Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende...

40
Bijlage 1 Verklarende woordenlijst a-priori kans zie voorafkans. a-posteriori kans zie achterafkans. absolute risico zie risico. absolute risicoreductie (absolute risk reduction; ARR) zie risicoverschil. absolute risicotoename (absolute risk increase; ARI) zie risicoverschil. achterafkans in diagnostisch onderzoek: de kans op de vermoede ziekte of aandoening op basis van een diagnostische testuitslag. achtergrondrisico kans (of risico) op de bestudeerde uitkomst in de controlegroep (referen- tiegroep). Ook baseline risk genoemd. associatiemaat zie effectmaat. attributief risico zie risicoverschil. baseline risk zie achtergrondrisico. betrouwbaarheid afwezigheid van toevallige fouten. Bijvoorbeeld betrouwbaarheid van een meetinstrument: een meetinstrument is betrouwbaar als verschillende on- derzoekers onafhankelijk van elkaar (of dezelfde onderzoeker op verschil- lende momenten) met dit meetinstrument vrijwel dezelfde uitkomsten kunnen (kan) verkrijgen. Ook wel reproduceerbaarheid genoemd. betrouwbaarheidsinterval het interval van numerieke waarden waarvan we met een bepaalde zeker- heid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de parameter erin ligt. Zo geeft een 95%-betrouwbaarheidsinterval de waarden aan waarvan we met 95% zekerheid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de bestudeerde parameter zich ertussen bevindt. Hoe smaller het betrouw- baarheidsinterval, des te preciezer de schatting van de waarde van de bestudeerde parameter. Een betrouwbaarheidsinterval wordt smaller naar- mate er meer patie ¨nten in het onderzoek zijn opgenomen. bias (vertekening) vertekening van de resultaten van een onderzoek door systematische fouten die worden veroorzaakt door de manier waarop een empirisch onderzoek is ontworpen en uitgevoerd. Zie ook selectiebias, informatiebias en confoun- ding. blinde beoordeling test- uitslagen in diagnostisch onderzoek: beoordeling van het resultaat van de ene test zonder kennis van het resultaat van de andere test (ofwel onafhankelijke (blinde) beoordeling van de indextest en de referentietest en vice versa). M. Offringa et al. (Red.), Inleiding in evidence-based medicine, DOI 10.1007/978-90-313-6636-1, © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Transcript of Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende...

Page 1: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst

a-priori kans zie voorafkans.

a-posteriori kans zie achterafkans.

absolute risico zie risico.

absolute risicoreductie(absolute risk reduction;ARR)

zie risicoverschil.

absolute risicotoename(absolute risk increase;ARI)

zie risicoverschil.

achterafkans in diagnostisch onderzoek: de kans op de vermoede ziekte of aandoeningop basis van een diagnostische testuitslag.

achtergrondrisico kans (of risico) op de bestudeerde uitkomst in de controlegroep (referen-tiegroep). Ook baseline risk genoemd.

associatiemaat zie effectmaat.

attributief risico zie risicoverschil.

baseline risk zie achtergrondrisico.

betrouwbaarheid afwezigheid van toevallige fouten. Bijvoorbeeld betrouwbaarheid van eenmeetinstrument: een meetinstrument is betrouwbaar als verschillende on-derzoekers onafhankelijk van elkaar (of dezelfde onderzoeker op verschil-lende momenten) met dit meetinstrument vrijwel dezelfde uitkomstenkunnen (kan) verkrijgen. Ook wel reproduceerbaarheid genoemd.

betrouwbaarheidsinterval het interval van numerieke waarden waarvan we met een bepaalde zeker-heid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de parameter erin ligt.Zo geeft een 95%-betrouwbaarheidsinterval de waarden aan waarvan wemet 95% zekerheid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van debestudeerde parameter zich ertussen bevindt. Hoe smaller het betrouw-baarheidsinterval, des te preciezer de schatting van de waarde van debestudeerde parameter. Een betrouwbaarheidsinterval wordt smaller naar-mate er meer patienten in het onderzoek zijn opgenomen.

bias (vertekening) vertekening van de resultaten van een onderzoek door systematische foutendie worden veroorzaakt door de manier waarop een empirisch onderzoek isontworpen en uitgevoerd. Zie ook selectiebias, informatiebias en confoun-ding.

blinde beoordeling test-uitslagen

in diagnostisch onderzoek: beoordeling van het resultaat van de ene testzonder kennis van het resultaat van de andere test (ofwel onafhankelijke(blinde) beoordeling van de indextest en de referentietest en vice versa).

M. Offringa et al. (Red.), Inleiding in evidence-based medicine, DOI 10.1007/978-90-313-6636-1, © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Page 2: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

blindering in effectonder-zoek

onwetendheid over de toegewezen behandeling in effectonderzoek.

blindering van de patient: door blindering van de patient wordt voorkomendat deze door zijn voorkeuren bewust of onbewust een grotere compliancemet het protocol zal hebben en de uitkomstmeting daardoor wordt beın-vloed. Blindering van de patient wordt bereikt door de index- en controle-behandeling uiterlijk identiek te maken (in de vorm van een placebobe-handeling).

blindering van de behandelaar: door blindering van de behandelaar wordtvoorkomen dat deze, omdat hij op de hoogte is van de aard van de toege-wezen behandeling een bepaald enthousiasme zal uitstralen (selectievevergroting van het placebo-effect) en zich in verschillende mate aan hetonderzoeksprotocol zal houden (door bijvoorbeeld aan de placebogroepaanvullende behandeling aan te bieden).

blindering van de effectbeoordelaar: door blindering van de effectbeoor-delaar wordt voorkomen dat deze de effecten van index- en referentiebe-handeling verschillend zal beoordelen.

indien een onderzoek als dubbelblind wordt beschreven betreft dit meestalblindering van de patient en de effectbeoordelaar.

case-control study zie patientcontroleonderzoek.

cohort omschreven groep personen die in de tijd worden gevolgd.

cohortonderzoek een onderzoek, uitgaande van cohorten van personen met de te onderzoe-ken determinant (bijvoorbeeld aanwezigheid van of blootstelling aan eenrisicofactor, schadelijke stof, leefstijlfactor, persoonskenmerk) en personenzonder die determinant. De onderzochte personen worden gevolgd in detijd en dienen bij aanvang vrij te zijn van de onderzochte uitkomst en nog instaat te zijn de onderzochte uitkomst te krijgen. Per groep wordt vastgesteldhoeveel personen gedurende de follow-up periode de uitkomst krijgen. Desterkte van het verband tussen de determinant en de uitkomst kan wordenuitgedrukt in een risicoverschil, een relatief risico of een odds-ratio.

confounding vermenging van het effect van de bestudeerde determinant (centrale de-terminant) op de uitkomst door andere determinanten. Een determinant iseen confounder als deze zelf een onafhankelijke determinant is van debestudeerde uitkomst en gerelateerd is met de centrale determinant, maargeen tussenschakel is in de keten tussen de centrale determinant en deuitkomst. Een voorbeeld van confounding: het relatieve risico voor hetoptreden van een myocardinfarct van personen met factor X ten opzichtevan personen zonder factor X bedraagt 4. Als het percentage rokers onderpersonen met factor X hoger is dan onder personen zonder die factor, wordteen deel van de myocardinfarcten bij personen met X mogelijk veroorzaaktdoor roken. Na correctie in de analyse voor roken bedraagt het relatieverisico 2. Roken, een determinant van myocardinfarct, is in dit voorbeeld eenconfounder voor de relatie tussen factor X en myocardinfarct.

