Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van...

50
Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Gemeente Wieringermeer projectnr. 194453.08 revisie 05 27 mei 2010 Toelichting Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Directie B&U, Unit ACR Postbus 205 2050 AE Overveen datum vrijgave beschrijving revisie 05 goedkeuring vrijgave 27-05-2009 Bestemmingsplan, vastgesteld R. Hulshof A. van Dongen

Transcript of Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van...

Page 1: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Gemeente Wieringermeer projectnr. 194453.08 revisie 05 27 mei 2010

Toelichting

Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Directie B&U, Unit ACR Postbus 205 2050 AE Overveen

datum vrijgave beschrijving revisie 05 goedkeuring vrijgave

27-05-2009 Bestemmingsplan, vastgesteld R. Hulshof A. van Dongen

Page 2: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Inhoud Blz.

1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Plangebied 3 1.3 Vigerende bestemmingsplannen 4 1.4 Juridische vorm 4 1.5 Leeswijzer 4

2 Huidige situatie 5 2.1 Algemeen 5 2.2 Ruimtelijke en functionele structuur 5

3 Beleidskader 6 3.1 Algemeen 6 3.2 Europees en rijksbeleid 6 3.2.1 Vogel- en Habitatrichtlijn 6 3.2.2 Verdrag van Valletta (Malta) 6 3.2.3 Nota Ruimte 7 3.2.4 Nota Mobiliteit 7 3.2.5 Waterbeleid 8 3.2.6 Wet luchtkwaliteit 9 3.3 Provinciaal beleid 10 3.3.1 Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord: Ontwikkelen met kwaliteit 10 3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4 Beleid hoogheemraadschap 11 3.4.1 Waterbeheersplan 4 11 3.4.2 Waterbeheersplan 3 11 3.4.3 Keur 12 3.5 Gemeentelijk beleid 12 3.5.1 Structuurplan Gemeente Wieringermeer 12 3.5.2 Beleidsvisie Externe Veiligheid 2008 - 2011 12

4 Planologische randvoorwaarden 14 4.1 Bodem 14 4.1.1 Verkennend bodemonderzoek 14 4.1.2 Verkennend waterbodemonderzoek 16 4.1.3 Eindconclusie bodem 16 4.2 Archeologie 16 4.3 Flora en fauna 17 4.4 Akoestiek 18 4.5 Externe veiligheid 20 4.6 Luchtkwaliteit 21 4.7 Water 22

5 Planbeschrijving 25 5.1 Algemeen 25 5.2 Toelichting project 25

6 Juridische opzet 26 6.1 Inleiding 26

blad 1 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 3: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

6.2 Inleidende regels 26 6.3 Bestemmingsregels 26 6.4 Algemene regels 27 6.5 Overgangs- en slotregels 27 6.6 Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 28

7 Uitvoerbaarheid 29 7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 29 7.1.1 Overleg 29 7.1.2 Zienswijzen 31 7.2 Economische uitvoerbaarheid 49 Bijlage 1

Memo Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking

Losse bijlagen

Rapport 'Verkennend bodemonderzoek Westerterpweg - N240, in en nabij Slootdorp in de gemeente Wieringermeer', projectnummer 194453.01, revisie 00, d.d. 10 juni 2009. Rapport 'Verkennend waterbodemonderzoek Westerterpweg - N240, in en nabij Slootdorp in de gemeente Wieringermeer', projectnr. 194453.01, revisie 00, d.d. 10 juni 2009. Rapport 'Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/31, Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting van de Westerterpweg/ N240 tussen Slootdorp en Wieringerwerf, gemeente Wieringermeer', projectnr. 194453, revisie 00, d.d. 12 maart 2009. Rapport 'Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/134, Inventariserend veldonderzoek aan de Westerterpweg (N240), gemeente Wieringermeer (Noord-Holland)', projectnr. 194453, revisie 00, d.d. 2 november 2009. Rapport 'Verbreding Westerterpweg en aanleg van een rotonde tussen Slootdorp en Wieringerwerf: Toetsing aan de Flora- en faunawet', projectnr. 194453,00, revisie 00, d.d. 24 maart 2009. Rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Rapport 'Quickscan Externe Veiligheid N240', projectnr. 194453, revisie 0.1, d.d. 16 februari 2009. Memo luchtkwaliteit 'N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg', projectnr. 194453.02, d.d. 17 februari 2009. Definitieve briefrapport 'Toelichting watertoets reconstructie Westerterpweg te Slootdorp', projectnr. 194453, d.d. 29 mei 2009.

blad 2 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 4: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De N240-Westerterpweg, tussen Slootdorp en de N248-Schagerweg is aangewezen als gebiedsontsluitingsweg. Het betreft het gedeelte vanaf de N240-Koningin Emmaweg tot de aansluiting op de nieuw te realiseren rotonde op kruispunt N240-N248. De huidige inrichting van de weg voldoet niet aan de eisen die aan een gebiedsontsluitingsweg gesteld worden. Het huidige wegprofiel is te smal en het naastliggende fietspad ligt te dicht op de weg. Mede vanwege het gebruik van dit wegvak door groot landbouwmaterieel dat elkaar niet kan passeren en daardoor door de berm en over het fietspad rijdt, is dit voor het fietsverkeer een onveilige en ongewenste situatie. De weg wordt daarom gereconstrueerd. De reconstructie heeft niet tot doel om meer verkeer over het traject te laten rijden, maar om de verkeersveiligheid te vergroten. Het onderhavige bestemmingsplan betreft de planologische regeling van de reconstructie van de Westerterperweg.

1.2 Plangebied

De begrenzing van het plangebied wordt grofweg gevormd door de N240-Westerterpweg inclusief bermen en watergangen, de Koningin Julianalaan en Koningin Beatrixlaan aan de zuid- en noordkant ter hoogte van de bebouwde kom van Slootdorp, de N248-Schagerweg aan de oostkant en de N240-Koningin Emmaweg aan de westkant.

g

N240-Koningin Emmawe

n

g

Figuur 1: Ligging plangebied

blad 3 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

N248-Schagerwe

Koningin Julianalaa

N240-Westerterpweg

Page 5: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Binnen het plangebied zijn tot het onherroepelijk worden van de onderhavige herziening de volgende bestemmingsplannen van kracht: • Bestemmingsplan "Buitengebied 1996", op 27 november 1997 vastgesteld door de

gemeenteraad van Wieringermeer en op 28 juli 1998 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

• Partiële herziening bestemmingsplan "Buitengebied", op 28 september 2000 vastgesteld door de gemeenteraad van Wieringermeer en op 24 april 2001 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

• Bestemmingsplan "Slootdorp 2009", op 24 september 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van Wieringermeer en treedt naar verwachting in werking in december 2009. Tot deze inwerkingtreding is binnen dit plangebied bestemmingsplan "Slootdorp 1985" van kracht, dat op 22 augustus 1986 is vastgesteld door de gemeenteraad van Wieringermeer en op 2 december 1986 is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

1.4 Juridische vorm

De plantoelichting, de planregels en de verbeelding van het bestemmingsplan "N240-Westerterpweg" zijn opgesteld conform de Wro, Bro en de RO-Standaarden 2008. Het Handboek bestemmingsplannen (november 2007) van de gemeente Wieringermeer vormt daarbij het uitgangspunt. De verbeelding is conform de IMRO-standaard (Informatie Model Ruimtelijke Ordening) vervaardigd. Hierdoor is het bestemmingsplan eenvoudig in te brengen in een gemeentelijk (raadpleeg)systeem en kan het bestemmingsplan op een eenduidige manier worden uitgewisseld met andere overheden, zoals de provincie.

1.5 Leeswijzer

De toelichting van het bestemmingsplan kent de volgende opbouw. In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie van het plangebied beschreven. Hoofdstuk 3 schetst het beleidskader. In hoofdstuk 4 worden de keuzes gemaakt tot de planontwikkeling verantwoord dan wel onderbouwd door de noodzakelijke onderzoeken op grond van wet- en regelgeving. In hoofdstuk 5 wordt het plan beschreven. De juridische regelgeving is opgenomen in hoofdstuk 6. De uitvoerbaarheid komt in hoofdstuk 7 aan de orde.

blad 4 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 6: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

2 Huidige situatie

2.1 Algemeen

Dit hoofdstuk beschrijft de bestaande situatie in het plangebied. Daartoe wordt de ruimtelijke en functionele structuur beschreven.

2.2 Ruimtelijke en functionele structuur

Agrarisch De omgeving waarin het plangebied ligt maakt onderdeel uit van de polder Wieringermeer. Het is een van oudsher agrarisch gebied waarin de landbouw bestaat uit gemengde bedrijven. Het plangebied is daarmee gelegen in een agrarische omgeving. Op de aanwezige gronden vindt voornamelijk land- en akkerbouw plaats (o.a. bollenteelt). In het gebied zijn aan weerszijden van de Westerterpweg boerderijen met bijbehorende opstallen, erf en cultuurgoederen gelegen. Deze boerderijen bestaan voor een deel ook uit woningen en een aantal boerderijen wordt gebruikt als woning. Wonen Ter hoogte van het plangebied in de bebouwde kern van Slootdorp bevinden zich aan de Koningin Julianalaan en Koningin Beatrixlaan woningen met bijbehorende tuinen en erven. Infrastructuur Het plangebied wordt in noordzuidrichting doorsneden door de Den Oeverseweg. Deze weg wordt ter plaatse van het plangebied ten behoeve van de aantakking van de Westerterpweg gereconstrueerd door een nieuw te realiseren rotonde. Groen / landschap In en rond het onderhavige plangebied Westerterpweg is het karakter van de polder zichtbaar. In het landschap is dit terug te vinden aan de meer langgerekte structuur van agrarische percelen en wegen. Langs de Westerterpweg bevindt zich een groot aantal bomen.

blad 5 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 7: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

3 Beleidskader

3.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt in het kort en voor zover relevant het beleidskader toegelicht waarbinnen onderhavig bestemmingsplan moet passen.

3.2 Europees en rijksbeleid

3.2.1 Vogel- en Habitatrichtlijn

De Vogel- en Habitatrichtlijn zijn door de Europese Unie uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde plant- en diersoorten en leefgebieden in Europa. Beide richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzing van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. De uitwerking van de Europese richtlijnen is voor de Nederlandse situatie ingebed in de Natuurbeschermingswet. Het achterliggende beleid is verwerkt in het Natuurbeleidsplan en het Structuurschema Groene Ruimte. Het doel van de Vogel- en Habitatrichtlijn is instandhouding van natuurlijke habitats in de gebieden, die als Speciale Beschermingzone (SBZ) zijn aangewezen en bescherming van soorten. Het plangebied voor de te verbreden N-weg ligt niet in de nabijheid van gebieden behorende tot het Natura 2000-gebied en/of tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het plangebied heeft geen directe relatie met de beschermde gebieden. Gezien de afstand van het plangebied worden van de voorgenomen plannen geen negatieve effecten op de natuurwaarden van de beschermde gebieden verwacht. Het project dient alleen te worden getoetst aan de Flora- en faunawet. In het kader van deze wetgeving heeft Oranjewoud in september 2007 een natuurtoets verricht naar de voorkomende, dan wel te verwachten beschermde planten- en diersoorten binnen het plangebied. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in paragraaf 4.3.

3.2.2 Verdrag van Valletta (Malta)

Het Europese Verdrag van Valletta (ondertekend op 16 april 1992) beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Uitgangspunt van het verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is het plangebied onderzocht op archeologische waarden. In paragraaf 4.2 staan de uitkomsten van het archeologisch onderzoek.

blad 6 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 8: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

3.2.3 Nota Ruimte

Het kabinet heeft zijn visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland vastgelegd in de Nota Ruimte. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor de diverse ruimtevragende functies. De nota heeft vier algemene doelen:

1. versterken van de economie (oplossen van ruimtelijke knelpunten); 2. krachtige steden en een vitaal platteland (bevordering leefbaarheid en

economische vitaliteit in stad en land); 3. waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken

natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden); 4. veiligheid (voorkoming van rampen).

Ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van mensen, de condities voor natuur en ecologische waarden en ten aanzien van de basismilieukwaliteit, zijn normen gesteld in wet- en regelgeving. Om een voldoende goede milieukwaliteit te realiseren en knelpunten te voorkomen, moeten milieu- en veiligheidsaspecten naast andere belangen vroegtijdig en geïntegreerd in de ruimtelijke planvorming betrokken worden. Voor ingrepen die schade aanrichten aan het landschap geldt het vereiste dat de schade zoveel mogelijk moet worden beperkt door mitigerende maatregelen. Resterende schade dient te worden gecompenseerd. Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied significant worden aangetast, moet het bevoegde gezag erop toezien dat hiernaar, door de initiatiefnemer, onderzoek wordt verricht. Voor onderhavig bestemmingsplan zijn diverse omgevingsonderzoeken verricht. De resultaten hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 4.

3.2.4 Nota Mobiliteit

Op 24 september 2004 heeft het kabinet de Nota Mobiliteit uitgebracht. Dit beleid werkt in regionale en provinciale verkeer- en vervoersplannen door.

