Thomas van

Aquino. De bijdragen aan deze ochtend werden gepubliceerd in de 29e jaargang van het Jaarboek Thomas

Instituut te Utrecht, dat in september verscheen. Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van het insti-

tuut werd in april 2010 een nieuwe website gelanceerd.

4.1.14 Tiber - Tilburg Institute for Behavioral Economics Research

Het interdisciplinaire onderzoekscentrum Tiber is een platform waar onderzoekers uit de Tilburg School

of Social and Behavioral Sciences en de Tilburg School of Economics and Management samenwerken. Er

wordt onderzoek gedaan naar Behavioral Economics; economisch gedrag dus.

In de economische theorie wordt economisch gedrag traditioneel verklaard op basis van nutsdenken, rati-

onaliteit en beschikbaarheid van volledige informatie. We weten dat dit in de praktijk zo niet werkt. Mensen

nemen economische beslissingen op vaak heel andere gronden. Emoties, beperkte informatie en sociale

beïnvloeding spelen een grote rol. De recente financiële crisis is daar het levende bewijs voor.

Dat is het centrale thema waar onderzoekers uit het domein van de economie en dat van de sociale psycho-

logie elkaar proberen te versterken en trachten om samen tot nieuwe inzichten te komen.

In 2010 is er voor de negende keer het Tiber Symposium on Psychology and Economics georganiseerd.

Gastsprekers waren Deborah Small (University of Pennsylvania) en Matthias Sutter (University of Inns-

bruck).

Verder wisten drie jonge onderzoekers in Tiber een Veni beurs van NWO in de wacht te slepen: dr. Joris

Lammers, dr. Gijs van der Kuilen en dr. Stephan Trautmann. Dr. Niels van der Ven ontving uit handen van de

rector magnificus van Tilburg University de prijs voor beste dissertatie van het academisch jaar 2009/2010.

In november organiseerde Tiber onder auspiciën van Transforum (innovatieplatform van Ministerie van

Landbouw voor duurzaamheid) en samen met Wageningen Universiteit een symposium over ‘Inducing

behavioral change: How to induce sustainable behavior’. Toponderzoekers vanuit de gehele wereld pre-

senteerden op dit symposium hun ideeën over hoe de laatste inzichten uit hun onderzoeksveld (zoals

bijvoorbeeld sociologie, neuropsychologie, evolutionaire biologie, marketing) kunnen worden aangewend

om duurzamer gedrag te induceren. Gastsprekers waren onder anderen Geoffrey Miller (New Mexico), Ka-

thleen Vohs (Minnesota), Siegwart Lindenberg (Groningen), Travis Proulx (Canada) en Jeff Stone (Arizona).

Page 21: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

3938

4.1.15 TiCC - Tilburg center for Cognition and Communication

In 2010 heeft de onderzoeksgroep Language, Communication en Cognition (LCC) zich aangesloten bij het

TiCC (tot 1 april stond dit voor Tilburg center for Creative Computing (CC)). De aansluiting betekende een

verdubbeling van het onderzoekspotentieel (van 30 naar 60) en een verandering van de betekenis van de

letters TiCC. Vanaf 1 april 2010 staat TiCC voor Tilburg center for Cognition and Communication. TiCC heeft

twee onderzoekslijnen: LCC en CC. Het TiCC wordt geleid door Professor Jaap van den Herik. TiCC streeft

naar de ontwikkeling van e-Humanities. Dat is de onderzoekslijn waarbij geesteswetenschappen worden

uitgedaagd om met geheel nieuwe, gedurfde onderzoeksvragen te komen, opdat ICT-onderzoekers binnen

TiCC innovatieve methoden en technieken ontwikkelen om de geavanceerde vragen te beantwoorden.

Het LCC programma onderzoekt cognitieve, functionele en sociale aspecten van menselijke communicatie

in een multidisciplinaire omgeving. Het communicatieproces tussen zender en ontvanger wordt geanaly-

seerd in termen van inhoud, verpakking en context. Een belangrijk onderwerp bij de communicatie tussen

mens en machine is de nadruk op flexibiliteit en adaptiviteit van sociale interactie met taal als communica-

tiemiddel (verbaal en non verbaal).

Het CC programma richt zich op het computationeel modelleren van processen die betrekking hebben op

taal, visuele beelden (vision) en serieuze spelen. De belangrijkste onderzoeksonderwerpen zijn machine

learning en adaptatie. De nadruk bij het onderzoek ligt op de interpretatie van grote hoeveelheden data

(tekst en visuele data). De onderzoekers ontwikkelen methoden voor automatisch vertalen, voor parafra-

seren, en voor tekstcorrectie. Daarenboven worden historische data geconverteerd naar databases om het

geheel doorzoekbaar te maken (dat geldt ook voor WikiLeaks). Bij het onderzoek naar schilderijen (visuele

beelden) is een doorbraak te vermelden bij het ontwikkelen van een methode voor het vaststellen van de

authenticiteit van schilderijen (het vaststellen van een echte Van Gogh). Het onderzoek richt zich ook op

karakteriseren van gebaren en gezichtsuitdrukkingen. In serious games betekent dit het analyseren van de

handeling van groepen mensen. Daarbij gaat het om patroonherkenning en het nemen van preventieve

maatregelen.

Op 11 juni hield Professor Aske Plaat (leerstoel: informatie en complexe besluitvorming) zijn inaugurele

rede (De Vlinder en de Mier) en op 18 juni hield Myriam Diocaretz (leerstoel: Humanism and the Digital

Society) haar rede (The Human (,) the Digital: Being in the 21st Century). Vanaf de oprichting (1 september

2008) vonden 14 promoties plaats bij TiCC.

Naast onderwijs en onderzoek organiseert TiCC bijeenkomsten waarin het publiek kennis kan maken met

de in Tilburg ontwikkelde technologieën. Voorts was TiCC (mede)organisator van de 18th World Compu-

ter Chess Championship, the 15th Computer Olympiad, en de 7th Computers and Games Conference

(CG2010) in Kanazawa, Japan, van 23 september – 2 oktober.

4.1.16 TILEC - Tilburg Law and Economics Center

TILEC ondersteunt en stimuleert onderzoeksactiviteiten gerelateerd aan de economische regulatie van

markten. Voor TILEC was 2010 een evaluatiejaar. In de zomer verscheen het visitatierapport over het juri-

disch onderzoek in Nederland over de periode 2003-2008. TILEC scoorde 4,75 (op een schaal van 1-5) en

was daarmee de op een na hoogste binnen de Tilburg Law School (TLS). De kwaliteit van het onderzoek

werd met 4,75 beoordeeld, de productiviteit met 4,0, de relevantie met 4,25 en de vitaliteit met 5,0. De

commissie schreef onder andere: “Het ambitieniveau ligt zeer hoog en heeft erin geresulteerd dat TILEC

wordt gerekend tot de absolute top in Europa. Het programma kan gelden als een modelprogramma (...).

Hoewel talloze onderzoeksprogramma’s in Nederland interdisciplinair onderzoek op de voorgrond zetten,

is dit een van de weinige programma’s waarin economen en juristen effectief samenwerken”. In het najaar

schreef het TILEC Management Team vervolgens een zelfevaluatierapport over de periode 2006-2010, dat

dient als input voor de algehele evaluatie van TILEC in het voorjaar van 2011. De intentie is dat bij een po-

sitieve evaluatie TILEC gecontinueerd zal worden.

In 2010 is het aantal leden van TILEC verder gegroeid met 9 tot een totaal van 67, waaronder 17 promo-

vendi. Laura Parret en Jun Zhou verdedigden hun proefschrift. Ongeveer 40 procent van de leden zijn

verbonden aan Tilburg Law School, 60 procent aan Tilburg School of Economics and Management. Ook

het aantal extramurale fellows (onderzoekers die bijdragen aan het programma van TILEC, maar die niet

verbonden aan Tilburg University) werd uitgebreid, tot 19. Florian Schuett won een tweejarig Marie Curie

Intra-European Fellowship voor zijn project ‘Incentives in the Patent System’.

In het verslagjaar verschenen 44 discussion papers met nieuwe resultaten van het TILEC-onderzoekpro-

gramma ‘Market Governance’. Opnieuw werden een groot aantal publicaties in boeken en tijdschriften

gerealiseerd, waaronder een aantal in toptijdschriften als de Common Market Law Review, European Law

Review, American Economic Review en het Journal of Competition Law and Economics.

Grotere onderzoeksprojecten werden gesponsord door NZa, Qualcomm, Microsoft en de Europese Com-

missie. Het project over regulering van financiële markten dat gedurende 5 jaar door de AFM gesteund

werd, werd beëindigd. Onder leiding van Pierre Larouche werd gestart met het onderzoek voor GRASP

(Growth and Sustainability Policies for Europe) in het Europese KP7 programma. Binnen GRASP is TILEC

verantwoordelijk voor het onderzoek naar de coherentie van het Europese innovatiebeleid, met als streven

te komen naar effectiever beleid. In 2010 werkten onderzoekers van TILEC aan twee grotere onderzoeken in

opdracht van Nederlandse overheidsorganisaties. Onder leiding van Lapo Filistrucchi, en in samenwerking

met advocatenkantoor Howrey, werd voor de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) onderzocht hoe

fusiecontrole in tweezijdige markten vormgegeven zou moeten worden. De inzichten zullen door de NMa

in haar beleid gebruikt worden. Met financiële ondersteuning van het Ministerie van Economische Zaken

deden Bastian Henze, Florian Schuett en Jasper Sluijs een experimenteel onderzoek naar transparantie van

de breedbandmarkt. Aangetoond werd dat transparantieverplichtingen op internetaanbieders (ISP’s) de

marktwerking kan bevorderen. De resultaten van dit onderzoek zijn van belang in de Europese discussie

over ‘netneutraliteit’, die ook in Nederland steeds meer aandacht krijgt.

In 2010 werden een vijftal grotere conferenties en workshops georganiseerd:

• ‘The Law and Economics of Search and Online Advertising’, met als hoofdsprekers onder andere Susan

Athey (Harvard) en Ben Edelman (Harvard Business School) en als onderwerp onder meer of deze markt

gereguleerd zou moeten worden;

Page 22: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

4140

• ‘The Pros and Cons of Private Ordering in the Shadow of the Law’ over het spanningsveld tussen zelfregu-

lering en mededingingsbeleid, met keynote sprekers Lisa Bernstein (Chicago), Avinash Dixit (Princeton),

Robert Gibbons (MIT) en Bentley McLeod (Columbia);

• De eerste ‘MetaLaw TILEC Workshop’ over de grondslagen van de rechtseconomie, met onder andere

Lewis Kornhauser (NYU);

• De eerste TILEC-Tranzo conferentie over ‘Consumer Choice in Health Care Markets’, met onder andere

Theo Langejan (NZa) en Ellen Nolte (RAND Europe) als gastsprekers.

Verder werden samen met het Ministerie van Economische Zaken en het CPB twee workshops over markt-

werking georganiseerd, met als thema’s de huizenmarkt en internationale afstemming in het mededin-

gingsbeleid. Samen met EZ, NMa en CPB werden twee workshops over energiebeleid georganiseerd (over

innovatie in milieu- en energiebeleid, en over de prioriteiten voor het nieuwe Nederlandse kabinet), terwijl

samen met het Ministerie van VWS, CPB en NZa een workshop over de toekomst van de lange-termijn zorg

georganiseerd werd. Daarnaast ontmoetten de TILEC-onderzoekers elkaar wekelijks om ontwikkelingen in

beleid en wetenschap te bespreken en vond er maandelijks een seminar plaats waarbij twee externe spre-

kers een bepaald onderwerp vanuit economische en juridische invalshoek bediscussieerden.

4.1.17 TiLPS - Tilburg centre for Logic and Philosophy of Science

 TiLPS richt zicht op het onderzoek van logica en filosofie in al zijn vormen. TiLPS werkte ook in 2010 samen

met vele internationale instellingen. In het kader van het onderzoeksproject ‘Modeling in the Social and

Behavioral Sciences’ werkt TiLPS samen met onderzoeksgroepen van universiteiten uit Barcelona, Madrid,

Philadelphia, Parijs (IHPST) en London (LSE). Verder participeert TiLPS samen met de universiteit van

Groningen in het door NWO gefinancierde onderzoeksnetwerk Rationality and Decision. 

 

In 2010 organiseerde TiLPS een aantal internationale colloquia waaraan een scala van tien tot vijftig we-

tenschappers deelgenomen hebben. De sprekers op de colloquia waren afkomstig van gerenommeerde

instituten uit de VS (Rhode Island College en Stanford University) en Australië (Sydney University). Samen

met het Sydney Center for the Foundations of Science organiseerde TiLPS de conferentie ‘The Future of

Philosophy of Science’ (Tilburg, 14-16 April 2010). Verder organiseert TiLPS om de twee jaar, waaronder

vorig jaar, ‘Descartes Lectures’. Daarbij wordt er een internationaal erkend en gerenommeerde filosoof

uitgenodigd om een aantal lezingen te houden. In 2010 had TiLPS het genoegen Ian Hacking te ontvangen.

4.1.18 TILT - Tilburg Institute for Law, Technology, and Society

TILT is een prominent onderzoeksinstituut waarbinnen onderzoek wordt gedaan naar een groot aantal on-

derwerpen zoals ontwikkelingen in de ICT, biotechnologie en andere technologieën. Deze ontwikkelingen

worden in de context gezet van de kenniseconomie, e-governement, e-commerce, e-health, privacy, identi-

teitsmanagement, security en intellectueel eigendom.

 

In het kader van het EU KP7 project Primelife onderzoekt TILT privacy en security kwesties van bestaan-

de sociale netwerken zoals Facebook en Hyves. Om bij te dragen aan een veiliger internet heeft TILT in

2010 haar eigen privacy vriendelijke sociale netwerk Clique gebouwd. Clique stelt je in staat verschillende

profielen aan te maken zodat je kunt kiezen met wie je informatie deelt.

Daarnaast geeft de site beter inzicht in wie de informatie te zien krijgt en gaat het ‘ontvrienden’ geleidelijker

dan bij de andere sociale netwerken.

 

In 2010 zijn twee EU KP7 projecten gestart waar TILT als partner aan deelneemt, VIRTUOSO (Versatile

InfoRmation Toolkit for end-Users oriented Open Sources explOitation) en ENDORSE (Legal Technical

Framework for Privacy Preserving Data Management). Binnen het VIRTUOSO project wordt gebouwd aan

een prototype platform voor analyse van open source informatie ten behoeve van het veiligheidsdomein.

Het ENDORSE project onderzoekt de juridische eisen voor gegevensbescherming en hoe regels daarvoor

technisch geïmplementeerd kunnen worden.

 

Tevens neemt TILT deel aan het COMMIT project, dat door Agentschap NL, van het Ministerie van Eco-

nomische zaken, Landbouw en Innovatie wordt gesubsidieerd. Het project heeft een looptijd van vier jaar.

Samen met Philips en enkele technische universiteiten zal onderzoek worden verricht naar de juridische en

sociale aspecten van vertrouwen in elektronische health service portals voor communicatie en transactie

tussen patiënten en zorgverleners.

 

Gedurende het jaar zijn het onderzoek en onderwijs van TILT geëvalueerd en met gepaste trots kunnen we

melden dat het onderzoek een waardering van 4.75 (uit 5) heeft gekregen. Het master programma Law en

Technology (L&T) is beoordeeld als het beste internationale programma van Tilburg Law School.

 

Op 16 april 2010 heeft Prof.dr. Ronald Leenes zijn inaugurele rede ‘Harde lessen: een apologie voor regu-

lering door technologie’ gehouden. Prof.dr. Ronald Leenes is aangesteld als hoogleraar regulering door

technologie.

4.1.19 Tranzo - Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn

“Het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk”, een missie waar Tranzo al 10 jaar hard aan

werkt. Als wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn slaat zij deze brug mede dankzij de academische

werkplaatsen. Dit zijn duurzame samenwerkingsverbanden waarin zowel Tilburg University als praktijkin-

stellingen investeren. Maar ook de science practitioners, professionals die deels werken in de praktijk en

deels binnen de universiteit, spelen een cruciale rol bij het slaan van die brug.

Tranzo heeft in 2010 haar tienjarig bestaan gevierd met een groots lustrumsymposium ‘It takes three to

tango’. Het symposium stond in het teken van de rol van de vraagzijde; interactie tussen wetenschap, prak-

tijk en zorgvraag. Daarnaast heeft Tranzo in 2010 in totaal veertien grotere en kleinere symposia georgani-

seerd. Met succes hebben zeven promovendi hun proefschrift verdedigd, waaronder één cum laude. Onge-

veer 80 internationale peer reviewed publicaties zijn verschenen en ongeveer 55 Nederlandse publicaties.

En er is voor ruim k€ 4.500 aan subsidie verworven. Vier postacademische leergangen voor bestuurders,

directeuren en professionals in de zorgsector zijn aangeboden. Daarnaast is hard gewerkt aan een accredi-

tatieaanvraag voor een eigen master.

Page 23: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

4342

Twee nieuwe bijzonder hoogleraren hebben in 2010 hun oratie gehouden. Bert Vrijhoef als bijzonder

hoogleraar ‘Chronische zorg’ en Jaap van Weeghel als bijzonder hoogleraar ‘Rehabilitatie en participatie

van mensen met ernstige psychische aandoeningen’. Twee nieuwe bijzonder hoogleraren zijn in 2010 be-

noemd: Ien van de Goor met als leerstoelopdracht ‘Effectiviteit van individuele preventie’ (leerstoelhouder

CZ zorgverzekeraar) en Inge Bongers op de leerstoel ‘Evidence-Based Management in de (geestelijke) ge-

zondheidszorg’ (leerstoelhouders IVA en GGzE).

4.1.20 TSC - Tilburg Sustainability Center

Het doel van het TSC is de expertise op het gebied van duurzaamheid op Tilburg University te bundelen,

te focussen en internationaal op de kaart te zetten. Onder leiding van Aart de Zeeuw en Hilde Baert zijn de

eerste bouwstenen voor het centrum gelegd. Inmiddels zijn er zo’n tien hoogleraren, acht UD/UHD’s, vijf

PhD studenten en een zevental onderzoekers actief in het centrum.

TSC opereert als een interdisciplinair center voor duurzame ontwikkeling, en ambieert een internationaal

leidend onderzoeksinstituut te worden, waarbij TSC bedrijven, de overheid en andere organisaties tracht

te helpen bij duurzame ontwikkeling. Hiermee draagt TSC bij aan de slogan ‘Understanding Society’ en de

wens om te komen tot een leefbare en tegelijkertijd welvarender wereld. TSC huisvest onderzoeksprojecten

vanuit verschillende thema’s: milieu economie, milieurecht, maatschappelijk verantwoord ondernemen,

finance en duurzaamheid en regionale duurzaamheid.

Ten aanzien van de verbonden onderzoeksgroepen zijn er verschillende ontwikkelingen in 2010. Professor

Reyer Gerlagh, Professor Sjak Smulders, Professor Daan van Soest, Professor Eline van der Heijden en Pro-

fessor Aart de Zeeuw vormen de gerenommeerde groep milieu economen. In 2010 zijn zij actief geweest

in advies aan Ministerie van EL&I, Planbureau voor Leefomgeving en met onderzoeksgroepen in Oslo.

Professor Reyer Gerlagh is lid van het IPCC geworden en Sjak Smulders was co-voorzitter van het weten-

schappelijk comité van het vierde wereldcongres (WCERE)’ Environmental and Resource Economists’ in

Montreal, Canada. Professor Johan Graafland geeft de onderzoeksagenda op het gebied van Maatschap-

pelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vorm, vanuit dit aspect neemt TSC deel aan een Europees onder-

zoeksproject IMPACT. Vanuit de Faculteit Rechtswetenschappen zijn professor Jonathan Verschuuren en

professor Kees Bastmeijer betrokken. De leerstoel van Kees Bastmeijer wordt deels gefinancierd door de

Brabantse natuurorganisaties. Daarnaast is ook Arie Trouwborst actief vanuit de Tilburg Law School en

heeft in 2010 een Veni beurs ontvangen. Vanuit de Sociale faculteit helpen professor Hans Mommaas en

dr. Tobias Goessling op respectievelijk het gebied van regionale duurzame ontwikkeling en MVO. De groep

Finance en Sustainability wordt gevormd door Rachel Pownal Jeroen Derwall en Kees Koedijk. Deze groep

is gevraagd vanuit het Holland Financial Center om een wereldwijd portal omtrent kennis over Finance en

Duurzaamheid op te zetten. De Telos-onderzoekers – onderdeel van TSC – hebben gedurende 2010 naast

een aantal onderzoeksprojecten de Duurzaamheidsbalans voor de Provincie Noord Brabant opgesteld.

In de loop van het jaar 2010 heeft TSC de hoogleraren Roel in ’t Veld (Goverance and Sustainability) en

Shelby Gerking (University of Central Florida) benoemd. Professor Meir Statman, Glenn Klimek Professor

of Finance van de Leavey School of Business, Santa Clara University, heeft een aantal weken doorgebracht

bij TSC in het kader van zijn guest professorship.

Gedurende 2010 heeft TSC verschillende activiteiten ontwikkeld, een 12 tal academic seminars waar de

banden tussen de onderzoekers worden versterkt en ideeën opgedaan voor discipline overschrijdend on-

derzoek. Daarnaast zijn twee workshops georganiseerd in het kader van ‘All you wanted to know about...but

were afraid to ask’, een reeks van interactieve workshops voor breed publiek. In 2010 vonden een tweede

en derde lunchmeeting over respectievelijk het Nederlands klimaatbeleid en duurzaam bankieren plaats

en werden druk bezocht in december door studenten, medewerkers, medewerkers van de gemeente en

Provincie, onderzoekers en hoogleraren geïnteresseerd in het onderwerp.

In oktober 2010 heeft Professor Reyer Gerlagh samen met Bernard ter Haar (Directeur Milieu op het Minis-

terie) een diner pensant met thema ‘duurzaamheid’ geleid in het kader van de UvT Sociëteit.

Voor het eerst heeft onder leiding van het TSC een duurzaamheidsweek plaatsgevonden op de campus,

waar een breed spectrum van activiteiten voor studenten, onderzoekers en hoogleraren heeft plaatsgevon-

den. In november 2010 heeft voormalig Vice President van de VS en nobelprijswinnaar Al Gore zijn ere-

doctoraat tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van de Dies van de universiteit in november 2010 mogen

ontvangen. Deze ceremonie was tevens het officiële moment van opening van het TSC. Meer dan 1000

mensen hebben zijn overweldigende speech gevolgd.

Naast de onderzoeksambities steunt TSC ook initiatieven die van de Tilburg University campus een duur-

zamere omgeving maken en faciliteert zij de Groene Leonardo’s die als missie hebben om de campus

‘groener’ te maken.

4.2 Gelieerde instituten

4.2.1 IVA

IVA verricht toegepast wetenschappelijk beleidsonderzoek in opdracht van overheden en andere marktpar-

tijen en richt zich daarbij op maatschappelijke vraagstukken op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn,

Human Resource Management en criminaliteit en veiligheid.

Terwijl IVA het jaar 2009 nog met winst kon afsluiten, liep de orderportefeuille in 2010 snel terug. Een stag-

nerende economie en groeiende concurrentie eisten zijn tol. Dit resulteerde na de zomer in de prognose

van een onverwacht groot verlies waardoor IVA zich genoodzaakt zag de personele formatie met 25 procent

te krimpen.

Door een verscherpte focus op de markt en de eigen kernkwaliteiten, in combinatie met een efficiëntere

bedrijfsvoering, verwacht IVA in de toekomst weer gezond te kunnen opereren in de markt.

4.2.2 IVO

Samenwerking met universiteiten in ontwikkelingslanden is een kernactiviteit van het Instituut voor Ont-

wikkelingsvraagstukken (IVO). Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met Mbrara University of Sci-

ence and Technology (MUST) in Oeganda. Dit is een vierjarig door de Nuffic gefinancierd project, gericht

op ondersteuning van de Faculty Development Studies (FDS). Samen met een instituut van de Universiteit

Page 24: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

4544

van Antwerpen (IOB) is de eerste paar jaar van het project (dat is gestart in 2007) hard gewerkt aan het

verbeteren van het curriculum, met name door de introductie van twee nieuwe master opleidingen. In de

laatste twee jaar is de samenwerking meer verschoven naar onderzoekssamenwerking.

Dit krijgt vooral vorm door de begeleiding van in totaal zes promovendi van FDS. De meest recente daarvan

is een kandidaat die wordt begeleid samen met de Rechten Faculteit met als thema conflicten rond land-

gebruik (en eigendom) in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Dit past in een nieuw onderzoeksthema

dat het IVO aan het uitwerken is, de toegang tot en alternatieven voor (publieke) dienstverlening. Voor de

promotie kandidaat is dat de toegang tot recht in een situatie waarin het formele rechtssysteem ernstig

tekort schiet. De vraag is dan of een alternatief voorhanden is, in dit geval het concept microjustice dat is

ontwikkeld binnen Tilburg Law School. In een andere sector, het krediet, is een eerste explorerend onder-

zoek gedaan door een stagiaire van het Departement Economie over de situatie van microkrediet. En in de

gezondheidszorg wordt gekeken naar de toegang tot moeder en kindzorg, waarbij ook gekeken wordt of het

mogelijk is samen te werken met Tranzo.

Bovenstaande laat zien dat het IVO niet alleen samenwerkt met academische instellingen in ontwikkelings-

landen, maar ook zoekt naar synergie met onderdelen van Tilburg University.

De profilering van het IVO is de afgelopen jaren geleidelijk verschoven van een op samenwerkingsverban-

den gerichte projectorganisatie naar een combinatie van onderzoeksprojecten en promotietrajecten. De

landelijk na-ijlende bekostiging van promoties en de moeilijke marktomstandigheden voor onderzoeks-

projecten veroorzaken een cashflow probleem waarvoor onder andere in overleg met de universiteit naar

oplossingen gezocht wordt.

5.1 Visitaties en kwaliteitszorg

Zeer goede beoordeling voor Rechten

In 2009 zijn de onderzoeksprogramma’s van de Tilburg Law School door een externe evaluatiecommissie

beoordeeld in het kader van een landelijke onderzoeksvisitatie. Pas in 2010 zijn de resultaten van deze

onderzoeksvisitatie bekend gemaakt. De commissie was zeer positief over de faculteit in het algemeen en

over de acht onderzoeksprogramma’s in het bijzonder. Hierbij wordt met name gewezen op de vooraan-

staande internationale positie, het vermogen om externe financiering te verwerven, en het positieve onder-

zoeksklimaat dat de faculteit intern heeft weten te creëren. Tilburg Law School haalde de hoogste score van

alle Nederlandse rechtenfaculteiten.

