Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te...

22
Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen projectnr. 7967-237458 revisie 02 17 juni 2011 Opdrachtgever Gemeente Leudal Postbus 3008 6093 ZG Heythuysen datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring vrijgave 17 juni 2011 definitief ing. H.M. Koerselman ing. A.L.M. Steegh

Transcript of Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te...

  • Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen

    projectnr. 7967-237458 revisie 02 17 juni 2011

    Opdrachtgever Gemeente Leudal Postbus 3008 6093 ZG Heythuysen

    datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring vrijgave

    17 juni 2011 definitief ing. H.M. Koerselman ing. A.L.M. Steegh

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 1 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Inhoud Blz.

    1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding en achtergrond 2 1.2 Locatie, plangebied en doel 2

    2 Beleid 3 2.1 Europees en rijksbeleid 3 2.1.1 Nota Ruimte 3 2.1.2 Natuurbeschermingswet 3 2.1.3 Flora- en faunawet 5 2.1.4 Verdrag van Valletta (Malta) 5 2.1.5 Europees- en rijksbeleid water 6 2.2 Provinciaal beleid 7 2.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 7 2.3 Gemeentelijk beleid 9 2.3.1 Vigerend bestemmingsplan 9

    3 Realiserings- en uitvoeringsaspecten 10 3.1 Water 10 3.2 Natuur 11 3.3 Bodem 12 3.4 Akoestiek 14 3.5 Luchtkwaliteit 15 3.6 Externe veiligheid 15 3.7 Archeologie 16 3.8 M.e.r.-beoordelingsplicht 16

    4 Juridische regelgeving 18 4.1 Inleiding 18 4.2 Planvorm 18 4.3 Opbouw van de regels 18

    5 Economische uitvoerbaarheid 20

    6 Bestemmingsplanprocedure 21 6.1 Inleiding 21 6.2 Zienswijzen 21

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 2 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    1 Inleiding

    1.1 Aanleiding en achtergrond

    Ten zuidoosten van Haelen in het gebied dat ruwweg begrensd wordt door de Koeweg, de Omleiding Napoleonsweg, de Galgenbergweg en het woonwagencentrum De Veldrand bevinden zich, aan de Jagersweg, twee metaalbewerkende bedrijven en enkele (bedrijfs)woningen. Door de jaren heen is een ruimtelijk planologische situatie ontstaan die voor een deel niet duidelijk en voor een deel niet legaal is. Aan het Bestemmingsplan Omleiding Maascentrale (BPOM), waarin beoogd is de feitelijk aanwezige bedrijfsbestemmingen te legaliseren is (onder meer) voor de bedrijfskavels goedkeuring onthouden wegens het ontbreken van een Plan van Aanpak voor bodemsanering. Dit leidt tot de behoefte aan een goed gewaarborgd juridisch planologisch kader voor de bedrijfslocaties. Het bedrijfsperceel van Jagersweg 9 is reeds met een bestemmingsplan gelegaliseerd, evenals een aantal bedrijfsgronden tegenover en grenzend aan het bedrijf op Jagersweg 5 waarop bedrijfsdoeleinden en (nieuwe) bedrijfswoningen zijn voorzien. Het onderhavige bestemmingsplan vormt het juridisch planologisch kader waarbinnen de bestaande situatie van het bedrijf op Jagersweg 5 op een juiste wijze vastgelegd wordt. Hiermee wordt invulling gegeven aan legalisatie op maat en een verbetering van de planologische situatie ter plaatse, evenals de akoestische en milieuhygiënische situatie.

    1.2 Locatie, plangebied en doel

    De locatie is gelegen ten zuidoosten van de kern Haelen. Het bestaande gebruik van de gronden is bedrijfsdoeleinden. Op onderstaande kaart staat de begrenzing van de locatie aangegeven. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 1 Ha. Het doel van het onderhavige bestemmingsplan is legalisatie op maat en daarmee het juridisch planologisch kader scheppen voor het vastleggen van de bestaande situatie in het plangebied. Een ander resultaat van deze legalisatie op maat is het sterk verbeteren van de milieuhygiënische situatie in het plangebied, waarbij tevens de akoestische situatie ter plaatse verbeterd wordt ten opzichte van de historisch zo gegroeide situatie.

    Afbeelding 1: locatie plangebied (bron: Google Maps)

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 3 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    2 Beleid

    2.1 Europees en rijksbeleid

    2.1.1 Nota Ruimte

    In de Nota Ruimte worden de uitgangspunten voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd, waarbij het gaat om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. De Eerste Kamer heeft op 17 januari 2006 ingestemd met de Nota Ruimte. De kern van het beleid ligt in het toepassen van efficiënte manieren om met de ruimte om te gaan. Uitgangspunt van beleid is dat de ruimtebehoefte zoveel mogelijk wordt gehonoreerd en dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om tegelijkertijd ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. De belangrijkste instrumenten van de nota hebben betrekking op contouren, landschappen, stedelijke netwerken en water. Het onderhavige bestemmingsplan heeft als oogmerk legalisatie op maat. Het betreft het juridisch planologisch borgen van een bestaande illegale situatie welke al geruime tijd aanwezig is op de locatie. Er vindt geen grootschalige verandering van de landschappelijke situatie ter plaatse plaats. Er vind een gedeeltelijke herinrichting van terreinen plaats ter verbetering van de terreinindeling, ontsluitingsmogelijkheden en bedrijfsvoering. Hiermee wordt de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse gehandhaafd en daar waar mogelijk verbeterd. In zoverre beantwoordt het project aan de intenties van de strategische Nota Ruimte.