In de Nota Mobiliteit wordt het ruimtelijk beleid, zoals vastgelegd in de Nota Ruimte, verder uitgewerkt en wordt het verkeer- en vervoerbeleid beschreven. De Nota Mobiliteit beschrijft het beleid voor de verschillende soorten mobiliteit: wegverkeer, openbaar vervoer, spoor, fiets, luchtvaart en scheepvaart. Ook worden de gevolgen voor veiligheid en leefomgeving omschreven en het beleid om negatieve effecten tegen te gaan. In het nationaal verkeer- en vervoerbeleid richt het kabinet zich op:

1. versterking van de economie door de bereikbaarheid te verbeteren; 2. mogelijk maken van de groei van verkeer en vervoer; 3. betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid van deur tot deur; 4. beprijzing voor gebruik van de weg.

Net als bij de Nota Ruimte wordt bij de Nota Mobiliteit meer verantwoordelijkheid gegeven aan de decentrale overheden. Provincies en WGR-plusregio's zijn de aangewezen partijen om regionale afwegingen te maken. Zij formuleren zelf ambities voor hun gebied met een samenhangend maatregelenpakket. Wel geeft de Nota Mobiliteit aan welke nationale belangen moeten doorwerken in het decentrale verkeer- en vervoerbeleid. Deze centrale kaders gelden voor doorstroming op het rijkswegennet, verkeersveiligheid, transport van gevaarlijke stoffen en (internationale) kaders voor milieu en leefomgeving.

blad 7 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 9: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

3.2.5 Waterbeleid

In het jaar 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water in werking getreden. Het doel van deze richtlijn is de vaststelling van een kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater in de Europese Gemeenschap, waarmee: • aquatische ecosystemen en de hiervan afhankelijke wetlands en terrestrische

ecosystemen voor verdere achteruitgang worden behoed en beschermd en verbeterd worden;

• duurzaam gebruik van water wordt bevorderd, op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn;

• er wordt bijgedragen aan afzwakking van de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte.

Diverse doelstellingen uit de Kaderrichtlijn zijn opgenomen in nationaal waterbeleid, zoals de Vierde Nota Waterhuishouding (waterkwaliteit) en de Nota Waterbeleid in de 21e eeuw (duurzaam gebruik). De Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), vastgesteld in december 1998, bevat het rijksbeleid voor de waterhuishouding. De hoofddoelstelling hiervan luidt: 'Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde, veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd.'

De belangrijkste speerpunten van het beleid zijn: • vergroten van samenhang en betrokkenheid; • vergroten van de veerkracht; • gebiedsgericht beleid; • anders omgaan met normen; • herstel van watersystemen. Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (WB21) vormt de zorg over het toenemend hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt. Het kabinet heeft voor het waterbeleid in de 21e eeuw de volgende drie uitgangspunten opgesteld: • anticiperen in plaats van reageren; • niet afwentelen van waterproblemen op het volgende stroomgebied, maar handelen

volgens de drietrapsstrategie van ‘vasthouden-bergen-afvoeren’; • meer ruimtelijke maatregelen naast technische ingrepen. In de Nota Ruimte, zijn de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid, zoals beschreven in de NW4, meegenomen. Water en ruimtelijke ordening worden in deze nota nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. De watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening en wordt sinds 2001 toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben.

blad 8 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 10: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Het onderhavige bestemmingsplan is een plan ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling, zodat een watertoets nodig is. De gevolgen voor de waterhuishouding staan beschreven in paragraaf 4.7.

3.2.6 Wet luchtkwaliteit

De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer, ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. Deze wijziging van de Wet milieubeheer is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wijziging houdt in dat de in Nederland toegepaste koppeling tussen ruimtelijke ordening en luchtkwaliteit voor een deel wordt ontkoppeld. Dit maakt het mogelijk om niet voor elk ruimtelijk plan te hoeven toetsen aan de normen. Hierbij is met name het begrip 'in betekenende mate' van belang1. In de Wet luchtkwaliteit en Bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn regels en grenswaarden opgenomen voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. Van deze grenswaarden mag niet afgeweken worden. Voor stikstofdioxide gelden er ook plandrempels. Hogere concentraties dan de grenswaarde van deze stoffen in de buitenlucht is tijdelijk toegestaan. Bij overschrijding van de plandrempel dient er een plan opgesteld te worden ter verbetering van de luchtkwaliteit. Deze plannen zijn erop gericht om op termijn aan de grenswaarden te voldoen. De plandrempel zakt jaarlijks en is op termijn gelijk aan de grenswaarden. Voor stikstofdioxide is in 2010 de plandrempel gelijk geworden aan de grenswaarde. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de grenswaarden en plandrempels. Tabel 1: Toetsingskader op basis van het Bijlage 2 van de Wet milieubeheer

Grenswaarden Plandrempel NO2

Stof Type norm Max. aantal overschrijdingen

per jaar

Concentratie (µg/m3)

Jaartal Jaargem. (µg/m3)

Uurgem. (µg/m3)

2007 46 230 Jaargemiddelde

40 2008 44 220

NO2

Uurgemiddelde 18 200 2009 42 210

Jaargemiddelde 40 PM10

24-uursgemiddelde 35 50 Benzeen Jaargemiddelde 5

24-uursgemiddelde 3 125 SO2

Uurgemiddelde 24 350 CO 8-uursgemiddelde 10.000 Lood Jaargemiddelde 0,5

Oranjewoud heeft een onderzoek naar de luchtkwaliteit verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in paragraaf 4.6.

1 Projecten die 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven niet meer getoetst te worden aan de grenswaarden zoals opgenomen in bijlage 2 van de Wet milieubeheer. Wanneer een ontwikkeling minder dan 3% bijdraagt (1% tot vaststelling NSL), dan is deze ontwikkeling per definitie 'niet in betekenende mate' en hoeft er geen toetsing aan de grenswaarden plaats te vinden. Deze 3% komt overeen met een maximale toename van 1,2 µg/m3 (0,4% tot vaststelling NSL) voor de concentraties fijn stof en stikstofdioxide.

blad 9 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 11: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord: Ontwikkelen met kwaliteit

In oktober 2004 hebben Provinciale Staten het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord vastgesteld. De overkoepelende ambitie voor Noord-Holland Noord is de aantrekkingskracht te versterken voor het wonen, de natuur, het recreëren en het werken en ervoor te zorgen dat Noord-Holland Noord zich kan ontwikkelen met behoud van de eigen kwaliteit en identiteit. Deze ambitie vertaalt zich naar de verschillende sectoren, waaronder wonen, economie, landbouw, verkeer en vervoer en groen. Voor de sector verkeer en vervoer geldt de verbetering van de bereikbaarheid van Noord-Holland Noord als hoofddoel. Hiervoor wordt ingezet op de verbetering van vooral rijks- en provinciale verbindingen. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur of de vernieuwing van bestaande infrastructuur geldt dat veiligheid, het milieu (geluid, stank) en een zorgvuldige inpassing in het landschap uitgangspunt zijn van het beleid. Voor de herinrichting van de N240-Westerterpweg ten behoeve van de verkeersveiligheid zijn geen specifieke maatregelen opgenomen in het Ontwikkelingsbeeld voor Noord-Holland Noord.

3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP

Uitgangspunt voor het provinciale verkeer- en vervoerbeleid is het Provinciale Verkeers- en Vervoerplan (PVVP). Dit plan is op 10 februari 2003 door Provinciale Staten vastgesteld en heeft een looptijd van 10 jaar. De provincie heeft haar beleid onder andere naar aanleiding van de Nota Mobiliteit geactualiseerd. Het geactualiseerde PVVP is op 1 oktober 2007 door Provinciale Staten na een inspraakprocedure vastgesteld. Het plan heeft een geldigheidsduur tot 2013. In het PVVP zijn de beleidslijnen voor verkeer en vervoer opgenomen. Doelstelling van het PVVP is het leveren van een positieve bijdrage aan de provinciale economische ontwikkeling en sociaal-maatschappelijke ontplooiing van de inwoners van Noord-Holland. Daarvoor zijn forse inspanningen en investeringen op het gebied van verkeer en vervoer noodzakelijk. Mobiliteitsknelpunten worden op een integrale wijze aangepakt, waarbij gebiedsbenadering, verkeersveiligheid, duurzaamheid en leefbaarheid centraal staan. Het PVVP omvat geen specifieke uitspraken over de voorgenomen reconstructie van de N240.

3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013

Het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) is door Provinciale Staten vastgesteld op 10 november 2008. Het PMI is een voortschrijdend vijfjarenprogramma dat jaarlijks wordt herzien. De provincie heeft een groot aantal wegen, vaarwegen, busbanen en fietspaden in eigendom. Naast het beheer en onderhoud van deze infrastructuur heeft de provincie een

blad 10 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 12: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

veelheid aan projecten in voorbereiding en uitvoering om de provinciale infrastructuur te verbeteren en uit te breiden. Deze projecten zijn naar fase (i.c. studie-, plan- en realisatiefase) in het meerjarenprogramma gedefinieerd. Daarbij is een onderscheid gemaakt in soort projecten: ten behoeve van verkeersveiligheid, bereikbaarheid of leefbaarheid. De reconstructie van de N240 ter hoogte van de Westerterpweg is als project opgenomen in het meerjarenprogramma. Het betreft een project ter bevordering van de verkeersveiligheid.

3.4 Beleid hoogheemraadschap

3.4.1 Waterbeheersplan 4

Op 14 oktober 2009 heeft het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het 'Waterbeheersplan 2010-2015 - Van veilige dijken tot schoon water' (WBP4) vastgesteld. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland keurt naar verwachting eind 2009 het Waterbeheersplan goed. De missie van het hoogheemraadschap is erop gericht om ook de komende jaren, ondanks klimaat- en weersveranderingen, Noord-Holland boven het Noordzeekanaal veilig te houden tegen overstromingen en te zorgen voor droge voeten en schoon water. Het kerndoel is vierledig: 1. het op orde houden van het watersysteem en dit onder dagelijkse omstandigheden

doelmatig en integraal beheren. 2. De verontreiniging van het watersysteem door directe en indirecte lozingen voorkomen

en/of beheersbaar houden. 3. Het op orde houden van de primaire waterkeringen en overige waterkeringen met een

veiligheidsfunctie en deze onder dagelijkse omstandigheden doelmatig beheren. 4. Het in stand houden en ontwikkelen van een calamiteitenorganisatie die onder

bijzondere omstandigheden onmiddellijk operationeel is en die beschikt over actuele calamiteitenbestrijdingsplannen voor veiligheid, wateroverlast en waterkwaliteit.

In het kader van de onderhavige ruimtelijke ontwikkelingen is het proces van een watertoets doorlopen. Hierbij is het beleid van het hoogheemraadschap betrokken. De resultaten van de watertoets zijn te vinden in paragraaf 4.7.

3.4.2 Waterbeheersplan 3

In 2006 is het waterbeheerplan (WBP3) vastgesteld. Het plan beschrijft de uitgangspunten en strategische doelen voor het waterbeheer voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009, tot inwerkingtreding van het Waterbeheersplan 4. De strategische doelen uit het WBP3 zijn: • Het hoogheemraadschap beheert het water onder dagelijkse omstandigheden

integraal, volgens de provinciale verordening en de vigerende wetgeving; • In 2009 voldoet de kwaliteit van het water in het gehele beheersgebied minimaal aan

de waterkwaliteit van 2000, conform het provinciaal beleid (Provinciaal Waterplan); • In 2009 zijn voor ca. 80 procent van de gebieden met een wateropgave met de

provincie Noord-Holland, de grondbezitters en gemeenten procesafspraken gemaakt.

blad 11 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 13: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

In 2009 zijn 87 stuwen verbreed, 155 slimme stuwen en 15.000 m3/uur extra bemaling gebouwd en is ca. 300 ha berging gerealiseerd.

3.4.3 Keur

De regels voor het beheer, gebruik en onderhoud van waterstaatswerken zijn opgenomen in een speciale verordening van het hoogheemraadschap: de Keur. De Keur is voor een ieder verbindend. Met een keurontheffing kan onder bepaalde voorwaarden van de regels in de keur worden afgeweken. Bij de onderhavige ruimtelijke ontwikkeling is voor de wijzigingen van het open water een keurontheffing noodzakelijk. Deze wordt door de initiatiefnemer aangevraagd bij het hoogheemraadschap.

3.5 Gemeentelijk beleid

3.5.1 Structuurplan Gemeente Wieringermeer

In het structuurplan zijn de gemeentelijke ambities ten aanzien van de groei van de gemeente Wieringermeer weergegeven. De verschillende ambities en ontwikkelingen worden op elkaar afgestemd en ruimtelijk vertaald. Het biedt een kader voor later op te stellen bestemmingsplannen en voor onder-steunende beleidsnota’s van de gemeente. Het Structuurplan heeft juridisch gezien betrekking op de periode 2006-2016. Daarnaast wordt binnen het Structuurplan een doorkijk gegeven naar de periode 2016-2026. Het gaat in het Structuurplan vooral om functies en ruimtebeslag. Daartoe zijn thema's geformuleerd en uitgewerkt. Eén van de thema's is 'mobiliteit en infrastructuur'. Het huidige wegennet van de gemeente is niet geheel toegesneden op de toekomstige verkeersdruk, bij realisering van alle ambities. Op de N-wegen (hoofdverkeerswegen) wordt het vanwege het toenemende woon-werk verkeer drukker. Het effect van de schaalvergroting in de landbouw betekent een grotere mobiliteit op de smallere wegen. Een opwaardering van de huidige wegen is daarom nodig. Onderhavig plan voor de reconstructie van de N240-Westerterpweg draagt bij aan de noodzakelijke opwaardering.

