Bescherming van ideeën

30
Ideeën & Beeld Beschermen Hoe creaties kunnen worden voorzien van wettelijke bescherming Marina Hoogeveen 29 oktober 2010

description

 

Transcript of Bescherming van ideeën

Page 1: Bescherming van ideeën

Ideeën & Beeld

Beschermen

Hoe creaties kunnen worden voorzien van wettelijke bescherming

Marina Hoogeveen 29 oktober 2010

Page 2: Bescherming van ideeën

Voorwoord

Dit rapport is gemaakt in het kader van het studieonderdeel kennis kringen. De doelstelling

van kennis kringen is het verbreden van kennis over onderwerpen die aan de opleiding zijn

gerelateerd en betrekking hebben op het project waaraan op dat moment gewerkt wordt. In

iedere projectgroep wordt een gezamenlijk onderwerp gekozen, waarvan vervolgens

evenveel sub onderwerpen worden afgeleid als het aantal leden in de projectgroep. De sub

onderwerpen worden vervolgens verdeeld, waardoor iedereen een eigen individueel

onderwerp heeft, dat is afgeleid van het gezamenlijke onderwerp. Individueel stelt ieder zijn

eigen leervragen op over het onderwerp en doet daar vervolgens onderzoek naar.

Het eindresultaat bevat een individuele eindrapportage over het persoonlijke onderzoek en

een gezamenlijke eindrapportage over het gezamenlijke groepsonderwerp, waarvan de

inhoud wordt gepresenteerd aan de medestudenten om op deze manier de opgedane

kennis met elkaar te delen.

Het onderwerp in wat ik in dit rapport individueel heb uitgewerkt, heeft geleid tot een

verbreding van kennis over hele belangrijke factoren die nauw aansluiten bij mijn grootste

passie „creativiteit‟.

Het informatiecentrum van het Benelux Bureau voor Intellectueel Eigendom wil ik bedanken

voor de snelle, duidelijke en informatieve reactie op mijn vraag.

Yvonne Koert wil ik bedanken voor haar adviezen en kritische blik op de relevantie en inhoud

tijdens de begeleidingsuren waardoor zowel ik individueel als we in groepsverband, een

kwalitatief hoger eindproduct heb kunnen leveren.

Den Bosch, 29 oktober 2010

Marina Hoogeveen

Page 3: Bescherming van ideeën

Inhoudsopgave

1. Samenvatting

2. Inleiding

3. Ideeën beschermen

3.1 Mogelijkheden om te beschermen

3.1.1 Octrooi voor uitvindingen

3.1.2 Auteursrecht voor concepten en formats

3.1.3 Merkenrecht voor namen en slogans

3.2 Uitgewerkt of abstract

3.2.1 Uitgewerkte uitvinding

3.2.2 Uitgewerkt concept

3.3 Vastleggen van een idee

3.3.1 Voorbeeld Paardrijdspel

3.4 Bewijs door registratie of concept versies

3.4.1 Belastingdienst

3.4.2 I-DEPOT

3.4.3 Notaris

3.4.4 Commerciële instanties

3.4.5 conceptversies

3.5 Geheimhouding

3.6 Conclusie

4. Uitwerking van ideeën

4.1 Octrooi

4.2 Vereisten voor octrooibaarheid

4.2.1 Nieuwheid

4.2.2 Onderzoek

4.2.3 Uitvinderswerkzaamheid

4.2.4 Industrieel toepasbaar

4.3 Verkregen recht bij octrooi

4.3.1 Gebruik van de uitvinding

4.3.2 Commercieel en niet-commercieel gebruik

4.3.3 Bestudering van uitvinding

4.4 Auteursrecht

4.5 Vereisten voor auteursrecht

4.5.1 Werken die gebaseerd zijn op een ander werk

4.5.2 Onafhankelijk gemaakte en toch gelijkende werken

4.6 Verkregen rechten door het auteursrecht

4.6.1 Exploitatie rechten

4.6.2 Het maken van kopieën ban werk

4.6.3 Morele rechten

4.7 Conclusie

5. Fotografie en Nederlands auteursrecht

5.1 Foto‟s op internet

5.1.1 Auteursrecht op afbeeldingen

5.1.2 Citeren

5.1.3 Niet-commercieel gebruik

5.1.4 Onbekende maker

5.2 Portretrecht

5.2.1 Soorten portretrecht

5.2.2 Privacy belang

6. Conclusie

7. Bronnen

7.1 Websites

7.2 artikelen

I. Bijlage 1; Contact BBIE per e-mail

Page 4: Bescherming van ideeën

1. Samenvatting Doel De probleemstelling die in dit rapport centraal staat gaat over het deelonderwerp „ideeën en

beeld beschermen‟ wat af is geleid van het onderwerp „productontwikkeling en productbescherming‟. De hoofdvraag vormt het uitgangspunt hierbij.

“Hoe kunnen bedenkers van ideeën en eigenaren van een gevisualiseerde vorm van een beeld gebruik maken van verschillende vormen en/of mogelijkheden van regelgeving

waardoor de creaties worden voorzien van wettelijke bescherming?”

Aanpak Het antwoord op de hoofdvraag zal duidelijk worden door de hoofdstukken „ideeën beschermen‟ en „uitwerking van ideeën‟. Beide hoofdstukken hebben een eigen centrale probleemstelling die in de inleiding staat geformuleerd. In elk hoofdstuk zal een diepgang zitten door een uitgebreide omschrijving van het antwoord, waarop in de conclusie een concreet volledig antwoord wordt gegeven. De conclusies uit de probleemstelling van ieder hoofdstuk dragen een deel bij aan realisatie van de eindconclusie waarin de hoofdvraag wordt beantwoord. Resultaten De probleemstelling van het hoofdstuk „ideeën beschermen‟ is; “Hoe kun je, een idee nu beschermen tegen namaak of imitatie?” De conclusie hiervan heeft het uitgangspunt gevormd voor het daarop volgende hoofdstuk „uitwerking van ideeën‟. De probleemstelling daarbij was; “Hoe kan een abstract en vrij idee, aan de hand van een creatieve en/of een persoonlijke invulling worden ontwikkeld tot een beschermde concrete uitwerking, waarbij inbreuk op beschermd werk van een ander voorkomen wordt?”. Samen met de eerste conclusie heeft de conclusie van deze probleemstelling de centrale hoofdvraag beantwoord. Toch is er een derde hoofdstuk „fotografie en Nederlands auteursrecht‟ om aanvulling te geven over relevante aspecten met betrekking tot de bescherming van beeld. Conclusie Er bestaat geen wettelijk regime voor de bescherming van ideeën. Een idee is iets wat iedereen vrij staat en daarom is er ook geen mogelijkheid voor wettelijke bescherming van een idee. Een idee kan echt wel op verschillende manieren geregistreerd worden. Bij de registratie worden de datum van registratie en de identiteit van de bedenker vastgelegd. In het geval van een conflict kan door de registratie aangetoond worden wanneer het idee is geregistreerd en het wordt door een rechter ook als betrouwbaar gezien. Een idee kan gaan over verschillende dingen. Wanneer het idee gaat over een uitvinding kan er zodra het concreet wordt uitgewerkt een octrooi/patent op worden aangevraagd. Maar als het idee gaat over een foto, film of ander werk kan het uitgewerkt worden waardoor het vanzelf wordt voorzien van het auteursrecht. Voor het verkrijgen van dit recht is het namelijk geen registratie nodig. Door een concrete uitwerking van een idee komt het dus wel in aanmerking voor een intellectueel eigendomsrecht. Maar voor het verkrijgen van een recht zal de uitwerking moeten voldoen aan de inhoudelijke eisen die een bepaald recht stelt.

Page 5: Bescherming van ideeën

2. Inleiding Bescherming van ideeën en bescherming van beeld zijn twee geheel andere vormen van creaties, waarbij in dit rapport de nadruk zal liggen op de diepgang van beide creaties, zowel

losstaand van elkaar als voor de samenhang ervan. Met het begrip idee gaat het in dit rapport om de definities „een in de geest levende voorstelling/denkbeeld‟ en „voorstel tot verbetering‟.1 Aangezien het iedereen vrij staat ideeën te bedenken kan een idee niet worden voorzien van wettelijke bescherming. Wel kan een idee op verschillende manieren geregistreerd worden, waarbij de identiteit van de bedenker en de datum van registratie worden vastgelegd. Deze registratie biedt dan wel

geen wettelijke bescherming maar kan wel handig zijn wanneer zich een conflict voor doet. Om het idee van wettelijke bescherming te kunnen voorzien zal het geconcretiseerd moeten worden. Hiervoor zijn meerdere opties mogelijk waaraan verschillende soorten rechten zijn gerelateerd. Het begrip „beeld‟ is een erg breed begrip, waarbij in dit rapport betrekking heeft op gevisualiseerde artistieke creaties(foto‟s, afbeeldingen, schilderijen kunst, reclame, film, televisie). Deze gevisualiseerde artistieke creaties ontstaan vanuit ideeën(in de geest levende voorstelling), die vervolgens tot een „beeld‟ worden uitgewerkt (gevisualiseerd). Een beeld kan wel worden voorzien van wettelijke bescherming, indien het voldoet aan de daarvoor gestelde criteria.. De samenhang tussen bescherming van ideeën en bescherming van beeld, is dat een beeld een mogelijke vorm voor de uitwerking van een idee zou kunnen zijn, waardoor het voorzien kan worden van wettelijke bescherming. Een beeld is echter altijd een gevisualiseerd idee, tenzij er sprake is van inbreuk. Inbreuk wil zeggen dat er op een onrechtmatige of oneerlijke manier gebruik is gemaakt van het werk van een ander, dat voorzien is van wettelijke bescherming. Met andere woorden omschreven betekent het dat je identieke eigenschappen van een wettelijk beschermde creatie gebruikt of kopieert zonder daar een licentie of toestemming voor te hebben. Het belang om een creatie te voorzien van wettelijke bescherming is dus om te voorkomen dat niet bevoegden kunnen meedingen op het succes van een ander. We komen in het dagelijks leven tientallen zeer uiteenlopende zaken tegen waarop een vorm van bescherming van toepassing kan zijn. De samenstelling van een pijnstiller, een softwarepakket, een boek, een bloem, een muziekstuk, de vorm van een parfumflesje, de bouwtekening van een huis, een logo, een slagzin... Innovatie is het realiseren van nieuwe ideeën, concepten, producten, diensten of mogelijkheden. De bescherming van innovatie gebeurt via intellectueel eigendomsrechten. Bij al deze rechten gelden wel juridische eisen, vooral over de mate van uitwerking of concretisering van de innovatie Intellectueel eigendom (IE) is een verzamelnaam voor diverse wetten en verdragen welke het eigendomsrecht regelen voor uit geestelijke arbeid voortgekomen producten. Het intellectuele eigendomsrecht wordt op verschillende niveaus geregeld, namelijk middels

nationale wetgeving, Europese richtlijnen en verordening en internationale verdragen. Bij intellectueel eigendomsrecht kent een overheid bepaalde rechten toe aan de bedenker of maker. Deze rechten geven de eigenaar een uitsluitend recht op het maken of verkopen van een product, het gebruiken van een naam van een product of het verveelvoudigen van een werk. Per intellectueel eigendomsrecht verschillen de rechten en de rechthebbenden van aard, omvang en duur.