    2.1.2 Natuurbeschermingswet

    Door de Europese Unie zijn richtlijnen uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde plant- en diersoorten en leefgebieden in Europa. De richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzing van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. Als concrete richtlijnen worden genoemd de Europese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn. De uitwerking van de Europese richtlijnen is voor de Nederlandse situatie ingebed in de Natuurbeschermingswet. Natura 2000-gebieden De Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden in Nederland gecombineerd als Natura 2000-gebieden aangewezen. De al eerder aangewezen Vogelrichtlijngebieden worden daarbij opnieuw aangewezen. De aanwijzing van Natura 2000-gebieden is in 2007 begonnen en wordt in 2008 afgerond.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 4 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Nederland kreeg in 1967 voor het eerst een Natuurbeschermingswet. Deze wet maakte het mogelijk om natuurgebieden en soorten te beschermen. Op den duur voldeed de wet niet meer aan de eisen die internationale verdragen en Europese verordeningen stellen aan natuurbescherming. Daarom is in 1998 een nieuwe Natuurbeschermingswet gemaakt die alleen gericht is op gebiedsbescherming. De bescherming van soorten is geregeld in de Flora- en faunawet. Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 is op 1 oktober 2005 gewijzigd. Sindsdien zijn de bepalingen van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden worden aangewezen en beschermd op grond van de Natuurbeschermingswet: - Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden) - Beschermde Natuurmonumenten en - Wetlands. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningsplicht. Hierdoor is in Nederland een zorgvuldige afweging gegarandeerd bij projecten die gevolgen kunnen hebben voor natuurgebieden Vogelrichtlijn De Vogelrichtlijn (EU-richtlijn 79/409/EEG, gewijzigd bij richtlijn 86/122/EEG) bevat naast bepalingen over de instandhouding van in het wild levende vogelsoorten, ook plichten die op de bescherming van de leefgebieden van in het wild levende vogels zijn gericht. De meest geschikte habitats voor bijzonder waardevolle soorten en veel voorkomende trekvogels moeten als speciale beschermingszone worden aangewezen. Anders dan bij de Habitatrichtlijn worden de speciale beschermingszones direct dus zonder toetsing van de EU door de lidstaten aangewezen. De Vogelrichtlijn is in de nationale regelgeving onder andere omgezet in de Vogelwet, die reeds is vervangen door de Flora- en Faunawet. Tussen de Vogelrichtlijn en de hieronder beschreven Habitatrichtlijn bestaat een belangrijke koppeling. Voor de speciale beschermingszones volgens de Vogelrichtlijn is het afwegingskader van de Habitatrichtlijn van toepassing. Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden De aanwijzing van gebieden tot beschermd natuurgebied in het kader van de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn vindt plaats aan de hand van soortenlijsten van zeldzame of bedreigde plant- en diersoorten. Wanneer in een gebied bepaalde soorten voorkomen, of een bepaald percentage van de Europese populatie herbergt, dan komt dit gebied in aanmerking voor plaatsing onder de betreffende richtlijn. Het plangebied valt in zijn geheel niet binnen de aangewezen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden. Belangrijk in dit verband is ook of er in het plangebied bepaalde beschermde soorten voorkomen. Indien deze aanwezig zijn geldt namelijk min of meer hetzelfde afwegingskader als voor activiteiten in of nabij speciale beschermingszones. Voor het plangebied is een natuurtoets uitgevoerd. In paragraaf 3.2 is nader omschreven wat de gevolgen voor de planvorming zijn.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 5 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    2.1.3 Flora- en faunawet

    Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze nieuwe wet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet bundelt de bepalingen die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen, de: - Vogelwet 1936; - Jachtwet; - Natuurbeschermingswet (hoofdstuk V: soortenbescherming); - Nuttige Dierenwet 1914; - Wet bedreigde en uitheemse dier- en plantensoorten. Tevens is de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn (Europees) en het CITES-verdrag (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora oftewel overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde soorten wilde dieren en planten) geïmplementeerd in deze wet. De beschermingsstatus van de inheemse dier- en plantensoorten houdt onder meer in dat in geval van voorgenomen activiteiten zoals aanleg van infrastructuur of bouwprojecten, het plangebied moet worden getoetst op de aanwezigheid van beschermde soorten: de natuurtoets. Indien zich beschermde soorten in het plangebied bevinden, treedt een afwegingskader in werking waarin de natuurwaarden worden gewogen met de voorgenomen plannen. De uitkomst van de natuurtoets kan aanleiding geven om de voorgenomen plannen bij te stellen of de uitvoering aan voorwaarden te verbinden. In alle gevallen dat beschermde waarden door de realisatie van een project worden aangetast, dient een ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het Ministerie van LNV. Indien ontheffing wordt verleend kunnen aan de projectuitvoering voorwaarden worden verbonden (o.a. ten aanzien van de uitvoering). Er is voor het onderhavige plangebied een natuurtoets uitgevoerd. De conclusies uit deze natuurtoets staan beschreven in paragraaf 3.2.

    2.1.4 Verdrag van Valletta (Malta)

    Het Europese Verdrag van Valletta, ook wel het Verdrag van Malta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeeld om grafvelden, gebruiksvoorwerpen en resten van bewoning. Op iedere plaats in de bodem kan dit soort erfgoed zich bevinden. Vaak werden archeologen laat bij de ontwikkeling van plannen betrokken. Hierdoor werd de aanwezigheid van archeologische waarden vaak pas ontdekt als projecten, zoals de aanleg van wegen of stadsvernieuwing, al in volle gang waren.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 6 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Om het bodemarchief beter te beschermen en om onzekerheden tijdens de bouw van bijvoorbeeld nieuwe wijken te beperken, is het vanaf 1 januari 2005 verplicht vooraf onderzoek te laten doen naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op deze manier kan daar bij de ontwikkeling van de plannen zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. Op 16 april 1992 werd de verdragstekst door de leden van de Europese ministerraad in Valletta ondertekend. Uitgangspunt van het nieuwe verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. In paragraaf 3.7 is nader omschreven wat dit voor (een deel van) het onderhavige plangebied betekent.

    2.1.5 Europees- en rijksbeleid water

    Kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn Water (KRW) is in Nederland geïmplementeerd met de Implementatiewet EG-Kaderrichtlijn Water van 7 april 2005. Daarmee zijn wijzigingen aangebracht in de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer. Voor gemeenten zijn geen nieuwe wettelijke verplichtingen ter implementatie van de KRW opgenomen. De verantwoordelijkheden en taken blijven hetzelfde. Alle instrumenten uit het huis van Thorbecke kunnen ingezet worden om te zorgen dat de KRW doelen gehaald worden. Gemeenten zijn, net als de waterbeheerders, wel gehouden aan het aanleveren van informatie (formeel aan de minister), ten behoeve van KRW-analyses en voor het opstellen van de stroomgebiedbeheersplannen. Dit geldt voor zover die op het pad van de gemeente ligt. De manier waarop dit in de praktijk gaat uitpakken is nog niet duidelijk. Het is niet uitgesloten dat er in de toekomst, op basis van bestaande juridische instrumenten (bijvoorbeeld een AMvB), nog nieuwe verplichtingen komen. Gemeenten worden door provincie en waterschap actief benaderd om op vrijwillige basis mee te werken aan de implementatie van de KRW. In de komende periode gaat het om zogeheten gebiedsprocessen en detailanalyses, waarin onder trekkerschap van het waterschap regionale analyses van doelen, maatregelen en kosten(effectiviteit) worden uitgevoerd. Gewenste rol van gemeenten bij KRW-implementatie De KRW is gericht op het bereiken van een goede toestand van watersystemen. Alhoewel de formele rol van gemeenten in de implementatiewet van de KRW beperkt is, wordt er wel van uitgegaan dat gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen inzake de KRW. Het bereiken van een goede toestand kan niet zonder de inzet van gemeenten. De instrumenten uit het huis van Thorbecke kunnen hiervoor worden ingezet. Samenwerking van gemeenten met de waterbeheerders is essentieel voor het verbeteren van de kwaliteit van watersystemen in Nederland. De gewenste rol van gemeenten is een pro-actieve, meedenkende en meewerkende, waarbij het algemeen maatschappelijk belang centraal staat. De bedoeling is dat gemeenten zich afvragen wat ze kunnen doen voor de KRW, boven wat ze moeten doen.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 7 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (WB21), is de zorg over het toenemend hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt. In de Nota Ruimte, zijn de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid, zoals beschreven in de NW4, meegenomen. Water en ruimtelijke ordening worden in deze nota nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. Watertoets De watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening. De watertoets wordt sinds 2001 toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben. De watertoets heeft een integraal karakter: alle relevante 'wateraspecten' worden meegenomen. Er wordt gekeken naar veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en verdroging. De watertoets wordt toegepast door in een vroegtijdig stadium de waterbeheerders te betrekken bij plannen die een invloed kunnen hebben op de waterhuishouding. De vereiste watertoets is uitgevoerd. In paragraaf 3.1 is nader omschreven wat dit voor het onderhavige plangebied betekent.

