Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk...

49
1 Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 Aan: RSA Van: Karin van Meer Status: ter besluitvorming Het RSA wordt gevraagd om: - In te stemmen met: o De concept agenda POHO Arbeidsmarkt 29 juni Wordt er nog een onderwerp gemist? Op welke onderwerpen wil het RSA haar adviesrol pakken? o Bijlage 5-1 raadsinformatiebrief Tussenevaluatie Regionaal Werkbedrijf en Werkgeversservicepunt o Bijlage 5-2 Social return 3.0. De beleidskader 3.0 en beleid- en uitvoeringsregels met een positief advies voor te leggen aan het POHO Arbeidsmarkt, en daarna aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de individuele gemeenten. Het beleidskader dient per 1 januari 2018 in te gaan. o Bijlage 5-3 Educatieplan. Ben je het eens met de drie aanbevelingen uit het memo? 1) Gebruik (een gedeelte) van de WEB middelen voor lokale subsidies ter bestrijding van de laaggeletterdheid. 2) Zoek aansluiting bij het Sociaal domein. 3) Gebruik de middelen efficiënt - Mee te denken met: o Bijlage 2-1 Leren(d) werken Wie kent al goede voorbeelden van loopbaanscans? Wie heeft goede voorbeelden van eigen regie? Wie heeft een overzicht van het scholingsaanbod voor de onderkant van de arbeidsmarkt? Bijlagen die apart zijn meegezonden. Bijlage 2-1 de projectaanvraag Meters maken op Leren(d) Werken. Bijlage 8-1 Menukaart regio Noordoost Brabant is bij de RSA mail gevoegd als aparte bijlage. Ontbrekende bijlagen: Bijlage 6-1 Stand van zaken Regionaal Werkbedrijf wordt later toegevoegd aan de agenda van POHO Arbeidsmarkt. Deze bijlage wordt eerst in de stuurgroep Regionaal Werkbedrijf van 7 september besproken. Daarna kan die gedeeld worden in de regio. Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd.

Transcript of Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk...

Page 1: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

1

Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017

Aan: RSA

Van: Karin van Meer

Status: ter besluitvorming

Het RSA wordt gevraagd om:

- In te stemmen met:

o De concept agenda POHO Arbeidsmarkt 29 juni

Wordt er nog een onderwerp gemist?

Op welke onderwerpen wil het RSA haar adviesrol pakken?

o Bijlage 5-1 raadsinformatiebrief Tussenevaluatie Regionaal Werkbedrijf en

Werkgeversservicepunt

o Bijlage 5-2 Social return 3.0. De beleidskader 3.0 en beleid- en uitvoeringsregels

met een positief advies voor te leggen aan het POHO Arbeidsmarkt, en daarna

aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de individuele gemeenten.

Het beleidskader dient per 1 januari 2018 in te gaan.

o Bijlage 5-3 Educatieplan.

Ben je het eens met de drie aanbevelingen uit het memo?

1) Gebruik (een gedeelte) van de WEB middelen voor lokale subsidies ter

bestrijding van de laaggeletterdheid.

2) Zoek aansluiting bij het Sociaal domein.

3) Gebruik de middelen efficiënt

- Mee te denken met:

o Bijlage 2-1 Leren(d) werken

Wie kent al goede voorbeelden van loopbaanscans?

Wie heeft goede voorbeelden van eigen regie?

Wie heeft een overzicht van het scholingsaanbod voor de onderkant van

de arbeidsmarkt? Bijlagen die apart zijn meegezonden. Bijlage 2-1 de projectaanvraag Meters maken op Leren(d) Werken. Bijlage 8-1 Menukaart regio Noordoost Brabant is bij de RSA mail gevoegd als aparte bijlage. Ontbrekende bijlagen: Bijlage 6-1 Stand van zaken Regionaal Werkbedrijf wordt later toegevoegd aan de agenda van POHO Arbeidsmarkt. Deze bijlage wordt eerst in de stuurgroep Regionaal Werkbedrijf van 7 september besproken. Daarna kan die gedeeld worden in de regio. Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd.

Page 2: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

2

CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital

Datum: donderdag 21 september van 10.00 tot 12.00 uur

Locatie: IBN vergaderruimte zie bij ingang (12.00 uur start POHO WMO Oost in dezelfde zaal. Voor

lunch wordt gezorgd)

1. Welkom door Kees van Geffen, voorzitter

2. THEMA LEVEN LANG LEREN/ SCHOLINGSKLOOF (ter meningsvorming) Bijlage 2-1

Tijdens het thema deel staat het projectvoorstel Leren(d) Werken centraal. In dit project

komen diverse vraagstukken om onderkant van de arbeidsmarkt arbeidsfit te krijgen en te

houden centraal. Eén van de vraagstukken is regie op de eigen loopbaan. Koos Loose en Piet

Hein Jonkergouw gaan hierover met u in gesprek.

PAUZE 10.45- 11.00

3. Concept Verslag 29 juni 2017 (ter vaststelling) Bijlage 3-1

4. Platform Cliëntenparticipatie Noordoost Brabant (PCAN) (ter informatie) Bijlage 4-1

De DB leden Herman Wijdeven (voorzitter) en Hans van Grieken (secretaris) van het PCAN

zijn aanwezig om met u kennis te maken.

5. Regionale beleidsontwikkelingen

o Raadsinformatiebrief Regionaal Werkbedrijf (ter vaststelling) Bijlage 5-1

o Social Return 3.0 (ter vaststelling) Bijlagen 5-2/5-2-1 en 5-2-2

o Regionale educatie (ter vaststelling) Bijlage 5-3

o Stand van zaken beleidsontwikkelingen (ter informatie) Bijlage 5-4

o Plan van aanpak werkgeversdienstverlening. Mondelinge toelichting op eerste contouren van

de aanvraag en het proces om voor 15 oktober het plan namens de regio in te dienen.

6. Regionaal Werkbedrijf (ter informatie) Bijlage 6-1

Inge Willems schetst aanvullend op bijlage 5-4 kort de stand van zaken o.a. realisatie Q2,

transparantie en www.talentuitnoordoostbrabant.nl.

7. Infoflits augustus 2017 (ter informatie) Bijlage 7-1

8. Mededelingen

De menukaart regionale samenwerking Noordoost-Brabant Bijlage 8-1

9. Vergaderdata 2017

Datum Thema Onderwerpen

30 november Sociaal ondernemen Resultaten aanpak jeugdwerkloosheid

Planning 2018 en vaststellen thema’s 2018

Toolkit (werkgeversbenadering) of alleen re-shoring

10. Rondvraag en sluiting

Page 3: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

3

BIJLAGE 2-1 POHO ARBEIDSMARKT 21 september 2017

LEVEN LANG LEREN EN SCHOLINGSKLOOF

Bestuurlijk opdrachtgever POHO: Piet Hein Jonkgergouw en Koos Loose

Ambtelijk RSA: Huub Penders

Steller memo: Karin van Meer (AgriFood Capital Werkt!)

Status: Ter meningsvorming

Afgelopen maanden is gebleken dat er verschillende initiatieven zijn om scholing voor de onderkant

van de arbeidsmarkt in onze regio te verbeteren. Vanuit het POHO Arbeidsmarkt zijn Piet Hein

Jonkergouw en Koos Loose aan de slag gegaan met het onderwerp. Ze willen een pilot starten met

als centrale vraag: hoe kunnen we juist lager geschoolde mensen zelf de regie laten voeren over hun

loopbaan?

Huib van Olden heeft via SBCM mogelijkheden om scholing in de regio voor de brede doelgroep P-

wet verder te verkennen. Dat heeft geleid tot bijgevoegd projectplan waarvoor subsidie wordt

verkregen van SBCM om een externe projectleider te bekostigen.

1. Korte inleiding (Piet Hein Jonkergouw)

2. Korte presentatie en gelegenheid tot stellen van toelichtende vragen over de bijgevoegde

projectaanvraag Meters maken op Leren(d) Werken (Bart Eigeman)

3. Korte inleiding op deelproject regie op je loopbaan (Piet Hein Jonkergouw)

4. Presentatie van een praktisch instrument ontwikkeld in zorgsector gericht op regie op je

loopbaan (Liesbeth Verstegen)

5. Discussie over verdere vormgeving Leren(d) Werken en de projectdoelstellingen

Regie op je loopbaan:

We willen een praktisch ‘instrument’ ontwikkelen waarmee laaggeschoolden mensen (max MBO

niveau 2) - de werkenden van vandaag en morgen- : - zich bewust worden van veranderingen in het/hun

werk (‘attention’);

- zich meer verantwoordelijk voelen voor hun loopbaan

(‘interest’);

- blijvend richting geven aan en versterken van hun

loopbaan (‘desire’ & ‘action’).

Er dient een beweging op gang te worden gebracht, waarbij het instrument ook bruikbaar is om meerdere malen toe te passen volgens de systematiek van de Deming cirkel: plan, do, check, act. In veel literatuur wordt gewezen op de drie belangrijke variabelen: OMA = Opportunity, Motivation and Ability.

De ‘vorm’ van dit instrument ligt nog open. Denk bijvoorbeeld

aan combinatie van een ervaring (bv. escaperoom, futuristische werkplek), vragenlijst en reflectie. Of

iets heel anders…

Page 4: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

4

BIJLAGE 3-1 POHO Arbeidsmarkt 21 september 2017

Concept verslag POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital

29 juni 2017

Aanwezig: Kees van Geffen (vz), Johan van den Brand (tot 11.00 uur), Eric van den Broek, Willy

Hendriks (tot 11.45) , Piethein Jonkergouw (tot 11.00 uur), Koos Loose (tot 11.00 uur), Huib van

Olden, Gerrit Overmans (tot 10.45), Rob Poel (tot 11.00 uur), Menno Roozendaal, Henri Willems,

Saskia Heijboer, Nicole Lemlijn (tot 11.45), Erik van Daal (tot 11.45), Anja Henisch, Rein van

Moorselaar (vervangt Rien Wijdeven), Inge Willems, Karin van Meer (secretaris).

Afwezig: Ester Biezen

Gasten: Fridthjof Leerdam (secretaris POHO economische ontwikkeling), Jos van Asten (coördinator

Werken van Morgen), Willem Poen (voorzitter stuurgroep Technologie en innovatie) en wethouders

POHO economische ontwikkeling.

1. Welkom en kennismaking door Kees van Geffen, voorzitter POHO Arbeidsmarkt

Welkom aan alle wethouders met in hun portefeuille arbeidsmarkt werk en inkomen en/of economie.

Op verzoek van Hanne van Aart en Kees van Geffen is dit plenaire overleg georganiseerd.

2. THEMA: digitalisering en robotisering

Jos van Asten en Willem Poen geven een toelichting op het onderzoek “ opleiden voor het

onverwachte: vruchten plukken van digitalisering in Noordoost Brabant “ zoals uitgevoerd door Avans.

Een filmpje toont een voorbeeldbedrijf. Koos Loose geeft aan dat de avond, die mede door AgriFood

Capital Werkt! over dit onderwerp is georganiseerd, succesvol is verlopen. Een mooi thema om als

gemeente met je ondernemers over in gesprek te gaan. De rol van de overheid is hierbij aanjagend

(inspireren en bewustwording) en faciliterend. De ondernemers zullen zelf hun oplossingen zoeken.

Hoe beter zij zijn voorbereid, hoe beter dat is voor de economie en werkgelegenheid. Ondernemers

zagen een oplossing in meester- gezel. De jongere voor de nieuwe technieken en oudere voor het

“boeren ”verstand. De avond wordt geëvalueerd en krijgt nog een vervolg. Ook werknemers hebben

een verantwoordelijk om mee te gaan met de nieuwste ontwikkelingen. Zij moeten in hun kracht

worden gezet. Zij dienen ook bewust gemaakt te worden van de snel veranderende arbeidsmarkt.

Tijdens het volgend POHO Arbeidsmarkt is een leven lang leren het thema en komen we hier op

terug. Het onderwijs is ook een partij bij digitalisering. Zij moeten zorgen voor een goede aansluiting

met de toekomstige arbeidsmarkt o.a. ondernemerschapsvaardigheden opnemen in curriculum. Het

aanbod is gedaan dat aan alle gemeente een dergelijke workshop wordt aangeboden (APL 15).

Sommige wethouders twijfelen nog of ze een lokale bijeenkomst willen organiseren of liever sectoraal.

In onze regio zijn agrifood en logistiek geen sectoren die voorop lopen in vernieuwing. Weinig

werkgevers willen daarbij investeren in een crossectorale overstap, terwijl “van werk naar werk”

essentieel is. Huib van Olden geeft aan dat hij gaat proberen om met middelen uit de O&O sociale

werkvoorziening een regionale scholingsafspraak te maken over het arbeidsfit krijgen en houden van

de onderkant van de arbeidsmarkt. Bij deze afspraak dienen meerdere sectoren aan te sluiten. Vanuit

het POHO economische ontwikkeling denkt men na over een subsidiepot voor werkgevers om

innovatie rondom digitalisering/ robotisering te stimuleren.

3. Reshoring voor werkgever

De beide POHO’s stemmen in met de voorstellen om de reshoring tool voor 1 jaar aan te schaffen,

capaciteit beschikbaar te stellen voor het toepassen van de tool, voor communicatie en voor

monitoring. Het streven is de tool in oktober 2017 operationeel te hebben. Een jaar later volgt de

evaluatie. Reshoring wordt opgenomen in overzicht regionale beleidsonderwerpen (APL 16). Het

project reshoring wordt bekostigd uit de inwonersbijdrage. Voor gemeenten ligt er de uitdaging om

voldoende geschikte nieuwe werknemers uit het werkzoekenden bestand voor te dragen, mogelijk zelf

Page 5: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

5

beschut werken of banenafspraken. Dit teruggehaalde werk in het lagere segment moet niet gedaan

worden door (nieuwe) arbeidsmigranten. De tool richt zich op de maakindustrie.

Na dit deel verlaten aantal wethouders de vergadering om deel te namen aan een ander POHO op de

regiodag of POHO WMO Oost.

4. Verslag en APL 16 maart 2017

Het verslag van 16 maart 2017 wordt aangenomen.

5. Regionale beleidsontwikkeling

NUG-beleid; alle aanwezigen stemmen in met de voorstellen en zullen het collegevoorstel en de

raadsinformatiebrief (RIB) inbrengen. Alle gemeenten krijgen het voorstel en RIB toegestuurd waarbij

de aanvulling vanuit Mijngemeente Dichtbij is verwerkt (APL 17)

Kwetsbare zzp’ers: de aanwezigen stemmen ermee in om verder te gaan met de inventarisatie naar

de vragen: wat is extra nodig voor de kwetsbare zzp’er (zzp’ers die onder de armoedegrens komen)?

en ligt er een oplossing in de regio? Of zit de oplossing in Den Haag en/of in het lokale? De

aanwezigen verwachten dat het probleem zich, ondanks een aantrekkende economie, niet heel

makkelijk vanzelf oplossen. Land van Cuijk heeft een goede subregionale oplossing en zal deze delen

met de werkgroep (APL 18), maar er niet zelf aan deelnemen. In de notitie staan verder aantal

voorbeelden die lokaal kunnen worden toepast om zzp’ers in een betere positie te brengen.

De volgende onderwerpen zijn besproken na 11.45. Een aantal leden verlaten de vergadering

vanwege POHO WMO Oost.

Regionaal plan stimulering samenwerking GGZ- Werk en inkomen; het tot stand komen van de

aanvraag was een lastig proces omdat er verschillen zijn tussen de twee subregio’s. In Oost (GGZ

Oost) is men minder ver in de samenwerking met werk en inkomen dan in de regio Meierij (Reinier

van Arkel). In regio Meierij is meer behoefte aan uitvoeringsmiddelen ipv middelen die de

samenwerking bevorderen. Het plan wordt door het Ministerie nog beoordeeld, in augustus kunnen

aanvullende vragen worden gesteld. Gemeenten erkennen dat ze steeds meer te maken krijgen met

deze doelgroep. Het is belangrijk elkaars taal te leren en een gezamenlijke visie te bepalen over het

gemeentelijk uitgangspunt werk boven zorg.

Er kan mogelijk ook vanuit de andere decentralisatie dossiers (WMO en Jeugdzorg) bij de instellingen

aandacht worden gevraagd om de samenwerking verder te stimuleren. Rein van Moorselaar biedt aan

om Piet-Hein, de trekker van dit dossier, hierbij te ondersteunen (APL 19)

6. Regionaal Werkbedrijf

Talentuitnoordoostbrabant is maandag bij AANtWERK aan zo’n 180 aanwezigen, waaronder veel

werkgevers, gepresenteerd. Werkgevers waren er enthousiast en het heeft op die avond al direct

geleid tot 7 leads. Het een mooie tool die het WSP verbindt. Aan de kwartaal monitor van het WSP

wordt de voorgang op de website bijgevoegd (APL 20). Bestuurders willen hun bijdrage, - bestuurlijk

escaleren indien nodig- , hier zeker aan geven. Ze moeten dan wel goed geïnformeerd zijn en blijven.

Aan de kwartaal monitor van het regionaal Werkbedrijf wordt beschut werken ook toegevoegd (APL

20).

De gemeenten dienen allemaal uitvoering te geven aan de landelijke opdracht om de klantprofielen

van het doelgroepenregister in SONAR te plaatsen. Via Sonar wordt het via de kandidatenverkenner

mogelijk voor werkgevers om op zoek te gaan naar een geschikte kandidaat voor een banenafspraak.