Overzicht beoordelingen

Kwaliteit Productiviteit Relevantie Vitaliteit Eindoordeel

TLS Center for Transboundary Legal Development (CTLD)

4,25 4,25 4,00 4,00 4,25

TLS Center for Company Law (CCL) 4,50 4,00 4,00 4,00 4,25

TLS Tilburg Institute for Interdis-ciplinary Studies of Civil Law and Conflict Resolution (TISCO)

5,00 4,50 5,00 5,00 5,00

TLS Centrum voor Wetgevingsvraa-gstukken (CvW)

4,00 4,00 3,75 - 4,00

TLS Centrum voor Procesrecht (CvP) 4,00 3,75 4,25 - 4,00

TLS Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT)

4,75 4,00 4,25 5,00 4,75

TLS Tilburg Law and Economics Center (TILEC)

4,75 4,00 4,25 5,00 4,75

TLS International Victimology Institute (INTERVICT)

5,00 4,00 5,00 4,75 4,75

Geplande visitaties in 2011

Voor 2011 zijn geen onderzoeksvisitaties gepland.

5 Onderzoek

Page 25: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

4746

5.2 Cijfermateriaal

Wetenschappelijke publicaties 1)      

  2008 2009 2010

TiSEM 2) 400 344 344,5

TLS 656 632 609

TiSSBeS 2) 562 512 543,5

TSH 314 329 355

TST 93 119 87

Tilburg University 2025 1936 19391) inclusief proefschriften, monographs en edited books

2) TISEM en TiSSBeS hebben in 2010 een gezamenlijke promotie; TiSSBeS heeft in 2010 2 dubbelpromoties

Output per faculteit      

Tilburg School of Economics and Management  

Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010

Academic In refereed journals 257 230 248

Publications In other journals 6 5 3

  Bookchapters 97 79 63

   

Totaal 360 314 314

   

Monographs en edited books 13 13 7

PhD Theses (diss. I en II) 27 17 23,5

Professional publications and products 111 94 52

Tilburg Law School  

Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010

Academic In refereed journals 308 142 142

Publications In other journals - 146 124

  Bookchapters 249 264 242

   

Totaal 557 552 508

   

Monographs en edited books 83 60 82

PhD Theses (diss. I en II) 16 20 19

Professional publications and products 382 363 275

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences  

Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010

   

Academic In refereed journals 361 367 365

Publications In other journals 0 0 4

  Bookchapters 143 100 112

   

Totaal 504 467 481

   

Monographs en edited books 30 15 17

PhD Theses (diss. I en II) 27 30 47,5

Professional publications and products 89 88 79

   

Tilburg School of Humanities  

Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010

   

Academic In refereed journals 97 102 110

Publications In other journals 12 14 10

  Bookchapters 164 176 182

   

Totaal 273 292 302

   

Monographs en edited books 28 22 33

PhD Theses (diss. I en II) 13 15 20

Professional publications and products 64 45 66

   

Tilburg School of Theology  

Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010

   

Academic In refereed journals 17 28 21

Publications In other journals 20 11 11

  Bookchapters 40 64 48

   

Totaal 77 103 80

   

Monographs en edited books 12 13 7

PhD Theses (diss. I en II) 2 3 0

Professional publications and products 92 65 53

Page 26: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

4948

Promoties      

  2008 2009 2010

TiSEM 1) 27 17 23,5

TLS 16 20 19

TiSSBeS 1) 2) 27 30 47,5

TSH 13 15 20

TST 2 3 0

TIAS NIMBAS 1

Tilburg University 85 85 1111) TISEM en TiSSBeS hebben in 2010 een gezamenlijke promotie

2) TiSSBeS heeft in 2010 twee dubbelpromoties      

Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied

         

HOOP- instroom promotie    

gebied 2000 t/m      

  2006 <4jr <5jr >5jr

         

Economie 147 18% 59% 76%

Rechten 87 5% 25% 39%

G&M 101 14% 43% 61%

T&C 66 5% 23% 58%

         

Tilburg University 401 12% 42% 61%

Onderzoeksinzet 2010 (in FTE)

School 1e 2e 3e Totaal

  geldstroom geldstroom geldstroom  

         

TiSEM 112,4 29,2 17,7 159,2

         

TSH 48,6 16 17,9 71,4

         

TST 79,1 23,5 26,7 15,4

         

TLS 44 19,4 8,4 80,7

         

TiSSBeS 13,4 0 2 131,3

         

Tilburg University 297,5 87,9 72,7 458,0

HOOP-gebieden (in FTE) 1e 2e 3e Totaal

(aanlevering VSNU KUOZ) geldstroom geldstroom geldstroom

         

Economie 112,4 29,2 17,7 159,2

         

T&C 127,7 39,5 44,6 86,8

         

Recht 44,0 19,4 8,4 80,7

         

G&M 13,4 0,0 2,0 131,3

         

Tilburg University 297,5 87,9 72,7 458,0

Toegewezen 1e geldstroom per faculteit in € x 1.000*

  2008 2009 2010

TiSEM 30.339 29.640 27.674

TLS 15.921 14.520 14.751

TiSSBeS 19.380 17.721 17.566

TSH 13.131 13.003 13.301

TST 5.174 5.223 4.481

       

Totaal 83.945 80.107 77.773

1e geldstroom is totale 1e geldstroom (onderwijs en onderzoek)

Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit

  2e geldstroom 3e geldstroom

  2008 2009 2010 2008 2009 2010

TiSEM 5.199.937 5.371.273 5.745.620 5.631.853 6.644.327 6.435.204

TLS 1.930.463 1.095.175 951.375 4.249.849 4.470.594 5.259.708

TiSSBeS 2.549.783 2.030.241 2.841.675 2.888.161 2.886.263 3.879.706

TSH 1.123.016 1.301.023 1.178.378 594.007 801.750 734.616

TST - - - 7.801 67.233 178.938

             

Totaal 10.803.199 9.797.712 10.717.048 13.371.671 14.870.167 16.488.172

Page 27: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

5150

5.3 Onderzoekssubsidies

Tabel NWO 2008, 2009 en 2010  

  2008 2009 2010

TiSEM 1.217.990 3.943.000 3.583.526

TLS 540.000 1.610.034 1.405.000

TiSSBeS 1.178.192 4.562.770 7.797.648

TSH 3.018.878 456.336 100.000

TST - - -

       

Totaal 5.955.060 10.572.140 12.886.174

De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen vanuit NWO in de betreffende jaren in euro

zien.

Tabel NWO-subsidies, uitsplitsing 2010  

 Persoonsgebonden

subsidiesOverige NWO-

subsidies overig

Totaal

TiSEM 2.750.000 833.526 3.583.526

TLS 200.000 1.205.000 1.405.000

TiSSBeS 2.500.000 5.297.648 7.797.648

TSH - 100.000 100.000

TST - - -

       

Totaal 5.450.000 7.436.174 12.886.174

Tabel EU-subsidies 2008, 2009 en 2010

  2008 2009 2010

TiSEM 1.279.086 861.913 1.485.344

TLS 1.965.928 467.681 912.000

TiSSBeS 150.135 215.764 586.273

TSH 40.000 216.550 -

TST - - -

Overige - - 1.511.000

       

Totaal 3.435.149 1.761.908 4.494.617

De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen van EU-subsidies

in de betreffende jaren zien. Het totaal van 2008 is inclusief de ERC Starting Grant bij Tilburg Law School van € 1.645.000.

Tabel EU-subsidies 2010    

  Acroniem / Naam Regeling Aanvrager Subsidie (aandeel

Tilburg University)

         

TiSEM COCKPIT KP7 Cooperation, ICT W.J. v.d. Heuvel 177.784

TiSEM 4CAAST KP7 Cooperation, ICT M. Papazoglou 416.560

TiSEM IMPACT KP7 Cooperation, SSH J. Graafland 397.000

TiSEM SHARE_M4 KP7 Capacities, Infrastruc-

tures

A. van Soest 312.000

TiSEM EXPMAC Marie Curie IEF D. Pfajfar 182.000

TLS ENDORSE KP7 Cooperation, ICT R. Leenes 480.000

TLS VIRTUOSO KP7 Cooperation, Security C. Cuijpers 196.000

TLS Detention in EU DG Justice, JPEN A. van Kalmthout 40.000

TLS THB - Trafficking in

human beings

DG Home Affairs, ISEC C. Rijken 136.000

TLS Victims and

Restorative Justice

DG Justice, Criminal Justice A. Pemberton 60.000

TiSSBeS TANGO KP7 Cooperation, ICT B. de Gelder 544.259

TiSSBeS Circles Europe:

Together for Safety

DG Justice, Daphne III S. Bogaerts 42.014

CentERdata IMPACT KP7 Cooperation, SSH M. Das 103.000

CentERdata SHARE_M4 KP7 Capacities,

Infrastructures

M. Das 1.408.000

         

 Totaal        4.494.617

Page 28: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

5352

In 2010 zijn er voor twaalf onderzoeksprojecten EU-subsidies toegekend. Het betreft hier zowel projecten

bij het 7e Kaderprogramma (KP7) als projecten van andere Europese organisaties, waaronder tenders van

de verschillende Directoraten-Generaal. Binnen de projecten IMPACT en SHARE_M4 participeren zowel

Tilburg School of Economics and Management als het onderzoeksinstituut CentERdata. Van een aantal van

deze twaalf projecten is hieronder een korte samenvatting te lezen.

COCKPIT - Citizens Collaboration and Co-Creation in Public Sector Service Provision

Binnen het project COCKPIT wordt onderzoek gedaan hoe sociale media en web 2.0 toepassingen gebruikt

kunnen worden voor communicatie tussen burger en overheid. Bovendien kan hiermee worden geïnventa-

riseerd wat de wensen van burgers zijn ten aanzien van de publieke dienstverlening. COCKPIT wil daarom

een nieuw ‘governance’ model ontwikkelen voor deze nieuwe generatie van publieke diensten. Hierbij gaat

men uit van de notie van een open overheid waarin burgers meer vertrouwen hebben in elkaar en in die

overheid. Dit zal resulteren in beter toezicht op publieke diensten, een hogere mate van gebruik van dien-

sten, lagere leveringskosten en meer innovatie. Het consortium bestaat uit twaalf partners. Vanuit Tilburg

University is Tilburg School of Economics and Management betrokken. De coördinatie ligt in handen van

Intrasoft International SA (Luxemburg).

4CAAST - Building the PaaS Cloud of the Future

Het 4CAAST project heeft als doel het creëren van een geavanceerd PaaS (Platform as a Service) Cloud plat-

form dat de geoptimaliseerde en elastische hosting van multitier applicaties op Internetschaal ondersteunt.

4CAAST ontsluit alle noodzakelijke functies, versoepelt programmering van rich internet applications en

maakt de creatie van een echt zakelijk ecosysteem mogelijk, waarbinnen applicaties van verschillende aan-

bieders voor verschillende gebruikers op maat kunnen worden gemaakt, kunnen worden samengevoegd

en kunnen worden verhandeld. Het consortium bestaat uit 17 partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg

School of Economics and Management betrokken. De coördinatie ligt in handen van Telefónica Investiga-

ción y Desarrollo (Spanje).

IMPACT - Impact Measurement and Performance Analysis of CSR

Binnen de EU is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) of Corporate Social Responsibility

(CSR) gedefinieerd als de vrijwillige bijdrage van het bedrijfsleven aan het concurrentievermogen, sociale

cohesie en het rentmeesterschap voor het milieu. De werkelijke toegevoegde waarde van MVO in het aan-

pakken van deze uitdagingen wordt echter nog betwist.

Onderzoek naar MVO concentreerde zich tot dusver op de beoordeling van de voordelen voor en bin-

nen ondernemingen. Maar welke baten en effecten brengt MVO daadwerkelijk, verder dan de grens van

bedrijven, naar de economie en de samenleving als geheel? Hoe kunnen managers, beleidsmakers en

belanghebbenden de effecten ervan beter meten en beoordelen? Wat betekent dit voor ‘smart mixes’ van

overheidsbeleid en bedrijfsstrategie? Binnen het project IMPACT gaat men onderzoek verrichten naar deze

en andere vragen rondom MVO. Het consortium bestaat uit 16 partners. Vanuit Tilburg University zijn Til-

burg School of Economics and Management en CentERdata betrokken. De coördinatie ligt in handen van

het Öko Institut (Institute for Applied Ecology) (Duitsland).

SHARE_M4 - Multinational Advancement of Research Infrastructures on Ageing

Het SHARE_M4 project is ondersteunend aan het ook met Europese middelen gefinancierde SHARE pro-

ject (Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe). Het omvat alle taken die van belang zijn om de

toegevoegde waarde voor Europa van SHARE te handhaven en de zestien nationale enquêtes goed geïnte-

greerd te houden. Het doel is om de expertise en excellentie in dienstverlening alsmede in de wetenschap

te bewaken. Dit gebeurt onder meer door het bevorderen van de cultuur van samenwerking tussen ontwer-

pers en gebruikers van SHARE, door verbetering van de multinationale diensten voor gebruikers en door

het verder ontwikkelen van de ‘state-of-the-art’ in de bouw van interdisciplinaire panels. Het consortium

bestaat uit dertien partners. Vanuit Tilburg University zijn Tilburg School of Economics and Management

en CentERdata betrokken. De coördinatie ligt in handen van de University of Mannheim (Duitsland).

EXPMAC - Experimental Macroeconomics: Expectations and Monetary Policy Design

EXPMAC is een Marie Curie project, onder het subprogramma Intra-European Fellowships. Het onderzoek

gaat uitgevoerd worden door Damjan Pfajfar bij Tilburg School of Economics and Management. Het doel

van het voorstel is om drie punten te onderzoeken, die momenteel in de kern van het moderne macro-

economische debat spelen en dan meer specifiek binnen de monetaire economie. Deze kwesties zullen

worden onderzocht met een nieuwe en innovatieve methode binnen dit domein, namelijk laboratoriumex-

perimenten.

ENDORSE - Legal Technical Framework for Privacy Preserving Data Management

Het ENDORSE project houdt zich bezig met het verstrekken van garanties voor databescherming voor zo-

wel de gebruikers van de data als degenen waar de data betrekking op heeft. Het project beoogt een op re-

gels gebaseerde taal, genaamd PRDL (Privacy Rules Definition Language) te definiëren, die kan worden ge-

bruikt om wettelijke voorschriften, privacybeleid van organisaties en ‘user content’ uit te drukken. Hiervoor

worden regels geformuleerd die ervoor moeten waken dat de privacyregels voldoen aan wettelijke vereisten.

Het consortium bestaat uit negen partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De

coördinatie ligt in handen van het Waterford Institute of Techonology (Ierland).

VIRTUOSO - Versatile InfoRmation Toolkit for end-Users oriented Open Sources explOitation

VIRTUOSO heeft tot doel de autoriteiten op het gebied van veiligheid te voorzien van een geavanceerde

geïntegreerde toolkit, ontwikkeld rondom een ‘open ‘ architectuur, waarmee open source informatie voor

ondersteuning van besluitvorming kan worden benut. Bij elke stap van dit besluitvormingsproces wordt

actiegerichte, beoordeelde en gevalideerde informatie verstrekt. Deze informatie wordt geïntegreerd in een

open kader, waardoor andere bestaande of toekomstige instrumenten ook weer kunnen worden toege-

voegd. De toolkit voldoet aan alle belangrijke juridische en ethische richtlijnen. Het consortium bestaat uit

achttien partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen

van de French Alternative Energies and Atomic Energy Commission (CEA) (Frankrijk).

THB - Trafficking in Human Beings

De belangrijkste doelstelling van het THB project is om de opsporing en vervolging van mensenhandel

wegens uitbuiting op het werk te verbeteren en om de meest voorkomende problemen en best practices

op dit terrein te identificeren. Om deze vorm van mensenhandel te bestrijden zijn specifieke vaardigheden,

Page 29: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

5554

kennis en het bewustzijn voor een effectieve opsporing en vervolging vereist. Ook andere actoren dan de

politie en het Openbaar Ministerie (zoals de arbeidsinspectie en gemeenten) dienen betrokken te worden

bij deze activiteiten. De betrokken actoren zijn vaak onbekend met de specifieke behoeften van de slachtof-

fers en zijn zich niet bewust van hoe netwerken rondom mensenhandel opereren. Het consortium bestaat

uit zes partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen

van Tilburg University.

TANGO - Emotional interaction grounded in realistic context

Veel alledaagse handelingen vinden plaats in een sociale en affectieve context en veronderstellen dat

de actoren deze context delen. De huidige beweging synthese technieken, bijvoorbeeld in computer graphics,

zijn echter vooral gericht op fysieke factoren.  De rol van andere factoren, en in het bijzonder

psychologische variabelen, wordt nog niet goed begrepen. Het doel van het TANGO-project is deze ver-

trouwde ideeën over affectieve communicatie een grote stap verder te brengen, door het ontwikkelen van

een kader dat het essentiële interactieve karakter van sociale communicatie, gebaseerd op non-verbale

communicatie met gezichts- en lichamelijke expressie, vertegenwoordigd. TANGO gaat verder dan de hui-

dige stand van zaken in zowel theoretische omvang, als in de methodologische benaderingen en innovatie-

ve toepassingen die worden verwacht. Het consortium bestaat uit zeven partners. Vanuit Tilburg University

is Tilburg School of Social and Behavioral Sciences betrokken. De coördinatie ligt in handen van Tilburg

University.

5.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen

Activiteiten

De werkzaamheden van de Stichting Bijzondere Leerstoelen (SBL) hadden in 2010 voornamelijk betrekking

op de voorbereiding van de vestiging van bijzondere leerstoelen, de benoeming van bijzonder hoogleraren

en het sluiten van overeenkomsten met de vestigende instanties. Tevens zijn evaluaties en verlengingen

van de leerstoelen in gang gezet.

Het bestuur SBL is gedurende dit verslagjaar tweemaal bijeengekomen, in het voorjaar en in het najaar.

Daar is aandacht gegeven aan de criteria voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Daarvoor is advies

gevraagd van de afdeling Juridische Zaken. Tevens is aan de afdeling Financiële Administratie gevraag om

naar de fiscale aspecten te kijken (BTW) van bijzondere leerstoelen. Op grond hiervan zijn de criteria geher-

formuleerd op basis waarvan een vestiging van een bijzonder hoogleraar getoetst kan worden.

Vervolgens is besloten om het College van Bestuur te adviseren een indexering toe te passen voor de finan-

ciële bijdrage van een externe instantie voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Er heeft de afgelopen

vijf jaar geen indexering plaatsgevonden terwijl de salarislasten en overige kosten wel omhoog zijn gegaan.

Voorgesteld werd om de bijdrage van € 40.000, - te verhogen naar € 45.000 per jaar voor 0,2 fte. Daarbij

werd uitgegaan van een indexering van gemiddeld 2 procent per jaar gedurende de laatste vijf jaar. Verder

werd voorgesteld om de financiële vergoeding van bijzondere leerstoelen jaarlijks met 2 procent te indexe-

ren.

Het overzicht van de bijzondere leerstoelen is geactualiseerd en naar de faculteiten gestuurd. In december

2010 heeft de secretaris van SBL gesprekken met de faculteiten gevoerd over de voortgang van de leerstoe-

len en de acties die in 2011 moeten worden ondernomen.

De bijzondere leerstoelen

ZoaIs gesteld, zijn in 2010 vijftien nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd. De vestigende instanties zijn

De Nederlandsche Bank, Unesco, Arq Psychotrauma Expert Groep, de Stichting bestuursrecht en bestuurs-

kunde, CZ Groep, GGZ Midden Brabant, RINO Zuid, Dichterbij, Stichting Religie in het Publieke Domein,

Stichting Maatschappelijke Activering, Marga Klompé Stichting, De Nederlandse Jezuïeten, Stichting Adri-

anusfonds, PWC, GITP en Capgemini Consulting. Voor twee recent gevestigde leerstoelen worden nog

kandidaten gezocht. Op alle andere leerstoelen zijn bijzonder hoogleraren benoemd.

De Bijzondere leerstoel ‘Persoonlijke Financiële Planning’ van prof.dr. H.M. Prast is omgezet in een ge-

wone leerstoel. Verder is de bijzondere leerstoel ‘Islam en Moderniteit’ overgeheveld van Tilburg School

of Humanities naar Tilburg School of Theology en is een nieuwe leerstoelhouder benoemd na vertrek van

de voorgaande hoogleraar. De bijzondere leerstoel ‘Global Sourcing’ bij Tilburg School of Economics and

Management heeft een nieuwe vestigende instantie gekregen, namelijk EquaTerra in plaats van Accenture.

Hieronder vindt u een overzicht van de nieuwe en beëindigde bijzondere leerstoelen en is de ontwikkeling

van de bijzondere leerstoelen in de afgelopen vijf jaar (2006 – 2010) en de verhouding hoogleraar – bijzon-

der hoogleraar in 2010 weergegeven.

Page 30: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

5756

In 2010 zijn de volgende leerstoelen gevestigd:

Tilburg School of Economics and Management (TISeM):

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R.J. Berndsen

Titel Financiële Infrastructuur en Systeemrisico

Initiatiefnemer De Nederlandsche Bank

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R. in ‘t Veld (m)

Titel Substainability in Knowledge Democracy

Initiatiefnemer Unesco

Tilburg Law School:

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P.G. van der Velden (m)

Titel Psychologische gevolgen en gebruik van geestelijke gezondheids-

zorg na rampen en calamiteiten

Initiatiefnemer Arq Psychotrauma Expert Groep

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS):

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. I. van de Goor (v)

Titel Effectiviteit Individuele Preventie

Initiatiefnemer CZ Groep

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. C.M. van der Feltz-Cornelis (v)

Titel Sociale Psychiatrie

Initiatiefnemer GGZ Midden Brabant

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P. Embregts (v)

Titel Beroepsopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog

Initiatiefnemer RINO Zuid

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P. Embregts (v)

Titel Mensen met een verstandelijke beperking: psychopathologie en

behandeling

Initiatiefnemer Dichterbij

Tilburg School of Humanities (TSH):

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. S. van Bijsterveld (v)

Titel Religie, rechtsstaat en samenleving

Initiatiefnemer Stichting Religie in het Publieke Domein

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A. Goossensen (v)

Titel Presentie en Geestelijke Gezondheidszorg

Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Activering

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M.M.E.H. Reisen (v)

Titel Maatschappelijk verantwoord handelen vanuit de Katholieke

Traditie

Initiatiefnemer Marga Klompé Stichting

Tilburg School of Theology (TST):

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H. Witte (m)

Titel Franciscus Xaverius

Initiatiefnemer De Nederlandse Jezuïeten

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M. Siddiqui (v)

Titel Islam en Burgerschap

Initiatiefnemer Stichting Adrianusfonds

TiasNimbas:

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. S. Stevens (m)

Titel Fiscale aspecten van maatschappelijk ondernemen

Initiatiefnemer PWC

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. ir. Goodijk (m)

Titel Governance in de Publieke Sector

Initiatiefnemer GITP

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M. Folpmers (m)

Titel Financial Risk Management

Initiatiefnemer Capgemini Consulting

In 2010 zijn de volgende bijzondere leerstoel beëindigd:

Tilburg School of Economics and Management (TISeM):

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H.M. Prast

Titel Persoonlijke Financiële Planning

Initiatiefnemer Rabobank

Reden: De benoeming van prof. Prast is omgezet in een gewone hoogleraar.

Page 31: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

5958

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS):

Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A.W. Gaillard

Titel: Psychosociale stress

Initiatiefnemer: Stichting voor onderzoek naar Psychosociale Stress

Reden: emeritaat

Ontwikkeling bijzonder hoogleraren in aantal 2006 - 2010

2006 2007 2008 2009 2010

TISeM 10 12 12 11 12

TLS 5 8 9 7 8

TiSSBeS 16 13 14 15 17

TSH 6 8 11 13 15

TST 4 4 5 6 8

TiasNimbas 2 1 2 4 7

Totaal: 43 46 53 56 67

Cijfers verhouding hoogleraar-bijzonder hoogleraar in fte 2010

M V totaal % bijz

TISeM reg 72,25 6,6 78,85 3,6 %

bijz 2,8 0 2,8

TiSSBeS reg 24,65 5,7 30,35 13%

bijz 2,4 1,65 4,05

TLS reg 30,8 4 34,8 4,6%

bijz 1,2 0,4 1,6

TSH reg 21,1 2 23,1 13,4%

bijz 2,3 0,8 3,1

TST reg 5,7 0 5,7 35%

bijz 1,8 0,2 2,0

Totaal: regulier: 172,8 bijzonder: 13,55 reg – bijz: 7,8%

6.1 Accreditatie

Ba en Ma opleidingen geaccrediteerd t/m

Tilburg School of Economics and Management (TISeM)

Ba Economics februari 2017

Ba Economie en Bedrijfseconomie februari 2017

Ba Bedrijfseconomie februari 2017

Ba Econometrie en Operationele Research februari 2017

Ba Fiscale Economie februari 2017

Ba Economie en Informatica februari 2017

Ba International Business augustus 2012

Ba International Business Administration december 2013

Ma Accounting februari 2017

Ma Economics februari 2011

Ma Fiscale Economie februari 2017

Ma International Management februari 2011

Ma Supply Chain Management februari 2011

Ma Marketing Management februari 2017

Ma Marketing Research februari 2011

Ma Econometrics and Mathematical Economics februari 2011

Ma Operations Research and Management Science februari 2011

Ma Quantitative Finance and Actuarial Science februari 2011

Ma Strategic Management februari 2011

Ma Information Management februari 2017

Ma Economics and Finance of Aging november 2011

Ma Finance februari 2011

Onderzoeksmasters

Research master in Business augustus 2015

Research master in Economics augustus 2015

Tilburg Law School (TLS)

Ba Fiscaal Recht maart 2012

Ba Internationaal en Europees Recht maart 2012

6 Onderwijs

Page 32: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

6160

Ba Rechtsgeleerdheid maart 2012

Ba Bestuurskunde april 2012

Ba Recht en Management december 2013

Ma Fiscaal Recht maart 2012

Ma International and European Public Law maart 2012

Ma International Business Law maart 2012

Ma Law and Technology maart 2012

Ma Milieurecht maart 2012

Ma Nederlands Strafrecht in Europa maart 2012

Ma Rechtsgeleerdheid maart 2012

Ma Sociaal Recht en Sociale Politiek maart 2012

Ma Bestuurskunde april 2012

Ma Recht en Management december 2013

Ma Master of Laws in European and International Taxation mei 2014

Onderzoeksmasters

Research master Grondslagen en Methoden van de Rechtswetenschap februari 2016

Research master Public Administration and Organizational Science april 2017

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS)

Ba Organisatiewetenschappen december 2013

Ba Personeelwetenschappen december 2013

Ba Psychologie december 2013

Ba Sociologie december 2013

Ba Vrijetijdwetenschappen december 2013

Ma Medische Psychologie augustus 2017

Ma Human Resource Studies december 2013

Ma Leisure Studies december 2013

Ma Organisation Studies december 2013

Ma Psychologie en Geestelijke Gezondheid december 2013

Ma Social Psychology december 2013

Ma Sociology december 2013

Onderzoeksmaster

Research master Social and Behavioural Sciences december 2012

Tilburg School of Humanities (TSH)

Ba Wijsbegeerte februari 2017

Ba Liberal Arts and Sciences januari 2013

Ba Algemene Cultuurwetenschappen december 2013

Ba Communicatie- en Informatiewetenschappen december 2013

Ba Religie in samenleving en Cultuur mei 2014

Ma Wijsbegeerte februari 2017

Ma Wijsbegeerte van een bepaald Wetenschapsgebied februari 2011

Ma Algemene Cultuurwetenschappen december 2013

Ma Christendom en Islam december 2013

Ma Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Religie

in Samenleving en Cultuur

december 2013

Ma Religie in Samenleving en Cultuur mei 2014

Ma Zorg, Ethiek en Beleid december 2013

Ma Communicatie- en Informatiewetenschappen maart 2017

Onderzoeksmaster

Research master Theology februari 2016

Research master Language and Communication maart 2017

Research master Wijsbegeerte februari 2016

Tilburg School of Theology (TST)

Ba Theologie maart 2013

Ma Theologie maart 2013

Ma Christianity and Society maart 2013

Onderzoeksmaster

Research master Theology februari 2016

Page 33: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

6362

TiasNimbas

Accreditatie

De volgende instanties hebben programma’s van TiasNimbas geaccred-

iteerd;

– The Association of MBAs (AMBA);

– Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO);

– Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS);

– Economic and Social Science Research Council (ESRC).