1 http://www.uitvinders.nl/voorlichting/begrippenlijst.htm

Page 6: Bescherming van ideeën

Het intellectuele eigendomsrecht wordt gesplitst in het industriële eigendomsrecht en auteursrecht en naburige rechten. Tot het industriële eigendomsrecht rekent men onder andere het merkenrecht, handelsnaamrecht, domeinnamenrecht, tekeningen- en modellenrecht, octrooirecht, databankrecht en kwekersrecht.

Probleemstelling De intellectuele eigendomsrechten die in de aankomende hoofstukken aan de orde komen zijn beperkt tot enkel octrooien, auteursrecht of merken. Waarbij de volgende centrale probleemstelling het hoofdzakelijke uitgangspunt vormt;

“Hoe kunnen bedenkers van ideeën en eigenaren van een gevisualiseerde vorm van een beeld gebruik maken van verschillende vormen en/of mogelijkheden van regelgeving

waardoor de creaties worden voorzien van wettelijke bescherming?”

Opbouw De centrale probleemstelling zal middels een logische opbouw van hoofdstukken kunnen worden beantwoord. Ieder hoofdstuk is voorzien van een inleiding, waarin het uitgangspunt wordt gevormd door de daarin geformuleerde centrale probleemstelling. De hoofdstukken zullen elk eindigen met een conclusie waarin de, in de inleiding geformuleerde probleemstelling, zal worden beantwoord voorzien van een concrete onderbouwing. Op basis van al deze conclusies, is de centrale probleemstelling, onderbouwd aan de hand van verschillend data uit het onderzoek, beantwoord in de eindconclusie van dit rapport. Relevantie Wanneer bedenkers van ideeën en eigenaren van een gevisualiseerde vorm van een beeld, op de hoogte zijn over welke vormen en/of mogelijkheden zich aanbieden met betrekking tot regelgeving, waarmee creaties kunnen worden voorzien van wettelijke bescherming, zijn zij in staat om meer alert te zijn, waardoor ze zich sneller bewust worden, van wanneer er sprake zou kunnen zijn van een eventuele inbreuk op het intellectuele eigendomsrecht.

Page 7: Bescherming van ideeën

3. Ideeën beschermen Een idee of concept beschermen is lastig. Octrooi- en auteurswetten eisen een behoorlijke

mate van uitwerking of concretisering voordat een concept beschermd kan worden. Het idee opschrijven en ergens deponeren ('vastleggen') biedt meestal maar zeer weinig bescherming. Een goed idee kan veel geld waard zijn. Een slimme verbetering voor een product, een concept voor een spel of marketingtechniek of zelfs maar een naam voor een dienst kunnen het verschil maken tussen middenmoter en marktleider. Alleen kan iedereen met zo'n idee

aan de haal. In dit hoofdstuk volgt nadere toelichting over verschillende belangrijke aspecten die betrekking hebben op de mogelijkheden om een „idee‟ te beschermen. De probleemstelling die hierbij in dit hoofdstuk centraal staat is:

“Hoe kun je, een idee nu beschermen tegen namaak of imitatie?” Een abstract idee is juridisch niet of nauwelijks te beschermen. Via intellectueel eigendomsrechten zoals octrooien, auteursrecht of merken zijn uitgewerkte ideeën vaak wel van bescherming te voorzien. Ook kan een geheimhoudingsovereenkomst soms handig zijn, zodat een idee kan worden besproken zonder dat de andere partij er zomaar mee vandoor kan gaan.

Page 8: Bescherming van ideeën

3.1. Mogelijkheden om te beschermen

Technische uitvindingen zijn via een octrooi te beschermen. Voor concepten en formats is auteursrechtelijke bescherming mogelijk. Namen kunnen via het merkrecht worden vastgelegd. 3.1.1. Octrooi voor uitvindingen Op het gebied van technologische innovatie ontstaan veel ideeën voor nieuwe producten of diensten, en voor verbeteringen aan bestaande zaken. Zulke vernieuwingen heten uitvindingen en kunnen via een octrooi worden beschermd. Voor een octrooi geldt de eis dat de uitvinding nog niet mag bestaan, en bovendien geen triviale variatie op iets dat al bestaat mag zijn. Daarnaast moet een octrooi worden

aangevraagd, wat vaak een kostbare en tijdrovende procedure is. 3.1.2. Auteursrecht voor concepten en formats In de creatieve wereld worden vaak concepten voor spellen, diensten, televisieprogramma's ("formats") of boeken ("plots") bedacht. Voor creatieve werken is in principe het auteursrecht de meest aangewezen

vorm van bescherming. Auteursrecht stelt wel als eis dat het concept voldoende is uitgewerkt. Er moeten concrete elementen aan te wijzen zijn die anderen zo kunnen toepassen. Wie hetzelfde concept of idee gebruikt, maar zijn eigen invulling geeft, pleegt geen inbreuk op het auteursrecht. Zolang er geen concrete

elementen van de uitwerking worden overgenomen, wordt alleen het abstracte idee of concept gebruikt, en dat mag. 3.1.3. Merkrecht voor namen en slogans Het merkenrecht geldt pas na depot (registratie) van het merk. Zomaar een naam bedenken levert dus nog geen bescherming op. En ook het depot is nog niet genoeg. Een merk moet ook gebruikt worden voor bepaalde producten of diensten. Alleen maar vastleggen is nog geen gebruik, en na enige tijd vervalt het merkrecht als de merkhouder het zelf niet gebruikt. Verder geldt het merkrecht alleen voor namen, logo's, kreten en slogans die een product of dienst kunnen onderscheiden van concurrerende producten of diensten. De titel van een boek is dus niet als merk te beschermen. De titel van een boeken- of televisieserie weer wel. En een woord dat precies aanduidt om wat voor product het gaat, is nooit te beschermen. Degene die melk als eerste "melk" noemde, had dat niet via een merk kunnen vastleggen.

Page 9: Bescherming van ideeën

3.2. Uitgewerkt of abstract Een abstract idee is niet beschermd. Pas bij voldoende uitwerking is bescherming via octrooi, auteursrecht of merk mogelijk. Zoals uit het bovenstaande blijkt, ontstaat de mogelijkheid van bescherming meestal pas als het idee voldoende is uitgewerkt. Een basisregel uit het recht is namelijk dat abstracte ideeën vrij zijn en door iedereen op zijn of haar eigen manier mogen worden toegepast en uitgewerkt. Wat beschermd kan worden, is iemands eigen concrete uitwerking. 3.2.1. Uitgewerkte uitvinding Bij een technische uitvinding is het niet genoeg om te zeggen "een auto die op maar één

wiel kan rijden". Een octrooi wordt pas verleend als de uitvinder kan uitleggen hoe je zo'n auto bouwt. Dat octrooi beschermt dan een auto die op die manier werkt. Niet het idee van een auto op één wiel als zodanig. 3.2.2. Uitgewerkt concept Een format of concept is pas beschermd als het concreet vastgelegd is. Een concept van de vorm "een spelletje waarbij mensen woorden van vijf letters moeten raden" is niet te

beschermen. Een tekst van 10 pagina's die de spelregels, de manier van tonen van die vijfletterwoorden en hints over ontbrekende letters en misschien ook de aankleding van het decor vastlegt, is auteursrechtelijk beschermd. Iemand die die 10 pagina's gebruikt voor zijn spel, pleegt daarmee inbreuk. Iemand die zijn eigen invulling geeft aan spelregels en alle andere zaken, doet dat niet.

3.3. Vastleggen van een idee Het vastleggen, deponeren of registreren van een idee geeft op zichzelf geen juridische bescherming. Het bewijst alleen dat die tekst, afbeelding of wat dan ook bestond op de datum van vastlegging. Een octrooi of merk moet worden aangevraagd, en na verlening of toekenning is er dan een juridisch document dat vastlegt welke uitvinding of welke naam door wie beschermd is. Bij

auteursrecht bestaat er geen procedure voor aanvragen of vastleggen. Het maken van een werk is genoeg om het te beschermen. Een probleem is dan vaak wie als eerste een bepaald werk maakte. Zeker bij concepten en formats is er de kans dat twee mensen ongeveer hetzelfde concept uitwerken, en dan bij gelijkende uitwerkingen terechtkomen. Registratie van een werk kan dan handig zijn, omdat de datums van de uitwerkingen als bewijs gebruikt kunnen worden bij ruzie over wie de

eigenaar is. Dit is echter niet de enige manier; ook met bijvoorbeeld kladversies of getuigen kan dat bewijs worden geleverd. Dat wil echter niet zeggen dat registratie of vastleggen van een tekst met een idee er in automatisch auteursrechtelijke bescherming oplevert. De tekst moet nog steeds concreet genoeg zijn om bescherming te hebben. Dit kwam bijvoorbeeld aan de orde in een zaak over een paardrijdspel. (zie .3.1.) Bovendien moet de maker van het werk wel kunnen bewijzen dat de andere partij het werk heeft ontleend aan zijn beschrijving. Wie de tekst vastlegt door een akte bij de notaris, en zijn exemplaar zorgvuldig in de kluis houdt, kan niet optreden tegen iemand die hetzelfde concept gebruikt. Hoe kan die iemand tenslotte het idee van hem afgekeken hebben als het in de kluis ligt?