De reden van de vertraging ligt veelal in het feit dat de verschillende systemen nog niet gekoppeld

zijn. Zonder die systemen is het handwerk. Gemeenten geven aan dat er momenteel hoge werkdruk is

o.a vanwege hoge instroom vergunninghouders.

Page 6: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

6

Er is een brief gekomen van het Ministerie SZW om voor 15 oktober 2017 te komen tot een regionaal

plan voor het verbeteren van matchen op werk. Deze informatie wordt met het verslag meegestuurd

(APL 21)

7. Overzicht dienstverlening

Bij de vergaderstukken zijn twee platen van dienstverlening toegevoegd. Het is ter illustratie wat alle

partners in de regio aan dienstverlening bieden. De opgave is om komende vijf jaar, ook bij ons zelf, te

kijken hoe we een en ander kunnen stroomlijnen en ontwikkelen dat wat er nog ontbreekt. De

behoeften van de werkgevers en inwoners dienen daarbij centraal te staan. De werkgevers en

inwoners moeten wel weten wat we kunnen bieden.

8. Infoflits mei 2017

Geen vragen of opmerkingen bij de infoflits.

9. Rondvraag en sluiting

Namens het voorzittersoverleg is een brief gestuurd naar alle politieke partijen in onze regio om ook

komende bestuursperiode het regionaal arbeidsmarkt te blijven ondersteunen. Deze brief is naast het

boekje dat op 12 juli tijdens de avond voor de raadsleden wordt uitgedeeld. In dat boekje was te

weinig ruimte voor onze totale boodschap en behaalde resultaten. Voor 12 juli zijn vanuit het

arbeidsmarktprogramma verschillende stellingen aangedragen.

Kees sluit om 12.15 de vergadering en nodigt iedereen uit om beneden nog een broodje mee te eten.

Actiepunten lijst (APL)

Datum

POHO

Nr Actie Door wie Uiterlijk

gereed

Status

28 augustus

2017

2016

15.06.16

09.11.16

9 Aanspreken van

portefeuillehouder personeel over

realisatie banenafspraak in eigen

gemeentelijke organisatie

Allen doorlopend

07.09.16

14 Inbreng onderwerp aanname 50+-

ers door gemeente in

secretarissenoverleg. Zelf als

gemeente het goede voorbeeld

geven, ook voor deze doelgroep.

Menno

Roozendaal

Voorjaar

17

07.09.16 16 Wethouders bespreken in eigen

college om het PSO certificaat te

gaan behalen voor de

gemeentelijke organisatie

allen Sept 2017 Bernheze, ’s-

Hertogenbosch

zijn al

gecertificeerd.

Boxtel is ermee

bezig.

2017

16.03.17 8 De recente discussie over

beschermd wonen meenemen in

opzet miniconferentie GGZ/ Werk

en inkomen

Piet-Hein

Jonkergouw/

Inge

Willems

Mei 17

16.03.17 10 Ambtenaren informeren over

regionale beleidslijn werk boven

inburgering. Dit nav regioplan

allen Maart 17

Page 7: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

7

screening en matching

vergunninghouders.

16.03.17 12 Uitkomsten evaluatie WSP

verwerken in informatiebrief aan

de raad

Huib van

Olden/ Inge

Willems

Juni 17 Brief komt in

POHO sept

16.03.17 13 Kees informeert (sub)regionale

POHO’s Jeugd en WMO dat social

return als thema wordt behandeld

door het regionaal POHO

Arbeidsmarkt.

Kees van

Geffen

April 17 Dit gebeurt na

vaststelling

aangepast

beleidskader

social return 3.0

16.03.17 14 Opstellen evaluatie social return

en geactualiseerd beleidskader

social return 3.0 ism Zuidoost-

Brabant

Rein van

Moorselaar

Juni 17 Komt op de

POHO agenda

van september

29.06.17 15 Gemeenten zullen worden

benaderd om interesse kenbaar te

maken voor lokale workshop

kansen digitalisering voor

ondernemers

Allen Najaar 17

29.06.17 16 Monitoring en evaluatie reshoring

tool opnemen in overzicht

beleidsonderwerpen

Karin van

Meer

Sept 17 Gereed

29.06.17 17 Laten vaststellen collegevoorstel

nugbeleid en raadinformatiebrief

Allen Juli 17 Navragen in RSA

29.06.17 18 Doorgeven good practice uit land

van Cuijk aan werkgroep

kwetsbare zzp’ers

Willy

Hendriks

Aug 17 Contact gehad

met Anja Koch

info wordt

doorgegeven

29.06.17 19 Verkennen welke rol POHO’s

WMO en Jeugdzorg kunnen

spelen bij stimulering

samenwerking GGZ en Werk en

inkomen

Rein van

Moorselaar/

Piet Hein

Jonkergouw

Sept 17

29.06.17 20 Kwartaalrapportage

Werkgeversservicepunt uitbreiden

met gegevens over “talentuit” en

beschut werken.

Inge

Willems

Sept 17

29.06.17 21 Meesturen informatie SZW over

regionale aanvraag matchen op

werk met concept verslag

Karin van

Meer

Juli 17 gereed

Page 8: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

8

Bijlage 4-1 Platform Clientenparticipatie Arbeidsmarktregio

Noordoost Brabant

Doel, visie en uitvoering cliëntenparticipatie binnen de

arbeidsmarktregio Noordoost Brabant

1. Inleiding

Met de totstandkoming van het Sociaal Akkoord in 2013 werden 35 arbeidsmarktregio’s in Nederland

ingericht met in iedere regio een eigen werkbedrijf om de afgesproken 125.000 banen voor mensen

die niet zelfstandig het minimum loon kunnen verdienen te verdelen. De cliëntenparticipatie was

hierbij niet direct meegenomen maar was sowieso al lokaal en wettelijk geregeld. Iedere gemeente

heeft hierover een verordening met daarin de taken en bevoegdheden.

Op 4 april 2016 is een brief door het Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gestuurd

naar alle centrumgemeenten, dus ook naar ’s-Hertogenbosch, over regionale cliëntenparticipatie. De

oproep luidde om cliënten te betrekken bij de beleidsontwikkeling in het Regionaal Werkbedrijf. De

voorzitter van het regionaal Werkbedrijf AgriFood Capital

Werkt! onderschrijft dit belang. Hij heeft reeds in 2014 aan de Cliëntenraad van 'sHertogenbosch

gevraagd hier vorm aan te geven.

Vanaf die tijd zijn vertegenwoordigers van de 18 (aanvankelijk 19) gemeentelijke cliëntenraden een

aantal keren bijeen geweest om deze participatie, cq. belangenbehartiging, gestalte te geven in de

vorm van een Platform Cliëntenparticipatie Arbeidsmarktregio Noordoost Brabant in het vervolg:

PCAN.

Gezocht is aanvankelijk naar aansluiting bij de Stuurgroep van het Werkbedrijf waaruit uiteindelijk is

geregeld dat de vakbondsvertegenwoordiging hiervoor zorgdragen. Tussen Auke Blaauwbroek (FNV)

, Huub Verbeek (CNV) en het DB van het PCAN zijn afspraken over de inbreng gemaakt.

De coördinator van het Werkgeversservicepunt Noordoost Brabant (WSP) heeft daarbij regelmatig

een presentatie verzorgd over de stand van zaken. Het PCAN bleef echter zoekende naar hun

positie. Zij staat daarin overigens niet alleen. Uit een recent onderzoek (15 feb 2017) door Zinziz blijkt

dat in slechts 12 van de 35 arbeidsmarktregio’s een vorm van regionale cliëntenparticipatie is. En in

de 12 regio’s waar regionale cliëntenparticipatie is georganiseerd, loopt het nog niet overal op

rolletjes. De verscheidenheid in vormgeving en invloed is groot.

In december 2016 heeft Inge Willems (coördinator WSP en secretaris stuurgroep Werkbedrijf) bij haar

presentatie in PCAN voorgesteld om aan te haken bij de het Portefeuille Houders (wethouders)

Overleg (POHO) Arbeidsmarkt en het ambtelijk voorbereidingsoverleg Regionaal Strategisch

Adviesteam (RSA). Op 7 februari is hierover een vervolggesprek geweest met de voorzitter,

wethouder Kees van Geffen, en secretaris, Karin van Meer, van het POHO Arbeidsmarkt en twee

leden van het DB van het PCAN. Vervolgens heeft Karin van Meer een presentatie gegeven in de

vergadering van PCAN op 2 maart 2017. De daaropvolgende discussie gaf de aanleiding tot deze

beschrijving van Doel, Visie en Uitvoering.

2. Vervolg

Conform de afspraken uit de vergadering van het PCAN van 2 maart 2017 heeft een commissie,

bestaande uit de voorzitter (Herman Wijdeven), secretaris (Hans van Grieken) en twee leden: Frans

Dijcks en Frans Schmit) op 29 maart 2017 een voorstel tot dit concept “Doel, visie en uitvoering

cliëntenparticipatie binnen de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant” opgesteld.

Page 9: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

9

3. Doel

Het Platform Cliëntenparticipatie Arbeidsmarktregio Noordoost Brabant (PCAN) heeft tot doel om

informatie, aangaande de arbeidsmarkt in deze regio welke direct of indirect de belangen van cliënten

raken, (vroegtijdig) te delen met elkaar.

Daarnaast wil zij met deze informatie raadpleging verzorgen aan de Stuurgroep Werkbedrijf, het

POHO van deze Arbeidsmarktregio en het Regionaal Strategisch Adviesteam, alsmede aan lokale

cliëntenraden (of raden Sociaal Domein).

Het PCAN zal, vooralsnog, geen adviezen uitbrengen hetgeen binnen de cliëntenparticipatie de

verantwoordelijkheid is en blijft van de bestaande Cliëntenraden, dan wel Raden Sociaal Domein.

Met cliënten worden bedoeld alle inwoners van de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant die werk

zoeken en daarbij ondersteuning nodig hebben, ongeacht de uitkeringssituatie.

4. Visie

Het PCAN zal haar ervaringsdeskundigheid benutten bij beleid en uitvoering binnen de

Arbeidsmarktregio Noordoost Brabant teneinde de dienstverlening aan cliënten binnen deze regio te

optimaliseren. Zij kan hierbij bouwen op brede steun en samenwerking van de cliëntenraden (of

Raden Sociaal Domein) van alle 18 gemeenten.

5. Uitvoering

5.1. Het PCAN zal per jaar minimaal 3x bijeenkomen.

5.2. De samenstelling van PCAN zijn de cliëntvertegenwoordigers van de gemeentelijke Cliëntenraden

of Raden Sociaal Domein die belast en bekend zijn met Arbeidszaken. De voorzitters van deze raden

bepalen wie dit zijn.

5.3. Deze bijeenkomsten worden voorbereid door een dagelijks bestuur (DB).

5.4. Het PCAN kan gebruik maken van vergaderfaciliteiten bij de gemeenten of AgriFood Capital

Plaza.

5.5. Dit DB zal uit het PCAN worden gekozen: met minimaal een voorzitter, vicevoorzitter en

secretaris.

5.6. Het secretariaat van de Cliëntenraad Participatiewet ’s-Hertogenbosch ondersteunt het PCAN.

5.7. Het DB is agendalid van POHO Arbeidsmarkt Noordoost Brabant en van het Regionaal

Strategisch Adviesteam (RSA) en ontvangt de Infoflits,

5.8. De secretaris POHO en RSA zal het PCAN tijdig informeren en raadplegen over regionale

ontwikkelingen en beleidsthema’s.

5.9. Het DB ontvangt eveneens agenda(stukken) en verslaglegging van de Stuurgroep van het

regionaal Werkbedrijf Noordoost Brabant.

5.10. Het DB sluit minimaal eenmaal per jaar aan bij het POHO arbeidsmarkt.

5.11. Het DB onderhoudt frequent contact met het RSA.

5.12. Het secretariaat (zie 5.4) informeert van alle voorgaande items alle platformleden.

Vastgesteld in de vergadering van het Platform Cliëntenparticipatie Arbeidsmarktregio Noordoost

Brabant van 12 juli 2017.

Oss, 12 juli 2017

Herman Wijdeven, voorzitter

Hans van Grieken, secretaris

Page 10: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

10

Bijlage 5-1 POHO 21 september 2017

Raadsinformatiebrief Regionaal Werkbedrijf en Werkgeversservicepunt

RSA opdrachtgever: Leida Rasing

Van: Karin van Meer en Inge Willems

Status: Ter informatie en ter besluitvorming Het POHO wordt gevraagd om:

- in te stemmen met de concept raadsinformatiebrief Tussenevaluatie Regionaal Werkbedrijf en Werkgeversservicepunt en het aan uw raad toe te sturen

Page 11: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

11

Raadsinformatie brief Tussenevaluatie Regionaal Werkbedrijf 2015- 2017

Karin van Meer en Inge Willems, versie 29 augustus

1. Aanleiding

In het Sociaal Akkoord, dat in april 2013 is gesloten, is landelijk de afspraak gemaakt dat werkgevers-

en werknemersorganisaties samen met gemeenten regionale werkbedrijven oprichten. De

werkbedrijven hebben de taak om in het hele land 125.000 extra banen te realiseren voor mensen met

een arbeidsbeperking. Dit aantal moet in 2026 zijn bereikt. Deze extra banen worden banenafspraken

genoemd (zie bijlage 1). Door UWV is een nulmeting (stand 31 december 2012) uitgevoerd. Er waren

toen 3.417 banenafspraken in onze regio (met name ingevuld vanuit de WSW en Wajong). Voor de

regio Noordoost-Brabant betekent de afspraak uit het Sociaal Akkoord dat er eind 2026 bijna 8.500

banenafspraken moeten zijn gerealiseerd. Dit is de eindstand die moet worden bereikt. Uitvallers (o.a.

door pensionering, ziekte, ontslag etc.) moeten vervangen worden.

De afspraak uit het Sociaal Akkoord is verwerkt in wetgeving: de Participatiewet (P-wet), wet

banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten en de wet SUWI (Structuur uitvoeringsorganisatie werk

en inkomen). Onderdeel van de wet SUWI is om iedere twee jaar een evaluatie uit te voeren naar de

samenwerking, de gemaakte afspraken werkgeversdienstverlening, de uitvoering en de resultaten en

de financiering van het Regionaal Werkbedrijf. Uw college informeert u over deze onderwerpen in

deze brief. De uitvoering heeft het Regionaal Werkbedrijf uitbesteed aan het Werkgeversservicepunt

Noordoost Brabant (WSPNOB).

2. De samenwerking

Het Regionaal Werkbedrijf Noordoost Brabant is ingebed in een brede regionale samenwerking. Het

Regionaal Werkbedrijf is één van de vier programmalijnen van de AgriFood Capital Werkt!. De

programmalijn heeft een eigen stuurgroep onder voorzitterschap van de wethouder Werk en Inkomen

van de centrumgemeente ’s-Hertogenbosch. In de stuurgroep zitten verder vertegenwoordigers

namens de werkgevers, de vakbonden, de 16 gemeenten, het UWV en de drie SW bedrijven uit de

arbeidsmarktregio Noordoost Brabant. Dit zijn de partners in het Regionaal Werkbedrijf. Het dagelijks

bestuur van het Platform Cliëntenparticipatie Arbeidsmarkt Noordoost Brabant is agenda lid. De

wethouders, die namens de regio in deze stuurgroep zitting hebben, gebruiken het regionale

portefeuillehoudersoverleg Arbeidsmarkt voor afstemming met de collega wethouders uit de regio.

De samenwerking is geëvalueerd. Dit is gedaan aan de hand van gesprekken met zes leden van de

stuurgroep en één oud-lid. Deze leden vertegenwoordigen de diverse geledingen (overheid,

werkgevers- werknemersorganisaties en SW-bedrijven) binnen het werkbedrijf. Zij geven het

Regionaal Werkbedrijf in onze arbeidsmarktregio gemiddeld het rapportcijfer 7,4.

Over het algemeen is iedereen tevreden over de samenwerking. Wel worden diverse aanbevelingen

gegeven, zoals:

- Betrek meer werkgevers in het regionaal werkbedrijf, zodat de verhouding overheid-

werkgevers-werknemers gelijkmatiger is verdeeld.

- Betrek een breed scala aan werkgevers in het werkbedrijf, zowel sociale ondernemers als

‘gewone’ ondernemers.

- Maak een werkplan voor het Regionaal Werkbedrijf waar alle partijen binnen het Regionaal

Werkbedrijf doelstellingen in hebben staan en hun inzet is vastgelegd.

Alle geïnterviewden geven aan dat de samenwerkende partijen niet achterover moeten gaan zitten. Zij

zijn allemaal tevreden, maar dat is ook tevens de valkuil. Ze willen en moeten kritisch blijven. En zich

blijven afvragen: waar zijn we van en waar doen we het voor?

3. De afspraken over de werkgeversdienstverlening

In het najaar 2014 heeft uw raad - net als alle andere gemeenteraden in Noordoost Brabant -

ingestemd met het functioneel ontwerp werkgeversdienstverlening (FO): op weg naar de optimale

schaal van samenwerking (optioneel: lokaal documentnummer/verwijzing toevoegen). Het FO vormt

het kader voor de werkgeversdienstverlening door de partners in Noordoost Brabant. En bevat op

hoofdlijnen de richtlijnen waarop zij dat doen. Met de aanpak en de maatregelen beogen we om het

voor werkgevers makkelijker te maken werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst

Page 12: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

12

te nemen. Zo kunnen wij in gezamenlijkheid met de werkgevers en de werknemers invulling geven

aan de banenafspraak uit het Sociaal Akkoord en de brede doelgroep (zie bijlage 1) plaatsen. Dit

regionaal functioneel ontwerp bevat 56 afspraken.

