Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

12
Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0 Zicht krijgen op do’s en dont’s bij het faciliteren van initiatiefnemers van idee tot realisatie Verslag bijeenkomst 26 maart 2013, Almere Er zijn heel veel potentiële stadslandbouwinitiatieven. Hoe kun je deze als gemeente zo goed mogelijk faciliteren zodat ze tot bloei kunnen komen? Die vraag stond centraal tijdens de derde bijeenkomst van het Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0 op 26 maart 2013 bij ‘Onze Volkstuinen’ in Almere. Stadslandbouw als alternatief voor rozenteler Je kunt alleen rendabel zijn als je direct de consument bereikt.’ Met die gedachte ging rozenteler Ron van Zwet op zoek naar een alternatief binnen de glastuinbouw. Hij kwam terecht bij het concept van de volkstuin. Maar dan onder glas, zodat tuinieren het hele jaar door mogelijk is. Eind maart 2012 ging ‘Onze Volkstuinen onder glas’ van start. Luxe tuinieren Bij Onze Volkstuinen kunnen mensen tuintjes van 40 m 2 huren voor € 70,- per maand. Kennis geven Van Zwet en zijn collega er gratis bij. Ze adviseren bijvoorbeeld om in kleine hoeveelheden te poten. “Tuinieren onder glas is eigenlijk een soort luxe tuinieren,” legt Van Zwet uit. “Er is altijd jong plantmateriaal voorhanden, er zijn wateraansluitingen.” Daarnaast geven Van Zwet en zijn collega sinds kort pakketten uit, waarbij ze de mensen tegen een meerprijs alle zorg voor de tuin uit handen nemen. “Voor mensen die niet willen tuinieren. Maar wel graag vers, biologisch voedsel willen eten waarvan ze zeker weten waar het vandaan komt.”

Transcript of Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Page 1: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0 – Zicht krijgen op do’s en dont’s bij het faciliteren van initiatiefnemers van idee tot realisatie Verslag bijeenkomst 26 maart 2013, Almere

Er zijn heel veel potentiële stadslandbouwinitiatieven. Hoe kun je deze als gemeente zo goed

mogelijk faciliteren zodat ze tot bloei kunnen komen? Die vraag stond centraal tijdens de derde

bijeenkomst van het Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0 op 26 maart 2013 bij ‘Onze Volkstuinen’ in

Almere.

Stadslandbouw als alternatief voor rozenteler

‘Je kunt alleen rendabel zijn als je direct de consument bereikt.’ Met die gedachte ging rozenteler

Ron van Zwet op zoek naar een alternatief binnen de glastuinbouw. Hij kwam terecht bij het

concept van de volkstuin. Maar dan onder glas, zodat tuinieren het hele jaar door mogelijk is. Eind

maart 2012 ging ‘Onze Volkstuinen onder glas’ van start.

Luxe tuinieren

Bij Onze Volkstuinen kunnen mensen tuintjes van 40 m2 huren voor € 70,- per maand. Kennis

geven Van Zwet en zijn collega er gratis bij. Ze adviseren bijvoorbeeld om in kleine hoeveelheden

te poten. “Tuinieren onder glas is eigenlijk een soort luxe tuinieren,” legt Van Zwet uit. “Er is altijd

jong plantmateriaal voorhanden, er zijn wateraansluitingen.” Daarnaast geven Van Zwet en zijn

collega sinds kort pakketten uit, waarbij ze de mensen tegen een meerprijs alle zorg voor de tuin

uit handen nemen. “Voor mensen die niet willen tuinieren. Maar wel graag vers, biologisch voedsel

willen eten waarvan ze zeker weten waar het vandaan komt.”