    2.2 Provinciaal beleid

    2.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg

    De provincie Limburg heeft het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (POL) opgesteld, dat in 2008 en 2009 is geactualiseerd. Het POL is zowel streekplan, waterhuishoudingplan, milieubeleidplan als verkeer- en vervoerplan en bevat ook de meer fysieke (ruimtelijke) onderdelen van het economisch en welzijnsbeleid. De provincie levert een actieve bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van kwaliteitsregio Limburg. De variatie in landschappen en natuurlijke kwaliteit, in woongebieden en werkmilieus en in bereikbaarheid dragen bij uitstek bij aan de kwaliteitsregio. De realisatie en borging van deze kwaliteiten vraagt een actieve opstelling, niet alleen van de provincie, maar vooral van haar regionale partners, waarbij koppeling van een gebiedsgerichte en een ontwikkelingsgerichte aanpak wordt nagestreefd. Inspelend op de aanwezige kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden worden negen perspectieven onderscheiden. Het plangebied valt onder het perspectief 'Vitaal landelijk gebied'. Het perspectief Vitaal landelijk gebied (P4) heeft betrekking op overwegend landbouwgebieden met een van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. In Noord- en Midden Limburg valt het perspectief vrijwel overal samen met verwevingsgebied intensieve veehouderij. Daarnaast komen op kleinere schaal woonbebouwing, al dan niet solitaire bedrijfsgebouwen, toeristisch-recreatieve voorzieningen en infrastructuur voor. Met respect voor de

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 8 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    aanwezige kwaliteiten wordt de inrichting en ontwikkeling van de gebieden in belangrijke mate bepaald door de landbouw. Daarnaast wordt in deze gebieden extra belang gehecht aan verbreding van de plattelandseconomie. Bijvoorbeeld door het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, voor verbrede landbouw en voor kleinschalige dienstverlenende bedrijven (o.m. in vrijkomende agrarische gebouwen), zonder dat dit tot problemen leidt voor de aanwezige landbouwstructuur. Via de systematiek van BOM+ (toepasbaar voor de agrarische sector en in de toekomst in vergelijkbare vorm voor toeristisch-recreatieve bedrijvigheid), Rood voor Groen (toepasbaar voor landgoederen) en het contourenbeleid (toepasbaar voor rode functies als woningbouw en bedrijventerreinen) in combinatie met VORm (Verhandelbare OntwikkelingsRechten methode) kan de doorontwikkeling van functies gepaard gaan met respect voor cultuurhistorie en landschappelijke kwaliteit én versterking van de omgevingskwaliteiten. Ook andere nieuwe economische dragers dragen bij aan behoud en versterking van de natuur- en landschapskwaliteit en het sociale klimaat. Met de omlegging van de Napoleonsweg is ook een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Windmolenbos ontstaan. Hier wordt ruimte geboden aan lokale ondernemers om aansluiting te vinden bij het bestaande bedrijventerrein Windmolenbos. De bedrijfslocatie als bedoeld in het onderhavige bestemmingsplan, sluit aan op bedrijventerrein Windmolenbos. Hiermee vindt er geen onevenredige (verdere) aantasting van het buitengebied plaats. Er wordt voldaan aan het beleid in het POL. Afbeelding 2: Uitsnede plankaart Perspectieven uit het POL (bron: POL Provincie Limburg, actualisatie 2011)

    Globale ligging plangebied

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 9 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    2.3 Gemeentelijk beleid

    2.3.1 Vigerend bestemmingsplan

    Het plangebied is deels gelegen in bestemmingsplan 'Omleiding-Maascentrale' en deels in 'Algemeen bestemmingsplan'. Het bedrijfskavel van het bedrijf Jagersweg 5 maakte in eerste instantie deel uit van het plangebied van bestemmingsplan 'Omleiding-Maascentrale', waarbij beoogd werd het kavel te bestemmen ten behoeve van bedrijfsdoeleinden. Hieraan is echter door Gedeputeerde Staten goedkeuring onthouden. Er is geconstateerd dat op deze locatie sprake is van bodemverontreiniging, terwijl in de sanering hiervan niet is voorzien. Er is reeds een bodemonderzoek met een bijbehorend saneringsplan aanwezig, echter deze zijn niet ingediend bij de planherziening. Op basis van artikel 9 Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (Bro) dient de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan aangetoond te worden. Door het ontbreken van het saneringsplan bij de planherziening is dit onvoldoende aangetoond en is derhalve goedkeuring onthouden aan de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden III'. Als gevolg hiervan geldt voor deze percelen bestemmingsplan 'Algemeen bestemmingsplan'. Bestemmingsplan Omleiding-Maascentrale Het bestemmingsplan Omleiding-Maascentrale van de gemeente Haelen is vastgesteld door de raad op 15 juni 1999 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 25 januari 2000. De gronden van het plangebied welke binnen dit bestemmingsplan zijn gelegen, hebben de bestemming Agrarische doeleinden. Op de tot Agrarische doeleinden bestemde gronden zijn de uitoefening van een agrarisch bedrijf en verkeersdoeleinden toegestaan. Een andere vorm van bedrijfsvoering, zoals in het onderhavige plan metaalhandel, is op deze gronden niet toegestaan. Op de als zodanig bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens erfafscheidingen. Algemeen bestemmingsplan Voor de bedrijfspercelen is het Algemeen bestemmingsplan van de gemeente Haelen, vastgesteld op 5 juni 1978 en goedgekeurd op 4 september 1979 vigerend. De gronden hebben hierin de bestemming Agrarisch Gebied AG-ZR. De gronden zijn hierbinnen bestemd voor agrarische doeleinden met plaatselijk beperkingen ten dienste van een reservering voor woondoeleinden, verkeersdoeleinden en waterrecreatie. Voor de hierboven genoemde gronden geldt dat er geen nadere aanduidingen op de plankaart staan aangegeven. De beperkingen ten dienste van een reservering voor een van de nadere doeleinden zijn derhalve niet van toepassing. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen woning, ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf worden gebouwd. Binnen deze bestemming is de bestaande bedrijfsvoering op de percelen niet toegestaan. Binnen de bestemming agrarische doeleinden is per bedrijf maximaal één bedrijfswoning toegestaan. In de woonwagen aan de Jagersweg 5 woont de eigenaar/ beheerder van het bedrijf en deze kan derhalve vanuit het bestemmingsplan aangemerkt worden als bedrijfswoning. Conclusie De bedrijfsvoering van het bedrijf Jagersweg 5 past niet binnen de ter plaatse geldende bestemmingsplanregeling.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 10 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    3 Realiserings- en uitvoeringsaspecten