3.5.2 Beleidsvisie Externe Veiligheid 2008 - 2011

De gemeente Wieringermeer heeft haar beleid omtrent externe veiligheid vervat in de beleidsvisie 'Beleidsvisie Externe veiligheid 2008 t/m 2011'. Externe veiligheid en risico's Bij externe veiligheid gaat het over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, LPG en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het gaat om kleine kansen met soms grote gevolgen. In het begrip risico zijn kansen en effecten aan elkaar gekoppeld. Het beleidsveld externe veiligheid houdt zich bezig met de beheersing van activiteiten die een risico voor de omgeving met zich mee kunnen brengen. De uitvoering van dit externe veiligheidsbeleid is vooral een taak van rijk, provincies en gemeenten.

blad 12 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 14: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Eén van de kerntaken van de gemeente is het bieden van een veilige leefomgeving. In die zin draagt de gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om externe veiligheid. Als het gaat om het ambitieniveau voor externe veiligheid is door de wetgever een minimum-veiligheidsniveau gedefinieerd. Zo bestaat voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde waar minimaal aan moet worden voldaan. Voor het groepsrisico bestaat een zogenoemde oriënterende waarde. Binnen deze kaders wordt van de gemeente verlangd dat zij een eigen ambitieniveau formuleert. De gemeente Wieringermeer hanteert voor wat betreft externe veiligheid de visie dat de risico's waarbinnen burgers binnen de gemeente worden blootgesteld tot een acceptabel risico worden beperkt. Concreet betekent dit dat voor wat betreft het plaatsgebonden risico voor kwetsbare objecten wordt voldaan aan een veiligheidscontour van PR=10-6, binnen deze contour geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten worden gevestigd en het groepsrisico niet hoger ligt dan per deelgebied (woongebied, buitengebied of bedrijventerrein) als maximaal toelaatbaar is geformuleerd2. Daarnaast dienen nieuwe conflictsituaties voorkomen te worden. In paragraaf 4.5 wordt hier nader op in gegaan.

2 Beleidvisie Externe Veiligheid- 2008 t/ 2011, Gemeente Wieringermeer (Blz. 17)

blad 13 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 15: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

4 Planologische randvoorwaarden

In dit hoofdstuk wordt nader bekeken welke gevolgen de planontwikkeling heeft op de milieu- en andere aspecten in het plangebied en de omgeving. Het betreft de (milieu)aspecten bodem, archeologie, flora en fauna, akoestiek, externe veiligheid, luchtkwaliteit, planschade en water.

4.1 Bodem

In het kader van het onderhavige bestemmingsplan zijn een bodemonderzoek en een waterbodemonderzoek uitgevoerd.

4.1.1 Verkennend bodemonderzoek

In de maanden april tot en met juni 2009 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Westerterpweg - N240. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in het rapport Verkennend bodemonderzoek Westerterpweg - N240, in en nabij Slootdorp in de gemeente Wieringermeer, projectnummer 194453.01, revisie 00 d.d. 10 juni 2009. Het bodemonderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5740 (Onderzoekstrategie bij verkennend onderzoek, NEN, 2009), waarbij de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV) is gehanteerd. Samenvatting en conclusies • In het algemeen bestaat de bodem tot 1,0 à 2,0 m -mv. uit klei en/of zand. Hieronder

is tot 2,5 à 3,0 m -mv. klei aanwezig. Op enkele plaatsen is vervolgens tot 3,2 m -mv. (maximale boordiepte veen aangetroffen).

• In het bouwland zijn zeer weinig tot geen bijmengingen aangetroffen in de grond. In de berm, ten noorden van het fietspad, zijn in de grond tot 0,5 m -mv. (maximale boordiepte) enig puin en sporen asfalt geconstateerd. In het cunet onder de verhardingsconstructies van de rijbaan en het fietspad zijn geen noemenswaardige bijmengingen waargenomen.

• Op het maaiveld en in het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen geconstateerd.

Percelen ten zuiden van de Westerterpweg De specifieke resultaten en conclusies voor de te onderscheiden percelen/eigenaren ten zuiden van de Westerterpweg zijn weergegeven in tabel 2.

Tabel 2: Resultaten en conclusies

Kadastraal perceelnr.

Eigenaar Resultaten en conclusie

1732 ged Gemeente Wieringermeer Grond: De grond bevat licht verhoogde gehalten aan enkele metalen en PAK-totaal.

1197 Domeinen Grondwater: Het grondwater bevat een licht verhoogd gehalte aan barium.

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1199 J.D. van der Giessen Grond: De grond bevat licht verhoogde gehalten aan enkele metalen en PAK-totaal.

1266 J.D. van der Giessen Grondwater: Het grondwater bevat geen verhoogde gehalte aan onderzochte stoffen.

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1202 Domeinen Grond: De grond bevat geen verhoogde gehalten aan onderzochte stoffen.

blad 14 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 16: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Grondwater: Het grondwater is op dit perceel niet onderzocht.

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1204 E.B.A.M. Jansen/ H.I. van der Heijden

Grond: De grond bevat licht verhoogde gehalten aan enkele metalen.

Grondwater: Het grondwater bevat licht verhoogde gehalten aan xylenen en 1,2-dichloorethenen (som).

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1206 F.W.J. Hoitink Grond: De grond bevat licht verhoogde gehalten aan een metaal en aan PAK-totaal.

Grondwater: Het grondwater bevat een licht verhoogd gehalte aan barium.

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1207 A.P. van Straten Grond: De grond bevat geen verhoogde gehalten aan onderzochte stoffen.

1176 A.P. van Straten Grondwater: Het grondwater bevat een licht verhoogd gehalte aan barium.

1166 A.P. van Straten Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1209 Domeinen Grond: De grond bevat licht verhoogde gehalten aan een enkel metaal.

Grondwater: Het grondwater is op dit perceel niet onderzocht.

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

299 A.A.C. Biesheuvel Grond: De grond bevat licht verhoogde gehalten aan een enkel metaal.

1211 A.A.C. Biesheuvel Grondwater: Het grondwater bevat een licht verhoogd gehalte aan minerale olie1).

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1174 J.J.M. van Oevelen Grond: De grond bevat geen verhoogde gehalten aan onderzochte stoffen.

1213 J.J.M. van Oevelen Grondwater: Het grondwater bevat een matig verhoogd gehalte aan barium en een licht verhoogd gehalte aan xylenen.

Conclusie: Locatie geschikt voor toekomstige bestemming, geen nader onderzoek noodzakelijk

1) Op basis van herbemonsteringen vermoedelijk geen sprake van verhoogd gehalte aan minerale olie in het grondwater

Berm ten noorden van het fietspad De bermgrond (0,0-0,5 m -mv.) ten noorden van het fietspad is matig tot sterk verontreinigd met PAK-totaal. Op basis van de indicatieve toetsing van de resultaten aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet deze grond voor een deel wel en voor een deel niet aan de kwaliteitsklasse industrie. De grond die niet voldoet aan deze kwaliteitsklasse komt niet voor hergebruik in aanmerking. Cunet onder rijbaan en fietspad De cunetgrond onder de verhardingsconstructies van de rijbaan en het fietspad is licht tot matig verontreinigd met PAK-totaal. Op basis van de indicatieve toetsing van de resultaten aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet de grond uit het cunet aan de kwaliteitsklasse industrie. Mogelijk worden de verontreinigingen aan PAk-totaal in de bermen veroorzaakt door de aanwezigheid van teerhoudend asfalt in de verhardingsconstructie (run-off van de weg, mogelijk vermenging van stukgereden asfalt(brokjes) met de naastliggende bodem. In de grond zijn ook sporen asfalt aangetroffen. De verontreinigingen met PAK-totaal in het cunet kunnen ook samenhangen met het teerhoudende asfalt, doch in dat geval zou reeds vermenging hebben moeten plaatsvinden bij de aanleg van de weg. Door de aard van de verharding vindt namelijk geen indringing van neerslag plaats, waardoor de kwaliteit van de onderliggende grond niet door 'uitloging' kan worden beïnvloed. In het cunet is overigens geen asfalt aangetroffen. Aanbevelingen Indien bij de werkzaamheden een grondoverschot ontstaat, dient dit van de locatie te worden afgevoerd. Het onderhavige (verkennende) onderzoek is niet geschikt om een definitieve uitspraak te doen over de hergebruikmogelijkheden van de grond. Hiertoe dient in principe een partijkeuring conform het Besluit bodemkwaliteit te worden

blad 15 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 17: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

uitgevoerd. In het bodembeheersplan en bijbehorende kwaliteitskaart kunnen hieromtrent nadere afspraken zijn opgenomen.

4.1.2 Verkennend waterbodemonderzoek

In april en mei 2009 is een verkennend waterbodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Westerterpweg (N240) in en nabij Slootdorp in de gemeente Wieringermeer. De resultaten van dit onderzoek is vastgelegd in het rapport Verkennend waterbodemonderzoek Westerterpweg - N240, in en nabij Slootdorp in de gemeente Wieringermeer, projectnr. 194453.01, revisie 00, d.d. 10 juni 2009. Aanleiding Aanleiding betreft de voorgenomen verbreding van de Westerterpweg (N240) en de aanleg van de rotonde Den Oeverseweg. In het uitgevoerde waterbodemonderzoek is overeenkomstig de NEN 5720 de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem in de te dempen sloten vastgesteld. Conclusie Uit de rapport blijkt dat het slib uit de gehele zuidelijke sloot en de onderzochte locaties in de noordelijke sloot als 'verspreidbaar op het aangrenzende perceel' is beoordeeld.

4.1.3 Eindconclusie bodem

Voor de in het kader van dit bestemmingsplan voorgenomen functiewijzigingen zijn er vanwege het verkennend bodemonderzoek en het verkennend waterbodemonderzoek geen belemmeringen, mits er voldaan wordt aan de in het rapport gestelde aanbevelingen.

4.2 Archeologie

In het kader van de voorgenomen herinrichting van de N240 -Westerterpweg hebben er met betrekking tot het aspect archeologie een bureaustudie en een verkennend booronderzoek plaatsgevonden. De resultaten zijn vastgelegd in de volgende rapporten: • Rapport 'Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/31, Bureauonderzoek ten

behoeve van de herinrichting van de Westerterpweg/ N240 tussen Slootdorp en Wieringerwerf, gemeente Wieringermeer', projectnr. 194453, revisie 00, d.d. 12 maart 2009.

• Rapport 'Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/134, Inventariserend veldonderzoek aan de Westerterpweg (N240), gemeente Wieringermeer (Noord-Holland)', projectnr. 194453, revisie 00, d.d. 2 november 2009.

In de rapportage van het verkennend inventariserend booronderzoek zijn de bevindingen opgenomen van het bureauonderzoek. Vandaar dat het samenvatten van het laatst uitgevoerde rapport hier volstaat. Op 18 augustus en 16 september 2009 is in opdracht van de provincie Noord-Holland door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd ten behoeve van de herinrichting van de Westerterpweg en de aanleg van een rotonde aan de Den Oeverseweg in de gemeente Wieringermeer, Noord-Holland.

blad 16 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 18: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Een archeologisch onderzoek dat in het kader van bestemmingsplanwijziging plaatsvindt, past als onderzoeksstrategie binnen de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ). In het bureauonderzoek (Kaptein & Spoelstra, 2009) is vastgesteld dat het gebied waarin het plangebied ligt een lange bewoningsgeschiedenis kent, die reeds in het Paleolithicum (35.000 - 8800 v. Chr.) begon en zich vermoedelijk ook voortzette in het Mesolithicum (8800-4900 v. Chr.). De hooggelegen keileemopduikingen, dekzandruggen en -kopjes vormden een aantrekkelijke verblijfplaats voor de mobiele jagers-verzamelaars. In het Neolithicum (5300-2000 v. Chr.) raakte de regio voor het eerst permanent bewoond, waarbij men akkerbouw bedreef op de hooggelegen, goed ontwaterde dekzandruggen. Ondanks de voortdurende vernatting is het dynamische landschap vanaf het Neolithicum regelmatig bewoond en bezocht door mensen. Ook in de Bronstijd en de IJzertijd/ Romeinse tijd zette deze bewoning zich voort, waarbij men zich eveneens op dekzandkoppen, keileemruggen, zandige rivierduinen en kreekruggen vestigde. Natuurlijke hoogten zoals Wieringen en kleinere keileemruggen moeten destijds goed herkenbaar in het landschap zijn geweest. Tijdens het inventariserend veldonderzoek zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van dekzandkopjes en - ruggen, noch van kreekruggen of oeverwallen (langs voormalige veenstroompjes). Vanwege het ontbreken van dergelijke bewoonbare zones van het voormalige landschap, kan ook de kans op bewoning naar laag worden bijgesteld. Omdat tijdens het onderzoek het dekzand niet bereikt is kunnen echter geen uitspraken worden gedaan over eventuele prehistorische vindplaatsen hierin. Het gehele plangebied kan daarom vrijgegeven worden wat betreft archeologie, op voorwaarde dat de ontgravingsdiepte niet dieper reikt dan twee meter onder het huidige maaiveld. Aangezien er geen diepere ontgravingsdiepte dan 2 meter is voorzien bij de werkzaamheden van het onderhavige project worden er geen eventuele archeologische waarden aangetast.