Wij hebben de stand van zaken van de afspraken uit het FO opgemaakt. Onze conclusie is dat we op

de goede weg zijn. Maar we zien nog een aantal verbeterpunten. We willen beter gebruik maken van

sectorale gelden, starten met het meten van de tevredenheid bij werkgevers en nog meer werkgevers

bekend maken met onze dienstverlening. Als gemeenten zijn we bovendien zelf ook werkgever. Wij

moeten daarom het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van voldoende

stages en (leer)banen voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Alle gemeenten in

onze regio willen met het PSO certificaat (Prestatieladder Socialer Ondernemen) zichtbaar maken dat

ze een sociaal ondernemer zijn.

4. De uitvoering en de resultaten

Het realiseren van de plaatsingen van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt is

overgedragen aan het Werkgeversservicepunt Noordoost Brabant (WSPNOB). Dit is een

netwerkorganisatie. Het UWV Noordoost Brabant, de 16 gemeenten en de drie SW bedrijven werken

hierin samen. Er zijn zes clusters; WSP WeenerXL, WSP Oss (inclusief Uden/ Landerd) WSP Land

van Cuijk, WSP Meierijstad (inclusief Boekel en Bernheze), WSP Meierij (Vught, Sint Michielsgestel,

Haaren en Boxtel) en WSP UWV.

Alle organisaties binnen het Werkgeversservicepunt hebben accountmanagers in dienst die werken

voor het WSPNOB. In totaal gaat het om meer dan 50 accountmanagers. Zij gaan op pad om

werkgevers in de regio te bezoeken. Zij spreken met werkgevers over de instroommogelijkheden voor

werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat om zowel werkzoekenden uit het

doelgroepregister (zie bijlage 1) als werkzoekenden met en zonder uitkering. Het is daarbij mogelijk

om een werkgever een loonkostensubsidie, extra begeleiding op de werkplek, een proefplaatsing of

een no-riskpolis te geven. Voor werkzoekenden die worden geplaatst op een banenafspraak wordt

een loonwaardemeting toegepast. Deze instrumenten zijn zoveel mogelijk geharmoniseerd, dat wil

zeggen dat het voor een werkgever niet uitmaakt of hij een werkzoekende uit de gemeente x of y

aanneemt. Maatwerk blijft op verzoek van de werkgever ook mogelijk.

Er is een coördinator aangesteld voor uitvoering van onderstaande taken:

- de coördinatie van de zes clusters: o.a. delen good practices, bespreken en oplossen van

knelpunten in de operatie;

- de (verdere) ontwikkeling van het WSPNOB: o.a. pilot praktijkroute (zie bijlage 1), handboek

werkgeversdienstverlening organisatie gezamenlijke intervisie en bijscholing

accountmanagers, transparantie doelgroepenbestand;

- de regionale marktbewerking: o.a. marktbewerkingsplan en www.talentuitnoordoostbrabant.nl;

- communicatie: o.a. website www.wspnoordoostbrabant.nl en meet-en greet bijeenkomsten

voor werkgevers;

- (mede) opzetten van (sub)regionale projecten en/of arrangementen om mensen met een

afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen bij werkgevers;

- het monitoren van de afgesproken resultaten;

- De coördinator is tevens secretaris van het regionaal Werkbedrijf.

Het WSPNOB heeft goede resultaten bereikt:

- 4.794 banenafspraken per 1 april 2017. Het doel voor 2017 is 4.742 banenafspraken. We

liggen goed op koers. Vooral de marktsector heeft veel banenafspraken. Twee sectoren,

namelijk de overheid en het onderwijs, blijven achter in de realisatie. Er zijn slechts 25 extra

banenafspraken gecreëerd ten opzicht van de nulmeting eind 2012. Veel gemeenten kiezen

voor een detacheringsconstructie in plaats van werkzoekenden zelf in dienst te nemen of

hebben diensten uitbesteed. Daardoor tellen deze banen iet mee bij de overheid, maar bij de

marktsector. Niet alleen in onze regio blijft de overheid achter, dat is een landelijk beeld. Dit

achterblijven betekent dat het kabinet wetgeving voorbereidt om het quotum voor de sectoren

overheid en onderwijs in werking te laten treden.

Page 13: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

13

- 10.731 plaatsingen van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt in 2016. In het

eerste half jaar 2017 zijn het … plaatsingen.1 We zien het aantal plaatsingen afnemen. Een

oorzaak is dat er door economische groei minder bemiddelbare kandidaten over zijn voor het

WSPNOB. Werkzoekenden vinden op eigen kracht weer werk. De groep die overblijft moet

vaak eerst arbeidsfit worden gemaakt (zie hieronder)

- Deelname aan één van de drie pilots in het land van de praktijkroute. Deze pilot was

succesvol en is opgenomen in de P-wet. (zie bijlage 1).

Werkzoekenden dienstverlening: arbeidsfit krijgen en houden

Zowel de gemeenten als het UWV zijn zelf verantwoordelijk om hun werkzoekendenbestand arbeidsfit

te krijgen en te houden. Daarover zijn geen regionale afspraken gemaakt. Wel wordt in toenemende

mate bij scholingsprojecten samengewerkt. Gemeenten kunnen daarbij gebruik maken van het

Servicepunt Leren en Werken Noordoost Brabant en het sectorplan Regio Noordoost-Brabant. Zo

kunnen meer werkzoekenden worden bereikt en kunnen meer verschillende middelen worden ingezet.

Aanvullend op de lokale dienstverlening worden met extra Rijksmiddelen extra activiteiten verricht

voor specifieke doelgroepen binnen het werkzoekenden bestand. Het gaat hierbij om jongeren,

statushouders, ouderen en werkzoekenden met een GGZ achtergrond. De activiteiten zijn er vooral op

gericht om de professionals uit de hele regio nog beter met elkaar te laten samenwerken, casuïstiek te

bespreken en goede voorbeelden uit te wisselen. Met provinciale middelen wordt ook ingezet op

kwetsbare jongeren als aparte doelgroep. Ook vanuit Europa ontvangen we middelen vanuit het

Europees Sociaal Fonds (ESF). Deze worden gebruikt voor de versterking van het casemanagement.

5. Financiering Regionaal werkbedrijf

Voor de opstart van het Regionaal Werkbedrijf heeft de centrumgemeente ’s-Hertogenbosch voor de

jaren 2014 tot en met 2016 eenmalig één miljoen euro van het Rijk ontvangen. Uw gemeenteraad heeft,

omdat deze middelen afliepen, ermee ingestemd om vanaf 1 januari 2017 1 euro per inwoner

beschikbaar te stellen voor AgriFood Capital Werkt!. Zo’n 41 cent van iedere euro wordt gebruikt voor

de coördinatie, ontwikkeling en communicatie van het WSPNOB en het secretariaat van de stuurgroep.

Voor verdere versterking van de werkgeversdienstverlening doet de regio voor 15 oktober 2017 een

verzoek voor een ondersteuningsbijdrage bij het Ministerie van SZW. We vragen sociale partners bij de

opstart en uitvoering van projecten naar de mogelijkheden om sectorale gelden voor deze projecten in

te kunnen zetten. Gemeenten maken voor de werkzoekenden dienstverlening gebruik van Europese

middelen (ESF), Rijksmiddelen en provinciale middelen. De aanvragen en verantwoording lopen via de

centrumgemeente ’s-Hertogenbosch.

6. Tot slot

Wij zullen u iedere twee jaar via een raadsinformatiebrief blijven informeren over de evaluatie.

Daarnaast treft u in het jaarverslag van de regio Noordoost Brabant en AgriFood Capital op

hoofdlijnen de resultaten aan over het Regionaal Werkbedrijf. (optioneel2. U ontvangt een aantal

malen per jaar de infoflits AgriFood Capital Werkt! waarin resultaten en ontwikkelingen van het

Regionaal Werkbedrijf zijn opgenomen.)

1 De plaatsingen worden ingevoerd als de cijfers met de stuurgroep van het Regionaal Werkbedrijf op 7 september zijn

besproken

2 Deze optie is van toepassing op die gemeenten die de infofllits ook doorsturen aan de gemeenteraad

Page 14: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

14

Bijlage 1: Begrippen en afkortingen

AgriFood Capital Werkt! De samenwerking in de regio verantwoordelijk voor de “people” lijn/ een toekomstbestendige arbeidsmarkt van AgriFood Capital

Banenafspraken/ doelgroepregister/ praktijkroute

De banenafspraak houdt in dat er tot 2025 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking worden gerealiseerd: 100.000 banen in de marktsector en 25.000 bij de overheid. Alle werkgevers kunnen voor deze extra banen (=extra plaatsingen) zorgen. De Banenafspraak kwam tot stand als onderdeel van het Sociaal Akkoord uit 2013 en ondersteunt de Participatiewet.

In de afspraken is vastgelegd hoeveel banen er in de opbouw tot 2026 moeten worden gerealiseerd. Als het aantal banen niet gehaald wordt kan het kabinet besluiten een quotumheffing in te voeren. Voor het jaar 2017 moeten er in totaal 33.000 banen worden gerealiseerd, 10.000 banen bij de overheid en 23.000 banen in de marktsector.

Wie komt er in aanmerking voor de banenafspraak? De doelgroep voor de banenafspraak komen bij het UWV in het zogenoemde doelgroepregister te staan. De groep bestaat uit:

- Mensen met een Wsw-indicatie - Wajongers met arbeidsvermogen - Mensen met een Wiw-baan of ID-baan - (Ex) Leerlingen uit het VSO en praktijkonderwijs - Mensen die onder de participatiewet vallen en na

beoordeling is aangetoond dat ze niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen.

Mensen die onder de participatiewet vallen kunnen via twee verschillende wegen in het doelgroepregister worden opgenomen:

1) Via een beoordeling arbeidsvermogen door UWV: o op verzoek van de gemeente o op verzoek van de werkzoekende

UWV beoordeelt of iemand in staat is zogenoemde drempelfuncties uit te voeren. Dat is een functie die voorkomt op de Nederlandse arbeidsmarkt en een lichte belasting van iemand vraagt. Is iemand hiertoe niet in staat, dan behoort hij/zij tot de doelgroep.

- 2) Via de praktijkroute: de gemeente beoordeelt op de werkplek met behulp van een gevalideerde loonwaardemethodiek of de werkzoekende een loonwaarde heeft onder het Wettelijk Minimumloon. Als dat het geval is, valt de betreffende persoon in het doelgroepregister.

Beschut Werken Beschut werk is bedoeld voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. Mensen die alleen kunnen werken in een ‘beschutte’ omgeving, onder aangepaste omstandigheden. Zij hebben meer begeleiding en aanpassing van hun werkplek nodig dan van een reguliere werkgever is te verwachten. Gemeenten zijn er verantwoordelijk voor dat deze beschutte werkplekken er komen. Het UWV beoordeelt of beschut werken ingezet dient te worden.

Brede doelgroep Alle werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt, met en zonder uitkering. De omschrijving zoals van de doelgroep zoals die door PSO wordt gehanteerd

Page 15: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

15

Kwetsbare jongeren Jongeren die uitstromen uit VSO (voortgezet Speciaal Onderwijs), PRO (Praktijkdonderwijs), VMBO, Entreeopleiding en uitvallers vanuit MBO 2 die ondersteuning nodig hebben naar vervolgonderwijs, een duurzame werkplek of een passende dagbesteding

Afkortingen

FO Functioneel Ontwerp

P-wet Participatiewet

PSO Prestatieladder Socialer Ondernemen. Dit instrument is door TNO ontwikkeld.

SUWI Structuur uitvoeringsorganisatie Werk en inkomen

SW Sociale Werkvoorziening

UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

WSPNOB Werkgeversservicepunt Noordoost Brabant

WSW Wet Sociale Werkvoorziening

Page 16: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

16

Bijlage 5-2 POHO 21 september 2017

Vaststelling regionaal beleidskader Social Return 3.0

RSA opdrachtgever: Leida Rasing

Van: Harry Hoogland (voorzitter regionale kennisplatform social return/

beleidsmedewerker Weener XL) en Melanie van Erp (beleidsmedewerker

gemeente Bernheze)

Status: Ter informatie en ter besluitvorming

Social Return schept kansen voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Gezien de

ervaringen met het vaststellen van het regionaal beleidskader social return 2.0, dat in een aantal

gemeenten nog niet is vastgesteld, vragen we uw bestuurlijke invloed uit te oefenen zodat dit

beleidskader voor 1 januari 2018 in alle gemeenten van onze arbeidsmarktregio wordt vastgesteld en

uitgevoerd.

POHO Arbeidsmarkt wordt gevraagd om:

1) Kennis te nemen van de actuele stand van zaken rondom samenwerking met de

Arbeidsmarktregio’s Zuidoost Brabant en Helmond & Peelgemeenten.

2) Kennis te nemen van de evaluatie Social Return Beleid Noordoost-Brabant.

3) In te stemmen met de geactualiseerde kadernotitie Social Return 3.0 voor de

arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant (bijlage 5-2-1) en de bijbehorende beleids- en

uitvoeringsregels (bijlage 5-2-2).

4) Het kader en de regels door het college van Burgemeester en Wethouders te laten vaststellen

met het verzoek deze op 1 januari 2018 in werking te laten treden, inclusief de uitvoering

daarvan.

Page 17: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

17

Regionaal beleidskader Social Return

Op 16 maart 2017 is er in het POHO Arbeidsmarktbeleid een bestuurlijke opdracht gegeven aan het

RSA om het huidige Beleids- en uitvoeringskader social return 2.0 te evalueren en te actualiseren. Het

RSA maakt hierbij gebruik van het de expertise vanuit het regionale kennisplatform social return. De

ambitie werd uitgesproken om, samen met de arbeidsmarktregio’s Zuidoost en Helmond, te komen tot

een beleidskader voor Brabant Oost.

1) Kennisnemen van de actuele stand van zaken rondom samenwerking met de

arbeidsmarktregio’s Zuidoost Brabant en Helmond en de Peelgemeenten.

De gemeente Bernheze is uitgenodigd door de gemeente Oirschot om deel te nemen aan de

werkgroep Social Return. Deze werkgroep werkt de bestuurlijke opdracht uit om een

eenduidig beleidskader op te stellen voor de regio Zuidoost Brabant. Vanuit de rol als

bestuurlijk kartrekker vanuit het POHO Arbeidsmarkt is deze uitnodiging aangenomen door

wethouder Rein van Moorselaar. Tijdens de werklunch op 6 maart, met afgevaardigden van

arbeidsmarktregio Noordoost Brabant, is aangegeven dat er op deze manier een kans lag om

te komen tot een eenduidig beleid voor de regio Oost Brabant. Noordoost Brabant nam

hiervoor het initiatief en hebben Willibrord de Veer (gemeente Bernheze), Saskia van der

Spank (IBN) en Jan Habraken (gemeente Oss) afgevaardigd naar de werkgroep Social Return

in Zuidoost Brabant. Na een voortvarende start blijken er toch een tweetal onderwerpen meer

tijd te kosten om samen met de andere arbeidsmarktregio’s te bespreken. De onduidelijkheid

over deze onderwerpen staat de ambitie om tot één gezamenlijk en eenduidig beleidskader

Oost Brabant te komen op dit moment nog in de weg. Deze onderwerpen zijn:

Verzwaring rol Prestatieladder Social Ondernemen (PSO) binnen regionaal beleidskader

Zuidoost.

Het regionaal beleidskader voor Zuidoost Brabant wordt er meer dan in het huidige

beleidskader Social Return 2.0 voor Noordoost Brabant een rol weggelegd voor het instrument

Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) en hierin wordt voorgesteld om PSO te zien als

voorkeurs invulling. Dat voorstel ondersteunen we niet in de regio Noordoost. Wij zijn van

mening dat PSO één instrument is om invulling te geven aan social return, en vinden dat ons

huidige beleid voldoende recht doet aan het instrument PSO. De aspirant-status en trede 1

van de PSO geven te weinig gewicht aan de invulling van sociaal ondernemerschap door een

opdrachtnemer. Pas vanaf trede 2 is er wat ons betreft voldoende gewicht om te spreken van

een opdrachtnemer die ruim bovengemiddeld scoort wat betreft sociaal ondernemen met

aandacht en werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Belangenverstrengeling en verduidelijking organisatiestructuur PSO.

Projectleider voor de regio Zuidoost Brabant, specifiek regio Eindhoven, Yuri Starrenburg, is

tevens medeoprichter PSO en bestuurslid PSO Nederland. Vanuit de regio Noordoost Brabant

zijn vragen gesteld om onduidelijkheden over de organisatiestructuur waarbinnen PSO is

georganiseerd. Deze vragen gaan over de wijze waarop het toezicht is geregeld en er wordt

gevraagd de financiële verhouding tussen de betrokken rechtspersonen op te helderen. Deze

onduidelijkheden en het uitblijven van een antwoord op de vraag om deze onduidelijkheid weg

te nemen, leidt tot beeldvorming die afbreuk doet aan het draagvlak bij gemeenten en SW-

bedrijven in Noordoost-Brabant en dient eerst opgehelderd dienen te worden. Yuri

Starrenburg heeft op verzoek (gedeeltelijk) gegevens aangeleverd en vragen beantwoord,

maar er blijven toch nog onduidelijkheden bestaan. Het heeft de voorkeur om vanuit de

structurele samenwerking die we beogen binnen Oost Brabant, meer tijd te nemen en te

investeren in het ophelderen van de vragen. We zouden het aanbod willen doen aan Yuri

Starrenburg om aan aantal vertegenwoordigers van de regio Noordoost Brabant inzicht te

geven zodat de onduidelijkheden weggenomen kunnen worden. Om dit te realiseren willen

Page 18: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

18

bestuurlijke kartrekkers van de regio Zuidoost, wethouder Caspar van Hoek van de gemeente

Oirschot en kartrekker van onze regio, wethouder Rein van Moorselaar hiervoor het initiatief

nemen.