NVAO Accreditatiegegevens TiasNimbas Business School geaccrediteerd t/m

* EMFC Executive Master of Finance and Control april 2012

* International MSc in Business Administration, mei 2016

* Executive Master of Management and Organisation, oktober 2016

* Executive Master in Finance, november 2016

* Executive Master of Business Valuation november 2016

Accreditatie

Nieuwe opleidingen

Tilburg University heeft in 2010 een aantal initiatieven in gang gezet voor het starten van nieuwe master-

opleidingen. Een nieuwe opleiding wordt door het ministerie van OCW en de Nederlands-Vlaamse Accre-

ditatieorganisatie (NVAO) getoetst op respectievelijk macrodoelmatigheid en potentiële kwaliteit. Tilburg

University heeft drie aanvragen voor de toets macrodoelmatigheid ingediend. Te weten, International Busi-

ness Taxation, Kennistoepassing in zorg en welzijn en Victimology and Criminal Justice. Het ministerie van

OCW heeft een positief besluit genomen over de opleiding International Business Taxation. Voor de andere

twee opleidingen wordt in 2011 een besluit verwacht. Met betrekking tot potentiële kwaliteit heeft de NVAO

heeft een positief besluit genomen voor een zestal Lerarenopleidingen:

• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie

• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie

• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer

• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands

• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde

• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie

Heraccreditatie

Bestaande opleidingen worden om voor bekostiging van overheidswege in aanmerking te blijven zesjaar-

lijks beoordeeld door de NVAO. In 2010 heeft de NVAO de volgende opleidingen positief beoordeeld:

• Ba Economie

• Ba Economie en Informatica

• Ba Bedrijfseconomie

• Ba Economie en Bedrijfseconomie

• Ba Fiscale Economie

• Ba Econometrie en Operationele Research

• Ba Wijsbegeerte

• Ma Accounting

• Ma Information Management

• Ma Accountancy

• Ma Marketing Management

• Ma Fiscale Economie

• Ma Wijsbegeerte

• Ma Communicatie- & Informatiewetenschappen

• Ma Medische Psychologie

Daarnaast zijn er drie researchmasters geheraccrediteerd:

Research master Research in Public Administration and Organizational Science

Research master Language and Communication

Research master Theology

De oorspronkelijke accreditatie van de researchmaster Social and Behavioural Sciences is met twee jaar

verlengd. Op basis van de door de KNAW-commissie aangedragen verbeterpunten is een verbeterplan

opgesteld. Het unanieme oordeel van de KNAW commissie was dat het verbeterplan in alle opzichte een

uitstekend plan is, waarin tegemoet wordt gekomen aan de eerdere bezwaren van de commissie. Het ver-

beterplan dient te leiden tot een heraccreditatie van zes jaar.

6.2 Ontwikkelingen in onderwijs

Universitaire Lerarenopleiding Tilburg

Tilburg University startte in 2008 samen met OMO (Ons Middelbaar Onderwijs) met de voorbereiding van

de Universitaire Lerarenopleiding (ULT). De ULT is een eerstegraads lerarenopleiding. In juni 2010 heeft

de NVAO zes lerarenopleidingen officieel geaccrediteerd. De ULT gaat gefaseerd van start. In september

2011 starten de opleidingen Filosofie, Levensbeschouwing en Nederlands bij de Tilburg School of Humani-

ties. Maatschappijleer start in september 2012 bij de Tilburg School of Social and Behavioural Sciences. In

september 2013 volgen de opleidingen Economie, Management & Organisatie en Wiskunde bij de Tilburg

School of Economics and Management.

Onderwijs voor excellente studenten

Afgelopen jaar is van start gegaan met het programma ‘Outreaching’. Tilburg University heeft voor dit

programma subsidie ontvangen in het kader van het Sirius-programma, dat door OCW is opgezet voor het

bevorderen van excellent onderwijs. Het programma is bedoeld voor excellente bachelorstudenten die een

toppositie ambiëren in het bedrijfsleven, het openbaar bestuur of andere maatschappelijke organisaties,

zowel nationaal als internationaal. In september is een groep van 50 ambitieuze studenten gestart met het

programma.

Page 34: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

6564

Het Outreaching-programma bestaat onder meer uit een cursus in de toepassing van wetenschappelijke

kennis vanuit een ondernemende houding, labs onder leiding van bijzondere hoogleraren met de aan hen

gelieerde organisaties/bedrijven, masterclasses door personen in maatschappelijke topfuncties, een (in-

ternationale) stage en deelname aan intensieve trainingen door het bureau Krauthammer International.

Ook wordt een fysieke en virtuele ‘gemeenschap’ gevormd, waarin de studenten elkaar, docenten en coa-

ches ontmoeten. Het Outreaching-programma beslaat vier semesters vanaf het tweede bachelorjaar en

is Engelstalig. Om ervoor in aanmerking te komen zullen studenten goede studieresultaten, ambitie en

motivatie moeten tonen.

Naast dit nieuw ontwikkelde Outreaching-programma biedt Tilburg University voor de ambitieuze en ge-

motiveerde student nog de volgende programma’s aan: een universiteitsbreed, multidisciplinair Honours

Programma en disciplinair verdiepende facultaire topclasses bij de Law School en de Schools of Economics

and Management en Social and Behavioral Sciences.

Krachtig Meesterschap – Excellente leraren wizzkunde

Dit project onder leiding van prof.dr. Herbert Hamers biedt VWO leerlingen en VO wiskundedocenten de

mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen in de wiskunde om in de toekomst te kunnen excelleren. In

2009 en 2010 zijn de volgende activiteiten ontplooid:

1. Wiskunde D lessen op Tilburg University aan 180 leerlingen VWO 5 en 6 afkomstig van het Beatrixcollege,

Willem 2 College, Theresia Lyceum, Mill Hill College, 2College Cobbenhagen, St. Odulphus Lyceum en

Stedelijk Gymnasium Den Bosch.

2. Wiskunde B lessen op Tilburg University aan 200 leerlingen VWO 5 afkomstig van dezelfde scholen als

in item 1.

3. Scholing aan vijftien VWO wiskundedocenten op de onderwerpen Speltheorie (in 2009) en Financiële

wiskunde (in 2010).

4. De volgende dictaten voor wiskunde D (omvang ongeveer 150 bladzijden per dictaat) zijn ontwikkeld in

samenwerking met VO docenten: Speltheorie, Financiële wiskunde en Besliskunde.

5. De volgende dictaten voor wiskunde B (omvang ongeveer 30 bladzijden per dictaat) zijn ontwikkeld in

samenwerking met VO docenten: Integralen, Algebraïsche vaardigheden, Coderingstheorie en Binaire

getallen.

6. Er is een website ontwikkeld voor Wiskunde D (http://cdata3.uvt.nl/wiskunded/).

7. Mogelijkheden onderzocht voor e-learning omgeving voor ontwikkelde dictaten. De inhoud van het

dictaat Speltheorie is bewerkt in een e-learning omgeving. De link is http://cdata3.uvt.nl/wiskunded/e-

learning.htmml. Aan andere dictaten wordt gewerkt om deze ook in een e-learning omgeving te zetten.

Uitreiking thesisprijzen

Tilburg University reikt jaarlijks prijzen uit voor de beste masterthesis en de beste researchmasterthesis van

het voorgaande collegejaar. De faculteiten konden twee kandidaten voordragen voor de masterthesisprijs

en één voor de researchmasterthesisprijs. De jury, bestaande uit de vice-decanen onderwijs onder voorzit-

terschap van de Rector Magnificus, heeft uit deze kandidaten drie prijswinnaars gekozen.

De tweede prijs is in 2010 gegaan naar een masterthesis die de jury omschrijft als een coherent, goed

leesbaar en rijkelijk geïllustreerd verhaal. De thesis is tegelijkertijd onderhoudend én een degelijk en ver-

nieuwend stuk onderzoek dat erin slaagt een bijdrage te leveren aan de toegepaste taalwetenschap en de

sociolinguïstiek. In interactie met wetenschappelijke literatuur over onder andere semiotiek, geletterdheid,

communicatie en etnografie slaagt de auteur erin om een zeer genuanceerd beeld te schetsen van gelet-

terdheid in een Gambiaanse dorpsgemeenschap. Het betreft de thesis ‘Visuele communicatie en geletterd-

heid op het Gambiaanse platteland’ van Jannet Coppoolse. De thesis die de eerste prijs heeft gewonnen,

gaat over een klassiek strafrechtelijk thema, te weten het onderscheid tussen moord en doodslag. De au-

teur heeft over dit onderscheid een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan tussen Nederland en Duitsland.

Naar het oordeel van de jury is dit op een methodologisch perfecte wijze gedaan. De auteur heeft niet alleen

beide stelsels beschreven, maar ze ook kritisch benaderd. Het resultaat is een boeiend geschreven thesis

die mede dankzij praktijkvoorbeelden goed toegankelijk is. Het betreft de thesis ‘Over de kwalificering van

doodslag’ van Iris Haenen.

De winnaar van de prijs voor de beste researchmasterthesis is Jochem de Bresser voor zijn thesis ‘Retire-

ment replacement rate expectations of Dutch employees’. In deze thesis analyseert Jochem de pensioen-

verwachtingen van Nederlandse werknemers aan de hand van een representatief panel dat gedurende een

aantal jaren ondervraagd is over wanneer zij met pensioen verwachten te gaan en wat zij verwachten van

hun inkomen na pensionering. Deze analyse is gebaseerd op de nieuwste inzichten in de econometrie

van het meten van verwachtingen. Volgens de jury laat Jochem zien de literatuur met betrekking tot zowel

econometrie als ook pensioenverwachtingen goed te kennen. Hij gaat creatief en verantwoord om met

econometrische technieken en koppelt het toepassen van geavanceerde econometrische technieken op een

originele manier aan het beantwoorden van beleidsrelevante onderzoeksvragen.

Intensivering onderwijs

Het College van Bestuur is voornemens de BSA-norm met ingang van 1 september 2011 te verhogen naar

42 ECTS. Om te bevorderen dat studenten deze norm halen is aan de faculteiten gevraagd plannen te

ontwikkelen voor intensivering van het onderwijs. Het college heeft daarvoor voor zes jaar middelen ter be-

schikking gesteld, toe te wijzen in twee tranches. De faculteiten dragen daar uit eigen middelen ten minste

een zelfde bedrag aan bij. De in het najaar ingediende voorstellen van de Tilburg School of Economics and

Management (Research Based Lerarning), Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (Actief Leren)

en Tilburg School of Humanities (Academische schrijfvaardigheid) zijn allen gehonoreerd. Tilburg Law

School zal in het voorjaar van 2011 een voorstel indienen.

Docentprofessionalisering

In 2009 heeft de door het college ingesteld projectgroep docentprofessionalisering een onderwijskwalifi-

catietraject gepresenteerd, specifiek gericht op de onderwijssituatie op Tilburg University. Bij de uitwerking

van het onderwijskwalificatietraject is uitgegaan van de vaardigheden die een docent volgens het UFO-

profiel moet verwerven. Tevens is voortgebouwd op de reeds op Tilburg University aanwezige ervaring

en expertise. Per 1 januari 2010 is dit kwalificatietraject verplicht voor alle nieuw aangestelde docenten en

UD’s. in het voorjaar zijn een coördinator en een trainer aangesteld die het traject in uitvoering zijn gaan

brengen. In september is gestart met de eerste trainingen.

Page 35: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

6766

Aansluiting HBO-WO

Instellingsbreed is het aantal pre-masterstudenten de afgelopen jaren toegenomen. Om te inventariseren

wat de studieresultaten van deze groep studenten zijn, is in 2010 een werkgroep HBO-instroom ingesteld.

Geconstateerd is dat een deel van de HBO-bachelors weliswaar in het begin moeite heeft met aanpassing

aan het academisch klimaat, maar dat de uiteindelijke studieresultaten van de hele groep niet veel verschil-

len van de WO-bachelors. De motivatie en werkhouding van de HBO-instromers is juist sterker en positie-

ver. De werkgroep heeft een aantal aanbevelingen gepresenteerd met betrekking tot een vergelijkende ana-

lyse van scripties, het verzorgen van pre-mastervakken, schrijfvaardigheid en de mogelijkheid van selectie.

Studiekeuzegesprekken

Aan de hand van een notitie over de mogelijkheden van intakegesprekken aan Tilburg University heeft het

College van Bestuur besloten pilots met kennismakingsgesprekken met eerstejaars studenten in de eerste

zes weken van het collegejaar uit te voeren bij twee opleidingen. Gekozen is voor de opleidingen Psycho-

logie en Rechten. Deze pilots zijn in het najaar van 2010 gehouden. Uitgangspunt bij de pilots is dat de

faculteit een eigen invulling aan de pilot kan geven, waarbij zo veel mogelijk aangesloten wordt bij wat op

de faculteit gangbaar is op het gebied van studiebegeleiding. Een evaluatie van de pilots wordt in het voor-

jaar van 2011 verwacht.

ICT en onderwijs

Library

Verreweg het belangrijkste wapenfeit in 2010 in voorzieningen voor studenten is de oplevering van het

geheel gerenoveerde gebouw L (Library). Niet alleen heeft het gebouw van binnen een totale facelift onder-

gaan waardoor er, letterlijk, veel meer licht en ruimte in het gebouw is, maar ook zijn er fors meer studiep-

lekken voor studenten gecreëerd en is de omvang per studieplek flink toegenomen. Tevens is er meer diver-

siteit in die studieplekken aangebracht: naast stilteplekken zijn er aanzienlijk meer samenwerkingsplekken

dan voorheen, alsmede groepsruimtes die gereserveerd kunnen worden. De samenwerkingsplekken en

de groepsruimten zijn voorzien van moderne ICT-middelen. Tenslotte is er een datalab, een teaching lab

(gericht op docenten) en zijn er enkele speciaal ingerichte ruimten voor AV-bewerking (viewing, editing).

 

Enkele cijfers over gebouw L:

- 224 studieplaatsen zonder PC;

- 498 studieplaatsen met PC;

- 200 studieplaatsen op groepswerkplaatsen, uitgerust met 72 PC’s met dubbele schermen en laptopaan-

sluiting.

 

Totaal dus 922 studieplaatsen.

 

Activerend leren

De pilot met ‘e-voting’ op basis van stemkastjes in 2010 heeft aangetoond dat het principe succesvol ge-

noemd mag worden maar dat de gekozen technologie voor veel logistieke en operationele problemen heeft

gezorgd die hebben gemaakt dat van een doorslaand succes niet gesproken kan worden.

Dat actieve participatie van studenten aan het onderwijs door middel van ‘e-voting’ een vaste plaats dient

te krijgen in het onderwijsinstrumentarium aan Tilburg University staat wel vast.

6.3 Post experience onderwijsEen belangrijke vorm van kennisoverdracht aan de samenleving is het executive of postervarings onder-

wijs. Tilburg University heeft het executive onderwijs ondergebracht in TiasNimbas Business School. Tias-

Nimbas is zowel de business school van Tilburg University als van de Technische Universiteit Eindhoven

en heeft vestigingen in Tilburg, Eindhoven, Utrecht, Bonn en Taipei. TiasNimbas streeft ernaar om door

middel van kwalitatief hoogwaardige opleidingen toegevoegde waarde te creëren voor managers en hun

organisaties. Onder het motto ‘Never Stop Asking’ combineert TiasNimbas de ‘frontiers of knowledge’

met ‘project based learning’. Dit alles leidt tot nieuwe inzichten en kennis in een omgeving waar service en

persoonlijke aandacht centraal staat. Het product portfolio bestaat uit diverse MBA opleidingen, een DBA

opleiding, executive master opleidingen, korte executive programma’s, een MSc opleiding en company

specific programma’s.

2010 is een goed jaar voor TiasNimbas geweest. De meeste programma’s zijn succesvol van start gegaan

wat een omzetstijging van 12 procent tot gevolg had. Daarnaast is TiasNimbas fors gestegen in de jaarlijkse

Financial Times Ranking van European Business Schools en behoort inmiddels tot de top 25 businessscho-

len in Europa. TiasNimbas steeg met 25 plaatsen tot positie 24 (in 2009 positie 49).

MBA programma’s

TiasNimbas heeft een breed portfolio aan MBA programma’s voor professionals met minimaal drie jaar

werkervaring. In 2010 heeft TiasNimbas, in partnership met Tilburg School of Economics and Manage-

ment, een nieuw internationaal full-time MBA op de markt gebracht. Uniek aan dit programma is de koppe-

ling tussen het academische curriculum, een ‘personal and career development programme’ en een ‘socie-

tal programme’. Dit laatste biedt de deelnemers de mogelijkheid om vanuit andere disciplines (neurologie,

sport, kunst) of instituten (ngo’s, publieke organisaties) naar business management te kijken. Dit nieuwe

programma zal in september 2011 voor het eerst van start gaan.

Een belangrijk aspect voor elk full-time MBA programma is professionele en pro-actieve Career Services. In

2010 is het aanbod aan Career Services aanzienlijk uitgebreid met Career Preparation Days, carrière gerela-

teerde workshops, een digitaal career platform en company visits.

Het Internationale Executive MBA dat een partnership is tussen TiasNimbas en graduate schools van Pur-

due University (USA), Central European University Budapest (Hongarije), en GISMA Business School Han-

nover (Duitsland) behoorde ook in 2010 tot de top 25 van de wereld en een wereldwijde nummer 1 positie

op het aspect ‘International Course Experience’. Dit programma zal in het komende jaar worden vernieuwd

onder andere door een structurele incorporatie van ‘blended learning’.

Executive Master programma’s

TiasNimbas biedt een breed portfolio van Executive Masters aan die leiden tot een verdieping, verbreding

en toepassing van kennis. Zij zijn ontwikkeld voor professionals met een academisch denk- en werkniveau

Page 36: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

6968

en ruime (management)ervaring. Een belangrijke meerwaarde van deze programma’s is de heterogene

samenstelling van de deelnemersgroep. Deelnemers zijn afkomstig uit verschillende sectoren en branches

en hebben verschillende achtergronden en werkervaring. Hierdoor ontstaat een optimale situatie voor een

‘joint process of discovery’. In 2010 zijn een drietal programma’s door de NVAO als universitaire master

geaccrediteerd (Master of Management and Organisation, Master in Finance en Master in Business Valu-

ation), drie andere liggen ter besluitvorming bij de NVAO voor.

Ook in september van dit jaar zijn de verschillende executive master programma’s zeer succesvol van start

gegaan. In 2010 zijn twee nieuwe opleidingen gestart: de Executive Master of Actuarial Science ontwikkeld

in samenwerking met Tilburg University en het Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut en de Execu-

tive Master in Information Security Management.

MSc programma’s

Naast MBA programma’s en Executive Masters biedt TiasNimbas ook een internationaal MSc in Business

Administration programma aan. Het full-time programma bestond in 2010 voor de helft uit internationale

studenten die de mogelijkheid hadden te kiezen voor de specialisaties ‘Financial Management’ en ’Interna-

tional Business and Marketing Management’. Dit programma is afgelopen jaar zowel in de full-time variant

als in de part-time variant succesvol van start gegaan, ondanks de niet altijd gunstige economische situ-

atie. Focus voor 2010 was verdere internationalisering via de uitbreiding van exchange mogelijkheden en

toename van het aantal internationale studenten.

De international MSc in Business Administration is in 2010 voor het eerste opgenomen in de Financial

Times ranking voor Masters in Management en heeft op dit moment een 55e positie wereldwijd.

Executive Programmes

Het portfolio van korte Executive Programmes is in 2010 net als in 2009 behoorlijk uitgebreid en is zeer

succesvol gebleken. De omzet is in 2010 met 35 procent gegroeid. In 2010 is TiasNimbas voor de eerste

keer opgenomen in de Financial Times ranking voor ‘open enrolment’ programma’s. TiasNimbas was in

dit jaar nr. 59 in de wereld, nr. 27 in Europa en nr. 2 in de Benelux. De divisie heeft dit jaar een Strategic Ad-

visory Board, bestaande uit vertegenwoordigers uit het veld van management en leiderschapsontwikkeling,

ingesteld om de connectie tussen onderwijs en werkveld verder te versterken.

Belangrijk onderdeel van de uitbreiding van de programmaportefeuille is de verdere ontwikkeling van een

portfolio van general management programma’s met opleidingen voor jonge, middel en senior managers.

Een voorbeeld hiervan is de succesvolle start van het programma ‘Building Superior Performance’ voor

senior managers. Daarnaast zijn er ook diverse programma’s op het gebied van finance, ontwikkeld in sa-

menwerking met de Tilburg School of Economics and Management, aan de portefeuille toegevoegd.

In samenwerking met de provincie Noord-Brabant hebben ook in 2010 een aantal succesvolle innovation se-

minars onder leiding van (inter)nationale topfaculty plaatsgevonden, bijvoorbeeld Winning in Emerging Mar-

kets: Lessons from China, India and the Emerging World door prof. Tarun Khanna, Harvard Business School

en The Entrepreneurial Venture as Vehicle for Creating Value door prof. Eric Woord, University of Cape Town.

Company Specific Programma’s

De divisie Company Specific Programma’s specialiseert zich in het ontwikkelen van exclusieve, maatwerk-

programma’s voor organisaties. De programma’s voorzien in managementontwikkeling en in organisato-

rische ontwikkelingsdoelen, die een substantiële impact en verandering in de organisatie teweeg brengen.

Het ontwerp en de organisatie van de maatwerkprogramma’s vindt plaats in nauwe samenwerking met

onze klant (‘co-creatie’). Company Specific Programmas zijn flexibel in inhoud, lengte, formaat, methodo-

logie en faculty . Alle programma’s worden door een toegewijd klantteam begeleid, dat verantwoordelijk is

voor inhoud, logistiek en kwaliteitscontrole. Programma’s worden naar wens van onze klanten op zowel

nationale als internationale locaties uitgevoerd. Maatwerk programma’s worden ontwikkeld op het gebied

van Leiderschap, General Management, Strategie, Finance, Marketing, Technologie & Operational Excel-

lence en Human Resource Management, voor zowel de profit als non-profit en publieke sector.

Net als 2009 was ook 2010 een goed jaar, ongeveer de helft van de programma’s betrof nieuwe opleidingen

voor bestaande klanten zoals Randstad en Stork. Daarnaast zijn in 2010 programma’s ontwikkeld voor

nieuwe klanten zoals Mediq en Boskalis. In mei 2010 zijn de TiasNimbas Company Specific Programma’s

door de Financial Times in de Europese top 25 en als beste in de Benelux op de criteria ‘Future Use’ en

‘Partner Schools’.

Doctor of Business Administration

Het DBA programma van TiasNimbas leidt tot een diploma van de University of Bradford. Ook in 2010 is

dit programma met een zeer internationale groep gestart.

Competence Centres

Binnen TiasNimbas zijn verschillende compentence centres actief.

• Globus (Instituut voor Globalisering en Duurzame ontwikkeling) richt zich op multidisciplinair onderzoek en

onderwijs op het gebied van corporate global responsibility & governance.

• Centrum voor het Bestuur van de Maatschappelijke Onderneming (CBMO) met een focus op onderzoeks- en

onderwijsactiviteiten voor het bestuur en management van de maatschappelijke onderneming.

• EIBIE (The European Institute for Business Innovation and Entrepreneurship) is een intiatief van TiasNimbas

Business School en Philips Research. EIBIE richt zich op educatie, training en coaching van start-ups.

Daarnaast zal EIBIE in de komende jaren een research programma ontwikkelen op het gebied van creatie

en ontwikkeling van snel groeiende nieuwe ondernemingen.

In 2010 is een nieuw competence centre op het gebeid van leiderschap opgezet en twee andere compe-

tence centres zullen in 2011 van start gaan.

• Leadership Development Centre, is in november 2010 van start gegaan met de conferentie ‘Leading with

integrity: on the psychology of ethical behaviour’ waarin promimente captains of industry en gerenom-

meerde (inter)nationale hoogleraren met elkaar in debat gingen over de ontwikkelingen in en toekomst

van leiderschap.

• People Management Centre (international HR research) is een samenwerking tussen TiasNimbas en de Til-

burg School of Social Sciences and Behavior (department HR Studies) van Tilburg University. De missie

is de valorisatie van academische kennis op het gebied van Human Resource Management en Leadership

and Change Management.

Page 37: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

7170

• Real Estate LAB, een gezamenlijk initiatief van TiasNimbas, Tilburg University en de corporate partners

Amvest, FGH Bank, PGGM en PwC. De missie is ‘to create a natural hotspot of new and relevant real

estate knowledge’.

2006 2007 2008 2009 2010

MBA programma’s 133 127 162 156 144

Company specific programma’s 1012 973 539 530 535

Executive Master programma’s 292 337 407 326 353

Executive Programma’s 185 252 417 400 535

MSc/MA Programma’s 65 77 78 98 89

DBA Programma’s 8 18 20 18 19

Aantal uitgegeven diploma’s 435 401 404 468 522

7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating

Voorlichtingsdagen

Het bezoeken van voorlichtingsdagen op de universiteit is één van de oriëntatiemogelijkheden voor leerlin-

gen uit 5 en 6 vwo om tot een juiste studiekeuze te komen. In 2010 bezochten rond de 5000 vwo-scholieren

de universiteit. Ruim 2000 studenten (HBO en WO) kwamen naar de mastervoorlichting (twee avonden in

februari en november).