Page 2: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

De klanten van Onze Volkstuinen bestonden in eerste instantie vooral uit welgestelde Hollandse

gezinnen, vertelt Van Zwet. Mensen die ook hun kinderen meenemen omdat ze de educatieve

kant van voedsel verbouwen belangrijk vinden. Nu komen er ook steeds meer mensen met een

niet-westerse achtergrond, en dan met name van Surinaamse afkomst. Juist omdat tropische

gewassen in de kas goed te telen zijn. Senioren ziet Van Zwet nauwelijks. “Onder senioren zijn de

traditionele volkstuinen in de buitenlucht populair, omdat zij ook willen recreëren. Mensen die hier

komen willen groenten oogsten, maar vooral een stukje rust en beleving.”

Medewerking gemeente

In de samenwerking met de gemeente

speelde een duidelijke onervarenheid van

beide kanten, vertelt Van Zwet. “Op de

vraag hoeveel mensen ik maximaal in de

kas kon ontvangen, antwoordde ik ‘400’.

Toen gingen direct alle seinen op rood.”

Terwijl het onwaarschijnlijk is dat die 400

klanten tegelijk op de stoep staan. Maar

de gemeente stelt zich verder over het algemeen coulant op. “Ik probeer goed in te spelen op de

dingen die kunnen gebeuren, maar werk wel op de grens. In principe voldoe ik aan alle regels,

maar ik wil dan wel de kans krijgen er een succes van te maken. Een ondernemer ziet vooral

kansen, een ambtenaar wil zich indekken. Bij dit soort projecten kan het niet altijd helemaal

volgens de regeltjes. Maar als er twee willen, kom je er altijd uit.”

Succes?

“Het is een soort van succes,” zegt Van Zwet. “Maar ik kan er op dit moment nog niet van leven.”

Op de top had hij zeventig klanten. “Het rechtstreekse contact met klanten is voor mij een

leerzaam proces. Mensen zeggen bijvoorbeeld hun lidmaatschap op, daar had ik helemaal geen

rekening mee gehouden.” Van Zwet hoopt dit jaar 120 klanten te hebben, dan draait hij break-

even. En dan volgend jaar naar het maximum van 180. Nieuw dit jaar is de samenwerking met een

restaurant in Almere, Brasserie Bakboord. Van Zwet kweekt speciaal groente voor het restaurant.

De medewerkers komen regelmatig een kijkje nemen, zodat zij het verhaal ook weer aan klanten

kunnen vertellen.

Tot besluit noemt Van Zwet nog het belang van ondernemers binnen stadslandbouw, náást alle

projecten die draaien op vrijwilligers. “Stadslandbouw heeft een geitenwollensokkenimago. Maar ik

wil er gewoon geld mee verdienen. Het is denk ik moeilijk om continu enthousiasme te houden bij

mensen die stadslandbouw vrijwillig doen. Een ondernemer blijft wél enthousiast.”

Page 3: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Almere, stadslandbouw en de toekomst

In Almere is een aantal ontwikkelingen gaande waarin een rol weggelegd kan zijn voor

stadslandbouw. Boj van den Berg, projectsecretaris van de Almere Floriade, licht toe.

Oosterwold

Almere gaat een schaalsprong maken naar Almere 2.0, met een verdubbeling van het aantal

inwoners en het creëren van 100.000 extra arbeidsplaatsen. Maar de schaalsprong is meer dan

extra huizen en banen alleen. Het moet ook bijdragen aan unieke identiteit van de stad. De

‘garden city’ is het uitgangspunt, een meerkernige stad met veel open groene ruimte tussen de

kernen. ‘Greening the city’ vormt de stap naar Almere 2.0. Er zijn in Almere 2.0 drie

ontwikkelgebieden aangewezen, één daarvan is Almere Oosterwold.

Almere Oosterwold is een gebied van 4000 hectare ten oosten van Almere. De ruimte wordt

vrijgegeven voor initiatiefnemers. De gemeente bepaalt een aantal spelregels (initiatieven moeten

duurzaam zijn, zelfvoorzienend, et cetera). Er is ook een verhouding vastgesteld waarin huizen,

natuur, landbouw en dergelijke het gebied moeten vullen. Verder wordt de ruimte gegeven aan

initiatiefnemers; de gemeente doet nauwelijks investeringen en bepaalt geen tijdpad. Een unieke,

nieuwe rol.