4.3 Flora en fauna

In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. een natuurtoets uitgevoerd voor de verbreding van de N240-Westerterpweg in Wieringermeer. Het resultaat is het rapport 'Verbreding Westerterpweg en aanleg van een rotonde tussen Slootdorp en Wieringerwerf: Toetsing aan de Flora- en faunawet', projectnr. 194453,00, revisie 00, d.d. 24 maart 2009. Soorten Het plangebied kent nauwelijks een natuurlijke vegetatie. De wegberm en slootkant worden intensief onderhouden. Uit de resultaten van het onderzoek komt naar voren dat er enkele licht beschermde soorten (tabel 1-soorten van de Flora en faunawet) voor kunnen komen. Het gaat hier om soorten die algemeen voorkomen in Nederland. Zoogdieren en amfibieën Vooral op individuen van kleine zoogdieren en amfibieën zijn effecten niet te voorkomen. De negatieve effecten van de ingreep hebben alleen betrekking op algemene soorten. Op 23 februari 2005 is de AMvB art. 75 op de Flora- en faunawet van kracht. Voor de algemene soorten van tabel 1 geldt sindsdien een vrijstelling voor artikelen 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld, mits de

blad 17 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 19: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

zorgplicht in acht wordt genomen. Voor het onopzettelijk doden van een Gewone pad of een Veldmuis hoeft derhalve geen ontheffing aangevraagd te worden. De rij Gewone essen vormen een geschikte foerageer- en migratieroute voor diverse soorten vleermuizen. Door één rij te kappen wordt deze foerageerroute niet aangetast, het lijnelement blijft gehandhaafd waardoor er geen negatieve effecten optreden voor de vleermuizen. Aanvullende eisen of aanpassingen zijn niet noodzakelijk. Vogels In het projectgebied zijn (incidenteel) broedende vogels te verwachten. Dit kan zijn in de bomen of langs de slootkant. Broedende vogels zijn strikt beschermd en mogen tijdens de broedperiode, die loopt van circa 15 maart t/m 15 juli, niet worden verstoord of vernield (hiervoor wordt ook geen ontheffing verleend). Het kappen van bomen dient buiten de broedtijd plaats te vinden. Dit geldt eveneens voor graafwerkzaamheden aan de slootkant. Vissen In het plangebied zijn naar verwachting geen beschermde vissen aanwezig. Het dempen van de watergang werkt verstorend op de aanwezige visgemeenschap. Vanuit de zorgplicht dient voor het dempen van de watergang een passende werkwijze gehanteerd te worden. Planten, vlinders, paddestoelen, (korst)mossen, libellen en overige ongewervelden Binnen de grenzen van het plangebied zijn geen beschermde soorten uit deze groepen aangetroffen of te verwachten. Negatieve effecten op soortniveau zijn derhalve uitgesloten en aanvullende maatregelen, eisen of ontheffingen zijn niet van toepassing. Conclusie en aanbevelingen Het projectgebied vormt een geschikt leefgebied voor enkele algemene beschermde soorten (broedvogels en vissen), deze zijn niet ontheffingsplichtig in het kader van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt wel de algemene zorgplicht, dat houdt in dat niet willens en wetens schade toe mag worden gebracht aan beschermde natuurwaarden. Om schade aan deze soorten zoveel mogelijk te voorkomen is een aantal aanbevelingen en aanvullende werkzaamheden geformuleerd. Voor de uitwerking hiervan wordt verwezen naar het rapport. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is niet noodzakelijk, indien met de voorgestelde planning rekening wordt gehouden. Door de werkzaamheden zorgvuldig te plannen en uit te voeren kan de schade tot een minimum worden beperkt.

4.4 Akoestiek

In het kader van de reconstructie van de Westerterpweg (N240) en de aansluiting met de Den Oeverseweg te Wieringermeer is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. De provincie is voornemens om de Westerterpweg veiliger te maken door de rijbaan te scheiden van het er langs gelegen fietspad en de weg iets te verbreden voor elkaar passerende voertuigen. De aansluiting op de Den Oeverseweg zal hierbij worden uitgevoerd als een rotonde. Binnen het onderzoeksgebied zijn een aantal woningen

blad 18 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 20: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

gelegen. De Wet geluidhinder verlangt onderzoek naar de akoestische gevolgen van de reconstructies aan de weg. Het doel van het akoestisch onderzoek is het vaststellen of er sprake is van reconstructie in het kader van de Wet geluidhinder. Hiertoe worden de geluidbelastingen vanwege wegverkeerslawaai op de gevels van de woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke zone van de te reconstrueren weggedeelten berekend. De huidige situatie (voor reconstructie) wordt vergeleken met de toekomstige situatie (10 jaar na reconstructie). De berekeningsresultaten zijn getoetst aan de volgens de Wet geluidhinder geldende grenswaarden. Er is sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder bij een wijziging op of aan een aanwezige weg waarbij de toename van de geluidbelasting 2 dB (afgerond 1,5 dB) of meer bedraagt. Wanneer er sprake is van een reconstructie-effect in de zin van de Wgh, dient beoordeeld te worden of er maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn en/of er een hogere grenswaarde moet worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. De provincie Noord-Holland heeft het beleid bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen gebruik te maken van een stil wegdek. Dit betekent dat voor de autonome situatie in 2020 is uitgegaan van stil asfalt op de Westerterpweg en het nieuwe gedeelte van de Den Oeverseweg. De (nieuwe) rotondes zullen wegens het wringen van het verkeer niet worden uitgevoerd in stilasfalt. Reconstructie Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de Den Oeverseweg zal toenemen met ten hoogste 0,7 dB. De toename bedraagt daarmee minder dan 2 dB en is er geen sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Verdere toetsing kan achterwege blijven. Deze toename wordt volledig veroorzaakt door de autonome groei van het verkeer. De geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de Westerterpweg (binnenstedelijk) zal toenemen met ten hoogste 1,4 dB. De toename bedraagt daarmee minder dan 2 dB en is er geen sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Verdere toetsing kan achterwege blijven. Deze toename wordt volledig veroorzaakt door de autonome groei van het verkeer. De geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de Westerterpweg (buitenstedelijk) zal afnemen en is er geen sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Verdere toetsing kan achterwege blijven. Effecten overige weggedeelten Indien woningen niet binnen de daadwerkelijke reconstructie volgens de Wet geluidhinder vallen, is toetsing aan de normering van de Wet geluidhinder niet nodig en worden geen maatregelen onderzocht. In het onderstaande zijn derhalve slechts de effecten beschreven. Voor de woningen langs de Brink is sprake van een toename van de geluidbelasting tot maximaal 51 dB inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. De toename bedraagt ten hoogste 1,5 dB.

blad 19 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 21: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Het effect voor de Koningin Emmaweg en de Nieuwesluizerweg is minimaal: ter plaatse van de maatgevende woning 5 is er sprake van een toename van de geluidbelasting van ten hoogste 0,02 dB als gevolg van de toename van het verkeer. Omdat deze woningen zijn gelegen buiten het fysiek te reconstrueren gedeelte van de weg, geldt dat toetsing aan de normering van de Wet geluidhinder niet nodig is. Gelet op het feit dat er geen sprake is van een reconstructie-effect is het niet nodig aanvullende maatregelen te treffen of een hogere grenswaarde vast te stellen door het college van Burgemeester en Wethouders.

4.5 Externe veiligheid

In februari 2009 is in het kader van de reconstructie van de N240-Westerterpweg door Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. een quickscan naar externe veiliheid uitgevoerd (rapport 'Quickscan Externe Veiligheid N240', projectnr. 194453, revisie 0.1, d.d. 16 februari 2009). Wetgeving Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRvgs). Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden Risico (PR) Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde. Groeprisico (GR) Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR kan niet ‘op de kaart’ worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N): de fN-curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald): de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Verantwoordingsplicht In het Bevi en de cRvgs is een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Deze verantwoordingsplicht houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd én verantwoord door het bevoegd gezag.

blad 20 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 22: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Hierbij geeft het bevoegd gezag aan of het groepsrisico in de betreffende situatie aanvaardbaar wordt geacht. In het Bevi en de cRvgs zijn bepalingen opgenomen waaraan deze verantwoording dient te voldoen. Conclusie Er worden geen beperkingen opgelegd aan de verbreding van de N240-Westerterpweg door overwegingen vanuit externe veiligheid. Vermoedelijk vindt er transport van LPG plaats over de weg om een nabijgelegen tankstation te bevoorraden. Echter, nader onderzoek is niet nodig, omdat de geplande aanpassingen aan het tracé een positieve invloed hebben op de veiligheid van dit transport.

4.6 Luchtkwaliteit

In opdracht van Provincie Noord-Holland is in februari 2009 door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een onderzoek naar het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd. Het resultaat is een memo 'N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg', projectnr. 194453.02, d.d. 17 februari 2009. Wetgeving In de Wet milieubeheer (Wm) is de basis van de Nederlandse wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit vastgelegd. Aan de Wm is een aantal besluiten en regelingen gekoppeld met betrekking tot luchtkwaliteit. In artikel 5.16 lid 1 onder b1 wordt aangegeven dat het bevoegd gezag een bestemmingsplanwijziging kan vaststellen op het moment dat luchtkwaliteit als gevolg van de betreffende ontwikkeling gelijk blijft of verbetert. Dat wil zeggen dat de luchtkwaliteit niet mag verslechteren. Daarnaast is in artikel 5.16 lid 1 onder b2 (Wm) vastgelegd dat het bevoegd gezag een bestemmingsplan kan vaststellen, indien aangetoond is dat de ontwikkeling een beperkte toename van de concentraties tot gevolg heeft. Dit is nader uitgewerkt in het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen'. In dit besluit is geregeld dat planontwikkelingen die 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, niet meer getoetst hoeven te worden aan de grenswaarden zoals die zijn opgenomen in Bijlage 2 van de Wet milieubeheer. Er is sprake van een 'niet in betekenende mate' bijdrage wanneer de toename van de concentraties fijn stof en stikstofdioxide als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling niet meer bedraagt dan 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentraties fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Analyse De reconstructie van de N240-Westerterpweg en de aanleg van de rotonde op het kruispunt met de Den Oeverseweg resulteert niet in meer verkeer volgens de provincie. Door de wegverbreding kan het verkeer elkaar beter passeren en wordt er dus minder afgeremd en opgetrokken, wat resulteert in een betere doorstroming van het verkeer. Een verkeersstroom met een gelijkmatige snelheid en dus een goede doorstroming stoot minder schadelijke stoffen uit dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent. Daar de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, kan gesteld worden dat als gevolg van de verbreding de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk iets verbetert.

blad 21 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 23: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Conclusie Als gevolg van de verbreding verbetert de doorstroming. Daar er niet meer verkeer gaat rijden als gevolg van de wegaanpassingen verslechtert de luchtkwaliteit niet. Waarschijnlijk is er sprake van een lichte verbetering van de luchtkwaliteit. Er wordt derhalve voldaan aan titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer. De luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de reconstructie van de N240-Westerterpweg.

4.7 Water

In opdracht van provincie Noord-Holland heeft Oranjewoud het proces van de watertoets doorlopen voor de reconstructie van de N240, Westerterpweg te Slootdorp, gemeente Wieringermeer. Voor deze ontwikkeling wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Sinds 2002 is het bij een bestemmingsplan(wijziging) verplicht om het proces van de watertoets te doorlopen en de resultaten (door middel van de waterparagraaf) op te nemen, zoals in dit geval, in het bestemmingsplan of in een ruimtelijke onderbouwing. De basis voor deze waterparagraaf vormt het rapport "Watertoets reconstructie Westerterpweg te Slootdorp". Het rapport is opgesteld door Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. en beschrijft de waterhuishoudkundige situatie voor het plan. Algemeen

Het plangebied ligt in Slootdorp, en maakt onderdeel uit van de gemeente Wieringermeer. Het plangebied wordt gedomineerd door de N240 (Westerterpweg) en betreft het gedeelte tussen de Koningin Emmaweg en de N248. Het plangebied heeft als hoofdfunctie verkeer, deze functie is grofweg onder te verdelen in wegen, bermen en watergangen. De provincie Noord-Holland is voornemens om de N240 en het naastgelegen fietspad tussen de Koningin Emmaweg en de N248 te verbreden in zuidelijke richting. Hiertoe dient het ter plaatse gesitueerde huidige infiltratiesloot te worden verplaatst (gedempt en zuidelijker te worden hergegraven). Ook zal binnen dit project compensatie voor demping van water uit een ander project (vervanging brug DenOeverse vaart) worden gerealiseerd. Het profiel van de watergang zal worden aangepast om de toename van het verhard oppervlak en demping van water te compenseren. Aanvullend wordt een rotonde gerealiseerd op de kruising Westerterpweg en DenOeverseweg.