Proefstuderen

Leerlingen die na het bezoeken van een voorlichtingsdag nader kennis willen maken met een vervolgop-

leiding, kunnen een dag komen proefstuderen. In 2010 namen bijna 1800 leerlingen deel aan de proefstu-

deerdagen. Daarnaast maken steeds meer scholieren gebruik van de mogelijkheid om een dagje met een

huidige student mee te lopen.

Aansluiting VO/WO

Tilburg University streeft continu naar het verbeteren van de aansluiting van vwo naar universiteit. In dit

kader heeft de universiteit regelmatig overleg met decanen, docenten en management van vwo-scholen.

Om de aansluiting te verbeteren biedt Tilburg University een aantal activiteiten op aanvraag van een school

aan. De activiteiten richten zich op leerlingen vanaf 3 vwo en betreffen:

Profielkeuze 3 vwo

Op verzoek organiseert Tilburg University voor 3 vwo-leerlingen een presentatie over de profielkeuze. Een

van de belangrijkste boodschappen is dat de profielkeuze gevolgen zal hebben voor de latere studiekeuze

en daarom een belangrijke keuze is. Verder wordt er ingegaan op de vaardigheden die een student moet

hebben, het verschil tussen HBO en WO en een korte indruk van het studentenleven. In 2010 is op 49 vwo

scholen een presentatie voor 3 vwo over profielkeuze verzorgd door studenten.

Oriëntatiedag 4 vwo

Voor leerlingen uit 4 vwo organiseert Tilburg University oriëntatiedagen. Deze dagen staan in het teken

van de oriëntatie op vervolgonderwijs in het hoger onderwijs in het algemeen. De dag is bedoeld om de

scholieren een eerste kennismaking met een universiteit te bieden. Daarnaast kunnen ze een indruk krijgen

van de verschillende richtingen die ze kunnen inslaan met hun profiel. In 2010 namen 35 vwo scholen deel

aan een oriëntatiedag.

Voorlichting op school voor 5 en 6 vwo

Veel scholen organiseren avonden waar scholieren en hun ouders meer informatie krijgen over verschil-

lende studies. Studentvoorlichters van Tilburg University verzorgen inhoudelijke presentaties over hun op-

leiding. In 2010 hebben we in totaal 113 presentaties verzorgd op middelbare scholen. Tilburg School of

Social and Behavioral Sciences en Tilburg School of Humanities waren ieder goed voor 27 presentaties,

Tilburg Law School werd 23 keer vertegenwoordigd en de Tilburg School of Economics and Management

is 36 keer gepresenteerd.

7 Studenten

Page 38: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

7372

Volgen van colleges

Excellente studenten uit 5 en 6 vwo kunnen kennismaken met Tilburg University door colleges van een

bepaald vak te volgen en in dit vak tentamen te doen. In 2010 namen 17 leerlingen van negen verschillende

scholen deel aan dit project.

7.2 Centraal klachten loket

Aantallen klachten

Onderstaande tabel biedt een overzicht van de afhandeling van klachten in de periode 2007-2010. In 2010

kwamen 105 klachten binnen, dat is een opmerkelijke stijging ten opzichte van de voorgaande jaren waarin

gemiddeld 75 klachten binnenkwamen. De groei is afkomstig van studenten van de Tilburg School of Eco-

nomics and Management: 55 studenten van die faculteit dienden een klacht in; in 2009 waren dat er 21.

Het aantal klachten afkomstig van studenten Tilburg Law School en Tilburg School of Social and Behavioral

Sciences bleef gelijk, dat van studenten Tilburg School of Humanities nam met de helft af. Van de 55 klach-

ten afkomstig van Tilburg School of Economics and Management studenten hadden er 14 betrekking op

het functioneren van de diensten. Maar liefst 41 klachten betroffen het onderwijs van de faculteit, een forse

stijging ten opzichte van het jaar ervoor (12).

71 klachten waren bestemd voor de faculteiten, 34 zijn voor afhandeling doorgestuurd naar de diensten. De

groei in het aantal klachten betreft zaken die spelen binnen faculteiten. Van de klachten voor de diensten

gaat het overgrote deel naar DEA (18 van de 34), het betreft klachten die te maken hebben met het werk

van de studentenadministratie. LIS en DFB hebben ook een eigen klachtenprocedure. Onbekend is hoeveel

klachten daar binnenkomen.

stud

ente

n va

n

afha

ndel

ing

door

stud

ente

n va

n

afha

ndel

ing

door

stud

ente

n va

n

afha

ndel

ing

door

stud

ente

n va

n

afha

ndel

ing

door

2010 2010 2009 2009 2008 2008 2007* 2007*

TISEM 55 41 21 12 33 20 42 34

TiSSBeS 18 11 18 11 23 21 10 7

TLS 26 16 25 18 19 15 19 13

TSH 5 3 10 7 3 3 3 2

TST 1 - - - - - - -

DEA - 18 - 15 - 10 - 12

DFB - 8 - 2 - 6 - -

DSZ - - - 3 - 1 - -

LIS - 6 - 6 - 2 - 3

BU - 1 - 0 - - - 1

CvB - - - - - - - 1

CBE - 1 - - - - - -

(ingetrokken) - - - - - - - 1

 Totaal 105 105 74 74 78 78 74 74

Soort klachten

In de volgende tabel zijn de klachten naar inhoud in zes hoofdcategorieën ingedeeld. Uit het overzicht

blijkt dat opnieuw de meeste klachten (32; bijna een derde van het totaal aantal klachten) de planning en

organisatie van tentamens betreffen. Daarna komen in volgorde van belang: de kwaliteit van algemene

voorzieningen (17); niveau (representativiteit) van tentamens (15) en de onderwijsorganisatie (12).

Page 39: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

7574

   

TISE

M

TLS

TiSS

BeS

TSH

TST

DEA

DFB

LIS

BU

Stud

ente

n-de

cane

n

TOTA

AL

Diversen diversen 1 3 1 1 6

Onderwijs onderwijsaanbod 2 2

Onderwijs begeleiding docent 1 1

Onderwijs onderwijsorganisatie 10 2 12

Onderwijs didactische vaardigheid

docent

1 1 2

Tentamens bekendmaking uitslag 2 1 1 1 5

Tentamens planning en organisatie 10 5 4 2 10 1 32

Tentamens beoordeling

(inhoudelijk)

2 3 1 6

Tentamens niveau

(representativiteit)

10 3 2 15

Examen-

commissie

beslissingen en

procedure

examencommissie

1 1 2

Medewerkers gedrag, service 1 1 2 1 5

Voorzieningen capaciteit ,kwaliteit en

functioneren algemene

voorzieningen

1 1 5 6 4 17

Totaal   41 16 11 3 0 18 8 6 1 1 105

Resultaat

Uit de volgende tabel blijkt dat ongeveer 47 procent van de klachten terecht is ingediend (in 2009 55 pro-

cent). 20 procent is ‘ongegrond’ of ‘niet ontvankelijk’ verklaard (17 procent in 2009). In ruim 17 procent van

de gevallen is tekst en uitleg verschaft over regelingen, voorzieningen, beslissingen (20 procent in 2009).

 

TISE

M

TLS

TiSS

BeS

TSH

TST

DEA

DFB

LIS

BU

Stud

ente

n-de

cane

n

TOTA

AL

klacht gegrond: probleem (nog) niet

opgelost, wordt aan gewerkt3 3 3 2 8 3 3 25

klacht gegrond: probleem opgelost,

tegemoet gekomen aan wens stu-

dent

12 5 2 3 2 24

klacht ingetrokken 3 2 5

klacht niet ontvankelijk verklaard 2 2

klacht ongegrond, geen verdere actie 7 4 3 4 1 19

klager verwezen naar andere

instantie (o.a. bezwaar/beroep)10 1 1 12

tekst en uitleg gegeven 6 2 1 3 3 3 18

Totaal 41 16 11 3 0 18 8 6 1 1 105

Afhandeling

Klachten moeten binnen zes weken worden afgehandeld. In onderstaande tabel is te zien dat in het ver-

slagjaar 92 klachten binnen de termijn zijn afgehandeld. In dertien gevallen is de termijn overschreden. Dit

resultaat is vergelijkbaar met vorig jaar.

  AANTALin week 1 36

in week 2 18

in week 3 8

in week 4 4

in week 5 15

in week 6 11

in week > 6 13

Totaal 105

Start van het Centraal Loket Geschillen en Klachten (CLGK)

Op 1 september 2010 is de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek gewijzigd. De

instellingen voor hoger onderwijs, dus ook Tilburg University, zijn vanaf die datum verplicht een centraal

loket in te richten waar studenten terecht kunnen voor het inwinnen van advies over en het indienen van

klachten, bezwaar- en beroepschriften. Het Studenten Advies Bureau, de afdeling Juridische Zaken en

Page 40: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

7776

SpITs hebben in de eerste helft van 2010 samengewerkt aan de totstandkoming van een virtueel loket

(http://www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/klacht-beroep/).

Via dit loket kunnen studenten online klachten, bezwaar- en beroepschriften indienen. De studentendeca-

nen en de medewerkers van Juridische Zaken beheren het loket. Het CLGK fungeert als een front office;

klachtafhandeling vindt plaats door directeuren van de diensten en de hoofden van de onderwijsbureaus;

afhandeling van bezwaarschriften en beroepschriften geschiedt als vanouds door de Commissie van Ad-

vies voor de Bezwaar- en Beroepschriften en het College van Beroep voor de Examens. Er hebben zich geen

problemen voorgedaan in de startfase van het CLGK. Het lijkt wel verstandig om het functioneren over

enige tijd te evalueren.

Streven is om ook de jaarverslaggeving van de afhandeling van klachten, bezwaar- en beroepschriften te

bundelen. Omdat het CLGK pas in september 2010 van start gegaan is er dit jaar voor gekozen om de

jaarverslagen nog afzonderlijk te maken. Over een gezamenlijk jaarverslag moeten nog afspraken gemaakt

worden.

7.3 Studentdecanen

Totaal studentcontacten per jaar

studentendecanen 2010 2009

e-mail/telefoon 1107 1027

spreekuur 1003 883

totaal 2110 1910

Nieuwe ontwikkelingen die erg veel tijd in beslag namen:

• Uitbreiding Centraal Klachten Loket (CKL) met bezwaar- en beroepsmogelijkheden, in samenwerking met

Juridische Zaken is een Centraal Loket voor geschillen en klachten opgezet.

• Nieuwe collegegeldregeling: instellingstarief voor tweede studie. Opstellen nieuwe regeling en voorlich-

ting daarover.

• Uitbreiding Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS) met voorziening voor buitenlandse stu-

denten: profileringsfonds.

Verder business as usual:

• excellence scholarship (23 kandidaten, in 2009 14)

• bsa-adviezen (194 studenten hebben bijzondere omstandigheden gemeld (2009: 143), waarover uiteinde-

lijk 77 (2009: 340 adviezen zijn afgegeven)

• adviezen aan College van Bestuur voor toekenning FOS; reductie collegegeld; tot 1-1-2011 beëindiging in-

schrijving

• bestuursbeurzen (2283 maanden – in 2009 2216)

• voorlichting aan ouders op voorlichtingsdagen (8 x)

Verwachting 2011: Alle aantallen lopen op. Aangekondigde maatregelen langstudeerders, beperking P-beurs

tot bachelorfase en verhoging bsa-norm naar 42 studiepunten zullen leiden tot een steeds groter beroep op

studentendecanen.

7.4 Kengetallen

Aantal ingeschrevenen

2008/09 2009/10 2010/11

TiSEM 5408 5690 5927

TLS 2781 3061 3135

TiSSBeS 2467 2557 2605

TSH 1063 1215 1322

TST 181 155 164

Tilburg University 11900 12678 13153

% buitenlandse ingeschrevenen 6,5% 7,2% 8,0%

Aantal eerstejaarsstudenten 3083 3522 3425

Marktaandeel 1e jaars bacheloropleidingen 7,4% 6,9% 6,9%

Marktaandeel 1e jaars masteropleidingen 16,6% 17,1% 15,8%

2008/09 2009/10 2010/11

man 6323 6739 7027

vrouw 5577 5939 6126

voltijd 11333 12173 12668

deeltijd 567 505 485

jonger dan 20 jr 2268 2357 2335

20 t/m 25 jr 7748 8276 8673

26 t/m 30 jr 1186 1371 1438

31 t/m 39 jr 336 334 366

40 jr en ouder 362 340 341

Page 41: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

7978

Instroom eerstejaars instelling (WO-I)

2008/09 2009/10 2010/11

TiSEM bachelor 1030 1020 997

premaster 262 378 360

master 133 189 196

1425 1587 1553

TLS bachelor 450 504 438

premaster 140 178 207

master 72 107 79

662 789 724

TiSSBeS bachelor 492 527 561

premaster 138 140 109

master 36 69 69

666 736 739

TSH bachelor 183 205 199

premaster 104 157 158

master 21 30 24

308 392 381

TST bachelor 17 12 16

premaster 4 4 4

master 1 2 8

22 18 28

Tilburg University bachelor 2172 2268 2211

premaster 648 857 838

master 263 397 376

3083 3522 3425

Instroom buitenlandse studenten 2008/09 2009/10 2010/11 2008/09 2009/10 2010/11

Bachelor

EER exclusief Nederland 39 65 68 2% 3% 3%

niet EER landen 58 87 91 3% 4% 4%

Premaster

EER exclusief Nederland 6 6 9 1% 1% 1%

niet EER landen 44 19 26 7% 3% 3%

Master

EER exclusief Nederland 55 63 115 28% 24% 29%

niet EER landen 75 126 163 38% 48% 41%

Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd)

(gemiddeld aantal EC binnen de opleiding)1)

2007/08 2008/09 2009/10TiSEM 39 39 38

TLS 40 40 36

TiSSBeS 38 36 40

TSH 39 41 42

TST 34 34 31

Tilburg University 39 38 381) inclusief studenten met nul studiepunten

Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd)

(frequentieverdeling behaalde studiepunten)

2007/08 2008/09 2009/10

0 9% 12% 12%

1 - 11 9% 8% 9%

12 - 23 7% 8% 8%

24 - 35 7% 7% 6%

36 - 41 8% 8% 8%

42 - 47 12% 9% 9%

48- 59 24% 21% 23%

60 of meer 25% 26% 25%

100% 100% 100%

Page 42: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

8180

Positief bindend studieadvies

2007/08 2008/09 2009/10

TiSEM 75% 72% 69%

TLS 72% 70% 69%

TiSSBeS 77% 72% 80%

TSH 74% 75% 82%

TST 100% 100% 57%

Tilburg University 75% 72% 73%

Diploma’s 2007/08 2008/09 2009/10

Doctoraalopleidingen

TiSEM 0 0 0

TLS 63 0 0

TiSSBeS 41 0 0

TSH 26 1 0

TST 15 6 1

Tilburg University 145 7 1

Bacheloropleidingen

TiSEM 650 598 574

TLS 335 354 301

TiSSBeS 415 328 371

TSH 51 73 104

TST 23 20 15

Tilburg University 1474 1373 1365

Masteropleidingen

TiSEM 733 877 884

TLS 348 387 491

TiSSBeS 471 431 473

TSH 146 162 151

TST 6 11 16

Tilburg University 1704 1868 2015

Totaal initiele opleidingen 3323 3839 3381

Postdoctorale opleidingen 72 57 72

Rendement bachelor (voltijd) 1)

aant

al e

erst

ejaa

rs

200

2/0

3

% g

esla

agd

binn

en

3 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

4 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

5 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

6 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

7 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

8 ja

ar

TiSEM 743 21% 45% 57% 64% 67% 68%

TLS 353 23% 41% 50% 56% 57% 58%

TiSSBeS 489 25% 50% 61% 66% 67% 69%

TSH 103 29% 49% 55% 55% 56% 56%

TST - - - - - - -

Tilburg University 1688 23% 46% 57% 64% 66% 67%

aant

al e

erst

ejaa

rs

200

3/0

4

% g

esla

agd

binn

en

3 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

4 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

5 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

6 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

7 ja

ar

TiSEM 819 24% 46% 59% 66% 68%

TLS 397 27% 42% 50% 54% 57%

TiSSBeS 526 26% 51% 62% 67% 69%

TSH 95 32% 51% 56% 59% 64%

TST - - - - - -

Tilburg University 1837 25% 47% 59% 65% 68%

aant

al e

erst

ejaa

rs

200

4/0

5

% g

esla

agd

binn

en

3 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

4 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

5 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

6 ja

ar

TiSEM 865 20% 42% 55% 61%

TLS 420 23% 44% 53% 58%

TiSSBeS 486 20% 44% 52% 56%

TSH 71 34% 46% 51% 54%

TST - - - - -

Tilburg University 1842 21% 44% 55% 61%

1) Gewijzigde definitie, gebaseerd op instroom (WO-I) bij faculteiten respectievelijk Tilburg University

Page 43: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

8382

aant

al e

erst

ejaa

rs

200

5/0

6

% g

esla

agd

binn

en

3 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

4 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

5 ja

ar

TiSEM 898 22% 41% 54%

TLS 403 27% 46% 53%

TiSSBeS 426 32% 52% 62%

TSH 68 18% 44% 50%

TST - - - -

Tilburg University 1795 25% 45% 57%

aant

al e

erst

ejaa

rs

200

6/07

% g

esla

agd

binn

en

3 ja

ar

% g

esla

agd

binn

en

4 ja

ar

TiSEM 841 21% 39%

TLS 439 28% 48%

TiSSBeS 430 24% 46%

TSH 110 21% 49%

TST 23 13% 30%

Tilburg University 1843 23% 44%

aant

al e

erst

ejaa

rs

2007

/08

% g

esla

agd

binn

en

3 ja

ar

TiSEM 882 20%

TLS 405 20%

TiSSBeS 419 31%

TSH 117 35%

TST 9 44%

Tilburg University 1832 23%

7.5 Center for Knowledge Transfer (CKT)

7.5.1 Inleiding

Het Center for Knowledge Transfer (CKT) geeft invulling aan de behoefte van de universiteit om haar ken-

nis beschik baar te stellen aan de samenleving. Omgekeerd fungeert het CKT als de voelsprieten van de

universiteit en signaleert, door het intensieve contact met sectoren in de samenleving, waar er behoefte is

aan academisch onderzoek. De promotieonderzoeken van de Wetenschapswinkel die verderop besproken

worden, zijn hier een mooi voorbeeld van. Het CKT beschikt inmiddels over 30 jaar ervaring in kennisde-

ling. Het is oorspronkelijk een samenvoeging van diverse groepen die zich hier op de universiteit mee be-

zighouden: de Wetenschapswinkel, het Loket MKB, Ondernemer en Recht, Tilburg Matchpoint, Starterslift

en Ondernemerschap.

Visie

In 2010 is een aanzet gemaakt voor een nieuwe visienota en is er veel tijd besteed aan de interne stroom-

lijning en afstemming van werkprocessen. De groei van het CKT en de veranderingen in de wereld om ons

heen maakten het noodzakelijk de organisatie kritisch onder de loep te nemen. Het huidige organisatiemo-

del, bestaande uit verschillende pijlers met een eigen merknaam, staat onder druk. Vanuit de maatschappij

komt de roep om één centrale loketfunctie. In dit jaarverslag vindt u de verschillende pijlers van het CKT

nog terug. Vanaf volgend jaar zal het jaarverslag geschreven worden vanuit het perspectief van de verschil-

lende producten en diensten die het CKT aanbiedt.

Uitbouwen

Daarnaast stond het afgelopen jaar in het teken van het uitbouwen van de samenwerking met zowel in-

als externe partijen, waarover hieronder meer. Wederom was er in 2010 sprake van een groeiend aantal

onderzoeksvragen. Er zijn maar liefst 449 onderzoeksvragen opgepakt en er zijn 60 starters ondersteund

binnen de universiteit. Dat is in totaal een groei van bijna 15 procent ten opzichte van 2009. Het CKT zet

nog steeds primair studenten vanuit studierichtingen en verenigingen in om de vragen uit de samenleving

te beantwoorden. Het afgelopen jaar zijn echter ook steeds vaker wetenschappers en onderzoeksinstituten

betrokken bij de beantwoording van vraagstukken.

Lustrum

In november vierde het CKT zijn dertigjarig bestaan. Vertegenwoordigers van maatschappelijke organisa-

ties, het midden- en kleinbedrijf en onderzoekers van Tilburg University waren tijdens een lunchbijeen-

komst van het CKT bij elkaar om verbindingen te leggen en op zoek te gaan naar gemeenschappelijke

belangen. Ruim 170 deelnemers bezochten in de middag het symposium met als thema ‘Kennis delen in

de praktijk’. Tijdens dit symposium, dat samen met de Kamer van Koophandel en Syntens werd georgani-

seerd, werden in workshops thema’s vanuit de wetenschap en praktijk belicht. Bijzonder deze dag was ook

de aankondiging van de eerste Tilburg University Valorisatieprijs. Deze prijs, die in 2011 voor het eerst zal

worden uitgereikt, is een beloning voor het beste initiatief binnen onze universiteit op het gebied van ken-

nisvalorisatie.

Tilburg Matchpoint

Page 44: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

8584

Tilburg Matchpoint is in 2010 bewust naar de achtergrond geschoven omdat het CKT niet tevreden is

over de werking van deze database. Dat verklaart waarom de cijfers gedaald zijn, vooral het aantal door

studenten geplaatste cv’s. Uit onderzoek dat UniPartners heeft uitgevoerd in opdracht van het CKT komen

aanbevelingen voor een verbetering van deze dienstverlening. In 2011 zullen deze verbeteringen worden

doorgevoerd en zal de database naar verwachting weer een prominentere plaats op de site krijgen.

7.5.2 Samenwerking

In 2010 is geïnvesteerd in het uitbouwen van de samenwerking met in- en externe partners. Hieronder

volgen enkele highlights.

United Brains Midden-Brabant

Het CKT heeft in 2010 met het ROC Tilburg, Fontys Tilburg en Avans Hogeschool binnen het samenwer-

kingsverband United Brains Midden-Brabant nieuwe stappen gezet. De partijen bundelen de krachten om

organisaties in Midden-Brabant optimaal toegang te geven tot hun kennisaanbod. Op deze manier willen

ze de slagkracht en het innovatievermogen van de regio vergroten en organisaties ondersteunen bij hun

streven naar verdere professionalisering. In oktober is gestart met de eerste accountmanagers overleggen.

In december 2010 werd een REAP1-subsidie voor United Brains Midden-Brabant toegekend. Cofinancier-

ders van het project zijn de gemeente Tilburg en de betrokken kennisinstellingen. Tilburg University is

penvoerder van het project.

Ondernemerschap

In de zomer van 2010 is gesproken met de Gemeente Tilburg, de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereni-

ging en de Kamer van Koophandel Brabant over samenwerking op het gebied van ondernemerschap. De

genoemde partijen hebben aangegeven een verdergaande samenwerking te entameren. In het najaar van

2010 is dan ook een start gemaakt met het schrijven van een Business Case Ondernemerschap. Intern

betrokken partijen: Brabant Center of Entrepreneurship, het Topinstituut Social Innovation en Instellings-

beleid. Extern betrokken: Starterslift.

Valorisatie

Ten aanzien van valorisatie is afgelopen jaar door de Stichting Starterslift in samenwerking met de universi-

teit, de NHTV en Avans Hogeschool een Valorisatieplan West- en Midden-Brabant geschreven en ingediend

bij het Programma Valorisatie van TechnoPartner. Het Valorisatieplan ziet toe op een verdere samenwerking

tussen Starterslift en de genoemde kennisinstellingen en wil een bijdrage leveren aan het realiseren van

een excellent klimaat voor nieuwe bedrijvigheid, zodat Brabant uitgroeit tot de meest innovatieve regio van

Europa.

Student Career Center

In 2010 is de projectgroep Student Career Center van start gegaan, een samenwerking tussen het Stu-

denten Service Center en het CKT (beiden onderdeel van Student Services) en de economische faculteit.

1 Regionaal Economisch Actieprogramma Midden-Brabant.

Uitgangspunt van deze projectgroep is een goede afstemming tussen begeleiding op het gebied van uni-

versiteitsbrede en facultaire arbeidsmarktoriëntatie en het optimaal benutten van menskracht en middelen.

De samenwerking - die als voorbeeld/pilot kan dienen voor andere faculteiten - moet uiteindelijk leiden tot

een betere ondersteuning van studenten in hun gang naar de arbeidsmarkt. Ten behoeve van de pilot is een

onderzoek gestart naar het beeld van studenten, bedrijven en faculteiten van de universiteit ten aanzien van

Tilburg Matchpoint (de digitale marktplaats van het CKT) en hoe deze dienst het beste in kan spelen op de

behoefte van bedrijven en studenten. De resultaten van het onderzoek zijn begin 2011 bekend.

Bestuurlijke agenda

Door de brugfunctie die het CKT heeft tussen kennisvragen uit de samenleving en de aanwezige kennis

op de universiteit draagt het CKT bij aan de regionale verankering, positionering en profilering van de

universiteit. Het CKT zet primair studenten en secundair wetenschappers en onderzoeksinstituten in voor

het beantwoorden van kennisvragen. Op deze manier draagt het bij aan een kerntaak van de universiteit:

de valorisatie van wetenschappelijke kennis. Tevens kunnen studenten via (opdrachten van) het CKT in

contact komen met hun toekomstige beroepenveld (grootbedrijf, MKB, overheden, non-profit organisaties,

ondernemerschap). Het CKT heeft daarnaast een signalerende functie ten aanzien van maatschappelijke

ontwikkelingen. Deze probeert het te vertalen naar (onderzoeks)projecten voor de universiteit.

7.5.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten

De ontwikkelingen in onze kernactiviteiten worden hieronder per pijler van het CKT weergegeven.

Wetenschapswinkel

De Wetenschapswinkel richt zich op beantwoording van vragen op wetenschappelijke basis voor non-profit

organisaties in Zuid-Nederland. Onderzoeksresultaten zijn beschikbaar voor een breed publiek. Studenten

vervullen hierin een belangrijke rol. In 2010 hebben weer meer maatschappelijke organisaties gebruik ge-

maakt van de diensten van de Wetenschapswinkel.

Promotieonderzoeken

Actuele maatschappelijke kwesties rond zorg, empowerment, vergrijzing en diversiteit staan centraal in

langer lopende onderzoeksprojecten. Deze projecten worden geëntameerd en mede mogelijk gemaakt in

samenwerking met faculteiten en externe organisaties. In 2010 werden drie promotieonderzoeken afge-

rond:

• Een onderzoek naar de kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening voor mensen met een verstan-

delijke beperking. Ter gelegenheid hiervan vond in samenwerking met Tranzo een symposium plaats over

het ontwikkelde instrument.

• Een onderzoek naar en exploratie van ‘modularity’ in de langdurige ouderenzorg. Aanvullend werden mo-

gelijkheden van modularity in zorgarrangementen vanuit cliëntperspectief onderzocht.