Floriade

Een tweede interessante ontwikkeling is de Floriade, die in 2022 in Almere zal plaatsvinden.

Hoewel met het evenement/de BV Floriade pas later wordt gestart, wordt al wel begonnen met

het onderdeel ‘Growing Green City’. De Floriade-ontwikkeling koppelt feeding (landbouw),

healthying en energyzing aan de vergroening van de stad. De komende tien jaar wil de gemeente

daarvoor allerlei initiatieven stimuleren die de positieve eigenschappen van groen bij elkaar

brengen. De Floriade biedt voor deze initiatieven uiteindelijk een podium.

Almere: hoe verhogen we de slagingskans?

Voor de middagsessie heeft de gemeente Almere een vraag ingebracht. Deze luidt: Hoe kun je als

gemeente potentiële stadslandbouw-initiatieven faciliteren en daarmee de slagingskans vergroten?

(Zie http://prezi.com/jsgqahkroxvj/stadslandbouwinitiatieven-in-almere/?kw=view-jsgqahkroxvj&rc=ref-

3313741 voor de presentatie van Kirsten de Wit.)

Almere: stadslandbouwinitiatieven nu

Initiatiefnemers kloppen vaak aan bij iemand die ze al kennen. Bij de gemeente of bij een

organisatie. Dat is geen probleem, want daarna wordt geprobeerd hen zo goed mogelijk door te

verwijzen. De meeste initiatiefnemers komen binnen bij het Klant Contact Centrum van de

gemeente. Er is binnen de gemeente Almere één loket voor ondernemers, instellingen of

individuen die grond van de gemeente nodig hebben: het ondernemers-/vestigingsloket. Daar

worden zij naar doorverwezen (of eigenlijk: de vraag wordt doorgestuurd, het loket nodigt de

Page 4: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

ondernemer/initiatiefnemer uit). Buurtinitiatieven van

bewoners(groepen) worden doorverwezen naar één van de

tien wijkregisseurs. Er wordt gebiedsgericht gewerkt, en

bewoners met buurtinitiatieven worden het beste

geholpen door mensen die het gebied en het

bijbehorende netwerk kennen.

De fases die beide groepen doorlopen, zijn ongeveer

dezelfde. Gestart wordt met een intakegesprek of

verkennend gesprek. Bewoners met een buurtinitiatief zijn dan al direct gekoppeld aan de

wijkregisseur. Een ondernemer wordt na het intakegesprek gekoppeld aan een interne

contactpersoon. Als er nog ‘huiswerk’ nodig is, kunnen mensen worden doorverwezen naar interne

of externe adviseurs. Vervolgens vinden vervolggesprekken plaats om het plan aan te scherpen,

terwijl de gemeente haar zaken uitzoekt (is er bijvoorbeeld een tegenstrijdigheid met het

bestemmingsplan?) en wordt ten slotte een contract of zelfbeheerovereenkomst getekend.

De gemeente Almere denkt zelf dat het beter kan met:

De informatievoorziening aan de voorkant (bijvoorbeeld: welke contractvormen zijn er,

welke kosten brengen die met zich mee?);

De informatievoorziening over mogelijke doorverwijzing naar interne en externe adviseurs

voor hulp bij een plan;

Het overzicht van beschikbare percelen. Er is als proef een conceptkaart gemaakt voor één

stadsdeel, deze wordt uitgebreid. Doel: laten zien wat wel en niet kan, zonder alles dicht te

timmeren. Dit helpt ondernemer/initiatiefnemers én gemeente;

De afstemming tussen loketten die zich met gronduitgifte, vergunningen,

bestemmingsplannen en vastgoed bezighouden. Een integraal systeem is nodig, zodat

verschillende afdelingen beter op elkaar af kunnen stemmen en beter kunnen

doorverwijzen.