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247

Page 3: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument consistentzijn met de resultaten van andere meetinstrumenten. Het te validerenmeetinstrument moet hoog correleren met andere meetinstrumenten diehetzelfde construct beogen te meten (convergente validiteit) en laag cor-releren met meetinstrumenten die een ander construct beogen te meten(divergente validiteit).

controlegroep in patientcontroleonderzoek: de groep personen zonder de bestudeerdeziekte of aandoening.

criteriumvaliditeit de mate waarin de scores op een meetinstrument een adequate afspiege-ling zijn van een gouden standaard.

cross-sectional study(transversaal onderzoek)

zie dwarsdoorsnedeonderzoek.

cumulatieve incidentie de proportie (het percentage) van nieuw optredende gebeurtenissen (be-studeerde uitkomsten, ziektegevallen) in een omschreven groep personen(cohort) in een vastgestelde periode. Hetzelfde als het risico of de kans opde onderzochte gebeurtenis.

doelmatigheid werkzaamheid van een interventie vastgesteld in interventieonderzoekonder voor de onderzochte groep gangbare dagelijkse omstandigheden(medische zorg). Deze vorm van evaluatie omvat zowel de effectiviteit alshet gangbare gebruik in de praktijk. Zie ook effectiviteit.

dwarsdoorsnedeonder-zoek

onderzoek waarbij op een moment in de tijd de aan- of afwezigheid vanzowel de determinant als de uitkomst vastgesteld wordt. Door het ontbre-ken van een volgorde in tijd tussen determinant en uitkomst is een dwars-doorsnedeonderzoek doorgaans ongeschikt voor het vaststellen van causalerelaties (behalve bij onveranderlijke determinanten die per definitie voor-afgaan aan de uitkomst, bijvoorbeeld genetische factoren).

effectiveness zie doelmatigheid.

effectiviteit werkzaamheid van een interventie zoals vastgesteld in interventieonderzoekonder ideale omstandigheden. Geeft antwoord op de vraag: hebbenpatienten meer baat dan schade van deze interventie indien ze de instruc-ties volledig opvolgen (volledig compliant zijn). Zie ook doelmatigheid.

effectmaat eenheid waarmee het effect in een groep afgezet wordt tegen dat in eenandere groep. Voorbeelden van effectmaten (associatiematen) zijn hetrisicoverschil, het relatieve risico en de odds-ratio.

efficacy zie effectiviteit.

fout-negatieven in diagnostisch onderzoek: personen die op grond van de uitslag van eendiagnostische test (indextest) ten onrechte als niet-ziek geduid worden.

fout-positieven in diagnostisch onderzoek: personen die op grond van de uitslag van eendiagnostische test (indextest) ten onrechte als ziek geduid worden.

Inleiding in evidence-based medicine248

Page 4: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

gouden standaard in diagnostisch onderzoek: de test waarvan algemeen geaccepteerd wordtdat deze de werkelijke situatie (ziek of niet-ziek) het beste weergeeft, ookwel referentietest genoemd. Bij afwezigheid van een gouden standaardwordt de te bestuderen indextest vaak vergeleken met de beste voorhandenzijnde referentietest of wordt het langetermijnbeloop van de aandoening alsreferentietest gebruikt. Uitkomsten van onderzoeken kunnen onderlingverschillen omdat verschillende referentietests zijn gebruikt.

inceptiecohort een cohort van personen die in hetzelfde stadium (doorgaans een zo vroegmogelijk stadium) van de onderzochte aandoening of ziekte verkeren.

incidentie het aantal nieuw optredende gebeurtenissen (bestudeerde uitkomsten,ziektegevallen) in een populatie gedurende een vastgestelde periode. Zieook cumulatieve incidentie.

indexgroep in een randomised controlled trial of cohortonderzoek: de groep personendie de onderzochte interventie ontvangen of blootgesteld zijn.

indextest in diagnostisch onderzoek: de test waarvan de eigenschappen onderzochtworden.

informatiebias vertekening van de effectschatting ten gevolge van systematische fouten bijhet meten van de onderzoeksvariabelen (blootstelling, uitkomsten, con-founders), waardoor misclassificatie optreedt. Misclassificatie kan non-dif-ferentieel zijn (onafhankelijk van de blootstellingsstatus of uitkomst; deproportie misclassificatie is dan in beide groepen hetzelfde) of differentieel(afhankelijk van de blootstellingsstatus of uitkomst; de proportie misclas-sificatie is dan in beide groepen ongelijk). Non-differentiele misclassificatieleidt altijd tot een onderschatting (verdunning of uitdoving) van het effect(de waarde van de schatting gaat in de richting van de neutrale waarde); heteffect van differentiele misclassificatie kan beide kanten opgaan (onder-schatting of overschatting van het effect).

inhoudsvaliditeit de mate waarin de inhoud van een meetinstrument een adequate afspie-geling is van hetgeen het meetinstrument beoogt te meten.

interne consistentie de mate waarin de onderdelen (items) van een meetinstrument met elkaarsamenhangen.

intention to treat-analyse analyse waarbij de allocatie van de patient bij randomisatie gerespecteerdwordt. Iedere patient blijft in de oorspronkelijk door randomisatie ge-vormde groep, ongeacht de uiteindelijk toegepaste behandeling en even-tuele co-interventies, non-compliance en dergelijke. Zie ook per protocolanalyse.

klinimetrie methodologische discipline die zich richt op het meten van klinische ver-schijnselen. Klinimetrie houdt zich bezig met de kwaliteit van klinischemetingen. Daarbij gaat het zowel om de kwaliteit van de meetinstrumentenals om de kwaliteit van de metingen zelf.

likelihood-ratio van eennegatieve test (LR–)

in diagnostisch onderzoek: de verhouding tussen het voorkomen van eennegatieve uitslag op de indextest bij personen met de ziekte en het voor-komen van een negatieve testuitslag bij personen zonder de ziekte. Eendiagnostische test is informatiever naarmate de LR– dichter tot 0 nadert.

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 249

Page 5: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

likelihood-ratio van eenpositieve test (LR+)

in diagnostisch onderzoek: de verhouding tussen het voorkomen van eenpositieve uitslag op de indextest bij personen met de ziekte en het voor-komen van een positieve testuitslag bij personen zonder de ziekte. Eendiagnostische test is informatiever naarmate de LR+ dichter tot oneindignadert.

meta-analyse onderdeel van een systematische review waarin kwantificering van de re-sultaten plaatsvindt. In een meta-analyse worden de afzonderlijke resulta-ten gecombineerd tot een overall schatting van het effect van de bestu-deerde interventie (‘poolen’). Meta-analyse kan daarnaast tevens analysevan bronnen van heterogeniteit bevatten.

negatief voorspellendewaarde (VW–)

in diagnostisch onderzoek: achterafkans op de afwezigheid van ziekte bijeen negatieve uitslag van de indextest, ofwel de proportie niet-zieken(vastgesteld met de referentietest of gouden standaard) onder de personenmet een negatieve uitslag op de indextest. Wordt ook voorspellende waardenegatieve testuitslag genoemd.

neutrale waarde waarde van de parameter onder de nulhypothese. In vergelijkend onder-zoek: de waarde van de associatiemaat waarvoor geen verschil in effecttussen de onderzochte groepen bestaat.

in geval van het relatieve risico (RR) of de odds-ratio (OR) is de neutralewaarde ‘1’; in geval van het risicoverschil (RV) of een (gestandaardiseerde)verschilscore is de neutrale waarde ‘0’. Zie ook betrouwbaarheidsinterval ensignificantie.

nulhypothese wetenschappelijke, toetsbare bewering over de werkelijkheid. Voorbeeldenvan nulhypothesen zijn: ‘De prevalentie van astma onder kinderen is 5%’ en‘Er is geen verschil in behandelingseffect tussen penicilline en placebo’. Zieook betrouwbaarheidsinterval, p-waarde en significantie.

number needed to harm(NNH)

het aantal patienten dat blootgesteld moet worden aan de schadelijkefactor om een ongewenste gebeurtenis meer te krijgen dan zonder bloot-stelling verkregen zou zijn. Het NNH is afhankelijk van het achtergrond-risico.

number needed to treat(NNT)

het aantal patienten dat met de interventie behandeld dient te worden omeen gewenste gebeurtenis meer te bereiken dan met de controlebehande-ling verkregen zou zijn. Het NNT is afhankelijk van het achtergrondrisico.

odds de verhouding tussen de kans op het optreden van een bepaalde gebeur-tenis en de kans op het niet-optreden ervan. Als de kans op genezing 0,75(75%) bedraagt, dan is de kans op geen genezing 0,25 (25%) en de oddsvoor genezing 0,75/0,25 = 3. In woorden: de kans op genezing is drie keerzo groot als de kans op geen genezing.