Page 10: Bescherming van ideeën

3.3.1. Voorbeeld paardrijdspel DEPOT van idee bij notaris – wat heb je eraan? 5 augustus 2007, 14:44 | innovatie, internetrecht Hoe bescherm je een idee? Een veelgehoorde suggestie is dat je het idee moet opschrijven

en bij de notaris moet deponeren. Daarmee kun je dan bewijzen dat jij het idee als eerste had, zodat je anderen kunt aanpakken die “je idee stelen”. Inderdaad heb je dan bewijs met een datum, maar daarmee heb je nog helemaal geen recht! Dat ondervonden ook de gedaagden in een recent kort geding over het idee van een paardrijdspel (”voor meisjes”). Dat spel zou een “first-person” spel moeten worden, waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving. Dat idee bleek niet nieuw. Bovendien: Voor zover gedaagden met hun beroep op de inbewaringgeving van ideeën bij notaris [(naam notaris)] hebben betoogd dat de reeds gedeponeerde ideeën auteursrechtelijk zijn beschermd, faalt dat verweer. Slechts wanneer een idee is uitgewerkt in een concrete uiting kan het bescherming als werk in de zin van de Auteurswet genieten (vgl. HR 29 december 1995, NJ 1996, 546 (Decaux/Mediamax; Stadsmeubilair)). De overgelegde kopie van het document dat [gedaagde 2] op 9 januari 2004 bij de notaris heeft gedeponeerd, bevat wel het idee voor een spel waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving - er wordt de vergelijking met een flight simulator gemaakt - maar dat idee wordt in het document niet, althans onvoldoende, geconcretiseerd. Er wordt niet gedetailleerd beschreven hoe het spel eruit moet komen te zien. Daardoor is het document geen werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt (vgl. HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Van Dale/Romme)). Dit geldt te meer omdat gedaagden niet de stelling van eisers hebben weersproken dat er al realistische “first person” computer paardrijdspellen op de markt waren voordat [gedaagde 2] haar ideeën heeft gedeponeerd. Een idee beschermen kan niet. Een volledig uitgewerkt idee wordt beschermd door het auteursrecht. Iemand die die uitwerking leest en er mee aan de haal gaat, pleegt inbreuk en kan daarmee worden aangepakt. Maar je moet dan wel bewijzen dat die iemand het idee van jouw uitwerking heeft gekregen. Arnoud2

2 http://blog.iusmentis.com/2007/08/05/depot-van-idee-bij-notaris-wat-heb-je-er-aan/

Page 11: Bescherming van ideeën

3.4. Bewijs door registratie of conceptversies 3.4.1. De belastingdienst De Belastingdienst kan documenten registreren in een zogeheten onderhandse akte. Hierbij worden een aantal gegevens van het document geregistreerd en voorzien van een datum. Dit is de datum waarop de Belastingdienst het document onder ogen kreeg. Het moet wel een schriftelijk stuk zijn: CD-ROMs en andere elektronische gegevens kunnen niet worden geregistreerd. Als bewijs van registratie wordt op de geregistreerde akte een sticker bevestigd. Op de sticker staan onder andere de plaats en datum van registratie, een registratie- en volgnummer en

een handtekening namens de inspecteur van het belastingkantoor. Deze registratie is gratis. 3.4.2. i-DEPOT Op het moment dat een idee ontstaat, kan de bedenker ervan het idee dus nog niet beschermen. Er bestaat namelijk geen wettelijk regime voor de bescherming van ideeën. Een mogelijkheid om toch proberen te voorkomen dat een ander, op een onrechtmatige manier, met het idee vandoor gaat kan het echter wel handig zijn om het idee al in een vroeg

stadium van het innovatieproces vast te leggen. Het idee kan worden vastgelegd bij het Benelux Bureau voor Intellectueel eigendomsrecht (BBIE) door een i-DEPOT in te dienen. Het i-DEPOT is in geval van een conflict een 100% betrouwbaar hulpmiddel wanneer bewezen moet worden dat een bepaald idee op een bepaalde dag al bestond. Bij het indienen van een i-DEPOT registreert het BBIE de identiteit van de bedenker en de datum waarop het idee is ingediend. De bedenker krijgt een bewijs van een officiële instantie die de echtheid van het i-DEPOT garandeert. Het BBIE houdt zowel de inhoud van het i-DEPOT als het feit dat er een

i-DEPOT is ingediend geheim. Dit bewijsmiddel is zeer waardevol en bijzonder nuttig in tal van situaties, met name wanneer intellectuele-eigendomsrechten in het geding zijn, zoals het auteursrecht, het tekeningen- en modellenrecht of het octrooirecht, maar ook wanneer er sprake is van oneerlijke concurrentie. Het zoeken van wettelijke bescherming na een i-DEPOT te hebben ingediend blijft noodzakelijk aangezien het i-DEPOT geen zelfstandig intellectueel eigendomsrecht creëert. De standaard bewaartermijn van een i-DEPOT is vijf jaar. Korte tijd voor het verstrijken van die periode ontvangt „de bedenker‟ die het i-DEPOT heeft ingediend een bericht waarmee hij de bewaartermijn van het i-DEPOT met vijf jaar kan verlengen. Dit kan steeds weer opnieuw gedaan worden, zo vaak als nodig. De mogelijkheid om het i-DEPOT ongelimiteerd te verlengen, biedt „de bedenker van een idee‟ de rust en de ruimte om het idee op een zelfgekozen moment verder uit te werken. Bewijsproblemen zijn in de praktijk zeer frustrerend voor de rechtssubjecten die ermee af te rekenen krijgen. Het i-DEPOT dat in veel gevallen, én op een snelle, eenvoudige en goedkope manier, toelaat een later bewijsprobleem uit te sluiten, staat dan ook synoniem voor “een zorg minder”.3 3.4.3. De notaris De notaris kan een document dateren middels een datumstempel ("voor gezien"). Ook kan de notaris een zogeheten authentieke akte opstellen waarmee de inhoud van het document wordt vastgelegd. Een notariële akte laten opstellen is vaak relatief duur, maar een authentieke akte heeft wel extra bewijskracht: wat de notaris daarin zegt, wordt geacht waar te zijn (art. 157 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Er kan dan geen dispuut meer zijn over de inhoud van het document, tenzij de partij die het aanvecht met keihard bewijs komt dat het document niet klopt.

3 http://www.boip.int/nl/pdf/regulations/iDEPOT_BrigitteDauwe.pdf

Page 12: Bescherming van ideeën

4.3.4. Commerciële instanties Naast de bovengenoemde onafhankelijke instanties zijn er ook bedrijven die registratie- of dateringsdiensten aanbieden. Natuurlijk kan ook een commerciële instantie een datumstempel plaatsen, en zo'n datering kan prima als bewijs dienen. Sommige van dergelijke bedrijven pretenderen echter dat hun registratie als "bewijs van eigendom" dient.

Dat is niet zo. Iedereen kan elk document laten dateren. Dit zegt niets over wie de auteursrechthebbende of de maker is. 4.3.5. Conceptversies Een andere manier om te bewijzen dat je de maker bent, is de originelen en eerdere conceptversies (drafts) te overleggen. Alleen de maker heeft die immers. Fotografen kunnen hun negatieven of de digitale RAW-bestanden bewaren; de tegenpartij met alleen een verkleinde JPEG-afbeelding kan daar niet tegenop. Tekstschrijvers kunnen hun kladversies laten zien. Wie een origineel heeft met een datumstempel, komt ook een heel eind bij disputen over latere of bewerkte versies. Immers, in die bewerkte versie is meteen te zien dat deze van het origineel komt. En als van dat origineel de eigendom is bewezen, geldt dat ook voor deze afgeleide versies.

Page 13: Bescherming van ideeën

3.5. Geheimhouding Via een geheimhoudingsovereenkomst (non-disclosure agreement of NDA in het Engels) kunnen partijen afspreken dat zij bepaalde zaken geheim zullen houden. Met zo'n overeenkomst kan een idee dus onder geheimhouding worden gedeeld. Niemand is echter verplicht een NDA te tekenen. Er is geen juridische plicht om iets geheim te houden, behalve bij staatsgeheimen. Om te zorgen dat de ontvanger van een idee of concept dit geheim zal houden, moet de bedenker dus speciale maatregelen nemen. De meest voorkomende manier is de

geheimhoudingsovereenkomst, in het Engels non-disclosure agreement of afgekort NDA geheten. In een NDA wordt vastgelegd dat de ontvangende partij belooft geheim te houden wat de bedenkende partij bedacht heeft, op straffe van een boete als hij de geheimhouding schendt.

Een NDA opstellen is geen triviale zaak. De ontvangende partij wil graag duidelijkheid over hoe ver zijn verplichting geldt, tot wanneer hij het geheim moet houden en wat hij intern met de informatie mag doen. Mag hij het ter evaluatie aan zijn onderzoeks- en ontwikkelafdeling geven, bijvoorbeeld? En hoe zit het als de ontvanger er achter komt dat hij het idee al eerder zelf had bedacht, of dat het idee allang op internet stond? De bewijslast over schending van een geheimhoudingsovereenkomst ligt bij degene die de

geheime informatie gaf. Hij zal moeten aantonen dat de gebruiker van de informatie deze onterecht heeft gepubliceerd of op de verkeerde manier heeft gebruikt. De gebruiker kan met tegenbewijs komen dat de informatie allang publiek was, of dat zijn R&D-afdeling toevallig hetzelfde idee onafhankelijk heeft bedacht. Om problemen te vermijden, weigeren veel bedrijven een NDA te tekenen wanneer ze een idee, concept of uitvinding aangeboden krijgen. Sommigen eisen zelfs een "niet-

geheimhoudingsovereenkomst": een overeenkomst waarin wordt afgesproken dat wat partijen elkaar vertellen, absoluut niet geheim is en dus door beiden onbeperkt mag worden gebruikt zonder claims achteraf.