Twee cases

Hoe ervaren initiatiefnemers zelf de medewerking vanuit de gemeente? Aan het woord komen

twee initiatiefnemers.

Marjan Kuijs vatte samen met een collega het plan op om een schooltuintje te realiseren bij

Basisschool het Zonnewiel. Met de hulp van een doortastende wijkregisseur wisten ze op de

school al een moestuin in te richten.

Marjan´s doel is nu om één tuinencomplex te realiseren voor vier scholen in Almere Parkwijk. De

stichting Stad en Natuur Almere denkt daarover mee. Praktisch gezien staat nog veel in het plan

open; Marjan denkt dat dat het makkelijker voor partners maakt om nog aan te sluiten. Ook wil ze

Page 5: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

op korte termijn in gesprek met bewoners. Financieel gezien zijn er nog hobbels te nemen.

Basisscholen hebben vaak nauwelijks budget voor extra activiteiten.

Wat Marjan bij de gemeente als prettig heeft ervaren is:

De omslag in denken van ‘wij weten hoe het moet, volg ons maar’, naar ‘wat een leuk idee

hebben jullie’.

Wat Marjan fijn had gevonden:

Eén duidelijk loket.

Max de Goede kwam in juni 2012 in contact met

het Voedselloket Almere (de Voedselbank), en

constateerde dat er een tekort is aan verse

groente en fruit. Maar waarom zou je die

eigenlijk niet zelf gaan telen? Inmiddels lijkt het

erop dat er binnen een paar weken een locatie

beschikbaar komt. Dit dankzij de medewerking

van een beleidsmedewerker binnen de gemeente

en de samenwerking met Stichting Stad en

Natuur. Ook Max geeft aan dat het hebben van één loket en één aanspreekpunt binnen de

gemeente welkom zou zijn. Als negatief punt noemt hij het spanningsveld rond de grondprijs: de

prijzen die een gemeente vraagt, zijn voor vrijwilligers niet altijd op te brengen. De informatie over

andere mogelijkheden (bruikleen, huur, beheerovereenkomst) is niet altijd duidelijk.

Reflectie van gemeente Almere

Er is feitelijk één loket. Voor ondernemers. En voor bewoners. Maar, kennelijk weten heel veel

ondernemers en initiatiefnemers dit niet. Dat is een leerpunt voor ons!

Visie van deelnemers

In de middag gaan de deelnemers in groepen uiteen om zich te buigen over de volgende vragen:

Hoe ziet jouw situatie eruit?

1. Wie zijn de initiatiefnemers? Wie kloppen er aan bij de gemeente? Wat is de brandbreedte

van initiatieven waar je mee te maken hebt?

2. Hoe komen de initiatieven binnen bij de gemeente. Wat/wie helpt hen verder? Wat is

nodig? En wat is de rol van de gemeente?

3. Hoe ziet het netwerk buiten het gemeentehuis eruit? Welke externe partijen spelen een rol

in het verder brengen van stadslandbouw initiatieven?

4. Wat gaat goed in het verder brengen van initiatieven? Waar loopt het vast? En wat

betekent dit voor de rol van de gemeente?

Page 6: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Foto’s van de sheets vindt u als bijlage (Bijlage 2) van dit verslag, een samenvatting van de

resultaten hieronder.

Groep 1

Het is belangrijk dat de gemeente één punt heeft

waar initiatiefnemers terecht kunnen. Verder moet

zij een initiatief stroomlijnen: alleen de basis

faciliteren. De rol van de gemeente is om de

mogelijkheden te laten zien, en het initiatief bij de

initiatiefnemer laten. Verder is de actie van de

gemeente gericht op samenwerken en

initiatiefnemers verbinden met de juiste partners.

Een netwerk is dus belangrijk. Ten slotte moet een

gemeente vooral denken in kansen. Flexibiliteit is belangrijk, zowel van de gemeente als de

initiatiefnemer.