Inleiding in evidence-based medicine250

Page 6: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

odds-ratio (OR) de verhouding tussen twee odds. De odds-ratio is een maat voor de sterktevan het verband tussen een determinant en een uitkomst. In cohortonder-zoek geeft de odds-ratio de verhouding weer van de odds voor de bestu-deerde uitkomst (ziekte) van blootgestelden en die van niet-blootgestelden(ziekteodds-ratio). In patientcontroleonderzoek geeft de odds-ratio de ver-houding weer van de odds voor blootstelling van patienten en die vancontroles (blootstellingsodds-ratio). Ziekteodds-ratio en blootstellings-odds-ratio verschillen weliswaar conceptueel, maar zijn mathematischidentiek. Bij zeldzame uitkomsten (waarvan doorgaans sprake is in patien-tcontroleonderzoek) is de odds-ratio een goede schatter van het relatieverisico. Als de odds-ratio gelijk is aan 1 (neutrale waarde) is er geen relatie ofverschil in effect.

p-waarde de kans op het vinden van een effect zoals in het onderhavige onderzoekonder de aanname dat de nulhypothese waar is. Voorbeeld: in een onder-zoek wordt een risicoverschil (RV) gevonden van 0,25 (25%). De nulhypo-these luidt ‘RV = 0’ en de gevonden p-waarde is 0,03. Dit betekent: als hetRV in werkelijkheid 0 is (ofwel als er in werkelijkheid geen verschil in effectis tussen beide groepen), dan zal bij oneindig keer herhalen van een on-derzoek zoals het onderhavige, in 3% van de gevallen een RV gevondenworden dat 0,25 of meer afwijkt van 0.

patientcontroleonderzoek een onderzoek uitgaande van personen met de bestudeerde ziekte of aan-doening waarbij een controlegroep wordt geselecteerd van personen zonderde bestudeerde ziekte of aandoening. Vervolgens wordt per groep vastge-steld hoeveel personen in elk van deze groepen tevoren blootgesteld ge-weest zijn aan de bestudeerde determinant(en). De sterkte van het verbandtussen de determinant en de uitkomst kan alleen worden uitgedrukt in eenodds-ratio.

patientenserie verslag van de karakteristieken en de uitkomsten van een serie vergelijkbarepatienten (ongecontroleerd onderzoek met weinig wetenschappelijke zeg-gingskracht).

per-protocol analyse analyse waarbij alleen gegevens van patienten worden gebruikt die volledigvolgens het onderzoeksprotocol zijn behandeld. Zie ook intention to treat-analyse.

placebo interventie die volledig gelijk is aan de onderzochte interventie, maar danzonder het werkzame gedeelte. Placebo wordt in een onderzoek aan deel-nemers in de controlegroep gegeven. In geval van medicatie dient hetplacebo dezelfde kleur, grootte, smaak en consistentie te hebben als hetonderzochte middel. Ook bij niet-medicamenteuze interventies, zoals fy-siotherapie, kan placebobehandeling gegeven worden.

poolen het combineren van de resultaten van afzonderlijke onderzoeken tot eenoverall schatting van het effect.

positief voorspellendewaarde (VW+)

in diagnostisch onderzoek: achterafkans op de aanwezigheid van ziekte bijeen positieve uitslag van de indextest, ofwel de proportie zieken (vastge-steld met de referentietest of gouden standaard) onder de personen meteen positieve uitslag op de indextest. Wordt ook voorspellende waardepositieve testuitslag genoemd.

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 251

Page 7: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

prevalentie de proportie personen met een ziekte in een gemeenschap op een gegevenmoment. Kan worden uitgedrukt voor een meetmoment (puntprevalentie)of voor een bepaalde periode (periodeprevalentie). In diagnostisch onder-zoek is de puntprevalentie de voorafkans (a-priori kans) op de ziekte.

protocol een protocol heeft het karakter van een voorschrift of een in de praktijkgehanteerde regel, bijvoorbeeld als afgeleide van een richtlijn. Een protocolis specifiek en gaat vooral in op de organisatorische context op de werk-vloer. Geven richtlijnen aan wat, in de meeste gevallen, gedaan moetworden, protocollen beschrijven hoe dat dient te geschieden. Protocollenworden daarom ook veelal lokaal geformuleerd, rekening houdend met demogelijkheden en beperkingen van de desbetreffende praktijk.

publicatiebias vertekening in meta-analyse van gepubliceerde onderzoeken die wordtveroorzaakt door het feit dat onderzoeken met positieve resultaten meerkans hebben om gepubliceerd te worden dan onderzoeken met negatieveresultaten. Het gevolg is dat in overzichten van gepubliceerde literatuur debehandeling positievere resultaten lijkt op te leveren dan in werkelijkheidhet geval is.

randomisatie aselecte (willekeurige) toewijzing (allocatie). Bij randomisatie wordt ge-bruikgemaakt van het toeval om behandeling aan index- of controlegroe-p(en) toe te wijzen. Randomisatie houdt in dat ieder individu (of andereeenheid van randomisatie) een gelijke kans heeft om elk van de interventieste krijgen. Een goede randomisatie maakt gebruik van bijvoorbeeld eentabel met aselecte getallen of een door een computer aangemaakte rand-omisatielijst. Er dient gewaarschuwd te worden voor andere methoden vantoewijzing die als randomisatie beschreven worden, maar dit niet echt zijn:toewijzing op geboortedatum, volgorde van binnenkomst, dag van de week,maand van het jaar, dossiernummer. Deze methoden heten wel ‘quasirandom’ en zijn minder valide.

randomised controlledtrial (RCT)

onderzoek waarin het effect van een interventie vergeleken wordt met datvan een controle-interventie en waarbij aselecte toewijzing (randomisatie)van patienten aan de indexgroep en controlegroep wordt toegepast.

referentiegroep zie controlegroep.

in een randomised controlled trial of cohortonderzoek: de groep personendie de onderzochte interventie niet ontvangen of niet blootgesteld zijn.

referentietest zie gouden standaard.

relatieve risico (RR) verhouding van de kans op de bestudeerde uitkomst in twee cohortenpersonen. Het relatieve risico is een maat voor de sterkte van het verbandtussen een determinant en een uitkomst. In cohortonderzoek geeft hetrelatieve risico de verhouding weer van de kans op de bestudeerde uitkomst(bijvoorbeeld sterfte of ziekte) van blootgestelden en die van niet-blootge-stelden per eenheid van de determinant. In randomised controlled trialsgeeft het relatieve risico de verhouding weer van de kans op de bestudeerdeuitkomst in de indexgroep en die in de controlegroep. Als het relatieve risicogelijk is aan 1 (neutrale waarde) is er geen relatie of verschil in effect.

Inleiding in evidence-based medicine252

Page 8: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

relatieve risicoreductie(RRR)

de proportionele verlaging van het risico op een ongunstige uitkomst doortoepassing van de interventie.

reproduceerbaarheid de mate waarin een meting vrij is van meetfouten.

responsiviteit het vermogen van een meetinstrument om veranderingen in de tijd temeten in het construct dat het meetinstrument beoogt te meten.

review bias in diagnostisch onderzoek: vertekening van de karakteristieken van eenindextest door niet-onafhankelijke beoordeling van indextest en referen-tietest. In de regel zal dit leiden tot een kunstmatig hogere overeenstem-ming van de indextest met de referentietest.

richtlijn document met aanbevelingen, adviezen en handelingsinstructies terondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering in de gezondheidszorg,berustend op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek met daaropgebaseerde discussie en aansluitende meningsvorming, gericht op hetexpliciteren van goed medisch handelen. Richtlijnen beogen een leidraad tegeven voor de dagelijkse praktijk.

risico de kans op het krijgen van de bestudeerde uitkomst (sterfte, ziekte, aan-doening of behandelingsresultaat). Als de bestudeerde uitkomst in eengroep van 100 patienten 25 keer waargenomen wordt, is het risico (of dekans) op de uitkomst 0,25 (ofwel 25%).

risicoverschil het absolute verschil van de kansen op de uitkomst tussen twee groepenpersonen (index- en controlegroep of blootgestelden en niet-blootgestel-den). Ook bekend onder de namen absolute risicoreductie (ARR), absoluterisicotoename (absolute risk increase; ARI) en attributief risico (Engels:attributable risk).

selectiebias vertekening van de effectschatting ten gevolge van systematische fouten bijde selectie van onderzoeksdeelnemers. Selectiebias in patientcontroleon-derzoek: de kans om als blootgestelde of niet-blootgestelde in het onder-zoek terecht te komen is afhankelijk van de ziektestatus. In cohortonder-zoek: de kans om als zieke of niet-zieke in het onderzoek terecht te komenis afhankelijk van de blootstellingsstatus.

sensitiviteit in diagnostisch onderzoek: de proportie terecht-positieven onder de zieken,ofwel de proportie van de groep personen met de onderzochte ziekte diemet de indextest terecht als ziek geclassificeerd wordt.

significantie situatie waarin de p-waarde lager is dan een vooraf vastgestelde onbe-trouwbaarheidsdrempel (doorgaans 5%) of indien het betrouwbaarheids-interval de neutrale waarde van de bestudeerde parameter niet omvat.

specificiteit in diagnostisch onderzoek: de proportie terecht-negatieven onder de niet-zieken, ofwel de proportie van een groep personen zonder de onderzochteziekte die met de indextest terecht als niet-ziek geclassificeerd wordt.

spectrum (ziektespec-trum)

verscheidenheid van ziektekenmerken van de onderzochte personen.