Structuur werkgroep Social Return Zuidoost, Helmond en de Peelgemeenten

De werkgroep Zuidoost Brabant bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeenten

Eindhoven, Oirschot en Bizop. De werkgroep is recent aangevuld met vertegenwoordigers uit

de gemeenten Son, Nuenen, Oirschot, Best, Waalre en Valkenswaard. Regio Helmond- De

Peel sluit aan bij de werkgroep, maar heeft in haar eigen arbeidsmarktregio in juli 2016 haar

eigen social return beleid vastgesteld. Daarmee zijn ze op weg in Zuidoost om een volledige

vertegenwoordiging van de regio te krijgen, maar is het nu niet mogelijk om op hele korte

termijn alles op elkaar af te stemmen en bestuurlijk te regelen. Er is de vraag neergelegd bij

de projectleider van Zuidoost om aan te sluiten bij het beleidsoverleg van deze regio om ook

op meer tactisch en beleidsmatig niveau afstemming te zoeken om één regionaal

beleidskader in 2018. Op dit moment lijkt nog onduidelijk wat de overlegstructuur van de regio

Zuidoost zal zijn. Vanuit onze regio ligt het aanbod er en zullen we er op toezien dat we

aanhaken als de overlegstructuur duidelijk is.

Ondersteuning Provincie bij ontwikkeling Brabants beleidskader

Tijdens de vergadering van het regionale kennisplatform SR op 6 juli jl. heeft Jose van

Rosmalen, Provincie Brabant de notitie “Naar een veerkrachtige arbeidsmarkt 2016-2019”

toegelicht. In deze notitie wordt de Brabantse aanpak van de provincie geschetst om te komen

tot een vitale en veerkrachtige Brabantse arbeidsmarkt. De vier arbeidsmarktregio’s zijn

essentiële partners voor het medevormgeven van het provinciaal beleid. Idealiter komt er ook

een Brabants Social Return beleidskader op de hoofdlijnen (doelgroep, drempelbedrag,

percentages, hoogte boete) en om deze ontwikkeling mogelijk te maken wordt de provincie

gevraagd hier een actieve rol in te pakken. We sluiten aan bij de rol die de provincie voor

zichzelf omschrijft in de notitie als de partij die met de regio’s verdiepend in gesprek gaat om

innovatie en afstemming te borgen en de slagkracht in de uitvoering te borgen. We willen de

provincie uitnodigen om hierin het initiatief te nemen.

2) Evaluatie Social Return Beleid Noordoost-Brabant.

Het regionaal beleidskader 2.0 is nog niet vastgesteld door de gemeenten Boxmeer en Sint

Anthonis. De vraag om dit beleidskader alsnog te laten vaststellen binnen deze gemeenten

heeft meerdere keren op de agenda van het POHO Arbeidsmarkt gestaan. Boxmeer en Sint-

Anthonis hebben aangegeven het nieuwe beleidskader dat voorligt vast te laten stellen. In het

RSA van februari 2017 is besloten dat de gemeente die dit beleidskader wel hebben

vastgesteld behoefte hebben aan een evaluatie van dit beleid en dat het achterblijven van de

vaststelling in de eerder genoemde gemeenten dit niet in de weg staat.

Voor de evaluatie is er vanuit de opdracht van het RSA een werkgroep gevormd met social

return coördinatoren van de regio Noordoost Brabant: Joyce de Vaan (WeenerXL); Saskia van

der Spank (IBN), Jan Habraken (gemeente Oss) en Paul Broeckaert (WSD). Zij hebben sinds

de bestuurlijke opdracht van 16 maart het huidige social return beleidskader 2.0 geëvalueerd.

De actualisering van het huidige beleidskader is verwoord in een conceptnotitie die is

besproken in het regionale kennisplatform Social Return op 13 april 2017. Na deze bespreking

bleek dat de werkgroep meer tijd nodig had om af te stemmen en daarbij ook de voorzitter van

het kennisplatform, Harry Hoogland, meer intensief te betrekken. Half mei zijn hiervoor

afspraken gemaakt om tot een bredere afstemming te komen en is de werkgroep tweemaal bij

elkaar geweest op 8 juni 2017 en op 26 juni jl.. Het aangepaste regionaal beleidskader 3.0 is

op 6 juli besproken in het regionale kennisplatform Social Return. De deelnemers stemden in

Page 19: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

19

met het nieuwe kader, met nog een paar opmerkingen die in de definitieve stukken verwerkt

zijn.

3) Instemmen met de geactualiseerde kadernotitie Social Return 3.0 voor de

arbeidsmarktregio Noordoost Brabant.

Wijzigingen ten opzichte van regionaal beleidskader Social Return 2.0:

Op basis van regionale en landelijke bijeenkomsten en ervaringen is gebleken dat beleid en

uitvoering verder versterkt kan worden door:

Zo eenduidig en duidelijk mogelijke beleids- en uitvoeringsregels, minimaal op regionaal

niveau;

Handhaving van de sociaal return afspraken, omdat niet handhaven oneerlijke concurrentie

bevordert en in strijd is met de aanbestedingsregels;

Ontzorging van de opdrachtnemers bij afspraken, invulling en administratie social return.

Om dat te kunnen realiseren is een adequate uitvoeringsorganisatie van social return nodig.

Dat kan de gemeente zelf doen, of uitbesteden aan het SW-bedrijf.

Social return komt in een volgende fase van uitvoering, mede gelet op de forse contracten

Wmo en Jeugd die vanaf 2015 zijn voorzien van social return-verplichtingen.

Dat betekent ook dat gemeenten “strakker” moeten worden in de opdrachtgeving, en de

controle op de uitvoering van de opdracht, inclusief handhaving waar dat nodig is. Dat vraagt

meer van de gemeentelijk contractbeheerder.

Daarnaast krijgt de rol van coördinator social return meer gewicht, en zal er “strakker” op de

uitvoering moeten worden toegezien (Wat keur ik wel/niet goed? Wat controleer ik wel/niet?).

Ook de afstemming tussen contractbeheerder en coördinator moet beter. Dat vraagt aan twee

kanten meer inspanning.

Pas als beleid/opdrachtgeving en uitvoering goed samenwerken krijgen we het beste resultaat

voor onze doelgroep, de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Inhoudelijk zijn er ten opzichte van de vorige kadernotitie 2.0 de volgende wijzigingen:

De brede doelgroep voor social return is geactualiseerd. De WW-gerechtigden tellen

nu al mee vanaf 6 maanden uitkering, voorheen was dit vanaf 12 maanden. Verder

zijn nu ook de niet-uitkeringsgerechtigden toegevoegd. Voor deze groep is recent

regionaal beleid ontwikkeld op basis van de verplichtingen die gemeenten hebben op

grond van de Participatiewet. Dit voorstel sluit daarbij aan.

Er is duidelijker geformuleerd dat kan worden afgeweken van het drempelbedrag en

de percentages social return. Maatwerk is mogelijk.

De boete is verhoogd naar anderhalf keer het niet gerealiseerde bedrag van de

opgelegde social return verplichting. Er mag geen prikkel zijn om niet te voldoen aan

de social return verplichting. Dit zal leiden tot verdere juridisering. Tegelijkertijd brengt

dit ook met zich mee dat afspraken en uitvoering zorgvuldig(er) moeten worden

vastgelegd. Daarnaast is opgenomen dat een opgelegde boete ten goede moet

komen aan projecten, initiatieven of instrumenten die de werkgelegenheid van de

doelgroepen social return ten goede komen. Op deze wijze komt het geld alsnog op

de juiste plaats.

De beleids- en uitvoeringsregels zijn tekstueel en inhoudelijk verduidelijkt ten opzichte

van de eerste versie van begin 2015.

Bij de invulling van de social return gaan we rekenen met normbedragen. Dit draagt

bij aan de duidelijkheid voor opdrachtnemers. Het normbedrag voor een niet-

uitkeringsgerechtigde is gelijk aan het normbedrag voor bijvoorbeeld mensen met een

bijstandsuitkering, omdat de niet-uitkeringsgerechtigden dezelfde kwetsbare positie op

Page 20: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

20

de arbeidsmarkt hebben, alsmede een indicatie doelgroepenregister, en dezelfde

kosten voor de opdrachtnemer/werkgever.

Overlegstructuur

Daarnaast is er behoefte om onderling snel te kunnen schakelen bij uitvoeringsvraagstukken,

om een zo uniform mogelijke uitvoering te waarborgen.

Indien er naar aanleiding hiervan het beleidskader en/of de beleidsregels/uitvoeringsafspraken

gewijzigd moeten worden, zal hiervoor vanuit het regionale kennisplatform Social Return een

conceptadvies worden geschreven voor het RSA/POHO Arbeidsmarkt.

De daadwerkelijke aanpassingen in beleidsregels zullen door de afzonderlijke colleges van de

gemeenten moeten worden vastgesteld.

Rol gemeente

In het beleidskader 2.0 is aangegeven dat er voldoende uren vrijgemaakt moeten worden voor

de uitvoering en coördinatie van social return, bij voorkeur in de rol van “coördinator social

return”. De werkgroep beveelt op basis van ervaringen aan om minimaal 0,25 tot 0,5 fte in te

zetten voor deze rol in de startfase, afhankelijk van het aantal opdrachten met social return-

verplichting. Dit capaciteitsvraagstuk is bij de vaststelling en/of uitvoering van het beleidskader

in de regio een struikelblok gebleken voor een aantal gemeenten.

Echter, geen beleid zonder uitvoering. Uit de evaluatie van het huidige beleidskader blijkt het

belang van uitvoering en wordt dit nogmaals benadrukt. Sterker, dat wordt steeds belangrijker.

Een alternatief is dat gemeenten niet zelf de rol van coördinator social return gaan invullen,

maar dit uitbesteden aan het SW-bedrijf. Daar is de ervaring al aanwezig. Als gemeente

daarvoor kiezen, dan zullen zij wel intern een aanspreekpunt voor de coördinator moeten

aanwijzen.

Daarnaast werd aanbevolen om in de regio door alle gemeenten en SW-bedrijven hetzelfde

instrument aan te schaffen voor de monitoring van de resultaten en procedures van social

return. Het webbased registratiesysteem WIZZR is inmiddels door de gemeenten ’s-

Hertogenbosch (Weener XL), IBN en WSD aangeschaft van leverancier ProVijf.

Ook dit kunnen de gemeenten afzonderlijk regelen, of uitbesteden aan het SW-bedrijf.

Bijlagen:

1. Kadernotitie social return 3.0 Arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant

2. Beleids- en uitvoeringsregels social return gemeente …..

Page 22: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

22

1. Inleiding

‘Meer mensen aan het werk’, is een belangrijk uitgangspunt van de uitvoeringsplannen van de

arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant. Dit uitgangspunt sluit aan bij de opdracht voor gemeenten vanuit

de Participatiewet die op 1 januari 2015 in werking is getreden. Deze opdracht is om meer mensen met

een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. Met de Participatiewet en de Wet

Banenafspraak en Quotum Arbeidsbeperkten worden ook werkgevers direct geconfronteerd met de

opdracht om banen beschikbaar te stellen. Verschillende publieke en private partijen zijn momenteel

zoekende naar ideale samenwerkingsvormen om de nieuwe regelgeving tot een succes te maken. Als

we kijken naar de werkgevers blijkt de ontwikkeling van het sociaal ondernemerschap positief te zijn.

Ook in Noordoost-Brabant groeit de belangstelling en het enthousiasme voor sociaal ondernemerschap.

Belangrijke vraag die hierbij speelt is hoe er zoveel mogelijk duurzame werkgelegenheid voor de entree

van de arbeidsmarkt gecreëerd kan worden. De rol van de regionale samenwerking beperkt zich niet

tot het enkel onder de aandacht brengen van sociaal ondernemen, maar de rol van de deelnemende

gemeenten onderscheidt zich door sociaal ondernemerschap te stimuleren, te faciliteren en ook door

zelf een voorbeeldrol aan te nemen als sociaal werkgever.

In dit kader maken de publieke opdrachtgevers in Noordoost-Brabant ook afspraken met organisaties

bij de inkoop over sociale criteria die opgenomen zijn in de opdrachtverstrekking. Deze publieke

opdrachtgevers vragen van hun opdrachtnemers in ruil voor de verkregen opdracht een deel

werkgelegenheid terug. Dit noemen we ‘Social Return’ of SROI (Social Return On Investment, hierna

social return). Social return wordt meestal opgenomen in de vorm van een contracteis en is daarmee

niet vrijblijvend. Anders gezegd: de opdrachtgever verplicht de opdrachtnemer om binnen de opdracht

een bepaald deel van de aanneem/opdrachtsom te besteden aan de inzet van mensen met een afstand

tot de arbeidsmarkt.

In toenemende mate passen gemeenten in Noordoost-Brabant social return actief toe en zien in social

return een arbeidsmarktinstrument dat als hefboom ingezet kan worden om meer personen met een

afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam aan de slag te krijgen. Een duurzame samenwerking die ervoor

kan zorgen dat personen die aan de entree van de arbeidsmarkt staan een kans krijgen op echt werk

en/of op kwalificerende (vervolg)scholing. In deze samenwerking wordt de rol van de

arbeidsmarktregio’s en de werkgeversservicepunten geoptimaliseerd. Ook komt ook op dit terrein

intensievere samenwerking met de SW-bedrijven tot stand.

We zijn er nog niet, er liggen kansen en uitdagingen voor ons. Social return in haar huidige vorm kent

beperkingen. Een concrete uitdaging is het vraagstuk van uniforme toepassing van social return. Door

gelijke spelregels tussen de gemeenten af te spreken en het beschikbare instrumentarium voor social

return helder in beeld te brengen kunnen we gezamenlijk grote stappen maken om van social return

een effectief instrument te maken. De basis ligt er al. Er zijn goede voorbeelden in Noordoost-Brabant

waar gemeenten voortvarend de samenwerking met opdrachtnemers zijn gestart.

Een bovenregionale samenwerking is de volgende stap. Een effectiever en eenduidiger social return

beleid komt tegemoet aan de wens van gemeenten en sociale partners om de inzet van instrumenten

te harmoniseren. Zo worden bovenregionale verschillen geminimaliseerd waardoor het voor werkgevers

direct duidelijk is aan welke eisen zij moeten voldoen. Een eenduidig social returnbeleid biedt ook meer

kansen voor gemeenten om duurzame plaatsingen te realiseren, bijvoorbeeld door inspanningen die

een werkgever al verricht voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ook mee te laten wegen in

de social returnverplichting. De stimulering van duurzame plaatsingen komt bovendien tegemoet aan

de wensen van de werknemersverenigingen om verdringing, oneerlijke concurrentie en

Page 23: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

23

draaideurconstructies tegen te gaan. Tot slot past een door gemeenten zelf ontwikkeld beleidskader

goed bij de gemeentelijke wens om meer regie te nemen bij de beleidsontwikkeling.

Inmiddels zijn ervaringen uitgewisseld rond het werken met social return. Zowel op regionale als op

landelijke schaal zijn er bijeenkomsten geweest waarbij aanbestedende diensten en opdrachtnemers

ervaringen hebben gedeeld. In het kader van deze beleidsnotitie is het van belang kennis te nemen van

de voornaamste wensen van opdrachtnemers. Door ze te gebruiken als input voor de doorontwikkeling

van het beleid kunnen we het draagvlak voor social return beleid fors vergroten:

Zorg voor zo eenduidig mogelijke uitvoeringsregels (liefst landelijk, maar zeker op regionaal

niveau);

Handhaaf op nakoming van de gestelde contracteisen m.b.t. social return (sanctie). Nalaten

bevordert oneerlijke concurrentie en dat is in strijd met de aanbestedingsregels;

Ontzorg bedrijven bij het maken van concrete afspraken m.b.t. invulling bij social return.

Door taken en verantwoordelijkheden meer structureel te beleggen en zaken met elkaar te verbinden

zijn we beter in staat om de doelstelling te realiseren. De planning is om de regionale samenwerking in

de gehele arbeidsmarktregio uiterlijk per 1 januari 2018 operationeel te hebben. Om deze doelstelling

te bereiken is een adequate uitvoeringsorganisatie en een integrale werkwijze essentieel.

2 Het kader voor de arbeidsmarktregio Noordoost - Brabant

2.1. Social return

“Social return is een aanpak om meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt. Inkopers van overheden kunnen, bij het verstrekken van inkoopopdrachten, de

opdrachtnemer stimuleren of verplichten om kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt te betrekken bij de

uitvoering van de opdracht. Als een organisatie social return toepast, worden er bij de inkoop afspraken

gemaakt met opdrachtnemers over het creëren van extra arbeidsplekken, werkleerplekken of

stageplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.3

Social return wordt voornamelijk opgenomen in de vorm van een contracteis en is daarmee niet

vrijblijvend. Anders geformuleerd: de opdrachtgever verplicht de opdrachtnemer om een bepaald deel

van de aanneem/opdrachtsom te besteden aan de inzet van mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt binnen de opdracht. Overheden passen social return op verschillende manieren toe. Er is

vooralsnog nog geen generiek landelijk beleid.