Wat momenteel nog belemmerend werkt, is het toepassen van multifunctioneel grondgebruik en

de grondprijs.

Groep 2

Het netwerk buiten de gemeente is belangrijk. Een kansrijke partij is de VNG: die heeft veel kennis

in huis. Ook onderwijsinstellingen zijn een belangrijke speler binnen het netwerk: de praktische

kennis noodzakelijk voor stadslandbouw zit namelijk niet alleen bij boeren.

Als tweede wordt ´duidelijkheid´ genoemd. Wees duidelijk als iemand met een vraag binnenkomt,

ook als iets niet kan. Laat weten bij welke loketten iemand terecht kan.

Wat betreft de rol van de gemeente, vindt groep 2 dat de gemeente projecten niet zozeer moet

aanjagen, maar initiatieven moet koppelen, en de juiste mensen betrekken. Haar rol is die van

procesbegeleider, koppelaar (denk aan het organiseren van een stadslandbouwcafé) en een

talentenscout. Belangrijk is dat zij altijd betrouwbaar overkomt.

Groep 3

Gemeenten zijn anders gaan denken, van probleemgericht, naar oplossingsgericht. Ook is het

goed dat stedelijke ontwikkeling getemporiseerd wordt en dat gemeenten klein willen beginnen.

Wat niet altijd goed gaat, is de regelgeving, dat de politiek er niet altijd achter staat, en dat er

niet altijd uren beschikbaar zijn voor het faciliteren van stadslandbouw.

Page 7: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Als tips hoe het beter kan, noemt groep 3 dat het initiatief nóg meer aan de initiatiefnemer

gelaten kan worden. Daarnaast is het belangrijk dat een gemeente weet wat er in de omgeving

speelt, en dat zij aan weet te sluiten op netwerken. Dit zijn boeren en ondernemers, maar ook

organisaties als het Oranjefonds en de Heidemaatschappij: het netwerk is groter dan je denkt. Een

gemeente moet dus haar voelsprieten gebruiken. Ook is een proactieve communicatie belangrijk,

evenals het hebben van één contactpersoon. Ten slotte noemt groep 3 de noodzaak van het

hebben van een gezamenlijk gedragen urgentie binnen de organisatie, van hoog tot laag.

Groep 4

Groep vier benoemt dat er een grote transitie gaande is: binnen de maatschappij, maar ook wat

betreft de rol van de gemeente. Die transitie duurt nog zeker een jaar of tien. Rust creëren is

daarom belangrijk.

De gemeente moet duidelijkheid bieden, één loket aanwijzen en laten weten hoe dat bereikbaar

is. Het is belangrijk dat zij zelf geen reclame maakt: in Groningen neemt de Milieufederatie dit

bijvoorbeeld op zich. Dit zorgt ervoor dat initiatiefnemers een ander verwachtingspatroon hebben,

en van een gemeente bijvoorbeeld geen geld verwachten. Ten slotte helpt het als een gemeente

een vaste contactpersoon aanwijst. Dit is bij voorkeur een makelaar, een tussenpersoon, iemand

die niet geassocieerd wordt met de gemeente.

Ten slotte

Landelijke kaart Stadslandbouw

Anneke Moors van de Stichting

Stadslandbouw Utrecht ontwikkelt

samen met Ariane Lelieveld (Eetbaar

Rotterdam) en Berit Piepgras (Den

Haag) een concept voor een landelijke

stadslandbouwkaart . Deze

gebruiksvriendelijke kaart kan

gemeenten nog meer stimuleren om

over de eigen stadsgrenzen heen te

kijken naar voorbeelden binnen Nederland. Ook is de kaart een tool om de landelijke ontwikkeling

van stadslandbouw te monitoren. De kaart laat bestaande initiatieven én kansen zien. Om de kaart

actueel te houden en partners te committeren aan de kaart zal worden gewerkt met open data.