    3.1 Water

    Inleiding Door Milon bv is een beschrijving van de waterhuishouding en de watertoets voor het noordoostelijk gedeelte van het plangebied opgesteld. Deze staan in het hiernavolgende weergegeven. Door adviesbureau Arcadis is een onderzoek uitgevoerd naar de maatregelen die eventueel aan het rioolstelsel getroffen moeten worden en welke maatregelen als gevolg daarvan nog nodig zijn op de bedrijfsgronden teneinde over een adequate waterafvoer- en opvangcapaciteit te beschikken. Waterhuishouding In het gebied Napoleonsweg-Zuid worden uitbreidingen van het afstromend verhard oppervlak van twee bedrijfsinrichtingen gerealiseerd. Het betreft hier drie toekomstige lozingen op het gemeentelijk rioolstelsel in de Jagersweg. Deze lozingen zijn afkomstig van een nieuw afstromend verhard oppervlak van in totaal 2,8 hectare (de bedrijfspercelen van Jagersweg 9 zijn eveneens door Arcadis in het onderzoek beoordeeld), onderverdeeld in drie lozingspunten van respectievelijk 1,1 hectare, 1,3 hectare en 0,4 hectare. Voor het bepalen van de benodigde bergingscapaciteit op de verschillende particuliere terreinen is inzicht nodig in het hydrologisch functioneren van het gemeentelijk stelsel. In de huidige situatie voldoet het gemeentelijk stelsel aan de gestelde eisen. Een extra aansluiting heeft echter gevolgen voor het hydrologisch- en vuiltechnisch functioneren. In het hierna beschreven onderzoek van adviesbureau Arcadis wordt geconcludeerd dat het niet mogelijk is om 2,8 hectare verhard oppervlak direct aan te sluiten op het rioolstelsel. Voor de overige conclusies wordt verwezen naar de onderstaande beschrijving van dit betreffende onderzoek. De planlocatie ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied. In het plangebied zijn geen primaire wateren en/of zuiveringstechnische werken aanwezig waar rekening mee moet worden gehouden. Het gebruik van duurzame materialen zal worden gevolgd, waarbij wordt aangesloten op de huidige wet- en regelgeving (volgens het convenant 'Duurzaam bouwen') zodat ongewenste uitloging van metalen niet plaatsvindt. Watertoets Het waterschapsbeleid is gericht op het handhaven van een voldoende voorraad grondwater en op het tegengaan van verdroging en het waar mogelijk bevorderen van vernatting. Voor de waterkwantiteit is het beheer gericht op voldoende afvoer om wateroverlast te voorkomen en om met peilbeheer een acceptabele grondwaterstand te houden en op waterconservering om verdroging te voorkomen. Om het watersysteem zo natuurlijk mogelijk te laten functioneren en om vermenging van schoon en vuil water te voorkomen dient voor het hemelwater een passende hydrologische neutrale oplossing gevonden te worden.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 11 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Voor de toekomstige situatie in het noordoostelijk gedeelte van het plangebied wordt een nieuw inrichtingsvoorstel uitgewerkt, waarin rekening gehouden wordt met de randvoorwaarden als gesteld door waterschap Peel en Maasvallei, alsmede met de maatregelen die de gemeente Leudal neemt ten aanzien van het gemeentelijk rioolstelsel (op basis van de door adviesbureau Arcadis opgestelde notitie). Rioolstelsel Naast bovenstaande waterparagraaf is door adviesbureau Arcadis in december 2006 een onderzoek uitgevoerd naar de maatregelen die eventueel aan het rioolstelsel getroffen moeten worden en welke maatregelen als gevolg daarvan nog nodig zijn op de bedrijfsgronden teneinde over een adequate waterafvoer- en opvangcapaciteit te beschikken. In dit onderzoek zijn controleberekeningen uitgevoerd voor het rioolstelsel omgeving Oude Napoleonsweg. Daarnaast heeft Arcadis in november 2007 een toetsing rioolstelsel kern Haelen uitgevoerd. Op basis van deze onderzoeken worden de volgende conclusies getrokken: - in de huidige situatie wordt bij neerslaggebeurtenis 08 (zie controleberekening

    Arcadis december 2006) water op straat berekend; - het is niet mogelijk om 2,8 hectare verhard oppervlak direct aan te sluiten op het

    rioolstelsel. Dit leidt tot langdurig water op straat in zowel de Jagersweg als de Oude Napoleonsweg. Het rioolstelsel is hier niet op gedimensioneerd;

    - beperkte/geknepen afvoer naar het rioolstelsel in de Jagersweg is qua hydraulische afvoercapaciteit mogelijk tot 31 liter per seconde (variant 4; zie controleberekening Arcadis december 2006). Bij een grotere afvoer zal water op straat in de Jagersweg ontstaan. De hoeveelheid water op straat in de Oude Napoleonsweg blijft ten opzichte van de huidige situatie gelijk. Voorwaarde is wel dat de pompcapaciteit verhoogd moet worden met 31 liter per seconde = 111 m3 per uur. De totale pompcapaciteit komt daarmee op 32+111 m3 per uur;

    - in de toekomstige situatie zal de noodoverlaat vaker afvoeren omdat de hydraulische belasting van het rioolstelsel is toegenomen. Bij neerslaggebeurtenis 08 is de berekende toename bij variant 4 ongeveer 11 m3. Arcadis adviseert om de berging in het stelsel te compenseren;

    - ten aanzien van maatregelen om extra wateroverlast te voorkomen concludeert Arcadis dat er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn door de verhoogde afvoer vanuit het bemalingsgebied Napoleonsweg-Zuid.