Page 14: Bescherming van ideeën

3.6. Conclusie Er bestaat geen wettelijk regime voor de bescherming van ideeën. Abstracte ideeën kunnen niet worden voorzien van wettelijke bescherming aangezien het voor iedereen vrij is om het idee op een eigen manier toe te passen of uit te werken. Op basis van deze gegevens is in de inleiding de volgende probleemstelling geformuleerd;

“Hoe kun je, een idee nu beschermen tegen namaak of imitatie?” Door na aanleiding van, via verschillende bronnen onderzoek te hebben gedaan, heb ik een erg omvangrijk en uitgebreid antwoord op de centrale probleemstelling van dit hoofdstuk kunnen verwoorden. Naast de conclusie die ik daaruit heb kunnen trekken heb ik ook mijn

persoonlijke mening kunnen onderbouwen, wat het volgende antwoord op de centrale probleemstelling heeft opgeleverd; Doordat je een idee niet kunt voorzien van wettelijke bescherming, zal er gekeken moeten worden naar andere mogelijkheden die dit met zich mee brengt om namaak en/of imitatie te voorkomen. Verschillende ideeën kunnen tot verschillende eindproducten worden uitgewerkt. Dat betekent wanneer een betreffende uitwerking daadwerkelijk gerealiseerd

kan worden, deze betrekking heeft op een van de vormen van het intellectueel eigendomsrecht. Wanneer een idee namelijk een technische uitvinding betreft, kan er na en volledige en concrete omschrijving, op basis van de daarvoor gestelde criteria, een mogelijk octrooi worden aangevraagd. Voor creatieve werken is in principe het auteursrecht de meest aangewezen vorm van bescherming. Auteursrecht stelt wel als eis dat het concept voldoende is uitgewerkt.

Als het gaat om een idee over een merknaam of slogan, valt dit onder het merkenrecht. Het merkenrecht geldt pas na depot (registratie) van het merk. Zomaar een naam bedenken levert dus nog geen bescherming op. En ook het depot is nog niet genoeg. Een merk moet ook gebruikt worden voor bepaalde producten of diensten. Alleen maar vastleggen is nog geen gebruik, en na enige tijd vervalt het merkrecht als de merkhouder het zelf niet gebruikt. Om een idee te kunnen beschermen, tegen namaak of imitatie is de eerste voorwaarde dat je op de hoogte bent over het intellectueel eigendomsrecht dat hierbij hoort. Het vastleggen, deponeren of registreren van een idee geeft op zichzelf geen juridische bescherming. Het bewijst alleen dat die tekst, afbeelding of wat dan ook bestond op de datum van vastlegging. Een probleem is vaak wie als eerste een bepaald werk maakte. Registratie van een werk kan dan handig zijn, omdat de datums van de uitwerkingen als bewijs gebruikt kunnen worden bij ruzie over wie de eigenaar is. Dit is echter niet de enige manier; ook met bijvoorbeeld kladversies of getuigen kan dat bewijs worden geleverd. Hieruit blijk dar het vastleggen van een idee geen juridische bescherming biedt tegen namaak of imitatie, maar wel een handig hulpmiddel kan zijn. Dus met betrekking tot de probleemstelling vormt het registreren, vastleggen of deponeren wel een mogelijkheid voor een bepaalde vorm van bescherming aangezien de datum van creatie kan aantonen wanneer een idee en door wie is bedacht. (De probleemstelling omvat namelijk geen aanduiding dat het over juridische bescherming moet gaan) De derde en laatste mogelijke vorm voor de bescherming van een idee tegen namaak of imitatie dat in dit rapport is onderzocht heeft betrekking op een geheimhoudingsovereenkomst (non-disclosure agreement of NDA in het Engels). Op deze manier kunnen partijen afspreken dat zij bepaalde zaken geheim zullen houden. Met zo'n overeenkomst kan een idee dus onder geheimhouding worden gedeeld.

Page 15: Bescherming van ideeën

4. Uitwerking van ideeën

Ideeën zijn vrij, maar andermans uitwerking mag je niet zomaar gebruiken. Waar de grens tussen die twee ligt, is heel moeilijk te zeggen. Het hangt af van in hoeverre er sprake is van een eigen uitwerking van bestaande feiten, techniek en modes of stijlen. De centrale probleemstelling die het uitgangspunt van dit hoofdstuk vormt is;

“Hoe kan een abstract en vrij idee, aan de hand van een creatieve en/of een persoonlijke invulling worden ontwikkeld tot een beschermde concrete uitwerking, waarbij inbreuk op

beschermd werk van een ander voorkomen wordt?”

Iedereen mag op zijn eigen manier invulling geven aan een idee, concept, thema of stijl. Wat niet mag is andermans concrete uitwerking daarvan overnemen. Deze uitwerking is beschermd door het auteursrecht, aangenomen dat er sprake is van een creatieve, persoonlijke uitwerking. Wat door technische of andere randvoorwaarden wordt voorgeschreven, is niet beschermd. De probleemstelling zal aan het eind van dit hoofdstuk beantwoordt worden in de conclusie, waaraan vooraf gaand een logische opbouw van de hoofdstukken een structurele leidraad hebben gevormd.

Page 16: Bescherming van ideeën

4.1. Octrooi Een octrooi (patent) is het exclusieve recht om een uitvinding te mogen maken, gebruiken of verkopen. Octrooien zijn een krachtige juridische remedie tegen imitatie van uitvindingen. Alleen nieuwe en inventieve uitvindingen kunnen worden geoctrooieerd. Wanneer het idee dus gaat over een uitvinding, kan er na de uitwerking een octrooi op worden aangevraagd. Een octrooi (ook wel patent geheten) is een tijdelijk monopolie, verstrekt door de overheid, op iets gemaakt door een uitvinder. In het Nederlands beschermt een octrooi een uitvinding. Een octrooi geeft de houder gedurende twintig jaar het recht om iedereen te verbieden de

geoctrooieerde uitvinding toe te passen. Wanneer een uitvinding in een acceptabel vakgebied gedaan is, dan moet hij voldoen aan een aantal inhoudelijke eisen alvorens een octrooi verleend wordt. Er zijn drie belangrijke eisen: de uitvinding moet nieuw zijn, de uitvinding moet berusten op uitvinderswerkzaamheid, en de uitvinding moet industrieel toepasbaar zijn. Bij het bepalen van de nieuwheid en de inventiviteit van uitvinding wordt alleen gekeken naar informatie die

beschikbaar was voor de dag van indiening van de aanvraag (of de prioriteitsaanvraag, als die er is). Deze informatie heet de "stand der techniek" of ook wel "de prior art".

4.2. Vereisten voor octrooibaarheid 4.2.1. Nieuwheid De eerste eis aan een uitvinding is dat deze absoluut nieuw is. Dat wil zeggen, de uitvinding

mag niet voor het publiek beschikbaar zijn geweest voor de indieningsdatum van de octrooiaanvraag, en mag ook niet beschreven zijn in enige publicatie van voor die datum. De eis van nieuwheid is streng: de hele uitvinding moet beschreven zijn in een enkel document, anders is de uitvinding nieuw. Het klassieke voorbeeld is een uitvinding waarin iets met behulp van een spijker aan de muur verbonden is, en de stand der techniek beschrijft precies dezelfde uitvinding, alleen wordt dan gebruik gemaakt van een schroef. De

uitvinding is dan nieuw ten opzichte van de stand der techniek, hoe triviaal het ook moge zijn om spijkers in plaats van schroeven te gebruiken. 4.2.2. Onderzoek Op het moment dat de bedenker een idee over een uitvinding dus verder wil gaan ontwikkelen zullen er antwoorden gevonden moeten worden op verschillende belangrijke vragen zoals;

Is het idee nieuw? Hoe kan er geld verdiend worden met het idee? Hoe kan het idee beschermd worden? Wat zijn de kosten van een octrooi? Wie kan hierbij behulpzaam zijn?

Indien al deze vragen zijn beantwoord kan de volgende stap gezet worden van het innovatieproces dat wordt doorlopen. Het is vooral erg van belang om te weten of een idee, in het verleden niet al eerder door een ander is bedacht. Om dit uit te zoeken is de octrooiliteratuur een erg belangrijke bron. De octrooiliteratuur is een verzameling van octrooidocumenten die al eerder is aangevraagd en gepubliceerd. Octrooien bekijken van anderen kunnen een bron van inspiratie zijn en daarnaast kan het voorkomen dat het wiel voor de tweede keer uitgevonden wordt.

Page 17: Bescherming van ideeën

Voor de ontwikkeling van een geweldig idee is het ook van belang om te weten of het idee niet al eerder is bedacht. Wanneer het idee namelijk nog niet eerder is bedacht kan er mogelijk octrooi op aangevraagd worden. Met een octrooi verkrijgt de bedenker het alleenrecht om het product te verkopen. Maar een octrooi is dus alleen zinvol als het idee dus al eerder is bedacht, door een ander.

Om erachter te komen of een idee nieuw is, moet er onderzoek naar worden gedaan. Relevante bronnen voor dit onderzoek zijn;

De octrooiliteratuur. In de octrooiliteratuur staan ongeveer zestig miljoen octrooien geregistreerd. Indien dat uit het zoeken in de octrooiliteratuur blijkt dan een ander, eerder hetzelfde idee had dan heeft het weinig zin om geld te investeren in het idee. Op het moment dat het idee dus al eerder is bedacht kan dit nogal teleurstellend zijn, maar vaak is de octrooiliteratuur voor velen een mogelijke inspiratiebron, zoeken in de octrooiliteratuur levert vaak veel inspiratie en informatie op. Indien begeleiding in de zoektocht hierbij gewenst is kan er gebruik worden gemaakt van een vragenformulier dat op de website van het octrooicentrum wordt aangeboden.

Het Internet is ook een mogelijke bron om uit te zoeken of een idee als eerder is bedacht door een ander. Via diverse zoekpagina‟s zoals die van Google kan er gezocht worden naar soortgelijke ideeën. Door het gebruik van google of andere zoekpagina‟s te gebruiken om naar een soortgelijk idee te zoeken kan ook erg inspirerend zijn.