• Een onderzoek naar de rol van religie bij maatschappelijk verantwoord ondernemen.

In 2010 startten twee nieuwe promotieonderzoeken. Een onderzoek naar empowerment in de wijk en een

onderzoek naar de werking en betekenis van de ‘Communities of Practitioners’ in het kader van het totale

leren binnen het Elizabeth Ziekenhuis te Tilburg.

Page 45: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

8786

Studentonderzoeken

Daarnaast is een toenemend aantal vragen voor korte onderzoeksprojecten vanuit regionale, maatschap-

pelijke organisaties en groeperingen in behandeling genomen. Deze worden door studenten uitgewerkt

in het kader van het onderwijsprogramma of als werkopdracht. Vermeldenswaard zijn twee druk bezochte

symposia. Één naar aanleiding van het onderzoek naar het effect van uitzendingen van EDTV op Omroep

Brabant, en één naar aanleiding van de evaluatie van online coachingsmethodieken. Daarnaast zijn vijf

onderzoekspresentaties georganiseerd. Een voorbeeld daarvan is de presentatie in het Biesbosmuseum

in Drimmelen van een onderzoek naar de toegankelijkheid van locaties in de recreatiesector en de meer-

waarde van toegankelijkheid voor ondernemers in die sector. Dit was in samenwerking met Zet Respons,

de Projectgroep Toegankelijkheid, de ondernemers in deze sector en de ANWB.

Samenwerking Wetenschapswinkel

Projecten

Afgelopen jaar werd de samenwerking gecontinueerd met regionale, maatschappelijke organisaties in pro-

jecten als Brabant Bekent Kleur en de Dag van de Dialoog. Bij de programmering en uitvoering werd daar-

voor binnen de universiteit samengewerkt met het Centrum voor Wetenschap en Samenleving, Bureau

Internationale Betrekkingen en wetenschappers vanuit verschillende faculteiten.

Thema’s

In samenwerking met het Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing en diverse studieverenigingen

is voor de universitaire gemeenschap een gespreksprogramma georganiseerd rond het thema ‘Tolerantie in

de organisatie’ naar aanleiding van een onderzoek rond acceptatie van homoseksualiteit in Noord-Brabant.

In 2010 werd een start gemaakt met het zoeken naar mogelijkheden om het vak filosofie voor kinderen in

het onderwijsprogramma te bevorderen. Hierin wordt samengewerkt met het Centrum voor Wetenschap en

Levensbeschouwing, Studium Generale en het Wetenschapsknooppunt/Kinderuniversiteit.

Kennistransfer

De Wetenschapswinkel werkt nauw samen met faculteiten als het gaat om aanpak en inhoud van on-

derzoek. Daarnaast leveren wetenschappers regelmatig een bijdrage aan presentaties, symposia en work-

shops georganiseerd door de Wetenschapswinkel. Met maatschappelijke organisaties als Zet en K2 werd

een uitbreiding van kennistransfer-mogelijkheden verkend. In 2010 maakte de coördinator van de Weten-

schapswinkel deel uit van de jury voor de jaarlijkse BrabantZetOpenPrijs. De prijs wordt uitgereikt aan een

organisatie die met zijn innovatieve project of idee de participatie van kwetsbare burgers bevordert en een

voorbeeldfunctie heeft.

Uitwisseling

In het Landelijk Overleg Wetenschapswinkels werd met de Nederlandse en Belgische Wetenschapswinkels

gebruik gemaakt van de mogelijkheid om naar elkaar door te verwijzen, mogelijke samenwerkingsverban-

den te vormen en kennis uit te wisselen.

Loket MKB

Het Loket MKB is een laagdrempelig, regionaal toegangspunt voor ondernemers die informatievragen heb-

ben of (onderzoeks)opdrachten en verzoeken tot de plaatsing van stagiaires, afstudeerders en werkstuden-

ten bij de universiteit willen onderbrengen.

Daling

De economische situatie in 2010 heeft ook het MKB in Brabant getroffen waardoor de focus voor de meeste

bedrijven vooral op het boven water houden van het eigen bedrijf lag, in plaats van op een verdiepingsslag

met behulp van kennis. De opdrachten die wel bemiddeld zijn waren relatief grote en complexe opdrachten

waar meer studenten per opdracht aan gewerkt hebben. Dat betekende voor het Loket MKB meer bege-

leidingsuren per opdracht. Dit alles heeft uiteindelijk geleid tot een afname van het aantal behandelde

opdrachten in 2010.

Efficiency

Veel aandacht is uitgegaan naar het in kaart brengen van de interne processen met als doel om het interne

proces en de tijd die gaat zitten in samenwerking met andere partijen (zoals Loket Ondernemer en Recht,

UniPartners en Integrand) zo efficiënt mogelijk te kunnen besteden.

Samenwerking Loket MKB

Nieuwe initiatieven

Ook in 2010 heeft het Loket MKB, naast de reguliere bemiddeling, nieuwe initiatieven in samenwerking

met partijen op en buiten de campus opgestart. De T-Challenges (een groep studenten werkt een week lang

aan een opdracht van een bedrijf en komt met een bruikbaar advies) hebben in 2010 een vervolg gekregen.

Naast de succesvolle T-Challenges over de T-Dome en de herbestemming van het Mollergebouw in 2010,

is het Loket MKB ook betrokken geweest bij de opstart van het project BIGPIG2 (met Brabant Center of En-

trepreneurship, Kamer van Koophandel Brabant, De Ideale Connectie, Brabants Zeeuwse Werkgevers, Syn-

tens, The Progress Factor & Seedlinqs). Tevens is het Loket MKB actief betrokken geweest bij de Challenge

in het International Entrepreneurship Program van de Tilburg University Summer School. Beide projecten

sluiten aan bij de uitgangspunten van een T-Challenge.

Kennis

In samenwerking met onder andere de gemeente Tilburg is het Loket MKB participant in het project ‘Sup-

port bij (micro) financiering’. Het Loket MKB brengt hierbij de kenniscomponent namens de universiteit in.

In samenwerking met Asset | Marketing heeft het Loket MKB regelmatig resultaten van enquêtes onder de

leden van het Tilburgs Dienstverlenings initiatief (TDi) gepresenteerd tijdens de zogenaamde TDi lunch-

bijeenkomsten.

2 Zie www.bigpig.nl voor meer informatie over dit project.

Page 46: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

8988

Convenanten

Intern is de samenwerking geïntensiveerd met KCS en Integrand. Door het sluiten van een convenant met

KCS verlopen de administratieve processen aan beide zijden beter. Met Integrand is een convenant geslo-

ten waarin staat dat zij zorgt voor de voorselectie van potentiële studentonderzoekers.

Loket Ondernemer en Recht

Het Loket Ondernemer en Recht richt zich op het inhoudelijk adviseren over en het signaleren van juridi-

sche problemen voor ondernemers. Het loket fungeert daarnaast als een wegwijzer in de juridische wereld.

Studenten van de juridische faculteit van Tilburg University en studenten van de Juridische Hogeschool van

Avans-Fontys zijn in dienst van het loket en werken samen aan het beantwoorden van de binnengekomen

vragen en opdrachten.

Kennisdeling

Ook in het tweede jaar van zijn bestaan heeft Loket Ondernemer en Recht een bijdrage mogen leveren aan

kennisdeling en het geven van invulling aan ons motto ‘Understanding Society’. In 2010 zijn 94 kennisvra-

gen binnengekomen. Daarmee is het aantal binnengekomen kennisvragen ten opzichte van 2009 bijna

verdubbeld.

Aandacht

Dat de dienstverlening door Loket Ondernemer en Recht op aandacht binnen de regio kan rekenen, blijkt

wel uit het feit dat het Loket dit jaar was voorgedragen en opgenomen in de shortlist voor de Prix TDi, een

prijs voor het beste initiatief op het gebied van dienstverlening in Tilburg en omstreken. Bijzondere aan-

dacht verdient de uitbouw van spreekuren op locatie bij de Kamer van Koophandel. Hiermee heeft Loket

Ondernemer en Recht letterlijk zijn vleugels uitgeslagen.

Samenwerking Loket Ondernemer en Recht

De banden met externe partners (Juridische Hogeschool, Tilburg Law School, gemeente en provincie, de

Kamer van Koophandel, Van Iersel Luchtman advocaten, BDO en Holla advocaten) zijn in 2010 aangehaald.

Dit heeft onder andere geresulteerd in kennisbijeenkomsten, niet alleen voor medewerkers van Loket On-

dernemer en Recht maar ook voor andere studenten van de Juridische Hogeschool en Tilburg Law School.

Starterslift en het Ondernemerscentrum

Starterslift bij Tilburg University ondersteunt studenten, medewerkers en alumni van de universiteit die een

kansrijk idee hebben bij het opzetten van een eigen bedrijf. Starterslift3 loopt een stukje mee op de weg die

de startende ondernemer aflegt.

Aantallen

Starterslift heeft in het afgelopen jaar 60 starters ondersteuning geboden in de vorm van financiering,

huisvesting, coaching, training, netwerk, advies en faciliteiten. Eind 2010 waren er drie bedrijven in het On-

dernemerscentrum van de universiteit gevestigd, te weten: Boxplosive, Presensatie en Media Boys. Negen

bedrijven hebben in 2010 regelmatig gebruik gemaakt van de flexplekken. 3 Waar in dit jaarverslag gesproken wordt over Starterslift wordt vanaf nu altijd het aan het CKT verbonden deel van Starterslift bedoeld.

Werkwijze

In 2010 is de werkwijze ten aanzien van startende ondernemers gewijzigd. Bij aanvang van de ondersteu-

ning wordt door de projectmanager van Starterslift en de ondernemer het begeleidingstraject bepaald. Dit

traject heeft onder andere betrekking op de onderdelen product, markt en de ondernemer. De rol van de

projectmanager is daarbij proactief, waardoor de relatie tussen de projectmanager en de deelnemer sterker

is dan daarvoor.

Samenwerking Starterslift en Ondernemerscentrum

Brabant Center of Entrepreneurship

Starterslift heeft in 2010 de samenwerking met het Brabant Center of Entrepreneurship (BCE) verder uitge-

bouwd, met als doel de processen beter op elkaar af te stemmen en kennis met elkaar te delen. BCE richt

zich voornamelijk op onderwijs en onderzoek rondom ondernemerschap, Starterslift richt zich juist op de

ondersteuning van startende ondernemers. In het onderwijsprogramma van BCE zijn afgelopen jaar veertig

studenten ingestroomd (twintig in de bachelor, twintig in de master). Een aantal van deze studenten zal

vanaf januari 2011 kantoor gaan houden in het Ondernemerscentrum.

Academic Business Club

In 2010 is ook de samenwerking met de Academic Business Club (ABC) geïntensiveerd. Via de ABC (de

netwerkclub van studentondernemers met zo’n 270 leden) kunnen ondernemende studenten in contact

komen met andere ondernemers en veel van hun visie, ideeën en ervaringen leren. De medewerkers van

Starterslift woonden het afgelopen jaar weer regelmatig de maandmeetings van de ABC bij. In het voorjaar

heeft de ABC samen met ondermeer Starterslift een succesvol en goed bezocht symposium neergezet

onder de titel ‘The art of entrepreneurship’. Meer dan 300 belangstellenden waren aanwezig in Theater

Midi. Onder hen studentondernemers, starters en geïnteresseerde studenten van de universiteit, Avans

Hogeschool en Fontys Hogescholen.

Valorisatieplan

Bij het vormgeven van het ‘Valorisatieplan West- en Midden-Brabant’ heeft Starterslift een belangrijke rol

gespeeld bij het samenbrengen van het BCE, Avans Hogeschool en de NHTV. De drie kennisinstellingen

gaan naast een samenwerking in Starterslift ook samenwerken in het ondernemerschapsonderwijs en -on-

derzoek.

Page 47: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

9190

Kengetallen Center for Knowledge Transfer2006 2007 2008 2009 2010

Bemiddeling onderzoeksvragen en starters* 594 887 998 1074 509

Langerlopende onderzoeken 7 7 7 8 6

Uitingen in de media 61 46 63 35 44

Verschenen periodieken 3 3 5 4 2

Totale oplage periodieken 1850 2119 3835 2800 1650

Congressen, studiedagen e.d. 8 28 18 11 8

Totaal aantal bezoekers congressen, studiedagen e.d. 1160 3090 2115 880 825

Onderzoekspresentaties** 5

Aantal verspreide publicaties 993 1060 3470 850 882

Omvang bureau CKT (in fte) 5,9 6,8 7,1 9,0 9,2

* Voorgaande jaren is het totaal aantal ondersteunde starters door Starterslift meegenomen in dit getal.

Vanaf 2010 is ervoor gekozen alleen het aantal starters dat bij Tilburg University is ondersteund op te

nemen. Daardoor komt dit getal beduidend lager uit dan voorgaande jaren. Als we dezelfde rekensom

voor 2009 maken, dan komen we voor dat jaar uit op 444 onderzoeksvragen, opdrachten en starters.

** Voorgaande jaren is dit cijfer niet opgenomen bij de kengetallen.

Kengetallen Wetenschapswinkel2006 2007 2008 2009 2010

Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 92 100 96 77 84

Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 25 30 28 20 16

Aantal promoties 2 2 0 1 3

Lopende promotieonderzoeken per 31/12 7 7 7 9 6

Kengetallen Loket MKB2006 2007 2008 2009 2010

Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 186 239 197 143 127

Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 55 81 72 92 48

Kengetallen Loket Ondernemer & Recht2008 2009 2010

Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 7 57 109

Beantwoorde en afgeronde onderzoeken - 29 39

Kengetallen Tilburg Matchpoint2006 2007 2008 2009 2010

Door bedrijven geplaatste (bij)banen, stages en

afstudeeronderzoeken

137 230 265 115 129

Door studenten geplaatste cv's 130 175 168 237 47

Aantal door studenten bekeken vacatures 3799 5535 6312 4571 4.556

Aantal door organisaties bekeken cv’s van studenten 1088 1259 1612 958 508

Kengetallen Ondernemerschap

Starterlift2006 2007 2008 2009 2010

Ondersteund binnen de universiteit 18 24 44 52 60

Ondernemerscentrum2006 2007 2008 2009 2010

Aantal studentbedrijven per 31 december 3 10 11 7 3*

Aantal bedrijven op de flexplekken - - - 5 9

Aantal pre-startende bedrijven per 31 december 2 7 2 3 1

Aantal studentondernemers per 31 december 5 21 19 23 4

* Eind 2010 zijn er vrijwel tegelijkertijd drie bedrijven uit het Ondernemerscentrum vertrokken, vandaar

deze (tijdelijke) daling.

Page 48: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

9392

8.1 International OfficeInternationalisering blijft een dominant thema in de strategie van Tilburg University. Ook in 2010 speelde

het International Office een belangrijke rol bij de voortzetting en intensivering van het internationaliserings-

beleid.

Het International Office adviseert het College van Bestuur, faculteiten en diensten over de implementatie

van de internationale strategie. Ook is het International Office verantwoordelijk voor de uitvoering van

diensten c.q. projecten rondom internationalisering. Voorbeelden van diensten aan internationale studen-

ten zijn de ondersteuning bij de aanvraag van visa en verblijfsvergunningen, huisvesting en de ‘Welcome

week’. Deze activiteiten krijgen vorm in nauwe samenwerking met de faculteiten.

Samenwerking met institutionele preferred partners

Sinds 2003 wordt op instellingsniveau geïnvesteerd in het opzetten van internationale samenwerkingsver-

banden. Na een eerste focus op China, Turkije, Zuid-Afrika en Indonesië, richt de blik zich sinds 2008 op

instellingen in Latijns Amerika en Centraal Europa.

In 2010 heeft er onder leiding van de rector magnificus een missie plaatsgevonden naar Argentinië en

Colombia. In totaal is met vijf universiteiten gesproken over mogelijkheden tot samenwerking. In beide

landen heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Nederlandse ambassade. In Colombia is bovendien

een overeenkomst getekend met Colfuturo, een organisatie die beurzen verstrekt aan Colombiaanse stu-

denten voor een studie in het buitenland. Hierdoor zullen er meer Colombiaanse studenten naar Tilburg

University komen, zo is de verwachting. Het institutioneel partnerbeleid is in 2010 geëvalueerd. In de loop

van de tijd zijn er overeenkomsten gesloten met 28 partners. Voor 23 van de 28 institutionele partners geldt

dat er sprake is van een bestaande samenwerking of ambitie tot samenwerking vanuit meerdere Tilburgse

faculteiten. De samenwerking richt zich voornamelijk op de uitwisseling van studenten en instroom in de

masteropleidingen. Faculteiten zijn echter voornemens om de samenwerking te verbreden naar gezamen-

lijke programma’s op Phd-niveau. Geconcludeerd is dat het aangaan van internationale samenwerkings-

verbanden op instellingsniveau als stimulans en ondersteuning werkt van samenwerkingsactiviteiten op

facultair niveau.

Gezamenlijke internationale programma’s

Gezamenlijke internationale programma’s (joint programmes) verrijken het bestaande opleidingsaanbod.

Studenten volgen een curriculum dat door meerdere universiteiten in verschillende landen wordt verzorgd.

Zij zijn hierbij verplicht om te reizen, waardoor het programma bijdraagt aan de inkomende en uitgaande

mobiliteit van zowel studenten als staf. Internationale programma’s dragen zodoende bij aan een interna-

tionale studieomgeving die ten goede komt aan de gehele studentenpopulatie van Tilburg University. Het

gezamenlijk aanbieden van programma’s met gerenommeerde buitenlandse instellingen heeft een grote

aantrekkingskracht op talentvolle studenten uit de hele wereld. Om deze reden biedt Tilburg University

diverse internationale joint programmes aan; in de meeste gevallen als Erasmus Mundus programma.

Dit prestigieuze Europese programma selecteert excellente programma’s die worden uitgevoerd door een

internationaal consortium van universiteiten. De geselecteerde programma’s krijgen een budget waarmee

studiebeurzen kunnen worden toegekend aan Europese en niet-Europese studenten.

In 2010 participeerde Tilburg University in drie Erasmus Mundus Master programma’s. In 2010 zijn de

eerste studenten gestart in het Erasmus Mundus Master programma in Services Science (IMSE). Via een

innovatieve e-campagne is de nieuwe opleiding in het voorjaar van 2010 wereldwijd gelanceerd. Een eerste

cohort is in september 2010 gestart na een gezamenlijke kick-off bijeenkomst van de instellingen die parti-

ciperen in IMSE: de University of Crete, University of Stuttgart en Tilburg University. Tegelijk met het eerste

semester van IMSE in Stuttgart, zijn ook de voorbereidingen gestart voor de eerste IMSE-Summerschool

waar de niet-Europese partners als Tsinghua University (China), UC Berkeley (VS) en de University of New

South Wales (Sydney, Australië) een belangrijke rol spelen.

Het tweede Erasmus Mundus programma, International Master in Management of IT, wordt sinds 2007

uitgevoerd met het IAE Aix Graduate School of Management, Université Paul Cezanne Aix-Marseille III

(France) en Turku University (Finland). Het programma is gericht op het management van information

technology. De studenten die zijn afgestudeerd hebben het programma bijzonder positief geëvalueerd.

Vooral de mogelijkheid om binnen het kader van één opleiding vakken te volgen aan drie locaties in drie

landen, wordt als belangrijke meerwaarde genoemd.

Ook de rechtenfaculteit participeert in een Erasmus Mundus programma: European Master in Transnati-

onal Trade Law & Finance. De partnerinstellingen zijn universiteiten in Bilbao, Frankfurt en Straatsburg.

Bijzonder aan dit programma is dat studenten na twee semesters kernvakken in Bilbao en Tilburg te heb-

ben gevolgd, voor het tweede jaar de keuze hebben voor een specialisatie die gevolgd wordt in Straatsburg

of Frankfurt.

Een Erasmus Mundus aanvraag in 2010 voor een International Master in European Urban Culture is helaas

afgewezen. Ondanks dat het programma niet in aanmerking komt voor de Erasmus Mundus status, zal het

wel blijven worden aangeboden. Het betreft een joint programma dat wordt aangeboden door de Tilburg

School of Social and Behavioural Sciences met universiteiten in Brussel, Manchester en Tallinn.

In 2010 zijn de eerste studenten gestart met een gezamenlijk internationaal programma op het terrein

van ‘Leadership, Organisational Psychology and Organisational Studies’. Deze opleiding wordt uitgevoerd

door de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences in samenwerking met BI Norwegian School of

Management in Oslo, Noorwegen. Na het succesvol afronden van deze tweejarige opleiding ontvangen de

studenten een diploma van beide instellingen.

De Tilburg Law School participeert al enkele jaren met de Katholieke Universiteit Leuven in het eenjarige

advanced masterprogramma European Tax College. Daarnaast is er binnen de Research Master een inten-

sieve samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven.

Ook op bachelor niveau biedt Tilburg University een gezamenlijk internationaal programma. Tilburgse

bachelor studenten van Tilburg School of Economics and Management konden zich aanmelden voor een

joint programma op het gebied van Information Management. Na een eerste jaar in Tilburg, brengt het

programma studenten naar Boston (Verenigde Staten), waarzij gedurende anderhalf jaar studeren aan

de prestigieuze Bentley University en volgen zij gedurende een semester vakken bij de University of De-

usto (Bilbao, Spanje). Studenten ontvangen voor hun verblijf in het buitenland een scholarship vanuit het

8 Internationalisering

Page 49: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

9594

Europese Atlantis programma dat zich richt op het bevorderen van trans-Atlantische samenwerking. Na het

succesvol doorlopen van dit internationale curriculum ontvangen de studenten zowel een bachelordiploma

van Bentley University als van Tilburg University,

8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit Een studieperiode in het buitenland heeft niet alleen een aanzienlijke impact op iemands internationale

competenties, zoals kennis van andere landen, het vermogen om te kunnen samenwerken met mensen

van andere culturen, maar het vergroot ook algemene competenties, zoals probleemoplossend vermogen,

analytisch denkvermogen, initiatief en aanpassingsvermogen. Bovendien vragen complexe maatschappe-

lijke vraagstukken zoals de economische crisis, de multiculturele samenleving en privacybescherming om

analyses en oplossingen waarbij men verder kijkt dan de eigen landsgrenzen.

Tilburg University heeft in 2009 de ambitie uitgesproken dat in 2013 30 procent van de afgestudeerde stu-

denten een deel van de studie in het buitenland heeft gedaan. Het aantal studenten dat een deel van de

opleiding in het buitenland bij een partnerinstelling volgt blijft nog achter bij de verwachtingen. Om deze

ambitie te kunnen realiseren is in 2010 gestart met het intensiveren en verbeteren van de voorlichtings-

campagnes over een verblijf in het buitenland. Veel studenten zien af van een periode in het buitenland

vanwege het risico op studievertraging. Dit ontstaat wanneer buitenlandse vakken niet mee tellen voor het

Tilburgse curriculum. Hieraan wordt door faculteiten gewerkt, bijvoorbeeld door het concentreren van vrije

keuzevakken in een semester. Bij Tilburg Law School heeft men afspraken gemaakt met een groot aantal

partners over standaardvrijstellingen op basis van in het buitenland behaalde vakken.

Sommige studenten hebben de ambitie om na een bachelor in Tilburg, een volledige Master in het buiten-

land te volgen. Excellente uitgaande studenten zijn - net als buitenlandse studenten die terugkeren naar

de Alma Mater - goede ambassadeurs voor onze universiteit. Daarom stimuleert Tilburg University deze

uitgaande mobiliteit via o.a. de Excellence Scholarship. Dit is een beurs van Tilburg University waarmee

excellente studenten een masteropleiding in het buitenland kunnen gaan volgen of een Research Master in

Tilburg. Het International Office ondersteunt ook studenten in het verwerven van beurzen uit het Huygens

Scholarship Programme of het VSB-fonds. Veel studenten uit Tilburg toonden belangstelling voor deze

beurzen. De voordracht van kandidaten heeft plaatsgevonden na een interview, op basis van een uitge-

breide motivatie. Uiteindelijk hebben 2 kandidaten een VSB-beurs ontvangen. Vier kandidaten zijn met een

Huygens Scholarship gaan studeren aan een buitenlandse instelling.

Uitgaande mobiliteit 2007/2008 2008/2009 2009/2010

Europa (EER) 166 124 137

Overig Europa 0 1 1

Noord Amerika / Canada 38 40 34

Midden/Zuid-Amerika 25 15 11

Afrika 8 8 17

Australië / Nieuw-Zeeland 19 18 18

Azië 28 20 20

Totaal 284 226 238

Tilburg University ontvangt jaarlijks nog steeds een toenemend aantal inkomende exchange-studenten.

Deze groep draagt bij aan de internationalisering van de campus. Het ontvangen van uitwisselingsstuden-

ten studenten kan ook leiden tot instroom in de masteropleidingen van Tilburg University.

De instroom van studenten vindt plaats via universiteitsbrede of facultaire overeenkomsten. Het Internati-

onal Office verzorgt inkomende en uitgaande exchange voor de universiteitsbrede partners. Een bijzonder

programma voor instroom van zowel exchange als degree-seeking studenten betreft het Erasmus Mundus

Action 2 programma, waaraan Tilburg University sinds 2010 deelneemt. Dit programma omvat partner-

schappen tussen 5 Europese instellingen en 13 Aziatische instellingen. Vanuit de Europese Unie zijn mid-

delen beschikbaar om de inkomende mobiliteit van Aziatische studenten (bachelor, master, doctoraat en

postdoctoraat) en personeel (academisch en administratief) mogelijk te maken. Naast een extra instroom

van internationale studenten met een studiebeurs, gelooft Tilburg University in dit programma als een ma-

nier om meer studenten met verschillende nationaliteiten naar Tilburg te krijgen.

Inkomende mobiliteit 2007/2008 2008/2009 2009/2010

Europa (EER) 235 211 260

Overig Europa 4 5 1

Noord Amerika / Canada 36 46 47

Midden/Zuid-Amerika 25 23 19

Afrika 0 0 3

Australie / Nieuw-Zeeland 6 12 17

Azie 32 36 33

Totaal 338 333 391

Internatonale studiebeurzen

In 2010/2011 zijn opnieuw vijftig beurzen uitgereikt uit het Tilburg University Scholarship Programme

(TUSP), bestaande uit een korting op het collegegeld tot instellingstarief en een bijdrage ten behoeve van

het levensonderhoud van k€ 5 per jaar. De beurzen zijn toegekend aan excellente internationale studenten

die instroomden in één van de master-programma’s van Tilburg University. Daarnaast hebben de facultei-

ten meerdere facultaire beurzen verstrekt aan getalenteerde studenten. Steeds meer inkomende studen-

ten ontvangen een beurs van externe beursverstrekkers zoals Huygens Scholarship programme, Colfuturo

(Zuid-Amerika) en bijvoorbeeld Stuned (Indonesië).