Beleid Bij het opstellen van deze paragraaf is rekening gehouden met het vigerende beleid. Het betreffen de onderstaande beleidsstukken: • Het vigerend beleid in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), 1998; • Waternood; • Waterbeheer voor de 21e eeuw (WB21); • Nota Ruimte; • Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), 2003; • De Europese Kaderrichtlijn Water (EKW); • De 'Handreiking watertoets 2', 2004; • Waterbeheersplan 4 (2010-2015): 'Van veilige dijken tot schoon water'; • Wateraspecten in de watertoets van HHNK (handreiking watertoets)

blad 22 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 24: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Inventarisatie knelpunten en aandachtspunten Bij de ontwikkeling van het gebied dient rekening gehouden te worden met mogelijke knelpunten en aandachtspunten ten aanzien van de waterhuishouding en riolering. Conform de 'de wateraspecten in de watertoets van HHNK' zijn aan de navolgende uitgangspunten invulling gegeven:

1) Waterkwantiteit; 2) Waterkwaliteit; 3) Waterkeringen; 4) Afvalwaterketen; 5) Beheer en onderhoud nieuw oppervlaktewater.

Waterkwantiteit Door de uitbereiding wordt het watersysteem beïnvloed. Het verharde oppervlak neemt toe (wegverbreding). Dit versnelt de afvoer van hemelwater en kan leiden tot wateroverlast. Het water zal in de toekomst worden vastgehouden in het gebied. Om de vereiste waterberging te realiseren, gaat de voorkeur uit naar berging in oppervlaktewater. Om aan de compensatie eis te kunnen voldoen (verbreding wegdek en reconstructie brug DenOeversevaart) zal in totaal 2.215 m2 extra oppervlaktewater worden gerealiseerd. Hiervoor zal het profiel van de watergangen worden aangepast waardoor het oppervlaktewater wordt vergroot. De watergang die door de uitbereiding moet worden gedempt zal worden hergraven en zal niet in haar (huidige) functies worden belemmerd. Hierbij zal de ontwerpdiepte van de huidige watergang(en) worden overgenomen, mits dit niet leidt tot opbarsten of aansnijden van het watervoerend pakket. Bij het verleggen van de sloot zullen bestaande kunstwerken (stuwen en duikers) worden aangepast. Bij de reconstructie zal de watergang eerst worden verlegd alvorens de huidige watergang zal worden gedempt. De uitwerking van de voorzieningen dient plaats te vinden binnen een waterhuishoudkundig- en rioleringsplan. Voorkomen wordt dat het bestaande gebied, waar het plan op aansluit, geen hinder ondervindt van het plan. De grondwaterstand blijft ongewijzigd. Verondersteld wordt dat bij de uitbereiding wordt aangesloten op het huidige maaiveldhoogte ter plaatse van de wegverharding waardoor de ontwateringsdiepte overeenkomstig zal zijn met het huidige situatie. Deze voldoet voor zover bekend aan de norm voor woningbouw en/of wegenbouw (grondwaterstand dieper dan 0,80 m -mv.). Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid van een grondwaterbeschermingsgebied. Er zijn derhalve geen extra eisen waar rekening mee moet worden gehouden. Waterkwaliteit Het hemelwater afkomstig van de verharding van de weg zal gezuiverd tot afvoer komen (vertraagd). Dit zal plaatsvinden middels een bodempassage/ (in)filtratieberm. Indien dit niet kan plaatsvinden en/of waterverzameling plaatsvindt, zal het water niet ongezuiverd op het oppervlaktewater worden geloosd/afgevoerd. Hierbij wordt gedacht aan een verbeterd gescheiden stelsel, waarbij de first flush wordt ondervangen. De details hiervan zullen nader worden uitgewerkt in het waterhuishoudkundig- en rioleringsplan. De toepassing van uitloogbare bouwmaterialen zal worden vermeden en er zal gebruik worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen volgens de uitgangspunten zoals onder andere vastgelegd in de Nationale Pakketten Duurzame Stedebouw en Duurzaam Bouwen. Voor het aan- en afkoppelen van al dan niet vervuilde oppervlakken zullen de

blad 23 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 25: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

aanbevelingen va n de werkgroep Riolering West-Nederland (WrW), weergegeven in het rapport "Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken" (d.d. 10 juli 2003), worden gevolgd. Waterkeringen Het plangebied ligt niet in de buurt van bestaande waterkeringen en/of waterstaatswerken. Afvalwaterketen Het (schone) hemelwater afkomstig van de wegverharding zal niet op het rioleringssyteem worden aangesloten. Waar bermpassage niet kan plaatsvinden en/of bij waterverzameling zal de first flush plaatselijk wel op het (droogweer)systeem kunnen worden aangesloten. Hierbij worden echter geen piekafvoeren op het droogweersysteem afgevoerd. Beheer en onderhoud nieuw oppervlaktewater In de huidige situatie zijn reeds watergangen ten behoeve van de afwatering aanwezig. Het waterbeheer en regulering zal tenminste overeenkomstig met de huidige situatie zijn, al dan niet worden verbeterd. Zowel de watergangen/partijen als de kunstwerken zijn bereikbaar voor beheer en onderhoud. De watergangen zijn voorzien van een onderhoudsstrook aan één zijde van de watergang (strook van minimaal 5 meter breed).

blad 24 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 26: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

5 Planbeschrijving

5.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt het beoogde plan beschreven door een korte toelichting op het project N240-Westerterpweg.

5.2 Toelichting project

Inrichting De N240-Westerterpweg is ingericht conform de eisen die aan een gebiedsontsluitingsweg worden gesteld. De maximumsnelheid wordt op 80 km/u gesteld. De weg krijgt een breedte van 7,20 meter. Het fietspad wordt verbreedt tot 3,50 meter en blijft gehandhaafd aan de noordzijde van de weg. In figuur 2.2 is het plan weergegeven

Figuur 2: Ontwerp reconstructie N240-Westerterpweg De noordelijke kantverharding van het fietspad vormt een hard uitgangspunt voor het ontwerp. Hiervandaan is het nieuwe profiel opgezet. Ter plaatse van de inritten aan de zijde van het fietspad is voldoende ruimte gereserveerd om een auto op te kunnen stellen. Deze ruimte bedraagt minimaal 5,0 meter. Op het kruispunt Westerterperweg-Den Oeverseweg is een enkelstrookse rotonde geprojecteerd. Bushaltes De bushaltes in Slootdorp zijn in het ontwerp verplaatst richting de nog aan te leggen rotonde ter hoogte van de kruising Westerterperweg-Den Oeverseweg. De gemeente Wieringermeer heeft specifiek eisen geformuleerd ten aanzien van de bushaltes. De bushaltes in het buitengebied komen te vervallen. Groenvoorziening Door de as verschuiving moeten veel bomen gekapt worden. Deze bomen worden aan de zuidzijde her- of aangeplant. De bomen komen buiten de obstakelvrije zone. Watercompensatie Het wegvak van de N240-Westerterperweg valt in twee peilgebieden. Als gevolg van een toename van het verhardingsoppervlak moet watercompensatie plaatsvinden. Dit geschiedt in beide peilgebieden.

blad 25 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 27: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

6 Juridische opzet

6.1 Inleiding

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden de in het plan begrepen gronden voor bepaalde doeleinden aangewezen door middel van de op de kaart aangegeven bestemmingen en daarop betrekking hebbende planregels. Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van de bouwwerken en onbebouwde gronden. In dit hoofdstuk wordt nadere uitleg gegeven over de planregels. De planregels bestaan uit vier hoofdstukken waarop in de volgende paragrafen respectievelijk wordt ingegaan:

1. Inleidende regels; 2. Bestemmingsregels; 3. Algemene regels; 4. Overgangs- en slotregels.

Daarna wordt aandacht besteed aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008.

6.2 Inleidende regels

Dit hoofdstuk bevat twee artikelen: Begrippen

In dit eerste artikel is een aantal noodzakelijke begripsbepalingen opgenomen welke worden gebruikt in de planregels. Het bevat definities teneinde misverstanden te voorkomen. Wijze van meten

Het tweede artikel regelt hoe gemeten wordt.

6.3 Bestemmingsregels

Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de bestemmingen. Deze kennen per bestemming globaal de volgende opzet:

bestemmingsomschrijving; bouwregels; nadere eisen (indien van toepassing); ontheffing van de bouwregels (indien van toepassing); specifieke gebruiksregels (indien van toepassing); ontheffing van de gebruiksregels (indien van toepassing);

In artikel 3 zijn de regels opgenomen ten behoeve van de bestemming Verkeer. De gronden zijn bestemd voor de aanleg van wegen, straten en paden, voet- en rijwielpaden en bijbehorende groenvoorzieningen en water, zoals bermen, bomen en sloten. Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste

blad 26 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 28: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

van de bestemming verkeer, zoals een verkeersregelinstallatie en bewegwijzering. Daarnaast mogen geluidwerende voorzieningen worden gerealiseerd. Er mogen geen gebouwen worden gerealiseerd. Het college van B&W kan onder voorwaarden nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bebouwing. De inrichting moet plaatsvinden conform het op de verbeelding aangegeven profiel. Het college kan hier ontheffing van verlenen mits er geen wezenlijke verslechtering optreedt van de geluidssituatie. In artikel 4 zijn de regels opgenomen ten behoeve van de bestemming Water. De gronden zijn bestemd voor de aanleg van watergangen en daarbij behorende waterhuishoudkundige bouwwerken. Schouwpaden en groenvoorzieningen zijn tevens mogelijk. Binnen de bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Ter hoogte van agrarische bouwpercelen en woningen is een aanduiding Groen opgenomen. Op het moment van opstellen van het voorontwerp bestemmingsplan is het wenselijk hier de mogelijkheid open te houden van de functies: • een watergang; • een duiker met op maaiveld de functie erf, groen, berm erf, of tuin.

6.4 Algemene regels

Dit hoofdstuk regelt de volgende onderwerpen: Anti-dubbeltelbepaling

Hierdoor wordt bepaald dat gronden niet tweemaal voor een bouwvergunning in aanmerking kunnen komen. Algemene gebruiksregels

Ook enkele gebruiksregels gelden voor alle bestemmingen en zijn daarom in het hoofdstuk algemene regels opgenomen. Het is bijvoorbeeld verboden om grond te gebruiken als stort- of opslagplaats. Algemene procedureregel

Voor ontheffingen en nadere eisen zijn procedureregels opgenomen. Hierin is precies voorgeschreven welke procedure (inclusief de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen) gevolgd dient te worden, indien de gemeente voornemens is om een wijziging of nadere eis te verlenen.

6.5 Overgangs- en slotregels

Dit hoofdstuk bevat de volgende twee artikelen: Overgangsrecht

Het overgangsrecht betreft regels ten aanzien van bouwwerken en gebruik die niet (geheel) passen in dit nieuwe bestemmingsplan. Tevens is een hardheidsclausule opgenomen die bepaalt dat ontheffing verleend kan worden van het overgangsrecht. Slotregel

In de slotregel wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan aangehaald kan worden (titel van het bestemmingsplan).

blad 27 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 29: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

6.6 Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008

Dit bestemmingsplan is opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP). Deze SVBP maakt onderdeel uit van de RO Standaarden 2008 die door het ministerie van VROM ontwikkeld is. De SVBP 2008 schrijft voor op welke wijze het bestemmingsplan verbeeld moet worden. Dit houdt in dat bijvoorbeeld de benaming van de bestemmingen en het kleurgebruik in deze Standaard opgenomen. De SVBP 2008 wordt verplicht gesteld vanaf 1 juli 2010. Hiernaast is rekening gehouden met het Handboek Bestemmingsplannen van de gemeente Wieringermeer. Dit handboek stoelt ook op de SVBP 2008.

blad 28 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 30: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

7 Uitvoerbaarheid

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het beoogde plan. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1.1 Overleg

Bij brieven van 13 augustus 2009 is door het college van burgemeester en wethouders het voorontwerp bestemmingsplan N240 - Westerterpweg verzonden aan diverse instanties ten behoeve van het overleg op grond van artikel 3.1.1 Bro (Besluit ruimtelijke ordening). In het kader van het vooroverleg hebben wij 4 reacties terugontvangen op het voorontwerp bestemmingsplan van de volgende overlegpartners: 1. VROM-Inspectie 2. Provincie Noord-Holland 3. Veiligheidsbureau Wieringen - Wieringermeer 4. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier De ontvangen overlegreacties worden hieronder samengevat weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie. Tevens is aangegeven of en op welke wijze het bestemmingsplan wordt aangepast. 1. VROM-Inspectie:

VROM heeft geen bezwaar tegen het plan.

Reactie gemeente: Deze opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.