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 253

Page 9: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

spectrumbias in diagnostisch onderzoek: vertekening van de resultaten betreffende dekarakteristieken van een diagnostische test ten gevolge van een onjuistekeuze van het spectrum van zieken en/of niet-zieken. De waarde van eenindextest dient onderzocht te zijn in een relevante groep van zieken (‘in-dicated population’) zoals men die in de praktijk ook zou tegenkomen.Personen met de ziekte kunnen verschillen in ernst, stadium of duur vande ziekte. Als in een bepaalde setting normaliter sprake is van een breedziektespectrum en de indextest wordt onderzocht bij louter personen metrelatief ernstiger aandoeningen, dan zullen de diagnostische eigenschap-pen van de indextest (sensitiviteit, specificiteit, likelihood-ratio) doorgaansoverschat worden. De groep niet-zieken moet bij voorkeur bestaan uitpersonen met aandoeningen die in de praktijk gemakkelijk tot verwarringmet de onderzochte aandoening leiden. Hierdoor zal de proportie fout-positieven toenemen (hetgeen in de dagelijkse praktijk ook het geval zouzijn), waardoor de specificiteit afneemt.

systematische fout fout die wordt gemaakt bij het ontwerp en de uitvoering van een empirischonderzoek. Systematische fouten leiden tot vertekening van de resultaten.Zie ook bias, selectiebias, informatiebias en confounding.

systematische review een systematisch overzicht van de stand van zaken van medisch-weten-schappelijk onderzoek. Een systematische review is transparant en repro-duceerbaar en gaat uit van een expliciete vraagstelling, een uitgebreidezoekstrategie, een ondubbelzinnige procedure voor selectie van onderzoe-ken, een beoordeling van de kwaliteit van de onderzoeken en een trans-parante presentatie van de resultaten.

terecht-negatieven in diagnostisch onderzoek: personen die op grond van de uitslag van eendiagnostische test (indextest) terecht als niet-ziek geduid worden.

terecht-positieven in diagnostisch onderzoek: personen die op grond van de uitslag van eendiagnostische test (indextest) terecht als ziek geduid worden.

transversaal onderzoek zie dwarsdoorsnedeonderzoek.

type I-fout het ten onrechte verwerpen van een juiste nulhypothese. De kans hieropis a, die door de onderzoeker wordt bepaald (meestal wordt a, ofwel deonbetrouwbaarheidsdrempel, op 5% gesteld).

type II-fout het ten onrechte niet verwerpen van een onjuiste nulhypothese. De kanshierop is b, die onder meer afhangt van de steekproefomvang. Hoe groterde steekproef, des te kleiner b en des te kleiner de kans op een type II-fout.

uitkomstbias selectieve publicatie van uitkomsten. Uitkomsten met een niet-significanteffect van de interventie worden vaak (bewust of onbewust) buiten derapportage gelaten, wat kan leiden tot een overschot aan ‘positieve’ uit-komsten in de review en daardoor tot een overschatting van het effect.Zie ook publicatiebias.

validiteit afwezigheid van systematische fouten. Bijvoorbeeld validiteit van eenmeetinstrument: een meetinstrument is valide als het werkelijk meet, wathet beoogt te meten.

verification bias zie work-up bias.

Inleiding in evidence-based medicine254

Page 10: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

voorafkans in diagnostisch onderzoek: de kans op de vermoede ziekte of aandoening inde onderzochte groep personen. Is hetzelfde als de prevalentie van de ziekteof aandoening.

voorspellende waarde ne-gatieve testuitslag (VW–)

zie negatief voorspellende waarde.

voorspellende waarde po-sitieve testuitslag (VW+)

zie positief voorspellende waarde.

work-up bias in diagnostisch onderzoek: vertekening van de karakteristieken van eenindextest door selectieve toepassing van de referentietest (‘opwerking’).

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 255

Page 11: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Bijlage 2 Zoeken in PubMed

Het bestand PubMed bevat beschrijvingen van artikelen uit meer dan5000 tijdschriften op het gebied van de geneeskunde en verwantevakgebieden.Het is gratis via internet te raadplegen, op het adres www.pubmed.gov

Wanneer u naar PubMed gaat, ziet u in de bovenste helft van hetscherm:

De onderste helft van het scherm kan verschillende soorten informatiebevatten, bijvoorbeeld de aankondiging van nieuws over PubMed.

Er zijn verschillende manieren om in PubMed te zoeken.U begint met een zoekactie via de zoekbalk van PubMed.

De eerste zoekvraag luidt: ‘‘Kan verstopping beter behandeld wordenmet lactulose of met polyethyleenglycol?’’

In de zoekbalk van PubMed tikt u:constipation AND lactulose AND polyethylene glycol

M. Offringa et al. (Red.), Inleiding in evidence-based medicine, DOI 10.1007/978-90-313-6636-1, © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Page 12: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Na klikken op Go begint het zoeken, waarna het volgende schermverschijnt:

De zoekactie heeft 32 referenties (beschrijvingen van artikelen) opge-leverd, waaronder een review (nr. 4).Het is bijzonder dat een zoekactie een klein aantal referenties oplevertwaarvan de meeste relevant zijn.Dat het ook anders kan laat de volgende vraag zien.

De tweede zoekvraag luidt: ‘‘Wat is het effect van vitamine C bij ver-koudheid?’’Dit is net als de eerste vraag een klinische vraag.

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 257

Page 13: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

In de zoekbalk van PubMed tikt u:vitamin c AND common coldNa klikken op Go verschijnt het volgende scherm:

Deze zoekactie heeft 249 referenties opgeleverd.

U wilt dit aantal graag inperken, en bent daarbij vooral geınteresseerdin klinische artikelen.Daarom klikt u op de optie Clinical Queries in de blauwe balk links (zie pijl).Het volgende scherm verschijnt:

In dit scherm kunt u een zoekactie tikken, en tevens aangeven in welksoort artikelen u geınteresseerd bent.

Inleiding in evidence-based medicine258

Page 14: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Op de zoekbalk (onder Search by Clinical Study Category) tikt u opnieuw:vitamin c AND common cold

Vervolgens moet u aangeven in welk soort artikelen u geınteresseerdbent.U kunt onder Category kiezen uit etiology, diagnosis, therapy, prognosis enclinical prediction guides.Standaard staat therapy aangevinkt.Aangezien de zoekvraag over therapie gaat, laat u therapy aangevinktstaan.Daarna moet u aangeven of u een beperkte (narrow, specific) of eenruime (broad, sensitive) zoekactie wilt.Bij een beperkte zoekactie loopt u het risico relevante artikelen temissen; bij een ruime zoekactie vindt u – vergeleken bij een beperktezoekactie – meer relevante artikelen, maar ook meer niet-relevante.Standaard staat (onder Scope) de optie narrow, specific search aangevinkt.U wilt beginnen met een ruime zoekactie, en vinkt daarom de optiebroad, sensitive search aan

Na klikken op Go begint het zoeken.

U krijgt het zoekresultaat te zien in het PubMed-scherm.Er zijn 225 referenties gevonden.Dit betekent dat uw vorige zoekactie slechts weinig is ingeperkt.

Als u in Clinical Queries had gekozen voor een narrow, specific search, had u21 referenties gevonden. Dat is, vergeleken bij de oorspronkelijkezoekactie met 249 referenties, een forse inperking!

Na de broad, sensitive search stond in de PubMed-zoekbalk de uitge-voerde zoekactie:(vitamin c AND common cold) AND ((clinical[Title/Abstract] AND trial[Title/Abstract]) OR clinical trials[MeSH Terms] OR clinical trial[Publication Type] ORrandom*[Title/Abstract] OR random allocation[MeSH Terms] OR therapeuticuse[MeSH Subheading])

De achter (vitamin c AND common cold) toegevoegde zoekactie wordt weleen filter genoemd.

Het volgende plaatje (te bereiken via filter table in Clinical Queries) toontde tien filters van de Clinical Queries.

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 259

Page 15: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

PubMed-referenties verschijnen standaard in het Summary-format ophet scherm.Als u in een afzonderlijke referentie de auteursregel aanklikt, krijgt ude desbetreffende referentie in het AbstractPlus-format te zien.Als u een hele lijst met referenties in een ander format wilt zetten, kiestu dat andere format in het uitklapmenu onder Summary.

Als u de referenties zou willen opslaan in een database-programma(bijvoorbeeld Reference Manager of EndNote) moet u ze voor het opslaanin het MEDLINE-format zetten.