Vanaf juli 2016 is de nieuwe Aanbestedingswet in werking getreden. De wet maakt het mogelijk voor

publieke opdrachtgevers om opdrachten voor te behouden aan organisaties waarvan minimaal 30%

van het personeel bestaat uit personen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

2.2. Waarom wordt Social return ingezet?

Sociaal of Inclusief ondernemen heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot een belangrijk onderdeel

binnen de pijler “People” van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Maatschappelijk Verantwoord

Ondernemen bestaat uit drie pijlers: People, Planet & Profit. Sociaal ondernemen wordt in Nederland

vooral geassocieerd met werkgelegenheid voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Social

return is een belangrijk arbeidsmarktinstrument dat publieke opdrachtgevers als hefboom kunnen

inzetten om sociaal ondernemen te stimuleren.

3 Definitie Pianoo, expertisecentrum aanbesteden.

Page 24: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

24

2.3. Randvoorwaarden Social return arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant

Zoals in de inleiding beschreven hebben opdrachtnemers wensen om tot een betere invulling van social

return te kunnen komen. Publieke opdrachtgevers voeren arbeidsmarktbeleid en hebben oog voor de

uitdagingen van opdrachtnemers binnen social return. Dit leidt tot een aantal randvoorwaarden die het

kader vormen waarbinnen een gedragen social return praktijk tot stand kan komen:

- duurzame arbeidsinschakeling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;

- eenduidige en duidelijke voorwaarden voor opdrachtnemers;

- uniform en geharmoniseerd regionaal beleid;

- sociaal ondernemen draagt bij aan inclusieve arbeidsparticipatie;

- naast kwantiteit ook kwaliteit in het begeleiden en ontwikkelen van de doelgroep;

- ketenstimulering (PSO);

- adequate uitvoeringsorganisatie;

- minimale administratieve verplichtingen.

Prestatieladder Socialer Ondernemen Eén van de mogelijkheden voor een opdrachtnemer om invulling te geven aan social return is het behalen van een certificering binnen de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO)4. De Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) is een meetinstrument en keurmerk dat de mate van Sociaal Ondernemen objectief zichtbaar maakt. Door acceptatie van het keurmerk kunnen overheden rekening houden met organisaties die al veel doen op dit gebied. Een opdrachtnemer kan invulling geven aan de social return verplichting door een geldig PSO certificaat, minimaal trede 2, te overleggen. Door middel van een geldig PSO-certificaat op een bepaalde trede van de PSO-ladder toont een organisatie aan dat zij (deels of geheel) invulling geeft aan de social return verplichting.

3 Doelgroep en vaststelling verplichting social return

3.1 Doelgroep social return.

Door het opnemen van social return als contracteis bij opdrachtverstrekking krijgen mensen met een

afstand tot de arbeidsmarkt steeds meer een kans om werkzaam te zijn op gemeentelijke opdrachten.

Hierdoor ontstaat er een mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring. Daarnaast maken

opdrachtnemers kennis met het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op de

gegunde opdrachten. Dit vergroot de kans op uitstroom.

De werkgroep stelt voor te kiezen voor een brede doelgroep bepaling. Hieronder vallen:

Personen met een uitkering van de gemeente op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ;

Personen met een uitkering van het UWV op grond van de WAO, WIA, WAZ of Wajong;

Personen met een WSW-dienstverband of –indicatie, of met een indicatie beschut werken;

Personen met minimaal een half jaar een WW-uitkering;

Personen die een werkleerovereenkomst (BBL) of een stage-overeenkomst (BOL) hebben die

opleidt tot niveau 1 of niveau 2 MBO;

Personen behorend tot de doelgroep niet-uitkeringsgerechtigde: iemand die staat

ingeschreven als niet werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangt, en een

indicatie heeft voor het doelgroepenregister, óf een jongere tussen 16 en 27 jaar die staat

ingeschreven als niet werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangt met of

zonder indicatie doelgroepenregister;

Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (Pro) die een

stage-overeenkomst hebben met een werkgever voor een arbeidstoeleidingsstage.

4 Meer informatie op www.pso-nederland.nl

Page 25: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

25

3.2. Drempelbedrag voor de toepassing van social return.

De voorwaarde social return wordt in ieder geval toegepast bij gemeentelijke opdrachten vanaf het

Europese drempelbedrag voor Leveringen en Diensten in alle bedrijfssectoren5. Dit drempelbedrag

geldt binnen de context van social return ook bij Werken. Inmiddels bestaat ook de mogelijkheid tot

maatwerk waarbij het onder andere ook mogelijk is om onder dit drempelbedrag social return op te

nemen. In paragraaf 3.3. wordt dit nader toegelicht.

Social return wordt doorgaans opgenomen als contract-eis en daarmee als contractvoorwaarde. De

prestatie-eis verplicht de opdrachtnemer om bij arbeidsintensieve opdrachten (opdrachten met een

arbeidsdeel van minstens 30% van de totale opdrachtsom) minimaal 5% van de opdrachtsom excl. BTW

te besteden aan de invulling van de Social return. Wanneer de opdracht arbeidsextensief is, namelijk

wanneer de loonsom minder is dan 30% van de totale opdrachtsom, is de contract-eis 2% van de

opdrachtsom. Dit is te beoordelen door de aanbestedende dienst. Dit staat uitgebreid omschreven in de

beleids- en uitvoeringsregels.

Opdrachtnemers die vanaf de start van de uitvoering van de opdracht en gedurende de gehele duur

van de opdracht aan minimaal trede 2 van de PSO voldoen (en dit kunnen aantonen met een geldig

PSO certificaat; niet ouder dan 2 jaar), voldoen aan de Social return contract-eis van 2% of maximaal

5%.

3.3. Het percentage toe te passen social return

De hierboven genoemde percentages worden per specifieke opdracht getoetst aan het

proportionaliteitsbeginsel en er is dus maatwerk mogelijk. Maatwerk is gewenst in twee gevallen:

1) Als de opdracht gerelateerde arbeid nul of zeer gering is:

Dit is het geval:

a) bij kortdurende opdrachten voor diensten en werken;

b) bij kleine opdrachten en

c) bij toeleveringen zonder dienstverleningscomponent.

In zulke gevallen kunnen leveranciers uit oogpunt van proportionaliteit van eisen niet bij

voorbaat gehouden worden aan de bovengenoemde social return contract-eis van 2%. Veelal

zal het percentage zelfs 0% moeten zijn. Het percentage social return wordt voorafgaand aan

de aanbesteding vastgesteld.

2) Als de opdracht zich bij uitstek leent voor inzet van mensen met achterstand tot de

arbeidsmarkt:

Dit is met name het geval bij opdrachten die veel laaggeschoolde arbeid omvatten. Hierbij kan

een percentage Social return als prestatie-eis (veel) hoger dan 5% worden gevraagd.6 Ook

hier geldt dat het percentage social return voorafgaand aan de aanbesteding wordt

vastgesteld.

3) Social return als wens ofwel gunningcriterium op voeren in een aanbesteding. De door de

winnende leverancier op een gunningcriterium geboden inzet van social return wordt bij

gunning eveneens een contractvoorwaarde.

5 In 2017 € 209.000, =

6 PSO trede 2 geldt hierbij als invulling van 5% SR. Indien 8% wordt vastgesteld als contract-eis dient bij bezit van een PSO

trede 2 nog aanvullend 3% social return waarde te worden ingevuld.

Page 26: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

26

4. Uitvoering van social return

4.1 De invulmogelijkheden van social return.

De werkgroep stelt voor om primair uit te gaan van het plaatsen van personen uit de bij 3.1. genoemde

doelgroep op een (reguliere) arbeids- of detacheringsplaats. Daarnaast is het ook mogelijk een

werkleertraject of een stageplaats aan te bieden. Verder is het mogelijk om werkzaamheden uit te

besteden aan een sociale werkvoorziening. Tot slot is het mogelijk kennis/expertise en/of

bedrijfsmiddelen ter beschikking te stellen.

Er zijn opdrachtnemers die al veel personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben

genomen en dat kunnen aantonen met een PSO-certificaat. In de regel wordt een geldig PSO-certificaat

op trede 2 of trede 3 gewaardeerd als volledige alternatieve invulling van de Social return verplichting.

Een PSO-trede 2 certificaat betekent dat een organisatie meer dan gemiddeld sociaal onderneemt en

een erkenning voor hun de sociale inzet. Groeien naar een trede 2 of 3 betekent zelf meer personen

met een afstand tot de arbeidsmarkt in de eigen organisatie (duurzaam) inzetten of meer werk

uitbesteden en/of diensten afnemen bij organisaties die ook aantoonbaar sociaal ondernemen.

Bij de invulling van social return moet het primair altijd zoveel mogelijk gaan om het realiseren van

(structureel) werk voor de doelgroep social return. Echter, uit ervaring is gebleken dat er ook voldoende

ruimte moet blijven voor creativiteit voor of maatwerk bij de opdrachtnemer. De opdrachtnemer heeft de

regie bij de invulling zodat deze past binnen zijn bedrijfsvoering. Zo borgen we in de praktijk dat social

return op succesvolle wijze kan worden toegepast.

De invulling van de social return verplichting hoeft niet per se binnen de regio te worden gedaan. Het

moet mogelijk zijn om daar waar dat voor de hand ligt maatwerk te leveren waardoor een

opdrachtnemer de social verplichting elders in het land kan realiseren.

In de bijlage ‘Beleids- en uitvoeringsregels’ wordt nader ingegaan op de verschillende manieren om tot

invulling van social return te komen.

4.2. Rol van de gemeenten bij de uitvoering van social return.

Social return kan gemeenten veel opleveren, maar dan is een serieuze uitvoering nodig met een

investering in tijd, competenties en financiering. Dit kader vraagt om concrete uitvoering, passend bij de

door de gemeente(n) gewenst schaalgrootte op het gebied van samenwerking.

De werkgroep stelt als randvoorwaarde dat binnen de gemeenten een functionaris in de rol van

coördinator social return ingezet wordt die verantwoordelijk is voor de uitvoering en coördinatie van

social return. De gemeente kan deze taak ook tegen een vergoeding beleggen bij het sociaal werkbedrijf

(IBN, WeenerXL of WSD). Als dat het geval is, dan zorgt de gemeente in ieder geval voor een

aanspreekpunt binnen de gemeente voor de coördinator social return.

De taken van de coördinator social return zijn advisering, facilitering en monitoring, gericht op de

invulling van de social return verplichting. Handhaving is ten allen tijde een rol van de (gemeentelijke)

contractbeheerder.

Het is verstandig om de coördinator social return in de voorfase bij de aanbesteding te betrekken, mede

om daarmee direct de samenwerking met de inkopers te verbeteren. De inkopers spelen een cruciale

rol in dit proces!

Daar waar afwijkingen van de social return regels aan de orde zijn is altijd afstemming en overleg met

de coördinator social return nodig. De afwijkingen kunnen regionaal met elkaar worden besproken ter

lering. Daar waar nodig kunnen de regionaal social return coördinatoren van de sociale werkbedrijven

aan de gemeentelijke inkopers, social return coördinatoren en contractbeheerders adviseren over

bovenstaande zaken.

Gemeenten dienen een duidelijke uitvoeringslijn te ontwikkelen over hoe om te gaan met handhaving.

Page 27: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

27

4.3. Monitoren van social return.

Monitoring van social return vindt zoveel als mogelijk op eenduidige wijze plaats door hetzelfde

instrument aan te schaffen en te gebruiken.

Toelichting: het monitoren van de resultaten en procedures van social return geeft inzicht in de kosten

en baten, de toepasbaarheid, de successen en verbeterpunten van social return. Deze informatie is

belangrijk om de meerwaarde van social return voor bestuurders, werkgevers, interne en externe

betrokkenen in beeld te brengen en het belang ervan te promoten. Door een goede monitoring kan de

kwaliteit van social return gewaarborgd en versterkt worden. Zeker met ondersteuning van een

(webbased) registratiesysteem is de inzet die de monitoring en evaluatie vraagt (van de coördinator)

beter te beheersen. De gemeente ’s-Hertogenbosch (Weener XL), IBN en WSD hebben het webbased

registratiesysteem WIZZR van leverancier ProVijf hiertoe aangeschaft.

4.4 De handhaving van social return.

Social return is één van de verplichtingen in het contract. Een boetebeding is noodzakelijk om

consequenties te verbinden aan het niet nakomen van de verplichting. De boete moet zodanig hoog zijn

dat er voor de leverancier geen prikkel van uitgaat om bewust af te zien van het voldoen aan de

verplichting. De boete moet daarom hoger zijn dan de waarde van de verplichting zelf en is gelijkgesteld

aan anderhalf keer het niet gerealiseerde bedrag van de opgelegde social return verplichting.

De boete zal worden ingezet aan projecten, initiatieven of instrumenten die de werkgelegenheid voor

de doelgroep vergroten. Op deze manier komt het geld terecht op de plek waarvoor het bedoeld is.

4.5 Een gezamenlijke set aan beleids- en uitvoeringsregels social return.

De werkgroep stelt voor de in de bijlage opgenomen “beleids- en uitvoeringsregels social return” als

gezamenlijke beleids- en uitvoeringsregels te gaan hanteren.

Toelichting: dit biedt een duidelijk kader voor alle betrokkenen bij social return.

Juli 2017, Werkgroep social return.

Willibrord de Veer † (gemeente Bernheze)

Melanie van Erp (gemeente Bernheze)

Saskia van der Spank (IBN)

Jan Habraken (gemeente Oss)

Harry Hoogland (gemeente ’s-Hertogenbosch, Weener XL)

Joyce de Vaan (gemeente ’s-Hertogenbosch, WeenerXL)

Paul Broeckaert (WSD)

Page 28: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

28

BIJLAGE5-2-2 POHO 21 September 2017

Beleids- en uitvoeringsregels social return gemeente …… (versie 12072017)

Inleiding

Gemeenten kunnen bij het verlenen van opdrachten sociale voorwaarden stellen, in de vorm van

social return. Op het moment dat een gemeente uit de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant een

opdracht verleent aan een opdrachtnemer wordt er een tegenprestatie gevraagd in de vorm van het

bieden van werkgelegenheid voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze manier

krijgen ook deze personen de kans om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Gezien het

belang van werk en de verantwoordelijkheid van gemeenten, worden bedrijven en instellingen op

diverse manieren gestimuleerd om personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan

werk(ervaring) te helpen. Met de komst van de Participatiewet worden werkgevers ook in toenemende

mate geconfronteerd met de verplichting om banen beschikbaar te stellen voor deze doelgroep.

Artikelen

Definities.

1. Onder niet-uitkeringsgerechtigde (nug) wordt verstaan iemand die staat ingeschreven als niet

werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangt, en een indicatie heeft voor het

doelgroepenregister, óf een jongere tussen 16 en 27 jaar die staat ingeschreven als niet

werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangt met of zonder indicatie

doelgroepenregister.

2. Onder BBL wordt verstaan Beroeps Begeleidende Leerweg. Bij een BBL-opleiding wordt

werken en leren gecombineerd met een werkleertraject. Dit betekent meestal 1 dag per week

naar school en 4 dagen per week werken bij een erkend leerbedrijf.

3. Onder BOL wordt verstaan Beroeps Opleidende Leerweg. Bij een BOL-opleiding wordt leren

en werken gecombineerd. Het werken is dan in de vorm van een stage, meestal 1 dag per

week, zodat ervaring in de praktijk wordt opgedaan.

4. Onder VSO wordt verstaan voortgezet speciaal onderwijs. Dit is onderwijs voor jongeren met

een beperking.

5. Onder PRO wordt verstaan praktijkonderwijs, bestemd voor leerlingen met een

leerachterstand.

6. Onder een WSW-gerechtigde wordt verstaan iemand, die arbeidsgehandicapt is en is

geïndiceerd voor de Wet Sociale Werkvoorziening. Personen met een indicatie “beschut werk”

op basis van de Participatiewet worden aan deze groep gelijk gesteld.

7. Onder loonkosten worden verstaan de brutoloonkosten, plus de directe werkgeverslasten.

8. De contractbeheerder is verantwoordelijk voor het afgesloten contract tussen de gemeente als

opdrachtgever en de opdrachtnemer.

9. De opdrachtgever is de aanbestedende partij die de opdracht in de markt zet.

10. De opdrachtnemer is de contractant die de opdracht uitvoert met een social return verplichting.

11. De coördinator social return is de persoon die in of namens de gemeente verantwoordelijk is

voor de uitvoering, invulling en coördinatie van social return. De taken van de coördinator zijn

advisering, facilitering en monitoring. De coördinator is het aanspreekpunt voor de

opdrachtnemer ten aanzien van de social returnverplichting, en stemt dit af met de

contractbeheerder.

12. PSO staat voor Prestatieladder Socialer Ondernemen, een keurmerk van TNO ( Nederlandse

Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) en het wordt uitgegeven door

PSO Nederland.(www.pso-nederland.nl).

Page 29: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

29

Hoofdpunten voorwaarden social return.

13. De voorwaarde social return wordt in ieder geval toegepast in gemeentelijke opdrachten vanaf

het Europese drempelbedrag voor Leveringen en Diensten in alle bedrijfssectoren. Dit

drempelbedrag geldt ook bij Werken.