    3.2 Natuur

    Voor het plangebied is het natuurloket geraadpleegd. Het natuurloket verschaft voor elk kilometerhok (RD of Amersfoort-coördinaten) in Nederland een tabel waarin het aantal beschermde en bedreigde soorten per soortgroep wordt vermeld. De gegevens hiervoor worden ontleend aan de databases van Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO's), die vaak het resultaat zijn van doelgerichte karteringen en inventarisaties door vrijwilligers. Bij het raadplegen hiervan dient men echter in het achterhoofd te houden dat de verstrekte informatie niet in alle gevallen compleet is, niet voor elk kilometerhok zijn systematische inventarisaties uitgevoerd. Voor kilometerhok X: 194-Y: 359, waarin de onderzoekslocatie is gesitueerd, is van een aantal soort(groep)en het voorkomen van beschermde of bedreigde vertegenwoordigers bekend (zie onderstaande tabel). Het betreft in dit geval de aanwezigheid van enkele amfibieën, reptielen en vaatplanten. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat de groengebieden Hoogbroek en Houterven deel uit maken van het kilometerhok, waarmee de aanwezigheid van de dieren verklaard wordt.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 12 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Uit de rapportage blijkt dat een confrontatie met beschermde plant- en diersoorten gering is en dat derhalve vooraf geen ecologisch onderzoek uitgevoerd behoeft te worden.

    Soortgroep FF1 FF2/3 H/V RL volledigheid

    vaatplanten 1 1 4 goed reptielen 2 1 redelijk amfibieën 2 slecht De aanwezigheid van de hoeveelheid bekende beschermde en bedreigde soorten per soortgroep in het kilometerhok van de onderzoekslocatie. Gegevens ontleend aan het natuurloket (www.natuurloket.nl). Aangegeven zijn tabel 1, 2 en 3 van de Flora- en Faunawet (FF), de Habitat- en Vogelrichtlijn (H/V) en de Rode Lijst (RL).

    De bestaande bebouwing en de bestaande groenstructuur binnen het plangebied blijven ongeroerd. De legalisatie van de bedrijfsdoeleinden levert geen belemmering op voor de natuurwaarden in het gebied.

    3.3 Bodem

    In september 2006 is door Milon bv voor de locatie Jagersweg 5 een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd en in januari 2007 is door Milon bv een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd. De conclusies en aanbevelingen van deze onderzoeken zijn in het hiernavolgende weergegeven. Hierbij is uitgegaan van een opsplitsing van het onderzoeksgebied in deellocatie 1 'agrarisch perceel' en deellocatie 2 'bedrijfsterrein'. Deellocatie 1 agrarisch perceel Zintuiglijk zijn in het opgeboorde materiaal geen bijzonderheden waargenomen. Analytisch wordt in de bovengrond minerale olie zeer licht verhoogd aangetroffen. Alle andere parameters in de boven- en ondergrond worden niet in verhoogde gehalten aangetroffen. In verband met een grondwaterstand dieper dan 5 m-mv heeft geen grondwateronderzoek plaatsgevonden. Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit. Aanvullend onderzoek is niet noodzakelijk. Het terrein is geschikt voor gebruik ten behoeve van woondoeleinden. Deellocatie 2 bedrijfsterrein In diverse boringen worden in de bovengrond bijmengingen aangetroffen van puin, metaalresten, plastic, sintels en glasresten. Plaatselijk (boring 116) wordt tot een diepte van 2,7 m-mv een sterk tot lichte oliegeur waargenomen. Boring 121 is op 0,3 m-mv gestuikt. Analytisch worden in nagenoeg de gehele bovengrond van het bedrijfsterrein een ernstige verontreiniging van zware metalen aangetroffen. In de ondergrond wordt alleen plaatselijk ernstig verhoogde zware metalen concentraties aangetroffen. Plaatselijk wordt in boven- en ondergrond een ernstige minerale olie verontreiniging aangetroffen. Ten zuidoosten van de werkplaats wordt in de bovengrond bij de boringen 118, 120 en 121 buiten de ernstig verhoogde zware metalen concentraties, ook een ernstig verhoogd PCB-concentratie aangetroffen. In de ondergrond wordt PCB licht verhoogd aangetroffen. Op basis van de analyseresultaten wordt op het bedrijfsterrein een drietal verontreinigingskernen aangetroffen. De aangetroffen verontreinigingen komen overeen met de aangetroffen verontreinigingen bij het verkennend bodemonderzoek van maart 1995. De aangetroffen verontreinigingen zijn waarschijnlijk veroorzaakt door de bedrijfsactiviteiten in het verleden.

    http://www.natuurloket.nl)

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 13 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    1. verontreiniging van zware metalen Op nagenoeg het gehele bedrijfsterrein wordt in de bovengrond een ernstige bodemverontreiniging aangetroffen van zware metalen. Alleen in de ondergrond van boring 117 wordt een ernstige koperverontreiniging aangetroffen. De verontreinigingen worden tot aan de perceelsgrens aangetroffen. Buiten het bedrijfsterrein worden geen noemenswaardige verontreinigingen aangetroffen. De omvang van de ernstige zware metalen verontreiniging op het bedrijfsterrein wordt geschat op circa 3.500 m3 (circa 6.500 m2 x gemiddeld 0,5 m-mv tot plaatselijk 1,0 m-mv). 2. verontreiniging van minerale olie Op het middenterrein is een ernstige minerale olieverontreiniging die plaatselijk tot 2,7 m-mv zintuiglijk wordt waargenomen. Analytisch blijkt dat de ernstige minerale olie verontreiniging tot minimaal 1,0 m-mv wordt aangetoond. Ter plaatse van het overige terrein zijn licht verhoogde minerale olie concentraties aangetroffen. De horizontale verspreiding is goed in beeld. De verticale verspreiding bij boring 115 en 116 is nog niet volledig ingekaderd. Bij het verkennend bodemonderzoek van maart 1995 is geen verhoogde minerale olie concentratie aangetroffen in de bodemlaag van 1,0 - 1,5 m-mv. De oppervlakte van de ernstige minerale olie verontreiniging wordt vooralsnog geschat op circa 1000 m3. 3. verontreiniging van PCB Ten zuidoosten van de werkplaats wordt PCB in een ernstig verhoogde concentratie aangetroffen. In de ondergrond wordt een licht verhoogde PCB-concentratie aangetroffen. De verticale verspreiding is voldoende in beeld. De horizontale verspreiding is nog niet in beeld. De PCB-verontreiniging lijkt op basis van de beschikbare gegevens geheel binnen de contouren van de ernstige zware metalen verontreiniging te liggen. Op basis van de huidige gegevens wordt de omvang van de PCB-verontreiniging geschat op circa 50 m3. Ten gevolge van de omvang (meer dan 25 m3 sterk verontreinigde grond) van de aanwezige verontreinigingen is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, echter zonder directe gevaarstelling welke leidt tot spoedeisendheid van sanering. Wel is de bestaande milieuhygiënische bodemkwaliteit van dien aard dat dit aanleiding geeft om over te gaan tot sanering van de gronden. Hiertoe is in januari 2007 door Milon bv voor de locatie Jagersweg 5 een saneringsplan opgesteld. In het saneringsplan is gesteld dat bij de aanwezige verontreiniging sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging welke is aangevangen voor 1987. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om de verontreiniging functiegericht te saneren. Bij een functiegerichte sanering dient uitgegaan te worden van de bestemming en het gebruik van de locatie. Na herinrichting is er sprake van een bedrijfsterrein met bebouwing en verhardingen. Bij de sanering wordt dan ook uitgegaan van terugsaneren op basis van Bodemgebruiksvorm III, bebouwing en verharding. Voor de uiteindelijk gekozen saneringsvariant wordt verwezen naar het saneringsplan als opgesteld door Milon bv. De bodem op het bedrijfsgedeelte van Jagersweg 5 wordt op korte termijn gesaneerd middels een goedgekeurd saneringsplan.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 14 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    3.4 Akoestiek