Page 50: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

9796

International Student Barometer

Sinds 2007 wordt onder de internationale studentenpopulatie twee keer per jaar een uitgebreid tevreden-

heidsonderzoek afgenomen. Dit instrument zorgt enerzijds voor meting van de kwaliteit van de universiteit

op onderwijs, leeromgeving en voorzieningen. Op basis van de uitkomst worden door faculteiten en dien-

sten maatregelen ter verbetering ondernomen. In 2010 scoorde Tilburg onveranderd goed op de dienst-

verlening rond visa- en verblijfsvergunningen. Een positieve ontwikkeling is zichtbaar in de score op het

academische deel van de leerervaring. Accommodatie en de integratie met Nederlandse studenten blijven

punten van aandacht. Voor wat betreft de huisvesting van internationale studenten zijn in 2010 gesprekken

gestart met woningbouwcorporaties om ook voor deze groep studenten accommodatie te kunnen bieden

die zich kenmerkt door een hoge kwaliteit tegen een schappelijke prijs. Om de integratie te bevorderen is

besloten vanaf 2011 de Welcome Week en de introductie week te combineren. Hierdoor komen beide groe-

pen studenten direct vanaf de start van hun studie met elkaar in contact.

Tilburg University Summer School gestart met 50 procent meer studenten

Meer dan 150 studenten uit alle delen van de wereld volgen van 16 juli tot 13 augustus de Tilburg University

Summer School (TUSS). De tweede editie van de Summer School kende een forse toename van het aantal

studenten. De Tilburg University Summer School is gericht op internationale studenten uit binnen- en

buitenland.

Naast de gebruikelijke talencursussen en statistiek zijn er in 2010 twee nieuwe zomercursussen toege-

voegd: Filosofie en Internationaal ondernemerschap. Speciaal voor de zomercursus Filosofie is de Ame-

rikaanse hoogleraar Simon Critchley overgekomen uit New York. Hij is sinds 2009 in deeltijd verbonden

aan Tilburg University. De nieuwe cursus Internationaal ondernemerschap is een initiatief van het Brabant

Center of Entrepreneurship (BCE), een samenwerkingsverband tussen Tilburg University en de Technische

Universiteit Eindhoven. Naast de zomercursussen is ook dit jaar weer voorzien in een sociaal programma

zodat de studenten elkaar, de universiteit en Tilburg en omstreken beter leren kennen. Op zaterdag 17 juli

werd de studenten een Tilburg City Quiz aangeboden door de gemeente Tilburg en wethouder van onder-

wijs Marieke Moorman verwelkomde hen in het Huis van de Wereld.

8.3 Internationale studentenwervingIn januari 2010 is in de Universiteitsraad de besluitvorming afgerond over ontwikkeling, organisatie en be-

kostiging van internationale marketing. Besloten is te focussen op een beperkt aantal doellanden, een uni-

versiteitsbrede marketingstrategie te ontwikkelen met versterking van de online marketing en afbouw van

offline activiteiten, met coördinatie door de afdeling Communications & Marketing. Faculteiten zijn verant-

woordelijk voor recruitment in de doellanden. Zij leveren recruiters voor deelname aan onderwijsbeurzen,

schoolbezoeken en overige activiteiten in de doellanden. International Office zorgt samen met faculteiten

voor de relatie met preferred partnerlanden en -instellingen. In 2010 zijn de volgende zaken gerealiseerd:

• De internationale marketing wordt gefocust op doellanden.

• Het onderdeel ‘Internationale Marketing’ is per 1 maart 2010 overgeheveld van het International Office

naar de afdeling Communications & Marketing.

• Een nieuwe, voorlopige internationale Tilburg University website met een nieuw look-and-feel en gestruc-

tureerd naar zoekgedrag van studiekiezers is op 15 november 2010 gelanceerd.

• Om webmarketing te kunnen ontwikkelen en uitbreiden is bij de afdeling Communications & Marketing

een online marketeer aangesteld.

In 2011 zal de universiteitsbrede samenwerking op het gebied van internationale marketing worden voort-

gezet en versterkt om de focus op de geselecteerde doellanden en de beweging van een offline naar online

strategie verder uit te bouwen. De mobiele website voor internationale studiezoekers wordt dit jaar gelan-

ceerd, evenals de definitieve internationale Tilburg University website. Afgesproken is eind 2011 tussentijds

te evalueren en begin 2013 definitief te evalueren.

In het kader van internationale marketing werd onderstaand persbericht gepubliceerd:

“Tilburg University werft studenten met ‘s werelds grootste e-card”

Publicatiedatum: 9 maart 2010

Tilburg University start een virale wervingscampagne voor een internationale masteropleiding via social media als

Facebook en Twitter. In de campagne wordt getracht de grootste e-card ter wereld te maken. Met de e-card werft

Tilburg University potentiële masterstudenten Service Engineering in de hele wereld.

De tweejarige International Master in Service Engineering (IMSE) van Tilburg University start in september

2010. De opleiding wordt verzorgd door de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van Tilburg University

in samenwerking met de Universiteit van Stuttgart (Duitsland) en de Universiteit van Kreta (Griekenland). De

master leidt een nieuwe generatie ‘service engineers’ op: professionals die kunnen werken op het snijvlak van soft-

warediensten en nieuwe wereldwijde bedrijfsprocessen. De opleiding maakt deel uit van het prestigieuze Erasmus

Mundus beurzenprogramma van de Europese Commissie voor toptalenten binnen en buiten de Europese Unie.

Hello World

Om de juiste doelgroep voor de master te bereiken is de virale campagne Hello World ontworpen. Het leuke van

deze interactieve campagne is dat gestreefd wordt naar de grootste e-card ter wereld, bestaande uit de profiel-

foto’s uit Facebook van alle deelnemers. Hoe meer deelnemers, des te groter de e-card. De profielfoto’s worden

bovendien automatisch groter naarmate de e-card vaker wordt doorgestuurd. De campagne is te zien op www.

erasmusmundus-imse.eu/helloworld.

Page 51: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

9998

8.4 RISEHet door Tilburg University geïnitieerde Europese netwerk RISE (Raising the Impact of the Social Sciences

and Economics) heeft in 2010 het voorzitterschap van het netwerk overgedragen aan de London School of

Economics. In 2010 heeft er een verdere aanscherping van de doelstellingen van RISE plaatsgevonden en

is er een werkplan voor 2010 en 2011 vastgesteld. Daarin ligt de nadruk vooral op uitbreiden van de strate-

gische allianties met de relevante partijen (zoals de European Science Foundation/Eurohorcs, de nationale

agentschappen en funding agencies) en op het opzetten van een serie publicaties om het maatschappelijke

debat in Europa vanuit de socio-economische wetenschappen te beïnvloeden.

In 2010 heeft RISE middels een lezing (Evaluating the eff ectiveness of development policies) een bijdrage

mogen leveren aan de conferentie Science Against Poverty, georganiseerd in het kader van het Spaanse

voorzitterschap van de EU, door het ministerie van Wetenschap en Innovatie. Aansluitend aan de deelname

aan de conferentie publiceerde RISE op haar website diverse artikelen over armoede in relatie tot andere

thema’s, zoals Poverty and Economics, Poverty and Social Cohesion, Poverty and Education, Poverty and

Post-Communism.

9.1 Algemeen

Stand van zaken per 31 december 2010: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar ge-

slacht.

2008 2009 2010

man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal

Personen 1086 1004 2090 1141 1093 2234 1167 1158 2325

Fte’s 856,2 722,9 1579,1 897,0 794,7 1691,7 947,8 856,1 1803,9

De gemiddelde omvang van een dienstverband van een universiteitsmedewerker is 0,78. Dat betekent dat

de gemiddelde medewerker ongeveer 29,5 uur per week werkt. Vrouwen werken gemiddeld 28,1 uur. Man-

nen werken gemiddeld iets meer (30,9 uur).

Ontwikkeling personeelsformatie in fte

600,0

500,0

400,0

300,0

200,0

100,0

0,0

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Diensten

TISEM

TLS

TiSSBeS

FCC

FWW

TST

IBG

TSH

De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang gegroeid (+6,6 procent). Tilburg School of Theology (+26

procent) en Tilburg School of Humanities (+14,3 procent) groeiden het hardst, terwijl de aantallen bij Til-

burg Law School daalden met 8,6 procent.

9 Personeel

Page 52: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

101100

Aantal medewerkers per faculteit en de diensten

700

600

500

400

300

200

100

0

TISEM TLS

TiSSBeSTSH

TST

Dienste

n

vrouwman

Tilburg School of Economics and Management is de faculteit die de meeste medewerkers in dienst heeft.

Bij Tilburg School of Economics and Management werken 38 procent vrouwen. Tilburg School of Social

and Behavioral Sciences is de faculteit waar naar verhouding de meeste vrouwen werkzaam zijn, namelijk

62 procent. Binnen Tilburg University is de verdeling man/vrouw gelijk namelijk 50 procent mannen en 50

procent vrouwen.

Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten

In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling weergegeven van de personeelsaantallen in fte en de perso-

nele lasten.

2007 2008 2009 2010

Personeelsbestand totaal (in fte’s) 1437 1579 1692 1804

Wetenschappelijk personeel 842 (59%) 931 (59%) 992 (59%) 1016(56%)

Ondersteunend beheerspersoneel 595 (41%) 648 (41%) 700 (41%) 788 (44%)

Totaal personele lasten (in m€) 103 115 128 134

9.2 Onderverdeling naar functies en geslachtDe volgende tabellen geven een beeld van de aantallen WP en OBP medewerkers in fte per faculteit en

dienst onderverdeeld naar mannen en vrouwen. Tevens wordt in de volgende tabellen het wetenschappelijk

personeel nader uitgesplitst naar functiecategorieën.

WP, OBP en totaal in fte naar geslacht

WP OBP Totaal % WP M V totaal M V totaal M V totaal

TISEM 251,1 88,7 339,8 45,9 95,6 141,5 297,0 184,3 481,3 71%

TLS 114,5 100,2 214,7 11,6 48,2 59,8 126,1 148,4 274,5 78%

TiSSBeS 115,6 158,1 273,7 22,4 49,1 71,5 138,0 207,2 345,2 81%

TSH 92,6 50,2 142,8 15,9 34,6 50,5 108,5 84,8 193,2 74%

TST 29,3 6,6 35,8 6,9 7,8 14,7 36,1 14,4 50,5 71%

Diensten 4,2 5,2 9,4 238,0 211,8 449,8 242,2 217,0 459,2 2%

TOTAAL 607,2 408,9 1016,1 340,6 447,1 787,7 947,8 856,1 1803,9 56%

In de laatste kolom is het percentage wetenschappelijk personeel opgenomen ten opzichte van het totaal

aantal medewerkers (in fte). Van de faculteiten heeft TiSSBeS het hoogste percentage wetenschappers (81

procent).

Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht

In de onderstaande grafi ek wordt weergegeven hoe de ontwikkeling is van de functies hoogleraar, UHD en

UD weergegeven in fte. Ook is gekeken naar de onderverdeling man/vrouw. Opvallend is vooral de stijging

van het aantal (mannelijke) hoogleraren in de afgelopen periode, van 110 fte in 2004 (het laagste punt) naar

167 fte in 2010. De organisatieopbouw bij mannen is een omgekeerde piramide, waarbij echter wel sprake

is van een sterkere toename van het aantal UD’s. Bij de vrouwen is dit juist omgekeerd: weinig hoogleraren,

iets meer UHD’s en nog meer UD’s. Bij de vrouwen is sprake van een licht stijgend aantal, waarbij ook het

aantal UD’s sterker toeneemt.

180,0

160,0

140,0

120,0

100,0

80,0

60,0

40,0

20,0

0,02004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Hoogleraar m

Hoogleraar v

UHD m

UHD v

UD m

Page 53: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

103102

Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht

In de volgende grafi ek worden de ontwikkelingen in de functies promovendus en overig wp geschetst. Ove-

rig wetenschappelijk personeel zijn onder andere de docenten en onderzoekers. Te zien is dat het aantal

mannelijke promovendi in het afgelopen jaar behoorlijk is gestegen, terwijl het aantal vrouwelijke promo-

vendi licht is gedaald. In tabel 3.3 is te zien dat niet alle faculteiten te maken hebben met een verhoogde

instroom van promovendi.

180,0

160,0

140,0

120,0

100,0

80,0

60,0

40,0

20,0

0,02004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Promovendus mPromovendus vOverig wp mOverig wp v

9.3 Tijdelijk personeel

De ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit, in verhouding tot het totale personeels-

bestand (onderverdeeld naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen. Vooral de

faculteiten hebben met hun promovendi en student-assistenten veel tijdelijk personeel in dienst.

Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2010)

2008 2009 2010

man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal

TISEM 48,1 50,6 49,0 50,7 55,4 52,5 52,5 54,4 53,2

TLS 46,6 61,1 54,4 48,3 57,5 53,3 48,8 54,6 52,0

TiSSBeS 44,7 73,4 60,4 46,1 74,2 62,5 46,9 73,0 62,6

TSH 35,4 41,3 37,9 37,4 43,3 39,8 42,1 52,6 46,7

TST 7,8 48,0 15,4 14,6 54,1 23,1 12,9 45,6 22,2

Diensten 16,8 17,7 17,2 17,6 17,2 17,4 19,1 23,4 21,1

TOTAAL 36,6 48,3 41,9 38,8 49,9 44,0 39,9 50,8 45,1

Het totaal aantal medewerkers in tijdelijke dienst is ten opzichte van de vorige jaren iets toegenomen.

Door een grotere omvang van door tweede en derde geldstroom gefi nancierd onderzoek is de behoefte aan

tijdelijke onderzoekers groter. Binnen het OBP krijgen nieuwe personeelsleden het eerste jaar een tijdelijk

dienstverband aangeboden. Bij goed functioneren wordt dit dienstverband omgezet in een dienstverband

voor onbepaalde tijd. Daarnaast wordt er binnen de diensten een aantal projecten uitgevoerd, die met

name worden uitgevoerd door personeelsleden met een tijdelijk dienstverband.

Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst (m.u.v. promovendi en student-assistenten) in fte (per 31 december)

Als promovendi en student-assistenten buiten beschouwing worden gelaten, twee groepen die per defi -

nitie een tijdelijk contract hebben, dan had op 31 december 2010 20,6 procent van het wetenschappelijk

personeel een tijdelijk contract. De functies van UD (tenure track), docent en onderzoeker zijn de grootste

groepen. Het aantal hoogleraren en UHD’s met een taak voor bepaalde tijd is beperkt.

2008 2009 2010

man vrouw totaal Man vrouw totaal Man vrouw Totaal

TISEM 48,1 24,4 72,5 59,3 29,2 88,5 67,3 29,9 97,2

TLS 33,8 42,3 76,1 38,9 31,3 70,2 37,6 34,0 71,6

TiSSBeS 27,4 38,2 65,2 31,9 50,4 82,3 29,9 49,2 79,0

TSH 7,5 4,5 12,0 11,2 5,2 16,4 12,0 12,1 24,1

TST 1,5 1,0 2,5 3,5 0,6 4,1 3,5 1,4 4,9

Diensten 0,7 0,7 1,4 0,7 0,7 1,4 0,0 0,7 0,7

TOTAAL 118,9 111,1 229,9 145,3 117,4 262,8 150,2 127,2 277,4

Ontwikkeling promovendi in fte (per 31 december)

Het aantal promovendi is ook het afgelopen jaar gestegen. Tilburg School of Economics and Management

is een van de grote stijgers; zij streven er naar de jaarlijkse instroom van promovendi te verdubbelen van 20

naar 40 per jaar. Bij de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences en Tilburg School of Humanities is

een verhoogde instroom te zien.

2008 2009 2010

man vrouw totaal man vrouw totaal Man vrouw totaal

TISEM 62,3 31,4 93,7 70,6 36,8 107,4 64,8 42,1 106,9

TLS 19,4 32,1 51,5 19,9 35,5 55,4 18,8 26,5 45,3

TiSSBeS 24,0 56,7 80,7 22,4 66,1 88,5 24,6 76,2 100,8

TSH 18,9 18,4 37,3 20,5 16,2 36,7 23,8 19,9 43,7

TST 0,8 2,4 3,2 0,8 1,5 2,3 0,8 2,5 3,3

Diensten 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3

TOTAAL 125,4 141,3 266,7 134,2 156,4 290,6 132,8 167,5 300,3

Page 54: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

105104

Ontwikkeling student-assistenten in fte (per 31 december)

Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en

onderzoek.

In deze tabel staan dus niet de werkstudenten weergegeven. Dit zijn studenten die ondersteunende werk-

zaamheden verrichten ten aanzien van het bestuur en beheer van de universiteit ten behoeve van voorlich-

ting bijvoorbeeld, of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werken op een IT helpdesk.

In deze tabel staan alleen de student-assistenten die een arbeidsovereenkomst hebben met de universiteit.

Omdat Tilburg School of Economics and Management de student-assistenten aanstelt via KCS, zijn hier-

van geen cijfers opgenomen in deze tabel. In tabel 9.2 wordt het totaal aantal student-assistenten via KCS

aangegeven. Het totaal aantal student-assistenten is ten opzichte van vorig jaar licht gedaald.

2008 2009 2010

man vrouw totaal Man vrouw totaal Man vrouw totaal

TISEM 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0

TLS 7,4 10,3 17,7 5,3 11,9 17,2 4,3 9,4 13,7

TiSSBeS 3,5 10,4 13,9 5,0 12,0 17,0 4,6 11,1 15,6

TSH 0,9 2,7 3,6 0,7 1,8 2,5 1,0 3,1 4,1

TST 0,2 0,2 0,4 0,3 0,5 0,8 0,4 0,5 0,9

Diensten 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

TOTAAL 12,0 23,6 35,5 11,3 26,4 37,7 10,2 24,0 34,2

9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw In de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw door de jaren heen is te zien dat de verdeling over de leeftijds-

klassen redelijk gelijk blijft.

Ontwikkeling leeftijdopbouw in procenten

100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%0%

2005 2006 2007 2008 2009 2010

60+>

50-59

40-49

30-39

<30

Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten

60+>

50-59

40-49

30-39

<30

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%man manvrouw vrouw

WP OBP

Het aandeel jonge vrouwen in de wetenschap blijft onverminderd hoog. Bijna 80 procent van de vrouwe-

lijke wetenschappers is jonger dan 40 jaar. Bij de ondersteunende functies is te zien dat iets minder dan

45 procent van de mannen ouder is dan vijftig jaar. Bij de twee andere categorieën (WP mannen en OBP

vrouwen) is een wat gelijkmatiger spreiding over de verschillende leeftijdsklassen te zien.

Page 55: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

107106

9.5 Voltijd en deeltijd personeel

voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen

man vrouw

800

700

600

500

400

300

200

100

0

voltijddeeltijd

Ruim 35 procent van de mannelijke medewerkers heeft een deeltijdaanstelling, en werkt dus minder dan

gemiddeld 38 werkuren per week. Bij de vrouwen heeft ongeveer 60 procent van de medewerkers een deel-

tijdaanstelling.

9.6 Salarisschalen

salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december)

WP OBP totaal

man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal

schaal 1 t/m 5 1 0 1 73 56 129 74 59 130

schaal 6 t/m 9 196 299 495 158 361 519 354 660 1014

schaal 10 t/m 12 257 205 462 139 162 301 396 367 763

schaal 13 en 14 99 36 135 15 11 26 114 47 161

schaal 15 en 16 119 19 138 9 2 11 128 21 149

schaal 17 en hoger 99 7 106 2 0 2 101 7 108

TOTAAL 771 566 1337 396 592 988 1167 1158 2325

9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)

2006 2007 2008 2009 2010

Ziekteverzuimpercentage 3,2 2,9 2,5 2,5 2,5

Meldingsfrequentie 0,97 0,98 0,92 0,93 0,87

Gemiddelde verzuimduur (in dagen) 15 14 11 11 13

Het verzuimcijfer voor de gehele universiteit is in het afgelopen jaren gedaald van 3,2 procent naar 2,5

procent. Verzuim heeft constant de aandacht van het management, niet alleen door gerichte verzuimbege-

leidingcursussen voor leidinggevenden, maar ook door regelmatig overleg tussen leidinggevende, perso-

neelsfunctionaris en bedrijfsarts.

9.8 Instroom en uitstroomVoor de berekening van de in- en uitstroomcijfers worden vanaf 2008 gegevens uit de stuurkaart Personeel

gebruikt. De instroomcijfers van dit jaar worden tevens als percentage uitgedrukt ten aanzien van de totale

groep op 31 december 2010.

Instroom in personen naar faculteiten en diensten

2007 2008 2009 2010

TISEM 110 118 (25%) 132 (25%) 120 (22%)

TLS 151 185 (43%) 159 (37%) 141 (36%)

TiSSBeS 148 153 (39%) 171 (38%) 163 (35%)

TSH 60 73 (33%) 69 (30%) 79 (31%)

TST 11 6 (11%) 14 (25%) 9 (13%)

Diensten 115 121 (23%) 131 (23%) 130 (22%)

TOTAAL 593 660 (32%) 676 (30%) 642 (28%)

Uitstroom in personen naar faculteiten en diensten

2006 2007 2008 2010

TISEM 73 61 81 (17%) 102 (18%)

TLS 114 138 149 (34%) 182 (46%)

TiSSBeS 86 109 115 (30%) 142 (30%)

TSH 108 76 57 (26%) 47 (18%)

TST 4 16 7 (13%) 5 ( 7%)

Diensten 109 90 100 (19%) 108 (19%)

TOTAAL 491 483 506 (24%) 586 (25%)

Page 56: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

109108

9.9 KCS en uitzendbureausDoor de universiteit wordt gebruik gemaakt van KCS en van uitzendbureaus voor de inhuur van personeel.

De exacte omvang daarvan in fte’s is moeilijk te bepalen, omdat deze niet in het personele informatiesys-

teem worden bijgehouden. Wel is de omvang in geld uit te drukken, en te relateren aan de totale personele

lasten. In de volgende tabel worden deze cijfers gepresenteerd over de afgelopen vijf jaren.

Inhuur van derden in K€, en als % van de totale personele lastKCS Uitzendbureaus

2006 1.230 (1,2%) 1.080 (1,0%)

2007 2.012 (1,9%) 992 (1,0%)

2008 1.972 (1,7%) 1.513 (1,3%)

2009 2.574(2,0%) 1.642 (1,3%)

2010 3.307(2,5%) 912 (0,7%)

Inhuur via KCS in fte en personen (tussen haakjes) per faculteit en diensten onderverdeeld naar functie-

categorieWP(excl.

PhD’s)

OBP Student

assistenten

PhD’s TOTAAL

TISEM 3,1 (14) 4,1 (29) 17,9 (229) 0 (0) 25,1(272)

TLS 0,8 (5) 1,0( 3) 0,5 (16) 0 (0) 2,3 (24)

TiSSBeS 1,2 (4) 0,4 ( 8) 0,1 (11) 0 (0) 1,7(23)

TSH 2,1 (9) 1,3 (20) 0,4 (10) 0 (0) 3,8(39)

TST 1,9 (3) 0,6( 5) 0 (0) 0 (0) 2,5 ( 8)

Diensten 0,0 (0) 32,5(362) 0 (0) 0 (0) 32,5 (362)

TOTAAL 9,1(35) 39,9(427) 18,9 (266) 0 (0) 67,9 (728)

Van de student-assistenten hebben er 229 een aanstelling bij Tilburg School of Economics and Manage-

ment. De omvang en duur van de aanstelling varieert: van 0,05 fte tot fulltime, en van twee weken tot meer

dan een jaar. Onder het OBP zijn in 2010 122 surveillanten opgenomen die samen 9,9 fte vertegenwoordi-

gen.

10.1 KengetallenKengetallen 1)

Jaren 2007 2008 2009 2010Studenten

eerstejaars (WO/I) 4) 2.771 3.083 3.562 3.425ingeschrevenen initiële opleidingen 11.326 11.900 12.678 13.153ingeschrevenen postdoctorale opleidingen2) 275 270 236 193ingeschrevenen TiasNimbas Business School 2.352 2.112 2.408 2.640

Onderwijsdoctoraal diploma’s 250 145 7 1postdoctoraal diploma’s 58 72 57 72bachelor diploma’s 1.733 1.474 1.373 1.365master diploma’s 1.713 1.704 1.868 2.015

Onderzoekpromoties 4) 83 85 85 111wetenschappelijke publicaties5) 1.881 2.025 1.936 1.939

Exploitatierijksbijdragen (in m€) 92 117 108 106college- en examengelden (in m€) 17 17 19 20overige baten (in m€) 61 68 70 73exploitatie resultaat (in m€) 19,3 21,1 3,8 -6,2

Vermogeneigen vermogen (in m€) 117 138 142 136vreemd vermogen (in m€) 108 114 121 138

Liquiditeitliquide middelen (in m€) 86 111 104 106netto werkkapitaal (in m€) 44 66 64 62current ratio 1,7 1,9 1,8 1,7current ratio alle universiteiten 0,9 0,9 0,9 pmsolvabiliteit 0,5 0,6 0,5 0,5solvabiliteit alle universiteiten 0,6 0,6 0,5 pm

Personeelpersoneelsbestand UvT 3) 1.438 1.579 1.746 1.804personeelsbestand verbonden partijen 151 167 168 164 wetenschappelijk personeel 843 931 993 1.016 ondersteunend beheerspersoneel 746 815 921 952totale personeelslasten (in m€) 119 130 143 151

1) De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen.2) Exclusief TiasNimbas Business School.3) Fte’s op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12).4) Inclusief dubbelprmoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld.5) Inclusief proefschriften, monographs en edited books

10 Jaarrekening 2010

Page 57: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

111110

10.2 Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening

Inleiding

Deze geconsolideerde jaarrekening betreft de financiële verslaglegging 2010 van de Universiteit van Til-

burg. Daarin zijn opgenomen de deelnemingen TiasNimbas Business School en UvT Holding (waaronder

KCS B.V.), en de gelieerde instituten Stichting IVA, Vermogensstichting IVA, Stichting IVO en Universiteits-

fonds Tilburg.

Hierna volgt een korte analyse op hoofdlijnen, waarin zowel exploitatie als financiële kengetallen aan bod

komen.

Financiële exploitatie 2010

Het exploitatieresultaat 2010 is in lijn met de begroting. In het licht van de omvangrijke exploitatieover-

schotten van de afgelopen jaren kan dit resultaat als acceptabel worden gekwalificeerd. Alhoewel het finan-

ciële weerstandsvermogen van de UvT voldoende sterk is om het tekort te kunnen opvangen is inmiddels

een bezuinigingsoperatie en reorganisatie gestart om ook in de toekomst een gezonde financiële positie te

waarborgen.