Een basiskaart met info ter inspiratie, die modulair kan worden uitgebouwd. Om een verdere

concretiseringslag te kunnen maken, wil Anneke de deelnemers de volgende vragen meegeven:

Wat voor informatie zou je uit de kaart willen halen?

Wat voor informatie heb je zelf in huis?

Page 8: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Wat is de status van het werken met open data in de eigen gemeente?

Anneke zal in later stadium een discussie openen op de LinkedIn-pagina. Tijdens de volgende

bijeenkomst van het Stedennetwerk zal ze een nieuwe update geven over de landelijke kaart.

Agenda Stadslandbouw

Cees van Oorschot (gemeente Rotterdam) heeft samen met onder andere Rosanne Metaal

(ministerie van Economische Zaken), Eva Thompson (ministerie van Infrastructuur en Milieu), Paula

Huismans (Agentschap NL), Jan Willem van der Schans (Wageningen UR) en Jan Eelco Jansma

(Wageningen UR) vorm gegeven aan een Agenda Stadslandbouw. Deze zal tijdens de Dag van de

Stadslandbouw op 25 april in Rotterdam via een videoboodschap aangeboden worden aan de

staatssecretaris. Rosanne Metaal en vier andere deelnemers van het Stedennetwerk tonen zich

bereid in de laatste fase van de agenda nog even mee te denken.

Jan Eelco Jansma voegt toe dat de MKBA analyse die is uitgevoerd met de gemeente Tilburg en

Rotterdam bijna af is. De eerste resultaten worden gepresenteerd tijdens een middagsessie op de

Dag van de Stadslandbouw.

Bijeenkomst vier

Op 11 juni 2013 vindt de vierde en laatste bijeenkomst van het Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0

plaats. Tijdens deze bijeenkomst brengen ZLTO en de gemeente Breda gezamenlijk een vraag in:

hoe kunnen we anders omgaan met grond? In de stadsrandzone gaat veel gemeentegrond

bijvoorbeeld naar boeren die deze volplanten met maïs. Zijn daar ook andere constructies voor

denkbaar? Er wordt voorgesteld dat alle deelnemers van het Stedennetwerk voor deze

bijeenkomst iemand van grondzaken uitnodigen of een betrokkene van buiten de gemeente.

Ook noemt één van de deelnemers nog een interessant onderwerp voor een volgende

bijeenkomst. Boeren kennen veel belemmeringen. Zij hebben bijvoorbeeld een leveringsplicht aan

coöperaties waar zij moeilijk onderuit kunnen komen.

Ten slotte is de vraag bij deelnemers neergelegd: wat zou je willen na de zomer? Het traject willen

voortzetten, en zo ja, in welke vorm?

Page 9: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Bijlage 1. Deelnemerslijst

Wout Veldstra

Anke van Duuren

Sven Thorissen

Peter Westgeest

Floor Schalken

Marc van Akkeren

Arja Nobel

Astrid Vermeulen

Rein Boersma

Elly Janssen

Annemarie Gout

Barbara Rijpkema

Boudewijn Rip

Yvonne Weustink

Marjon Krol

Stan Kerkhofs

Kirsten de Wit

Peter Post

Leontine van der Meer

Cees van Oorschot

Ria Kemp – van Andel

Mieke Roozen

Rosanne Metaal

R. C. Oldejans

Martha den Ouden-Harssma en Jaap Beumer

Lotty Nijhuis

Thea Attevelt

Juliëtte Kollaard

Trudy Middelbos

Henriëtte Schneiders

Max de Goede

Marian Kuijs

Boj vd Berg

Anneke Moors

Jan Eelco Jansma

Petra van de Kop

Page 10: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Bijlage 2 Sheets

Page 11: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere

Page 12: Bijeenkomst 3: 26 maart 2013, Almere ONZE volkstuinen

Verslag bijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, 26 maart 2013, Almere