    In december 2006 en april 2009 is door Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud akoestisch onderzoek uitgevoerd, dat in mei 2011 is geactualiseerd. In dit onderzoek is de herinrichting van het gebied tussen de Galgenbergweg en de omgelegde Napoleonsweg te Haelen betrokken. Uitgangspunt in dit onderzoek is het bepalen van de akoestische situatie op de bedrijfsgronden alsmede het bepalen van de geluidbelasting op nieuw op te richten woningen, onder meer op de gronden direct grenzend aan de Galgenbergweg. Zowel de geluidbelasting als gevolg van wegverkeer, railverkeer als industrielawaai is bepaald. Relevant voor het onderhavige bestemmingsplan zijn de conclusies voor de metaalhandel aan de Jagersweg 5. De conclusies van het onderzoek staan in het hiernavolgende beschreven. Wegverkeer De geluidbelasting vanwege de Napoleonsweg voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De voorkeursgrenswaarde wordt ten gevolge van de Galgenbergweg overschreden. Voor de reeds aanwezige bedrijfswoning is toetsing volgens de Wet geluidhinder (Wgh) niet nodig. Railverkeer De geluidbelasting vanwege railverkeer heeft geen invloed op de bestaande bebouwing binnen het plangebied. Industrielawaai Met een akoestisch onderzoek is de geluidbelasting als gevolg van de bedrijfsvoering van de metaalhandel aan Jagersweg 5, op een aantal geluidgevoelige bestemmingen, waaronder (bedrijfs)woningen op naastgelegen gronden, bepaald en getoetst. Het toetsingskader wordt bepaald door het Activiteitenbesluit. Voor de (bedrijfs)woningen op het bedrijventerrein geldt een grenswaarde van 55 dB(A). Voor de woningen van derden buiten het bedrijventerrein geldt een grenswaarde van 50 dB(A). Onder representatieve bedrijfsomstandigheden bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) ten hoogste 51 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van bedrijfswoningen van derden, en 52 dB(A) bij een woning buiten het bedrijventerrein. Bij de laatste woning kan het bedrijf niet aan het te stellen toetsingskader voldoen. Door instandhouding van keerwanden op de noordelijke inrichtingsgrens van 5 meter wordt bij de woning buiten het bedrijventerrein voldaan aan de grenswaarde van 50 dB(A). Bronmaatregelen zijn reëel niet mogelijk en niet doelmatig. Het maximale geluidniveau beoordelingsniveau (LAmax) bedraagt ter plaatse van de bedrijfswoningen van derden ten hoogste 70 dB(A) etmaalwaarde. De grenswaarde van 75 dB(A) wordt daarmee gerespecteerd. Ter plaatse van woningen van derden buiten het bedrijventerrein wordt een maximaal piekgeluidniveau van 72 dB(A) bepaald, onder worstcase-omstandigheden. Daarmee kan het bedrijf niet aan het gestelde toetsingskader van 70 dB(A) etmaalwaarde voldoen. Via een bestuurlijke afweging is het, na toepassing van eerder genoemde maatregelen, mogelijk te toetsen aan een hogere richtwaarde dan 70 dB(A) etmaalwaarde. Dit is mogelijk tot een maximum etmaalwaarde van 75 dB(A). Indien deze waarde wordt toegestaan ontstaat een vergunbare situatie.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 15 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    Het equivalente geluidniveau ten gevolge van verkeer van en naar de inrichting bedraagt ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen ten hoogste 50 dB(A) etmaalwaarde. Daarmee voldoet het bedrijf aan de gestelde voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. In het kader van de ruimtelijke afweging is de situatie inpasbaar, waarbij een acceptabel leefklimaat voor de woningen op de bedrijfslocatie is te waarborgen. De uiteindelijke beslissing in hoeverre de situatie vergunbaar is in het kader van de Wet milieubeheer, vindt plaats aan de hand van een bestuurlijke afweging. Conclusie algehele akoestische situatie Uit de berekeningsresultaten van de cumulatie blijkt dat bij de nieuwe bedrijfswoningen gelegen buiten het onderhavige plangebied een redelijke akoestische situatie mogelijk is. In de dagperiode zijn vooral de bedrijven metaalhandel Jagersweg 5 en metaalhandel Jagersweg 9 bepalend voor de akoestische kwaliteit. Op alle bedrijfswoningen is in deze periode op 1,5 meter waarneemhoogte een redelijke akoestische situatie te realiseren na het treffen van maatregelen. In de nachtperiode wordt de akoestische kwaliteit met name bepaald door weg- en railverkeerslawaai. Deze akoestische kwaliteit is bij de bebouwing binnen het onderhavige bestemmingsplangebied goed. In relatie tot de huidige situatie voor de bestaande bebouwing kan gesteld worden dat de akoestische situatie verbeterd, dit onder meer door de te treffen maatregelen (afschermingen en herindeling bedrijfsterrein).