U kunt referenties selecteren, en even ‘wegzetten’ in het Clipboard.Daartoe vinkt u eerst de vakjes voor de gewenste referenties aan.Vervolgens kiest u in het uitklapmenu onder Send to de optie Clipboard.U krijgt de referenties in het Clipboard te zien na klikken op de Clip-board-tab (onder de zoekbalk van PubMed).In het Clipboard kunnen referenties uit verschillende zoekacties opge-nomen worden.Ze worden bewaard tijdens het zoeken in PubMed en nog acht uurdaarna.

Inleiding in evidence-based medicine260

Page 16: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

U kunt de referenties afdrukken, opslaan (downloaden) of naar eene-mailadres sturen.Als bij het afdrukken de rechterzijde van de tekst ontbreekt, kies danin het uitklapmenu onder Send to de optie Printer. De hiermee opge-roepen tekst laat zich goed afdrukken.

Rechts van elke referentie staat de optie Related Articles vermeld.Klikken hierop leidt naar referenties die verwant zijn aan de uit-gangsreferentie.De verwantschap berust op overeenkomst in onder andere MeSHTerms (dat zijn toegevoegde trefwoorden) en titelwoorden.

Bij veel referenties is een uitgeversicoon geplaatst. Klikken hierop kantoegang geven tot de fulltext versie van het artikel, maar dit is lang nietaltijd het geval.Dat komt doordat de meeste artikelen alleen toegankelijk zijn als erabonnementsgeld betaald is voor het desbetreffende tijdschrift.Organisaties die abonnementen op fulltext tijdschriften hebben, biedenvaak een speciaal internetadres voor PubMed aan. In de bijbehorendePubMed-versie zijn dan speciale toegangsiconen van de organisatiezichtbaar bij artikelen die werkelijk toegankelijk zijn.Een toenemend aantal fulltext artikelen is voor iedereen gratis be-schikbaar. Deze zijn in het Summary-format te herkennen aan degroene of oranje band in de icoon die voor de referentie staat.

Via de History-tab in het referentiescherm kunt u de tot nu toe uitge-voerde zoekacties bekijken.

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 261

Page 17: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

U hebt nu gezien hoe u op een snelle, eenvoudige manier kunt zoekenin PubMed. Daarbij tikte u zoekacties in de zoekbalk, en maakte u ookgebruik van Clinical Queries.In veel gevallen levert deze manier van zoeken goede resultaten op.Dat komt vooral doordat PubMed de zoektermen vertaalt naar MeSHTerms: door indexeerders toegevoegde, vaste trefwoorden.De MeSH Terms zorgen ervoor dat synoniemen en verwante begrippenvan zoektermen (kidney transplantation – renal transplantation) en ookonderliggende begrippen van zoekwoorden (kidney diseases > nephritis >glomerulonephritis) in een zoekactie betrokken worden.Vrijwel alle PubMed-referenties bevatten MeSH Terms; alleen denieuwste referenties zijn nog niet van deze trefwoorden voorzien.

In de zoekactie naar het effect van vitamine C bij verkoudheid, werdbijvoorbeeld gezocht op de MeSH Term Ascorbic Acid, terwijl u die termniet zelf getikt had.U kunt de werkelijk uitgevoerde zoekactie bekijken door na die zoek-actie op de Details-tab te klikken.De zoekactie vitamin c AND common cold is opnieuw op te roepen door inhet History-scherm op het bijbehorende referentieaantal te klikken;dan verschijnt de zoekactie weer in de zoekbalk.Klikken op de Details-tab laat de Query Translation zien, met de werkelijkuitgevoerde zoekactie.

Inleiding in evidence-based medicine262

Page 18: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

De door u getikte termen vitamin c en common cold werden als Text Wordgezocht, dat wil zeggen in vrijwel alle onderdelen van de PubMed-referenties.Daarnaast werd gezocht op de MeSH Terms ascorbic acid en commoncold.

Het belang van zoeken met MeSH Terms is, dat zo ook artikelengevonden worden met andere, synonieme benamingen van een zoek-aspect, bijvoorbeeld een merknaam voor bepaalde vitamine-C-pillen.Als u alleen met MeSH Terms gezocht zou hebben, zou een referentiemet de vermelding dat geen vitamine C was voorgeschreven, nıet ge-vonden zijn.Op grond van dit gegeven zou het aantrekkelijk lijken alleen metMeSH Terms te zoeken. Dan zouden echter in het zoekresultaat demeest recente referenties ontbreken, aangezien hieraan nog geenMeSH Terms toegevoegd zijn.

Daarom kan het beste gezocht worden met zowel MeSH Terms als TextWords. Zo’n zoekactie wordt bijna altijd door PubMed gecreeerd, opgrond van zoektermen die u in de zoekbalk van PubMed tikte.

Specifiek zoeken met alleen MeSH Terms kan via de MeSH Database.Klik op deze optie in de blauwe balk links (zie pijl).

De derde zoekvraag luidt: "Bestaan er richtlijnen voor de diagnostiekvan borstkanker bij jonge vrouwen (van ca. 20-40 jaar)?"

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 263

Page 19: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

In de zoekbalk van de MeSH Database tikt u breast cancer.Na klikken op Go ziet u het volgende scherm:

Kennelijk is de MeSH Term voor borstkanker Breast Neoplasms.

Na klikken op deze MeSH Term (achter volgnummer 1) krijgt u hetvolgende scherm:

Onder de MeSH Term Breast Neoplasms en de bijbehorende definitiestaan Subheadings vermeld. Dit zijn aspecten die aan een MeSH Termgekoppeld kunnen worden.U kunt een of meer Subheadings kiezen.U vinkt diagnosis aan.

Inleiding in evidence-based medicine264

Page 20: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Daarna kiest u in het uitklapmenu onder Send to de optie Search Box withAND.

Ten slotte klikt u in het dan verschenen venster op Search PubMed.

Terug in PubMed is de zoekactie uitgevoerd.In de PubMed-zoekbalk staat: "Breast Neoplasms/diagnosis"[Mesh]De zoekactie heeft 69.480 referenties opgeleverd.Deze gaat u vervolgens inperken met Limits.

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 265

Page 21: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Klik op de Limits-tab. Dan verschijnt het volgende scherm:

In het uitklapmenu onder Ages kiest u de optie Adult: 19-44 years.In het uitklapmenu onder Type of Article kiest u Practice Guideline.Ten slotte klikt u op Go, waarna de zoekactie wordt uitgevoerd.

Inleiding in evidence-based medicine266

Page 22: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Er werden 25 referenties gevonden.

U had deze zoekactie ook als volgt kunnen uitvoeren:Tik in de zoekbalk van PubMed breast cancer en klik op Go.Via Details is te zien dat de MeSH Term Breast Neoplasms in de zoekactiewerd opgenomen.Vervolgens tikt u op de zoekbalk van PubMed diagnosis.Via Details ziet u dat diagnosis als Subheading en als MeSH Term werdgezocht.Ten slotte combineert u via History de beide zoekacties, door op dezoekbalk te tikken: # 5 AND # 6De resulterende set (# 7) perkt u via Limits in tot leeftijdsgroep Adult:19-44 years en publicatietype Practice Guideline.Deze zoekactie levert 33 referenties op: 8 meer dan de vorige.

Als u die laatste zoekactie (#8), via Limits inperkt tot de Engelse en deNederlandse taal (te vinden onder More Languages), dan vindt u 32referenties. Als u wilt weten of er onder die 32 referenties een Neder-landstalige referentie aanwezig is, dan kunt u de zoekactie van #8inperken tot alleen de Nederlandse taal.Dit levert een referentie op.

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 267

Page 23: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Als u wilt weten in welke taal de enige referentie (van de 33) die nochin de Nederlandse, noch in de Engelse taal gepubliceerd is, dan kunt udie verkrijgen via de zoekactie #8 NOT #9.

Het blijkt om een Duitstalig artikel te gaan.

Het is mogelijk om zoekacties in PubMed op te slaan, bijvoorbeeld metde bedoeling ze later nogmaals uit te voeren.Het is ook mogelijk om een attendering in te zetten op grond van zo’nopgeslagen zoekactie. In dat geval krijgt u e-mails met de nieuw toe-gevoegde PubMed-referenties betreffende die zoekactie.

Het verdient aanbeveling om voor zo’n attendering een vrij ruimezoekstrategie te gebruiken. Dan is de kans het grootst dat er werkelijknieuwe referenties worden gemaild.