14. De opdrachtnemer is verplicht bij arbeidsintensieve opdrachten ,opdrachten met een loonsom

van minstens 30% van de totale opdrachtwaarde, minimaal 5% van de opdrachtwaarde excl.

BTW te besteden aan invulling van zijn social return verplichting.

15. Wanneer de opdracht arbeidsextensief is, wanneer de loonsom minder is dan 30% van de

totale opdrachtwaarde, wordt 2% van de opdrachtwaarde excl. BTW als social return

verplichting opgenomen.

16. Wanneer de voorwaarde social return van toepassing is verklaard op de aanbesteding en het

aanbod van de opdrachtnemer onder de grens van social return is, dan blijft de voorwaarde

social return van toepassing, te weten 5% c.q. 2% van de overeengekomen opdrachtwaarde

excl. BTW.

17. De opdrachtgever kan afwijkende percentages in de aanbesteding opnemen.

Doelgroepen social return.

18. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de werving van personen uit de doelgroepen of

voor de alternatieve invulling van social return.

De volgende doelgroepen uit de volgende regelingen tellen mee als invulling voor social return.

regeling omschrijving meetellingsduur social return

Participatiewet/

IOAW/IOAZ

Personen die voor instroom een

bijstandsuitkering ontvingen van een

gemeente.

Deze tellen vanaf het moment van

instroom bij opdrachtnemer nog drie

jaar na instroom mee voor social

return, zolang ze werkzaam zijn bij de

opdrachtnemer.

Niet-

uitkeringsgerechtigde

Personen die vóór instroom vallen

onder de definitie van niet-

uitkeringsgerechtigde

Deze tellen vanaf het moment van

instroom bij opdrachtnemer nog drie

jaar na instroom mee voor social

return, zolang ze werkzaam zijn bij de

opdrachtnemer.

WAO/WIA/ WAZ/

Wajong

Alle personen die vóór instroom bij de

organisatie op grond van een

claimbeoordeling volledig of gedeeltelijk

arbeidsongeschikt zijn verklaard of dat

zijn op basis van een jonggehandicapte

status.

Zolang personen een

arbeidsongeschiktheidsuitkering

ontvangen, blijven ze volledig

meetellen voor social return, zolang ze

werkzaam zijn bij de opdrachtnemer.

WSW / indicatie

beschut werk

Personen tellen mee op grond van

indicatiebeschikking SW of beschut

werk op grond van de Participatiewet.

Personen met een indicatiebeschikking

blijven meetellen voor social return

zolang de indicatie geldig is en zolang

ze werkzaam zijn bij de

opdrachtnemer.

WW

Personen met als uitgangspositie ‘WW-

uitkering’ tellen pas mee als ze voor

instroom minimaal een half jaar een

WW-uitkering ontvingen. Als een

persoon tijdens zijn recht op een WW-

Personen met uitgangspositie WW

tellen nog drie jaar na instroom bij

opdrachtnemer mee voor social return,

en zolang ze werkzaam zijn bij de

opdrachtnemer.

Page 30: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

30

uitkering weer aan het werk gaat en

binnen 26 weken opnieuw werkloos

wordt, loopt de oude uitkering weer

verder (herleving van de uitkering) voor

de duur die de werkloze nog te goed

had. In dit geval telt voor social return

de uitkeringsduur voor het weer aan het

werk gaan mee met de duur van de WW

na het opnieuw werkloos worden (dit

moet bij elkaar ook minimaal een half

jaar zijn).

BBL/BOL niveau 1

en 2 +

VSO/PRO

Personen die een

werkleerovereenkomst (BBL) of een

stageovereenkomst (BOL) hebben die

opleidt tot niveau 1 of tot niveau 2, dan

wel leerlingen VSO/PRO die een stage-

overeenkomst hebben voor een

arbeidstoeleidingsstage.

Vanaf het moment van instroom zolang

ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer

cq gedurende de stageperiode bij de

opdrachtnemer.

De invulling van de social return.

19. Door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals benoemd bij artikel 18, te betrekken

bij de werkzaamheden.

20. Door diensten zoals groen, schoonmaak of catering af te nemen van en/of werkzaamheden uit

te besteden aan de sociale werkvoorzieningen (in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant zijn

dit Weener XL, WSD en IBN), of door diensten af te nemen en/of werkzaamheden uit te

besteden aan andere sociale werkbedrijven (PSO 30+ bedrijven).

21. Door te participeren in projecten ten behoeve van de ontwikkeling van mensen met een

afstand tot de arbeidsmarkt door kennis, expertise of bedrijfsmiddelen beschikbaar te stellen.

22. De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer ter invulling van de ‘social

return’ verplichting, maar blijft ook dan verantwoordelijk voor een correcte invulling en

afwikkeling. Hierbij dient wel aantoonbaar te worden gemaakt dat er een directe relatie met de

uitvoering van de opdracht is.

23. Indien opdrachtnemer het landelijke keurmerk PSO trede 2 of hoger heeft, geldt dit als

voldoende invulling van de social return en kan ontheffing van punt 14,15 of 16 worden

verleend, met een maximum van 5%. Deze bepaling wordt meegenomen te in de aanbesteding

zodat bedrijven zich hiervan bewust zijn.

Een organisatie kan bij het begin van de opdracht een geldig certificaat van de Prestatieladder

Socialer Ondernemen van TNO op minimaal trede 2 overleggen en daarmee of achteraf

aantonen voor de duur van de opdrachtuitvoering op dit niveau gecertificeerd te zijn of te zijn

geweest. Gedurende de gehele opdracht dient de opdrachtnemer aan te kunnen tonen op

minimaal trede 2 gecertificeerd te zijn geweest. Indien de geldigheid van het PSO-certificaat

verloopt tijdens de opdracht en het certificaat niet wordt verlengd, dan zal de social return

verplichting alsnog ingevuld dienen te worden.

24. Uiteraard mag het ook een combinatie van invulmogelijkheden zijn en kan de opdrachtnemer

zelf met voorstellen komen. Wel moet er een relatie blijven bestaan met het bieden van

loonvormende arbeid voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De coördinator

social return beoordeelt deze voorstellen.

Page 31: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

31

Bij voorkeur social return realiseren binnen de opdracht.

25. De invulling van de social return-opdracht mag plaatsvinden zowel binnen als buiten de

aanbestede opdracht.

26. De voorkeur gaat ernaar uit dat de invulling van social return-opdrachten zoveel mogelijk wordt

gerealiseerd in de periode van de opdracht. Het moet namelijk mogelijk zijn om de opdracht

direct na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen en daarvoor is het nodig dat

beoordeeld kan worden in welke mate de social return verplichting is gerealiseerd.

27. Van de bij punt 18 genoemde periode kan worden afgeweken in het kader van duurzame

plaatsing van een kandidaat. Indien opdrachtnemer bij het verstrijken van de opdracht kan

aantonen dat de plaatsing zal voortduren na deze periode, mag deze periode worden

meegerekend voor de invulling van de social return verplichting. Dit gebeurt altijd in overleg

met de coördinator social return en de contractbeheerder van de gemeente.

28. Indien de verplichting ondanks inspanning van opdrachtnemer niet kan worden volbracht, kan

in overleg met de coördinator social return en de contractbeheerder van de gemeente, de

verplichting tot invulling tot een nader te bepalen tijdstip uitgesteld worden.

Vaststellen bedrag van de social return.

29. De gemeente rekent bij de invulling van social return met de volgende normbedragen:

Doelgroep

Jaartarief1 t.b.v. invulling

social return verplichting (op

basis van fulltime

dienstverband)

WW met een duur van 6 tot 12

maanden

€ 15.000,-

WW met een duur van langer dan 12

maanden

€ 30.000,-

Participatiewet, IOAW, IOAZ € 35.000,-

Niet-uitkeringsgerechtigde € 35.000,-

WIA / WAO/WAZ € 35.000,-

Wajong € 35.000,-

WSW, inclusief indicatie beschut werk € 35.000,-

Leerling BBL niveau 1 + 2 € 20.000,-

Leerling BOL niveau 1 + 2 € 5.000,-

Leerling VSO / Praktijkonderwijs € 5.000,-

1 Tarieven zijn all-inclusive tarieven dus ook inclusief begeleidingskosten en

werkgeverslasten. Bij fulltime dienstverband wordt van het aantal uren uitgegaan zoals in de

betreffende cao geregeld is.

30. Voor het bepalen van de hoogte van het gerealiseerde social return bedrag geldt als

uitgangspunt dat de daadwerkelijk gemaakte kosten door opdrachtnemer meetelt.

In geval van detachering via een sociale werkvoorziening wordt de volledige vergoeding

meegeteld.

Voor andere vormen van sociaal-maatschappelijk verantwoorde invulling van de social return

verplichting mogen de daadwerkelijk gemaakte kosten worden ingebracht.

Bij de inzet van de PSO dient een kopie van het geldige certificaat overlegd te worden

Page 32: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

32

Niet nakomen social return verplichting.

31. Bij het niet voldoen aan de eisen met betrekking tot de social return verplichting wordt niet

voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking. Dit leidt tot een boete welke gelijk staat aan

anderhalf maal het niet ingezette bedrag van de social returnverplichting.

32. Indien de opdrachtnemer in gebreke blijft met betrekking tot de invulling van de social

returnverplichting, wordt bij de eindafrekening van de opdracht de hiervoor genoemde boete

ingehouden.

33. De boete zal worden ingezet voor projecten, initiatieven of instrumenten die de

werkgelegenheid voor de doelgroepen social return bevorderen.

Rapportering en verantwoording social return.

34. De opdrachtnemer rapporteert eens per kwartaal de resultaten van social return. De

opdrachtgever vraagt bewijsstukken bij de opdrachtnemer op, zoals arbeidsovereenkomsten,

mandagenstaten (contracturen per week en duur overeenkomst) onderaannemers of

toeleveranciers, bewijs van uitkering UWV of gemeente, stageovereenkomsten en

werkleerovereenkomsten of facturen van WSW-bedrijven.

35. De coördinator social return informeert de opdrachtnemer welke informatie nodig is en op

welke wijze de informatie aangeleverd dient te worden. De opdrachtnemer zal medewerking

verlenen aan de verificatieonderzoeken die door de coördinator social return kunnen worden

verricht.

36. Opdrachtnemer heeft de verplichting binnen 2 weken na gunning contact op te nemen met de

coördinator social return om afspraken te maken over de invulling van social return.

Advies door de coördinator social return.

37. De opdrachtnemer kan, indien gewenst, contact opnemen met de coördinator social return

voor advies en ondersteuning. De coördinator social return is de contactpersoon voor de

opdrachtnemer voor bespreking van de praktische gang van zaken met betrekking tot de

invulling van social return.

Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden.

38. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente kan, indien de toepassing van

bepalingen in deze beleids- en uitvoeringsregels in de individuele situatie tot onbillijkheden

leidt, alsmede bij onvoorziene omstandigheden, geïndividualiseerd afwijken van deze regels.

Inwerkingtreding en werking

39. Deze beleids- en uitvoeringsregels treden in werking op 1 januari 2018. Aldus vastgesteld in de

vergadering van het college van B&W van de gemeente …. op …..

40. Deze beleids- en uitvoeringsregels zijn van toepassing op alle na 1 januari 2018 verstrekte

opdrachten waarbij een social return verplichting is opgenomen.

Page 33: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

33

Bijlage 5-3 POHO 21 september 2017

Stand van zaken uitvoering regionaal Educatieplan en budget volwassenen educatie 2017

Opdrachtgever RSA: Leida Rasing

Van: Asya van Wamel (gemeente ‘s-Hertogenbosch), Melanie van Erp ( gemeente

Bernheze), Jos Stiphout (gemeente Boxmeer)

Status: Ter informatie en ter besluitvorming

Het POHO wordt gevraagd om:

- Kennis te nemen van de actuele stand van zaken rondom de uitvoering van het regionale

educatieplan.

- Kennis te nemen van het actuele budgetoverzicht volwassenen educatie.

- In te stemmen met het verlengen van het Regionale educatie programma met een jaar in

afwachting van de nieuwe wetgeving.

- In te stemmen met de contractverlenging van Sagènn en IVIO met één jaar.

- In te stemmen met de drie aanbevelingen en de uitvoering daarvan.

1) Gebruik (een gedeelte) van de WEB middelen voor lokale subsidies ter bestrijding van de

laaggeletterdheid.

2) Zoek aansluiting bij het Sociaal domein.

3) Gebruik de middelen efficiënt

Page 34: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

34

1. Actuele stand van zaken rondom de uitvoering Regionaal educatieplan

Regionaal educatieplan Noordoost-Brabant 2016-2017

In juli 2015 is het Regionaal-educatieplan Noordoost-Brabant 2016-2017 bestuurlijk vastgesteld. Hierin

is met de regiogemeenten van de arbeidsmarkt Noordoost-Brabant afgesproken hoe om te gaan met

de nieuwe Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) en de besteding van het WEB-budget vanaf 2016.

De verplichte winkelnering aan het ROC bouwt vanaf 2015 jaarlijks met 25% af, ten gunste van het vrij

besteedbare deel. Middels het educatieplan is afgesproken hoe regionaal om te gaan met het vrij-

besteedbare deel van de WEB-middelen. Voor deze middelen is via een aanbestedingsprocedure een

raamcontract met twee partijen opgesteld: IVIO en Sagènn. De looptijd van de raamovereenkomst is tot

en met 31 december 2017 met de optie tot verlenging voor twee maal de duur van een jaar.

Een gedeelte van het vrij besteedbare deel kan door de gemeente in vrije keuze besteed worden aan

een subsidie op grond van lokale afspraken.

Mogelijkheid om subsidie aan ROC te verstreken

In oktober 2016 heeft het POHO arbeidsmarktbeleid ingestemd met het voorstel om in afwijking van het

Regionaal educatieplan subsidiëren aan ROC’s mogelijk te maken. Dit omdat er gemeenten zijn die de

trajecten van het ROC willen continueren.

Evaluatie Sagènn en IVIO.

In het voorjaar van 2017 hebben we Sagènn en IVIO geëvalueerd. De evaluatie laat zien dat de

gemeenten tevreden zijn over hun diensten. Er zijn enkele aandachtspunten (communicatie en pro

activiteit) naar boven gekomen die ondertussen opgepakt zijn door de aanbieders.

Verlenging contracten Sagènn en IVIO

Naar aanleiding van de evaluatie is voorgesteld om het contract met Sagènn en IVIO te verlengen met

een jaar. Dit betekent dat de verdeling van de middelen voor het komende jaar als volgt is:

Middelen ROC

(Afbouw regeling)

Vrij te besteden middelen

(Sagènn, IVIO en/of subsidie)

2017 25% 75 % aanbesteding en/of Subsidie aan

lokale organisaties en/of ROC

2018 - 100 % aanbesteding en/of Subsidie aan

lokale organisaties en/of ROC

Wetsevaluatie WEB

We verlengen het contract van Sagènn en IVIO met een jaar omdat het Ministerie van OCW nog geen

besluit heeft genomen over de toekomst van de WEB.

Vorig jaar is een start gemaakt met de evaluatie van de wetswijziging. Dit onderzoek is nog in volle

gang. Op basis hiervan heeft de minister besloten de specifieke uitkering én daarmee de wettelijk

verplichte regionale samenwerking vooralsnog te behouden. De evaluatie wetswijziging WEB zal

naar verwachting in september 2017 zijn afgerond. In 2018 zal de nieuwe regering een besluit moeten

nemen over de wetswijziging van de WEB.

In afwachting van de aangepaste wet willen we het huidige regionale educatieprogramma continueren

met de opmerking dat de gemeenten ook subsidie aan ROC’s kunnen verstrekken indien dat gewenst

is.

Rol ROC’s

Gemeenten geven aan dat zij de ROC’s niet willen afsluiten als educatiepartner. Dit omdat de ROC’s

de educatietrajecten in het kader van de doorgaande leerlijnen zouden kunnen aanbieden (dus niet als

eenmalig traject op zichzelf). Tegelijkertijd geven de gemeenten aan dat zij tevreden zijn over de

kwaliteit van opleidingen van Sagènn en IVIO.

De gemeenten zijn vrij om subsidies aan het ROC te vertrekken.

Page 35: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

35

2. Actueel budgetoverzicht volwassenen educatie

Onderbenutting van budget

De gemeenten gebruiken onvoldoende het WEB budget. De bestedingen, gespecificeerd per gemeente,

treft u in bijlage 1 en 2 aan.

WEB budget 2017 € 1.620.109,89.

Meeneemregeling 2016 € 234.391,00

1 Totaal budget voor 2017 € 1.854.500,89

2 Gebruikt budget tot 1 juli 2017 € 773.615

3 Nog te gebruiken budget € 1.080.885,89

Weinig ambtelijke animo

Uit het bovenstaande overzicht kunnen we concluderen dat we op flinke onderbesteding koersen. De

gemeenten zijn meermaals gevraagd om deelnemers voor de trajecten aan te leveren of acties te

starten om onderbesteding te voorkomen. Er is helaas weinig respons binnengekomen. We kunnen

tevens concluderen dat er weinig ambtelijke animo is voor de WEB overleggen. Er zijn 12 WEB -

ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor 16 gemeenten. Bij de overleggen zijn meestal vier

ambtenaren aanwezig.

3. Aanbevelingen

Bij deze willen we enkele aanbevelingen doen om onderbesteding van middelen te voorkomen.

1. Gebruik (een gedeelte) van de WEB middelen voor lokale subsidies ter bestrijding van

de laaggeletterdheid.