De directe leefomgeving kan ook een bron om te onderzoeken of het idee nog niet eerder is bedacht. Door in deze omgeving de vraag te stellen aan bekenden (familie leden, vrienden, kennissen, buurtbewoners enz.) of dat zij al wel eens eerder zoiets hebben waargenomen. Het onderzoeken binnen de indirecte omgeving is een ideale bron voor het onderzoek. Echter is het niet verstandig om te veel technische specificaties prijs te geven over het idee. In het geval dat het idee daadwerkelijk voor het eerst is bedacht, is er tijdens het moment van het onderzoek nog geen sprake van het octrooirecht. Dat houdt in dat iedereen dan een octrooi kan aanvragen voor dat idee.

Winkels zijn ook een relevante bron voor het onderzoek. Door ervoor te zorgen dat goed op de hoogte te zijn over het aanbod van winkels, en niet te vergeten de online winkels, kan beoordeeld worden wat de relevantie is van het idee. Indien een soortgelijk idee al verkocht word in winkels, zal het niet meer relevant zijn om het idee te ontwikkelen. Hoewel er hierbij altijd uitzonderingen kunnen zijn. Maar stel er kan geconcludeerd worden dat een soortgelijk product nog niet op de markt wordt aangeboden kan dit een goede motivatie zijn om het onderzoek voort te zetten.

Op vakbeurzen wordt het nieuwste van het nieuwste gepresenteerd. Het zou mogelijk kunnen zijn dat een al doorontwikkeld product erg veel lijkt op het eigen idee.

In de vakliteratuur staat het nieuwste op technisch vakgebied beschreven. 4.2.3. Uitvinderswerkzaamheid Zelfs wanneer een uitvinding strikt gesproken nieuw blijkt te zijn, dan betekent dat niet automatisch dat hij octrooi eerbaar is. Als de uitvinding voor de vakman voor de hand ligt, dan zal de aanvraag alsnog geweigerd worden. De term "voor de hand liggen" is een juridische vakterm, en wordt niet noodzakelijkerwijs in dezelfde betekenis gebruikt als die uit het woordenboek. De bepaling of iets voor de vakman voor de hand ligt verschilt ook nog eens van land tot land. Het Europees Octrooibureau hanteert een striktere interpretatie van deze eis, en gebruikt de term "inventieve bijdrage" ("inventive step") om dit duidelijk te maken. Een uitvinding is inventief als het een oplossing biedt voor een probleem in de techniek, welke oplossing niet voor de vakman voor de hand lag. Als een dergelijk probleem niet kan worden gevonden, dan is de uitvinding niet inventief, ook als de combinatie van maatregelen niet voor de hand lag.

Page 18: Bescherming van ideeën

4.2.4. Industrieel toepasbaar De derde eis voor octrooibescherming, namelijk dat de uitvinding industrieel toepasbaar moet zijn, is voornamelijk bedoeld om onderscheid te maken tussen esthetische en wetenschappelijke uitvindingen. De term "industrie" moet breed worden uitgelegd, de

landbouw valt er ook onder. Werkwijzen voor medische of therapeutische behandeling van het menselijk of dierlijk lichaam, zoals chirurgische ingrepen, vallen er echter niet onder. Perpetuum mobiles voldoen per definitie ook niet aan deze eis.

4.3 Verkregen recht bij octrooi 4.3.1. Gebruik van de uitvinding Een octrooi geeft zijn houder het recht om anderen te verbieden de uitvinding te gebruiken. Formeel gesproken heeft hij daarmee niet automatisch het recht om de uitvinding zelf toe te passen. Er kunnen immers andere octrooien zijn waarop noodzakelijkerwijs inbreuk wordt gemaakt bij het toepassen van de uitvinding. Om een auto te bouwen heb je bijvoorbeeld een motor, een transmissie en wielen nodig. Al deze onderdelen kunnen door een of meer octrooien beschermd zijn, en die octrooien hoeven niet noodzakelijkerwijs in het bezit te zijn van een en dezelfde persoon. Dit betekent dat geen van hen een auto kan bouwen zonder

toestemming te hebben van de anderen. Echter, zij kunnen onafhankelijk van elkaar derden verbieden auto's te bouwen. De rechten die de octrooihouder krijgt zijn meestal erg ruim geformuleerd 4.3.2. Commercieel en niet-commercieel gebruik In de meeste Europese landen zijn de rechten beperkt tot commercieel gebruik van de

uitvinding. Een privé persoon die de uitvinding thuis voor zijn eigen gebruik toepast of

namaakt, kan onmogelijk inbreuk maken op een octrooi. De reden hier achter is dat een dergelijk gebruik de octrooihouder niet kan schaden.

4.3.3. Bestudering van de uitvinding Het is altijd toegestaan om een geoctrooieerde uitvinding te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Dergelijk onderzoek kan nieuw inzicht verschaffen omtrent het gebruik van de uitvinding, of over mogelijke alternatieven voor het geoctrooieerde. Ook kunnen er verbeteringen worden gevonden, die mogelijk zelfs op zichzelf voor octrooi in aanmerking komen. Het onderzoek kan ook gebruikt worden om een manier te vinden om het octrooi heen te werken. Natuurlijk moet het onderzoek niet een verkapte vorm van commerciële exploitatie zijn.

Page 19: Bescherming van ideeën

4.3. Auteursrecht Auteursrecht (copyright) is de bekendste vorm van intellectueel eigendom. Auteursrecht geldt voor alle werken waarin de auteur originaliteit en zijn eigen stempel heeft aangebracht. Een werk is auteursrechtelijk beschermd als het een werk van wetenschap, letterkunde of kunst is. Dit is een zeer brede definitie. In de praktijk zijn zowat alle producten van creatieve en originele geestelijke arbeid auteursrechtelijk beschermd. Het auteursrecht beschermt overigens alleen de expressie van een idee, niet het idee zelf. Vrijwel elk werk, elektronisch of niet, is beschermd door het auteursrecht. Wel kent het auteursrecht uitzonderingen: zo is citeren of het maken van een parodie4 toegestaan. Veel voorkomend is de kopie voor strikt eigen gebruik (thuiskopie). Deze mag

altijd worden gemaakt, ook bij downloaden uit illegale bron. er uitzonderingen voor bijvoorbeeld citeren of een kopie voor strikt eigen gebruik. Er is geen aanvraagprocedure, zoals bij een octrooi (patent) of een merk, om auteursrecht aan te vragen of te registreren. Er is geen officiële instantie voor aanmelden, registreren of depot van auteursrecht. Ook een copyright notice is niet nodig. Een uitgebreidere introductie is Auteursrecht op Internet. Het is dus makkelijk om een auteursrecht te krijgen,

maar het is zo wel lastig om later te bewijzen dat je de maker bent van een werk. Disputen over auteursrecht gaan echter meestal over of er een geldige licentie is, dan wel of wat de tegenpartij deed, überhaupt inbreuk is en niet bijvoorbeeld valt onder het citaatrecht. Of men stelt dat het inbreukmakende werk zelf gemaakt is en niet gekopieerd is van het werk van de eiser. Bij al die vragen is het irrelevant wie de maker is van het werk van de eiser.

De auteurswet zegt dat wiens naam bij de publicatie staat, vermoed wordt de maker er van te zijn. Dat is in de meeste gevallen voldoende. Pas wanneer beide partijen claimen de maker te zijn, is er bewijs nodig. Dat bewijs wordt meestal geleverd in de vorm van een gedateerde versie van het werk. Wie immers de oudste versie van een werk heeft, moet daar wel de maker van zijn. Hoe kon hij er anders aan komen? Het is niet toegestaan om een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken of te verspreiden zonder toestemming (licentie) van de auteur. Dit speelt met name bij file sharing. Auteursrecht op Internet levert ook vele andere problemen op. De lengte of artistieke waarde van het werk is niet relevant. Ook een saai boek of een simpele tekening door een kleuter is auteursrechtelijk beschermd. Een slagzin kan ook auteursrechtelijk beschermd zijn, maar dan moet deze wel bijzonder origineel zijn. Een werk moet origineel zijn om voor bescherming in aanmerking te komen. Deze eis betekent echter niet meer dan dat het werk niet overgenomen mag zijn van een ander werk. Het werk mag best lijken op een ander werk, bijvoorbeeld omdat het in dezelfde stijl is geschreven. Zolang een werk onafhankelijk van dat andere werk tot stand is gekomen (er is dus niks ontleend) is het origineel

4

http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http://www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen.php%3Fverslag_id%3D15757

Page 20: Bescherming van ideeën

4.2. Vereisten voor auteursrechtelijke bescherming Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk origineel zijn. Dit betekent dat de maker het werk onafhankelijk van andere werken moet hebben gemaakt, en dat er enige creativiteit nodig was voor de schepping. Een afgeleid werk is gedeeltelijk gebaseerd op een ander werk, maar komt wel zelfstandig voor auteursrecht in aanmerking. Als een auteur zijn persoonlijke smaak gebruikt om te beslissen welke feiten hij op papier zet, dan heeft hij wel een origineel werk geschapen. 4.2.1. Werken die gebaseerd zijn op een ander werk Een werk kan geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op een ander werk. In juridische termen heet het dan een afgeleid werk of ook wel een "verveelvoudiging in gewijzigde vorm". Of het

dan zelfstandig beschermd is door het auteursrecht, en of het dan inbreuk maakt op het auteursrecht van het andere werk, hangt af van de hoeveelheid van het andere werk die is overgenomen. Een parodie van een werk bevat bijvoorbeeld vaak elementen van het origineel in combinatie met nieuwe elementen. Samen produceren deze een komisch effect. Alhoewel een parodie gebaseerd is op een ander werk, is er in het algemeen de nodige creativiteit

nodig om het komisch effect te bewerkstelligen. Daarmee is de parodie zelfstandig beschermd. Zijn er in de parodie echter hele stukken tekst letterlijk overgenomen uit het origineel, dan maakt de parodie tegelijkertijd inbreuk op het auteursrecht op het origineel. 4.2.2. Onafhankelijk gemaakte en toch gelijkende werken Origineel betekent niet dat er nog nooit zoiets gemaakt was, of dat het in geen enkel aspect mag lijken op een ander werk. Het is zonder meer mogelijk dat twee mensen van elkaar