U gaat uit van de zoekactie #7.Klik in het History-scherm op #7, en vervolgens in het uitklapmenu opSave in My NCBI.Vervolgens verschijnt een inlog-scherm, waarin naar User Name enPassword gevraagd wordt.

Inleiding in evidence-based medicine268

Page 24: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Als u die nog niet hebt kunt u ze gratis en gemakkelijk verkrijgen viade optie: register for an account.

Na het inloggen vinkt u aan dat u (Yes) updates per e-mail wilt ontvan-gen.

Daarna krijgt u gelegenheid aan te geven met welke frequentie ue-mails wilt ontvangen.

Nu u eenmaal ingelogd bent in My NCBI, kunt u daarmee ook nogandere zaken regelen.Klik in de blauwe zijbalk van PubMed op de optie My NCBI.Klik daarna in de blauwe zijbalk van My NCBI op User Preferences.U krijgt dan in het scherm van User Preferences de mogelijkheid eenkleur te kiezen om zoektermen in referenties te markeren.Bevestig die keuze met OK.

Ga terug naar PubMed (door in de zwarte balk boven in het scherm teklikken op PubMed).

Tik in de zoekbalk van PubMed breast cancer AND diagnosis, en klik opGo.In de resulterende referenties zijn niet alleen de woorden breast canceren diagnosis gemarkeerd, maar ook de MeSH Term Breast Neoplasms.

Oefenvragen:1 Vermindert het toedienen van oestrogeen aan postmenopauzale

vrouwen het risico van het krijgen van de ziekte van Alzheimer?2 Wat is een betrouwbare test om Helicobacter pylori aan te tonen?3 Moeten zwangeren met een kunstklep anticoagulantia voorge-

schreven krijgen?4 Bestaat er een verband tussen het verrichten van nachtdiensten en

het krijgen van borstkanker?

Bijlage 2 Zoeken in PubMed 269

Page 25: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Voor verdere informatie over PubMed:Etten F van, Deurenberg R. Praktische handleiding PubMed, 2e druk.Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2008.

Een internetadres met veel informatie over PubMed is: www.lumc.nl/1060/handleidingen.html

Inleiding in evidence-based medicine270

Page 26: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Bijlage 3 Zoeken in SUMSearch

De zoekmachine SUMSearch is gratis via internet te raadplegen, ophet adres http://sumsearch.uthscsa.edu/

SUMSearch is met name geschikt om in een korte zoekactie snel watinformatie te vergaren betreffende evidence-based medicine over eenbepaald onderwerp.

Via SUMSearch wordt gezocht in een aantal bestanden:– PubMed;– DARE (Database of Abstracts of Reviews of Effectiveness), een

database die ook beschikbaar is in The Cochrane Library. DARE-reviews worden niet geındexeerd in PubMed;

– National Guideline Clearinghouse van the Agency for HealthcareResearch and Quality (AHRQ) in the United States. Internetadreswww.guideline.gov/

– Wikipedia.

Voor uitvoerige zoekacties kan beter in de afzonderlijke databasesgezocht worden.

M. Offringa et al. (Red.), Inleiding in evidence-based medicine, DOI 10.1007/978-90-313-6636-1, © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Page 27: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Het beginscherm van SUMSearch ziet er als volgt uit:

Onder in het scherm zijn diverse filters te zien, bijvoorbeeld voorIntervention, Prognosis, Diagnosis, Etiology/causation en nog drie anderefilters die PubMed niet heeft: Physical findings (lichamelijk onderzoek),Adverse treatment effects (bijwerkingen) en Screening/prevention (screeningen preventie).

Als voorbeeld zoekt u in SUMSearch naar informatie over de behan-deling van een tenniselleboog.U tikt in de zoekbalk tennis elbow en kiest voor het filter Intervention.U kunt vervolgens klikken op Check my strategy (recommended). Rechts ophet scherm zal dan de mededeling verschijnen dat u met de MeSHbrowser (dit is de MeSH Database van PubMed) kunt zien of deze termeen MeSH Term is. Dat blijkt in dit geval inderdaad zo te zijn.

Inleiding in evidence-based medicine272

Page 28: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Vervolgens klikt u onder de SUMSearch-zoekbalk op Search.Als resultaat ziet u het volgende scherm:

Er werden onder andere gevonden:– 4 richtlijnen van de National Guideline Clearinghouse;– 43 referenties betreffende mogelijke richtlijnen uit PubMed;– 10 referenties uit DARE;– 44 referenties betreffende mogelijke Systematic Reviews uit PubMed;– 23 referenties van mogelijke trials uit PubMed.

Dat het laatste aantal zo klein is vergeleken bij de 44 Systematic Reviews,komt doordat de oorspronkelijke zoekactie in PubMed naar trials indrie stappen werd ingeperkt.Enerzijds is het aardig dat SUMSearch zelfstandig een aantal inper-kingen aanbrengt. Anderzijds kiezen geroutineerde zoekers waar-schijnlijk liever zelf hun inperkingen, en kiezen dan voor direct zoe-ken in PubMed.

Bijlage 3 Zoeken in SUMSearch 273

Page 29: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Bijlage 4 Zoeken in TRIP Database

Het bestand TRIP Database is een zoekmachine om geaggregeerde evi-dence te vinden (zie ook paragraaf 3.2.2 en verder)

TRIP staat voor ‘Turning Research Into Practice’. Het bestand is in1997 ontwikkeld met de bedoeling snel en eenvoudig klinische vragente beantwoorden volgens de principes van evidence-based medicine.

TRIP Database is gratis via internet te doorzoeken:http://www.tripdatabase.com

Een zoekactie levert beschrijvingen van publicaties op, die meteenworden gefilterd. U kunt naar verschillende groepen van evidence-based bronnen doorklikken, onder andere:– Systematic Reviews;– Evidence-based samenvattingen (Synopses);– Richtlijnen (Guidelines) (uit Noord-Amerika, Europa of elders);– Vraag-en-antwoordservice (Cinical Questions);– Hoogwaarde primair onderzoek (Core Primary Research);– E-textbooks;– MEDLINE articles: therapy, diagnosis, systematic reviews, progno-

sis, etiology.

M. Offringa et al. (Red.), Inleiding in evidence-based medicine, DOI 10.1007/978-90-313-6636-1, © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Page 30: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Het hoofdscherm van TRIP Database:

Zoeken in TRIP Database is eenvoudig.U bent bijvoorbeeld op zoek naar informatie over de volgende zoek-vraag:‘‘Kunnen cranberry-producten urineweginfecties voorkomen dan welgenezen?’’

In TRIP Database kunt u volstaan met een of twee zoektermen.U besluit om te beginnen met een zoekterm, en tikt in de zoekbalk:cranberr*Hiermee zoekt u op woorden die beginnen met de woordstam cranber,waardoor u in een keer op zowel cranberry als cranberries zoekt.

Bijlage 4 Zoeken in TRIP Database 275

Page 31: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Na klikken op Search ziet u het volgende scherm:

Helemaal rechts in de blauwe kolom, onder Filter by, ziet u dat deartikelen zijn ingedeeld (gefilterd) op soorten evidence.Deze zoekactie levert u op: een aantal Systematic Reviews (3), EvidenceBased Synopses (9), een aantal Guidelines uit Noord-Amerika (3) en Eu-ropa (3) en dertien Clinical Questions.

De referenties gaan vrijwel allemaal over urineweginfecties.Het was dus een goed idee alleen cranberr* als zoekwoord te gebruiken.

Als u geınteresseerd bent in Systematic Reviews, dan klikt u op hetgelijknamige kopje.Er verschijnen drie reviews, waaronder twee uit de Cochrane Database ofSystematic Reviews (‘Cranberries for preventing urinary tract infections’en ‘Cranberries for treating urinary tract infections’).Bent u op zoek naar synopses van evidence, dan klikt u op EvidenceBased Synopses.

Inleiding in evidence-based medicine276

Page 32: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

U ziet onder andere een review uit Bandolier (‘Cranberry for UTI’ uit2006) en een artikel uit Clinical Evidence (‘Recurrent cystitis in non-pregnant women’ uit 2005).

U wilt weten of er in TRIP Database ook informatie te vinden is bij uwzoekvraag:‘‘Wat is het effect van vitamine C bij verkoudheid?’’

U tikt in de zoekbalk:vitamin c cold.

Er verschijnt een aantal artikelen, onder andere een systematischereview uit de Cochrane Database of Systematic Reviews en een (synopsis) uitClinical Evidence.

TRIP Database heeft behalve de zoekbalk op het hoofdscherm ook eenAdvanced search-optie. Deze is te vinden bij de zoekbalk, naast de Search-knop.