In bijna alle gemeenten van de arbeidsmarktregio Noord Oost Brabant zijn ondertussen acties

ter bestrijding van de laaggeletterdheid gestart. Het doel van deze acties is o.a. deelnemers

vinden en deelnemers opleiden. Een opleidingstraject kan bestaan uit een formeel of non-

formeel traject. De formele trajecten vinden plaats bij ROC’s, Sagènn en/of IVIO. De non-

formele trajecten kunnen plaats vinden bij lokale en laagdrempelige organisaties. .

2. Zoek aansluiting bij het Sociaal domein.

Educatie is een onderdeel van het sociaal domein. Educatie trajecten (taal, rekenen, digitale

vaardigheden) kunnen prima ingezet worden op o.a. de volgende terreinen:

Werk en inkomen Iemand stroomt eerder uit de bijstand omdat hij met meer taal- en rekenvaardigheid sneller een baan vindt, maar ook is de inzet van dit traject van belang voor inwoners zonder uitkering (brede doelgroep Participatiewet)

Sociale activering, re-integratie Mensen kunnen actiever betrokken zijn in hun buurt/omgeving, meer participeren. Een educatietraject kan bijdragen aan re-integratie op de arbeidsmarkt.

Wmo Met taal-/rekenvaardigheid worden mensen meer zelfredzaam en kan sociaal isolement worden voorkomen; mensen doen minder vaak een beroep op Wmo-voorzieningen.

Schuldhulpverlening Betere lees- en rekenvaardigheid kan bijdragen aan het voorkomen van schulden dan wel aan kortere schuldhulpverleningstrajecten.

Page 36: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

36

Onderwijsachterstanden Het verminderen van onderwijsachterstand bij kinderen werkt beter als ook de ouders kunnen lezen, schrijven en rekenen.

Gemeentelijke dienstverlening Mensen die kunnen lezen, schrijven en digitaal vaardig zijn, kunnen hun contact met de gemeente via digitale portals regelen; dit betekent kostenreductie voor de gemeente.

3. Gebruik de middelen efficiënt

Veel gemeenten geven aan dat zij de WEB middelen willen gebruiken voor de taaltrajecten van

de vergunninghouders. De wetgever heeft bewust gekozen om de WEB middelen in te zetten

voor alle NIET-inburgeringsplichtige deelnemers.

Wat zou kunnen is de WEB middelen inzetten voor de deelnemers aan (bijvoorbeeld) een ISK-

traject (Internationale Schakelklas) die nog niet inburgeringsplichtig zijn geworden.

Page 37: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

37

Bijlage 1: Budgetoverzicht WEB per 1 juli 2017

OMSCHRIJVING

Bedrag Bedrag Bedrag

Restant

%-Gereali

seerd Partij Begroot Verwachti

ng Werkelijk

/Verplichti

ng

Regionaal educatieplan NO Brabant 2016-2017 Rijk 1.620.110 0 1.620.110 0 100%

Totaal Rijksbijdrage educatiemiddelen 1.620.110 0 1.620.110 0

Regionaal WEB NO Brabant Koning Willem 1 College KW1C 190.148 190.148 0 0 100%

Regionaal WEB NO Brabant ROC de Leijgraaf Leijgraaf 214.880 214.880 0 0 100%

Totaal ROC's 405.027 405.028 0 0 100%

Regionaal WEB Gemeente Bernheze IVIO 59.716 0 12.854 46.862 22%

Regionaal WEB Gemeente Boekel IVIO 17.135 0 424 16.711 2%

Regionaal WEB Gemeente Boxmeer IVIO 55.565 0 21.406 34.159 39%

Regionaal WEB Gemeente Boxtel Sagenn 69.419 0 14.603 54.816 21%

Regionaal WEB Gemeente Cuijk IVIO 67.009 0 12.638 54.371 19%

Regionaal WEB Gemeente Grave IVIO 27.405 0 525 26.880 2%

Regionaal WEB Gemeente Haaren Sagenn 21.223 0 28.145 -6.922 133%

Regionaal WEB Gemeente Landerd IVIO 26.470 0 634 25.836 2%

Regionaal WEB Gemeente Meierijstad IVIO 185.642 0 46.663 138.979 25% Regionaal WEB Gemeente Schijndel

IVIO

44.562

0

979

43.583

2 %

Regionaal WEB Gemeente Sint Oederode IVIO 27.720 0 740 26.981 3% Regionaal WEB Gemeente Veghel IVIO 113.359 0 44.944 68.415 40%

Regionaal WEB Gemeente Mill & Sint Hubert IVIO 18.725 0 446 18.279 2%

Regionaal WEB Gemeente Oss IVIO 245.103 0 65.104 179.999 27%

Page 38: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

38

Regionaal WEB Gemeente ’s-Hertogenbosch Sagenn 446.648 0 201.675 244.973 45%

Regionaal WEB Gemeente Sint Anthonis IVIO 14.922 0 479 14.442 3%

Regionaal WEB Gemeente Sint Michielsgestel Sagenn 52.082 0 2.551 49.531 5%

Regionaal WEB Gemeente Uden IVIO 96.786 0 32.149 64.637 33%

Regionaal WEB Gemeente Vught Sagenn 45.622 0 21.175 24.447 46%

Totaal IVIO/Sagenn 1.449.473 0 461.473 988.001 32%

Overheveling 2016 naar 2017 234.391 0 0 0

Totaal WEB budget (ROC & IVIO & Sagenn) 1.854.501 405.028 461.473 988.001 46,7%

Prognose overhevelen 2017 naar 2018 (max. 25%) 988.001 53,3%

Overschot/Tekort 0 1.158.637 1.158.637

Page 39: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

39

Bijlage 2: Educatie uitkering 2017

Gemeentenaam Educatie 2017

Totaal contactregio 2017: 25% GW 75% VB

Mee-neemregelin

g

Bernheze € 66.745,94

16.686,49 50.059,46 9.656,54

Boekel € 19.152,41

4.788,10 14.364,30 2.770,89

Boxmeer € 62.106,82

15.526,71 46.580,12 8.985,37

Boxtel € 77.591,20

19.397,80 58.193,40 11.225,58

Cuijk € 74.897,35

18.724,34 56.173,01 10.835,85

Grave € 30.631,61

7.657,90 22.973,71 4.431,66

Haaren € 23.721,72

5.930,43 17.791,29 3.431,96

Landerd € 29.586,07

7.396,52 22.189,56 4.280,39

Mill en Sint Hubert € 20.929,87

5.232,47 15.697,40 3.028,05

Oss € 273.957,25

68.489,31 205.467,94 39.635,04

Schijndel € 49.808,48

12.452,12 37.356,36 7.206,09

's-Hertogenbosch € 499.229,00 € 1.620.109,89

124.807,25 374.421,75 72.226,45

Sint Anthonis € 16.678,36

4.169,59 12.508,77 2.412,96

Sint-Michielsgestel € 58.213,28

14.553,32 43.659,96 8.422,06

Sint-Oedenrode € 30.983,77

7.745,94 23.237,82 4.482,61

Uden € 108.180,10

27.045,03 81.135,08 15.651,06

Veghel € 126.703,73

31.675,93 95.027,80 18.330,99

Vught € 50.992,92

12.748,23 38.244,69 7.377,45

1.620.109,89 1.620.109,89 405.027,47 1.215.082,41 234.391,00

Page 40: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

40

Bijlage 5-4 POHO Arbeidsmarkt 21 september 2017

Resultaten en voortgang regionale beleidsonderwerpen

Stellers: Karin van Meer en projectleiders

Status: Ter informatie

De nieuwe structuur van AgriFood Capital Werkt! heeft diverse onderwerpen opgehaald waarbij de

regio aanvullend beleid en/of uitvoeringsafspraken wil maken. De meeste projecten liggen op (de

nieuwe, afgestemde) koers. Een nieuwe ESF ARNO aanvraag is voor de VSO/Pro Scholen uit de

regio aangevraagd en is na de schoolvakantie gestart.

Nog niet alle gemeenten hebben een coach aangemeld voor het project reshoring. Dit zorgt voor

vertraging in de start van het project.

In bijlage 1 staat de tussenrapportage van het project “sreening en matching vergunninghouders” en

biedt extra informatie over dit voortgang en de speerpunten voor de tweede helft 2017.

Het POHO wordt gevraagd om:

- Kennis te nemen van de voortgang regionale beleidsonderwerpen.

Page 41: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

41

RESULTATEN EN VOORTGANG REGIONALE BELEIDSONDERWERPEN AGRIFOODCAPITAL

WERKT! augustus 2017

Annotatie: De resultaten van het WSP moeten door de stuurgroep van het Regionaal Werkbedrijf op

7 september nog worden vastgesteld. Dit zijn de geel gearceerde blokken. In de definitieve stukken

naar het POHO zijn de cijfers verwerkt.

Onderwerpen Doelen Toelichting

Behaalde resultaten/ Stand van zaken

PROGRAMMALIJN REGIONAAL WERKBEDRIJF

WSP NOB

(Werkgeversservicepunt)

POHO: H. van Olden, K. van

Geffen, R. Poel

Coördinator: I. Willems

4.742

Banenafspraken eind

2017

Meting UWV Q1 2017: 4.794. Nu dus al boven

taakstelling.

xx brede doelgroep

Q2

xx plaatsingen gerealiseerd in Q2 2017. (cijfer volgt

na bespreking in de stuurgroep regionaal Werkbedrijf)

300 profielen

bemiddelbare klanten

online plaatsen

Website www.talentuitnoordoostbrabant.nl is sinds maart 2017 operationeel. 171 profielen aangemaakt waarvan 108 kandidaten actief staan met een video-opname. Er zijn 26 kandidaten geplaatst op werk. Tijdens zomerevent AANtWERK is tool gepresenteerd aan werkgevers.

148 fte (31 uur)

nieuw beschut

werken

30,2 fte gerealiseerd 1e kwartaal (cijfers tweede kwartaal na 7 september stuurgroep RW invoegen)

Doelgroepenregister

in Sonar ivm

kandidatenverkenner

De regio is bezig met inhaalslag. De cliëntsystemen gemeenten moeten nog gelinkt kunnen worden met SONAR. Hiervoor is een technische aanpassing nodig. Er is 88.500 subsidie beschikbaar (Rijksmiddelen)

Opstellen regionaal

plan van aanpak

versterken

werkgeversdienst-

verlening

Staat ook op de agenda bij punt 5.5. Input wordt verzameld om voor 15 oktober 2017 plan te kunnen indienen. Een voorwaarde bij de aanvraag is dat de regionale cliëntenraad hierbij betrokken is. De aanwezige leden van PCAN hebben op 12 juli input geleverd. Deze is doorgegeven aan Inge Willems.

Nuggers (niet-

uitkerings

gerechtigden)

POHO:

RSA: E. Biezen

Werkgroep olv M. van Erp

Een regionaal beleid

voor NUG die

ingeschreven staan

bij UWV.

Ondersteuning van

personen met

indicatie

doelgroepenregister

en kwetsbare

jongeren tussen 16-

27 jaar.

Alle colleges hebben dit beleid vastgesteld (navragen

in RSA 5 september of dat inderdaad is gelukt). Een

raadsinformatiebrief wordt verspreid. In het RSA van

5 september zijn door de werkgroep voorstellen

gedaan voor de uitvoering en de monitoring van het

beleid.

Page 42: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

42

Onderwerpen Doelen Toelichting

Behaalde resultaten/ Stand van zaken

Oudere werkzoekenden (>

50 jaar)

POHO: M. Roozendaal

RSA: G. Hagoort/ I. Willems

Aanjager: vacature

Looptijd: juli 17- mrt 18

Uitvoering vijf

activiteiten uit

actieplan

Aanjager Marcel van Ras is aangesteld en na de

vakantie gestart. Een gesprek met de bestuurlijk

opdrachtgever wordt gepland.

Regionale aanpak

Jeugdwerkloosheid

POHO: H. van Olden

RSA: I. Willems

Projectleider a.i.: R. de Jong

Looptijd: aug 15 - sept 17

In periode aug 2015-

sept 2017 105

werkzoekende

jongeren

zonder

startkwalificatie

duurzaam plaatsen

Dit aantal wordt met 124 plaatsingen per 1/1/2017

ruimschoots gehaald. In september 2017 wordt een

eindevaluatie opgesteld. Deze evaluatie wordt een

volgend POHO aan u voorgelegd. Dit plan is

bekostigd met Rijksmiddelen.

Perspectiefpact/

1.000 jongerenplan

POHO: K. van Geffen

RSA: I. Willems

Projectleider: R. de Jong

Looptijd: aug - dec 2017

Opstellen regionaal

uitvoeringsplan

perspectiefpact/

1.000 jongerenplan

Projectleider, Ruby de Jong, is aangesteld en start na

de zomervakantie. Alle gemeenten hebben positief

gereageerd om mee te denken aan het

uitvoeringsplan.

Arbeidstoeleiding

vluchtelingen/

statushouders

POHO: G. Overmans

RSA: I. Willems

Projectleider: B. Schuiling

Looptijd: nov 16 - dec 17

Uitvoeren activiteiten

uit regioplan

screening en

matching

vergunninghouders

Project loopt volgens plan. De tussenevaluatie is als

bijlage 1 bij dit overzicht gevoegd. Dit plan wordt bekostigd met gelden van Divosa.

Samenwerking W&I, UWV

en GGZ

POHO: P-H Jonkergouw

RSA: I. Willems

Projectleider: vacature

Looptijd: 1 nov 17 - 1 nov 19

Uitvoeren activiteiten

uit regionaal plan

versterken van de

samenwerking werk

en inkomen

(Gemeenten en

UWV) en GGZ

instellingen. (GGZ-

Oost Brabant en

Reinier van Arkel)

De aanvraag is behandeld door het Ministerie SZW.

Er is één toelichtende vraag gesteld die inmiddels is

beantwoord. Er is 90.000 subsidie beschikbaar.

(rijksmiddelen)

ZZP’ers in (dreigende)

armoede

POHO: M. Roozendaal

RSA: S. Willems

Projectleider: nvt

Nadere verkenning of

regionaal project tbv

zzp’ers in (dreigende)

armoede

wenselijk is

POHO heeft op 29 juni prioriteit aan deze analyse

gegeven. Een werkgroep gaat de vragen uit het

memo samen beantwoorden. Naar een projectleider

wordt nog gezocht.

Social Return 3.0

POHO: R. Wijdeven/ R. van

Moorselaar

RSA: L. Rasing

Steller: M. van Erp

Coördinator kenniskring: H.

Hoogland

Evaluatie social

return 2.0 en

opstellen aangepast

beleidskader 3.0 ism

zuidoost Brabant

Staat op de agenda POHO, zie bijlage 6-2.

Page 43: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

43

Onderwerpen Doelen Toelichting

Behaalde resultaten/ Stand van zaken

Social Return: PSO

certificaat voor gemeentelijke

organisatie

Implementeren en

zorgen voor PSO

certificaat

uiterlijk 31 dec

2017

14 gemeenten dienen PSO certificaat nog te behalen.

Bernheze en ’s-Hertogenbosch hebben het certificaat

al.

PROGRAMMALIJN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN/ KWETSBARE JONGEREN

Aanpak VSV/ Kwetsbare

jongeren

POHO: K. van Geffen

RSA: -

Coördinator: L. Endendijk

Werkgroep:

M. van der Camp (Leijgraaf

VSV)

R. van Uffelen (KWIC VSV)

R. Nijhuis (RBLNOB)

R. de Jong (Kwetsbare

jongeren)

Datum: 02-03-16

Terugdringen aantal

VSV’ers en

toeleiden kwetsbare

jongeren naar werk

Regionaal Convenant is in maart 2016 getekend.

Ministerie OC&W heeft het regionaal plan

goedgekeurd.

Definitieve cijfers VSV worden later in het jaar

bekend. Voorlopige cijfers laten zien dat percentage

regio (1,4%) onder landelijk gemiddelde (1,7%) ligt.

De uitvoering van de plannen ligt op koers.

Voor schooljaar 2017/ 2018 meer aandacht in het

uitvoeringsplan kwetsbare jongeren voor verbinding

met zorg.

Extra bestuurlijke afspraken

POHO: K. van Geffen

RSA:

Coördinator: L. Endendijk

Oud-vsv zonder

inkomen, langer

dan 1 jaar van

school in beeld

brengen

Op peildatum 1-11-2016 startmeting gedaan. Er zijn

423 jongeren in beeld gebracht.

Na de zomer is de analyse van het aanbod aan deze

jongeren gereed. Er wordt duidelijk of aanvullend

aanbod ontwikkeld/ ingekocht dient te worden.

30 jongeren op

traject of plaatsen

Aantal wordt voor schooljaar 2016/ 17 ondanks late

start (pas vanaf jan 2017) ruimschoots gehaald.

PROGRAMMALIJN WERKEN VAN MORGEN

Digitalisering/ robotisering

POHO: K. van Geffen

RSA: K. van Meer

Coördinator: W. Poen

Looptijd: 2016- 2020

Bewustwording

bedrijfsleven

vergroten

Aan alle gemeenten wordt in het najaar het aanbod

gedaan om bijeenkomst voor werkgevers te

organiseren. De gemeente Sint Michielsgestel heeft

de try-out gehad. Dit is positief ontvangen.

Reshoring

POHO: R. Wijdeven

RSA: K. van Meer

Projectleider: F. van Leerdam

Looptijd: sept 17 – sept 18

Toepassen

reshoring tool

Nog niet alle gemeenten hebben een coach

aangeleverd. De start van het project is daarom

vertraagd. De eerste stap is het gezamenlijk opleiden

van alle coaches.