2. Provincie Noord-Holland:

Het voorontwerp bestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Er zal nog nader archeologisch onderzoek plaatsvinden in de vorm van verkennend booronderzoek. Reactie gemeente: Deze opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen. Er wordt nader archeologisch onderzoek uitgevoerd.

3. Veiligheidsbureau Wieringen - Wieringermeer

In principe dienen brandkranen elke 80 meter aanwezig te zijn, zoveel mogelijk bij bebouwing. Bij weggedeelten zonder bebouwing kan een langere afstand worden aangehouden. De renovatie van de weg is een kans om de plaatsing van de brandkranen te optimaliseren.

blad 29 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 31: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Reactie gemeente: In het ontwerp van de weg wordt, in overleg met de PWN, rekening gehouden met de plaatsing van de brandkranen. Voorzover mogelijk wordt een optimalisatie van de brandkraanlocaties verwerkt in het definitief ontwerp van de reconstructie van de weg. De opmerking van het veiligheidsbureau heeft geen wijzigingen tot gevolg in het bestemmingsplan.

4. Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier: a. Het beleid van het Hoogheemraadschap ontbreekt in de toelichting van het

bestemmingsplan.

Reactie gemeente: In hoofdstuk 3 van de toelichting van het bestemmingsplan wordt een paragraaf opgenomen met een overzicht en samenvattingen van het vigerende beleid van het Hoogheemraadschap.

b. De infiltratiesloot die ligt naast de N240 in het plangebied heeft een zeer belangrijke

functie voor de beregening en het onder controle houden van de waterkwaliteit (zoute kwel) van een groot gebied. Het voorontwerp voorziet in een verlegging van deze infiltratiesloot. De doorstroomcapaciteit van de infiltratiesloot mag niet verslechteren.

Reactie gemeente: Uitgangspunt bij de ontwikkeling om te komen tot een definitief ontwerp is dat bij de verlegging van infiltratiesloot het watersysteem in tact blijft. De opmerking van het hoogheemraadschap heeft geen wijzigingen tot gevolg in het bestemmingsplan.

c. In het bestemmingplan dient een bepaling te worden opgenomen dat de nadelige

gevolgen voor de waterhuishouding als gevolg van de verhardingstoename door de initiatiefnemer moet worden gecompenseerd in overleg met het hoogheemraadschap, voorafgaande aan het aanbrengen van de verharding.

Reactie gemeente: In het kader van het project N240 - Westerterpweg, waarvoor het onderhavige bestemmingsplan wordt opgesteld, is een watertoets doorlopen. De waterparagraaf, zoals opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan, is het gevolg van deze watertoets. In de waterparagraaf is een bergingseis van 2.215 m² (gebaseerd op 18,5% van de toename van het verhard oppervlak) opgenomen, zoals is besproken met het hoogheemraadschap. Hieruit blijkt dat er in het bestemmingsplan voldoende rekening wordt gehouden met de eisen van het hoogheemraadschap. Het is vanzelfsprekend dat wanneer het plan wijzigt voor vaststelling van het bestemmingsplan, in die zin dat er sprake is van een verhardingstoename hieromtrent overleg plaatsvindt met het Hoogheemraadschap; De opmerking van het hoogheemraadschap heeft geen wijzigingen tot gevolg in het bestemmingsplan.

d. Voor de wijzigingen van het open water is een keurontheffing noodzakelijk. Voor

lozing op het oppervlaktewater kan een vergunning in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) noodzakelijk zijn.

blad 30 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 32: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Reactie gemeente: Een keurontheffing is van toepassing op de herinrichting van de N240. Nadat het definitief ontwerp is vastgesteld zal een keurontheffing worden aangevraagd. Voor het afspoelen van hemelwater afkomstig van de weg via een werk direct op het oppervlaktewater is geen Wvo-vergunning nodig, aangezien het hemelwater in de berm wordt geloosd. Hierdoor is de Wvo niet van toepassing maar het Besluit Bodem Kwaliteit. Ook het water van de rotonde wordt in de berm geloosd aangezien deze zonder banden wordt aangelegd. Voor het bemalingswater tijdens de werkzaamheden, damwanden slaan en het opkomend grondwater is momenteel geen Wvo-vergunning nodig, omdat de activiteit korter duurt dan 6 maanden en steeds op een andere locatie plaats vindt. Na 1 januari 2010 is naar verwachting alleen een melding voldoende op grond van het besluit lozingen afvalwater buiteninrichtingen. Eén en ander zal nog nader worden afgestemd te worden met het hoogheemraadschap. De opmerking van het hoogheemraadschap heeft verder geen wijzigingen tot gevolg in het bestemmingsplan.

7.1.2 Zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan is met de bijbehorende stukken met ingang van 30 november 2009 gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd op het gemeentehuis van de gemeente Wieringermeer. Deze terinzagelegging is van tevoren aangekondigd in de Wieringermeerbode en in Staatscourant van 27 november 2009. Daarnaast is het voornemen elektronisch gepubliceerd door middel van plaatsing op de gemeentelijke website. In deze publicaties is aangegeven dat gedurende de periode van tervisielegging voor een ieder de mogelijkheid bestond om zienswijzen omtrent het ontwerp bestemmingsplan naar voren te brengen. Gedurende de periode van tervisielegging zijn in totaal 7 zienswijzen ontvangen. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan dient de gemeenteraad in te gaan op hetgeen in de zienswijzen naar voren is gebracht. Formele beoordeling Het juridische kader voor de beoordeling van de formele ontvankelijkheid van een schriftelijke zienswijze wordt bepaald door artikel 3.8 Wro en artikel 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het daarin genoemde artikel 6:9 Awb luidt: 1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de

termijn is ontvangen. 2. Bij verzending per post is een bezwaar- of beroepschrift tijdig ingediend indien het

voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.

De zienswijzen 1 t/m 7 zijn ingediend c.q. verzonden binnen de termijn van tervisielegging. Alle indieners hebben hun zienswijzen tijdig ingediend en zijn derhalve ontvankelijk. In de navolgende paragraaf zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een inhoudelijke reactie van de zijde van de gemeente. Om wille van de privacy zijn de namen van de reclamanten niet vermeld.

blad 31 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 33: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Inhoudelijke beoordeling 1. Reclamant 1 De zienswijze van reclamant 1 is bij de gemeente Wieringermeer ontvangen op 30 december 2009. Zienswijze a. Noodzakelijke verkoop of onteigening van eigendom en pachtgrond van een strook

van 15 meter diep over de gehele breedte van zijn eigendommen en pachtgrond zorgt voor blijvende winstderving.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van blijvende winstderving als gevolg van een verkoop of door onteigening, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen.

Zienswijzeb. Door de verkoop van de desbetreffende gronden, wordt de huidige indeling van het erf

sterk aangetast. Dit heeft gevolgen voor de waarde en toepasbaarheid van het erfperceel voor de onderneming.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van waardedaling van het overblijvende, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzec. Verplaatsing van de weg in de richting van het erf en woning van indiener zorgt voor

meer geluidsoverlast, luchtvervuiling en gevaar voor kinderen om te spelen.

Reactie gemeente: Verkeersveiligheid De reconstructie van de Westerterpweg en de aanleg van de rotonde is ingestoken vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Het doel van de reconstructie is niet om meer verkeerbewegingen te genereren, maar om de verkeersveiligheid te verbeteren. Er zijn voldoende maatregelen denkbaar om de verkeersveiligheid ten aanzien van de kinderen op het huidige niveau te handhaven. Aantal verkeersbewegingen Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige

blad 32 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 34: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. Geluid Bij het akoestisch onderzoek is uitgegaan van een hogere toename van het gemotoriseerd verkeer, dan op grond van de normale ontwikkelingen zijn te verwachten. Reden voor dit verschil zijn de verkeerskundige gevolgen van het project Wieringerrandmeer. In 2008 was er sprake van verschillende varianten voor de verkeersafwikkeling rondom het toekomstige Wieringerrandmeer. Verkeerskundig adviesbureau Goudappel Coffeng heeft in 2008 in beeld gebracht wat de consequenties kunnen zijn voor de verkeersintensiteiten op de wegen in het omliggende gebied. De verkeersintensiteiten van de variant die het grootste effect heeft op de toename van de intensiteiten op de Westerterpweg vormden de basis voor de onderzoeken geluid en luchtkwaliteit. De resultaten van deze onderzoeken vormen geen belemmering voor de herinrichting van de Westerterpweg. De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De provincie Noord-Holland heeft het beleid dat bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen en waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, gebruik te maken van een stil wegdek. Bij het akoestisch onderzoek is hier ook rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg dat de geluidbelasting per saldo afneemt. Hierbij verwijzen wij naar het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Ter hoogte van de gronden en opstallen van indiener zal de Westerterpweg worden voorzien van geluidsreducerend asfalt. De toepassing van geluidsreducerend asfalt heeft tot gevolg dat de totale geluidsbelasting ter plaatse van het erf en de voorgevel van de woning van indiener afneemt. Luchtkwaliteit Door de geplande wegverbreding van de Westerterpweg kan het verkeer elkaar beter passeren en wordt er dus minder afgeremd en opgetrokken, wat resulteert in een

blad 33 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 35: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

betere doorstroming van het verkeer. Een verkeersstroom met een gelijkmatige snelheid en dus een goede doorstroming stoot minder schadelijke stoffen uit dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent. (bron: Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De reconstructie zelf zorgt niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen, zie ook onder de kopjes 'Aantal verkeersbewegingen' en 'Geluid'. De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer als gevolg van de reconstructie zelf gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de reconstructie van de N240 de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert.

Zienswijzed. De verwachting is dat de reconstructie van de weg zorgt voor een toename van het

wegverkeer, hierdoor verslechtert de ontsluiting van het perceel.

Reactie gemeente: Zoals ook onder c. overwogen zorgt de reconstructie zelf niet voor een toename van het verkeer. Van een verslechtering van de ontsluiting van het erf met de tractor of auto zal geen sprake zijn.

Zienswijzee. Indiener is bereid om mee te werken aan de verkoop van de grond onder de

voorwaarden, zoals schadevergoeding, vergoeding waardevermindering, inkomensschade, isolatie.

Reactie gemeente: Met indiener kan te zijner tijd minnelijk onderhandeld worden over de aankoop van gronden en eventuele verdere compensatie van schade. Indien het minnelijk overleg niet slaagt, dan kan na vaststelling van het bestemmingsplan tot onteigening worden overgegaan. De eventuele aankoop dan wel geboden compensatie valt buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan. 2. Reclamant 2 De zienswijze van reclamant 2 is bij de gemeente Wieringermeer ontvangen op 7 januari 2010, een eerste aanvulling dateert van 8 januari 2010 en is bij de gemeente binnengekomen op 12 januari 2010. Een tweede aanvulling is bij de gemeente op 18 januari 2010 binnengekomen. Zienswijze a. De verkleining van het erf aan de noordzijde met circa 12 tot 15 meter zorgt voor een

verslechtering van de logistieke indeling en mogelijkheden. Dit heeft gevolgen voor de waarde en de gebruiksmogelijkheden van het agrarische erf. Ten aanzien van het woongedeelte zorgt de verkleining voor minder (speel) ruimte, minder ruimte voor de hobbytuin en de gewenste bufferruimte tot de weg wordt minder. De reconstructie kan gevolgen hebben op het gebruiksgenot van het (agrarische) erf. Het verminderen van het woon- en gebruiksgenot, toename van stankoverlast en trillingen en de beperking

blad 34 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 36: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

van de ontsluiting kunnen een waardedaling van de onroerende zaken tot gevolg hebben.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van waardedaling van het overblijvende, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzeb. Toename van het aantal verkeersbewegingen en de verplaatsing van de weg zorgen

voor de eigendommen van indiener voor meer geluidsoverlast, meer fijn stof, verslechtering van de ontsluiting, stankoverlast en een toename van de trillingen.

Reactie gemeente: Verkeersveiligheid De reconstructie van de Westerterpweg en de aanleg van de rotonde is ingestoken vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Het doel van de reconstructie is niet om meer verkeerbewegingen te genereren, maar om de verkeersveiligheid te verbeteren. Aantal verkeersbewegingen Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg.

blad 35 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 37: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Geluid De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De provincie Noord-Holland heeft het beleid dat bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen en waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, gebruik te maken van een stil wegdek. Bij het akoestisch onderzoek is hier ook rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg dat de geluidbelasting per saldo afneemt. Hierbij verwijzen wij naar het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Ter hoogte van de gronden en opstallen van indieners zal de Westerterpweg worden voorzien van geluidsreducerend asfalt. De toepassing van geluidsreducerend asfalt heeft tot gevolg dat de totale geluidsbelasting ter plaatse van het erf van indieners en de voorgevel van de woning afneemt. Luchtkwaliteit De betere doorstroming van het verkeer zorgt voor minder schadelijke stoffen dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent (vgl. Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De reconstructie zorgt zelf niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen. De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de reconstructie van de N240 de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert. Trillingen Kans op trillingen zijn met name te verwachten als zwaar verkeer (vrachtwagen, bus) rijdt over een oneffen wegdek. Als een zwaar voertuig over een dergelijk wegdek rijdt, wordt de weg als het ware voor korte tijd vervormd, waarna het weer terugkeert in haar bestaande vorm. Bij het passeren van vooral zware voertuigen worden trillingen opgewekt met een kortdurend karakter. Oneffenheden kunnen ontstaan door slecht wegonderhoud en schade aan het wegdek, maar ook een verkeersdrempel kan zorgen voor extra trillingen. In geval van de herinrichting van de N240 wordt uitgegaan van normaal onderhoud en een effen wegdek en zijn er geen drempels voorzien. Trillingen ter plaatse van het perceel van indiener zijn daarom niet te verwachten.