De geconsolideerde exploitatie ziet er verkort als volgt uit:Geconsolideerde exploitatierekening

2010 Begroting 2010

Baten

Rijksbijdragen OCW 99.972.713 98.792.000

Collegegelden 20.459.802 20.000.000

Baten werk i.o.v. derden 57.633.321 59.738.000

Overige baten 15.008.220 16.329.000

Totaal baten 193.074.056 194.859.000

Lasten

Personele lasten 150.463.213 150.743.000

Afschrijvingen 9.364.355 8.773.000

Huisvestingslasten 8.841.743 12.123.000

Overige lasten 32.088.883 31.301.000

Totaal lasten 200.758.194 202.940.000

Saldo baten en lasten -7.684.138 -8.081.000

Saldo financiële baten en lasten 1.747.859 689.000

Belastingresultaat uit gewone bedrijfsvoering 112.730 -

Aandeel derden 25.664 -

Exploitatieresultaat -6.074.673 -7.392.000

Baten en lasten

De stijging van de rijksbijdrage kan met name worden toegeschreven aan de gestegen studentenaantallen.

De baten in opdracht van derden en de overige baten liggen onder het niveau van de begroting maar zijn

wel gestegen ten opzichte van 2009. De omzet uit contractonderwijs (TiasNimbas) en de detachering van

personeel (UvT-holding) is gestegen. De omzet uit contractonderzoek bij IVA en IVO is gedaald.

De personele lasten en de overige lasten zijn nagenoeg op het niveau van de begroting uitgekomen.

De daling van de huisvestingslasten is met name te verklaren door lagere energie- en onderhoudslasten.

Het saldo financiële baten en lasten is hoger uitgevallen dan begroot. In de paragraaf Treasurybeleid is een

toelichting op de onderscheiden posten opgenomen.

TiasNimbas heeft 2010 met een positief resultaat afgesloten. IVA en IVO werden geconfronteerd met een

verlies. IVA heeft in september besloten tot een reorganisatie.

De financiële ontwikkeling gedurende het boekjaar

Periodiek hebben de beheerseenheden een tussentijdse prognose opgesteld voor de ontwikkeling van hun

exploitatieresultaat. Uit de beoordeling van de verschillenanalyses is gebleken dat de faculteiten en dien-

sten afgelopen jaar bewust hebben gewerkt aan een verdere verbetering van de financial control. De ver-

schillenanalyses tussen begroting, tussentijdse prognoses en realisatie zijn kwalitatief verbeterd en er zijn

concrete verbeterpunten voor 2011 geformuleerd.

Met ingang van 2010 is ook gerapporteerd over de uitputting van investeringsbudgetten huisvesting en

ICT. Deze rapportages hebben bijgedragen aan een strakkere beheersing van de projecten waarvoor inves-

teringsbudgetten uit het huisvestingscompartiment en/of ICT-compartiment zijn toegekend.

Vooruitblik

In de begroting 2011 is mede naar aanleiding van het tekort van ruim m€ 12 en de grote onzekerheid van

het toekomstige middelenkader geconstateerd dat het financiële perspectief ten opzichte van de vorige

meerjarenraming van de rijksbijdrage en collegegelden is verslechterd en dat interventies noodzakelijk zijn

om de financiën op orde te houden en de universiteit in een goede uitgangspositie te manoeuvreren voor

de Hoger Onderwijs plannen van de Commissie Veerman. Daarom wordt een reorganisatie voorbereid die

moet leiden tot substantiële bezuinigingen in de ondersteunende dienstverlening aan het primair proces.

Page 58: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

113112

Ontwikkeling financiële kengetallen

Het exploitatieresultaat als percentage van het eigen vermogen per ultimo voorgaand jaar komt voor 2010

uit op -4,2%. In 2009 bedroeg dit percentage op + 2,7%. Het negatieve resultaat is verwerkt in het eigen

vermogen.

In de volgende tabel zijn enkele financiële kengetallen opgenomen:

Financiële kengetallen 2007 2008 2009 2010

liquide middelen (in m€) 86 111 104 106

netto werkkapitaal (in m€) 44 66 64 62

current ratio 1,7 1,9 1,8 1,7

current ratio alle universiteiten 0,9 0,9 0.9 pm

solvabiliteit 0,5 0,6 0,5 0,5

solvabiliteit alle universiteiten 0,6 0,6 0,5 pm

Treasurybeleid

Grondslag voor het beleid zijn de (meer) jaren begroting en het Taken Middelen Plan van de Universiteit.

Dit, naast historische informatie, vormt de basis voor de liquiditeits- en kasstroomprognoses voor de ko-

mende vier jaar. Daarnaast wordt volledig aangesloten bij de Regeling beleggen en belenen door instellin-

gen voor onderwijs en onderzoek.

Op grond van deze uitgangspunten worden de volgende beleggingen gerealiseerd.

Een beleggingsportefeuille die ultimo 2010 bestaat uit obligaties. Bij de obligaties wordt gekozen voor aan-

schaffingen die voldoen aan de rendementsdoelstelling en aan de Regeling Beleggen en Belenen. Het over-

grote deel van de te beleggen tijdelijk overtollige liquiditeiten wordt op deposito geplaatst. In tegenstelling

tot 2009 werd de looptijd van de verlengde/nieuwe deposito’s in 2010 beperkt tot maximaal 12 maanden.

De verwachting is dat in 2011 e.v. de ECB de rente langzaam aan weer laat stijgen.

Door de gevolgen van de kredietcrisis is het een-maands euribor in 2010 uitzonderlijk laag geweest en

heeft zich gestabiliseerd van overwegend 0,43% (januari) naar 0,79% (december). Parallel hieraan is ook

de depositorente gedurende 2010 laag geweest. Dit betekende dat nieuw te plaatsen respectievelijk te ver-

lengen deposito’s in 2010 tegen aanzienlijk lagere tarieven konden worden geplaatst. Door het plaatsen van

3 lange deposito’s in 2009 met een looptijd tot ver in 2011 kon optimaal geprofiteerd worden van de toen

nog geldende hogere depositorente die daardoor de resultaten van 2010 en ook 2011 nog positief beïnvloe-

den. Om de neergang van de depositorente deels op te vangen is de obligatieportefeuille uitgebreid met

aankopen die voor de korte- tot middellange termijn een effectief rendement genereren dat ruimschoots

boven de huidige- en op korte termijn te verwachten depositorente zit. Het absolute resultaat van de be-

leggingsopbrengsten in 2010 is € 4,4 mio (2009 € 6,3 mio). Deze teruggang is voor het overgrote deel

toe te schrijven aan een gemiddeld lagere depositorente en voor een beperkt deel in de terugloop van het

beschikbare volume liquiditeiten.

In verband met jaarrekening- en waarderingsvoorschriften moeten de koersen per ultimo voor de balans

tegen de werkelijke waarde worden gewaardeerd. De hiervoor aanwezige herwaarderingsreserve effecten is

ultimo 2010 opgewaardeerd met € 93.500. Tevens heeft deze waardering een negatief effect gehad op de

beleggingsopbrengsten ad € 43.900 in verband met (ongerealiseerde) koersresultaten.

Uit de balans ultimo 2010 blijkt dat het vreemd vermogen in 2010 is uitgebreid met een lening van de BNG

ad € 15 mio. Alhoewel de current ratio ultimo 2010 de indruk wekt dat deze lening niet noodzakelijk is,

geeft onze kasstroompositie voor de komende vier jaren een ander beeld. In de periode 2010 t/m 2014 zijn

er voor ongeveer € 60 mio investeringsplannen in gebouwen gepland. Zonder de current ratio structureel

in gevaar te brengen, zijn deze investeringen niet volledig uit eigen liquiditeiten te financieren. Aangezien

de kapitaalmarktrente in september 2010 op een uitzonderlijk laag niveau stond en een deel van de inves-

teringen eind 2010 ingang zijn gezet respectievelijk zijn geëffectueerd, is met het aangaan van deze lening

geanticipeerd op het totaal van de te realiseren/te verwachten investeringsplannen. De solvabiliteitsratio

blijft hierdoor nog steeds boven het gewenste niveau.

De effecten van de kredietcrisis hebben zich in 2010 gestabiliseerd respectievelijk de trage weg naar herstel

is weer gevonden. De verwachting voor 2011 is een beleggingsopbrengst die lager zal zijn dan in 2010. Hier-

bij dient tevens te worden aangetekend dat de grote onduidelijkheid en eventuele effecten van de huidige

kabinetsplannen omtrent de bekostiging van de universiteiten nog niet in de te verwachten beleggingsop-

brengsten konden worden doorberekend.

Helderheidsaspecten

• Deelnameeigenpersoneelaanopleidingen:

In totaal hebben in 2010 157 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de

eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan.

• AanwendenRijksbijdragevoorprivateactiviteiten:

De UvT heeft in 2010 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten.

• Uitbesteding(delenvan)Croho-geregistreerdeopleidingen:

De UvT besteedde in 2010 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties en

andere instellingen.

• Maatwerktrajectenvoorbedrijvenoforganisaties:

De UvT organiseerde in 2010 één maatwerktraject voor KPMG Meijburg & Co, Baker & McKenzie,

Loyens & Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers en Ernst & Young

ten behoeve van 45 studenten.

Page 59: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

115114

10.3 Waarderingsgrondslagen activa en passiva

Algemeen

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9

Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de

Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslag-

geving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.

Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen

de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is

vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het

kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Grondslagen voor de consolidatie

Verbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap,

zijn geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van

minder dan 100% dan is separaat een aandeel derden opgenomen.

In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken:

• Universiteit van Tilburg (UvT)

• UvT Holding B.V.

o KUB Career Services B.V.

• TiasNimbas Business School B.V.

o TIAS Business School Eindhoven B.V.

o Nimbas Business School

• Stichting Instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek (IVA)

o Stichting Stimuleringsinstituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek

• Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO)

• Universiteitsfonds Tilburg

Vanaf 2009 maakt het Universiteitsfonds Tilburg onderdeel uit van de consolidatiekring.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.

Immateriële vaste activa

Goodwill

De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. De goodwill wordt

lineair afgeschreven over een periode van 10 jaar en 20 jaar.

Materiële vaste activa

Gebouwen en terreinen

De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen in-

clusief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde

verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en ver-

wachte bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd,

voorzover sprake is van financiering met vreemd vermogen.

Apparatuur en inventarisgoederen

Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500.

Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrij-

vingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomi-

sche levensduur.

Technische vervangingen

Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord.

Financiële vaste activa

Deelnemingen

Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

Effecten

Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder finan-

ciële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze

effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderings¬reserve. Op het moment dat de desbetref-

fende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het

eigen vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde

onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winst-

en-verliesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen

de effectieve-rentemethode.

Voorraden

De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs.

Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectop-

brengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten. Zie hiervoor de grondslag in paragraaf 3.2). In-

dien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering

gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde

projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden.

Vorderingen

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien nodig wordt een voorziening voor onin-

baarheid getroffen.

Page 60: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

117116

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is te-

vens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur

is aangebracht.

Algemene reserve gebouwen

Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale

Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van

desinvesteringen.

Algemene reserves

Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.

Bestemde reserves

Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.

Herwaarderingsreserve

Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderin-

gen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Voorzieningen

Wachtgelden

De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van

wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maxi-

male verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van vóór 1991, die voor 100% zijn

voorzien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken.

Jubilea

Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-ja-

rige en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel.

Spaarverlof

De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig

sparen van verlofdagen.

WIA/WGA Eigen Risico

De UvT is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de ver-

plichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidson-

geschiktheid.

10.4 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo

Algemeen

De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden

slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong

vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de

jaarrekening bekend zijn geworden.

Baten

Rijks- en overige bijdragen

Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede

de toegekende doelsubsidies.

College- en examengelden

Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden

toegerekend.

Opbrengst werk voor derden

Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projec-

ten en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele posi-

tieve resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project.

Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale project opbrengsten overschrijden, dan

worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt.

Overige opbrengsten

Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden

toegerekend.

Rentebaten

De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Lasten

Personele lasten

Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en

pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.

De Universiteit van Tilburg heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP die wordt

gekwalificeerd als een toegezegd-pensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan

een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waar de hoogte afhankelijk is van

leeftijd, salaris en dienstjaren.

Page 61: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

119118

De Universiteit van Tilburg heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfspensioen¬fonds, op basis

van RJ 271.310, verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. De verschuldigde premie

over het lopende boekjaar wordt als last verantwoord in de winst- en-verliesrekening. Voor zover de ver-

schuldigde premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen.

Tezamen met andere rechtspersonen past Universiteit van Tilburg dezelfde bedrijfstakpensioen¬regeling

toe. Universiteit van Tilburg heeft in geval van een tekort bij het bedrijfstak¬pensioenfonds geen verplich-

ting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies.

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming

afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afge-

schreven.

Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige

afschrijvingen aangepast.

Overige lasten

Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.

Rentebaten en rentelasten

Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet

van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de

verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

10.5 Jaarrekening

Geconsolideerde balans per 31-12-2010 (na resultaatbestemming)

Activa 31-12-2010 31-12-2009

Vaste activa

Immateriële vaste activa 5.597.610 5.974.977

Materiële vaste activa 120.068.335 110.696.466

Financiële vaste activa 18.874.526 16.748.964

Totaal vaste activa 144.540.471 133.420.407

Vlottende activa

Voorraden 44.832 180.742

Vorderingen 23.455.753 25.340.914

Liquide middelen 106.120.693 104.424.574

Totaal vlottende activa 129.621.278 129.946.230

Totaal activa 274.161.749 263.366.637

Passiva 31-12-2010 31-12-2009

Groepsvermogen

Eigen vermogen 136.387.434 142.461.404

Aandeel derden 817.315 791.651

137.204.749 143.253.055

Voorzieningen 6.429.034 6.636.371

Langlopende schulden 44.155.753 31.124.919

Kortlopende schulden 86.372.213 82.352.292

136.957.000 120.113.582

Totaal passiva 274.161.749 263.366.637

Page 62: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

121120

Geconsolideerde exploitatierekening 2010

2010 Begroting

2010

2009

Baten

Rijksbijdragen OCW 99.972.713 98.792.000 101.530.822

Collegegelden 20.459.802 20.000.000 18.887.015

Baten werk i.o.v. derden 57.633.321 59.738.000 55.728.720

Overige baten 15.008.220 16.329.000 13.999.019

Totaal baten 193.074.056 194.859.000 190.145.576

Lasten

Personele lasten 150.463.213 150.743.000 143.161.172

Afschrijvingen 9.364.355 8.773.000 7.695.879

Huisvestingslasten 8.841.743 12.123.000 9.454.856

Overige lasten 32.088.883 31.301.000 30.047.980

Totaal lasten 200.758.194 202.940.000 190.359.887

Saldo baten en lasten -7.684.138 -8.081.000 -214.311

Financiële baten en lasten 1.747.859 689.000 4.162.083

Resultaat uit gewone bedrijfs-

voering vóór belastingen

-5.936.279 -7.392.000 3.947.772

Belasting resultaat uit ge-

wone bedrijfsvoering

112.730 - 97.339

Resultaat uit gewone be-

drijfsvoering na belastingen

-6.049.009 -7.392.000 3.850.433

Aandeel derden -25.664 - -50.567

Exploitatieresultaat -6.074.673 -7.392.000 3.799.866

Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2010

2010 2009

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten -7.684.138 -214.311

Belastingen -112.730 -97.339

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 9.364.355 7.695.879

Mutaties voorzieningen -207.337 490.173

9.157.018 8.186.052

Veranderingen in vlottende middelen:

Voorraden 135.910 -28.227

Vorderingen 1.885.161 -5.817.401

Schulden 4.019.921 8.310.303

6.040.992 2.464.675

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 7.401.142 10.339.077

Ontvangen interest 3.216.493 5.565.042

Betaalde interest -1.468.634 -1.402.959

Buitengewoon resultaat

1.747.859 4.162.083

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 9.149.001 14.501.160

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiele vaste activa -18.374.064 -13.039.048

Desinvesteringen in materiele vaste activa 15.207 -

Investeringen in deelnemingen - -

Mutaties leningen 8.000 7.000

Overige investeringen in financiële vaste activa -2.133.562 -7.133.676

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -20.484.419 -20.165.724

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen 15.000.000 -

Aflossing langlopende schulden -1.969.166 -1.369.167

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 13.030.834 -1.369.167

Kasstroom uit overige balansmutaties 702 395.472

Mutatie liquide middelen 1.696.118 -6.638.259

Page 63: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

123122

Toelichting op de onderscheiden posten van de balansActiva 2009Immateriële vaste activaOmschrijving Aanschaf

prijs t/m 2009

Afschrijvingen

t/m 2009

Boekwaarde

31-12-2009Goodwill 7.322.421 1.347.444 5.974.977Totaal 7.322.421 1.347.444 5.974.977Materiële vaste activaOmschrijving Aanschaf

prijs t/m 2009

Afschrijvingen

t/m 2009

Boekwaarde

31-12-2009Gebouwen en terreinenGebouwen 146.228.546 65.627.405 80.601.141 Terreinen (incl. inrichting) 10.557.858 1.533.285 9.024.573 Terrein TFT 882.408 - 882.408 Gebouwen in uitvoering 8.677.118 - 8.677.118

166.345.930 67.160.690 99.185.240 Inventaris en apparatuur 33.262.932 21.751.706 11.511.226

33.262.932 21.751.706 11.511.226 Totaal materiële vaste activa 199.608.862 88.912.396 110.696.466

Activa 2010

Immateriële vaste activaOmschrijving Investeringen

2010

Desinvesterin-

gen 2010 AW

Desinvesterin-

gen 2010 AFS

Afschrijvingen

2010

Aanschaf

prijs t/m 2010

Afschrijvingen

t/m 2010

Boekwaarde

31-12-2010

Goodwill - - - 377.367 7.322.421 1.724.811 5.597.610Totaal - - - 377.367 7.322.421 1.724.811 5.597.610Materiële vaste

activaOmschrijving Investeringen

2010

Desinvesterin-

gen 2010 AW

Desinvesterin-

gen 2010 AFS

Afschrijvingen

2010

Aanschaf

prijs t/m 2010

Afschrijvingen

t/m 2010

Boekwaarde

31-12-2010

Gebouwen en

terreinenGebouwen 10.152.198 113.445 113.445 4.913.726 156.267.299 70.427.686 85.839.613

Terreinen (incl.

inrichting)

3.018.330 - - 179.057 13.576.188 1.712.342 11.863.846

Terrein TFT - - - - 882.408 - 882.408 Gebouwen in

uitvoering

460.919 - - - 9.138.037 - 9.138.037

13.631.447 113.445 113.445 5.092.783 179.863.932 72.140.028 107.723.904 Inventaris en

apparatuur

4.742.617 2.517.595 2.502.388 3.894.205 35.487.954 23.143.523 12.344.431

4.742.617 2.517.595 2.502.388 3.894.205 35.487.954 23.143.523 12.344.431 Totaal materiële vaste activa 18.374.064 2.631.040 2.615.833 8.986.988 215.351.886 95.283.551 120.068.335

De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaar-

de en zijn gebaseerd op de

volgende percentages:

goodwill 5% - 10%

terreinen 0%

inrichting van terreinen 3,3%

gebouwen 3,3%

apparatuur en inventaris 10% - 25 %

Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans

Financiële vaste activa

Overige leningen u/g

Naam Plaats Boekwaarde Verstrekkingen Aflossingen Boekwaarde

31-12-2009 2010 2010 31-12-2010

d’Artagnan Tilburg 27.000 - 8.000 19.000

Subtotaal leningen 27.000 - 8.000 19.000

De renteloze lening aan d’Artagnan heeft een oorspronkelijke looptijd van 5 jaar.

De resterende looptijd is 3 jaar.

Effecten

Boekwaarde Investeringen Desinvestering Boekwaarde

Omschrijving 31-12-2009 in 2010 in 2010 31-12-2010

Obligaties 15.678.182 5.568.993 2.391.649 18.855.526

Aandelen 1.043.782 - 1.043.782 -

Totaal effecten 16.721.964 5.568.993 3.435.431 18.855.526

De actuele waarde van de effecten per 31-12-2010 is € 18.855.526

Totaal financiële vaste activa 16.748.964 18.874.526

Page 64: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

125124

Vlottende activa

31-12-2010 31-12-2009

Voorraden

Gebruiksgoederen 44.832 180.742

Totaal voorraden 44.832 180.742

Vorderingen

Debiteuren 12.830.064 14.314.201

Overige vorderingen:

Kaskortingen OCW 204.000 292.000

Overige 503.720 707.277

Totaal overige vorderingen 707.720 999.277

Overlopende activa:

Vooruitbetaalde kosten 3.020.541 2.409.646

Nog te factureren kosten contractonderzoek 4.333.052 4.868.963

Verstrekte voorschotten 108.437 288.258

Overige 2.482.939 2.653.439

Totaal overlopende activa 9.944.969 10.220.306

Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -27.000 -192.870

Totaal vorderingen 23.455.753 25.340.914

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

31-12-2010 31-12-2009

Stand per 1 januari -192.870 -

Ontrekking 192.870 -

Dotatie -27.000 -192.870

Stand per 31 december -27.000 -192.870

Liquide middelen

Banken 16.538.632 16.035.547

Kasmiddelen 10.307 15.982

Deposito’s 89.571.754 88.373.045

Totaal liquide middelen 106.120.693 104.424.574

Deposito’s zijn voor € 64.500.000 niet direct opeisbaar.

Geen van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden

Totaal vlottende activa 129.621.278 129.946.230

Passiva

Groepsvermogen

Saldo Bestemming Overige Saldo

Omschrijving 31-12-2009 resultaat 2010 Mutaties 31-12-2010

Algemene reserve publiek

Algemene reserve 89.781.151 -5.514.371 -886.541 83.380.239

Algemene reserve privaat

Algemene reserve 11.067.375 432.663 - 11.500.038

Bestemmingsreserve publiek

Reserve huisvestingsbeleid 14.493.931 - - 14.493.931

Bestemde reserves 24.617.556 -53.230 886.541 25.450.867

Bestemmingsreserve privaat

Eigen vermogen geconsolideerde

verbonden partijen 2.105.919 -939.734 - 1.166.185

Herwaarderingsreserve ef-

fecten

395.472 - 702 396.174

Totaal eigen vermogen 142.461.404 -6.074.672 702 136.387.434

Aandeel derden

Saldo Bestemming Overige Saldo

Omschrijving 31-12-2009 resultaat 2010 Mutaties 31-12-2010

Aandeel derden 791.651 25.664 - 817.315

Totaal 791.651 25.664 - 817.315

Page 65: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

127126

Voorzieningen

Omschrijving Saldo

31-12-2009

Dotaties

2010

Onttrekkingen

2010

Vrijval

2010

Saldo

31-12-2010

Wachtgelden 686.345 1.164.947 830.783 - 1.020.509

Spaarverlof 3.380.891 64.425 227.665 - 3.217.651

WIA/WGA eigen risico 895.939 - 109.341 - 786.598

Jubilea 1.023.196 293.812 133.433 - 1.183.575

Voorziening belastingen 650.000 - 485.818 164.182 -

Reorganisatie voorziening - 220.701 - - 220.701

Totaal voorzieningen 6.636.371 1.743.885 1.787.040 164.182 6.429.034

Bestedingen van het saldo

per 31-12-2010

< 1 jaar > 1 jaar Totaal

Wachtgelden 586.417 434.092 1.020.509

Spaarverlof 321.765 2.895.886 3.217.651

WIA/WGA eigen risico 102.492 684.106 786.598

Jubilea 148.930 1.034.645 1.183.575

Reorganisatie voorziening 220.701 - 220.701

Totaal voorzieningen 1.380.305 5.048.729 6.429.034

Langlopende schulden

Naam Plaats Saldo

31-12-

2009

Verstrek-

king

2010

Aflossin-

gen

2010

Saldo

31-12-2010

Afloss-

ings- ver-

plichting

2011

Balans

31-12-2010

BNG 32 jaar

(renteperc. 4,4%)

Den Haag 24.106.586 - 945.357 23.161.229 945.356 22.215.873

BNG 30 jaar

(renteperc. 4,0%)

Den Haag 6.562.500 - 250.000 6.312.500 250.000 6.062.500

BNG 25 jaar

(renteperc. 4,0%)

Den Haag - 15.000.000 - 15.000.000 600.000 14.400.000

BNG 17 jaar

(renteperc. 3,5%)

Den Haag 1.824.999 - 173.810 1.651.190 173.810 1.477.380

Totaal langlopende schulden 32.494.085 15.000.000 1.369.167 46.124.919 1.969.166 44.155.753

Van deze langlopende schulden heeft € 36.279.089 een looptijd langer dan 5 jaar.

Kortlopende schulden 31-12-2010 31-12-2009

Vooruitontvangen termijnen OHW 17.162.943 12.855.944

Crediteuren 7.679.322 9.991.421

Loonheffing 5.608.906 5.042.815

Omzetbelasting 879.260 791.394

Premies sociale verzekeringen 1.013.814 906.546

Schulden terzake pensioenen 1.694.984 1.643.062

Overige kortlopende schulden

Aflossingsverplichting langlopende

schulden

1.969.166 1.369.166

Penvoerderfondsen 1.513.423 1.867.969

Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT1 352.752 352.752

Flankerend Sociaal Beleid

Theologieopleidingen UvT2

551.095 551.095

Winstaanspraken derden 548.738 678.720

Overige

Totaal overige kortlopende schulden

531.285 583.218

5.466.459 5.402.920

Overlopende passiva

Page 66: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

129128

Vooruitontvangen collegegelden 8.967.964 9.702.060

Vooruitontvangen collegegeld

contractonderwijs

14.957.204 16.146.033

Vakantiegeld 4.107.868 3.792.860

Vakantiedagen 3.203.351 3.049.728

Overige 15.630.138 13.027.509

Totaal overlopende passiva 46.866.525 45.718.190

Totaal kortlopende schulden 86.372.213 82.352.292

1 De kortlopende schuld Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT (€ 352.752) was voorheen sinds 1991

opgenomen als rijkssubsidie KIWTO’s bij de geïncorporeerde Stichting TFT.2 De kortlopende schuld Flankerend Sociaal Beleid theologieopleidingen UvT (€ 551.095) is afkomstig

van de geïncorporeerde Stichting TFT en zal nu de reorganisatie van de katholieke theologieopleidin-

gen van de STFT en de FKTU is afgerond conform de doelstelling worden aangewend voor de daaruit

voortvloeiende reorganisatiekosten.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen Leaseverplichtingen

De Universiteit van Tilburg heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd

van 5 jaar.

De jaarkosten bedragen € 216.875, waarvan € 149.061 bij TiasNimbas Business School B.V..

Kredietfaciliteit

IVA heeft een kredietfaciliteit bij ABN AMRO van maximaal € 250.000. De rente fluctueert met de markt-

rente.

Als zekerheid is pand recht verschaft op de effectenportefeuille van Stichting Stimuleringsinstituut.

Ultimo boekjaar wordt geen gebruik gemaakt van de kredietfaciliteit.