    3.5 Luchtkwaliteit

    DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. heeft in maart 2008 een luchtkwaliteitonderzoek verricht naar wegverkeer ten behoeve van een legaliseringtraject op maat voor een tweetal metaalhandelaren te Haelen. Het bedrijf Jagersweg 5 is één van deze bedrijven. Hierbij zijn de concentraties NO2 en PM10 in de lucht, afkomstig van de relevante wegen en verkeer van en naar de metaalhandelaren, berekend. Dit gebeurt voor de jaren 2008 (huidig), 2010 (het jaar waarin de grenswaarde voor NO2 van kracht wordt), 2015 en 2020 (toekomst). De berekende waarden voor de verschillende stoffen worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5. Uit het luchtkwaliteitonderzoek blijkt dat de grenswaarden voor luchtkwaliteit in de toekomstige situatie niet worden overschreden. Om die reden zijn er geen belemmeringen voor de vestiging van metaalhandel Verhoeven aan de Jagersweg 5 te Haelen op grond van de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5.

    3.6 Externe veiligheid

    In december 2006 is door Milon bv een onderzoek externe veiligheid uitgevoerd voor de locatie Jagersweg 5. Het doel van onderhavig onderzoek is te inventariseren of het aspect externe veiligheid een knelpunt kan zijn voor de realisatie van de bouwplannen, en als dit het geval is te bepalen of de minimale veiligheidafstanden vanaf risicobedrijven en/of transportroutes worden gehanteerd.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 16 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    De situatie ter plaatse van het bedrijfsterrein Jagersweg 5 is als volgt: - Het terrein is gelegen op circa 200 meter van het baanvak Weert-Roermond en op

    circa 100 meter van de provinciale weg N273. Over beide routes vindt transport plaats van gevaarlijke stoffen. Het gehele plangebied valt buiten de 200 meter zone, zodat er geen sprake is van een risico;

    - Op circa 500 meter ten noorden van de locatie aan de provinciale weg N273 is een LPG tankstation gevestigd. Het invloedsgebied van een LPG tankstation bedraagt 150 meter, zodat er geen sprake is van een risico;

    - Op circa 200 meter ten zuiden van de locatie ligt een zelfbedieningstankstation. Dit tankstation verkoopt geen LPG en heeft derhalve geen invloed op het plangebied.

    Naast de aanwezige infrastructuur, worden de bestaande risico's veroorzaakt door de bedrijfsactiviteiten binnen het plangebied. Het gaat met name om de in de milieuvergunning van beide bedrijven geregelde opslag van gevaarlijke stoffen en gasflessen. Aangezien de in de milieuvergunning voorgeschreven veiligheidsgrenzen worden gerespecteerd, is de voorgenomen ontwikkeling vanuit oogpunt van externe veiligheid voor het aspect externe veiligheid ook voor dit aspect planologisch toelaatbaar.

    3.7 Archeologie

    Door Milon bv is bekeken of er archeologische waarden in het noordoostelijk gedeelte van het plangebied aanwezig zijn. Een indicatie voor de archeologische verwachtingswaarde en de cultuurhistorische waarde kan worden gelezen uit de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW-kaart) van de provincie Limburg. Uit de interactieve kaart, zoals deze beschikbaar wordt gesteld door de provincie Limburg, blijkt dat er ter plaatse geen sprake is van cultuurhistorische of archeologische waarden. Wel dient men bij bodemverstorende activiteiten alert te zijn op de aanwezigheid van archeologische waarden. Mochten er tijdens de werkzaamheden archeologische indicatoren aangetroffen worden, dan geldt een meldingsplicht conform de Monumentenwet 1988.

    3.8 M.e.r.-beoordelingsplicht

    Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in de legalisatie van een bestaand bedrijfsperceel. Bij besluit van 21 februari 2011 heeft de wetgever het Besluit milieueffectrapportage en het Besluit omgevingsrecht gewijzigd. Met dit wijzigingsbesluit is bepaald dat voor activiteiten die op de bij het besluit behorende C- en D-lijst zijn opgenomen, altijd aandacht aan m.e.r. geschonken dient te worden. Dit strekt tot het bepalen of een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is. Op hoofdlijnen komt het erop neer dat voor activiteiten die behoren tot de C-lijst een m.e.r.-plicht volgt en voor activiteiten op de D-lijst volgt dan wel een m.e.r.-beoordelingsplicht dan wel een motivering dat geen m.e.r.(beoordeling) nodig is. Hierbij is (onder meer) de bij de activiteit behorende drempelwaarde van belang.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 17 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    De activiteit die met het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt behoort niet tot de C-lijst, dus er is geen directe m.e.r.-plicht. De activiteit behoort echter wel tot de D-lijst, namelijk onder nummer 11.3 'uitbreiding industrieterrein'. Tevens valt de activiteit onder nummer 18.8 'de oprichting, wijziging of uitbreiding van een inrichting voor de opslag van schroot, met inbegrip van autowrakken'. De drempelwaarde bij nummer 11.3 bedraagt een uitbreiding van 75 hectare of meer. Daarvan is in het onderhavige bestemmingsplan geenszins sprake. De drempelwaarde bij nummer 18.8 bedraagt de opslag van 10.000 ton of meer of 10.000 autowrakken of meer. Ook aan deze drempelwaarde wordt niet voldaan.

    Op grond van de in dit kader van het onderhavige bestemmingsplan uitgevoerde onderzoeken (zie paragraaf 3.1 tot en met 3.8 van deze toelichting) en het verschil tussen de daadwerkelijke activiteit in relatie tot de drempelwaarden waaruit een m.e.r.-beoordelingsplicht voortvloeit, wordt geconcludeerd dat bij de vaststelling van dit bestemmingsplan geen onevenredige nadelige milieueffecten voortkomen die het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling dan wel het doorlopen van de m.e.r.-procedure noodzakelijk maken.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 18 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    4 Juridische regelgeving

    4.1 Inleiding

    Het onderhavige bestemmingsplan vormt het juridisch planologisch kader waarbinnen de bestaande situatie in het plangebied op een juiste wijze vastgelegd is. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden door middel van geometrisch bepaalde bestemmingen en daarop betrekking hebbende regels de in het plan begrepen gronden voor bepaalde doeleinden aangewezen. Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van de bouwwerken en onbebouwde gronden.

    4.2 Planvorm

    Het plan heeft tot doel de bestaande (deels illegale) situatie te vervatten in een passende juridisch planologische regeling. Hiertoe worden de bestaande functies vervat in een gedetailleerde directe bestemming. Het bestemmingsplan heeft derhalve een consoliderend en gedetailleerd karakter.