Via Advanced Search kunt u zoeken op Title of op Title & Text.Logischerwijs zal zoeken op Title doorgaans minder referenties ople-veren dan zoeken in Title & Text.

Bijlage 4 Zoeken in TRIP Database 277

Page 33: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Uw zoekgeschiedenis zelf kunt u ook bekijken via de optie Advancedsearch. Het is verder mogelijk om sets uit uw zoekgeschiedenis tecombineren, door de operatoren AND of OR tussen setnummers teplaatsen, bijvoorbeeld: #1 AND #2.

TRIP Database heeft nog een aantal andere opties, zoals de blauwei-knop, te vinden naast gevonden referenties (de i-knop geeft de con-clusie van een artikel) of de optie My TRIP, bestemd voor atttendering.Voor meer zoektips klikt u op Need Help with Searching? of op Show searchtips.

TRIP Database een uitstekende bron is om op snelle en eenvoudigewijze te zoeken naar geaggregeerde evidence.

Inleiding in evidence-based medicine278

Page 34: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

Register

95%-betrouwbaarheidsinterval 55, 69,82, 99, 151

aanbeveling 27aanbevelingen 193absolute risicoreductie (ARR) 97, 213,

217, 246absolute risicotoename 246absolute risk increase (ARI) 246absoluut risico 246acceptatie, werkveld 193achterafkans 64, 72, 73, 127, 246achtergrondrisico 97, 112, 213, 217, 246ACP Journal Club 26additief model 213add-on test 72adverse drug reaction 104adverse events 104afkappunt 61, 68, 170AGREE- (Appraisal Instrument for Gui-

delines, Research and Evaluation)instrument 190

alternatieve behandeling 117analyse

–, gestratificeerd 111–, multivariate 111

anchor-based methode 145a-posteriori kans 246a-priori kans 246area under the curve 69ARI zie absolute risk increase 246ARR zie absolute risicoreductie 246aselecte

–, behandelingstoewijzing 88–, steekproef 59

associatiematen 55, 98, 246attendering door PubMed 51attributief risico 246authority-based 43

Automatic Term Mapping 47

background question 34baseline risk 23, 246Bayes-theorema 67behandelingseffect 95behandelingstoewijzing, aselect 88behoefte aan informatie 43belang van resultaten 55, 81, 135belangenverstrengeling 151beoordeling

–, diagnostische meta-analyse 169–, diagnostische systematische review

165–, meetinstrument 135–, richtlijn 190–, systematische review observationeel

onderzoek 175–, systematische reviews 160

beoordelingscriteria 61besliskunde, klinisch 216beslissingsondersteuningssysteem 45best case analyse 94best case scenario 77betrouwbaarheid 143, 246betrouwbaarheidsinterval 55, 69, 101,

246bevolkingsonderzoek 120bewijsdimensies 196bewijskracht 87, 202bias 107, 147, 246bibliografische database 46bijblijven 51bijwerkingen 104, 117, 174, 217bijwerkingen, voorbeeldvraag 39bivariate random effects methode 172Bland en Altman plot 141blinde beoordeling testuitslagen 246blindering 58, 88, 91, 129

M. Offringa et al. (Red.), Inleiding in evidence-based medicine, DOI 10.1007/978-90-313-6636-1, © 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Page 35: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

–, behandelaars 92–, effectbeoordelaars 92, 155–, effectmeting 91–, effectonderzoek 247–, patienten 58, 91–, randomisatie 91

bodem- en plafondeffecten 144bronpopulatie 109

CancerLit 177case-control study 247casuıstiek 104CATs 52causaliteit 107, 115CBO-richtlijnen 223Centrum voor Evidence-Based Medicine

(CEBAM) 51channeling 107, 109chikwadraattoets 158Cinahl 50, 177, 193Clinical Evidence 45, 52Clinical Knowledge Summaries 51Clinical Queries 49clusterrandomisatie 90, 129Cochrane Central Register of Controlled

Trials 154, 242Cochrane Centre 234, 240Cochrane Collaboration 234

–, organisatie 236Cochrane Database of Systematic

Reviews 52, 235, 242Cochrane Fields 238Cochrane Handbook 235Cochrane Library 46, 193, 234, 242Cochrane Methodology Register 242Cochrane Review Groups 236Cohen’s Kappa 143cohort 247cohortonderzoek 75, 106, 247

–, niet-gerandomiseerd 87co-interventies 95comedicatie 115commentaarronde 193comorbiditeit 115concealment of allocation 91, 155conflicterend belang 196confounders 175confounding 111, 112, 247confounding by indication 89, 106CONSORT-Statement 108constructvaliditeit 139, 248

contaminatie 95controlebehandeling 86, 88controlegroep 248convergente validiteit 139Cox-overlevingsduuranalyse 112criteriumvaliditeit 139, 248critically appraised topic (CAT) 52, 230Cronbach’s alfa 138cross-sectional study 248cumulatieve incidentie 248

DARE 193, 271database, bibliografisch 46data-extractie 167, 181Delphi-techniek 193diagnostic calculators 70diagnostische misclassificatie 69diagnostische test 56

–, belasting 73–, geschiktheid 71–, waarde 57

dierproeven 115differentiele verificatie 59, 123distribution-based methode 146divergente validiteit 139doelmatigheid 248dosis-responsonderzoek 115drempelwaarde 100dubbelblind onderzoek 91dwarsdoorsnedeonderzoek 248

EBM zie evidence-based medicine 22effectiveness 248effectiviteit 248effectmaten 55, 98, 248effectmodificatie 212, 217effectonderzoek, gerandomiseerd 88effectschatting 96, 99, 180effectsize 156efficacy 248EMBASE 46, 154, 166, 177, 193, 237etiologie, voorbeeldvraag 33etiologisch onderzoek 104, 174evidence 24

–, bruikbaarheid 208–, geaggregeerd 45, 150–, toepassen 216

evidence of no effect 213evidence-based

–, bijblijven 51–, bronnen 45

Inleiding in evidence-based medicine280

Page 36: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

–, richtlijnen 45, 151–, rubrieken in tijdschriften 52–, tijdschriften 51–, zoeken 44, 48

Evidence-Based Cardiovascular Medicine51

Evidence-based Health Care 26Evidence-Based Health Policy and Mana-

gement 51evidence-based medicine) 22, 26

–, dagelijkse praktijk 222–, gevaren 28–, huisartspraktijk 228–, kritiek 26–, misbruik 29–, polikliniek 228–, ziekenhuisafdeling 226

Evidence-Based Mental Health 51Evidence-based Nursing 26, 51evidence-based richtlijnontwikkeling

188evidence-tabel 202externe validiteit 55, 84, 114, 210extrapolatie 210

Farmacotherapeutisch Kompas 223Fields 238fixed-effectmodel 159follow-up 77, 93, 110, 155, 198foreground question 34forest plot 168fout-negatieven 62, 72, 132, 248fout-positieven 62, 72, 132, 248funnelplot 161

geaggregeerde evidence 45, 150generaliseerbaarheid 114, 210gerandomiseerd effectonderzoek 88gestratificeerde

–, analyse 111–, randomisatie 90

gevaren van evidence-based medicine 28GIN zie Guidelines International Net-

work 45Glaser-techniek 193gouden standaard 56, 139, 249Guidelines International Network (GIN)

45, 193Guyatt’s responsiveness statistic 144

haalbaarheid 102

hazard-ratio 112heterogeniteit 152, 182Hill-criteria 115, 185HSROC-methode 170huisartspraktijk, evidence-based medi-

cine 228

implementatie–, barrieres 204–, richtlijnen 203

imputeren 78inceptiecohort 76, 198, 249incidentie 249

–, cumulatief 248incorporatiebias 61indexbehandeling 86, 88indexgroep 249indextest 57, 123, 168, 249

–, diagnostische waarde 62indication bias 89indicatoren 195individualiseren 211individuele patienten 212informatiebehoefte 43informatiebias 107, 109, 249inhoudsvaliditeit 135, 249insluitcriteria 86, 155, 167, 178intensive monitoring 106intention to treat-analyse 93, 249intention to treat-principe 93interne

–, consistentie 138, 249–, validiteit 55, 88

internet 224internetrubrieken 52interpreteerbaarheid van scores 145interventieonderzoek 153intraclass correlatiecoefficient (ICC) 143

journal-clubs 230

kennispiramide 43klinimetrie 134, 249klinische

–, homogeniteit 158–, informatie 43–, relevantie 100

known-groups validiteit 140kosteneffectiviteitsanalyse 192kosteneffectiviteitsonderzoek 128kritiek op evidence-based medicine 26