Zienswijzec. Opgemerkt wordt dat het fietspad beter aan de zuidzijde geprojecteerd had kunnen

worden. Omdat een verlegging van de weg dan niet noodzakelijk geweest was. Vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid was dit volgens indieners geen onveiligere optie.

Reactie gemeente: Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Formeel gezien moet worden opgemerkt dat een bestemmingsplan uitsluitend de bestemming van gebieden vastlegt, en niet in detail bepaalt hoe deze gebieden worden ingericht. Ten overvloede merken wij op dat het ontwerp en de indeling van de weg in handen van de provincie ligt. In een door de provincie georganiseerd overleg met de scholen, VVN, politie en gemeente Wieringermeer is, uit de twee alternatieven voor herinrichting en de plaatsing van het fietspad, de huidige situatie benoemd als de meest wenselijke. Hoofdargument daarbij was dat (brom-)fietsers binnen de bebouwde kom van

blad 36 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 38: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Slootdorp de Westerterpweg/N240 kunnen oversteken en niet bij de rotonde N240/N248. Op de aanvoerwegen naar deze laatste rotonde liggen de snelheden hoger.

Zienswijzed. Een toename van de uitlaatgassen door het dichterbij komen van de weg kan gevaar

opleveren voor omwonenden. Hierbij wordt verwezen naar het wetenschappelijk onderzoek van de vakgroep van de Vrije Universiteit van Amsterdam zoals aangehaald in het bijgevoegde artikel uit het Noordhollansch Dagblad van 16 november 2009.

Reactie gemeente: Zoals ook onder b. overwogen zorgt de reconstructie niet voor een toename van het verkeer. In het Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer (Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, 2 juni 2009) is rekening gehouden met een toename van het verkeer. Dit is echter alleen autonome groei. Vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid is besloten tot een aanpassing van de weg. Het door indieners bijgevoegde artikel ziet toe op de N23, over het opwaarderen en aanleggen van nieuwe wegen. Onderhavig bestemmingsplan ziet toe op de N240, een reconstructie van een bestaande weg.

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan.

3. Reclamant 3 Reclamant 3 heeft op 6 januari 2010 zijn zienswijze opgesteld. Deze zienswijze is bij de gemeente op 12 januari 2010 binnengekomen. Een eerste aanvulling dateert van 8 januari 2010 en is bij de gemeente binnengekomen op 12 januari 2010. Zienswijze a. De verkleining van het erf met 12 - 15 meter aan de noordzijde zorgt voor een

verslechtering van de logistieke indeling en mogelijkheden. Dit heeft gevolgen voor de waarde en de gebruiksmogelijkheden van het agrarische erf. Ten aanzien van het woongedeelte zorgt de verkleining voor minder (speel) ruimte, minder ruimte voor de hobbytuin en de gewenste bufferruimte tot de weg wordt minder. De reconstructie kan gevolgen hebben op het gebruiksgenot van het (agrarische) erf. Het verminderen van het woon- en gebruiksgenot, toename van stankoverlast en trillingen en de beperking van de ontsluiting kunnen een waardedaling van de onroerende zaken tot gevolg hebben.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van waardedaling van het overblijvende, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzeb. De toename van het aantal verkeersbewegingen en de verplaatsing van de weg zorgen

voor meer geluidsoverlast, meer fijn stof, verslechtering van de ontsluiting, stankoverlast en een toename van de trillingen.

blad 37 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 39: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Reactie gemeente: Verkeersveiligheid De reconstructie van de Westerterpweg en de aanleg van de rotonde is ingestoken vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Het doel van de reconstructie is niet om meer verkeerbewegingen te genereren, maar om de verkeersveiligheid te verbeteren. Aantal verkeersbewegingen Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. Geluid De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De provincie Noord-Holland heeft het beleid dat bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen en waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, gebruik te maken van een stil wegdek. Bij het akoestisch onderzoek is hier ook rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg dat de geluidbelasting per saldo afneemt. Hierbij verwijzen wij naar het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Ter hoogte van de gronden en opstallen van indieners zal de Westerterpweg worden voorzien van geluidsreducerend asfalt. De toepassing van geluidsreducerend asfalt heeft tot gevolg

blad 38 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 40: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

dat de totale geluidsbelasting ter plaatse van het erf en de voorgevel van de woning van indiener afneemt. Luchtkwaliteit De betere doorstroming van het verkeer zorgt voor minder schadelijke stoffen dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent (vgl. Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De reconstructie zorgt zelf niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen. De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de reconstructie van de N240 de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert. Trillingen Kans op trillingen zijn met name te verwachten als zwaar verkeer (vrachtwagen, bus) rijdt over een oneffen wegdek. Als een zwaar voertuig over een dergelijk wegdek rijdt, wordt de weg als het ware voor korte tijd vervormd, waarna het weer terugkeert in haar bestaande vorm. Bij het passeren van vooral zware voertuigen worden trillingen opgewekt met een kortdurend karakter. Oneffenheden kunnen ontstaan door slecht wegonderhoud en schade aan het wegdek, maar ook een verkeersdrempel kan zorgen voor extra trillingen. In geval van de herinrichting van de N240 wordt uitgegaan van normaal onderhoud en een effen wegdek en zijn er geen drempels voorzien. Trillingen ter plaatse van het perceel van indiener zijn daarom niet te verwachten.

Zienswijzec. Het areaal grond wordt verkleind doordat een stuk wordt aangekocht ten behoeve van

de reconstructie. Dit zorgt eveneens voor een verkleining van de winstgevendheid van het agrarische bedrijf. Daarnaast wordt opgemerkt dat een toename van het aantal verkeersbewegingen gevolgen hebben op de kwaliteit van de landbouwgrond.

Reactie gemeente: Zoals ook onder b. overwogen zorgt de reconstructie niet voor een toename van het verkeer. Indien sprake is van blijvende winstderving als gevolg van een verkoop of door onteigening, dan dient dit argument in het kader hiervan aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzed. Gesteld wordt dat de aanwijzing van de weg als gebiedsontsluitingsweg zorgt voor een

toename van het aantal verkeersbewegingen. De weg wordt onder meer gebiedsontsluitingsweg voor het in ontwikkeling zijnde project Wieringerrandmeer, met al zijn economische activiteiten die daarbij horen.

Reactie gemeente: De aanwijzing van de weg als gebiedsontsluitingsweg heeft geen toename van het aantal verkeersbewegingen tot gevolg. Het aantal rijstroken wordt niet gewijzigd. Indien het project Wieringerrandmeer zorgt voor een toename van het aantal verkeersbewegingen, is dit geen gevolg van dit bestemmingsplan en valt derhalve buiten de reikwijdte van onderhavig ontwerp bestemmingsplan.

blad 39 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 41: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan.

4. Reclamant 4 De zienswijze van reclamant 4 is 8 januari 2010 bij de gemeente Wieringermeer binnengekomen.

Zienswijze a. De verkleining van het erf aan de noordzijde met 12 - 15 meter zorgt voor een

verslechtering van de logistieke indeling en mogelijkheden. Dit heeft gevolgen voor de waarde en de gebruiksmogelijkheden van het agrarische erf. Ten aanzien van het woongedeelte zorgt de verkleining voor minder (speel) ruimte, minder ruimte voor de hobbytuin en de gewenste bufferruimte tot de weg wordt minder. De reconstructie kan gevolgen hebben op het gebruiksgenot van het (agrarische) erf. Het verminderen van het woon- en gebruiksgenot, toename van stankoverlast en trillingen en de beperking van de ontsluiting kunnen een waardedaling van de onroerende zaken tot gevolg hebben.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van waardedaling van het overblijvende, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzeb. De toename van het aantal verkeersbewegingen en de verplaatsing van de weg zorgen

voor meer geluidsoverlast, meer fijn stof, verslechtering van de ontsluiting, stankoverlast en een toename van de trillingen.

Reactie gemeente: Verkeersveiligheid De reconstructie van de Westerterpweg en de aanleg van de rotonde is ingestoken vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Het doel van de reconstructie is niet om meer verkeerbewegingen te genereren, maar om de verkeersveiligheid te verbeteren. Er zijn voldoende maatregelen denkbaar om de verkeersveiligheid ten aanzien van de kinderen op het huidige niveau te handhaven. Aantal verkeersbewegingen Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te

blad 40 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 42: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. Geluid De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De provincie Noord-Holland heeft het beleid dat bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen en waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, gebruik te maken van een stil wegdek. Bij het akoestisch onderzoek is hier ook rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg dat de geluidbelasting per saldo afneemt. Hierbij verwijzen wij naar het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Ter hoogte van de gronden en opstallen van indiener zal de Westerterpweg worden voorzien van geluidsreducerend asfalt. De toepassing van geluidsreducerend asfalt heeft tot gevolg dat de totale geluidsbelasting ter plaatse van het erf en de voorgevel van de woning van indiener afneemt. Luchtkwaliteit De betere doorstroming van het verkeer zorgt voor minder schadelijke stoffen dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent (vgl. Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De reconstructie zorgt zelf niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen. De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de reconstructie van de N240 de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert. Trillingen Kans op trillingen zijn met name te verwachten als zwaar verkeer (vrachtwagen, bus) rijdt over een oneffen wegdek. Als een zwaar voertuig over een dergelijk wegdek rijdt, wordt de weg als het ware voor korte tijd vervormd, waarna het weer terugkeert in haar bestaande vorm. Bij het passeren van vooral zware voertuigen worden trillingen opgewekt met een kortdurend karakter. Oneffenheden kunnen ontstaan door slecht wegonderhoud en schade aan het wegdek, maar ook een verkeersdrempel kan zorgen voor extra trillingen.

blad 41 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 43: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

In geval van de herinrichting van de N240 wordt uitgegaan van normaal onderhoud en een effen wegdek en zijn er geen drempels voorzien. Trillingen ter plaatse van het perceel van indiener zijn daarom niet te verwachten.

Zienswijzec. Het areaal grond wordt verkleind doordat een stuk wordt aangekocht ten behoeve van

de reconstructie. Dit zorgt eveneens voor een verkleining van de winstgevendheid van het agrarische bedrijf.

Reactie gemeente: Zoals ook onder b. overwogen zorgt de reconstructie niet voor een toename van het verkeer. Indien sprake is van blijvende winstderving als gevolg van een verkoop of door onteigening, dan dient dit argument in het kader hiervan aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan. 5. Reclamant 5 Reclamant 5 heeft op 6 januari 2010 zijn zienswijze opgesteld. Deze zienswijze is bij de gemeente Wieringermeer op 12 januari 2010 binnengekomen. Een eerste aanvulling dateert van 8 januari 2010 en is bij de gemeente eveneens binnengekomen op 12 januari 2010. Een tweede aanvulling is bij de gemeente op 18 januari 2010 binnengekomen.

Zienswijze a. De verkleining van het erf aan de noordzijde met 12 - 15 meter zorgt voor een

verslechtering van de logistieke indeling en mogelijkheden. Dit heeft gevolgen voor de waarde en de gebruiksmogelijkheden van het agrarische erf. Ten aanzien van het woongedeelte zorgt de verkleining voor minder (speel) ruimte, minder ruimte voor de hobbytuin en de gewenste bufferruimte tot de weg wordt minder. De reconstructie kan gevolgen hebben op het gebruiksgenot van het (agrarische) erf. Het verminderen van het woon- en gebruiksgenot, toename van stankoverlast en trillingen en de beperking van de ontsluiting kunnen een waardedaling van de onroerende zaken tot gevolg hebben.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van waardedaling van het overblijvende, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzeb. De toename van het aantal verkeersbewegingen en de verplaatsing van de weg zorgen

voor meer geluidsoverlast, meer fijn stof, verslechtering van de ontsluiting, stankoverlast en een toename van de trillingen.

blad 42 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 44: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Reactie gemeente: Verkeersveiligheid De reconstructie van de Westerterpweg en de aanleg van de rotonde is ingestoken vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Het doel van de reconstructie is niet om meer verkeerbewegingen te genereren, maar om de verkeersveiligheid te verbeteren. Er zijn voldoende maatregelen denkbaar om de verkeersveiligheid ten aanzien van de kinderen op het huidige niveau te handhaven. Aantal verkeersbewegingen Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. Geluid De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De provincie Noord-Holland heeft het beleid dat bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen en waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, gebruik te maken van een stil wegdek. Bij het akoestisch onderzoek is hier ook rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg dat de geluidbelasting per saldo afneemt. Hierbij verwijzen wij naar het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Ter hoogte van de gronden en opstallen van indiener zal de Westerterpweg worden voorzien van

blad 43 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 45: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

geluidsreducerend asfalt. De toepassing van geluidsreducerend asfalt heeft tot gevolg dat de totale geluidsbelasting ter plaatse van het erf en de voorgevel van de woning van indiener afneemt. Luchtkwaliteit De betere doorstroming van het verkeer zorgt voor minder schadelijke stoffen dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent (vgl. Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De reconstructie zorgt zelf niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen. De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de reconstructie van de N240 de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert. Trillingen Kans op trillingen zijn met name te verwachten als zwaar verkeer (vrachtwagen, bus) rijdt over een oneffen wegdek. Als een zwaar voertuig over een dergelijk wegdek rijdt, wordt de weg als het ware voor korte tijd vervormd, waarna het weer terugkeert in haar bestaande vorm. Bij het passeren van vooral zware voertuigen worden trillingen opgewekt met een kortdurend karakter. Oneffenheden kunnen ontstaan door slecht wegonderhoud en schade aan het wegdek, maar ook een verkeersdrempel kan zorgen voor extra trillingen. In geval van de herinrichting van de N240 wordt uitgegaan van normaal onderhoud en een effen wegdek en zijn er geen drempels voorzien. Trillingen ter plaatse van het perceel van indiener zijn daarom niet te verwachten.