    4.3 Opbouw van de regels

    De regels zijn opgebouwd conform de vereisten van het SVBP2008 en zijn als volgt ingedeeld: Hoofdstuk 1: Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat een tweetal artikelen. In het eerste artikel is een aantal noodzakelijke begripsbepalingen opgenomen welke worden gebruikt in de regels. In artikel twee wordt uiteengezet op welke wijze gemeten dient te worden. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de in het plangebied aanwezige bestemming. De doeleinden ten aanzien van de specifieke bestemming met eventuele ondergeschikte doeleinden worden beschreven, er is een bebouwingsregeling opgenomen en daarnaast worden specifieke gebruiksregels en afwijkingsmogelijkheden beschreven. Binnen het plangebied is een bedrijfsperceel gelegen. In artikel 3 'Bedrijf' staat beschreven wat hiervoor de regels zijn en tot welke milieucategorie bedrijven zijn toegestaan. Er is voor dit bedrijf een zo gedetailleerd mogelijke regeling opgesteld om de bestaande situatie zo goed mogelijk op te nemen in de bestemmingsplanregeling. De opgenomen regeling is zeer specifiek toegespitst op welk type bedrijf wordt toegestaan, namelijk 'groothandel in afval en schroot' voorzover deze voorkomen in de categorieën 3.1 en 3.2 (SBI-code 5157.2/3) van de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten. Hiermee wordt de bestaande situatie ter plaatse het meest recht aangedaan. Om eventueel bij bedrijfsverplaatsing e.d. andere bedrijven op de gronden mogelijk te maken, is hiervan wel een afwijkingsmogelijkheid voor bevoegd gezag

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 19 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    opgenomen. Door de regeling op deze manier op te zetten, bestaat er ten alle tijden een afwegingskader voor bevoegd gezag ten aanzien van wat zij wenselijk acht op deze locatie, zonder het meest doelmatige gebruik van de gronden te beperken. De bouwregels voor het bedrijfsperceel staan eveneens in dit artikel beschreven. Ten aanzien van de oprichting en instandhouding van keerwanden op het perceel is een zeer specifieke regeling opgenomen, welke wordt voorgeschreven aan de hand van het overzicht dat als bijlage 2 bij de regels is gevoegd. Hoofdstuk 3: Algemene regels Dit hoofdstuk bevat regels die op het hele plangebied betrekking hebben en regelt de volgende onderwerpen: ß Antidubbeltelregel (artikel 4): met deze bepaling wordt beoogd misbruik van de

    voorschriften door middel van (privaatrechtelijke) wijzigingen in de eigendomsverhoudingen van gronden te voorkomen;

    ß Algemene bouwregels (artikel 5): in dit artikel wordt aangegeven dat de bouwverordening geen toetsingskader vormt, met uitzondering van een aantal in dit voorschrift expliciet genoemde onderwerpen. Verder is in deze bepaling aangegeven op welke manier bij het bouwen rekening gehouden dient te worden met de milieuhygiënische bodemkwaliteit;

    ß Algemene gebruiksregels (artikel 6): dit artikel geeft aan wat er in ieder geval onder verboden gebruik van gronden en opstallen ten opzichte van het bestemmingsplan wordt verstaan;

    ß Algemene afwijkingsregels (artikel 7): het gaat hierbij om een afwijkingsmogelijkheid van de in de regels gegeven maten en percentages met betrekking tot het bouwen, het oprichten van gebouwen van openbaar nut.

    Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels ß Overgangsrecht (artikel 8): bouwwerken welke op het moment van inwerkingtreding

    van het plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd blijven. Hiervan uitgezonderd is bebouwing/gebruik dat reeds in strijd is met het voorgaand vigerende bestemmingsplan;

    ß Slotregel (artikel 9): in dit artikel wordt aangegeven onder welke naam de regels van het bestemmingsplan aangehaald dienen te worden.

    De regels gaan vergezeld van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Hierin zijn de bedrijfscategorieën opgenomen welke binnen het bestemmingsplan toelaatbaar worden geacht. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' zoals uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarbij de Standaard Bedrijfsindeling (SBI-code) de milieucategorie van bepaalde bedrijven aangeeft. In het plangebied worden bedrijven toegestaan welke een milieucategorie van 3.1 en 3.2 hebben. Een hogere milieucategorie is niet toegestaan vanwege het karakter van de omgeving van de bedrijfspercelen (er zijn woondoeleinden in de nabije omgeving). Een lagere milieucategorie kan wel worden toegelaten, maar niet eerder dan nadat bevoegd gezag hiervoor een onderbouwde afweging heeft gemaakt en omgevingsvergunning heeft verleend.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 20 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    5 Economische uitvoerbaarheid

    Het onderhavige bestemmingsplan betreft gedeeltelijk een bestemmingsplan waarin de bestaande situatie wordt vastgelegd. Derhalve zijn er voor dit deel van het plangebied geen financiële consequenties ten laste van de gemeentelijke begroting te verwachten en is daarmee het plan economisch uitvoerbaar.

  • projectnr. 7967-237458 Bestemmingsplan Bedrijfslocatie Jagersweg 5 te Haelen 17 juni 2011, revisie 02 toelichting

    blad 21 van 21 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie

    6 Bestemmingsplanprocedure

    6.1 Inleiding

    Het onderhavige bestemmingsplangebied heeft in eerdere instantie deel uitgemaakt van het bestemmingsplan "Bedrijfslocaties Jagerweg te Haelen". Dit bestemmingsplan heeft de gehele procedure van voorontwerp, naar ontwerp tot vastgesteld bestemmingsplan doorlopen, inclusief de inspraak-, vooroverleg-, zienswijzen- en beroepsprocedure. In de beroepsprocedure heeft de Raad van State bij uitspraak van 17 november 2919 met zaaknummer 200908622/1/R3 het vaststellingsbesluit voor het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan vernietigd. Om toch te komen tot een passende planologische regeling voor het plangebied uit oogpunt van legalisatie op maat, is het onderhavige bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan zal, gezien de eerder doorlopen procedure in het kader van bestemmingsplan "Bedrijfslocaties Jagersweg te Haelen", de procedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure) nogmaals doorlopen. Dit houdt in dat het ontwerp bestemmingsplan voor de duur van 6 weken ter visie wordt gelegd, waarbij een ieder de gelegenheid wordt geboden zienswijzen op het plan in te dienen. Vervolgens wordt het bestemmingsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Het bestemmingsplan zal dus niet nogmaals als voorontwerp ter inzage worden gelegd, met de mogelijkheid tot het indienen van een inspraakreactie. Volledigheidshalve wordt voor een overzicht van de reeds doorlopen bestemmingsplanprocedure van bestemmingsplan "Bedrijfslocaties Jagersweg te Haelen" en de daarop ingediende reacties verwezen naar de toelichting behorende bij dat plan.

    6.2 Zienswijzen

    Pm