PROGRAMMALIJN TALENT EN LOOPBAAN

Loopbaanoriëntatie- en

begeleiding (LOB)

POHO: K. Loose

RSA: K. van Meer

Coördinator: H. Ketelaar

Looptijd: 2016-2020

Regionale visie op

LOB

Resultaten onderzoek zijn gepresenteerd aan POHO

Arbeidsmarkt (mrt 17). In november regionale

bijeenkomst met onderwijs, bedrijfsleven en overheid

om visie vast te stellen.

Page 44: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

44

PROGRAMMATEAM

Sectorplan Noordoost

Brabant

POHO: H. van Olden

RSA: W. Smits

Projectleider: R. Toemen

Looptijd: mei 16 – mei 18

350 werk naar werk Geen trajecten gerealiseerd. Met Agentschap zal

wijziging doelstelling en verlenging looptijd worden

besproken.

450 geen werk naar

werk

Circa 180 trajecten gerealiseerd. Daarnaast nog 140

trajecten ‘in de pijplijn’. Middelen zijn met name heel

geschikt om aangepaste scholingstrajecten voor

specifieke doelgroepen, zoals de statushouders, te

kunnen realiseren.

Ontwikkelen van

‘regionale

infrastructuur’ om

de mobiliteit en de

beweging naar

kansrijke sectoren

en beroepen te

bevorderen

Gemeenten opereren nog veelal alleen. Regionale

aanpak, bijvoorbeeld de scholings- en re-

integratietrajecten van statushouders zou beter

regionaal aangepakt kunnen worden. Of een

duidelijke regionale aanpak bij vestiging van nieuwe

bedrijvigheid. Of een regionale aanpak bij

reorganisaties en dreigend verlies van

werkgelegenheid.

Plan wordt bekostigd met Rijksmiddelen.

ESF Active inclusie

POHO: H. van Olden

RSA: W. Smits

Projectleider: vacature

Looptijd 2014- 2020

ESF ARNO 2

(PRO/VSO)

1.223 deelnemers

Sept 2016 –aug

2017

1.435 aantal deelnemers per 30-6-2017

Stageleerwerkplekken, interne leerwerkplekken en

branchetrajecten voor 15 VSO/ PRO scholen uit de

regio waarbij urentoerekening van docenten gebeurt

op basis van addendum.

ESF subsidie: 503.400,=

ESF ARNO 3

(PRO/VSO)

1.208 deelnemers

Aug 17- aug 18

Project is 28 augustus gestart en kent dezelfde

uitvoering als ARNO.

ESF subsidie: 503.400,=

ESF NINA 2

(gemeenten)

4.668 deelnemers

Jan 2017 – dec

2018

3.774 aantal deelnemers per 1-1-2017. De gegevens

van het tweede peilmoment 30-6-2017 zijn nog niet

definitief.

Inzet van casemanagement voor toeleiding naar

werk of opleiding. De gemeenten ’s-Hertogenbosch,

Uden, Oss, CGM en Meierijstad/ Boekel/ Bernheze

doen mee.

ESF subsidie: 2.335.800,=

ESF SITS

MOVE

Jan 2017 – jul 2018

MOVE is een ontwikkel-project waarin Weener XL, nationaal en internationaal gaat zoeken naar alternatieve methodieken en best practices (o.a. door middel van cultuur en sport) die kunnen worden toegepast op arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren. ESF subsidie: 85.900,=

Page 45: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

45

Bijlage 1: Rapportage tweede termijn “Screening & matching vergunninghouders” Arbeidsmarktregio Noordoost Brabant Periode 28 februari t/m 31 augustus 2017 Binnen het regioplan “Screening & matching vergunninghouders” voor arbeidsmarktregio Noordoost Brabant is uitgegaan van 5 onderdelen:

1. Vergroten kans op betaald werk 2. Duale trajecten 3. Goede afstemming tussen inburgering en participatie 4. Profiel vergunninghouders (sneller) duidelijk 5. Verbinden en delen van good-practices

Hieronder wordt per onderdeel de stand van zaken beschreven alsmede de speerpunten voor de tweede helft van 2017. 1. Vergroten kans op betaald werk Werkgevers spelen een belangrijke rol bij de toeleiding van vergunninghouders naar werk. Vanuit het WSP (Werkgever Service Punt) binnen Noordoost Brabant is een groot netwerk van werkgevers opgebouwd. De accountmanagers van het WSP staan opgesteld voor de brede doelgroep werkzoekenden, waar vergunninghouders een onderdeel van maken. Voor het versnellen van de toeleiding van vergunninghouders naar werk, is het van groot belang dat de accountmanagers deze groep actief meenemen richting werkgevers. Hiervoor moeten de accountmanagers van het WSP over de juiste kennis beschikken en toegang hebben tot deze bemiddelbare vergunninghouders. Daarnaast is het van belang dat werkgevers een positief beeld hebben van vergunninghouders. 1.1 Stand van zaken Deskundigheidsbevordering accountmanagers WSP In juni 2017 zijn er 2 workshops georganiseerd voor de accountmanagers van WSP Noordoost Brabant m.b.t. vergunninghouders en werk. Circa 20 accountmanagers hebben de workshop gevolgd, waarbij aandacht is besteed aan:

- Het pad dat vergunninghouders doorlopen (asielaanvraag t/m participatie), met aandacht voor de inburgeringswet en participatiewet.

- Informatie over Syrische en Eritrese vergunninghouders t.a.v. achtergrond, communicatiecodes, het werk- en opleidingssysteem, gedrag en competenties.

- Werkgeversbenadering en bemiddeling van vergunninghouders. De bijeenkomsten zijn positief geëvalueerd door de accountmanagers.

Matchingsite Maandag 26 juni is, na enkele maanden proefdraaien, de matching-site www.talentuitnoordoostbrabant.nl gelanceerd. Talent uit Noordoost-Brabant is een gezamenlijk initiatief van gemeenten, UWV en SW-bedrijven, die in eendrachtige samenwerking het Werkgevers Servicepunt (WSP) Noordoost-Brabant vormen. Talent uit Noordoost Brabant brengt werkgevers, snel én kosteloos, in contact met potentiële werknemers uit de brede doelgroep, waaronder vergunninghouders. Zij stellen zich hier voor middels een video-cv. Inmiddels staan er een tiental vergunninghouders op de matching-site en zijn de eerste succesvol bemiddeld.

Page 46: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

46

Activiteiten richting werkgevers

Binnen arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant worden verschillende initiatieven ontplooid om het contact tussen vergunninghouders en werkgevers te leggen en de beeldvorming van werkgevers aangaande deze groep positief te beïnvloeden. Hieronder een greep uit de verschillende activiteiten. Gemeente Oss heeft vanuit het WSP een golf-netwerkdag met vergunninghouders georganiseerd. De aanwezige werkgevers hebben de hele dag “golfend” met een vergunninghouder opgetrokken. Naast het feit dat dit bijdraagt aan de beeldvorming van werkgevers, zijn 4 vergunninghouders uitgenodigd voor een verdere kennismaking met een optie tot betaald werk. Op de laatste 2 bijeenkomsten van AANtWERK (een MVO platform van de gezamenlijke SW-bedrijven in Noordoost Brabant) waarbij circa 150 werkgevers aanwezig waren, is aandacht besteed aan vergunninghouders. Middels good-practices van vergunninghouders en werkgevers, is deze doelgroep extra onder de aandacht gebracht. Gemeente Boxmeer zet voor vergunninghouders een werk-taalstage in passend bij de beroepswens / -mogelijkheden van de vergunninghouder. Hierdoor kunnen vergunninghouders de Nederlandse taal oefenen 1.2 Speerpunten tweede helft 2017 Voor de tweede helft van 2017 wordt aandacht besteed aan de volgende zaken:

- Uitbreiden van het aantal vergunninghouders op de matching-site. - Organiseren van activiteiten om de beeldvorming van werkgevers t.a.v. vergunninghouders

te verbeteren. - Goede verbinding tussen gemeenten, SW-bedrijven en WSP om de doorstroom van

bemiddelbare vergunninghouders te optimaliseren. - Onderzoeken van mogelijkheden op het gebied van zelfstandig ondernemerschap voor

vergunninghouders. - Borging van de opgedane kennis en werkwijzen.

2. Duale trajecten Er is een groep vergunninghouders bij wie een gerichte investering in een Nederlandse opleiding het perspectief op duurzame intrede op de Nederlandse arbeidsmarkt aanzienlijk vergroot. Naast hoger opgeleiden, heeft vooral ook de groep van middelbaar en lager opgeleide vergunninghouders hier baat bij. Duale trajecten (combinatie van inburgering / taal en vakopleiding) zijn een goede manier om in deze extra behoeften te voorzien. Deze duale trajecten kunnen gericht worden ingezet op kans-beroepen en vorm worden gegeven in samenwerking met werkgevers. Zo hebben vergunninghouders een goed perspectief op structurele arbeidsparticipatie. Landelijk en binnen arbeidsmarktregio Noordoost Brabant worden deze trajecten reeds ingezet. De hierbij opgedane ervaring wordt benut voor het ontwikkelen / uitbreiden van duale trajecten binnen de regio. 2.1 Stand van zaken Binnen Noordoost Brabant wordt op verschillende manieren en binnen verschillende gremia invulling gegeven aan opleiding van vergunninghouders en (duale) leer-werktrajecten. Het Leerwerkloket houdt zich bezig met leer-werktrajecten en in een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Cuijk, Grave, Mill, Boxmeer, St-Anthonis, Oss, Uden, Landerd en Meierijstad en ROC de Leijgraaf

Page 47: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

47

wordt actief ingezet op duale trajecten (combinatie van extra taal en opleiding). Daarnaast geven gemeenten hier individueel invulling aan. Leerwerkloket Vanuit het Leerwerkloket loopt een oriënterend traject met Bouwmensen, om vergunninghouders met ervaring / affiniteit in de bouw een praktijk-georiënteerde opleiding te bieden naast een betaalde baan. Het Leerwerkloket neemt hierin de gehele regio Noordoost Brabant mee. Entree BBL voor vergunninghouders In samenwerking tussen gemeenten Cuijk, Grave, Mill, Boxmeer, St-Anthonis, Oss, Uden, Landerd en Meierijstad en ROC de Leijgraaf wordt actief ingezet op duale trajecten. Specifiek voor vergunninghouders zijn er momenteel 2 trajecten ontwikkeld, een kweekvijver logistiek en een project dienstverlening. Beide trajecten worden georganiseerd in een Entree BBL-constructie met baangarantie. Instroom kan als de vergunninghouder aan het eind van de inburgering zit of hiermee klaar is. Momenteel draait er binnen kweekvijver logistiek een groep van 22 kandidaten. Vanaf september starten er circa 50 kandidaten. Ook het traject dienstverlening start in september. Pre-bachelor en Entree voor vergunninghouders Gemeente ’s-Hertogenbosch zet voor jongere vergunninghouders (18 tot 27 jaar) actief in op scholing. Hoger-opgeleiden krijgen de kans zich middels een pre-bachelor voor te bereiden op een HO of WO studie. Voor laag- / middelbaar opgeleiden wordt in samenwerking met ROC Koning Willem I College een Entree jaar specifiek voor vergunninghouders aangeboden. In september zullen de eerste groepen gaan draaien. Versnelde inburgering Voor jongere vergunninghouders met potentie op mbo-niveau zet gemeente Oss, in samenwerking met ROC de Leijgraaf, een versneld inburgeringstraject in. In dit traject wordt ook Engels en rekenvaardigheden aangeboden. Op deze manier wordt de weg naar het mbo versneld en voor een bredere groep van vergunninghouders mogelijk gemaakt. 2.2 Speerpunten tweede helft 2017 Voor de tweede helft van 2017 wordt aandacht besteed aan het verder bevorderen van een regionale samenwerking in het ontwikkelen een aanbieden van duale (leer-werk) trajecten. Het delen van ervaringen en trajecten en borging binnen bestaande structuren staat hierbij centraal. 3. Goede afstemming tussen inburgering en participatie Het gros van de vergunninghouders ontvangt een uitkering op basis van de participatiewet wanneer ze worden ingeplaatst in een gemeente. Gemeenten regisseren de uitvoering van de participatiewet. Daarnaast hebben vergunninghouders te maken met de inburgeringswet, ze moeten binnen 3 jaar (in een aantal gevallen kan dit verlengd worden naar 5 jaar) voldoen aan de inburgeringsplicht. Om het resultaat van beide trajecten te optimaliseren en op een goede manier gelijktijdig in te zetten op inburgering en werk, is het van belang duidelijke afspraken te maken met ketenpartners over einddoelen en afstemming tussen uitvoering van de participatie- en inburgeringswet. Om zo te komen tot één plan voor de vergunninghouder en wellicht uiteindelijk één regisseur.

Page 48: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

48

3.2 Stand van zaken Het beter op elkaar afstemmen van inburgeringswet en participatiewet heeft bij alle gemeenten in Noordoost Brabant de aandacht. Er wordt ingezet op het verbeteren van de contacten en samenwerking met de ketenpartners, gemeenten pakken hierin steeds meer de regierol op zich. Op deze manier kan het aanbod van de verschillende ketenpartners qua planning en participatiedoel op elkaar worden afgestemd. SW-bedrijven zien hierin ook steeds meer een rol weggelegd, zo is WSD aan het onderzoeken of ze de inburgering kunnen integreren in hun dienstverlening. Daarnaast is er een landelijke beweging gaande vanuit gemeenten om wetmatig de regie op inburgering terug te krijgen. De gemeenten binnen arbeidsmarktregio Noordoost Brabant zijn hierbij betrokken en hebben het signaal afgegeven deze regie graag terug te nemen en de inburgering lokaal en / of sub-regionaal vorm te willen geven. De verschillende gemeenten acteren hier zelfstandig in en houden de regiocoördinator op de hoogte. 3.2 Speerpunten tweede helft 2017 Voor de tweede helft van 2017 wordt vooral aandacht besteed aan het verder verbeteren van ketensamenwerking door het delen van good-practices. 4. Profiel vergunninghouder (sneller) duidelijk Voor het opzetten van een passend traject van integratie en participatie, is het van belang dat het profiel van de vergunninghouder duidelijk is. Hoe eerder dit duidelijk is, hoe eerder gefundeerd gestart kan worden met integratie en participatie. Hiervoor is een goede samenwerking en overdracht tussen COA en gemeenten nodig. 4.1 Stand van zaken Maandag 19 juni jongstleden is er een bijeenkomst georganiseerd voor COA en gemeenten in Noordoost Brabant. Tijdens deze bijeenkomst heeft COA toelichting gegeven op het programma dat zij verzorgen in de voorinburgering. Daarnaast is uitgebreid stilgestaan bij het klantprofiel en de warme overdracht. Met het klantprofiel voorziet COA de gemeenten van meer achtergrondinformatie van de individuele vergunninghouders over onder andere opleiding, werkervaring, het doorlopen traject in het AZC en de ambities van de vergunninghouder. Het definitieve klantprofiel wordt, zodra de voorinburgering bij COA is afgerond, overgedragen aan desbetreffende gemeente. Vervolgens wordt er een warme overdracht gedaan. Tijdens de bijeenkomst van maandag 19 juli j.l. is per gemeente een contactpersoon benoemd om deze overdracht met COA te doen. 4.2 Speerpunten tweede helft 2017 In de tweede helft van 2017 ligt de nadruk op het monitoren en optimaliseren van de warme overdracht. Daarnaast worden de mogelijkheden bekeken om de samenwerking verder uit te bouwen middels betrokkenheid van gemeenten bij trajecten binnen de voorinburgering, bijvoorbeeld samenwerking t.a.v. stages en vrijwilligerswerk.

Page 49: Bijlage 3-1 Advisering POHO agenda 21 september 2017 · Bijlage 7-1 Infoflits wordt uiterlijk maandag 4 september verstuurd. 2 CONCEPT AGENDA POHO Arbeidsmarkt AgriFood Capital Datum:

49

5. Verbinden en delen van good-practices Gemeenten en ketenpartners doen veel ervaring op t.a.v. integratie en participatie van vergunninghouders. Dit is waardevolle kennis voor alle (keten-) partners die zich bezighouden met integratie en participatie van vergunninghouders. 5.1 Stand van zaken Het verbinden en delen van good-practices heeft zich vooral gericht op gemeenten, SW-bedrijven en COA. Ondernomen acties hierin zijn o.a.:

- Regiocoördinator vergunninghouders sluit (indien relevant) aan bij overleg van het TMT (Tactisch Management Team) en OMT (Operationeel Management Team) van het WSP (Werkgevers Service Punt).

- Versturen van een periodieke informatiemail naar alle partijen in het netwerk. - Ontwikkelen en uitvoeren van trainingen voor accountmanagers WSP. - Periodiek overleg met de overige regiocoördinatoren en Divosa, COA en overige

projectleiders WSP. - Optreden als vraagbaak en verbinden van partijen op vraag van ketenpartners en werkgevers

(bijvoorbeeld werkgevers met specifieke vraag op het gebied van vergunninghouders en WSP, UAF en gemeenten, mbo en gemeenten).

5.2 Speerpunten tweede helft 2017 De inspanningen in de tweede helft van 2017 zullen zich vooral richten op borging, zowel t.a.v. de netwerken en verbindingen die zijn gelegd als de informatiedeling m.b.t. het onderwerp vergunninghouders.