Zienswijzec. Gesteld wordt dat de aanleg van de rotonde ter hoogte van de Den Oeverseweg kan

leiden tot een aanzienlijke toename van lichtbundels en remgeluid, met name 's avonds en 's nachts leidt dit tot aanzienlijke overlast.

Reactie gemeente: Het verkeer op de rotonde zal enigszins zorgen voor rondstralend licht, maar geen direct langdurig effect. Per voertuig zal dit maar een korte tijd zijn. Ook in de huidige situatie zal hier sprake van zijn in verband met afslaand verkeer. De woning van indiener ligt echter op dusdanige afstand van de (nieuwe) rotonde dat wij geen hinder verwachten.

Zienswijzed. Het areaal grond wordt verkleind doordat een stuk wordt aangekocht ten behoeve van

de reconstructie. Dit zorgt eveneens voor een verkleining van de winstgevendheid van het agrarische bedrijf. Daarnaast wordt opgemerkt dat een toename van het aantal verkeersbewegingen gevolgen hebben op de kwaliteit van de landbouwgrond.

Reactie gemeente: Zoals ook onder b. overwogen zorgt de reconstructie niet voor een toename van het verkeer. Indien sprake is van blijvende winstderving als gevolg van een verkoop of door onteigening, dan dient dit argument in het kader hiervan aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

blad 44 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 46: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Zienswijzee. Gesteld wordt dat de aanwijzing van de weg als gebiedsontsluitingsweg zorgt voor een

toename van het aantal verkeersbewegingen. De weg wordt onder meer gebiedsontsluitingsweg voor het in ontwikkeling zijnde project Wieringerrandmeer, met al zijn economische activiteiten die daarbij horen.

Reactie gemeente: De aanwijzing van de weg als gebiedsontsluitingsweg heeft geen toename van het aantal verkeersbewegingen tot gevolg. Het aantal rijstroken wordt niet gewijzigd. Indien het project Wieringerrandmeer zorgt voor een toename van het aantal verkeersbewegingen, is dit geen gevolg van dit bestemmingsplan en valt derhalve buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan. 6. Reclamant 6 Reclamant 6 heeft op 6 januari 2010 zijn zienswijze opgesteld. Deze zienswijze is bij de gemeente Wieringermeer op 8 januari 2010 binnengekomen. Een eerste aanvulling dateert van 8 januari 2010 en is bij de gemeente eveneens binnengekomen op 12 januari 2010. Een tweede aanvulling is bij de gemeente op 20 januari 2010 binnengekomen. Zienswijze a. De verkleining van het erf als gevolg van de aankoop voor de reconstructie van de

N240, zorgt voor een verslechtering van de winstgevendheid van het agrarisch bedrijf. De verkaveling van het perceel agrarische grond wordt na onteigening dan wel verkoop slechter. De bewerking gaat gepaard met meer kosten vanwege deze inefficiëntie. Daarnaast wordt opgemerkt dat een toename van het aantal verkeersbewegingen gevolgen hebben op de kwaliteit van de landbouwgrond.

Reactie gemeente: De reconstructie zorgt niet door een toename van het aantal verkeersbewegingen. Indien sprake is van blijvende winstderving als gevolg van een verkoop of door onteigening, dan dient dit argument in het kader hiervan aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzeb. De reconstructie heeft gevolgen voor de ontwatering van de daaraan gelegen percelen

agrarische grond en opstallen. De firma Huybregts vraagt zich af of hoe de ontwateringen van de woningen aan de Westerterpstraat 40 en 42 plaats gaat vinden.

Reactie gemeente: Bij het opstellen van het bestemmingsplan is een Watertoets uitgevoerd. Hierin zijn aanbevelingen ten aanzien van de waterhuishouding opgenomen (zie Toelichting watertoets reconstructie Westerterpweg te Slootdorp, Oranjewoud, projectnummer 194453, 29 mei 2009). Deze aanbevelingen worden in acht genomen bij realisatie van de reconstructie. Dit heeft tot gevolg dat er geen veranderingen plaatsvinden ten aanzien van de waterhuishouding dan wel ontwatering van de aangrenzende percelen.

blad 45 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 47: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

Zienswijzec. Het woon- en gebruiksgenot zal verminderen als gevolg van de reconstructie door

geluidsoverlast, fijn stof, stankoverlast, een toename van trillingen, overlast van autolampen als gevolg van de aanleg van de rotonde, vermindering van de ontsluiting, met name gezien de verwachte toename van het aantal verkeersbewegingen.

Reactie gemeente: Verkeersveiligheid De reconstructie van de Westerterpweg en de aanleg van de rotonde is ingestoken vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Het doel van de reconstructie is niet om meer verkeerbewegingen te genereren, maar om de verkeersveiligheid te verbeteren. Aantal verkeersbewegingen Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. Geluid De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De provincie Noord-Holland heeft het beleid dat bij alle nieuwe wegen en wegen waarvan het wegdek moet worden vervangen en waarlangs woningen en/of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, gebruik te maken van een stil wegdek. Bij het akoestisch onderzoek is hier ook rekening mee gehouden. Dit heeft tot gevolg

blad 46 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 48: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

dat de geluidbelasting per saldo afneemt. Hierbij verwijzen wij naar het rapport 'Akoestisch onderzoek Reconstructie N240 Westerterpweg te Wieringermeer', Oranjewoud, projectnr. 194453, revisie 01, d.d. 2 juni 2009. Ter hoogte van de gronden en opstallen van indieners zal de Westerterpweg worden voorzien van geluidsreducerend asfalt. De toepassing van geluidsreducerend asfalt heeft tot gevolg dat de totale geluidsbelasting ter plaatse van het erf en de voorgevel van de woning van indieners afneemt. Luchtkwaliteit De betere doorstroming van het verkeer zorgt voor minder schadelijke stoffen dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent (vgl. Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De reconstructie zorgt zelf niet voor een toename van het aantal verkeersbewegingen. De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de reconstructie van de N240 de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert. Trillingen Kans op trillingen zijn met name te verwachten als zwaar verkeer (vrachtwagen, bus) rijdt over een oneffen wegdek. Als een zwaar voertuig over een dergelijk wegdek rijdt, wordt de weg als het ware voor korte tijd vervormd, waarna het weer terugkeert in haar bestaande vorm. Bij het passeren van vooral zware voertuigen worden trillingen opgewekt met een kortdurend karakter. Oneffenheden kunnen ontstaan door slecht wegonderhoud en schade aan het wegdek, maar ook een verkeersdrempel kan zorgen voor extra trillingen. In geval van de herinrichting van de N240 wordt uitgegaan van normaal onderhoud en een effen wegdek en zijn er geen drempels voorzien. Trillingen ter plaatse van het perceel van indiener zijn daarom niet te verwachten. Rotonde Het verkeer op de rotonde zal enigszins zorgen voor rondstralend licht, maar geen direct langdurig effect. Per voertuig zal dit maar een korte tijd zijn. Ook in de huidige situatie zal hier sprake van zijn in verband met afslaand verkeer. Het preceel van indieners ligt echter op dusdanige afstand van de (nieuwe) rotonde dat wij geen hinder verwachten.

Zienswijzed. Het verminderen van het woon- en gebruiksgenot, toename van stankoverlast en

trillingen en de beperking van de ontsluiting kunnen een waardedaling van de onroerende zaken tot gevolg hebben.

Reactie gemeente: Indien er sprake is van waardedaling van het overblijvende, dan dient dit argument in het kader van de grondverwerving aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Zienswijzee. Gesteld wordt dat de aanwijzing van de weg als gebiedsontsluitingsweg zorgt voor een

toename van het aantal verkeersbewegingen. De weg wordt onder meer

blad 47 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 49: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

gebiedsontsluitingsweg voor het in ontwikkeling zijnde project Wieringerrandmeer, met al zijn economische activiteiten die daarbij horen.

Reactie gemeente: De aanwijzing van de weg als gebiedsontsluitingsweg heeft geen toename van het aantal verkeersbewegingen tot gevolg. Het aantal rijstroken wordt niet gewijzigd. Indien het project Wieringerrandmeer zorgt voor een toename van het aantal verkeersbewegingen, is dit geen gevolg van dit bestemmingsplan en valt derhalve buiten het bestek van onderhavig ontwerp bestemmingsplan.

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan. 7. Reclamant 7 Reclamant 7 heeft op 6 januari 2010 zijn zienswijze opgesteld. Deze zienswijze is bij de gemeente Wieringermeer op 12 januari 2010 binnengekomen. Zienswijze a. Het areaal grond wordt verkleind doordat een strook eigendomsgrond van circa 1.150

m2 wordt aangekocht ten behoeve van de reconstructie van de N240. Dit zorgt eveneens voor een verkleining van de winstgevendheid van het agrarische bedrijf. Daarnaast wordt opgemerkt dat een toename van het aantal verkeersbewegingen gevolgen heeft voor de kwaliteit van de landbouwgrond.

Reactie gemeente: Door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud is onderzocht of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vervat in de memo 'Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking' d.d. 31 maart 2010 en is te vinden in bijlage 1 van dit bestemmingsplan. Hieronder is deze memo samengevat. Aantrekkelijkheid van een weg wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. Op basis van beschikbare verkeersgegevens zijn de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie, de autonome situatie (dus voor reconstructie) en de projectsituatie (na reconstructie) beoordeeld. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Op basis van bestaande literatuur is onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn dan er voor. Onderzoek van de SWOV wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige

blad 48 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie

Page 50: Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg...3.3.2 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan: Actualisatie van het PVVP 10 3.3.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2009-2013 10 3.4

projectnr. 194453.08 Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg 27 mei 2010, revisie 05 Gemeente Wieringermeer

Toelichting

eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. De reconstructie van de weg leidt niet tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. De reconstructie en de rotonde zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer. De betere doorstroming van het verkeer zorgt voor minder schadelijke stoffen dan verkeer dat regelmatig rem- en optrekbewegingen kent (vgl. Memo Luchtkwaliteit, N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg, Oranjewoud, projectnummer 194453.02, 17 februari 2009). De conclusie ten aanzien van de luchtkwaliteit is dat nu de hoeveelheid verkeer gelijk blijft, maar de doorstroming verbetert, gesteld kan worden dat als gevolg van de verbreding de luchtkwaliteit niet verslechtert en waarschijnlijk enigszins verbetert. Indien sprake is van blijvende winstderving als gevolg van een verkoop of door onteigening, dan dient dit argument in het kader hiervan aan de orde te komen. Dergelijke overwegingen vallen buiten de reikwijdte van deze bestemmingsplanprocedure.

Conclusie: De zienswijze wordt ongegrond verklaard. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan. Eindconclusie Ontvankelijkheid zienswijzen In het kader van de tervisielegging van het ontwerp inpassingsplan zijn 7 zienswijzen ingediend. Alle indieners hebben hun zienswijzen tijdig ingediend en zijn derhalve ontvankelijk. In de vorige paragraaf zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een inhoudelijke reactie. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen en de overlegreacties is er geen aanleiding het bestemmingsplan inhoudelijk te wijzigen of de bestemmingsplanprocedure in dit stadium te beëindigen.

7.2 Economische uitvoerbaarheid

Voorliggend plan voor de reconstructie van de N240-Westerterpweg in de gemeente Wieringermeer is een gezamenlijk initiatief. Het betreft de aanpak van een provincieweg. Naast de gemeente is ook de provincie Noord-Holland betrokken. In het kader van de Wet ruimtelijke ordening geldt de verplichting om bij een bestemmingsplan het kostenverhaal te regelen. De gemeente en provincie geven de voorkeur aan een ontwikkelovereenkomst. Met de ondertekening van deze ontwikkelovereenkomst is de economische uitvoerbaarheid aangetoond.

blad 49 van 49 Ruimtelijke Ordening & Economie