artikelen schrijven over dezelfde gebeurtenis. Deze twee artikelen zullen dan de nodige overeenkomsten vertonen, bijvoorbeeld in de genoemde feiten, in de opzet van de bespreking, in de omschrijving van bepaalde activiteiten of zelfs in de woordkeuze. Zolang de auteurs echter hun artikelen maar onafhankelijk van elkaar schrijven, krijgen zij beiden auteursrechtelijke bescherming. Het kan gebeuren, alhoewel dit niet vaak zal voorkomen, dat twee mensen onafhankelijk van elkaar hetzelfde werk maken. Een mogelijke situatie is fotografie. Als twee fotografen vanuit hetzelfde standpunt kiezen voor dezelfde belichtingstijd, en met dezelfde lens fotograferen, dan zullen de foto's vrijwel niet van elkaar te onderscheiden zijn. In dat geval hebben beide fotografen het auteursrecht op hun respectieve foto's. In de meeste gevallen zal een dergelijke situatie echter leiden tot een rechtszaak waarin de ene partij de andere ervan beschuldigt zijn werk gestolen te hebben. De rechtbank moet dan beslissen of de vermeend inbreukmaker inderdaad zijn werk heeft gebaseerd op het werk van de ander, of dat hij onafhankelijk op hetzelfde idee is gekomen. Om dergelijke conflicten te vermijden is het aan te raden om een archief bij te houden van werken die je maakt, en alle schetsen, kladversies enzovoorts die tijdens het scheppingsproces ontstonden. Door het tonen van dergelijke schetsen aan de rechter, kun je aannemelijk maken dat je het werk inderdaad onafhankelijk hebt gemaakt en niet hebt overgenomen van een ander. Registreren van auteursrecht, waarvan de mogelijkheden beschreven staan in het vorige hoofdstuk(3.4. bewijs door registratie of conceptversies), kan daarbij een nuttig hulpmiddel zijn.

4.3. Verkregen rechten door het auteursrecht Alhoewel de Engelse naam "copyright" impliceert dat de rechten beperkt zijn tot het recht om kopieën te maken van het werk, is de omvang van de auteursrechten veel breder. Als een maker auteursrecht heeft op een werk, dan kan hij niet alleen bijna alle vormen van

Page 21: Bescherming van ideeën

exploitatie5 controleren, maar hij kan ook zijn zogeheten morele rechten op het werk uitoefenen. De scope6 van zijn exploitatierechten kan worden beperkt wanneer hij exemplaren van zijn werk verkoopt. Dit heet uitputting. Voor werken zoals foto's of films moet de auteur rekening

houden met portretrechten van de personen die worden geportretteerd in de foto of film. 4.3.1. Exploitatierechten Het doel van de meeste auteurswetten is om de auteur in de positie te plaatsen waarin hij kan beslissen hoe, waar en wanneer hij de werken kan exploiteren die hij heeft gemaakt. Exploitatie kan diverse vormen aannemen. Meestal worden werken verkocht in de vorm van exemplaren op tastbare dragers, zoals boeken, compact discs. Het auteursrecht beschermt dan ook in ieder geval het maken van exemplaren. Werken kunnen echter ook worden gedistribueerd of gepubliceerd zonder dat tastbare kopieën worden gemaakt. Het verrichten van openbaarmakingen is dan ook eveneens beschermd. 4.3.2. Het maken van kopieën van een werk Tot vrij kort geleden was het vrijwel niet mogelijk om een werk te exploiteren zonder er kopieën van te maken. Het is dan ook geen verrassing dat het maken van kopieën een van de exclusieve rechten is die een auteur heeft. De auteur kan een vergoeding verlangen voor elke kopie die van zijn werk gemaakt wordt. Hij kan ook beperkingen opleggen aan het aantal kopieën dat gemaakt mag worden, bijvoorbeeld om het werk exclusief te houden. Een kopie hoeft niet per se in hetzelfde formaat te zijn als het origineel. De foto van een schilderij telt ook als een kopie van het schilderij. Het maken van de foto vereist dus toestemming van de schilder. Het maken van een foto vereist vaak creatieve inspanningen voor de fotograaf (het kiezen van de juiste invalshoek, het regelen van de hoeveelheid licht, enzovoorts). De foto is dan een zelfstandig beschermd werk. Hieruit volgt dat het maken van een kopie van de foto toestemming vereist van zowel de schilder als de fotograaf. 4.3.3. Openbaarmaking en niet-tastbare distributie Het auteursrecht verschaft ook inclusief rechten die geen betrekking hebben op het maken van kopieën. Opvoeringen in het openbaar en radio- of tv-uitzendingen van het werk worden ook beschermd door het auteursrecht. De maker van een film kan een vergoeding eisen van een bioscoop voor elke keer dat de film daar vertoond wordt. Radiostations moeten muzikanten (of meestal hun platenmaatschappijen) betalen voor elke keer dat zij hun liedjes op de radio spelen. Een dergelijke distributie in niet-tastbare vorm was tot voor kort vrij eenvoudig auteursrechtelijk te regelen. Er is één bron, zoals een radiostation, een kabelmaatschappij of een pay-per-view filmkanaal, die het werk distribueert naar diverse ontvangers. Deze bron is gemakkelijk te identificeren, zodat je er een rekening heen kunt sturen. Distributie via het Internet heeft wat dit betreft een hoop veranderd. 4.3.4. Morele rechten Het feit dat auteurswetten automatisch auteursrechten toekennen aan auteurs kan worden gezien als een indicatie dat de maatschappij prijs stelt op de creatie van dergelijke werken, en dat auteurs een fundamenteel recht hebben om hun werk te controleren. Dit is de basis voor de zogeheten "morele rechten". Deze rechten kan de auteur uitoefenen zelfs nadat hij het auteursrecht heeft overgedragen.

5 http://www.encie.nl/definitie/Exploitatie

6 http://www.tenstep.be/ms.htm

Page 22: Bescherming van ideeën

Op grond van zijn morele rechten heeft de maker van een werk de volgende rechten; Het recht om als auteur van het werk genoemd te worden. Het recht om bezwaar te maken tegen elke verminking, misvorming of andere

aantasting van het werk die nadeel toebrengt aan de naam of eer van de maker.

Wat nu precies een verminking of misvorming is, moet door de rechtbank worden uitgemaakt. De ene auteur heeft bijvoorbeeld geen bezwaar tegen grote wijzigingen in zijn werk, terwijl de anderen misschien vindt dat het veranderen van het kleurschema van de lijst waarin het werk zit al een zware verminking is. Dergelijke ruzies zijn vaak het zichtbaarst in het geval van architecten. Wanneer een gebouw wordt ontworpen op een creatieve manier, heeft de architect het auteursrecht op het ontwerp. Hij kan de exploitatierechten overdragen aan de eigenaar van het gebouw, maar hij behoudt het recht om optreden tegen verminking van het gebouw. Dit kan bijvoorbeeld zijn het ophangen van een balkon op een plek waarvan de architect vindt dat deze esthetische waarde van het gebouw compleet vernietigt.

Page 23: Bescherming van ideeën

4.4. Conclusie Innovatie is het realiseren van nieuwe ideeën, concepten, producten, diensten of mogelijkheden. Vaak wordt de term gebruikt voor vernieuwingen in de techniek (uitvindingen), maar innovatie gebeurt natuurlijk ook in andere gebieden. Om innovatie te stimuleren, zijn octrooi-, merken- en auteursrechten beschikbaar. In dit hoofdstuk ligt de diepgang in het realiseren van een concreet antwoord op de probleemstelling uit de inleiding;

Hoe kan een abstract en vrij idee, aan de hand van een creatieve en/of een persoonlijke invulling worden ontwikkeld tot een beschermde concrete uitwerking, waarbij inbreuk op

beschermd werk van een ander voorkomen wordt? Voor de bescherming van een concreet uitgewerkt idee is het eerste wat je moet weten, onder welk intellectueel eigendomsrecht het valt. De probleemstelling formuleert twee mogelijkheden van intellectuele eigendomsrechten die in aanmerking komen voor de bescherming voor het beschermen van een concreet uitgewerkt abstract en vrij idee. Over de ontwikkeling van de beschermde concrete uitwerking, wordt namelijk geformuleerd dat dit aan de hand van een creatieve en/of een persoonlijke invulling. Eigenschappen zoals een

creatieve en/of persoonlijke invulling van een concreet uitgewerkt idee hebben beide betrekking op de het octrooirecht en het auteursrecht. Het eerste deel van de probleemstelling (tot aan de tweede komma), is hierdoor al beantwoord. Het antwoord op het deel van de vraag; Hoe kan een abstract en vrij idee, aan de hand van een creatieve en/of een persoonlijke invulling worden ontwikkeld tot een beschermde concrete uitwerking, is dan; Met behulp van het octrooirecht en het

auteursrecht. Het laatste deel van de probleemstelling is op een bepaalde manier geformuleerd, waardoor het bepalend is geweest voor een groot deel van de totale inhoud van dit hoofdstuk. Op basis van het antwoord op het eerste deel zou een ingekorte formulering van de probleemstelling kunnen zijn: Hoe kunnen het octrooirecht en/of het auteursrecht worden verkregen zonder inbreuk te maken op beschermd werk van een ander? Deze vraag/probleemstellig zou dan kunnen worden beantwoord op basis van de voorwaarden die zijn gesteld voor het verkrijgen van het recht. De uitvinding moet voldoen aan drie inhoudelijke eisen alvorens een octrooi verleend wordt. De uitvinding moet nieuw zijn, de uitvinding moet berusten op uitvinderswerkzaamheid, en de uitvinding moet industrieel toepasbaar zijn. De eis van nieuwheid is streng: de hele uitvinding moet beschreven zijn in een enkel document, anders is de uitvinding niet nieuw. Om erachter te komen of een idee nieuw is, moet er onderzoek naar worden gedaan. Zelfs wanneer een uitvinding strikt gesproken nieuw blijkt te zijn, dan betekent dat niet automatisch dat hij octrooi eerbaar is. Als de uitvinding voor de vakman voor de hand ligt, dan zal de aanvraag alsnog geweigerd worden. Een striktere interpretatie van deze eis die wordt gebruikt, is de term "inventieve bijdrage". Een uitvinding is inventief als het een oplossing biedt voor een probleem in de techniek, welke oplossing niet voor de vakman voor de hand lag. De derde eis voor octrooibescherming, namelijk dat de uitvinding industrieel toepasbaar moet zijn, is voornamelijk bedoeld om onderscheid te maken tussen esthetische en wetenschappelijke uitvindingen. Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk origineel zijn. Dit betekent dat de maker het werk onafhankelijk van andere werken moet hebben gemaakt, en dat er enige creativiteit nodig was voor de schepping. Een afgeleid werk is gedeeltelijk gebaseerd op een ander werk, maar komt wel zelfstandig voor auteursrecht in aanmerking. Als een auteur zijn persoonlijke smaak gebruikt om te beslissen welke feiten hij op papier zet, dan heeft hij wel een origineel werk geschapen