Register 281

Page 37: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

kwaliteit van leven 132kwaliteitsaspecten 60kwaliteitsbeoordeling 178kwaliteitsbeoordelingslijsten 155

laboratoriumonderzoek 115last observation carried forward-analyse

94lead time bias 84, 130length-time bias 130level of evidence 24, 197likelihood-ratio 171

–, negatieve test (LR–) 66, 249–, positieve test (LR+) 66, 250

limits 50limits of agreement 141longitudinale validiteit 143loss-to-follow-up 78, 93, 110

Mantel-Haenszel, methode van 112mean difference (MD) 112mediane overlevingsduur 81Medical Subject Headings (MeSH) 47medicatievoorschrijfsysteem 45MEDLINE 46, 154, 166, 177, 193, 237meetfout 141meetinstrumenten 134MeSH-termen 47meta-analyse 151, 181, 250metaregressieanalyse 183methode van Mantel-Haenszel 112methodologisch filter 48methodologische betrouwbaarheid 54Methods Groups 238Minerva 52minimaal klinisch relevant verschil 142Minimal Important Change (MIC) 142misbruik van evidence-based medicine

29misclassificatie 111

–, diagnostisch 69multiplicatief model 213multivariate analyse 111My NCBI 51

National Guideline Clearinghouse 45,193, 271

National Library of Guidelines 45Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb

105

Nederlands Huisartsen Genootschap223

Nederlands Tijdschrift voor Evidence-based practice 51

negatief voorspellende waarde (VW-) 64,250

neutrale waarde 250niet-experimenteel onderzoek 106niet-gerandomiseerd cohortonderzoek

87NNH zie number needed to harm 250NNT zie number needed to treat 97, 250no evidence of effect 213nomogram 68nulhypothese 100, 250number needed to harm (NNH) 85, 112,

250number needed to screen 132number needed to treat (NNT) 85, 97,

112, 213, 250

observatieduur 78observationeel onderzoek 75, 106, 174odds 67, 250odds-ratio (OR) 107, 112, 181, 251onafhankelijke (blinde) vaststelling 78,

109, 124onderscheidingsvermogen 100onderzoek

–, bijwerkingen 174–, dosis-respons- 115–, dubbelblind 91–, etiologisch 104, 174–, interventie- 153–, laboratorium- 115–, niet-experimenteel 106–, observationeel 106, 174–, primair 55–, prognostisch 174–, secundair 150–, test-hertest- 141–, vergelijkend 108

opbouw, systematische reviews 154, 174opstellen van aanbevelingen 202OR 251overbehandeling 133

partiele verificatie 58patientcontroleonderzoek 87, 106, 251patientenselectie 59, 147patientenserie 251

Inleiding in evidence-based medicine282

Page 38: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

patientenvoorkeuren 28, 102Patient-Oriented Evidence that Matters

(poems) 52per protocol-analyse 94, 251PICO-systeem 36, 154placebo 88, 251placebobehandeling 91poems 52polikliniek, evidence-based medicine

228poolen 152, 251pooling 156positief voorspellende waarde (VW+) 64,

251posteriorkans 64posttest

–, odds 67–, probability 68

precisie van schattingen 82pretest

–, odds 67–, probability 68

prevalentie 65, 252primair onderzoek 55priotiteiten in vragen 34proefimplementatie 193prognose 75prognose, voorbeeldvraag 37prognostisch onderzoek 174prognostische factoren 75, 79protocol 189, 252PsychInfo 177PsychLit 46publicatiebias 151, 160, 177, 252PubMed 46, 155, 256p-waarde 251

QUADAS 60, 167quasi random 91

random fout 141random-effectsmodel 159randomisatie 89, 128, 252

–, cluster- 90–, gestratificeerd 90

randomised clinical trials (RCT) 48, 87randomised controlled trials (RCT) 105,

153, 252recall-bias 107, 109receiver operating characteristic-curve

zie ROC-curve 69

referentiegroep 252referentietest 56, 123, 168, 252relatief risico (RR) 96, 112, 169, 181, 213,

252relatieve risicoreductie (RRR) 96, 253relative risk 96representativiteit 59reproduceerbaarheid 140, 253responsiviteit 143, 253resultaten, combineren 156review bias 58, 253RevMan 235richtlijn 45, 151, 188, 253

–, beoordeling 190–, implementatie 203–, kwaliteit 190–, ontwikkeling 205–, zoeken 205

risico 253risicoratio 96risicoverschil (RV) 97, 112, 169, 253risk ratio 96ROC-curve (receiver operating characte-

ristic-curve) 69, 144, 170RR zie relatief risico 252RRR zie relatieve risicoreductie 253

scholing 224screening 119

–, effectiviteit 122–, evaluatie 121

screeningsinterval 132screeningstest 57, 122secundair onderzoek 150see related articles 49selectie 155selectie van patienten 59selectiebias 90, 107, 109, 253selectiecriteria 202selectieve

–, loss-to-follow-up 93–, uitval 60, 155

sensitief zoeken 48sensitiviteit 57, 62, 69, 169, 253sensitiviteitsanalyse 160significantie 253significantieniveau 100Smallest Detectable Change (SDC) 141specificiteit 57, 62, 69, 169, 253specifiek zoeken 48spectrum 59, 124, 253

Register 283

Page 39: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

spectrumbias 254standaardisatie 81standaardmeetfout 141Standard Error of Measurement (SEM)

141standardised mean difference 156Standardized Mortality Ratio 81statistische

–, heterogeniteit 158–, homogeniteit 158–, pooling 181–, significantie 100–, toets 100

steekproef–, aselect 59–, -variatie 159

STROBE- (STrengthening the Reportingof OBservational studies in Epidemio-logy) Statement 108

subgroepanalyse 182subgroepen 79, 102Summary ROC curve (sROC-curve) 170SUMSearch 50, 271surrogaatuitkomst 200synops 45systematische

–, fout 254–, meetfout 141–, reviews 46, 150, 254–, reviews, opbouw 154

taalbias 151, 178tegenstrijdige reviews 162terecht-negatieven 62, 254terecht-positieven 62, 254test-hertestonderzoek 141testresultaat, niet-interpreteerbaar 60theorema van Bayes 67therapeutisch effect 87, 88therapie, voorbeeldvraag 35therapietrouw 95thesaurus 50toepasbaarheid 39, 71, 84, 95, 101, 114,

126, 135, 195, 203, 211toepasbaarheid meetinstrument 147toepasbaarheid van resultaten 55, 152,

172toeval 107toevalsvariatie 69, 99transversaal onderzoek 254trefwoorden, zoeken op 47

triagetest 57, 72TRIP 50TRIP Database 274trunceren 48type I-fout 254type II-fout 254

uitgangsvraag 192uitkomstbias 151, 161, 254uitkomstmaat 200uitsluitcriteria 86, 155, 167, 178uitval 91, 93, 110, 198

–, selectief 60, 155

validatietraject 79valide referentietest 57validiteit 54, 76, 123, 135, 196, 254

–, extern 55, 84, 114, 210–, intern 55, 88–, meetinstrument 135

vergelijkbaarheid van groepen 92vergelijkend onderzoek 108verificatie

–, differentieel 59, 123–, partieel 58

verification bias 254vertekening 61, 84verwijspatronen 77

–, vertekening door 84vijfjaarsoverleving 81vijfstapsmethode 25, 215voorafkans 64, 71, 73, 127, 255voorbeeldvraag

–, bijwerkingen 39–, etiologie 33–, prognose 37–, therapie 35

voorkeuren van patienten 28, 102voorspellend model 79voorspellende waarde 64

–, negatieve testuitslag (VW-) 64–, positieve testuitslag (VW+) 64

voorspellende waarde negatieve testuit-slag (VW–) 255

voorspellende waarde positieve testuit-slag (VW+) 255

vraagstelling 32, 154, 165, 176vragenlijst 138vrije tekst, zoeken op 47

waardeoordelen 214

Inleiding in evidence-based medicine284

Page 40: Bijlage 1 Verklarende woordenlijst - Springer978-90-313-6636-1/1.pdf · Bijlage 1 Verklarende woordenlijst 247. constructvaliditeit de mate waarin de uitslagen van scores op een meetinstrument

website 52Wilson en Jungner-criteria 120work-up bias 59, 255worst case analyse 94worst case scenario 77

ziekenhuisafdeling, evidence-basedmedicine 226

ziektespectrum 59, 168zoekactie 46, 154, 166, 177, 193, 200zoekfilter 48zoektermen 46zoekvraag 192

Register 285