Investeringsverplichting

De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor investeringen met een

verplichting in 2010 van 1.388.373.

Ondershoudscontracten

De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhoudscontracten

met een jaarlijkse verplichting van € 3.326.880.

ICT

Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van

€ 249.000.

Huurcontracten

De TiasNimbas Business School B.V. heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor huurcontrac-

ten met een jaarlijkse verplichting van € 323.510.

Niet uit de balans blijkende rechtenIVA

Ultimo boekjaar bedragen de niet gewaardeerde vorderingen uit hoofde van voorwaartse verliesverrekening

€ 63.649 op basis van 20% vennootschapsbelasting (2009: € 0)

Page 67: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

131130

Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatierekening

Baten 2010 2009

Rijksbijdragen OCW

Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) 105.817.000 107.906.000

Inkomensoverdrachten -5.844.287 -6.375.178

Totaal rijksbijdragen 99.972.713 101.530.822

Collegegelden

College- en examengelden 20.459.802 18.887.015

Totaal collegegelden 20.459.802 18.887.015

Baten werk i.o.v. derden

Contractonderwijs 28.514.607 25.874.779

Contractonderzoek

Internationale organisaties 4.625.648 5.708.977

Nationale overheden 5.182.870 5.709.369

NWO 12.549.064 11.643.879

KNAW 58.984 43.572

Overige non-profit organisaties 3.070.860 2.015.860

Bedrijfsleven 2.109.825 1.807.801

Totaal 27.597.251 26.929.458

Overige 1.521.463 2.924.483

Totaal baten werk i.o.v. derden 57.633.321 55.728.720

Overige baten

Verhuur onroerende zaken 295.944 437.509

Detachering personeel 561.620 1.261.582

Totaal overige 14.150.656 12.299.928

Totaal overige baten 15.008.220 13.999.019

Lasten 2010 2009

Personele lasten

Brutolonen en salarissen 102.749.281 96.731.236

Sociale lasten 10.048.055 9.017.363

Pensioenpremies 13.804.733 13.214.136

Overige personele lasten

Uitzendkrachten 17.631.444 17.277.483

Dotatie personele voorzieningen 1.743.885 1.296.327

Overige 5.422.361 6.179.851

Totaal overige personele lasten 24.797.690 24.753.661

Uitkeringen (-/-) -936.546 -555.224

Totaal personele lasten 150.463.213 143.161.172

Afschrijvingen

Immateriële vaste activa 377.367 377.367

Materiële vaste activa 8.986.988 7.318.512

Totaal afschrijvingen 9.364.355 7.695.879

Huisvestingslasten

Huur 924.083 1.087.144

Verzekeringen 203.650 209.751

Onderhoud 1.069.804 1.159.296

Energie en water 1.871.982 2.257.642

Schoonmaakkosten 1.664.914 1.602.392

Heffingen 526.508 467.563

Overige 2.580.802 2.671.068

Totale huisvestingslasten 8.841.743 9.454.856

Overige lasten

Accountantskosten 128.988 123.822

Administratie- en beheerlasten 364.965 518.915

Inventaris en apparatuur 1.501.753 1.631.326

Overige 30.093.177 27.773.917

Totaal overige lasten 32.088.883 30.047.980

Page 68: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

133132

Accountantskosten 2010 2009

Honorarium onderzoek jaarekening 94.500 75.000

Honorarium andere controle

werkzaamheden

34.488 48.822

Honorarium fiscale advisering - -

Totaal 128.988 123.822

Financiële baten en lasten 2010 2009

Rentebaten 2.110.345 4.219.215

Waardeveranderingen financiële activa 385.135 811.436

Overige opbrengsten financiele activa 721.013 534.391

Rentelasten -1.468.634 -1.402.959

Saldo Financiële baten en lasten 1.747.859 4.162.083

Overzicht verbonden partijen

Meerderheidsdeelneming (BV of NV)Naam Juridische

vorm

Statutaire

zetel

Code

activiteiten

Vermogen

per 31-12 2010

Exploitatie

saldo in 2010

Omzet in

2010

Verklaring

art. 2:403

BW

TiasNimbas

Business School

BV Tilburg 1 4.086.576 128.319 26.357.473 N

UvT Holding BV Tilburg 4 372.318 31.499 3.223.081 N

Totaal 4.458.894 159.818 29.580.554

Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)Juridische Statutaire Code Vermogen Exploitatie Omzet in Verklaring

Naam vorm zetel activiteiten per 31-12-2010 saldo in 2010 2010 art. 2:403

BW

IVA stichting Tilburg 2 1.603.967 -470.514 4.219.142 N

IVO stichting Tilburg 4 -482.649 -503.236 87.143 N

Universiteits-

fonds Tilburg

stichting Tilburg 4 44.867 34.016 34.016 N

Totaal 1.166.185 -939.734 4.340.301

Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)

Naam Juridische

vorm

Statutaire

zetel

Code

activiteiten

Stimuleringsfonds voor sociaal weten-

schappelijk onderzoek

stichting Tilburg 4

Stichting Steun Sportcentrum KUB stichting Tilburg 4

Stichting Letteren stichting Tilburg 4

Stichting Bijzondere Leerstoelen stichting Amsterdam 4

Page 69: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

135134

Overzicht bezoldigingen CvB / RvT

2010 2009

College van Bestuur

Mr. H.M.C.M. van Oorschot 216.973 217.016

Prof. Dr. Ph. Eijlander 215.236 212.468

432.209 429.484

Raad van Toezicht

2010 2009

Prof. drs. R.F.M. Lubbers 11.000 11.000

Mevr. Dr. A. Esmeijer 5.500 5.500

Drs. H. Borstlap 7.150 7.150

Mevr. Drs. R.I. Doerga RA 5.500 1.375

Ir. B.W.M. Koeckhoven 5.500 5.500

Drs. M.A.M. Leers 8.250 6.188

Mevr. Mr. M.E.C. Pernot - 6.188

Ing. J.P.C.M. van Zijl 5.500 5.500

48.400 48.401

Totaal 480.609 477.885

Page 70: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

137136

Enkelvoudige balans per 31-12-2010 (na resultaatbestemming)

Activa

31-12-2010 31-12-2009

Vaste activa

Materiële vaste activa

Gebouwen 85.839.613 80.601.141

Terreinen 12.746.254 9.906.981

Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen 9.138.037 8.677.118

107.723.904 99.185.240

Inventaris en apparatuur 11.866.523 10.845.011

119.590.427 110.030.251

Financiële vaste activa

Deelnemingen 3.641.578 3.507.424

Overige leningen u/g 19.000 27.000

Effecten 17.888.146 15.798.764

21.548.724 19.333.188

Totaal vaste activa 141.139.151 129.363.439

Vlottende activa

Voorraden

Gebruiksgoederen 44.832 180.742

Vorderingen

Debiteuren 6.152.348 8.420.050

Verbonden partijen 364.812 298.743

Kasstortingen OCW 204.000 292.000

Overige vorderingen 34.304 259.508

Nog te factureren kosten contractonderzoek 3.448.200 3.748.117

Overlopende activa 4.177.318 4.233.836

14.380.982 17.252.254

Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -27.000 -192.870

Liquide middelen 90.417.374 89.019.829

Totaal vlottende activa 104.816.188 106.259.955

Totaal activa 245.955.339 235.623.394

Passiva

31-12-2010 31-12-2009

Eigen vermogen

Algemene reserve publiek 83.380.239 89.781.151

Algemene reserve privaat 7.858.459 7.559.951

Bestemmingsreserves publiek 39.944.798 39.111.487

Bestemmingsreserves privaat 3.641.578 3.507.424

Herwaarderingsreserve 396.174 395.472

135.221.248 140.355.485

Voorzieningen

Wachtgeld 1.020.509 686.345

Overige 5.145.782 5.911.825

6.166.291 6.598.170

Langlopende schulden

Overige langlopende schulden 44.155.753 31.124.919

Kortlopende schulden

Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek 14.895.679 11.285.603

Crediteuren 5.855.920 9.050.475

Loonheffing 4.780.478 4.360.293

Omzetbelasting 641.504 439.266

Premies sociale verzekeringen 1.013.814 906.546

Schulden terzake pensioenen 1.663.703 1.623.065

Aflosverplichting langlopende schulden 1.969.166 1.369.166

Overige kortlopende schulden 2.912.906 3.358.838

Overlopende passiva 26.678.877 25.151.568

60.412.047 57.544.820

Totaal passiva 245.955.339 235.623.394

Page 71: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

139138

Enkelvoudige exploitatierekening 2010

2010 Begroting

2010

2009

Baten

Rijksbijdragen OCW 99.972.713 104.592.000 101.395.821

Collegegelden 20.459.802 20.000.000 18.887.015

Baten werk i.o.v.

derden

29.062.501 29.494.000 28.102.016

Overige baten 16.505.480 14.222.000 15.712.675

Totaal baten 166.000.496 168.308.000 164.097.527

Lasten

Personele lasten 133.711.432 133.683.000 128.120.217

Afschrijvingen 8.737.316 6.971.186

Huisvestingslasten 7.819.839 8.115.485

Overige instel-

lingslasten 22.447.761 42.768.000 21.720.286

Totaal lasten 172.716.348 176.451.000 164.927.174

Saldo baten en lasten -6.715.852 -8.143.000 -829.647

Financiële baten en lasten 1.446.759 339.000 3.772.128

Resultaat -5.269.093 -7.804.000 2.942.481

Resultaat Deelnemingen 134.154 165.000 313.573

Exploitatieresultaat -5.134.939 -7.639.000 3.256.054

Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening

Financiële vaste activa

Deelnemingen

Boekwaarde Investeringen Desinvestering Resultaat Boekwaarde

Naam Plaats 01-01-2010 2010 2010 2010 31-12-2010

UvT Holding B.V. Tilburg 340.819 31.499 372.318

TiasNimbas Busi-

ness School B.V.

Tilburg 3.166.605 102.655 3.269.260

Totaal deelnemingen 3.507.424 - - 134.154 3.641.578

UvT Holding B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een

maatschappelijk kapitaal van € 226.890 waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding

B.V. neemt voor 100 % deel in KUB Career Services B.V..

TiasNimbas Business School B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootsc-

hap met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000.

TiasNimbas Business School B.V. neemt voor 100 % deel in VRZ Tilburg B.V., TIAS Business School

Eindhoven B.V. en Universiteit Nimbas B.V..

UvT heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V..

Eigen vermogen

Saldo Bestemming Overige Saldo

Omschrijving 31-12-2009 resultaat 2010 Mutaties 31-12-2010

Algemene reserve publiek

Algemene reserve centraal 17.733.025 -226.458 - 17.506.567

Algemene reserve gebouwen 24.900.596 - - 24.900.596

Algemene reserves decentraal 47.147.530 -5.287.913 -886.541 40.973.076

Algemene reserve privaat

Algemene reserves decentraal 7.559.951 298.508 - 7.858.459

Bestemmingsreserve publiek

Bestemde reserves 28.142.311 -53.230 886.541 28.975.622

Bestemde reserve

huisvestingsbeleid

10.969.176 - - 10.969.176

Bestemmingsreserve privaat

Page 72: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

141140

Reserve deelnemingen 3.507.424 134.154 - 3.641.578

Herwaarderingsreserve

effecten

395.472 - 702 396.174

Totaal 140.355.485 -5.134.939 702 135.221.248

Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening

Vermogen

Omschrijving 31-12-2010 31-12-2009

Eigen vermogen UvT 135.221.248 140.355.485

Eigen vermogen IVA 1.603.967 2.074.481

Eigen vermogen IVO -482.649 20.587

Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg 44.867 10.851

Geconsolideerd eigen vermogen 136.387.433 142.461.404

Exploitatiesaldo

Omschrijving 2010 2009

Exploitatiesaldo UvT -5.134.939 3.256.054

Exploitatiesaldo IVA -470.514 539.471

Exploitatiesaldo IVO -503.236 -6.510

Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg 34.016 10.851

Geconsolideerd exploitatiesaldo -6.074.673 3.799.866

Geoormerkte Doelsubsidies OCW

Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van

toewijzing

Saldo

2009

Ontvangen

in 2010Lasten

2010

Investeringen

2010Saldo

2010

Subsidieregeling 2009 705AO-2184 949.050 - 202.000 138.485 - 63.515

Sirius Programma

Krachtig

meesterschap

2009 804AO-27006 250.000 150.000 50.000 200.373 - -373

1.199.050 150.000 252.000 338.858 - 63.142

Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen

Op grond van artikel 6 van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens

(WOPT, Stb. 2006, 95) is de universiteit verplicht jaarlijks het belastbare loon te publiceren van functionaris-

sen van wie dit bedrag uitgaat boven het zgn. normsalaris (gemiddeld belastbare jaarloon van de ministers).

Voor het verslagjaar 2010 is het gemiddelde belastbare jaarloon vastgesteld op € 193.000 (indicatie norm

2010).

Voor de universiteit heeft de publicatieplicht betrekking op de navolgende functionarissen:

Nr.

Func

tie

Bel

astb

aar

loon

20

10

“Pen

sioe

n- a

fdra

chte

n en

ove

rige

voo

rzie

-

ning

en b

etaa

lbaa

r op

term

ijn 2

010

Tota

al 2

010

Duu

r di

enst

-ver

band

in m

aand

en 2

010

Con

trac

tuel

e ur

en p

er w

eek

Bel

astb

aar

loon

20

09

“Pen

sioe

n-af

drac

hten

en

over

ige

voor

zie-

ning

en b

etaa

lbaa

r op

term

ijn 2

00

9”

Tota

al 2

00

9

Duu

r di

enst

-ver

band

in m

aand

en 2

00

9

1. voorzitter

CvB

148.376 54.367 202.743 12 38,0 142.106 59.755 201.861 12

2. lid CvB

(rector)

163.460 38.606 202.066 12 38,0 160.976 38.988 199.964 12

3. hoogleraar/

decaan

137.283 30.346 167.629 11 29,1 173.199 42.494 215.693 12

4. hoogleraar/

decaan

174.301 85.158 259.459 12 34,2 173.083 45.588 218.671 12

5. hoogleraar/

decaan

149.123 50.188 199.311 12 38,0 109.430 41.096 150.526 12

6. hoogleraar 161.012 117.566 278.578 12 38,0 183.204 96.987 280.191 12

7. hoogleraar 176.327 44.910 221.237 12 38,0 170.782 48.918 219.700 12

8. hoogleraar 161.047 36.432 197.479 12 38,0 139.429 38.836 178.265 12

9. hoogleraar 145.891 38.093 183.984 12 34,2 144.205 38.464 182.669 12

10. hoogleraar 157.152 40.671 197.823 12 38,0 157.509 33.946 191.455 12

11. hoogleraar 146.557 65.238 211.795 12 38,0 135.357 53.842 189.199 12

12 hoogleraar 156.326 40.944 197.270 12 38,0 136.349 39.371 175.720 12

13 hoogleraar 141.781 52.369 194.150 12 38,0 122.535 39.644 162.179 12

Page 73: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

143142

Toelichting:

Ad 1 en 2: Dit betreft de leden van het College van Bestuur met een salaris van resp. 137,5% en 135% van

het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten.

Ad 3 en 4: Dit betreft twee decanen met een bijzondere bestuurstoelage.

Ad 5 t/m 13: Dit betreft hoogleraren die een persoonlijke toelage ontvangen vanwege hun bijzondere

verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk onderzoek.

Resultaatbestemming

Het exploitatieresultaat 2010 bedraagt -/- € 6.074.673 en zal als volgt worden bestemd:

- -/- € 5.081.708 wordt onttrokken aan algemene reserves op centraal en decentraal niveau;

- -/- € 53.230 wordt toegevoegd aan diverse bestemde reserves;

- het resultaat van de verbonden partijen ad. -/- € 939.734 wordt onttrokken aan het eigen vermogen van

deze partijen.

Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt.

10.6 Letter of representation

Datum

6 juni 2011

Onderwerp

Bevestiging bij de

jaarrekening 2010

Ons kenmerk

202.3695

Telefoon

013 466 2786

Telefax

013 466 28 20

E-mail

e.m.p.hendriks

@tilburguniversity.edu

Postbus 90153 • 5000 LE Tilburg • Bezoekadres > Warandelaan 2 • Tilburg • Telefoon 013 466 91 11

Bankrekening 45 50 46 042 • Girorekening 10 77 496 • www.uvt.nl

C O L L E G E V A N B E S T U U R

PriceWaterhouseCoopers

Drs. E.M.A. van Heugten

p/a M. van Aar

Postbus 1042

4081 BA BREDA

Onderwerp: Bevestiging bij de jaarrekening 2010

Geachte heer van Heugten,

Hierbij verklaart het College van Bestuur van de Universiteit van

Tilburg het volgende:

1. De jaarrekening wordt onder verantwoordelijkheid van het

College van Bestuur uitgebracht.

2. Het College van Bestuur doet zijn best fraude en andere

niet geoorloofde handelingen binnen onze organisatie te

voorkomen. Indien wij van dat soort feiten vermoedens

hebben, delen wij die met de bevoegde instanties,

waaronder onze externe accountant, en vermelden dat in de

jaarrekening, voor zover daarvoor van materieel belang.

3. De jaarrekening bevat volgens ons geen materiële fouten.

4. Wij hebben u in het bezit gesteld van alle stukken die

volgens ons voor het verrichten van uw werkzaamheden

van belang zijn inclusief identificatie van en transacties met

verbonden partijen. Indien u aanwijzingen hebt dat dit niet

het geval is, nemen wij aan dat u hierop in uw

managementletter terug komt.

5. Er zijn, naar ons beste weten, geen claims of geschillen, die

in het kader van de jaarrekening gemeld zouden moeten

worden.

6. Wij houden ons aan wet en regelgeving.

7. Wij hebben de jaarrekening opgemaakt in overeenstemming

met de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO).

8. Wij hebben geen redenen om aan de continuïteit van de

activiteiten van de instelling te twijfelen.

9. Wij kennen geen gebeurtenissen tussen balansdatum en de

datum van deze brief die aanleiding zouden kunnen geven

tot een aanpassing van de jaarrekening of de toelichting.

Page 74: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

145144

Ons kenmerk

202.3695

pagina 2 van 2

Wij vertrouwen erop, dat u op deze punten adequate controle uitvoert

en dat u, indien u bij uw controle bij één van deze punten stuit op

(vermoedens van) onjuistheden of nadere aanwijzingen/suggesties

heeft voor onze administratieve organisatie, u ons daarover informeert.

Met vriendelijke groet,

Mr. H.M.C.M. van Oorschot Drs. H.A.R.R. Dekkers

Voorzitter Algemeen Directeur / Secretaris

10.7 Accountantsverklaring

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365,

5600 HJ Eindhoven

T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 18, www.pwc.nl

30111590/EvH/e0212389/ovt

‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u

meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: Het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van de Universiteit van Tilburg te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de in Nederland geldende Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Page 75: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

147146

Universiteit van Tilburg, 30111590/EvH/e0212389/ovt

Pagina 2 van 2

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Universiteit van Tilburg per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010, in alle van materieel belang zijnde aspecten, voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen. Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.

Eindhoven, 26 mei 2011

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Origineel getekend door: drs. E.M.A van Heugten RA

AIO Assistent in opleiding

AVC Audio Visueel Centrum

BaMa Bachelor Master

BSA Bindend Studie Advies

BU Bureau van de Universiteit

CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst

CBE College van Beroep voor de Examens

CentER Center for Economic Research

CIR Center for Innovation Research

CKT Center for Knowledge Transfer (voormalig CvK)

CML Loopbaanontwikkeling

CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases

CvB College van Bestuur

CvK Centrum voor Kennistransfer

CWL Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing

DEA Dienst Economische en Administratieve Zaken

DFB Dienst Facilitair Bedrijf

DSZ Dienst Studentenzaken

EBCT European Banking Center Tilburg

ECTS European Credit Transfer System

ENTER European Network for Training in Economic Research

FBI Fonds Beleidsinitiatieven

FEB Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

FGW Faculteit Geesteswetenschappen

FKT Faculteit Katholieke Theologie

FKTU Faculteit Katholieke Theologie Utecht

FRW Faculteit Rechtswetenschappen

FS Facility Services (voormalig DFB)

FSW Faculteit Sociale Wetenschappen

fte fulltime-equivalent

G&M gedrag en Maatschappij

GS General Services (voormalig BU)

HBO Hoger Beroeps Onderwijs

HOOP Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan

HRM Human Resource Management

IB Instellingsbeleid

ICT Informatie en Communicatie Technologie

Intervict International Victimology Institute Tilburg

ISI Institute of Scientific Information

IVA Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies

IVO Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken

Bijlage 1 Lijst van afkortingen

Page 76: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

149148

KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen

LIS Library and IT Services

MBA Master of Business Administration

MKB Midden- en Kleinbedrijf

Netspar Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement

NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie

NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

OBP Ondersteunend en beheerspersoneel

OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

QANU Quality Assurance Netherlands Universities

ReflecT Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion

RV Restauratieve Voorzieningen

SBL Stichting Bijzondere Leerstoelen

SEP Standard Evaluation Protocol

SIS Studenten Informatie Systeem

SKO Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs

StS Student Services (voormalig DSZ)

T&C Taal en Cultuur

TiasNimbas TiasNimbas Business School

Tiber Tilburg Institute for Behavioral Economics Research

Tilec Tilburg Law and Economics Center

TiLPS Center for Logic and Philosophy of Science

TILT Tilburg Institute for Law, Technology and Society

TiSEM Tilburg School of Economics and Management (voormalig FEB)

TLS Tilburg Law School (voormalig FRW)

TMP Taken Middelen Plan

TSH Tilburg School of Humanities (voormalig FGW)

TiSSBeS Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (voormalig FSW)

TST Tilburg School of Theology (voormalig FKT)

UHD Universitair Hoofddocent

UvT Universiteit van Tilburg

VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten

VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs

WHW Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek

WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

WO Wetenschappelijk Onderwijs

Wopi Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie

WP Wetenschappelijk Personeel

Stichtingsbestuur

Prof. drs. R.F.M. Lubbers

• Minister van Staat

• Lid Earth Charter Commission

• Voorzitter Raad van Toezicht ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland)

• Voorzitter Curatorium VNO-NCW

• Lid directie Breesaap BV

• Voorzitter Council Rotterdam Climate Initiative

• Voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF

• Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University

Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV)

• Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam

• Lid Board IFAC (International Federation of Accountants)

• Lid Monitoring Commissie Talent naar de Top

• Voorzitter Intac (NBA)

• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds)

• Vice-voorzitter Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

• Lid bestuur Rathenau Instituut

• Lid bestuur Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland

• Lid bestuur Stichting Collecteplan

• Lid bestuur Goede Doelen Platform

• Waarnemer Advisory Council van de European Cultural Foundation

• Jurylid Academische Jaarprijs

• Lid Raad van Advies stichting Democratie en Media

• Secretaris bestuur van The Hague Club (Europees netwerk van vermogensfondsen)

• Lid Comité van Aanbeveling van de stichting Wetenschapsoriëntatie Nederland (won)

• Directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen

• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

Bijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en College van Bestuur

Page 77: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

151150

Drs. M.A.M. Leers (Voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen)

• Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Tilburg e.o.

• Lid bestuur Stichting Nederlandse Lourdesbedevaart voor Zieken

• Lid European Healthcare Innovation Leadership Network

• Voorzitter programmacommissie Thema 2 (Positie van de cliënt en patiënt) van het Nationaal

Actieprogramma Diabetes (NAD)

• Lid Raad van Toezicht St. Maartenskliniek Nijmegen

• Lid Raad van Toezicht Thebe Zorg Tilburg

• Lid Raad van Advies Meduon Holding

• Lid Toetsingscommissie RvvZ Zeist

• Voorzitter stichting Perspekt Keurmerk in de Zorg Utrecht

• Voorzitter Kenniscentrum Zorg en Ervaringsdeskundigheid Tilburg

• Lid Raad van Advies Nederlandse Zorgautoriteit

• Vice-voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University

Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie)

• Voorzitter Raad van Toezicht Helicon Opleidingen

• Voorzitter Raad van Commissarissen Recreatie Noord-Holland NV

• Lid Raad van Commissarissen LTO-Groeiservice BV

• Lid Adviesraad Social Sciences Group Wageningen UR

• Bestuurslid Stichting MARA

• Voorzitter Stichting Samenwerkende Organisaties voor Christelijk Maatschappelijk Activeringswerk

• Penningmeester Adrianusfonds

• Bestuurslid Stichting ‘Ons Erf ’

• Lid Ereraad Katholieke Studenten Vereniging (KSV)

• Lid Bestuur Stichting ‘Eigen Huis’

• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

De heer W.I.I. van Beek (Lid Tweede Kamer)

• Lid Raad van Commissarissen Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch

• Lid Raad van Advies Vereniging Hou’ en Trou

• Voorzitter Raad van Toezicht Catharina Ziekenhuis, Eindhoven

• Lid Raad van Toezicht Nationaal Monument Kamp Vught

• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad)

• Voorzitter Platform Beroepsonderwijs Bedrijfsleven i.o.

• Voorzitter Stichting Emplooi (arbeidsbemiddeling vluchtelingen)

• Voorzitter Stichting Chakana (NGO)

• Voorzitter Het Platform Beroeps Onderwijs

• Lid bestuur Vluchtelingenwerk Nederland

• Lid bestuur Platform Bèta Techniek

• Lid bestuur Stichting van het Onderwijs

• Lid Raad van Advies Stichting GAK Fonds

• Lid Raad van Advies Akkermans & Partners Groep (pensioenbranche)

• Lid Raad van Advies Nationaal Initiatief Lang Leve Leren!

• Lid Raad van Advies Expertisecentrum LEEFtijd

• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

College van Bestuur

Mr. H.M.C.M. van Oorschot (Voorzitter Tilburg University)

• Bestuurslid Nationaal Comité 4 en 5 mei

• Lid Raad van Toezicht Legermuseum

• Lid Raad van Commissarissen Lysias Adviseurs BV

• Lid Raad van Commissarissen Energie Beheer Nederland NV

• Lid Raad van Commissarissen Eon-Benelux

• Vice-voorzitter bestuur Omroep Brabant

• Lid Raad van Toezicht St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg

Prof.dr. Ph. Eijlander (Rector Magnificus Tilburg University)

• Lid VSB-fonds adviescommissie WO

• Lid Adviesraad Nuffic

• Voorzitter SER-Commissie Monitoring Code Goed Bestuur Product- en Bedrijfschappen

• Voorzitter Comité 4 mei Tilburg

• Lid van de Board of Trustees CASE Europe

• Vice-voorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas

• Vice-voorzitter Dagelijks Bestuur Midpoint

Page 78: Bijlage jaarverslag Feiten en cijfers comleet

Tilburg University

Postbus 90153

5000 LE Tilburg

T 013 - 466 9111

www.tilburguniversity.edu

Jaarverslag 2010