Page 24: Bescherming van ideeën

5. Fotografie en Nederlands auteursrecht

Vrijwel elke foto is beschermd door het auteursrecht. Kopiëren mag niet zonder toestemming. Er zijn uitzonderingen, zoals het citaatrecht. De fotograaf moet bij portretten rekening houden met het portretrecht. Een van de meest zichtbare rechten die de maker heeft op een werk is het auteursrecht (copyright) daarop. Dit geldt ook voor fotografen. Vrijwel elke foto is auteursrechtelijk beschermd, en mag dus niet worden gepubliceerd of gekopieerd zonder toestemming van de fotograaf. Ook niet als de publicatie zonder commercieel oogmerk is of alleen op Internet plaatsvindt.

Er zijn uitzonderingen. Zo is er het beeldcitaatrecht, en mogen kunstwerken in het openbaar worden gefotografeerd. Bij een portretfoto speelt ook nog het portretrecht. Blijkbaar zijn weinig mensen zich ervan bewust, dat ze bij elke foto of elk plaatje wat zij van internet kopiëren, inbreuk maken op een auteursrechtelijk beschermd werk. Bij nader inzien denk ik, dat indien auteurs val alle werken die ik persoonlijk heb gekopieerd en wederom

zowel voor versiering als voor citering heb gebruikt, juridische stappen ondernemen, ik de kosten over mijn gehele levensperiode niet op zou kunnen brengen. De centrale probleemstelling van dit document is;

“Hoe kunnen bedenkers van ideeën en eigenaren van een gevisualiseerde vorm van een beeld gebruik maken van verschillende vormen en/of mogelijkheden van regelgeving

waardoor de creaties worden voorzien van wettelijke bescherming?”

De kennis die van belang is om een conclusie te kunnen trekken waardoor de centrale probleemstelling beantwoord wordt is tot zover al omschreven. De conclusie zal aan het eind volgen van het aankomende hoofdstuk; fotografie en Nederlands auteursrecht. Voor dit hoofdstuk is dan ook geen centrale probleemstelling geformuleerd aangezien het enkel toegevoegde informatie bevat die dan ook niet berust op de relevantie van de centrale probleemstelling. Het is echter wel handig om op de hoogte te zijn over de diepgang die het auteursrecht specifiek biedt voor beeld.

Page 25: Bescherming van ideeën

5.1. Foto‟s op internet Wie een afbeelding van een ander overneemt, heeft daarbij meestal toestemming van die ander nodig. Op vrijwel alle foto's en plaatjes op Internet rust namelijk auteursrecht. Ook portretrecht kan een rol spelen.

Alhoewel het World Wide Web begonnen is als een puur tekstueel medium, werd het pas populair nadat het mogelijk werd om afbeeldingen toe te voegen aan webpagina's. Tegenwoordig lijkt het er soms zelfs op dat de plaatjes belangrijker zijn dan de tekstuele boodschap. Eén van de eenvoudigste manieren om aan plaatjes te komen is door ze simpelweg van een andere webpagina over te nemen, of door bestaande afbeeldingen in te scannen. Wat weinig mensen zich daarbij realiseren, is dat wie een afbeelding van een ander overneemt, daarbij altijd toestemming van die ander nodig heeft. Op vrijwel alle foto's en plaatjes op Internet rust namelijk auteursrecht. Tevens is het niet altijd toegestaan je zelfgemaakte foto's op je eigen website te zetten. Zo is bijvoorbeeld bij een zelfgemaakte foto van andermans kunstwerk toestemming van de kunstenaar nodig. En staan er andere mensen herkenbaar op de foto, dan moet je als fotograaf rekening houden met het portretrecht. 5.1.1. Auteursrecht op afbeeldingen Vrijwel alle foto's en alle plaatjes die op Internet beschikbaar zijn, zijn auteursrechtelijk beschermd. Volgens de Auteurswet 1912 zijn "teeken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken, lithografieën, graveer- en andere plaatwerken", alsmede fotografische werken, filmwerken en "werken van toegepaste kunst en tekeningen en modellen van nijverheid" auteursrechtelijk beschermd. In een enkel geval heeft de auteur afstand gedaan van zijn auteursrecht, maar dat moet hij er dan wel expliciet bij gezet hebben. En de aan- of afwezigheid van een copyright notice is totaal irrelevant. Aanvragen van auteursrecht is niet nodig. Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk origineel zijn en het persoonlijk stempel/karakter van de maker dragen. Bij tekeningen, schilderijen en dergelijke is dit eigenlijk altijd het geval, omdat deze immers tot stand komen doordat de maker met potlood of kwast het werk op papier zet. Bij foto's ligt dit iets moeilijker. De vereiste originaliteit kan hier liggen in bijvoorbeeld de invalshoek, de compositie van het gefotografeerde, de belichting enzovoorts. In de praktijk blijkt dat de rechter al snel aanneemt dat er sprake is van een originele foto. Puur mechanisch tot stand gekomen foto's, zoals uit pasfotohokjes en beveiligingscamera's, zijn niet beschermd. Als een werk beschermd is, mag het niet worden gebruikt zonder toestemming van de maker. Dit betekent dat het niet gekopieerd en verspreid mag worden, maar ook dat het niet op een website geplaatst mag worden. 5.1.2. Citeren Het is toegestaan om een deel van andermans werk over te nemen in een aankondiging, beoordeling, bespreking, kritiek of wetenschappelijke verhandeling. Het is slechts zelden toelaatbaar om het hele werk over te nemen. Bij een bespreking van foto's of schilderijen zou dit het geval kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het tonen van de winnende World Press Photo.

Page 26: Bescherming van ideeën

Het overnemen van (een deel van) een afbeelding, foto, tekening of ander beeld is toegestaan om dat beeld aan te kondigen, te bekritiseren of te bespreken. Hergebruik van beeld als versiering is niet toegestaan. Bij een beeldcitaat mag je nooit meer citeren dan je nodig hebt voor het doel van je citaat. Bovendien is een bronvermelding verplicht.

Het kan gebeuren dat iemand een foto maakt waarop bijvoorbeeld een beeldhouwwerk of een schilderij van een ander te zien is. Dit mag, mits het maar gaat om een afbeelding van het werk "zoals het zich aldaar bevindt". 5.1.3. Niet-commercieel gebruik Veel websites worden gemaakt door hobbyisten zonder enig winstoogmerk. Ook zij willen vaak graag foto's of ander beeldmateriaal gebruiken als onderdeel van hun site. Dergelijk gebruik is heel kleinschalig, en de kans is bijzonder klein dat de fotograaf hierdoor schade lijdt. Toch moet ook voor dit soort gebruik toestemming gevraagd worden. Wie zonder toestemming een werk gebruikt, maakt inbreuk op het auteursrecht. Het doet niet ter zake of het gebruik commercieel is, of de naam van de auteur vermeld wordt, of dat de webmaster reclame voor hem maakt door het gebruik van de foto's, of wat dan ook. De maker kan schadevergoeding eisen en/of eisen dat de webmaster zijn werk van de site afhaalt. Bij foto's is het gebruikelijk om een schadevergoeding te eisen (en, bij commercieel gebruik, te krijgen) van 3 maal het gebruikelijke tarief van die maker. 5.1.4. Onbekende maker Van veel werk op Internet is niet bekend wie de maker is. En zijn een hoop sites die overal beeldmateriaal vandaan halen om dat via hun eigen site of een CD-ROM te verspreiden. Ook kopiëren mensen vaak plaatjes van elkaar. Het is dan onbegonnen werk om te achterhalen wie nou dat ene plaatje of die foto gemaakt heeft. Auteursrechtelijk gezien betekent dit dat de foto of het plaatje niet mag gebruiken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om van alle auteursrechthebbenden toestemming te krijgen voor gebruik van hun werk. Weet je niet wie de maker is, dan mag je het werk niet publiceren. Nou is dat soms erg lastig. De Stichting Foto Anoniem is een centrale instantie met een uitgebreid adressenbestand van fotografen. De stichting probeert dan de fotograaf te achterhalen, en stelt de vrager in contact met de fotograaf. Dan kun je hem toestemming vragen. Lukt dat niet, dan kan de stichting een contract opstellen, waarbij jij de normale tarieven betaalt (aan hen dus). De stichting vrijwaart jou dan tegen alle aanspraken van de fotograaf als die later ineens komt klagen. Natuurlijk kun je ook gewoon de foto publiceren, maar dan heb je wel een lastig juridisch probleem als die fotograaf later boze brieven stuurt. Die kan dan een forse schadevergoeding eisen, die over het algemeen hoger zal liggen dan wat je aan die stichting Foto Anoniem zou betalen.

Page 27: Bescherming van ideeën

5.2 Portretrecht Het veiligste lijkt dus om al je foto's en afbeeldingen zelf te maken, en nooit een standbeeld of schilderij van een ander op de foto te zetten. Er is echter nog een ander aspect waar je bij gebruik van foto's op Internet rekening mee moet houden. Het gebruik van een portret mag namelijk niet zomaar: hiervoor geldt het portretrecht. Een portret betekent overigens niet alleen maar een foto van het gezicht. Zo gauw iemand herkenbaar op de foto staat, is de foto een portret, dus ook als er een zwart balkje over de ogen staat. Maar ergens in een massa in een voetbalstadion als stipje op de foto is uiteraard niet voldoende. 5.2.1. Soorten portretten Naar Nederlands recht zijn er twee soorten portretten: de portretten in opdracht, en de

portretten niet in opdracht. Een portret in opdracht mag alleen worden gepubliceerd met toestemming van alle geportretteerden. Een portret dat niet in opdracht is gemaakt, mag zonder toestemming worden gepubliceerd. Wel moet de publicist rekening houden met de belangen van de gefotografeerde persoon. Als deze een redelijk belang heeft tegen publicatie, dan mag de foto niet gepubliceerd worden. Een foto van een professioneel model mag dus bijvoorbeeld niet worden gepubliceerd, omdat deze hier normaal geld voor vraagt. Ook foto's van het naaktstrand mogen niet worden gepubliceerd zonder toestemming, want

niet iedereen die daar komt wil de foto's van zichzelf terugzien in de krant of op Internet. 5.2.2. Privacy-belang Op Internet doet het probleem zich nogal eens voor bij hobbyclubs en scholen. Die maken foto's van activiteiten en publiceren die op hun website. Op die foto's zijn dan vaak de kinderen die meedoen aan die activiteiten duidelijk herkenbaar. Niet alle ouders stellen hier prijs op. Als de ouders een redelijk belang hebben, kunnen ze publicatie van de foto's

verbieden. Bij foto's van het dagje uit in het zwembad of zo, en ook bij scholen met asielzoekers of ondergedoken kinderen kom je al snel aan zo'n redelijk belang. Sommige scholen hebben protocollen ontwikkeld over wat ze wel niet op hun website zetten. In een dergelijk protocol wordt bijvoorbeeld afgesproken dat ouders kunnen protesteren tegen publicatie van een foto, waarna deze wordt weggehaald, of dat de schoolleiding aan de ouders van alle geportretteerde kinderen toestemming vraagt alvorens deze te publiceren.

Page 28: Bescherming van ideeën

6. Conclusie

“Hoe kunnen bedenkers van ideeën en eigenaren van een gevisualiseerde vorm van een beeld gebruik maken van verschillende vormen en/of mogelijkheden van regelgeving

waardoor de creaties worden voorzien van wettelijke bescherming?”

Zoals hierboven staat aangegeven was dat de centrale probleemstelling wat het uitgangspunt geweest van dit totale document. De volgende conclusie heb ik hierop kunnen baseren; Voor de bescherming van ideeën bestaat geen wettelijk regime. Een idee is iets wat iedereen

vrij staat en waardoor er dus geen intellectueel eigendoms recht voor aangevraagd kan worden. De bedenker kan een idee echter wel op verschillende manier registreren waardoor een bewijsmiddel en mogelijk handig hulpmiddel wordt gecreëerd aan de hand van het vastleggen van een creatiedatum vast te leggen met daarbij de identiteit van de bedenker. Dit bied dan wel geen officiële juridische bescherming, maar wordt door de rechtbank wel als geloofwaardig beschouwd in het geval van een conflict.

Pas na de uitwerking van een idee, kan er een intellectueel recht op worden aangevraagd om de uitwerking dan te beschermen. Bedenkers van ideeën kunnen gebruik maken van de intellectuele eigendomsrechten het octrooirecht en het auteursrecht. Wanneer het idee gaat over een uitvinding, kan er een octrooi/patent worden aangevraagd op de concrete uitwerking van het idee. De uitwerking van de uitvinding moet voldoen aan drie inhoudelijke eisen alvorens een octrooi verleend wordt. De uitvinding moet nieuw zijn, de uitvinding moet berusten op uitvinderswerkzaamheid, en de uitvinding moet industrieel toepasbaar zijn. Als het idee nu gaat over een tekst, foto of ander werk, kan het alleen beschermd worden door de uitwerking ervan. Hierop geldt dan het auteursrecht. Auteursrecht geldt automatisch. Er is geen registratie, depot, vastlegging of andere formaliteit nodig om auteursrecht te kunnen claimen. Wie een tekst, foto of ander werk maakt, heeft daar automatisch auteursrecht op. Er is geen aanvraagprocedure zoals bij een octrooi (patent) of een merk. Ook hoeft een auteursrecht niet bij een officiële instantie aangemeld, geregistreerd of gedeponeerd te worden. Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk origineel zijn. Dit betekent dat de maker het werk onafhankelijk van andere werken moet hebben gemaakt, en dat er enige creativiteit nodig was voor de schepping. Een afgeleid werk is gedeeltelijk gebaseerd op een ander werk, maar komt wel zelfstandig voor auteursrecht in aanmerking.

Page 29: Bescherming van ideeën

7. Bronnen 7.1. Websites

http://www.vandale.nl/vandale/zoekService.do?selectedDictionary=nn&selectedDictionaryName=Nederlands&searchQuery=idee

http://www.vandale.nl/vandale/zoekService.do?selectedDictionary=nn&selectedDictionaryName=Nederlands&searchQuery=triviaal

http://www.rechtspraak.nl/default.htm http://www.octrooicentrum.nl/index.php/Ideefase/wat-kunt-u-doen-met-uw-

idee.html#Octrooi verkopen

http://www.octrooigemachtigden.nl/nl http://creativecommons.nl/over-ons/wie-zijn-we/ http://www.reprorecht.nl/ http://www.auteursrecht.nl/auteursrecht/22228/ http://www.novu.nl/site/Netwerk/Links/RechtRegelgeving/tabid/75/language/nl-

NL/Default.aspx http://www.boip.int/nl/ideeen/idee.html http://www.kvk.nl/wetten_en_regels/ideeen_beschermen/beschermen_van_ideeen/ http://www.onel.nl/vraag_antwoord http://www.youtube.com/watch?v=cWWfFsDY1Sk&feature=related http://www.kvk.nl/wetten_en_regels/ideeen_beschermen/beschermen_van_ideeen/

http://www.kvk.nl/wetten_en_regels/ideeen_beschermen/handelsnaam/

http://www.kvk.nl/wetten_en_regels/ideeen_beschermen/beschermen_van_ideeen/

bescherming_van_ideeen_overzicht_tekens/

http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http://www.collegenet.

nl/studiemateriaal/verslagen.php%3Fverslag_id%3D15757

http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/Intellectuele_Eigendom/Instellingen_en

_actoren/DIE/index.jsp

http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/product/vergunningen-en-vereisten/Idee-

vastleggen--i-DEPOT?subject=193

7.2. Artikelen

Artikel: “Biermeisjes, ook strafbaar bij een WK in Nederland”

http://www.lexisnexis.com.ezproxy.avans.nl/nl/business/docview/getDocForCuiReq?

perma=true&oc=00240&lni=5106-PW51-JC8W-

Y33S&csi=259070&secondRedirectIndicator=true

Artikel: “Lego raakt alleenrecht op bouwstenen kwijt”

http://www.lexisnexis.com.ezproxy.avans.nl/nl/business/docview/getDocForCuiReq?

perma=true&oc=00240&lni=5118-JNW1-DYRY-

N379&csi=259069&secondRedirectIndicator=true

7.3. Voetnoten

1 http://www.uitvinders.nl/voorlichting/begrippenlijst.htm

2 http://blog.iusmentis.com/2007/08/05/depot-van-idee-bij-notaris-wat-heb-je-er-aan/

3 http://www.boip.int/nl/pdf/regulations/iDEPOT_BrigitteDauwe.pdf

4

http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http://www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen.php%3Fverslag_id%3D15757 5 http://www.encie.nl/definitie/Exploitatie

6 http://www.tenstep.be/ms.htm

Page 30: Bescherming van ideeën

Bijlage Benadering van BBIE per mail

Geachte mevrouw Marina Hoogeveen,

Aangezien ook voor het BOIP de inhoud van úw i-depot geheim is, volgt daaruit logischerwijs dat

anderen níet op de hoogte worden gebracht van uw i-depot met mogelijk eenzelfde inhoud.

Pas indien u elkaar 'op de markt' tegenkomt kan u na openbaarmaking van de i-depots bekijken wie

de eerste is en / of de inhoud hetzelfde is.

Ter nadere informatie: er bestaat - nog - geen apart openbaar i-depot'register', want dán was 'uw

probleem' natuurlijk opgelost. Daarover wordt nog wel nagedacht.

Ik hoop dat wij u hiermee voldoende hebben ingelicht. Voor extra informatie kunt u contact opnemen

met het informatiecentrum.

Met vriendelijke groet,

Rudolf Wiersing

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom

Office Benelux de la Propriété intellectuelle

Informatiecentrum / Centre d'information

Vanuit Nederland : 070/349 12 42

Vanuit België/depuis la Belgique : 070/244242 (lokaal tarief/tarif local)

Depuis le Luxembourg : 8002/5383 (tarif local)

[email protected]

www.boip.int

a

>>> marina hoogeveen <[email protected]> 22-10-10 7:19:57 pm >>>

Geachte Meneer/Mevrouw,

voor een studie onderdeel ben werk ik aan een onderzoek over bescherming van ideeën en beeld.

Uw website heeft mij al een hoop bruikbare data opgeleverd.

Het heeft mij vooral op de hoogte gesteld van het i-DEPOT.

Alleen is mij nog wat onduidelijk,

De inhoud van zowel het i-DEPOT al het feit dat er een i-DEPOT is ingediend wordt geheim gehouden.

Hoe zit het dan in het geval als iemand een creatie datum voor een idee wil vastleggen, dat eerder al

door een ander is vastgelegd?

Wordt diegene dan wel op de hoogte gesteld of wordt het idee dan nogmaals door een tweede

persoon vastgelegd?

Wat is de procedure van een dergelijke situatie?

Ik hoop dat u mij verder kunt helpen door de vragen te beantwoorden zodat ik een goede

onderbouwing in het onderzoek kan geven over de relevantie van het i-DEPOT.

Bij voorbaat dank voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Marina Hoogeveen

Student van de opleiding

Advanced Business Creation (ABC)

Avans hogescholen 's-Hertogenbosch